Beeld of Tekst?
Beeld of Tekst? Een onderzoek naar de relatie tussen foto en bijschrift in fotoartikelen.
Rijksuniversiteit Groningen
Opleiding: Communicatie-en Informatiewetenschappen Begeleider: Dhr. dr. C.L.A. Sauer Datum: 8 augustus 2011 Student: Saskia de Römph Studentnummer: S1582135 Email:
[email protected]
Faculteit der Letteren
ABSTRACT Door de toenemende publicatie van persfoto’s in Nederlandse dagbladen is een nieuwe, uitdagende vorm van communiceren met de krantenlezer ontstaan in de vorm van fotoartikelen. Deze artikelen bestaan uit een persfoto en een bijschrift, waarbij de focus naar de persfoto uitgaat. Aan de hand van drie theoretici op het gebied van semiotiek: Peirce (1982), Keller (1998) en Barthes (1987) is een analysemodel samengesteld. Op basis van dit analysemodel is de relatie tussen beeld en tekst geanalyseerd en achterhaald hoe sterk de communicatieve waarde van een fotoartikel is. De resultaten laten zien dat er in veel gevallen geen samenhang aanwezig is tussen beeld en tekst. Zowel de foto als het bijschrift worden gepresenteerd als twee ‘losse’ elementen, die ieder een eigen nieuwswaarde hebben. De voornaamste aanleiding hiervoor is de lengte en inhoud van de bijschriften, die vaak geen relatie vertonen met de foto’s waaraan deze gerelateerd zijn. Doordat er niet tot nauwelijks een verband waar te nemen is tussen beeld en tekst, ontstaat er een oneigenlijke relatie in fotoartikelen, waarbij het ten koste van de foto kan gaan om fotoartikelen te integreren in een dagblad. De communicatiewaarde/strekking van een fotoartikel is als niet geslaagd ervaren, omdat de relatie tussen tekst en beeld niet sterk is. Dit onderzoek laat zien dat beeld zeker niet onderdoet voor tekst. Persfoto’s in fotoartikelen kunnen juist een sterkere vorm van communicatie zijn dan bijschriften.
VOORWOORD Deze scriptie is geschreven ter afsluiting van de Master Communicatie en Informatiewetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Als iemand mij 10 jaar geleden had gezegd dat ik vandaag een voorwoord voor mijn masterscriptie aan het schrijven zou zijn, had ik vol ongeloof gereageerd. Na een lange ‘en soms eindeloze’ studieloopbaan, waarbij ik vrijwel alle Nederlandse onderwijsvormen heb doorlopen, is er nu toch écht een eind aan mijn status als ‘student’ gekomen. Het schrijven van een masterscriptie kan met recht een 'laatste beproeving' genoemd worden. Desondanks heb ik met veel plezier aan deze scriptie gewerkt. Na vele verschillende ideeën en uitwerkingen is dit het eindresultaat geworden. Mijn interesse in beeld, fotografie en de communicatieve waarde hiervan is gaandeweg mijn studie ontstaan. Door de gedeelde interesse op dit gebied van mijn begeleider dhr. dr. C.L.A. Sauer, is het mogelijk geworden om deze scriptie te schrijven. Ik heb erg veel aan zijn begeleiding gehad en wil vanaf deze plaats dr. Sauer bedanken voor zijn inzichten, enthousiasme, geduld en leermomenten. Tot slot wil ik mijn familie en vrienden bedanken voor alle steun en opbeurende woorden die zij mij geboden hebben tijdens mijn afstudeertraject. Hierbij wil ik in het bijzonder mijn ouders bedanken die mij niet alleen tijdens mijn scriptietijd, maar gedurende mijn hele studie in alle opzichten hebben gesteund.
INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING
1
2. THEORETISCH KADER 2.1 Inleiding in de theorie 2.2 Foto’s in de pers 2.3 Voorgaande onderzoeken naar foto’s in de pers 2.4 Algemeen interpretatieproces van een foto of afbeelding 2.5 Benaderingen voor het analyseren van tekens 2.6 Peirce’s Tekenleer 2.7 Soorten tekens 2.7.1 Iconische tekens 2.7.2 Indexicale tekens 2.7.3 Symbolische tekens
3 3 5 7 12 13 15 16 16 16 17
2.8 Tekens als stimuli van inferenties 2.9 Inferenties in foto’s 2.9.1 Inferentieniveaus op grond van foto’s
19 21 23
2.10 Denotatieve en connotatieve betekenisgeving aan foto’s 2.10.1 Denotatie 2.10.2 Connotatie 2.11 Het Fotoartikel 2.12 Bijschriften 2.13 Betekenisgeving aan een tekst 2.13.1. Co-text 2.13.2. Context
25 25 26 28 29 31 31 32
3. ONDERZOEKSMETHODE 3.1 Analysemateriaal 3.1.1 Selectieproces foto’s NRC Next
34 34 35
3.2 Werkwijze 3.3 Methode fotoanalyse 3.3.1 Inferentieniveaus 3.3.2 Denotatief en connotatief niveau 3.3.3 Analysemodel
35 37 37 38 39
3.4 Methode bijschriftanalyse 3.4.1 Analysemodel
40 40
4 ANALYSE 4.1 Analyse foto 1 4.1.1 Analyse foto 4.1.2 Analyse bijschrift
42 43 44 46
4.2 Analyse foto 2 4.2.1 Analyse foto 4.2.2 Analyse bijschrift
48 49 50
4.3 Analyse foto 3 4.3.1 Analyse foto 4.3.2 Analyse bijschrift
51 52 54
4.4 Analyse foto 4 4.4.1 Analyse foto 4.4.2 Analyse bijschrift 4.5 Analyse foto 5 4.5.1 Analyse foto 4.5.2 Analyse bijschrift
56 57 59 62 63 64
5. RESULTATEN
66
6. CONCLUSIE
69
7. DISCUSSIE 7.1 Onderschatting van de kijker 7.2 Empirisch onderzoek omtrent symbolisering 7.3 Samenspel tussen beeld en tekst 7.4 Sterk of zwak teken.
73 73 73 73 74
8. BIBLIOGRAFIE
75
1. INLEIDING Hoe sterk is de communicatieve strekking van beeld in relatie tot tekst? De spreekwoorden “Een beeld zegt meer dan duizend woorden, een foto zegt meer dan duizend woorden” en zelfs Napoleons quote “Een plaatje zegt meer dan duizend woorden”, hoe clichématig ze ook zijn, insinueren dat ‘beeld’ een sterkere vorm van communicatie is dan ‘tekst’. Maar is dit ook daadwerkelijk zo? Dit onderzoek richt zich tot de relatie tussen foto en bijschrift, met betrekking tot betekenisgeving aan foto’s in fotoartikelen uit Nederlandse dagbladen. Hiervoor ligt de focus dus op één specifiek soort ‘beeld’: persfotografie. Nederlandse dagbladen publiceren steeds vaker persfoto’s en tegenwoordig zelfs niet alleen als ondersteuning bij een krantenartikel. We hebben het dan over een krantenartikel dat enkel bestaat uit een foto een bijschrift. Deze vorm van persfotografie dient als onderzoeksmateriaal voor dit onderzoek en noemen we een fotoartikel. Het is een nieuwe, uitdagende manier om krantenlezers aan te spreken. Maar hoe sterk is deze innovatieve wijze van communiceren met de krantenlezer met als focus persfotografie? Het doel van dit onderzoek is door middel van een semiotische analyse te achterhalen in hoeverre er een relatie aanwezig is tussen beeld en tekst in fotoartikelen. Oftewel hoe sterk is de communicatieve waarde van een fotoartikel. Het corpus in dit onderzoek – fotoartikelen – bestaan dus uit twee elementen ‘foto’ en ‘bijschrift’. Deze bestanddelen van een fotoartikel kunnen een onderling complexe verhouding hebben en worden in termen van de semiotiek benaderd als combinaties van tekens. Semiotiek is de wetenschap die zich richt op het ontstaan en het gebruik van tekens in de menselijke communicatie, inclusief de communicatie in teksten en gesprekken. Maar semiotiek is vooral van belang wanneer visuele en verbale aspecten op elkaar kunnen inwerken en elkaar kunnen beïnvloeden. Omdat er verschillende benaderingen zijn voor het analyseren van tekens, moest er een keuze gemaakt worden. In dit onderzoek is daarom als uitgangspunt gekozen voor de benadering van Keller (1998) en staat niet het teken zelf maar de interpretator centraal; daardoor vindt de benadering van het analysemateriaal plaats vanuit het perspectief van de lezer/kijker, oftewel de interpretator. Dit wil zeggen dat we ervan uitgaan dat een teken zelf geen drager van een betekenis is, maar dat het de interpretator is die betekenis aan het teken geeft. Door te kiezen voor een semiotische benadering is te achterhalen welke betekenis(sen) de lezer/kijker aan de foto in het fotoartikel toeschrijft op basis van de foto zelf (zijn semiotische bestanddelen) en het bijschrift (dat eveneens verschillende semiotische bestanddelen kent). De foto en het bijschrift worden daarbij onafhankelijk van elkaar geanalyseerd, waardoor er twee inhoudsanalyses uitgevoerd worden: een fotoanalyse en een bijschriftanalyse. 1
Zowel tijdens de fotoanalyse en de bijschriftanalyse wordt in termen van Keller (1998) op gestructureerde wijze vastgesteld tot welke inferenties de kijker/lezer wordt gestimuleerd. Hieruit volgt een interpretatieproces en is vast te stellen welke betekenis de kijker/lezer aan het afgebeelde geeft bij het zien van de foto enerzijds en het lezen van het bijschrift anderzijds. Waardoor een inzicht ontstaat in de relatie tussen beeld en tekst in fotoartikelen, de functie van het bijschrift en hoe sterk de communicatieve waarde van een fotoartikel is. Nederlandse dagbladen hebben door de jaren heen flinke transformaties ondergaan, onder meer door meer persfoto’s te publiceren, meer kleurendruk te presenteren en in de laatste jaren bijvoorbeeld de overgang te maken naar tabloidformaat. Wellicht is het in de 21ste eeuw tijd voor een nieuw genre van krantenartikelen, namelijk foto’s (een artikel dat enkel door middel van een foto het nieuws doorgeeft aan de lezer/kijker). Vanuit de resultaten waartoe dit onderzoek heeft geleid zou een dergelijk idee zeker ondersteund kunnen worden, maar of Nederlandse dagbladen deze vernieuwing zien zitten of erop zitten te wachten, is een tweede.
2
2. THEORETISCH KADER 2.1 Inleiding tot de theorie Een vorm van fotografie waar we dagelijks mee worden geconfronteerd is persfotografie: foto’s die gepubliceerd worden in Nederlandse dagbladen. De kerntaak van een dagblad is door middel van krantenartikelen nieuws uit binnen en buitenland aan de lezer te ‘vertellen’. Daarom kan gezegd worden dat de foto’s die dagbladen plaatsen als doel hebben een zekere nieuwswaarde over te brengen. De taak van de fotograaf is in deze, zorgen voor een passend beeld bij het nieuws. Persfoto’s kunnen verschillende functies hebben in een dagblad. In dit onderzoek ligt de focus op de relatie tussen beeld en tekst in krantenartikelen, waardoor alléén krantenartikelen onderzocht worden die bestaan uit een foto en een bijschrift die we benoemen als fotoartikelen. Tijdens de analyses in dit onderzoek wordt in termen van Keller (1998) achterhaald tot welke inferenties de kijker/lezer wordt gestimuleerd bij het zien van de foto en het lezen van het bijschrift, met betrekking tot het interpreteren van wat afgebeeld wordt. We volgen hierbij de benadering van Keller (1998), die een teken ziet als een stimulans voor het maken van inferenties. Aan de communicatieve strekking van tekens – die in visuele en verbale vorm optreden – wordt betekenis gegeven op basis van inferenties die de toehoorder/lezer maakt (Keller 1998: 99). Welke inferenties dat zijn wordt, wederom in overeenstemming met Keller (1998), geanalyseerd in termen van de semiotiek van Peirce (1982). Peirce (1982) is een van de grondleggers van de semiotiek. Zijn tekenleer gaat ervan uit dat alle waargenomen tekens te onderscheiden zijn in drie soorten: iconische tekens, indexicale tekens en symbolische tekens. Deze tekens kennen echter verschillende gradaties en combinaties al naar gelang de wijze waarop de tekens tot stand worden gebracht (verbaal, visueel, maar ook fotografisch, getekend enz.). Omdat in theoretische uiteenzettingen en inleidingen tot de semiotiek veelal wordt benadrukt dat een teken óf een icoon, óf een index, óf een symbool is, en omdat als voorbeelden meestal eenvoudige tekens worden besproken, blijft het eigenlijke nieuwe Peirceaanse perspectief op tekens onderbelicht: dat we in heel veel gevallen niet met een enkel teken te maken hebben dat een icoon, index of symbool is, maar dat datgene dat we als inferentiestimulans waarnemen, meerdere inferentiemogelijkheden kent. Kortom, onze aandacht wordt getrokken op grond van tekens die zowel iconische, als indexicale, als symbolische eigenschappen bevatten en niet als één specifiek enkelvoudig teken te beschouwen zijn.
3
De drie soorten tekens die Peirce (1982) onderscheidt, zijn daarom met behulp van de theorie van Keller (1998) vertaald naar drie inferentieniveaus: iconische, indexicale en symbolische inferenties. Een teken wordt in dit onderzoek niet gezien als een icoon, index of symbool, maar als iets dat de interpretator stimuleert tot het maken van iconische, indexicale en symbolische inferenties. Deze inferenties leiden samen tot een interpretatie van het gerepresenteerde. Tot welke betekenis deze interpretatie leidt wordt geanalyseerd in termen van Barthes (1987), die twee niveaus onderscheidt waarop tekens (in eerste instantie foto’s) in principe betekenis krijgen: denotatief en connotatief niveau. Deze twee niveaus van Barthes (1987) zijn in dit onderzoek als volgt geoperationaliseerd: denotatie wordt beschouwd als gericht te zijn op associatieve en causale inferentieprocessen en connotatie op symbolische inferentieprocessen. Dit houdt in dat iconische (=associatieve) en indexicale (=causale) inferenties leiden tot betekenisgeving op denotatief niveau en symbolische (=op basis van regelkennis tot stand gekomen) inferenties tot betekenisgeving op connotatief niveau. Omdat het bijschrift door middel van tekst communiceert met de lezer/kijker, vraagt de bijschriftanalyse om een andere benadering. Hiervoor is de inhoud van de bijschriften onderverdeeld in twee onderzoeksniveaus: co-text en context. Het deel van het bijschrift dat we ‘co-text’ noemen, bevat informatie die direct betrekking heeft op wat we afgebeeld zien. Het dient ter identificering van onderdelen van de foto en stimuleert de lezer/kijker tot het maken van iconische en indexicale inferenties. Het deel van het bijschrift dat we ‘context’ noemen, informeert de lezer/kijker in meer algemene zin. Dat wil zeggen dat de informatie niet direct betrekking heeft op wat we afgebeeld zien, maar algemene informatie of achtergrondinformatie hierover geeft. Het context-deel van het bijschrift stimuleert tot het maken van symbolische inferenties (het zet de lezer/kijker aan tot het interpreteren van wat de foto symboliseert). In analogie met het onderscheid dat gemaakt is tussen denotatie en connotatie in de fotoanalyse, is aan te nemen dat co-text onder denotatie en context onder connotatie valt.
4
2.2 Foto’s in de pers Persfotografie werd pas mogelijk met het uitvinden van de draagbare fotocamera. Fotografen konden door deze uitvinding overal en op elk moment een beeld vastleggen. Beelden van de Mexicaanse oorlog tussen 1846-1848 vormden het prille begin van wat later bekend zou staan als ‘fotojournalistiek’. Het waren de eerste gefotografeerde beelden van een oorlog. Hoewel de Mexicaanse oorlog de eerste gefotografeerde oorlog was, zijn de beelden van de Krimoorlog (1854-1856) en de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) van grotere journalistieke waarde. Waar de beelden van de Mexicaanse oorlog nog tamelijk statisch waren en weinig informatie lieten zien over de werkelijke situatie op het slagveld, lieten de beelden van de Amerikaanse Burgeroorlog dat wel al zien. De techniek van fotografie was ontwikkeld en honderden journalisten brachten verslag uit van deze oorlog. Niet eerder had een oorlog zo veel aandacht van de pers en daarom is de Amerikaanse Burgeroorlog dan ook de meest gefotografeerde oorlog van de 19de eeuw. We kregen ‘echte’ foto’s te zien van de strijd, de conflicten en de gevolgen (Kester, 2003: 236). In 1882 werd het voor het eerst mogelijk om foto’s op krantenpapier af te drukken (Kester, 2003: 238). Desalniettemin werd er in Nederland veel weerstand geboden aan persfoto’s in kranten. Dat was niet chique. Maar ook het feit dat dagbladen destijds een klein verspreidinggebied kenden en het plaatsten van foto’s hoge kosten met zich meebracht, speelden hierbij een rol. In 1885 verscheen dan toch de eerste nieuws- of persfoto in Nederland, maar dan wel in een tijdschrift en niet in een krant. Vijf jaar later was het dan daadwerkelijk zover toen de Amsterdamse Courant voor het eerst een nieuwsfoto plaatste (Kester, 2003: 243). Met beelden van de Eerste Wereldoorlog, fotoreportages van politici, de Tweede Wereldoorlog en met name de Koreaoorlog kende persfotografie een ware opmars in Nederland. De berichtgeving over de Koreaoorlog die in 1950 uitbrak, is een belangrijk moment in de Nederlandse persfotografie. De sterke betekenis van foto’s in de pers was te danken aan zowel internationale als Nederlandse fotografen. Toch heeft het daarna nog jaren geduurd voordat de Nederlandse fotojournalistiek professioneler, gedurfder, informatiever en ook esthetisch interessant werd. Eigenlijk kennen we in Nederland pas vanaf de jaren 70/80 een volwassen status van fotojournalisme (Kester, 2003: 257/258).
5
Door het gebruik van persfoto’s in Nederlandse dagbladen werd de foto een veelgebruikt medium. Het gaf een accuraat beeld bij de tekst en liet de krant ‘mooier’ ogen. Tegenwoordig kunnen we ons geen dagblad voorstellen dat enkel uit tekst bestaat. Door de jaren heen is het afdrukken en het gebruik van foto’s goedkoper geworden. Hierdoor maken dagbladen steeds vaker gebruik van foto’s in een groot formaat en in kleur. Dit heeft uiteindelijk geleid naar de publicatie van foto’s in dagbladen zonder artikel, dus fotoartikelen. In de 21ste eeuw geven dagbladen het nieuws niet alleen door in de vorm van tekst, maar ook door middel van foto’s. In dit onderzoek vormen fotoartikelen die geplaatst worden in Nederlandse dagbladen het analysemateriaal. Deze artikelen vinden hun oorsprong in persfoto’s en bestaan uit een foto en een bijschrift. In paragraaf 2.11 wordt verder ingegaan op het fenomeen ‘fotoartikel’. We gaan nu eerst verder met reeds uitgevoerde onderzoeken naar persfoto’s in dagbladen.
6
2.3 Voorgaande onderzoeken naar foto’s in de pers Sauer (2010) en Caple & Bednarek (2010) hebben ingespeeld op het feit dat foto’s een meer prominenter rol krijgen in dagbladen. Sauer (2010) heeft zich gericht op foto’s die afgebeeld worden op voorpagina’s van Nederlandse dagbladen. Deze foto’s zijn voorzien van een titel en bijschrift. Omdat deze krantenartikelen als focus een foto hebben is het de bedoeling dat de lezer/kijker bijna zonder toegevoegde informatie betekenis geeft aan het beeld. In tegenstelling tot ‘gewone’ krantenartikelen staat niet het lezen voorop maar het gewaarworden en aftasten van de foto. De titel en het bijschrift zijn hierbij hulpmiddelen. Sauer (2010: 9/10) analyseert de foto’s op iconische, indexicale en symbolische kenmerken. Hierbij is niet de foto het centrale uitgangspunt, maar de krantenlezer. Oftewel geanalyseerd is welke iconische, indexicale en symbolische inferenties de lezer maakt bij het zien van de foto. Nadat de iconische en indexicale inferenties genoemd zijn, wordt bekeken wat de foto eigenlijk wil uitstralen of wat de fotograaf de lezer/kijker wil vertellen. Het geheel aan deze interpretaties is dan datgene dat de foto symboliseert, de symbolische inferenties. Vervolgens heeft hij de inhoud van de bijschriften nader bekeken. Hierbij is geanalyseerd welke informatie het bijschrift bevat in relatie tot de foto. Verwijst de inhoud van het bijschrift direct tot wat we zien in de foto, of geeft het informatie die beschouwd kan worden als ‘buiten’ het afgebeelde? In het eerste geval gaat het om de ondersteuning van iconische en indexicale inferenties, in het tweede geval lijkt het bijschrift meer een aanleiding voor de krant om verdere bijzonderheden over het gemelde gebeurtenis te geven. Tot welke context verhoudt het bijschrift zich tot de foto is dan datgene dat geanalyseerd wordt. Sauer (2010: 22) komt in zijn publicatie tot de slotsom dat de foto’s die hij heeft geanalyseerd zich kenmerken doordat ze ‘opvallend’ zijn. Dat wil zeggen niet alledaags, en de betekenis spreekt vaak niet voor zich. Daarnaast is ook de plaatsing opvallend: in het midden van het titelblad, omringt door overige krantenartikelen. Verder blijkt dat de onderwerpen die in de krantenartikelen op dezelfde pagina en de foto aan de orde gesteld worden, niet in relatie staan tot elkaar. De foto, zonder enige relatie tot andere krantenartikelen vormt daarom een ‘los’ element op de voorpagina. Dit kan best verwarrend zijn voor de lezer.
7
Toch wijst Sauer (2010) aan dat de lezer zich eerst focust op de geschreven artikelen op de voorpagina en daarna op de foto. De foto is dan eerder een blikvanger in plaats van een krantenartikel dat ‘snel’ gelezen wordt door de lezer. Onder ‘snel’ gelezen valt het vluchtig lezen van het nieuws, wat vaak gebeurt onder krantenlezers. Gebleken is dat in de meeste gevallen de bijschriften bij de foto’s een bespreking van de foto – of een fotografische reflectie – bevatten waardoor de lezer/kijker als het ware een les in visualiteit krijgt (Sauer, 2010: 25). Zonder deze bijschriften zouden de foto’s vreemde elementen op de voorpagina zijn, omdat niet gelijk duidelijk is wat afgebeeld is, en daarnaast hebben de foto’s geen relatie tot de andere besproken onderwerpen op de voorpagina. Desalniettemin blijkt de informatie uit het bijschrift niet altijd hulpzaam te zijn bij het betekenis geven aan het afgebeelde. De kijker ziet de foto en maakt iconische, indexicale en symbolische inferenties. Niet altijd volgt hieruit een duidelijke betekenis van de foto, waarna het bijschrift gelezen wordt. Maar vreemd genoeg geeft deze de lezer/kijker geen duidelijke informatie om de betekenis van de foto te achterhalen. Ook als gekeken wordt naar de verhouding van foto en bijschrift op het titelblad, valt het bijschrift als het ware weg. De foto is groot en opvallend en het bijschrift is in een vrij klein lettertype, kort en daarom onopvallend. Sauer (2010) blijft met de vraag achter waarom Nederlandse dagbladen juist deze foto’s op de voorpagina plaatsen. De artikelen en de foto op de voorpagina zijn losse elementen en hebben geen relatie tot elkaar betreffende de onderwerpen. De voorpagina is immers de eerste pagina die de lezer onder ogen krijgt en daarom is het misschien wel belangrijk om wanneer er foto’s geplaatst worden, deze enige samenhang te laten vertonen met de overige artikelen. In andere delen van de krant wordt dit principe wel toegepast, dus de keuze om een foto op de voorpagina te plaatsen die in grote lijnen enkel als blikvanger dient, blijft onopgehelderd. Caple & Bednarek (2010) – twee Australische onderzoekers – stellen dat hoewel de meeste visuele beelden in dagbladen ingebed zijn in een nieuwstekst, tegenwoordig de foto een meer prominenter rol krijgt in dagbladen. Zij noemen dit relatief nieuwe verschijnsel een ‘imagenuclear-news story’ (Caple & Bednarek, 2010: 212). Een ‘image-nuclear-news story’ bestaat uit een titel, foto en een bijschrift. Deze krantenartikelen werden geïntroduceerd door het Australische dagblad The Sydney Morning Herald. In 2000 onderging deze krant een transformatie waarbij voor het eerst niet langer het nieuws in de vorm van tekst werd ‘verteld’ maar ook door middel van een foto.
8
In eerste instantie bestonden deze artikelen uit enkel een foto en een bijschrift en vanaf 2004 werden ze ook voorzien van een titel. De toevoeging van een titel aan het artikel was uniek in het genre van krantenartikelen. Reden voor Caple & Bednarek (2010) om onderzoek te doen naar de relatie tussen titel en foto én foto en bijschrift. Uit een eerder onderzoek van Caple (2009) zijn wat algemene resultaten naar voren gekomen wat betreft de inhoud van het nieuws van deze artikelen. Caple (2009) heeft systematisch 1000 artikelen – die bestaan uit een titel, foto en bijschrift – van het dagblad The Sydney Morning Herald (SMH) verzameld en geanalyseerd. Een belangrijk resultaat is dat 95 procent van de geanalyseerde artikelen een speelse relatie laten zien tussen titel en foto (Caple & Bednarek 2010: 214). Naar aanleiding van dit laatste resultaat hebben Caple & Bednarek (2010) verder onderzoek uitgevoerd naar de wijze waarop speelse – of ludieke – relaties tussen titel, foto en bijschrift zich voordoen. Er zijn verschillende manieren waarop de tekst in de titel in ‘image nuclear news’ een speelse, soms humoristische relatie vertoont met de foto die het begeleid, zoals het gebruik van een intertextuele verwijzing naar het afgebeelde. De titel bevat geen directe verwijzing die betrekking heeft op de foto, waardoor er een complexe manier van verwijzen ontstaat en er een unieke relatie gelegd wordt tussen titel en foto. Maar ook in de relatie waarop lezers worden verwacht om te gaan met deze vorm van krantenartikelen. Het gebruik van algemene idiomatische uitdrukkingen in de titel die letterlijk in de foto weergegeven worden, leiden ook tot een humoristische relatie. De speelse relatie ontstaat in die zin doordat bijvoorbeeld een metaforische of letterlijke relatie tussen de titel en de foto te herkennen is. Vaak is in deze gevallen geen overeenkomstige relatie te vinden tussen het bijschrift en de foto. Deze bestaat uit het verschaffen van (achtergrond)informatie van het afgebeelde. Maar op welke wijze interpreteren lezers intertextuele verwijzingen en idiomatische uitdrukkingen die de Sydney Morning Herald plaats in haar dagblad? Caple & Bednarek (2010) onderscheiden twee verschillende principes met betrekking tot het interpreteren van image nuclear news stories; het idiomatische principe, en het open-keuze principe. Het idiomatische principe omvat een niet-analytische interpretatie van de lezer waarbij inferenties gemaakt worden op basis van de lexicale samenhang van woorden. Caple & Bednarek volgen hierbij de benadering van Sinclair (1991: 109). Het idiomatische principe verwijst naar het interpretatieproces van een taalgebruiker en het grote aantal semipreconstructed zinnen die de gebruiker tot zijn of haar beschikking heeft die leiden tot enkelvoudige keuzes.
9
Hoewel het lijkt of de woorden (segmenten) per zin geanalyseerd worden, maakt de taakgebruiker op basis van kennis van uitdrukkingen een enkelvoudige inferentie tot betekenisgeving (Caple & Bednarek, 2010: 219). Het open-keus principe heeft te maken met de paradigmatische keuze die de taalgebruiker toepast met betrekking tot het maken van inferenties. Dit principe ziet taal als een resultaat van vele en complexe keuzes. Na het lezen van een woord, zin, of tekst heeft de lezer een groot aantal keuzes, waarop deze geïnterpreteerd kunnen worden. De enige manier om deze keuzes in te perken is op het gebied van grammatica. “The open-choice principle relates to compositional, rather than non-compositional interpretation” (Caple & Bednarek, 2010: 219). Het open keuze principe komt dus in grote lijnen overeen met paradigmatische keuzes, terwijl het idiomatische beginsel overeenstemming vertoont met syntagmatische keuzes die lezers maken met betrekking tot betekenisgeving aan krantenartikelen. Andere theoretici stellen dat deze twee wijzen van interpretatie nooit samen voor kunnen komen. Een taalgebruiker geeft op basis van één van deze interpretatiewijzen betekenis aan een verbale of schriftelijke taaluiting. Caple & Bednarek laten echter zien dat beide manieren toegepast worden in hun analyse van nuclear news stories. Zij stellen het volgende: “This is in contrast to the general claim that ‘both’ interpretations (idiom and open-choice principle) are not simultaneously possible, and shows the special art of intertextual and intersemiotic play in these data. That is, such stories are prime examples of multisemiotic play where unexpected choices in the visual text occasion a re-interpretation of meaning op the (linguistic) co-text, and contribute to the obliging readers understanding of the pun (Caple & Bednarek, 2010: 223-224)”. De wisselwerking tussen het letterlijke en het figuratieve heeft als effect dat het een humoristische relatie legt tussen de woordenstroom en de foto. Volgens Caple & Bednarek (2010) kan dit wellicht gezien worden als een nieuwe manier waarop het dagblad probeert de lezer aan zich te binden. Het is namelijk een feit dat de nieuwsindustrie wereldwijd de laatste jaren achteruit is gegaan. Daarom zijn dagbladen op zoek naar een nieuwe manier om lezers aan te spreken en te behouden en is de humoristische manier waarop het dagblad SMH, ‘image nuclear news stories’ plaatst, waarschijnlijk een van deze manieren. Caple & Bednarek bewijzen dit min of meer met het gegeven dat 95 procent van de geanalyseerde ‘image nuclear news stories’ van de SMH een poging doen om een speelse relatie te leggen tussen titel en foto. Het dagblad SMH heeft dus niet alleen een innovatieve manier gevonden om nieuws te publiceren – door middel van een foto met enkel een titel en bijschrift – maar heeft hier ook nog eens een unieke draai aan gegeven.
10
Het onderzoek van Caple & Bednarek (2010), biedt een uniek inzicht in hoe bepaalde fotoartikelen in de Australische pers worden geplaatst en welke wijzen van interpretatie deze mogelijk maken. Samen met de minder omvangrijke corpusanalyse van Sauer (2010) gaat het hierbij om onderzoek naar fotoartikelen waarbij het maken van inferenties of het aansturen van ‘speelse’ interpretaties centraal staan. Daarom worden beide benaderingen ook beschouwd als argumenten voor het bestaan van nieuwsartikelen die overwegend foto’s zijn. Maar ze zijn ook voorbeelden voor de wijze van onderzoek dat inferentieprocessen als uitgangspunt neemt in een corpusanalyse zowel van de foto als ook van het bijschrift, alvorens de mogelijke relaties tussen bijschrift en elementen op de foto aan de orde te stellen. Omdat fotoartikelen bijna nog niet eerder onderzocht zijn, zijn de aangehaalde publicaties van groot belang, zij het dat het Australische onderzoek niet op voorpagina’s betrekking heeft en bovendien een niet-semiotische inferentietheorie toepast die de tekst en zijn lezer centraal stelt. Het onderhavige onderzoek daarentegen probeert de semiotische kwaliteit van de foto aan de semiotische kwaliteit van het bijschrift te koppelen. Er zijn veel verschillende ideeën en benaderingen voor het analyseren van foto’s en tekst. Zowel foto’s als teksten zijn manieren om iets te communiceren, waarvan gezegd wordt dat alle vormen van communicatie een teken zijn. Het volgende hoofdstuk zal daarom ingaan op de benaderingen voor het analyseren van tekens.
11
2.4 Algemeen interpretatieproces van een foto of afbeelding Allereerst richten we ons op het algemene interpretatieproces van een foto of afbeelding. Op welke wijze nemen mensen in eerste instantie een foto of afbeelding waar? Dit vraagstuk vindt zijn oorsprong in het begin van de jaren twintig tot veertig van de vorige eeuw. In deze periode introduceerde Gestaltpsycholoog Wertheimer (1923/1938) een aantal regels/principes die inzicht geven in het menselijk waarnemen. Deze Gestaltregels of principes werden aangevuld door Koffka (1928) , Köhler (1935) en Metzger (1936), waardoor en een gestructureerd overzicht ontstond over de organisatie van menselijke visuele perceptie. Dit wordt de Gestalttheorie genoemd. De waarneming van objecten in de omgeving wordt volgens hen bepaald door de totale configuratie, of organisatie van indrukken door de hersenen (Palmer, 1992: 437). Velen hebben in navolging van Wertheimer (1923/1938) zich gericht tot de Gestalttheorie. Dit heef ertoe geleid dat er een aantal processen zijn ontdekt die automatisch optreden op het moment dat we dingen waarnemen. Palmer (1992) beschrijft in een meer hedendaags perspectief achtereenvolgens de volgende processen: - De wet van gelijkenis: Elementen die overeenkomst vertonen, worden als gerelateerd ervaren en tot een geheel waargenomen - De wet van dichtbijheid/nabijheid: Wanneer elementen dichter bij elkaar staan, worden ze meer als een geheel ervaren en als eenheid beschouwd. - De wet van continuering: Tussen elementen die op een lijn gerangschikt staan wordt een grotere relatie ervaren dan tussen elementen die op een andere manier gerangschikt zijn. - De wet van gemeenschappelijke bestemming: gelijkvormige objecten samenvoegen als ze een gelijke beweging of bestemming hebben. - De wet van Prägnanz: Prägnanz betekent zo veel als beknoptheid of bondigheid en slaat daarmee op het gegeven dat onze hersenen zo functioneren dat we automatisch verbanden leggen tussen alles wat we waarnemen; we hebben de neiging om regelmaat, ordelijkheid, symmetrie en eenvoud te ervaren, ook waar die ontbreekt. Deze principes over (visuele) perceptie hebben de kracht aan te tonen of ‘juiste’ elementen in een foto of afbeelding wel of juist geen samenhang vertonen (Palmer, 1992: 440). Het proces van perceptie dat de Gestalttheorie beschrijft geeft op gestructureerde wijze weer hoe mensen dingen waarnemen. Hoewel de Gestalttheorie niet in directe zin wordt toegepast in dit onderzoek, kan wel aangenomen worden dat het corpus van dit onderzoek – fotoartikelen – in eerste instantie op basis van deze Gestaltprincipes/ regels waargenomen wordt door de kijker/lezer. In dit onderzoek wordt het corpus geanalyseerd aan de hand van inferentieniveaus in termen van Peirce (1982) en Keller (1996). Op welke wijze deze benadering is samengesteld wordt in de volgende hoofdstukken aan de orde gesteld. 12
2.5 Benaderingen voor het analyseren van tekens Foto’s kennen vele benaderingen. Edwards (2006) geeft aan dat een van de belangrijkste en invloedrijkste benaderingen van fotografie afkomstig is van de filosoof en pragmaticus Charles S. Peirce. Hij was een pionier in de studie van tekens en diens betekenis. Peirce pleit dat alle communicatie plaatsvindt door middel van tekens die altijd vastgelegd moeten worden in een soort ‘materieel voertuig’, zoals een gesproken woord of een afbeelding. In zijn essay “Logic as Semiotics: The theory of signs” (1897 -1910) zegt Peirce dat er drie soorten tekens zijn; iconische, indexicale en symbolische tekens. Het betreft geen beschrijvingen van drie soorten tekens maar van de kenmerken die tekens met het ‘object’ delen. Iconische tekens delen een aantal kwalitatieve kenmerken met het object dat zij representeren, en staan voor het object dat zodoende in communicatief opzicht aanwezig wordt gemaakt. Indexicale tekens hebben een meer directe relatie tot het object in kwestie. Daar tekens in een soort ‘materieel voertuig’ volgens Peirce vastgelegd moeten worden, zou in principe elk teken een indexicaal kenmerk moeten hebben. Het gaat dan om een soort verwijzing naar het ‘materieel voertuig’. Zodoende hebben indexicale tekens een causale relatie tot het object van het afgebeelde. Symbolische tekens zijn volgens Peirce tekens die berusten op conventies, op regels die we ooit geleerd moeten hebben of die deel uitmaken van onze culturele en sociale kennis. Hoe deze benadering van iconische, indexicale en symbolische tekens op grond van een aantal kanttekeningen nader wordt uitgewerkt wordt verderop in het theoretisch kader (hoofdstuk 2.7) besproken. Naar aanleiding van de semiotische theorie van Peirce, hebben velen gesuggereerd dat foto’s indexicale tekens zijn. In dit onderzoek gaan we er echter van uit dat deze indeling in tekens van Peirce meer een richtlijn is in plaats van een duidelijke onderscheiding. Edwards (2006) beweert dat het onmogelijk is om een teken als enkel een iconisch, indexicaal of symbolisch teken te beschouwen. Hij beschrijft dat de drie soorten kenmerken van Peirce geen onderscheid maken in welk teken iets is, maar juist samenkomen in een teken (Edwards, 2006: 83). Dit onderzoek volgt deze benadering en heeft als invalshoek dat tekens een combinatie zijn van de drie soorten kenmerken van tekens volgens Peirce. Oftewel foto’s hebben zowel iconische, indexicale en symbolische kenmerken en kunnen niet onder één noemer geplaatst worden. Omdat foto’s lijken op datgene dat zij afbeelden hebben ze iconische kenmerken.
13
Verder zijn foto’s het directe resultaat van een lichtweerspiegeling van het afgebeelde object, en hebben zij een causale (indexicale) relatie tot het object. Ook hebben foto’s symbolische kenmerken, zoals wat de fotograaf wil uitbeelden met de foto. Peirce (1982) definieert een teken als datgene die aanzet tot het vormen van de betekenis. Keller (1996) daarentegen claimt dat een teken stimuleert tot het maken van inferenties die leiden tot een betekenis. Dat een teken stimuleert tot het maken van inferenties sluit aan bij de benadering van Edwards (2006) dat de drie soorten tekens van Peirce geen onderscheid aangeven, maar juist samenkomen in een teken. In dit onderzoek zien we een teken als een samenstelling van drie inferentieniveaus, die stimuleert tot het maken van iconische inferenties; indexicale inferenties; en symbolische inferenties. Er zijn dus verschillende benaderingen voor het analyseren van tekens. Dit hoofdstuk omschrijft kort welke benaderingen toegepast worden in dit onderzoek. Ten eerste is dat de benadering van Peirce (1982) dat tekens in te delen zijn in drie soorten: iconische tekens, indexicale tekens en symbolische tekens. De volgende twee hoofdstukken zijn daarom gericht op de tekenleer van Peirce en het onderscheid in tekens die hij heeft opgesteld.
14
2.6 Peirce’s Tekenleer Peirce is samen met de Saussure en Levi Strauss een van de grondleggers van de semiotiek. Semiotiek is de wetenschap die zich richt op het ontstaan en het gebruik van tekens in de menselijke communicatie en is vooral van belang wanneer visuele en verbale aspecten van communicatie op elkaar kunnen inwerken en elkaar kunnen beïnvloeden. Peirce ziet een teken als een waarneembaar element van de werkelijkheid dat bemiddelt tussen de mens en de wereld om hem heen. Betekenis en kennis ontstaan via de bemiddeling van tekens. Een teken is gedefinieerd als datgene dat aanzet tot het vormen van de betekenis. Een teken moet waargenomen kunnen worden om als zodanig te functioneren. Als een teken niet waargenomen wordt, kan er geen interpretatie plaatsvinden. Wanneer je bijvoorbeeld een vraag stelt en er niemand is die luistert, wordt het teken – de vraag – niet waargenomen en kan er geen betekenis plaatsvinden. Er is dan niemand die jouw taaluiting als een vraag kan waarnemen. Kijkers of gebruikers nemen dus een teken waar, maar daar blijft het niet bij, ze ervaren het als een aanleiding voor interpretatie. Daarbij spelen drie verschillende kenmerken een rol. Deze drie kenmerken bepalen de aanwezigheid van een teken en houden het volgende in: het waarneembare teken zelf, datgene waarnaar het verwijst (het afwezige object) en het impuls tot interpretatie (de interpretant). Deze drie kenmerken noemt Peirce (1982) de semiotische driehoek, welke er als volgt uit ziet:
3.Interpretatie (interpretant)
1. Teken (Tekendrager)
2. Afwezige / Object (Denotatum)
Naast het opstellen van een tekenleer, heeft hij ook geanalyseerd dat alle tekens in drie soorten zijn te onderscheiden: iconische tekens, indexicale tekens en symbolische tekens. Het volgende hoofdstuk gaat hier verder op in.
15
2.7 Soorten tekens Het onderscheid in drie soorten tekens heeft betrekking tot de relatie tussen het teken en de betekenis. Welk relatie dit is wordt hieronder uitgelegd. 2.7.1 Iconische tekens Het iconische teken is er een dat als zodanig als mogelijkheid bestaat, onafhankelijk van het bestaan van een denotatum, maar waarmee het wel in verband kan worden gebracht op grond van een gelijkenis die het potentieel daarmee heeft (Peirce 1982, 2: 56). De inferenties op iconisch niveau zijn van associatieve aard. We herkennen het teken en dat waar het naar verwijst en we associëren datgene dat we herkennen met iets in de werkelijkheid. Iconische tekens geven een gelijkenis aan tussen teken en afwezige/object. Het is wat het is. Dit zou kunnen betekenen dat alle tekens iconisch zijn, omdat alles wat in de werkelijkheid te vinden is met afbeeldingen die ernaar verwijzen in verband gebracht kunnen worden. De icoon in strikte zin bestaat alleen volgens de zijnswijze van het mogelijke; wat we normaal gesproken een icoon noemen is daarom eigenlijk een teken met een overwegend iconisch karakter. Zo is bijv. een landkaart een icoon, want de vorm van het omlijnde land op papier komt overeen met de echte vorm van het land. Iconiciteit in foto’s staat aan het begin van het interpretatieproces. Niets lijkt namelijk meer op de werkelijkheid dan wanneer het op een foto of een film staat. Het zijn de eerste elementen in een foto die we (min of meer) herkennen, interpreteren en voorzien van een betekenis. In termen van fotografie gesproken, is het bijvoorbeeld mogelijk om een foto van een stoel te maken die ook geïnterpreteerd wordt als een stoel. De kijker herkent een aantal elementen, zoals poten, leuning en zitting, en de kans is dus groot dat bij de kijker de betekenis van ‘stoel’ wordt opgeroepen. 2.7.2 Indexicale tekens Indexicale tekens zijn verwijzende tekens en geven een fysieke relatie tussen teken en afwezige/object aan. Ze berusten op existentiële aangrenzendheid. Dit betekent dat een index een teken is dat voor zijn tekenkarakter afhankelijk is van het bestaan van een denotatum. De relatie tussen teken en denotatum is in dit geval een aangrenzendheid. Omdat indexicale tekens afhankelijk zijn van het bestaan van een denotatum, zijn ze causaal van aard en waarschijnlijk de tekens met de grootste existentiële indringende kracht. Een index is een teken dat rechtstreeks een natuurlijk verband vertoont met datgene waarnaar het verwijst (afwezige/object). Bijvoorbeeld: rook, dat een causaal verband legt naar vuur omdat er zonder vuur ook geen rook is. Het zien van rook roept in ons de causale betekenis van vuur op. Hoewel Peirce rook als een indexicaal teken omschrijft omdat het een causale relatie legt naar vuur, heeft het ook eigenschappen van een iconisch teken. Om rook in relatie te kunnen brengen met vuur, moeten we rook eerst als zodanig herkennen. Hierdoor krijgt het ook een iconisch karakter. Hetzelfde geldt voor een ander voorbeeld dat Peirce geeft van een 16
indexicaal teken: vingerafdrukken. Een foto van een vingerafdruk roept in de kijker een causale relatie met het object op dat de afgebeelde vingerafdruk heeft veroorzaakt: een mens. Hoewel men geen mens ziet dringt zich de betekenis van mens op. Het meest voor de hand liggende voorbeeld in termen van fotografie zijn de gezichtsuitdrukkingen van mensen op foto’s. De kijker ziet de gezichten – wat altijd al een iconische interpretatie is – en vraagt zich tegelijkertijd af welke oorzaken er voor de gezichtsuitdrukkingen zijn, verdriet, vreugde, iets anders. De foto betekent dan niet verdriet of vreugde, maar de kijker is gericht op het achterhalen van een oorzaak. Ook zijn bijvoorbeeld licht of schaduw in foto’s belangrijke indexen voor het interpreteren van de ‘tijd’ van de foto. 2.7.3 Symbolische tekens Symbolische tekens zijn tekens-door-afspraak. Het symbool is een teken waarbij de relatie tussen teken en denotatum wordt bepaald door een algemeen geldende regel. Een symbolisch teken geeft dus aan dat het iets betekent volgens conventies. De inferenties op het niveau van symboliciteit zijn van regelgebaseerde aard. Het zijn tekens op grond van een afspraak. Zo toont een foto van een stoplicht de kleuren van een stoplicht (rood, oranje, groen); we moeten hiervan op de hoogte zijn dat die kleuren bijvoorbeeld conventioneel zijn voor het in goede banen leiden van het verkeer (Edwards, 2006: 80/81). Zonder die kennis kunnen we deze symbolische interpretatie niet maken. Ook een afbeelding van Olympische ringen berust volgens Peirce op zo’n symbolische relatie, omdat we de conventies moeten kennen en de verwijzing naar de Olympische Spelen moeten realiseren. Zonder kennis ziet men slechts ringen in verschillende kleuren – wat wederom in eerste instantie een iconische relatie is. We moeten herkennen dat de vormen ringen zijn. Hierdoor krijgt de afbeelding ook een iconisch karakter. Verder suggereren de kleuren en de volgorde van de ringen de vijf continenten – wat men echter moet weten. Dan pas zijn het ‘Olympische ringen’. We zullen daarom ook de kleuren van de ringen waar moeten nemen en deze in relatie brengen tot de continenten infereren waar zij naar verwijzen. We leggen hierdoor een causale relatie tussen kleur en het continent waar het naar verwijst, waardoor de afbeelding ook een indexicaal karakter krijgt. Hoewel Peirce stelt dat een afbeelding van Olympische ringen een symbool is en refereert naar de Olympische Spelen, laat deze benadering zien dat de afbeelding eigenlijk geen symbool is, maar de Olympische Spelen symboliseert op basis van ook iconische en indexicale inferenties. Peirce heeft op systematische wijze uitgewerkt dat er een onderscheid te maken is in drie soorten tekens: iconen, indexen en symbolen. De logica van zijn semiotische benadering blijft overeind wanneer we stellen dat een denotatum niet een icoon, index of symbool is, maar eerder als een combinatie van deze drie soorten tekens gezien moet worden. Wat eigenlijk gezegd kan worden is dat een teken praktisch nooit alleen optreedt en dat we praktisch altijd te maken hebben met een combinatie van deze drie tekeneigenschappen. Deze omschrijving sluit aan bij de benadering van Keller (1998). 17
Zijn perspectief is namelijk dat een teken niet in te delen is in categorieën die leiden tot een betekenis, maar dat een teken stimuleert tot het maken van inferenties waaruit betekenisgeving voortkomt. Wanneer we onze waarnemingen aan de hand van de theorie van Peirce verder uiteenzetten in termen van Keller (1998), gaan we dus uit van een combinatie van tekens die wederom een combinatie van iconische, indexicale en symbolische inferenties oproepen die leiden tot de betekenis die wij aan het teken geven. Hoe een teken volgens Keller (1998) functioneert als stimulatie voor het maken van inferenties wordt in het volgende hoofdstuk verder toegelicht.
18
2.8 Tekens als stimuli van inferenties. Naast Peirce heeft Keller (1998) zich bezig gehouden met tekenleer. Hij beperkt zich tot taaluitingen en spreekt niet van drie soorten tekens, maar zegt daarentegen dat we drie technieken tot onze beschikking hebben voor het realiseren van communicatieve uitingen. Hij noemt deze symptomatische, iconische en symbolische technieken. Deze technieken hebben betrekking op het maken van inferenties. Keller (1998) ziet een teken namelijk als een stimulatie voor het maken van inferenties. Een teken vertelt iets in woord of beeld en heeft dus een communicatieve strekking. Aan deze strekking wordt of basis van inferenties die de toehoorder/lezer maakt betekenis gegeven (Keller 1998: 99). Vanuit het oogpunt van de lezer, toehoorder etc. kunnen inferenties gemaakt worden die niet op het eerste oog voor de hand liggen. Keller (1998) noemt deze inferenties het nonobvious, waar we in een later stadium verder op in gaan. Vanuit het oogpunt van de spreker, schrijver etc. zijn tekens een patroon voor het waarnemen van artefacten die aan de lezer, toehoorder etc. worden kenbaar gemaakt om de betekenis te infereren zoals de spreker, schrijver dat graag wil. Het maken van inferenties leidt dus volgens Keller tot de betekenis van een teken. Keller (1998: 99) omschrijft betekenis als de systematische relatie in inferenties die we aan een teken geven. Deze systematische relaties zijn inferenties die gemaakt worden op causaal niveau, op het niveau van gelijkenis of op regelgebaseerd niveau. Deze drie procedures noemt hij de basistechnieken van interpreteren: symptomatisch, iconisch en symbolisch (Keller, 1998: 99). Bewegende bladeren aan een boom roepen in Kellers benadering een causale inferentie naar wind op. Een afbeelding van een U roept een associatieve inferentie van U-bocht op, op grond van een zekere gelijkenis. En het interpreteren van de taaluiting ‘bye, bye’ als een afscheidsgroet is een regelgebaseerde inferentie (Keller, 1998: 100). Bij de karakterisering van symbolische inferenties moet echter een kanttekening geplaatst worden. Het gaat bij Keller niet zozeer om wat de inhoud is van een symbolische inferentie, maar meer om de expressieve inhoud. Hij zegt: “The object of interpretation is the sense of the utterance. By way of sign meaning, the interpreter tries to decipher the sense of the use of those signs. The sense of an utterance is that which interpreters come to recognize when they have reached their interpretive goal. The sense of the occurrence of a symbol is the communicative intention that the speaker pursues with the use of that symbol. What the speaker means is the sense of the utterance” (Keller, 1998: 113).
19
We kunnen ook wel stellen dat de strekking van het symbool voorop staat. Het gaat er niet om dat de interpreteerder van de taaluiting in staat is betekenis aan de woorden waaruit een taaluiting bestaat te geven, maar dat hij in staat is de strekking van de taaluiting te achterhalen, de communicatieve intentie van de spreker/schrijver. “The interpretation of the use of a symbol is not the attempt to find out the meaning of the symbol; rather, it is to figure out the sense of the occurrence of this symbol on the basis of knowledge of its meaning” (Keller, 1998: 114). De interpretatie van het gebruik van een symbool is een betekenis aan de symbolisering geven. Keller (1998) noemt deze symbolisering het nonobvious. Het nonobvious is de intentie van de spreker, schrijver etc. Het is in taalkundige termen dus niet de betekenis van een woord in een zin, maar de strekking van de taaluiting. Let op: hierbij geven we wel eerst betekenis aan de woorden en zijn we op basis daarvan in staat betekenis aan de zin als geheel te geven. We hebben als lezer kennis over de betekenis van de woorden en die passen we toe (dat is de regelgebaseerde kennis), maar het gaat daarbij niet om de betekenis van de woorden op zich, maar om de strekking van de zin. De betekenis van een symbool is niet wat de ander van mij wil, maar datgene dat de interpretator in staat stelt om te ‘raden’ wat de ander van hem/haar wil. Wat is de intentie van de schrijver/spreker, wat is zijn of haar doel? Dat is het nonobvious. In dit onderzoek volgen we zowel de benadering van Peirce als de benadering van Keller. We nemen als uitgangspunt dat een teken stimuleert tot het maken van inferenties en dat op deze wijze betekenis aan een teken wordt gegeven. De soorten inferenties die gemaakt kunnen worden zijn herleid uit de drie onderscheidingen die Peirce heeft opgesteld. Het volgende hoofdstuk behandeld deze samenvoeging en gaat in op hoe inferenties in foto’s gemaakt kunnen worden.
20
2.9 Inferenties in foto’s Foto’s of hun onderdelen of elementen voldoen aan de algemene definitie van een teken. Het zijn, wanneer we uitgaan van communicatieve omstandigheden, hulpmiddelen om uit datgene dat men rechtstreeks en direct kan waarnemen conclusies te kunnen trekken omtrent datgene dat men niet kan waarnemen. Het is onmogelijk om een foto als één teken te definiëren. Het zijn veeleer de elementen op een foto die als een teken fungeren, de foto zelf is een samenstelling van elementen en dus ook van tekens. Een aanhanger van deze beredenering is Edwards (2006: 82) die onder verwijzing naar Peirce's schriften er vanuit gaat dat foto's niet één soort tekens zijn, maar samengesteld worden uit verschillende tekens. De samenwerking van iconische, indexicale en symbolische kenmerken in een tekencombinatie zetten het interpretatieproces bij de lezer in gang. De gedachtegang van Edwards (2006), is hierdoor verbonden met de benadering van Keller (1998) die zegt dat tekens stimuleren tot het maken van inferenties. Op basis van deze inferenties zijn we in staat betekenis aan de tekencombinatie te geven. Hierdoor geeft de interpreteerder dus betekenis aan de tekencombinatie en is de tekencombinatie zelf niet de drager van een betekenis. We beschouwen in dit onderzoek daarom een foto als aanleiding en stimulans voor het maken van inferenties. Gekozen is om het onderscheid van Peirce in iconen, indexen en symbolen als onderzoekniveaus van interpretatie te nemen. Zodoende ontstaan er drie inferentieniveaus: iconische, indexicale en symbolische inferenties. Een foto stimuleert de kijker inferenties op deze drie niveaus te maken, die samen tot betekenisvorming leiden. Het beeld dat een foto laat zien communiceert ‘iets’ naar de lezer. De beeldelementen zetten de lezer aan tot interpretatie. Wie iets wil communiceren heeft de interpreteervaardigheden van de ander nodig. Communicatie is onder meer gebaseerd op het systematisch gebruik maken van de vaardigheid om te interpreteren. Het kunnen interpreteren wordt gezien als een basiscompetentie van iedereen, omdat we allemaal communiceren. Bij foto’s geldt net zoals bij geschreven en gesproken communicatie, dat wie tekens realiseert van de ander een interpretatie verwacht.
21
Door met tekens te communiceren brengt men een ander ertoe om gevolgtrekkingen te maken. Wanneer ik iemand een foto laat zien, verwacht ik (en wil ik) dat diegene een interpretatie van het afgebeelde maakt. De foto die ik laat zien creëert voor de ander een aanleiding om inferenties te maken. Wanneer we dit vertalen naar het analysemateriaal dat in dit onderzoek centraal staat, betekent dit dat de lezer van het dagblad bij het zien van de foto bepaalde inferenties maakt en zo tot een interpretatie van de betekenis van de foto komt. Keller (1998) zegt dat iemand eerst algemene kennis moet hebben van betekenissen, voordat hij/zij betekenis kan geven aan een specifiek teken. Hij zegt hiermee dat als iemand geen kennis heeft van betekenissen, deze niet in staat is interpretaties te maken. We zien bijvoorbeeld een foto van een persoon die op de grond ligt met zijn benen omhoog en om hem heen een dikke laag ijzel en sneeuw. We maken dan de gevolgtrekking dat ijzel en sneeuw door opvriezing gladheid veroorzaken, waarna de interpretatie ontstaat dat deze man is uitgegleden. Wanneer iemand geen kennis heeft van de gladheid die ijzel en sneeuw kan voortbrengen kan de interpretatie van gladheid niet gemaakt worden. Een ander voorbeeld is wanneer een gebouw is afgebeeld omgeven door rook en mensen die we uit het gebouw zien rennen. Als je als kijker niet de gevolgtrekking – rook komt door vuur – kan maken is het onmogelijk om bijvoorbeeld de foto te interpreteren als brand in een gebouw en mensen die vluchten voor de vuurzee. Wat betreft de symbolisering van het beeld kan de kijker zich afvragen wat de intentie van de fotograaf was: een waarschuwing van gevaar te geven of bijvoorbeeld hulpvaardigheid van omstanders uit te beelden. In het eerste geval symboliseert de foto dan een gevaarlijke situatie, in het tweede geval de hulpvaardigheid van anderen. Als foto’s van deze twee gebeurtenissen in een Nederlands dagblad verschijnen is de kans klein dat de kijker niet in staat is de foto’s te interpreteren. Bovenstaande voorbeelden berusten namelijk op algemene kennis. Deze algemene kennis noem ik in navolging van Sauer (2010) krantencultuur. In dit onderzoek wordt aangenomen dat de lezer van de dagbladen (waaruit het analysemateriaal afkomstig is) een bepaalde algemene kennis bezit voor het maken van interpretaties. Natuurlijk kunnen er uitzonderingen zijn, desalniettemin is algemene kennis onder de lezers van de dagbladen aan te nemen.
22
2.9.1 Inferentieniveaus op grond van foto’s Hoe worden nu in foto’s iconische, indexicale en symbolische inferenties van elkaar onderscheiden? Peirce omschrijft een icoon als het herkennen van een teken en dat waar het naar verwijst. Iconische tekens geven een gelijkenis aan tussen teken en afwezige/object. In dit onderzoek achterhalen we niet de kenmerken van het teken maar richten we ons tot de interpretant: de lezer/kijker. Een icoon is daarom vertaald naar iconische inferenties die in de analyse uiteengezet zijn in: het interpreteren van de elementen in de foto die we (min of meer) herkennen, de gelijkenis die de elementen vertonen naar de werkelijkheid, directe associatie, en de associatieve gevolgtrekkingen die daardoor plaatsvinden. Bij iconische inferenties draait het dus om de associatieve processen van de interpretant met betrekking tot elementen die hij als iconisch ervaart. Indexen zijn in termen van Peirce verwijzende tekens en geven een fysieke relatie tussen teken en afwezige/object aan. Ze berusten op existentiële aangrenzendheid en tonen een rechtstreeks en natuurlijk verband met datgene waarnaar het verwijst (afwezige/object). Indexen zijn daarom causaal van aard. In dit onderzoek zijn indexen vertaald naar indexicale inferenties die het volgende omvatten: het interpreteren van verwijzende kenmerken in de foto, rechtstreekse en natuurlijke verbanden met de kenmerken van datgene waarnaar het verwijst, indirecte associatie, en de causale gevolgtrekkingen die worden gemaakt. Bij indexicale inferenties draait het dus om de causale processen van de interpretator met betrekking tot de elementen op de foto die dit mogelijk maken. Symbolen zijn in termen van Peirce tekens-door-afspraak. In dit onderzoek gaat het niet zozeer om wat de inhoud is van een symbool, maar meer om de expressieve inhoud, waarbij de benadering van Keller (1998) gevolgd wordt. De interpretatie van het gebruik van een symbool, is daarom niet een poging om achter de betekenis van het symbool te komen, maar om door middel van symbolische inferenties een betekenis aan de symbolisering te geven. Wat is de intentie van de schrijver/spreker, wat is zijn of haar doel? Wanneer we dit toepassen op foto’s ontstaat de volgende analogie: wat is de strekking van het afgebeelde en wat is de intentie van de fotograaf? Omdat symboliseringen ook associatieve betekenissen (iconen) en causale betekenissen (indexen) nodig hebben of in verband ermee staan (Edwards, 2006: 82), is het maken van symboliserende inferenties wat losser of ambivalenter dan in de andere gevallen.
23
Zodoende zijn nog andere aanwijzingen nodig zodat kijkers achter datgene kunnen komen wat een foto symboliseert. We zeggen dat symboliseringen aan de hand van een aantal procedures Barthes (1987) getriggerd worden. Deze hebben te maken met de wijze waarop iets wordt afgebeeld, welk effect de foto op de kijker heeft, op welke wijze deze wordt geïnterpreteerd e.d. Deze procedures trekken de aandacht van de kijker, waarbij er als het ware hints gegeven worden om de symboliseringen te interpreteren. Sommige van deze hints worden wel en sommige worden niet opgepikt: dat is de bandbreedte die beeldinterpretatie altijd heeft. Nadat binnen het corpus van dit onderzoek geanalyseerd is tot welke inferenties de foto stimuleert en tot welke interpretatie dit leidt, is de volgende stap te achterhalen welke betekenis(sen) de kijker op basis hiervan aan de foto geeft. Hiervoor wordt het onderscheid in de denotatieve en connotatieve betekenislaag van tekens volgens Barthes (1977) toegepast.
24
2.10 Denotatieve en connotatieve betekenisgeving aan foto’s Roland Barthes ontwikkelde in de jaren zeventig een theorie, over hoe een publiek betekenis geeft aan een teken en noemt dit geslaagde betekenis. Wat betreft foto’s in de pers zegt hij: “The press photograph is a message. Considered overall this message is formed by a source of emission, a channel of transmission and a point op perception. The source of emission is the newspaper and the point of perception is the public which reads the newspaper” (Barthes 1977: 15). De foto is dus een boodschap en de kijker geeft betekenis aan deze boodschap. Barthes onderscheidt twee niveaus waarop tekens in principe altijd betekenis krijgen: denotatief en connotatief. Deze twee niveaus maken verschil tussen het herkennen van wat er wordt afgebeeld enerzijds en het begrijpen van welke ideeën en waarden er worden gepresenteerd, en wat de betekenis ervan is anderzijds. Omdat dit onderzoek zich richt op het interpretatieproces van de kijker is deze analysemethode van Barthes uitermate geschikt om toegepast te worden. Het analysemateriaal in dit onderzoek zijn beelden in combinatie met tekst, die niet alleen informatie overbrengen, maar bovendien waarden uitdragen of gevoelens proberen op te wekken (Barthes: 1977: 17). 2.10.1 Denotatie Denotatie berust op wat Barthes noemt ‘antropologische kennis’, oftewel algemeen gedeelde kennis. Het is mogelijk dat deze kennis min of meer cultuurgebonden is (van Leeuwen, 2001: 79). Barthes beschrijft foto’s in de pers als een mechanische analoog van de realiteit. De foto beeld iets uit en/of verwijst naar de realiteit. Hij noemt dit de denotatieve boodschap van de foto (Barthes: 1977: 18). Denotatie wordt ook wel de eerste primaire betekenislaag genoemd door Barthes (1977: 18). De denotatieve boodschap van een foto wordt namelijk achterhaald door het eerste proces van de kijker: het herkennen van elementen, het benoemen van elementen en het interpreteren en in relatie brengen van verwijzende elementen op de foto. De omschrijving van de denotatieve boodschap van foto’s volgens Barthes, schept in termen van Keller (1998) de verwachting dat hij bij deze benadering uitgaat van de associatieve en causale processen van de interpretator. Waarbij het bij de associatieve processen draait om het herkennen en benoemen van elementen op de foto en bij de causale processen draait om het interpreteren van de verwijzende kracht van elementen op de foto. Op basis van dit vermoeden, vindt betekenisgeving op denotatief niveau plaats aan de hand van iconische en indexicale inferenties. De kijker wordt gestimuleerd tot het maken van iconische en indexicale inferenties met betrekking tot respectievelijk het interpretatieproces van herkennen en verwijzen.
25
2.10.2 Connotatie Hoewel Barthes (1977) zegt dat de inhoud van een foto een denotatieve boodschap is omdat het iets uit de realiteit uitbeeld is het onmogelijk om alleen op basis van denotatie betekenis te geven aan persfoto’s. Hij maakt hierin een onderscheid tussen foto’s en persfoto’s. Waarvan gezegd wordt dat foto’s enkel een denotatieve boodschap hebben en persfoto’s naast een denotatieve ook een connotatieve boodschap hebben: “In front of a photograph, the feeling of ‘denotation’ or if one prefers, of analogical plenitude, is so great that the description of a photograph is literally impossible; to describe consist precisely in joining to the denoted message a relay or second-order messages derive, a connotation” (Barthes, 1977: 18). “In actual fact, there is a strong probability that the photographic message too – at least in the press – is connoted” (Barthes, 1977: 19). Connotatie is het begrijpende waarderen van het afgebeelde. Bij het herkennen van het afgebeelde, de denotatie, zal doorgaans niet veel discussie zijn, connotatie daarentegen vertoont meestal veel variatie, omdat het gaat om de gevoelswaarde en het perspectief op het afgebeelde vanuit een bepaalde ideologie. Connotatie omvat betekenissen die je verleent op grond van je cultuur, de sociale groep waartoe je behoort, en op grond van gedeelde of persoonlijke ervaringen (Barthes, 1977: 19). Connotatie is dus deels voorspelbaar, mits bekend is tot welke groepen het publiek behoort. Barthes (1977: 18) benoemt de denotatieve boodschap van een foto de eerste primaire betekenislaag. De connotatieve boodschap noemt hij in overeenstemming hiermee de tweede secundaire betekenislaag. Nadat de kijker de foto heeft bekeken en elementen heeft herkend, benoemd of in relatie met elkaar heeft gebracht, begint het tweede secundaire proces van de kijker, het achterhalen van de connotatie. Dit heeft te maken met de wijze van afbeelden, effecten van de foto op de kijker, en op welke wijze dergelijke effect in het interpretatieproces interveniëren. Persfoto’s bevatten in tegenstelling tot ‘gewone’ foto’s volgens Barthes dus ook een connotatieve boodschap. De reden hiervoor is dat een ‘gewone’ foto een persoon of een situatie in een bepaald moment in de tijd afbeeld. Persfoto’s omschrijft hij als objecten waaraan ‘gewerkt’ is. Hiermee bedoelt hij dat ze onder andere zorgvuldig zijn samengesteld en zijn uitgekozen voor publicatie. “ Connotation is not necessarily immediately graspable at the level of the message itself but it can already be inferred from certain phenomena which occur at the level of the production and perception of the message: on the one hand the press photograph is an object that has been worked on, chosen composed, constructed, treated according to professional, aesthetic or ideological norms which are so many factors of connotation” (Barthes, 1977: 19).
26
Omdat connotatie te maken heeft met de wijze waarop iets wordt afgebeeld, is de connotatieve boodschap van een persfoto daarom in te delen in verschillende connotatieve procedures. Ten eerste gaat het hierbij om de pose van het afgebeelde op de foto, dus om de wijze waarop iemand of iets wordt afgebeeld, hoe hij/zij of iets ‘lonkt’ naar de kijker. Daarnaast spelen fotogenieke effecten een rol in de connotatieve boodschap van een foto. Hierbij draait het bijvoorbeeld om de scherpte/onscherpte van de foto, maar ook om eventuele effecten die op grond van verschillen tussen de voorgrond en achtergrond van de foto waar te nemen zijn. Bij fotogenieke effecten spelen dus opvallende technische dingen/effecten op de foto een rol. Hoewel bij denotatie concrete elementen in de foto herkend en benoemd worden, gaat het bij de connotatieve boodschap van een foto juist om abstracte (niet direct waarneembare) associaties van de kijker waarbij technische ingrepen een rol spelen en van invloed zijn. Ten slotte draait het bij de connotatieve boodschap van een foto om het achterhalen van de intentie van de maker van de foto. De omschrijving van de connotatieve boodschap van foto’s volgens Barthes schept de verwachting dat connotatieve procedures de kijker hints geven om vooral de symboliseringen te interpreteren. Want terwijl denotaties te maken hebben met herkenbare elementen op de foto, zijn connotatieve procedures overwegend gericht op interventies in het proces van interpreteren op grond van opvallende eigenschappen van de wijze van afbeelding, niet de afbeelding zelf. Deze hints hebben te maken met de fotografische stijl, de kenmerkende wijze waarop iets wordt afgebeeld, de mogelijke effecten van de foto op de kijker en de beïnvloeding van interpreteren. In termen van Keller (1998) ontstaat de verwachting dat deze connotatieve procedures stimuleren tot het maken van symbolische inferenties. Aan de communicatieve strekking wordt dan op basis van symbolische inferenties die de kijker maakt betekenis gegeven. De inferentie die de kijker maakt ten aanzien van wat de foto symboliseert, is datgene dat de foto en de fotograaf aan de kijker willen vertellen.
27
2.11 Het Fotoartikel Hoewel Nederlandse dagbladen steeds meer gebruik maken van foto’s , komen fotoartikelen vrij weinig voor. De meeste voorkomende vorm van persfotografie in dagbladen is het plaatsen van een foto bij een artikel, waarbij de functie van de foto is een beeld betreffende het onderwerp van het artikel te geven. Een andere vorm van persfotografie die veelvuldig wordt toegepast is het plaatsen van een foto te midden op de voorpagina, waaronder een kort bijschrift geschreven is en vervolgens een verwijzing naar een artikel verderop in het dagblad gegeven wordt. De foto heeft dus niet een eigen nieuwswaarde en is op zichzelf informatief, maar heeft eerder de functie de lezer te triggeren om het artikel dat hieraan verbonden is verderop in het dagblad te lezen. Een fotoartikel kent zijn oorsprong in persfotografie. Wat kenmerkend is voor een fotoartikel is dat een foto en bijschrift het krantenartikel vormt en niet een tekstartikel. Het foto is het eerste instrument om uit te beelden welke informatie het dagblad aan de lezer wil doorgeven. Naast de foto wordt een bijschrift geplaatst. Het doel van het bijschrift is om de lezer nadere informatie te geven over het afgebeelde. De foto’s die geplaatst worden in fotoartikelen zijn, wanneer we uitgaan van communicatieve en semiotische omstandigheden, hulpmiddelen om uit datgene dat men rechtstreeks en direct kan waarnemen conclusies te kunnen trekken omtrent datgene dat men niet kan waarnemen. De eerste waarnemingen en interpretaties van de kijker zijn dus gericht op gevolgtrekkingen omtrent het afgebeelde. Wat zie ik op de foto en welke elementen herken ik? De tweede waarneming van de kijker is gericht op het interpreteren van het geheel, wat wil dit beeld vertellen en met welk doel is deze foto geplaatst? Een logische aanname is dat de foto in deze de belangrijkste bron is voor het geven van nieuwsinformatie aan de krantenlezer, omdat deze de focus van het krantenartikel vormt. Maar het is de samenwerking tussen beeld en tekst die centraal staat. De foto is de eyecatcher en het bijschrift geeft hier nadere informatie over. Een geslaagd fotoartikel bestaat dus uit een sterke samenwerking/relatie tussen beeld en tekst. Fotoartikelen in Nederlandse dagbladen vormen het corpus in dit onderzoek. Deze foto’s maken een bepaald moment of een gebeurtenis in beeld duidelijk voor de kijker, waarbij een bijschrift geplaatst wordt om verdere informatie over het beeld te geven. In veel gevallen bestaat een fotoartikel ook nog uit een titel. In dit onderzoek ligt de focus op de relatie en samenwerking tussen de foto en het bijschrift, en wordt de titel niet meegenomen in de analyse. Omdat de elementen ‘foto’ en ‘bijschrift’ centraal staan in dit onderzoek, zal in het volgende hoofdstuk aandacht worden besteed aan het fenomeen ‘bijschrift’.
28
2.12 Bijschriften Het is aan journalisten of de redactie de taak om bij een foto een ‘passend’ bijschrift te plaatsten. In 1968 publiceerde Barthes het essay “La mort de l'Auteur”, de dood van de acteur. Dit essay vormt samen met het boek Mythologies het belangrijkste werk van Barthes. Hij stelt in dit essay dat de auteur van een tekst niet de betekenissen in een tekst legt die een lezer uit de tekst haalt, maar dat de lezer zelf betekenissen aan de tekst geeft en zelfs voortdurend verschillende betekenissen vindt. Wanneer een auteur betekenis aan de tekst zou geven, betekent dit dat een tekst slechts één interpretatie kent. Maar, stelt Barthes er zijn meerdere interpretaties mogelijk, de tekst ontstaat zelfs pas tijdens het lezen van de tekst. In dit onderzoek volgen we deze benadering en nemen we dus als uitgangspunt dat de interpretator betekenis aan de tekst geeft. Dit sluit aan bij de benadering die gevolgd wordt met betrekking tot betekenisgeving bij foto’s, waarbij we ook in termen van het bijschrift als uitgangspunt nemen dat aan de communicatieve strekking op basis van inferenties die de kijker/lezer maakt betekenis gegeven wordt (Keller, 1998). Voor de bijschriften in het corpus van dit onderzoek, heeft de communicatieve strekking betrekking op de foto waarbij het geplaatst is en geeft de lezer/kijker op basis van inferenties (waartoe hij gestimuleerd wordt) betekenis aan het afgebeelde. Wereldwijd komen bijschriften in dagbladen in verschillende vormen en maten voor. In dit onderzoek staat één vorm centraal: bijschriften in fotoartikelen uit Nederlandse dagbladen. Er bestaan verschillende stijlboeken binnen de journalistiek die als hulpmiddel dienen voor het opstellen van teksten. Het Associated Press Stylebook and Label Manual (APS) is een van de bekendste stijlboeken en beschikt over een uitvoerige handleiding voor journalisten met betrekking tot het opstellen van teksten. Het is opgesteld en uitgegeven door het persbureau Associated Press en met name in de Verenigde Staten wordt dit stijlboek veel gebruikt. Ook in Duitsland is tevens door een persbureau een soortgelijk stijlboek ontwikkeld dat bekend staat als Deutsche Presse-Agentur. In Nederland stellen dagbladen doorgaans zelf stijlboeken op. Zo ook het dagblad NRC Next dat sinds 2006 uitgegeven wordt en structureel fotoartikelen plaatst. Het corpus van dit onderzoek bestaat dan ook grotendeels uit fotoartikelen uit het dagblad NRC Next. Dit dagblad heeft in haar stijlboek staan waar foto’s die zij plaatsen aan dienen te voldoen. Bij een losse foto, zonder begeleidend artikel (wat in dit onderzoek een fotoartikel wordt genoemd), moet het bijschrift uitsluitsel geven over de vijf journalistieke W’s; Wie, Wat, Waar, Wanneer en Waarom.
29
De NRC stelt dat bij het maken van een bijschrift ‘van de foto af’ wordt geschreven. Hiermee bedoelt men dat het bijschrift vermeldt wat de foto niet laat zien. Het bijschrift wordt als zeer belangrijk beschouwd, omdat een interessante foto met een knullig bijschrift om zeep kan worden geholpen, terwijl saaie foto's nog met een adequaat bijschrift gered kunnen worden (Stijlboek NRC, 2010). De algemene regels die het NRC heeft opgesteld en hanteert betreffende het opstellen van bijschriften zijn: - Vermeldingen als 'op de foto' en 'links op de foto' kunnen achterwege gelaten worden; - Bijschriften worden zo mogelijk in de tegenwoordige tijd geschreven; - Opiniërende bijschriften zijn nooit toegestaan; - Hoe abstracter de foto, hoe zakelijker het bijschrift dient te zijn; - Vermijd het beschrijven van kleuren; - Vermijd het gebruik van gemeenplaatsen, bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden; - Vermijd het vermelden van het overduidelijke; - Bij archieffoto's wordt vermeld waar en wanneer ze zijn gemaakt. Dat geldt ook voor portretfoto's bij necrologieën, er hoort een jaartal onder. - De informatie in het bijschrift moet juist zijn (namen, plaatsen e.d.). (Stijlboek NRC, 2010) De meeste bijschriften uit het corpus van dit onderzoek die geanalyseerd worden, zijn op basis van bovenstaande regels opgesteld. We gaan echter niet testen of men zich ook daadwerkelijk aan deze regels heeft gehouden. Wel is het interessante achtergrondinformatie voor dit onderzoek. Foto’s in fotoartikelen hebben in termen van het NRC een ondersteunende of aanvullende rol en zijn afhankelijk van de verdere informatie die in het bijschrift gegeven wordt over wat op de foto te zien is. Kortom, de manier waarop het verhaal van de foto – zoals dat in wetenschappelijke termen heet – wordt geframed. Het NRC Next is een dagblad dat zich niet in het bijzonder richt op het publiceren van het nieuws van de dag, maar zich eerder focust op verdiepingen en achtergrondinformatie bij nieuwsitems. Het bijschrift bij de fotoartikelen die men plaatst heeft dan ook niet als eerste functie te verduidelijken wat we zien op de foto, maar dient de kijker/lezer extra informatie (in de vorm van verdiepingen en achtergrondinformatie) te geven over de afgebeelde situatie. Dit is waarschijnlijk een van de belangrijkste redenen waarom het NRC Next het enige Nederlandse dagblad is dat dagelijks fotoartikelen plaats. De focus van fotoartikelen is net zoals de rest van de inhoud van de krant niet de lezer formeel te informeren over nieuws uit binnen en buitenland, maar door op een eigen meer informele wijze de krantenlezer te informeren door middel van verdiepingen en achtergrondverhalen. Bij de fotoartikelen staat niet de foto óf het bijschrift centraal maar de relatie en samenwerking tussen beeld en tekst.
30
2.13 Betekenisgeving aan een tekst De bijschriften in dit onderzoek worden in termen van co-text en context geanalyseerd. Hieronder volgt een beschrijving van hoe deze termen voor dit onderzoek zijn geoperationaliseerd. 2.13.1 Co-text Co-text is het deel van een tekst – in dit geval het bijschrift – dat feitelijke informatie over het afgebeelde bevat. Dit kan variëren van de plaats, de situatie, de benoeming van personen en/of objecten die we afgebeeld zien tot het aangeven van de situatie waarin de foto genomen in. Inferenties die we maken op het niveau van de co-text, hebben rechtstreeks betrekking op de foto, en in termen van Keller (1998) kan gesteld worden dat het co-textgedeelte van het bijschrift stimuleert tot het maken van iconische (gericht op herkennen) en indexicale (verwijzen naar causaliteit) inferenties. De identificatie van iconische inferenties is te omschrijven als het associatieve proces van de interpretator, waarbij het draait om het herkennen van elementen in de foto. Het bijschrift vermeldt bijvoorbeeld “deze kat”, welke stimuleert tot het maken van de iconische inferenties naar het herkennen van het dier op de foto als een kat. Indexicale inferenties hebben ook rechtstreeks betrekking op de foto, maar manifesteren zich anders doordat zij een verwijzend karakter hebben. Indexicale inferenties berusten op existentiële aangrenzendheid en geven een fysieke relatie aan. Het causale proces van de lezer/kijker wordt daardoor gestimuleerd. Een plaatsaanduiding als “In Amsterdam” is een voorbeeld van een indexicale inferentie die een lezer/kijker maakt: met behulp van die aanduiding kan de lezer/kijker het afgebeelde identificeren. Co-text is dus het deel van het bijschrift dat iconische en indexicale inferenties eenduidig maakt of benoemt. De associatieve en causale procedures van de interpretant met betrekking tot de relatie tussen bijschrift en foto worden in dit deel van het bijschrift gestimuleerd. De informatie die door deze inferenties aan de lezer/kijker wordt gegeven is te benoemen als ‘basis of algemene informatie’. Wat is er op de foto te zien? De schrijver van het bijschrift neemt aan dat de lezer in staat is deze inferenties te maken, omdat hij/zij beschikt over de verwachte algemene kennis (Sauer, 2010).
31
2.13.2 Context Het context-deel van een tekst kent een algemenere beschrijving, waarbij de benaming ‘algemeen’ in één woord aangeeft wat context beslaat, namelijk: het geven van algemene informatie over het afgebeelde. In termen van bijschriften is context in tegenstelling tot cotext niet gericht op het identificeren van elementen in de foto. Context bevat informatie die niet direct nodig is om het afgebeelde te identificeren (want dat doet de co-tekst-informatie), maar geeft algemene en/of achtergrond informatie die betrekking heeft op bijvoorbeeld de situatie, gebeurtenis of personen die afgebeeld zijn (Sauer, 2010). Het context-gedeelte van het bijschrift is onder te verdelen in twee varianten: algemene informatie over de inhoud van wat we op de foto zien (waardoor de bestaande kennis van lezers wordt geactiveerd) en algemene informatie die hierop voortbouwt en die eerder naar aanleiding van de gebeurtenissen die afgebeeld zijn wordt medegedeeld (waardoor specifieke nieuwe kennis wordt toegevoegd). Dat laatste staat meestal betrekkelijk los van de foto zelf. We zien bijvoorbeeld een foto van een verwoeste stad. Het bijschrift meldt onder meer dat de aardbeving tot nu toe 700 doden heeft veroorzaakt en dat dit aantal het grootste aantal slachtoffers van een natuurramp in het desbetreffende land ooit is. De informatie over het aantal doden geeft feitelijke algemene informatie over de gevolgen van een aardbeving en activeert zo de bestaande kennis van lezers. Dat dit echter het hoogste aantal slachtoffers ooit is dat het land kent als gevolg van een natuurramp, is daarentegen achtergrondinformatie die hooguit naar aanleiding van de foto als specifieke kennis wordt toegevoegd. Het deel van de context dat deze informatie naar aanleiding van de foto bevat wordt in dit onderzoek achterwege gelaten. De voornaamste reden hiervoor is dat deze informatie te ver buiten het afgebeelde valt, waardoor het lastig is voor de kijker/lezer om het enigszins te relateren aan het afgebeelde. In de analyses wordt alleen het deel van de context meegenomen dat feitelijke algemene of achtergrondinformatie bevat over het afgebeelde. De delen van het bijschrift die we context noemen stimuleren dus tot het maken van inferenties met betrekking tot algemene of achtergrondinformatie over wat we afgebeeld zien. Wat we in het bijschrift lezen is op de foto niet direct waarneembaar maar staat hier wel mee in relatie; het draagt bij tot de symbolisering van het afgebeelde. Context stimuleert zodoende in termen van Keller (1998) tot het maken van symbolische inferenties. Lezers/kijkers worden ertoe aangezet de context-informatie in relatie te brengen met wat ze waarnemen in de foto en op deze wijze de symbolische betekenis te achterhalen. De inferentie die kijkers maken ten aanzien van wat de foto symboliseert, is daarmee de intentie van de maker van de foto. Wat wil hij/zij vertellen met de foto?
32
De verwachting die is ontstaan bij het onderscheid dat Barthes (1977) maakt tussen de denotatieve en connotatieve boodschap van een foto (zie boven, paragraaf 2.9), kan daarom in analogie worden gebracht met co-text en context. Denotatieve procedures stimuleren tot het maken van iconische en indexicale inferenties en worden daarin door de co-text aangestuurd, en connotatieve procedures stimuleren tot het maken van symbolische inferenties en worden daarin door de context ondersteund.
33
3. ONDERZOEKSMETHODE 3.1 Analysemateriaal In voorgaande hoofdstukken is reeds aan de orde gekomen dat het analysemateriaal voor dit onderzoek fotoartikelen uit Nederlandse dagbladen betreft. Fotoartikelen bevatten geen artikel in tekst, maar zijn artikelen die bestaan uit een foto en een bijschrift. De gebeurtenis of situatie die het dagblad aan haar lezers wil ‘vertellen’, gebeurt door middel van een samenwerking tussen afbeelding en bijschrift. Het doel van dit bijschrift is om het afgebeelde te ondersteunen en de kijker/lezer duidelijkheid te verschaffen over wat ‘we zien’ op de foto en het geven van achtergrondinformatie. In dit onderzoek is het uitgangspunt te achterhalen of er relaties bestaan tussen de wijze waarop lezers/kijker betekenis geven aan foto’s in fotoartikelen op basis van enerzijds de foto en anderzijds het bijschrift. Hiervoor wordt een kwalitatieve inhoudsanalyse van fotoartikelen gehouden, waarbij de inhoud van het corpus wordt geanalyseerd. Er zijn in totaal 35 fotoartikelen verzameld. Slechts enkele dagbladen maken gebruik van fotoartikelen. Het dagblad NRC is een van de grootste en bekendste kranten in Nederland, die in 2006 is gestart met de uitgave van NRC Next, die dienst doet als een ochtenddagblad. In deze editie van het NRC worden structureel fotoartikelen gepubliceerd. Het corpus van dit onderzoek is dan ook grotendeels afkomstig uit de NRC Next. Daarnaast is een deel van het corpus afkomstig uit: het dagblad De Stentor (Gelderland), het Brabants dagblad, de Volkskrant en de Twentsche Courant Tubantia. Het is een uitdaging op zich gebleken om fotoartikelen in Nederlandse dagbladen te traceren. Gezien het gegeven dat fotoartikelen niet alledaags voorkomen in Nederlandse dagbladen is er geen mogelijkheid om een kwantitatieve selectieprocedure toe te passen binnen het corpus. Wel wordt de kans op interfererende variabelen zo klein mogelijk gehouden, omdat er geen specifieke selectie van het analysemateriaal plaatsvindt. De omvang van het corpus bestaat uit 35 fotoartikelen. Dit aantal is voldoende om een valide onderzoek met betrouwbare resultaten te genereren. De onderwerpen die in de fotoartikelen aan bod komen zijn uiteenlopend van natuurrampen tot demonstraties. Dat de onderwerpen zo verschillend zijn is geen bepalende factor in dit onderzoek, omdat er niet onderwerpspecifiek uitspraken gedaan worden, maar de relatie tussen beeld en tekst centraal staat. Aangenomen wordt dat de lezer van de krant over algemene kennis beschikt betreffende de gebeurtenissen en situaties die in de fotoartikelen aan de orde komen.
34
3.1.2 Selectieproces foto’s NRC Next Het grootste gedeelte van het corpus voor dit onderzoek beslaat dus fotoartikelen die afkomstig zijn uit het dagblad NRC Next. Bij de redactie van dit dagblad is geïnformeerd naar de selectieprocedure van deze fotoartikelen. Het dagblad NRC Next publiceert elke dag in het midden van de krant een fotoartikel met een omvang van twee pagina’s. Dit noemt men de rubriek In Beeld. De plaatsing van het fotoartikel is in het hart van de krant, zodat de foto goed afgebeeld kan worden. De fotoredactie selecteert elke avond één foto die de dag erop geplaatst wordt in de rubriek in beeld en print deze op beeld formaat uit. De redactie krijgt vervolgens dit beeld te zien, waarnaar de fotoredacteur een bijschrift bij de foto opstelt. De foto’s worden aselect geselecteerd. Er is geen bepaalde reden voor welke foto’s wanneer geplaatst worden. De formule van de rubriek In Beeld is dat de foto de lezer prikkelt en intrigeert, waarbij het bijschrift de lezer antwoorden verschaft (Barschot, van J. NRC Next). 3.2 Werkwijze Hieronder is in twee hoofdstukken uiteengezet hoe de kwalitatieve inhoudsanalyse van fotoartikelen is uitgevoerd. De vraagstelling die centraal staat in dit onderzoek is hiervoor opgedeeld in vier deelvragen. De vraagstelling waarvoor gekozen is binnen dit onderzoek is: Zijn er relaties tussen de wijze van betekenisgeving aan foto’s in fotoartikelen op basis van foto en/of bijschrift? En zo ja, wat zijn deze relaties en hoe kunnen deze verklaard worden? Om dit te onderzoeken zijn de volgende vier deelvragen opgesteld: 1. Op welke wijze geven lezers/kijkers betekenis aan de foto op basis van de foto (fotoanalyse)? 2. Op welke wijze geven lezers/kijkers betekenis aan de foto op basis van het bijschrift (bijschriftanalyse)? 3. Zijn er relaties of verschillen aanwezig tussen de uitkomsten van de twee analyses? 4. Hoe kunnen de relaties of verschillen (indien deze gevonden worden) verklaard worden?
35
Allereerst worden de fotoartikelen uiteengezet in twee delen: de foto en het bijschrift, waardoor er twee analyses binnen het corpus uitgevoerd worden: een fotoanalyse en een bijschriftanalyse. Belangrijk hierbij – om zo realistisch mogelijk te werk te gaan – is dat de bijschriften voorafgaand aan de analyse niet gelezen mogen worden. Dit zou de waarnemingen tijdens de fotoanalyse kunnen beïnvloeden. Ook worden de analyses uitgevoerd door één persoon, om de betrouwbaarheid van de resultaten zo hoog mogelijk te houden. Wanneer meerdere onderzoekers zich zouden richten op de analyse, is de structurele analysemethode minder betrouwbaar omdat men verschillende waarnemingen kan hebben. Vervolgens worden de resultaten van de analyses met elkaar vergeleken. In dit deel van de analyse wordt duidelijk of er een relatie of verschil waar te nemen is tussen betekenisgeven aan de foto in het fotoartikel op basis van de foto óf het bijschrift. Nadat deze resultaten in kaart zijn gebracht is het mogelijk om de (indien gevonden) relaties, overeenkomsten, verschillen te verklaren. Ook zijn er een aantal eisen waaraan een kwalitatief onderzoek dient te voldoen. Deze eisen toegepast op dit onderzoek zijn te vinden in Bijlage 1: Eisen kwalitatief onderzoek. Het volgende hoofdstuk omvat de operationaliseringen van de methode voor de fotoanalyses en methode voor de bijschriftanalyses.
36
3.3 Methode fotoanalyse 3.3.1 Inferentieniveaus De eerste stap binnen het analyseproces is het analyseren van de foto’s uit het corpus. Zijn we als lezer/kijker in staat betekenis toe te kennen aan de gepubliceerde foto’s, welke betekenissen zijn dit en op welk niveau vindt deze betekenisgeving plaats? De opgestelde methode voor de fotoanalyse kent twee semiotische benaderingen die samen worden gebracht. Hiervoor is de theorie van Peirce (1982) en zijn onderverdeling in drie soorten relaties tussen teken en dat waarnaar het verwijst; iconische, indexicale en symbolische relaties, geïntegreerd met de theorie van Keller (1998) die zegt dat de kijker aan de hand van inferenties het afgebeelde interpreteert. Hierdoor zijn de volgende drie interpretatieniveaus ontstaan; iconiciteit, indexicaliteit en symboliciteit. In onderstaand schema in deze toepassing gestructureerd weergegeven: INFERENTIES
Iconische * Interpreteren van de elementen in de foto die we (min of meer) herkennen. * De elementen vertonen een gelijkenis naar de werkelijkheid. * Directe associatie * Gevolgtrekking is associatief van aard.
Indexicale * Interpreteren van verwijzende kenmerken. * De kenmerken vertonen een rechtstreeks en natuurlijk verband met datgene waarnaar het verwijst. * Indirecte associatie * Gevolgtrekking is causaal van aard.
Symbolische * Hints die gegeven worden om de symboliseringen te interpreteren: bv. de pose & fotografische effecten (zoals scherpte/onscherpte, voorgrond/achtergrond, opvallende technische dingen). * Abstracte associatie * De intentie van de maker van de foto.
BETEKENISGEVING (Tabel 1: inferentieniveaus)
Deze tabel laat schematisch zien hoe inferenties op iconisch, indexicaal en symbolische niveau leiden tot het geven van een interpretatie aan de foto. Nadat alle 35 foto’s uit het corpus op deze manier zijn geanalyseerd heeft er een zekere interpretatie plaatsgevonden. De volgende stap is om deze interpretaties verder uiteen te zetten met behulp van de semiotische benadering van Barthes (1987). Hiermee kan achterhaald worden of de betekenis die de kijker aan de foto heeft gegeven op basis van bovenstaande inferentieniveaus op denotatief of connotatief niveau verwerkt wordt.
37
3.3.2 Denotatief en connotatief niveau De interpretaties en gevolgtrekkingen die in de eerste stap van de analyse plaats hebben gevonden, worden in deze tweede stap van de analyse nader in kaart gebracht. De kwaliteit van de gevolgtrekking (de betekenisgeving die in de eerste stap van de analyse plaatsvindt) wordt geanalyseerd in termen van denotatief en connotatief niveau. Onderstaand schema gebaseerd op Barthes (1987) in Van den Broek e.a. (2010: 81) laat zien hoe deze analyse uitgevoerd wordt. Zij stellen tevens dat wanneer connotatie en denotatie samenvallen, deze tekens een sterk karakter hebben:
Denotatie Essentie: Subniveaus: Aard van interpretatie:
Connotatie
Herkennen van het afgebeelde Primair Objectief
Begrijpen/waarderen van het afgebeelde Secundair Subjectief (Tabel 2: Niveau betekenisgeving)
38
3.3.3 Analysemodel Het uiteindelijke analysemodel dat in dit onderzoek toegepast wordt is een samensmelting van de inferentieniveaus gebaseerd op het onderscheid in tekens volgens Peirce (1982) geïntegreerd in termen van Keller (1998) enerzijds en het niveau van betekenisgeving volgens Barthes (1987) anderzijds. Wanneer we deze twee methoden samenvoegen ontstaat onderstaand analysemodel: FOTOANALYSE-MODEL INFERENTIENIVEAUS Iconische * Interpreteren van de elementen in de foto die we (min of meer) herkennen. * De elementen vertonen een gelijkenis naar de werkelijkheid. * Directe associatie * Gevolgtrekking is associatief van aard.
Indexicale * Interpreteren van verwijzende kenmerken. * De kenmerken vertonen een rechtstreeks en natuurlijk verband met datgene waarnaar het verwijst. * Indirecte associatie * Gevolgtrekking is causaal van aard.
Symbolische * Hints die gegeven worden om de symboliseringen te interpreteren: bv. de pose & fotografische effecten (zoals scherpte/onscherpte, voorgrond/achtergrond, opvallende technische dingen). * Abstracte associatie * De intentie van de maker van de foto.
BETEKENISGEVING
Denotatie Essentie: Subniveaus: Aard van interpretatie:
Connotatie
Herkennen van het afgebeelde Primair Objectief
Begrijpen/waarderen van het afgebeelde Secundair Subjectief (Tabel 3: Fotoanalyse-model)
De toepassing van bovenstaand analysemodel genereert een duidelijk beeld over hoe betekenis aan de foto’s uit het corpus gegeven wordt, op welke wijze en op welk niveau. In de volgende stap van het analyseproces staan de bijbehorende bijschriften centraal.
39
3.4 Methode bijschriftanalyse Bij de opgestelde methode voor de bijschriftanalyse is net zoals bij de fotoanalyse gekozen voor een semiotische benadering, waarbij de toepassing ervan verschilt. Een bijschrift communiceert net zoals een foto met de lezer/kijker en stimuleert tot het maken van inferenties. De schrijver van het bijschrift, verwacht en wil dat de lezer bepaalde inferenties maakt. Omdat het bijschrift gekoppeld is aan een foto, hebben de gewenste inferenties betrekking op het afgebeelde. Deze inferenties zijn gelijk aan de inferentieniveaus die bij de fotoanalyse toegepast worden; iconische inferenties, indexicale inferenties; en symbolische inferenties. We spreken bij de analyse van het bijschrift echter niet van 3 inferentieniveaus, maar in termen van betekenisgeving op co-text niveau en context niveau. Het deel van het bijschrift dat stimuleert tot iconische en indexicale inferenties wordt co-text genoemd, en het deel van het bijschrift dat stimuleert tot symbolische inferenties wordt context genoemd. Aangenomen wordt dat betekenisgeving in termen van co-text denotatief van aard is en betekenisgeving in termen van context connotatief van aard is. De beredenering voor het onderscheid in co-text en context en tot welke inferenties deze stimuleren, is terug te vinden in hoofdstuk 2.12 uit het theoretisch kader. 3.4.1 Analysemodel Op basis van bovenstaande methode is het volgende analysemodel samengesteld: BIJSCHRIFTANALYSE-MODEL Co- text
Context
Feitelijke identificatie van:
Aansturen van:
Iconische inferenties
Indexicale inferenties
(Basisinformatie)
Symbolische inferenties (Algemene informatie)
Deel van het bijschrift dat helpt met het identificeren of aanwijzen van denotatieve
Deel van het bijschrift dat helpt met het identificeren of aanwijzen van
procedures
connotatieve procedures
Denotatie
Connotatie
Primaire betekenis
Secundaire betekenis (Tabel 4: Bijschriftanalyse-model)
Het doel van dit onderzoek is te achterhalen welke betekenis(sen) de lezer/kijker aan de foto in het fotoartikel toeschrijft op basis van de foto zelf (zijn semiotische bestanddelen) en het bijschrift (dat eveneens verschillende semiotische bestanddelen kent). Nadat beide analyse zijn uitgevoerd kan vergeleken worden of de betekenissen die aan de foto’s op zich en aan de 40
foto’s op basis van de bijschriften gegeven worden overeenkomsten óf verschillen bevatten. De resultaten van de analyses bieden inzicht in de relaties tussen beeld en tekst in fotoartikelen en in het verlengde in de functie van het bijschrift. In het volgende hoofdstuk wordt een deel van het corpus aan deze analyse onderworpen.
41
4. ANALYSE In totaal zijn 35 fotoartikelen aan een analyse onderworpen. Vanwege de grote en uitvoerigheid van de analyses is het niet mogelijk om de gehele corpus in dit hoofdstuk weer te geven. Gekozen is om vijf analyses uit het corpus te selecteren die in dit hoofdstuk worden weergegeven en besproken. De overige 30 analyses zijn weergegeven in Bijlage II: Analyses. De vijf analyses laten zien hoe de opgestelde analysemodellen worden toegepast, waarna vervolgens de uitkomsten besproken worden. Tijdens het analyseren is gebleken dat er op verschillende manieren betekenisvorming aan de foto’s in de fotoartikelen wordt gegeven. Om hier een inzicht in te geven, zijn vijf analyses geselecteerd die min of meer de waargenomen verschillen representeren. Overigens zijn er in totaal 10 fotoartikelen die een uitgebreide bespreking van de analyse bevatten om een goed beeld van de verschillende resultaten te laten zien. De eerste vijf staan in dit hoofdstuk en de overige vijf zijn weergegeven in Bijlage II: Analyses. De fotoartikelen zijn ingescand, waardoor de echtheid van de foto – zoals het kleurgebruik – soms niet helemaal goed waar te nemen is. Naast de ingescande versies van de foto’s , zijn daarom de originele fotoartikelen toegevoegd in bijlage IV: Fotoartikelen. Bij de analyses in dit hoofdstuk wordt per fotoartikel eerst de foto met daaronder de fotoanalyse weergegeven. Aansluitend vindt er een bespreking plaats van de waarnemingen en uitkomsten van de fotoanalyse. Vervolgens is het bijschrift van het fotoartikel weergegeven, met aansluitend de bijschriftanalyse. In het bijschrift zijn de woorden/zinnen onderstreep in achtereenvolgens iconische inferenties, indexicale inferenties, en symbolische inferenties. Zo is verduidelijkt welk deel van het bijschrift stimuleert tot het maken van welke inferenties. Net zoals bij de fotoanalyse, vindt na de bijschriftanalyse een bespreking van de uitkomsten plaats. Ten slotte worden de resultaten van de fotoanalyse en de bijschriftanalyse met elkaar vergeleken. Voor deze structuur is gekozen, zodat men objectief naar de foto en de fotoanalyse kijkt, zonder eerst het bijschrift onder ogen te hebben gehad. Dit is de wijze waarop ter werk is gegaan tijdens het analyseren van de fotoartikelen en daarom ook de wijze waarop de analyses in dit hoofdstuk zijn gestructureerd.
42
4.1 Analyse foto 1
Bron: Brabants Dagblad 1-3-2010
43
4.1.1 Analyse foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt. INFERENTIES
Iconisch De kijker infereert op basis van de witte lijn op de weg, huizen langs het asfalt en een bord met een plaatsnaam dat een weg wordt afgebeeld waarover men een stad/dorp binnen rijdt. De functies van deze elementen vertalend naar de werkelijkheid geven een beeld van een weg die leidt naar een stad/dorp. Het wijkt echter af van een normale situatie omdat niet alle elementen op de plek staan waar het hoort. Zoals; ontwricht naambord; scheur in het asfalt en de omgevallen omheining.
Indexicaal De elementen (ontwricht naambord, scheur in het asfalt, omgevallen omheining van de weg en het licht op de achtergrond dat donker en stoffige is) maken een causale referentie naar een gebeurtenis: een schokkende gebeurtenis. Het licht op de foto is hierbij belangrijk omdat het indiceert dat delen van huizen en wegen die ontwricht worden, zorgen voor stof die de lucht donker doet kleuren. De donkere, stoffige lucht indiceert in dit geval naar een aardbeving. Het kan ook op een explosie e.d. duiden, maar in samenwerking met de andere elementen is de meest aannemelijke referentie een aardbeving. De mensen die op de foto staan worden als toeschouwers beschouwd van wat zich heeft afgespeeld op deze foto, een aardbeving.
Symbolisch De foto symboliseert een vernieling van een ramp die heeft plaatsgevonden. Dat het een aardbeving betreft, infereert de kijker, door de ravage aan de weg, de huizen, de omgeving en de donkere stoffige lucht. De pose van de mensen op de foto, is hierbij belangrijk. Ze staan stil om zich geen te kijken en enkelen hebben hun handen in de zakken. De mensen vormen de focus op de foto, waarbij vernieling rondom hen is te zien. Hoewel sommigen van hen in de richting van de camera kijken, lijkt men zich niet bewust van de fotograaf.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
Subniveaus:
Aard van interpretatie:
Witte lijnen, asfalt, huizen, bord met plaatsnaam -> stad/dorp. De elementen (ontwricht naambord, scheur in het asfalt, omgevallen omheining van de weg en het licht op de achtergrond dat donker en stoffige is) -> gebeurtenis (waarschijnlijk aardbeving). De mensen op de foto zijn toeschouwers die de gevolgen van een gebeurtenis in zich opnemen. Geen gewone situatie, maar een ontwricht stad/dorp, waarvan de oorzaak aannemelijk een aardbeving is. Een aardbeving is zo heftig geweest dat het enorme schade heeft aangericht aan huizen en het wegdek. En het heeft een donkere schaduw over de stad/dorp achtergelaten.
Connotatie Gevolg van een aardbeving, waardoor grote delen van een stad/dorp zijn ontwricht. Zoals de huizen en het wegdek. De stad/het dorp is omgeven door een donkere stoffige lucht. Die als het ware over de stad/het dorp hangt.
Afwijkend van normale situatie. (Huizen die intact zijn, een weg die berijdbaar is). Pose van de mensen -> toeschouwers. We zien het gevolg van de kracht van wat aannemelijk een aardbeving is geweest. Toeschouwers bevestigen een ‘ernstige gebeurtenis. (Tabel 5: fotoanalyse, foto 1)
De iconische inferenties maken de inferentie naar een stad of dorp. We herkennen deze elementen in de foto als een stad/dorp en dus is op basis van iconische inferenties de plek van de foto duidelijk. Op basis van indexicale inferenties leren we dat het geen normale 44
weergave van een stad/dorp is. De elementen die we in een voorgaand proces herkennen als de plek van de foto, verwijzen naar een gebeurtenis. Omdat het naambord ontwricht is, scheuren in het asfalt zitten, de omheining van de weg is omgevallen, wordt er een causale referentie gemaakt naar een gebeurtenis die neigt een aardbeving te zijn. Op basis van algemene kennis weten we dat een aardbeving deze elementen veroorzaakt. Het licht op de foto is hierbij ook belangrijk omdat het indiceert dat delen van huizen en wegen die ontwricht worden, zorgen voor stof die de lucht donker doet kleuren. Een andere inferentie die een relatie legt naar dat we de gevolgen van een natuurramp zien, zijn de mensen op de foto. Onder normale omstandigheden staan er geen mensen midden op de weg, maar omdat de weg niet meer intact is worden de mensen als toeschouwers waargenomen. Ook het gegeven dat deze als het ware om zich heen kijken infereert dat ze ‘de situatie in zich opnemen’. We geven op basis van iconische, indexicale en symbolische inferenties betekenis aan het afgebeelde. We zijn op basis van deze inferenties in staat de betekenis van de foto – het gevolg van een aardbeving – te achterhalen. Doordat we op basis van iconische en indexicale inferenties in staat zijn elementen in de foto te identificeren, leiden deze tot het identificeren van symbolische inferenties waartoe gestimuleerd wordt. Het niveau waarop we betekenis geven aan de foto is daarom zowel denotatief als connotatief van aard. We herkennen de elementen in de foto of begrijpen waar deze naar verwijzen. We maken associatieve, causale en abstracte relaties zoals in bovenstaand analyseschema is te zien.
45
4.1.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. CONCEPCIÓN – Het dodental als gevolg van de aardbeving in Chili afgelopen zaterdag is opgelopen tot 708. De aardbeving had een magnitude van 8,8 met een epicentrum op zo’n 115 kilometer van Concepción, de tweede stad van het land. De schokken werden tot in de Braziliaanse stad Sao Paulo, op bijna drieduizend kilometer afstand, gevoeld.
Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
Indexicale inferenties Zin 1 1) Gevolg van de aardbeving, 2) Chili Zin 2
1) Stad
1) Plaats is Concepción Zin 3
Denotatie Er heeft een aardbeving plaatsgevonden in de stad Concepción/Chili.
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1 1) Het dodental is 708, 2) Afgelopen zaterdag. Zin 2 1) Een magnitude van 8,8 met, 2) Een epicentrum op zo’n 115 kilometer van Concepción. Zin 3
Connotatie In Concepción in Chili heeft zaterdag een aardbeving met een magnitude van 8,8 plaatsgevonden. Het epicentrum ligt op zo’n 115 km. van Concepción. (Tabel 6: bijschriftanalyse, foto 1)
Wat in deze analyse opvalt is dat het grootste deel van het bijschrift inferenties op het niveau van context bevat. Alleen in de eerste zin is een directe relatie tot de foto gegeven: gevolg van een aardbeving’ De rest van het bijschrift vertelt ons dat de plek die we zien Concepción de tweede stad van het land Chili is, de aardbeving een magnitude van 8,8 had, het epicentrum op zo’n 115 kilometer van Concepción ligt en dat de schokken van de aardbeving tot in de Braziliaanse stad Sao Paulo werden gevoeld, die op bijna drieduizend kilometer afstand ligt. Deze inferenties hebben niet direct betrekking op het afgebeelde, maar bevatten algemene informatie met betrekking tot het afgebeelde. Op basis van algemene kennis zijn we in staat een aardbeving in relatie te brengen met de informatie die op context niveau gegeven wordt over slachtoffers. Wat betreft ‘de rest’ van de informatie is er niet tot nauwelijks een relatie tot de foto.
46
Het is voor de kijker/lezer geen belangrijke informatie dat Concepción de tweede stad van Chili is, het epicentrum op zo’n 115 kilometer van Concepción ligt en dat de schokken van de aardbeving tot in de Braziliaanse stad Sao Paulo werden gevoeld. Ook is het niet duidelijk waarom de schrijver het woord ‘magnitude’ gebruikt om de kracht van de aardbeving aan te duiden. Deze technische term zegt de gemiddelde krantenlezer waarschijnlijk niets. Dat wil zeggen dat bovenstaande extra informatie niet alleen geen relatie heeft tot de foto, maar ook niet ‘nodig’ is om betekenis aan de foto te geven. Doordat er voornamelijk subjectieve informatie gegeven wordt lijkt de primaire informatie in het co-text deel van het bijschrift naar de achtergrond te vervagen. Er wordt algemene informatie gegeven over de situatie die we zien afgebeeld in plaats van feitelijke, directe informatie. Toch geven we op basis van de primaire informatie die in het bijschrift gegeven, op denotatief niveau betekenis aan de foto. De primaire, eerste informatie wordt door middel van iconische en indexicale inferenties bij het zien van de foto gemaakt. De secundaire informatie in het bijschrift voegt hier in die zin – met betrekking tot betekenisgeving aan de foto – niets tot nauwelijks aan toe. Wanneer we de uitkomsten van de fotoanalyse en de bijschriftanalyse met elkaar vergelijken kan gesteld worden dat we tijdens de fotoanalyse op zowel denotatief als connotatief niveau betekenis geven en tijdens de bijschriftanalyse op denotatief niveau betekenis geven aan de foto. Het grootste gedeelte van het bijschrift dient in deze niet als een verduidelijking van de afgebeelde situatie, maar eerder als een verbredend kader rondom de foto. Zonder enige tekstuele toevoegingen is de kijker op basis van semiotische inferenties in staat, op te maken dat de foto het gevolg is van een aardbeving. Het grootste gedeelte van het bijschrift is als niet relevant te benoemen, omdat er geen toegevoegde informatie over het afgebeelde aan de lezer/kijker gegeven wordt, die niet tijdens de fotoanalyse aan het licht is gekomen.
47
4.2. Analyse foto 2
Bron: de Volkskrant 7-10-2010
48
4.2.1 Analyse foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt. INFERENTIES
Iconisch De kijker infereert op basis van kennis dat de vrouw, Marilyn Monroe is. Daarnaast zien we een groot beest achter haar staan, die door de kijker geïnterpreteerd wordt als een beer. De grote vorm en eigenschappen (behaard, klauwen, gebit), zijn die van een beer zoals we die kennen. Het is niet mogelijk dat een kijker dit beest als een ander dier interpreteert. De houten planken en vooral ook de vorm waarop deze zijn geplaatst(schuin oplopend naar boven) maken de associatieve referentie naar een houten huis.
Indexicaal De scharnier links aan de muur, de opgehangen schilderijen en de naar het schijnt opgehangen jas, refereren naar ‘binnen’. Oftewel de foto is binnenin een houten huis genomen De kleur van de foto infereert dat het een oude foto betreft. Tegenwoordig zijn foto’s in kleur maar in het verleden was dit nog niet mogelijk.
Symbolisch Het icoon Marilyn Monroe en de kleur van de foto tezamen symboliseren een tijdsindicatie naar de jaren 50/60 waarin deze foto genomen is. Verder geven de verschillende indexicale elementen aan dat de foto binnen in een houten huis genomen is. Het is ook duidelijk dat de foto is gearrangeerd, dat Marilyn Monroe poseert en dat de beer niet echt is. Was dit niet het geval dan was het onmogelijk om deze foto op deze manier af te beelden. Aan de houding van Marilyn Monroe is te zien dat zij een pose aan neemt. Haar ogen kijken verschrikt in de richting van de beer en haar houding is nonchalant te noemen (hand in broekzak). Wat deze foto symboliseert, welke betekenis het uitdraagt is helaas niet duidelijk.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
Subniveaus: Aard van interpretatie:
De vrouw is Marilyn Monroe. Het beest is een beer. De plek is binnen in een houten huis. Het is een oude geposeerde foto, omdat het geen alledaagse situatie is. Icoon Marilyn Monroe, met een opgezette beer binnenin een cottage.
Connotatie Het is een geposeerde foto.
De kleurcompositie van de foto verwijst naar vroeger, een oude foto uit de jaren 50/60. Het is een geposeerde foto. De kleurcompositie van de foto verwijst naar voeger, jaren 50/60. (Tabel 7: fotoanalyse, foto 2)
Op basis van algemene kennis zijn we in staat de vrouw op de foto te identificeren als Marilyn Monroe. Wat ook opvalt is dat het een geposeerde foto is. De fotograaf heeft de elementen in de foto (de beer en Marilyn Monroe) gearrangeerd. Dit is te zien in de wijze waarop de vrouw haar arm om de beer slaat, haar andere arm nonchalant in de broekzak steekt en de blik/de richting die ze op kijkt. Ook de omgeving van de foto is gearrangeerd, zoals de schilderijen, jassen en kapstok die op de muren zijn bevestigd. Deze omgevingselementen herkennen we als de binnenkant van een houten huis. Maar wat de fotograaf met deze afbeelding wil vertellen is helaas niet duidelijk. Het arrangement van iconische, indexicale en symbolische inferenties waartoe de kijker/lezer wordt gestimuleerd is onvoldoende om betekenis aan de foto te geven.
49
4.2.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. Marilyn Monroe – Hier op een pas vorige week gepubliceerde foto uit 1953 – was al filmster, zangeres, sekssymbool. Daar komen dichteres en intellectueel bij. Althans, volgens de samenstellers van het volgende week te verschijnen Ik ben alleen, een bundel met dagboekfragmenten en gedichten. Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
Indexicale inferenties
1) Marilyn Monroe, 2) filmster, 3) zangeres, 4) sekssymbool.
Zin 1 1) Een pas vorige week gepubliceerde foto uit 1953. Zin 2 Zin 3
Denotatie Marilyn Monroe – die we zien afgebeeld – is niet alleen filmster, zangeres en sekssymbool. De foto stamt uit 1953.
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1
Zin 2 1) Dichteres, 2) Intellectueel. Zin 3 1) Ik ben alleen, een bundel met dagboekfragmenten en gedichten is samengesteld. 2) De bundel verschijnt volgende week.
Connotatie Mensen hebben een bundel met dagboekfragmenten en gedichten van Marilyn Monroe samengesteld genaamd ik ben alleen, die volgende week verschijnt. (Tabel 8: bijschriftanalyse, foto 2)
Het co-text-deel van het bijschrift stimuleert de kijker tot het maken van de iconische en indexicale inferenties dat de persoon op de foto Marilyn Monroe is. Zij een filmster, zangeres en sekssymbool is en de foto stamt uit 1953. Daarnaast zet het bijschrift ook aan tot het maken van symbolische inferenties. Namelijk dat er een bundel met dagboekfragmenten en gedichten van Marilyn Monroe is samengesteld. We brengen iconische en indexicale inferenties in verband met de symbolische inferenties, waardoor betekenisgeving aan het afgebeelde plaatsvindt door middel van een samenwerking tussen de co-text en context van het bijschrift. Het bijschrift verruimt de inferenties van de kijker aanzienlijk. De inferentie die in het bijschrift gemaakt wordt over het verschijnen van een bundel met dagboekfragmenten en gedichten van Marilyn Monroe, wordt in geen enkel opzicht alléén in de foto duidelijk. Deze combinatie van een foto en bijschrift is er één waarvan de combinatie uiterst belangrijk is voor de kijker/lezer, betreffende de inferenties die men maakt om betekenis aan de foto te geven.
50
4.3 analyse foto 3
Bron: NRC NEXT 11-11-2010
51
4.3.1 Analyse foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt. INFERENTIES
Iconisch Op deze foto zijn weinig aanwijzingen te zien voor het interpreteren van de plek waar deze foto is genomen. Dat het een kamer is kan de kijker opmaken uit de vloer en de muren die de personen in de foto omringt. De inferentie die de kijker maakt is dat de foto in een kale ruimte is genomen. In deze ruimte zijn twee groepen jongens te zien die zich verzameld hebben rond lampen.
Indexicaal Twee groepen jongens is nagenoeg het enige dat deze foto afbeeld. Opvallend is dat zij geen kleren aanhebben. Omdat de jongens naakt zijn en zich om de lampen verzamelen, infereert de kijker deze lampen niet als ‘gewone’ lampen, maar als warmtelampen, die als warmtebron voor de jongens dienen. We kunnen als kijker een causale relatie leggen tussen de staat (naakt & hurkend) en de ruimte waarin zij zich bevinden (kaal, twee lampen) dat het een soort beproeving kan zijn die we zien. Of wellicht een straf. Ze hebben het klaarblijkelijk koud, proberen zich op te warmen en hebben geen kleren aan. Door deze aanwijzingen kan de kijker bovenstaand relatie maken. Doordat de foto een onmenselijke indruk kan maken op de kijker, kan ook de referentie ontstaan dat deze foto niet in Nederland is genomen. Algemene kennis over onze maatschappij doet de kijker infereren dat de foto is genomen in een land dat leeft onder een streng regime
Symbolisch De foto in zijn geheel symboliseert een gebeuren: een straf, of een test. De kijker krijgt een bepaalde mate van medelijden met de afgebeelde personen omdat de inferentie die de kijker maakt is dat de jongens het koud hebben, zielig op de grond gehurkt zitten in een poging zich op te warmen aan de warmtelampen en ook nog eens geen kleren aanhebben. Het symboliseert als het ware iets onmenselijks. Wie doet dit deze mensen aan? Het is dat opzicht een vrij schokkende situatie die de kijker te zien krijgt, maar de precisie symbolisering van deze foto blijft in het ongewisse.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
Subniveaus:
Aard van interpretatie:
Naakte jongens die in een kale kamer in twee groepen gehurkt rond twee lampen zitten. Doordat ze geen kleding aanhebben en zich rond de lampen verzamelen, lijken deze warmtelampen te zijn. Naakt/hurkend/kale ruimte -> beproeving. Foto is niet in Nederland genomen Twee groepen jongens, die gehurkt in een kale ruimte zich rond twee warmtelampen verzamelen. Alsof zij wachten op een soort test/beproeving.
Connotatie Een test of straf.
Het lijkt een onmenselijke situatie -> medelijden
Het lijkt een soort test of straf te zijn. Door de conditie waarin de jongen zijn afgebeeld krijgt de kijker medelijden met de jongens
(Tabel 9: fotoanalyse, foto 3)
52
Op basis van iconische inferenties zijn we als kijker in staat de twee groepen als jongens te identificeren en de objecten waar zij omheen zitten, als lampen. Door middel van een causale relatie hiertussen infereert de kijker deze lampen niet als ‘gewone’ lampen, maar als warmtelampen. De jongens hebben geen kleding aan, hebben het klaarblijkelijk koud en proberen zich op te warmen. De foto in zijn geheel symboliseert een ‘gebeuren’, waarvan niet duidelijk is wat dit is. Door de wijze waarop de jongens zijn afgebeeld (naakt, hurkend, in een kale ruimte, voor een warmtelamp) straalt de foto een soort medelijden uit en ontstaat de symbolische inferentie dat het waarschijnlijk een test of straf is. We geven als kijker op basis van iconische, indexicale en symbolische inferenties betekenis aan de foto. Wat de foto echter symboliseert en wat de fotograaf ons wil vertellen met deze foto is niet duidelijk. Het niveau van betekenisgeving vindt plaats op zowel denotatief als connotatief niveau. Maar waarom de jongens geen kleding dragen, het daardoor koud hebben, en er in de ruimte alleen twee lampen staan om zich aan op te warmen, is voor de kijker de niet duidelijk. Het doel van de fotograaf – of wat in dit onderzoek de symbolisering van de foto wordt genoemd – schiet te kort. Dat wil zegen dat de kijker niet in staat is om op basis van enkel de foto, betekenis aan de afgebeelde situatie te geven.
53
4.3.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. Geschikt of ongeschikt? SUINING. Even opwarmen bij een warmtelamp en dan volgt de beproeving. Deze Chinese jongeren in Suining, in het zuidwesten van China, wachten op hun medische keuring om toegelaten te worden toto het Chinese Volksbevrijdingsleger – in het Engels de People’s Liberation army (PLA). Het Volksbevrijdingsleger, opgericht op 1 augustus 1927, is op dit moment het grootste leger ter wereld. Het leger in China telt 2,3 miljoen manschappen. Ter vergelijking: de Verenigde Staten hebben 1,3 miljoen en Rusland 1,24 miljoen. Officieel kent China de dienstplicht nog. Alle mannen die achttien jaar worden vallen hieronder. Jaarlijks melden zich zo veel Chinezen vrijwillig aan dat het genoeg is om alle posities in het leger te vervullen. En dat is niet zomaar. Werkervaring bij het leger staat in China goed op de cv. Het leger zorgt voor discipline en doorzettingsvermogen. Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
1) Opwarmen bij een warmtelamp
Indexicale inferenties Zin 1 1) Volgt de beproeving Zin 2
1) Deze Chinese jongeren
1) De plaats in Suining/China 2) Wachten op hun medische keuringen Zin 3/4/5 Zin 6/7
Zin 8/9/10
Zin 11 1) Discipline en doorzettingsvermogen wordt in het leger geleerd
Denotatie Deze Chinese jongeren uit Suining/China, warmen zich op bij een warmtelamp terwijl zij wachten op hun medische keuring.
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1
Zin 2 1) Om toegelaten te worden tot het Chinese Volksbevrijdingsleger, 2) In het Engels PLA
Zin 3/4/5 Zin 6/7 1) China kent de dienstplicht waaronder alle jongens vanaf 18 vallen Zin 8/9/10 1) Jaarlijks melden genoeg Chinezen zich aan om alle posities in het leger te vervullen 2) Zin 11
Connotatie Men wil graag toegelaten worden tot het Chinese leger, Jaarlijks melden genoeg Chinezen zich aan om alle posities in het leger te vervullen. (Tabel 10: bijschriftanalyse, foto 3)
54
Het analyseschema laat zien dat de kijker/lezer op denotatief niveau betekenis aan de foto geeft. Het deel van het bijschrift dat aanzet tot iconische en indexicale inferenties – co-text – zijn voornamelijk de zinnen 1 en 2 en verschaft de lezer/kijker basisinformatie over het afgebeelde. Deze primaire informatie brengen we in relatie tot de foto en leidt tot betekenisgeving. De overige 9 zinnen van het bijschrift zetten aan tot het maken van symbolische inferenties en heeft in principe vrij weinig te maken met wat we zien op de foto, maar is meer gericht op het geven van achtergrond informatie over het Chinese leger. Daarom is deze informatie niet alleen secundair, maar draagt het ook niet bij aan de betekenis die we als kijker/lezer aan de foto geven op basis van het bijschrift. Hoewel het grootste deel van het bijschrift – de context – aanzet tot het maken van symbolische inferenties, valt deze informatie dusdanig ‘buiten’ het afgebeelde dat deze informatie geen toegevoegde waarde heeft betreffende betekenisgeving. Op basis van het cotext-gedeelte van het bijschrift in de zinnen 1 en 2 geeft de kijker/lezer betekenis aan de foto. Het bijschrift is gewenst om te begrijpen wat er op de foto afgebeeld wordt. Uit de fotoanalyse is gebleken dat de kijker enkele elementen in de foto herkent en infereert dat het waarschijnlijk een test is. Maar pas bij het lezen van het bijschrift wordt duidelijk wat we en waarom we het op de foto zien.
55
4.4 Analyse foto 4
Bron: NRC NEXT 15-11-2010
56
4.4.1 Analyse foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt.
INFERENTIES
Iconisch De kijker infereert op basis van de stijl van de objecten (paspop, bril, oorbellen, sjaal, ketting en kinderspeeltjes) dat de man die deze draagt waarschijnlijk een kunstenaar, straat of theaterartiest is. Hij is omgeven door excentriciteit en creativiteit. De foto lijkt in de buitenlucht te zijn genomen, door de achtergrond en de mensen die we op de achtergrond zien. We zien ook dat de persoon links richting de camera, of de man kijkt.
Indexicaal De wijze waarop deze man is gekleed en alle attributen die onderdeel uitmaken van zijn uiterlijk, stimuleren de kijker tot het maken van de causale referentie, dat de foto waarschijnlijk is genomen tijdens een straat/theater/kunst/feest. De objecten waarmee de man op de foto is omgeven, verwijzen naar creativiteit en naar de werkelijkheid vertalend zou deze foto daar een weerspiegeling van kunnen zijn. Vooral de oorbellen in de vorm van kleine vissenkommen met bijbehorende vissen zijn een zekere uiting van excentriciteit/creativiteit. Ook de hints dat de foto in de buitenlucht is genomen versterken deze inferentie. Mogelijk is dat deze man een straatartiest is en er altijd zo bij loopt. De gelaatskenmerken van de man zijn niet Nederlands, hij lijkt afkomstig uit een Aziatisch land. Ook de persoon links op de achtergrond heeft op het eerste gezicht deze kenmerken. De inferentie ontstaat dat de foto waarschijnlijk in het buitenland is genomen.
Symbolisch De foto symboliseert eigenlijk maar 1 persoon. Het is een mooie foto van een man die er ongewoon uit ziet, omdat hij allerlei attributen en objecten op en om zijn gezicht heeft. Het symboliseert aannemelijk een straatartiest of kunstenaar, maar waarom en waar is niet geheel duidelijk. Hij poseert opvallend voor de camera, in close-up positie. De foto is van dichtbij genomen en de man kijkt recht in de camera. Het is duidelijk dat hij de hoofdpersoon in de foto moet zijn, omdat hij bijna het hele frame vult. Waarom deze foto is geplaatst en wat de fotograaf ermee wil zeggen is niet gelijk duidelijk.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
Subniveaus:
Aard van interpretatie:
De plek van de foto is ‘buiten’, in de buitenlucht. De man is omgeven door allerlei attributen en objecten. De man is waarschijnlijk een kunstenaar, straat of theaterartiest. Uiterlijk van de man – locatie -> omgeving is aannemelijk een straat/theater/kunst/feest gebeuren. De foto is niet in Nederland genomen. De man is verkleed omdat hij waarschijnlijk deelneemt aan een straat/theater/kunst/feest gebeuren ergens in de wereld.
Connotatie De man poseert voor de fotograaf. Hij kijkt recht in de camera en de foto is van zeer dichtbij genomen. Close-up foto van een man. Zijn vertoning vult bijna het hele frame.
Een man poseert voor de camera, waarbij de fotograaf hem duidelijk in de hoofdrol wil zetten. We zien een close-up van de man die bijna het hele frame van de foto vult. (Tabel 11: fotoanalyse, foto 4)
57
Wat uit deze fotoanalyse voortkomt is dat we een geposeerde foto zien van een oude man die op basis van algemene kennis geen bekendheid is. Het is duidelijk dat hij de ‘hoofdrol’ in de foto moet vervullen, omdat zijn verschijning bijna het hele fotoframe vult. De verschillende attributen op en rond zijn hoofd zijn niet als normaal te beschouwen, maar meer als een uiting van excentriciteit waar te nemen. Deze foto is voornamelijk te benoemen als ‘een mooie foto’ van een oude man die gehuld gaat in excentrieke kleding een ‘gekke’ accessoires. Waarom deze man op de foto staat of waarom deze foto is gepubliceerd is echter niet duidelijk. Het is onmogelijk om op basis van enkel de foto een betekenis aan het afgebeelde te geven. Wel kunnen assumpties in de richting van; waarschijnlijk is de man een straat/theaterartiest, de foto is in het buitenland genomen (gezien de gelaatskenmerken van de man), en misschien is er een straat/theaterfestival aan de gang gemaakt worden. Dit blijven slecht ideeën die de kijker kan oproepen bij het zien van de foto. Het geheel aan inferenties waartoe de kijker wordt gestimuleerd op iconische, indexicaal en symbolisch niveau schieten tekort om een betekenis aan de foto te geven.
58
4.4.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. Even een duidelijk statement maken. YOKOHAMA. Misschien zie je het niet aan hem af, met zijn gekke kleding en bijbehorende accessoires, maar de 75-jarige Japanner Eijiro Miyamae doet mee aan een protest. In Yokohama, ten zuiden van de hoofdstad Tokio, kwamen gisteren honderden betogers uit binnen- en buitenland bijeen om te demonstreren tegen de top die daar plaats heeft van de regionale samenwerkingsverband APEC (Asia-Pacific Economic Cooperation). De Verenigde Staten en acht andere landen die grenzen aan de Stille Oceaan, zoals Chili en Australië, willen binnen een jaar een handelsverdrag sluiten. Het lukte niet om tijdens het bezoek van de Amerikaanse president Barack Obama aan de conferentie – Obama was bezig aan een rondreis door Azie – al tot overeenstemming te komen. De onderhandelingen worden de komende tijd voortgezet. In Japan liggen handelshervormingen moeilijk. Daar is men bang dat hervormingen de beschermende landbouwsector zullen treffen. Het land heeft een beslissing over deelname daarom uitgesteld. Maar ook andere landen zijn bezorgd. “De deelnemers aan de APEC-top schuiven hun verantwoordelijkheid voor de economische crisis door naar ons, de werkende mens”, zei Kang Seung Cheol, secretaris-generaal van de Koreaanse Confederatie van Vakbonden tegen de Japan Times van gisteren. En Au Loong-yu, een onderzoeker uit Hong Kong, schreeuwt leuzen als “geen vrije handel!”. En Miyamae met zijn vissenkomoorbellen? Die maakt tussen de boze mensen met hun spandoeken waarschijnlijk dankbaar gebruik van het moment om zijn excentrieke hoofddeksels te tonen, die hij als ontwerper maakt. Misschien meer promotie dan protest?
Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
Indexicale inferenties
Zin 1 1) De 75-jarige 1) Je ziet het misschien Japanner Eijiro niet aan hem af, 2) Hij Miyamae, 2) Draagt doet mee aan een protest gekke kleding en bijbehorende accessoires Zin 2 1) De plaats is Yokohama Zin 3 t/m 8
Zin 9 t/m 12
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1
Zin 2 1) Honderden betogers kwamen bijeen om te demonstreren tegen de APEC Zin 3 t/m 6 1) De Verenigde Staten en acht andere landen die grenzen aan de Stille Oceaan, zoals Chili en Australië, willen binnen een jaar een handelsverdrag sluiten, 2) In Japan liggen handelshervormingen moeilijk, omdat men bang is dat hervormingen de beschermende landbouwsector zullen treffen, 3) Het land heeft een beslissing over deelname daarom uitgesteld. Zin 9 t/m 12
59
Zin 13
Zin 13
1) Miyamae met zijn vissenkomoorbellen 1) Toont zijn excentrieke hoofddeksels
Zin 14 1) Hij is ontwerper
Denotatie De 75-jarige Japanner Eijiro Miyamae draagt gekke kleding en bijbehorende accessoires. Je ziet het misschien niet aan hem af maar hij doet mee aan een protest in Yokohama. Waarbij hij als ontwerper zijn vissenkomoorbellen en excentrieke hoofddeksels toont.
Zin 14 1) Maakt waarschijnlijk dankbaar gebruik van het moment tussen de boze mensen met hun spandoeken Zin 15 1) Misschien meer promotie dan protest
Connotatie Honderden betogers kwamen bijeen om te demonstreren tegen de top van de regionale samenwerkings-verband APEC. Aanleiding is dat de Verenigde Staten en acht andere landen die grenzen aan de Stille Oceaan, zoals Chili en Australië, binnen een jaar een handelsverdrag willen sluiten. Er zijn boze mensen met spandoeken. Misschien is het protest meer een promotie (Tabel 12: bijschriftanalyse, foto 4)
Het bijschrift lijkt al even interessant te zijn als de foto. De allereerste woorden uit het bijschrift bevestigen de uitkomst van de fotoanalyse. Er wordt gezegd: Misschien zie je het niet aan hem af (..), want inderdaad als kijker zien we alleen een excentrieke man afgebeeld op de foto. Maar wat hij doet, of waarom hij zo gekleed is blijft onduidelijk. De schrijver van het bijschrift lijkt zich daarvan bewust door het bijschrift te beginnen met deze woorden. Daarom geeft hij in het co-text-deel van het bijschrift informatie aan de lezer/kijker zodat duidelijk wordt wie we zien op de foto en waarom. Dit is de basisinformatie die de lezer/kijker gegeven wordt en direct betrekking heeft op het afgebeelde. Waarom de man demonstreert is tot dusver nog niet duidelijk. Op basis van algemene kennis weten we wat een protest is, maar het uiterlijk van deze man wijkt wel af van het algemene beeld dat we hebben van demonstranten. Het deel van het bijschrift dat aanzet tot het maken van symbolische inferenties – de context van het bijschrift – geeft in de zinnen 2 en 3 uitleg over de inhoud van het protest. Met deze informatie en de informatie die we in het co-textgedeelte van het bijschrift hebben gekregen is het plaatje als het ware rond. We weten wie er staat afgebeeld, wat hij doet en waarom hij het doet. Toch besteedt het bijschrift van de rest van de tekst – twee derde van het totaal – aan achtergrondinformatie over het protest, wat voor de kijker geen toegevoegde informatie is omdat het te ver buiten het kader van het afgebeelde valt. Er is geen enkele houvast tussen deze informatie en de man die we zien afgebeeld op de foto.
60
Opvallend is dat aan het einde van het bijschrift de schrijver nog extra informatie geeft over de man die afgebeeld is, door iconische inferenties te stimuleren over de vissenkomoorbellen en excentrieke hoofddeksels die hij draagt. Het blijkt dat hij deze als ontwerper maakt en tussen de boze mensen met hun spandoeken dankbaar gebruik maakt van het moment om deze te tonen. Hoewel de informatie direct betrekking heeft op de foto en als adequaat kan worden ingeschat, komt deze op deze plek in het bijschrift geheel uit de lucht vallen. Waarom heeft de schrijver ervoor gekozen om aan het einde van het bijschrift nogmaals een indicatie te geven over de man die afgebeeld is? Het was logischer geweest voor de kijker/lezer als deze informatie in het begin van het bijschrift gegeven werd, tezamen met de andere identificaties uit het co-text-gedeelte van het bijschrift. Het bijschrift in dit fotoartikel is omvangrijk, maar de hoeveelheid tekst en de structurering van het bijschrift zijn ingewikkeld en onduidelijk waardoor het voor de lezer/kijker lastig is om aan het afgebeelde betekenis te geven. De eerste twee zinnen in het bijschrift verduidelijken wie we zien en waarom we deze persoon te zien krijgen, gevolgd door een stroom van achtergrondinformatie. In de op één na laatste twee zinnen krijgt de lezer/kijker plotseling en onverwacht weer informatie toegespeeld over de man op de foto. De afsluiting is bijzonder, in de vorm dat de schrijver vier vijfde deel van het bijschrift besteedt aan achtergrondinformatie die niet betrekking heeft op het afgebeelde, en vervolgens afsluit met een suggestieve vraag over de rol van de wel afgebeelde man bij het protest. Slechts een klein deel van het bijschrift leidt tot de betekenis die de lezer/kijker aan de foto zou kunnen geven. Ten eerste is dit de informatie uit het co-text-gedeelte van het bijschrift dat de man op de foto in Yokohama aan het demonstreren is tegen de top van het regionale samenwerkingsverband APEC. We hebben de symbolische inferentie over de aard van het protest nodig om een compleet beeld van de foto te krijgen en betekenis hieraan te geven. Op grond van de foto zelf (zonder tekstuele toevoeging) is het onmogelijk om een betekenis eraan te geven. We zijn als lezer/kijker dus enkel in staat om op basis van het bijschrift betekenis aan de foto te geven.
61
4.5 Analyse foto 5
Bron: NRC NEXT 4-11-2010
62
4.5.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt.
INFERENTIES
Iconisch De foto is genomen in het open water. De kijker maakt deze inferentie omdat we de plek van de foto herkennen als water. Verder zien we mensen (in een rondje) afgebeeld, waarvan sommigen bloemen vasthouden en sommigen op een surfplank zitten. We herkennen de surfplank qua vorm en omdat de mensen zich in het water bevinden vertalen we het naar de werkelijkheid als een surfplank.
Indexicaal We zien veel mensen maar toch zijn deze weergegeven als 1 groep. De vorm waarin de mensen zich bevinden maken voor de kijker de relatie (waarbij we eerst de vorm van een rondje als zodanig herkennen ) dat zij een kring vormen. De mensen zijn niet in totaliteit (van hoofd tot tenen) zichtbaar. Alleen het bovenste deel van het lichaam is te zien. Dit is omdat de plek van de foto open water is en mensen zich in het water begeven.
Symbolisch De foto is van bovenaf genomen, waardoor de gehele kring met mensen te zien is. Aan de voorzijde van de foto is het water licht-blauw van kleur om gaandeweg naar de achtergrond donkerder te worden. Aan het einde van de foto vervaagd het water, alsof het doorloopt naar de horizon. Er lijkt geen einde aan te komen. Hierdoor infereert de kijker de plek van de foto als open water in de vorm van een zee. Het is duidelijk dat het belangrijk is dat we een kring met mensen afgebeeld zien. Het enige wat gezegd kan worden is dat deze foto een groep mensen in open water afbeeld die samen een kring (rondje) vormen. Maar waarom zij dat doen en vooral waarom de fotograaf dit beeld heeft vastgelegd is op basis van de foto niet geheel duidelijk.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
Een kring van mensen in open water
Subniveaus: Aard van interpretatie:
Sommigen zitten op een surfplan We zien een groep mensen, die een kring vormen op open water.
Connotatie Een kring, waarvan gezegd kan worden dat het voor de fotograaf belangrijk is dat we een kring van mensen waarnemen. De foto is van bovenaf genomen. Vanuit de lucht is een foto genomen van een kring mensen in een zee. (Tabel 13: fotoanalyse, foto 5)
Door middel van iconische en indexicale inferenties waartoe de kijker wordt gestimuleerd is het duidelijk dat we een groep mensen in een kring op open water afgebeeld zien. Bij de symbolische inferenties waartoe de kijker wordt gestimuleerd wordt de nadruk op de kring en de omgeving gelegd. Het is op basis van deze inferenties dat de kijker betekenis aan de foto geeft. Maar wat de foto uitbeeldt of wat de fotograaf met deze foto wil vertellen is helaas niet duidelijk. Wel is er een hoge mate van symbolisering aanwezig op de foto, door de wijze waarop de mensen zijn afgebeeld: in een kring op deze manier, wat niet hoort bij het ‘normale’ beeld dat we kennen van mensen in water. Enkel uit de foto te benoemen wat we op de foto zien is wel mogelijk, maar het waarom blijft uit.
63
4.5.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. Voor altijd een surflegende. PORTA DEL SOL. Tientallen surfers, zowel professionals als amateurs, vormden gisteren een grote kring in het water bij het Puerto Ricaanse strand van Porta del Sol. Op die manier herdachten ze de drievoudig wereldkampioen surfen Andy Irons, Irons overleed dinsdag op 32-jarige leeftijd, in zijn hotel in Dallas. De Hawaiiaan werd door een hotelmedewerker dood aangetroffen. Vermoedelijk overleed hij aan de gevolgen van de tropische ziekte dengue. Dat heeft zijn vader bekend gemaakt. Irons was op doorreis naar zijn woonplaats op Hawaii, nadat hij zich ziek meldde voor de Pro Search 2010 in Puerto Rico. Die wedstrijd is inmiddels stilgelegd. De Association of Surfing Professionals, de surfersbond, hield daarvoor in de plaats een herdenkingsdienst. Irons was een icoon in de surfwereld. Hij begon zijn carrière in 1998, won twintig Elite Tours, vier Triple Crowns of Surfing en drie opeenvolgende ASP Wereldkampioenschappen. Zijn sponsor Billabong roemt hem als “een van de grootste surfers van onze tijd”. Ook zou hij de sport wezenlijk hebben veranderd door zijn “ongeëvenaarde vermogen tot evenwicht op de surfplank” en zijn “totale toewijding” aan de sport. Irons laat zijn zwangere echtgenote Lyndie achter.
Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
1) Tientallen
Indexicale inferenties Zin 1 1) Surfers, 2) Gisteren, 3) vormden een grote kring, 4) In het water bij het Puerto Ricaanse strand van Porta del Sol Zin 2
1) Ze herdachten de drievoudig wereldkampioen surfen Andy Irons. Zin 3/4/5/6
Zin 7/8/9
Zin 10/11 Zin 12/13
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1 1) Professionals en amateurs
Zin 2
Zin 3/4/5/6 1) Irons overleed dinsdag op 32-jarige leeftijd, 2) in zijn hotel in Dallas. 3) Hij was een Hawaiiaan, 4) Werd door een hotelmedewerker dood aangetroffen, 5) Hij overleed vermoedelijk aan de gevolgen van de tropische ziekte dengue, 6) Dat heeft zijn vader bekend gemaakt. Zin 7/8/9 1) De Association of Surfing Professionals hield een herdenkingsdienst voor hem. Zin10/11 1) Irons was een icoon in de surfwereld. Zin 12/13
64
Zin 14
Zin 14
Denotatie Tientallen surfers vormden gisteren een grote kring in het water bij het Puerto Ricaanse strand van Porta del Sol. Ze herdachten drievoudig wereldkampioen surfen Andy Irons.
Connotatie De Hawaiiaan Irons overleed op 32-jarige leeftijd in zijn hotel in Dallas. Hij overleed, volgens zijn vader vermoedelijk aan de gevolgen van de tropische ziekte dengue. Er is een herdenkingsdienst gehouden. Irons was een icoon in de surfwereld. (Tabel 14: bijschriftanalyse, foto 5)
In het analyseschema is te zien dat het grootste deel van het bijschrift stimuleert tot het maken van symbolische inferenties, waarin aan de kijker achtergrondinformatie wordt gegeven over de surfer Irons. Deze informatie heeft niet direct betrekking op wat we afgebeeld zien en leidt dan ook niet tot betekenisgeving bij de lezer/kijker. Dit wordt namelijk bewerkstelligd in de eerste twee zinnen van het bijschrift, waarin de lezer/kijker wordt gestimuleerd tot het maken van iconische en indexicale inferenties. In dit deel van het bijschrift (co-text), krijgt de lezer/kijker informatie over wat te zien is op de foto. Deze informatie is voldoende voor de kijker om te begrijpen waarom de foto genomen en geplaatst is, waardoor betekenisgeving op denotatief niveau plaatsvindt. De informatie op connotatief niveau is veel, maar met name subjectief. Op basis van deze informatie is de lezer/kijker enkel in staat om betekenis te geven aan de surfcarrière en de doodsoorzaak van de surfer Irons. Aangezien dat niet de focus van de foto is, maar de foto een herdenking aan hem toont, voegt deze informatie niets toe voor de lezer/kijker met betrekking tot betekenisgeving. Op basis van de foto, geeft de kijker betekenis in termen van wat we zien op de foto aan de hand van iconische, indexicale en symbolische inferenties. Het waarom en wat het doel is van de fotograaf blijft op dat moment nog in het ongewisse. Het bijschrift verduidelijkt dit, door aan de geven waarom we mensen in een kring in het water zien, namelijk ze herdenken een overleden surfheld. Het bijschrift bevat in dit geval belangrijke toegevoegde informatie om betekenis aan de foto te geven.
65
5. RESULTATEN Betekenisgeving Inferentieniveaus
Iconisch / Indexicaal
Symbolisch
Niveau betekenisgeving
Denotatief
Connotatief
Fotoanalyse
35
35
Bijschriftanalyse
24
15
Bijschrift nodig m.b.t. betekenisgeving
Wel
Niet
17
18 (Tabel 15, Resultaten 1)
Bovenstaande tabel geeft een overzicht van de resultaten waartoe dit onderzoek heeft geleid. De vier deelvragen die bij het opstellen van de analysemethode uiteen gezet zijn, kunnen op basis van deze resultaten beantwoord worden. 1. Op welke wijze geven lezers/kijkers betekenis aan de foto op basis van de foto (fotoanalyse)? De resultaten laten zien dat de kijker bij alle 35 geanalyseerde fotoartikelen op zowel denotatief als connotatief niveau betekenis aan de foto geeft. Het is de constellatie van iconische, indexicale en symbolische inferenties waartoe de kijker wordt gestimuleerd die leidt tot betekenisgeving aan de foto. 2. Op welke wijze geven lezers/kijkers betekenis aan de foto op basis van het bijschrift (bijschriftanalyse)? Het bijschrift leid in 20 gevallen tot betekenisgeving op denotatief niveau en in 11 gevallen tot betekenisgeving op connotatief niveau. In 4 gevallen vindt er een samenwerking tussen beide niveaus plaats. Naar aanleiding van deze resultaten wordt aangenomen dat de iconische en indexicale inferenties (feitelijke informatie over het afgebeelde) waartoe de kijker wordt gestimuleerd als belangrijkste input worden gezien wat betreft betekenisgeving aan het afgebeelde op basis van het bijschrift. 3. Zijn er relaties of verschillen aanwezig tussen de uitkomsten van de twee analyses? 4. Hoe kunnen de relaties of verschillen (indien deze gevonden worden) verklaard worden? Er is een verschil waar te nemen in de wijze waarop betekenisgeving aan het afgebeelde op basis van enerzijds de foto en anderzijds het bijschrift plaatsvindt. Een reden voor dit verschil is dat de bijschriften zich richten op het geven van achtergrondinformatie en over het algemeen als erg lang te benoemen zijn. Hierdoor wordt de informatie die gegeven wordt gescand en gereduceerd door de lezer, wat ten koste gaat van de samenhang tussen denotatie en connotatie. 66
Er wordt als het ware een keuze gemaakt tussen de informatie op co-text en contextniveau die het bijschrift beslaat om betekenis aan de foto te geven. De informatie die gegeven wordt in het bijschrift vertoont in veel gevallen weinig samenhang onderling (feitelijke en secundaire informatie) en in relatie tot de foto. Er ontstaat in deze voornamelijk onduidelijkheid en verwarring bij de lezer, waardoor in 18 van de 35 geanalyseerde fotoartikelen tevens gebleken is dat het bijschrift geen toegevoerde waarde bevat voor de lezer/kijker. De foto zelf vormt in deze gevallen een sterker communicatiemiddel dan het bijschrift. In bijlage III: Analyseschema is een volledig uitgewerkt overzicht van deze resultaten te vinden, waarin per geanalyseerd fotoartikel te zien is welk resultaat hieraan gekoppeld is. Hieronder zijn deze resultaten in een eenvoudige tabel uiteengezet.
Fotoanalyse
Bijschriftanalyse
Betekenisgeving foto
Betekenisgeving bijschrift
Bijschrift wel of niet
Denotatief
Connotatief
Denotatief
Connotatief
nodig
1 2
D D
C C
D C
Niet Wel
3 4 5
D D D
C C C
D D D
6
D
C
D
Niet
7
D
C
D
Niet
8
D
C
D
Niet
9
D
C
10 11 12
D D D
C C C
D D D
13
D
C
D
Niet
14 15 16
D D D
C C C
D D D
Niet Wel Wel
17 18 19
D D D
C C C
Fotonr.
C
C
Niet
C
Niet Wel Wel
C
C C D
Niet Wel Wel
Niet Wel Wel
67
Fotoanalyse
Bijschriftanalyse
Bijschrift
Betekenisgeving foto
Betekenisgeving bijschrift
Denotatief
Connotatief
Denotatief
wel of niet nodig
20
D
C
D
21
D
C
22 23
D D
C C
D
24 25 26
D D D
C C C
D D
Niet Wel Wel
27
D
C
D
Niet
28
D
C
29
D
C
30 31
D D
C C
32 33 34
D D D
C C C
D
35
D
C
D
Fotonr.
Connotatief
Wel C
Wel
C
Niet Wel
C
C D D
Niet Niet
C C
Niet Wel
C
Niet Wel Wel
C
Niet (Tabel 16, Resultaten 2)
68
6. CONCLUSIE De opgestelde benadering in het onderscheid in inferenties en betekenisniveaus voor de fotoanalyse en het onderscheid in co-text en context voor de bijschriftanalyse (en de aangenomen onderverdeling in inferenties ) is werkbaar gebleken en daarom als zinvol ervaren. Betekenisgeving aan de foto’s tijdens de fotoanalyses wordt bewerkstelligd door middel van een samenwerking op denotatief en connotatief niveau, door de constellatie van iconische, indexicale en symbolische inferenties waartoe de kijker wordt gestimuleerd. Het beeld dat een foto laat zien communiceert ‘iets’ naar de lezer/kijker, waarbij de beeldelementen de lezer/kijker aanzetten tot interpretatie. Binnen de benadering die toegepast is in dit onderzoek is een patroon te herkennen in de wijze waarop betekenisgeving tijdens de fotoanalyse plaatsvindt. De resultaten van de fotoanalyses laten zien dat de kijker wordt gestimuleerd tot het maken van achtereenvolgens iconische, indexicale en symbolische inferenties, die samen leiden tot betekenisgeving aan de foto. Het is de relatie tussen het feitelijke ‘wat we zien’ op de foto en de strekking van de foto waaruit het interpretatieproces van de kijker bestaat. Dit is bijzonder omdat alle elementen en waarnemingen die de foto uitstraalt, opgepikt worden de kijker en onderling een dusdanige sterke relatie vormen dat er een samenwerking ontstaat tussen de inferenties waartoe de kijker wordt gestimuleerd. Bij de bijschriftanalyses is er slecht 4 maal een samenwerking geconstateerd tussen denotatie en connotatie. Een van de redenen hiervoor is dat hoewel elk bijschrift informatie bevat die de kijker/lezer stimuleert tot het maken van iconische en indexicale inferenties, deze informatie niet altijd relevant is. Identificatie van wat of wie we zien op de foto wordt dus gegeven, maar is echter niet altijd nodig. Dat wil zeggen dat ook zonder deze informatie de kijker/lezer in staat is betekenis aan de foto te geven. Dit leidt ertoe dat de informatie op denotatief niveau in sommige gevallen misbaar is voor de kijker/lezer. Wat best bijzonder is, omdat aangenomen kan worden dat juist dit deel van het bijschrift uitsluitsel dient te geven over wat we ‘direct’ zien op de foto. Ook de inhoud van het contextgedeelte van de bijschriften is een belangrijke reden voor de geringe samenwerking tussen beide niveaus. Dit komt omdat gestimuleerd wordt tot het maken van symbolische inferenties met betrekking tot algemene of achtergrondinformatie die té ver buiten het inferentiekader vallen, waardoor het lastig is voor de kijker/lezer de relatie tussen bijschrift en foto duidelijk te stellen. Deze informatie heeft een dusdanig algemeen en verruimend karakter dat het niet meer onder context-niveau te plaatsen is, geen waarde voor de kijker heeft en dus misbaar is. Deze bevinding is kenmerkend voor de bijschriften uit het corpus die geanalyseerd zijn. In plaats van een verruimend kader te geven over de afgebeelde situatie (wat immers het doel is van het NRC Next waaruit een groot deel van het corpus bestaat), veroorzaken de bijschriften in deze gevallen vooral onduidelijkheid en verwarring bij de lezer/kijker. 69
Wel is een kanttekening te plaatsten bij de stimulatie van symbolische inferenties bij zowel de foto als de bijschriftanalyse. Symbolische inferenties zijn losser of ambivalenter dan iconische en indexicale inferenties, omdat symboliseren neerkomt op betekenisgeving met een zekere speelruimte. De inferenties van de kijker bij de fotoanalyse worden gestimuleerd op grond van esthetische constellaties, veranderde omgevingen, bepaalde elementen die uitgelicht worden op de foto, etc. Bij het context-deel van het bijschrift wordt door connotatie de bandbreedte tot het stimuleren van de symbolisering van de foto vergroot. De interpretatie waartoe dergelijke symbolische inferenties in beide gevallen leiden en wat de grootte van deze bandbreedte is, is vermoedelijk afhankelijk van wat empirische kijkers zouden kunnen ervaren. Het is een resultaat dat er gestimuleerd wordt om de symbolisering op te roepen maar hoe breed die symbolisering wordt ervaren is afhankelijk van voorkennis, ervaring, gewoonte ,persoonlijke eigenschappen etc. Bijna alle bijschriften bevatten voornamelijk informatie op context-niveau. De feitelijke informatie over wat we zien op de foto (co-text) wordt daarom vaak onderhevig gesteld aan algemene informatie over het afgebeelde (context). Dit is vrij opmerkelijk omdat men in eerste instantie zou denken dat het doel van een bijschrift is duidelijkheid te geven over de foto waarop het betrekking heeft. Aan de andere kant is het NRC Next (waaruit het corpus grotendeels uit is samengesteld) geen krant die zich richt op het geven van het nieuws van de dag. Maar juist als ideaal heeft verdiepingen en achtergrondinformatie te geven over nieuwsitems die zij plaatsen. Zo ook bij de fotoartikelen die zij dagelijks publiceren. Vanuit dat oogpunt is het logisch te benoemen dat de bijschriften voornamelijk informatie op contextniveau beslaan. Desondanks wil men wel een samenwerking creëren tussen tekst en beeld, waarbij dit onderzoek aantoont dat de hoeveelheid van informatie op contextniveau deze relatie verslechterd. Dat wil zeggen – er is wel een relatie in de vorm van achtergrondinformatie bij het afgebeelde – maar omdat deze voor de kijker/lezer moeilijk in verband is te brengen met de afgebeelde situatie ontstaat er geen eenheid tussen beeld en tekst. Dit roept vragen op bij de lezer/kijker omdat niet bekend is wat er precies afgebeeld wordt, wat er voor, tijdens en na het maken van deze foto is gebeurd, en ook blijft het speculeren waar de foto is genomen en waarom. Hoewel het NRC Next niet als eerste doel heeft feitelijke informatie te geven over de afgebeelde situatie schiet het tekort in het geven van gerelateerde achtergrondinformatie hierover. Deze bevinding is één van de belangrijkste redenen dat gebleken is dat bij 18 van de 35 geanalyseerde fotoartikelen alléén de foto volstaat, omdat het bijschrift veel informatie bevat die nauwelijks of niet in een logische zin betrekking heeft op wat we afgebeeld zien. De bijschriften bewerkstelligen in deze een onprettig gevoel bij de lezer/kijker, doordat verwarring en onduidelijkheid ontstaan. Deze bevinding is als typerend te benoemen binnen de krantencultuur waarbij met enige regelmaat vrij grote bijschriften bij foto’s voorkomen, omdat men de neiging heeft veel te moeten vertellen over het afgebeelde. 70
Samenvattend ontstaat er bij de geanalyseerde fotoartikelen een oneigenlijke relatie tussen foto en bijschrift. Fotoartikelen waarbij een groot bijschrift is geplaatst, ontkrachten de foto. De lezer/kijker stuit op onduidelijkheden en kan verward raken, waardoor men niet naar de foto toe wordt getrokken, maar juist wegkijkt van de foto. Waarschijnlijk wil men ‘vernieuwend’ zijn door fotoartikelen te integreren in een dagblad, maar eigenlijk is de foto niets meer dan een aanleiding om in het bijschrift een ‘kort artikel’ te schrijven over een persoon/situatie etc. die secundair gerelateerd is aan het afgebeelde. En omdat deze secundaire informatie te ver van de foto af staat is er in veel gevallen geen samenwerking tussen beeld en tekst waar te nemen. Dat is jammer omdat het de functie van de foto ontkracht en lezers/kijkers eerder wegkijken, in plaats van gestimuleerd worden zich met de foto in te laten. Het kan daarom ten koste van de foto gaan om fotoartikelen te integreren in een dagblad. De vernieuwende wijze van het plaatsen van een nieuwsartikel in de vorm van een fotoartikel is daarom als niet geslaagd ervaren. Er is in veel gevallen geen samenhang aanwezig tussen foto bijschrift. De onderlinge samenwerking laat te wensen over, waardoor de relatie tussen tekst en beeld niet sterk is. Eigenlijk kan gezegd worden dat een fotoartikel uit twee items bestaat: de foto en het bijschrift die ieder een eigen nieuwwaarde hebben. Een verbeterde interactie tussen foto en bijschrift kan daarom de integratie van fotoartikelen in Nederlandse dagbladen versterken. Dit onderzoek laat zien dat beeld zeker niet onderdoet voor de tekst, maar dat persfoto’s in fotoartikelen sterker zouden kunnen zijn dan bijschriften. Dit betekent dat het mogelijk is voor dagbladen om het nieuws te vertellen door middel van enkel een foto, zonder enige vorm van tekstuele toevoeging. Aangezien krantenartikelen in de vorm van fotoartikelen al schaars zijn, is het niet aannemelijk dat dagbladen in de nabije toekomst het aandurven om nieuws door middel van enkel een foto te plaatsen. Ergens is men vrij conservatief over hoe een dagblad vormgegeven moet zijn, waarbij de focus ligt op kranten(tekst)artikelen om nieuws uit binnen en buitenland aan de lezers te vertellen. Persfoto’s worden voornamelijk gebruikt om een beeld te geven bij een artikel dat geplaatst is en wanneer besloten wordt het nieuws door middel van een persfoto te vertellen, wordt een bijschrift als essentieel en onmisbaar gezien. Beeld wordt in dat opzicht nog te vaak als ondergeschikt aan tekst ervaren. Wel zou het interessant zijn wanneer meer dagbladen het aandurven om fotoartikelen te plaatsen. Met name om te onderzoeken of er een verschil waar te nemen is tussen de verschillende dagbladen. Waarschijnlijk wel, omdat elk dagblad een eigen manier heeft om zich te profileren in onze samenleving. Wanneer kranten die (in tegenstelling tot het NRC Next) wel als doelstelling hebben het nieuws van de dag te presenteren zoals bijvoorbeeld de Volkskrant of het Algemeen dagblad fotoartikelen plaatsen, is het aannemelijk dat zij zich wel zullen richten tot het geven van informatie die direct betrekking heeft op het afgebeelde. Het bijschrift krijgt hierdoor een totaal nieuwe invulling waarbij meer informatie op co-text niveau gegeven zal worden. 71
Helaas is het zo dat Nederlandse dagbladen die zich op deze wijze profileren, zoals de Volkskrant en het Algemeen dagblad nagenoeg geen gebruik maken van fotoartikelen. Aannemelijk is dat men niet kiest voor fotoartikelen, omdat die niet representatief genoeg zijn om echt nieuws te vertellen. Het blijft daarom speculeren of de integratie van fotoartikelen in deze kranten wel zou slagen, al wordt wel verwacht dat deze integratie een hoog slagingspercentage heeft op basis van de resultaten waartoe dit onderzoek heeft geleid.
72
7. DISCUSSIE 7.1 Onderschatting van de kijker Een groot deel van het corpus in dit onderzoek bestaat uit fotoartikelen van het NRC. De redactie stelt dat een persfoto nooit alléén gepubliceerd kan worden, maar alleen in combinatie met een bijschrift. Bij de fotoartikelen moet het bijschrift uitsluitsel geven over de vijf journalistieke W’s (Wie, Wat, Waar, Wanneer en Waarom) en vermelden wat de foto niet laat zien (Stijlboek NRC, 2010). Dit onderzoek toont aan dat de foto’s in de geanalyseerde fotoartikelen hoofdzakelijk dienen om in de bijschriften een artikel te schrijven dat niet direct betrekking heeft op het afgebeelde. Wat aansluit bij de perceptie van het NRC om niet in directe zin ‘nieuws’ te geven, maar verdiepingen en achtergrondinformatie hierover. Desalniettemin staat deze informatie in veel gevallen in geen relatie tot het afgebeelde en wordt er dus té ver van de foto afgeschreven. De kijker wordt onderschat, doordat men neigt teveel informatie in het bijschrift te plaatsen, waardoor het zover afwijkt van de foto-inhoud dat het lastig is foto en bijschrift met elkaar in relatie te brengen. Het bijschrift vormt dan geen toegevoegde waarde voor de lezer/kijker, omdat het achtergrond verhaal nergens aan te relateren is. Dat is vreemd voor de lezer/kijker omdat de tekst onder een foto staat en er geen samenwerking tussen beide elementen waar te nemen is. De relatie tussen beeld en tekst in deze niet aanwezig, omdat verwacht wordt dat de kijker/lezer te veel (onnodige) informatie nodig heeft om een beeld over de foto te vormen. 7.2 Empirisch onderzoek omtrent symbolisering De symbolische inferenties waartoe de lezer/kijker wordt gestimuleerd binnen dit onderzoek kennen een bepaalde speelruimte. De betekenisgeving waartoe symbolische inferenties leiden, is waarschijnlijk afhankelijk van wat empirische kijkers zouden kunnen doen. Het is zeker een resultaat dat de lezer/kijker wordt gestimuleerd om een symbolisering op te roepen kijken, maar hoe breed die symbolisering wordt ervaren zal waarschijnlijk van persoonlijke ervaring, kennis, gewoonten enz. afhangen. Om inzicht te krijgen in de bandbreedte van de symbolisering waartoe de kijker/lezer gestimuleerd wordt, zal daarom een vervolg in de vorm van een empirisch onderzoek plaats moeten vinden. 7.3 Samenspel tussen beeld en tekst Het onderzoek van Caple & Bednarek (2010) biedt een uniek inzicht in hoe foto’s in de Australische pers worden geïnterpreteerd en toont aan dat door humoristisch samenspel tussen tekst en beeld een zekere inhoudelijke integratie kan ontstaan. De vraag is dan aan welke vorm van integratie Nederlandse fotoartikelen doen.
73
Uit dit onderzoek blijkt dat er geen samenspel of slechts enige vorm van samenwerking tussen foto en bijschrift is, en dat de wijze waarop een fotoartikel in een dagblad wordt geïntegreerd vaak ten koste gaat van de foto. Dit leidt ertoe dat fotoartikelen uit twee lossen elementen bestaan en verwarrend en onduidelijk overkomen op de krantenlezer. Een samenwerking of samenspel tussen persfoto en bijschrift kan de integratie van fotoartikelen in Nederlandse dagbladen versterken. 7.4 Sterk of zwak teken. Van den Broek e.a. (2010: 81) zeggen dat wanneer connotatie en denotatie samenvallen, in dit geval de tekens een sterk karakter hebben. Hiermee bedoelt men dat het voor kan komen dat op intersubjectieve wijze de letterlijke denotatieve betekenis bijna samenvalt met de connotatieve bijbetekenis. De betekenis op grond van gedeelde kennis (denotatie) komt dan vrijwel overeen met de betekenis die op grond van gedeelde waarden (connotatie) gegeven wordt. Wanneer het voorkomt dat denotatie en connotatie samenvallen wordt aangenomen dat dit over het algemeen sterke tekens zijn. Hierbij gaat men uit van de onderverdeling van Peirce (1982) in drie soorten tekens. Het uitgangspunt in dit onderzoek is echter dat een teken niet een combinatie van tekens is, maar een combinatie van iconische, indexicale en symbolische inferenties die leiden tot betekenisgeving aan het teken (Keller, 1998). Bij de geanalyseerde foto’s uit het corpus van dit onderzoek vallen denotatie en connotatie samen en bij de bijschriften leidt betekenisgeving grotendeels op één van deze niveaus. Dit onderscheid komt ook voort uit het feit dat de inhoud van de bijschriften onderling geen samenhang vertoond. Op basis van dit resultaat kan in termen van Van den Broek e.a. (2010: 81) gesteld worden dat een persfoto een sterker teken vormt dan een bijschrift door de constellatie van iconische, indexicale en symbolische inferenties die gemaakt worden.
74
7. BIBLIOGRAFIE Barthes, R. ([1957] 1987). Mythologies. New York: Hill & Wang. (vertaald door Annette Lavers) Barthes, R. ([1961] 1977). Image Music Text. London: Fontana Press. (vertaald door Stephen Heath) Baxter, L.A. & Babbie, E. (2004). The basics of communication research. Belmont: Wadsworth/Thomson Learning. Broek, J. van den, Koetsenruijter, W., Jong, J. de, & Smit, L. (2010). Beeldtaal. Perspectieven voor makers en gebruikers. Den Haag: BoomOnderwijs Caple, H. & Bednarek, M. (2010). Double-take: Unpacking the play in the image-nuclear news story. In Visual Communication, vol. 9. p. 200-229. Davies, W. (ed) (1974). Dylan Thomas: Selected Poems. JM Dent & Sons Ltd: News in the Press. Londen: Hillsdale NJ: Erlbaum Edwards, S. (2006). Photography. A Very Short Introduction. Oxford: Oxford University Press Keller. R. (1998). A Theory of Linguistic Signs. Oxford: Oxford University Press Kester, B. (2002) Onder Vuur: Het ontstaan van de Nederlandse fotojournalistiek. In: J. Bardoel, F. van Vree, C. Vos & H. Wijfjes (eds.): Journalistieke cultuur in Nederland. Amsterdam: University Press, p. 237-261. Leeuwen, T. van (2001). Philosophical Writings of Peirce. In: T. van Leeuwen & C. Jewitt (eds): Handbook of visual analysis. Thousand Oaks: Sage, p. 94-100. Palmer, S. (1992). Common region: a new principle of perceptual grouping. In: Cognitive Psychology, vol 24. p. 436-447. Palmer, S. (1999). Vision Science. Photons to Phenomenology. Cambridge: MA: MIT Press.
75
Peirce, C.S. (1955). Logic as Semiotic: The theory of Signs. In Justus Buchler (ed): Philosophical Writings of Peirce. New York: Dover publications, p. 98-119. Peirce, C. S. (1982a.). Definition and description of pragmatism. In: Thayer, H. S., (ed.): Pragmatism: The classic writings. Indianapolis: Hackett, p. 48-49. Sauer, C. (2007). Stappen in het onderzoek naar foto’s: Fotoanalyse. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen. (ongepubliceerd) Sauer, C. (2010). Hingucker und/oder Weglesen. Niederländische Pressebilder (fast) ohne Text. In: Klotz, P. / Portmann-Tselikas, P.R. / Weidacher, G. (eds.): Kontexte und Texte. Soziokulturelle Konstellationen literalen Handelns. Tübingen: Narr, p. 301325. Sinclair, J. (1991). Corpus, Concordance, Collocation. Oxford: Oxford University Press.
Online bronnen: Barschoten, J. van. Re: Onderzoek naar fotoartikelen uit de NRC Next.
[email protected]. (13-1-2011). The associated press (2010). Associates Press Stylebook and Libel Manuel. Photo Captions. http://www.apstylebook.com. (13-3-2011). NRC (2010). Stijlboek NRC. Fotobijschrift. http://apps.nrc.nl/stijlboek/fotobijschrift. (28-2-2011).
76
BIJLAGE 1: EISEN KWALITATIEF ONDERZOEK Er zijn in dit geval vier eisen waaraan een goed onderzoek moet voldoen. Deze eisen zijn ‘credibility’, ‘dependability’, ‘confirmability’, en ‘transferability’. Deze onderwerpen worden ieder apart besproken met betrekking tot dit onderzoek. - De credibility van een onderzoek refereert aan de mate waarin de resultaten van het onderzoek herkenbaar zijn voor de personen die onderzocht werden. De vraag of de resultaten van dit onderzoek herkenbaar zijn voor de participanten is niet relevant omdat er geen personen onderzocht zijn, maar fotoartikelen. Wel zouden de schrijvers van de bijschriften benaderd kunnen worden om hun oordeel te geven over de resultaten. Aangezien zij professionele tekstschrijvers zijn zullen zij zich waarschijnlijk wel herkennen in de resultaten. - De dependability van een onderzoek verwijst naar de mate waarin de resultaten van het onderzoek herleidbaar zijn tot de bron. In het geval van dit onderzoek is voldaan aan de eis van dependability. De fotoartikelen zijn voor iedereen beschikbaar en er zijn verwijzingen (bronnen) per fotoartikel gegeven. Op deze manier kan iedereen die dat wil de gangen van de onderzoeker nagaan. - Een onderzoek voldoet aan de eis van confirmability als de conclusies die de onderzoeker trekt, logisch voortvloeien uit de resultaten van het onderzoek. Aan deze eis is voldaan door de fotoartikelen in te delen in twee analysemethoden, die per artikel worden besproken. Aan het einde van de analyse vinden de bevindingen – eventueel gevonden verschillen-relaties – van de analyses van de artikelen plaats. Door alle stappen in de analyse te beschrijven zullen de conclusies die getrokken worden ook voor de lezer logisch uit de resultaten voortvloeien. - Aan de eis van transferability is voldaan als het onderzoek zó geschreven is dat een andere onderzoeker kan bepalen of de resultaten voor hem relevant zijn. Aan deze eis is voldaan door alle geanalyseerde fotoartikelen en hun afkomst te vermelden. Er wordt geanalyseerd door middel van verschillende interpretatieniveaus (die vaak betrekking hebben op kennis) die de kijker ondergaat tot het geven van een betekenis van het afgebeelde. De corpusbeschrijving wordt uitgevoerd door 1 persoon, waarbij de betrouwbaarheid te herleiden is tot het analysemodel. Aangenomen wordt dat de lezer van de krant, algemene kennis beschikt, betreffende de gebeurtenissen en situaties die in de fotoartikelen aan bod komen. Wanneer een andere onderzoeken op exact dezelfde wijze ter werk gaat, zullen de resultaten nagenoeg gelijk zijn.
77
Algemene vragen a. ethiek In dit kwalitatieve onderzoek worden geen ethische problemen verwacht. De onderwerpen van analyse zijn fotoartikelen en deze zijn niet onderhevig aan persoonlijke of ethische bezwaren. Deze artikelen zijn voor iedereen beschikbaar dus zullen ook de schrijvers ervan geen bezwaar hebben tegen het onderzoeken ervan. b. inductie/ deductie De vraag die centraal staat vraagt om een inductief onderzoek. Er wordt getracht een relatie/verschil aan te tonen in betekenisgeving aan foto’s in fotoartikelen of basis van de foto enerzijds en op basis van het bijschrift anderzijds. Deze twee analyses worden dus met elkaar vergeleken. Het zoeken naar een relatie en/of verschil is een vorm van zoeken naar patronen. c. doel Het onderzoek is descriptief van aard. De bestaande fotoartikelen worden geanalyseerd op bepaalde eigenschappen en vervolgens wordt getracht hier een relatie en/of verschil in te ontdekken. Deze relaties en/of verschillen worden op zichzelf weer beschreven in de resultaten van het onderzoek. d. tijd Tijd speelt in dit onderzoek een verwaarloosbare rol. Hoewel het tijdsbestek waarin de fotoartikelen zijn verzameld vrij lang is, zijn deze niet onderhevig aan verandering, zoals personen wel kunnen zijn. Omdat fotoartikelen niet in elke krant en laat staan elke dag voorkomen, heeft het proces van het verzamelen van het analysemateriaal vrij veel tijd in beslag genomen. De fotoartikelen hebben tot in de eeuwigheid een onveranderde inhoud. Ze zijn immer als gepubliceerd en zullen niet nogmaals onder andere omstandigheden op een andere wijze verschijnen. De resultaten zijn niet zonder meer generaliseerbaar naar andere tijden. Het feit dat de Nederlandse cultuur blijft veranderen geeft al aan dat hoogstwaarschijnlijk ook fotoartikelen onderhevig zijn aan verandering. Omdat fotoartikelen nog niet structureel in elk Dagblad voorkomen is het aannemelijk dat de resultaten van dit onderzoek nog wel een tijd relevant blijven. e. ruimte Dit onderzoek is onafhankelijk van ruimte. Men heeft niet te maken met participanten, maar alleen met een onderzoeken. Zolang deze zich kan concentreren op het onderzoek maakt de plaats waar het onderzoek plaatsvindt niet uit. Ook zijn de fotoartikelen overal mee naartoe te nemen. 78
BIJLAGE II: ANALYSES 4.6 Analyse foto 6
Bron: De Stentor, 1-3-2010
79
4.6.1 Analyse foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt. INFERENTIES
Iconisch Het schip, de gebouwen op de achtergrond, de palen onderaan de foto en de plas water voor het schip, geven voor de kijker de overeenkomst met een kade. De dingen en de functies zojuist genoemd, associëren we naar de werkelijkheid waarin deze overeenkomt met de plaats, een kade.
Indexicaal We leggen als kijker een causale relatie tussen de wrakstukken en het schip (dat zich niet in de natuurlijke omgeving begeeft) die we zien en het gegeven dat er een ‘natuur’ ramp heeft plaatsgevonden. Wrakstukken zijn er alleen als het schip ten onder is gegaan of zoals deze foto doet infereren door een vloedgolf uit het water is geslagen. Wrakstukken infereren naar een scheepsramp, of in dit geval: een schip dat door een enorme kracht uit het water en op de kade is beland. De wrakstukken en ravage zijn het gevolg van een vloedgolf/aardbeving. De mensen en vooral de groep van 3, associëren we als ‘toeschouwers’, van iets dat zich op deze kade heeft afgespeeld.
Symbolisch Het geheel symboliseert het gevolg van een vloedgolf en de kracht die deze heeft uitgeoefend op het schip en de kade waaraan deze is aangespoeld. Het schip dat we op de foto zien, vormt de focus. Dat wil zeggen dat dit object in vergelijking met andere waarneembare elementen (qua grootte) het meest opvalt. Van de mensen op de foto is er een persoon die als het ware recht op de camera afloopt. De foto is van te ver weg genomen om vast te kunnen stellen dat de persoon in de gaten heeft dat hij gefotografeerd wordt. De foto is afwijkend van een normale situatie: een varend schip in het water, of een kade waaraan schepen zijn aangemeerd. Maar doordat we deze elementen naar de werkelijkheid vertalen en een gelijkenis interpreteren naar hun betekenis, is het mogelijk om een betekenis aan de foto betreffende – wat symboliseert het geheel – te geven.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
Een schip, een kade/haven, plas water
Subniveaus:
Geen natuurlijke situatie, wrakstukken, ‘natuur’ramp (waarschijnlijk aardbeving), ‘toeschouwers’. Een schip is met een grote kracht uit het water geslagen (waarschijnlijk door een aardbeving), waardoor het zich nu op de kade bevindt tussen wrakstukken en plassen water.
Aard van interpretatie:
Connotatie Gevolg van een vloedgolf en de kracht die deze heeft uitgeoefend op het schip en de kade waaraan deze is aangespoeld. Het schip is de blikvanger van de foto, hier gaat de focus naar uit. Afwijkend van normale situatie
We zien het gevolg van de kracht van wat aannemelijk een aardbeving is geweest. Een enorm schip dat zich niet in een ‘normale’ situatie begeeft, vormt hierbij de focus.
80
We herkennen als kijker al vrij snel de plek van de foto. De iconische inferenties als: een schip, water, een steiger, gebouwen op de achtergrond, geven voor de kijker de overeenkomst met een kade. Deze elementen associëren we naar de werkelijkheid waarin deze overeenkomt met de plaats, een kade/haven. Nu het eerste proces van beeldvorming heeft plaatsgevonden ‘herkennen’ volgt nu het proces van verwijzen voor de kijker. Oftewel we weten de plek van de foto, maar waar verwijst het naar? Door middel van indexicale inferenties leggen we als kijker al snel een causale relatie tussen een aantal elementen in de foto. Deze elementen zijn de wrakstukken en het schip (dat zich niet in een normale situatie bevindt), en de causale relatie leidt tot de inferentie dat er een ‘natuur’ ramp heeft plaatsgevonden. Wrakstukken zijn er alleen als een schip ten onder is gegaan of zoals deze foto doet infereren door een vloedgolf uit het water is geslagen en op de kade is beland. Onder ‘normale’ omstandigheden zou het schip zich namelijk in het water bevinden. De wrakstukken en ravage zijn het gevolg van een vloedgolf die waarschijnlijk is voortgekomen uit een aardbeving. Onze algemene kennis zegt ons dat aardbevingen gepaard gaan met veel kracht, en er moet veel kracht hebben plaatsgevonden om het schip uit het water te ‘slaan’. Daarnaast zijn de mensen op de foto en vooral de groep van 3, te associëren als ‘toeschouwers’, van iets dat zich op deze kade heeft afgespeeld. We geven op basis van iconische en indexicale inferenties betekenis aan het afgebeelde. We zijn op basis van deze inferenties in staat betekenis aan de foto – het gevolg van een ‘natuurramp’ te geven. Doordat de inferenties op deze twee niveaus duidelijk zijn voor de kijker, zijn we ook in staat symbolische inferenties te maken. We begrijpen wat de fotograaf wil uitbeelden met deze foto, door de iconische en indexicale inferenties die we als kijker maken. Hierdoor vindt betekenisgeving aan de foto plaats door middel van iconische, indexicale en symbolische inferenties. Het niveau waarop we betekenis geven aan de foto is daarom zowel denotatief als connotatief van aard. We herkennen de elementen in de foto of begrijpen waar deze naar verwijzen. Het niveau van interpretatie is een combinatie van objectief en subjectief, namelijk interpreteren en begrijpen wat we ‘zien’ op de foto.
81
4.6.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. TALCAHUANO – Een schip is zaterdag door de aardbeving van 8,8 op de schaal van Richter op de kade van de haven van Talcahuano in Chili geworpen. De beving duurde anderhalve minuut en werd gevolgd door naschokken en vloedgolven. Gisteravond waren door de aardbeving al meer dan zevenhonderd doden geteld. Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
Indexicale inferenties
Zin 1 1) Door de aardbeving, de kade van de haven 2) Geworpen, 3) 1) Een schip, 2) Op
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1 1) Zaterdag, 2) 8,8 op de schaal van Richter,
Talcahuano / Chili
Zin 2 1) De beving, 2) Naschokken, 3) Vloedgolven Zin 3
Denotatie Een schip is door een aardbeving (met naschokken en vloedgolven) op de kade van een haven in Talcahuano - Chili geworpen.
Zin 2 1) Duurde anderhalve minuut
Zin 3
Connotatie Het gebeurde zaterdag en de aardbeving had een kracht van 8,8 op de schaal van richter. Tot nu toe zijn er meer dan 700 doden als gevolg.
Op grond van de informatie die de schrijver in de eerste zin aan de lezer geeft, maken we op dat een schip, als gevolg van een aardbeving, op de kade van een haven is geworpen. Sterker nog, we zien dit letterlijk op de foto afgebeeld. De tweede zin vertelt ons dat de aardbeving anderhalve minuut geduurd heeft en gevolgd werd door naschokken en vloedgolven. In de derde en laatste zin van het bijschrift wordt de lezer verteld dat de gebeurtenissen uit de eerste zin, tot nu toe tot zevenhonderd doden heeft geleid. We zijn in staat de informatie uit de tweede en derde zin te herkennen en te begrijpen. Maar wat betreft de relatie tussen deze informatie en de foto is er geen inferentie te maken. We hebben namelijk geen enkel tijdsbesef van het afgebeelde en ook de informatie over het aantal doden gaat hieraan voorbij.
82
Op de foto zien we een gekanteld schip en ‘levende’ mensen en gebouwen in tact afgebeeld en geen groot rampgebied waaruit valt op te maken dat er vele doden zijn gevallen. Kortom kan gezegd worden dat alleen de eerste zin informatie geeft aan de lezer over de foto. De rest van het bijschrift zijn toevoegingen over het afgebeelde, zoals de duur en het aantal slachtoffers. Het grootste deel van het bijschrift zet aan tot symbolische inferenties. Het bijschrift omvat daarom voornamelijk informatie op contextniveau, oftewel algemene informatie die niet gelijk in relatie staat tot het afgebeelde. Een klein deel van het bijschrift – alleen de eerste zin – zet aan tot het maken van iconische en indexicale inferenties. Het niveau van betekenisgeving is daarom overwegend connotatief. We kijken naar de foto en geven de betekenis van: Een aardbeving met een kracht van 8,8 op de schaal van richter, heeft (het afgebeelde) aangericht. De eerste primaire informatie: Dat een schip door een aardbeving (met naschokken en vloedgolven) op de kade van een haven geworpen. lijkt naar de achtergrond te verdwijnen. De reden hiervoor is dat de lezer/kijker deze kennis reeds heeft opgedaan door enkel naar de foto te kijken. Deze interpretatie wordt slechts bevestigd in het bijschrift. Wanneer we de uitkomsten van de fotoanalyse en de bijschriftanalyse met elkaar vergelijken kan gesteld worden dat bij de fotoanalyse is gebleken dat de kijker gestimuleerd wordt toto het maken van iconische, indexicale en symbolische inferenties, die samen leiden tot betekenisgeving. Uit de bijschriftanalyse is gebleken dat de kijker/lezer op basis van symbolische inferenties betekenis aan de foto geeft. Het bijschrift dient in deze niet als een verduidelijking van de afgebeelde situatie, maar eerder als een verbredend kader rondom de foto. De primaire, eerste informatie wordt door middel van iconische en indexicale inferenties bij het zien van de foto gemaakt. De informatie in het bijschrift voegt hier in die zin – met betrekking tot betekenisgeving aan de foto – niets tot nauwelijks aan toe. De betekenis die we geven aan de foto is min of meer gelijk aan de betekenis die we geven aan de foto op basis van het bijschrift. Zonder enige tekstuele toevoegingen is de kijker op basis van semiotische inferenties in staat op te maken dat de foto het gevolg is van een aardbeving of vloedgolf. Op basis van het bijschrift maakt de lezer/kijker dezelfde inferentie (alleen wordt het nu ook daadwerkelijk gezegd). Het bijschrift geeft de lezer/kijker verder toegevoegde informatie bij de foto, over de plaats van de aardbeving, de duur en het aantal slachtoffers. Deze informatie (met uitzondering van de plaats) heeft echter geen betrekking tot de foto op zich en kan achterwege gelaten worden.
83
4.7 Analyse foto 7
Bron: de Volkskrant 19-10-2010
84
4.7.1 Analyse foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt. INFERENTIES
Iconisch De kijker infereert dat op basis van de stijl van de kleding (helmen, scheen, knie en schouderbeschermers, stokken en een beschermingsschild) van de links afgebeelde groep mensen, dat het een zware delegatie vaan de politie betreft. De kleding en gelaatskenmerken van de rechtse groep mensen verwijst naar jonge burgers. De omgevingsfactoren (gebouwen met naam, winkel en verkeersborden) zijn elementen die de kijker vertalend naar de werkelijkheid infereert als een winkelstraat. Echter speelt er geen normale situatie af in de winkelstraat zoals wij die kennen. In plaats van winkelend publiek, zien we zwaar bewapende politieagenten achter jonge burgers aanrennen.
Indexicaal Burgers die op de vlucht zijn voor politieagenten is de causale referentie die gemaakt wordt op basis van de volgorde waarin deze twee groepen mensen zijn afgebeeld (achtervolging) en het gegeven dat de rechtse groep mensen duwend en trekkend rennen (vluchten). Dat men rent is niet alleen uit het duw en trekwerk af te leiden, maar ook de beweging van de benen van de mensen. De kleur van de kleding van de groep politieagenten infereert dat de foto niet in Nederland is genomen. De uniformen wijken af van de Nederlandse Politie. De causale referentie die hieruit gemaakt wordt is dat de fotograaf een gebeurtenis in het buitenland heeft vastgelegd.
Symbolisch De foto symboliseert commotie (rennen, duwen, trekken bij de mensen rechts in beeld) en (rennen schreeuwen en het omhoog houden van wapens bij de groep mensen links in beeld). Burgers die op de vlucht zijn voor de politie is de algemene symbolisering van deze foto. Deze situatie infereert naar een eerdere gebeurtenis, waar op basis van deze foto geen betekenis aan te geven is. De kijker kan geen betekenis geven aan de oorzaak van de situatie die zich afspeelt in de foto. De oorzaak van wat deze foto symboliseert en welke betekenis het uitdraagt is daarom helaas niet duidelijk.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
Links afgebeelde groep zijn agenten. Rechts afgebeelde groep zijn jongeren. De plek is een winkelstraat. De mensen rennen, duwen en trekken -> vluchten.
Subniveaus:
Mensen zijn op de vlucht (rennen, duwen, trekken). De politiemannen zijn zwaar gekleed/bewapend wat refereert naar iets ernstigs. De foto is niet in Nederland genomen. Een groep jongeren/burgers is op de vlucht voor zwaar geklede en bewapende politieagenten, midden in de winkelstraat van een stad.
Aard van interpretatie:
Connotatie Het rennen, duwen, trekken bij de mensen rechts in beeld en rennen schreeuwen en het omhoog houden van wapens bij de groep mensen links in beeld indiceert -> commotie. Burgers die op de vlucht zijn voor de politie. Deze situatie infereert naar een eerdere gebeurtenis, waar op basis van deze foto geen betekenis aan te geven is. Burgers zijn op de vlucht voor de politie
We zien het gevolg van een gebeurtenis, waardoor burgers op de vlucht zijn voor de politie.
85
We herkennen als kijker al vrij snel de plek van de foto. Met behulp van iconische inferenties als: gebouwen en naamborden van merken op de gevels op de achtergrond, geven voor de kijker de overeenkomst met een winkelstraat. Deze elementen associëren we naar de werkelijkheid waarin deze overeenkomt met de plaats, centrum van een stad. Ook herkennen we twee groepen mensen in deze foto. Links zien we een groep politieagenten. Deze beeldvorming wordt gemaakt op basis van de iconische inferenties: helmen, stokken, kleding en een verweerschild. Het is op basis van algemene kennis dat we deze elementen/kenmerken van personen infereren als politieagenten. Overal ter wereld dragen politieagenten een uniform en zijn zij bewapend. De groep mensen rechts en op de achtergrond in beeld zijn ‘gewone’ mensen of burgers. Dat wil zeggen zij hebben geen uniformen aan en beschikken niet over wapens en verweermiddelen. Op basis van de gelaatsvormen van deze mensen is op te maken dat het jongeren zijn. De wijze waarop zij zijn afgebeeld maakt de indexicale inferentie dat de jongeren op de vlucht zijn voor de politieagenten. Deze causale referentie wordt gemaakt op basis van de volgorde waarin deze twee groepen mensen zijn afgebeeld (achtervolging) en het gegeven dat de rechtse groep mensen zich duwend en trekkend voortbeweegt (vluchten). Dat men rent is niet alleen uit het duw en trekwerk af te leiden, maar ook de beweging van de benen van de mensen. De kleur van de kleding van de groep politieagenten infereert dat de foto niet in Nederland is genomen. De uniformen wijken af van de Nederlandse Politie. De causale referentie die hieruit gemaakt wordt is dat de fotograaf een gebeurtenis in het buitenland heeft vastgelegd. De symbolische inferentie die de foto oproept is dat we commotie zien. Mensen rennen/vluchten in het centrum van een stad. Waarom dat is wordt niet duidelijk op basis van enkel de foto. Het is duidelijk dat we het gevolg zien van een gebeurtenis die heeft afgespeeld tussen jongeren en politieagenten. Maar welke dit is, of wat de fotograaf met deze foto wil zeggen is niet duidelijk. We geven op basis van iconische, indexicale en symbolische inferenties betekenis aan het afgebeelde. Op basis van deze inferenties geven we volgende betekenis aan de foto: Er heeft een gebeurtenis afgespeeld waardoor jongeren op de vlucht zijn voor de politie. De plek is waarschijnlijk in het centrum van een stad in een winkelstraat. Ook is het aannemelijk dat de gebeurtenis vrij ernstig is geweest vanwege de kleding van de politieagenten en het gegeven dat zij bewapend zijn en beschermingsschilden dragen.
86
Symbolische inferenties maken op basis van deze informatie aan de kijker duidelijk dat we ‘commotie’ zien. Doordat mensen rennen, duwen en trekken om weg te komen. We hebben als kijker nu best wel idee van wat er op de foto te zien is, maar wat de fotograaf ermee wil uiten is helaas niet duidelijk. Daarvoor zijn we als kijker niet in staat de symbolisering van de foto over de situatie, en diens oorzaak te begrijpen. Desalniettemin geven we betekenis aan de foto op zowel denotatief als connotatief niveau. We herkennen de elementen in de foto of begrijpen waar deze naar verwijzen. We maken associatieve en causale relaties zoals in bovenstaand analyseschema is te zien. Als kijkers zijn we dus in staat betekenis te geven aan wat we afgebeeld zien op de foto. Helaas is het niet mogelijk om op basis van deze informatie te achterhalen waarom we dit zien. Oftewel welke gebeurtenis heeft deze situatie van rennende jongeren die opgejaagd worden door zwaar geklede en bewapende politieagenten als gevolg?
87
4.7.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. De oproerpolitie in Lyon voert maandag charges uit tegen studenten die protesteren tegen de plannen van de regering – Sarkozy om het pensioenstelsel te wijzigen. De acties tegen de verhoging van de pensioenleeftijd breiden zich uit, Frankrijk komt langzaam tot stilstand. Het trein- en luchtverkeer zijn verstoord, acties van vrachtrijders leidden tot lange files. Voor vandaag zijn nieuwe manifestaties aangekondigd. Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties 1) De oproerpolitie,
2) Studenten
Indexicale inferenties
Context Aansturen van:
Zin 1 1) Voert charges uit, 2) In Lyon Zin 2
Symbolische inferenties Zin 1 1) Maandag, 2) Protest tegen de plannen van de regering om het pensioenstelsel te wijzigen Zin 2
Zin 3
1) Men is tegen de verhoging van de pensioenleeftijd, 2) De acties breiden zich uit. Zin 3
Zin 4
Denotatie De oproerpolitie in Lyon voert charges uit tegen studenten
Zin 4
Connotatie Er is een protest tegen de plannen om de pensioenleeftijd te verhogen.
Het deel van het bijschrift dat aanzet tot iconische en indexicale interferenties vertelt de lezer/kijker dat de plaats van de foto Lyon/Frankrijk is. Wat betreft de mensen die we op de foto zien afgebeeld wordt door middel van deze inferenties op het niveau van co-text duidelijk dat de oproerpolitie charges voert tegen studenten. Deze informatie heeft direct betrekking op wat we zien afgebeeld. De symbolische inferenties, die ook door een deel van het bijschrift worden gestimuleerd vertellen de oorzaak van de charges die de politie voert. Namelijk dat studenten protesteren en acties voeren tegen de plannen van de regering om de pensioenleeftijd te verhogen. Verder informeert dit deel van het bijschrift (dat aanzet tot het maken van symbolische inferenties) dat de acties zich uitbreiden, het trein- en luchtverkeer zijn verstoord, acties van vrachtrijders leidden tot lange files, en dat er voor vandaag nieuwe manifestaties aangekondigd zijn. Deze informatie heeft niet direct betrekking op de foto. We zien namelijk geen afbeelding van stilstaande treinen, vliegtuigen en/of auto’s. Daarom valt deze informatie als té algemeen te beschouwen en behoort het niet tot de context van het bijschrift. Het is achtergrond informatie voor de lezer bij de gebeurtenis die is afgebeeld.
88
Belangrijk is dat om betekenis aan de foto te geven op basis van het bijschrift zowel de inferenties op co-text en context niveau gewenst zijn. De iconische en indexicale inferenties identificeren de personen en de plaats van de foto en een deel van de symbolische inferenties informeert over waarom deze personen zijn afgebeeld. Tezamen komt de lezer/kijker tot de volgende betekenisgeving: De oproerpolitie in Lyon voert charges uit tegen studenten die protesteren tegen de plannen van de regering om de pensioenleeftijd te verhogen. Het is een combinatie van betekenisgeving op denotatief en connotatiefniveau dat leidt tot deze betekenis. Ook wel een samenwerking tussen het deel van het bijschrift dat aanzet tot iconische en indexicale inferenties (co-text) en het deel van het bijschrift dat aanzet tot het maken van symbolische inferenties (context). Al deze inferenties worden gemaakt in de eerste zin van het bijschrift. De daarop volgende informatie heeft niet direct betrekking op wat we zien in de foto en daarom zijn de symbolische inferenties die hier gemaakt worden niet nodig om betekenisgeving aan de foto te geven. Het geeft achtergrond informatie over de protesten en zou ik termen van betekenisgeven aan de foto weggelaten kunnen worden. Uit de analyse van de foto is gebleken dat de kijker het afgebeelde als een gevolg van een gebeurtenis infereert. Oftewel burgers zijn op de vlucht voor de politie, wat het gevolg is en de foto in beeld brengt. Dit gevolg gaat niet zonder een oorzaak en wat deze is wordt pas duidelijk bij het lezen van het bijschrift. De jonge burgers die we hebben geïdentificeerd in de foto blijken studenten te zijn die protesteren tegen de plannen van de regering om de pensioenleeftijd te verhogen. De politie voert charges uit tegen deze protesterende studenten. Vandaar de foto van politieagenten die midden op straat jacht maken op jonge burgers. Kijkend naar de kleuren van de uniformen van de politieagenten in de foto infereert de kijker op basis hiervan dat deze gebeurtenis in het buitenland plaatsvindt. Het bijschrift verruimt deze informatie naar een specifieke plaats: Lyon in Frankrijk. Het bijschrift bij deze foto is als vrij belangrijk te beschouwen voor het vormen van een betekenis hiervan voor de lezer/kijker.
89
4.8 Analyse foto 8
bron: NRC NEXT 10-11-2010
90
4.8.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt. INFERENTIES
Iconisch De kijker infereert dat de foto een kaartwedstrijd afbeeld. Deze inferentie wordt gemaakt door de stapel bankbiljetten, de man erachter die als croupier (door zijn plaats en kleding) dient en de mannen links en recht die de spelers voorstellen (verbergen van gezicht, het zogenaamde pokerface). Maar de belangrijkste aanwijzing is misschien wel de speeltafel die de personen van elkaar scheid en de fiches die op de tafel liggen.
Indexicaal Op basis van de grote van de zaal waarin deze wedstrijd zich afspeelt en de grote getalen publiek, legt de kijker de causale relatie dat het een belangrijk evenement betreft. De kleur en vormgeving van de bankbiljetten die als eerste opvallen doen de kijker de referentie maken dat de wedstrijd zich in het buitenland afspeelt. Waarschijnlijk in Las Vegas. Las Vegas refereren we als een gokparadijs en de enorme stapel bankbiljetten en het gegeven dat het een ‘grote’ wedstrijd is, maken voor de kijker de inferentie naar deze grootste gokstad ter wereld. De wijze waarop de spelers gekleed zijn doen denken aan het verbergen van het gezicht om een pokerface te creëren. Hierdoor wordt er ook een causale relatie gelegd naar welk kaarspel er op de foto gespeeld wordt, namelijk poker.
Symbolisch De foto symboliseert een belangrijke pokerwedstrijd. Dat het belangrijk is, komt vooral voort uit de enorme berg bankbiljetten die als blikvanger als eerste opvallen bij het zien van de foto. Ook de geheimzinnigheid van de spelers wekken de intentie dat het een erg belangrijke wedstrijd is. Hun pose doet denken aan een ‘pokerface’. De foto laat een totaalbeeld zien in de vorm van de speeltafel, het prijzengeld, de spelers en het publiek op de achtergrond. Er is goed nagedacht over de plek van deze foto. Het is dus eigenlijk op basis van deze foto duidelijk wat er afgebeeld is en wat de betekenis is die de fotograaf wil afgeven. Stapels geld verdienen met pokeren, onder het toeziend ook van een croupier en tribunes vol publiek. De populariteit is dus klaarblijkelijk zo toegenomen dat er veel geld te verdienen is met het spelen van dit kaartspel.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
Subniveaus:
Aard van interpretatie:
Het is een wedstrijd van een kaartspel (kaarten, croupier, spelers,geld, fiches etc.) Normaal is er geen publiek en nu tribunes vol, dus waarschijnlijk een belangrijke wedstrijd. Met een hoog winstbedrag. Waarschijnlijk is het kaartspel poker. De wedstrijd in niet in Nederland, waarschijnlijk in Las Vegas? We zien een belangrijk pokerwedstrijd, met een hoog winstbedrag dat ergens buiten Nederland wordt gehouden.
Connotatie Enorme stapel bankbiljetten
Geheimzinnig uiterlijk (capuchon/pet). Deze pose doet denken aan een ‘pokerface’. Belangrijke wedstrijd van een kaartspel. Door de pose van de spelers -> pokerface, symboliseert het kaartspel aannemelijk een pokerwedstrijd.
91
De foto is een echte blikvanger, voor de kijker. Vooral de enorme stapel bankbiljetten trekken de aandacht. Vanuit iconische en indexicale inferenties is hier betekenis aan te geven in de vorm van: een belangrijke kaartspel-wedstrijd, met een enorm winst bedrag. We herkennen de tafel waaraan de personen zitten als een tafel die je in casino’s tegen komt. De man in het midden is in dat opzicht te indentificeren als croupier. De bankbiljetten zijn dan ook logisch, want gokken kost geld, of men verdient er geld mee. De vorm van de bankbiljetten zegt dat het geen euro’s zijn en daarom is de foto waarschijnlijk afkomstig buiten Europa. Onze algemene kennis kent maar 1 groot gokparadijs op de wereld en dat is Las Vegas. Daar vergokken en winnen mensen veel geld, wat weer in relatie staat tot de enorme stapel bankbiljetten. Verder helpt onze kennis te achterhalen welk kaarspel mogelijk gespeeld wordt. De afgelopen jaren heeft het kaartspel poker wereldwijd een enorme opmars gekend. De term ‘pokerface’ is erg belangrijk en bekend tijdens een pokerwedstrijd. Aangezien de spelers allebei hun gezichtsuitdrukkingen verbergen, zodat de ander niet aan je gezicht kan aflezen welke kaarten je mogelijk hebt (pokerface), leidt tot de causale relatie en is een hint om de symbolisering van de foto te achterhalen, dat we mogelijk een pokerwedstrijd zien afgebeeld. Klaarblijkelijk is het niet zomaar een kaartwedstrijd, want op de achtergrond zijn tribunes vol met mensen te zien. Dit leidt tot de symbolische inferentie dat het een grootse wedstrijd is. Echter werd deze inferentie ook al duidelijk op denotatief niveau door middel van iconische en indexicale inferenties. Hoewel er voornamelijk op denotatief niveau betekenis aan de foto gegeven wordt, en gezegd kan worden dat op connotatief niveau deze betekenis min of meer bevestigd wordt. Is het de constellatie van iconische, indexicale en symbolische inferenties die leiden tot de betekenis die de kijker aan de foto geeft. Het is mogelijk voor de kijker om aan enkel de foto betekenis te geven. We herkennen de elementen die zijn afgebeeld en kunnen deze in relatie leggen tot de werkelijkheid en waarnaar deze verwijzen.
92
4.8.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. LAS VEGAS. Een wedstrijdbeeld van het WK-poker in het Rio All-Suite Hotel en Casino in Las Vegas. Op de voorgrond de hoofdprijs: 8,9 miljoen dollar (ruim 6,4 miljoen euro) opgestapeld in 89.000 biljetten van 100 dollar. Finalisten zijn John Racener (links) en Jonathan Duhamal (rechts). Na twee uur spelen is het uiteindelijk Duhamel die met een aas en een boer zijn tegenstander verslaat, die een koning en acht in handen heeft. De kaarten op tafel zijn achtereenvolgens: 4-4-9-65. De 22-jarige Duhamel is de eerste Canadees in de pokerhistorie die de wereldtitel in de wacht sleept. Naast het prijzengeld ontving de wereldkampioen ook een met diamanten ingelegde gouden armband. De verliezer ging ook niet met lege handen naar huis. De 24-jarige Racener ontving 5,5 miljoen dollar. De wereldkampioen poker van vorig jaar, de Amerikaan Joe Cada, won 8,5 miljoen dollar. In 2008 lag de hoofdprijs op 9,2 miljoen dollar en werd gewonnen door de Deen Pete Eatsgate. Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
1) Wedstrijdbeeld van het WK-poker.
1) De hoofdprijs is 8,9 miljoen dollar,
Context Aansturen van:
Indexicale inferenties
Symbolische inferenties Zin 1
Zin 1 1) De plaats is het Rio All-Suite Hotel en Casino in Las Vegas Zin 2 89.000 biljetten van 100 dollar Zin 3
Zin 2 1) 6,4 miljoen euro Zin 3
1) John Racener (links), 2) Jonathan Duhamel (rechts) Zin 4/5/6
Zin 7 Zin 8/9
Zin 10/11
Denotatie We zien het WK-poker in Las Vegas. Het prijzengeld is 8,9 miljoen dollar. De spelers zijn Racener en Duhamel.
Zin 4/5/6 1)Duhamel heeft gewonnen, 2) met een aas en boer, 3) Racener had een koning en acht. Zin 7 Zin 8/9 1) De verliezer Racener van 24 jaar ontving 5,5 miljoen dollar. Zin 10/11
Connotatie De winst is 6,4 miljoen euro. Duhamer heeft gewonnen. Racener ontving 5,5 miljoen dollar. (Tabel 18: bijschriftanalyse, foto 7)
93
Het deel van het bijschrift dat direct betrekkenig heeft op het afgebeelde – de co-text – geeft de lezer/kijker eigenlijk alle informatie die nodig is om betekenis aan de foto te geven. Belangrijk hierbij is dat deze betekenis overeenkomt met de betekenis die eerder aan enkel de foto gegeven is. De iconische inferenties bevestigen dat we een pokerwedstrijd zien en dat het winstbedrag erg hoog is, namelijk 8,9 miljoen dollar. De indexicale inferenties geven de plaats van de afbeelding aan: Las Vegas. Hoewel dit bij de fotoanalyse nog slechts een aanname was, wordt deze hier bevestigd. Verder wordt er een causale relatie gelegd tussen de enorme stapel geld die we zien en dat deze bestaat uit 89.000 biljetten van 100 dollar. Tenslotte vermeld het bijschrift dat de spelers die we zien afgbeeld, John Racener (links) en Jonathan Duhamel (rechts) zijn. Deze informatie van het bijschrift – geeft dus een duidelijke beschrijving van wat we op de foto zien. Sterker nog het is dit deel van het bijschrift – de cotext – waarop de lezer/kijker betekenis aan de foto geeft. Dit deel van het bijschrift omvangt de eerste 3 regels, maar er zijn er nog 8 die volgen. Dit deel van het bijschrift heeft betrekking op de context van het afgebeelde. De lezer/kijker maakt symbolische inferenties die indirect betrekking hebben op het afgebeeld zoals; de winnaar, uit welk land hij komt, wat hij ontving, wat de verliezer ontving, en wie in het verleden nog meer het WK poker heeft gewonnen. Hoewel deze informatie indirect betrekking heeft op wat we afgebeeld zien, is het wel logisch in verband te brengen met de foto. Het deel van het bijschrift dat aanzet tot het maken van symbolische inferenties sluit nauw aan bij het deel van het bijschrift dat aanzet tot het maken iconische en indexicale inferenties. Daarom zijn de betekenissen die hieraan gegeven worden makkelijk aan elkaar te relateren. Dat wil zeggen: In eerste instantie geven we op denotatief niveau betekenis aan de foto op basis van het bijschrift en in tweede instantie koppelen we informatie op connotatief niveau aan deze betekenis. De context van het bijschrift geeft achtergrondinformatie bij het afgebeelde die in sterke verbinding staat tot wat we afgebeeld zien. Zodat de uiteindelijke betekenisgeving die de lezer/kijker maakt is: We zien het WK-poker in Las Vegas, met een prijzenpot van 8,9 miljoen dollar. De spelers zijn Racener en Duhamel. Duhamer heeft gewonnen. Racener ontving 5,5 miljoen dollar. Zoals te zien is gebruiken we niet alle informatie uit de context, maar een deel om betekenis aan de foto te geven. De informatie in de zinnen 5 t/m 8 en de laatste twee zinnen van het bijschrift worden bijvoorbeeld buiten beschouwing gelaten omdat deze geen sterke relatie met de foto vertonen als de andere ‘context’ informatie. Samenvattend is het de constellatie van iconische, indexicale en symbolische inferenties die leiden tot betekenisgeving aan de foto op basis van het bijschrift. Op basis van enkel de foto heeft de kijker genoeg houvast om betekenis aan het afgebeelde te geven. Het bijschrift bevestigd deze betekenis en verruimd deze in termen van informatie die hier sterk aan gerelateerd is. 94
4.9 Analyse foto 9
Bron: NRC NEXT 28-10-2010
95
4.9.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt. INFERENTIES
Iconisch De kijker infereert dat de foto een stad afbeeld. Dit wordt duidelijk uit de gebouwen en de enorme flats die we als kijker te zien krijgen. Het is een andere situatie dan gewoonlijk omdat we in ons dagelijks leven niet van boven op een stad kijken, maar ons er tussenin bevinden.
Indexicaal Het perspectief van waaruit we de foto zien, legt de relatie dat deze vanuit de lucht genomen is. Ook komt dit naar voren uit de witte/grijze masse die de causale relatie leggen naar wolken op basis van het perspectief waaruit de foto is genomen en het gegeven dat wolken grijs of wit van kleur zijn. Het is het beeld van een stad die we als kijker alleen waarnemen wanneer we ons in bijvoorbeeld een vliegtuig bevinden. Wel opvallend is de stand van de wolken. De vele hoge torens duiden op een ‘bekende’ stad, die best wel eens Dubai zou kunnen zijn. Deze stad kennen we namelijk als een ‘nieuwe’ stad waar vele hoge gebouwen als paddenstoelen uit de grond schieten De wolken lijken zich in een kring om de stad te hebben gevormd, omdat er een grote open/duidelijk plek van de stad te zien is. De foto krijgt hierdoor een donker karakter. Het is opvallend maar niet raar. Wolken zijn een natuurverschijnsel en doen zich nooit in dezelfde vorm voor. Het varieert en deze foto laat dit natuurverschijnsel van bovenaf zien.
Symbolisch De foto symboliseert een beeld van een stad. De stand van de camera heeft hier een belangrijk aandeel in. De foto is namelijk van bovenaf genomen en als kijker kijken we dus van boven op een stad. Hierdoor vallen de flatgebouwen het meest op, omdat deze als een centrale lijn van links naar rechts door de foto lopen, en te lijken ontstaan uit de wolken. Het opvallende en vooral mooie ervan is de lijn van de flatgebouwen die als een centrale lijn door de foto loopt. Ook een grote open plek omringt door wolken maakt deze foto een donker, maar mooi bovenaanzicht van een stad. Wat de betekenis is die de fotograaf aan de kijker wil uitdragen is niet helemaal duidelijk. Als we goed nadenken kan het te maken hebben met de klimaat-verandering. Maar evengoed kan het ook gewoon een prachtige foto vanuit de lucht genomen zijn.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie: Subniveaus:
Een luchtfoto van een stad Gebouwen, flats, wolken. Wellicht is de stad die afgebeeld is Dubai.
Aard van interpretatie:
We zien een luchtfoto van een stad (gebouwen, flats). Omringt door wolken (witte/grijze massa).
Connotatie Een bovenaanzicht van een stad De stad wordt omringt door een grijs/witte massa, waarbij vooral een rechte lijn van hoge gebouwen in het oog springt. We zien een bovenaanzicht van een stad, die omringt is door wolken. Een rechte lijn van hoge gebouwen krijgen de focus omdat dit eigenlijk het enige duidelijke waarneembare is in de foto.
96
Deze foto bevat weinig elementen die de kijker hand-toereikingen geeft om een betekenis hieraan te geven. Doordat de foto vanuit de lucht is genomen lijken deze gebouwen enorm. We herkennen op basis van torens, gebouwen en flatgebouwen dat er een stad wordt afgebeeld. Dat de foto vanuit de lucht is genomen is niet alleen herleidbaar uit de positie van de fotograaf ten opzichte van de stad, maar ook uit de witte/grijze massa die boven de stad zweeft. Deze massa legt op basis van algemene kennis een relatie naar wolken. Vanwege de vele hoge gebouwen kan de kijker mogelijk de interpretatie maken dat de stad die afgebeeld wordt, Dubai is. Dit is een zeer suggestieve interpretatie, die op basis van algemene kennis (Dubai is een nieuwe stad, waar hoge gebouwen als paddenstoelen uit de grond groeien).De stad is omgeven door een groot wolkendek, waardoor alleen de top van de hoge gebouwen te zien zijn. Een echte betekenis van wat we op de foto zien en vooral waarom blijft uit. Het is voornamelijk een mooie foto, van het bovenaanzicht van een stad. Die bijzonder is omdat de stad wordt omringt door wit/grijze wolken en de toppen van de hoge gebouwen als een rechte lijn hier doorheen schemeren. Op basis van iconische, indexicale en symbolische inferenties beschrijven we wat we afgebeeld zien, maar het is voor de kijker op zowel denotatief als connotatief niveau niet mogelijk om betekenis aan het afgebeelde te geven op basis van enkel de foto.
97
4.9.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. Een spookachtig Dubai dat lijkt te zweven. AMSTERDAM. “Wat een intrigerende luchtfoto. Door het wolkendek krijgt Dubai een spookachtige en futuristische uitstraling – alsof de stad zweeft of door rook wordt omgeven. Het onbewolkte gedeelte leidt het oog van de buitenwijken naar de torens in het centrum, die dreigend naar de hemel priemen”. Deze lovende woorden komen uit het juryrapport van de National Geographic fotowedstrijd. Ze zijn bedoeld voor Wijnand van Till. Zijn foto is gisterenavond tot winnaar verkozen in de categorie landschap. In de categorie mens won ANP-fotograaf Robin Utrecht met een close-up van een huilend kind. Een foto van een bladwesplarve in het Brabantse natuurgebied Kampina van de Belg Jonny Verheyden was de winnaar in de categorie dier. En de minnende foto in de categorie Nederland Waterland is een luchtopname van Annemarijne Max, genomen vanuit een helikopter tussen Sloterdijk en Egmond aan Zee. Alle winnende foto’s worden gepubliceerd in het novembernummer van de Nederlandstalige National Geographic, dat vandaag in de winkel ligt.
Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
Indexicale inferenties Zin 1 1) Intrigerende luchtfoto (ook symbolisch) Zin 2 1) Wolkendek, 2) Dubai.
1) De torens in het centrum
Zin 3 1) Het onbewolkte gedeelte leidt het oog van de buitenwijken, 2) De torens dreigen naar de hemel priemen. Zin 4
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1 1) Intrigerende luchtfoto (ook indexicaal) Zin 2 1) Spookachtige en futuristische uitstraling, 2) alsof de stad zweeft of door rook wordt omgeven. Zin 3
Zin 6/7/8
Zin 4 1) Deze lovende woorden komen uit het juryrapport van de National Geographic fotowedstrijd. Zin 5 1) De woorden zijn voor Wijnand van Till, 2) Zijn foto is gisterenavond tot winnaar verkozen in de categorie landschap. Zin 6/7/8
Zin 9
Zin 9
Denotatie Luchtfoto van Dubai, waarbij de stad is omgeven door een wolkendek. De torens in het centrum lijken de hemel in te priemen.
Connotatie Luchtfoto met een spookachtige en futuristische uitstraling, zijn de lovende woorden voor Wijnand van Till. Zijn foto is gisterenavond door National Geographic tot winnaar verkozen in de categorie landschap.
Zin 5
98
Uit het bijschrift blijkt in de zinnen 4 en 5 dat de foto die we zien, geplaatst is omdat het de winnende foto van een fotowedstrijd van National Geographic is, in de categorie landschap. Deze informatie wordt gemaakt in het deel van het bijschrift dat aanzet tot het maken van symbolische inferenties. De betekenis die we aan de foto geven op basis van het bijschrift is daarom op connotatief niveau. Dit is best bijzonder omdat we betekenis aan de foto geven op basis van informatie die niet direct betrekking heeft op de foto. Dat wil zeggen er worden geen hand toereikingen gegeven over ‘wat’ we zien in de foto. Dit wordt min of meer wel in de eerste drie zinnen van het bijschrift gedaan. De lezer/kijker wordt vertelt dat het een luchtfoto is van Dubai, waarbij de stad is omgeven door een wolkendek. Deze inferenties werden eerder ook gemaakt bij de foto analyse. Het vreemde is dat dit deel van het bijschrift een ‘citaat’ is van het juryrapport van de National Geographic. De schrijver zelf geeft niet aan wat te zien is op de foto, maar hij gebruikt hiervoor de woorden van iemand anders. Het bijschrift geeft weinig toto geen aanzet voor het maken van iconische en indexicale inferenties. Dit deel is de co-text van het bijschrift en bevat informatie die direct betrekking heeft op de foto. Omdat de lezer/kijker niet echt duidelijk wordt gemaakt wat ‘direct’ te zien is op de foto, geven we dus betekenis aan de foto op basis van de context van het bijschrift. Dit deel van het bijschrift zet aan toto symbolische inferenties en hebben geen directe relatie tot het afgebeelde. Zoals dit geval laat zien, is de betekenis die we aan de foto geven: Luchtfoto met een spookachtige en futuristische uitstraling, zijn de lovende woorden voor Wijnand van Till. Zijn foto is gisterenavond door National Geographic tot winnaar verkozen in de categorie landschap. Deze tekst bevat informatie die buiten de context van de foto valt, ook wel secundaire informatie genoemd. Desalniettemin is deze informatie voor de lezer/kijker makkelijk in relatie te brengen met de foto. Het is namelijk tot nu toe nog niet duidelijk waarom en met welke intentie deze foto is geplaatst. Door middel van bovenstaande symbolische inferenties is het voor de kijker duidelijk, dat het niet zozeer gaat om het betekenis geven aan de foto zelf, maar dat deze foto tot winnaar is verkozen in een fotowedstrijd. Normaliter wordt een foto geplaatst en is het de bedoeling dat de kijker betekenis geeft aan het afgebeelde. Bij deze foto is dat dus een ander verhaal en daarom is de wijze waarop betekenis aan de foto wordt gegeven vrij bijzonder te noemen. Zoals te zien in is het analyseschema dragen niet alle symbolische inferenties die gemaakt worden bij aan de betekenis die de lezer/kijker geeft. In het laatste deel van het bijschrift wordt informatie gegeven over fotografen en diens foto’s die ook een prijs hebben gewonnen in de fotowedstrijd. Deze informatie valt te ver buiten de context van de foto om deze in relatie te brengen met eerdere referenties. Daarom draagt deze informatie niet bij aan de betekenis die we aan de foto geven.
99
4.10 Analyse foto 10
Bron: NRC NEXT 3-11-2010
100
4.10.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt. INFERENTIES
Iconisch De kijker infereert op basis van de kruizen die in de hele foto zijn waar te nemen dat de plek van de foto een kerkhof is. Ook de bloemen in samenwerking met de kruizen infereren naar een kerkhof. Echter wijkt deze gewaarwording af van de normale situatie die wij als een kerkhof benoemen. Dit komt omdat er niet alleen kruizen maar ook gebouwen (huisjes), een weg en brokstukken te zien zijn. Deze elementen horen niet samen in deze situatie afgebeeld te zijn.
Indexicaal De elementen: kruizen brokstukken, puin en gebouwen her en der enerzijds en het grote aantal bezoekers maken een causale referentie naar een gebeurtenis. Welke gebeurtenis is echter niet geheel duidelijk. De vele mensen die we op de foto zien, geven een bepaald beeld van chaos. Het landschap en de conditie van het kerkhof/gebouwen/puin maken voor de kijker een causale referenties dat de foto niet in Nederland genomen is.
Symbolisch De foto is van bovenaf een heuvel genomen, waardoor het beeld eerst het dal in gaat en daarna weer omhoog een andere heuvel op. Één vrouw die op de voorgrond, precies in het middel te zien is, valt gelijk op voor de kijker. We zien haar een bloemetje leggen. Op de achtergrond zijn veel andere mensen te zien, waarvan een aantal ook een bloemetje bij zich dragen. De vrouw symboliseert als het ware de situatie op de achtergrond. Doordat we haar duidelijk in beeld zien en zien wat zij aan het doen is, relateren we dit naar de mensen op de achtergrond. De foto in zijn geheel symboliseert daarom een gebeuren: Veel mensen die tegelijkertijd aanwezig zijn op een kerkhof en bloemen leggen. Waarom is helaas niet af te leiden uit de foto. De betekenis die de foto wil uitdragen is daarom niet geheel duidelijk. Misschien is het dodenherdenking? Of misschien zijn de slachtoffers in een zelfde periode begraven en worden ze nu herdacht door nabestaanden?
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
Subniveaus:
Aard van interpretatie:
Kruizen / bloemen-> plaats is een kerkhof. kruizen brokstukken, puin en gebouwen -> gebeurtenis. Wijkt af van normale situatie/omgeving van een kerkhof zoals we die kennen. Indruk van Chaos. Foto is niet in Nederland genomen. We zien een kerkhof dat afwijkt van de normale situatie/omgeving van een kerkhof zoals we die kennen, doordat de kruizen zijn omringt door brokstukken, puin en gebouwen. Deze refereren naar een gebeurtenis. De omgeving maakt een indruk van chaos.
Connotatie Symboliseert een gebeurtenis
De foto is van boven op een heuvel genomen, waarbij één vrouw op de voorgrond de aandacht trekt. Hetgeen wat zij aan het doen is – een bloemetje leggen te midden van vele kruizen – relateren we naar de achtergrond van de foto en de vele mensen die we daar zien. Symboliseert een gebeurtenis, waarbij één vrouw op de voorgrond de aandacht trekt. Hetgeen wat zij aan het doen is – een bloemetje leggen te midden van vele kruizen – relateren we naar de achtergrond van de foto en de vele mensen die we daar zien. We denken dan aan een ritueel dat bekend is: een bloemetje leggen op het kerkhof van iemand die we lief hebben gehad.
101
Op deze foto is de omgeving of situatie van het afgebeelde voor de kijker op basis van iconische inferenties te herkennen als een kerkhof. Kruizen in deze vorm, die in de grond geplaatst zijn en bloemen die erbij worden gelegd, zeggen de kijker op basis van algemene kennis dat het niets anders dan een kerkhof kan voorstellen. Toch wijkt deze omgeving af van de ‘normale’ situatie/omgeving die we kennen van een kerkhof. Een kerkhof is een rustplaats en kennen we als een rustige, serene plek. In de foto zien we dat de kruizen zijn omgeven door brokstukken, puin en gebouwen. Deze horen naar ons inzicht niet op een kerkhof plaats en refereren daarom waarschijnlijk naar een gebeurtenis. Dit gevoel wordt versterkt door de causale relatie die dit teweeg brengt die leidt tot de indexicale inferentie van chaos (veel mensen – puin etc.). Maar waarom er zoveel mensen op dit kerkhof zijn is niet duidelijk. Wel is er het idee dat een gebeurtenis heeft plaatsgevonden die dit tot gevolg heeft. Ook is op basis van de afwijkende situatie van een kerkhof, met hoe wij deze kennen en het landschap te infereren dat de foto niet in Nederland genomen is. Maar waarom deze foto genomen is, met welk doel, wat het wil uitbeelden is uit enkel de foto niet te herleiden. We zijn als kijker in staat de elementen en de plaats van de foto met behulp van iconische, indexicale en symbolische inferenties te benoemen. Ook geven deze inferenties de kijker het gevoel dat er een gebeurtenis heeft plaatsgevonden op de plek van de foto. De foto straalt chaos uit door de vele mensen en de brok/puinstukken die her en der tussen de kruizen liggen. De omgeving van het kerkhof wijkt door het landschap en de elementen af van de situatie/omgeving die wij kennen als een kerkhof. We nemen daarom aan dat de foto niet in Nederland is genomen. Maar wat deze gebeurtenis is, of wat de fotograaf de kijker met deze foto wil vertellen is uit enkel de foto niet op te maken.
102
4.10.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. NUEVA ESPERANZA. De enorme begraafplaats van het dorp Nueva Esperanza, ten zuiden van de Peruaanse hoofdstad Lima, lijkt met Allerzielen wel een markt. Tijdens deze jaarlijkse dag om de doden te eren (2 november) brachten gisteren duizenden Peruanen een bezoek aan het kerkhof. Alleen op die dag zijn er op de begraafplaats bloemenverkopers, wordt er muziek gemaakt en kun je er lokale gerechten eten, zoals gegrilde cavia. Met Allerzielen is het kerkhof voor één dag rijk aan tradities. Op deze begraafplaats van de armen tref je geen groene graszoden aan, geen vijvers met witte zwanen of grote mausolea, zoals de oude, statige kerkhoven in Lima. De doden worden hier op willekeurige plekken begraven en alleen de iets welvarender families kunnen zich een betonnen plaat veroorloven. De personen op de foto hierboven zijn niet door de fotografen geïdentificeerd. Maar in de Peruaanse krant El Diario stond afgelopen maandag een verhaal over Mayta Roberto uit Puno die met zijn familie een bezoek bracht aan het graf van de grootvader. Ze plaatsten vruchten, snoep en speciale cake op zijn graf. “Tijdens de eerste drie jaar van de dood moet je de overledene eren”. Zei Roberto tegen de krant. De familie heeft daarom een ‘rezador’ laten komen. Dat is iemand die van het bidden tot God voor de rust van de overledene zijn beroep heeft gemaakt. “Alleen iemand die geen zonden heeft begaan kan voor de rust van onze opa zorgen”, zei Roberto.
Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
1) Enorme begraafplaats
Indexicale inferenties Zin 1 1) De plaats is het dorp Nueva Esperanza, 2) Gebeurtenis is Allerzielen (ook symbolisch) Zin 2
1) Duizenden Peruanen brengen een bezoek aan het kerkhof Zin 3 1) Er zijn bloemenverkopers, 2) Er wordt muziek gemaakt, 3) Er zijn eetgelegenheden met lokale gerechten Zin 4 1) Op deze Wijkt af van normale begraafplaats van situatie van een de armen begraafplaats Zin 5 1) De doden worden 1) Welvarender families hier op willekeurige kunnen zich een plekken begraven. betonnen plaat veroorloven.
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1 1) Gebeurtenis is Allerzielen (ook indexicaal), 2) Kerkhof lijkt op een markt
Zin 2 1) Jaarlijkse dag om de doden te eren,
Zin 3 1) Zoals gegrilde cavia
Zin 4 1) Met Allerzielen is het kerkhof voor één dag rijk aan tradities. Zin 5
103
Zin 6
Zin 6
Zin 7
Zin 7
Zin 8/9/10/11
Zin 8/9/10/11
Denotatie We zien een enorme begraafplaats in het dorp Nueva Esperanza. Duizenden Peruanen brengen een bezoek vanwege Allerzielen. Het is een grootse gebeurtenis met bloemenverkopers, muziek en eettentjes. Wijkt af van de normale situatie van een kerkhof. Het is een begraafplaats voor de armen, waar de doden op willekeurige plekken begraven worden. De rijkere families plaatsen een betonnen plaat op het graf.
Connotatie Gebeurtenis is Allerzielen, een jaarlijkse dag om de doden te eren. Met Allerzielen is het kerkhof voor één dag rijk aan tradities en lijkt het wel een markt.
Bij het lezen van het bijschrift wordt duidelijk dat de gebeurtenis die we op de foto zien Allerzielen is. Het deel van het bijschrift dat aanzet tot iconische en indexicale inferenties bevestigd dat de plek een begraafplaats is in een dorp in Peru. Het is een begraafplaats voor de armen, wat overeenkomt met de indexicale inferenties (brokstukken, het puin en de chaos) uit de fotoanalyse. Dit deel van het bijschrift – de co-text – leidt tot de betekenis die we aan de foto geven: We zien een enorme begraafplaats in het dorp Nueva Esperanza. Duizenden Peruanen brengen een bezoek vanwege Allerzielen. Wijkt af van de normale situatie van een kerkhof. Het is een begraafplaats voor de armen, waar de doden op willekeurige plekken begraven worden. De rijkere families plaatsen een betonnen plaat op het graf. Ook zijn er in een groot deel van het bijschrift – de context - vele symbolische inferenties te maken. Deze leiden echter niet tot betekenisgeving aan de foto. De inferenties die gemaakt worden hebben betrekking op informatie die ver buiten het direct afgebeelde vallen. Zoals uitspraken van iemand in de Peruaanse krant El Diario over een bezoek aan het kerkhof. Deze informatie is niet raar, omdat het wel degelijk betrekking heeft op wat we zien. Alleen zijn deze inferenties als ‘te ver’ buiten de context te benoemen, waardoor ze geen betrekking hebben op de betekenis die we als lezer/kijker geven.
104
In de fotoanalyse hebben we als kijker de afbeelding geïnterpreteerd als een kerkhof, die in de bijschriftanalyse wordt bevestigd. Ook hebben we het afgebeelde als een gebeurtenis geïnterpreteerd, maar was het niet duidelijk welke. Het bijschrift verduidelijkt deze gebeurtenis als ‘Allerheiligen’. Deze informatie in het bijschrift die gelijk betrekking heeft op het afgebeeld, wat we ook wel de co-text van het bijschrift noemen leidt tot betekenisgeving bij de lezer/kijker. Het is op dit niveau – denotatief – dat we betekenis aan de foto geven. Deze informatie bevestigd in eerste instantie de interpretatie van de lezer/kijker, die gemaakt is bij de fotonanalyse en verduidelijkt/verruimt deze. Het deel van het bijschrift dat aanzet tot symbolische inferenties, heeft voornamelijk betrekking op een verhaal van een persoon die een bezoek brengt aan het kerkhof. Echter is dit verhaal geciteerd uit een Peruaanse krant, waardoor het vrij afstandelijk over komt. Het geeft de lezer/kijker het idee dat de schrijver geen inspiratie had om duidelijk te maken wat er op de foto te zien is en waarom deze geplaatst is. Deze informatie heeft dat ook geen relatie of betrekking tot de betekenis die we aan de foto geven op basis van het bijschrift. Met behulp van het bijschrift geven we op het eerste niveau, oftewel op denotatief niveau betekenis aan het afgebeelde.
105
4.11 Analyse foto 11
Bron: NRC NEXT 26-10-2010
106
4.11.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt. INFERENTIES
Iconisch De vorm, het aanrechtblad, het gegeven dat de vrouw aardappelen staat te schillen aan dit object, de kastjes en lades, de etenswaar en het kookgerei geven voor de kijker de overeenkomst met een keuken. We associëren deze naar de werkelijkheid, waarin deze overeenkomen met de plaats, een keuken. De kijker infereert op basis van het lange gewaad en de hoofddoek dat de persoon links in beeld een vrouw is. Daarnaast maakt de kijker van de persoon rechts van deze vrouw de inferentie dat het een militair is. Deze inferentie wordt gemaakt omdat de persoon een groen overal/pak aan heeft, zijn gezicht onherkenbaar is gemaakt en het belangrijkste: hij heeft een enorm geweer in zijn rechterhand die hij omhoog wijst.
Indexicaal De persoon rechts van de vrouw kan wellicht een militair of zelfs terrorist voorstellen. Deze causale relatie wordt gemaakt omdat de persoon zwaar bewapend is, een groen overal/pak aan heeft en zijn gezicht onherkenbaar is gemaakt. Omdat de vrouw links zo rustig aan het eten koken is, geen aandacht aan de persoon met het geweer besteed en de persoon rechts juist een gewelddadige indruk maakt, lijkt het alsof het een geposeerde foto is. Wie is er nou rustig, of gaat aardappels schillen als er een gewapend iemand op nog geen meter afstand van je staat?
Symbolisch De foto symboliseert een in scene gezette foto. Het is niet aannemelijk dat de foto een ware gebeurtenis heeft vastgelegd. Overduidelijk is dat de soldaat/militair op de foto poseert voor de fotograaf. Hoewel we zijn gezicht niet kunnen zien, is zijn houding dermate dat het duidelijk is dat hij recht in de camera kijkt en poseert voor de fotograaf. Bijzonder is dat de vrouw op de foto dat juist niet doet, misschien is dat juist de bedoeling om het beeld van een ongewone situatie (een militair met een geweer in de keuken) te versterken. Het kan dus zijn dat de hele foto in scene is gezet. Maar waarom is eigenlijk niet helemaal duidelijk. Waarom zien we een terrorist in een keuken staan en waarom staat er rechts van hem/haar iemand. Het vermoeden dat het een in scene gezette foto is, is wel sterk, maar welke betekenis het uitdraagt is helaas niet duidelijk.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie: Subniveaus:
Aard van interpretatie:
Een vrouw en een man staan in een keuken De man lijkt de uiterlijke kenmerken te hebben van een militair (en wellicht terrorist). Het is waarschijnlijk een geposeerde foto. We zien een vrouw en een (gewelddadige) man, afgebeeld in een keuken.
Connotatie
Wijkt af van normale situatie, door de positie en houding van de personen op de foto. De militair poseert voor de camera en de vrouw juist niet. Het vermoeden is dat de foto is scene is gezet.
We zien een situatie van/tussen twee mensen afgebeeld, die afwijkt van een normale situatie. De militair poseert voor de camera en de vrouw juist niet. Het vermoeden is dat de foto is scene is gezet.
107
4.11.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. Souvenir van een Israëlische soldaat in Gaza. ROTTERDAM. Wat er precies gebeurd is voor, tijdens en na het maken van deze foto, is onduidelijk. Het enige dat de bijgeleverde informatie van het Franse persbureau AFP meldt, is dat de man die lollig poseert met zijn geweer een Israëlische soldaat is. Over de vrouw die op het eerste gezicht onverstoorbaar haar werkzaamheden aan het aanrecht voortzet, meldt het bijschrift enkel dat het ‘een vrouw met een hoofddoek’ is. De locatie is niet bekend, maar de foto is waarschijnlijk genomen tijdens een offensief in de Gazastrook in 2008 en 2009. Het persbureau kreeg deze foto van de Israëlische actiegroep Breaking the Silence, die misstanden in het leger aan de kaak stelt en al eerder dergelijke foto’s verspreidde. Behalve dit beeld, kreeg AFP ook een foto van twee Israëlische militairen die een geblinddoekte man onder schot houden, een militair die met een spuitbus de davidsster en de kreet ‘snel terug’ op een muur zet, en een aantal Israëliërs die in de woonkamer van een – volgens het bijschrift – Palestijns huis zit. Een van de militairen poseert op een kinderspeelgoedfietsje. In augustus ontstond er in Israel ophef over twee foto’s van een Israëlische militair met geblinddoekte en gebonden Palestijnse gevangenen. Breaking the Silence zei toen dat het regel was onder militairen om dit soort foto’s te nemen, die hun dagelijkse situatie weergeven. “Het is verbazingwekkend dat juist deze foto’s in Israel ophef veroorzaakten. Tijdens arrestaties en ondervragingen gebeuren wel ergere dingen”.
Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
Indexicale inferenties Zin 1
Zin 2 1) De man
1) De vrouw, 2) Aanrecht, 3) Een vrouw met een hoofddoek.
1) Poseer lollig, 2) Met een geweer, 3) Israëlische soldaat Zin 3 1) Zet onverstoorbaar haar werkzaamheden voort. Zin 4 1) Locatie is waarschijnlijk tijdens een offensief in de Gazastreek in 2008/2009 Zin 5
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1 1) Wat er precies gebeurd is voor, tijdens en na het maken van deze foto, is onduidelijk Zin 2 1) Het enige dat de bijgeleverde informatie van het Franse persbureau AFP meldt. Zin 3 1) Het bijschrift meldt enkel
Zin 4
Zin 5 1) De foto is afkomstig van de Israëlische actiegroep Breaking the Silence.
108
Zin 6 1) Behalve dit beeld. Zin 7/8/9
Zin 6 Zin 7/8/9
Zin 10/11
Zin 10/11
Denotatie De man is een Israëlische soldaat en poseert lollig met zijn geweer. De vrouw heeft een hoofddoek en zet onverstoorbaar haar werkzaamheden aan het aanrecht voort. De locatie is waarschijnlijk tijdens een offensief in de Gazastreek in 2008/2009.
Connotatie Wat er precies gebeurd is voor, tijdens en na het maken van deze foto, is onduidelijk. De foto is van het Franse persbureau AFP en is afkomstig van de Israëlische actiegroep Breaking the Silence.
109
4.12 Analyse foto 12
Bron: NRC Next 21-10-2010
110
4.12.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt. INFERENTIES
Iconisch De kleur en vorm van de massa waarmee de persoon op de foto is bedekt geven voor de kijker de overeenkomst met modder. De manier waarop de man is afgebeeld – naar voren gebukt met een zak op zijn rug – vertalen we naar de werkelijkheid als ‘zwaar’.
Indexicaal We leggen als kijker een causale relatie tussen de zandkleurige massa waarmee de man en zijn bagage bedekt zijn en zijn houding dat er een gebeurtenis voorafgaand aan de foto heeft plaatsgevonden. De kans is groot dat deze gebeurtenis een modderstroom of iets dergelijks is geweest. De man is bedolven onder de modder en probeert uit het getroffen gebied te komen met zijn bagage. Naast de man en zijn bagage zijn er verder geen personen of objecten afgebeeld. Daarnaast is de enige kleur die we om de man heen zien: zandkleurig. Dit beeld versterkt het vermoeden van een modderstroom.
Symbolisch De man is duidelijk de blikvanger op de foto. De fotograaf heeft bewust een foto van deze man gemaakt. Naast deze man is er verder niets waar te nemen op de foto. Omdat de man niet recht in de camera kijkt, maar voorovergebogen naar de grond kijkt, lijkt het geen geposeerde foto. De man is bedenkt met een zandkleurige massa en deze kleur is ook het enige wat we om hem heen zien op de foto. Het lijkt alsof de foto het gevolg van een grote kracht symboliseert die ervoor gezorgd heeft dat de omgeving en de persoon bedekt zijn met een zandkleurige massa. Gezien de kleur van de massa en de wijze waarop vooral de man en de zak die hij op zijn rug draagt daarmee bedekt zijn, leggen een overeenkomst naar modder. De massa wordt dus aangezien voor modder. Wanneer we dit combineren met de grote kracht die ervoor gezorgd heeft dat de man hiermee bedekt is, leggen we als kijker de inferentie dat deze ‘kracht’ een modderstroom is geweest. De betekenis die de foto uitdraagt is daarom waarchsijnlijk het gevolg van een modderstroom.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
Een man is bedekt en omgeven met/in een zandkleurige massa
Subniveaus:
De zandkleurige massa is waarschijnlijk modder.
Connotatie De fotograaf heeft bewust een foto van deze man gemaakt. Omdat de man niet recht in de camera kijkt, maar voorovergebogen naar de grond kijkt, lijkt het geen geposeerde foto. Naast deze man is er verder niets waar te nemen op de foto. De man is bedenkt met een zandkleurige massa en deze kleur is ook het enige wat we om hem heen zien op de foto. Iets heeft ervoor gezorgd (misschien een
modderstroom) dat de man op de foto omringt is door deze zandkleurige massa Aard van interpretatie:
We zien een man die bedekt en omgeven met/in een zandkleurige massa, wat waarschijnlijk modder moet voorstellen
We zien een man, die bewust is gefotografeerd. Omdat de man niet recht in de camera kijkt, maar voorovergebogen naar de grond kijkt, lijkt het geen geposeerde foto. Iets heeft ervoor gezorgd dat de man is omringt in een zandkleurige massa, wat lijkt op een modderstroom.
111
4.12.2 Analyse bijschrift Deze komt China niet uit NANCHANG. Een zak vol zeldzame en waardevolle metalen. Deze Chinese mijnwerker, werkzaam in de mijnen bij de stad Nanchang in de provincie Jiangxi in oost-China, lijkt er niet zo gelukkig mee. China wel. Dolgelukkig. Want als het aan de Chinese regering ligt blijven metalen als yttrium, scandium en neodymium zoveel mogelijk binnen de landsgrenzen. Het land verlaagt de exportquota van deze metalen in 2011 met 30 procent, nadat drie maanden geleden die quota ook al met 72 procent daalde. Waardoor de prijs van die metalen inmiddels met 720 procent is gestegen. De kassa’s rinkelen. En vorige maand nog blokkeerde het Chinese ministerie van handel de uitvoer met Japan. Tot grote woede van dat land. De grondstoffen worden namelijk gebruikt bij de productie van bijvoorbeeld mobiele telefoons, televisieschermen en hybride auto’s en als er een sector is waar Japan geld aan verdient dat is het die wel. De Japanners betichten China er dan ook van de exportquota te gebruiken als een politiek instrument. China zegt overigens de maatregelen wel te moeten treffen omdat anders de voorraden uitgeput raken. Maar grondstofanalisten zeggen dat er nog meer dan genoeg in de grond zit. Met als gevolg dat niet alleen Japan boos is, maar ook Taiwan, Korea en de VS. Protectionisme zeggen ze. En Amerika legt de maatregel bovendien uit als een signaal dat de opmars van China allerminst zo harmonieus en vredelievend is als Peking doet voorkomen. Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
Context Aansturen van:
Indexicale inferenties Zin 1
Symbolische inferenties Zin 1
Zin 2
Zin 2
1) Een zak vol zeldzame en waardevolle metalen. 1) Deze Chinese mijnwerker
1) Werkzaam in de mijnen bij de stad Nanchang in de provincie Jiangxi in oost-China, 2) Lijkt er niet zo gelukkig mee Zin 3
Zin 3 1) China wel.
Zin 4
Zin 4 1) Dolgelukkig
Zin 5 1) Yttrium, scandium en neodymium Zin 6/7/8/9
Zin 10/11/12/13/14/15/16/17
Denotatie Een Chinese mijnwerker, werkzaam in de mijnen bij de stad Nanchang in de provincie Jiangxi in oost-China, lijkt niet zo gelukkig. Hij draagt een zak vol met de zeldzame en waardevolle metalen, yttrium, scandium en neodymium.
Zin 5 1) Want als het aan de Chinese regering ligt blijven metalen, 2) Zoveel mogelijk binnen de landsgrenzen. Zin 6/7/8/9 1) Het land verlaagt de exportquota van de metalen in 2011, 2) Waardoor de prijs is gestegen. Zin 10/11/12/13/14/15/16/17
Connotatie China is dolgelukkig. De Chinese regering wil de metalen zoveel mogelijk binnen de landsgrenzen houden. Het land verlaagt de exportquota van de metalen in 2011, waardoor de prijs is gestegen.
112
4.13 Analyse foto 13
Bron: NRC Handelsblad 9-10-2010
113
4.13.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt. INFERENTIES
Iconisch De stang met de ronde schijven aan beide kanten vertalen we naar de werkelijk als een gewichtshalter. Waarbij de stang de halter is en de ronde schijven de gewichten. We infereren het naar de sport gewichtheffen.
Indexicaal De lichaamshouding van de man beoordelen we als niet natuurlijk. Beide benen zijn gevouwen en zijn armen steken de lucht in. Ook de positie van de halter is niet ‘normaal’. Deze dient boven het hoofd getild te worden door de gewichtheffer, maar in deze foto ligt de gewichtheffer op de grond met de halter boven op hem. We leggen als kijker een causale relatie tussen de positie van het lichaam van de man en de positie van de halter (die zich beide niet in een ‘normale’ positie bevinden, dat er een ongeval heeft plaatsgevonden. Iemand kan alleen in deze houding op de grond liggen, wanneer men ten val is gekomen, wat infereert naar een ongeval. De gewichtheffer is ten val gekomen en de halter is vervolgens bovenop hem gevallen.
Symbolisch De foto is uit een hoek genomen, zodat we als kijker de halter en de persoon in het geheel zien. Doordat de foto uit deze hoek is genomen is ook de rare onnatuurlijke houding van de persoon (gewichtheffer) goed te zien. Het geheel symboliseert het gevolg van een ongeval tijdens de sport gewichtheffen. De gewichtheffer kon waarschijnlijk het gewicht van de halter niet langer tillen en is ten val gekomen. Dit heeft als gevolg dat zijn lichaam in een onnatuurlijke positie op de grond terecht is gekomen en de halter bovenop hem is gevallen. De foto is afwijkend van een normale situatie: een sterke man die gestrekt met zijn armen een halter in de lucht houdt. Maar doordat we de elementen die afwijken (positie van de man en de halter) kunnen vertalen naar de werkelijkheid en interpreteren als een ongeval. Is het mogelijk om een betekenis aan de foto betreffende – wat symboliseert het geheel – te geven.
BETEKENISGEVING Denotatie
Connotatie
Essentie:
Een gewichtheffer is tijdens de sport gewichtheffen onder zijn halter gepositioneerd.
De foto is uit een hoek genomen, zodat we als kijker de halter en de persoon in het geheel zien. Doordat de foto uit deze hoek is genomen is ook de rare onnatuurlijke houding van de persoon (gewichtheffer) goed te zien.
Subniveaus:
De positie van de gewichtheffer is niet natuurlijk, wat duidt op een ongeval tijdens de sport. We zien een man die tijdens gewichtheffen de halter bovenop hem heeft gekregen. Waarschijnlijk als gevolg van een ongeval.
De foto wijkt af van een normale situatie, wat de inferentie naar een ongeval versterkt
Aard van interpretatie:
De foto is uit een hoek genomen, zodat we als kijker de halter en de persoon is het geheel zien. De foto wijkt af
van een normale situatie, wat de inferentie naar een ongeval versterkt
114
4.13.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. De Ghanese gewichtheffer Seth Degbe Fetrie komt ten val bij het gewichtheffen, in de gewichtsklasse tot 69 kilogram, op de Gemenebest Spelen in New Delhi. Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
1) Gewichtheffer Seth Degbe Fetrie, 2) Komt ten val bij het gewichtheffen
Indexicale inferenties Zin 1 1) De Ghanese, 2) Op de Gemenebest Spelen in New Delhi
Denotatie De Ghanese gewichtheffer Seth Degbe Fetrie, komt ten val bij het gewichtheffen op de Gemenebest Spelen in New Delhi
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1 1) In de gewichtsklasse tot 69 kilogram
Connotatie In de gewichtsklasse tot 69 kilogram
115
4.14 Analyse foto 14
Bron: NRC Handelsblad 11-10-2010
116
4.14.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt. INFERENTIES
Iconisch We vertalen de afgebeelde objecten naar de werkelijkheid als onderbroeken. We associëren op basis van de vorm van de onderbroeken dat het herenondergoed is. Verder herkennen we de objecten waar de onderbroeken in liggen als houten kisten. We associëren de plek van de foto met een etalage. Alleen is er geen glazen raam, maar een soort kippengaas, waar mensen doorheen kunnen kijken. Het lijkt haast alsof de onderbroeken opgebaard zijn.
Indexicaal We leggen als kijker een causale relatie tussen de positie (uitgelegd) van de onderbroeken en de objecten waarin deze zijn afgebeeld, dat het waarschijnlijk ‘belangrijke’ onderbroeken zijn. Ze zijn alleen per stuk in een houten kist uiteen gelegd. Verder is te zien dat deze houten kisten afgeschermd zijn door een ijzeren gaas. Deze gewaarwording versterkt de assumptie dat het niet zomaar een paar onderbroeken zijn, maar waarschijnlijk van waarde zijn. Ze worden als het ware tentoongesteld in een soort van etalage.
Symbolisch De fotograaf heeft de waarneembare elementen op de foto – de onderbroeken – gefotografeerd vanachter een soort kippengaas. Daardoor ontstaat de inferentie dat het niet zomaar een paar onderbroeken zijn, maar blijkbaar is er iets bijzonders aan. Ze worden namelijk afgeschermd door kippengaas en de fotograaf heeft vanachter dit gaas een foto genomen. Er worden waarschijnlijk onderbroeken tentoongesteld, omdat men ernaar mag kijken, maar dan wel vanachter een stuk gaas. Waarom is echter niet duidelijk.
BETEKENISGEVING Denotatie
Connotatie
Essentie:
Onderbroeken zijn uiteen gelegd in aparte houten kisten.
De fotograaf heeft de waarneembare elementen op de foto – de onderbroeken – gefotografeerd vanachter een soort kippengaas. blijkbaar is er iets bijzonders aan. Ze worden namelijk afgeschermd door kippengaas en de fotograaf heeft vanachter dit gaas een foto genomen.
Subniveaus:
Normaal gesproken zijn onderbroeken niet op deze wijze gepositioneerd. De situatie wijkt af van een normale situatie. Het lijkt meer op een tentoonstelling van ondergoed. We zien een aantal onderbroeken (voor mannen) uiteen gelegd in aparte houten kisten. Het lijkt alsof de onderbroeken worden tentoongesteld.
De situatie in de foto wijkt af van een normale situatie, met betrekking tot ondergoed. Er worden
Aard van interpretatie:
waarschijnlijk onderbroeken tentoongesteld, omdat men ernaar mag kijken, maar dan wel vanachter een stuk gaas. De fotograaf heeft de waarneembare elementen op de foto – de onderbroeken – gefotografeerd vanachter een soort kippengaas. blijkbaar is er iets bijzonders aan. Ze worden namelijk afgeschermd door kippengaas en de fotograaf heeft vanachter dit gaas een foto genomen. De
situatie in de foto wijkt af van een normale situatie, met betrekking tot ondergoed. Er worden waarschijnlijk onderbroeken tentoongesteld, omdat men ernaar mag kijken, maar dan wel vanachter een stuk gaas.
117
4.14.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. Onderbroeken op een expositie die volgens een begeleidend kaartje afkomstig zijn van de collectie van het bisdom Roermond. De tentoonstelling in Maastricht belicht de beeldvorming over Limburg.
Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
1) Onderbroeken
Indexicale inferenties Zin 1 1) Op een expositie Zin 2 1) De tentoonstelling in Maastricht
Denotatie Onderbroeken op een expositie tijdens een tentoonstelling in Maastricht.
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1 1) Volgens een begeleidend kaartje afkomstig zijn van de collectie van het bisdom Roermond Zin 2 1) Belicht de beeldvorming over Limburg.
Connotatie Volgens een begeleidend kaartje zijn de onderbroeken afkomstig van de collectie van het bisdom Roermond. De tentoonstelling belicht de beeldvorming over Limburg.
118
4.15 Analyse foto 15
Bron: NRC Handelsblad 11-10-2010
119
4.15.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt.
INFERENTIES
Iconisch De plek van de foto is waarschijnlijk in de buitenlucht genomen. We associëren de blauwe achtergrond als ‘buiten’. Alle mensen die afgebeeld zijn, hebben hun armen in de lucht gestoken en lachen breeduit. We vertalen dit naar de werkelijkheid als een vrolijke gebeurtenis.
Indexicaal We leggen als kijker een causale relatie tussen de vele mensen en de positie van de lichamen (armen omhoog) dat zij blij zijn, of iets vieren. Ze lijken te juichen. Verder zien we alleen maar mensen afgebeeld, die we op basis van gelaatskenmerken associëren als buitenlands. Aannemelijk is dat de foto in het buitenland is genomen.
Symbolisch De foto lijkt van onderen genomen, omdat we de mensen op de foto van laag naar hoog zien. Zoals op een tribune. Dit idee van een tribune sluit overigens aan bij positie en houding van de mensen, die alleen hun armen in de lucht steken, klappen en veelal een ‘blije’ gezichtsuitdrukking hebben. Geen van hen lijkt echter te beseffen dat ze worden gefotografeerd. De foto symboliseert blijdschap. Maar waarom deze mensen blij zijn en juichen is helaas niet duidelijk.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
We zien een grote groep mensen in de buitenlucht.
Subniveaus: Aard van interpretatie:
De mensen juichen. We zien een grote groep mensen die juichen om een gebeurtenis.
Connotatie De foto lijkt van onderen genomen, omdat we de mensen op de foto van laag naar hoog zien. Zoals op een tribune. Dit idee van een tribune sluit overigens aan bij positie en houding van de mensen, die alleen hun armen in de lucht steken, klappen en veelal een ‘blije’ gezichtsuitdrukking hebben. Geen van hen lijkt echter te beseffen dat ze worden gefotografeerd. De foto symboliseert blijdschap. De foto lijkt van onderen genomen, omdat we de mensen op de foto van laag naar hoog zien. Zoals op een tribune. Dit idee van een tribune sluit overigens aan bij positie en houding van de mensen, die alleen hun armen in de lucht steken, klappen en veelal een ‘blije’ gezichtsuitdrukking hebben. De foto symboliseert een vrolijke aangelegenheid.
120
4.15.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. Jonge Kim met vader bij parade PYONGYANG, 11 okt. Noord-Korea heeft gisteren live op de staatstelevisie kennis kunnen maken met de toekomstige leider van het land: Kim Jong-un. De jonge Kim nam samen met zijn vader, Kim Jong-il, de Geliefde Leider, in hoofdstad Pyongyang de militaire parade af ter gelegenheid van de 65ste verjaardag van de regerende Arbeiderspartij. De parade met duizenden militairen, tanks, raketten en pantservoertuigen was volgens de staatsmedia de grootste ooit. Om Kim Jong-un ook aan de wereld te tonen, had het stalinistische regime buitenlandse journalisten uitgenodigd. Deze mochten verslag doen van de parade en het ‘enthousiasme’ van de bevolking voor „de jonge generaal”. Het komt zeer zelden voor dat internationale media toegang krijgen tot Noord-Korea. Kim Jong-un werd recentelijk op een partijcongres benoemd op sleutelposities in leger en partij.
Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
Indexicale inferenties
Context Aansturen van:
Zin 2
Symbolische inferenties Zin 1 1) heeft gisteren live op de staatstelevisie kennis kunnen maken met de toekomstige leider van het land: Kim Jong-un Zin 2
Zin 3
1) De jonge Kim nam samen met zijn vader, Kim Jong-il, de Geliefde Leider, in hoofdstad Pyongyang de militaire parade af ter gelegenheid van de 65ste verjaardag van de regerende Arbeiderspartij. Zin 3
Zin 1 1) Noord-Korea
Zin 4
Zin 5 1) Het ‘enthousiasme’ van de bevolking voor „de jonge generaal”. Zin 6/7
Denotatie De bevolking van Noord-Korea toont haar enthousiasme voor de jonge generaal.
Zin 4 1) Om Kim Jong-un ook aan de wereld te tonen, had het stalinistische regime buitenlandse journalisten uitgenodigd Zin 5 1) Deze mochten verslag doen van de parade
Zin 6/7
Connotatie Gisteren heeft Noord Korea live op de staatstelevisie kennis kunnen maken met de toekomstige leider van het land: Kim Jong-un. De jonge Kim nam samen met zijn vader, Kim Jong-il, de Geliefde Leider, in hoofdstad Pyongyang de militaire parade af ter gelegenheid van de 65ste verjaardag van de regerende Arbeiderspartij. Ook buitenlandse journalisten waren uitgenodigd.
121
4.16 Analyse foto 16
Bron: NRC Handelsblad 12-10-2010
122
4.16.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt. INFERENTIES
Iconisch De grote tafel, hanglampen, de muren en de deur geven voor de kijker de overeenkomst met een kamer. Deze elementen, associëren we naar de werkelijkheid waarin deze overeenkomt met de plaats, een kamer/zaal. Rondom de tafel staan en zitten mensen. Elke plek waar een persoon staat of zit rond de tafel is voorzien van een microfoon. Dit geeft voor de kijker de overeenkomst naar een bijeenkomst of vergadering. Bij de twee mannen die aan het hoofd van de tafel staan, staan mensen met microfoons (die we herkennen als tv/radio microfoons) op hen gericht. Vanuit zowel de linker als de rechterzijde van de tafel staan verschillende mensen met een camera gericht op de twee mannen aan het hoofd van de tafel. De foto is van te veraf genomen om als kijker de gezichten van de twee mannen (waar het kennelijk om draait) te identificeren. We zien ook dat een aantal van de aanwezige mensen op de afbeelding klapt.
Indexicaal We leggen als kijker een causale relatie tussen het klappen, de camera’s en de microfoons naar een belangrijke gebeurtenis. Welke is niet helemaal duidelijk. Wel is duidelijk dat de twee mannen aan het hoofd van de tafel de aanleiding/hoofdpersonen zijn. De meeste mensen kijken in de richting van de mannen, ze worden omringt door microfoons van tv/radio stations en ook de cameramensen richten zich tot hen. Het is klaarblijkelijk een belangrijke gebeurtenis, omdat vele cameramensen van tv/radio stations aanwezig zijn om het vast te leggen. Er heeft zich zojuist een gebeurtenis afgespeeld in deze ruimte, waarbij de twee mannen aan het hoofd van de tafel de hoofdrol spelen.
Symbolisch Dat de twee mannen aan het hoofd van de tafel het onderwerp van de foto zijn, is vooral duidelijk aan de stand van de camera. Via twee tafels aan de zijkant leidt het beeld ons naar het hoofd van de tafel. Op een enkeling na kijken alle mensen die zich aan de tafels aan de zijkanten bevinden in de richting waartoe de foto ons leidt: de twee mannen aan het hoofd van de tafel. De foto is heel symmetrisch met twee tafel aan beide zijden, maar ook de achtergrond waarbij zowel links als rechts de muren met hout bewerkt zijn. Achter de twee personen aan het hoofd van de tafel is er geen houten afwerking op de muren, maar een brede decoratie in wit en goud– precies in het middel van de ruimte. De fotograaf laat op een duidelijke manier zien, wie hij in de focus wil zetten. Ondanks het feit dat er rondom deze twee personen, zich veel afspeelt op de foto. Al met al zien we een vrolijke gebeurtenis, met twee mannen op de foto in de hoofdrol. Wat deze gebeurtenis is, wordt helaas op basis van enkel de foto niet duidelijk.
BETEKENISGEVING
123
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
In een kamer/zaal vindt een soort vergadering plaats, waarin iedereen zich richt tot twee personen in bijzonder.
Subniveaus:
Het is een belangrijk gebeuren, vanwege de aanwezigheid van verschillende media. We zien een belangrijke gebeurtenis die zich in een kamer/zaal afspeelt
Aard van interpretatie:
Connotatie Dat de twee mannen aan het hoofd van de tafel het onderwerp van de foto zijn, is vooral duidelijk aan de stand van de camera. Via twee tafels aan de zijkant leidt het beeld ons naar het hoofd van de tafel. Op een enkeling na kijken alle mensen die zich aan de tafels aan de zijkanten bevinden in de richting waartoe de foto ons leidt: de twee mannen aan het hoofd van de tafel. De foto is heel symmetrisch met twee tafel aan beide zijden, maar ook de achtergrond waarbij zowel links als rechts de muren met hout bewerkt zijn. Achter de twee personen aan het hoofd van de tafel is er geen houten afwerking op de muren, maar een brede decoratie in wit en goud– precies in het middel van de ruimte. Een vrolijke gebeurtenis vindt plaats, met twee mannen op de foto in de hoofdrol Aan de stand van de camera is het duidelijk dat de twee mannen aan het hoofd van de tafel het onderwerp van de foto zijn. Via twee tafels aan de zijkant leidt het beeld ons naar het hoofd van de tafel. Op een enkeling na kijken alle mensen die zich aan de tafels aan de zijkanten bevinden in de richting waartoe de foto ons leidt: de twee mannen aan het hoofd van de tafel. De foto is heel symmetrisch met twee tafel aan beide zijden, maar ook de achtergrond waarbij zowel links als rechts de muren met hout bewerkt zijn. Achter de twee personen aan het hoofd van de tafel is er geen houten afwerking op de muren, maar een brede decoratie in wit en goud– precies in het middel van de ruimte. Een vrolijke gebeurtenis vindt plaats, met twee mannen op de foto in de hoofdrol.
124
4.16.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. Van Haersma Buma fractieleider CDA Den Haag, 12 okt. Sybrand van Haersma Buma (staand, rechts) is vanmiddag door de Tweede Kamerfractie van het CDA verkozen tot nieuwe fractievoorzitter. Hij is de opvolger van Maxime Verhagen (staand, midden) die vicepremier wordt in het nieuwe kabinet. De 45-jarige jurist Van Haersma Buma zit sinds 2002 voor de christen-democraten in de Tweede Kamer. „Er ligt een enorme opdracht voor ons”, zei Buma vanmiddag. De grote uitdaging voor de fractie is het om het CDA-verhaal te laten klinken de komende jaren, zei Buma. Hij beloofde dat de fractie het kabinet zal houden aan het regeer- en gedoogakkoord. „Waar het gedoogakkoord niet in voorziet, zullen wij ons eigen verhaal laten horen”, aldus de nieuwe fractievoorzitter.
Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
Indexicale inferenties Zin 1
1) Sybrand van Haersma Buma (staand, rechts) Zin 2 1) Hij, 2) Maxime Verhagen (staand, midden)
1) Is de opvolger
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1 1) Is vanmiddag door de Tweede Kamerfractie van het CDA verkozen tot nieuwe fractievoorzitter. Zin 2 1) Die vicepremier wordt in het nieuwe kabinet
Zin 3
Zin 3
Zin 4
Zin 4
Zin 5/6/7
Zin 5/6/7
1) De 45-jarige jurist Van Haersma Buma
Denotatie De 45-jarige jurist Sybrand van Haersma Buma (staand, rechts) is de opvolger van Maxime Verhagen (staand, midden).
Connotatie Vanmiddag is door de Tweede Kamerfractie van het CDA de nieuwe fractievoorzitter gekozen.
125
4.17 Analyse foto 17
Bron: NRC Handelsblad 12-10-2010
126
4.17.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt.
INFERENTIES
Iconisch We zien een grote oppervlakte, desks aan de linkerzijde, een stopstreep op de vloer en twee personen met een koffer. Deze elementen geven voor de kijker de overeenkomst met een vertrekhal. We vertalen dit naar de werkelijkheid waarin deze overeenkomt met de plaats, een (vertrek)hal op een vliegveld. Normaal gesproken is er bedrijvigheid op een vliegveld. Nu zitten er geen medewerkers achter de desks, zijn de pionnen om rijen te creëren allen bij elkaar gezet en zijn er slechts twee personen (reizigers) aanwezig. .
Indexicaal We leggen als kijker een causale relatie tussen de plek van de foto en de afgebeelde situatie, dat zich een ongewone situatie voordoet. De personen op de foto zijn waarschijnlijk reizigers, omdat zij een koffer meedragen en zich op een vliegveld bevinden. Voor de kijker een reden om de interpretatie te maken dat er iets aan de hand is. Er is geen personeel aanwezig en de vertrekhal lijkt ontruimd te zijn.
Symbolisch De foto is met opzet van bovenaf genomen, om de kijker een totaal beeld te geven. We hebben de plek van de foto m.b.v. iconische inferenties achterhaald, namelijk een vertrekhal van een vliegveld. Maar het is een ongewone afbeelding omdat er vrijwel niets te doen is (slechts twee mensen, geen personeel, geen bagage etc.). Op basis van deze informatie neemt de kijker aan dat de foto een gevolg is van een gebeurtenis, die we in eerste instantie relateren aan een staking. De foto symboliseert een lege vertrekhal ten gevolge van iets, maar wat is niet duidelijk. Dat is de symbolische functie van de foto die de kijker opneemt.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie: Subniveaus: Aard van interpretatie:
We zien een vrijwel lege vertrekhal op een vliegveld De situatie wijkt af van de normale omstandigheden op een vliegveld. Een lege vertrekhal, op een vliegveld.
Connotatie De foto is met opzet van bovenaf genomen, om de kijker een totaal beeld te geven.
De foto symboliseert een gevolg van een gebeurtenis. Welke is niet duidelijk. We zien een lege vertrekhal van bovenaf genomen ten gevolge van een gebeurtenis.
127
4.17.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. Passagiers arriveren op de lege luchthaven van Nice. Stakingen tegen de voorgenomen verhoging van de pensioenleeftijd leidde vanochtend tot ernstige hinder in het openbaar vervoer en het luchtverkeer.
Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
1) Passagiers
Indexicale inferenties Zin 1 1) Arriveren, 2) Op de lege luchthaven van Nice Zin 2
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1
Zin 2 1) Stakingen tegen de voorgenomen verhoging van de pensioenleeftijd leidde vanochtend tot ernstige hinder in het openbaar vervoer en het luchtverkeer.
Denotatie Passagiers arriveren op de lege luchthaven van Nice
Connotatie Stakingen tegen de voorgenomen verhoging van de pensioenleeftijd leidde vanochtend tot ernstige hinder in het openbaar vervoer en het luchtverkeer.
128
4.18 Analyse foto 18
Bron: NRC Handelsblad 13-10-2010
129
4.18.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt. INFERENTIES
Iconisch De auto’s, strepen op de weg, verkeersborden, stoplichten en vangrail geven voor de kijker de overeenkomst met een wegdek. De dingen en de functies zojuist genoemd, associëren we naar de werkelijkheid waarin deze overeenkomt met de plaats, een wegdek/snelweg. De auto op de voorgrond en de motor links identificeren we op basis van kleur en kenmerken (strepen, blauw/wit, zwaailicht) als politievoertuigen. Ook zien we op de achtergrond een agent (draagt een uniform) over het wegdek lopen. Achter de politieauto zien we een omgevallen bord, een gekantelde motor en een auto met schade waarvan beide deuren geopend zijn. Dit gedeelte is afgezet met een rood/wit lint.
Indexicaal We leggen als kijker een causale relatie tussen de aanwezigheid van politievoertuigen, het omgevallen bord en de beschadigde auto dat er een ongeval heeft plaatsgevonden. De auto is waarschijnlijk tegen het bord opgereden en daardoor is het bord omgevallen en is de auto beschadigt tot stilstand gekomen. De politie is aanwezig en heeft de plek van het ongeval afgezet. De foto is in Nederland genomen, wat duidelijk is op te maken aan de verkeersborden en de kleuren en kenmerken van de politieauto.
Symbolisch Deze foto is waarschijnlijk vanaf een balkon of een dergelijke verhoging genomen. Onderaan de foto is namelijk een stuk van wat het lijkt een reling waar te nemen. We zien vanaf het bovenaanzicht de plek waar het om draait: een vernield bord, een omgevallen politiemotor en een auto met flinke schade. Op de achtergrond is een deel van een snelweg afgebeeld. We zien op de achtergrond een normale verkeerssituatie en op de voorgrond een ongewone situatie die we infereren als een ongeluk. De inferentie die daaruit voortkomt is een verkeersongeval. Er heeft een ongeval plaatsgevonden op een wegdek vlag bij een autobaan in Nederland. Waarschijnlijk is het een ernstig ongeluk, omdat er een foto van genomen is. Maar dat is slechts een assumptie
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
Op een wegdek, vlakbij een snelweg heeft een ongeval plaatsgevonden. We zien een omgevallen bord en een auto die flink is beschadigt.
Subniveaus:
De politie is ter plaatse en heeft de plaats afgezet. De foto is in Nederland genomen. We zien een situatie, waar een ongeval heeft plaatsgevonden vlakbij een snelweg in Nederland. Waar de politie de plek van het ongeval heeft afgezet.
Aard van interpretatie:
Connotatie Deze foto is waarschijnlijk vanaf een balkon of een dergelijke verhoging genomen. Onderaan de foto is namelijk een stuk van wat het lijkt een reling waar te nemen. We zien vanaf het bovenaanzicht de plek waar het om draait: een vernield bord, een omgevallen politiemotor en een auto met flinke schade. Op de achtergrond is een deel van een snelweg afgebeeld. Waarschijnlijk is het een ernstig ongeluk, omdat er een foto van genomen is. Deze foto is waarschijnlijk vanaf een balkon of een dergelijke verhoging genomen. Onderaan de foto is namelijk een stuk van wat het lijkt een reling waar te nemen. We zien vanaf het bovenaanzicht de plek waar het om draait: een vernield bord, een omgevallen politiemotor en een auto met flinke schade. Op de achtergrond is een deel van een snelweg afgebeeld. Waarschijnlijk is het een ernstig ongeluk, omdat er een foto van genomen is.
130
4.18.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. Achtervolging op ring Amsterdam Amsterdam, 13 okt. Een achtervolging in Amsterdam is gisteren geëindigd in een schietpartij. Na een melding over een schotenwisseling op de Marnixkade, in het centrum van de stad, zocht de politie naar de inzittenden van een BMW met een Belgisch kenteken. De auto werd daarop gesignaleerd op de rondweg A10, waarna surveillancewagens en een helikopter de achtervolging inzetten. Bij een afrit in Amsterdam Nieuw-West kwam de BMW tot stilstand tegen een reclamezuil en kon de bijrijder worden aangehouden. De bestuurder vluchtte naar een bouwmarkt, waar de politie hem in een been schoot en hem vervolgens aanhield. Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
Indexicale inferenties Zin 1
Zin 2 1) Een BMW
Zin 3 1) De auto
1) Tegen een reclamezuil
Zin 4 2) Bij een afrit in Amsterdam Nieuw-West kwam de BMW tot stilstand Zin 5
Denotatie Een BMW kwam bij een afrit in Amsterdam Nieuw-West tegen een reclamezuil tot stilstand
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1 1) Een achtervolging in Amsterdam is gisteren geëindigd in een schietpartij. Zin 2 1) Na een melding over een schotenwisseling op de Marnixkade, in het centrum van de stad, zocht de politie naar de inzittenden van een Belgisch kenteken. Zin 3 1) Werd daarop gesignaleerd op de rondweg A10, waarna surveillancewagens en een helikopter de achtervolging inzetten. Zin 4 1) En kon de bijrijder worden aangehouden.
Zin 5
Connotatie Een achtervolging in Amsterdam is gisteren geëindigd in een schietpartij. Na een melding over een schotenwisseling op de Marnixkade, in het centrum van de stad, zocht de politie naar de inzittenden van een Belgische auto. Deze werd daarop gesignaleerd op de rondweg A10, waarna surveillancewagens en een helikopter de achtervolging inzetten. De bijrijder kon worden aangehouden.
131
4.19 Analyse foto 19
Bron: NRC Handelsblad 14-10-2010
132
4.19.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt. INFERENTIES
Iconisch De foto is ergens op straat genomen. Dit is voor de kijker duidelijk omdat de auto’s, voetgangers, fietsers, strepen op het wegdek, tramrail en het zebrabad infereren naar een plek die we naar de werkelijkheid vertalen als een weg/straat. De auto’s staan stil en de voetgangers en fietsers steken de weg over. Op de achtergrond is een hoge muur langs de weg te zien, waarvoor een enorm doek is geplaatst. Daarvoor zijn pionnen, planken en een soort hekwerk te zien.
Indexicaal Het patroon en het kleurgebruik van de afbeelding op het doek leggen een causale relatie naar Delfts blauw/ Nederland. Delfts blauw is typisch Nederlands en komt vooral voor op serviesgoed en tegels. Het doek is daarom te interpreteren als een soort kunstwerk of verfraaiing langs de weg. Ook leggen we als kijker een causale relatie tussen de pionnen, planken en het hekwerk dat op de achtergrond te zien is als het uitvoeren van wegwerkzaamheden. De plek is een weg/straat, pionnen zetten een gedeelte af en de platen en het hekwerk zijn elementen die samen een causaal verband vertonen en in relatie worden gebracht met een situatie: het uitvoeren van wegwerkzaamheden. Het is aannemelijk (met name door het doek op de achtergrond) dat de foto in Nederland is genomen. De focus van de foto gaat automatisch naar de schildering op het doek op de achtergrond. Waardoor de inferentie ontstaat, dat het een decoratiestuk is.
Symbolisch Het doek in Delfts blauw dat tegen een muur op de achtergrond is geplaatst is het eerste dat opvalt bij deze foto. Aan de linkerzijde zien we het beginpunt van dit doek dat de hele achtergrond van de foto vult en uiteindelijk rechts het beeld uit verdwijnt. Hoewel er veel mensen zijn afgebeeld op de foto, verdwijnen deze naar de achtergrond en gaat de focus uit naar het enorme beschilderde doek op de achtergrond. Dit komt ook door de compositie van de foto. Het doek bestaat uit felle blauwe kleuren en de mensen en omgeving van de foto zijn eerder een grijze gewaarwording voor de kijker. De foto symboliseert een momentopname op een weg in Nederland. Waar op de achtergrond wegwerkzaamheden plaatsvinden en een enorm doek met een schildering in Delfts blauw afgebeeld is. Het doek op de achtergrond is de blikvanger op de foto en waarschijnlijk ook de aanleiding voor het maken van de foto.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
We zien een momentopname van voetgangers en fietsers die een weg ergens in Nederland oversteken oversteken. Langs de weg is een groot doek opgehangen en ook vinden werkzaamheden aan de weg plaats.
Subniveaus:
Het patroon en de kleuren op het doek zijn typisch Nederlands, namelijk Delfts blauw We zien een foto van een weg in Nederland met auto’s, fietsers en voetgangers. Met op de achtergrond een soort kunstwerk in het Delfts blauw dat aan een muur langs de weg is opgehangen.
Aard van interpretatie:
Connotatie Het doek in Delfts blauw dat tegen een muur op de achtergrond is geplaatst is het eerste dat opvalt bij deze foto. Hoewel er veel mensen zijn afgebeeld op de foto, verdwijnen deze naar de achtergrond en gaat de focus uit naar het enorme beschilderde doek op de achtergrond. Dit komt ook door de compositie van de foto. Het doek bestaat uit felle blauwe kleuren en de mensen en omgeving van de foto zijn eerder een grijze gewaarwording voor de kijker. Het doek op de achtergrond is de blikvanger op de foto en waarschijnlijk ook de aanleiding voor het maken van de foto. Het doek op de achtergrond is de blikvanger op de foto en waarschijnlijk ook de aanleiding voor het maken van de foto.
133
4.19.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. Kunst leidt af van bouwlawaai metro Amsterdam, 14 okt. Om het geluid te dempen van de werkzaamheden voor de Noord/Zuid-metrolijn in Amsterdam, is een speciale hal geplaatst over de bouwput op het Damrak. De hal is voorzien van doeken met Delftsblauwe kunst van Hugo Kaagman. Onder meer het Rijksmuseum is er op afgebeeld. Aan de waterkant van de hal komt werk van een andere kunstenaar: Ilonka Ruiter. Het kunstwerk zal worden onthuld op het Damrak. Foto WFA
Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
1) Van de werkzaamheden, 2) Is een speciale hal geplaatst over de bouwput
Indexicale inferenties Zin 1 1) Voor de Noord/Zuidmetrolijn in Amsterdam, 2) Op het Damrak
Zin 2 1) De hal is voorzien van doeken met Delftsblauwe kunst
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1 1) Om het geluid te dempen.
Zin 2
1) van Hugo Kaagman
Zin 3 1) Onder meer het Rijksmuseum is er op afgebeeld. Zin 4
Zin 3
Zin 5
Zin 5
Denotatie Van de werkzaamheden voor de Noord/Zuidmetrolijn in Amsterdam, is op het Damrak een speciale hal geplaatst over de bouwput. De hal is voorzien van doeken met Delftsblauwe kunst van Hugo Kaagman. Onder meer het Rijksmuseum is er op afgebeeld.
Zin 4
Connotatie Om het geluid te dempen.
134
4.20 Analyse foto 20
Bron: NRC Handelsblad 15-10-2010
135
4.20.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt.
INFERENTIES
Iconisch
Indexicaal
Symbolisch
De ronding van de muren en de rail op de grond herkennen we als een tunnel. We vertalen deze elementen naar de werkelijk en associëren deze met een trein of metrotunnel.
We leggen als kijker een causale relatie tussen de steigers en de mensen die erop staan als werklui/werkzaamheden. Men is werkzaamheden aan de tunnel aan het uitvoeren.
De foto beeld werkzaamheden in een trein/metrotunnel af. Door de lichteffecten is het voornamelijk een zeer mooie foto. In het midden worden met een scherp licht afkomstig uit bouwlichten de steiger en de werklui worden letterlijk in de ‘spotlight’ gezet. In het midden van de tunnel is aan de rechterzijde een blauwe gloed te zien die start ten midden van de rails en die via de rechterzijde als het ware omhoog kruipt. Het belicht niet de hele rechterzijde, maar slechts een deel. In samenwerking met de metalen kleur van de ronde muren en het scherpe licht op de achtergrond vormt het een mooi effect.
Op de achtergrond zien we twee grote steigers en vier personen afgebeeld. Op de voorgrond zien we op de rails, een grote berg materiaal en objecten liggen. We associëren deze in relatie tot de steigers en mensen als werkattributen/gereedschap. De lampen op de voor en achtergrond herkennen we als bouwlampen.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
We zien een trein of metrotunnel.
Subniveaus:
Er worden werkzaamheden uitgevoerd.
Aard van interpretatie:
We zien een trein of metrotunnel, waar werkzaamheden worden uitgevoerd.
Connotatie
De foto is vanwege de lichteffecten, niet een functionele, maar vooral mooie afbeelding Door het felle licht, wordt de focus op de werkzaamheden gelegd. De steiger en de werklui worden letterlijk in de ‘spotlight’ gezet.
De foto is vanwege de lichteffecten, niet een functionele, maar vooral mooie afbeelding.
136
4.20.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. Langste tunnel ter wereld (57 km) open Faido, 15 okt. Nog een paar meter moesten de Zwitserse tunnelbouwers onder de Sint-Gotthard vanochtend boren. Vanmiddag zou de nieuwe tunnel voor hogesnelheidstreinen een feit zijn. De Sint-Gotthardtunnel is met 57 kilometer de langste ter wereld. De nieuwe tunnel brengt de reistijd tussen Zürich en Milaan met een uur terug tot tweeënhalf uur. De tunnel kostte bijna 14 miljard euro. Foto AP
Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
1) De tunnelbouwers
Indexicale inferenties Zin 1 1) Zwitsers, 2) Onder de Sint-Gotthard
Zin 2 1) de nieuwe tunnel
1) Voor hogesnelheidstreinen Zin 3
1) De SintGotthardtunnel 1) De tunnel
Zin 4 1) Nieuwe Zin 5
Denotatie Zwitserse tunnelbouwers onder de SintGotthard, de nieuwe tunnel voor hogesnelheidstreinen.
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1 1) Nog een paar meter moesten, 2) vanochtend boren
Zin 2 1) Vanmiddag zou, 2) Een feit zijn Zin 3 1) Is met 57 kilometer de langste ter wereld Zin 4 Zin 5
Connotatie Nog een paar meter moesten ze boren vanochtend en dan is de tunnel een feit. Met 57 kilometer de langste ter wereld.
137
4.21 Analyse foto 21
B ron: NRC NEXT 27-10-2010
138
4.21.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt.
INFERENTIES
Iconisch We herkennen het object links als een dier, namelijk een kip. Het is echter zo groot dat het geen echt maar een nepexemplaar betreft. Ook is de achterzijde van de kip open en is hierin een plant geplaatst. De plek van de foto associëren we naar de werkelijk als een strand. We zien zand op de grond en mensen in zwemkleding op het zand liggen. Een normale situatie van een strand met mensen die liggen te zonnen. Naast de mensen die in zwemkleding op het zand liggen zien we rechts een groep van vier mensen staan, die vergezeld zijn door twee camera’s en standaarden. Een van hen heeft een camera gericht op de grote ‘nep’ kip. Het is een ongewone situatie die wordt afgebeeld. Omdat het niet ‘normaal’ is dat een enorm nagemaakt exemplaar van een kip op een strand staat. Het lijkt erop dat de kip tentoon wordt gesteld op het strand.
Indexicaal We leggen als kijker een causale relatie tussen de vier mensen links en de camera’s dat zij iets aan het opnemen zijn. De camera’s zijn gericht op de enorme ‘nep’ kip, waaroor bij de kijker het verband ontstaat, dat dit object waarschijnlijk het hoofdonderwerp van de foto is.
Symbolisch Het lijkt of de foto vanaf een verhoging is genomen. Wellicht om het effect van het beeld van een enorme kip te vergroten. Doordat het lijkt alsof de foto van bovenaf is genomen, lijken de mensen die zich rondom het beeld van de kip bevinden ‘klein’. Het beeld van de kip lijkt daardoor wellicht nog groter. De foto beeld een zonnige dag op het strand uit. Op deze foto bevinden zich mensen in zwemkleding, die in het plaatje passen. De enorme kip (waarin een plant is geplaatst) valt echter niet in het ‘normale’ plaatje. Waarom dit object op het strand is geplaatst wordt uit enkel de foto niet duidelijk. Wel is uit de stand van de mensen en de camera’s op te maken dat het kip-object de aanleiding van de foto is. Het beeld van de kip is te omschrijven als de blikvanger van de foto. Maar waarom, of wat de fotograaf hiermee wil uitbeelding is niet te achterhalen.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
We zien mensen in zwemkleding en een enorm object dat we herkennen als een beeld van een kip op een strand afgebeeld.
Subniveaus:
Rechts zijn mensen met camera’s te zien die zich richten tot het beeld van de kip. Het lijkt op een tentoonstelling van het beeld dat op een kip lijkt. We zien een strand waar zich mensen begeven die liggen te zonnen en een groep mensen met camera’s. Die camera’s zijn gericht op de blikvanger van de foto, namelijk een enorm beeld van een kip.
Aard van interpretatie:
Connotatie Het lijkt of de foto vanaf een verhoging is genomen. Doordat het lijkt alsof de foto van bovenaf is genomen, lijken de mensen die zich rondom het beeld van de kip bevinden ‘klein’. Het beeld van de kip lijkt daardoor wellicht nog groter. De foto beeld een zonnige dag op het strand uit. Het beeld van de kip is te omschrijven als de blikvanger van de foto. Een zonnige dag op een strand, waarbij een nagemaakt beeld van een kip de blinkvanger is. Doordat het lijkt alsof de foto van bovenaf is genomen, lijken de mensen die zich rondom het beeld van de kip bevinden ‘klein’. Het beeld van de kip lijkt daardoor wellicht nog groter.
139
4.21.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. Badplaats, op surrealistische wijze vastgelegd. SYDNEY. Deze roestvrijstalen kip trekt wel de aandacht. Ze staat op Tamarama Beach, een strand aan de oostkust van Australië vlakbij Sydney, waar journalisten haar van dichtbij bekijken. De hen is een creatie van de Zuid-Koreaanse artiest Yang Tae-Geun en vormt onderdeel van de veertiende editie van ‘Sculpture By The Sea’. De creatie, die 2,5 meter breed, 3 meter hoog en 2,5 meter lang is, moest in stukken worden aangevoerd. Op de strandtentoonstelling zijn behalve de hen nog ruim honderd andere sculpturen te zien, afkomstig uit elf verschillende landen. De tentoonstelling duurt van 28 oktober tot 14 november. Er worden ruim 600.000 bezoekers verwacht. Onze beeldredacteur Sterre Sprengers wijst ons op het standpunt waaruit deze foto is genomen. Er is geen horizon te zien waardoor geen van de elementen op de foto elkaar raken, op de vrouw links van de kip na. Alsof de badgasten er later op zijn geplakt, vult ze aan. Verder weet ze te melden dat de Italiaanse fotograaf Massimo Vitali als een van eerste fotografen badplaatsen op deze surrealistische wijze fotografeerde.
Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
1) Deze roestvrijstalen kip, 2) Waar journalisten haar van dichtbij bekijken.
Indexicale inferenties Zin 1 1) Ze staat op Tamarama Beach, een strand aan de oostkust van Australië vlakbij Sydney. Zin 2
1) De hen
Zin 3/4/5/6/7 Zin 8 1) Op de vrouw links van de kip na. Zin 9 1) Alsof de badgasten Zin 10
Denotatie Een roestvrijstalen kip, die journalisten van dichtbij bekijken, staat op Tamarama Beach, een strand aan de oostkust van Australië vlakbij Sydney.
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1 1) trekt wel de aandacht
Zin 2 1) Is een creatie van de Zuid-Koreaanse artiest Yang Tae-Geun en vormt onderdeel van de veertiende editie van ‘Sculpture By The Sea’. Zin 3/4/5/6/7 Zin 8 1) Er is geen horizon te zien waardoor geen van de elementen op de foto elkaar raken. Zin 9 1) Er later op zijn geplakt, vult ze aan Zin 10
Connotatie De kip trekt wel de aandacht en is een creatie van de Zuid-Koreaanse artiest Yang Tae-Geun en vormt onderdeel van de veertiende editie van ‘Sculpture By The Sea’. Er is geen horizon te zien waardoor geen van de elementen op de foto elkaar raken.
140
4.22 Analyse foto 22
Bron: NRC NEXT 25-10-2010
141
4.22.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt.
INFERENTIES
Iconisch Het eerste dat opvalt op deze foto is een groot kruis. We herkennen dit object aan de vorm en associëren dit naar de werkelijkheid als een kruis. We zien slechts een deel van de vorm van het kruis, omdat dit object omgeven is door vuur en rook (ook indexicaal, maar om een relatie te leggen tussen rook-vuur, moeten we het eerst als zodanig waarnemen). Het kruis staat in brand, is wat we waarnemen. Aan zowel de rechter als de linkerkant van het kruis zijn twee mensen afgebeeld. In totaal dus vier. De plek van de foto lijkt ergens in een park of bos. We zien dat de foto is omringt door bomen en vertalen dit naar de werkelijkheid als een park of bos. De kleding van de personen: een lang gewaad met puntmaskers, legt een verband voor de kijker naar de Ku Klux Klan. Het enige verschil is de kleur van de kleding, die bij de ku klux klan bekend is als wit. Onze algemene kennis zegt ons dat zij een racistische groepering zijn. Het kruis, een religieus symbool van het christendom, past in dit geval in het plaatje van het geloof van de ku klux klan.
Indexicaal We leggen als kijker een causale relatie tussen de rook die we boven het kruis zien uitstijgen naar dat het kruis in brand staat. Er is ook een causale relatie aanwezig tussen het kruis en geloof. Het kruis is een bekend symbool van het Christendom. Daarnaast is er ook een relatie te benoemen tussen het brandende kruis (een kruis gaat samen met geloof) en de stand van de personen (armen gespreid) eromheen. We leggen een relatie naar een ritueel of seance.
Symbolisch De foto lijkt een soort van ritueel uit te beelden, waarvan in eerste instantie de mensen op de foto overeenkomsten vertonen met aanhangers van de ku klux klan. Het kruis staat symbool voor het Christendom. Zij staan bekend als een racistische groepering, en als men daadwerkelijk een ritueel aan het uit voeren is, is de plek van de foto – een bos/park – enigszins te begrijpen. Namelijk een afgelegen plek. Wat zij precies op deze foto doen en waarom het kruis in brand staat is niet duidelijk. In precies het midden van de foto is een groot brandend kruis afgebeeld, waardoor automatisch hier de focus naar uitgaat. Het licht wat het vuur veroorzaakt, geeft als het ware een rode gloed aan de achtergrond van de foto. Waardoor duidelijk is dat de foto is het donker genomen is.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
Subniveaus:
Aard van interpretatie:
Connotatie
De plek van de foto is een bos/park. Mensen staan met armen gespreid om een kruis afgebeeld. De mensen brengen we in verband met de ku klux klan. De stand en positie van de mensen ten opzichte van het kruis leggen een verband naar een ritueel of seance. Het kruis staat in brand. Ook wordt het kruis in verband gebracht als symbool voor het christendom en
Er wordt een ritueel uitgebeeld op een afgelegen plek.
We zien een brandend kuis met mensen eromheen die een soort van ritueel lijken uit te oefenen. De personen worden waargenomen als aanhangers/leden van de ku klux klan. De plek van de foto is ergens in een bos/park.
Een ritueel wordt uitgebeeld op een afgelegen plek. In precies het midden van de foto is een groot brandend kruis afgebeeld, waardoor automatisch hier de focus naar uitgaat. Het licht wat het vuur veroorzaakt, geeft als het ware een rode gloed aan de achtergrond van de foto. Waardoor duidelijk is dat de foto is het donker genomen is.
In precies het midden van de foto is een groot brandend kruis afgebeeld, waardoor automatisch hier de focus naar uitgaat. Het licht wat het vuur veroorzaakt, geeft als het ware een rode gloed aan de achtergrond van de foto. Waardoor duidelijk is dat de foto is het donker genomen is.
142
4.22.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. Afrekenen met het negatieve imago WARRENVILLE. Leden van de Ku Klux Klan (KKK) houden een rituele verbrandingsceremonie in Warrenville, een Amerikaanse plaats in South Carolina. Het bijna vijf meter hoge brandende kruis is verpakt is met kerosine besprenkelde katoenen lakens en jutten zakken. De ceremonie is de eerste openbare in vijftig jaar. Het schouwspel vertegenwoordigt volgens de Klan geen haat en intimidatie, maar moet worden gezien als ritueel. Onder de Ku Klux Klan vallen verschillende geheime ‘blanke’ genootschappen in de Verenigde Staten, die bekend staan om racistisch geweld. “we begrijpen dat als je KKK hoort, dat je denkt aan racisme en haat”, zegt KKK-voorman Duwayne Johnson tegen het Amerikaanse dagblad The Augusta Chronicle. “Maar wij geloven niet in haat, dit is strikt ritueel”. Johnsons groepering, de ‘Onzichtbare Ridders’, is een nieuwe afdeling binnen de KKK die wil afrekenen met het negatieve imago van haat en geweld. In totaal kent de groepering al 922 leden, verdeeld over negen Amerikaanse staten. De organisatie roept op tot de bescherming van de Amerikaanse waarden en bepleit het weren van illegale immigranten op de Amerikaanse arbeidsmarkt. Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
1) Leden van de Ku Klux Klan (KKK)
Context Aansturen van:
Indexicale inferenties Zin 1 1) Houden een verbrandingsceremonie, 2) In Warrenville, een Amerikaanse plaats in South Carolina. Zin 2
1) Het bijna vijf meter hoge brandende kruis
Symbolische inferenties Zin 1 1) Ritueel
Zin 2 1) Is verpakt is met kerosine besprenkelde katoenen lakens en jutten zakken.
Zin 3 1) De ceremonie Zin 4/5/6/7
Zin 8/9/10
Denotatie Leden van de Ku Klux Klan (KKK), houden met een bijna vijf meter hoog brandend kruis een verbrandingsceremonie in Warrenville, een Amerikaanse plaats in South Carolina.
Zin 3 1) Is de eerste openbare in vijftig jaar. Zin 4/5/6/7 1) Het schouwspel moet worden gezien als een ritueel, 2) Onder de Ku Klux Klan vallen verschillende geheime ‘blanke’ genootschappen in de Verenigde Staten, die bekend staan om racistisch geweld. Zin 8/9/10
Connotatie Het kruis is verpakt met kerosine besprenkelde katoenen lakens en jutten zakken. Het is de eerste openbare ceremonie in vijftig jaar. Het schouwspel moet worden gezien als een ritueel en niet als haat. Onder de Ku Klux Klan vallen verschillende geheime ‘blanke’ genootschappen in de Verenigde Staten, die bekend staan om racistisch geweld.
143
4.23 Analyse foto 23
Bron: NRC NEXT 19-10-2010
144
4.23.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt. INFERENTIES
Iconisch Op deze foto zijn slechts twee dingen waar te nemen. Ten eerste zien we persoon, die we herkennen als een man die ligt. Hij ligt op een bed, wat we herkennen doordat een persoon erop ligt, een kussen te zien is, hij onder dekens ligt en rechts de zijkant van wat wij herkennen als een bed zien. De zijkant van een bed is niet zoals de zijkant van een bed thuis. Het is een stalen stang die omhoog geschoven is. We associëren dit met een ziekenhuisbed. De plek van de foto vertalen we dan naar de werkelijkheid als een ziekenhuis. Ook de kleding van de man bevestigt dit idee. We associëren het blauwe pak als een ziekenhuis pyjama. (Ook kan met natuurlijk thuis verzorgd worden, maar in dit geval is de bevinding van een ziekenhuis de eerste die de kijker maakt).
Indexicaal We leggen als kijker een causale relatie tussen de positie van de man, de kleding van de man en de omgeving waarin hij zich bevindt. Dit brengt het verband met zich mee dat we een zieke man in een ziekenhuis zien afgebeeld. Een ‘zieke man’ komt voort uit de causale relatie dat hij in een bed ligt die we herkennen als een ziekenhuisbed, en een blauw pak aan heeft (wat we associëren met een ziekenhuispyjama). Zijn gezichtsuitdrukking is nietszeggend, oftewel hij staart voor zich uit.
Symbolisch De foto symboliseert een man die op een bed ligt. Waarschijnlijk is hij ziek en is de foto genomen in een ziekenhuis. Omdat het niet ‘normaal’ is om foto’s van zieke mensen in een dagblad te plaatsen, is het aannemelijk dat de persoon die afgebeeld is een bekend persoon is. Maar wie is op het eerste gezicht niet af te leiden uit de foto. Wat opvalt aan de belichting van de foto, is dat het lijkt of er een lichtval op de man is geplaatst. Een soort van spotlight. Dit is vooral waarneembaar omdat op de voorgrond en de achtergrond een schaduw te zien is.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
Connotatie
Wellicht is het een bekend persoon, omdat het niet ‘normaal’ is frequent foto’s van zieke (onbekende) mensen in een Dagblad te plaatsen.
Subniveaus:
Een man die onder dekens op een bed ligt zien we afgebeeld. Zijn kleding lijkt op een ziekenhuis pyjama. De plek is aannemelijk een ziekenhuis te zijn. De man is waarschijnlijk ziek
Aard van interpretatie:
We zien een naar schijnt zieke man in een ziekenhuis afgebeeld.
De man op de foto zou een bekend persoon kunnen zijn. De belichting van de foto is bijzonder, omdat het lijkt of er een spotlight op de man is gericht.
Wat opvalt aan de belichting van de foto, is dat het lijkt of er een lichtval op de man is geplaatst. Een soort van spotlight. Dit is vooral waarneembaar omdat op de voorgrond en de achtergrond een schaduw te zien is.
145
4.23.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. Terug in de media: Ariel Sharon TEL AVIV. Griezelig echt is ‘ie. In de kunstgalerie Kishon te Tel Aviv wordt deze week een levensgroot model van de voormalige Israëlische premier Ariel Sharon onthuld. Hij ligt in coma in een ziekenhuisbed, in een blauwe pyjama en met zijn ogen open. Ook is hij aangesloten op een infuus. Een motortje zorgt ervoor dat het net lijkt alsof hij ademhaalt. Mensen kunnen straks alleen in kleine groepjes van twee a drie man een ziekenbezoek brengen aan Sharon. Want hij heeft rust nodig. De Israëlische kunstenaar Noam Braslavsky wilde met dit kunstwerk de politieke traagheid van de Joodse staat tonen, zo zegt hij tegen het Franse persbureau AFP. En hij wil Sharon op deze manier weer terug in het nieuws brengen. Op 4 januari 2006 werd Ariel Sharon namelijk getroffen door een zware beroerte. Hij raakte in een coma en liet een politiek vacuüm achter. Tijdens zijn premierschap was Sharon begonnen aan de terugtrekking van alle Joodse kolonisten uit de Gazastrook, na 38 jaar bezetting. Toch heeft de terugtrekking de situatie in Gaza nauwelijks verbeterd. Aan het eind van 2008 lanceerde Israel een verwoestend 22-daags offensief in Gaza, waarbij 1.400 Palestijnen en dertien Israëliërs omkwamen. De nieuwe vredesonderhandelingen die zes weken geleden begonnen, zijn inmiddels vastgelopen door een geschil over de bouw van Israëlische nederzettingen in de westelijke Jordaanoever, die nog steeds bezet is. Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
Indexicale inferenties Zin 1 Zin 2
1) Ariel Sharon
1) In de kunstgalerie Kishon te Tel Aviv, 2) De voormalige Israëlische premier Zin 3
1) Hij ligt in een ziekenhuisbed, 2) In een blauwe pyjama, 3) Met zijn ogen open. Zin 4/5/6/7
Zin 8/9/10/11
Zin 12/13/14/15
Denotatie De voormalige Israëlische premier Ariel Sharon ligt in een ziekenhuisbed, in een blauwe pyjama, met zijn ogen open, in de kunstgalerie Kishon te Tel Aviv.
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1 1) Griezelig echt is ‘ie. Zin 2 2) Wordt deze week een levensgroot model onthuld.
Zin 3 1) In coma
Zin 4/5/6/7 1) Hij aangesloten op een infuus, 2) Een motortje simuleert de ademhaling, 3) Mensen kunnen in kleine groepjes een ziekenbezoek brengen aan Sharon. Zin 8/9/10/11 1) Het kunstwerk is van de Israëlische kunstenaar Noam Braslavsky, 2) Hij wil hiermee de politieke traagheid van de Joodse staat tonen, 3) En hij wil Sharon op deze manier weer terug in het nieuws brengen. Zin 12/13/14/15
Connotatie Hij oogt griezelig en wordt deze week onthuld. Het kunstwerk is van de Israëlische kunstenaar Noam Braslavsky. Hij wil hiermee de politieke traagheid van de Joodse staat tonen en Sharon op deze manier weer terug in het nieuws brengen.
146
4.24 Analyse foto 24
Bron: NRC NEXT 2-11-2010
147
4.24.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt.
INFERENTIES
Iconisch Op de foto zijn vijf mannen afgebeeld. Op basis van de volgende kenmerken (uniform, helmen, geweren, en beschermingsvesten) van de mannen, is de kijker in staat meer betekenis aan hen te geven. We maken een associatie tussen de mannen en de genoemde kenmerken, namelijk het zijn militairen/soldaten. De man links ligt onderuit tegen een muur aangeleund, met een gezichtsuitdrukking die we identificeren als vermoeid. De plek van de foto kan overal zijn. Het enige wat we zien is dat een aantal van de militairen onderuitgezakt tegen een muur aan zitten.
Indexicaal We leggen een causale relatie naar een gebeurtenis tijdens de foto: gevechten/oorlog. Militairen voeren gevechten en gevechten worden gevoerd tijdens een oorlog. Op deze manier is het mogelijk een relatie te leggen tussen het gebeuren dat we zien afgebeeld (militairen die vechten in een oorlog) en de plek van de foto. De foto is afkomstig uit 2010, en de meest bekende en omstreden oorlog van dat moment is de oorlog in Afghanistan. Maar dat is slechts een aanname.
Symbolisch Het lijkt of de mannen zich aan het verschuilen zijn, omdat ze zich tegen (of achter) een muur bevinden. Ook kan het natuurlijk zijn dat ze een break ingelast hebben of een strategie bedenken etc. Wel is het aannemelijk dat de foto een beeld van de oorlog in Afghanistan wil uitbeelden. De man links op de foto trekt de meeste aandacht, omdat de twee mannen die om hem heen zitten hun blikken op hem richten. De foto is vanuit een dusdanig standpunt genomen, dat beide gezichten van de mannen te zien zijn en dus duidelijk is dat zij beiden naar de man link is beeld kijken. Het is geen vrolijk beeld, de mannen lijken eerder bezorgd of terneergeslagen naar hun collega te kijken. Waardoor de inferentie ontstaat dat hij gewond tijdens een gevecht dat zojuist heeft plaatsgevonden en daar van aan het bijkomen is.
BETEKENISGEVING Denotatie
Connotatie
Essentie:
We zien militairen in uniform, met geweren en beschermingsvesten
De man links op de foto trekt de meeste aandacht, omdat de twee mannen die om hem heen zitten hun blikken op hem richten. Het is geen vrolijk beeld, maar de mannen lijken eerder bezorgd of terneergeslagen naar hun collega te kijken.
Subniveaus:
De locatie is aannemelijk een gebied waar oorlog gevoerd wordt. De plek is in eerste instantie te identificeren als een beeld van de oorlog in Afghanistan. Aannemelijk zien we een beeld van militairen tijdens de oorlog in Afghanistan.
Het lijkt alsof de militairen zich verschuilen voor de vijand, of aan het bijkomen zijn van een gevecht dat zojuist heeft plaatsgevonden.
Aard van interpretatie:
De man links op de foto trekt de meeste aandacht, omdat de twee mannen die om hem heen zitten hun blikken op hem richten. Het is geen vrolijk beeld, maar de mannen lijken eerder bezorgd of terneergeslagen naar hun collega te kijken.
Het lijkt alsof de militairen zich verschuilen voor de vijand.
148
4.24.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. De zorgen van een militair. NABUK. Ze zijn erop getraind, het Amerikaanse eerste bataljon van de Alpha-compagnie, gelegerd in Afghanistan. Een paar momenten geleden werden ze nog door rebellen aangevallen met raketaangedreven granaten. Nu rusten ze uit tegen een muurtje nabij Nabuk in de Afghaanse provincie Helmand. Geen gewonden, maar ze worden nog wel even gecontroleerd op een eventuele hersenschudding. Maar militaire acties laten hun sporen na, training of geen training. Militairen kunnen gewond raken, maar ook zwaar getraumatiseerd. Tussen 2002 en 2009 werd 14 procent van alle Amerikaanse troepen in Afghanistan en Irak terug naar huis gestuurd wegens psychisch problemen, zo hebben verscheidene media deze week bekendgemaakt. Maar, zo stellen deskundigen, dat is nog maar het topje van de ijsberg, want vaak beginnen depressies en stoornissen, zoals het posttraumatisch stress-syndroom (ptss), pas wanneer militairen al lang en breed weer thuis zitten. Met als gevolg dat het Amerikaanse ministerie van Defensie zich geen raad weet met het enorme aantal zelfmoorden onder de troepen. Ruim 1.100 militairen beroofden zichzelf tussen 2005 en 2009 van het leven, zo meldt defensie. Deze week introduceert het ministerie dan ook een groot preventieprogramma, Shoulder to Shoulder, waarin het Amerikaanse leger de terugkerende troepen uit oorlogsgebieden op een betere manier moet gaan opvangen, zo schrijft de website defensie.gov. En onderzoekers proberen een preventieve training te ontwikkelen waardoor militairen ook na traumatische ervaringen toch mentaal gezond blijven.
Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
1) Amerikaanse eerste bataljon van de Alphacompagnie.
Indexicale inferenties Zin 1 1) Gelegerd in Afghanistan.
Zin 2
Zin 3 1) Nabij Nabuk in de Afghaanse provincie Helmand. Zin 4/5/6/7
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1 1) Ze zijn erop getraind.
Zin 2 1) Een paar momenten geleden werden ze nog door rebellen aangevallen met raketaangedreven granaten. Zin 3
1) Rusten uit tegen een muurtje
Zin 4/5/6/7 1) Geen gewonden, maar wel controle op een eventuele hersenschudding.
149
Zin 8/9/10
Zin 8/9/10
Zin 11/12
Zin 11/12 1) Deze week introduceert het ministerie een groot preventieprogramma, Shoulder to Shoulder, waarin het Amerikaanse leger de terugkerende troepen uit oorlogsgebieden op een betere manier moet gaan opvangen.
Denotatie Het Amerikaanse eerste bataljon van de Alphacompagnie, gelegerd in Afghanistan. Rusten uit tegen een muurtje, nabij Nabuk in de Afghaanse provincie Helmand.
Connotatie Ze werden net nog door rebellen aangevallen met raketaangedreven granaten. Geen gewonden, maar wel controle op een eventuele hersenschudding. Militaire acties laten hun sporen na. Deze week introduceert het ministerie een groot preventieprogramma, Shoulder to Shoulder, waarin het Amerikaanse leger de terugkerende troepen uit oorlogsgebieden op een betere manier moet gaan opvangen.
150
4.25 Analyse foto 25
Bron: NRC NEXT 20-10-2010
151
4.25.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt.
INFERENTIES
Iconisch We zien enorme stapels pakketten in verschillende kleuren. Op elke stapel is een tekst geschreven, die we als kijker niet gelijk kunnen identificeren. Ook de inhoud van de pakketten is een raadsel. Tussen deze stapels zijn mensen afgebeeld. De personen rechts in het midden en op de achtergrond rechts hebben een geweer in hun handen en dragen alleen hetzelfde uniform. Deze mensen associëren we als soldaten/militairen. De plek van de afbeelding is een grote open ruimte ergens in de buitenlucht. Het lijkt op het eerste gezicht een soort haven te zijn, waar de afgebeelde pakketten verscheept dienen te worden.
Indexicaal We leggen als kijker een causale relatie tussen de personen in uniform met geweren aan de rand van de pakketten en de stapels pakketten die zijn afgebeeld. De relatie die de kijker legt is dat zij de pakketten beveiligen. Daardoor ontstaat de assumptie dat het kennelijk belangrijke pakketten zijn.
Symbolisch De aanleiding van de foto is duidelijk de grote hoeveelheid pakketten die we afgebeeld zien. Bijna het hele frame is gevuld met de weergave van deze pakketten.Toch lijkt de fotograaf ook iets anders belangrijk te vinden, namelijk de mannen in uniform op de achtergrond van de foto. Hij heef de foto vanuit een dusdanig standpunt genomen dat een deel van deze mannen nog net te zien zijn. De foto beeld een grote hoeveelheid opgestapelde pakketten uit, op een lege plaatst in de buitenlucht. Het lijkt alsof deze pakketten worden beveiligd, doordat op de achtergrond mannen in uniformen waar te nemen zijn.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
Grote stapels pakketten, waarvan niet bekend is wat deze inhouden, zijn afgebeeld. Tussen deze stapels staan mensen afgebeeld. Een groot aantal van deze personen identificeren we als soldaten/militairen. De plaats lijkt een soort haven te zijn.
Subniveaus:
De pakketten worden beveiligd.
Aard van interpretatie:
We zien grote stapels pakketten, op waarschijnlijk een haven waarvan niet bekend is wat deze inhouden afgebeeld. Deze pakketten worden beveiligd door soldaten/militairen.
Connotatie De aanleiding van de foto is duidelijk de grote hoeveelheid pakketten die we afgebeeld zien. Bijna het hele frame is gevuld met de weergave van deze pakketten. Toch lijkt de fotograaf ook iets anders belangrijk te vinden, namelijk de mannen in uniform op de achtergrond van de foto. Hij heef de foto vanuit een dusdanig standpunt genomen dat een deel van deze mannen nog net te zien zijn. De foto beeld een grote hoeveelheid opgestapelde pakketten uit, op een lege plaatst in de buitenlucht. Het lijkt alsof deze pakketten worden beveiligd, doordat op de achtergrond mannen in uniformen waar te nemen zijn. De aanleiding van de foto is duidelijk de grote hoeveelheid pakketten die we afgebeeld zien. Het lijkt alsof deze pakketten wordt beveiligd, doordat op de achtergrond mannen in uniformen waar te nemen zijn. Blijkbaar bevatten ze een belangrijke inhoud.
152
4.25.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. Je zal het maar allemaal moeten oproken. TIJUANA. Mexicaanse politieagenten en militairen hebben bij een inval in huizen in de grensstad Tijuana zeker 105 ton marihuana gevonden. Het is volgens legerofficials de grootste drugsvangst in Mexico ooit. De straatwaarde van de marihuana bedraagt ongeveer 340 miljoen dollar (245 miljoen euro). Na schietpartijen heeft de politie in totaal elf verdachten gearresteerd. De politie kwam op het spoor van de drugs nadat patrouillerende agenten werden beschoten. De drugs zouden naar de VS worden vervoerd. Het cannabisareaal door Mexicaanse drugskartels is vorig jaar met 35 procent gestegen tot 12.000 hectare, volgens het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken.
Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
Indexicale inferenties
Zin 1 1) Mexicaanse 2) In de grensstad politieagenten en Tijuana militairen, 2) 105 ton marihuana. Zin 2/3/4/5
1) De drugs.
Zin 6 1) De drugs zouden naar de VS worden vervoerd. Zin 7
Denotatie Mexicaanse politieagenten en militairen, vinden 105 ton marihuana in de grensstad Tijuana. De drugs zouden naar de VS worden vervoerd.
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1 1) Hebben bij een inval in huizen.
Zin 2/3/4/5 1) Het is de grootste drugsvangst in Mexico ooit, 2) De straatwaarde bedraagt ongeveer 340 miljoen dollar (245 miljoen euro). Zin 6
Zin 7
Connotatie Bij een inval in huizen is de grootste drugsvangst in Mexico ooit gevonden. De straatwaarde bedraagt ongeveer 340 miljoen dollar (245 miljoen euro).
153
4.26 Analyse foto 26
Bron: NRC NEXT 9-11-2010
154
4.26.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt. INFERENTIES
Iconisch Drie mannen zijn afgebeeld op deze foto. De positie van de mannen is gelijk, alleen hebben ze een been ergens opgezet en hebben ze een schrijfblok op dit been geplaatst. De kleding (shorts, trainingsjack, T-shirts, het nike logo op de bovenkleding en sportschoenen) van de mannen herkennen we als sportkleding. Klaarblijkelijk zien we hier drie sporters afgebeeld. Op de achtergrond zien we een trainingsfiets, wat het beeld van ‘sporten’ vergroot. Daarnaast zijn op de grond een aantal strepen te zien. Dit doet vermoeden dat de plek van de foto een sporthal is.
Indexicaal De mannen zijn niet aan het sporten, maar lijken eerder bezig te zijn met observeren. De positie van de mannen en het gegeven dat ze alle drie iets aan het opschrijven zijn, legt voor de kijker een causale relatie naar dat de mannen trainers zijn. Van welke sport is niet duidelijk. (Het is echter wel mogelijk dat sommige kijkers, de mannen op de foto herkennen en daarom een inferentie kunnen maken naar een soort sport en of sportteam).
Symbolisch Het eerste wat opvalt op de foto zijn de benen van de mannen. We zien eerst de benen van de mannen daarna de rest van hun lichamen. Dit komt omdat de mannen alle drie hun benen voor zich uit strekken en ergens voor zich op steunen. De focus op de benen komt vooral omdat de fotograaf de foto vanaf de schoenen van de mannen genomen heeft. Daaronder of voor is niets te zien. De wijze waarop de mannen staan en omdat zij blocnotes vasthouden, schrijven en voor zich uit kijken lijkt het alsof zij iets of iemand observeren. Wat dan de symbolische inferentie is die gemaakt wordt.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
Subniveaus:
Aard van interpretatie:
Drie mannen in sportkleding, allen in dezelfde lichaamspositie, schrijven op een schrijfblok. Vermoedelijk is de plek van de foto een sporthal De mannen lijken trainers/sporters van sportploegen. Het kan zijn dat de mannen bekende sporters/trainers zijn. We zien drie mannen in sportkleding (waarvan aangenomen wordt dat deze de trainers van een sportploeg zijn), een sportploeg observeren.
Connotatie Het eerste wat opvalt op de foto zijn de benen van de mannen. De focus op de benen komt vooral omdat de fotograaf de foto vanaf de schoenen van de mannen genomen heeft.
Het beeld dat de foto uitstraalt, is een vorm van observeren De mannen op de foto, lijken iets of iemand te observeren. Het eerste wat opvalt op de foto zijn de benen van de mannen. De focus op de benen komt vooral omdat de fotograaf de foto vanaf de schoenen van de mannen genomen heeft.
155
4.26.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. Holbewoner, het Franse beest of Jezus. MARSCOUSSIS. Drie leden van het nationale Franse rugbyteam schrijven zich in voor een indoor trainingssessie in Marcoussis, een gemeente in een van de zuidelijke voorsteden van Parijs. Wat ze precies opschrijven is niet duidelijk. De trainingssessie dient als voorbereiding voor de wedstrijd tegen het nationale elftal van de Fiji-eilanden, gepland op 13 november in Nantes, Frankrijk. Van de rugbyspelers op de foto (van links naar rechts: Julien Pierre, Lionel Nallet en Sebastien Chabal) is Chabal ongetwijfeld de bekendste. Niet allen vanwege zijn harde spel maar ook vanwege zijn bijzondere uiterlijk. De rugbyvariant van John de wolf uit de jaren tachtig – 1,90 meter groot en 115 kilo zwaar – kent vele bijnamen: het Franse beest, holbewoner, Attila de Hun en Jezus. Op YouTube zijn filmpjes te vinden van alle drie de rugbyspelers. Een topfilmpje van Julien Pierre is ruim 2.000 keer bekeken. Lionel Nallet doet het beter met bijna 19.000 ‘views’. Maar Sebastien Chabal blijkt een kijkcijferhot. Een van zijn compilaties is al meer dan 2,5 miljoen keer bekeken.
Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
Drie leden van het nationale Franse rugbyteam, 2) Schrijven zich in.
Indexicale inferenties Zin 1 1) voor een indoor trainingssessie in Marcoussis, een gemeente in een van de zuidelijke voorsteden van Parijs. Zin 2
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1
Zin 2
1) Wat ze precies opschrijven is niet duidelijk Zin 3
Zin 4
Zin 3 1) De trainingssessie dient als voorbereiding voor de wedstrijd tegen het nationale elftal van de Fijieilanden. Zin 4
1) Van de rugbyspelers op de foto is Chabel ongetwijfeld de bekendste, 2) Links: Julien Pierre, 3) Midden: Lionel Nallet, 4) Rechts: Sebastien Chabal)
156
Zin 5
Zin 5
Zin 6
Zin 6
Zin 7/8/9/10/11
Zin 7/8/9/10/11
Denotatie Drie leden van het nationale Franse rugbyteam (Julien Pierre, Lionel Nallet en Sebastien Chabal), schrijven zich in voor een indoor trainingssessie in Marcoussis, een gemeente in een van de zuidelijke voorsteden van Parijs. Wat ze precies opschrijven is niet duidelijk Van de rugbyspelers op de foto is Chabel ongetwijfeld de bekendste.
Connotatie De trainingssessie dient als voorbereiding voor de wedstrijd tegen het nationale elftal van de Fijieilanden.
157
4.27 Analyse foto 27
Bron: NRC NEXT 12-11-2010
158
4.27.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt. INFERENTIES
Iconisch Heel veel kruisjes die in het gras gestoken zijn, is wat we afgebeeld zien. We herkennen het materiaal van de kruisjes als hout. Op de kruisjes zijn foto’s en een soort van rode bloem geplaatst. Veel kruisjes bij elkaar associëren we met een kerkhof. De plek van de foto is dan ook een kerkhof of gedenkplaats voor de mensen die op de kruisjes zijn afgebeeld.
Indexicaal De meeste mensen die op de kruisjes zijn afgebeeld dragen een hoofddeksel die men in het leger draagt. Ook is bij sommigen een uniform te zien op de foto. We leggen op basis van deze informatie een causale relatie naar dat de mensen op de foto gesneuvelde militairen/soldaten zijn en dat het geen gewoon kerkhof is, maar een kerkhof of gedenkplaats speciaal voor hen.
Symbolisch We zien een grasveld bezaaid met kruisjes. Er is geen begin of eind in de foto waar te nemen, dat wil zeggen dat de kruisjes als het ware het beeld in komen en aan zowel de zijkanten en de achterkant het beeld uit vervagen. Met name op de achtergrond, omdat daar de foto’s op de kruisjes minder goed zichtbaar zijn. Het lijkt alsof ze waziger worden. De kruisjes samen symboliseren verdriet en verlies van gesneuvelde militairen/soldaten. Op de foto’s zijn namelijk duidelijk mensen in militair uniform te zien, waardoor we weten dat de foto een gedenkplaats voor gesneuvelde militairen uitbeeld.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
Een kerkhof/gedenkplaats met houten kruisjes met op elk een foto en een soort bloem is afgebeeld
Subniveaus:
De foto’s zijn van militairen/soldaten. Geen gewoon kerkhof, maar een gedenkplaats/kerkhof voor gesneuvelde militairen/soldaten is wat we zien
Aard van interpretatie:
We zien een kerkhof/gedenkplaats voor gesneuvelde militairen/soldaten.
Connotatie We zien een grasveld bezaaid met kruisjes. Er is geen begin of eind in de foto waar te nemen, dat wil zeggen dat de kruisjes als het ware het beeld in komen en aan zowel de zijkanten en de achterkant het beeld uit vervagen. Met name op de achtergrond, omdat daar de foto’s op de kruisjes minder goed zichtbaar zijn. Het lijkt alsof ze waziger worden. Verdriet en verlies is het
gevoel dat de foto oproept. Op de foto’s zijn namelijk duidelijk mensen in militair uniform te zien, waardoor we weten dat de foto een gedenkplaats voor gesneuvelde militairen uitbeeld. De kruisjes samen symboliseren verdriet en verlies van gesneuvelde militairen/soldaten. Een gedenkplaats die oproept tot verdriet en verlies van gesneuvelde militairen/soldaten.
159
4.27.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. Symbool voor vergane glorie en eeuwige slaap LONDEN. Meer dan 29.000 houten kruisjes zijn gisteren bij Westmister Abbey in Londen geplaatst. De Britse prins Philip, de echtgenoot van Queen Elizabeth, opende daar gisteren het Field of Remembrance (veld ter herinnering) voor alle Britse oorlogsslachtoffers. Elk jaar worden daar duizenden kruisjes geplaatst, die symbool staan voor Britse gesneuvelden vanaf de Eerste Wereldoorlog tot aan de oorlogen in Irak of Afghanistan. En elk houten kruis draagt de naam van de overleden militair, een nummer, de woorden ‘In Remembrance’ en een klaproos. Waarom een klaproos? De bloem staan symbool voor gesneuvelde militairen sinds een veldslag in Vlaanderen in de Eerste Wereldoorlog. Klaprozen groeiden destijds volop op de slagvelden. Ze staan symbool voor eeuwige slaap, dromen en ook voor hoogmoed en vergankelijkheid van aardse glorie. Patricia Dennington zegt namens The Royal British Legion tegen de BBC dat het aantal jaarlijks te plaatsen kruisjes toeneemt. Dit jaar waren het er 3.000 meer dan vorig jaar. Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
1) Meer dan 29.000 houten kruisjes
Indexicale inferenties Zin 1 1) Zijn bij Westmister Abbey in Londen geplaatst. Zin 2/3
Zin 4 1) Elk houten kruis draagt de naam van de overleden militair, 2) Een nummer, 3) De woorden ‘In Remembrance’, 4) En een klaproos. Zin 5/6/7/8
Zin 9/10
Denotatie Meer dan 29.000 houten kruisjes zijn bij Westmister Abbey in Londen geplaatst. Elk houten kruis draagt de naam van de overleden militair, een nummer, de woorden ‘In Remembrance’, en een klaproos.
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1
Zin 2/3 1) De Britse prins Philip, opende gisteren het Field of Remembrance (veld ter herinnering) voor alle Britse oorlogsslachtoffers, 2) Elk jaar worden daar duizenden kruisjes geplaatst, 3) Die symbool staan voor Britse gesneuvelden vanaf de Eerste Wereldoorlog tot aan de oorlogen in Irak of Afghanistan. Zin 4
Zin 5/6/7/8 1) De klaproos staat symbool voor gesneuvelde militairen sinds een veldslag in Vlaanderen in de Eerste Wereldoorlog. Zin 9/10
Connotatie De Britse prins Philip, opende gisteren het Field of Remembrance (veld ter herinnering) voor alle Britse oorlogsslachtoffers. Elk jaar worden daar duizenden kruisjes geplaatst, die symbool staan voor Britse gesneuvelden vanaf de Eerste Wereldoorlog tot aan de oorlogen in Irak of Afghanistan. De klaproos staat symbool voor gesneuvelde militairen sinds een veldslag in Vlaanderen in de Eerste Wereldoorlog.
160
4.28 Analyse foto 28
Bron: de Volkskrant 3-11-2010
161
4.28.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt. INFERENTIES
Iconisch Op de foto zijn drie hokjes te zien, die op een uitklapbare constructie zijn geplaatst. In een van de hokjes zien we een persoon voorover gebogen in het hokje staan. Naast dit hokje zit een klein meisje op de grond, die omhoog kijkt naar de persoon die voor het hokje staat. Op de hokjes staat een vlag afgebeeld, die we herkennen als de vlag van de United States. Onder deze vlaggen is de Engelse tekst ‘VOTE’ geschreven wat we associëren met het Nederlandse woord: stem
Indexicaal We leggen als kijker een causale relatie tussen de hokjes en de vlag en tekst die hierop is geschreven dat het stemhokjes betreft. De persoon die op de foto voorovergebogen voor een hokje staat is dus aan het stemmen. Omdat de vlag herkent is als de vlag van de United States, betreft het een verkiezing in de Verenigde Staten.
Symbolisch De Amerikaanse vlaggen die afgebeeld zijn op de hokjes die we op de foto zien, vallen het meest op. De reden hiervoor is dat ze fel gekleurd zijn en in beweging lijken te zijn. Het meisje dat onderaan de foto is afgebeeld, kijkt ook in de richting van een van de vlaggen. Waarschijnlijk kijkt zij naar de persoon in het hokje, maar omdat de vlaggen het eerste opvallen bij de kijker, wordt de richting die het meisje opkijkt hiernaartoe geleid. Onder de vlaggen die we zien is het woord ‘VOTE’ geschreven. Daaronder is in kleiner geschrift ‘pollmaster’ te lezen. De fotograaf wil waarschijnlijk op deze manier duidelijk maken dat de foto te maken heeft met de Verenigde Staten en een stemprocedure.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
Een persoon is aan het stemmen, terwijl een klein meisje vanaf de grond toekijkt. Het land waar deze foto is genomen zijn de Verenigde Staten.
Subniveaus:
De foto representeert de Verenigde Staten.
Aard van interpretatie:
Een persoon is aan het stemmen in de Verenigde Staten.
Connotatie De Amerikaanse vlaggen die afgebeeld zijn op de hokjes die we op de foto zien, vallen het meest op. De reden hiervoor is dat ze fel gekleurd zijn en in beweging lijken te zijn. Het meisje dat onderaan de foto is afgebeeld, kijkt ook in de richting van een van de vlaggen. Waarschijnlijk kijkt zij naar de persoon in het hokje, maar omdat de vlaggen het eerste opvallen bij de kijker, wordt de richting die het meisje opkijkt hiernaartoe geleid. Onder de vlaggen die we zien is het woord ‘VOTE’ geschreven. Daaronder is in kleiner geschrift ‘pollmaster’ te lezen. De fotograaf wil waarschijnlijk op deze manier duidelijk maken dat de foto te maken heeft met de Verenigde Staten en een stemprocedure.
162
4.28.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. De tweejarige Allyson Webb kijkt in Colorado hoe haar moeder stemt. In de VS werden dinsdag onder andere een nieuw Huis van afgevaardigden, een derde van de senaat en 37 gouverneurs gekozen.
Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
1) De tweejarige Allyson Webb kijkt, 2) Hoe haar moeder stemt.
Indexicale inferenties Zin 1 1) In Colorado
Zin 2
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1
Zin 2 1) In de VS werden dinsdag onder andere een nieuw Huis van afgevaardigden, een derde van de senaat en 37 gouverneurs gekozen.
Denotatie De tweejarige Allyson Webb kijkt hoe haar moeder in Colorado stemt.
Connotatie In de VS werden dinsdag onder andere een nieuw Huis van afgevaardigden, een derde van de senaat en 37 gouverneurs gekozen.
163
4.29 Analyse foto 29
Bron: NRC Handelsblad 8-10-2010
164
4.29.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt. INFERENTIES
Iconisch De plek van de foto is een groot open gebied in de buitenlucht. Op de foto zien we veel mensen afgebeeld, waarvan er een aantal in speciaal opvallen. Vooraan in het midden zijn twee personen afgebeeld, die op hun handen een ander persoon in de lucht tillen. Links op de voorgrond is een persoon te zien die een aantal pionnen in haar hand houdt. We herkennen deze pionnen als middelen die gebruikt worden om mee te jongleren. Rechts is een persoon te zien die een object om zijn nek draagt. Dit object herkennen we als een diabolo, waarmee men m.b.v. een koord kan jongleren. We associëren op basis van bovenstaande informatie de vier (zes) genoemde personen als artiesten. De trucjes die zij uitvoeren herkennen we als trucs die in een circus worden uitgevoerd. De mensen op de achtergrond staan allen te kijken naar deze artiesten. Een aantal van hen draagt een spandoek.
Indexicaal Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de mensen op de voorgrond en de mensen op de achtergrond. De mensen op de voorgrond voeren trucjes uit en de mensen op de achtergrond aanschouwen dit. De eerste groep wordt daarom geïdentificeerd als artiesten en de tweede groep als toeschouwers. Hiertussen legt de kijker de causale relatie dat er een optreden/uitvoering plaats vindt op de foto.
Symbolisch We zien dat twee personen, twee andere personen omgekeerd in de lucht houden. Dat wil zeggen dat de handen elkaar aanraken en de benen van de ene persoon op de grond staan en de benen van de andere persoon in de lucht steken. Een acrobatische truc. Hierdoor vallen zij extra op omdat ze ‘langer’ zijn dan de groep mensen die eromheen afgebeeld zijn. In het verlengde hiervan zien we op de achtergrond twee hoge gebouwen en een kraanmachine vanachter een heuvel verschijnen. Deze gebouwen zijn in werkelijkheid veel groter dan de twee personen die ieder een persoon in de lucht dragen. Maar omdat de foto de personen van dichtbij in beeld brengt en de gebouwen zich ver op de achtergrond bevinden, lijkt het alsof de twee personen die een acrobatische truc uitvoeren langer zijn dan de gebouwen. Hierdoor wordt extra focus gelegd op de lengte van deze personen.
BETEKENISGEVING Denotatie
Connotatie
Essentie:
Een aantal mensen zijn circustrucjes aan het uitvoeren, waar veel toeschouwers bij aanwezig zijn
Doordat de personen van dichtbij zijn gefotografeerd en de hoge gebouwen op de achtergrond afgebeeld worden, lijkt het alsof de personen die een acrobatische truc uitvoeren langer zijn dan de hoge gebouwen. Wat natuurlijk in het echt onmogelijk is.
Subniveaus:
Er vindt een optreden/uitvoering plaats
Aard van interpretatie:
We zien een optreden van artiesten die circustrucjes uitvoeren.
Er wordt extra focus gelegd op de lengte van de personen die het meest opvallen op de foto. De twee personen die twee andere personen omgekeerd op hun handen dragen, lijken door de stand van de camera langer dan de hoge gebouwen die we op de achtergrond zien. Hierdoor legt de fotograaf extra op de lengte van de personen die het meest opvallen op de foto.
165
4.29.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. Demonstrerende kunstenaars vandaag op het Malieveld Foto roel rozenburg
Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
1) Demonstrerende kunstenaars
Context Aansturen van:
Indexicale inferenties Zin 1 1) Op het Malieveld
Denotatie Demonstrerende kunstenaars op het Malieveld
Symbolische inferenties Zin 1 1) Vandaag
Connotatie Demonstratie was vandaag.
166
4.30 Analyse foto 30
Bron: NRC NEXT 30-11-2010
167
4.30.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt. INFERENTIES
Iconisch We zien een grote ovale baan waar mensen zich op voortbewegen. Aan de buitenkant zijn reclameborden te zien en op de achtergrond een soort van kantine. De ‘buitenbaan’ waar de mensen zich op bevinden herkennen we als bevroren water. De plek van de foto is een schaatsbaan. De mensen die zich voortbewegen doen dat op ondergebonden schaatsen en zijn dus schaatsers. In het middenstuk van de baan zien we een persoon met een camera afgebeeld. De schaatsbaan is omgeven door bomen, wat inhoudt dat de schaatsbaan zich buiten bevindt. We vertalen dit naar de werkelijkheid als natuurijs. Wat het tegenovergestelde is van een binnenbaan.
Indexicaal De vele schaatsers die we achter elkaar over de schaatsbaan zien schaatsen, maken voor de kijker de causale relatie naar een schaatswedstrijd
Symbolisch De schaatsers schaatsen als het ware rechts het beeld uit. Een deel van de schaatsers die we zien, zijn helder/duidelijk gefotografeerd en een deel is vaag/onduidelijk gefotografeerd. De schaatsers zien we links de hoek omkomen en hoe verder zij zich richting rechts begeven, hoe vager het beeld wordt. Het is een opname van bewegende elementen op de foto. Door de foto niet scherp te stellen, maar juist op deze manier af te beelden, legt de fotograaf op een mooie wijze de nadruk op snelheid. We zien ook niet de hele schaatsbaan afgebeeld, maar slechts een klein deel, waar we de schaatsers aan de ene kant het beeld in zien rijden en aan de andere kant het beeld uit verdwijnen.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie: Subniveaus: Aard van interpretatie:
Een groep schaatsers beweegt zich voort op een schaatsbaan Er is een schaatswedstrijd gaande in de openlucht We zien een schaatswedstrijd, op natuurijs.
Connotatie
Een naar het schijnt belangrijke schaatswedstrijd. -
Een naar het schijnt belangrijke schaatswedstrijd
168
4.30.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. Eerste rondjes op het natuurijs. NOORDLAREN. De eerste 125 rondjes op natuurijs – Bob de Vries deed dat gisteren het snelst in het Groningse Noordlaren, waar de eerste marathon van het seizoen op natuurijs werd gehouden. De 25-jarige schaatser ging solo over de streep. De Vries, die voor de BAM-ploeg uitkomt, reed in de slotfase slim weg bij zijn vier medevluchters en kon niet meer achterhaald worden. Christijn Groeneveld werd tweede en Martijn van es derde. Bij de vrouwen ging de overwinning naar Foske Tamar van der Wal. De schaatsster uit Grijpskerk profiteerde van een fout van concurrente Sandra ’t Hart. Die kwam wel als eerste over de streep, maar ze hield daarbij haar schaats niet op het ijs. Ze werd daarom voor straf teruggezet naar de derde plaats. Na de marathon in Noordlaren is nu ook al de eerste kortebaanwedstrijd aangekondigd in het Friese plaatsje Uilesprong. Deelnemers kunnen zich nog tot woensdagochtend 10.00 aanmelden. De wedstrijd start om 13.00.
Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
1) Rondjes op natuurijs.
Indexicale inferenties
Context Aansturen van:
Zin 1 1) In het Groningse Noordlaren, 2) Marathon. Zin 2/3/4/5
Symbolische inferenties Zin 1 1) Bob de Vries was gisteren het snelst, 2) Eerste marathon op natuurijs. Zin 2/3/4/5
Zin 6/7/8/9
1) Hij is 25-jaar, 2) De Vries, komt uit voor de BAMploeg, 3) Christijn Groeneveld werd tweede en Martijn van es derde. Zin 6/7/8/9/
Zin 10/11/12
Zin 10/11/12
Denotatie Tijdens een marathon rondjes op natuurijs schaatsen in het Groningse Noordlaren.
Connotatie 1) Bob de Vries van 25 was gisteren het snelst, tijdens de eerste schaatsmarathon op natuurijs. De Vries, komt uit voor de BAM-ploeg. Christijn Groeneveld werd tweede en Martijn van es derde.
169
4.31 Analyse foto 31
Bron: NRC NEXT 18-11-2010
170
4.31.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt. INFERENTIES
Iconisch
Indexicaal
Symbolisch
Deze foto is hoogst waarschijnlijk genomen in een bos. We herkennen bomen die dicht op elkaar staan en associëren dit naar de werkelijkheid als een bos. Tussen deze bomen is een object waar te nemen. Op basis van kleur en structuur identificeren we het materiaal van het object als plastic. Op basis van algemene kennis associëren we het met vuilniszakken
We leggen als kijker een causale relatie tussen het plastic materiaal en de vorm van het object, dat het een soort van tent is. Tussen het plastic materiaal door zien we verscheidene takken omhoog en opzij steken, die voor de kijker een verband leggen naar een tentconstructie. Het is weliswaar geen tent zoals we die kennen, maar meer een geïmproviseerde tent van plastic zeilen en takken.
Slecht een object – dat lijkt op een soort tentconstructie – zien we afgebeeld. De foto van dit object dat midden in een bos staat afgebeeld, symboliseert eenzaamheid. Een bos is een afgelegen plek en de tentconstructie staat niet gezellig op een camping maar helemaal alleen in het bos. Althans dat is wat de fotograaf ons laat zien.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
Subniveaus:
Aard van interpretatie:
Een plastic object, omgeven door bomen. De plek is aannemelijk een bos Het object is waar te nemen als een soort geïmproviseerde tentconstructie We zien een geïmproviseerde tent in een bos.
Connotatie Er wordt een soort tentconstructie midden in een bos (een afgelegen plek) afgebeeld. De foto van dit object dat midden in een bos staat afgebeeld, symboliseert eenzaamheid. Er wordt een soort tentconstructie midden in een bos (een afgelegen plek) afgebeeld. De foto van dit object dat midden in een bos staat afgebeeld, symboliseert eenzaamheid.
171
4.31.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. Mensen blijven menselijk in een onmenselijke situatie. CALAIS. Dekens die netjes opgevouwen op bed liggen en jassen die keurig zijn opgehangen. Dat viel fotograaf Henk Wildschut het meeste op aan de hutjes van illegale immigranten. De ‘huiselijkheid’. Ondanks het besef dat elke dag de laatste zou kunnen zijn. Wildschut besloot een fotodocumentaire te maken van de onderkomens, als symbool voor de illegaliteit en om een beeld te schetsen van wat het betekent om buitengesloten te worden. In 2005 bezocht wildschut voor het eerst de mannen die de sprong naar illegaliteit waagden om hun families te onderhouden. In grote doorgangskampen, zoals het kamp bij Calais waar bovenstaand hutje deel uitmaakt, wachtten zij geduldig op een kans om ‘de grote oversteek’ naar Groot Brittannië te maken, het land dat werd beschouwd als het beloofde land voor de illegale arbeider. Tussen de bomen achter een villawijk van de Franse kustplaats trof hij overal kleurrijke hutjes aan, gemaakt van dekens, kleding en afval, zorgvuldig aan elkaar geknoopt met stukjes touw en tape. De ‘jungle’, zoals de illegalen het stukje bos noemden, was grofweg ingedeeld in drie sectoren: het Afrikaanse deel, het Indiase deel en het Pakistaans-Afghaanse deel. ’s Nachts rivaliseerden die groepen om een geschikte vrachtwagen te vinden waarin – of waaronder – zij stiekem mee konden reizen naar het Britse vasteland. Tijdens zijn laatste bezoek aan het illegale kamp bij Calais afgelopen september merkte Wildschut op dat er bijna niemand meer is. De paar Afghaanse jongens die er nog waren vertelden dat de situatie uitzichtloos was geworden. De politie ‘bezocht’ de kampen meerdere malen per dag. Ze zouden de overgebleven mensen uit hun slaap houden en opjagen, net zolang totdat ze het zouden opgeven. Met als gevolg dat het probleem zich heeft verplaatst naar de haven van Duinkerken, waar nieuwe kampen zijn ontstaan.
Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
Indexicale inferenties Zin 1
Zin 2 1) De hutjes
1) Van illegale immigranten Zin 3/4/5/6
1) Kamp, 2) Bovenstaand hutje deel uitmaakt 1) Tussen de bomen, 2) Kleurrijke hutjes aan, gemaakt van dekens, kleding en afval, zorgvuldig aan elkaar geknoopt met stukjes touw en tape
Zin 7 1) Bij Calais
Zin 8 1) Achter een villawijk van de Franse kustplaats
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1 1) Dekens die netjes opgevouwen op bed liggen en jassen die keurig zijn opgehangen. Zin 2 1) Dat viel fotograaf Henk Wildschut het meeste op. Zin 3/4/5/6 1) Wildschut besloot een fotodocumentaire te maken van de onderkomens, als symbool voor de illegaliteit en om een beeld te schetsen van wat het betekent om buitengesloten te worden. Zin 7 1) In grote doorgangskampen, wachtten zij geduldig op een kans om ‘de grote oversteek’ naar Groot Brittannië te maken. Zin 8
172
Zin 9
Zin 9/10 .
Zin 11/12/13/14/15
Denotatie Een kamp met kleurrijke hutjes, gemaakt van dekens, kleding en afval, zorgvuldig aan elkaar geknoopt met stukjes touw en tape van illegale immigranten. Tussen de bomen, achter een villawijk in de Franse kustplaats Calais.
Zin 11/12/13/14/15 1) Tijdens zijn laatste bezoek aan het illegale kamp bij Calais afgelopen september merkte Wildschut op dat er bijna niemand meer is, 2) De paar Afghaanse jongens die er nog waren vertelden dat de situatie uitzichtloos was geworden.
Connotatie Fotograaf Henk Wildschut besloot een fotodocumentaire te maken van de onderkomens, als symbool voor de illegaliteit en om een beeld te schetsen van wat het betekent om buitengesloten te worden. In grote doorgangskampen, wachtten zij geduldig op een kans om ‘de grote oversteek’ naar Groot Brittannië te maken. Tegenwoordig is er bijna niemand meer is.
173
4.32 Analyse foto 32
Bron: NRC NEXT 22-11-2010
174
4.32.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt. INFERENTIES
Iconisch Twee mensen zijn afgebeeld op deze foto, waarvan we alleen de achterkant zien. We kijken als kijker in dezelfde richting als deze mensen, en zien een berg op de achtergrond. De lichtgrijze massa waarmee de berg is omringt herkennen we en associëren deze met wolken. De toppen van de berg zijn wit, welke we associëren met sneeuw. Algemene kennis zegt ons dat het ‘normaal’ is dat er op de toppen van een berg sneeuw ligt, vanwege de hoogte. Daarom vertalen we deze witte massa naar de werkelijkheid als sneeuw. In Nederland hebben we geen bergen van deze hoogte, waardoor het vrij duidelijk is dat de foto uit het buitenland afkomstig is.
Indexicaal De persoon op de foto die we in het geheel in beeld zien houdt zijn of haar jas/vest omhoog over zich heen getrokken. Op basis van deze informatie en de waarneming dat de berg op de achtergrond omringt is door wolken en sneeuw op de toppen heeft liggen leggen we een causale relatie naar: kou. De berg heeft een koude uitstraling door de witte en grijze massa waarin het zich bevindt en de persoon op de foto trekt zijn/haar jas/vest omhoog vanwege de kou. Althans dat is de causale relatie die de kijker maakt.
Symbolisch Op de personen op de foto na, is de afbeelding een prachtige natuurfoto. De berg wordt door het wolkendek en de witte toppen mooi in de ‘spotlight’ gezet. De mensen op de foto kijken niet in de richting van de camera, maar net zoals de kijker in de richting van de berg. Wat de focus op de berg nog sterker maakt. Omdat we van de persoon die we het eerst in beeld zien, dat hij/zij een jas uitgeklapt om zich heen houdt, symboliseert dit ‘kou’. Deze symbolisering wordt verstrekt door de sneeuw die we op de bergtoppen zien liggen. Ook is er verder niets te zien, behalve een kale, uitgestrekte vlakte wat ook weer de inferentie naar kou groter maakt. Waarom er een foto van deze berg is gemaakt en waarom de personen op de foto hier naar kijken is niet helemaal duidelijk. Op het eerste gezicht lijkt het alsof de personen op de foto net zoals de kijker zelf het gewoon een mooi beeld van een berg vinden.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
Een berg is omringt door wolken en sneeuw. Twee personen staan hiernaar te kijken.
Subniveaus:
De foto straalt kou uit.
Aard van interpretatie:
We zien een afbeelding van twee personen en een berg, die omgeven is door wolken en sneeuw op haar toppen bevat. De foto straalt kou uit.
Connotatie Op de personen op de foto na, is de afbeelding een prachtige natuurfoto. De berg wordt door het wolkendek en de witte toppen mooi in de ‘spotlight’ gezet. De mensen op de foto kijken niet in de richting van de camera, maar net zoals de kijker in de richting van de berg. De foto symboliseert ‘kou’. Een mooie ‘natuur’ afbeelding van een berg. De mensen op de foto kijken niet in de richting van de camera, maar net zoals de kijker in de richting van de berg. De foto symboliseert ‘kou’.
175
4.32.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. En het is weer bijna tijd om te gaan skiën. VANCOUVER. Een bezoeker beschermt zichzelf tegen de koude wind in Capilano Park, een natuurpark in het westen van Canada. Op de achtergrond zijn de contouren van de Grouse Mountain, een ruim 1.200 meter hoge berg, zichtbaar. Terwijl het aan de Canadese westkust doorgaans vooral veel regent, vielen er zaterdag de eerste sneeuwvlokken. En dat is goed voor de economie. De Grouse Mountain is namelijk een van de bekendste skigebieden in Noord Vancouver. Maar ook in de zomer is de berg een trekpleister, want dan is het een goede plek om grizzlyberen te spotten. De Grouse Mountain is te zien vanuit het Capliano Park. Het natuurpark is een van de populairste attracties van British Colombia, de meest westelijke provincie van Canada.
Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
Indexicale inferenties Zin 1 1) Een bezoeker, 2) 1) Tegen de koude wind, beschermt zichzelf. 2) In Capilano Park, een natuurpark in het westen van Canada. Zin 2 1) Op de achtergrond zijn de contouren van de Grouse Mountain zichtbaar. Zin 3/4
Zin 5/6/7
Denotatie Een bezoeker beschermt zichzelf tegen de koude wind in Capilano Park, een natuurpark in het westen van Canada. Op de achtergrond zijn de contouren van de Grouse Mountain zichtbaar.
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1
Zin 2 1) Een ruim 1.200 meter hoge berg.
Zin 3/4 1) Terwijl het aan de Canadese westkust doorgaans vooral veel regent, vielen er zaterdag de eerste sneeuwvlokken. Zin 5/6/7 1) De Grouse Mountain is een van de bekendste skigebieden in Noord Vancouver. 2) Het natuurpark is een van de populairste attracties van British Colombia, de meest westelijke provincie van Canada.
Connotatie De berg is ruim 1.200 meter hoog. Zaterdag vielen de eerste sneeuwvlokken. De Grouse Mountain is een van de bekendste skigebieden in Noord Vancouver. Capliano Park is een van de populairste attracties van British Colombia.
176
4.33 Analyse foto 33
Bron: NRC NEXT 19-11-2010
177
4.33.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt. INFERENTIES
Iconisch In totaal zien we vier personen op deze foto afgebeeld. Een van hen vormt echter de focus. Hij is de persoon in het midden van de foto. We zien dat hij iets in zijn handen houdt, wat we herkennen als een emmer. Deze houdt hij omgekeerd boven zijn hoofd. Daaronder zien een we een stapel munten en biljetten liggen, die we relateren aan geld. Achter deze stapel munten en biljetten zijn twee andere mannen afgebeeld, die hun blik tot deze stapel richten. De man leegt de inhoud van de emmer op een tafel voor de twee andere mannen.
Indexicaal We leggen een causale relatie tussen de emmer die omgekeerd opgetild is en de stapel munten/biljetten die eronder ligt, dat er een inzameling heeft plaatsgevonden. Er is geld ingezameld en op de foto zien we dat de inhoud van de emmer (waar klaarblijkelijk het geld in heeft gezeten) als het ware aan twee mannen wordt gepresenteerd.
Symbolisch De ogen van de twee achterste mannen zijn naar beneden gericht, wat de focus op de berg munten versterkt. Deze twee mannen dragen beide een bril, een pak en een stropdas. Wat infereert naar een plechtige bijeenkomst die de fotograaf met ons wil delen. Maar waarom, of wat de intentie van de fotograaf is, wordt niet helemaal duidelijk.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
Subniveaus:
Aard van interpretatie:
Een man leegt een emmer met geld op een tafel voor twee andere mannen. Er is een inzameling gehouden.
Er is een geldinzameling gehouden en we zien dat de opbrengst van de inzameling aan twee mannen gepresenteerd wordt.
Connotatie Deze twee mannen dragen beide een bril, een pak en een stropdas. Wat infereert naar een plechtige bijeenkomst die de fotograaf met ons wil delen. De ogen van de twee achterste mannen zijn naar beneden gericht, wat de focus op de berg munten versterk. Deze twee mannen dragen beide een bril, een pak en een stropdas. Wat infereert naar een plechtige bijeenkomst die de fotograaf met ons wil delen. De focus op de berg munten wordt door de ogen van de twee achterste mannen versterkt.
178
4.33.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. Een emmer vol frustratie. KIEV. Terwijl in Nederland de oppositie braaf interrumpeert, snerende opmerkingen maakt, of ongeïnteresseerd omhoog kijkt, is de politiek in de Oekraïne een stuk theatraler. Hier zien we een lid van de oppositie die een emmer munt- een briefgeld op de tafel van het kabinet leeggooit. Hij is boos om de belastinghervormingen in het land, die moeten voorkomen dat de Oekraïne meer geld verliest aan de belastingfraude. Maar volgens de oppositie is de nieuwe wetgeving schadelijk voor kleine bedrijfjes. Want met het nieuwe besluit zou er ook een einde komen aan een vast en relatief lager belastingtarief voor het midden- en kleinbedrijf. Voor het parlementsgebouw demonstreerden dinsdag duizenden Oekraïeners die zich zorgen maakten over het nieuwe fiscale beleid, zo meldde Kyiv Post die dag. Kleine ondernemers, freelancers, straathandelaren en taxichauffeurs scandeerden leuzen als “Hou je handen af van kleine bedrijven” en “De fiscale terreur moet stoppen”. Volgens de jaarlijkse enquête van de Wereldbank ‘Doing Business’ onder 183 landen, blijkt dat het huidige betalingssysteem van de Oekraïne gerangschikt is als het op drie na slechtste in de wereld, na Rusland en Venezuela. En het parlement zit in een lastig pakket, want hervormingen zijn nodig om aan de eisen te voldoen van het Internationaal Monetair Fonds. Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
Indexicale inferenties Zin 1
Zin 2 1) Hier zien we een 1) Van het kabinet. lid van de oppositie, 2) Die een emmer munt- een briefgeld op de tafel leeggooit. Zin 3/4/5
Zin 6/7/8/9
Denotatie Hier zien we een lid van de oppositie, die een emmer munt- een briefgeld op de tafel van het kabinet leeggooit.
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1 Terwijl in Nederland de oppositie braaf interrumpeert, snerende opmerkingen maakt, of ongeïnteresseerd omhoog kijkt, is de politiek in de Oekraïne een stuk theatraler. Zin 2
Zin 3/4/5 1) Hij is boos om de belastinghervormingen in het land, die moeten voorkomen dat de Oekraïne meer geld verliest aan de belastingfraude, 2) Maar volgens de oppositie is de nieuwe wetgeving schadelijk voor kleine bedrijfjes, 3) Want met het nieuwe besluit zou er ook een einde komen aan een vast en relatief lager belastingtarief voor het midden- en kleinbedrijf. Zin 6/7/8/9
Connotatie Een Oekraïense politicus is boos om de belastinghervormingen in het land, die moeten voorkomen dat de Oekraïne meer geld verliest aan de belastingfraude. Volgens de oppositie is de nieuwe wetgeving schadelijk voor kleine bedrijfjes. Met het nieuwe besluit zou er een einde komen aan een vast en relatief lager belastingtarief voor het midden- en kleinbedrijf.
179
4.34 Analyse foto 34
Bron: NRC NEXT 21-12-2010
180
4.34.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt. INFERENTIES
Iconisch Het eerste wat op valt in deze foto is de enorme boom in het midden van de foto en een auto die op de top van de boom is geplaatst. We herkennen de boom als een dennenboom. In de top van de boom is een auto geplaatst. Een auto hoort zich op de weg te bevinden en niet in de top van een boom, waardoor er een ongewone situatie ontstaat. Wat ook bijzonder is aan deze foto is dat de boom door middel van touwen recht wordt gehouden. Normaal gesproken staat een boom – of een dennenboom in dit geval – zonder touwen of dergelijke in de natuur. Op de achtergrond zien we gebouwen of huizen/boerderijen. De grond is bezaaid met sneeuw. De plek is dus ergens buiten in de buurt van de bewoonde wereld.
Indexicaal We leggen als kijker een causale relatie tussen de dennenboom en de sneeuw, naar kerst. Met kerst zet men zo’n soort boom in de kamer en tuigt deze op, we noemen dit dan een kerstboom. Op de foto is de boom ook opgetuigd alleen dan met een auto. De auto is er door mensen of door een grote kracht bovenop geplaatst, zoals een tornado. Maar doordat de boom recht wordt gehouden door een touwconstructie is het aannemelijker dat de auto er bewust bovenop is geplaatst.
Symbolisch De fotograaf geeft duidelijk aan wat het hoofdonderwerp van de foto is: een dennenboom met een personenwagen als piek. Dit komt omdat we het begin waar de dennenboom uit de grond komt, tot aan het hoogste punt van de voorkant van de auto uitgebeeld is. Alle elementen op de foto die zich daaromheen bevinden vallen in het niet, omdat ze ‘kleiner’ zijn. Er is echt ingezoomd op de dennenboom. De foto infereert naar kerst. De dennenboom, en het gegeven dat deze min of meer is opgetuigt en de sneeuw doet de kijker denken aan kerst. Maar het is geen normale situatie van een kerstboom, waardoor er waarschijnlijk ook juist een foto van is gemaakt. Hoe en waarom is niet geheel duidelijk voor de kijker. Het is voornamelijk een grappige foto.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
Subniveaus:
Aard van interpretatie:
Een dennenboom met een auto die op de top van de boom is geplaatst. De omgeving is in de buitenlucht, maar geen afgezonderde plek, omdat er gebouwen/huizen op de achtergrond staan Het doet denken aan kerst. Vanwege de touwconstructie rondom de boom, lijkt de auto bewust op de top te zijn geplaatst.
We zien een auto die op de top van een dennenboom is geplaatst, waarbij touwen de boom recht houden. Op de achtergrond zijn gebouwen/huizen te zien.
Connotatie De fotograaf geeft duidelijk aan wat het hoofdonderwerp van de foto is: een dennenboom met een personenwagen als piek. Een humoristische versie van het optuigen van een kerstboom. Alle elementen op de foto die zich om de dennenboom bevinden vallen in het niet, omdat ze ‘kleiner’ zijn. De foto infereert naar kerst. De dennenboom, en het gegeven dat deze min of meer is opgetuigt en de sneeuw doet de kijker denken aan kerst. Een humoristische versie van het optuigen van een kerstboom. Waarbij de fotograaf duidelijk aangeeft wat het hoofdonderwerp van de foto is – een dennenboom met een personenwagen als piek.
181
4.34.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. Kat-en-muisspel op het platteland.
BOERHAAR. Ja, je ziet het goed. Een auto als piek op een kerstboom. Het is op het Boerhaarse platteland, ten zuiden van Zwolle. Het betreft een actie van de Katholieke Plattelandsjongeren (KPJ) van Boerhaar, die op deze manier aandacht vragen voor hun jaarlijkse autorodeo. Door een auto elk jaar op de meest onmogelijke plekken neer te zetten proberen ze zo veel mogelijk in de (regionale) kranten te komen. Die wagens mogen daar natuurlijk niet blijven staan en moeten op last van de politie worden verwijderd, zegt woordvoerder van KPJ Boerhaar Sander Slinkman. “Het is de afgelopen jaren een soort kat-en-muisspel geworden. De burgemeester zei een paar weken geleden nog dat hij benieuwd was waar dit jaar weer een voertuig naar beneden moest worden gehaald”. Vorig jaar had de stichting een auto op een paal gezet, met daarop weer een steigerpaal van zes meter waarop een ooievaarsnest rustte. En die zijn beschermd, zegt Slinkman. “Dus die mocht niet worden weggehaald en kon lang blijven staan. Daar hebben we veel publiciteit mee gehaald”. Hoe ze de auto op de boom hebben gekregen zegt Slinkman liever niet. “Hoe meer informatie bij de politie terechtkomt, hoe makkelijker het wordt om na te gaan wie het hebben gedaan”, zegt hij. “Dan moeten we de verwijdering van die wagens betalen. Dat geld hebben we niet”. En dat alles voor de autorodeo, die volgend jaar op 17 april wordt gehouden. Ze beginnen zo vroeg met hun ‘campagne’ omdat mensen zich moeten inschrijven voor de wedstrijd. Inschrijvingsdata worden nog bekendgemaakt. De rodeo houdt in dat auto’s op een veld van 40 bij 40 meter elkaar in een greppel proberen te duwen. Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
Context Aansturen van:
Indexicale inferenties Zin 1
Symbolische inferenties Zin 1
1) Ja, je ziet het goed. Zin 2 1) Een auto, Op een kerstboom (ook indexicaal).
Zin 2
1) Als piek, 2) kerstboom
Zin 3 1) Het is op het Boerhaarse platteland, ten zuiden van Zwolle. Zin 4/5/6/7/8
Zin 9/10/11/12/13/14/15/16 Zin 17/18/19/20
Denotatie Een auto als piek op een kerstboom op het Boerhaarse platteland, ten zuiden van Zwolle.
Zin 3
Zin 4/5/6/7/8 1) Het betreft een actie van de Katholieke Plattelandsjongeren (KPJ) van Boerhaar, die op deze manier aandacht vragen voor hun jaarlijkse autorodeo, 2) Elk jaar wordt er op de meest onmogelijke plekken een auto neergezet voor publiciteit. Zin 9/10/11/12/13/14/15/16 Zin 17/18/19/20 1) De rodeo houdt in dat auto’s op een veld van 40 bij 40 meter elkaar in een greppel proberen te duwen. Connotatie Het betreft een actie van de Katholieke Plattelandsjongeren (KPJ) van Boerhaar, die op deze manier aandacht vragen voor hun jaarlijkse autorodeo. Elk jaar wordt er op de meest onmogelijke plekken een auto neergezet voor publiciteit. De rodeo houdt in dat auto’s op een veld van 40 bij 40 meter elkaar in een greppel proberen te duwen.
182
4.35 Analyse foto 35
Bron: NRC NEXT 13-12-2010
183
4.35.1 Analyse van de foto Analyse van de foto op basis van Iconische, Indexicale en Symbolische inferenties die de kijker maakt.
INFERENTIES
Iconisch Indexicaal We zien De elementen (puin, brokstukken, en mensen die te brokstukken, puin, middel van dit alles staan) maken een causale mensen die aan het referentie naar een gebeurtenis: een aardbeving. werk zijn te midden Een kracht heeft ervoor gezorgd dat een gebouw is van deze ingestort. We weten op basis van algemene kennis brokstukken. Aan de dat een aardbeving hiertoe in staat is. Aan de rechter linker en en linkerzijde van de foto zijn twee hoge gebouwen rechterzijde van de te zien en er tussen in puin en brokstukken. De foto zijn twee hoge causale relatie die ontstaat is dat er een gebouw gebouwen te zien. /huis is ingestort. Dit sluit aan met de referentie dat De kijker infereert er een gebeurtenis – een aardbeving – heeft op basis van deze plaatsgevonden op de plek van de foto. Ook de elementen in de mensen op de foto maken deze referentie sterker. Zij foto, dat de plek van staan bovenop de brokstukken, met onder andere de foto een brokstukken en een ladder in hun handen. De kijker woonplek is. Dit kan legt op basis van deze informatie een causale relatie een straat of wijk naar het opruimen van het puin dat we op de foto zijn. zien. In samenwerking met eerder referenties die de kijker maakt, kan het ook zijn dat de mensen op zoek zijn naar overlevenden.
Symbolisch De foto lijkt wel een soort 3D effect te hebben, doordat er ‘hoogte’ waar te nemen is. Dat wil zeggen dat de foto laag vanaf de grond is genomen om hoogte te stimuleren. De witgrijze achtergrond (waarvan het lijkt of deze verticale strepen bevat), en de hoge gebouwen aan weerszijden versterken deze inferentie. De bewegingen van de mensen op de foto, bevinden zich daardoor op een hoog niveau. De mensen lijken zich niet bewust van de fotograaf. De kleuren van de foto, zijn somber, wat infereert naar een sombere gebeurtenis die we afgebeeld zien.
BETEKENISGEVING Denotatie Essentie:
Een wijk of straat is afgebeeld, waar een gebouw is ingestort en mensen tussen het puin aan het opruimen of zoeken zijn
Subniveaus:
Geen gewone situatie, maar een ravage, waarvan het aannemelijk is dat de oorzaak een aardbeving is geweest. Mensen zijn het puin aan het opruimen of op zoek naar overlevenden. Een ingestort gebouw in een wijk of straat afgebeeld. Mensen zijn op deze berg puin aan het opruimen of zoeken zijn. Aannemelijk is dat de oorzaak van deze ravage een aardbeving is geweest.
Aard van interpretatie:
Connotatie De foto is laag vanaf de grond genomen om hoogte te stimuleren. De witgrijze achtergrond (waarvan het lijkt of deze verticale strepen bevat), en de hoge gebouwen aan weerszijden versterken deze inferentie. De kleuren van de foto, zijn somber, wat infereert naar een sombere gebeurtenis die we afgebeeld zien. De mensen lijken zich niet bewust van de fotograaf. De bewegingen van de mensen op de foto, bevinden zich op een ‘hoog niveau’.
De foto is laag vanaf de grond genomen om hoogte te stimuleren. De witgrijze achtergrond (waarvan het lijkt of deze verticale strepen bevat), en de hoge gebouwen aan weerszijden versterken deze inferentie. Infereert naar een sombere betekenis.
184
4.35.2 Analyse bijschrift De inferenties die de kijker maakt op basis van deze tekst in relatie tot de foto. Storm raast over het Midden-Oosten. ALEXANDRIË. Reddingswerkers zoeken naar overlevenden bij een ingestorte fabriek in Alexandrië. Het gebouw bleek niet bestand tegen de hevige storm die gisteren over de Egyptische havenstad raasde. Drie mensen werden levenloos onder het puin vandaan gehaald. Noodweer veroorzaakte dit weekeinde veel problemen in het Midden-Oosten. Een schip verging voor de kust van Israel en in Libanon kwam een vrouw om toen haar auto onder een boom terechtkwam. In Jordanië en Egypte ontstonden zandstormen, waardoor de haven van Alexandrië moest worden gesloten. In Damascus werden leerlingen naar huis gestuurd, omdat de straten door hevige sneeuwval onbegaanbaar waren geraakt. Het heftige weer maakte een einde aan weken van extreme hitte waarbij duizenden hectaren bos in Israel en Libanon in vlammen opgingen.
Co- text Feitelijke identificatie van:
Iconische inferenties
Indexicale inferenties Zin 1 1)Reddingswerkers, 1) Bij een ingestorte 2) Zoeken naar fabriek in Alexandrië. overlevenden. Zin 2 1) Het gebouw.
2) Bleek niet bestand tegen de hevige storm. Zin 3
Zin 4/5/6/7/8
Denotatie Reddingswerkers zoeken naar overlevenden bij een ingestorte fabriek in Alexandrië. Het gebouw bleek niet bestand tegen de hevige storm.
Context Aansturen van:
Symbolische inferenties Zin 1
Zin 2 1) Die gisteren over de Egyptische havenstad raasde. Zin 3 1) Drie mensen werden levenloos onder het puin vandaan gehaald. Zin 4/5/6/7/8
Connotatie De storm vond gisteren plaats en drie mensen werden levenloos onder het puin vandaan gehaald.
185
BIJLAGE III: ANALYSESCHEMA
Foto nr.
Fotoonderwerp
Fotoanalyse Betekenisgeving foto Iconisch / Indexicaal
Denotatief
Bijschriftanalyse
Symbolisch
Betekenisgeving bijschrift Iconisch / Indexicaal
Symbolisch
Connotatief
Denotatief
Connotatief
1
Ravage weg, aardbeving Chili
Denotatief
Connotatief
2
Marilyn Monroe Denotatief
Connotatief
3
Chinese jongeren, medische test
Denotatief
Connotatief
Denotatief
Bijschrift niet nodig m.b.t betekenisgeving
4
Protest kunstenaar
Denotatief
Connotatief
Denotatief
Connotatief Bijschrift wel nodig m.b.t betekenisgeving
5
Surfers, eerbetoon
Denotatief
Connotatief
Denotatief
Bijschrift wel nodig m.b.t betekenisgeving
6
Schip op kade, aardbeving Chili
Denotatief
Connotatief
Denotatief
Bijschrift niet nodig m.b.t. betekenisgeving
7
Jongeren/politie Denotatief ,oproer in Lyon
Connotatief
Denotatief
Bijschrift niet nodig m.b.t betekenisgeving
8
Pokerwedstrijd
Connotatief
Denotatief
Bijschrift niet nodig m.b.t. betekenisgeving Het bijschrift bevestigd slechts de inferentie van de fotoanalyse
Denotatief
Denotatief
Opmerking
Bijschrift niet nodig m.b.t. betekenisgeving Alleen de eerste zin draagt bij aan betekenisgeving aan het afgebeelde Connotatief Bijschrift wel nodig m.b.t betekenisgeving
186
Foto nr.
Fotoonderwerp
Fotoanalyse Betekenisgeving foto Iconisch / Indexicaal
Symbolisch
Bijschriftanalyse Betekenisgeving bijschrift Iconisch / Indexicaal
Denotatief
Opmerking
Symbolisch
Denotatief
Connotatief
Connotatief
9
Luchtfoto Dubai Denotatief
Connotatief
10
Begraafplaats, allerzielen
Denotatief
Connotatief
Denotatief
Bijschrift niet nodig m.b.t. betekenisgeving Het bijschrift bevestigd slechts de inferentie van de fotoanalyse
11
Vrouw en militair in keuken
Denotatief
Connotatief
Denotatief
Connotatief Bijschrift wel nodig m.b.t betekenisgeving De symbolisering van een ongewone situatie in de fotoanalyse, speelt een rol bij de betekenisgeving.
12
Mijnwerker
Denotatief
Connotatief
Denotatief
Bijschrift wel nodig m.b.t betekenisgeving
13
Gewichtheffer
Denotatief
Connotatief
Denotatief
Bijschrift niet nodig m.b.t. betekenisgeving
14
Ondergoed expositie
Denotatief
Connotatief
Denotatief
Bijschrift niet nodig m.b.t. betekenisgeving
15
Militaire parade Denotatief Noord-Korea
Connotatief
Denotatief
Connotatief Bijschrift niet nodig m.b.t betekenisgeving Bij de fotoanalyse worden voornamelijk iconische en indexicale inferenties gemaakt, wat leidt tot denotatie. Op basis hiervan is het niet mogelijk om een betekenis aan het afgebeelde te geven. Maar uit het bijschrift blijkt dat de foto 'een mooie foto' is en dat wordt uit enkel de fotoanalyse ook duidelijk.
Connotatief Bijschrift wel nodig m.b.t. betekenisgeving De secundaire informatie over waarom men juicht in de bijschriftanalyse is nodig om betekenis aan de foto te geven.
187
Foto nr.
Fotoonderwerp
Fotoanalyse Betekenisgeving foto Iconisch / Indexicaal
Denotatief
Bijschriftanalyse
Symbolisch
Betekenisgeving bijschrift Iconisch / Indexicaal
Symbolisch
Connotatief
Denotatief
Connotatief
Denotatief
Opmerking
16
Nieuwe Denotatief fractievoorzitter CDA
Connotatief
Bijschrift wel nodig m.b.t. betekenisgeving
17
Leeg vliegveld
Connotatief
Connotatief Bijschrift niet nodig m.b.t. betekenisgeving De primaire informatie in het bijschrift is toch ook deels belangrijk voor de kijker/lezer, omdat het verklaard wat we direct zien.
18
Achtervolging Amsterdam
Denotatief
Connotatief
Connotatief Bijschrift wel nodig m.b.t. betekenisgeving
19
Kunstwerk bouwput
Denotatief
Connotatief
Denotatief
Bijschrift wel nodig m.b.t. betekenisgeving
20
Zwitserse tunnel
Denotatief
Connotatief
Denotatief
Bijschrift wel nodig m.b.t. betekenisgeving Het bijschrift is in deze nodig om de plek van de foto aan te duiden. Op basis van enkel de fotoanalyse kan de kijker al genoeg inferenties maken om de plek en wat we zien in kaart te brengen.
21
Kip op het strand
Denotatief
Connotatief
22
Ku klux Klan
Denotatief
Connotatief
23
Ariel Sharon
Denotatief
Connotatief
Connotatief Bijschrift wel nodig m.b.t. betekenisgeving De fotograaf wil de focus leggen op het beeld van de kip, waardoor bij de fotoanalyse ook connotatie een rol speelt in de betekenisgeving. Denotatief
Bijschrift niet nodig m.b.t. betekenisgeving Connotatief Bijschrift wel nodig m.b.t. betekenisgeving
188
Foto nr.
Fotoonderwerp
Fotoanalyse Betekenisgeving foto Iconisch / Indexicaal
Bijschriftanalyse
Opmerking
Symbolisch
Betekenisgeving bijschrift Iconisch / Indexicaal
Symbolisch
Denotatief
Connotatief
Denotatief
Connotatief
Militairen in 24 Afghanistan
Denotatief
Connotatief
Denotatief
Grote 25 drugsvangst
Denotatief
Connotatief
Rugbyspelers 26 Frankrijk
Denotatief
Connotatief
Denotatief
Bijschrift wel nodig m.b.t. betekenisgeving
Kerkhof overleden 27 soldaten
Denotatief
Connotatief
Denotatief
Bijschrift niet nodig m.b.t. betekenisgeving
28
Stemmen VS
Denotatief
Connotatief
29
Demonstratie kunstenaars
Denotatief
Connotatief
Bijschrift niet nodig m.b.t. betekenisgeving Bijschrift wel nodig Connotatief m.b.t. betekenisgeving
Connotatief Bijschrift niet nodig m.b.t. betekenisgeving Het bijschrift is hierbij niet echt nodig, omdat de situatie van stemmen (waar het om gaat) o.b.v. alleen de foto ook duidelijk is voor de kijker
Denotatief
Bijschrift niet nodig m.b.t. betekenisgeving Het bijschrift kan weggelaten worden in deze, omdat het geen informatie bevat over waarom men demonstreert.
189
Foto nr.
Fotoonderwerp
Fotoanalyse Betekenisgeving foto Iconisch / Indexicaal
Denotatief
Bijschriftanalyse
Symbolisch
Betekenisgeving bijschrift Iconisch / Indexicaal
Symbolisch
Connotatief
Denotatief
Connotatief
Opmerking
30
Marathon op natuurijs
Denotatief
Connotatief
Connotatief Bijschrift niet nodig m.b.t. betekenisgeving Het bijschrift is hierbij alleen gewenst, om als kijker te weten te komen dat het de eerste marathon op natuurijs betreft. Echter is dit altijd een enorme gebeurtenis is Nederland, dus zijn mensen hoogst waarschijnlijk in de tijd dat men deze foto heeft gezien in de krant - in staat om de link naar de eerste schaatsmarathon op natuurijs te maken zonder bijschrift.
31
Tent in bos
Denotatief
Connotatief
Denotatief
Connotatief Bijschrift wel nodig m.b.t. betekenisgeving
32
Berglandschap
Denotatief
Connotatief
Denotatief
Bijschrift niet nodig m.b.t. betekenisgeving En dan alleen het secundaire gedeelte, wat de functie van de foto verteld.
33
Geldinzameling Denotatief
Connotatief
Connotatief Bijschrift wel nodig m.b.t. betekenisgeving
34
Auto op kersboom
Denotatief
Connotatief
Connotatief Bijschrift wel nodig m.b.t. betekenisgeving
35
Ingestort huis
Denotatief
Connotatief
Denotatief
Bijschrift niet nodig m.b.t. betekenisgeving Eigenlijk is de kijker in staat om op basis van enkel de foto betekenis aan de afgebeelde situatie te geven
190