Een woord vooraf. Wat is onze school? Wat staat er in de schoolgids? Wie hebben aan deze schoolgids gewerkt?

1

Een woord vooraf Wat is onze school? Onze school is niet alleen maar een gebouw. Onze school is ook een organisatie om onderwijs te geven. Maar bovenal is onze school een gemeenschap van kinderen, leerkrachten en ouders met elk hun eigen rol. In 1943 werd het oude schoolgebouw aan de Floralaan in gebruik genomen. Vanaf dat moment hebben leerkrachten, leerlingen en ouders samen vorm en inhoud gegeven aan “Nutsschool Floralaan” en zij geven dat nu aan de huidige saltobasisschool Floralaan. Op 17 januari 2005 hebben we ons nieuwe gebouw in gebruik genomen, waarin naast een 24-klassige school ook een kinderdagverblijf, een peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang onderdak vinden. Het geheel wordt omgeven door een natuurtuin.

Wat staat er in de schoolgids? In de schoolgids vindt u informatie over de inhoud van het onderwijs op onze school en allerlei praktische en organisatorische zaken. De schoolgids is in PDF-formaat opgenomen op de website van de school. De ouders krijgen ook een schoolkalender.

Wie hebben aan deze schoolgids gewerkt? Deze schoolgids is samengesteld door leerkrachten en ouders van onze school en hij is vervolgens goedgekeurd door de directie en medezeggenschapsraad.

Verzoek aan ouders/verzorgers om te reageren Elk schooljaar wordt de schoolgids bijgewerkt en in een nieuwe versie uitgebracht. Als u opmerkingen hebt over de inhoud van deze schoolgids dan kunt u die het beste doorgeven aan de directie van onze school. Op die manier kunnen we ervoor zorgen dat alle opmerkingen in de volgende versie van onze schoolgids verwerkt worden. Voor de leesbaarheid vermelden we in deze gids “ouders”. We bedoelen hiermee ouders én verzorgers.

Datum van deze schoolgids Deze schoolgids is gedateerd: juli 2015

SPIL-centrum Floralaan Floralaan West 264, 5644 BN Eindhoven T: 040 – 2 112 112 E: [email protected] W: www.bs-floralaan.nl

2

Inhoud Wat is onze school? ................................................................................. 1 Wat staat er in de schoolgids? .................................................................... 1 Wie hebben aan deze schoolgids gewerkt? ...................................................... 1 Verzoek aan ouders/verzorgers om te reageren ............................................... 1 Datum van deze schoolgids ........................................................................ 1

1 De school .....................................................................6 1.1 1.2 1.3 1.4

Bestuur ........................................................................................ 6 Directie & Managementteam .............................................................. 6 Schoolgrootte ................................................................................ 7 Plattegrond ................................................................................... 7 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.4.5

Begane grond ........................................................................ 7 Eerste verdieping ................................................................... 8 Tweede verdieping ................................................................. 9 Derde verdieping ................................................................. 10 Personeel van onze school....................................................... 11

2 Waar de school voor staat ............................................... 12 2.1

Onze missie en visie ....................................................................... 12 2.1.1 2.1.2

2.2

Een algemeen toegankelijke school ............................................ 12 Succesforumule ................................................................... 12

Schoolplan en meerjarenplan ............................................................ 12

3 De organisatie van het onderwijs ...................................... 14 3.1 3.2 3.3

Organisatie van de school ................................................................ 14 Samenstelling personeel .................................................................. 14 Activiteiten voor de kinderen............................................................ 14 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.3.5

3.4

Basisvaardigheden ................................................................ 15 Wereldoriënterende vakken .................................................... 16 Sociaal-emotionele ontwikkeling ............................................... 18 Expressieactiviteiten ............................................................. 18 Gymnastiek ........................................................................ 18

Speciale voorzieningen .................................................................... 20 3.4.1 3.4.2

Het open leercentrum ........................................................... 20 De bibliotheek op SPIL ........................................................... 21

Floralaan West 264, 5644 BN Eindhoven T: 040 – 2 112 112 E: [email protected] W: www.bs-floralaan.nl

3

3.5 3.6 3.7 3.8

Onderwijsbegeleiding en passend onderwijs .......................................... 22 Inspectie van het onderwijs .............................................................. 23 ARBObeleid en RI&E ....................................................................... 23 Sponsoring .................................................................................. 23

4 Zorg voor de leerlingen .................................................. 25 4.1 4.2 4.3

Aanmelding en plaatsing van leerlingen ............................................... 25 Het planmatig volgen van de leerling .................................................. 25 Speciale zorg voor kinderen .............................................................. 25 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7 4.3.8 4.3.9 4.3.10 4.3.11

4.4 4.5 4.6 4.7 4.8

Interne begeleiding ............................................................... 25 Signalering en overzicht toetsen ............................................... 26 Zorgniveaus ........................................................................ 29 Het overdragen van leerlingen met speciale zorg ........................... 30 Externe Remedial Teaching (RT) tijdens schooluren ........................ 30 Dyslexieonderzoeken ............................................................. 30 Leertijdverlenging en -versnelling ............................................. 30 Overgangsbeleid groep 1-2 ...................................................... 31 Leerlingen met extra onderwijsondersteuningsbehoeften ................. 33 LWOO/Praktijkonderwijs en individuele leerlijn ............................ 33 Het onderwijs aan zieke leerlingen ............................................ 33

Resultaten van ons onderwijs ............................................................ 34 Waar gingen onze leerlingen naar toe? ................................................. 35 Begeleiding naar het voortgezet onderwijs ........................................... 35 Bijzondere activiteiten voor kinderen .................................................. 36 Jeugdgezondheidszorg: een gezonde keuze voor alle leerlingen ................... 36 4.8.1 4.8.2 4.8.3 4.8.4 4.8.5 4.8.6

4.9 4.10 4.11 4.12 4.13

Antwoord op vragen .............................................................. 36 Contactmomenten ................................................................ 36 Inentingen ......................................................................... 36 Een gezonde school ............................................................... 36 Vragen, informatie en contact ................................................. 37 Hoofdluis: ‘Luis in je haar? Kammen maar! .................................. 37

Internet en Social media.................................................................. 37 Antipestbeleid.............................................................................. 38 Schorsings- en verwijderingsprocedure................................................. 39 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling ................................... 40 Klachtenregeling salto .................................................................... 40

4.13.1 4.13.2 4.13.3

De klachtenregeling (intern): ................................................... 40 De klachtenprocedure: ........................................................... 40 Contactgegevens .................................................................. 41

4.14 Inkomensondersteuning bij opvoeden van kinderen .................................. 43 4.14.1 Gemeente Eindhoven ............................................................. 43 4.14.2 Peuterspeelzaal voorkomt soms ontwikkelingsachterstand ................ 43


4

4.14.3 4.14.4 4.14.5 4.14.6 4.14.7 4.14.8 4.14.9

Overheid betaalt mee aan kinderopvang ..................................... 43 Komt u in aanmerking?........................................................... 43 Hebt u nog vragen? ............................................................... 43 Als je je kind mee wilt laten doen, maar het niet kunt betalen .......... 44 Stichting Leergeld (www.leergeld.nl) ......................................... 44 Het Jeugdsportfonds (www.jeugdsportfonds.nl) ............................ 44 Het Jeugdcultuurfonds (www.jeugdcultuurfonds.nl) ....................... 45

5 De leerkrachten ........................................................... 46 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5

De nascholing van leerkrachten ......................................................... 46 Het inzetten van stagiaires .............................................................. 46 Deeltijdleerkrachten ...................................................................... 46 Wijze van vervanging...................................................................... 46 Spreekavond ................................................................................ 46

6 De ouders ................................................................... 48 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8

De betrokkenheid van ouders ............................................................ 48 Informatievoorziening aan ouders ...................................................... 48 Informatie aan gescheiden ouders ...................................................... 48 Overleg over vorderingen en bij problemen ........................................... 49 Medezeggenschapsraad ................................................................... 49 Oudervereniging ........................................................................... 50 Ouderbijdrage .............................................................................. 50 Ouderactiviteiten .......................................................................... 50 Stichting Vrienden van de Floralaan ...................................................... 51

6.9 6.10 6.11 6.12 6.13

Overblijfmogelijkheden .................................................................. 52 Naschoolse opvang ......................................................................... 52 Oversteekbrigade/verkeersbrigadiers .................................................. 52 Schoolverzekering voor leerlingen ...................................................... 52 Vergoedingen van schade ................................................................. 52

7 Schooltijden en vakanties ............................................... 53 7.1 7.2 7.3 7.4

Schooltijden ................................................................................ 53 Vakanties en vrije (mid)dagen ........................................................... 54 Verzuim van schooltijd ................................................................... 54 Verlof buiten reguliere schoolvakanties ............................................... 54 Extra verlof in verband met religieuze verplichtingen ................................ 55 Vrijstelling wegens “andere gewichtige omstandigheden”............................ 55 Toptalenten sport en cultuur .............................................................. 55 Vakantieverlof ............................................................................... 56 Adressen ...................................................................................... 55

7.5

Ziekmeldingen .............................................................................. 56


5

8 Praktische zaken .......................................................... 57 8.1

Schoolregels ................................................................................ 57 8.1.1 8.1.2 8.1.3

8.2 8.3 8.4 8.5 8.6

Hoe we met elkaar omgaan ..................................................... 57 Binnen het schoolgebouw........................................................ 58 Buiten op het schoolplein ....................................................... 58

Vulpennen ................................................................................... 59 Merken van kleding/gevonden & verloren voorwerpen .............................. 59 Pauzehapje, verjaardagen, trakteren, uitnodigingen ................................ 59 Fietsenstalling.............................................................................. 59 Parkeren in de schoolomgeving .......................................................... 59

9 Korein Kinderplein ........................................................ 61 9.1 9.2

Korein Kinderplein ......................................................................... 61 De Lunch-Club .............................................................................. 62


6

1 De school 1.1 Bestuur Saltoschool Floralaan valt onder het bevoegd gezag van de Stichting Algemeen Toegankelijk Onderwijs (SALTO). Naast de naam van het bestuur, staan de letters SALTO ook voor Samen, Actief, Leren, Talenten, Ontwikkelen. Dat is de visie van SALTO. Door onder andere talent te zien en te benutten, samen te leren en informatie te delen en actieve betrokkenheid te stimuleren, ontwikkelt SALTO zich voor zowel de leerlingen als medewerkers tot “Dé basis om te leren voor het leven”. De dagelijkse verantwoordelijkheid voor het onderwijs op alle SALTO-scholen (20 basisscholen en 2 sbo scholen) is in handen van het College van Bestuur. Voorzitter van het College van Bestuur is mevrouw drs. A.L. Bus.

Sinds januari 2005 maakt onze school deel uit van het Spilcentrum Floralaan. “SPIL” staat voor: SPelen Integreren en Leren. Het adres van salto is:

Onze school is bereikbaar op:

Odysseuslaan 2 5631 JM Eindhoven : 040 - 2 606 710 E: [email protected] W: www.salto-eindhoven.nl Floralaan-West 264 5644 BN Eindhoven : 040 - 2 112 112 E: [email protected] W: www.bs-floralaan.nl

1.2 Directie & Managementteam De directeur, dhr. Hans van de Dael, en de bouwleiders mevr. Marion Post (onderbouw groep 1-2), mevr. Annelien Veerman (basisbouw groep 3-4), dhr. Frans van Gennip (middenbouw groep 5-6) en mevr. Maartje Schatorie-Schatorie (bovenbouw groep 7-8) vormen samen het managementteam van de schoolorganisatie. Voor een gesprek met hen verzoeken we u om vooraf een afspraak te maken.

Dhr. Hans van Dael

mevr. Marion Post

mevr. Annelien Veerman dhr. Frans van Gennip mevr. Maartje Schatorie-Schatorie


7

1.3 Schoolgrootte De school telt 24 leslokalen en beschikt verder over een centrale hal, een gymzaal en twee speellokalen. Het aantal leerlingen bedraagt ca. 550. Er wordt les gegeven in 22 groepen. Aan de school zijn 38 medewerkers verbonden: 32 groepsleerkrachten, een vakleerkracht gymnastiek, 2 interne begeleiders, een administratief medewerkster, 1 conciërge/beheerder en 1 directeur. Er zijn vijf kleutergroepen 1-2, drie groepen 3, drie groepen 4, twee groepen 5, drie groepen 6, drie groepen 7 en drie groepen 8.

1.4 Plattegrond 1.4.1 Begane grond

lokaal 0.1 lokaal 0.2 lokaal 0.3 lokaal 0.4 lokaal 0.5 lokaal 0.6 lokaal 0.7 lokaal 0.8 lokaal 0.9 lokaal 0.10 lokaal 0.11 lokaal 0.12

Niet in gebruik voor een groep; Kleutergroep 1-2e mevr. Liesbeth van Glabbeek; Kleutergroep 1-2d mevr. Sabine Buissink en mevr. Saskia Mooren; Kleutergroep 1-2a mevr. Gonda Louwers; mevr. Agnes de Natris (bapo) Kleutergroep 1-2b mevr. Marion Post en mevr. Agnes de Natris; Kleutergroep 1-2c mevr. Ank van de Ven en mevr. Inge Bartholomeus; Overblijfouders & balie voor de hal Conciërge / gebouwbeheer ; dhr. Frank Verschueren Speellokaal; Speellokaal; Gymnastiekzaal; Peuterspeelzaal; overige ruimtes horen bij het kinderdagverblijf.


8

1.4.2 Eerste verdieping

1.10a

lokaal 1.1 lokaal 1.2 lokaal 1.3 lokaal 1.4 lokaal 1.5 lokaal 1.6 lokaal 1.7 lokaal 1.8 lokaal 1.9 lokaal 1.10 lokaal 1.10a Lokaal 1.11 lokaal 1.12 lokaal 1.13

Groep 3a mevr. Karin de Groot Groep 4c mevr. Funda Tiryaki Groep 4a mevr. Jolanda Boeren en mevr. Léontine van ’t Hul Groep 3c mevr. Yvonne Vogels Groep 3b mevr. Margo van Dijck en mevr. Stella Sneijders Groep 4b mevr. Chantal Smit en mevr. Annelien Veerman Administratie, mevr. Ingeborg de Bruijn, bouwleiders, ict medewerker Directeur dhr. Hans van Dael Administratieruimte Personeelskamer Interne begeleiding, mevr. Ellen Stekkinger, mevr. Anouk Tervooren Handvaardigheid- en technieklokaal / B.S.O. Werkruimte conciërge; Buitenschoolse opvang; overige ruimtes horen bij het kinderdagverblijf.


9

1.4.3 Tweede verdieping

lokaal 2.1 lokaal 2.2 lokaal 2.3 lokaal 2.4 lokaal 2.5 lokaal 2.6

Groep 6c mevr. Zita van Veen en dhr. Tom van Puijenbroek Zorglokaal Groep 5b mevr. Linda van de Weijer Groep 6a dhr. Frans van Gennip Groep 6b dhr. Thijs van Weert Groep 5a mevr. Marian Stein en mevr. Krista Tournoij

Team Basisschool Floralaan (mei 2015)


10

1.4.4 Derde verdieping

lokaal 3.1 lokaal 3.2 lokaal 3.3 lokaal 3.4 lokaal 3.5 lokaal 3.6

Groep Groep Groep Groep Groep Groep

Kinderboerderij

7b mevr. Jessica Pasteuning 8c mevr. Nina de Wit 8b mevr. Maartje Schatorie-Schatorie 7a mevr. Nina Manders en mevr. Zita Leijendeckers 7c mevr. AnneMarie Baakman en mevr. Eke Maters 8a mevr. Marlous Lenssen

Onderhoud bij de paddenpoel


11

1.4.5 Personeel van onze school mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. dhr. mevr. dhr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. dhr. mevr. mevr. dhr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. mevr. dhr. mevr. dhr. mevr. mevr.

Anne-Marie Baakman Inge Bartholomeus Jolanda Boeren Ingeborg de Bruijn Sabine Buissink Hans van Dael Margo van Dijck Frans van Gennip Liesbeth van Glabbeek Karin de Groot Léontine van ‘t Hul Zita Leijendeckers Marlous Lenssen Gonda Louwers Nina Manders Eke Maters Saskia Mooren Agnes de Natris Sjoerd Otter Jessica Pasteuning Marion Post Tom van Puijenbroek Maartje Schatorie-Schatorie Chantal Smit Stella Sneijders Marian Stein Ellen Stekkinger Anouk Tervooren Funda Tiryaki Krista Tournoy Zita van Veen Annelien Veerman Ank van de Ven Frank Verschueren Yvonne Vogels Thijs van Weert Linda van de Weijer Nina de Wit

groep 7c groep 1-2c groep 4a administratie groep 1-2d directeur groep 3b groep 6, bouwleider middenbouw gr 5-6 groep 1-2e groep 3a groep 4a groep 7a groep 8a groep 1-2a groep 7a, 8b groep 7c groep 1-2d groep 1-2a, 1-2 b, 8c vakleerkracht gymnastiek groep 7b groep 1-2b, bouwleider onderbouw gr 1-2 groep 6c groep 8b, bouwleider bovenbouw gr 7-8 groep 4b groep 3b groep 5a interne begeleiding interne begeleiding groep 4c groep 5a groep 6c groep 4b,bouwleider basisbouw gr 3-4 groep 1-2c conciërge, gebouwbeheerder groep 3c groep 6b groep 5b groep 8c


12

2 Waar de school voor staat 2.1 Onze missie en visie 2.1.1 Een algemeen toegankelijke school Onze school is een algemeen toegankelijke school. Ieder kind is er van harte welkom, ongeacht maatschappelijke, culturele en levensbeschouwelijke achtergrond. Verschillen worden op onze school geaccepteerd en gerespecteerd. Bij ons op school zorgen we voor een veilig klimaat. Door samen te leren, leren we samen te leven; voor een leven lang leren is saltoschool Floralaan dé breedste basis. Onze school vormt samen met Korein kindercentrum het SPIL-centrum Floralaan. Wij willen de beste school van Eindhoven zijn. Goed onderwijs begint met goed vakmanschap. Het team is gevarieerd van samenstelling, deskundig en werkt professioneel. De leerkrachten spelen in op specifieke onderwijsbehoeften en kwaliteiten van leerlingen en werken handelingsgericht. Er is een gedifferentieerd aanbod voor iedereen. Bij ons is iedere leerling uniek. Onze leerlingen gaan met plezier naar school en zijn intrinsiek gemotiveerd. Er hangt een goed pedagogisch klimaat waarin iedereen zich veilig voelt. Er is ruimte voor reflectie en ontwikkeling. De leerlijnen zijn op elkaar afgestemd en bekend bij alle teamleden. Wij werken intensief samen met de verschillende pedagogische partners en werken aan een gezamenlijk en gevarieerd pedagogisch aanbod. Ouders zijn tevreden en bevelen onze school aan.

2.1.2 Succesformule Goed onderwijs is de beste reclame. Goed vakmanschap is de belangrijkste voorwaarde hiervoor. De teamleden van de Floralaan investeren in hun eigen ontwikkeling en hebben een ‘brede kijk’ op de wereld om de leerlingen heen. Ze weten wat de leerlingen nodig hebben en waar hun interesses liggen. Team en directie staan open voor nieuwe ontwikkelingen die hun succes hebben bewezen en scholen zich, waar nodig. Ons onderwijs is modern en eigentijds. Wij stellen onze communicatie- en informatiebronnen af op de behoeftes van de leerlingen en onze omgeving. Snelheid, openheid, transparantie en laagdrempeligheid zijn hierbij onze uitgangspunten. Teamleden werken graag samen: met elkaar, met ouders en externen. Wij vergaderen op professionele wijze. Een heldere vergaderstructuur vormt hiervoor de basis. Wij stellen voortdurend doelen, zowel naar onze leerlingen als naar ons onderwijs, wij evalueren deze en durven de lat hoog te leggen. Team en directie kijken vooruit en werken planmatig. Onze onderwerpen, doelen en activiteiten staan uitgeschreven in een meerjarenplan. Dit plan wordt jaarlijks geëvalueerd, geactualiseerd en gecommuniceerd met de betrokken geledingen op onze school.

2.2 Schoolplan en meerjarenplan Wat betekent dat nou allemaal concreet? Hoe wordt dat allemaal in de praktijk ingevuld? Dat staat in detail beschreven in het schoolplan van onze school. De informatie in deze schoolgids is natuurlijk in overeenstemming met ons schoolplan. Een schoolplan is wettelijk verplicht. Het moet voldoen aan de door de overheid gestelde eisen. Het plan dient enerzijds als meerjarenbeleidsplan voor de school. Anderzijds dient het plan als verantwoording van het beleid van de school naar de overheid en naar de ouders. Het meerjarenplan is een praktische uitwerking van activiteiten en is het werkdocument van het schoolplan. Het schoolplan voor 2012-2015 en het meerjarenplan liggen op school ter inzage. Het schoolplan voor de komende vier jaar is in ontwikkeling.


13

Werken met de laptop in groep 3.


14

3 De organisatie van het onderwijs 3.1 Organisatie van de school Op onze school wordt het systeem van leerstofjaarklassen gevolgd. Dat betekent dat kinderen van dezelfde leeftijdsgroep bij elkaar zitten. In principe gaan de kinderen van elke groep elk jaar na de zomervakantie naar het volgende leerjaar over. Het kind doorloopt in totaal acht volledige leerjaren op de basisschool. Er wordt onderscheid gemaakt tussen onder-, basis-, midden- en bovenbouw. De onderbouw wordt gevormd door de groepen 1-2, de basisbouw door de groepen 3-4, de middenbouw door de groepen5-6 en de bovenbouw door de groepen 7/8. Van elk leerjaar zijn er op onze school meerdere groepen. We kiezen er op onze school voor om de groepen 1 en groepen 2 te combineren tot vijf groepen 1-2. In die kleutergroepen zitten dus de leerlingen van vier tot zes jaar bij elkaar in een groep. Bij de overgang van groep 2 naar groep 3 worden er nieuwe groepen geformeerd. Hierbij proberen we alle groep-2-kinderen zo te verdelen, zodat er evenwichtige groepen 3 ontstaan. In de loop der jaren kan het gebeuren dat door verhuizingen, doublures of aanmeldingen van nieuwe leerlingen het evenwicht uit de parallelgroepen weg is. De school kan dan besluiten om de kinderen opnieuw te verdelen over de groepen om op die manier weer een evenwichtige samenstelling te creëren. Het beleid hierover ligt bij de directeur ter inzage. Een kind kan op onze school geplaatst worden vanaf de dag dat het vier jaar is. Daardoor hebben de kleutergroepen het hele jaar door te maken met een instroom van nieuwe leerlingen. We streven naar een gemiddelde groepsgrootte van 25 leerlingen. De school heeft richtlijnen opgesteld voor wat betreft de inzet van formatie en de indeling van kinderen in de groepen. Deze liggen bij de directie en bij de medezeggenschapsraad ter inzage.

Digitaal schoolbord

3.2 Samenstelling personeel Er werken op onze school 38 personeelsleden. Niet voor de klas staan: de directeur, de intern begeleiders, de administratieve medewerkster en de technische medewerker. De vier bouwleiders worden voor één of meerdere dagdelen per week vrijgesteld van lesgevende taken. De directie en de bouwleiders vormen samen het managementteam van de schoolorganisatie.

3.3 Activiteiten voor de kinderen De aanpak in groep 1-2 verschilt van die in de andere groepen. De leerdoelen worden bereikt via het werken rond thema’s. Het werken in groep 1-2 gebeurt vanuit de kring. In de kring begint de schooldag en hier keren de kinderen ook steeds weer terug. Daarnaast wordt gespeeld en gewerkt


15

aan tafels, in de speelhoeken, in één van de speellokalen en op het schoolplein. Specifieke activiteiten worden aangeboden in de kleine kring. De leerkracht nodigt daarvoor enkele kinderen uit, afhankelijk van de onderwijsbehoefte van de kinderen. Hiervoor leren we de kinderen om te gaan met uitgestelde aandacht. Terwijl de leerkracht de activiteiten begeleidt in de kleine kring, werken de andere kinderen zelfstandig aan afgesproken activiteiten. In de groepen 1-2 volgen we de landelijke ontwikkelingen nauwlettend. We werken in toenemende mate volgens programma gericht onderwijs (PGO) dat wil zeggen dat we werken vanuit een methode. Daarnaast wordt er gewerkt aan het zich veilig voelen, zelfvertrouwen en prikkelen we de nieuwsgierigheid en het nemen van eigen initiatieven zodat er ruimte komt voor ontwikkeling en groei. De laatste tijd hebben we onze aandacht extra gericht op het gebied van taal, vroeg- en voorschoolse educatie (VVE) en woordenschat. De leerdoelen voor deze jonge leerlingen worden verpakt in speel- en leeractiviteiten rond een thema. Spelen is leren! Op deze manier werken, is geen eenvoudige klus. Je moet als leerkracht goed naar kinderen kunnen kijken, goed weten wat je wilt bereiken en vertrouwen hebben in de eigen ontwikkeling van kinderen. Door middel van goede observaties vanuit het leerlingvolgsysteem ‘KIJK!’ kun je dan het niveau van de activiteiten aanpassen aan de mogelijkheden van het individuele kind. Er is ook ruimte voor spontaan leren lezen en schrijven, zoveel mogelijk binnen voor de leerlingen betekenisvolle contexten. Op het rooster worden verschillende leer- en vormingsgebieden onderscheiden. In de dagelijkse praktijk in de klas is dat voor de kinderen echter nauwelijks merkbaar. Wie speelt in de poppenhoek is ook bezig met taalontwikkeling, wie speelt met een lotto leert ook getallen of kleuren en wie op een vel papier de golven van de zee tekent, is bezig met voorbereidend schrijven. Er is veel aandacht voor taalvorming, omdat dit de basis is voor veel ander leren.

3.3.1 Basisvaardigheden De vakken lezen, taal, schrijven en rekenen zijn de basisvaardigheden. Ze vormen de basis voor elke andere ontwikkeling.

Lezen Bij jonge kinderen is vaak al interesse aanwezig voor letters. Er is dan ook een leeshoek in ieder kleuterlokaal. Er wordt veel gebruik gemaakt van prentenboeken om de belangstelling voor het lezen te prikkelen. We werken met de methode “Schatkist”. “Schatkist” is een geïntegreerde methode voor taal, lezen, rekenen en sociaal-emotionele ontwikkeling bij de kleuters. Elk jaar worden zes thema’s uitgewerkt, waarmee een dekkend aanbod van activiteiten wordt gerealiseerd. Het aanvankelijk lezen met klassikale instructie begint in groep 3. In de hogere groepen wordt veel nadruk gelegd op technisch lezen, begrijpend lezen en studerend lezen. Er worden samenvattingen gemaakt en er worden boekbesprekingen gehouden. In groep 3 gebruiken we de 2emaan-versie van de methode “Veilig Leren Lezen”. Hierbij hoort veel extra materiaal voor leerlingen die onder, op, of juist boven het gemiddelde niveau van de klas zitten. De groepen 1-2, 3 en 4 hebben meegedaan aan de invoering van het Protocol Leesproblemen en Dyslexie. Dit heeft geresulteerd in het samenstellen van een draaiboek waarin alle toetsmomenten, groepsbesprekingen en handelingsplannen zijn opgenomen, dat door de hele school wordt gebruikt. Vanaf maart worden leerlingen uit groep 3 die nog moeite hebben met lezen, extra geholpen door tutorlezen. Leerlingen uit groep 7 of 8 worden ingezet om drie keer per week een kwartier lang met de kinderen uit groep 3 te lezen. De zwakke lezers uit groep 4 krijgen vanaf het begin van het schooljaar al tutorlezen.


16

Vanaf groep 4 oefenen de leerlingen het voortgezet technisch met behulp van de methode “Estafette”. Er zijn ook momenten waarop leerlingen individueel lezen in zelf gekozen boeken. We vinden het belangrijk dat een kind plezier heeft in lezen. Voor het begrijpend lezen maken we gebruik van ”Nieuwsbegrip”. Aan de hand van actuele teksten werken de kinderen aan hun vaardigheid in het gebruik van leesstrategieën.

Taal In de beginfase vormen taal, spreken, lezen en schrijven nog een eenheid. Er is veel aandacht voor creatief taalgebruik, zowel mondeling als schriftelijk. In groep 3 zijn taal en lezen sterk met elkaar verweven binnen de leesmethode “Veilig Leren Lezen”. Vanaf groep 4 gebruiken we de taalmethode “Taal in Beeld”, waarin ook speciale leerstof verwerkt is voor de kinderen die het Nederlands als tweede taal moeten leren. Spelling van woorden en de werkwoordsvormen worden expliciet behandeld met behulp van “Spelling in Beeld”, een speciaal spellingsprogramma. Kinderen oefenen ook met de digitale versie van dit programma.

Schrijven Na de oefeningen bij de kleuters aan de hand van de methode “Pennenstreken” ter voorbereiding op het schrijven, beginnen we in groep 3 met het schrijfonderwijs op blaadjes en in werkboekjes, ook volgens de methode “Pennenstreken”. Deze methode wordt gebruikt in de groepen 1 t/m 8. In de loop van groep 4 gaan de kinderen schrijven met een vulpen. Tot en met groep 8 blijven de kinderen met deze vulpen schrijven.

Rekenen In de groepen 1-2 vindt al voorbereidend rekenonderwijs plaats (teloefeningen en het bijbrengen van getalbegrip, begrippen als meer, minder, evenveel enz.). Er wordt gebruik gemaakt van lessen uit de methode “De wereld in Getallen”. Deze methode wordt gebruikt in de groepen 1 t/m 8. Met deze methode wordt gedifferentieerd gewerkt aan de kerndoelen voor rekenen. Er is aandacht voor zowel het traditioneel als het realistisch rekenen.

3.3.2 Wereldoriënterende vakken In de groepen 1-2 wordt gewerkt vanuit thema’s. Deze komen vooral uit de methode “Schatkist”. Daarnaast wordt onder meer uitgegaan van “Idee”. Dat is een boek vol ideeën op het gebied van wereldverkenning. Bovendien kijken alle groepen het schooltelevisieprogramma “Koekeloere”. De groepen 3 maken gebruik van het schooltelevisieprogramma “Huisje, Boompje, Beestje” en orienteren zich op een aanvullende methode. Vanaf groep 5 werken we per kennisgebied met verschillende methodes. Uit het aanbod van de schooltelevisie voor groep 4 t/m 8 kiezen we een reeks lessen. Ook computerprogramma’s en internet worden ondersteunend aan de wereldoriënterende vakken ingezet. Tijdens diverse lessen komen ook nadrukkelijk aan bod: maatschappelijke verhoudingen, geestelijke stromingen, gezond gedrag, sociale redzaamheid en verkeer.

Geschiedenis “Wijzer door de tijd” is de methode die bij de geschiedenislessen in de groepen 5 t/m 8 wordt gehanteerd. We beginnen in groep 5 aan de hand van een aantal thema’s met een globale verkenning van de geschiedenis. In de groepen 6, 7 en 8 worden de verschillende tijdvakken chronologisch behandeld.

Aardrijkskunde In de lessen van aardrijkskunde wordt met ingang van vorig schooljaar de methode “Geobas-4” gebruikt. In groep 5 en groep 6 wordt eerst Nederland behandeld. De kinderen leren dan tevens te werken met een atlas. Vervolgens komen Europa en de andere werelddelen in de groepen 7 en 8 aan bod. Floralaan West 264, 5644 BN Eindhoven T: 040 – 2 112 112 E: [email protected] W: www.bs-floralaan.nl

17

Natuur en techniek “Argus Clou” is de methode die wordt gebruikt in de groepen 4 t/m 8. Dit is een gecombineerde Natuur- en Techniekmethode. Verder wordt er gebruik gemaakt van het aanbod van de schooltelevisie, zoals bijvoorbeeld de series “Huisje boompje beestje” en “Nieuws uit de Natuur”. In de herfst en/of het voorjaar gaan we met de kinderen de natuur in om een boswandeling te maken. Ook een bezoek aan De Genneper Hoeve behoort tot de mogelijkheden. De groepen 7 hebben dicht bij de school een paddenpoel geadopteerd. Enkele malen per jaar gaan ze daar naartoe voor werkzaamheden en observaties. De groepen 8 helpen elk jaar met het onderhoud van een heidegebied in de omgeving van school. Het onderwijs op het vakgebied Techniek wordt vormgegeven in samenwerking met de stichting Jeugd en Beroep. Op onze school is een techniekkast geplaatst. In deze kast staat een wisselende collectie techniekkisten. Elke kist behandelt een thema op het gebied van techniek en bevat voldoende materialen om de kinderen van alle groepen door middel van onderzoeksopdrachten dit thema te laten verkennen. Alle thema’s komen op die manier aan bod. De medewerkers van Jeugd en Beroep zorgen voor het wisselen van de kisten en voor het onderhoud van de materialen. Hiernaast is op onze school een speciaal technieken handvaardigheid lokaal in ontwikkeling.

Actief burgerschap Onze school vindt actief burgerschap belangrijk, omdat wij graag willen dat onze leerlingen betrokken burgers worden die een bijdrage kunnen en willen leveren aan een betere wereld. Scholen in primair en voortgezet onderwijs worden sinds 2005 gevraagd om aandacht te besteden aan ''sociale integratie" en "actief burgerschap". Niet als een vak apart, maar geïntegreerd in bestaande vakken en het huidige schoolcurriculum. Een belangrijk streven voor de school is leerlingen te vormen tot de zelfstandige, mondige en kritische burgers waar de samenleving om vraagt. Actief burgerschap en sociale integratie vinden wij op onze school belangrijk. De inventarisatie van het aanbod en de opvattingen van de teamleden hierover, bieden voor de school aanknopingspunten om de eigen visie aan te scherpen. Ook kan de school zich op deze punten duidelijker profileren naar de buitenwereld zoals naar de huidige en aankomende ouders, maar ook naar samenwerkingspartners in de brede school. Daarnaast vormt de verzamelde informatie een goede basis om beleidsdoelen en concrete aanpakken voor te stellen en deze specifiek af te stemmen op de jaargroepen. Hiermee kan de school een belangrijke stap zetten bij het realiseren van een planmatige aanpak van burgerschap. Sommige leermiddelen richten zich specifiek op burgerschap. Andere zijn ontwikkeld voor een ander vak, maar lenen zich ook voor burgerschap. Actief -en goed burgerschap komt voor in alle vakgebieden. Met name bij de zaakvakken en sociaal emotionele ontwikkeling. Onderbouw: - elkaar helpen - omgaan met elkaar - ik en mijn familie - mijn omgeving Middenbouw: - milieu - leven met de natuur - gezonde voeding - wonen en werken - gezondheid - reizen


18

Bovenbouw: - integratie - seksuele voorlichting - verkiezingen - religies - omgaan met geld - debatteren - wetten - gevoelens

3.3.3 Sociaal- emotionele ontwikkeling Onze school gebruikt de methode “Kinderen en hun sociale talenten”. Gedurende het schooljaar staan de volgende thema’s centraal: jezelf presenteren, samen spelen en werken, aardig doen, omgaan met ruzie, keuzes maken en ervaringen delen. Alle groepen van de school zullen in de dezelfde periode aan hetzelfde thema werken. Vanaf komend schooljaar zullen we ook gaan werken met een leerlingvolgsysteem voor de sociaalemotionele ontwikkeling: SCOL.

3.3.4 Expressieactiviteiten In alle groepen wordt op een passende en voor de leeftijd geschikte manier aandacht besteed aan tekenen, handvaardigheid, muziek en drama. Wij hebben op school diverse methodes die als bronnenboek gebruikt kunnen worden. Hiernaast doen wij veel ideeën op via diverse internetsites. We hebben een handvaardigheid-/technieklokaal waarover elke groep wekelijks een bepaalde tijd de beschikking heeft. Naast de lessen die volgens het reguliere programma gegeven worden, heeft elke bouw 5 creatieve workshops per jaar. Tijdens deze crea-workshops krijgen de leerlingen in gemengde groepen les op verschillende expressiegebieden, waarbij andere materialen en technieken gebruikt worden dan tijdens de reguliere lessen. Dansles, metselen, werken met vilt, timmeren en koken zijn hier een paar voorbeelden van. Twee keer per jaar neemt een groep deel aan een toneelmiddag. Leerlingen treden dan voor elkaar op . Deze middagen mogen ook door ouders bijgewoond worden. Ook twee keer per jaar is er een Open Podium. Hier kunnen leerlingen zich individueel of met een groepje voor inschrijven. Ouders zijn ook van harte welkom om het Open Podium bij te wonen. In samenwerking met Cultuurstation bezoekt elke jaargroep jaarlijks een theatervoorstelling of een museum. Er kunnen ook gastlessen op school verzorgd worden. Jaarlijks hebben we met het hele SPIL-centrum een schoolbreed project. 3 à 4 weken lang staat de school in het teken van dit project. Het project wordt afgesloten met een tentoonstelling, waarbij in alle klassen/ruimtes te zien is waar de kinderen aan hebben gewerkt. Verschillende werkstukken van de leerlingen zijn op school in een doorlopende expositie in de gangen tentoongesteld.

3.3.5 Gymnastiek In de groepen 3 tot en met 8 krijgen de kinderen twee gymnastieklessen per week. De meeste lessen worden verzorgd door onze vakleerkracht gymnastiek. De andere lessen op woensdag en vrijdag worden meestal gegeven door de eigen groepsleerkracht. De kleuters krijgen op woensdag gymnastiek gegeven door de vakleerkrachtgymnastiek en 1 keer per week een bewegingsles gegeven door hun groepsleerkracht.


19

Tijdens de gymnastiekles dragen de kinderen een sportbroek met sportshirt of een turnpakje. De kinderen kleden zich om in de kleedruimte van de gymzaal. De gymzaal mag uitsluitend met gymschoenen (geen zwarte zool) betreden worden. Elk kind brengt zijn gymspullen op de dagen dat het gymnastiek heeft mee naar school en neemt zijn spullen diezelfde dag ook weer mee naar huis, zodat de gymnastiekkleding gewassen kan worden. Na elke gymles spoelen de kinderen zich af onder de douche. Om zich daarna af te drogen nemen de kinderen zelf een handdoek mee. De kinderen van groep 3 starten na de kerstvakantie met douchen. Voor de kleuters van de groepen 1-2 geldt echter een iets afwijkende regeling. Elke kleuter bewaart namelijk zijn gymschoenen en -kleding aan de kapstok in een tasje dat door de school beschikbaar wordt gesteld. Deze tas blijft op school en voor elke vakantie worden de kleren meegegeven om te worden gewassen. In groep 6 worden tien gymlessen in de periode oktober t/m december 2015 vervangen door schaatslessen op de kunstijsbaan aan de Antoon Coolenlaan. De kosten van deze lessen worden betaald uit de ouderbijdrage. De groepen 1-2 hebben één keer per week volgens rooster gymnastiek in een speellokaal. En 1 spelles per week in het speellokaal. De groepen 3 t/m 8 hebben twee keer per week gymnastiekles volgens onderstaand rooster. groep 1/2a 1/2b 1/2c 1/2d

leerkracht Mevr. Mevr. Mevr. Mevr. Mevr. Mevr.

3a

Mevr. Karin de Groot Mevr. Margo van Dijck Mevr. Stella Sneijders Mevr. Yvonne Vogels Mevr. Jolanda Boeren Mevr. Léontine van Lierop Mevr. Chantal Smit Mevr. Annelien Veerman Mevr. Funda Tiryaki Mevr. Krista Tournoij Mevr. Marian Stein Mevr. Linda van de Weijer Dhr. Frans van Gennip Dhr. Thijs van Weert Mevr. Zita van Veen Dhr. Tom van Puijenbroek Mevr. Nina Manders Mevr. Zita Leijendeckers Mevr. Jessica Pasteuning Mevr. Anne-Marie Baakman Mevr. Eke Maters Mevr. Marlous Lenssen Mevr. Maartje Schatorie Mevr. Nina Manders Mevr. Nina de Wit Mevr. Agnes de Natris

4a 4b 4c 5a 5b 6a 6b 6c 7a 7b 7c 8a 8b 8c

08.45-09.30

woensdag donderdag zie rooster in de klas zie rooster in de klas zie rooster in de klas zie rooster in de klas zie rooster in de klas 08.30-09.10

09.30-10.15

09.10-09.50

Marion Post Agnes de Natris Ank van de Ven Inge Bartholomeus Sabine Buissink Saskia Mooren

Mevr. Liesbeth van Glabbeek

3c

dinsdag

Mevr. Gonda Louwers

1/2e

3b

maandag

10.15-11.00

vrijdag

14.20-15.00

11.00-11.45

09.50-10.30

13.00-13.40

10.30-11.10

13.40-14.20

11.10-11.50

14.20-15.00

09.30-10.15 08.45-09.30 09.30-10.15 10.15-11.00

11.50-12.30 08.45-09.30 11.00-11.45

11.00-11.45

10.15-11.00 11.00-11.45

13.00-13.40

13.00-13.40

13.40-14.20

13.40-14.20

14.20-15.00

13.00-13.40

08.45-09.30

13.40-14.20

09.30-10.15

14.20-15.00

10.15-11.00


20

* Groep 3a begint op woensdag om 08.30 uur met de gymles. Zij moeten dan omgekleed in de zaal staan! -

Lessen die komen te vervallen wegens omstandigheden, worden in principe dezelfde week buiten ingehaald. Bij een continurooster gaan de gymlessen gewoon door volgens het (gym)continurooster.

3.4 Speciale voorzieningen 3.4.1 Het open leercentrum Het open leercentrum (olc) heeft verschillende toepassingsmogelijkheden. Op de eerste plaats is het ingericht met voldoende computers om aan een volledige groep computeronderwijs te geven. De instructie kan worden gegeven met behulp van een SmartBoard© (zie ook: Computers). Op de tweede plaats bevindt zich hier het documentatiecentrum. In de komende jaren wordt het documentatiecentrum gemoderniseerd. Daartoe zijn 360 nieuwe informatieve boeken aangeschaft. Via de proxyserver van Unilogic zorgen we voor een veilige internettoegang. Tot slot is het ook mogelijk om in het olc presentaties te geven. Daarvoor is de benodigde audio-, video- en computerapparatuur aanwezig. De integratie van moderne informatie- en communicatietechnieken (ICT) is een speerpunt van ons schoolbestuur. Ook onze school beschikt daardoor over een computernetwerk. Behalve enkele computers voor administratie heeft de school ongeveer één computer per tien kinderen. In het open leercentrum bevinden zich voldoende computers om aan een volledige groep computeronderwijs te verzorgen. Computers worden op de eerste plaats ingezet om het onderwijs te ondersteunen. Daarvoor gebruiken we verschillende softwareprogramma’s die ontwikkeld zijn als onderdeel van onze lesmethodes. Daarnaast willen we de leerlingen computervaardigheden bijbrengen. Daarvoor oriënteren we ons op dit moment op een nieuwe lesmethode. Belangrijk is ook dat de leerlingen leren hoe ze hun weg moeten vinden op het internet en maken we ze ‘mediawijs’, onder andere hoe om te gaan met de social media. Voor het verzorgen van de benodigde instructie kan de leerkracht in het open leercentrum gebruik maken van een SmartBoard©. Hierop wordt het computerbeeld geprojecteerd. Als ‘bordkrijt’ beschikt de leerkracht over een aantal elektronische viltstiften. Alle groepen beschikken in hun eigen lokaal over een digitaal schoolbord. De leerlingen kunnen bijvoorbeeld hun spreekbeurt met behulp van het digitale schoolbord verzorgen. De leerkrachten beschikken over “leerkrachtassistenten“ bij verschillende lesmethodes. Dit zijn softwareprogramma’s voor het digibord om de instructiemomenten interactiever en krachtiger te maken. Naast de computers in het open leercentrum en de computers in de klassen beschikt de school ook over 30 mini-laptops die in de klassen ingezet kunnen worden. Alle schoolcomputers hebben een draadloze aansluiting op het internet. Vanaf groep 5 hebben de kinderen een eigen e-mailadres op school. Zo kunnen ze de computer ook gebruiken als informatiebron en communicatiemiddel. Regelmatig controleren de groepsleerkrachten en de ICT-coördinator of deze mogelijkheden niet oneigenlijk worden gebruikt. Het personeel van school gebruikt de computers ook voor diverse administratieve doeleinden. Zo worden alle gegevens van onze leerlingvolgsystemen gedigitaliseerd. Het leerling-dossier is voor een deel ook digitaal. De trend is dat de toetsen van het leerlingvolgsysteem in toenemende mate digitaal zullen worden afgenomen.


21

3.4.2 De bibliotheek op SPIL Sinds oktober 2013 is er op SPIL centrum Floralaan een bibliotheek gevestigd voor kinderen van 0 t/m 12 jaar. Dat betekent dat de kinderen van Saltoschool Floralaan voortaan in hun eigen bibliotheek terecht kunnen voor het lenen van boeken. De bibliotheek op school is alleen bedoeld voor de kinderen van het SPIL centrum. Wilt u zelf boeken lenen dan kunt u daarvoor terecht in de centrale bibliotheek. Boeken voor elk kind en elke groep De kinderen mogen op school 3 boeken lenen. Ze mogen deze boeken op school houden of mee naar huis nemen. Meer boeken lenen kan wel, maar dan moet er een bezoek worden gebracht aan de centrale bibliotheek aan de Emmasingel. Onder schooltijd is er per klas een uur gereserveerd waarop de kinderen naar de bibliotheek kunnen gaan. Voor de tijden kunt u bij de groepsleerkracht terecht. Tijdens deze tijd hebben de kinderen een schoolpas. Boeken lenen voor thuis Natuurlijk is er ook een mogelijkheid om boeken voor thuis te lenen. Dit kan in de SPIL bibliotheek maar ook in de centrale bibliotheek aan de Emmasingel. Om boeken voor thuis te lenen heeft uw kind een eigen bibliotheekpasje nodig. Als uw kind al een geldig pasje van de bibliotheek Eindhoven heeft kunt u dit gewoon blijven gebruiken. Anders kunt u een pasje aanvragen bij de centrale bibliotheek aan de Emmasingel of via www.bibliotheekeindhoven.nl Lid worden kan al vanaf 0 jaar ! In de SPIL bibliotheek kunt u samen met uw kind kinderboeken lenen op woensdagen van 12.30 uur tot 14.30 uur en op vrijdagen van 15.15 uur tot 17.00 uur. Ingang via de hoofdingang van school. De SPIL bibliotheek zal op deze tijd ‘’onbemand’’ open zijn, echter streven we ernaar dat er een vrijwilliger aanwezig is. U dient zelf de boeken die u leent of weer inlevert, te scannen bij het uitleenapparaat. Het beeldscherm werkt als een Touch screen. Als u een knop (inleveren, uitlenen, verlengen) aanraakt, vertelt het beeldscherm precies wat u moet doen. Er is een schrift aanwezig waarin u op- aanmerkingen kunt schrijven. Media coach Anke Ansems van Bibliotheek Eindhoven, zal deze op- aanmerkingen in behandeling nemen. Uitleentermijn De boeken mogen 3 weken worden geleend. Als de uitleentermijn bijna verstreken is ontvangt u een e-mail bericht met het verzoek om de boeken terug te brengen. Reserveren / verlengen Boeken reserveren of de uitleentermijn verlengen kan in de bibliotheek of thuis via mijnbibliotheek www.bibliotheekeindhoven.nl


22

3.5 Onderwijsbegeleiding en passend onderwijs In schooljaar 2011-2012 hebben adviseurs van “Onderwijs Maak Je Samen” directie en team begeleid bij het herijken en –formuleren van de missie en visie van de school. Deze adviseurs hebben ons begeleid bij het implementeren van het gedachtegoed van “Wat Werkt op School” en “Wat Werkt in de Klas”. In 2012-2013 zijn we onder begeleiding van een trainer van ‘Het Nieuwe Leren’ gestart met het traject ‘Handelingsgericht Werken’ (HGW) gestart. Het doel hiervan is om als leerkracht nóg beter om te gaan met de verschillen tussen de kinderen in de groep. Hierbij hoort een groepsoverzicht en groepsplannen. Een belangrijk kenmerk van handelingsgericht werken is dat wordt uitgegaan van de mogelijkheden die een kind heeft in plaats van de beperkingen. In 2013-2014 is dit traject onder leiding van onze intern begeleiders voortgezet. In schooljaar 2014-2015 zal dit door hun worden afgerond. De adviseur leerlingenzorg is de heer Frans van der Schans. Hij is als orthopedagoog-generalist verbonden aan salto en is gedurende het schooljaar op een 5/6tal ochtenden op school voor overleg met de intern begeleiders en/of leerkrachten m.b.t. leerlingen die op één of andere manier extra zorg nodig hebben. Zo nodig kan door de school een onderzoek naar de mogelijkheden of problemen van een leerling worden aangevraagd. Dit gebeurt op verzoek van de school en na toestemming van de ouders. Het onderzoek kan worden uitgevoerd door o.a. een onderwijspsycholoog, orthopedagoog of een andere externe deskundige en vindt plaats op onze school. Het onderzoeksverslag wordt zowel mondeling als schriftelijk aan de ouders en aan de school toegelicht. De ouders worden dan door de groepsleerkracht uitgenodigd voor een adviesgesprek waarbij behalve de onderzoeker en de groepsleerkracht ook één van de intern begeleiders aanwezig is.

PASSEND ONDERWIJS Vanaf 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs van kracht. Hiermee hebben de schoolbesturen binnen een bepaald gebied de taak gekregen elke leerling een passende onderwijsplek te bieden. SALTO-scholen werken daarom samen met reguliere basisscholen en scholen voor speciaal (basis)onderwijs in de regio Eindhoven, Best en Son & Breugel. Deze samenwerking wordt gecoördineerd door het Samenwerkingsverband PO Eindhoven. De wijze waarop er wordt samengewerkt heeft het samenwerkingsverband beschreven in het ondersteuningsplan “Samen voor kinderen”. De doelstelling van het samenwerkingsverband is: “Onderwijs zo veel mogelijk dicht bij huis, bij voorkeur in het regulier basisonderwijs, met betrokkenheid van ouders en met respect voor de keuze van ouders”. Meer informatie over het samenwerkingsverband kunt u vinden op de website: www.po-eindhoven.nl De adresgegevens van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Eindhoven (30.07) zijn: Odysseuslaan 2 5631 JM Eindhoven Tel.: 040-2968787 E-mail: [email protected]

Zorgplicht Een belangrijk begrip bij passend onderwijs is “zorgplicht”. Zorgplicht begint nadat ouders bij de schriftelijke aanmelding van hun kind, hebben aangegeven dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft. In overleg met ouders onderzoekt de school wat de best passende onderwijsplek is voor het kind.

Basisondersteuning en extra ondersteuning


23

Alle scholen in het samenwerkingsverband PO Eindhoven kennen een zelfde standaard voor basisondersteuning. Hierin is beschreven welke ondersteuning iedere school standaard biedt. Voor sommige leerlingen is de basisondersteuning niet voldoende. Zij hebben extra ondersteuning nodig. Dit biedt de school aan in de vorm van een arrangement. Voor deze leerlingen stelt de school een ontwikkelingsperspectief op. In het schoolondersteuningsprofiel (SOP) heeft de school beschreven wat de basisondersteuning is en wat zij aan extra ondersteuning kan bieden. Het schoolondersteuningsprofiel staat op de website van onze school en kunt u bij de directie opvragen.

Verwijzing naar speciaal basisonderwijs (SBO) of speciaal onderwijs (SO) Waar het in het belang van het kind nodig is, vindt, in overleg met de ouders, verwijzing plaats naar het SBO of SO. In geval van verwijzing wordt door het samenwerkingsverband een vastgestelde procedure gevolgd, waarbij een toelaatbaarheidsverklaring wordt afgegeven, onder meer gebaseerd op het oordeel van twee deskundigen.

3.6 Inspectie van het onderwijs Voor al uw vragen over het onderwijs in het algemeen en onderwijsinspectie in het bijzonder kunt u terecht bij Postbus 51, www.postbus51.nl Inspectie van het onderwijs: [email protected] en www.onderwijsinspectie.nl Het inspectierapport van onze school is te lezen via: http://www.onderwijsinspectie.nl/nl/home/Algemeen/zoeken/Zoek_op_scholen Onze school valt onder de onderwijsinspectie Eindhoven; Bezoekadres: Zernikestraat 6 5612 HZ Eindhoven Postadres: Postbus 530 5600 AM Eindhoven  040 – 2 197 000 Vragen over onderwijs:  0800 - 8051 (gratis) Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs  0900 - 111 3 111 (lokaal tarief) Ouders kunnen ook contact opnemen met de informatie- en advieslijn voor ouders over onderwijs:  0800 – 5010 (gratis)op schooldagen tussen 10.00 uur en 15.00 uur. Op de website www.50tien.nl staan al honderden antwoorden op veel voorkomende vragen.

3.7 ARBO beleid en RI&E Eénmaal in de 4 jaar wordt in samenwerking met de Arbo Unie een RI&E (risico inventarisatie en evaluatie) opgesteld. Jaarlijks wordt dit plan bijgesteld.

3.8 Sponsoring Van sponsoring is sprake als we giften of extra bijdragen ontvangen. Voorbeelden hiervan zijn: enkele ouders die extra geld geven, ontvangen bijdragen van een maatschappelijke actie (bijvoorbeeld Jantje Beton of Stichting Kinderpostzegels) of een bedrijf dat extra geld geeft. Scholen kunnen het geld dat door sponsoring is verkregen, inzetten voor het onderwijs en/of nevenactiviteiten. Met het sponsorgeld kunnen extraatjes worden gedaan.


24

Omdat wij op een verantwoorde en zorgvuldige manier met sponsoring om willen gaan moet de sponsoring aan de volgende voorwaarden voldoen: Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en de doelen en uitgangspunten van onze school; Sponsoring bevordert het gezonde gedrag van kinderen en stimuleert een gezonde leefstijl; Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de school en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen; Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die onze school aan het onderwijs stelt; Aan sponsoring nemen we alleen deel als er heldere afspraken gemaakt zijn die met alle partijen zijn afgestemd; Voor sponsorgelden hoeven we nooit een tegenprestatie te leveren (als dank voor de ontvangen gelden) die de vrijheid van het onderwijs, de kinderen of de ouders kan beperken. Bovengenoemde punten vinden hun basis in het convenant Sponsoring, dat de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en alle landelijke onderwijsorganisaties van besturen, personeel, ouders en leerlingen en een aantal andere organisaties, hebben ondertekend. Ouders die een klacht hebben over (uitingsvormen van) sponsoring kunnen bij de schoolcontactpersoon terecht (zie elders in deze gids onder de klachtenregeling) en/of bij de reclame code commissie.

Sponsorloop

RainBowRun 040


25

4 Zorg voor de leerlingen 4.1 Aanmelding en plaatsing van leerlingen Aanmelden is mogelijk vanaf 3 jaar. Een leerling die jonger is, komt op de lijst van vooraanmeldingen. Ouders wordt altijd gevraagd of zij hun kind op meerdere basisscholen hebben ingeschreven. Er kan een afspraak gemaakt worden met de directeur of een van de bouwleiders. Die zorgen voor informatie en een rondleiding door de school en voor de inschrijvingsprocedure. Daarbij wordt ook gevraagd naar gegevens uit de baby- en peuterperiode, om vanaf het begin zo goed mogelijk te kunnen inspelen op de mogelijkheden van een kind. Ook wordt gevraagd naar de zorg die ouders denken dat hun kind nodig heeft. Enkele weken voordat het kind vier jaar wordt, krijgt het ter verwelkoming een kaart met daarop de naam van de leerkracht(en), de groep waarin het kind is geplaatst en de dag waarop het kind op school wordt verwacht. De ouders/verzorgers kunnen dan een afspraak maken met de groepsleerkracht om vooraf alvast een keer met hun kind te komen kennismaken met de klas. Vervolgens kunnen er een aantal dagdelen worden afgesproken voor de gewenning. Er wordt ook contact gezocht met de peuterspeelzaal en/of het kinderdagverblijf die het kind bezocht heeft. Kinderen die in de zes laatste weken voor de zomervakantie vier jaar worden, worden pas in het volgende schooljaar in een kleutergroep geplaatst. Wanneer een leerling van een andere school komt, neemt de directeur, bouwleider of de intern begeleider contact op met de vorige school. Bij verandering van school moet een onderwijskundig rapport worden verzonden door de “oude” school. Op die manier hebben wij snel zicht op de mogelijkheden van de nieuwe leerlingen. Wanneer er sprake zou kunnen zijn van extra ondersteuning onderzoekt de school of en welke extra ondersteuning nodig is. Wanneer na onderzoek blijkt dat de leerling extra ondersteuning nodig heeft gaat de Zorgplicht in. Op de school gaat men na of de gewenste ondersteuning geboden kan worden. De leerling wordt binnen 6 (+ evt. 4) gewone weken toegelaten op de reguliere basisschool. We streven naar 75 leerlingen per leerjaar met een maximum van 30 leerlingen per groep.

4.2 Het planmatig volgen van de leerling Binnen het systeem van leerstofjaarklassen streven we ernaar het onderwijs zo te organiseren, dat er rekening wordt gehouden met de specifieke behoeften en mogelijkheden van elk kind. Wie moeite heeft met bepaalde onderdelen krijgt extra hulp of oefening. De meerbegaafde leerlingen krijgen extra uitdagende opdrachten. Belangrijk binnen onze school is de planmatige aanpak. Deze aanpak omvat onder meer de regelmatige groepsbesprekingen en leerlingbesprekingen door de groepsleerkracht met de internbegeleider. Verder worden er toetsen afgenomen binnen het CITO-LVS (leerlingvolgsysteem), worden de Cito Entreetoets in groep 6 en 7 en de Centrale eindtoets PO in groep 8 afgenomen. Daarnaast is er een aantal keren per jaar overleg tussen intern begeleiders en de orthopedagoog generalist /supervisor van ons bestuur. Zie inhoudelijk het schoolondersteuningsprofiel (SOP)


26

4.3 Speciale zorg voor kinderen 4.3.1 Interne begeleiding Op school zijn twee intern begeleiders (IB) parttime werkzaam. Zij coördineren in nauwe samenwerking met de groepsleerkrachten de zorg van alle kinderen die binnen de school meer dan de gebruikelijke aandacht nodig hebben. Echter, de groepsleerkracht is de eerst verantwoordelijke voor de totale aanpak. Indien nodig wordt er een plan opgesteld, waarbij het hele proces tussen probleemverkenning en -oplossing door de IBers wordt gestuurd. De IB-ers houden tevens presentaties voor het team m.b.t. de aanpak van didactische of pedagogische onderwerpen op groeps- of schoolniveau.

4.3.2 Signalering en overzicht toetsen Ongeveer zes weken na plaatsing in groep 1 wordt aan de ouders gevraagd een vragenlijst in te vullen over de voorschoolse periode. Op vaste momenten in het schooljaar worden bij de jongste en oudste kleuters de toetsen ‘Taal voor Kleuters’ en ‘Rekenen voor Kleuters’ afgenomen. Dit zijn landelijk genormeerde toetsen van het Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling (Cito). In het kader van de deelname van onze school aan het Protocol Leesproblemen en Dyslexie worden de kinderen van groep 1-2 gescreend op eventuele risico’s voor het ontwikkelen van leesproblemen. In groep 3 zijn er extra signaleringsmomenten om leerlingen goed te volgen bij hun leesontwikkeling, zodat tijdig extra hulp geboden kan worden. In de hogere groepen worden de leerlingen op vaste momenten in het schooljaar getoetst m.b.v. landelijk genormeerde toetsen van o.a. het Cito. Verder worden ook de vorderingen en de resultaten van toetsen die specifiek bij een bepaalde methode horen, geregistreerd. Het afnemen van de genormeerde toetsen wordt per groep vastgelegd in een jaarlijkse toetskalender.

Soort toets

Groep

Doel van de toets

Rekenen voor kleuters

1, 2

Rekenen is één van de basisvaardigheden die jonge kinderen goed onder de knie moeten krijgen. Met het toetspakket ‘Rekenen voor kleuters’ volgen we de vorderingen van kinderen op het gebied van voorbereidend rekenen in groep 1 en 2. We krijgen inzicht in wat de leerling beheerst op het gebied van getalbegrip, meten en meetkunde. .

Taal voor kleuters

1, 2

Om met succes deel te nemen aan het onderwijs moet het jonge kind over een aantal basisbegrippen van onze taal beschikken. De toets ‘Taal voor Kleuters’ is bedoeld om hiaten of stagnatie in de spontane taalontwikkeling op te sporen. Om een goede start te kunnen maken met het aanvankelijk leesonderwijs in groep 3 is de toets daarbij een goed signaleringsmiddel.

KLEUTER ONTWIKKELING


27

TECHNISCH LEZEN DMT

3, 4,

(Drie Minuten Toets)

5, 6, 7, 8

Om de vorderingen van het technisch lezen te toetsen wordt de ‘Drie Minuten Toets’ gebruikt. De toets bestaat uit drie kaarten met woorden. De kaarten lopen op in moeilijkheidsgraad. De bedoeling is dat het kind zoveel mogelijk woorden van één kaart leest binnen 1 minuut. Welke kaart en hoeveel kaarten er gelezen moeten worden, hangt af van het technisch leesniveau van het kind.

AVI

3, 4, 5, 6, (Analyse Van Individualiseringsvor7, 8 men).

De AVI-kaarten meten hoe vlot en goed een tekst wordt gelezen. De kaarten klimmen op in moeilijkheidsgraad. In totaal zijn er 11 kaarten. Wanneer een kaart binnen de tijd gelezen wordt en de norm voor het aantal gelezen fouten binnen de norm blijft, wordt het AVI-niveau “beheerst”.

BEGRIJPEND LEZEN LOVS Begrijpend lezen

3, 4 5, 6 7, 8

Met deze toets wordt de ontwikkeling gevolgd van de vaardigheden in het kunnen lezen en begrijpen van geschreven teksten op leeftijdsniveau.

3, 4, 5, 6, 7, 8

Met deze toets wordt de woordenschat gemeten in vergelijking met andere leerlingen. Een goede woordenschat is belangrijk voor het kunnen volgen van mondelinge instructie, maar ook voor een goed begrip van teksten.

3, 4 5, 6 7, 8

Met deze toets wordt vastgesteld hoe de vaardigheid is in het foutloos kunnen schrijven van woorden. Met behulp van deze toets wordt de voortgang bijgehouden en uitval kan tijdig worden gesignaleerd.

3, 4, 5, 6, 7, 8

Deze toets is bedoeld om de ontwikkeling van de rekenvaardigheid in kaart te brengen om zo een goed beeld te krijgen van de voortgang van de leerlingen.

6 en 7

Met de Entreetoets worden de individuele resultaten van elke leerling in beeld gebracht. De vorderingen

TAALONTWIKKELING LOVS Woordenschat

SPELLING LOVS Spelling

REKENEN LOVS Rekenen en Wiskunde

ADVISERING VOORTGEZET ONDERWIJS Entreetoets CITO


28

worden op de onderdelen Taal, Rekenen/Wiskunde en Studievaardigheden uitgebreid in beeld gebracht. De resultaten geven zowel op groepsniveau als op individueel niveau aan, welke onderdelen goed beheerst worden / nog aandacht vragen Centrale eindtoets PO

8

Het schooladvies van de basisschool is leidend bij de keuze voor het Voortgezet Onderwijs. De uitslag van het Centrale eindtoets bevestigt in de meeste gevallen het beeld dat de school van de leerling gekregen heeft gedurende de schoolperiode. De centrale Eindtoets PO is verplicht voor alle leerlingen en is bedoeld om het onderwijs en de advisering te evalueren.

PROTOCOL LEESPROBLEMEN EN DYSLEXIE 1, 2, 3

Naast de toetsen binnen het leerlingvolgsysteem is er voor de groep 3 een extra signalering in de vorm van drie meetmomenten per jaar op het gebied van het aanvankelijk lezen. Deze momenten maken onderdeel uit van Veilig Leren Lezen. Het leren lezen in groep 3 wordt hiermee nauwkeurig gevolgd. In de groepen 1-2 wordt er als voorbereiding op het aanvankelijk lezen binnen het Protocol Leesproblemen en Dyslexie gewerkt aan de tussendoelen beginnende geletterdheid. Om de beginsituatie in groep 3 zo goed mogelijk in kaart te kunnen brengen, worden er in de loop van groep 2 regelmatig toetsen afgenomen om de beginnende leesontwikkeling te kunnen volgen. Dit is nodig voor een goede leesstart in groep 3.


29

4.3.3 Zorgniveaus De begeleiding van de leerlingen vindt plaats in vijf zorgniveaus: Zorgniveau 1:

Zorg op groepsniveau (gewoon goed lesgeven volgens de aanwijzingen van de methode).

Zorgniveau 2:

Extra zorg op groepsniveau (pre-teaching, re-teaching, differentiatie vanuit de methode, extra instructie aan de instructietafel).

Zorgniveau 3:

Extra zorg op schoolniveau door interne deskundigen.

Zorgniveau 4:

Extra zorg op schoolniveau door externe deskundigen.

Zorgniveau 5:

Plaatsing in het Speciaal (Basis) Onderwijs.

* Toelichting zorgniveau 1 en 2 Twee keer per jaar worden onder leiding van de intern begeleider groepsbesprekingen gehouden met de parallelleerkrachten van een bouw. Toetsgegevens worden geanalyseerd op groepsniveau. Daar waar nodig stelt de leerkracht zijn lesprogramma hier op af. Dit kan hij doen in de vorm van groepsplannen, waarin op minimaal drie niveaus lesgegevens wordt. De kinderen die naast deze begeleiding nog extra ondersteuning of hulp nodig hebben, worden door de leerkracht ingebracht in de leerlingbespreking met de interne begeleider. * Toelichting zorgniveau 3 Hulpvragen betreffende individuele leerlingen, worden drie keer per jaar besproken met de internbegeleider (zorgniveau 3) in een individuele leerlingbespreking. Deze bespreking kan aanleiding zijn voor een observatie in de vorm van een klassenbezoek door de intern begeleider of vervolgbesprekingen t.a.v. de leerling. Op zorgniveau 3 worden individuele onderwijsbehoeften van leerlingen verder in kaart gebracht, waarop vervolgacties plaats kunnen vinden. Deze acties worden in het journaal in Eduscope beschreven en ouders worden ingelicht. De intern begeleider blijft deze leerling monitoren. * Toelichting zorgniveau 4 Wanneer de hulpvraag van een leerling niet opgelost kan worden of wanneer individuele interventies te weinig of geen effect hebben gehad, wordt deze leerling besproken met de orthopedagoog generalist van Salto, dhr. Frans van de Schans, in de consultatieve leerlingbespreking (CLB). De orthopedagoog generalist is 5 tot 6 keer per jaar een ochtend op school hiervoor aanwezig. In overleg met de orthopedagoog generalist, de intern begeleider en de ouders kan besloten worden om verder diagnostisch onderzoek te doen. Deze onderzoeken vinden plaats op school en worden uitgevoerd door een orthopedagoog of onderwijspsycholoog van Salto. De bevindingen van een onderzoek worden indien gewenst uitgebreid besproken met de ouders, de groepsleerkracht en de intern begeleider. Ouders kunnen ook besluiten zelf een onderzoek te laten uitvoeren door externe deskundigen of instanties. De ondersteuningsbehoeften van de leerling worden verder in beeld gebracht en er wordt bepaald of en welke ondersteuning nodig is en of die op school of elders geboden wordt. Hiervoor kan indien nodig een aanvraag voor extra middelen gedaan worden bij het Samenwerkingsverband Eindhoven, Best en Son& Breugel. Wanneer er extra middelen ingezet worden, wordt er een ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld waarin duidelijk beschreven staat welke acties ondernomen worden, welke doelen nagestreefd worFloralaan West 264, 5644 BN Eindhoven T: 040 – 2 112 112 E: [email protected] W: www.bs-floralaan.nl

30

den en welke middelen ingezet worden. Drie keer per jaar wordt dit OPP samen met ouders geëvalueerd en bijgesteld. Leerkrachten kunnen ook , via de intern begeleider, een beroep doen op collegiale consultatie van een medewerker uit het speciaal basisonderwijs. Dit is een kortdurend traject. * Toelichting zorgniveau 5: Als al onze inspanningen niet tot het gewenste resultaat leiden, kan het nodig zijn een kind te verwijzen naar een school voor speciaal (basis)onderwijs (zorgniveau 5). Dit gebeurt in overleg met de ouders en pas na raadpleging van een orthopedagoog. Wanneer ouders en school overeenstemming hebben over het S(B)O advies, melden de ouders de leerling aan bij de S(B)O school van hun keuze. School en ouders leveren dossiergegevens aan. Op basis van deze gegevens bepaalt de S(B)O school of de leerling plaatsbaar is en volgt een triadegesprek (tussen ouders, basisschool en S(B)O school) waarin afspraken worden gemaakt in een plaatsingscontract. De aanvraag voor de toelaatbaarheidsverklaring (TLV) wordt samen verder ingevuld, ondertekend en opgestuurd naar het Samenwerkingsverband Eindhoven, Best, Son & Breugel. Een commissie geeft een verklaring van toelaatbaarheid tot het speciaal basisonderwijs af. De ouders kunnen het kind na ontvangst van deze verklaring inschrijven voor het bedoelde type speciaal (basis)onderwijs. Onze school heeft de laatste jaren een verwijzingspercentage van < 1% per jaar van onze leerlingen.

4.3.4 Het overdragen van leerlingen met speciale zorg Om de doorgaande lijn van de zorgleerlingen zoveel mogelijk te waarborgen, worden er aparte besprekingen gehouden bij de overdracht naar de volgende groep. Hierbij worden alle onderzoeksgegevens en afspraken die van belang zijn besproken met de volgende groepsleerkracht. Het groepsoverzicht uit de HGW cyclus (Handelingsgericht werken) met daarin een beschrijving van de ondersteuningsbehoeften van iedere leerling is daarbij een belangrijk document.

4.3.5 Externe Remedial Teaching (RT) tijdens schooluren Indien ouders ervoor kiezen zelf extra ondersteuning (o.a. RT) in te zetten voor de begeleiding van hun kind, dan dient dit buiten schooltijden te gebeuren. De school kan namelijk niet verantwoordelijk worden gesteld voor de inhoud van deze begeleiding. We stellen echter wel een juiste afstemming op prijs en dit kan in een gesprek met de groepsleerkracht. Die zal intern overleg voeren met Interne Begeleiding en met de directie. Het bovenstaande is conform het beleid dat bovenschools door Salto is vastgesteld. Wanneer er ernstige enkelvoudige dyslexie bij een leerling vastgesteld is, dan komt deze leerling in aanmerking voor individuele begeleiding door een erkende dyslexiespecialist. De begeleiding kan plaatsvinden op school, onder lestijd. Dit gaat altijd in overleg met de interne begeleiding Wanneer het in het belang van een leerling is om een training of ondersteuning onder schooltijd te krijgen , dan dient dit in een OPP vastgelegd te worden en instemming te krijgen van alle betrokken partijen: ouders leerkracht en IB

4.3.6 Dyslexieonderzoeken De school draagt zorg voor een adequate aanpak bij problemen in de ontwikkeling van het lezen. Een dyslexieverklaring biedt voor de aanpak op onze basisschool geen meerwaarde. Daarom wordt een dyslexieonderzoek nooit bekostigd vanuit het schoolbudget.

4.3.7 Leertijdverlenging en -versnelling Soms is het in het belang van de leerling dat het verlenging van de leertijd in de kleutergroep krijgt of in één van de andere leerjaren. Daarbij spelen zowel sociaal/emotionele factoren als didactische ontwikkelingen een rol.


31

Een eventuele leertijdverlenging wordt altijd met de interne begeleider besproken (omstreeks februari/maart). Bij de advisering wordt hierbij soms ook de orthopedagoog generalist van Salto betrokken. De school volgt een gedegen besluitvormingsprocedure, waarbij het belang van de leerling op Saltobasisschool Floralaan voorop staat. De ouders worden tijdig op de hoogte gebracht en nadrukkelijk betrokken in de afweging of een kind de leertijdverlenging zal moeten volgen. De uiteindelijke beslissing wordt door de school genomen. Bij de overgang van groep 3 naar groep 4 hanteert de school het criterium van het leesniveau van M-3 beheerst/ E-3 instructie. Goed kunnen lezen is namelijk een belangrijke voorwaarde voor schoolsucces. Het leren lezen vindt plaats in groep 3. Daar gaat het grootste deel van de onderwijstijd naar het leren lezen (10 uur per week). In groep 4 vindt de versnelling en automatisering van het lezen plaats. Tegelijkertijd neemt de instructietijd voor het lezen af. Andere vakgebieden dan het lezen krijgen meer tijd en nadruk ten opzichte van groep 3. Een kind met een onvoldoende leesniveau bij aanvang van groep 4 ondervindt grote problemen bij het volgen van de nieuwe vakgebieden. Hij/zij kan het tempo niet bijhouden en de teksten onvoldoende lezen. Wanneer een kind problemen heeft bij het leren lezen en deze minimumnorm niet haalt, kunnen we in het belang van kind besluiten om groep 3 te doubleren. Dit gaat ook in overleg met ouders. Kinderen met (vermoedelijk) dyslexie blijven altijd moeite houden met lezen. Voor deze kinderen blijft een speciale aanpak en extra faciliteiten (zoals extra tijd en digitaal toetsen ) gedurende de hele schoolloopbaan noodzakelijk. Kinderen met leesproblemen en dyslexie hebben vooral behoefte aan meer instructie en uitbreiding van leestijd. Deze extra ondersteuning wordt opgenomen in het groepsplan. We streven er naar de leerling en tijdig te signaleren die gebaat zijn bij een doublure. Dit houdt in dat een doublure meestal plaatsvindt in groep 3 of 4. Leertijdverlenging in groep 3 of 4 houdt niet in dat een kind de hele leerstof weer moet overdoen. Er wordt zorgvuldig besproken waar deze leerling behoefte aan heeft. Dit wordt opgenomen in het groepsplan. De leerling met bijv. leesproblemen krijgt vanaf het begin drie keer per week extra instructie individueel of in een klein groepje volgens de aanpak van “Connect Vloeiend Lezen”. Daarnaast krijgt de leerling drie keer per week tutorlezen zodra AVI M-3 beheerst is. In totaal krijgt de leerling 1- 1½ uur per week extra leesondersteuning. Bij het volgen van de leerlingen wordt ook gekeken naar leerlingen met een bijzonder voorspoedig verlopende ontwikkeling. In overleg met de ouders en met de leerling kan verbreding van de taken en opdrachten worden voorgesteld. Indien er goede argumenten en concrete aanwijzingen zijn, die duiden op een eventuele leertijdversnelling (tussentijds instromen in hoger leerjaar), dan zal er een procedure worden gevolgd. Bij de betreffende leerling zullen versneld o.a. toetsen uit het leerlingvolgsysteem worden afgenomen. Dit kan worden aangevuld met verder onderzoek na een adviesgesprek met de orthopedagoog generalist van Salto. De voordracht voor versnellen van de leertijd is het resultaat van een overleg tussen de groepsleerkracht(en), interne begeleider, directie en eventueel externe deskundigen. Ook hier geldt dat zij op basis van hun kennis en vaardigheden een professionele besluitvormingsprocedure volgen, waarbij de belangen van de leerling op Saltobasisschool Floralaan voorop staan. Ook in deze situatie is de mening van de ouders en de leerling belangrijk. Ouders kunnen argumenten en andere aandachtspunten aandragen alvorens tot uitvoering van het besluit wordt overgegaan.

4.3.8 Overgangsbeleid groep 1-2 De meeste leerlingen komen op school als ze 4 jaar geworden zijn. Hoeveel jaren een kleuter in de kleutergroepen blijft, is afhankelijk van wanneer de leerling geboren is.


32

Hieronder volgen de criteria op grond waarvan een leerling in een leerjaar geplaatst wordt. • Kinderen die zijn geboren in de maanden januari t/m mei stromen in in een kleutergroep, maar zitten formeel nog niet in groep 1. Deze leerlingen maken het schooljaar af. Daarna volgen er nog twee volledige schooljaren in groep 1 en 2. • Kinderen die geboren zijn in de maanden juni, juli, augustus starten het schooljaar direct na de zomervakantie. Ze starten dan in groep 1. Zij volgen twee jaar kleuteronderwijs. • Kinderen die geboren zijn in de maanden september t/m december mogen direct na hun vierde verjaardag starten in groep 1. Zij volgen in principe iets minder dan twee jaar kleuteronderwijs. Om de ontwikkeling van de leerlingen in beeld te brengen gebruiken we de volgende instrumenten: • Het ontwikkelingsvolgsysteem “KIJK!” • De toetsen taal en rekenen van het Cito leerlingvolgsysteem In de maanden november en maart vullen we voor alle leerlingen het ontwikkelingsvolgsysteem “KIJK!” in. Voorwaarde is wel dat de leerlingen minimaal 6 weken op school moeten zitten. De Citotoetsen worden afgenomen in januari en juni. Het eerste toetsmoment is in het Midden van het schooljaar in groep 1 (toetsmoment M1) Leerlingen die voor 1 oktober gestart zijn in groep 1, toetsen we met het leerlingvolgsysteem van CITO op de ontwikkelingsgebieden taal en rekenen. Leerlingen die na 1 oktober in groep 1 starten toetsen we niet op het M1 moment. Om de leerlingen toch in beeld te brengen, vullen we in plaats van de Citotoetsen M1 en “KIJK” (november) voor hen een screeningslijst in. Deze leerlingen worden voor het eerst getoetst in juni. Dan nemen we de Citotoetsen taal en rekenen af, toetsmoment E1 (= aan het Einde van groep 1). Op basis van de verkregen gegevens in groep 1 zal worden bekeken of de leerling voldoet aan de criteria om door te gaan naar groep 2. Als dat niet het geval is volgen er gesprekken tussen ouders, intern begeleider en leerkracht om te besluiten of het wenselijk en/of noodzakelijk is deze leerling langer in groep 1 te laten. In groep 2 vullen we voor alle leerlingen in november en maart “KIJK!” in. Ook toetsen we alle leerlingen in januari op de ontwikkelingsgebieden taal en rekenen met behulp van de CITO-toetsen, toetsmoment M2 (= Midden van het schooljaar in groep 2). In juni maken zij deze toetsen nog een keer, toetsmoment E2 (= het Einde van het schooljaar in groep 2). Deze toetsen worden aangevuld met de toetsen van het Protocol Leesproblemen en Dyslexie. Van leerlingen, waarbij er op grond van deze gegevens en observaties in de groep twijfel is of zij voldoen aan de criteria om succesvol door te stromen naar groep 3 vullen we nog een extra screeningslijst in. Ook voeren we gesprekken met ouders, intern begeleider en leerkracht of het wenselijk en/of noodzakelijk is deze leerling langer in groep 2 te laten blijven. Voor zowel groep 1 als groep 2 geldt, dat de leerkracht ook vanuit observaties gedurende het schooljaar een goed beeld van de leerling krijgt. Tijdens reguliere gesprekken met de ouders zal de leerkracht aangeven of de ontwikkeling voorspoedig verloopt of dat er op bepaalde ontwikkelingsgebieden extra inspanning nodig is. Als het nodig is dat een leerling langer dan gebruikelijk in groep 1 of 2 zal zitten, zullen de ouders hiervan in een zo vroeg mogelijk stadium op de hoogte worden gebracht. Dit gebeurt in ieder geval na de eerste meetmomenten.


33

4.3.9 Leerlingen met extra onderwijsondersteuningsbehoeften  

Op 1 augustus 2014 is de wet op passend onderwijs ingegaan. Dit houdt in dat alle leerlingen van het samenwerkingsverband Eindhoven een passende vorm van onderwijs binnen de regio moeten kunnen ontvangen. Basisscholen kunnen, wanneer dit nodig is zorgarrangementen inkopen om deze zorg uit te kunnen voeren. Welke zorg nodig is bepaalt de leerkracht samen met ouders en de interne begeleiding. Indien er extra zorg ingezet wordt, gelden daarvoor specifieke procedures.

4.3.10

LWOO/Praktijkonderwijs en individuele leerlijn

Kinderen die in groep 8 in aanmerking komen voor LWOO (Leerwegondersteunend) of Praktijkonderwijs worden tijdig gesignaleerd. In groep 5 of 6 wordt vaak al duidelijk dat het kind een ernstige achterstand heeft op diverse vakgebieden. Deze leerling zal voor bepaalde vakgebieden een individuele leerlijn gaan volgen. De doelen en de aan te bieden leerstof worden uiteengezet in een plan dat we het ontwikkelingsperspectief (OPP) noemen. Belangrijk hierbij zijn de verwachtingen van het niveau dat de leerling op de diverse vakgebieden zal kunnen behalen en het uitstroomperspectief richting het voortgezet onderwijs, rekening houdend met zijn mogelijkheden. Deze leerlingen worden uitgebreid besproken met de intern begeleider en er zal advies gevraagd worden aan de orthopedagoog generalist van Salto of andere externe deskundige(n). Uiteraard worden ook ouders tijdig en uitgebreid op de hoogte gesteld en betrokken bij het proces. Er wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld dat drie keer per jaar geëvalueerd en bijgesteld wordt. De toetsen zullen aangepast worden aan het niveau van de leerling om de vorderingen bij te houden en om te kijken of de leerling zich naar verwachting ontwikkelt. Dit betekent dat bij de leerling toetsen van een lager leerjaar zullen worden afgenomen voor de vakgebieden begrijpend lezen, rekenen en evt. spelling.

4.3.11

Het onderwijs aan zieke leerlingen

Iedere school krijgt wel eens te maken met een leerling die ziek is. Een zieke leerling is binnen korte tijd weer terug op school. Het is echter ook mogelijk, dat een leerling langere tijd of vaker afwezig is; we spreken dan van chronisch ziek. Wettelijk gezien is de school waar de zieke leerling staat ingeschreven verantwoordelijk voor de voortgang van het onderwijsprogramma, ook gedurende de periode van ziekte. Ze kan daarbij ondersteuning aanvragen bij de consulent Onderwijs aan Zieke Leerlingen (OZL). In de regio Zuidoost-Brabant wordt de Ondersteuning Onderwijs aan Zieke Leerlingen in samenwerking verzorgd door de onderwijsbegeleidingsdiensten van Helmond, Eindhoven en Eersel. Bij een opname in het ziekenhuis kan de school samen met ouders vragen om ondersteuning bij het onderwijs. De school vult een aanvraagformulier in. Dit formulier dient door ouders en school ondertekend en opgestuurd te worden naar het centrale kantoor van OZL in Eindhoven, t.a.v. consulenten OZL. Zo spoedig mogelijk nadat een zieke leerling is aangemeld bij de OZL maakt de consulent afspraken met de school. Er wordt gekeken naar aanpassingen in organisatie en aanpak van het schoolwerk, prioriteiten in vakinhouden, leerstofspreiding op langere termijn, de wijze waarop contacten met klasgenoten onderhouden kunnen worden enz. Indien ouders en/of de school daar behoefte aan hebben, kan de consulent voorlichting geven over:  het ziektebeeld van de leerling;  de mogelijke gevolgen van de ziekte en/of de behandeling op het leren en het gedrag;  de opvang van de zieke leerling bij terugkeer naar school;  de opvang van medeleerlingen, eventuele broer(s) en/of zus(sen), enz. De ondersteuning van het onderwijs aan zieke leerlingen brengt voor de school en voor ouders/verzorgers geen kosten met zich mee.


34

Als uw kind opgenomen wordt in een academisch ziekenhuis elders in Nederland, dan kunt u zich aanmelden bij de Educatieve Voorziening in het ziekenhuis zelf. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de schoolleiding of met de coördinator Ondersteuning aan Zieke Leerlingen. De consulenten OZL zijn verbonden aan Fontys Fydesonderwijsadviseurs. Adres: coördinator OZL, Lismortel 25, 5612 AR Eindhoven,  0877 – 87 21 88, E: [email protected] W: www.ziezon.nl Uiteraard kan ook als een leerling ziek thuis is, een beroep worden gedaan op ondersteuning bij het onderwijs. Voor de aanvraag geldt dezelfde procedure als bij opname in een ziekenhuis.

4.4 Resultaten van ons onderwijs Naast de toetsen uit ons leerlingvolgsysteem maken alle leerlingen ten slotte in groep 8 de Eindtoets Basisonderwijs van Cito. De score op deze landelijke toets ligt voor onze school al jarenlang boven het landelijke gemiddelde. Gemiddeld maakten onze leerlingen in het schooljaar 2014-2015 bij:   

taal rekenen wereldoriëntatie

73,6% van de opgaven goed 71,5% van de opgaven goed 73,5% van de opgaven goed

Het resultaat wordt uitgedrukt in een standaardscore die maximaal 550 kan zijn. Voor onze school was de gemiddelde standaardscore dit jaar 535,7. Landelijk was de score 535,3.


35

4.5 Waar gingen onze leerlingen naar toe? In juli 2014 hebben 55 kinderen van groep 8 de school verlaten.             

12 naar het Pleincollege Van Maerlant 12 naar het Pleincollege Sint Joris 5 naar het Aloysius/De Roosten 5 naar het Lorentz Casimir Lyceum 4 naar SG Augustinianum 4 naar het Montessoricollege 4 naar de Groenschool 2 naar het Sint Lucas 2 naar het Christiaan Huygens College 2 naar De Korenaer 1 naar het Stedelijke College 1 naar de Praktijkschool 1 naar het Vakcollege

De schooladviezen waren als volgt verdeeld:          

12 keer VWO 8 keer HAVO/VWO 9 keer HAVO 8 keer VMBO T/HAVO 5 keer VMBO T 5 keer VMBO T / K 4 keer VMBO K 1 keer VMBO B 1 keer Praktijkonderwijs 2 keer VSO

4.6 Begeleiding naar het voortgezet onderwijs Het is voor kind en ouders vaak een grote overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. Het is vooral voor de leerling erg belangrijk dat het daarbij de juiste keus maakt. Begin groep 8 krijgen de ouders een voorlopig schooladvies. Op basis daarvan kunnen de ouders bepalen van welke scholen zij de open dag gaan bezoeken. In de periode januari / februari wordt het definitieve advies gegeven. In de adviesgesprekken met de ouders en leerling vertelt de leerkracht welke vorm van voortgezet onderwijs hem het meest geschikt lijkt voor de leerling. Hierbij wordt, naast de didactische vaardigheden, nadrukkelijk rekening gehouden met leerling kenmerken als: werkhouding, motivatie, doorzettingsvermogen en sociaal/emotionele vaardigheden. In de periode maart/april krijgen de ouders een afdruk van het onderwijskundig rapport dat naar het voortgezet onderwijs gestuurd wordt. Het 2e rapport vervalt daarmee voor groep 8. Tegen de tijd van aanmelding op de scholen voor voortgezet onderwijs, houden de meeste scholen open dagen, waarop kind en ouders de school eens goed kunnen bekijken (overigens kunnen ook leerlingen uit groep 7 alvast een kijkje gaan nemen met hun ouders). In de aanmeldweek in maart melden de ouders vervolgens hun kind aan bij een school voor voortgezet onderwijs. Het voortgezet onderwijs ontvangt automatisch de gegevens van de basisschool. In april neemt de toelatingscommissie van de gekozen school een beslissing over de toelating.


36

Van de leerlingen met een VMBO-advies die (eventueel) in aanmerking komen voor LWOO (leerwegondersteunend onderwijs) en leerlingen die voor Praktijkonderwijs geïndiceerd zijn, wordt een vooraanmelding verlangd. De gezamenlijke besturen van het basis- en voortgezet onderwijs hanteren een speciale aanmeldingsprocedure. Deze moet ervoor zorgen dat deze leerlingen tijdig worden aangemeld op een school voor voortgezet onderwijs die het beste bij hen past. De (voor)aanmelding vindt begin februari plaats. Het voorkomt tevens dat deze leerling op het eind van groep 8 nergens geplaatst kan worden. Ouders van leerlingen van groep 8 die dit betreffen zullen vroeg in het jaar door de leerkracht geïnformeerd worden over deze procedure. De leerkrachten van groep 8 geven ouders en leerlingen op verschillende momenten informatie over de overgang naar het voortgezet onderwijs. Onder andere op de informatieavond aan het begin van groep 8 als ook in de klas aan de leerlingen. Voor specifieke vragen kunnen ouders en leerlingen altijd bij de leerkracht terecht.

4.7 Bijzondere activiteiten voor kinderen Ieder jaar vinden er een paar bijzondere activiteiten plaats. Voorbeelden hiervan zijn de sportdag, de toneelmiddagen en open podia, de schoolreisjes en de excursies. In groep 6 krijgen de kinderen 10 keer per jaar schaatsles en in groep 7 wordt tijd ingeruimd voor het behalen van het verkeersdiploma. Jaarlijks nemen er ook meerdere teams deel aan verschillende sporttoernooien. De begeleiding wordt verzorgd door ouders met medewerking van de gymleraar. Traditioneel gaan de groepen 8 aan het eind van het schooljaar op kamp. De kinderen uit groep 8 zijn van maandag tot vrijdag ergens in het land. De kinderen van groep 8 sluiten hun basisschooltijd af met een onvergetelijke afscheidsavond.

4.8 Jeugdgezondheidszorg: een gezonde keuze voor alle leerlingen Onze school werkt samen met het team Jeugdgezondheidszorg van de GGD. Het team bestaat uit een jeugdarts, jeugdverpleegkundige, assistente, psycholoog en preventiemedewerker. Wat kan dit team voor u en uw zoon of dochter betekenen in de periode dat hij of zij op de basisschool zit?

4.8.1 Antwoord op vragen Ontwikkelt mijn kind zich goed? Waar komt die lichamelijke klacht vandaan? Is dit gedrag normaal? Opvoedtwijfels? Voor dit soort vragen kunnen u en uw zoon of dochter terecht bij het team Jeugdgezondheidszorg. Zij geven advies en bekijken samen met u of verder onderzoek nodig is.

4.8.2 Contactmomenten Tijdens de basisschoolperiode komen alle leerlingen van groep 2 en groep 7 op een vast moment in contact met de medewerkers van het team Jeugdgezondheidszorg. Zij kijken naar de lichamelijke, psychische en sociale ontwikkeling van uw kind. Denk aan groei, motoriek, leefstijl, spraak en taal, maar ook schoolverzuim en gedrag. U kunt bij elk contactmoment aanwezig zijn.

4.8.3 Inentingen In het kalenderjaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt het de laatste twee inentingen tegen DTP (difterie, tetanus, polio) en BMR (bof, mazelen en rodehond). U krijgt hiervoor een uitnodiging van de GGD. 12-Jarige meisjes krijgen een oproep voor de vaccinatie tegen baarmoederhalskanker (HPV).

4.8.4 Een gezonde school De GGD ondersteunt de school bij het realiseren van een veilig, gezond en hygiënisch schoolklimaat. Bijvoorbeeld bij het voorkomen en bestrijden van hoofdluis, het uitvoeren van projecten over een gezonde leefstijl of het meten van en adviseren over een gezond leefklimaat. Floralaan West 264, 5644 BN Eindhoven T: 040 – 2 112 112 E: [email protected] W: www.bs-floralaan.nl

37

4.8.5 Vragen, informatie en contact Heeft u vragen voor de jeugdverpleegkundige of jeugdarts: 

Stuur een e-mail naar: [email protected] Vermeld altijd de voor- en achternaam en geboortedatum van uw kind



Of bel de GGD Brabant-Zuidoost vis: 088 0031 414 op maandag t/m vrijdag: 9.00 – 11.00 uur en 14.00 – 15.00 uur



Kijk op de website www.ggdbzo.nl/ouders

GGD Brabant-Zuidoost Clausplein 10 5611 XP Eindhoven

4.8.6 Hoofdluis: ‘Luis in je haar? Kammen maar! Om het hoofdluizenprobleem onder de duim te houden, vinden er dit schooljaar weer regelmatig controles plaats. Na elke vakantieperiode worden alle kinderen gecontroleerd. Dit gebeurt door een groep speciaal geïnstrueerde ouders. Als er hoofdluizen of neten worden gevonden, zal de leerkracht van de betreffende kinderen contact opnemen met de ouders. De kinderen kunnen pas na behandeling weer terug naar school. Er wordt ook een informatiebrief en een informatiefolder van de GGD meegegeven. Wij vragen u uw kind regelmatig te controleren op hoofdluis. Wekelijks kammen met de stofkam is hierbij een goed hulpmiddel. Constateert u zelf hoofdluis, behandel dit dan meteen en laat het op school even weten. Na behandeling kan uw kind weer naar school. Controleer ook alle huisgenoten. Vergeet niet mutsen, petten, jassen, knuffels, kussens e.d. te wassen. De data waarop gecontroleerd wordt, staan op de schoolkalender vermeld. In het schooljaar 2007-2008 heeft de school een protocol voor preventie en behandeling van hoofdluis opgesteld in samenwerking met de GGDBZO en enkele ouders. Contactpersoon m.b.t. de uitvoering van het protocol is Ingeborg de Bruijn.

4.9 Internet en social media Social media is niet meer weg te denken uit de samenleving. Hoewel het vele positieve kanten heeft, leert de realiteit dat we voorzichtig om moeten gaan met het gebruik van social media. Met één druk op de knop kan je informatie online zetten die naderhand misschien niet makkelijk te verwijderen is. Daarom heeft SALTO een Protocol Internet & Social Media opgesteld waarin de afspraken staan, die op alle SALTO-scholen gehanteerd worden door alle partijen (medewerkers, leerlingen en ouder(s)/verzorger(s)). Daarnaast besteden SALTO-scholen aandacht aan mediawijsheid om op een verstandige manier met social media om te gaan. In het protocol is onder andere aangegeven dat er van iedereen (leerlingen, ouder(s)/ verzorger(s) en medewerkers van SALTO) wordt verwacht dat bij het gebruik van internet, mail en social media de schoolregels en de normale omgangsvormen in acht worden genomen. Voorbeelden van overtredingen van de schoolregels en/of de normale omgangsvormen zijn: bedreiging, laster, stalking, pesten, discriminatie, racisme, het zonder toestemming publiceren van foto’s of filmpjes, het bezoeken van pornografische sites, etc. Indien u opmerkt dat het protocol wordt overtreden en de gevolgen van deze overtreding betrekking heeft op (het functioneren van uw kind op) school, dan kunt u hiervan melding maken bij de groepsleerkracht en/of het managementteam van de school. De school zal het gesprek met de persoon/ personen in kwestie aangaan en zal indien nodig passende maatregelen nemen. De maatregelen kunnen variëren van een waarschuwing tot schorsing en verwijdering van school. Indien de uitlating van leerlingen en/of ouder(s)/verzorger(s) en medewerkers mogelijk een strafrechtelijke overtreding inhoudt, zal door de school aangifte bij de politie worden gedaan.


38

4.10 Antipestbeleid Scholen worden bij wet verplicht om op effectieve wijze pesten tegen te gaan. Gepeste kinderen en hun ouders die op school geen gehoor vinden, kunnen in het uiterste geval terecht bij de Kinderombudsman, www.kinderombudsman.nl Pesten is het gedrag dat min of meer bewust gericht is op één of meer kinderen en dat tot doel én tot gevolg heeft, dat degene die gepest wordt, zich gekwetst, geraakt, vernederd, afgewezen of buitengesloten voelt. Het is een vorm van psychische mishandeling van kinderen die niet (meer) in staat zijn zich daartegen te verdedigen. Pesten komt meer voor dan men denkt: gemiddeld één op de twintig kinderen heeft dagelijks last van pesterijen. Dag in, dag uit gaan zij met een enorme tegenzin naar school. Slechts een klein deel van de gepeste kinderen vertelt thuis of op school dat ze gepest worden. Pesten is dus een zeer belangrijk, sluimerend probleem. Onze school heeft zich achter het Nationaal Onderwijs Protocol tegen Pesten geschaard. Er is een Protocol tegen Pesten opgesteld en aangenomen. In dit protocol staan de voorwaarden opgesomd, waaraan voldaan moet zijn om krachtig tegen het pestprobleem te kunnen optreden. De aanpak volgt het vijf sporenbeleid, waarin het probleem vanuit het oogpunt van elk van de vijf betrokken groepen wordt aangepakt. Deze vijf betrokken partijen zijn: 1. De pester 2. Het gepeste kind 3. De rest van de groep 4. De leerkrachten 5. De ouders

Muziek project Floralaan West 264, 5644 BN Eindhoven T: 040 – 2 112 112 E: [email protected] W: www.bs-floralaan.nl

39

4.11 Schorsings- en verwijderingsprocedure Als een leerling of een ouder in of om de school de gedragsregels van de school ernstig overtreedt of als er sprake is van gedrag dat de veiligheid van de leerlingen, de ouders en/of het personeel van de school in gevaar brengt, maken wij dit gedrag direct bespreekbaar. Het gedrag kan in sommige gevallen aanleiding zijn voor het College van Bestuur om de leerling te schorsen of, in het ergste ge-


40

val, te verwijderen van de school. Bij een schorsing wordt de toegang tot de school tijdelijk ontzegd. Bij een verwijdering wordt de leerling de toegang tot de school definitief ontzegd. Bij de uitvoering van deze maatregelen, volgen SALTO-scholen een schorsings- en verwijderingsprocedure. Deze procedure kunt u inzien op school en op de website van SALTO. Algemene informatie over schorsen en verwijderen kunt u vinden op de website van de onderwijsinspectie: www.onderwijsinspectie.nl

4.12 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Sinds 1 januari 2011 zijn organisaties en zelfstandige medewerkers in de gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg, justitie en politie verplicht om op basis van de wet Verplichte Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, een meldcode te hanteren voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Daaronder is ook begrepen seksueel geweld, vrouwelijke genitale verminking (ook wel vrouwenbesnijdenis genoemd) en eergerelateerd geweld. Ook onze school zal melding maken van eerder genoemde delicten, zodra deze zich voordoen.

4.13

Klachtenregeling salto

4.13.1 De klachtenregeling (intern): U kunt met vragen, kritische opmerkingen en klachten over uw kind en/of de klassensituatie op de eerste plaats altijd terecht bij de groepsleerkracht[en] van uw kind. Als het om algemene zaken gaat, kunt u bij de directie terecht.

4.13.2

De klachtenprocedure:

Als u een probleem, kritische opmerking of klacht heeft over zaken die de school betreffen, vragen wij u vriendelijk dit kenbaar te maken. We gaan ervan uit dat de meeste zaken in onderling overleg met de persoon in kwestie en/of de directeur van de school opgelost kunnen worden. In sommige gevallen kan het voorkomen dat we er op school niet uitkomen. U kunt dan gebruik maken van de klachtenregeling van SALTO. In geval van (een vermoeden van) een misstand, kunt u gebruik maken van de regeling “Omgaan met het vermoeden van een misstand”. Beide regelingen liggen ter inzage op school en kunt u vinden op de website van SALTO. De procedure voor het indienden van een klacht of het melden van een misstand bij SALTO is als volgt bondig samen te vatten: u meldt uw klacht of het vermoeden van een misstand bij de ambtelijk secretaris klachten van SALTO. De ambtelijk secretaris klachten zal eerst nagaan of u geprobeerd heeft het probleem op schoolniveau op te lossen of dat het (een vermoeden van) een misstand betreft. Vervolgens verwijst de ambtelijk secretaris klachten u door naar het juiste orgaan voor verdere behandeling van uw klacht of uw vermoeden. Als deze stap u, na behandeling van uw klacht, geen oplossing biedt, kunt u contact opnemen met de onafhankelijke landelijke klachtencommissie Stichting Onderwijsgeschillen. Op de website www.onderwijsgeschillen.nl vindt u hierover meer informatie. Hieronder staat een schematische weergave van de klachtenregeling van SALTO. Als u vragen heeft over deze regelingen of als u advies wenst over stappen die u kunt zetten in het kader van uw klacht of uw vermoeden, dan kunt u zich wenden tot de schoolcontactpersoon.


41

Aard van de klacht

Onderwijsinhoudelijk Bijvoorbeeld: - methodes - werkwijze in de klas - overgaan/ doubleren

Schoolorganisatie Bijvoorbeeld: - vakanties/ vrije dagen - ouderbijdrage - schoolgebouw

Rechtspositioneel Besluit Bijvoorbeeld: - opzegging contract -disciplinaire maatregel

Ongewenst gedrag Bijvoorbeeld: - pesten - discriminatie, racisme - agressie, geweld - seksuele intimidatie

Misstand Bijvoorbeeld: - strafbaar feit - grove schending beleidsregels -dreigend gevaar

Stap 1 Oplossen op schoolniveau a. Bespreken met personeelslid b. Bespreken met directeur van de school U kunt in deze fase ook de schoolcontactpersoon inschakelen

Stap 2 Oplossen op bestuursniveau 1. Contact opnemen met ambtelijk secretaris klachten van SALTO 2. U wordt doorverwezen naar juiste orgaan voor uw klacht

College van Bestuur

Externe vertrouwenspersoon

Organisatorische/ Onderwijsinhoudelijke klachten/ Bezwaar tegen besluit. - Onderzoek naar toedracht en omstandigheden - Beslissing over klacht/bezwaar

Ongewenst gedrag/ Vermoeden van een misstand. - Mediation tussen school en klager - Begeleiding klachtenprocedure - Begeleiding melding politie/ justitie

Andere organen Raad van Toezicht/ Politie/ Justitie/ Vertrouwensinspecteur/ etc.

Geen oplossing Neem contact op met de Landelijke Klachtencommissie* of met de Commissie van Beroep1

4.13.3

Contactgegevens

Schoolcontactpersoon: De schoolcontactpersoon kan u op schoolniveau helpen bij het oplossen van uw klacht. Als een klacht ondanks alle inspanningen naar uw mening niet opgelost is op schoolniveau, kan de schoolcontactpersoon u begeleiden en adviseren bij het indienen van de klacht op bestuursniveau. Onze schoolcontactpersonen zijn mevr. Ank van de Ven en dhr. Thijs van Weert. Ambtelijk secretaris klachten van SALTO Als uw klacht is besproken op school en u niet tot een goede oplossing bent gekomen, kunt u uw klacht indienen op bestuursniveau. Deze dient u schriftelijk in bij de ambtelijk secretaris klachten van SALTO. Uw klaagschrift bevat tenminste: uw naam en adres, de naam van degene tegen wie de 1

Het staat eenieder vrij rechtstreeks contact op te nemen met de Landelijke Klachtencommissie of met de Commissie van Beroep. De ervaring leert echter dat men in de regel pas een klacht in behandeling neemt, nadat de interne procedure is verlopen.


42

klacht is gericht, een omschrijving van de klacht en de feiten en omstandigheden zoals deze zich volgens u hebben voorgedaan, de datum en uw handtekening. SALTO t.a.v. Mevrouw M.R.A. Troost, ambtelijk secretaris klachten Odysseuslaan 2 5631 JM Eindhoven 040-2606710 Externe vertrouwenspersonen U wordt door de ambtelijk secretaris klachten van SALTO verwezen naar de externe vertrouwenspersonen indien uw klacht ongewenst gedrag of het vermoeden van een misstand betreft. Tevens wordt de externe vertrouwenspersoon ingeschakeld indien u uw naam niet kenbaar wilt maken bij het College van Bestuur. De vertrouwenspersoon kan in dit geval namens u spreken. U dient wel uw naam en adres aan de vertrouwenspersoon kenbaar te maken. Anoniem melden is niet mogelijk. Bij ernstige zaken, kunt u rechtstreeks contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon. Onderstaand treft u de gegevens van de externe vertrouwenspersoon aan: Irma van Hezewijk 06-54647212 [email protected] www.vertrouwenswerk.nl

Vertrouwensinspecteur De vertrouwensinspecteurs van de inspectie van het onderwijs kunt u raadplegen bij seksuele intimidatie, seksueel misbruik, psychisch en/of fysiek geweld, discriminatie en radicalisering. Zij zijn alle werkdagen tijdens kantooruren (08.00-17.00 uur) bereikbaar op het nummer: 0900 1113111 (lokaal tarief). Stichting Onderwijsgeschillen Stichting Onderwijsgeschillen is een onafhankelijk, landelijk orgaan waar u uw klacht rechtstreeks of nadat deze op bestuursniveau is behandeld, kunt indienen. Stichting Onderwijsgeschillen heeft verschillende geschillencommissies, zoals de Landelijke Klachtencommissie (LKC) en de Commissie van Beroep, waardoor deze aangeschreven kan worden in geval het een klacht of een beroep betreft. Als u bij de Stichting Onderwijsgeschillen uw klacht indient, is hierop het reglement van de Stichting Onderwijsgeschillen van toepassing. Deze is te vinden op de website: www.onderwijsgeschillen.nl Stichting Onderwijsgeschillen Gebouw "Woudstede" Zwarte Woud 2 Postbus 85191 3508 AD Utrecht Tel: 030 2809590 Fax: 030 2809591 E-mail: [email protected]


43

4.14 4.14.1

Inkomensondersteuning bij opvoeden van kinderen Gemeente Eindhoven

Het opvoeden van kinderen brengt extra kosten met zich mee. Naast het Rijk heeft ook de gemeente Eindhoven diverse regelingen om u tegemoet te komen. Bij het Inkomensondersteuningsloket van de gemeente Eindhoven zijn informatiefolders en aanvraagformulieren verkrijgbaar. Via het loket kunt u bij Welzijn Eindhoven terecht voor hulp bij het invullen.

4.14.2

Peuterspeelzaal voorkomt soms ontwikkelingsachterstand

Voor een aantal kinderen is deelname aan een peuterspeelzaal van belang om een ontwikkelingsachterstand te voorkomen. Er kan extra ondersteuning worden gegeven, bijvoorbeeld voor de taalontwikkeling. Ook kan contact met andere kinderen nodig zijn voor sociaal emotionele ontwikkeling. De ouderbijdrage kan, onder bepaalde voorwaarden, vergoed worden uit de regeling Bijzondere Bijstand.

4.14.3

Overheid betaalt mee aan kinderopvang

Sinds 1 januari 2005 moet u uw kind zelf aanmelden bij een kinderopvangorganisatie. U kiest de organisatie die het beste bij uw kind past. Het moet wel een erkend kindercentrum of gastouderbureau zijn. Voor opvang door familie of vrienden en tieneropvang geeft de overheid geen bijdrage. Van het kindercentrum of gastouderbureau ontvangt u rechtstreeks de factuur voor de kosten van de opvang. Deze rekening betaalt u zelf. Van de overheid ontvangt u een deel van de kosten terug: een deel van de gemeente Eindhoven en een deel van de Belastingdienst. Als u geen betaald werk hebt en toch kinderopvang nodig hebt (bijvoorbeeld omdat u een re-integratietraject of een opleiding volgt) dan kunt u voor een deel van de kosten van de opvang een beroep doen op de gemeente Eindhoven. Bij de Belastingdienst kunt u daarnaast een vergoeding van de Wet Kinderopvang aanvragen. Een aanvraagformulier daarvoor kunt u ook vinden bij de kindercentra en gastouderbureaus. Vraag eerst de tegemoetkoming aan bij de gemeente, voordat u het formulier van de Belastingdienst invult: u moet daarop namelijk aangeven of u in aanmerking komt voor een tegemoetkoming van de gemeente. Voor meer informatie over de Kinderopvangtoeslag kunt u terecht bij de Belastingdienst.

4.14.4

Komt u in aanmerking?

Per regeling gelden net iets andere voorwaarden. De details kunt u navragen bij het “Inkomensondersteuningsloket”. U kunt daar ook uitgebreidere folders van de regelingen aanvragen. In ieder geval wordt gekeken naar inkomen en vermogen.

4.14.5

Hebt u nog vragen?

De medewerkers van het “Inkomensondersteuningsloket” staan u graag te woord bij vragen. U kunt langskomen of bellen.

Bezoekadres

Postadres

Inwonersplein Eindhoven Antwoordnummer 10123, 5600 VB Eindhoven Dienst Werk, Zorg en Inkomen Inkomensondersteuningsloket Stadhuisplein 10, Eindhoven geopend van maandag t/m vrijdag van 8.30 - 17.00 uur  040 – 2 386 000 (op werkdagen van 8.30 - 17.00 uur) W: www.eindhoven.nl


44

4.14.6

Als je je kind mee wilt laten doen, maar het niet kunt betalen

Steeds meer ouders kunnen hun kinderen niet mee laten doen met bijvoorbeeld sport, muziek- of dansles, hobbyclub, enz. omdat ze dat niet kunnen betalen. Zelfs de kosten voor school (bijvoorbeeld schoolbenodigdheden, schoolreis, kamp, excursies) zijn soms niet meer op te brengen. In veel gevallen kunnen gezinnen een aanvraag bij de gemeente doen voor bijzondere bijstand. U kunt ook gebruik maken van andere ondersteuningsregelingen. De gemeente Eindhoven heeft de volgende regelingen:  De Reductieregeling: de Reductieregeling zorgt dat uitgaven voor activiteiten op het gebied van recreatie, sport en cultuur (voor een deel) aan het gezin worden terugbetaald. Het bedrag dat men krijgt, kan ieder jaar anders zijn; de vergoeding voor 2013 is maximaal € 179,00 per kind per jaar.  Bijzondere Bijstand Schoolkosten: deze regeling vergoedt de kosten voor bijvoorbeeld schoolspullen, schoolreisjes, excursies, sportkleding en ouderbijdrage. De vergoeding voor 2013 is maximaal € 133,00 per kind per jaar.  Bijzondere Bijstand Technologievergoeding: deze regeling vergoedt de kosten voor bijvoorbeeld een computer, educatieve software of applicaties, internetaansluiting of printer. In 2013 wordt € 600,00 vergoedt (maximaal per gezin per 5 jaar). De regelingen zijn bedoeld voor alle inwoners van Eindhoven die een minimuminkomen (tot max. 120% van het sociaal minimum) hebben. De medewerkers van het Inwonersplein, sector Zorg & Inkomen, kunnen u meer vertellen: stadhuisplein 10, tel 14040 of 040-238 6000; zie ook www.eindhoven.nl onder ‘inwonerplein, werk en inkomen’). Niet iedereen komt voor deze regelingen in aanmerking en ook niet alle kosten worden vergoed. Dan zijn er nog meer mogelijkheden. In Eindhoven zijn drie stichtingen die kinderen tussen de 4 en 18 jaar kansen bieden om toch mee te kunnen doen:

4.14.7

Stichting Leergeld (www.leergeld.nl)

Odysseuslaan 2, 5631 JM Eindhoven; E: [email protected] ;  040-2 131 141 (bereikbaar op maandag- en donderdagochtend van 09.00 uur tot 11.30 uur). Stichting Leergeld is bedoeld om kinderen, waar van de ouders/verzorgers in een financieel moeilijke situatie zitten, in staat te stellen mee te doen aan activiteiten die de school organiseert, of aan sport, beweging, muziek, dans, enz., De Stichting kan ook bijdrage doen voor de aanschaf van een fiets, een computer, of allerlei schoolbenodigdheden. Leergeld werkt met vrijwilligers. Zij komen op huisbezoek om samen met de aanvrager alle mogelijkheden en wensen te bespreken. Ouders / verzorgers kunnen zelf contact opnemen met Leergeld, maar ook anderen kunnen dit voor hen doen. De huisbezoekers gaan ook na of er gebruik kan worden gemaakt van gemeentelijke voorzieningen (zie hierboven) en zijn daar eventueel behulpzaam bij. Als Leergeld aanvragen tegenkomt die te maken hebben met sport of cultuur, zorgen zij voor verdere afhandeling door de hierna genoemde stichtingen. Leergeld kan ook hulp bieden in de vorm van het verstrekken van een voorschot, of een renteloze lening. Leergeld behandelt alle aanvragen in alle vertrouwelijkheid.

4.14.8

Het Jeugdsportfonds (www.jeugdsportfonds.nl)

Deze stichting is van mening dat elk kind de gelegenheid moet hebben om te sporten. Sporten is leuk om te doen, je groeit er lichamelijk en geestelijk van, je ontwikkelt zelfvertrouwen en je gevoel voor eigenwaarde en het brengt je in contact met anderen. Sporten in clubverband bevordert bovendien de individuele, sociale en maatschappelijke integratie. Ouders/verzorgers kunnen niet zelf een aanvraag indienen, maar moeten dit laten doen door een intermediair. (b.v. de school, een maatschappelijk werkster, Stichting Leergeld, of iemand anders die betrokken is bij de begeleiding van het gezin) Jeugdsportfonds betaalt de contributie en eventuele sportattributen tot een maximum van € 225,- per jaar per kind. Het Jeugdsportfonds keert géén geld uit aan kinderen of aan de ouder(s), maar rechtstreeks aan de sportinstelling of –winkel.


45

4.14.9

Het Jeugdcultuurfonds (www.jeugdcultuurfonds.nl)

Het Jeugdcultuurfonds wil dat alle kinderen in Nederland zich kunnen ontwikkelen in minstens één kunstdiscipline. Het zelf beoefenen en ervaren van cultuur is de basis van het culturele leven. Kunst beoefen je voor jezelf. Omdat het leuk is en ontspannend. Maar het draagt ook bij aan je persoonlijke ontwikkeling, aan het gevoel ergens bij te horen en ervaringen te kunnen delen. De effecten van het ontwikkelen van je eigen creativiteit en het laten horen of zien wie je bent en wat er in je leeft, zijn groot. Wie aan kunst doet, krijgt meer zelfvertrouwen, het concentratievermogen neemt toe en het vergroot de sociale vaardigheden. Daarom wil het Jeugdcultuurfonds dat ook kinderen uit gezinnen die het financieel moeilijk hebben de gelegenheid krijgen om actief aan kunst te doen. Ouders/verzorgers kunnen niet zelf een aanvraag indienen, maar moeten dit laten doen door een intermediair. Deze intermediair is een persoon die professioneel betrokken is bij de opvoeding, begeleiding of scholing van het kind. Intermediairs werken veelal in een van volgende branches: jeugdzorg, (jeugd)gezondheidszorg, onderwijs, maatschappelijk werk, schuldhulpverlening, armoedebestrijding, vluchtelingenwerk. De bijdrage van het Jeugdcultuurfonds bedraagt maximaal €500,per jaar. Het Jeugdcultuurfonds keert géén geld uit aan kinderen of aan de ouder(s), maar rechtstreeks aan de culturele instelling, vereniging of winkel.

Project Middeleeuwen


46

5 De leerkrachten 5.1 De nascholing van leerkrachten De leerkrachten van onze school volgen regelmatig nascholingscursussen. In sommige gevallen doen ze dat individueel, soms ook met enkele collega's samen. Elk jaar wordt er een plan gemaakt welke nascholing gevolgd gaat worden door welke leerkrachten. Video-Interactie-Begeleiding kan een onderdeel zijn van professionalisering en nascholing voor onze leerkrachten. Hierbij wordt de leerkracht gefilmd en niet de kinderen. Wij volgen ook nascholing op team-niveau. Dit schooljaar zullen er onder andere cursussen gevolgd of vervolgd worden op het gebied van VVE en SCOL (leerlingvolgsysteem voor de sociaal emotionele ontwikkeling).

5.2 Het inzetten van stagiaires Elk jaar loopt een aantal studenten op onze school stage. Het zijn studenten van Hogeschool de Kempel in Helmond. De studenten worden begeleid door de leerkracht van de groep waarin zij stage lopen. Ook geven de stagiaires in opdracht van de leerkracht een aantal lessen aan de kinderen. Op deze wijze doen zij praktijkervaring op. Ook de vaste leerkracht komt hierdoor met nieuwe onderwijskundige ontwikkelingen en inzichten in aanraking. Onder begeleiding van onze vakleerkracht gymnastiek zullen er ook studenten van de ROC-opleiding ‘Sport en Beweging’ hun stage op onze school doorbrengen. Verder komen er enkele stagiaires van de opleiding voor onderwijsassistent.

5.3 Deeltijdleerkrachten Veel mensen kiezen tegenwoordig voor een deeltijdbetrekking. Ook op onze school werkt een groot aantal leerkrachten in deeltijd. We streven er naar niet meer dan twee deeltijdleerkrachten in een groep te laten werken. Natuurlijk vindt er een goede afstemming tussen beide leerkrachten plaats in persoonlijk contact en door middel van wekelijkse overdracht, groepsmap en andere schriftelijke verslaglegging. Soms is het echter nodig voor enkele dagen per schooljaar een derde of vierde persoon in een klas te laten werken in verband met vervanging voor ouderschapsverlof of duurzame inzetbaarheid voor oudere werknemers (voorheen: Bapo).

5.4 Wijze van vervanging Als een leerkracht ziek wordt of om een andere reden onverwacht afwezig is, doen we zoveel mogelijk beroep op dezelfde invallers. We kunnen een beroep doen op de invalpool van salto. Op deze wijze wordt het leerproces ondanks het uitvallen van de leerkracht zo min mogelijk verstoord. Als we er niet in slagen een invaller te vinden, liggen er op school duidelijke afspraken hoe de leerlingen dan opgevangen zullen worden.

5.5 Spreekavond Tijdens de spreekavonden kunnen ouders naar de leerkracht toekomen om de vorderingen van hun kind te bespreken. Ook de leerkracht kan het initiatief nemen om ouders van een kind uit te nodigen, soms gewoon om nader kennis te maken, soms ook als er een probleem dreigt te ontstaan. De data van de spreekavonden vindt u in onderstaand schema en op de kalenderbladen. In de groepen waar twee leerkrachten werkzaam zijn, verzorgen zij beurtelings de spreekavonden. Het kan voorkomen dat de deeltijdleerkrachten samen de spreekavond willen verzorgen. Dit wordt dan bekend gemaakt op de kennismakingsavond in het begin van het schooljaar.


47

Spreekavonden schooljaar 2015-2016 1e spreekavond: 5 oktober 2015 2e spreekavond: 7 december 2015 3e spreekavond: 1 februari 2016 4e spreekavond: 14 maart 2016 5e spreekavond: 18 april 2016 6e spreekavond: 6 juni 2016 7e spreekavond: 11 juli 2016 Op de laatste bladen van de schoolkalender treft u invulbriefjes voor de spreekavonden voor twee kinderen aan. Extra bladen voor het derde en vierde kind zijn bij de conciërge af te halen. Als u van plan bent meer dan één leerkracht te bezoeken, wilt u dan voor elke leerkracht apart een briefje invullen zodat zij onderling de tijden kunnen afstemmen? Om de spreekavonden voor zowel ouders als leerkrachten soepel te laten verlopen, dienen de invulbriefjes minimaal een week vóór die spreekavond te worden ingeleverd. De inleverdatum vindt u op de kalenderbladen. Schaatsles groepen 6

les Televisieopnames Z@ppsport


48

6 De ouders 6.1 De betrokkenheid van ouders Voor de opvoeding van het kind naar volwassenheid zijn ouders en leerkrachten samen verantwoordelijk. De onderwijskundige kant blijft de verantwoordelijkheid van de leerkrachten. De ouders zorgen waar nodig en gewenst voor ondersteuning en aanvulling. Voor een goede begeleiding van kinderen is een open communicatie tussen leerkrachten en ouders erg belangrijk. Door een soepele uitwisseling van informatie kunnen ouders en school elkaar op een zinvolle manier aanvullen bij onderwijs en opvoeding. Ouders helpen regelmatig bij het organiseren en begeleiden van activiteiten “rondom de school”. Bijvoorbeeld de natuurwandelingen, de computerlessen, de sportdag, de schoolreizen en de excursies.

6.2 Informatievoorziening aan ouders Elke twee weken, op woensdag verschijnt er een digitaal Florakel. Het Florakel is het nieuwsblad van de school. Er staat in vermeld wanneer en hoe laat een klas naar een theatervoorstelling gaat. Maar ook nieuws uit de medezeggenschapsraad of de oudervereniging komt in het Florakel. Twee ouders helpen ons daarbij. Om het florakel te kunnen ontvangen moet u zich eerst aanmelden. Onze school maakt gebruik van de app Gerichte berichten. Alle ouders van onze school krijgen hun eigen code om zich hiervoor aan te melden. De leerkrachten en directeur kunnen via deze dienst op een snelle manier met ouders communiceren. Ouders die geen gebruik maken van smart phone of tablet worden via hun mailadres aan het systeem gekoppeld. In het begin van het schooljaar wordt in elke klas een kennismakingsavond georganiseerd. De groepsleerkrachten vertellen dan hoe het er in de klas aan toegaat en wat er gedurende het schooljaar in de klas aan de orde komt. Als u er bezwaar tegen hebt dat foto’s waarop uw kind staat worden geplaatst in het Florakel of op de website, moet u dit schriftelijk kenbaar maken aan de directie.

6.3 Informatie aan gescheiden ouders Om op een goede manier met elkaar samen te werken, moeten ouder(s) en school elkaar blijven informeren over belangrijke ontwikkelingen van de kinderen. Daarom informeren wij u over allerlei relevante zaken die uw kind(eren) en de schoolorganisatie betreffen, zoals: rapporten, nieuwsbrieven, voortgangsrapportages, de schoolgids, ouderavonden en verzoeken om toestemming voor onderzoek of begeleiding. Van u verwachten wij dat u ons tijdig en naar waarheid informeert over belangrijke ontwikkelingen die van invloed zouden kunnen zijn op het onderwijsleerproces van uw kind(eren). Ook in geval van scheiding heeft u recht op bepaalde informatie over uw kind. De school zal beide ouders die na de scheiding met het ouderlijk gezag belast zijn, op een gelijke wijze en (indien mogelijk) op een gelijk tijdstip informeren. Als één ouder is belast met het ouderlijk gezag, dan informeert de school in eerste instantie alleen de betreffende ouder. De ouder met ouderlijk gezag is wettelijk verplicht de informatie van de school door te geven aan de ouder die niet met het gezag belast is. Als de ouder zonder ouderlijk gezag informatie van de school wenst, kan dit door een gesprek aan te vragen bij de directeur van de school. Tijdens dit gesprek zal echter geen informatie worden verstrekt, die ook niet aan de ouder met ouderlijk gezag verstrekt zal worden. Ook kan de directeur informatie weigeren, als de directeur dit in het belang van het kind vindt. In geval van voogdijschap zal de informatieverstrekking aan de gezinsvoogd op eenzelfde wijze verlopen als informatieverstrekking aan ouders met ouderlijk gezag.


49

De school heeft geen informatieplicht aan nieuwe partners. De school verstrekt geen informatie aan de nieuwe relatie, tenzij de ouder(s) met ouderlijk gezag hierin toestemming verleent/verlenen en tevens (een van hen) aanwezig is/zijn bij het gesprek.

6.4 Overleg over vorderingen en bij problemen In een persoonlijk gesprek, op de spreekavonden, kunt u met de leerkracht over de vorderingen van uw kind spreken. Natuurlijk kunnen ouders een leerkracht ook vóór of na schooltijd even aanspreken om een afspraak te maken. De groepen 1-2 en 8 krijgen twee maal een rapport mee naar huis. Voor de groepen 3 tot en met 7 is dat drie maal per jaar. De beoordelingen worden gegeven in een vijfpuntsschaal. Voor de groepen 1-2 is dat een driepuntsschaal. Naast een beoordeling van de relevante vakgebieden geven we ook een algemene indruk van het kind. Op het rapport worden de niveaus vanuit het CITO leerlingvolgsysteem vermeld. We vullen het rapport aan met de grafieken vanuit het leerlingvolgsysteem, die de ontwikkeling van de kinderen op relevante vakgebieden weergeven. Het rapport is een losbladig systeem, dat elk schooljaar wordt aangevuld. Het rapport voor de kinderen in groep 2 heeft het karakter van een portfolio. Een verzameling werkbladen geeft een indruk van de ontwikkeling van het kind.

6.5 Medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad (MR) denkt en beslist mee over alles wat met de school te maken heeft. Ouders en personeel kunnen via de medezeggenschapsraad invloed uitoefenen op het beleid van de school. Elke school heeft verplicht een MR. In het basisonderwijs bestaat de medezeggenschapsraad uit ouders en personeelsleden. De schoolleiding moet ieder belangrijk besluit voorleggen aan de MR. De medezeggenschapsraad kan ook ongevraagd een standpunt kenbaar maken aan het schoolbestuur. Alle rechten van de MR staan in de Wet medezeggenschap op scholen (WMS). Over sommige onderwerpen adviseert de medezeggenschapsraad het bestuur, voor andere zaken heeft de MR een instemmingsrecht. Zowel de vertegenwoordigers van de ouders als de vertegenwoordigers van het personeel mogen adviseren en/of instemmen over zaken die voor hen van belang zijn. Ouders en personeel moeten bijvoorbeeld gezamenlijk instemmen met het schoolplan, de schoolgids en het schoolreglement. Ouders hebben ook instemmingsrecht over de besteding van de ouderbijdrage (dit loopt bij ons via de Oudervereniging). Soms moet de schoolleiding instemming vragen aan de MR over hun plannen met de school. Bijvoorbeeld over fusieplannen of over het aanstellingsbeleid en het ontslagbeleid van het personeel. Voor andere zaken moet de schoolleiding advies vragen, bijvoorbeeld over nieuwbouw of vakantieregelingen. De schoolleiding moet serieus reageren op ieder advies dat de medezeggenschapsraad geeft, maar hoeft de adviezen niet over te nemen. Op onze school bestaat de MR uit tien leden: vijf ouders en vijf teamleden. Een ouder van onze school is ook lid van de GMR (gemeenschappelijke MR van Salto). In deze GMR wordt onze school vertegenwoordigd door Marjolein Wilbrink. Met ingang van schooljaar 2015 / 2016 omvat de personeelsgeleding (PMR) de volgende leden: Gonda Louwers, Linda Corstjens, Chantal Smit (secretaris), Anouk Tervooren en Thijs van Weert. De oudergeleding (OMR) bestaat uit Saskia van Erven, Martijn Zaal, Sonja Verhoeven, Wilma van de Koot, Anne Riesewijk (voorzitter, bereikbaar onder [email protected]) en Anniek Schellen (notuliste). De data van de MR vergaderingen staan op de kalender en worden vermeld in het Florakel. MR vergaderingen zijn openbaar, toehoorders zijn welkom. De MR is bereikbaar onder [email protected]


50

6.6 Oudervereniging Naast de medezeggenschapsraad is er ook een oudervereniging (OV). De oudervereniging bespreekt schoolzaken die de aandacht vragen. Ook kent de oudervereniging een groot aantal werkgroepen voor het organiseren van allerlei activiteiten en evenementen. In die werkgroepen nemen vaak ook leerkrachten en ouders die niet in de OV zitten deel. We streven er naar dat iedere groep door één ouder vertegenwoordigd is. Die is dan in de meeste gevallen ook de contactouder. Het dagelijks bestuur van de oudervereniging bestaat uit de volgende leden: Peter van der Heiden (voorzitter), Christine Pijs (penningmeester), Suzanne van Veen-van Osch (secretaris), Sabine Arkeveld, Rob van Ballegoij, Patricia Boxelaar, Wendy van den Braak, Derk Broekhuijse, Pieter van Eeten, Hedwig van Lierop, Weena Rantong, Joyce Scheffers, Michiel Smulders, Desiree van Soest, Barbara van Beurden-Vandenberghe, Jolande van der Velden, Marieke de Wit, Gonda Louwers (teamlid), Agnes de Natris (teamlid).

6.7 Ouderbijdrage Om de extra activiteiten op school te kunnen bekostigen wordt door het dagelijks bestuur van de Oudervereniging (OV) een vrijwillige ouderbijdrage aan de ouders van de leerlingen gevraagd. Die ouderbijdrage is ook wettelijk gezien een vrijwillige bijdrage. De ouders worden hiervan tijdens het aanmeldingsgesprek op de hoogte gesteld. Met die ouderbijdrage worden activiteiten mogelijk, die niet vallen onder het normale schoolbudget maar waaraan toch wel veel belang wordt gehecht, zoals sportdagen, schoolfoto’s, Sinterklaas, Carnaval, schoolreizen, bijdragen aan de schoolkampen, bezoeken aan de schouwburg en ook leermiddelen, zoals o.a. Stabilo-pennen en agenda’s. Als u besluit om de ouderbijdrage niet te betalen, zal uw kind van deze activiteiten worden uitgesloten. Wij bieden op die momenten dan een vervangend onderwijsprogramma aan. De Oudervereniging beslist op haar jaarvergadering, waarvoor alle ouders worden uitgenodigd, over de besteding van deze ouderbijdrage en ook over de hoogte van deze bijdrage. Het dagelijks bestuur van de OV presenteert tijdens de Algemene Jaarvergadering het jaarverslag, het financiële jaarverslag en een voorstel voor de activiteiten en de begroting daarvan. De administratie en het innen van deze vrijwillige ouderbijdrage zijn in handen van de penningmeester van de Oudervereniging. Voor het schooljaar 2014-2015 bedroeg de ouderbijdrage € 42,50 per kind per volledig schooljaar van tien maanden. Voor kinderen die in de loop van het schooljaar op school komen wordt een evenredig deel berekend. Op de jaarvergadering die in de periode september/oktober wordt gehouden, wordt de bijdrage voor dit schooljaar aan de ouders voorgesteld en na stemming vastgesteld.

6.8 Ouderactiviteiten Op onze school worden veel activiteiten georganiseerd waarbij de ouders betrokken zijn. Vaak speelt de oudervereniging hierin een belangrijke rol. Iedere ouder kan meehelpen om de school steeds beter te laten draaien. Dit kan door praktische hulp te verlenen, maar ook door, indien er vacatures zijn, zitting te nemen in het dagelijks bestuur van de oudervereniging of medezeggenschapsraad. Als ouder raak je hierdoor ook goed op de hoogte van de dagelijkse gang van zaken op school. Dat maakt het praten met kinderen over school ook gemakkelijker. Voorbeelden van grote evenementen waar ouders een belangrijke rol in spelen zijn:  

de kerstmarkt. Terwijl de kinderen Kerst vieren in hun eigen groep, is er op het plein voor de ouders een gezellige “markt” met hapjes en drankjes. het florafestival. Deze wordt gewoonlijk elk jaar aan het eind van het schooljaar georganiseerd met spelletjes voor de kinderen en versnaperingen voor groot en klein.


51

Daarnaast is er een nauwe samenwerking tussen de school en de ouders bij feestdagen zoals Carnaval en Sinterklaas en bij jaarlijkse evenementen zoals de sportdag en het open podium. Dan zijn er ook nog de activiteiten gericht op natuur en cultuur en de begeleiding bij computerlessen. Sommige praktische zaken krijgen de gezamenlijke aandacht van ouders en school, zoals de hygiëne op school en de verkeersveiligheid (o.a. de verkeersbrigadiers) rondom school.

Stichting Vrienden van de Floralaan

Florafestival

De Stichting Vrienden van de Floralaan stelt zich als doel fondsen te werven voor de realisatie van diverse plannen t.b.v. de accommodatie en het onderwijs. Dankzij hun inspanningen kunnen wij op het dak van onze school duurzame energie opwekken. De Vrienden van de Floralaan zijn ook betrokken bij de plannen voor de herinrichting van het schoolplein. De stichting houdt nauw contact met de directie, team en de oudervereniging Donaties zijn altijd welkom op postgironummer 9471046 t.n.v. Stichting Vrienden van de Floralaan te Eindhoven.


Sponsorloop 2013

52

6.9 Overblijfmogelijkheden De tussenschoolse opvang is in handen van Korein Lunch-Club. Verdere informatie over Korein vindt u in hoofdstuk 9 van deze schoolgids.

6.10 Naschoolse opvang De naschoolse opvang is in handen van Korein Kinderplein. Verdere informatie over Korein vindt u in hoofdstuk 9 van deze schoolgids.

6.11 Oversteekbrigade/verkeersbrigadiers In de directe omgeving van de school ligt een drietal drukke verkeerswegen die veel kinderen op hun weg van en naar school moeten oversteken. Voor de veiligheid van de kinderen zijn er verkeersbrigadiers (ouders) nodig die de kinderen helpen bij het oversteken. Er wordt op noordzijde van de rotonde Leenderweg/Floraplein gebrigadierd. De coördinator van deze brigade is altijd op zoek naar ouders die daar één of twee keer in de week willen brigadieren. De coördinator zorgt voor de indeling van de vrijwilligers op de verschillende tijden.

6.12 Schoolverzekering voor leerlingen SALTO heeft een ongevallen- en aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Op grond van deze verzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekerd. Deze ongevallenverzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering als een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school (c.q. het schoolbestuur) zelf als de medewerkers die voor de school actief zijn, dekking tegen schadeclaims als gevolg van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dat verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot een misverstand: - De school / het schoolbestuur is niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Hierdoor wordt niet alle schade die in schoolverband is ontstaan door de school vergoed. De school is alleen aansprakelijk als de schade is voortgekomen uit het in gebreke blijven van de school. Er moet een duidelijk verband zijn tussen de oorzaak van de schade en het gevolg van het tekortschieten van de school. Een voorbeeld waarbij geen schade wordt uitgekeerd is wanneer aan een bril schade is ontstaan door deelname aan de gymnastiekles. - In het geval dat de schade is veroorzaakt door het gedrag van een leerling, is de school/ het schoolbestuur niet aansprakelijk. Voor leerlingen jonger dan 14 jaar geldt dat de ouders verantwoordelijk zijn voor het doen en laten van hun kind. Hierdoor zijn in deze gevallen de ouders zelf verantwoordelijk voor de schade die door hun kind is veroorzaakt. Het is dus van belang dat u zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering heeft afgesloten.

6.13 Vergoedingen van schade De verzekering dekt geen schade die leerlingen elkaar toebrengen; bv. brillen, tassen, jassen e.d. In deze gevallen moeten de ouders de schade onderling regelen via de eigen WA-verzekering. De school is ook niet verzekerd tegen materiële schade [gebouw, leermiddelen, Stabilo-pen, schoolof bibliotheekboeken, apparatuur, computers, gereedschappen, speel- en leermaterialen] en in deze gevallen worden na onderzoek de ouders van de kinderen aansprakelijk gesteld. Indien sprake is van (herhaaldelijk) opzettelijk schade toebrengen kan de school overwegen aangifte van vernieling bij de politie te doen.


Afscheid groep 8 2013

53

7 Schooltijden en vakanties 7.1 Schooltijden Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag

8.30 8.30 8.30 8.30 8.30

– 11.45 – 11.45 – 12.30 – 11.45 – 11.45

uur uur uur(!) uur uur

en en

13.00 – 15.00 uur 13.00 – 15.00 uur

en en

13.00 – 15.00 uur 13.00 – 15.00 uur

Om 8.30 uur en 13.00 uur starten de activiteiten in de groepen. We dringen er bij de ouders op aan om de kinderen op tijd te brengen. Wanneer u onverhoopt te laat bent, neemt u dan aub snel afscheid van uw kind.

‘s Morgens is er voor de groepen 3 t/m 5 een speelkwartier van 10.00 uur tot 10.15 uur en voor de groepen 6 t/m 8 van 10.15 tot 10.30 uur. De dag vóór de herfst-, kerst-, mei- en junivakantie is er een continurooster. Alle kinderen blijven dan tussen de middag over en zij hebben eten en drinken van huis meegenomen voor de korte middagpauze. Om 14.30 uur gaan de kinderen naar huis. De dag vóór de carnavals- en zomervakantie zijn de leerlingen ’s middags vrij en gaan de kinderen 11.45 uur naar huis. De schoolpleinen zijn geopend van 15 minuten vóór tot 15 minuten na schooltijd. Een kwartier na aanvang van de lessen worden de poorten aan de achterzijde van het gebouw gesloten. Het schoolterrein is dan nog alleen toegankelijk via de poort bij de hoofdingang. Er is een pleinwacht vóór het begin van de schooltijd. De leerkrachten hebben bij toerbeurt pleinwacht. Tijdens het speelkwartier zijn alle leerkrachten op het speelplein. De kinderen mogen tien minuten voor de school begint naar hun klas gaan. De kinderen van de hogere klassen kunnen zelf hun weg heel goed vinden, maar voor de kinderen in de groepen 1-2, 3 en 4 is het nog erg plezierig als ze door hun ouder tot in de klas worden gebracht. Het is echter wel de bedoeling dat de ouders na de schoolbel het gebouw vlot verlaten, zodat de lessen snel kunnen beginnen.

Carnaval groep 4


54

7.2 Vakanties en vrije (mid)dagen De vakanties in het schooljaar 2015-2016 zijn als volgt vastgesteld: Vakantie Herfstvakantie Kerstvakantie Carnavalsvakantie Tweede Paasdag Meivakantie Pinksterweekend Junivakantie Zomervakantie

Periode 26 oktober 2015 t/m 30 oktober 2015 21 december 2015 t/m 1 januari 2016 8 februari 2016 t/m 12 februari 2016 28 maart 2016 25 april 2016 t/m 6 mei 2016 16 en 17 mei 2016 20 juni t/m 24 juni 2016 23 juli 2016 t/m 4 september 2016

De dag vóór de carnavals- en zomervakantie zijn de leerlingen ’s middags vrij en gaan de kinderen 11.45 uur naar huis. De leerlingen zijn verspreid over het jaar 6 dagen vrij: 2 oktober, 14 oktober, 23 november, 18 januari, 4 maart en 17 mei. Deze vrije dagen staan óók op de schoolkalender aangegeven.

7.3 Verzuim van schooltijd De leerplicht gaat in op de eerste dag van de maand nadat een kind vijf jaar is geworden. Als een kind vier jaar wordt, mag het naar de basisschool, maar dat is op die leeftijd dus nog niet verplicht. Ook voor een vijfjarige leerling kan het hele dagen naar school gaan in het begin nog een vermoeiende aangelegenheid zijn. Er kan dan gebruik worden gemaakt van de speciale regeling dat een vijfjarige ten hoogste vijf uur per week thuis mag blijven als de ouder dat maar tijdig doorgeeft aan de schoolleiding. Op verzoek van de ouders kan de schoolleiding toestaan dat een vijfjarige zelfs tien uur per week wordt thuis gehouden. In uitzonderlijke gevallen is het mogelijk dat een leerling (buiten de schoolvakanties) schooltijd verzuimt. Voor verlof tot en met tien schooldagen in een schooljaar moet toestemming worden gevraagd aan de schoolleiding. Bij langere periodes van verlof beslist de consulent Leerplichtzaken van de gemeente, mevrouw Lilian van de Meerendonk  040 – 2 382 726. Er wordt nooit verlof verleend om eerder op vakantie te gaan of daarvan later terug te keren. Alleen in gevallen waarin de specifieke aard van de werkzaamheden van de ouders het onmogelijk maakt om binnen de schoolvakanties op vakantie te gaan, kan eenmalig extra vakantieverlof worden verleend. Vakantieverlof in de eerste twee schoolweken na de zomervakantie is echter niet mogelijk. Aanvraagformulieren voor verlof zijn op school te verkrijgen, maar ook via de website te downloaden. De aanvraag voor verlof dient ruim van tevoren (ca. twee maanden) te worden ingediend. Wanneer een leerling zonder opgaaf van redenen verzuimt, krijgen de ouders daarvan bericht met het verzoek alsnog de reden van verzuim te geven. Ongeoorloofd verzuim wordt gemeld bij de leerplichtambtenaar. Frequent te laat komen zonder reden is ook ongeoorloofd verzuim. Ouders en kinderen worden hierop aangesproken.

7.4 Verlof buiten reguliere schoolvakanties Verlof buiten de reguliere vakanties dient aangevraagd te worden bij de directeur van de school middels een verlofformulier. Er zijn vier omstandigheden waarvoor u verlof buiten de schoolvakanties kunt aanvragen: 1. Extra verlof in verband met religieuze verplichtingen 2. Vrijstelling wegens “andere gewichtige omstandigheden” 3. Toptalenten sport en cultuur 4. Vakantieverlof Floralaan West 264, 5644 BN Eindhoven T: 040 – 2 112 112 E: [email protected] W: www.bs-floralaan.nl

55

Extra verlof in verband met religieuze verplichtingen Wanneer een kind plichten moet vervullen die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging, bestaat er recht op verlof. Als richtlijn geldt dat hiervoor één dag per verplichting vrij wordt gegeven.

Vrijstelling wegens “andere gewichtige omstandigheden” Andere gewichtige omstandigheden verwijzen naar uitzonderlijke persoonlijke omstandigheden waarvoor de leerling extra verlof nodig heeft. Hieronder vallen ook omstandigheden waarbij er sprake is van een medische of sociale indicatie. In deze gevallen is een verklaring van een (jeugd)arts van de GGD of een sociale instantie noodzakelijk. Enkele voorbeelden van gewichtige omstandigheden, die in aanmerking komen voor extra verlof en het daarbij behorende maximum aantal vrije dagen zijn: huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad van het kind: maximaal 1 dag (buiten de woonplaats maximaal 2 dagen); 12½- of 25-jarig huwelijksjubileum van ouders: maximaal 1 dag; 12½-, 25-, 40-, 50- of 60-jarig huwelijksjubileum van (groot)ouders: maximaal 1dag; 25-, 40-, of 50-jarig ambtsjubileum van ouders of grootouders: maximaal 1 dag ernstige ziekte van ouders, bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad van het kind: periode in overleg met directeur; overlijden van bloed- of aanverwanten in de eerste graad: maximaal 4 dagen; overlijden van bloed- of aanverwanten in de tweede graad: maximaal 2 dagen; overlijden van bloed- of aanverwanten in de derde en vierde graad: maximaal 1 dag; verhuizing: maximaal 1 dag; een naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen met uitzondering van vakantieverlof.

Toptalenten sport en cultuur Sport en cultuur nemen een belangrijke plaats in binnen onze maatschappij. Op hoog niveau presteren als toptalent op het gebied van sport of cultuur, valt soms moeilijk te combineren met school. Omdat wij geloven dat het belangrijk is, dat kinderen zich ook op andere terreinen ontwikkelen en wij talentontwikkeling willen bevorderen, wil onze school toptalenten hiervoor de ruimte bieden. Als een leerling voor minder dan tien dagen verlof nodig heeft, kunt u dit aanvragen (indien mogelijk aan het begin van het schooljaar) bij de directeur van de school. In het geval de aanvraag meer dan tien dagen betreft, dient u deze in bij bureau Leerplicht van de gemeente Eindhoven. Aanvragen kunnen alleen worden gedaan voor uitzonderlijke talenten. Dit zijn kinderen die op het hoogste (inter)nationale niveau presteren en, ingeval van topsport, een status hebben gekregen via hun sportbond of NOC*NSF of als toptalent benoemd zijn en bekend zijn bij het Olympisch Netwerk. Voor cultuurtalenten geldt dat een jongere op het hoogste niveau moet presteren bij een niet commercieel optreden, zoals: muziekconcoursen, filmopnames, toneelvoorstellingen en dergelijke. In de aanvraag wordt de noodzaak van deelname aan trainingen en wedstrijden/concoursen aangetoond en worden de momenten en/of data van afwezigheid vermeld. Bij de aanvraag levert u ook kopieën aan van inschrijvingen, aanmeldingen, de toegekende status, etc. om de noodzaak tot deelname te verduidelijken. Bij cultuurtalenten kan contact worden opgenomen met de Arbeidsinspectie om tot een gezamenlijk standpunt te komen. In alle gevallen zal de school in overleg met ouders en/of leerling een inhaalprogramma opstellen, waarin wordt beschreven hoe de leerling de lesstof van de gemiste lessen gaat inhalen. Uitgangspunt dient te zijn dat de leerling noch op cognitief, noch op sociaal-emotioneel terrein achter gaat lopen. De school heeft het recht om een vrijstelling in te trekken wanneer de schoolprestaties achFloralaan West 264, 5644 BN Eindhoven T: 040 – 2 112 112 E: [email protected] W: www.bs-floralaan.nl

56

teruitgaan of wanneer blijkt dat de leerling op sociaal-emotioneel gebied problemen krijgt. Wanneer de leerling zich niet houdt aan het plan van aanpak, doet de school melding van ongeoorloofd verzuim en neemt de leerplichtconsulent de verzuimmelding in behandeling.

Vakantieverlof Als ouders vanwege hun werk alleen buiten de schoolvakanties op vakantie kunnen, is het mogelijk om voor hun kind vakantieverlof aan te vragen. Hieraan zijn enkele voorwaarden verbonden: - de aard van het beroep van een van de ouders (horeca en aanverwante bedrijven); - onoverkomelijke bedrijfseconomische belangen (bewijslast bij ouders /verzorgers); - eenmaal per schooljaar maximaal 10 schooldagen; - niet gedurende eerste twee lesweken van schooljaar. Bij het indienen van de aanvraag kunt u een verklaring bijvoegen waaruit de noodzaak van het vakantieverlof blijkt. Als de noodzaak tot vakantieverlof niet uit de aanvraag blijkt, wordt het verlof niet toegekend. Het is daarom raadzaam het aanvraagformulier geruime tijd (twee maanden) van tevoren in te dienen. Dit biedt u de mogelijkheid om een beroep- of bezwaarschrift in te dienen bij afwijzing van de aanvraag. Een bezwaar of beroep kunt u indienen volgens de klachtenregeling die elders in de schoolgids is opgenomen.

Adressen Bureau Leerplicht, Postbus 90150, 5600 RB Eindhoven Arrondissementsrechtbank, Sector bestuursrecht, Postbus 90125, 5200 MA 's-Hertogenbosch

7.5 Ziekmeldingen Als een kind niet op school kan komen door ziekte, bezoek aan dokter e.d., moeten de ouders dat schriftelijk, telefonisch, per fax of per email vóór schooltijd aan de school doorgeven. Telefonische ziek- en afmeldingen worden genoteerd, zodat de leerkrachten snel kunnen controleren wat er met een leerling aan de hand is. Indien er ziekteverschijnselen bij kinderen zijn, die we in overleg met de GGD aan alle ouders en kinderen van de betreffende groep of van de hele school kenbaar moeten maken, wordt dit in de groep bekend gemaakt. Indien nodig volgt er een schriftelijke informatie of een artikel in ons infobulletin ‘Florakel’. Sommige ziekteverschijnselen moeten we melden bij de GGD.


57

8 Praktische zaken 8.1 Schoolregels Om alles op school in goede banen te leiden, zijn er enkele huishoudelijke regels waar iedereen op school zich aan moet houden. Daarom bespreekt elke leerkracht onderstaande regels geregeld met zijn leerlingen.

8.1.1 Hoe we met elkaar omgaan 1.

Wij gaan op een eerlijke manier met elkaar om.

2.

Wij pesten elkaar niet.

3.

Wij blijven van elkaars spullen af.

4.

Wij sluiten andere kinderen niet buiten.

5.

Wij beoordelen elkaar niet op uiterlijkheden.

6.

Wij lachen elkaar niet uit.

7.

Wij luisteren naar elkaar.

8.

Wij vechten niet.

9.

Wij schelden niet.

10.

Wij lossen problemen met praten op.

11.

Als we er niet uit komen, gaan we naar de pleinwacht of een leerkracht.

12.

Als er iemand gepest wordt, gaan we onmiddellijk naar de pleinwacht of een leerkracht.

13.

Als we zelf met een probleem zitten, dan kunnen we altijd bij de vertrouwenspersoon terecht. Met hem/haar kunnen we alles bespreken wat ons dwars zit, want er is beloofd dat er niets wordt doorverteld. We kunnen op school naar hem/haar toegaan of hem/haar thuis opbellen.

gymnastiek groep 7


58

8.1.2 Binnen het schoolgebouw 1.

Met elkaar zorgen we ervoor dat onze school er netjes uitziet.

2.

Een gevallen jas of een handdoek rapen we op en hangen we weer terug waar hij hoort.

3.

Afval en rommel gooien we in de prullenbak.

4.

We bekladden of vernielen het materiaal van de school niet.

5.

In de gangen lopen we rustig zonder te dringen of te schreeuwen.

6.

In de pauze gaan we naar buiten om te spelen. Alleen met toestemming van de leerkracht mogen we binnen blijven.

7.

Binnen de school spelen we niet met ballen, rolschaatsen, skateboarden of ander speelmateriaal.

8.

Als we naar huis gaan, nemen we onze jassen, tassen en gymnastiekspullen mee naar huis. Er blijft niets aan de kapstokken hangen.

8.1.3 Buiten op het schoolplein Er zijn twee schoolpleinen bij de school. Op het achterplein, ingang Bovistenlaan, is een overdekte fietsenstalling voor de kinderen.

1.

Voor schooltijd en in de pauze blijven we op het schoolplein.

2.

Op het plein mag niet gefietst worden.

3.

Afval en rommel gooien we in één van de grijze prullenbakken die op het plein te vinden zijn.

4.

Alleen met toestemming van de leerkracht mogen we van het schoolplein af of het schoolgebouw in.

5.

We klimmen in geen geval over het hek en we wringen ons ook niet tussen de spijlen van het hek door, ook niet als de bal over het hek is gegaan.

6.

Als de deur open gaat, gaan we zonder dringen en duwen naar binnen.

7.

Een kwartier na schooltijd gaat de poort op het achterplein dicht. Als we na die tijd nog op school zijn, dan gaan we via de poort aan de Floralaan naar buiten.


59

8.2 Vulpennen In groep 3 en een deel van groep 4 schrijven de kinderen met een potlood. In de loop van groep 4 leren de kinderen schrijven met een vulpen. Tot en met groep 8 blijven de kinderen met die vulpen schrijven. De aanschaf van deze pennen wordt mede mogelijk gemaakt door de ouderbijdrage. Wanneer een pen moedwillig wordt vernield of beschadigd, dan wordt een nieuwe pen in rekening gebracht. Dit is ook het geval als een pen kwijtraakt. Nieuwe pennen zijn verkrijgbaar bij de concierge.

8.3 Merken van kleding/gevonden & verloren voorwerpen Kinderen doen op school uiteraard hun jas uit, maar daarnaast ook vaak hun laarzen en hun sportkleding. Omdat kledingstukken en schoeisel snel door elkaar kunnen raken, is het verstandig om kleding, schoeisel, sokken en tassen te merken door de naam van het kind erin te zetten. Gevonden of verloren voorwerpen worden op de laatste vrijdag van de maand en vóór een schoolvakantie opgeruimd. Ze krijgen dan een alternatieve bestemming.

8.4 Pauzehapje, verjaardagen, trakteren, uitnodigingen Rond de ochtendpauze wordt in alle groepen het pauzehapje genuttigd. Dinsdag, woensdag en donderdag zijn onze “gruitdagen”. De kinderen nemen dan wat drinken en een stuk fruit of groente mee. Op maandag en vrijdag mogen de kinderen in plaats van fruit/groente ook een gezonde koek of een boterham meenemen. De verjaardag van een kind is altijd iets waar lang naar uitgekeken wordt. Ook op school willen we dit feest graag vieren. Om dit zo fijn mogelijk te laten verlopen zetten we even wat afspraken op een rijtje: - Foto’s maken is prima. Leuk voor later! - Filmen is niet toegestaan. - Trakteren hoort erbij, maar…. We willen graag dat het iets kleins is. - Iets gezonds zou helemaal mooi zijn! Denk bijvoorbeeld eens aan een versierde mandarijn, gezonde prikker of een klein cakeje. Maar beperk het alstublieft tot één ding. Het gaat om het idee, niet om de hoeveelheid. - Alstublieft geen snoepzakken of cadeautjes. - Een aparte traktatie voor de leerkrachten is echt niet nodig. Het is aardig bedoeld, dat waarderen we ook. Maar we vinden het net zo gezellig om te delen in de traktatie die ook voor de kinderen bestemd is. Wij willen u vriendelijk, maar dringend verzoeken om u aan deze afspraken te houden.

8.5 Fietsenstalling Er is op school een overdekte fietsenstalling die bereikbaar is via de ingang aan de Bovistenlaan. Op het plein mag niet gefietst worden; dus naast je fiets lopen. Zet je fiets op de voor jouw groep aangegeven plaats. Zet de fiets op slot, eventueel met een kettingslot aan het fietsenrek. Zorg dat er aan het sleuteltje een adreskaartje zit met de naam van uw kind. De fietsen van kinderen staan geheel voor eigen risico in de stalling en ook voor schade aan alle vervoersmiddelen van ouders kan de school niet aansprakelijk gesteld worden. Als na schooltijd de poort van de fietsenstalling gesloten is, kan de fiets worden opgehaald via onze collega’s van de buitenschoolse opvang.

8.6 Parkeren in de schoolomgeving Ouders die woonachtig zijn in de directe omgeving van de school worden verzocht om te voet de kinderen naar school te brengen en af te halen.


60

Wij doen een dringend beroep op alle ouders en kinderen om mee te werken aan een veilige schoolomgeving. Het spreekt vanzelf, dat iedereen de verkeersregels naleeft. Pas op! De Bovistenlaan is een eenrichtingsweg voor auto’s vanaf de Floralaan. De boete bedraagt €90,Ouders, die per auto hun kinderen naar/van school brengen/afhalen, vragen we dringend om de auto’s op de juiste wijze te parkeren zonder voetgangers en fietsers in gevaar te brengen. Parkeren moet op de daarvoor bestemde parkeerplaatsen en dat mag niet op de stoep of op het fietspad voor de school. De boete hiervoor is €60,-. Voor de school is een “Zoen- en Zoef-Strook” aangelegd. Hier kunt u, als u met de auto komt, snel afscheid nemen van uw kind. Parkeren is verboden op deze strook.

Afscheid groep 8 einde schooljaar.


61

9 Korein kinderplein 9.1 Korein Kinderplein Het leukste ontmoetingspunt voor groot & klein! Wilt u dat uw kind ook ná school een leuke tijd heeft? Bij Korein Kinderplein Floralaan West is van alles te doen! De begeleiding en activiteiten zijn helemaal aangepast op de leeftijdsgroepen. De pedagogisch medewerkers zijn deskundig, betrokken en vooral enthousiast! Uw kind hoeft zich geen moment te vervelen. Leuk, gezellig en actief  Kidz Club (groep 0 tot en met groep 3): o Klavertje Vier o Klimop  Campus (groep 4 en 5): o Klimroos Na school kunnen de kinderen eerst even bijkomen van de schooldag, met een cracker of fruit en iets te drinken. Daarna mogen ze meedoen aan allerlei activiteiten. Sport, muziek, cultuur en techniek; noem maar op! En wil uw kind zich even ontspannen? Dat kan natuurlijk ook. Op het Korein Kinderplein zijn speciale plekken om te spelen, te computeren en huiswerk te maken. En in de vakantie? Dan organiseert het Korein Kinderplein leuke uitstapjes.  Teenz ( groep 6, 7 en 8) o Flora House; gevestigd aan Floralaan West 254-258. Bij het Flora House willen we graag aansluiten bij de wensen van tieners en inspelen op hun toenemende zelfstandigheid en behoefte aan inspraak. Er staat tevens een open, communicatieve houding centraal. Flora House is een plek waar je als tiener graag naartoe wilt gaan! Het is ook mogelijk voor uw kind om incidenteel gebruik te maken van Flora House middels een strippenkaart. Met deze strippenkaart kunnen u en uw kind zelf bepalen wanneer hij/zij naar Flora House wilt gaan, dit kan ook wanneer u geen contract heeft bij Korein. Opvang vóór school Kiest u voor opvang vóór school? Dan is uw kind vanaf 7.30 uur al welkom. Daar kan hij of zij nog even lekker spelen voordat de school begint. Kinderen die oud genoeg zijn, gaan zelf naar school; de kleintjes brengen wij. Tussen de middag kan uw kind gezellig een boterham eten bij de LunchClub van Korein. Dat gebeurt in samenwerking met de school. Ook opvang overdag Voor kinderen die nog niet naar school gaan, biedt Korein Kinderplein dagopvang. Bij de Crèche kunnen kinderen van 0 tot 2,3 jaar terecht. Hier worden zij met alle warmte, geborgenheid en veiligheid omringd die er is. Bij de allerjongste kinderen besteden we bij het kinderplein veel aandacht aan fysieke en emotionele veiligheid. Maar ook aan hygiëne en zorg. Peuters Bij PeuterPlaza helpt Korein Kinderplein kinderen van 2,3 tot 4 jaar om een goede start te maken op de basisschool. Met prikkelende activiteiten stimuleren we de ontwikkeling van uw peuter. Bijvoorbeeld de taalontwikkeling, rekenontwikkeling, sociale ontwikkeling en de motorische ontwikkeling. Speels en ongedwongen. In een gezellige, uitdagende omgeving. We werken in thema’s die aansluiten op de leefwereld van peuters, en gebruiken gecertificeerde methodes die we afstemmen


62

op de methode van de samenwerkende basisschool. Zo is de overstap naar groep 1 makkelijk gemaakt. Extra services Bij Korein Kinderplein Floralaan West maken we het u graag gemakkelijk. Daarom ondersteunen we u met extra services voor uw kind. Zo bieden we zwemlesservice (vanaf 5 jaar) en warme maaltijd service (vanaf 1,5 jaar) aan. Loop gerust even binnen U bent altijd welkom om een kijkje te komen nemen. Bellen mag natuurlijk ook. We ontmoeten u graag! Neem alvast een kijkje https://www.youtube.com/watch?v=IHAXdNfllkQ&feature=player_embedded www.facebook.nl/floralaanwest www.koreinkinderplein.nl Korein Kinderplein Floralaan West 264 5644 LR Eindhoven 040-2137251

9.2 De Lunch-Club De Lunch-Club, Tussenschools Opvang Plezier voor groot en klein Als uw kind tussen de middag overblijft, dan moet dat goed geregeld zijn en leuk zijn voor de kinderen. Dat vindt de school ook. Dus heeft zij de Lunch-Club gevraagd om tijdens de middagpauze op school de tussenschoolse opvang te verzorgen. De kinderen eten onder professionele begeleiding rustig een boterham, spelen en ontspannen. Om zo weer energie te krijgen voor na de pauze! U kunt kiezen Of uw kind nu op vaste dagen in de week naar de Lunch-Club gaat, of alleen af en toe een keertje overblijft; u kunt zelf een planning maken. Via www.delunch-club.nl regelt u dat snel en gemakkelijk. Zo kunt u uw kind aanmelden Wilt u uw kind aanmelden bij de Lunch-Club? Vul dan het inschrijfformulier in op www.delunchclub.nl. U kunt uw kind aanmelden met een eigen loginnaam (dit is uw mailadres) en wachtwoord. Spelregels Met uw unieke inlogcode vraagt u zelf tussenschoolse opvang aan. Op dagen die u zelf kiest. Hoe eerder uw melding, hoe voordeliger de tarieven. Tarieven per 1 augustus 2015* Per 1 augustus 2015 hanteren we onderstaande tarieven. Deze tarieven zijn gebaseerd op de stijging van de Consumentenprijsindex (maart 2015) van 0,4%, berekend door het CBS: • Tarief € 2,37 : bij aanmelden meer dan 7 dagen voor de tso-dag • Tarief € 2,98 : bij aanmelden 7 dagen tot 1 dag voor de tso-dag • Tarief € 3,58 : bij aanmelden 1 dag voor de tso-dag tot op de dag zelf *Uw kind dient zelf brood en drinken mee te nemen voor de tussenschoolse opvang.


63

De Lunch-Club staat graag voor u klaar Heeft u nog vragen of wilt u meer informatie, dan staat de teamleider Lunch-Club u met alle plezier te woord. De teamleider Lunch-Club bij u op school is: Liesbeth Linssen [email protected] 06-22481642 ma,di,do,vr; 10.00-14.00 uur Korein Kinderplein Floralaan West 264


64

Florafestival

Vogelshow

Workshop techniek

Open podium

Smurfen groep 3-4

Workshop techniek windmolens


65

SPIL-centrum FLORALAAN Floralaan West 264 5644 BN Eindhoven De twee partners in het SPIL-centrum zijn: Korein Kinderplein Vestigingsmanager: Bianca Lamers-Meurkens Ingang Bovistenlaan Telefoon: [040] 213 72 51 Telefoon algemeen: 0800 235 56 734 [0800-BELKOREIN] www.koreinkinderplein.nl Saltobasisschool Floralaan Directie: Hans van Dael [dir.] Bouwleiders: Marion Post [onderbouw1-2] Annelien Veerman [basisbouw 3-4] Frans van Gennip [middenbouw 5-6] Maartje Schatorie-Schatorie [bovenbouw 7-8] Floralaan West 264 5644 BN Eindhoven Telefoon: [040] 2 112 112 [email protected] www.bs-floralaan.nl www.salto-eindhoven.nl


Een woord vooraf. Wat is onze school? Wat staat er in de schoolgids? Wie hebben aan deze schoolgids gewerkt?

Recommend Documents