Handleiding Uitbreidingsles Studerend lezen – niveau B
Handleiding Uitbreidingsles Studerend lezen niveau B
Een onderdeel van Nieuwsbegrip XL zijn de strategielessen. De strategielessen zijn bedoeld om de strategieën voor begrijpend lezen bij de leerlingen te introduceren en aan te leren. Ook kunnen de leerlingen in de lessen met de strategieën oefenen. In elke strategieles staat één strategie voor begrijpend lezen centraal. Naast de strategielessen is er één uitbreidingsles ontwikkeld, waarmee u studerend lezen onder de aandacht kan brengen. Hierin wordt een aantal strategieën toegepast die bij Nieuwsbegrip aangeleerd worden. De les is opgebouwd rond de volgende kopjes:
•
•
Wat doe je in deze les?
•
Zo werkt het
•
Nu oefenen
•
Lukt het?
Kopieer voor elke leerling het leerlingmateriaal van de uitbreidingsles Studerend lezen.
•
Hang bij Zo werkt het de modeltekst op het bord of laat de tekst op het digitaal schoolbord zien.
•
Nieuwsbegripreporter Sam demonstreert voor leerlingen hoe je studerend kunt lezen. Deze pagina kan eventueel geplastificeerd worden, zodat leerlingen deze bij de Nieuwsbegriplessen erbij kunnen pakken, als hulpmiddel bij studerend lezen.
De leerlingen weten hoe ze studerend kunnen lezen. De leerlingen weten welke strategieën handig zijn bij studerend lezen.
Wat doe je in deze les? Bespreek de inleiding en de doelen van deze les klassikaal.
pagina 1 van 8
Handleiding Uitbreidingsles Studerend lezen – niveau B
Zo staat het in het stappenplan Wijs de leerlingen op het stappenplan dat ze bij Nieuwsbegrip in de basislessen gebruiken. Het is belangrijk dat de leerlingen deze les kunnen plaatsen als een verdieping van iets wat ze al vaker doen.
Zo werkt het Geef een demonstratie van studerend lezen door de volgende tekst voor te lezen en met uw eigen woorden te modelen. Gebruik hierbij de poster met de modeltekst. Hang deze poster op het bord of gebruik het digitaal schoolbord om de modeltekst te tonen. Een voorbeeld van het modelen vindt u onder deze modeltekst:
Vulkaan op IJsland actief Voor het eerst sinds 1823 spuwt de vulkaan onder de gletsjer Eyjafjallajökull, in het zuiden van IJsland, opnieuw lava. Dat levert een mooi spektakel op, dat veel toeristen trekt. Vulkanen op IJsland IJsland is het op één na grootste eiland van Europa en ongeveer drie keer zo groot als Nederland. IJsland telt meer dan dertig actieve vulkanen, en maakte in 2004 voor het laatst een uitbarsting mee. Maar de vulkaan onder de Eyjafjallajökullgletsjer had al bijna tweehonderd jaar geen teken van leven meer gegeven. Op zaterdag 20 maart 2010 werd hij plotseling wakker. Het dunbevolkte gebied moest halsoverkop ontruimd worden. Er vinden geen echt intense ontploffingen plaats, je ziet enkel een mooie lavafontein. Wetenschappers willen de uitbarsting goed onderzoeken. De uitbarsting kan namelijk een andere vulkaan op de Katla-berg wakker schudden. De andere vulkaan is heel krachtig en ligt onder een gletsjer. Het gevaar is dat de ijskap van de gletsjer door de lava begint te smelten, want dat kan modderstromen veroorzaken. Dat zou gevaarlijk zijn voor een dorp in de buurt.
pagina 2 van 8
Handleiding Uitbreidingsles Studerend lezen – niveau B
Hoe ontstaat een vulkaan? Het binnenste van de aarde bestaat uit vloeibaar gesteente, magma. Op dit magma drijft de aardkorst. De aardkorst bestaat uit platen. Deze platen passen in elkaar als een puzzel. Doordat de platen een beetje bewegen en tegen elkaar aanbotsen, ontstaan er bergen en scheuren in de aarde. De platen bewegen niet veel: een paar centimeter per jaar. Een scheur is een zwakke plek in de aarde en daardoor kan er magma uit de aarde naar buiten stromen. Dat noemen we een vulkaan. Het uitbarsten van een vulkaan gebeurt niet in één dag. Gelukkig maar, want dan kunnen de mensen die dicht bij de vulkaan wonen op tijd vluchten. Wat komt er precies uit een vulkaan? Uit een vulkaan stroomt lava. Lava is gesmolten steen. Voordat de lava uit de vulkaan wordt gespuwd heet het magma. Magma zit dus nog in de grond. Lava is gloeiend heet en vernietigt alles wat op zijn pad komt. Lava gaat steeds langzamer stromen en wordt op een gegeven moment hard. Door de harde lava ontstaat er nieuw land. De eilanden van Hawaii in de Verenigde Staten, zijn door lava ontstaan. Bij vulkaanuitbarstingen worden ook grote en kleine stukjes steen de lucht in geslingerd. De vulkaan spuwt ook as uit. En er komen gassen uit een vulkaan. Deze gassen zijn gloeiend heet en vermengd met as. Vulkaantoerisme Verschillende organisaties bieden reizen naar IJsland aan. Het eiland heeft een bijzonder landschap, met meren, watervallen, gletsjers, geisers en vulkanen. Nu kun je dus zelfs een excursie maken naar de vuurspuwende vulkaan (zolang de uitbarsting duurt). Bron: Nieuwsbegrip 2010
Lees de volgende tekst aan de leerlingen voor: (voorbeeld)
Tekst
We gaan samen een tekst lezen. Ik moet de informatie uit tekst onthouden, dus ik moet studerend lezen. Tijdens het lezen stel ik vragen over het belangrijkste in de tekst. Ook ga ik de belangrijkste woorden en zinnen onderstrepen. Voordat ik de tekst ga lezen, ga ik een voorspelling doen. Ik kijk eerst naar de titel en
pagina 3 van 8
Handleiding Uitbreidingsles Studerend lezen – niveau B
kopjes. Ik lees Vulkaan op IJsland actief.
Vulkaan op IJsland actief
Ik kijk ook naar het plaatje: daarop zie ik een stroom van lava bij een vulkaan. De kopjes in de tekst zijn: Vulkanen op IJsland Hoe ontstaat een vulkaan? Wat komt er precies uit een vulkaan? Vulkaantoerisme? Ik weet dat er bij een vulkaan lava uitkomt als er een uitbarsting is. Dus ik denk dat de tekst gaat over een uitbarsting van een vulkaan op IJsland. Er wordt in de tekst uitgelegd hoe een vulkaan ontstaat, wat er uitkomt (in ieder geval hete lava). Ik weet nog niet precies wat er met vulkaantoerisme wordt bedoeld. Ik ga nu de tekst lezen. Tijdens het lezen bedenk ik steeds of ik het belangrijk is wat ik lees. Ik houd een markeerstift bij de hand. Belangrijke woorden en zinnen markeer ik. Ik ga nu de inleiding lezen:
Voor het eerst sinds 1823 spuwt de vulkaan onder de gletsjer Eyjafjallajökull, in het zuiden van IJsland, opnieuw lava. Dat levert een mooi spektakel op, dat veel
Deze hele inleiding is belangrijke informatie. In
toeristen trekt.
de inleiding wordt de vraag beantwoord: Welke vulkaan is aan het uitbarsten? Ik lees verder. Vulkanen op IJsland IJsland is het op één na grootste eiland van Europa en ongeveer drie keer zo groot als Nederland. IJsland telt meer dan dertig actieve vulkanen, en maakte in 2004 voor het laatst een uitbarsting mee. Maar de vulkaan onder de Eyjafjallajökullgletsjer had al bijna tweehonderd jaar geen teken van leven meer gegeven. Op zaterdag 20 maart 2010 werd hij plotseling wakker. Het dunbevolkte gebied moest halsoverkop ontruimd worden. Er vinden geen echt intense ontploffingen plaats, je ziet enkel
pagina 4 van 8
Handleiding Uitbreidingsles Studerend lezen – niveau B
een mooie lavafontein. Wetenschappers willen de uitbarsting goed onderzoeken. De uitbarsting kan namelijk een andere vulkaan op de Katla-berg wakker schudden. De andere vulkaan is heel krachtig en ligt onder een gletsjer. Het gevaar is dat de ijskap van
Dit is belangrijk, dat markeer ik.
de gletsjer door de lava begint te smelten, want dat kan modderstromen veroorzaken. Dat zou gevaarlijk zijn voor een dorp in de buurt.
In dit stukje tekst gaat het erom dat er veel vulkanen zijn op IJsland. Er zijn regelmatig uitbarstingen. Deze vulkaan was al 200 jaar stil. Het is niet zo gevaarlijk, maar deze kan wel een andere vulkaan wakker schudden die heel krachtig is en onder een gletsjer ligt. Deze vraag wordt beantwoord: wat is er aan de hand met de vulkaan op IJsland? Ik lees verder:
Hoe ontstaat een vulkaan? Het binnenste van de aarde bestaat uit vloeibaar gesteente, magma. Op dit magma drijft de aardkorst. De aardkorst bestaat uit platen. Deze platen passen in elkaar als een puzzel. Doordat de platen een beetje bewegen en tegen elkaar aanbotsen, ontstaan er bergen en scheuren in de aarde. De platen bewegen niet veel: een paar centimeter per
Deze zin vind ik belangrijk, die markeer ik.
jaar. Een scheur is een zwakke plek in de aarde en daardoor kan er magma uit de aarde naar buiten stromen. Dat noemen we een
Hier wordt uitgelegd wat het is. Dat markeer ik
vulkaan. Het uitbarsten van een vulkaan
ook.
gebeurt niet in één dag. Gelukkig maar, want dan kunnen de mensen die dicht bij de vulkaan wonen op tijd vluchten.
De vraag die in dit stukje wordt beantwoord,
Naar: Nieuwsbegrip 2010
staat er al boven als kopje: Hoe ontstaat een vulkaan? Een vulkaan ontstaat door beweging van de platen in de aardkorst. Doordat er bergen en scheuren ontstaan, kan er op een zwakke plek in de aardkorst magma naar buiten stromen.
pagina 5 van 8
Handleiding Uitbreidingsles Studerend lezen – niveau B
Zo kan ik de hele tekst door gaan. Ik let op belangrijke signaalwoorden, markeer belangrijke woorden en zinnen met een stift of onderstreep ze. Bij elk stukje bedenk ik welke vraag er in het stukje wordt beantwoord en wat het antwoord is. Deze informatie kan ik in een sleutelschema zetten of ik maak een samenvatting van de tekst. Om de informatie te onthouden kan ik het sleutelschema leren of de samenvatting een paar keer lezen.
Zo doe je het Nieuwsbegripreporter Sam demonstreert het gebruik van studerend lezen voor leerlingen. Wijs de leerlingen erop dat ze deze kunnen gebruiken als hulpmiddel. Bij opdracht 1 oefenen ze met Hulp van Sam.
Nu oefenen
Maak heterogene tweetallen en laat de leerlingen zelfstandig aan de slag gaan met opdracht 1 en 2. Opdracht 3 maken ze individueel. Bespreek de opdrachten na. NB: het gaat er bij deze opdracht niet om wat de antwoorden op de vragen zijn, of hoe het sleutelschema eruit ziet. Het belangrijkste is dat de leerlingen de belangrijkste informatie hebben gevonden en elkaars vragen konden beantwoorden, mits dat vragen naar het belangrijkste waren.
Lukt het?
Stel de leerlingen vragen over de twee teksten die ze hebben gelezen. Maak er een quiz van door punten te geven voor een goed antwoord. Hoe meer leerlingen de vragen goed kunnen beantwoorden, hoe duidelijker het effect van goed studerend lezen zichtbaar is. Vraag 1: Wat is het grootste probleem in derde wereldlanden? Antwoord: gebrek aan schoon drinkwater
pagina 6 van 8
Handleiding Uitbreidingsles Studerend lezen – niveau B
Vraag 2: Wat is een LifeStraw? Antwoord: een drinkrietje met een ingebouwde waterzuiveringsinstallatie. Vraag 3: Wat kun je met een LifeStraw doen? Antwoord: vuil drinkwater schoonmaken terwijl je drinkt Vraag 4: Hoeveel liter water kan een LifeStraw zuiveren? Antwoord: ongeveer 700 liter water Vraag 5: Wat kost een LifeStraw? Antwoord: een paar euro Vraag 6: Waarom heeft het rietje een prijs gewonnen? Antwoord: omdat het vele levens kan redden Vraag 7: Hoe werkt het rietje? In het rietje zitten filters die vuil uit het water halen. Het rietje doodt bacteriën en virussen. Vraag 8: Waarom is er goede voorlichting nodig? Antwoord: Omdat veel mensen niet weten hoe gevaarlijk het is om vies water te drinken. Vraag 9: Hoe lang bestaat de Kindertelefoon al? Antwoord: 30 jaar Vraag 10: Wie werken er bij de Kindertelefoon? Antwoord: vrijwilligers die goed met kinderen kunnen praten Vraag 11: Wat kost het om met de Kindertelefoon te bellen? Antwoord: niets, het is gratis Vraag 12: Moet je je naam zeggen als je met de Kindertelefoon belt? Antwoord: nee, het mag anoniem Vraag 13: Op welke manier kun je nog meer met de Kindertelefoon in contact komen? Antwoord: Je kunt ook chatten. Vraag 14: Waar gaan veel vragen van kinderen over? Noem twee dingen. Antwoord: over verliefdheid, pesten en vriendschap
pagina 7 van 8
Handleiding Uitbreidingsles Studerend lezen – niveau B
De leerlingen vullen zelfstandig en individueel het schrijfkader in. Dit kan eventueel ook op een ander moment na de les, als herhaling van de theorie. Vraag de leerlingen wat ze van de les vonden en of de doelen van de les zijn gehaald. Deze aanpak van studerend lezen kunnen ze toepassen bij alle teksten die ze moeten leren, dus ook bij andere vakken.
Als ik de inhoud van een tekst moet onthouden, dan ga ik studerend lezen. Ik lees de tekst met het stappenplan. Tijdens het lezen stel ik vragen over de tekst. Ik onderstreep of markeer belangrijke woorden en zinnen. En ik let goed op verbanden en verwijswoorden. Daarna maak ik een sleutelschema of een samenvatting. Ten slotte lees ik de tekst, het sleutelschema of de samenvatting nog eens goed door en leer de belangrijkste informatie uit mijn hoofd. Ik kan dan uit mijn hoofd antwoord geven op vragen over de belangrijkste informatie.
pagina 8 van 8