WA LT E R T I L L E M A N S DOOR TOON BROUWERS
K R I T I S C H T H E AT E R L E X I C O N V L A A M S T H E AT E R I N S T I T U U T 1997
BIOGRAFIE h e t k r i t i s c h t h e at e r l e x i c o n i s e e n r e e k s p o rt r e t t e n va n b e l a n g r i j k e t h e at e r m a k e rs u i t d e t w i n t i g s t e e e u w. d e p o rt r e t t e n wo r d e n g e m a a k t i n o p d r ac h t va n h e t v l a a m s t h e at e r i n s t i t u u t e n d e v i e r u n i v e rs i t e i t e n : u. i . a n t w e r p e n , u n i v e rs i t e i t g e n t, k . u. l e u v e n , v. u. b ru s s e l . d e z e p u b l i c at i e m a a k t d e e l u i t va n e e n o m vat t e n d h i s to r i s c h p ro j e c t ro n d d e p o d i u m k u n s t e n i n v l a a n d e r e n i n d e t w i n t i g s t e e e u w. d e r e dac t i e r a a d b e s ta at u i t t h e at e rw e t e n s c h a p p e rs va n d e v i e r u n i v e rs i t e i t e n e n m e d e w e r k e rs u i t d e t h e at e rs e c to r . d e p u b l i c at i e g i n g va n s ta rt i n s e p t e m b e r 1 9 9 6 .
Wanneer Walter Tillemans in de Marnixstraat te Antwerpen wordt geboren op 20 februari 1932, zijn er nog verscheidene naties (vrachtverwerkende firma’s) die in de buurt een drukke activiteit ontplooien rondom de vele stapelhuizen of ‘entrepots’. Zijn vader werkt in en om de haven, een tijdlang als zeeman en scheepshersteller. Enkele dagen na zijn geboorte sterft zijn moeder, waardoor Walter wordt grootgebracht door zijn grootouders in de volkswijk ‘de Seefhoek’. Zijn grootvader is schrijnwerker en in zijn vrije uren feestbestuurder van de (liberale) volksmaatschappij De Bloemenkring. Tijdens zijn schooljaren krijgt hij het dikwijls hard te verduren: hij stottert en wordt hierom niet alleen door medeleerlingen, maar dikwijls ook door zijn onderwijzers uitgelachen en gepest. Hij maakt als knaap de tweede wereldoorlog mee en wordt enkele dagen na de bevrijding levensgevaarlijk gewond in de buik bij het inslaan van een obus, die door de Duitsers vanuit het nog niet bevrijde gebied ten noorden van Antwerpen was afgevuurd. Nauwelijks is hij aan de beterhand of Antwerpen wordt maandenlang bestookt met de ‘vliegende bommen’. Voor de bewoners van Antwerpen is dit een nieuwe, bijzonder traumatische verschrikking. De bevolking vlucht de stad uit, of zoekt gedurende maanden een schuilplaats in de kelders. Het zinloze oorlogsgeweld laat een diepe en blijvende indruk op Walter na. Tijdens zijn hogere middelbare studies volgt hij de afdeling handel (Van Aerdtstraat). Deze studie kan hij niet voltooien omdat een lange en pijnlijke beenderziekte hem twee jaar van school weghoudt. In het Stuyvenberg-ziekenhuis te Antwerpen en in het zeepreventorium van Den Haan leest hij zowat de hele beschikbare bibliotheek uit en leert hij de groten uit de moderne wereldliteratuur kennen: van Dostojevski tot Hemingway, van Steinbeck tot Malraux. Hij wil schrijver worden, maar komt als jonge bediende op een kantoorstoel terecht bij de Black Diamond Lines te Antwerpen, waar hij o.a. statistieken moet opstellen. ’s Avonds volgt hij lessen (onder meer filosofie bij prof. Leo Flam) in de Volkshogeschool Emile Vandervelde. In 1952 wordt hij lid van de culturele avant-gardevereniging De Nevelvlek te Antwerpen, waar hij kennis maakt met het internationale avant-gardetheater. Hier leert hij ook zijn latere echt-
5 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
wa lt e r t i l l e m a n s
biografie
genote Julienne de Bruyn kennen, die een theateropleiding volgt aan het Conservatorium en later aan de Studio. Via haar komt hij in contact met Fred Engelen die leider is van de Studio van het Nationaal Toneel.1 Intussen heeft Tillemans zijn toekomstbeeld gecorrigeerd en besluit hij theaterregisseur te worden. In 1957 vraagt Engelen hem om mee te gaan als technicus op een theatertournee in Belgisch Congo. Tillemans ziet de noodzaak in om een professionele opleiding te volgen en meldt zich aan bij de Studio van het Nationaal Toneel. Hij doorloopt daar de driejarige acteursopleiding en wordt al spoedig in de Studio de regieassistent van Fred Engelen. Zo assisteert hij niet alleen bij de trainingssessies en de ensceneringen met de toneelstudenten, maar ook bij de ensceneringen in de Koninklijke Nederlandse Schouwburg-Nationaal Toneel. Hij volgt ook een extra jaar regie in de Studio. Onmiddellijk na zijn afstudeerproject krijgt hij bij de KNS een eerste regieopdracht aangeboden, die meteen een publiekssucces wordt. De eerstvolgende jaren werkt hij freelance en van 1965 af is hij vast verbonden als regisseur bij de KNS. Hij combineert van meet af aan zijn professioneel regiewerk met een pedagogische taak. Wanneer Fred Engelen in 1961 naar Zuid-Afrika emigreert, wordt Walter Tillemans spelleider in de Studio, terwijl Alfons Goris er de algemene leiding krijgt. Op 13 mei 1964 trouwt hij met de actrice Julienne de Bruyn, die al een tijdje zijn levensgezellin is. Uit dit huwelijk worden twee kinderen geboren: Peter en David. Intussen profileert hij zich als een van de meest actieve en meest geëngageerde theatermakers van het KNS-gezelschap, waar vooral de jongeren graag onder zijn leiding werken. Hij voelt zich verwant met het maatschappelijk engagement van Brecht, die hij bewondert en waarvan hij enkele stukken regisseert. Voor de inspanningen die hij levert voor de verspreiding en interpretatie van het werk van Brecht krijgt hij overigens in 1964 de prijs Arbeid en Kunst, die hem door Achilles Mussche wordt overhandigd.2 Zijn maatschappelijk engagement manifesteert hij ook buiten de werkkring van de KNS. In 1968 wil hij helpen het T68-manifest (ondertekend door Hugo Claus, Carlos Tindemans en Alex Van Royen) een concrete invulling te geven en in 1969 steunt hij de Werkgemeenschap van de Beursschouwburg. Meermaals komt zijn maatschappelijke opstelling als regisseur in conflict met conservatieve stemmen. De heibel om De Plaatsbekleder in 1965, de controverse die zijn Man is Man-enscenering in 1968
oproept en de interne spanningen rond het afvoeren van Tijl 2 van Hugo Claus in de KNS (1969) zijn daarvan manifeste voorbeelden. Wanneer in 1969 de plaats van KNS-directeur vacant wordt, is Walter Tillemans kandidaat, maar het is collega-regisseur Lode Verstraete die het haalt. In 1972 is Tillemans opnieuw kandidaat, maar ditmaal is het Dom. de Gruyter die tot directeur wordt aangesteld (en tot 1986 deze functie zal blijven uitoefenen). Tillemans realiseert in de KNS ook in de jaren ’70 een rij van merkwaardige producties, publiekssuccessen met een grote artistieke waarde. Hij wordt er ook om gelauwerd, met onder meer in 1974 de Theatronprijs van De Nieuwe Gazet en in 1978 de Jan Oscar De Gruyterprijs als beste regisseur. In januari 1977 gaat hij op studiereis naar Praag, waar hij onder meer contact zoekt met de schrijver Pavel Kohout, een van de initiatiefnemers van de ‘dissidentenbeweging’ Charta ’77. Hij is er getuige van de brutale ontvoering van Kohouts vrouw Jelena door de Tsjechische geheime dienst. De gebeurtenis haalt de frontpagina van The Times en van de Belgische kranten.3 Omdat er in de KNS geen ruimte komt voor een ‘tweede plateau’ en omdat de Antwerpse kamertheaters na het theaterdecreet van 1975 even in een luwte verkeren, maakt hij samen met enkele collega’s plannen voor een nieuw initiatief. Op 15 februari 1979 gaat het Raamtheater succesvol van start in de Hoogstraat, met Nen Belgische Leeuw (David Mamet). In de KNS lopen de zaken niet altijd even gesmeerd. Na de première van de Driestuiversopera (Brecht) in de KNS (12 mei 1979) reageert hij kwaad op de niet zo gunstige kritieken met een ‘open brief’, waarin hij onder meer de KNS-directie verantwoordelijk stelt. In het Raamtheater komen er nu een aantal boeiende ensceneringen van stukken van en/of bewerkingen door Pavel Kohout, met wie hij een bijzondere vriendschapsrelatie opbouwt. Het succes in december 1982 van Arme Cyrano (Rostand/Kohout) is de aanleiding tot een aanbod van Jaak Vissenaken om zijn reizend theater BENT en het Raamtheater met elkaar te laten fuseren. Het nieuwe gezelschap zal Ensemble heten4, maar nog voor de fusie echt kan worden gerealiseerd zegt Vissenaken de samenwerking op. Er zijn een aantal wonden geslagen, maar Tillemans richt een nieuwe v.z.w. op en pakt in mei 1983 in zijn Nieuw Ensemble RaamTeater uit met een spectaculaire proeve van volkstheater Pak’m Stanzi: een catchwedstrijd als theatervoor-
6 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
7 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
wa lt e r t i l l e m a n s
stelling die jarenlang op de affiche zal blijven. Intussen is Walter Tillemans nog steeds vast verbonden aan het gezelschap van de KNS, dat sedert oktober 1980 in de nieuwe (veel te grote) Stadsschouwburg speelt en waar er een klimaat van groeiend onbehagen heerst. Begin november 1983 melden de voorpagina’s van de kranten dat Tillemans ontslag neemt uit de KNS en per 1 april 1984 het gezelschap zal verlaten. Na het succes met Arme Cyrano wordt hij uitgenodigd om in 1984 hetzelfde stuk in het Weense Burgtheater te regisseren. De jaren nadien volgen er nog meerdere gastregies in Oostenrijk en Duitsland. Op 16 november 1985 opent het Klein RaamTeater (Lange Gasthuisstraat) zijn deuren5, op 15 september 1986 het RaamTeater op ’t Zuid6 (De Vrièrestraat). Dat zijn werk gewaardeerd wordt bewijzen enkele onderscheidingen: in oktober 1985 krijgt hij te Rotterdam het Gouden Hart in de categorie theaterregie (een publieksprijs voor zijn regies van Arme Cyrano, Droom van een Zomernacht, en Pak’m Stanzi). In september 1987 wordt hem de Thaliaprijs uitgereikt op de Dagen van de Vlaamse Gids in Oostende. Het RaamTeater wordt ook uitgenodigd op festivals in Kiel (Duitsland), Edinburgh (UK) en Haïfa (Israël). Van 1988 tot 1992 is hij lid van de Raad van Advies voor Toneel (RAT), die onder meer advies moet geven over de verdeling van de theatersubsidies.7 Wanneer in 1991 de plaats van KNS-directeur opnieuw vacant wordt, stelt hij een samenwerkingsverband ‘Ensemble KNSRaamTeater’ voor, waarmee hij grootse plannen heeft. Tillemans wordt directeur, maar slaagt er niet in zijn plannen te verwezenlijken. In de Raamtheaters blijft het publiek komen, maar in de Stadsschouwburg is er geen merkbare verbetering. Wanneer de kritiek alsmaar luider wordt, wenst hij in 1994 geen verlenging van zijn mandaat. Hij wijdt zich nu verder aan het RaamTeater, regisseert, vertaalt, schrijft artikels, doet enkele gastregies in Israël. De commentaren die hij in de Raamkrant schrijft, krijgen een verbeten en wat bittere ondertoon. In september 1995 krijgt hij tijdens een repetitie een hartaanval en een hartstilstand, die hem bijna fataal worden. In 1996 ondergaat hij een hartoperatie. Op het einde van het seizoen 1996-97 gaat hij met pensioen.
8 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
M A AT S C H A P P E L I J K E C O N T E X T Na de eerste wereldoorlog heerste er in Europa nog een relatief optimisme. De vredesbewegingen (‘gebroken geweer’, ‘nooit meer oorlog’, enz.) waren ervan overtuigd: na de verschrikkingen van de ‘grote oorlog’ zou de wereld eindelijk opnieuw beter worden. Maar dit internationale optimisme werd door de wereldwijde economische crisis van de jaren ’30 en door de opkomst van het nazisme in Duitsland van de kaart geveegd. De tweede wereldoorlog (1939-45) werd nog wreder en universeler dan de eerste. Na het beëindigen van deze oorlog volgde geen nieuwe golf van grenzeloos optimisme. Vooral onmiddellijk na de Duitse overgave, toen er gedetailleerde feiten over de holocaust bekend geraakten, was het pessimisme groot. De ‘koude oorlog’ bleef overigens (tot aan de val van de Berlijnse muur in 1989) voor een haast constante oorlogsdreiging zorgen. De hoop op een algemene en universele mensenverbroedering was totaal verdwenen. Vele auteurs schreven in hun werk over de zinloosheid en de absurditeit van het menselijke bestaan en/of de samenleving. Bij de toneelauteurs gebeurde dit dikwijls in de vorm van een parabel die niet altijd voor iedereen even gemakkelijk toegankelijk was. Dit theater werd door de literatuurhistorici met het label ‘absurd toneel’ bedacht. (Hoewel niet het toneel maar wel de maatschappij waarover het theater handelde ‘absurd’ was.) Naast de nihilistische en/of absurdistische stromingen in de filosofie en de kunst bestonden er ook andere stromingen die niet zo pessimistisch waren. Zo bijvoorbeeld het existentialisme, dat in zijn Franse versie (Sartre, e.a.) sterk de nadruk legde op de persoonlijke verantwoordelijkheid van de individuele mens. De opeenvolgende hervormings- en protestbewegingen van de jaren ’50 en ’60 (Nozems & Halbstarken, Angry young Men, Provo, Flower Power, Mei ’68...) waren in oorsprong niet negativistisch, maar wilden integendeel de vermolmde, inhoudsloze en schijnheilige gedragsregels van de oudere generatie terzijde schuiven om ze te vervangen door nieuwe, dynamische, rechtvaardige en democratische principes (cf. John Lennons song Imagine). Ze maakten dankbaar gebruik van het existentialistische gedachtengoed. Ongeveer gelijklopend met de naoorlogse existentialistische en absurdistische stromingen in het theater, noteren we een heropbloei van het realistische theater. Dit ‘neo-realistische’ theater
9 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
wa lt e r t i l l e m a n s
was niet meer zo rauw-realistisch of naturalistisch als het theater in de tweede helft van de 19e eeuw. Het realisme had in de loop van de 20e eeuw immers een aantal elementen van andere kunststromingen (als symbolisme en expressionisme) in zich opgenomen. In het neo-realistische theater, van bijvoorbeeld de Britse ‘Angry young Men’ met als centrale figuur John Osborne (de auteur van Look Back in Anger), stond de wil om te breken met de oude maatschappijstructuren ook dikwijls centraal. Het generatieconflict dat zich in de jaren ’50 ontwikkelde was belangrijk, maar werd in de jaren ’60 overtroffen door een veel omvangrijker en diepgaander conflict. Dit resulteerde in een internationale maatschappelijke omwenteling, met als hoogtepunt de studenten- en jongerenrevolte in mei ’68. De nieuwe generatie wilde en zou de wereld grondig veranderen. Het Vlaamse theatermilieu stond niet echt aan de spits van deze maatschappelijke revolutie maar bleef toch ook niet afzijdig. Op het einde van de ‘golden sixties’ en tijdens de jaren ’70 (waarin mei ’68 nog lang nawerkte) was er een grote bloei van politieke theaters, de zgn. ‘vormingstheaters’. De idee, de boodschap primeerde hier op de vorm. Merkwaardig dat juist in deze jaren van overvloed het ‘arme’ theater hoogtij vierde. De jaren ’80 daarentegen werden gekenmerkt door een economische crisis en een hoge werkloosheid, ook bij de jongeren. Het solidariteitsen samenhorigheidsgevoel van mei ’68 maakte plaats voor het individualisme van de ‘yuppies’. In het theater kreeg de vorm (‘nieuwe esthetiek’) opnieuw het overwicht. Wanneer in de loop van de jaren ’80 opnieuw een brede maatschappelijke beweging op gang kwam, met massale protestmarsen tegen een nieuwe waanzinnige bewapening met de door de Verenigde Staten aan de West-Europese bondgenoten opgelegde plaatsing van kruisraketten (met atoomkoppen) en wanneer in 1989 de Berlijnse muur viel, kwam er eindelijk een einde aan de lange nasleep van de tweede wereldoorlog. Even kon het optimisme weer oplaaien,... maar voor korte tijd. In het nabije oosten er van vrede geen sprake. De Golfoorlog (1991) was kort maar ongemeen heftig en bracht geen bevredigende oplossing. De burgeroorlog in het voormalige Joegoslavië was mensonwaardig. Palestina bleef een kruitvat. De maatschappelijke problematiek drong zich onder die omstandigheden weer op de voorgrond en het theater probeerde in dit maatschappelijke kluwen niet afzijdig te blijven.
10 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
B E S C H R I J V I N G VA N D E A RT I S T I E K E L O O P B A A N KNS en Nationaal Toneel op de leest van Brecht en het volkstheater Wanneer Walter Tillemans zich in 1952 aansluit bij de culturele avant-gardevereniging De Nevelvlek8, werkt hij er samen met een De Nevelvlek reeks boeiende figuren: de auteurs Hugo Raes, Jan Christiaens, Fernand Auwera, de filosoof Julien Vandiest en de beeldende kunstenaar Jan Dries. Via Lode Rigouts9 die regisseur is van de theatergroep van De Nevelvlek leert hij de internationale theateravant-garde kennen, niet enkel de Franse existentialisten, maar ook de (in België nog niet doorgebroken) Bertolt Brecht10. Hij publiceert enkele literaire teksten11 in het tijdschrift Het Cahier, is regieassistent van Rigouts o.m. bij de enscenering van Het Geiteneiland (Betti), timmert en schildert decors, speelt de rol van Lucky in Wachten op Godot (Beckett), en neemt de leiding van de toneelwerkgroep op zich wanneer Rigouts in 1955 secretaris wordt van de Studio van het Nationaal Toneel. Hij regisseert vanaf dat ogenblik bij De Nevelvlek o.m. werken van Genet, Ionesco, Adamov, Christiaens, Claus en Brulin. Hij komt in contact met Fred Engelen op een theatertournee in Belgisch Congo. Fred Engelen ziet in hem in eerste instantie een theatertechnicus, maar Herman Teirlinck ziet iets meer in die gedreven jongeman De Studio van het Nationaal Toneel en aanvaardt hem als student bij de Studio van het Nationaal Toneel. Tillemans is wel verplicht de acteursopleiding te volgen, maar wordt spoedig reeds de regieassistent van Fred Engelen. Hij helpt hem bij de trainingssessies en ensceneringen met de Studiostudenten, maar eveneens bij zijn professioneel regiewerk in de Koninklijke Nederlandse Schouwburg. Ook Teirlinck zelf houdt zich persoonlijk bezig met de opleiding van de aspirant-regisseur en geeft hem a.h.w. privé-lessen. Zijn afstudeerproject Het Onbewoonde Eiland (Defresne) wordt in het voorjaar van 1961 door de collega’s-vaklui en door de pers zeer gunstig onthaald en voor het volgende seizoen krijgt hij van KNS-directeur Firmin Mortier direct een eerste regieopdracht aangeboden.
11 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
Eerste KNS-seizoenen
Engagement en polemische reacties
wa lt e r t i l l e m a n s
b e s c h r i j v i n g va n d e a rt i s t i e k e l o o p ba a n
De productie van De Wonderdoenster (Gibson) groeit in oktober 1961 uit tot een enorm publiekssucces met in het totaal 50 voorstellingen in hetzelfde seizoen. Ook Lijmen (naar Willem Elsschot) wordt in het voorjaar van 1962 erg goed onthaald. Zijn professionele theatercarrière is uitstekend gestart. Met De Goede Mens van Se-Tsoean van Brecht levert hij in oktober 1962 een bijzonder boeiende voorstelling af. Dat hij zowel voor de spelregie als voor het decorbeeld zich op het Berliner Ensemble-model geïnspireerd heeft, daar maakt hij geen geheim van. Het nieuwe is dat hij voor deze voorstelling van de getalenteerde maar tamelijk heterogene KNS-ploeg een coherent en gedisciplineerd ensemble kan maken en een bijzonder homogene speelstijl kan laten zien. Tillemans combineert van meet af aan zijn professioneel regiewerk met een pedagogische taak. Fred Engelen neemt afscheid van de Studio om samen met zijn echtgenote, de actrice Tine Balder en met zijn familie naar Zuid-Afrika te emigreren, waar hij aan de universiteit te Stellenbosch een ‘drama department’ opricht. Walter Tillemans wordt spelleider in de Studio, terwijl Alfons Goris de algemene leiding krijgt. Gedurende meer dan 12 jaar zal Walter Tillemans zijn stempel drukken op het gros van de jonge Vlaamse toneelspelers. Dit zorgt voor een grote wisselwerking en doorstroming: niet zelden worden stukken en regies eerst uitgetest in de Studio, vooraleer ze op het grote toneel van de KNS worden gebracht.
conservatief-katholieke pers op zijn kop. In dit stuk stelt de Duitse auteur Rolf Hochhuth12 de vraag naar de verantwoordelijkheid tijdens de tweede wereldoorlog van Eugenio Pacelli, de pauselijke nuntius in Duitsland en latere paus Pius XII. Volgens Hochhuth was Pacelli op de hoogte van de door de nazi’s gepleegde gruwelen op de joodse bevolking en door zijn stilzwijgen hieraan medeplichtig. Voornoemde pers is van mening dat zulke producties, die het grootste gedeelte van de bevolking zouden kunnen krenken in hun geloofsovertuiging, niet thuis horen in een gesubsidieerde schouwburg die van de ganse gemeenschap is. De linkse en vrijzinnige pers neemt het op voor het Fakkeltheater en roept de vrijheid van meningsuiting in. Na heel wat heen en weer getrek kan de voorstelling (zonder incidenten) toch doorgaan in de Bourlaschouwburg. Maar de heibel breekt opnieuw los wanneer de (christelijke) directeur-generaal van de BRT-televisie Paul Van den Bussche een gastprogramma Het vrije Woord van het Humanistisch Verbond op de Vlaamse televisie verbiedt, omdat er fragmenten uit De Plaatsbekleder in vertoond zouden worden13. De herrie bereikt zelfs even het parlement. Hoewel de hetze uiteindelijk bedaart, komt het nooit meer goed tussen de conservatief-katholieke kranten en de jonge ‘antiklerikale’ regisseur.
Het maatschappelijk engagement van Tillemans, zijn solidariteitsgevoel met de ‘kleine man’ die zo dikwijls het slachtoffer is van de ongrijpbare ‘hogere’ machten, zijn afkeer tegen alles wat naar oorlog en geweld zweemt: het zijn accenten die als constanten steeds weer in zijn regies terug te vinden zijn. Het Drama van de Fukuryu Maru (Cousin) waarin onschuldige vissers het slachtoffer worden van een Amerikaanse atoomproef, Tartuffe (Molière) waarin een goedgelovige burger het slachtoffer wordt van een schijnheilige zwendelaar, De Zaak J.R. Oppenheimer (Kipphardt) waarin de bewapeningswedloop wordt gehekeld: het zijn telkens duidelijke stellingnames, die hem niet altijd door iedereen in dank worden afgenomen. In 1965 is zijn regie voor het eerst het voorwerp van een heuse polemiek in de kranten. Wanneer het Fakkeltheater de Bourlaschouwburg in Antwerpen wil huren om een voorstelling te geven van De Plaatsbekleder (in een regie van Tillemans) staat de
12 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
De ontwikkeling van Tillemans kan niet los gedacht worden van zijn bewondering voor Brechts ‘wetenschappelijke’ opvatting van Brecht: succes en polemiek het theater en het belang van een gedocumenteerde regievoorbereiding (cf. conceptdramaturgie). Voor zijn enscenering in 1966 van Brechts Het Leven van Galilei laat hij zich weerom inspireren door het Berliner Ensemble. Luc Philips vertolkt de titelrol en doet met een in een pelsmantel gehulde Galilei erg sterk aan de Berlijnse voorstelling denken. Maar de speelstijl wijkt sterk af van het strakke Duitse voorbeeld. Het zeer nadrukkelijke demonstrerende spelen dat door Brecht was gepropageerd, herleidt Tillemans tot meer gematigde proporties. Samen met de vertolkers bereikt hij een sobere, maar anderzijds ook doorleefde speelstijl, waarbij de ‘inleving’ van het personage door de acteur opnieuw een zinnige betekenis krijgt. Na de première op 1 maart 1968 van Man is Man in de Bourlaschouwburg, breekt er opnieuw een controverse uit. Dit stuk werd door Bertolt Brecht gesitueerd in het door de Engelsen gekoloniseerde India, en is een scherpe aanklacht tegen de (koloniale) oorlog. Tillemans trans-
13 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
Koning Lear
De wisselwerking KNS en Studio
wa lt e r t i l l e m a n s
b e s c h r i j v i n g va n d e a rt i s t i e k e l o o p ba a n
poneert het hele verhaal naar Vietnam, waar de Amerikanen op datzelfde ogenblik een harde en meedogenloze neokoloniale oorlog voeren. In de katholieke en conservatieve kranten worden de woorden ‘infantiel’ en ‘walgelijk’ gehanteerd en Tillemans wordt voor cryptocommunist uitgescholden. De politiek van de Amerikaanse bondgenoot, die in Vietnam zogenaamd de traditionele en christelijke waarden verdedigt, kan echt niet ter discussie staan. Enkele weken later breekt wereldwijd de meirevolte uit, waarbij onder meer de moorddadige Amerikaanse Vietnaminterventie door de jongeren algemeen wordt veroordeeld.
buitenlandse theater. De voorstellingen die hij ziet op deze studiereizen, laten meer dan eens sporen na bij de Studio-werking: zo is het bijwonen van een voorstelling van Coriolan (Shakespeare/Brecht) door het Berliner Ensemble in december 1966 de aanleiding om met de Studio-studenten een eigen Coriolanus-enscenering op te zetten in mei 1967. Waarop KNSdirecteur Bert van Kerkhoven enthousiast beslist om hem ditzelfde stuk het daaropvolgende seizoen in de KNS te laten ensceneren, met dezelfde acteur, de jonge Jan Decleir, in de titelrol en met een gemengde Studio- en KNS-cast. De dubbele taak van Tillemans als regisseur in de KNS en als voornaamste speldocent in de Studio, is bijzonder bevruchtend geweest voor de twee werkgebieden.16 In de KNS is Tillemans intussen één van de bepalende figuren geworden. Zijn regies zijn degelijk voorbereid en voor elke nieuwe productie is hij bijzonder goed gedocumenteerd. Maar omdat hij in zijn regies naar een homogeen samenspel streeft, ligt zijn manier van werken wat moeilijk bij sommige acteurs en actrices van de ‘oude garde’ die een andere opleiding hebben gekregen en een traditie kennen, waarbij ‘op de zaal spelen’ of ‘schmieren’ geen vieze woorden zijn. De jongeren kennen hem als hun voormalige medestudent of docent in de Studio en appreciëren zijn degelijk gedocumenteerd en eigentijds regiewerk. Zij houden van zijn dynamische en vernieuwende aanpak en willen net als hij vensters openen op een snel evoluerende maatschappij.
In 1968 beleeft hij samen met Luc Philips een nieuw artistiek hoogtepunt, met een memorabele Koning Lear-enscenering. De traditie en het emplooi vereisen dat de figuur van de oude koning Lear door een grote, krachtige acteur wordt vertolkt. De keuze voor Philips, die op dat ogenblik een grote populariteit geniet dank zij zijn optredens in televisiereeksen als Jeroom en Benzamien en vooral De Heren van Zichem (waarin hij een gemoedelijke dorpspastoor speelt) en die erg klein van gestalte is, is niet zo voor de hand liggend. Maar Tillemans heeft Philips’ mogelijkheden correct ingeschat en laat hem van een autoritaire en gefrustreerde kleine driftkikker evolueren naar een meelijwekkende zielige grijsaard. Weerom zorgt een volgehouden homogeen samenspel voor een aangrijpende voorstelling, met een suggestieve, tijdeloze scenografie van John Bogaerts, die met Tillemans als zijn leermeester en mentor uitgroeit tot een van de belangrijkste Vlaamse scenografen van die generatie. Wanneer in 1968 Hugo Claus, Carlos Tindemans en Alex van Royen hun manifest T68 of de toekomst van het theater in ZuidNederland14 bekendmaken, roept Alex van Royen de hulp in van Walter Tillemans om de ideeën een concrete invulling te geven. Het blijft echter bij een mooi plan, dat nooit enige aanzet tot realisering krijgt.15 Gedurende de jaren ’60 en tot een eind in de jaren ’70 blijft Walter Tillemans intussen de voornaamste speldocent in de Studio van het Nationaal Toneel. Hij doceert er ‘werk aan de rol’ en ensceneert met diverse lichtingen laatstejaars boeiende eindprojecten. Meermaals neemt hij deel aan studiereizen die door de Studio-gezellen samen met enkele docenten worden ondernomen. Op die manier blijft hij in contact met actuele stromingen in het
14 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
Einde van de jaren ’60 doet Walter Tillemans enkele succesvolle gastregies in Nederland. In het najaar van 1969 regisseert hij Contestatie in en buiten het theater Toller (Dorst) bij de Nederlandse Comedie te Amsterdam. Bij de première in de Stadsschouwburg op 22 november breken er relletjes uit. Door een speling van het lot komt Tillemans midden in de Actie Tomaat terecht. Bij het koor zitten er enkele anarchistisch ingestelde acteurs die luidop protesteren en in de zaal ontploffen er rookbommetjes17. De anarchisten nemen het niet dat een ‘burgerlijk’ gezelschap als de Nederlandse Comedie een stuk speelt over de ‘revolutionair’ Toller. Na een discussie met de zaal laat directeur Guus Oster voortspelen, en ondanks alles wordt de voorstelling door de Nederlandse pers gunstig onthaald.18 Ongeveer terzelfdertijd steunt Tillemans van op afstand het initiatief van de jonge acteurs en actrices van de Werkgemeenschap die in de Beursschouwburg te Brussel een andere, maatschappe-
15 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
wa lt e r t i l l e m a n s
lijk relevante manier van theatermaken voorstaan. Wanneer de Werkgemeenschap (o.l.v. Dries Wieme, en met o.m. Bert André, Dirk Decleir, Rik Hancké) moeilijkheden krijgt met de raad van bestuur van de Beursschouwburg, wordt een actiecomité gesticht om het nieuwe initiatief te steunen, waarvan ook Tillemans deel uitmaakt. Desondanks wordt de Werkgemeenschap door het hoofdzakelijk katholieke Vlaamse establishment te Brussel kordaat geliquideerd.19 Wanneer KNS-directeur Bert van Kerkhoven in 1969 het stuk Tijl 2 van Hugo Claus van het repertoire neemt, officieel omdat het niet aan de gestelde artistieke eisen voldoet maar officieus omdat hij schrik heeft dat dit stuk een heftige polemiek zou uitlokken, reageren zowel de cast (o.m. Charles Cornette die de rol van Tijl zou vertolken) als de auteur Hugo Claus en regisseur Walter Tillemans bijzonder furieus. Voornamelijk de jongeren van het gezelschap volgen het protest. De Bourlaschouwburg wordt symbolisch bezet en de zwarte vlag wordt uitgehangen. Daarop maakt Bert van Kerkhoven bekend geen verlenging meer van zijn mandaat te wensen. Victor de Ruyter, directeur van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg te Brussel, die alles behalve een progressieveling is, maar die een goede neus bezit voor de actualiteit, haalt Tillemans naar Brussel en laat het afgewezen Tijl-stuk in maart 1970 in première gaan als Tand om Tand. Bij de première is het katholiekVlaamse establishment goed vertegenwoordigd en laat zich tijdens de pauze en op de receptie na de voorstelling wat smalend uit over de infantiele hersenspinsels van Claus20 en Tillemans. Pas vele jaren later blijkt dat deze satirische waarschuwing tegen de latente reactionaire en fascistische tendensen in Vlaanderen alles behalve infantiel was.21 Bij het einde van het directeursmandaat van Bert van Kerkhoven is Walter Tillemans kandidaat voor de opvolging, maar het is collega-regisseur Lode Verstraete die het haalt, o.a. omdat hij bij een raadpleging van het gezelschap de meeste stemmen behaalt. Verstraete zal het slechts drie seizoenen volhouden: na een conflict met schepen voor cultuur Van Elewijck wordt hij in juni 1972 opzij geschoven. Opnieuw is Tillemans kandidaat, maar ditmaal is het Dom. de Gruyter die tot directeur wordt aangesteld (en tot 1986 deze functie zal blijven uitoefenen).
16 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
b e s c h r i j v i n g va n d e a rt i s t i e k e l o o p ba a n
Begin 1970 regisseert hij Koning Jan (Dürrenmatt, naar Shakespeare) in de KNS met Julien Schoenaerts in de titelrol. Herrie om Schoenaerts Tijdens de repetities ontstaan er wrijvingen tussen een groot deel van de cast en Schoenaerts, die de fluitist Cochius meebrengt naar de repetities om tijdens de werkpauzes wat muziek voor hem te spelen, wat de rest van de spelers irriteert en tot wrijvingen leidt. De KNS-directie laat de fluitspeler de toegang tot de repetitieruimtes ontzeggen. De première verloopt zonder incidenten, maar enkele dagen later richt Schoenaerts zich voor de voorstelling tot het publiek, om te protesteren tegen wat men hem en zijn vriend heeft aangedaan. Dit irriteert de rest van de spelers, die zich na de voorstelling ostentatief tegen hem keren. Tillemans geeft geen van beide partijen gelijk, maar directeur Lode Verstraete zet Schoenaerts aan de deur en laat de (overigens erg boeiende) productie verder spelen met een eveneens sterk spelende Leo Madder.22 Al de herrie plus de rolovername zijn er de oorzaak van dat de productie van Koning Jan niet op zijn juiste waarde kan worden geschat: dit is theater met een boeiende onderliggende politieke boodschap, actueel en modern, maar ook sterk en bijzonder homogeen gespeeld, in een prachtige scenografie van Germinal Casado en John Bogaerts. De goede verstandhouding tussen Tillemans en Schoenaerts is door de gebeurtenissen niet aangetast. In de jaren ’70 en ’80 zal hun artistieke samenwerking resulteren in enkele andere, bijzonder mooie theaterproducties. De vruchtbare artistieke samenwerking tussen Tillemans en Luc Philips mondt in 1970 opnieuw uit in een gedenkwaardige voor- Het duo Tillemans - Philips stelling. Met het parabelstuk August August, August (Kohout) zorgt Tillemans alweer voor een absoluut publiekssucces. Dit ontroerende verhaal van de circusclown, die een trapje hoger op de maatschappelijke ladder wil geraken en die eerst wordt tegengewerkt en tenslotte afgestraft, ensceneert hij met veel spektakel en visueel entertainment, maar ook met vele ontroerende spelmomenten. Alle aspecten van Philips’ acteertalent worden optimaal aangewend. In 1973 bereikt hij met De Vrek van Molière en een door de critici ‘meesterlijk’ genoemde Philips in de rol van Harpagon, een nieuw hoogtepunt. In 1974 volgt een nieuwe Kohout-publiekstrekker: Arme Moordenaar. Met dit psychologisch drama realiseert Frank Aendenboom zijn definitieve doorbraak als acteur.
17 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
Het duo Tillemans Christiaens: volkstheater
Het duo Tillemans Schoenaerts: Kaspar
wa lt e r t i l l e m a n s
b e s c h r i j v i n g va n d e a rt i s t i e k e l o o p ba a n
Nog in het begin van de jaren ’70 leidt een nieuwe samenwerking tussen Tillemans en de auteur Jan Christiaens tot een van de grootste naoorlogse KNS-successen. In mei 1972 gaat De Parochie van Miserie in première, naar een boek van John Wilms. Het wordt een evocatie van het leven in een arme volkswijk rond de eeuwwisseling. Tillemans opteert voor een populaire aanpak, uiteraard met het gebruik van dialect en met vele historische volksliederen, opgezocht door Wannes van de Velde. Het publiek staat in de rij, ook bij de wederopvoeringen de volgende seizoenen. Christiaens en Tillemans maken er een trilogie van: het tweede deel, De Minerva, genoemd naar het befaamde Antwerpse automerk, is een brok Antwerpse geschiedenis van de eerste tot de tweede wereldoorlog, De Droom van Zotte Rik, het derde deel, toont het dagelijkse leven van de volksmens in een welvarende verzorgingsmaatschappij van de jaren ’70 die grotendeels haar ziel heeft verloren. Ook met deze andere delen van de trilogie wordt een breed en nieuw theaterpubliek bereikt. Tillemans noemt deze trilogie van volksstukken ‘een normale, rechtstreekse voortzetting van mijn werk met Brecht en Molière. Ik heb het dialect nooit als minderwaardig ervaren, integendeel. Wanneer het exact wordt gehanteerd is het een hoog poëtische toneeltaal.’23
Schoenaerts en De Meyere op het getouw gezet: boeiende producties die lange tijd de op de affiche blijven, en die veelvuldig op reis gaan.25 Het lijkt wel of de getalenteerde en gevoelige, maar ook labiele acteur Schoenaerts enkel bij Tillemans als regisseur de nodige rust en het nodige vertrouwen vindt om zijn uniek acteertalent ten volle tot ontplooiing te laten komen.
Tijdens de winter van 1972-73 werkt Tillemans met Julien Schoenaerts aan Kaspar (Handke): een stuk over de taal, de teloorgang van de persoonlijkheid en de creatie van de massamens. Dit stuk, dat weerom over een actuele maatschappelijke problematiek handelt, is een productie van het Ringtheater24 dat gesponsord wordt door de zakenman Aimé Proost. Schoenaerts is er artistiek directeur. Maar er zijn meningsverschillen tussen Proost en Schoenaerts. Op de voorziene premièredatum (11 januari) komt Schoenaerts niet opdagen. De première wordt uiteindelijk gehouden op 24 januari 1973, en groeit uit tot een succes. Enkele weken later breekt er brand uit in het theater, wat aanleiding geeft tot allerlei verdachtmakingen. De prachtige voorstelling zal later in september 1978 onder de koepel van Arca-Gent opnieuw ingestudeerd worden. Bij Arca vinden Tillemans en Schoenaerts overigens een gastvrij huis voor hun artistieke samenwerking. Hier worden o.m. De Huisbewaarder (Pinter) met Schoenaerts en Jo de Meyere, De Wereldverbeteraar (Bernhardt) met Schoenaerts in de titelrol en Wachten op Godot (Beckett) eveneens met
18 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
Tillemans realiseert tijdens de jaren ’70 in de KNS onder de directie van Dom. de Gruyter verder een hele rij van merkwaar- KNS en Studio dige producties. Zijn Tsjechov-regies (De drie Zusters 1970-71, De Kersentuin 1972-73 en Oom Wanja 1975-76) zijn artistiek bijzonder gave producties. Met zijn regie van Wachten op Godot beklemtoont hij de tragikomische aspecten van Becketts tekst, zodat deze toegankelijk wordt voor een breder publiek. Met De Vrek (Molière) en met Kleine Man, wat nu? (Dorst) haalt hij voor de zoveelste maal voor dit ‘betere’ toneel het grote publiek naar de schouwburg. Hij is een graaggeziene gastregisseur bij het Théâtre National te Brussel en bij het Nederlands Toneel Gent. In het begin van de jaren ’70 is Tillemans ook nog speldocent in de Studio Herman Teirlinck. In de lente van 1971 regisseert hij in de Studio de veelbesproken laatstejaarsproductie Lysistrata (Aristofanes). Ook hier weer sluit dit stuk (een satire over seks en oorlog) perfect aan bij de toen woedende ‘seksuele revolutie’ (‘make love, not war!’). In de herfst van 1973 ensceneert hij met de laatstejaarsstudenten een boeiende Leonce en Lena (Büchner). Maar na het seizoen 1973-74 komt aan de pedagogische taak van Tillemans in de Studio een einde, enerzijds omdat zijn regieopdrachten in het beroepstheater te veel van zijn tijd vergen, anderzijds omdat Alfons Goris en hijzelf een beetje uit elkaar zijn gegroeid.26 In juni 1977 zal hij nog De Nacht der Tribaden (Enquist) regisseren als eindexamen van de toneelafdeling van het Koninklijk Conservatorium te Antwerpen, met fel opgemerkte prestaties van onder meer Peggy de Landtsheer en Anke Helsen: een mooie afsluiting van zijn pedagogische activiteiten.
19 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
Eerste Raamtheater
Testament van Lenin
wa lt e r t i l l e m a n s
b e s c h r i j v i n g va n d e a rt i s t i e k e l o o p ba a n
Het Raamtheater, een open raam voor nieuwe theaterideeën
het midden een rode vlag. Op een draaiscène worden summiere plaatsaanduidingen aangebracht voor de diverse snel op elkaar volgende scènes. Marc Janssen speelt een indrukwekkende Lenin, maar ook alle andere vertolkingen zijn haast even monumentaal en het samenspel van de cast is erg boeiend. Op de scène wordt een stuk Europese geschiedenis getoond, niet als een didactische les maar als een levendig en dramatisch geladen fresco. Het inhoudelijke en het vormelijke aspect van de productie zijn volkomen met elkaar in evenwicht. De recensenten zijn het roerend met elkaar eens over het belang van deze voorstelling. En de anders doorgaans erg gereserveerde Guido van Hoof meldt in De Standaard: ‘Bericht aan de twijfelaars: ijlings naar de KNS!’29 Deze voorstelling is een absoluut hoogtepunt in Tillemans’ carrière.30
Het theaterdecreet van 1975, afgedwongen door een wekenlange staking van de Vlaamse beroepstheaters in het najaar van 1974, zorgt voor een financiële verbetering maar niet voor een ingrijpende artistieke vernieuwing. De grote gezelschappen (KNS, KVS en NTG) bewandelen verder de gekende paden en de kamertheaters genieten van hun ruimere subsidiëring. Samen met Frank Aendenboom, Toon Brouwers, Mon de Leenheir (KNScollega’s), Roger van Kerpel en enkele anderen sticht Tillemans het Raamtheater: een ‘open raam voor nieuwe theaterideeën’. Na een kleine aanloop met een kleine reisproductie27 wordt op 15 februari 1979 in de Hoogstraat te Antwerpen (de latere ‘rode zaal’ van het Fakkeltheater) van start gegaan met Nen Belgische Leeuw onder regie van Walter Tillemans, waarmee David Mamet in Vlaanderen op succesvolle wijze wordt geïntroduceerd. De acteerprestaties van Frank Aendenboom, Roger van Kerpel en John Willaert worden unaniem geprezen. Het feit dat Tillemans terzelfdertijd op diverse fronten werkzaam is, bezorgt hem wel kritiek van een aantal collega’s en van enkele critici. De Driestuiversopera (Brecht) die op 12 mei 1979 in de KNS in première gaat, krijgt een hoofdzakelijk negatieve pers. Tillemans, die meent dat hij te weinig repetitietijd heeft gekregen, reageert furieus met een ‘open brief’ waarin hij onder meer de KNS-directie een aantal ernstige verwijten toestuurt. Ondanks alles bereikt de productie een vrij talrijk publiek, maar het komt nooit meer echt goed tussen Walter Tillemans en directeur Dom. de Gruyter. Zijn ‘open brief’ wordt ook door een aantal leden van het stadsbestuur niet geapprecieerd.28 Het volgende seizoen neemt Tillemans een artistieke revanche, eerst met De Schepping, en Andere Zaakjes (Miller), en vooral met Het Testament van Lenin (Bolt), een verbluffende voorstelling van een toch niet zo gemakkelijk stuk. In een politiek zwaar geladen context beschrijft de ex-communist Robert Bolt de teloorgang van de communistische revolutie: een grote droom, die evolueert naar een verstikkende nachtmerrie. De scenograaf Marc Cnops, met wie Tillemans al verscheidene malen heeft samengewerkt (cf. gastregies bij het Théâtre National te Brussel), ontwerpt een uiterst sober maar efficiënt scènebeeld: een zwarte ruimte met in
20 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
Ondanks een minimale subsidiëring zet het Raamtheater door. In het voorjaar van 1981 is er de première van Play Macbeth, een Raamtheater en Ensemble huiskamerversie door Pavel Kohout van het drama van Shakespeare. De vertaling van Hugo Claus en de intense vertolkingen van Frank Aendenboom en Julienne de Bruyn zorgen mee voor het succes. In het najaar staat Kohout weerom op de affiche van het Raamtheater, wanneer Tillemans een ‘arme’ uitvoering regisseert van August, waarmee hij samen met Philips reeds in 1970 triomfen vierde. Ook deze productie, gespeeld met een erg jonge cast, krijgt een enthousiast onthaal. En in december 1982 wordt de Kohout-succesreeks verdergezet met Arme Cyrano: een bewerking van Cyrano de Bergerac (Rostand), door Kohout speciaal voor het Raamtheater gemaakt. Karel Vingerhoets, Els Olaerts (later An Nelissen) en Eric Kerremans weten samen met de rest van de cast bij het publiek de gevoelige snaar te bespelen, zonder daarbij de noodzakelijke milde ironie en de aangepaste vervreemdingseffecten te vergeten. Het Raamtheater in de Hoogstraat wordt te klein, de financiële middelen zijn te beperkt om op hetzelfde elan door te gaan. Wanneer Jaak Vissenaken rond de jaarwisseling het aanbod doet om met zijn reizend theater BENT en het Raamtheater een fusie aan te gaan, keurt de raad van beheer van het Raamtheater op voorstel van Tillemans deze fusieplannen goed. Ensemble wordt gesticht, met Jaak Vissenaken als directeur, Walter Tillemans als artistiek leider en Toon Brouwers en Annelies Vaes als afgevaardigd-beheerders. Het cultuurministerie geeft het nieuwe fusiegezelschap Ensemble een erkenning en subsidiëring voor het volgende seizoen 1983-84.
21 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
Ontslag KNS
Het tweede RaamTeater
wa lt e r t i l l e m a n s
b e s c h r i j v i n g va n d e a rt i s t i e k e l o o p ba a n
Intussen is Tillemans nog steeds werkzaam in de KNS. Wanneer het KNS-gezelschap in 1980 vanuit de historische Bourlaschouwburg naar de nieuwe Stadsschouwburg verhuist, geniet het nog een vol seizoen van een soort ‘nieuwsgierigheidseffect’ van het publiek. De zaal wordt geopend met een vrij spectaculaire enscenering door Tillemans van Tijl (Gorin): een Russische toneelbewerking van het boek van Charles de Coster. Maar de nieuwe schouwburg is voor het gezelschap een vergiftigd geschenk. De zaal is veel te groot en ongezellig, de exploitatiekosten zijn een veelvoud van wat er voor de Bourlaschouwburg nodig was. Het gezelschap wordt ingekrompen en niet meer verjongd. De verzuring doet zijn werk. Tillemans realiseert in 1982 nog een boeiende Moeder Courage (Brecht) met Julienne de Bruyn in de titelrol. Het jaar daarop volgt een bewerking van De Vrede (Christiaens en Tillemans, naar Aristofanes),31 maar tijdens de repetities in mei 1983 zijn er diverse wrijvingen met spelers en medewerkers. Deze voorstelling wordt geen succes. Enkele weken nadien zegt Vissenaken de samenwerking op die het Raamtheater en BENT pas hadden aangegaan om beide organisaties te verenigen in een Ensemble. Tillemans ziet zijn droom van een eigen gezelschap in rook opgaan en maakt enkele moeilijke maanden door. Maar na de zomer begeleidt hij onverstoord de succesvolle tournee in Vlaanderen en Nederland van Arme Cyrano onder de koepel van Ensemble (maar met scheiding van tafel en bed).32 Koppig en verbeten maakt hij voorbereidingen voor een vernieuwd Raamtheater. Dom. de Gruyter vraagt hem begrijpelijkerwijze om duidelijkheid in verband met zijn engagementen in de schoot van het KNS-gezelschap. In het najaar realiseert Tillemans in de KNS nog een interessante voorstelling van De Speler, een zoveelste regie van een stuk van Pavel Kohout, met een uitstekende Luk Perceval in de titelrol. Kort daarop kondigt hij aan per 1 april ontslag te nemen bij de KNS, om zich volledig aan het Raamtheater te wijden.
een groot gedeelte ‘nieuw’ publiek) loopt storm. De productie wordt diverse malen opnieuw op de affiche genomen en behaalt een zelden gezien succes, ook in Nederland33 en op diverse buitenlandse tournees. Ze zou tot 1992 (ditmaal door Ensemble KNS-RaamTeater, met een bijna volledig nieuwe cast) gespeeld worden. Via enkele goede vrienden komt Tillemans op het spoor van een paar uiterst geschikte ruimten voor kleine theaterzalen. Op 16 november 1985 wordt het Klein RaamTeater (voor 92 toeschouwers) geopend in de Lange Gasthuisstraat nr. 26, en op 15 september 1986 opent het RaamTeater op ’t Zuid (voor ca. 200 toeschouwers) in een voormalig Museum voor Warenkunde (een overblijfsel uit onze koloniale tijd) in de De Vrièrestraat nr. 36. Enkele sponsors helpen hem zijn plannen te verwezenlijken om deze prachtige galerijenzaal om te bouwen tot een gezellig en functioneel theater ‘naar Elizabethaans model’. En ook het publiek helpt mee, want het komt steeds in grotere getale opdagen: o.a. voor Luc Philips, die met de theatermonoloog De Tuinman van de Koning (Walter van den Broeck) meer dan 300 voorstellingen speelt. Niet elk stuk wordt een artistiek hoogtepunt, maar het niveau van de RaamTeater-producties daalt niet onder een bepaald niveau.
Het Nieuw Ensemble RaamTeater krijgt een erkenning en een subsidie en neemt op 4 mei 1984 een vliegende start met een publieksvoltreffer: Pak ’m Stanzi. Deze theatervoorstelling heeft de vorm van een heuse catchwedstrijd, waarvoor de jonge cast maandenlang een doorgedreven training van ex-catchkampioen Al Bastian kreeg. Een aantal academisch gevormde critici halen de neus op voor de volkse aanpak, maar het publiek (waaronder
22 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
De belangstelling die Tillemans sedert zijn Nevelvlek-jaren heeft voor het eigentijdse Vlaamse drama, is gebleven.34 In de rij van De kritiek op de korrel Vlaamse creaties krijgt De Stoel van Stanislavski (Van Meir) bijzondere aandacht. Onderwerp: een aantal kandidaten leggen een auditie af bij een trendy avant-garde regisseur. Het stuk is niet enkel een satire op een aantal aspecten van het Vlaamse theaterwereldje, maar ook een parabel over het machtsmisbruik in de maatschappij. De acteursprestaties van de jonge cast zijn verbluffend en de voorstelling krijgt een goede pers. Sommige recensenten reageren bits, omdat er verwijzingen naar Jan Fabre en Jan Decorte worden vermoed en er bovendien in de voorstelling prikjes worden uitgedeeld naar de academische toon van bepaalde theaterrecensenten. In De Morgen van 3 maart 1987 verschijnt zelfs een dossier van drie bladzijden over deze productie met pro en contra’s, waarbij radio-criticus Wim van Gansbeke ongemeen scherp uithaalt en lucht geeft aan zijn ‘schaamte over zoveel ongein, smaldenken, gefrustreerde afrekening en dramatische onmacht’, terwijl Etcetera-redacteur Johan Thielemans
23 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
wa lt e r t i l l e m a n s
bekent dat het stuk hem ‘blij heeft verrast’. Het publiek komt en geniet. Het theater, dat ‘talk of the town’ is, vaart er wel bij. Prijzen en internationaal succes
In september 1987 wordt hem de Thaliaprijs uitgereikt op de Dagen van de Vlaamse Gids te Oostende. De jury van deze laatste prijs bekroont Walter Tillemans en zijn Nieuw Ensemble RaamTeater voor een reeks opmerkelijke theateropvoeringen en ook voor de bijdrage die hij leverde tot de Vlaamse dramaturgie (o.m. door de creatie van De stoel van Stanislavski) en tot de Vlaamse toneelinfrastructuur (door de opening van twee nieuwe Antwerpse theaters). De regiestijl van Tillemans wordt weliswaar niet meer (zoals in de jaren ’60) als ‘vernieuwend’ voor het repertoiretheater ervaren, maar blijft een breed publiek aanspreken. Producties als Geschiedenis van een Paard (Tolstoj) en Spel van Liefde en Toeval (Marivaux) hebben een lange speellijst, met vele reisvoorstellingen. Het RaamTeater wordt ook uitgenodigd op festivals in Kiel (Duitsland), Edinburgh (UK) en maakt een tournee door Duitsland. Van 20 tot 30 mei 1988 is het RaamTeater te gast op het Internationaal Festival te Haïfa in Israël, en speelt er Scapino (van Molière, regie Frank Dunlop), Teibele en haar Duivel (van Singer, regie Joseph Millo) en Droom van een Zomernacht (van Shakespeare, regie Walter Tillemans). De reacties zijn enthousiast, en Walter Tillemans zal de volgende jaren door het stedelijk theater van Haïfa ook gevraagd worden als gastregisseur.
KNS en RaamTeater onder één dak? Directeur van het Ensemble KNSRaamTeater
Tillemans werkt hard en lijkt onvermoeibaar: hij runt twee theaters en regisseert een pak producties. Na het beëindigen van de opdracht van Ivonne Lex als KNS-directeur, stelt Tillemans aan het stadsbestuur voor om een samenwerkingsverband op het getouw te zetten tussen de gezelschappen van KNS en RaamTeater. Na heel wat besprekingen komt er een akkoord uit de bus en wordt hij in 1991 voor een periode van drie jaar aangesteld als directeur van het Ensemble KNS-RaamTeater. Hij heeft grootse plannen, wil opnieuw de beste acteurs van het land aantrekken en met een gevarieerd en boeiend repertoire drie zalen bespelen. Maar het valt niet echt mee. De eerste reeks voorstellingen van Goya of de Slaap van de Rede (Buero Vallejo) in
24 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
[1] Man is Man (Bertolt Brecht). KNS Antwerpen 1967-1968. Regie: Walter Tillemans. Het voorbeeld van Brecht en het Berliner Ensemble.
[2] Tartuffe (Molière). KNS Antwerpen 1964-1965. Regie: Walter Tillemans. [3] King Lear (William Shakespeare). KNS Antwerpen 1968-1969. Regie: Walter Tillemans. Luc Philips als Lear.
[4] Pak ’m Stanzi (Claire Luckham). Raamtheater Antwerpen 1983-1984. Regie: Walter Tillemans. Theater, een catchwedstrijd.
b e s c h r i j v i n g va n d e a rt i s t i e k e l o o p ba a n
de Stadsschouwburg te Antwerpen moet voortijdig worden stopgezet wegens ziekte van hoofdacteur Luc Philips (een productie die overigens geen artistieke hoogvlieger is). Het publiek blijft graag komen naar de twee RaamTeaters, maar in de grote Stadsschouwburg zijn de succesvolle voorstellingen erg beperkt. Voor de heropening van het prachtig gerestaureerde Bourlatheater (ter gelegenheid van Antwerpen ’93, culturele hoofdstad van Europa) regisseert hij Leven en Dood van het Water, een poëtische evocatie op tekst van Jan Christiaens, die op scènisch vlak geen meevaller is: de kritiek is hard. Voor de openingsvoorstelling van het seizoen 1993-94 Koning Lear (Shakespeare, regie Tillemans) komt er veel publiek, maar ook de kritiek blijft komen. Nu ook vanuit het Antwerpse stadhuis. Tillemans reageert bitsig en polemiseert met de pers. Tot de raad van bestuur van het RaamTeater wijselijk besluit het samenwerkingsakkoord op te zeggen. Van het seizoen 1994-95 af wijdt Tillemans zich weer aan de twee RaamTeaters waar het publiek hem niet in de steek laat en Opnieuw RaamTeater waar hij een artistieke revanche neemt met enkele mooie voorstellingen: de creatie van Amanda (Walter Van den Broeck) en de productie van De Lintjes van Mijnheer Schutz (Fenwick), een ‘komedie met inhoud’, waarvan hij samen met de acteurs een bijzonder homogene, amusante voorstelling brengt. In september 1996 betaalt hij echter een zware tol voor zijn jarenlang hard labeur. Tijdens een repetitie wordt hij getroffen door een hartaanval en een hartstilstand. Gelukkig is er een verpleegster in de buurt die de symptomen juist inschat en hem de eerste zorgen toedient. In de weken die hij daarop in het St.Elisabethziekenhuis moet doorbrengen (schuin tegenover het Klein RaamTeater) maakt hij van zijn ziekbed een tweede kantoor. Nauwelijks hersteld gaat hij opnieuw als directeur en regisseur aan de slag. Na afloop van het seizoen 1995-96 dient hij een ernstige hartoperatie te ondergaan. Hij werkt het seizoen 199697 nog af, met onder meer het zeker niet grensverleggende, maar genietbare Een ideale Echtgenoot (Wilde) en besluit na zijn 65e verjaardag en na de realisatie van zowat 155 regies met pensioen te gaan. Zijn vriend en jarenlange medewerker, de scenograaf Marc Cnops, neemt de leiding van het RaamTeater van hem over.
[5] Arme Cyrano (Pavel Kohout). Raamtheater Antwerpen 1982-1983. Regie: Walter Tillemans. Karel Vingerhoets als Cyrano.
29 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
k u n s t- e n t h e at e ro p vat t i n g e n
K U N S T- E N T H E AT E R O P VAT T I N G E N De kunst- en theateropvattingen van Walter Tillemans zijn te vinden in de vele programmabrochures van zijn ensceneringen: meestal schrijft hij er op een heldere en bevattelijke manier begeleidende of duidende teksten in. Steeds getuigen ze van zijn brede interesse voor het maatschappelijke gebeuren, van zijn humanistische en socialistische levensvisie. Zijn opvattingen zijn ook te vinden in de editorialen die hij vanaf ca. 1984 schrijft in de Raamkrant (resp. de Ensemble KNS-RaamTeater Krant). In deze editorialen refereert hij ook meermaals aan actuele maatschappelijke problemen, als bv. racisme, bureaucratie, milieuvervuiling. Theater is voor hem geen vrijblijvend amusement, maar ook het academisch intellectualisme en het elitair estheticisme wijst hij kordaat af. ‘Het teater is de uitdrukking van ons leven en samenleven, van de bewuste en onbewuste aspiraties van individu en gemeenschap, van al de conflicten die dit met zich meebrengt. Het beantwoordt aan het beste, het meest troebele en visionaire in onze samenleving.’35 Als leerling van Herman Teirlinck heeft hij ook steeds Teirlincks ideaal willen helpen realiseren: het streven naar een theater voor een breed publiek, het werken aan een eigen spelcultuur met een groot gezelschap waarin de beste krachten in een hecht ensemble met elkaar samenwerken. Voor een terugblik op zijn carrière laten we Tillemans zelf aan het woord36: ‘Eigenlijk ben ik met heel mijn werk als regisseur en als animator een soort testamentuitvoerder geweest van de ideeën van Herman Teirlinck. Ik vond dat mijn taak, mijn opdracht ook hier lag: in het eigen land. Ik heb altijd veel uitnodigingen uit het buitenland naast mij neergelegd met het besef dat mijn plaats hier was, in Antwerpen.’ Wat Teirlinck met zijn Nationaal Toneel voor ogen had, was dat de KNS het pilootgezelschap moest worden in Vlaanderen, een soort moedergezelschap naar het voorbeeld van de Old Vic (de KNS) en de Young Vic (de Studio). Vanuit dit moedergezelschap zouden er vernieuwende impulsen kunnen gegeven worden en zou er in Vlaanderen ook een spelcultuur kunnen ontstaan. Firmin Mortier begreep wel waar het met het Nationaal Toneel om te
30 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
doen was, maar beschikte niet over het financiële en organisatorische potentieel om dit te realiseren. Het gezelschap van het Nationaal Toneel was een groot gezelschap: het was een samenbundeling van het Gentse en het Antwerpse gezelschap, met een pleiade van goede acteurs die afkomstig waren uit alle streken van het Vlaamse land. Oudere gerenommeerde acteurs stonden er naast jongeren die net van de toneelschool kwamen en daartussen had je een uiterst getalenteerde middengeneratie. Het was werkelijk een heel sterke groep. Maar wat er ontbrak, was een gemeenschappelijke spelcultuur. Iedereen speelde te veel voor zichzelf. Van een samenhang, een echt ‘ensemble’ dat aaneengesmeed was met eenzelfde spelcultuur, was er geen sprake. De oudere generatie zag het theater nog als een tentoonspreiden van grote gevoelsuitingen. Mij was het er altijd om te doen om deze acteurs in contact te brengen met een ander soort theater dan alleen maar het theater-van-het-gevoel. Voor de generatie die vòòr de oorlog in het theater was gekomen, was een auteur als Brecht iets onbegrijpelijks: ‘zulk een koud, een kil theater, zonder gevoel!’. Ze begreep niet dat Brecht niet zo koud is als hij soms lijkt. Zijn theater is wel een soort nieuwe zakelijkheid, maar daarachter zit een exploratie van de grote schizofrenie van de moderne mens, die zich wél op het emotionele vlak beweegt. Alleen is dat emotionele bij Brecht geen doel-op-zich. Zijn doel was ruimer, met name het begrijpen van de complexiteit van de situatie waarin de mens zich bevindt in de moderne samenleving. Hetzelfde als wat bijvoorbeeld iemand als een Kafka wilde achterhalen. Het was niet gemakkelijk om de basisideeën voor een Nationaal Toneel over te brengen op een gezelschap dat eigenlijk alleen maar een klankbord had in Antwerpen, met een potentieel van circa 5.000 toeschouwers. Eerst speelde men om de week een ander stuk. Toen ik erbij kwam begin jaren ’60: om de veertien dagen een nieuwe première. Alles werd alleen maar gemeten aan ‘gevoelsuitstortingen’. Een echte spelcultuur was er niet. Ik heb met hart en ziel geprobeerd om mijn bijdrage te leveren voor de totstandkoming van zulk een gemeenschappelijke spelcultuur in de KNS. Tenslotte zag ik het niet meer zitten. Ten eerste wegens de wispelturigheid van het beleid in de KNS. En ten tweede door de onkunde van een verkeerd begrepen inspraakmechanisme, waarbij het gezelschap week aan week in een inspraakcommissie ging zitten, waarbij uitstekende stukken onder tafel geveegd werden omdat een paar mensen daarin voor zichzelf
31 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
wa lt e r t i l l e m a n s
geen belangrijke rollen konden ontdekken. Dan ben ik het zat geworden, en ben ik overgestapt naar het Raamtheater. Waar ik ook geprobeerd heb om die zin voor een gemeenschappelijke spelcultuur te ontwikkelen. Ook met het Raamtheater heb ik geprobeerd de erfenis van Teirlinck gestalte te geven.’ (einde citaat) Met die erfenis voor ogen heeft Tillemans geput uit de opvattingen en technieken van een ‘volkstheater’, in het bijzonder de variant die in de Duitstalige landen is ontstaan binnen de arbeidersbeweging en die voor het theater van de 20e eeuw van grote betekenis is geweest (o.m. Reinhardt, Piscator, Brecht,…). Dit volkstheater was ingeschakeld in de sociale ontvoogdingsstrijd en wilde o.m. via het betere repertoire (zowel klassiek als eigentijds) in een maatschappij-kritische interpretatie en een aangepaste vormgeving een breed publiek sensibiliseren. Sedert de jaren ’80 hebben – overigens in heel Europa – zowel de jonge theatermakers als een deel van het jonge publiek zich van dit geëngageerde volkstheater afgewend, om zich te richten naar kleinschaliger en vaak meer elitaire theatervormen. Tillemans is in die context resoluut zijn eigen weg blijven gaan voor een repertoiretheater met een brede publieksbasis.
32 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
RECEPTIE Voor de werkstukken die hij in de Studio aflevert, krijgt de jonge Tillemans een gunstige tot uiterst lovende pers. De critici geven Toneelkritiek de KNS-directie zelfs uitdrukkelijk de raad om deze jonge regisseur een kans te geven. Aanvankelijk zijn de recensies ook erg positief voor zijn eerste beroepsregies. Maar spoedig wordt zijn uitgesproken maatschappelijk engagement voor sommige critici een obstakel. In de jaren ’60 zijn de voornaamste krantenrecensenten haast allen would be-redacteurs, die als toneelauteur niet konden doorbreken. Het is een conservatieve club, die alles behalve opgezet is met de politieke en sociale bewogenheid die aan de basis ligt van Tillemans’ regies. Enkel de socialistische Volksgazet behoort niet tot dit clubje. Vanuit de progressieve christelijke hoek krijgt Tillemans bij de controverse rond De Plaatsbekleder steun van de jezuïet Frans van Bladel (Streven). Ook spreekt Carlos Tindemans (o.m. in De Standaard, later in Streven) herhaaldelijk zijn waardering uit over Tillemans’ werk. Tenslotte is er Frans Verreyt (V.R.) die in het weekblad De Nieuwe schrijft; hij is een uitstekend recensent, die doorgaans de regies van Tillemans op hun juiste waarde weet te schatten. In de tweede helft van de jaren ’70 en in de jaren ’80 komt er geleidelijk aan een grotere autonomie en een verjonging bij de recensenten. Een aantal vooroordelen verdwijnen en de recensies worden over het algemeen degelijker en objectiever. Tillemans blijft bij de critici echter controversieel en voor vele van zijn ensceneringen staan de meningen diametraal tegenover elkaar (cf. De Stoel van Stanislavski). Doordat hij dikwijls scherp uithaalt tegen de ‘onkunde’ van een aantal critici, maakt hij zich bij hen zeker niet populair. Ondanks het feit dat hij de laatste jaren van zijn carrière niet meer als een ‘vernieuwer’ wordt beschouwd, is er nog steeds een grote waardering voor zijn werk. Zo schrijft Johan Thielemans in het Vlaams Theaterjaarboek nr. 29-30 (over het seizoen 199596) nog steeds erg positief over het RaamTeater ‘waar keer op keer Walter Tillemans zijn nieuwsgierigheid en alertheid toont. Hij blijft met niet aflatende interesse het internationale repertoire volgen, en blijft speuren naar teksten die passen binnen zijn humanistische en sociaal-geëngageerde horizon’.37
33 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
Publieke belangstelling
wa lt e r t i l l e m a n s
eindnoten
Van meet af aan opteert Tillemans bewust voor een theatervorm, die een breed publiek kan aanspreken. Elitarisme in het theater is niet aan hem besteed. Het ‘grote’ publiek heeft ook decennia lang de weg naar het theater en naar zijn producties gevonden. In de jaren ’60 en ’70 behoren zijn ensceneringen in de KNS elk seizoen steevast tot de grote publiekstrekkers, of behalen een meer dan een gemiddelde score. Met zijn regiedebuut in de KNS De Wonderdoenster bereikt hij in 1961-62 met 50 voorstellingen 28.608 bezoekers.38 Het koningsdrama King Lear bereikt in 1968-69 ruim 18.000 bezoekers op 32 voorstellingen.39 August behaalt in 1970-71 op 56 voorstellingen meer dan 29.000 bezoekers.40 Voor De Parochie van Miserie (1971-72, 1972-73 en 1976-77) komen er op 90 voorstellingen 64.781 bezoekers.41 In het Raamtheater waar hij niet over grote zalen beschikt, bereikt hij andere recordcijfers: Arme Cyrano wordt ca. 144 maal gespeeld, De Tuinman van de Koning zowat 350 maal, Pak ’m Stanzi42 tussen 1984 en 1992 ca. 370 maal (inclusief de voorstellingen onder Ensemble KNS-RaamTeater en de buitenlandse voorstellingen). Slechts in zijn periode als KNS-directeur (1991-94) is de publieke opkomst voor zijn ensceneringen in de grote zaal van de Stadsschouwburg aan de lage kant. Slechts uiterst zelden is er een echte uitschuiver, zoals Juno en de Pauw (O’Casey) in 1974, en De Zelfmoordenaar (Erdman) in 1984. Het is niet overdreven te stellen dat Walter Tillemans tijdens de jaren ’60 en ’70 de meest succesvolle Vlaamse repertoireregisseur is (zowel op artistiek vlak als op het gebied van de publiekscijfers) en dat hij in de jaren ’80 nog steeds tot de selecte groep van belangrijke Vlaamse regisseurs blijft behoren.
1. Herman Teirlinck stichtte in 1946 de Studio van het Nationaal Toneel als een hoger opleidingsinstituut voor theater. De Studio was aangehecht bij de Koninklijke Nederlandse Schouwburg, die in 1945 een opdracht als Nationaal Toneel had gekregen. In 1967 werd de Studio officieel erkend door het rijk als Hoger Instituut voor Dramatische Kunst. Na de dood van Teirlinck (eveneens in 1967) draagt de school de naam Studio Herman Teirlinck. 2. De prijs werd toegekend door het comité Arbeid en Kunst en het Vermeylenfonds. Hij bestond uit een beeldhouwwerk van de kunstenares Germaine Janssens en werd door Achilles Mussche uitgereikt in de foyer van de KNS te Antwerpen op 4 oktober 1964. 3. Charta ’77 was een vereniging van Tsjechische ‘dissidenten’ die onder het communistische regime de eerbiediging van de mensenrechten wilden bekomen. Onder de voornaamste initiatiefnemers treffen we de auteurs Vaclav Havel en Pavel Kohout en de professoren Jiri Hajcek en Jan Patocka aan. Het vermelde incident kreeg een uitvoerige bespreking op de frontpagina van The Times (11 januari 1977), en de dag daarop in alle Vlaamse en de meeste buitenlandse kranten. Het verhaal van deze gebeurtenissen wordt door Pavel Kohout beschreven in zijn roman Wo der Hund begraben liegt, 1987, 224 e.v. 4. De statuten van Ensemble werden opgemaakt op 13 maart 1983 en verschenen in het Belgisch Staatsblad van 7 juli 1983. Op 30 juli 1983 zegde Vissenaken de samenwerking reeds op. 5. Door toedoen van Jacques De Haes, algemeen secretaris van het OCMW te Antwerpen werd deze ruimte opengesteld voor theater. 6. Na een suggestie van Hilda Craeybeckx werd dit oude museum opengesteld voor theater. 7. Hij zou lid blijven van de Raad van Advies tot de zomer van 1992. 8. De Nevelvlek werd opgericht einde 1950 of begin 1951. Pas in januari 1952 werden er statuten voor een v.z.w. opgesteld. Een der belangrijkste initiatiefnemers was de auteur Hugo Raes, die een tijdlang gehuwd was met de zus van Walter Tillemans. De Nevelvlek had afdelingen of werkgroepen letterkunde, plastische kunsten en toneel. Ze gaf een tijdschrift uit: Het Cahier. Ze organiseerde voordrachten en theatervoorstellingen. 9. Lode Rigouts (1904-1970) was voor de oorlog lid van de groep Wending, gespecialiseerd in spreekkoren en agit-prop-theater. In 1940 was hij een van de initiatiefnemers van het jeugdtheater De Zonnebloem, later werd hij regisseur bij De Nevelvlek, en nadien secretaris van de Studio van het Nationaal Toneel. 10. Lode Rigouts kende het werk van Brecht zeer goed. In de winter van 19371938 had de groep Wending (met Lode Rigouts) reeds een eerste dramatische lezing gebracht van De Moeder van Brecht. Te Antwerpen was Brecht dus geen volslagen onbekende, overigens had de KNS in 1938-1939 reeds onder de directie Cammans-Gilhuys de Driestuiversopera gespeeld in een regie van Ernst Busch. Maar Bertolt Brecht zou in het westen pas goed doorbreken, nadat het Berliner Ensemble op het festival Théâtre des Nations te Parijs in 1954 met de opvoering van Mutter Courage was gelauwerd. Het Nederlands Kamertoneel en Arca brachten in 1957-1958 een Bertold Brecht-avond (regie J.M. Serreau, ass. Rudi van Vlaenderen). Van Vlaenderen zou trouwens in 1960-1961 De geweren van Vrouw Carrar regisseren bij het Fakkeltheater. KNS-directeur Firmin Mortier zette Moeder Courage op het repertoire in 1959-1960 en gaf Fred Engelen opdracht dit stuk te regisseren. Als regieassistent van Engelen bezorgde Walter
34 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
35 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
wa lt e r t i l l e m a n s
eindnoten
Tillemans hem de uitgebreide documentatie van Lode Rigouts over Bertolt Brecht. Volgens Tillemans was Engelen eerder geïnteresseerd in de narratieve aspecten van Brechts toneelwerk, dan in de onderliggende maatschappijvisie. Fred Engelen heeft in de Antwerpse KNS zeer boeiende producties gerealiseerd van enkele Brecht-stukken, maar wordt verkeerdelijk nogal eens voorgesteld als de man die Brecht in Vlaanderen heeft geïntroduceerd. 11. Onder het pseudoniem Jan Trimmer. 12. Hochhuth kreeg voor Der Stellvertreter in 1963 in Duitsland de prestigieuze Gerhart Hauptmann-prijs. 13. Cf. Omzien in verwondering. 25 jaar Fakkelteater, Antwerpen, Fakkelteater, 1981, 107-111. 14. Het manifest T68 is integraal afgedrukt in: Van den Dries, Luk en Frank Peeters Bij open doek. Liber amicorum Carlos Tindemans, Antwerpen: Pelckmans, 1995, 265-286. 15. Tillemans over de geschiedenis van T68, in: Etcetera, 6, 1984, 9-10. 16. In 1995 wordt de Studio Herman Teirlinck in het kader van een grootscheepse fusie-operatie een onderdeel van het Departement Dramatische Kunst, Muziek en Dans van de Hogeschool Antwerpen. 17. De Actie Tomaat is een protestactie van Nederlandse jongeren tegen het traditionele theaterbestel, als nasleep van de Mei ’68-beweging. Nadat op 9 oktober 1969 twee leerlingen van de Amsterdamse Toneelschool tijdens het applaus na de voorstelling van De Storm (Shakespeare) door de Nederlandse Comedie in de Stadsschouwburg te Amsterdam enkele tomaten naar het toneel hadden geworpen, volgden er nieuwe protesten en acties. Op 17 oktober werd er gemanifesteerd bij de opvoering van De Familie Tot (eveneens Nederlandse Comedie). Op 15 november werd de orde verstoord bij een voorstelling van het Nieuw Rotterdams Toneel. Op 17 november werden er broodjes gegooid naar de acteurs die in Den Haag het stuk De bakker, de bakkersvrouw en het bakkersjong van Anouilh speelden. De Actie Tomaat zou er uiteindelijk toe leiden dat zowel de Nederlandse Comedie als het Nieuw Rotterdams Toneel over de kop gingen. 18. Cf. De Lange Daniel, in: De Volkskrant, 24 november 1969. 19. Cf. Wambacq Johan (red.) Twintig jaar Beursschouwburg 1965-1985, Brussel, Beursschouwburg, 1985, 12-21. 20. Hugo Claus was in Vlaanderen een omstreden auteur, die door het culturele, vooral het katholieke establishment lange tijd werd genegeerd. Pas na zijn doorbraak als toneelauteur in Amsterdam met Vrijdag (Nederlandse Comedie 19691970), gevolgd door succesvolle producties van dit stuk in KVS-Brussel en KNSAntwerpen in 1970-1971, kwam er een ommekeer. 21. In 1969 was de Volksunie als politieke partij op weg om ‘salonfähig’ te worden en Claus’ satire op latente totalitaire tendenzen in Vlaanderen werd als een beetje hinderlijk beschouwd. Het Vlaams Blok deed pas bij de verkiezingen van 1978 zijn intrede in het parlement. 22. Schoenaerts beleeft zijn ‘wilde’ jaren. Na de incidenten in de KNS gaat hij in februari samen met de mijnwerkers betogen die sedert begin januari 1970 staken en manifesteren bij de mijn te Winterslag in Limburg. Hij wordt opgepakt door de gendarmerie. In maart 1970 wordt hij een tijdje opgenomen in een instelling. 23. Walter Tillemans, in een interview met Toon Brouwers, 12 mei 1997. 24. Een voormalige parochiezaal in de Pastorijstraat te Borgerhout. 25. Cf. De Vos Jozef 15 jaar Arca. Theater als zoektocht, Arca, Gent, 1990, 21 e.v.
26. Cf. Walter Tillemans, in een interview met Pol Arias, Johan Tillemans en Marianne Van Kerkhoven, in: Etcetera, 6, 1984. 27. De eerste productie van het Raamtheater was Het Dagboek van een Gek (Gogol) vertolkt door Roger van Kerpel, in een regie van Frank Aendenboom: een reisproductie die op zaterdag 22 oktober 1977 in première ging in het Cultureel Centrum De Warande te Turnhout. 28. De gemeenteraad van Antwerpen werd geleid door een SP/CVP-coalitie. De bevoegdheid voor cultuur berustte bij een SP-schepen. Het bestuursakkoord voorzag dat de SP de directeur mocht voordragen voor zowel de Koninklijke Nederlandse Schouwburg als voor het Koninklijk Jeugdtheater en dat de CVP hetzelfde mocht doen voor de Koninklijke Vlaamse Opera. Zowel Dom. de Gruyter als Walter Tillemans werden tot de SP-strekking gerekend, maar Tillemans kende bij de CVP – sinds zijn regie van De Plaatsbekleder – heftige tegenstanders, terwijl De Gruyter door de CVP als ‘gematigd’ werd beschouwd. De harde kritiek die Tillemans op De Gruyter leverde, werd in SP-kringen met gemengde gevoelens onthaald. De SP bleef Dom. de Gruyter verder steunen. 29. GVH (Guido van Hoof), in: De Standaard, 15 september 1979. 30. Het testament van Lenin haalde 24 voorstellingen te Antwerpen (10.575 bezoekers) en 2 reisvoorstellingen (1.283 bezoekers): in totaal 26 voorstellingen voor 11.858 bezoekers (Bron: KNS Antwerpen). 31. In het najaar zou er op 23 oktober 1983 een massale vredesbetoging te Brussel plaatsvinden tegen het plaatsen van middellange afstandsraketten. 32. Voor 1983-1984 was er door het cultuurministerie reeds een subsidie toegekend aan Ensemble, dat administratief nog een seizoen actief bleef, maar waarbij beide partijen – in casu BENT en Raamtheater – een eigen werking hadden. 33. Cf. Theater Carré, Amsterdam, 18 november 1985. 34. In het totaal zal Walter Tillemans 28 producties realiseren van oorspronkelijk Nederlandstalig werk, waarvan 16 creaties. 35. Walter Tillemans, in: Raamkrant, 11, 3 maart 1990, 2. 36. Walter Tillemans, in een interview met Toon Brouwers, 12 mei 1997. 37. Thielemans Johan ‘Richting: onbestemd, activiteit: druk’, in: Vlaams Theaterjaarboek, 29-30, 1994-1995 en 1995-1996, VTI, Brussel, 1997. 38. Van De Wonderdoenster werden er in 1961-1962 te Antwerpen 28 voorstellingen gegeven voor 16.738 bezoekers, te Gent 12 voorstellingen voor 5.425 bezoekers en elders 10 voorstellingen voor 6.445 bezoekers. In het totaal: 50 voorstellingen voor 28.608 bezoekers. (Bron: KNS Antwerpen). 39. Koning Lear haalde in 1968-1969 te Antwerpen 26 voorstellingen voor 13.903 bezoekers, en 6 reis- en extra voorstellingen voor 4.163 bezoekers. In het totaal: 32 voorstellingen voor 18.066 bezoekers. (Bron: KNS Antwerpen) 40. August August, August haalde in 1970-1971 te Antwerpen 40 voorstellingen voor 22.491 bezoekers, en 16 reis- en extra-voorstellingen voor 7.007 bezoekers. In het totaal: 56 voorstellingen voor 29.498 bezoekers. (Bron: KNS Antwerpen) 41. De parochie van Miserie kreeg in 1971-1972 te Antwerpen 19 voorstellingen voor 14.893 bezoekers, in 1972-1973 28 voorstellingen voor 20.584 bezoekers, en in 1976-1977 nog eens 43 voorstellingen voor 29.304 bezoekers. In totaal dus 90 voorstellingen voor 64.781 bezoekers. (Bron: KNS Antwerpen) 42. Van dit stuk worden ca. 370 opvoeringen gebracht tussen 1984 en 1992, inclusief de voorstellingen onder Ensemble KNS-RaamTeater en de buitenlandse tournees. (Bron: Almo en RaamTeater).
36 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
37 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
w e r k / t h e at ro g r a f i e
W E R K / T H E AT R O G R A F I E Achtereenvolgens vindt u per seizoen gerangschikt: de titel van de productie in cursief, de oorspronkelijke titel en de naam van de auteur tussen haakjes, de plaats (gezelschap of producent) waar het stuk werd opgevoerd. Achteraan wordt ook de premièredatum (of datum van uitzending) toegevoegd. Indien één van deze gegevens ontbreekt, hebben we dit aangeduid met een *. Indien één van deze gegevens onzeker is, hebben we tussen haakjes een vraagteken toegevoegd. In alle gevallen gaat het om producties die geregisseerd werden door Walter Tillemans. 1955-1956 De dienstmeiden (Les bonnes. Jean Genet). De Nevelvlek Antwerpen. 17 november 1955. / Slachtoffers van de plicht (Les victimes du devoir. Eugène Ionesco). De Nevelvlek Antwerpen. 11 maart 1956. / De koningin der eilanden (Jan Christiaens). De Nevelvlek Antwerpen. 11 maart 1956. 1956-1957 De terugtocht (Le revenant. Arthur Adamov). De Nevelvlek Antwerpen. 30 november 1956. / De getuigen (Hugo Claus). De Nevelvlek Antwerpen. 2 februari 1957. / Horizontaal (Tone Brulin). De Nevelvlek Antwerpen. 2 februari 1957. / De winter en de tijd (Hiver ou le temps du verbe. Jean Tardieu). De Nevelvlek Antwerpen. 23 maart 1957. 1957-1961 In 1957 is Walter Tillemans student in de Studio van het Nationaal Toneel. Bij diverse Studio-voorstellingen is hij regieassistent van Fred Engelen. Hij is er achtereenvolgens acteur, toneelmeester, decorontwerper. In de KNS-Nationaal Toneel assisteert hij regisseur Fred Engelen bij de volgende producties: Suiker (Hugo Claus). 30 mei 1959. / Moeder Courage (Mutter Courage und ihre Kinder. Bertolt Brecht). 5 maart 1960. / De avonturen van de brave soldaat Schwejk (Osudy Dobrého Vojaka Svejka za Svetové Vàlky. Jaroslav Hasek). 22 december 1960. / De Kaukasische krijtkring (Der Kaukasische Kreidekreis. Bertolt Brecht). 2 maart 1961. 1959-1960 De kleine prins (Le petit prince. Antoine de Saint-Exupéry). Vrije productie (met Julien Schoenaerts). 14 december 1959.
38 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
1960-1961 Het onbewoonde eiland (August Defresne). Studio van het Nationaal Toneel in KNS Antwerpen. 26 april 1961. / De belachelijke Précieuses (Les Précieuses ridicules. Molière). Studio van het Nationaal Toneel in KNS Antwerpen. 2 mei 1961. 1961-1962 De wonderdoenster (The Miracle Worker. William Gibson). KNS Antwerpen. 26 oktober 1961. / De huisbewaarder (The Caretaker. Harold Pinter). Vrije productie (met Julien Schoenaerts). 13 december 1961. / Lijmen (Willem Elsschot. Bew. Manuel van Loggem). KNS Antwerpen. 29 maart 1962. / Gloriant (Anoniem). Studio van het Nationaal Toneel Antwerpen. 11 juli 1962. 1962-1963 De goede mens van Se-Tsoean (Der gute Mensch von Sezuan. Bertolt Brecht). KNS Antwerpen. 25 oktober 1962. / Trompetten en tamboers (The Recruiting Officer. George Farquhar). KNS Antwerpen. 3 januari 1963. / Het leven van Bertolt Brecht (Collage van Brecht-teksten. Rik Hancké). Vrije productie. 1963. 1963-1964 Het drama van de Fukuryu Maru (Le drame du Fukuryu Maru. Gabriël Cousin). KNS Antwerpen. 16 januari 1964. 1964-1965 Brand in de jonge Jan (In de jonge Jan. Herman Heijermans). BRT. 21 oktober 1964. / Onze stad (Our Town. Thornton Wilder). Nieuwe Comedie Den Haag (Nl.). 14 november 1964. / Tartuffe (Tartuffe. Molière). KNS Antwerpen. 9 januari 1965. BRT. 16 augustus 1965. / Schakels (Herman Heijermans). KNS Antwerpen. 6 februari 1965. / De plaatsbekleder (Der Stellvertreter. Rolf Hochhuth). Fakkeltheater Antwerpen. 24 maart 1965. / De Spaanse Brabander (Gerbrand A. Bredero). Studio van het Nationaal Toneel. 3 maart 1965. / Vondel drieluik (Lucifer en Adam in Ballingschap. Joost van den Vondel). Studio van het Nationaal Toneel in de Koninklijke Vlaamse Opera Antwerpen. 24 maart 1965. 1965-1966 Don Juan (Don Juan. Molière). KNS Antwerpen. 11 september 1965. / De zaak Oppenheimer (In der Sache J. Robert Oppenheimer. Heinar Kipphardt). KNS Antwerpen. 13 november 1965. / Het woord Vrijheid (Herwig Hensen). KNS Antwerpen. 19 maart 1966. / Starkadd (Alfred Hegenscheidt). KNS Antwerpen. 2 mei 1966. BRT. 5 september 1966.
39 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
wa lt e r t i l l e m a n s
w e r k / t h e at ro g r a f i e
1966-1967 De ingebeelde zieke (Le malade imaginaire. Molière). KNS Antwerpen. 11 september 1966. BRT. 2 oktober (?) 1968. / Leven van Galilei (Leben des Galilei. Bertolt Brecht, KNS Antwerpen. 12 november1966. / Het goudland (Hendrik Conscience. Bew. Hugo Claus). KNS Antwerpen. 24 december 1966. / Coriolanus (Coriolanus. William Shakespeare). Studio van het Nationaal Toneel. 10 mei 1967.
1972-1973 Freitag (Vrijdag. Hugo Claus). Städtische Bühnen Essen. 12 september 1972. / De kersentuin (Vishnyovy sad. Anton Tsjechov). KNS Antwerpen. 18 november 1972. / Kaspar (Kaspar. Peter Handke). Ringtheater Antwerpen. 27 januari 1973. (herinstudering: Arca Gent. 1977-1978) / De vrek (L’avare. Molière). KNS Antwerpen. 3 maart 1973. BRT. 14 april 1974.
1967-1968 Coriolanus (Coriolanus. William Shakespeare). KNS Antwerpen. 16 september 1967. / Purper stof (Purple Dust. Sean O’Casey). KNS Antwerpen. 18 november 1967. / Man is man (Mann ist Mann. Bertolt Brecht). KNS Antwerpen. 2 maart 1968. / La vie de Galilée (Leben des Galilei. Bertolt Brecht). Théâtre National Bruxelles. 21 mei 1968.
1973-1974 Mooi weer vandaag (Home. David Storey). KNS Antwerpen. 6 oktober 1973. / Leonce en Lena (Leonce und Lena. Georg Büchner). Studio Herman Teirlinck. 30 november 1973. / Arme moordenaar (Ubohy vrah. Pavel Kohout). KNS Antwerpen. 19 januari 1974. / He, Joe (Eh Joe. Samuel Beckett). BRT. 21 maart 1974. / Juno en de pauw (Juno and the Peacock. Sean O’Casey). KNS Antwerpen. 13 april 1974.
1968-1969 De huisleraar (Der Hofmeister. Jacob Lenz. Bew. Bertolt Brecht, Nederlandse Comedie Amsterdam (Nl.). 15 november 1968. / Kleine moordenaars (Little Murders. Jules Feiffer). KNS Antwerpen. 5 oktober 1968. / Koning Lear (King Lear. William Shakespeare). KNS Antwerpen. 18 januari 1969. BRT. 19 september 1969. / Tijl 2 (Hugo Claus). KNS Antwerpen (afgevoerd). / Volpone (Volpone. Ben Johnson). Studio Herman Teirlinck in KNS Antwerpen. 27 juni 1969. 1969-1970 Toller (Toller. Tankred Drost). Nederlandse Comedie Amsterdam (Nl.). 22 november 1969. / Koning Jan (King John. William Shakespeare. Bew. Friedrich Dürrenmatt). KNS Antwerpen. 17 januari 1970. / Tand om tand (Hugo Claus). KVS Brussel. 4 maart 1970. / Krapps laatste band (Krapp’s Last Tape. Samuel Beckett). BRT. 4 november 1969. 1970-1971 Vrijdag (Hugo Claus). KVS Brussel. 30 september 1970. / August August, August (Pavel Kohout). KNS Antwerpen. 24 december 1970. BRT. 25 oktober 1971. / De drie zusters (Tri Sestri. Anton Tsjechov). KNS Antwerpen. 27 februari 1971. / Lysistrata (Lysistrata. Aristofanes). Studio van het Nationaal Toneel. 11 mei 1971. 1971-1972 De vrolijke vrouwtjes van Windsor (The Merry Wives of Windsor. William Shakespeare). KNS Antwerpen. 19 september 1971. / Wachten op Godot (En attendant Godot. Samuel Beckett). KNS Antwerpen. 20 november 1971. BRT. 20 september 1973. / Mijnheer Puntila en zijn knecht Matti (Herr Puntila und sein Knecht Matti. Bertolt Brecht, KNS Antwerpen. 25 februari 1972. / De parochie van miserie (Jan Christiaens en Walter Tillemans). KNS Antwerpen. 27 mei 1972.
40 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
1974-1975 La création du monde et autres bisness... (The Creation of the World and Other Bisness... Arthur Miller). Théâtre National Bruxelles. 12 augustus 1974. / De Trojaanse vrouwen (Les Troyennes. Euripides. Bew. Jean-Paul Sartre). KNS Antwerpen. 23 november 1974. / De boerderij (The Farm. David Storey). KNS Antwerpen. 10 mei 1975. / Armer Mörder (Ubohy Vrah. Pavel Kohout). Nationaltheater Mannheim. 30 maart 1975. 1975-1976 Richard III (Richard III. William Shakespeare). KNS Antwerpen. 13 september 1975. / Schweijk II in de tweede wereldoorlog (Schweijk im zweiten Weltkrieg. Bertolt Brecht). KNS Antwerpen. 15 november 1975. / Oom Wanja (Dyadya Vanya. Anton Tsjechov). KNS Antwerpen. 24 januari 1976. 1976-1977 Kaspar (Kaspar. Peter Handke). Arca Gent. 1 september 1977 (herinstudering). / Orestes (Hugo Claus). KNS Antwerpen. 18 september 1976. / Kleine man wat nu? (Kleiner Mann was nun?. Tankred Dorst). KNS Antwerpen. 18 december 1976. / Peer Gynt (Peer Gynt. Henrik Ibsen). Théâtre National Bruxelles. 23 maart 1977. / De nacht der Tribaden (Tribadernas Natt. Per Olov Enquist). Koninklijk Conservatorium Antwerpen. 23 juni 1977. 1977-1978 Dantons dood (Dantons Tod. Georg Büchner). KNS Antwerpen. 17 september 1977. / De droom van zotte Rik (Jan Christiaens en Walter Tillemans). KNS Antwerpen. 17 december 1977. / La forêt (Les. Alexander Ostrovski). Théâtre National Bruxelles. 11 april 1978.
41 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
wa lt e r t i l l e m a n s
w e r k / t h e at ro g r a f i e
1978-1979 De goede mens van Sezuan (Der gute Mensch von Se-Zuan. Bertolt Brecht). Nederlands Toneel Gent. 16 september 1978. / De koopman van Venetië (The Merchant of Venice. William Shakespeare). KNS Antwerpen. 31 maart 1979. / Nen Belgische leeuw (American Buffalo. David Mamet). Raamtheater Antwerpen. 15 februari 1979. / Driestuiversopera (Die Dreigroschenoper. Bertolt Brecht). KNS Antwerpen. 12 mei 1979.
1983-1984 Wachten op Godot (En attendant Godot. Samuel Beckett). Arca Gent. 8 september 1983. / De speler (Hrac a jeho stesti. Pavel Kohout). KNS Antwerpen. 28 oktober 1983. / De zelfmoordenaar (Samoebiitsa. Nikolaï Erdman). KNS Antwerpen. 20 april 1983. / Pak ’m Stanzi (Trafford Tanzi. Claire Luckham). Raamtheater Antwerpen. 4 mei 1984. BRT. 1 januari 1986.
1979-1980 Het testament van Lenin (State of Revolution. Robert Bolt). KNS Antwerpen. 15 september 1979. / De schepping en andere zaakjes... (The Creation of the World and Other Bisness... Arthur Miller). KNS Antwerpen. 15 september 1979. / De huisbewaarder (The Caretaker. Harold Pinter). Arca Gent. 12 januari 1980. BRT. 12 april 1984. / Colas Breugnon (Kral Kola kolikaty. Pavel Kohout). KNS Antwerpen. 1 maart 1980. / Histoire d’un cheval (Cholstomjer. Tolstoj. Bew. Rozovski). Théâtre National Bruxelles. 20 maart 1980. 1980-1981 Tijl (*. Grigorij Gorin). KNS Antwerpen. 4 oktober 1980. / Amerika (Amerika. Franz Kafka. Bew. Pavel Kohout en Ivan Klima). KNS Antwerpen. 24 januari 1981. / Play Macbeth (Play Macbeth. Pavel Kohout). Raamtheater Antwerpen. 27 maart 1981. / De Minerva (Jan Christiaens en Walter Tillemans). KNS Antwerpen. 23 mei 1981. 1981-1982 August August, August (August August, August. Pavel Kohout). Raamtheater Antwerpen. 6 november 1981. BRT. 25 oktober 1971. / Een winters verhaal (A Winter’s Tale. William Shakespeare). KNS Antwerpen. 26 september 1981. / Moeder Courage (Mutter Courage und ihre Kinder. Bertolt Brecht). KNS Antwerpen. 30 januari 1982. / Le suicidaire (Samoebiitsa. Nikolai Erdman). Théâtre National Bruxelles. 21 april 1982. 1982-1983 De wereldverbeteraar (Der Weltverbesserer. Thomas Bernhardt). Arca Gent. 15 september 1982. / Eindspel (Fin de Partie. Samuel Beckett). Arca Gent. 15 oktober 1982. / Arme Cyrano (Chudak Cyrano! Pavel Kohout). Raamtheater Antwerpen. 21 december 1982. / Maria vecht met de engelen (Maria zapasi s Andeli. Pavel Kohout). KNS Antwerpen. 29 oktober 1982. / De vrede (Jan Christiaens en Walter Tillemans). KNS Antwerpen. 21 mei 1983. / Marie contre les anges (Maria zapasi s Andeli. Pavel Kohout). Théâtre National de Belgique. 26 april 1983.
42 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
1984-1985 Armer Cyrano (Chudak Cyrano! Pavel Kohout). Burgtheater Wien. 3 november 1984. / Oude banden, lege handen en zwarte pony (Reunion en Dark Pony. David Mamet). Raamtheater Antwerpen. 7 september 1984. / Krapps laatste band (Krapp’s Last Tape. Samuel Beckett). Arca Gent. 15 oktober 1984. / Droom van een zomernacht (A Midsummer Night’s Dream. William Shakespeare). Raamtheater Antwerpen. 23 november 1984. / Der eingebildete Kranke (Le malade imaginaire. Molière). Burgtheater Wien. 3 mei 1985. 1985-1986 Erinnerung an die Biskaya (Vzpominka na Biskaj. Pavel Kohout). Burgtheater Wien. 1 november 1985. / De Spaanse Brabander (Gerbrand A. Bredero). Raamtheater Antwerpen. 13 december 1985. / Armer Cyrano (Chudak Cyrano! Pavel Kohout). Berliner Tournee Berlin. * januari 1986. / De tuinman van de koning (Walter van den Broeck). Raamtheater Antwerpen. 21 maart 1986. 1986-1987 Hamlet (Hamlet. William Shakespeare. Bew. Pavel Kohout). RaamTeater Antwerpen. 19 september 1986. / Gelukkige dagen (Happy Days. Samuel Beckett). RaamTeater Antwerpen. 14 november 1986. / Le faiseur de théâtre (Der Theatermacher. Thomas Bernhardt). Théâtre National Bruxelles. 12 januari 1987. / De stoel van Stanislavski (Guido van Meir). RaamTeater Antwerpen. 23 januari 1987. / Dood van een handelsreiziger (Death of a Salesman. Arthur Miller). RaamTeater Antwerpen. 14 mei 1987. 1987-1988 Verhalen uit het Weense woud (Geschichten aus dem Wienerwald. Ödön von Horvath). RaamTeater Antwerpen. 5 november 1987. / Geschiedenis van een paard (Cholstomjer. Lev Tolstoj en Mark Rozovski, RaamTeater Antwerpen. 15 maart 1988. / Pat, een koningsspel (Pat aneb Hra kralu. Pavel Kohout). RaamTeater Antwerpen. 12 mei 1988.
43 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
wa lt e r t i l l e m a n s
w e r k / t h e at ro g r a f i e
1988-1989 Houten Klara (Jan Christiaens en Walter Tillemans). RaamTeater Antwerpen. 23 september 1988. / De reis om de wereld in 80 dagen (Cesta kolem sveta za 80 dni. Pavel Kohout). RaamTeater Antwerpen. 11 november 1988. / Geschichten aus dem Wienerwald (Ödön von Horvath). Berliner Tournee. * januari 1989. / De Canadese muur (Tom Lanoye en Herman Brusselmans). RaamTeater Antwerpen. 24 maart 1989.
ginaire. Molière). KNS-RaamTeater Antwerpen. 5 februari 1994. / (Hebreeuwse titel*) (The Creation of the World… Arthur Miller). Municipal Theatre Haïfa. 27 april 1994.
1989-1990 Lange dagreis naar de nacht (A Long Day’s Journey into Night. Eugene O’Neill). RaamTeater Antwerpen. 15 september 1989. / Mevrouw Klein (Mrs. Klein. Nicolas Wright). RaamTeater Antwerpen. 5 april 1990. / Spel van liefde en toeval (Le jeu de l’amour et du hasard. Marivaux). RaamTeater Antwerpen. 11 mei 1990. 1990-1991 Antigone (Antigone. Sophocles). RaamTeater Antwerpen. 9 november 1990. / Actrice van een zekere leeftijd om de vrouw van Dostojevski te spelen (*. Edvard Radzinski). RaamTeater Antwerpen. 21 februari 1991. / Driekoningenavond (Twelfth Night or What You Will. William Shakespeare). RaamTeater Antwerpen. 17 mei 1991. 1991-1992 Goya of de slaap van de rede (El sueño de la razon. Antonio Buero Vallejo). KNS-RaamTeater Antwerpen. 13 september 1991. / Het spaarvarken (La cagnotte. Eugène Labiche. Bew. Botho Strauss). KNSRaamTeater Antwerpen. 23 november 1991. / Dag dooie pa (Dead Dad Dog. John McKay). RaamTeater Antwerpen. 9 april 1992. / Pak ’m Stanzi (Trafford Tanzi. Claire Luckham). KNS-RaamTeater (herinstudering). 17 maart 1992 (Nederlandtour) en 28 mei 1992 (Antwerpen).
1994-1995 Amanda en de widowmaker (Walter van den Broeck). RaamTeater Antwerpen. 15 september 1994. / De lintjes van mijnheer Schutz (Les palmes de monsieur Schutz. Jean-Noël Fenwick). RaamTeater Antwerpen. 30 september 1994. / Candide (Jan Christiaens en Walter Tillemans). KNS Antwerpen. 19 november 1994. / En attendant Godot (Samuel Beckett). Théâtre de la Vallette. Ittre (B.). 12 januari 1995. / Hedda Gabler (Hedda Gabler. Henrik Ibsen). RaamTeater Antwerpen. 5 mei 1995. / (Hebreeuwse titel *) (Sibirien. Felix Mitterer). Municipal Theatre Haïfa. 4 maart 1995. 1995-1996 Scrooge (A Christmas Carol. Charles Dickens. Bew. Patrick Stewart). RaamTeater Antwerpen. 16 november 1995. / Krapps laatste band (Krapp’s Last Tape. Samuel Beckett). Vrije productie (met Julien Schoenaerts). 11 december 1995. / Heiligdom (Sanctuary. David Williamson). RaamTeater Antwerpen. 12 januari 1996. / Het kryptogram (The Cryptogram. David Mamet). RaamTeater Antwerpen. 11 april 1996. 1996-1997 La locandiera (La locandiera. Carlo Goldoni). RaamTeater Antwerpen. 27 september 1996. / Een ideale echtgenoot (An Ideal Husband. Oscar Wilde. Bew. Pierre Laville). RaamTeater Antwerpen. 28 februari 1997.
1992-1993 Gilgamesj (Wannes van de Velde). KNS-RaamTeater Antwerpen. 4 september 1992. / Falerin (Guido van Meir). KNS-RaamTeater Antwerpen. 21 november 1992. / Siberië (Sibirien. Felix Mitterer). KNS-RaamTeater Antwerpen. 11 maart 1993. / Het bezoek van de oude dame (Der Besuch der alten Dame. Friedrich Dürrenmatt). KNS-RaamTeater Antwerpen. 20 maart 1993. / Leven en dood van het water (Jan Christiaens). KNSRaamTeater Antwerpen. 24 april 1993. 1993-1994 Koning Lear (King Lear. William Shakespeare). KNS-RaamTeater Antwerpen. 18 september 1993. / De ingebeelde zieke (Le malade ima-
44 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
45 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
selectieve bibliografie
SELECTIEVE BIBLIOGRAFIE Archief- en bronnenmateriaal Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven Antwerpen. Vlaams Theater Instituut Brussel. Vlaams Theater Jaarboek 1968. Archief van het Raamtheater Antwerpen. Archief van de Koninklijke Nederlandse Schouwburg Antwerpen. Archief van de Studio Herman Teirlinck Departement D, Hogeschool Antwerpen. Beeld- en Klankarchief BRTN Brussel. Persoonlijk Archief Walter Tillemans Antwerpen. Persoonlijk Archief Toon Brouwers Antwerpen. ALMO Antwerpen. SABAM Brussel. Interviews met Walter Tillemans (7 en 14 april 1997; 12 mei 1997, 20 juni 1997) door Toon Brouwers. Interview met Jacques Schelfhaut over De Nevelvlek (30 mei 1996) door Toon Brouwers.
Recensies, overzichtsartikels en interviews Alle regies van Walter Tillemans zijn in bijna alle Vlaamse kranten gerecenseerd. Het is onbegonnen werk om hiervan voor deze publicatie een inventaris te maken. De recensies zijn (grotendeels) bewaard in de archieven van de betrokken theaters en van het AMVC te Antwerpen en VTI te Brussel. Hieronder geven we slechts enkele recensies op en een selectie van overzichtsartikels en interviews. Arias, Pol (over De stoel van Stanislavski), in: Tussendoor, BRT 1Radio, 28 januari 1987. Arias, Pol; Thielemans, Johan en Marianne van Kerkhoven. ‘Tillemans’, in: Etcetera, 6, 1984, 2-13. Auwera, Fernand. ‘Praten met Walter Tillemans’, in: De Nieuwe, 23 januari 1970, 14-16. (Ook gepubliceerd in: Auwera, Fernand. Geen daden maar woorden, 1970) ‘Avant Garde Teater op Zolder’, in: Het Nieuwsblad, 6 mei 1956. Bauwens, Daan. ‘Ensemble KNS-Raamteater. Een eigentijds menselijk theater’, in: Etcetera, 35, 1991, 16-17. Botermans, Helga. ‘Professionele kijk op het amateurtheater. Walter Tillemans: waardering voor het amateurtoneel’, in: Toneelecho, maart-april 1982. Brouwers, Toon. ‘1 Maart 1968. Een controversiële Man is Man in de KNS. Het maatschappelijk engagement van Walter Tillemans’, in: Een Theatergeschiedenis der Nederlanden. Tien eeuwen drama en theater in Nederland en Vlaanderen, Amsterdam: Amsterdam University Press, 1996, 744 e.v.
46 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
Brouwers, Toon. ‘RaamTeater: hoe het groeide...’, in: Walter Tillemans 60, Antwerpen, 1992. Burlet, Anton (Toon Brouwers). ‘Bent-Ensemble-Raamtheater’, in: Vlaams Theaterjaarboek, 19, 1984-1985, 8. Burlet, Anton (Toon Brouwers). ‘De Prijsbezorger’, in: De Scène, januari 1985, 4-5. Burlet, Anton (Toon Brouwers). ‘Thalia? Tillemans!’, in: De Scène, oktober 1987, 10. Ceuleers, Jan sr. ‘Het leven van Galilei. Even nakaarten met Walter Tillemans en Luc Philips’, in: Het Toneel, 25 november 1966. Christiaens, Jan. ‘De Nevelvlek. Een wedersamenstelling’, in: Walter Tillemans 60, Antwerpen, 1992. Claes, Gaston. ‘Dr. Oskar de Gruyterprijs voor de beste regie. Walter Tillemans levenslang minnaar van teater en Antwerpen’, in: Gazet van Antwerpen, 29 september 1978. De Belie, Johan. ‘Pak ze, Tillemans. Een enfant terrible van het teater’, in: De Rode Vaan, 24 mei 1984. De Lange, Daniel. ‘Toller’, in: De Volkskrant, 24 november 1969. De Ley, Leo. ‘Iedere voorstelling in een teater is een mensenfeest’, in: Zie-Magazine, 1 maart 1978. De Man, Jos. ‘Oorlog in het Ringtheater’, in: De Vlaamse Elsevier, 4, 26 februari 1973. De Roeck, Jef. ‘Walter Tillemans’ tweede adem’, in: De Standaard, 24 maart 1984. De Roey, Johan. ‘Arme Cyrano te gast in het rijke Wenen’, in: Knack, 14 november 1984. De Roey, Johan. ‘Onze kunst is nog niet ingeblikt’, in: Het Volk, 16 januari 1986. De Roey, Johan. ‘Het Avontuur van Walter Tillemans’, in: Knack, 26 februari 1986. Desloovere, Martin. ‘De stoel van Stanislavski: een nabeschouwing’, in: Documenta, 4, 1987. De Vos, Jozef. ‘Walter Tillemans en het Raamteater’, in: Ons Erfdeel, 29, 5, november-december 1986, 727-731. Heene, Steven. ‘Hoe dikker het dossier, hoe slechter de voorstelling. Regisseur Walter Tillemans neemt afscheid van het Raamtheater’, in: De Morgen, 13 juni 1997. Kloppers, A.G. ‘Prachtig plaatjesboek bij Nederlandse Comedie’, in: Nieuwe Rotterdamse Courant, 18 november 1968. La Roche, Monique. ‘Walter Tillemans: Plannen genoeg!’, in: De Antwerpse Morgen, 10 januari 1984. Martens, Dirk. ‘Een Stem in de Stad. “Ik heb niet voor niets vier stukken geschreven over Antwerpens dromen”’, in: Het Nieuwsblad, 17 september 1988.
47 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
wa lt e r t i l l e m a n s
selectieve bibliografie
Pernath, Hugues C. ‘Vlaamse creatie van De kleine prins in regie van Julien Schoenaerts en Walter Tillemans’, in: Vooruit, 13 maart 1960. Ressingen, Christiaan. ‘Tillemans over de mens Walter en over het theater’, in: Eksit, maart 1975, 58-62. Rosseels, Alex. ‘Tillemans, werkbeest van het teater’, in: De Morgen, 6 maart 1979. Schmook, Ger. ‘Walter Tillemans’, in: De Scène, december 1974. Staes, Johan. ‘Pak ’m Stanzi sluit aan bij oude traditie’, in: Gazet van Antwerpen, 30 juni 1984. Tindemans, Carlos. ‘Triomf voor Coriolanus in KNS’, in: Het Handelsblad, 23 september 1967. Van der Veken, Ingrid. ‘Walter Tillemans hekelt het KNS-beleid’, in: De Nieuwe Gazet, 17 mei 1975. Van der Veken, Ingrid. ‘Walter Tillemans: ontslag bij KNS. Nieuwe start na 20 jaar’, in: De Nieuwe Gazet, 3 november 1983. Van der Veken, Ingrid. ‘Hier bouwen, tegen heug en meug. Walter Tillemans over zijn plannen bij het Ensemble KNS-Raamtheater. In Vlaanderen is de theatersoep te dun!’, in: De Nieuwe Gazet, 16 mei 1991. Van Gansbeke, Wim. ‘KNS-Antwerpen. Het Tijdperk Tillemans II. Deze gevaarlijke maîtresse die theater heet’, in: De Antwerpse Morgen, 24 mei 1991. Van Gils, Jack. ‘Wie krijgt Van Meir uit... De stoel van Stanislavski?’, in: De Morgen, 3 maart 1987. Van Hoof, Guido. ‘Tand om Tand projekteert verleden in toekomst. Hugo Claus mist moderne Tijl’, in: De Standaard, 6 maart 1970. Van Meir, Guido. ‘Messen op Tafel. Theater in Vlaanderen. De Confrontatie’, in: Humo, 20 mei 1993. Van Meir, Guido. ‘De zegetocht van Pak ’m Stanzi. Walter Tillemans: “Wel, als dat hier zo gaat, laten we dan vechten”’, in: Humo, 27 september 1984. (Van Schoor, Jaak). ‘Walter Tillemans’, in: Vlaams Theatertreffen. Festival van het Belgische theater, Brussel: Europalia, 1980, 143-149. V.R. (Frans Verreyt) ‘Fakkelteater: De Plaatsbekleder’, in: De Nieuwe, 19 februari 1965. Verhoye, Bert. ‘Julien Schoenaerts tilt Kaspar op hoog niveau’, in: Het Laatste Nieuws, 29 januari 1973. ‘Walter Tillemans verlaat KNS-Antwerpen. De Equipegeest was zoek’, in: Topics, 23 november 1983, 49-51. ‘Walter Tillemans’ (over zijn regie van De Plaatsbekleder in het Fakkeltheater), in: De Post, 14 februari 1965. W.J.A. ‘Schitterend Raamtheater. Regisseur ontluisterd op De Stoel van Stanislavski’, in: Het Volk, 30 januari 1987. Winters, E. ‘Een triomfantelijke avond in de KNS. Arme Moordenaar van Pavel Kohout’, in: Gazet van Antwerpen, 21 januari 1974.
Wuyts, Veronika. ‘De Raad van Advies voor Toneelkunst. If I was a rich man’ (Interview met Walter Tillemans), in: Uit-krant Antwerpen, mei 1989. W.S.B. ‘Catch-teater Pak ’m Stanzi: adembenemend spektakel in KNS’, in: Het Nieuwsblad, 1 juni 1992.
48 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
Artikels van Walter Tillemans ‘Walter Tillemans vertelt’, in: De Toerist, 7 december 1978. Cf. editorialen in: Raamkrant, tijdschrift van het RaamTeater, Antwerpen, 1983. ‘Naar een zinvoller theaterbeleid in Vlaanderen’ (Lezing gehouden op het colloquium Welke richting uit met het theater in Vlaanderen?, ingericht door de Werkgroep Kunstenaars-Socialistische Beweging), 15 februari 1986, Antwerpen. ‘Wildgroei van het Vlaamse theater’, in: Kunst en Cultuur, 1 mei 1986.
Algemene werken Brouwers, Toon. 125 Jaar theater voor het Volk, in: Tijdschrift der Stad Antwerpen, 25, 2 juni 1979, 66-84. De Vos, Jozef. 15 jaar Arca 1975-1990. Theater als zoektocht, Gent: Arca, 1990. Hellemans, Bert en Ed van den Eijnde (red.). RaamTeater op ’t Zuid, Knack Special, Antwerpen, september 1986. Ilegems, Bert. Bondige historiek van de toneelafdeling De Nevelvlek (typoscript), Antwerpen, 1972. Tirard, Philip. Jacques Huisman. Des masques et des souvenirs. Les quarante premières années du Théâtre National, Bruxelles: CFC, 1996. Een Theatergeschiedenis der Nederlanden. Tien eeuwen drama en theater in Nederland en Vlaanderen. Amsterdam: Amsterdam University Press, 1976.
49 / kritisch theater lexicon - 8 - augustus 1997
Dit is een uitgave van Vlaams Theater Instituut v.z.w. in samenwerking met de studierichtingen Theaterwetenschap van de vier Vlaamse universiteiten: U.I.Antwerpen, Universiteit Gent, K.U.Leuven, V.U.Brussel.
Hoofdredacteur Geert Opsomer Redactieraad Pol Arias, Annie Declerck, Ronald Geerts, Erwin Jans, Rudi Laermans, Ann Olaerts, Frank Peeters, Luk van den Dries, Marianne van Kerkhoven, Jaak van Schoor Vormgeving Inge Ketelers Fotogravure en druk Cultura, Wetteren Oplage 500 ex.
Kritisch Theater Lexicon 8, Portret Walter Tillemans Auteur Toon Brouwers Met dank aan: Nieuw Ensemble Raamteater Eindredactie en correctie Geert Opsomer, Griet Vandewalle Foto portret Walter Tillemans F. Claus Foto’s p. 25: R. Reusens / p. 26: R. Reusens, Archief KNS / p. 27: H. Selleslags / p. 28: Archief Raamtheater
Vlaams Theater Instituut v.z.w., Sainctelettesquare 19, 1000 Brussel, 02/201.09.06 ISBN 90-74351-02-7 — D/1997/4610/02 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Het Vlaams Theater Instituut is een centrum voor onderzoek, documentatie, advies en promotie van de podiumkunsten. Het Vlaams Theater Instituut wordt betoelaagd door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Cultuur en is gesponsord door de Nationale Loterij en Océ. © 1997 / Verantwoordelijke uitgever: Ann Olaerts