Wandelnetwerken in beeld Een onderzoek naar regionale routenetwerken
Inhoud
Ten geleide
3
Het ontstaan
4
Uitgangspunten
4
Omvang van de netwerken
5
Aanleg en ontwikkeling
6
Kosten en financiering
7
Systematiek
8
Startpunten
8
Wandelnetwerken en bestaande routes
9
Bewegwijzering
9
Organisatie van beheer, onderhoud en doorontwikkeling
11
Doorlopende kosten
11
Digitaal
12
Meldpunt
12
Ondergrond en omgeving
13
Promotiemateriaal
14
Marketing en promotie
15
Monitoring 15 Meer informatie
15
Colofon
15
Bijlage 1
16
Checklist kwaliteit regionaal wandelnetwerk
Bijlage 2
20
Lijst met geïnterviewden
Wandelnetwerken in beeld | 2
Ten geleide Wandelnet wil wandelen in Nederland de plaats geven die het verdient: een goede mogelijkheid om overal te voet op pad te gaan. Omdat vrijwel alle Nederlanders wandelen, omdat wandelen gezond en leuk is en omdat het bijdraagt aan economische ontwikkeling en een duurzame samenleving. Om de wandelmogelijkheden in Nederland te behouden, komen we op voor de belangen van wandelaars en stellen we als kenniscentrum informatie beschikbaar voor professionals die zich met wandelen bezighouden. Dré Rennen: Namens Wandelnet hebben de vrijwilligers Dré Rennen, Ronnie Ankoné en Frans Meijdam
‘Het inventariserende onderzoek maakt extra
met verscheidene organisaties gesproken over wandelnetwerken in Nederland en Vlaande-
duidelijk dat er veel meer afstemming en unifor-
ren. Dit document is gebaseerd op deze interviews, aangevuld met wetenswaardigheden
miteit moet komen tussen de wandelnetwerken
over wandelen en geeft zo een beeld van de regionale wandelnetwerken.
en het bijbehorende kaartmateriaal. Er moet meer klantgericht gedacht worden.’
De interviews zijn in 2011 afgenomen, maar de meeste informatie is nog altijd actueel. Verder zijn niet alle ontwikkelaars van netwerken geïnterviewd. Een onderzoek als dit mag dus geen wetenschappelijke pretenties hebben; het geeft een beeld van de stand van zaken en de cijfers geven een indicatie – meer niet. Elk jaar actualiseert Wandelnet de gegevens op www.wandelnet.nl over nieuwe netwerken en het aantal gerealiseerde kilometers. Voor de toekomst ziet Wandelnet een coördinerende en ondersteunende rol op nationale schaal voor zich weggelegd. Daarbij gaan we uit van de ‘vijf M’s’: Management (regie & kennis), Monitoring (onderzoek & kwaliteitsbewaking), Markering (routedatabank & samen®
loop met LAW’s ), Marketing (wandelplanner & community) en Meldpunt.
Frans Meijdam: ‘Ontwerpen van wandelnetwerken is verbindingen creëren en een continue afweging maken tussen wandelkwaliteit en de vrees voor witte vlekken op de kaart.’
Ronnie Ankoné: ‘Met de komst van de regionale wandelnetwerken is iets van de achterstand op het fietspadennetwerk ingelopen. Nu nog de afstemming op landelijke schaal, zodat er een herkenbaar product ontstaat voor de wandelaar.’
Wandelnetwerken in beeld | 3
Het ontstaan Het netwerk van wandelpaden in Zuid-Limburg was al een wandelnetwerk voordat die term bestond. Het is al in de jaren ‘60 van de vorige eeuw ontstaan en sindsdien steeds verder uitgebreid. Pas onder invloed van de opkomst van de fietsknooppuntennetwerken begon men in allerlei andere regio’s ook te denken over wandelnetwerken. In Overijssel en Noord-Brabant zijn zulke netwerken opgezet als proefproject. Inmiddels zijn er in heel Nederland projecten in verschillende stadia van ontwikkeling, van bedenken, via initiëren tot realiseren. Er zijn echter grote verschillen in omvang, visie en kwaliteit. Dit document geeft daar inzicht in en doet aanbevelingen.
10 km 2010 BosmaGrafiek.NL
regionale wandelnetwerken in 2010 netwerk gereed netwerk in ontwikkeling geen netwerk
20100309 NL_netwerken_up04
netwerk in planfase
10 km 2011 Bosma Grafiek.NL
regionale wandelnetwerken in 2012 netwerk in ontwikkeling netwerk in planfase geen netwerk
2 0 1 2 1 2 2 0 N L_a 4 _R e g i o n a l e _W a n d e l n e t w e r k e n _u p 1 0
netwerk gereed
regionale wandelnetwerken in 2011 netwerk gereed netwerk in ontwikkeling netwerk in planfase geen netwerk
Uitgangspunten In de brochure ‘wandelnetwerken uit de knoop’ (Wandelplatform-LAW, mei 2010) zijn voor wandelnetwerken onder andere de volgende uitgangspunten geformuleerd: • Een regionaal netwerk is een aaneengesloten routestructuur die de wandelaar een serie aaneengeschakelde en te verknopen rondwandelingen biedt.
Wandelnetwerken uit de knoop De brochure ‘wandelnetwerken uit de knoop’ (Wandelplatform-LAW, mei 2010) biedt aanbevelingen voor de uitvoering van regionale wandelroutenetwerken.
• De routes raken elkaar in ieder geval op knooppunten of keuzepunten. • Een routenetwerk voldoet aan een reeks basiseisen met betrekking tot omgevingskwaliteit, routekwaliteit en voorzieningenkwaliteit (zie bijlage 1). • Een netwerk biedt wandelmogelijkheden voor meerdere doelgroepen: stads- of dorpsbewoners, vakantiegangers en lange-afstandswandelaars. Wandelnet hanteert ook het uitgangspunt dat een wandelnetwerk minimaal 75 en maximaal 200 strekkende kilometer routelengte telt per honderd vierkante kilometer. Dat is een maat voor de maaswijdte van het netwerk. Die moet voldoende mogelijkheden
scan de code om direct de brochure ‘wandelnetwerken uit de knoop’ te openen
bieden om een eigen wandeling samen te stellen, maar niet zo fijnmazig zijn dat je door een ‘woud van paaltjes’ loopt.
Wandelnetwerken in beeld | 4
Niet alle onderzochte netwerken konden inzicht geven in de oppervlakte van hun gebied en de totale lengte van hun netwerk. Ongeveer de helft van de wandelnetwerken die deze gegevens wel hebben, voldoet aan dit criterium1. De maaswijdte van een netwerk hangt altijd samen met de aard van het landschap en de natuurlijke omstandigheden.
Omvang van de netwerken Een gemiddeld rondje op een van de bestaande wandelnetwerken meet 6,3 kilometer. Dat is, uitgaand van een gemiddelde wandelsnelheid van vijf kilometer per uur, ongeveer een uur en een kwartier lopen. Tabel 1 geeft inzicht in de omvang van de netwerken. netwerk
lengte (km)
oppervlakte (km2)
aantal keuze- of knooppuntpalen
aantal route palen
aantal infopanelen
aantal strekkende km route per 100km2
75 tot 200 km route per 100 km2
Wandelnetwerk Bergen-Alkmaar-Heiloo
233
Geen gegevens
150
600
23
Geen gegevens
?
Klompenpaden in Utrecht en Gelderland I
330
n.v.t.
n.v.t.
1.650
43
Geen gegevens
?
Kempens Landgoed (België)
290
134
253
828
3
216
nee
Kempense Heide (België)
530
290
361
1.062
7
183
ja
Wandelnetwerk Twente
3.100
1.500
1.250
5.000
152
207
ja
Historische Wandelpaden Noordoost Friesland
411
800
84
g.g.d.
30
51
nee
Wandelnetwerk Vechtdal-WaterReijk-IJsseldelta
2.800
Geen gegevens
615
2.000
61
Geen gegevens
?
Wandelnetwerk Duin- en Bollenstreek
100
Geen gegevens
Geen gegevens
Geen gegevens
Geen gegevens
Geen gegevens
?
Stichtse Lustwarande / Gelderse Vallei
1210
265
12III
Geen gegevens
n.v.t.IV
457
nee
Wandelnetwerk West-Friesland
875
360
8
40
2
243
nee
Zuid Limburg (Parkstad Limburg-Heuvelland West-Heuvelland Oost-Grensmaasvallei)
2.000
800
n.v.t.
18.000V
70
250
nee
Zeeland (Zak van Zuid-Beveland)
190
100
180
400
25
190
ja
West-Brabant (Wijde Biesbosch Noord)
325
229
220
n.v.t.
11
142
ja
Hart van Brabant
500
250
500
64
28
200
ja
KnopenLopen - wandelen in Sevenum
102
50
95
400
10
201
ja
II
Tabel 1: omvang per netwerk De Klompenpaden zijn anno 2011 afzonderlijke routes. In de doorontwikkeling worden
I
rondwandelingen waar logisch en mogelijk aan elkaar verbonden. Aantal kilometers heeft betrekking op de lengte in 2013.
II
1
In de verhouding: 7 Stichtse Lustwarande, 5 Gelderse Vallei
II
Infopanelen zijn geïntegreerd in de knooppuntpalen
IV V
Tussen de 16.000-20.000.
Bij de vraag of een netwerk hieraan voldoet, is een marge van 5% (+ en -) aangehouden.
Wandelnetwerken in beeld | 5
Aanleg en ontwikkeling Als men in een regio overweegt een wandelnetwerk te ontwikkelen, is het van belang dat
Afstemming
het gebied groot genoeg is, zodat het netwerk voldoende variatie kan bieden aan de wan-
Een wandelaar heeft niets met bestuurlijke grenzen. Het is dus
delaar. Daarom hanteren we als indicatie voor de omvang dat een wandelnetwerk moet bestaan uit tenminste vijftig strekkende kilometers aan samengeknoopte wandelroutes in
belangrijk om bij de ontwikkeling van een wandelnetwerk afstemming te zoeken met omliggende regio’s. Het is niet zo lastig om routes van aangrenzende regio’s te laten aansluiten, de keuze van knooppunten
een gebied van ten minste vijftig vierkante kilometer.
te coördineren en de nummering af te stemmen. De wandelaar is er bij
Het netwerk moet bovendien geschikt zijn voor alle soorten wandelingen, van een kort om-
gebaat. Een nationale routedatabank, opgezet door Wandelnet en het
metje tot meerdaagse tochten.
Fietsplatform, met alle gegevens van de netwerken in het Geografisch Informatie Systeem (GIS) is daarbij behulpzaam.
Voor de inventarisatie en het verkennen van de mogelijkheden voor nieuw te ontwikkelen paden, is het raadzaam gebruik te maken van de kennis van de bewoners van het gebied. Wandelaars en mensen die op de hoogte zijn van de wensen en behoeften van wandelaars weten het beste uit welke routes een wandelnetwerk moet bestaan. Hun betrokkenheid komt de kwaliteit van het netwerk ten goede.
‘Ieder netwerk is in de basis hetzelfde: lijnen en punten. Daar waar twee routelijnen elkaar kruisen ontstaat een knooppunt. Pas in de uitvoering en de markering ontstaan de verschillen en varianten.’ Ankie van Dijk, Wandelnet
‘Het project moet door de streekbewoners gedragen worden, daarmee creëer je een breed draagvlak.’ Teatske van Dalen, Landschapsbeheer Friesland
Wandelnetwerken in beeld | 6
Kosten en financiering Het is lastig om in algemene zin iets over de kosten van een wandelnetwerk te zeggen. De kosten hangen samen met vele variabelen, zoals de omvang van het netwerk, het
Samenstelling eenmalige ontwikkelkosten, een voorbeeld Het Wandelnetwerk in Twente geeft een duidelijk inzicht in de verde-
ambitieniveau en de keuzes voor wat betreft de bewegwijzering en het beheer. We onderscheiden in ieder geval eenmalige investeringskosten en terugkerende, structurele kosten.
ling van de eenmalige ontwikkelkosten van het netwerk (zie tabel 2). kosten ontwikkeling wandelnetwerk Twente
procenten
De eenmalige investeringskosten liggen grofweg tussen de 50.000 en 100.000 euro per
routeontwikkeling
13%
honderd strekkende kilometer wandelroute. De hoogte van dat bedrag hangt af van wat je
aanleg netwerk
69%
wel en niet mee wilt rekenen (bijvoorbeeld personeelskosten), maar ook van het gewenste
marketing en promotie
11%
kwaliteitsniveau (bijvoorbeeld materiaalkeuze) en de schaal.
projectmanagement
6%
onderzoekskosten
2%
totaal eenmalige ontwikkelingskosten
100%
De terugkerende kosten bestaan uit de kosten van het onderhoud en beheer, de promotie en kwaliteitsbewaking. Ook deze kosten hangen af van het gekozen ambitieniveau, maar
Tabel 2: kosten netwerk Twente
ook van het gekozen beheersmodel.
NB. De eigen personeelskosten zijn niet in de ontwikkelkosten mee-
Tabel 3 geeft inzicht in de financieringsbronnen die de verschillende wandelnetwerken hebben aangeboord voor de ontwikkeling van het netwerk. Er is geen gebruik gemaakt van
genomen. Deze bedragen circa 250 uur per jaar in dit jarenlang lopende project.
private financieringsbronnen. Er zijn grote verschillen tussen de wandelnetwerken als het gaat om een beschikbaar budget voor structureel en/of groot onderhoud. Structureel onderhoud wordt bij een groot deel van de netwerken door de gemeente(n) (of de regio) betaald. Soms zorgt de gemeente ook voor de uitvoering van het structureel onderhoud. Het is raadzaam in de budgettering rekening te houden met groot onderhoud.
‘Benader in het begin Wandelnet en de provincie en ga met hen in gesprek om informatie in te winnen. Er is al veel kennis die nog niet genoeg wordt gedeeld.’ Linda de Groot, Gemeente Bergen
financieringsbronnen wandelnetwerken ontwikkelingI
gemeenten
Wandelnetwerk Bergen-Alkmaar-Heiloo
50%
regionaal
provincie
Europa
overig
15%
50%II
35%III
45%
50%
Kempens Landgoed/Kempense Heide (België) Wandelnetwerk Twente
25%
25%
Wandelnetwerk Vechtdal-WaterReijk-IJsseldelta
50%
50%
Wandelnetwerk Duin- en Bollenstreek
25%
25%
Wandelnetwerk West-Friesland (Koggen)
Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG)
50%
50% 50%
Wandelnetwerk West-Friesland (HES)
100%
Zeeland (Zak van Zuid-Beveland)
14%
West Brabant (Wijde Biesbosch Noord)
17%
Hart van Brabant
50%
KnopenLopen - wandelen in Sevenum
80%
43%
42%
33% 14%
35% 20%
Tabel 3: financieringsbronnen De Klompenpaden in Gelderland en Utrecht zijn gefinancierd met behulp van bijdragen
en kleine fondsen zoals de Rabobank. Beide wandelnetwerken hebben in de interviews
I
van provincie, waterschappen, gemeenten, Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG),
geen inzicht gegeven in de verhouding tussen de verschillende financieringsstromen.
Europese financieringsprogramma’s (POP en Leader), fondsen Rabobank en bedrijven. De
II
Project Grenzenloos Wandelen.
Historische Wandelpaden Noordoost Friesland door de provincie en door de gemeenten
III
Toerisme Vlaanderen
Wandelnetwerken in beeld | 7
Systematiek Tabel 4 geeft een overzicht van de gebruikte systematiek per netwerk. Er zijn twee systemen: een knooppuntensysteem (I) en een keuzepuntensysteem (II). Het knooppuntensysteem is een vorm van doelbewegwijzering; alle paden en routemogelijkheden zijn gelijkwaardig. Alle kruispunten waar je kunt kiezen uit twee of meer richtingen worden knooppunten genoemd en zijn voorzien van een nummer. Het keuzepuntensysteem is een vorm van routebewegwijzering en knoopt rondwandelingen – routes met een eigen kleur of nummer – aan elkaar tot een netwerk. Alle kruispunten waar je kunt kiezen om op dezelfde route te blijven of over te stappen op een andere worden keuzepunten genoemd. netwerk
systematiek
II
Wandelnetwerk Bergen-Alkmaar-Heiloo
kleuren en cijfers
II
Zuid Limburg (Parkstad Limburg-Heuvelland West-Heuvelland Oost-Grensmaasvallei)
kleuren - op de kaart hebben routes wel een nummer
II
Wandelnetwerk Twente
kleuren - 26 letters en 99 cijfers per lettergebied
II
Wandelnetwerk Vechtdal-WaterReijk-IJsseldelta
kleuren - 26 letters en 99 cijfers per lettergebied
I
Kempens Landgoed/Kempense Heide
nummers 1-99
I
Zeeland (Zak van Zuid-Beveland)
raster over de hele provincie (nummers 10-99)
I
West Brabant (Wijde Biesbosch Noord)
raster, ontwikkeld door Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE)
I
Hart van Brabant
raster, ontwikkeld door SRE (met aanvullingen)
I
KnopenLopen - wandelen in Sevenum
geen specifiek systeem vanwege beperkt gebied
II
Stichtse Lustwarande / Gelderse Vallei
routes hebben een naam (bijv. Doornse Put)
I
Wandelnetwerk West-Friesland
nummering naar logisch inzicht per deelgebied
I
Historische Wandelpaden Noordoost Friesland
elke route een eigen nummer en naam
II
Klompenpaden in Utrecht en Gelderland
routes hebben een naam (bijv. Oudenhorsterpad)
II
Wandelnetwerk Duin- en Bollenstreek
routes hebben een kleur
Tabel 4: systematiek per netwerk
Startpunten Alle netwerken maken gebruik van startpunten. Het aantal startpunten hangt vooral sa-
100%
100
men met de grootte van het netwerk. Belangrijke criteria voor de keuze van een startpunt zijn: parkeergelegenheid (100%), bereikbaarheid met het OV (67%), de aanwezigheid van horeca (67%) en de bereikbaarheid in het algemeen (26%). De bereikbaarheid met het OV wordt meestal niet gezien als een hard criterium, maar wel
80%
67
60%
67
40%
als een pré, omdat dat niet altijd te realiseren is. Andere criteria die genoemd worden zijn:
26
20%
re
id he
ca
ar
re
ba ik be
ik
re
ba
ho
id he ar
eg el rg ee rk pa
• aanwezigheid sanitair;
en
• plek waar minimaal twee routes starten; • minimaal één per kern;
OV
id
0%
he
• logische verdeling tussen stad/dorp en landelijk gebied;
be
• mogelijkheid verkoop routeboekjes en -kaarten;
• bij toeristische overstappunten (TOP’s); • op markante punten/bij een attractie;
figuur 1: criteria startpunten
• passend binnen de zoneringsvisie i.v.m. bestaande recreatiedruk.
Wandelnetwerken in beeld | 8
Wandelnetwerken en bestaande routes
100% 80%
Het merendeel van de wandelnetwerken (82%) heeft bestaande routes als basis voor het netwerk gebruikt. Ongeveer de helft van de wandelnetwerken heeft een Lange-Afstand-
60%
Wandelpad (LAW) en/of een Streekpad als basis, of heeft deze paden in het netwerk geïntegreerd. Een kleine veertig procent geeft aan dat het wandelnetwerk aansluit op de
40%
LAW’s buiten het eigen netwerk. 20%
materiaalkosten en die per strekkende kilometer.
er ne n i te
et
bu
m aa
sa
ns
m
lu
en
iti
lo
ng
op
LA
LA
W
W
nd aa st
nogal uiteen lopen. Tabel 5 geeft per netwerk inzicht in de prijs van de palen en de panelen en in het aantal palen/panelen in het netwerk. Tabel 6 geeft informatie over de totale
tw
er tw ne
W LA
e
De grafieken 3, 4 en 5 laten zien dat de prijzen van de palen en de informatiepanelen
be
nelen. Een aantal netwerken maakt ook gebruik van gedragsbordjes, schildjes of stickers.
k
sis ba
sis ba es ro
ut
Een wandelnetwerk kent doorgaans keuzepunt- of knooppuntpalen, routepalen en infopa-
k
0%
Bewegwijzering
Figuur 2 Wandelnetwerken gecombineerd met bestaande routes
Het is nauwelijks mogelijk de prijzen voor de bewegwijzering te vergelijken. Wat een routepaal kost, hangt mede af van het type markering. Losse schildjes op houten palen zijn veel duurder dan bijvoorbeeld stickers. Het materiaal, de te verwachten levensduur en de omvang van de bestelling hebben invloed op de prijs. Gemiddeld kost een netwerk – op basis van bovenstaande gegevens – 120 euro per kilometer aan materiaalkosten (keuzepuntpalen, routepalen en informatiepanelen). De bijbehorende kosten voor plaatsing, beheer en onderhoud zijn niet inbegrepen. In de meeste gebieden zijn naast de markeringen van het wandelnetwerk ook andere markeringen van wandelroutes aanwezig, bijvoorbeeld van Staatsbosbeheer, de provinciale landschappen, de VVV of LAW-routes. In driekwart van de wandelnetwerken worden de andere markeringen op den duur geheel of gedeeltelijk verwijderd of opgenomen in het netwerk. Dit gebeurt altijd in overleg met de eigenaren van de bestaande markeringen.
140
140
1.400
120
120
1.200
100
20
189 pr e ld de id ge
ge
ge
Figuur 4: kosten routepaal
ijs
ijs e st
m
m
ld de
pr
ijs
e
st ag la
ag
e
pr
pr
ijs
ijs
0
pr
ijs e og ho
m
id
la
de
ld
ag
e
st
st
e
pr
pr
ijs
ijs pr
ijs pr e st og
Figuur 3: kosten knooppuntpaal
400 200
8
0
0
ho
40
id
20
40
e
33
721
600
st
40
60
800
og
59
80
prijs in euro
60
1.000
100
ho
80
prijs in euro
prijs in euro
100
1.400
la
124
Figuur 5: kosten infopaneel
Wandelnetwerken in beeld | 9
netwerk
keuzepaneel
routepaal
infopaneel
lengte netwerk
prijs (€)
aantal
prijs (€)
aantal
prijs (€)
aantal 23
Wandelnetwerk Bergen-Alkmaar-Heiloo
233
124
150
80
600
1650
Klompenpaden in Utrecht en GelderlandI
330
n.v.t.
n.v.t.
8
720
1400
35
Kempens Landgoed
290
45
253
27
575
200
3
Kempense Heide
530
45
361
27
710
200
7
Wandelnetwerk Twente
3.100
68
1250
48
5.000
600
152
Historische Wandelpaden Noordoost Friesland
411
66
84
9
geen gegevens
850
30
Wandelnetwerk Vechtdal-WaterReijk-IJsseldelta
2.800
33
615
15
2.000
495
61
Wandelnetwerk Duin- en Bollenstreek
100
geen gegevens
geen gegevens
geen gegevens
geen gegevens
geen gegevens
geen gegevens
Stichtse Lustwarande / Gelderse Vallei
1210
395
12II
100
geen gegevens
n.v.t.III
n.v.t.
Wandelnetwerk West-Friesland
875
95
8
63
40
920
2
Zuid Limburg (Parkstad Limburg-Heuvelland West-Heuvelland OostGrensmaasvallei)
2.000
n.v.t.
n.v.t.
27
18.000
800
70
Zeeland (Zak van Zuid-Beveland)
190
52
180
17
400
800
25
West Brabant (Wijde Biesbosch Noord)
325
55
220
n.v.t.
n.v.t.
550
11
Hart van Brabant
500
33
500
22
64
189
28
KnopenLopen - wandelen in Sevenum
102
35
95
20
400
geen gegevens
10
Tabel 5: markeringselementen per netwerk De Klompenpaden zijn anno 2011 afzonderlijke routes. In de doorontwikkeling worden
I
rondwandelingen waar logisch en mogelijk aan elkaar verbonden en waar witte vlekken
Waarvan 7 Stichtse Lustwarande en 5 Gelderse Vallei
II
III
Infopanelen zijn geïntegreerd in de knooppuntpalen
zijn worden nieuwe routes aangelegd.
netwerk
lengte netwerk
totaal materiaalkosten
materiaalkosten per kmI
233
104.550
449
Klompenpaden in Utrecht en Gelderland
330
54.760
166
Kempens Landgoed
290
27.510
95
Kempense Heide
530
36.815
69
Wandelnetwerk Twente
3.100
416.200
134
Wandelnetwerk Vechtdal-WaterReijk-IJsseldelta
2.800
80.490
29
Wandelnetwerk West-Friesland
875
5.120
6
Zuid Limburg (Parkstad Limburg-Heuvelland West-Heuvelland Oost-Grensmaasvallei)
2.000
542.000
271
Zeeland (Zak van Zuid-Beveland)
190
36.160
190
West Brabant (Wijde Biesbosch Noord)
325
18.150
56
Hart van Brabant
500
23.200
46
Wandelnetwerk Bergen-Alkmaar-Heiloo II
Tabel 6: materiaalkosten per netwerk I
Totalen zijn berekend door de aantallen en bedragen uit de voorgaande tabel te ver-
De Klompenpaden zijn anno 2011 afzonderlijke routes. In de doorontwikkeling worden
II
menigvuldigen. Netwerken waar gegevens van ontbreken (gg) zijn buiten beschouwing
rondwandelingen waar logisch en mogelijk aan elkaar verbonden en waar witte vlekken
gelaten. Netwerken die geen gebruik maken van bijv. keuzepuntpalen of routepanelen
zijn worden nieuwe routes aangelegd.
(n.v.t.) zijn wel meegenomen in de berekening.
Wandelnetwerken in beeld | 10
Organisatie van beheer, onderhoud en doorontwikkeling Na het initiatief om een netwerk te ontwikkelen zijn er verschillende partijen, ieder met hun eigen verantwoordelijkheden betrokken bij een netwerk en het beheer ervan.
‘Veranker opgedane praktische informatie in de organisatie; zorg dat die niet verloren gaat voor volgende projecten.’ Sientje Hermans, Toerisme Provincie Antwerpen
Eigenaar In beginsel is de gemeente eigenaar van het ‘netwerk’ (dat niet automatisch hetzelfde is als de grondeigenaar). Zij heeft daarmee in formele zin dan ook een cruciale rol. In de praktijk blijkt echter dat niet iedere gemeente zich dit realiseert en daarbij ook niet altijd de
eigenaar
daarbij behorende verantwoordelijkheid neemt. Beheerder
contract
De gemeente kan de rol van beheerder van het routenetwerk op zich nemen, maar kan dit ook uitbesteden. wandelaar
beheerder
Uitvoerder
uitvoerder opdracht
Voor de feitelijke realisatie van het netwerk wordt veelal een uitvoerder ingehuurd. Ook het overeenkomst
onderhoud kan bij een uitvoerder worden neergelegd. Dat is niet per definitie dezelfde die het netwerk heeft gerealiseerd. Uitvoerders kunnen aannemers of vrijwilligers zijn.
grondeigenaar
Grondeigenaar De grondeigenaar is in principe verantwoordelijk voor het onderhoud van zijn ondergrond. Zo zal Staatsbosbeheer bijvoorbeeld zorgen voor de begaanbaarheid van de paden. De grondeigenaar moet toestemming verlenen om er te mogen lopen (tenzij een pad open-
Figuur 6: verantwoordelijkheden
baar is) en om te markeren.
‘Neem tijdig contact op met alle mogelijk betrokkenen. Laat agrariërs niet door gemeenten, maar door onafhankelijke partijen of bijvoorbeeld LTO benaderen.’ Karel Schoenaker, Recreatieschap West-Friesland
Doorlopende kosten Ruim de helft (57%) van de netwerken laat het onderhoud van het netwerk geheel of gedeeltelijk door vrijwilligers doen. Bijvoorbeeld het houden van schouwrondes (meestal twee keer per jaar) en het uitvoeren van kleine reparaties. Een derde laat dit alleen door professionals (aannemers) doen. Grotere onderhoudswerkzaamheden worden soms uitgevoerd door een aannemer, soms door de gemeente of het recreatieschap of bijvoorbeeld door een sociale werkplaats.
‘Als een bok op de haverkist zitten: zorgen voor een complete projectomschrijving, is onderhoud meegeregeld, duidelijkheid over ‘wie-doet-wat’.’ Kees Verplancke, Stichting VVV Zuid Limburg, Routepunt Onderhoud
Wandelnetwerken in beeld | 11
netwerk
verzekering schade door wandelaars
Wandelnetwerk Bergen-Alkmaar-Heiloo
nee
Klompenpaden in Utrecht en Gelderland
Ja, via verzekering gemeente
Kempens Landgoed/Kempense Heide
nee
Wandelnetwerk Twente
Ja, indien contract met eigenaren
Historische Wandelpaden Noordoost Friesland
boerenlandpaden - provincie
Wandelnetwerk Vechtdal-WaterReijk-IJsseldelta
Ja, via verzekering gemeente
Stichtse Lustwarande / Gelderse Vallei
nee
Wandelnetwerk West-Friesland
boerenlandpaden - provincie
Zuid Limburg (Parkstad Limburg-Heuvelland West-Heuvelland Oost-Grensmaasvallei)
nee
Zeeland (Zak van Zuid-Beveland)
ja
West Brabant (Wijde Biesbosch Noord)
nee
Hart van Brabant
boerenlandpaden - provincie
KnopenLopen - wandelen in Sevenum
nee
Tabel 7: verzekeringen
De helft van de wandelnetwerken is niet verzekerd voor schade die door wandelaars wordt veroorzaakt. De overige netwerken zijn hiervoor (deels) verzekerd; sommige via de verzekering van de gemeente(n), sommige via de provinciale regeling Boerenlandpaden en sommige hebben zelf een verzekering afgesloten ten behoeve van de grondeigenaren. Wel geven veel wandelnetwerken aan dat zij een verzekering hebben afgesloten voor hun vrijwilligers.
Digitaal Bijna alle wandelnetwerken hebben de informatie over het netwerk digitaal vastgelegd. Alleen Stichting KnopenLopen was op het moment van interviewen nog bezig met de
Datamodel en routedatabank Wandelnet heeft een landelijk datamodel ontwikkeld voor GIS. Het is een handreiking waarmee de gegevens van een wandelnetwerk op een uniforme en handige manier gedigitaliseerd kunnen worden.
digitalisering. De netwerken die hun informatie digitaal hebben vastgelegd hebben dit
Wandelnet stelt dit datamodel zonder kosten beschikbaar.
zonder uitzondering in GIS vastgelegd. Alleen in Zeeland (Zak van Zuid-Beveland) is dit nog
De zo verkregen gegevens voert Wandelnet graag in de routedatabank
in ontwikkeling en in Zuid-Limburg is de informatie slechts beperkt in GIS ingevoerd.
in. Daarmee zijn de regionale wandelnetwerken vindbaar voor de belangstellende wandelaar.
Meldpunt Vijfentachtig procent van de wandelnetwerken heeft een meldpunt voor het doorgeven van bijvoorbeeld ontbrekende bordjes en vernielingen. Veelal moet dat via een website, maar in Twente is er ook een speciaal telefoonnummer. Het aantal meldingen loopt uiteen van tien per maand tot vijf per jaar. Het aantal meldingen hangt samen met de grootte van het netwerk. Meldingen zijn grotendeels te voorkomen door het houden van schouwrondes, maar ook door de palen goed te plaatsen en rekening te houden met de situatie ter plekke.
‘Meldingen worden verwerkt via het KIS-principe (Keep It Simple): melder => steunpunt => eigenaar of vrijwilliger => steunpunt (afmelden).’ Evelien Kenbeek, Stichting Landschap Erfgoed Utrecht
GIS
Wandelnetwerken in beeld | 12
Ondergrond en omgeving Veel wandelnetwerken streven ernaar een zo groot mogelijk deel van de wandelroutes over onverharde wegen te laten gaan, maar de verhouding verhard/onverhard verschilt sterk per netwerk. Er zijn netwerken die bijna volledig (98%) onverhard zijn (Netwerk Stichtse Lustwarande/Gelderse Vallei), terwijl het netwerk in de Wijde Biesbosch Noord voor 90% over verharde paden gaat. netwerk
verhouding verhard/onverhard (%)
netwerk door bebouwde kom
netwerk door kwetsbare natuur
Wandelnetwerk Bergen-Alkmaar-Heiloo
Geen gegevens
ja
ja
Klompenpaden in Utrecht en Gelderland
25-75
neeI
beperkt
Kempens Landgoed/Kempense Heide
60-40
ja
nee
Wandelnetwerk Twente
Geen gegevens
jaII
nee
Historische Wandelpaden Noordoost Friesland
Geen gegevens
ja
nee
Wandelnetwerk Vechtdal-WaterReijk-IJsseldelta
Geen gegevens
ja
nee
Wandelnetwerk Duin- en Bollenstreek
40-60
ja
beperkt
Stichtse Lustwarande / Gelderse Vallei
2-98
ja
nee
Wandelnetwerk West-Friesland
50-50III
ja
ja
Zuid Limburg (Parkstad Limburg-Heuvelland West-Heuvelland Oost-Grensmaasvallei)
5-95
jaIV
ja
Zeeland (Zak van Zuid-Beveland)
65-35
ja
nee
West Brabant (Wijde Biesbosch Noord)
90-10V
ja
beperkt
Hart van Brabant
80-20
ja
nee (zonering)
KnopenLopen - wandelen in Sevenum
20-80
ja
ja
Tabel 8: ondergrond paden Raakt rand van stad of dorp.
IV
Kleinere steden en dorpen.
V
I
II
Alleen de dorpen, niet de steden.
In veel andere deelgebieden is de verhouding 50-50.
Bij voorkeur niet meer dan 2 km aaneengesloten verhard.
III
De Klompenpaden in Utrecht en Gelderland raken alleen de rand van een stad of een dorp. De rest van de wandelnetwerken gaat wel de bebouwde kom in. De grote steden (indien
Stad-te-voet
aanwezig) worden meestal vermeden. Een aantal netwerken kiest bewust voor een start-
Het concept ‘Stad-te-Voet’ is eigenlijk een stedelijk concept van
punt in de kernen.
een wandelnetwerk. Door wandellijnen vanuit het centrum van de stad naar buiten te ontwikkelen, ontstaat een koppeling tussen een regionaal netwerk (meestal in het buitengebied) en het stadscentrum.
Ongeveer de helft van de netwerken gaat ook door kwetsbare natuurgebieden. Dit kan
Utrecht-te-Voet is daar een goed voorbeeld van.
met zich meebrengen dat bepaalde paden niet toegankelijk zijn in het broed- en rustseizoen, dat honden soms niet zijn toegestaan, of dat wandelen tussen zonsondergang en zonsopgang verboden is. De meeste netwerken geven aan dat de wandelroutes veel door ‘open land’ gaat. Alleen het wandelnetwerk Stichtse Lustwarande/Gelderse Vallei gaat voornamelijk door bosgebied. Wandelnetwerk Twente geeft specifiek aan dat ‘het ontsluiten van het platteland voor wandelaars’ één van de doelstellingen van het netwerk is.
‘Besteed veel tijd en energie aan draagvlakontwikkeling en zorg voor een goede voorlichting tijdens de uitvoering.’ Han van den Heuvel, Regio Twente
Wandelnetwerken in beeld | 13
Promotiemateriaal
100%
Vier op de vijf wandelnetwerken beschikken over een wandelkaart, in bijna alle gevallen op schaal 1:25.000. De oplage van de kaarten varieert tussen de drieduizend en tienduizend stuks. Dat heeft uiteraard te maken met de grootte van een netwerk. Zo heeft het
80% 60%
relatief grote Twentse netwerk bijvoorbeeld een wandelkaart in vier delen. Een derde van de wandelnetwerken beschikt over een wandelgids. De tabellen 9 en 10
40%
geven inzicht in de oplage, de kostprijs en de verkoopprijs van de wandelkaarten en -gidsen. 20%
s
an
gp
r ne
e sit iu
te
w
pl
eb
gi
ou em
ro
th
w
an
de
ar
lk
terwijl andere al aan herdrukken toe zijn.
ds
te
0%
aa
verschillende stadia verkeren: sommige netwerken hebben een eerste oplage uitgebracht,
rt
De grote verschillen in kosten en oplages zijn deels te begrijpen, doordat de projecten in
Figuur 7: promotiemiddlelen netwerk met wandelkaart
oplage
kostprijs (€)
verkoopprijs (€)
Kempens Landgoed/Kempense Heide (kaart +gids)
5.000
3,50
8,00
Wandelnetwerk Twente
Geen gegevens
1,54
6,95
Historische Wandelpaden Noordoost Friesland
8.000
Geen gegevens
3,60
Wandelnetwerk Vechtdal-WaterReijk-IJsseldelta
10.000
5,9520
5,95
Geen gegevens
Geen gegevens
Geen gegevens
Zuid Limburg (Parkstad Limburg-Heuvelland West-Heuvelland Oost-Grensmaasvallei)
3.000-10.000
1,75
5,60
Zeeland (Zak van Zuid-Beveland)
5000
Geen gegevens
5,00
Stichtse Lustwarande
21
/ Gelderse Vallei
West Brabant (Wijde Biesbosch Noord)
2.500
2,50
6,00
Hart van Brabant
10.000
2,50
4,00
KnopenLopen - wandelen in Sevenum
8.000
1,20
3,00
netwerk met wandelgids
oplage
kostprijs (€)
verkoopprijs (€)
Klompenpaden in Utrecht en Gelderland
4.000/route
Geen gegevens
1,00 a 1,50
Kempens Landgoed/Kempense Heide (kaart + gids)
5.000
Geen gegevens
8,00
Zeeland (Zak van Zuid-Beveland)
3.000
6,30
12,95
Hart van Brabant
4.000
Geen gegevens
4,00
Tabel 9: wandelkaarten
Tabel 10: wandelgidsen
Alle wandelnetwerken beschikken over een website, maar slechts enkele hebben die uitgerust met een routeplanner. Dat zijn Netwerk Twente, Stichtse Lustwarande/Gelderse Vallei en West Brabant (Wijde Biesbosch Noord). Alleen Historische Wandelpaden Noordoost
Routeplanner Inmiddels is voor wandelaars een landelijke routeplanner ontwikkeld op www.wandelnet.nl. Binnen die planner is en komt ook nadrukkelijk ruimte voor het aanbieden van regionale wandelnetwerken.
Friesland heeft GPS-routes. Een deel van de netwerken geeft wel aan dat ze dit wensen of dat ze bezig zijn met de ontwikkeling daarvan. Dat levert soms praktische bezwaren op. Zo heeft men in Zuid-Limburg geëxperimenteerd met GPS-routes, maar dit bleek weinig succesvol, onder meer door overlappend bereik van providers uit België en Duitsland.
‘Neem de tijd ervoor en ga voor kwaliteit! Het is heel belangrijk om na te gaan wat de wandelaar precies wil.’ Rinus Jagers, Regionaal Team Recreatie & Toerisme IJssel-Vecht
GPS wandelaar
Wandelnetwerken in beeld | 14
Marketing en promotie Veel wandelnetwerken geven hun budget vooral uit aan de ontwikkeling van het netwerk en de routekaart, een website en de opening van het netwerk. Voor pure promotie zijn ze vaak aangewezen op de algemene toeristisch promotiebudgetten van de regio’s of provincies.
Monitoring De meeste wandelnetwerken doen niet aan onderzoek of kwaliteitsbewaking. Uitzonderingen daarop zijn: • een stageonderzoek naar het Wandelnetwerk Kempens Landgoed/Kempense Vallei • dagtellingen naar het aantal gebruikers in Sevenum (KnopenLopen) • een analyse in de provincie Overijssel; Analyse wandelnetwerken: voor een zo optimaal mogelijk Overijssels netwerk (GOBT, 2008) Meer gegevens gevraagd De wandelnetwerken zijn volop in beweging. Wandelnet verzamelt informatie over nieuwe initiatieven en over ontwikkelingen in bestaande
Meer informatie
netwerken. Wij ontvangen graag (aanvullende) gegevens over de
Voor meer informatie over wandelnetwerken kunt u ons digitale dossier ‘wandelnet-
wandelnetwerken in Nederland. Onze adresgegevens staan hieronder vermeld.
werken’ raadplegen via www.wandelnet.nl. Uiteraard kunt u ook contact zoeken met Ankie van Dijk, projectleider wandelnetwerken, (033) 4653660,
[email protected].
scan de code om direct het digitale dossier ‘wandelnetwerken’ te openen
Colofon Uitgave:
Wandelnet, Amersfoort, december 2012
Wandelnet:
Martine Werensteijn en Ankie van Dijk
Interviews:
Dré Rennen, Frans Meijdam, Ronnie Ankoné
Eindredactie:
Jet Holleman
Onderzoek:
De Afdeling Onderzoek, Monica Wagenaar
Vormgeving:
Concreet geeft vorm
Cartografie:
Bosma Grafiek, Marijn Bosma
Cartoons:
Kurf, John Körver
Foto’s:
ANWB/Landschapsbeheer Friesland (cover), Eveline Kooijman (pag. 13)
Wandelnet Bezoekadres
Postadres
Berkenweg 30
Postbus 846
3818 LB Amersfoort
3800 AV Amersfoort
Tel.: 033 - 465 36 60 Fax: 033 - 465 43 77 E-mail:
[email protected]
Wandelnetwerken in beeld | 15
Bijlage 1:
Checklist kwaliteit regionaal wandelnetwerk
√
Netwerk Er vindt afstemming plaats met Wandelnet met betrekking tot het opnemen LAW’s® en Streekpaden® in het netwerk Indien van toepassing is er aansluiting op de LAW’s® en Streekpaden® buiten het netwerk
Bestaande (gemarkeerde) wandelroutes worden in het netwerk geïntegreerd (eventueel via thema routes) Het netwerk is geschikt voor verschillende doelgroepen; voor het maken van een ommetje en een meerdaagse wandeltocht Geadviseerd wordt om gebruik te maken van het keuzepuntsysteem of knooppuntsysteem Zie H5. brochure ‘Wandelnetwerken uit de knoop’ Rondwandelingen variëren tussen de 3 en 10 kilometer
De fijnmazigheid wordt afgestemd op de wandelvraag in het gebied
Er is aansluiting op of een verwijzing naar eventuele aangrenzende wandelnetwerken Startpunten zijn onderdeel van het netwerk
De toestemming en wensen van terreineigenaren zijn mede bepalend voor de tracering van het netwerk In overleg met terreineigenaren kan het netwerk dienen als zoneringsmiddel van de recreatiedruk Voordat het netwerk in gebruik wordt genomen moet het juridisch gezekerd zijn
Omgeving Het netwerk brengt de wandelaar langs afwisselende landschapstypen
Voor de beleving van het gebied is het belangrijk dat karakteristieke elementen van de omgeving goed zichtbaar zijn Cultuurhistorische elementen als beschermde stad- en dorpsgezichten worden in het netwerk opgenomen Bij opname van (beschermde) natuurgebieden wordt rekening gehouden met eventuele beperkingen (broedseizoen, hondenverbod)
Bijlage 1 Checklist kwaliteit regionaal wandelnetwerk | 16
Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van cultuurhistorisch waardevolle paden (bijvoorbeeld kerkenpaden en tiendwegen) Zo mogelijk worden nieuwe paden ontwikkeld (infrastructuur)
Het netwerk wordt gebruikt als instrument voor gebiedspromotie
Route In het buitengebied wordt waar mogelijk gebruikt gemaakt van onverharde of halfverharde paden (mits goed begaanbaar) Het type ondergrond wordt aan de gebruikers gecommuniceerd (verhard, onverhard, mogelijk drassig) Er is zo min mogelijk samenloop met andere verkeersdeelnemers (verhoogde beleving en veiligheid)
De gebruiker dient zo min mogelijk hinder te ondervinden van barrières als spoorlijnen en autowegen
In voorkomende gevallen zijn er veilige en aantrekkelijke oversteken gerealiseerd
De paden zijn vrij van overgroeiende takken, struiken en overwoekerend onkruid
Bij eventuele obstakels als omheiningen worden opstapjes of hekjes geplaatst
Checklist kwaliteit regionaal wandelnetwerk
√
Voorzieningen Startpunten moeten goed bereikbaar zijn voor verschillende mobiliteiten die van toepassing zijn in het gebied (te voet, fiets, auto, openbaar vervoer) Een startpunt bestaat minimaal uit een parkeerplaats voor auto’s en fietsen en een informatiepaneel
Een informatiepaneel bevat een overzichtsplattegrond en uitleg over het gebruik van het netwerk
Richtlijn is 10 startpunten per 100 km²
Een geeft een meerwaarde om het netwerk aan te sluiten op belangrijke OV haltes en stations in het gebied Het netwerk voorziet in rustpunten onderweg in de vorm van (picknick)banken
Indien mogelijk worden horecavoorzieningen en bezienswaardigheden in het netwerk opgenomen
Bijlage 1 Checklist kwaliteit regionaal wandelnetwerk | 17
Wanneer op (delen van) het netwerk beperkingen gelden dienen deze expliciet te worden gemeld (bijvoorbeeld vaartijden pontjes, hondenverbod)
Markering De markering is uniform en functioneel
Het netwerk is tweezijdig gemarkeerd in een vorm die het mogelijk maakt om routes aan elkaar te knopen Bij de inpassing van de LAW® of Streekpad® markering moeten de randvoorwaarden in de brochure ’Wandelnetwerken uit de knoop’ gehanteerd worden (bijlage II) Er moet toestemming gevraagd worden aan Wandelnet voor het gebruik van de markering van LAW® en Streekpad® De markering van LAW® en Streekpad® wordt in het systeem ingepast; op één drager geplaatst Het streven is om markeringen van overige wandelroutes te saneren
De markering van het netwerk sluit aan op of verwijst naar aangrenzende netwerken
Geografisch Informatie Systeem Het ontwerp van het netwerk wordt gedigitaliseerd in ArcGIS met ondergronden van TOP10NL Het door Wandelnet beschikbaar gestelde ArcGIS bestand van het landelijke netwerk dient als basis voor het regionale netwerk Voor de opbouw van de ArcGIS bestanden wordt gebruik gemaakt van de door Wandelnet verstrekte ‘Handleiding wandelnetwerken in ArcGIS’ De kenmerken (attribuutwaarden) worden ingevoerd in het door Wandelnet beschikbaar gestelde datamodel Het ArcGIS bestand van het regionale netwerk met bijbehorende attribuutwaarden wordt uitgeleverd aan Wandelnet voor opname in de landelijke routedatabank
Checklist kwaliteit regionaal wandelnetwerk
√
Beheer en onderhoud Voorafgaand aan realisatie worden afspraken gemaakt over verantwoordelijkheden met betrekking tot eigendom, beheer en onderhoud Voorafgaand aan realisatie worden afspraken gemaakt met betrekking tot de controle van het netwerk (2 x p/jaar schouwronde) Indien er LAW’s® door het gebied lopen worden met Wandelnet afspraken gemaakt over gecombineerd onderhoud LAW® en het regionale netwerk
Bijlage 1 Checklist kwaliteit regionaal wandelnetwerk | 18
Voor de uitvoering van beheer en onderhoud is het aan te bevelen om van alle markeringselementen in het veld een digitaal bestek te maken
Promotie Het ArcGIS bestand van het netwerk is de basis voor de cartografie
Er is een (papieren) wandelkaart beschikbaar
De wandelkaart bestaat minimaal uit een plattegrond en uitleg van het systeem
De wandelkaart geeft informatie over tijdelijke afsluitingen en waar honden niet zijn toegestaan Het geeft een meerwaarde om bezienswaardigheden op kaart aan te geven Via een website wordt informatie gegeven over het netwerk (bereikbaarheid, gebruik, verkrijgbaarheid van de kaarten, contactpunt voor meldingen en vragen) Voor de promotie van het wandelnetwerk wordt vroegtijdig samengewerkt met regionale bureaus voor toerisme en toeristische ondernemers in het gebied
Bijlage 1 Checklist kwaliteit regionaal wandelnetwerk | 19
Bijlage 2: Lijst met geïnterviewden • Historische Wandelpaden Noordoost Friesland met Landschapsbeheer Friesland (Teatske van Dalen); Wandelpadennetwerk Bergen-Alkmaar-Heiloo met Gemeente Bergen (NH) (Linda de Groot); • de Klompenpaden in Utrecht en Gelderland met Stichting Landschap Erfgoed Utrecht (Evelien Kenbeek); • Wandelnetwerk Kempens Landgoed/Kempense Heide met Toerisme Provincie Antwerpen (Sientje Hermans); • Wandelnetwerk Twente met Regio Twente (Han van den Heuvel); • Wandelnetwerken Vechtdal, WaterReijk en IJsseldelta met Regionaal team Recreatie en Toerisme IJssel-Vecht (Rinus Jagers op Akkerhuis); • Wandelnetwerk Duin- en Bollenstreek met Stichting Landschapsbeheer Zuid-Holland (Pieter Balkenende); • Wandelnetwerk Stichtse Lustwarande/Gelderse Vallei met Provincie Utrecht (Marieke Creemer en Peter Strijland); • Wandelnetwerk West-Friesland met Recreatieschap West-Friesland (Karel Schoenaker); • Netwerken Parkstad Limburg, Heuvelland West, Heuvelland Oost, Grensmaasvallei met Stichting VVV Zuid-Limburg (Kees Verplancke); • Wandelnetwerk Zeeland (voorbeeld: Zak van Zuid-Beveland) met Stichting Landschapsbeheer Zeeland (Arjan de Hulster); • Wandelnetwerk West Brabant (voorbeeld: Wijde Biesbosch Noord) met Regio West Brabant (Joeri Verheijen en Michiel Goos); • Wandelnetwerk Hart van Brabant met RMB (Wout Janssen); • KnopenLopen, wandelen in Sevenum met Stichting KnopenLopen te Sevenum (Jan van der Vight).
Bijlage 2 Lijst met geïnterviewden | 20