` EEN WOORD VOORAF
Voor u ligt de schoolgids 2015-2016 van De Piramide te Gennep. Met deze gids willen we u informatie geven over onze school. Onze school is een speciale school voor basisonderwijs (SBO). De kinderen op onze school komen meestal uit het reguliere basisonderwijs. Daar is vaak met veel extra zorg gewerkt aan de ontwikkeling van het kind. Als die extra zorg niet voldoende blijkt te zijn, volgt er vaak een aanmelding op onze school. Deze gids is bedoeld om ouders informatie te geven over onze school, over wat zij van onze school kunnen verwachten, en wat onze school voor hun kinderen kan betekenen op het gebied van onderwijs en leerlingenzorg.
Wat staat er in deze schoolgids U vindt in deze gids informatie over de doelen van de school en de manier waarop wij die willen realiseren, zowel inhoudelijk als organisatorisch. Er wordt beschreven hoe wij onze leerlingen volgen in hun ontwikkeling, hoe wij hen begeleiden en hoe wij de ouders hierbij betrekken. Het overzicht Enkele Cijfers (hoofdstuk 9) geeft u onder andere een beeld waar de kinderen zoal naar toe gaan als ze hun schoolperiode bij ons hebben beëindigd en geeft inzicht in het aantal leerlingen dat wordt teruggeplaatst. Tot slot worden er een aantal praktische onderwerpen besproken met betrekking tot de dagelijkse gang van zaken binnen de school. Naast deze gids krijgt u jaarlijks een extra informatieboekje in de vorm van een kalender. Hebt u na het lezen van deze gids vragen, of suggesties om de inhoud te verbeteren, neem dan gerust contact op met de directie, leerkrachten of leden van de ouder- of medezeggenschapsraad. De gids van een school die in beweging is, is immers nooit af. Wij horen graag uw opmerkingen, zodat deze gids optimaal zal gaan voldoen aan uw verwachtingen. Overigens willen we nog opmerken, dat daar waar "ouders" staat, ouders/verzorgers bedoeld wordt.
1
` 1. DE SCHOOL
De Piramide valt onder het bestuur van Stichting Lijn 83 primair onderwijs te Gennep. Vijftien katholieke basisscholen en een school voor speciaal basisonderwijs in de gemeentes Bergen, Gennep en Mook & Middelaar vormen gezamenlijk Lijn 83. De individuele scholen behouden enerzijds een mate van autonomie, anderzijds worden vanuit de gedachte tot samenwerking gemeenschappelijke doelen nagestreefd. Het bestuur heeft de dagelijkse leiding van Stichting Lijn 83 en het bestuursbureau gemandateerd aan het college van bestuur, de heer Toon van den Hanenberg. Onze school wordt bezocht door ± 120 leerlingen en maakt deel uit van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Noord Limburg. Voor het merendeel komen deze kinderen uit de gemeentes Bergen, Gennep en Mook & Middelaar. In deze gemeentes werken 17 basisscholen en één school voor speciaal basisonderwijs aan de doelstelling om zo veel mogelijk leerlingen binnen de eigen school op te vangen en te begeleiden. Regelmatig is er overleg tussen de interne leerlingcoördinatoren en tussen de directies. Naast uitwisseling van ervaringen, worden hier ook de landelijke tendensen besproken en wordt de koers voor de komende jaren uitgezet.
1.1 De naam van de school Onze school heet "De Piramide". Wij hebben deze naam gekozen op grond van een aantal beweegredenen: een piramide straalt stevigheid uit; een houvast voor de ouders die hun kinderen aan de zorg van de school toevertrouwen en een plek waar de kinderen zich veilig voelen. De brede basis van de piramide is het symbool van de stevige ondergrond die onze school aan de kinderen probeert te geven, zodat zij zich daarmee verder kunnen ontwikkelen en zich toe kunnen spitsen op iets waar zij goed in zijn. De punt van de piramide verwijst naar de kwaliteit van het onderwijs dat gegeven wordt ("to the point"). Van basis naar punt verwijst de piramide naar de verantwoordelijkheid voor brede zorg naar specifieke zorg.
1.2 Voor wie is de school bedoeld? Onze school is een speciale school voor basisonderwijs voor kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12 á 13 jaar, die extra zorg en ondersteuning nodig hebben. Meer zorg dan de gewone basisschool op dat moment kan bieden. Onze school is bedoeld voor kinderen die problemen ondervinden: - doordat ze moeite hebben met het abstract denken in het algemeen en daardoor moeite hebben met vakken als lezen, rekenen, schrijven enz.; - op een speciaal aanwijsbaar gebied van het verstandelijk functioneren, bijvoorbeeld lezen of taal; - doordat ze erg impulsief zijn en zich moeilijk kunnen concentreren, hoewel ze een gemiddelde aanleg hebben; - doordat het tempo op de basisschool te hoog ligt; - doordat het kind het moeilijk vindt om met andere kinderen om te gaan. Bovenstaande moeilijkheden roepen vaak weer andere problemen op, zoals onzekerheid en faalangst, het gevoel onhandig of dom te zijn. Sommige kinderen worden druk en lastig, anderen trekken zich juist stil en verdrietig terug. Vaak zegt men dat het moeilijke kinderen "zijn". Meestal echter blijkt dat ze het gewoon moeilijk "hebben". 2
` Het kind heeft behoefte aan meer individuele aandacht, omdat het als gevolg van een leerprobleem of emotioneel probleem in de knel is komen te zitten. Niet alle kinderen die het moeilijk hebben, kunnen op De Piramide worden geplaatst. Als, na onderzoek, gebleken is dat onze school geen passend antwoord kan geven op de hulpvraag van het kind, zal een andere school geadviseerd worden (zie hoofdstuk 4: 4.1 aanmelding van een leerling).
3
` 2. WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT
Als school voor speciaal basisonderwijs maakt De Piramide deel uit van een samenwerkingsverband Passend Onderwijs Noord Limburg. Al deze scholen hebben in hun schoolondersteuningsprofiel omschreven hoe de kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, geholpen kunnen worden. Het adres van het samenwerkingsverband is: St. SWV Primair Passend Onderwijs Noord-Limburg, Postbus 1246, 5900 BE Venlo. Zo is er een gezamenlijk beleid ontwikkeld hoe een deel van de kinderen dat voorheen naar het speciaal onderwijs werd verwezen, ook binnen de gewone basisschool kan worden opgevangen. Alle scholen werken op deze manier samen om het aantal kinderen dat naar de speciale school voor basisonderwijs De Piramide gaat zo laag mogelijk te houden, zonder het belang van het kind uit het oog te verliezen. Om dit mee te helpen realiseren wordt er door leerkrachten van De Piramide ondersteuning geboden aan kinderen en leerkrachten van de scholen uit de gemeentes Bergen, Gennep en Mook & Middelaar. Dit gebeurt in de vorm van ambulante begeleiding en door het geven van sociale vaardigheidstraining en faalangstreductietraining. 2.1 Missie SBO De Piramide is een school, bedoeld voor kinderen met speciale behoeften van didactische of pedagogische aard. Behoeften, waaraan de basisscholen in het samenwerkingsverband niet of in onvoldoende mate tegemoet kunnen komen. Binnen ons samenwerkingsverband hebben we een bijzondere verantwoordelijkheid. Enerzijds door het verzorgen van onderwijs aan de kinderen met speciale behoeften en anderzijds doordat we een actieve rol willen spelen in het stimuleren en ondersteunen van scholen bij het goed omgaan met verschillen tussen kinderen. We willen een sociale school zijn, waar kinderen, leerkrachten en ouders respect voor elkaar hebben. Een plek waar iedereen met plezier naar toe komt en waar iedereen zich veilig en geborgen voelt. Kinderen komen er om te leren. Leerkrachten en leerlingen zijn gemotiveerd. Ze leren van en met elkaar en iedereen maakt gebruik van zijn kwaliteiten. We zorgen voor een rijke leeromgeving. Wij zijn een school waar leerkrachten zich blijven ontwikkelen en in een goede sfeer met elkaar samenwerken om alles uit het kind te halen wat er in zit. Elk kind moet zich optimaal kunnen ontwikkelen. We streven ernaar om onderwijs op maat voor elk kind te verzorgen. Tevens heeft onze school ook een opvoedende taak. Wij stellen onze kinderen in staat om zelfstandige en verantwoordelijke mensen te worden; ontwikkeling van het ‘mens-zijn’ als totaal vinden wij zeer belangrijk. Hierbij werken we zo goed mogelijk samen met de ouders.
2.2 Motto Ons motto is "het beste uit kinderen halen". Ieder kind is anders en dat mag.
Het kind staat centraal. Ieder kind heeft talenten. De mogelijkheden van de leerling vormen het uitgangspunt voor het leer- en ontwikkelingsproces. Elke leerling heeft recht op zorg en onderwijs op maat in een inspirerende en veilige omgeving. 4
`
We stimuleren de ontwikkeling van eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van de leerling. We willen leerlingen steeds meer 'eigenaar' maken van hun leren. Kinderen gaan met plezier naar school.
Een goede school maken we met zijn allen.
We streven naar een professionele cultuur. Ons team bestaat uit professionals. Een goede samenwerking tussen schoolleiding, leerkrachten, kinderen en ouders, vormt de basis voor een goed schoolklimaat: Wij zijn ons ervan bewust dat het tonen van voorbeeldgedrag belangrijk is. Zelf positief gedrag laten zien en voordoen is het meest basale wat je als leerkracht kunt doen. We zijn duidelijk over onze rol: Het is belangrijk dat kinderen weten en voelen dat ze worden geaccepteerd als persoon en groepsgenoot, maar dat bepaald gedrag ongewenst en niet toegestaan is. We geven dus geen persoonlijke kritiek, maar aanwijzingen voor beter gedrag. We zijn positief en hebben hoge verwachtingen. Belangrijk is dat een leerling niet alleen succeservaringen opdoet, maar ook in staat wordt gesteld om deze ervaringen zelf en vaak te “organiseren”. Zo leert de leerling dat hij controle kan krijgen over het opdoen van succeservaringen. Al onze handelingen zijn gericht op groei van de kinderen in de breedste zin van het woord. Het zo veel mogelijk behalen van de kerndoelen vormen daarvoor ons uitgangspunt. We gaan respectvol om met elkaars bezittingen.
2.3 Ondersteuningscentrum De Piramide heeft zich in de afgelopen jaren ontwikkeld in de richting van een ondersteuningscentrum binnen het samenwerkingsverband. Deze ontwikkeling is in volle gang en loopt de komende jaren door. De Piramide is niet meer alleen verantwoordelijk voor de eigen leerlingen, maar heeft een medeverantwoordelijkheid voor de leerlingen, die ondersteuning nodig hebben in het basisonderwijs. Zo heeft De Piramide een aantal opdrachten/functies gekregen.
De onderwijsfunctie Dit houdt in: de onderwijs- en begeleidingsfunctie voor de eigen leerlingen. We proberen daarbij elk kind de zeer speciale begeleiding te geven die het nodig heeft. De kinderen verblijven voor een geplande periode, op basis van een handelingsplan, in de school voor speciaal basisonderwijs. Hier trachten we ieder kind zoveel mogelijk een leerlijn te laten volgen die past binnen zijn/haar mogelijkheden. Daarbij worden sterke ontwikkelingskanten gestimuleerd en zwakke extra ondersteund. Respect voor jezelf en de ander zijn pijlers waarop wij de opvoeding en het onderwijs gestalte willen geven. Naast onderwijzen vinden wij acceptatie van elkaars "eigen" aardigheden, mogelijkheden en onmogelijkheden, van essentieel belang. Wij zien het kind dat naar de speciale school voor basisonderwijs is verwezen als een kind dat door zijn/haar moeilijkheden sterk onder spanning heeft gestaan. We proberen dan ook een sfeer te scheppen waarin het kind het gevoel heeft dat wat hij/zij kán, goed en waardevol is, als hij/zij er maar zijn/haar best voor doet. Daarom werken we in een sfeer van fouten maken mag en werken we sterk gericht op successen om zo het kind te laten groeien. Naast voorgaande kenmerkt de sfeer op onze school zich door structuur en regelmaat, vaste dingen doen op een vaste tijd. Kinderen ervaren dit als duidelijk en kunnen daar rust en ver-
5
` trouwen uit putten en meer ontspannen zijn. Dit bevordert niet alleen het onderwijs, de rust en concentratie, maar bovenal ook een gevoel van veiligheid en (zelf)vertrouwen. Zelfvertrouwen, zelfstandigheid en het gevoel iets te kunnen, zijn onmisbaar voor het zelfrespect van een mens.
De ondersteuningsfunctie De school voor speciaal basisonderwijs ondersteunt de basisscholen in het samenwerkingsverband WSNS. De ondersteuning wordt verleend door gespecialiseerde leerkrachten die in staat zijn om leerkrachten uit het basisonderwijs te helpen bij het geven van extra zorg aan kinderen met onderwijsleer- en ontwikkelingsproblemen. Dit heet ambulante begeleiding. Activiteiten van ambulante begeleiders zijn onder andere: in kaart brengen van onderwijsleerproblemen bij kinderen; (mede) opstellen van een handelingsplan; advisering; (mede) uitvoeren van speciale zorgmaatregelen; (mede) evalueren en bijstellen van het handelingsplan; adviseren en begeleiden van leerkrachten; ondersteuning bij het opzetten, invoeren en verbeteren van zorgmaatregelen op scholen. Heeft een kind op de basisschool meer gespecialiseerde zorg nodig, dan kunnen de ouders terecht bij de bovenschoolse ondersteuningscoördinator. Deze maakt gebruik van deskundigen die ouders en scholen adviseren over de verdere hulpverlening.
6
` 3. DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
De organisatie binnen de school wordt gekenmerkt door de verschillen en overeenkomsten van de kinderen die onze school bezoeken. De groepsindeling is, naast de leerproblematiek van de doorverwezen kinderen, ook afhankelijk van de omvang van de school. Dit betekent dat de structuur van de schoolorganisatie voldoende flexibel moet zijn.
3.1 Groep 1/2, ook wel genoemd de afdeling JRK (Jonge Risico Kinderen) Deze groep bestaat uit maximaal 13 kinderen. Het is een groep voor kinderen waarbij al op jonge leeftijd is vastgesteld dat het volgen van gewoon onderwijs met veel moeilijkheden gepaard zal gaan. In de wet worden zij "Jonge Risico Kinderen" genoemd. Omdat niet altijd duidelijk is wat de precieze oorzaak is, ligt naast het leren in deze groep het accent op gericht observeren. Hoe wordt er gewerkt? Rekening houdend met de individuele mogelijkheden van het kind bieden wij de gebruikelijke leerstof van de eerste jaren van het basisonderwijs aan. Daarbij bekijken we heel precies wat het kind aankan en hoe gemakkelijk of hoe moeilijk het kind bepaalde dingen bijleert. We observeren of het kind opdrachten, op zijn/haar niveau, al zelfstandig kan uitvoeren, of dat er steeds veel hulp van de leerkracht nodig blijft. We observeren in en buiten de klas: bij werkjes, spelletjes en bij het omgaan met andere kinderen. Door individueel en in kleine groepjes met de kinderen te werken kunnen we beter zicht krijgen op de sterke en zwakke punten van de leerling. We proberen te achterhalen wat de aard en de omvang is van de problemen die het kind ondervindt, waardoor meer precies handelingsadviezen geformuleerd kunnen worden. 3.2 Groep 3 t/m 8 In deze groepen zitten zowel kinderen met een algehele ontwikkelingsachterstand als kinderen met een specifiek leerprobleem. In de bovenbouw maken we, afhankelijk van de capaciteiten van de leerlingen, een uitsplitsing naar een meer praktische en een meer theoretische leerweg. De groepsgrootte is gemiddeld 14 tot 18 kinderen. Afhankelijk van de problematiek in een bepaalde groep kan hiervan worden afgeweken. Hoe wordt er gewerkt? - Lezen, rekenen, taal Wij bieden op onze school dezelfde vakken aan als op de basisschool. Dat doen we voor spelling, taal, rekenen en deels voor lezen in niveaugroepen. Het komt namelijk vaak voor dat een kind het ene vak beter beheerst dan het andere. Daarom volgen sommige kinderen het ene vak in een lagere en het andere vak in een hogere niveaugroep. Ieder kind kan daardoor onderwijs volgen in die groep die het best aansluit bij zijn/haar niveau. Deze "leervakken" worden in de ochtend gegeven, omdat 's morgens de concentratie beter is.
7
` 's Middags werken de kinderen niet in niveaugroepen en komen de overige vakken zoals wereldoriëntatie, expressie en dergelijke aan bod in hun eigen groep.
- Overige vak- en vormingsgebieden Op het gebied van wereldoriëntatie werken we in de jongste groepen voornamelijk thematisch. In de bovenbouw hebben we wel de vakken verkeer, biologie, aardrijkskunde en geschiedenis, al komen deze inhouden ook binnen thema's aan de orde. In deze thema’s zitten ook de vakken techniek en burgerschapskunde verwerkt. In het kader van behandelde thema's worden af en toe excursies georganiseerd. Voor het vak natuurkunde wordt er gewerkt met de IVN projecten. Bij het vak aardrijkskunde wordt er apart aandacht besteed aan het kunnen lezen van de kaart en de atlas. Bij het vak verkeer maken we gebruik van de materialen van Veilig Verkeer Nederland: Stap vooruit, Op voeten en fietsen en de jeugdverkeerskrant. De kinderen in de bovenbouw doen mee aan het praktisch en schriftelijk verkeersexamen. Om het belang van goed verkeersonderwijs te onderstrepen is er op school een verkeersouder en een verkeerscoördinator aangesteld. In groep 6, 7 en 8 krijgen de leerlingen tevens Engelse les.
- Expressie-activiteiten Tekenen, handvaardigheid en muziek komen elke week aan bod. Op verschillende momenten in het jaar wordt ook aan andere aspecten extra aandacht besteed. Bij verschillende vieringen zoals sinterklaas, kerstmis, carnaval, kinderboekenweek enz., worden kleine of grotere toneelstukjes opgevoerd. In het kader van het culturele programma in de regio is er elk jaar voor alle kinderen een professionele voorstelling. Hierbij komen afwisselend verschillende kunstvormen aan de orde zoals dans en muziek, toneel, poppentheater en film.
- Lichamelijke opvoeding De kinderen krijgen twéé keer per week gymnastiek. Een keer een gymles met materialen vanuit de gymmethode. Tijdens de andere lessen staan sportactiviteiten, groene spelen, samenwerkingsspelen en bewegen op muziek centraal. Onze school doet mee met het jaarlijkse schoolvoetbaltoernooi van de gemeente Gennep voor de eindgroepen.
- Huiswerk Uw kind zal op een gegeven moment op onze school te maken krijgen met huiswerk. In de bovenbouw heeft dit als doel de zelfstandigheid en het leren maken van een planning te bevorderen. Als voorbereiding op het voortgezet onderwijs leert uw kind daarbij ook, te wennen aan het feit dat einde schooltijd niet altijd speeltijd en vrije tijd is. Ook in de andere groepen kan af en toe al huiswerk meegegeven worden. Het doel is dan meer om wat extra oefening te geven. Dit helpt uw kind niet alleen bij het leren, maar uw kind kan zo ook thuis laten zien “wat ik al kan, waar ik mee bezig ben”. Soms wordt aparte oefenstof voor thuis meegegeven. Dit gebeurt altijd in overleg mét de ouders, of op hun verzoek (b.v. naar aanleiding van een individueel handelingsplan).
8
` Onze uitgangspunten en visie: - Huiswerk kan ouders inzicht geven in waar het kind op school mee bezig is en kan daarmee een aanleiding zijn om, via gesprek, school en thuis dichter bij elkaar te brengen. - Wij geven nooit huiswerk mee over leerstof die nog niet begrepen wordt. - Huiswerk mag nooit echt vervelend zijn en het mag de ouders ook nooit met een probleem “opzadelen” (ouders zijn begeleider en geen leerkracht). - Huiswerk wordt in kleine porties gegeven en mag nooit écht lang duren: Liever váker even een kort moment dan een enkele keer langdurig. Tips voor thuis: - Spreek een vaste, rustige, tijd af en maak de planning samen met uw kind. - Doe, waar mogelijk, met uw kind mee. Begeleid uw kind door te vragen of het lukt en vraag tijdens het werk hoe het op school is uitgelegd. - Als huiswerk problemen oplevert…..meld dit dan aan de leerkracht. Op school wordt dan meegedacht en naar een oplossing gezocht. - Opmerkingen van de ouders zijn voor de leerkracht altijd fijn, maar stimuleer de kinderen óók om dit zélf aan de leerkracht aan te geven.
- Mobiele telefoons op school Het is niet toegestaan om een mobiele telefoon mee te nemen naar school. Als u vindt dat dit echt nodig is voor onderweg, dan kunt u contact opnemen met de groepsleerkracht. Het mobieltje wordt dan bewaard door de leerkracht. Mocht de leerling onder schooltijd toch een mobieltje bij zich hebben, dan wordt deze ingenomen en kunnen de ouders dit ophalen bij de directie.
- Gebruik van internet Voor het gebruik van internet hebben we een protocol op school. De kinderen van onze school kunnen gebruik maken van Internet. Wij hebben ervoor gekozen de kinderen vanaf groep 5 die mogelijkheid te bieden. Wij maken hiervoor gebruik van Kennisnet. Kennisnet heeft een eigen Nederlandstalige zoekmachine die kinderen in principe leidt naar Nederlandstalige sites die geselecteerd zijn, waardoor zaken als racistische uitingen en pornografie niet zomaar benaderd kunnen worden. Kinderen kunnen echter ook andere zoekmachines gebruiken. Elk kind vanaf groep 5 krijgt een eigen e-mailadres, waarmee met andere kinderen gecommuniceerd kan worden. Afspraken over het gebruik van internet: Samen met de kinderen en de leerkrachten hebben wij een aantal afspraken gemaakt: Gedragsafspraken met de kinderen. Ik spreek van tevoren met mijn leerkracht af, wat ik op het internet wil gaan doen. Ik geef nooit informatie over mezelf of anderen op internet (dus geen namen, adressen, foto’s, telefoonnummers, e-mail adressen). Ik zoek met de zoekmachine Kennisnet of Google en gebruik daarbij geen woorden die te maken hebben met racisme, discriminatie, seks, geweld of scheldwoorden (zie mijn contract). Ik zal nooit via e-mail of Internet met iemand spreken, iets bestellen of iets kopen, zonder toestemming van mijn ouders of de leerkracht. Ik download geen bestanden van het internet, zonder toestemming van de leerkracht. Ik weet dat alles wat ik op school doe op Internet kan worden gecontroleerd door de leerkracht. 9
`
Ik mag de printer alleen gebruiken, als de meester of juf dat heeft goedgekeurd. Ik geef het meteen aan de meester of juf door als: o ik informatie tegenkom waarbij ik met niet prettig voel o ik dingen tegenkom waarvan ik weet dat ze niet horen Ik bewaar mijn wachtwoord zorgvuldig en maak geen onrechtmatig gebruik van andermans wachtwoord.
Afspraken met de leerkrachten: Internet wordt gebruikt voor educatieve doeleinden. Er worden geen sites bekeken die niet aan onze fatsoensnormen voldoen. Er wordt aan de kinderen uitgelegd waarom zij bepaalde sites wel of niet mogen bekijken. De leerkracht draagt zorg voor een omgeving waarin kinderen open kunnen vertellen wanneer zij op een ongewenste, onbedoelde site komen. Regels en wetten met betrekking tot copyright worden in acht genomen. Informatie die terug te voeren is op de leerlingen mag niet op het openbare deel van het net terecht komen. Namen in combinatie met foto’s van kinderen worden niet op het net gepubliceerd. In voorkomende gevallen alleen met toestemming van de ouders. Ook voor het publiceren van individuele foto’s wordt eerst toestemming gevraagd. Bezwaren worden schriftelijk bij de directie kenbaar gemaakt. Voor e-mail geldt ook het briefgeheim, maar op grond van hun pedagogische verantwoordelijkheid mogen de leerkrachten e-mail van leerlingen bekijken. Afspraken met ouders: Ouders geven schriftelijk toestemming, dat hun kind gebruik mag maken van het Internet en een eigen e-mail adres krijgt. In de regel zal dit vanaf groep 5 plaatsvinden. Indien ouders niet wensen dat de naam of afbeelding van hun zoon/dochter op onze site verschijnt, bijvoorbeeld bij een bijzondere activiteit of gebeurtenis, dan dient men hiervan de schoolleiding schriftelijk op de hoogte te stellen.
10
` 4. DE ONDERSTEUNING VOOR KINDEREN
4.1 Aanmelding van een leerling De procedure met betrekking tot aanmelding verloopt als volgt: De ouders melden hun kind aan bij de Bovenschoolse Ondersteuningscoördinator. Dit natuurlijk het liefst in samenspraak met de basisschool waarop het kind zit. Deze persoon is nu nog gevestigd op De Piramide, postbus 188, 6590 AD Gennep. Samen met deskundigen wordt er beoordeeld of een kind toelaatbaar is op het SBO. Om dit te kunnen beoordelen wordt er aan de basisschool gevraagd een onderwijskundig rapport in te vullen. In dit onderwijskundig rapport wordt aangegeven wat het probleem van het kind is, welke hulp de basisschool tot dan toe gegeven heeft, en wat de resultaten van die hulp zijn. Op basis van deze gegevens wordt besloten of het kind in aanmerking komt om geplaatst te worden op onze school. Als dit zo is wordt er een "toelaatbaarheidsverklaring" afgegeven. Deze verklaring is wettelijk verplicht om het kind te kunnen toelaten op onze school. 4.2 Plaatsing van een leerling Als een kind op onze school komt, wordt er van te voren gekeken welke groep het meest geschikt is. Het kind mag eerst kennis komen maken om de klas en de school een beetje te leren kennen. Meestal volgt de definitieve plaatsing na een vakantie. We hopen het kind zo snel mogelijk te kunnen laten wennen en houden daar, zeker in het begin, geregeld contact over met de ouders. 4.3 Volgen van de ontwikkeling Uitgangspunt voor onze leerlingenondersteuning is dat we een kind aanspreken op dat wat het aankan, om van daaruit een volgende stap te kunnen zetten in het leerproces. Wat een kind kan, wordt bij toelating vastgesteld. Op basis daarvan kan een verwachting worden uitgesproken ten aanzien van zijn/haar ontwikkeling. Om onderwijs en begeleiding op maat te kunnen bieden is het belangrijk dat de vorderingen en de ontwikkelingen van het kind goed gevolgd en vastgelegd worden. Dit gebeurt als volgt: Bij plaatsing van uw kind binnen het speciaal basisonderwijs is het prettig om zijn of haar ontwikkelingsmogelijkheden te kennen. Daarvoor stelt de school in overleg met u het ontwikkelingsperspectief op, hierin staat welke onderwijsdoelen uw kind zal kunnen halen. Voor elke leerling binnen de school wordt het ontwikkelingsperspectief vastgesteld. Hiervoor gebruikt de school de onderzoekgegevens die verkregen zijn bij de aanmelding van uw kind op de school; intelligentie onderzoek, medische gegevens, informatie over eerder verleende hulp en ondersteuning en de behaalde leerresultaten. Ontwikkelingsperspectief laat duidelijk zien waar uw kind naartoe werkt. In het ontwikkelingsperspectief beschrijft de school de doelen die uw kind kan halen. Het biedt handvatten waarmee de leerkracht het onderwijs kan afstemmen op de behoefte van uw kind. Het laat de school, uw kind en u duidelijk zien waar naartoe wordt gewerkt en hoe tegemoet wordt gekomen aan de instroomeisen waaraan uw kind moet voldoen voor het vervolgonderwijs. Gedurende de schoolperiode zal het perspectief van uw kind steeds duidelijker worden. Daarom evalueert de school twee keer per jaar het ontwikkelingsperspectief en kan het waar nodig worden bijgesteld. Jaarlijks worden de resultaten, behaald op de genormeerde toetsen, geregistreerd. Op deze manier kunt u zien of uw kind zich volgens de verwachte lijn ontwikkelt. Zo kan de school ook
11
` eerder ingrijpen als de ontwikkeling van uw kind sneller of juist langzamer verloopt. U wordt elk jaar geïnformeerd over deze voortgang.
4.4 Overleg over leerlingen De vastgelegde gegevens vormen het uitgangspunt voor een bespreking over de leerling met de intern begeleidster. Ook de vorderingen van de groep of niveaugroep, evenals de samenstelling hiervan zijn punt van bespreking. In oktober vindt er een gesprek plaats met de ouders over het welbevinden van het kind. Daarnaast wordt twee keer per jaar aan de hand van de toetsgegevens met de ouders gesproken over de ontwikkeling van hun kind. Deze staat uitgewerkt in een rapport. Mochten er bijzonderheden zijn die aanleiding geven voor tussentijds overleg dan kan dat altijd. Zowel op verzoek van de leerkracht als op verzoek van de ouders.
4.5 Meer speciale zorg Soms blijkt uit de verschillende besprekingen dat er meer specifieke hulp nodig is. Er wordt dan, in overleg, een extra handelingsplan opgesteld en uitgevoerd. Als blijkt dat de ontwikkeling daarna toch niet volgens verwachting verloopt, bekijken we in een meer uitgebreide leerlingbespreking welke stappen we verder kunnen nemen. Bij deze leerlingbespreking zijn in ieder geval aanwezig: de groepsleerkracht en de intern begeleidster. Het is ook mogelijk dat er geconstateerd wordt dat het kind zich zo goed ontwikkelt dat er een voorstel volgt om het kind terug te plaatsen naar het gewone basisonderwijs. Ook dan volgt een leerlingbespreking. De intern begeleidsters De coördinatie en bewaking van de hulp aan leerlingen valt onder de verantwoordelijkheid van de intern begeleidsters. Zij zijn steeds betrokken bij overleg over de leerling en het functioneren binnen de groep. De intern begeleidsters helpen de leerkrachten bij het opstellen en uitvoeren van individuele- of groepshandelingsplannen en dragen er mede zorg voor dat het onderwijs zo goed mogelijk aansluit op de mogelijkheden en behoeften van de leerling. Zij volgen de leerling "door de jaren heen" en bepalen mee of nader onderzoek gewenst is. Ook onderhouden zij de contacten met betrokken teamleden binnen en zo nodig hulpverleners buiten de school. Als blijkt dat een kind, kortdurend, meer individuele zorg nodig heeft, wordt in overleg met de intern begeleidsters een individueel handelingsplan opgesteld. Een aantal kinderen geven zij speciale hulp bij spelling, lezen, rekenen, schrijfmotoriek e.d. Soms individueel, soms samen met 1 of 2 andere leerlingen. Deze hulp kan zowel binnen als buiten de klas gegeven worden en vindt in nauw contact met de leerkracht plaats. De logopediste Na toelating op onze school wordt elk kind onderzocht. Als het kind in aanmerking komt voor behandeling, worden de ouders hiervan uiteraard op de hoogte gesteld. De logopediste werkt met kinderen: - die moeite hebben met het begrijpen van taal of zich moeilijk of onjuist uitdrukken; - die onduidelijk spreken of hun stem verkeerd gebruiken; - die moeite hebben met het onderscheiden van klanken en/of het onthouden van woorden en zinnen; - die veel duimen, vinger zuigen of vaak met hun mond open zitten.
12
` Hulp van buiten Soms is voor een leerling hulp van buiten de school nodig. Dit gebeurt altijd in overleg en met toestemming van de ouders. Deze hulp kan bestaan uit: - verder onderzoek in een ziekenhuis door bijv. een kno-arts, een kinderarts of een neuroloog; - fysiotherapie, logopedie, speltherapie enz. - hulp die direct thuis gegeven kan worden bij de aanpak van kinderen, bijvoorbeeld door MEE Noordoost Brabant (organisatie die gespecialiseerde informatie en ondersteuning biedt in de eigen omgeving, vroegere SPD), GGz (Geestelijke Gezondheidszorg), Bureau Jeugdzorg of video-hometraining. 4.6 Onderwijskundige rapporten De school kent twee vormen van rapportage. In het ene geval gaat het om het onderwijskundig rapport van een leerling wanneer hij/zij naar een andere school gaat binnen het samenwerkingsverband. Dit rapport is samengesteld conform de normen van het samenwerkingsverband en wordt verzonden naar de ontvangende school. In het andere geval gaat het om het onderwijskundig rapport van een leerling wanneer hij/zij na het laatste schooljaar naar een vorm van voortgezet onderwijs gaat. Deze rapportage gaat naar de school voor voortgezet onderwijs en naar de ouders zelf. 4.7 School Video Interactie Begeleiding School Video Interactie Begeleiding (SVIB) is één van de begeleidingsmethodieken die de school hanteert om het onderwijs zo goed mogelijk af te stemmen op de leerlingen. Op onze school wordt het middel voornamelijk ingezet om de leerkrachten te ondersteunen bij hun onderwijstaak. De methodiek wordt zowel ingezet bij vragen rondom leerlingenzorg, als bij vragen rondom onderwijsvernieuwing. Aan de school is een gespecialiseerde School Video Interactie Begeleider (SVIB-er) verbonden, die korte video-opnames maakt in de klas en dit vervolgens met de leerkracht nabespreekt. Net zo als dat bij andere begeleidingsfunctionarissen het geval is, hanteert de SVIB-er een beroepscode, waarin o.a. staat dat de gemaakte opnames niet voor andere doeleinden gebruikt worden. Zo blijven de videobeelden die in de klas gemaakt worden, onder het beheer van de SVIB-er en worden niet -zonder zijn uitdrukkelijke toestemming en die van de betrokken leerkracht- aan anderen vertoond. 4.8 Pesten We zijn alert op discriminatie en pesten en werken vooral aan het voorkomen hiervan. Dit doen we door: - te werken aan een goed pedagogisch klimaat; - afspraken met de kinderen in de groep te maken over hoe ze met elkaar omgaan; - gesprekken in de groep te houden over pesten, wat is pesten, hoe ontstaat pesten, wat zijn de gevolgen van pesten en wat kun je als klasgenoot doen om te helpen? Tevens maken we een sociogram minimaal een keer per jaar. Dit geeft inzicht in de sociale positie van een leerling in de klas. Pesten en discriminatie stopt vaak niet bij het schoolhek. Vaak gebeurt het dat ruzies buiten school ontstaan of doorgaan. Het pesten via MSN en via e-mail komt steeds meer voor bij de oudere kinderen. Deze ruzies of pesterijen kunnen hun uitwerking hebben in de klas. Omdat we allemaal weten dat dit een negatieve invloed op het gepeste kind heeft, willen we daar op school
13
` tijd en energie in steken om pestproblemen zoveel mogelijk te voorkomen. Ons handelen is vastgelegd in het pestprotocol, dat opgesteld is in 2012. We vinden het van groot belang dat we als school vroegtijdig op de hoogte gesteld worden van een probleem. Meld het ons, bij voorkeur eerst bij de leerkracht en anders bij de intern begeleidsters of de directeur.
4.9 Invoering meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling In de gezondheidszorg, het onderwijs, de kinderopvang, de maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en de politie, kun je te maken krijgen met slachtoffers van huiselijk geweld of kindermishandeling. Om hier adequaat op te reageren is de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling ontwikkeld. Onderzoek heeft uitgewezen dat professionals die werken met een meldcode 3 keer zo vaak ingrijpen als collega’s die zo’n code niet gebruiken. Beroepskrachten zijn vanaf 1 juli 2013 verplicht deze meldcode te gebruiken bij signalen van geweld. Het betekent niet dat er sprake is van een meldplicht; de beslissing om vermoedens van huiselijk geweld wel of niet te melden wordt in het overleg tussen de leerkracht, de intern begeleider en eventuele externe deskundigen, uiteindelijk door de directeur genomen. De meldcode beschrijft in 5 stappen wat een leerkracht moet doen bij vermoedens van huiselijk geweld: Stap 1: In kaart brengen van signalen. Stap 2: Overleggen met een collega en evt. raadplegen van externe deskundigen van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) of het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG). Stap 3: Gesprek met betrokkene(-n). Stap 4: Wegen van het geweld / de mishandeling. Stap 5: Beslissing directeur; hulp organiseren of melden. Medewerkers worden geschoold om de meldcode goed in te zetten. 4.10 Verwijsindex Wat is de Verwijsindex? De gemeente vervult een centrale rol in de organisatie van samenwerking tussen hulpverleners. De Verwijsindex is een belangrijk instrument bij de samenwerking op lokaal, maar ook landelijk niveau. De Verwijsindex is een systeem waarin hulpverleners en begeleiders kunnen aangeven dat zij zich zorgen maken over een kind/jongere. Er kunnen verschillende redenen zijn voor die ongerustheid, zoals problemen op school, gezondheidsklachten of achterstand in persoonlijke ontwikkeling. In de Verwijsindex worden alleen algemene gegevens opgenomen, zoals naam, adres en geboortedatum. Er staat niets in over de mogelijke problemen van een kind/jongere. De gegevens van het kind/de jongere zijn bovendien alleen toegankelijk voor professionele hulpverleners. De informatie in de Verwijsindex is volledig afgeschermd en wordt na uiterlijk twee jaar gewist. Meerdere organisaties zijn betrokken bij de Verwijsindex, zoals de Jeugdgezondheidszorg, Maatschappelijk werk, MEE, Bureau Jeugdzorg, Leerplicht en Bureau HALT. Ook ons schoolbestuur heeft het samenwerkingsconvenant over het gebruik van de Verwijsindex ondertekend. Na afstemming in het ZorgAdviesTeam zal men dan ook leerlingen waarover men zich zorgen maakt, melden op de Verwijsindex.
14
` De Verwijsindex is er voor u en uw kind. De Verwijsindex is opgezet om de hulpverlening aan jongeren van 0 tot 23 jaar en hun ouders te verbeteren. Samenwerking is de sleutel. De Verwijsindex houdt namelijk bij of er meerdere organisaties contacten hebben met hetzelfde kind of dezelfde jongere. Zo zorgt de Verwijsindex ervoor dat de betrokken hulpverleners zo vroeg mogelijk met elkaar in contact komen en hun hulp op elkaar afstemmen. Soms weten hulpverleners namelijk niet van elkaar dat ze met hetzelfde kind/dezelfde jongere bezig zijn. Het doel van de Verwijsindex is te komen tot één hulpplan op maat. De hulpverleners zullen samen met u bespreken hoe de samenwerking verder vorm gaat krijgen.
Hoe werkt de Verwijsindex? De Verwijsindex werkt in zeven overzichtelijke stappen: 1. Een hulpverlener of begeleider is ongerust over uw zoon/dochter; 2. Hij/zij bespreekt dit met u en start de hulpverlening/begeleiding binnen de school. Tevens meldt hij/zij uw zoon/dochter aan in de Verwijsindex (alleen naam, adres en geboortedatum worden vermeld, er staat niets bij over de eventuele problemen); 3. Is uw kind jonger dan 16 jaar? Dan krijgt u als ouder bericht dat uw kind is opgenomen in de Verwijsindex; 4. Als er twee of meer meldingen in de Verwijsindex zijn opgenomen, dan worden de verschillende hulpverleners hiervan op de hoogte gesteld; 5. Voordat de hulpverleners met elkaar gaan overleggen, nemen ze eerst contact met u op; 6. Samen met u en uw zoon/dochter wordt bekeken hoe de problemen het beste kunnen worden aangepakt; 7. Na uiterlijk 2 jaar worden de gegevens van uw kind weer uit de Verwijsindex verwijderd. Toestemming en inzage. Signalering in de Verwijsindex gebeurt met kennisgeving aan de ouders en/of de jongere zelf. In het belang van de jongere kan ook zonder kennisgeving een signaal worden afgegeven. Als blijkt dat meerdere hulpverleners zich zorgen maken over uw zoon/dochter (er is sprake van een match in de Verwijsindex), volgt onderling overleg na toestemming van u en/of de jongere, zoals gebruikelijk is binnen de huidige regelgeving rond privacy. Ook hierbij geldt dat, in uitzonderlijke situaties, in het belang van de jongere, overleg kan plaatsvinden zonder toestemming. Ouders of de jongere kunnen zelf vragen welke persoonsgegevens zijn opgenomen. Zij kunnen verzoeken om een correctie in de persoonsgegevens of bezwaar aantekenen tegen opname van de persoonsgegevens in de Verwijsindex. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de gemeente waarin u of de jongere woont. Voor meer informatie en/of vragen verwijzen wij u naar de website: www.verwijsindex-NML.nl
4.11 Jeugdgezondheidszorg Bij toelating tot de school krijgt het kind een uitgebreid gezondheidsonderzoek door jeugdarts en assistente. Het onderzoek richt zich op de lichamelijke gezondheid maar ook of het kind lekker in zijn vel zit. Na het toelatingsonderzoek krijgen de kinderen jonger dan acht jaar elke twee jaar een uitgebreid onderzoek. Kinderen ouder dan acht jaar krijgen dit om de drie jaar.
15
` 4.12 Onderwijs aan langdurig zieke kinderen Als blijkt dat uw kind door ziekte meerdere dagen niet naar school kan komen dan is het van belang dat u dit aan de leerkracht kenbaar maakt. De leerkracht kan samen met u bekijken wat de mogelijkheden zijn om het onderwijs aan uw kind voort te zetten. Het is niet alleen onze wettelijke plicht om voor elke leerling, ook als hij/zij ziek is, te zorgen voor goed onderwijs. Wij vinden het minstens zo belangrijk dat uw kind in die situatie goed contact heeft met de klasgenoten en de leerkracht. Als u meer wilt weten over onderwijs aan zieke leerlingen dan kunt u informatie vinden op de website van Ziezon, het landelijk netwerk, www.ziezon.nl. Hierbij kan gebruikt gemaakt worden van de deskundigheid van een consulent voor zieke leerlingen van de onderwijsbegeleidingsdienst BCO in Venlo (tel. 077-2519284).
De procedure die wij binnen onze school volgen, is als volgt: 1. Als duidelijk is, dat een leerling van onze school langer dan 2 weken in een ziekenhuis wordt opgenomen of ziek thuis is, neemt de groepsleerkracht en/of de intern begeleider van de school contact op met de ouders om de situatie door te spreken. 2. De groepsleerkracht(en) en de intern begeleider nemen in overleg met de directie en de ouders van het zieke kind het besluit wel of geen hulp van de schoolbegeleidingsdienst in te schakelen. 3. De school ontwikkelt in overleg met de ouders een planmatige aanpak (wel of niet met externe begeleiding). 4. De school blijft verantwoordelijk voor de te ontwikkelen en uit te voeren aanpak. Tijdens het uitvoeren van de aanpak vindt regelmatig overleg met de ouders plaats. Het is van belang, dat de school tijdens het ziek zijn contacten organiseert met het zieke kind, probeert ervoor te zorgen dat het leerproces zo goed mogelijk door loopt en het kind ‘gevoelsmatig’ erbij te laten horen. Het spreekt vanzelf, dat brieven, kaartjes, tekeningen en bezoek door leerkracht of medeleerlingen een belangrijke rol spelen in het onderhouden van het contact tussen school en het zieke kind. Als dit om medische redenen niet mogelijk is, kan er gebruik gemaakt worden van bijvoorbeeld. video-opnamen in de klas en/of thuis, telefonisch contact met klasgenootjes en eventueel contact met behulp van e-mail en webcam. Per situatie wordt bekeken wat de mogelijkheden zijn. Veel hangt af van de medische behandeling en de draagkracht van kind, ouders en school. Onze school kan deze activiteiten natuurlijk alleen in goed overleg met de ouders van het zieke kind uitvoeren. 4.13 Onderwijsadvies voor ouders/verzorgers Niet alleen onderwijsgevenden, maar ook ouders en verzorgers kunnen kosteloos deskundig advies inwinnen over onderwijszaken. Dit kan op schooldagen tussen 10.00-15.00 uur op telefoonnummer 0800 5010. Ook kunt u de website bezoeken, waarop de meest gestelde vragen al beantwoord staan. Raadpleeg hiervoor de website www.50tien.nl.
16
` 5. NA ONZE SCHOOL
5.1 Naar het vervolgonderwijs De scholen waar onze leerlingen meestal naar verwezen worden zijn scholen voor VMBO en scholen voor praktijkonderwijs. De leeftijd van 12 jaar hoeft niet altijd een criterium te zijn om de school te verlaten. Het kan voorkomen dat de ouders het advies krijgen hun kind een jaar langer bij ons te laten. Dit is afhankelijk van het niveau van de leerling, hoe hij/zij sociaal-emotioneel functioneert en of onze school op dat moment meerwaarde kan hebben om de kans van slagen in het voortgezet onderwijs te vergroten. Halverwege het laatste schooljaar (november-december) krijgen de leerlingen van de hoogste groepen een eindonderzoek. Hierbij wordt gekeken naar de capaciteiten van het kind en waar zijn/haar voornaamste interesses liggen. Dit onderzoek wordt aangevuld met de gegevens uit het leerlingvolgsysteem. In de maanden oktober en januari worden de ouders uitgebreid geïnformeerd over het onderzoek, over hoe het advies tot stand komt en over de verschillende vormen van voortgezet onderwijs. Vertegenwoordigers van een aantal scholen voor voortgezet onderwijs zijn aanwezig op deze informatieavond in januari. Met de kinderen wordt in deze periode een aantal scholen voor voortgezet onderwijs bezocht. Ook kunnen ouders met hun kind de open dagen bezoeken die de scholen voor voortgezet onderwijs organiseren. In februari worden de adviesbesprekingen gehouden. De ouders maken zelf de definitieve schoolkeuze. Vervolgens vindt er overleg plaats met het vervolgonderwijs. Ieder aangemeld kind wordt doorgesproken aan de hand van het eindrapport waarin alle belangrijke gegevens staan vermeld. In hoofdstuk 9 vindt u enkele cijfers over de verwijzingen van de afgelopen jaren. Nazorg Van de kinderen, die het voortgezet onderwijs bezoeken, krijgen we meestal de eerste twee jaar de cijferlijsten toegezonden. Dit geeft ons een beeld over de vorderingen van het kind. Daarnaast vindt er een terugkoppeling plaats door de mentoren van een aantal kinderen naar de leerkrachten van onze school.
5.2 Terugplaatsing en ambulante begeleiding Ten aanzien van terugplaatsing wordt een doelbewust beleid gevoerd. Ieder jaar stellen we ons de vraag of een kind nog speciaal basisonderwijs nodig heeft of dat het ook verder op een reguliere basisschool onderwijs kan volgen. Terugplaatsing is afhankelijk van de mogelijkheden van de basisschool en gebeurt al dan niet met ambulante begeleiding vanuit de speciale school voor basisonderwijs. De terugplaatsingsprocedure van onze school is schriftelijk vastgelegd en kan ter inzage worden verkregen.
17
` 6. HET TEAM VAN DE SCHOOL
6.1 Het managementteam Binnen school wordt er gewerkt met een managementteam. Dit team bestaat uit de directeur en een bouwcoördinator, die de boven- en onderbouw aansturen. De taken van het managementteam liggen op onderwijskundig gebied en op het gebied van personele-, organisatorischeen financiële zaken. 6.2 De Leerkrachten De groepsleerkracht vervult de centrale rol in de begeleiding van de leerlingen. Ouders kunnen bij hem of haar altijd terecht voor vragen over het kind. Sommige groepen hebben twee leerkrachten. We proberen het zo te regelen dat wanneer de eigen leerkracht een keer vrij moet hebben vanwege scholing, compensatieverlof of ziekte er een vaste vervanger in de groep is, zodat het kind steeds een bekend gezicht ziet van iemand die de groep kent. Een van onze uitgangspunten is dat we samenwerken, elkaar ondersteunen en helpen. De leerkracht staat er niet alleen voor en werkt niet achter gesloten deuren. Collega's kunnen binnenkomen, meedenken en elkaar adviseren. Op school zijn diverse mensen aanwezig die de leerkracht ondersteunen. 6.3 Andere personeelsleden Speciale ondersteuning (zie ook hoofdstuk 4) - De intern begeleidster - De logopediste - De ambulant begeleider: hij/zij geeft ondersteuning vanuit onze school aan zorgleerlingen en leerkrachten in het basisonderwijs. - De onderwijsassistente: zij werkt ter ondersteuning van de leerkrachten in de onderbouw. - De orthopedagoge: zij heeft als taak, onderzoek en begeleiding van kinderen en advisering en begeleiding van leerkrachten. - De maatschappelijk werkende: zij adviseert ouders en geeft hen, waar nodig en gewenst, kortstondige begeleiding of verwijst hen naar externe instanties. - De jeugdarts: zij is verbonden aan de afdeling jeugdgezondheidszorg van de GGD in Venlo. Haar onderzoek van kinderen sluit aan op de onderzoeken van het consultatiebureau en zij doet het eventuele toelatingsonderzoek voor onze school. Andere ondersteuning Naast de extra hulp in de begeleiding van de kinderen zijn er ook mensen die zorg dragen voor meer materiële zaken. - De secretaresse: zij heeft als taak de afhandeling van administratieve taken. - De conciërge: hij verricht allerlei ondersteunende werkzaamheden van huishoudelijke en technische aard. Stagiaires Op onze school kunt u stagiaires tegenkomen. Er kunnen stagiaires zijn van de opleiding Sociaal Pedagogisch Werk, de PABO en van de opleiding "speciaal onderwijs". 18
` 7. DE OUDERS
7.1 Het belang van de betrokkenheid van de ouders De school streeft naar een goed contact tussen ouders en school. Wij vinden het belangrijk dat u als ouders zich betrokken voelt bij het schoolgebeuren. Hierdoor kunnen wij samenwerken aan de opvoeding en ontwikkeling van uw kind(eren). De wereld van thuis en die van school moeten zoveel mogelijk in elkaars verlengde liggen. Tegenstrijdigheden en conflicten doen afbreuk aan de harmonische ontwikkeling van de kinderen. Vandaar dat communicatie en informatie zo belangrijk is. In de voorgaande hoofdstukken hebben wij u proberen te informeren over wat u als ouders van ons kunt verwachten. Maar wij als school hebben ook bepaalde verwachtingen van u. We zullen proberen het voorgaande nogmaals kort samen te vatten. Wat streven we als school na?
Alle kinderen, ouders worden gelijkwaardig behandeld.
Een optimale begeleiding van het onderwijsleerproces van uw kind(eren). In sommige gevallen wordt extra begeleiding gegeven op basis van een interne of externe opgestelde diagnose.
We helpen kinderen en spreken hen erop aan om op een vriendelijke manier met elkaar om te gaan. Racistische en seksistische uitlatingen worden niet getolereerd.
In de groep en op de speelplaats worden kinderen door leerkrachten geobserveerd betreffende hun eigen verantwoordelijkheid, omgangsvormen, samenspel en samenwerking.
Wanneer kinderen problemen hebben in hun omgangsvormen, worden zij hierin gecorrigeerd. Blijft verbetering uit, dan worden de ouders op de hoogte gesteld om samen naar aanvaardbare oplossingen te zoeken.
Wanneer een leerkracht gedrag waarneemt dat niet geaccepteerd kan worden, wordt onmiddellijk ingegrepen. In eerste instantie zal aan de kinderen zelf gevraagd worden een oplossing te bedenken voor het conflict. In tweede instantie zal de leerkracht aangeven hoe het conflict mogelijkerwijs kan worden opgelost en hier ook op toezien.
Regelmatig wordt er binnen het team overleg gevoerd over observaties aangaande kinderen met betrekking tot hun leerprestaties en hun gedrag. Hieruit kunnen gezamenlijke afspraken voortvloeien.
Als de school niet in staat blijkt de leer- en/of gedragsproblemen op schoolniveau op te lossen, zal in overleg met de ouders contact gezocht worden met een externe instantie om naar een verantwoorde oplossing te zoeken.
Wat verwachten wij van u als de ouders?
Ouders blijven ten allen tijde verantwoordelijk voor het gedrag van hun eigen kind(eren). Het is van groot belang dat ouders de visie van de school respecteren. De ouders accepteren de verantwoordelijkheid van de school ten aanzien van de begeleiding van het leerproces en de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Er vindt regelmatig overleg plaats tussen ouders en school betreffende de vorderingen van het onderwijsleerproces en de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind.
19
`
De ouders respecteren de visie met betrekking tot de normen en waarden die op school worden gehanteerd betreffende omgangsvormen, gedrag, straffen en belonen. Wanneer ouders behoefte hebben aan overleg met de leerkracht of het managementteam kan hiervoor een afspraak worden gemaakt. Waar nodig wordt een verslag gemaakt dat door ouders ter bevestiging wordt ondertekend. De ouders nemen deel aan de rapportagegesprekken als zij hiertoe worden uitgenodigd. Ouders, wiens kind extra begeleiding krijgt, kunnen afhankelijk van de problematiek, voor een gesprek uitgenodigd worden door de leerkracht en de interne begeleiders van de school. Ouders bespreken eventuele problemen betreffende de school met de hiervoor aangewezen personen binnen de school: leerkrachten, interne begeleiders, het managementteam of de interne contactpersonen.
7.2 Wat doet de school om contact en betrokkenheid te vergroten? Onze schooldeur staat altijd voor de ouders open als zij vragen, opmerkingen, suggesties of kritiek hebben. Zij kunnen een afspraak maken of telefonisch contact opnemen met de leerkracht, de intern begeleidsters, de directeur enz. We willen de ouders graag zoveel mogelijk betrekken bij school en ervoor zorgen dat onze school ook hun school wordt. We proberen daar op veel manieren en op verschillende niveaus aan te werken. - In het begin van elk nieuw schooljaar is er een informatieavond. Dan is er gelegenheid om kennis te maken met de groepsleerkrachten. Ouders krijgen informatie over leerstof en werkwijze. Tevens worden praktische zaken besproken. - Drie keer per jaar worden de ouders uitgenodigd voor een gesprek op school met de leerkracht over hun kind. Deze gesprekken duren ongeveer 15 minuten. In het eerste gesprek staat vooral het welbevinden van het kind centraal. Mocht er een langer gesprek nodig zijn, dan wordt er een extra afspraak gemaakt. - Ook wordt minimaal éénmaal per jaar een inloopavond gehouden. Alle ouders worden in de gelegenheid gesteld om samen met de kinderen te kijken naar waar ze mee bezig zijn en in een meer informele sfeer onder andere de leerkracht en eventueel andere ouders te spreken. Ook belangstellende opa's en oma's, vriendjes enz. zijn welkom. - De leerkracht gaat in ieder geval op huisbezoek bij een leerling die dat jaar gestart is op De Piramide. Er wordt naar gestreefd om een huisbezoek te plannen bij iedere leerling die een leerkracht voor het eerst in de groep heeft. - In bepaalde gevallen is er misschien behoefte om een meer uitgebreid gesprek te hebben, thuis of op school. Dat kan. Laat het ons even weten. - Om de ouders te laten zien waar we als school mee bezig zijn, zal er regelmatig een informatieblaadje (Lees Mij) verschijnen om zodoende op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen binnen de school. Tevens heeft de school een website: www.sbo-piramide.nl En niet op de laatste plaats, wij vinden het altijd prettig als wij samen met ouders bepaalde activiteiten en festiviteiten voor de kinderen kunnen organiseren. Hulp van ouders is hierbij niet te missen.
20
` 7.3 Informatieverstrekking (gescheiden) ouders Alle ouders hebben in principe recht op informatie over hun kind van de school. Dit geldt ook voor ouders die gescheiden zijn. Soms is daarbij maar één ouder van het kind belast met het ouderlijk gezag en de andere ouder niet. Om te voldoen aan wettelijke afspraken in deze, hanteert Stichting Lijn 83 de volgende regeling: Indien beide ouders met het gezag belast blijven, dan handelt elke school alsof de ouders niet gescheiden c.q. uit elkaar zijn, ook al zorgen zij niet daadwerkelijk samen voor hun kind(eren). Indien een rechter heeft bepaald, dat slechts één ouder wordt belast met het ouderlijk gezag, dan is deze ouder verplicht de andere ouder op de hoogte te houden van “gewichtige aangelegenheden die het kind betreffen”. Eventueel kunnen, in overleg met de school, schriftelijke afspraken worden gemaakt over de wijze waarop informatie wordt doorgegeven.
7.4 De ouderraad en de (gemeenschappelijke)medezeggenschapsraad De ouders zijn vertegenwoordigd in de ouderraad en de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad. Deze instanties behartigen de belangen van de ouders en die van het kind binnen de school. De namen van de leden zijn te vinden in onze informatiekalender.
De ouderraad De ouderraad bestaat uit een groep ouders die op een algemene ouderavond door de daar aanwezige ouders is gekozen. Iedere ouder kan zich kandidaat stellen. De ouderraad denkt mee over de ontwikkeling van de school en ondersteunt het team bij het organiseren en begeleiden van speciale activiteiten, festiviteiten en vieringen. Een en ander gebeurt altijd na overleg met en onder verantwoordelijkheid van de leerkrachten. Om deze en andere activiteiten, zoals een kerstviering, een carnavalsdag enz. te kunnen organiseren vraagt de ouderraad aan de ouders van elk kind een vrijwillige bijdrage. Daarnaast wordt er een bijdrage gevraagd voor deelname aan het schoolreisje of de schoolverlatersdag (deze bijdrage is verplicht als het kind daaraan deelneemt). Op de jaarlijkse algemene ouderavond wordt verslag gedaan van de besteding van de gelden.
Ouderbijdrage De ouderraad vraagt een vrijwillige bijdrage van € 12,50 voor allerhande onkosten, welke niet onder het reguliere schoolbudget vallen. Daarnaast wordt er een bijdrage van € 25,00 gevraagd voor het schoolreisje. Deze bijdrage is verplicht als het kind aan de schoolreis deelneemt. Voor bovenstaande tekenen de ouders een overeenkomst (bijlage 1). Niet onder het reguliere schoolbudget vallen o.a.: traktaties bij feestjes kosten van allerlei vieringen
De medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad (MR) is een wettelijk erkend orgaan, welke volgens het medezeggenschapsreglement advies en/of instemming heeft over talrijke zaken de school aangaande. We denken hierbij bijvoorbeeld aan de begroting van de school, de formatieplanning, de schooltijden, beleidsstukken aangaande de organisatie enz.. In de medezeggenschapsraad worden ouders en teamleden gekozen. 21
` De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Binnen de Stichting functioneert ook een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR), een orgaan dat instemmings- en/of adviesbevoegdheid heeft bij schooloverstijgende zaken. Er is hier dus sprake van inspraak en advies op bovenschools niveau. Iedere afzonderlijke medezeggenschapsraad kan een persoon uit de oudergeleding en een persoon uit de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad afvaardigen. 7.5 Klachtenregeling/contactpersonen Indien zich op het gebied van agressie, geweld, seksuele intimidatie, pesten of anderszins klachten en/of bezwaren voordoen, wordt de algemene klachtenprocedure gehanteerd. Stichting Lijn 83 beschikt over een klachtenregeling. Deze is vastgesteld door het bevoegd gezag en de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad en voldoet aan de wettelijke verplichtingen. De klachtenregeling is een onderdeel van het kwaliteitsbeleid. Wanneer ouders, leerlingen en personeel hun klachten snel kenbaar maken, kunnen we ook snel handelen en proberen de klacht op te lossen. De klachtenregeling is alleen van toepassing als men met zijn klacht niet meer bij de leerkracht(en), directie, het bevoegd gezag of diens gedelegeerde terecht kan. Ons streven is echter om in goed overleg het probleem op te lossen. Pas wanneer na intensief overleg het probleem niet tot tevredenheid is opgelost, kan men een beroep doen op de klachtenregeling. Iedere school heeft de klachtenprocedure in de schoolgids opgenomen. Op iedere school is minimaal 1 interne contactpersoon aanwezig. Tevens is Stichting Lijn 83 aangesloten bij de landelijke klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs. Hoe te handelen in voorkomende situaties door ouders, leerlingen en medewerkers: 1. Bij klachten of een probleemstelling altijd eerst overleg plegen met de eigen leerkracht(en); 2. Bij onbevredigend resultaat overleggen met directie of interne contactpersoon; 3. Bij onbevredigend resultaat zelf de externe vertrouwenspersoon inschakelen; 4. Bij onbevredigend resultaat zelf de klacht indienen bij de onafhankelijke klachtencommissie. Klachtenprocedure: 1 Klachten kunnen door ouders, leerlingen en leerkrachten schriftelijk of mondeling worden ingediend bij de interne contactpersoon; 2 Anonieme klachten worden niet in behandeling genomen; 3 De klager heeft recht op een gesprek met de interne contactpersoon; 4 De interne contactpersoon is verplicht de klacht nader te onderzoeken; 5 De naam van de klager wordt door de interne contactpersoon slechts bekend gemaakt bij de direct betrokkenen; 6 De interne contactpersoon geeft binnen twee weken aan of een klacht wel of niet gegrond is. De argumentatie wordt hierbij aangegeven; 7 Als de interne contactpersoon aangeeft dat de klacht gegrond is, wordt binnen twee weken een voorstel gedaan om de klacht op correcte wijze af te handelen. Hierbij worden ook de suggesties van de klager meegenomen; 8 Indien de klager vindt dat de klacht niet op de juiste wijze is afgehandeld, deelt hij dit schriftelijk mee aan de interne contactpersoon; 9 Deze zal aanbieden om binnen twee weken een (eventueel) nieuw voorstel te doen. Bij deze tweede poging zal ook een lid van het bevoegd gezag worden betrokken; 10 Het tweede voorstel wordt schriftelijk meegedeeld aan de klager en er wordt een kopie verzonden naar het bevoegd gezag; 22
` 11 Indien de klager geen prijs stelt op een tweede poging, maar toch vindt dat de klacht niet afdoende is opgelost, zal de interne contactpersoon dit melden aan het bevoegd gezag. Een kopie hiervan wordt verzonden aan de klager, waarbij tevens een kopie van de klachtenregeling van de stichting wordt toegevoegd; 12 De klager dient een klacht in bij de klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs, Postbus 82324, 2508 EN Den Haag. Telefoon: 070-3925508. Ook ouders die geen klachten hebben, kunnen de klachtenregeling opvragen bij de vertrouwenspersoon of de directie. Interne contactpersoon: De interne contactpersonen hebben de taak om ouders, leerlingen en leerkrachten wegwijs te maken wanneer zij een klacht hebben. De klacht kan gaan over de kwaliteit van het onderwijs, het beleid dat op school gevoerd wordt of omstandigheden die bij de klager onvrede oproepen. Wanneer de klager zich tot de interne contactpersoon wendt, dient deze te handelen volgens de procedure zoals hierboven beschreven. Jaarlijks maakt de interne contactpersoon een verslag voor het bevoegd gezag, waarin anoniem het aantal, de aard en de afhandeling van de klachten is beschreven. Voor onze school is de interne contactpersoon: Mevrouw Ineke Mooren, tevens intern begeleidster (tel. school 0485-519025). Externe vertrouwenspersoon: Naast de interne contactpersonen die aan de school zijn verbonden, heeft onze Stichting ook nog externe vertrouwenspersonen. Deze zijn werkzaam bij de GGD Venlo. Het adres is: Drie Decembersingel 50, 5921 AC Venlo tel: 088 119 1200. Afhankelijk van de klacht, wordt u een vertrouwenspersoon aangewezen.
De volledige klachtenregeling van Stichting Lijn 83 is in te zien of te downloaden via de website van de Stichting www.lijn83po.nl 7.6 Gronden voor vrijstelling van onderwijs en de vervangende onderwijsactiviteiten De leerlingen nemen deel aan alle voor hen bestemde onderwijsactiviteiten. Het bestuur kan op verzoek van de ouders een leerling vrijstellen van bepaalde onderwijsactiviteiten. Een vrijstelling kan slechts worden verleend op door het bestuur vastgestelde gronden. Het bestuur bepaalt bij de vrijstelling welke onderwijsactiviteiten voor de leerling in de plaats komen van die waarvan vrijstelling is verleend. 7.7 Regels voor schorsing en verwijdering In uitzonderlijke situaties kan het zich voordoen, dat het bestuur genoodzaakt is een leerling te schorsen en/of van school te verwijderen. Schorsing is aan de orde wanneer het bestuur, bij ernstig wangedrag van een leerling of van ouders, direct moet optreden en er tijd nodig is voor het zoeken naar een oplossing. Verwijdering is een maatregel die genomen wordt als het bestuur concludeert dat het wangedrag dusdanig ernstig is dat de relatie school en leerling/ouders onherstelbaar verstoord is. Beslissingen tot schorsing of verwijdering worden met de uiterste zorgvuldigheid genomen. De school heeft zich te houden aan wettelijke bepalingen hierover, zoals omschreven in de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) in de artikelen 40 en 63.
23
` 7.8 Verzekeringen en aansprakelijkheid De school heeft voor alle leerlingen, personeel, stagiaires, vrijwilligers en ouderparticipanten de volgende verzekering afgesloten: Aansprakelijkheidsverzekering De Aansprakelijkheidsverzekering van de school garandeert gedupeerden dat schade, waarvoor de school of de hierboven genoemde verzekerden wettelijk aansprakelijk zijn, ook daadwerkelijk wordt vergoed. De persoonlijke aansprakelijkheid van de verzekerden is echter uitsluitend meeverzekerd, indien en voor zover de schade niet op hun eigen particuliere aansprakelijkheidsverzekering verhaalbaar blijkt. De school aanvaardt echter geen aansprakelijkheid voor het verlies, beschadiging of diefstal van eigendommen van personeel of leerlingen.
24
` 8. SCHOOLONTWIKKELING
In dit hoofdstuk geven we aan hoe we de ontwikkeling van de school vorm willen geven in de periode 2015-2016.
8.1 De opdracht van onze school; waar staan we voor? Onze school verzorgt kwalitatief goed onderwijs voor kinderen in de leeftijd van 4-13 jaar, die zeer speciale zorg nodig hebben, hetgeen niet gerealiseerd kan worden op de reguliere basisschool. Het onderwijs is gericht op een evenwichtige ontwikkeling van het kind en wordt aangepast aan de individuele behoeften en mogelijkheden van een leerling. Dit gebeurt in een prettige en veilige omgeving waarin zowel emotioneel als materieel ruimte geboden wordt om zich te ontplooien. Tevens is onze school in het samenwerkingsverband Bergen, Gennep, Mook een kwaliteitscentrum waar basisscholen terecht kunnen. Onze school heeft een centrale rol in het verstrekken van informatie en kennis op het gebied van zorgleerlingen. Er kan een beroep gedaan worden op ambulante begeleiding.
8.2 Onderwijskundig beleid Het volgende overzicht geeft u een beeld van hetgeen we het komende jaar gaan doen. Met dit overzicht wordt niet de volledigheid nagestreefd, maar worden de speerpunten aangegeven.
Het maken van een nieuw schoolplan. Verdere invoering van de methode Wizwijs. Werken met I-pads in de groep. Scholing van leerkrachten in mediërend leren: het stimuleren van denkvaardigheden en het verbeteren van de kwaliteit van de interactie.
8.3 Scholing Om zo goed mogelijk inhoudelijk vorm te kunnen geven aan het onderwijs op onze school is het noodzakelijk dat er verantwoorde nascholing plaatsvindt. Elk jaar wordt door het onderwijsteam gezamenlijk een cursus gevolgd die in nauwe relatie staat met het onderwijskundig beleid van de school. Daarnaast volgen teamleden individueel cursussen vanuit de behoefte zich nader te scholen ten behoeve van eigen deskundigheidsbevordering. Als school blijf je in ontwikkeling. Het verhoogt je kwaliteit en stimuleert je om uitdagingen te vinden. Als team vinden we het dan ook belangrijk alert te blijven op goede zorg en kwaliteit. Daar gaan we voor.
25
` 9. ENKELE CIJFERS
In dit hoofdstuk treft u een overzicht aan van de verwijzingen naar het vervolgonderwijs van de afgelopen jaren. Daarnaast vindt u een overzicht van het aantal leerlingen dat de afgelopen jaren is teruggeplaatst naar het gewone basisonderwijs.
9.1 Bestemming van de schoolverlaters VSO
PRO
VMBO basis
met LWOO 2010-2011
4
VMBO
basis/ kader
16
VMBO kader / gemengd
1
VMBO HAVO Theoretisch
2 met
5
1 met
LWOO
LWOO
2011-2012
1
10
15
2012-2013
1 (havo)
10
10
2
3 2 met
2
1 met
LWOO
2013-2014
2
6
2
3 LWOO
4 basis 1 kader 1 B/K
11
1 1 met LWOO
met LWOO
2014-2015
5
3 kader 2 B/K 1 B/K
10
met LWOO
9.2 Terugplaatsing naar de basisschool 2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015
1 0 0 0 0
9.3 Verwijzing naar andere vormen van speciaal onderwijs 2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015
1 0 2 4 0
26
3
kader/ theorie
` 9.4 Cijfers Ambulante Begeleiding Schooljaar 2014-2015 Beschikbare tijd: wtf 0,78 formatieplaats. Versterken van adaptief onderwijs Aantal begeleide scholen: 16 Alle scholen ervaren de begeleiding als zeer zinvol. Ondersteuning bij individuele zorgleerlingen: Aantal begeleide leerlingen: 10
27
` 10. REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN
Kinderen in de leeftijd t/m 8 jaar hebben per jaar minder uren lestijd op school dan de oudere kinderen. 10.1 De schooltijden Onderbouw: Maandag, dinsdag en donderdag 's morgens 08.40 - 12.00 uur 's middags 12.45 - 15.00 uur Woensdag en vrijdag Ochtendpauze
08.40 - 12.20 uur
10.15 - 10.30 uur
Midden- en bovenbouw: Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag 's morgens 08.40 - 12.00 uur 's middags 12.45 - 15.00 uur Woensdag
08.40 - 12.20 uur
Ochtendpauze
10.15 - 10.30 uur
De kinderen zijn vanaf 08.35 uur welkom in de klas. Vanaf 08.30 uur is er toezicht op de speelplaats. Een lesurenberekening, vakanties en vrije dagen treft u aan in bijlage 2.
Overblijven Met ingang van het schooljaar 2000/2001 is er een overblijfregeling op onze school. Kinderen uit de kern Gennep gaan in principe thuis eten. Willen deze kinderen overblijven dan wordt er een vergoeding gevraagd van € 0,80 per keer. U kunt hiervoor een 10-strippenkaart kopen à € 8,00. Per keer betalen kan niet meer, daar er dan te vaak los geld in de laden of op het bureau van de leerkracht ligt. Dat is voor sommige kinderen een te grote uitdaging. Mocht dit voor u een onoverkomelijk probleem opleveren, neem dan even contact op met de leerkracht. De kinderen die tussen de middag niet naar huis kunnen, blijven in de grote pauze van 12.00-12.45 uur op school. De kinderen brengen een groot deel van de dag op school door. Daardoor vinden hier ook een aantal eetmomenten plaats. Wat op school gegeten wordt, is mede bepalend voor de gezondheid van het kind. Ook wij zijn ons daar als school, steeds meer van bewust. We hebben als school hiervoor een aantal afspraken gemaakt, die schoolbreed gelden. Daarnaast is het eten van gezonde boterhammen en voldoende drinken belangrijk en jullie raden het al, dat is ook binnen grenzen. Frisdrank en energiedranken zijn echt niet de bedoeling. Wel vruchtensappen of melkproducten. Woensdag is de koekdag. Op deze dag mogen de kinderen een koek meebrengen voor de pauze.
28
` In de kleine pauze mogen ze ook even een boterham eten en iets drinken, dat geldt ook voor kinderen die thuis gaan eten. Als kinderen thuis eten is het de bedoeling dat ze niet eerder dan 12.40 uur op school zijn.
10.2 Vakantietijden en verlofregeling In het informatieboekje (kalender) dat de ouders elk jaar ontvangen staat het vakantierooster van het betreffende jaar vermeld. Ook de geplande studiedagen worden daarin aangegeven. Buiten deze vakanties kunnen in principe geen extra vakantiedagen opgenomen worden. Een kind is vanaf de leeftijd van 5 jaar leerplichtig. Voor prettige of droevige familie-omstandigheden kan verlof opgenomen worden. Hierover dient altijd van tevoren contact opgenomen te worden met de directeur van de school. Het verlof kan alleen gegeven worden door de directeur van de school. Voor uitgebreide informatie over de bestaande wettelijke verlofregeling verwijzen wij naar bijlage 3 achter in de schoolgids.
10.3 Schoolverzuim Wanneer uw kind om welke reden dan ook de school moet verzuimen, verzoeken we u vriendelijk hiervan tijdig melding te maken. Dit kan zowel schriftelijk als telefonisch. Ook is het belangrijk het betreffende taxibedrijf in te lichten. Wanneer een kind niet aanwezig is, maken wij ons zorgen. Daarom het verzoek tijdig af te melden. Wanneer een kind voor langere tijd ziek zal zijn, kunt u met de leerkracht overleggen of onderwijsactiviteiten thuis mogelijk en zinnig zijn. Andere noodzakelijke informatie betreffende uw kind over bijvoorbeeld allergieën of medicijngebruik horen wij graag bijtijds. Bij ongeoorloofd verzuim, is de directeur verplicht dit te melden bij de leerplichtambtenaar.
29
` 11. OVERIGE INFORMATIE
11.1 Vervoer Als het kind niet op eigen gelegenheid of met het openbaar vervoer naar school kan komen, bestaat de mogelijkheid om bij de gemeente vervoer (taxi of bus) aan te vragen. De begeleidingscommissie van school moet advies uitbrengen of het kind voor aangepast vervoer in aanmerking komt. Afhankelijk van het inkomen van de ouders kan de gemeente om een eigen bijdrage vragen. Het vervoer van en naar school valt onder de verantwoordelijkheid van de ouders en de gemeente waarin het kind woont.
11.2 Vervanging Het is niet altijd even gemakkelijk om bij afwezigheid van leerkrachten goede vervanging te realiseren. Binnen Stichting Lijn 83 is een uniforme regeling getroffen, waardoor op alle scholen dezelfde procedure wordt gevolgd in geval er geen vervanger voorhanden is. Voor u als ouders moet deze regeling duidelijkheid scheppen in de wijze waarop de school tot een keuze komt. Bovendien willen we laten zien dat, indien een groep kinderen niet meer op school kan worden opgevangen, er een zorgvuldige afweging van belangen heeft plaatsgevonden. Vanaf 1 augustus 2006 hebben wij, in samenwerking met andere stichtingen in de regio, een centrale invallers- en vervangerspool opgericht. Daarmee hopen wij zoveel mogelijk gevallen van afwezigheid op te kunnen vangen. Indien er onverhoopt toch geen vervanger gevonden kan worden, wordt gekeken of er intern mogelijkheden zijn, b.v. verschuiving van collega’s, inzet van een stagiaire, het verdelen over andere groepen, enz. U zult begrijpen dat dit alleen zal worden toegepast indien andere mogelijkheden zijn uitgeput. Bieden de voorgaande mogelijkheden geen aanvaardbare oplossing, dan zal aan de ouders van de betreffende groep gevraagd worden de kinderen thuis te laten, met daarbij de volgende afspraak: - de eerste dag van het ziekteverlof worden de kinderen opgevangen; - de ouders worden schriftelijk op de hoogte gesteld; - in voorkomende gevallen wordt altijd contact opgenomen met de algemeen directeur, welke de inspectie op de hoogte brengt; - voor kinderen die toch naar school komen wordt opvang geregeld; - indien voor meerdere dagen geen vervanging beschikbaar is, zullen groepen afwisselend geen onderwijs aangeboden krijgen.
11.3 De veilige school In ieder openbaar gebouw is het verplicht maatregelen te nemen om moeilijke omstandigheden het hoofd te bieden. Ook onze school heeft daarom officieel opgeleide bedrijfshulpverleners en heeft een calamiteiten- en ontruimingsplan opgesteld. Ook kan het gebeuren dat zich calamiteiten in de onmiddellijke omgeving van de school voordoen, waarbij alle personen in het gebouw moeten blijven, tot de autoriteiten aangeven dat alles weer veilig is. Om calamiteiten het hoofd te bieden, zijn op stichtingsniveau in samenwerking met onze medewerkers een aantal protocollen geschreven. Om deze allemaal op te nemen in de schoolgids zou te uitvoerig zijn. Op iedere school van de stichting liggen deze beleidsplannen en protocollen voor u ter inzage.
30
` Het betreffen: het arbobeleidsplan de gedragscode medewerkers Stichting Lijn 83 algemene calamiteiten binnen- en buitenschoolse activiteiten vermoeden van huiselijk geweld omgaan met seksuele intimidatie omgaan met rouw overblijven Bovendien zijn er afspraken gemaakt over: - De Risico Inventarisatie & Evaluatie (RIE): Iedere 4 jaar wordt op elke school een algemene schoolverkenning uitgevoerd m.b.t. de veiligheid en werkomstandigheden van alle gebruikers van het gebouw. Naar aanleiding van de bevindingen wordt in de daaropvolgende jaren een plan van aanpak gemaakt, om aan de geconstateerde tekorten te werken. - De Bedrijfshulpverlening (BHV): Op elke school is gemiddeld voor iedere 50 kinderen een bedrijfshulpverlener opgeleid en jaarlijks bijgeschoold. Er wordt naar gestreefd dat er tenminste één BHV-er op school is. Zij kunnen in voorkomende situaties eerste hulp bieden of weten hoe te handelen. - het kind wordt op school behandeld; - de ouders worden gebeld als het kind naar de huisarts moet; - bij afwezigheid van ouders of in ernstige gevallen wordt direct de huisarts geraadpleegd. Op school is voldoende EHBO-materiaal aanwezig. Bij buitenschoolse activiteiten wordt een EHBO-trommel meegenomen. - Brandpreventie/Ontruiming: In de school bevinden zich voldoende brandslangen/brandblussers die jaarlijks worden gekeurd. Er is een ontruimingsplan, waarin opgenomen staat dat er jaarlijks wordt geoefend, zodat personeel (ook overblijfkrachten) en kinderen weten wat ze moeten doen bij een ontruiming. In alle lokalen bevindt zich een groepslijst en een actueel vluchtplan. - Vervoersregels: Als we een beroep doen op ouders als de school een uitstapje/excursie organiseert, hanteren we de volgende regels: - ouders die rijden moeten een inzittendenverzekering hebben - er mogen niet meer personen in de auto plaatsnemen dan wettelijk is toegestaan - voorin mogen alleen kinderen zitten als dit wettelijk is toegestaan en iedereen natuurlijk in de gordels! Als het uitstapje niet binnen deze regels kan worden georganiseerd, dan kan het niet door gaan.
11.4 Kleding op school Geregeld is er publiciteit rond kledingvoorschriften op school. Maar zoals bekend, kan iedere beperking ook discriminerend zijn, de vrijheid van meningsuiting aantasten of de vrijheid van godsdienst aantasten. Met andere woorden: voor iedere regel ‘tegen’, is wel weer een argument ‘voor’. Graag hanteren wij daarom binnen de scholen van onze stichting de volgende beleidsregel: wij spreken de verwachting uit, dat ouders hun kind(eren) op een verzorgde, hygiënische manier kleden, zonder dat anderen zich hier aan hoeven te storen. Daarnaast accepteren wij geen
31
` gezichtsbedekkende kleding zodat tijdens de communicatie de gezichtsuitdrukking en de articulatie van betrokkenen kunnen worden waargenomen en gecontroleerd kan worden wie zich binnen het schoolgebouw bevindt. 11.5 Eerste communie - Vormsel Wij willen nadrukkelijk stimuleren, dat het kind deze vieringen in de eigen parochie meemaakt. Op deze manier heeft het kind weer een gelegenheid contact te hebben met de kinderen uit zijn eigen omgeving. Het kind kan vrij krijgen om deel te nemen aan de voorbereiding van de communie en het vormsel op de basisschool. Het aantal vrije uren moet echter wel binnen redelijke proporties zijn.
11.6 Sponsoring Op onze school is tot nu toe geen sprake van sponsoring. Mochten wij daar in de toekomst toe overgaan dan zullen wij daarbij de uitgangspunten van het "Convenant Sponsoring" van het Ministerie van Onderwijs in acht nemen.
11.7 Procedure schoolgids De schoolgids wordt aan alle ouders c.q. verzorgers en voogden uitgereikt na inschrijving bij De Piramide. Formulier "Instemming met schoolgids" School:
De Piramide
Adres:
Picardie 32
Postcode / Plaats: 6591 JE Gennep ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------Verklaring Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van De Piramide in te stemmen met de Schoolgids schooljaar 2015- 2016 Namens de M.R.: Naam:
M.J.M. Huys- v.d. Steeg
Handtekening: Functie:
voorzitter
Plaats:
Gennep
Datum:
juni 2015
32
` 11.8 Tot slot Jaarlijks krijgen de ouders van ons een informatieboekje (kalender). Hierin staat de meer praktische informatie vermeld. Het betreft bijvoorbeeld: - welke leerkracht geeft in welke groep les - wie heeft welke taken op school - wanneer zijn de vakanties - wanneer komen de rapporten uit - wanneer worden de rapporten besproken - welke schoolspullen hebben de kinderen nodig - wanneer is de gymnastiekles - data ouderavonden
33
` Overeenkomst (vrijwillige) ouderbijdrage
BIJLAGE 1
De ouders/verzorgers van ……………………………………. (naam leerling) gaan akkoord met de (vrijwillige) bijdrage die gevraagd wordt voor de hierna genoemde activiteiten. De ouderraad vraagt een vrijwillige bijdrage van € 12,50 voor allerhande onkosten, welke niet onder het reguliere schoolbudget vallen. Niet onder het reguliere schoolbudget vallen o.a.: traktaties bij feestjes kosten van allerlei vieringen Daarnaast wordt er een bijdrage van € 25,00 gevraagd voor het schoolreisje. Deze bijdrage is verplicht als het kind aan de schoolreis deelneemt.
De ouders/verzorgers gaan akkoord met de gevraagde (vrijwillige) bijdrage. ……………………………………. (Handtekening ouders/verzorgers)
Toelichting: Indien u de vrijwillige bijdrage niet betaalt, wordt uw kind niet uitgesloten van het reguliere onderwijsprogramma. Het is mogelijk dat u, vanuit uw visie of financiële draagkracht, de gevraagde bijdrage niet wilt of kunt voldoen. Geef dan in het kort de reden hiervoor aan. We zullen uw mening met respect accepteren en nemen contact met u op om te bezien of er mogelijkheden zijn tot reductie of kwijtschelding. Reden om niet te voldoen aan de gevraagde bijdrage: ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………… Besluit ouderraad: ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………
P.S.: - De oudergeleding van onze medezeggenschapsraad heeft ingestemd met de bovengenoemde bijdrage(n). - Overeenkomst in te vullen na toelating leerling.
34
` Urenberekening vakantierooster 2015 - 2016
BIJLAGE 2 Bovenbouw Onderbouw w 26 24,10
aantal uren per week aantal uren per jaar ( 52 x 26.00 ) (52 x 24.10)
1352
bijtellen 29 en 30 september 2016
11,16
bijtellen extra middag 25 september
1253,20 11,16 2,25
totaal aantal uren op jaarbasis
1363,16
af: verplicht aantal uren per jaar
1010
te besteden voor vakantie, vrije dagen en calamiteiten
353,16
1266,61 940 326,61
Herfstvakantie
26 oktober t/m 30 oktober 2015
26
24,10
Kerstvakantie
21 december 2015 t/m 01 januari 2016
52
48,20
Voorjaarsvakantie
08 februari t/m 12 februari 2016
26
24,10
2e Paasdag
28 maart 2016
Mei-/Hemelvaartvak.
25 april t/m 06 mei 2016
2e Pinksterdag
16 mei 2016
Zomervakantie
18 juli t/m 26 augustus 2016
5,58 52 5,58
5,58 48,20 5,58
156
144,60
323,16
300,36
Subtotaal NOG TE BESTEDEN
30,00
26,25
In te roosteren voor studiedagen
30,00
26,25
TOTAAL
Op De Piramide hebben de onderbouwgroepen (gr. 1/2, 3/4 en 4/5) elke vrijdagmiddag vrij (vanaf 12.20 uur). Studiedag-/ en middagen: (voor alle groepen) Studiedag: (1x5,58) 17 mei 2016 Stichting Lijn 83-dag: (1 x 3.68 uur) 15 juni 2016
Studiemiddagen: (7 x 2,25 = 15,75 uur) 06-10-2015 03-12-2015 05-11-2015 14-01-2016
25-02-2016 22-03-2016
Totaal studiedagen: 25,01 uur.
35
30-06-2016
` Leerplicht en verzuim
BIJLAGE 3
Elk kind heeft recht op een goede schoolopleiding. Daar staat ook een verplichting tegenover: de leerplicht. Hieronder staat beschreven hoe de gemeente Gennep met de leerplicht omgaat en eventueel verlof heeft geregeld. Het kind mag vanaf de leeftijd van vier jaar naar school. Schoolbezoek wordt pas een plicht wanneer het kind vijf jaar is. De ouders moeten ervoor zorgen dat hun kind staat ingeschreven op een basisschool.
Verlofregeling Een kind kan bij bepaalde gelegenheden verlof krijgen. Daarvoor moet de schooldirecteur toestemming hebben verleend. Hij mag die toestemming verlenen bij twee soorten gelegenheden: bij vakantie en bij bepaalde belangrijke omstandigheden. Vakantie Extra vakantieverlof buiten de schoolvakanties, kan dat? Ja, maar het kind komt hiervoor alleen in aanmerking, wanneer de ouders vanwege hun werk onmogelijk in de normale schoolvakantie weg kunnen. De werkgever moet dit kunnen aantonen. Bijvoorbeeld wanneer één van de ouders in de horeca werkt tijdens de zomervakantie. Verlof kan niet worden verleend voor een extra wintersportvakantie of voor een langer verblijf bij familie in het buitenland. De ouders dienen ruim van tevoren (minimaal twee maanden) schriftelijk verlof aan te vragen. Aan extra vakantieverlof zijn wettelijke beperkingen gesteld. De directeur kan slechts één keer per schooljaar verlof verlenen, voor een periode van hoogstens twee weken. Het is niet mogelijk om vrij te krijgen in de eerste twee weken van een schooljaar. Belangrijke omstandigheden Als belangrijke omstandigheden worden erkend: - huwelijk van familieleden; - ambtsjubileum en huwelijksjubileum van ouders of grootouders; - ernstige ziekte en overlijden van familieleden; - verhuizing; - wettelijke verplichtingen die niet buiten de lesuren nagekomen kunnen worden; - andere belangrijke redenen. De duur van verlof wegens belangrijke omstandigheden verschilt van enkele uren tot enkele dagen. Dit hangt af van de reden voor het verlof. Soms is de verlofduur wettelijk bepaald. Wanneer dit niet het geval is, handelt de directeur naar eigen inzicht. Procedure Verlof moet worden aangevraagd bij de schooldirecteur. De school heeft daarvoor aanvraagformulieren. De directeur beslist of het verlof wordt verleend. Hierbij geldt de procedure van de algemene wet bestuursrecht. De procedure is daardoor aan regels gebonden.
36
` De directeur dient de beslissing altijd schriftelijk en met een duidelijke motivatie aan de ouders mee te delen. Wanneer de directeur overweegt om een negatief besluit te nemen, dan dient hij eerst de ouders te raadplegen. Tegen het besluit van de directeur kan binnen zes weken schriftelijk bezwaar worden gemaakt bij het bestuur. Wanneer het kind van school wegblijft zonder toestemming en zonder goede reden, zal de directeur maatregelen nemen. De ouders zijn verantwoordelijk voor het verzuim van hun kind. Een leerling is vanaf zijn/haar twaalfde jaar mede verantwoordelijk voor geregeld schoolbezoek. In sommige gevallen kan ook deze leerling aansprakelijk worden gesteld voor zijn/haar verzuim. Als een kind spijbelt, wordt de leerplichtambtenaar van de gemeente ingelicht. Bij zeer ernstig verzuim kan de leerplichtambtenaar besluiten om de politie in te schakelen.
Informatie Heeft u vragen of opmerkingen over de leerplicht? Dan kunt u terecht bij de schooldirecteur of bij de leerplichtambtenaar van uw gemeente.
37