V&VN Kinderverpleegkunde, november 2014
Deze speciale nieuwsbrief staat in het teken van het rapport
‘Samen op weg naar gezonde zorg voor zieke kinderen’ Integrale aanpak met concrete handvatten Het rapport ‘Samen op weg naar gezonde zorg voor zieke kinderen’ beschrijft een integrale aanpak om te komen tot gezonde zorg. In deze aanpak staan het kind en het gezin centraal en waarbij tegelijkertijd doelmatigheid en (financiële) duurzaamheid bestaan. Hiertoe wordt in het rapport het ‘Medische Kindzorgsysteem’ ingevoerd en uiteengezet. Concrete handvatten voor de inrichting van deze zorg worden aangereikt en ook voorwaarden met de bekostiging worden gesteld. Het rapport richt zich op de periode vanaf 1 januari 2016. De partijen hebben de ambitie om het Medische Kindzorgsysteem op die datum volledig te hebben uitgewerkt en te hebben geïmplementeerd. Het rapport vormt dan ook het vertrekpunt voor de implementatiefase.
Herziening Langdurige Zorg In 2015 start de Herziening Langdurige Zorg (HLZ), waarbij de zorg die nu nog uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) wordt bekostigd, overgaat naar de Zorgverzekeringswet (Zvw), Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), Wet langdurige zorg (Wlz) en Jeugdwet. Dit is het moment om (ernstig) zieke kinderen de absoluut centrale positie te geven waar zij recht op hebben. Het volledige rapport is hier te downloaden:
http://kinderverpleegkunde.venvn.nl/LinkClick.aspx?fileticket=JnJ hKsKHP3o%3d&tabid=5897 Congres Tijdens het congres ‘25 jaar Rechten voor het (zieke) kind’ staat het rapport ‘Samen op weg naar gezonde zorg voor zieke kinderen’ op de agenda. Het is belangrijk dat wij allemaal aan dezelfde doelstelling gaan werken - De rechten van het Kind - Handvest Kind en zorg – niet alleen in woord maar ook in daad.
1
De organisatie van de intensieve kindzorg komt in beweging Het rapport ‘Samen op weg naar gezonde zorg voor ernstig zieke kinderen’, borduurt voort op en is een concrete uitwerking van het Integraal Kwaliteitsmodel (Intensieve) Kindzorg (IKIK – fig.1) uit het rapport 'Ernstig zieke kinderen hebben recht op gezonde zorg’ dat in oktober 2013 verscheen (http://vragenlijstzorgkinderen.nl/rapport.) Er bestonden al langere tijd diverse knelpunten in de organisatie en bekostiging van de intensieve kindzorg. De verpleging en behandeling van ernstig zieke kinderen verdwijnen in toenemende mate uit het ziekenhuis naar de eerste lijn/thuissetting. De schatting is dat dit nu al 30% van de zorg is die voorheen in het ziekenhuis plaatsvond. Dit is een logisch vervolg op de ontwikkelde visie op gezinsgerichte zorgverlening en het artikel ‘Het niet onnodig opnemen van een kind in het ziekenhuis (artikel 1 uit Handvest Kind en Gezin, 1995)’.
Figuur 1.
Knelpunten door verschuiving in zorg Verschuivingen in de zorg aan het zieke kind zijn niet ingebed in een structurele organisatie. Diverse knelpunten bestaan er. 1. De toenemende ziekenhuis verplaatste zorg; een ziek kind valt veelal onder verantwoordelijkheid van de kinderarts waarbij de nadruk meestal ligt op de medische en verpleegtechnische kant. Het psychosociale welzijn, de ontwikkeling, veiligheid en gezinsbalans komen onvoldoende in beeld. De gezinsgerichte zorg in het ziekenhuis heeft al een grote ontwikkeling doorgemaakt waar gewerkt wordt in multidisciplinaire zorgteams om de zorg verantwoord te kunnen verlenen. 2. Voor de gezinsgerichte zorgverlening ontbreekt de continuïteit wanneer de zorg thuis wordt voortgezet. De keten is niet of onvoldoende op elkaar afgestemd en niemand voelt zich verantwoordelijk om de coördinatie op zich te nemen.
2
3. De balans tussen over- en onderzorg ontbreekt omdat veelal vanuit de medisch en verpleegtechnische invalshoek indicatie van zorg plaats heeft. Terwijl de zorgbehoefte van gezinnen vaak mede afhangt van de omstandigheden waarin deze zorg wordt geboden. 4. Als de draaglast groter is dan de draagkracht wordt het gezin kwetsbaar, kan het niet meer met de situatie omgaan en moet op korte of lange termijn een extra beroep doen op zorg en ondersteuning. De ontwikkeling van broers en zussen komen onder druk te staan. Daarnaast is er het risico dat moeheid, geestelijke uitputting en onzekerheid over de toekomst, er soms voor zorgen dat liefdevolle zorg van ouders ontspoort in kinderverwaarlozing of zelfs kindermishandeling. Door gebrekkige communicatie bij de overdracht en afstemming van partijen blijft dit verborgen. 5. Veel aandacht is gericht op verhoging van de levenskans en in mindere mate voor de aandacht voor het niet-zieke deel van het kind en gezin. Deze staan niet los van elkaar. Deze kinderen raken sneller geïsoleerd en worden minder gestimuleerd in de sociale activiteiten. Doordat een ziek kind thuis meer zorg vraagt, zijn ouders vaak gedwongen minder te gaan werken of zelfs te stoppen met werken. De wederzijdse afhankelijkheid wordt groter en een negatieve vicieuze cirkel is ingezet met verminderde maatschappelijke participatie. Gezinnen worden kwetsbaar en uiteindelijk is er meer zorg van professionals nodig.
Knelpunten voor kinderverpleegkunde Er zijn meer knelpunten en het één leidt tot het ander. Oftewel er bestaat een oorzaakgevolgrelatie. Om de knelpunten met haar gevolg wat praktischer te maken voor ons als kinderverpleegkundigen: Ad. 1, 2 en 3. Omdat tot nu toe de zorg aan zieke kinderen overwegend in het ziekenhuis plaatsvindt worden daar de opleidingen tot op heden ook op ingericht. In het expertisegebied van een kinderverpleegkundige staat weinig geformuleerd over de voorwaarden van de functie voor de thuissetting. De thuissetting is qua praktijk en theorie niet ingebed in de kinderverpleegkundige vervolgopleiding. In het opleidingsprofiel kinderverpleegkundige wordt dit maar zijdelings beschreven. De subsidie voor specialistische vervolgopleidingen wordt vrijgemaakt door ziekenhuizen en overheid en staat ter beschikking van de ziekenhuizen. Er is geen subsidie beschikbaar voor opleidingen in de eerste lijn. In Nederland zijn twee verpleegkundige niveaus. Stroom je in voor de vervolgspecialisatie dan kan dat vanuit een mbo- als hbo-niveau. Aan de andere kant kom je als ‘zelfde niveau’ de praktijk in. Formeel is er verschil in diploma; mbo versus hbo, niet in bevoegdheden in de praktijk. Dat blijft behalve als je als mbo’er de master verplegingswetenschap of opleiding tot nurse practitioner volgt. Dan overstijg je het hbo-niveau met het respectievelijk master en master hbo-niveau. Het instroomniveau van de kinderspecialisatie is niet gedefinieerd naar mbo- of hboniveau. Voor het indicatiestellen van de wijkverpleging moet je als kinderverpleegkundige hbo-niveau hebben omdat o.a. klinisch redeneren een vaardigheid en inzicht betreft die essentieel is voor de indicatiestelling en hbo-niveau (V&VN 2014, Normenkader) Ad. 2, 3, 4 en 5. Er bestaat geen standaard van de overdracht voor het zieke kind en gezin.
Oplossing IKIK Als oplossing werd het Integraal Kwaliteitsmodel Intensieve Kindzorg (IKIK) geïntroduceerd. Hierin is vanuit bestaande systemen een opzet tot organisatie van de intensieve kindzorg, waar de samenwerking leidend is, ontworpen. Voorwaarde is een financiële en organisatorische ontschotting. Dat is mogelijk wanneer alleen ketenzorg wordt vergoed en dat is mogelijk wanneer de zorg allemaal binnen een wet valt; de Zorgverzekeringswet.
3
Van intensieve kindzorg naar medische kindzorg Na een positief ontvangst van het rapport ‘Ernstig zieke kinderen hebben recht op gezonde zorg’ werden de samenwerkende partijen uitgenodigd om invulling te geven aan het kwaliteitsmodel. Vanwege de Hervorming Langdurige Zorg (HLZ) werd de term ‘intensieve kindzorg’ vervangen door ‘medische kindzorg’. Onderscheid wordt gemaakt in intensieve kindzorg en minder intensieve kindzorg. Dit is een eerste stap tegen de versnippering van zorg waardoor elk ziek kind op elk moment passende ondersteuning kan krijgen. In het rapport ‘Samen op weg naar gezonde zorg voor ernstig zieke kinderen’ wordt als doelgroep de volgende omschrijving gebruikt: ‘Alle kinderen met een somatische aandoening in Nederland die onder eindverantwoordelijkheid van de kinderarts of ander medisch specialist staan en buiten het ziekenhuis kinderverpleegkundige zorg nodig hebben’. In het rapport staat een systeem beschreven waarbij het zieke kind, en gezin daaromheen, te allen tijde centraal staan en waarbij tegelijkertijd de opvatting ‘recht hebben op zorg’ wordt vervangen door het principe ‘zorg zo nodig, waar nodig’. Voorwaardelijk daarbij is de samenwerking, flexibiliteit, kwaliteit en passende bekostiging. Kwaliteit van zorg, doelmatigheid en (financiële) duurzaamheid zijn de uitkomsten wanneer zorg volgens dit systeem wordt ingericht.
Rechten van het kind als basis voor gezonde zorg Gezonde zorg bestaat bij de aanwezigheid van een systeem waarbij de rechten van het kind leidend zijn. In het nieuw omschreven Handvest Kind & Zorg (te downloaden via http://kinderverpleegkunde.venvn.nl/LinkClick.aspx?fileticket=gDRelc_CxtU%3d&tabid=5897 en is afgedrukt in het jubileumnummer Magazine Kinderverpleegkunde nr. 3-2014) zijn die uitgangspunten te vinden. Kwaliteit van zorg, doelmatigheid en (financiële) duurzaamheid bereiken we door: 1. Kwaliteit van zorg wordt nagestreefd door de hulpbehoefte (de zorgvraag) van kind en gezin leidend te laten zijn. Dit is in het Medisch Kindzorgsysteem (het geheel aan stappen wanneer een zorgvraag zich na het ziekenhuis voortzet in de thuissetting) vertaald met de Hulpbehoefte scan (een plan waarin kind en ouders aan kunnen geven wat zij zelf kunnen doen en regelen en waar zij ondersteuning in willen). Verder krijgt het handen en voeten door het kwaliteitskader dat gedefinieerd is voor het Integrale Kwaliteitsmodel. 2. De doelmatigheid komt grotendeels voort uit de kanteling van ‘recht hebben op zorg’ naar ‘zorg zo nodig, waar nodig’. Hierdoor wordt de eigen kracht van gezinnen gestimuleerd en ontstaat een optimale zelfredzaamheid van gezinnen. 3. Doelmatigheid is een voorwaarde voor de (financiële) duurzaamheid; optimale zelfredzaamheid van gezinnen voorkomt overmatige zorgconsumptie.
Tien randvoorwaarden van kwaliteit 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Flexibiliteit Regie voor het kind en ouders Informatievoorziening Ruimte voor ontwikkeling en kind zijn Zorg zo nodig Zorg waar nodig Samenwerking tussen professionals De verpleegkundige zorg voert een kinderverpleegkundige uit Het indiceren en organiseren van zorg buiten het ziekenhuis wordt altijd gedaan door een hbo-geschoolde kinderverpleegkundige of verpleegkundig specialist 10. Veiligheid van het kind is altijd gewaarborgd
4
Medisch Kindzorgsysteem in 4 stappen Het Medisch Kindzorgsysteem bevat 4 stappen (zie figuur 2)
Stap 1 Wanneer een kind na opname, dagbehandeling of een bezoek aan de polikliniek het ziekenhuis verlaat, is de ‘Verwijsboom zorg buiten ziekenhuis’ van toepassing. Dit is een beslisboom die de kinderarts helpt om het juiste wetstelsel (met bijbehorende organisaties, regels en financiering) voor het kind te kiezen. Afhankelijk van de situatie zijn er diverse uitkomsten mogelijk. Zoals terugverwijzen naar de huisarts, slechts een vervolgafspraak inplannen, doorverwijzen naar professionele ondersteuning bij persoonlijke verzorging op basis van de Jeugdwet of doorverwijzen naar een organisatie die zorg verleent op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz). De laatste optie is op basis van de Zorgverzekeringswet (Zvw) de kinderverpleegkundige van de afdeling inschakelen om de Hulpbehoeftescan kind & gezin (fase 2) met het gezin op te starten. In dit geval is er een voortzetting van behandeling en kinderverpleegkundige zorg buiten het ziekenhuis. Deze dient goed op elkaar aangesloten te worden om continuïteit en kwaliteit van zorg te waarborgen. Dit is tot op heden niet altijd het geval.
Figuur 2: Uitwerking van de vormgeving van het Medische Kindzorgsysteem
Stap 2 De Hulpbehoeftescan kind & gezin is een middel dat wordt ingezet wanneer uit de verwijsboom blijkt dat het kind onder de Zorgverzekeringswet valt. Deze hulpbehoeftescan kan vergeleken worden met het ‘geboorteplan’, zoals die uit de geboortezorg. In deze hulpbehoeftescan kunnen kind en gezin aangeven welke behoeften zij hebben in het traject na het ziekenhuis. In de scan wordt de medisch-verpleegtechnische handelingen meegenomen én ook de behoefte sociaal, in de ontwikkeling en de veiligheid. Niet alleen voor het zieke kind maar ook voor eventuele broertjes, zusjes, ouders en andere directe betrokkenen in het gezin.
Deze hulpbehoeftescan bestaat momenteel nog niet en zal de komende tijd ontwikkeld worden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de voorbeelden uit de geboorte- en jeugdzorg en wellicht uit voorbeelden in de ons omringende landen.
5
Wanneer kind en ouders de hulpbehoeftescan hebben ingevuld, neemt de kinderverpleegkundige in het ziekenhuis deze met kind en ouders door en worden kaders voor ontslag vastgesteld. Dit betreft voorwaarden waaraan in het medisch kinderleefdomein moet worden voldaan, zodat het ontslagproces ingezet kan worden.
Bij deze stap is de beschikbaarheid en het gebruik van een landelijk gebruikte verpleegkundige overdracht randvoorwaarde. Naast eenduidige registratie bij de bron is eenheid in taal erg belangrijk. Deze standaard ontbreekt op dit moment. Het is van belang deze op korte termijn te ontwikkelen. Samen bespreken de kinderverpleegkundige en kind en de ouders waar de functie van zorgcoördinator komt te liggen. In alle gevallen, ook wanneer ouders zelf de verpleegkundige handelingen uitvoeren, wordt een zorgcoördinator aan het gezin toegewezen. De zorgcoördinator is afkomstig uit het ziekenhuis (wanneer zij zelf buiten het ziekenhuis de zorg verleent), een kinderhospice, een kinderthuiszorgorganisatie of een verpleegkundig kinderdagverblijf. De aangewezen zorgcoördinator komt bij het gezin thuis om de voorwaarden vanuit het ziekenhuis te toetsen en voorwaarden voor de overige drie kinderleefdomeinen (ontwikkeling, sociaal en veiligheid) vast te stellen. Deze bevindingen worden wederom besproken met het gezin en gekeken welke zorg en organisatie het gezin zelf kan oppakken. Wanneer voorwaarden besproken zijn vindt een transfergesprek plaats waarin behoeften en voorwaarden worden vastgesteld. Een eerste Zorgplan kind & gezin wordt beschreven die door de kinderarts geaccordeerd wordt. De zorgverzekeraar wordt op de hoogte gesteld.
Stap 3 Het Zorgplan kind & gezin is een plan waarin de te leveren zorg na het ziekenhuis beschreven staat voor een individueel kind en het bijbehorende gezin. Achtereenvolgens zijn in het zorgplan opgenomen: de van toepassing zijnde kinderleefdomeinen de persoon uit het gezin waarop een kinderleefdomein betrekking heeft de behoefte die de persoon heeft het doel dat daaraan gekoppeld wordt de activiteiten die het bereiken van dat doel mogelijk moeten maken de zorgverlener die de activiteiten uitvoert de (deel)prestatie waaronder de bekostiging plaatsvindt Er bestaat nog geen standaard zorgplan voor de thuissituatie of instellingen in de eerste lijn. Waar het zorgplan in het ziekenhuis is gebaseerd op de standaard gezondheidspatronen van Gordon of Nanda of andere standaarden, is dit buiten het ziekenhuis nog geen gangbare werkwijze. Ook deze discussie zal komende tijd gevoerd worden om daar met elkaar invulling aan te gaan geven.
6
Fase 2 Medische Kindzorg. Hulpbehoeftescan kind & gezin
Het Zorgplan kind & gezin heeft een multidisciplinair karakter. Dat zijn zorgverleners uit de medische kindzorgketen, alsmede disciplines vanuit bijvoorbeeld het sociale domein bij het gezin (zoals Centrum voor Jeugd en Gezin vanuit een gemeente). De zorgcoördinator heeft de taak om de verschillende disciplines met elkaar te verbinden en de voortgang en actualiteit van het zorgplan te bewaken. De werkwijze binnen het Zorgplan kind & gezin is een cyclisch proces van uitvoeren van de activiteiten uit het zorgplan, het evalueren van het zorgplan en het eventueel bijstellen van onderdelen uit het zorgplan en weer uitvoeren. Dit proces gaat door totdat het Zorgplan kind & gezin op een bepaald moment wordt afgesloten.
7
Stap 4 Het Zorgplan kind & gezin kan om verschillende redenen worden afgesloten, namelijk: 1. Het kind heeft geen verpleegkundige zorg meer nodig 2. Het kind is vijf jaar of ouder en wordt geïndiceerd voor de Wet langdurige zorg 3. Het kind is achttien jaar geworden 4. Het kind is overleden Hoe het traject na het Zorgplan kind & gezin eruit ziet, hangt af van welke van de vier situaties van toepassing is en de behoeften die in verband daarmee bij de betrokkenen bestaan. Afhankelijk daarvan kan er een transitie naar een andere aanspraak plaatsvinden. Ongeacht welke van de vier oorzaken van toepassing is, vindt er altijd een eindevaluatie plaats om de behoeften na het Zorgplan kind & gezin te evalueren. Daarnaast is er, indien van toepassing, een zorgvuldige overdracht om te voorkomen dat er kinderen tussen wal en schip vallen wanneer het Zorgplan kind & gezin wordt afgesloten.
8
Fase 3 Medische Kindzorg: Zorgplan Kind & Zorg
Bekostiging De professionele ondersteuning wordt vanuit meerdere bekostigingssystemen gefinancierd. Daarom is het van groot belang dat er een eenduidige vertaling is welke zorg door de gemeente, welke door de zorgverzekering en welke binnen de wet langdurige zorg valt. Dit om gezonde zorg en financiële en organisatorische ontschotting hand in hand te laten gaan. De randvoorwaarden zijn: 1. Kindergeneeskundige zorg en kinderverpleegkundige zorg als expertise 2. Zorg zo nodig financieren 3. Zorg waar nodig financieren 4. Samenwerking financieren 5. Financiële ruimte voor kwaliteitsontwikkeling Daarnaast moet er financiële ruimte komen voor het ontwikkelen van instrumenten, zoals de Hulpbehoeftescan en het Zorgplan kind & gezin. Maar ook voor toekomstige projecten zoals het ontwikkelen van richtlijnen en protocollen voor de medische kindzorg.
9
Implementatie De eerste reacties op het rapport ‘Samen op weg naar gezonde zorg voor ernstig zieke kinderen’ zijn positief. Het ministerie van VWS wil verder gaan met de implementatie, omdat al per 1 januari 2015 de bekostiging via de Zorgverzekeringswet zal gaan lopen en indicatie niet meer via het Centraal Indicatie Zorg (CIZ) zal gaan. Diverse activiteiten volgen uit het omschreven Medisch Kindzorgsysteem en dienen voor 1 januari 2016 ontwikkeld te zijn. Allereerst is het van belang dat Handvest Kind en Zorg overal bekend wordt en als uitgangsdocument gaat dienen. Verder dient getoetst te worden of het kwaliteitskader en verwijsboom buiten het ziekenhuis en beslisboom afsluiten Zorgplan kind & gezin bruikbaar en actueel zijn. De inhoud en wijze van invulling van: 1. De hulpbehoeftescan 2. Inventarisatielijst zorg buiten ziekenhuis, format transfergesprek, evaluatiegesprek en eindevaluatie. Deze zullen allen gebaseerd dienen te zijn op de te ontwikkelen standaard Kinderverpleegkundige overdracht 3. Standaard Zorgplan kind & gezin in de thuissetting 4. Overdrachtsformulier voor ‘uit zorg’ Verder dient een bijdrage geleverd te worden aan de Inkoopgids 2016 Medische Kindzorg, is het van belang om onderzoek te doen naar de resultaten van deze nieuwe werkwijze naar kwaliteit, doelmatigheid en (financiële) duurzaamheid.
Gevolgen voor kinderverpleegkundigen Het Medisch Kindzorgsysteem sluit aan op het zorgproces binnen het ziekenhuis. Aan het Medisch Kindzorgsysteem gaat bijna altijd een ziekenhuisopname van het kind vooraf. Kind en ouders komen met een gezondheidsvraag, vaak via huisarts of SEH, bij de kinderarts of een van de andere specialisten. Ook kan een kind ziek of prematuur geboren zijn en door bijvoorbeeld een bronchopulmonale dysplasie kinderverpleegkundige zorg thuis nodig hebben. Bij opname stelt de arts de diagnose en geeft medische opdrachten (medisch behandelplan). Daarop start de kinderverpleegkundige met de invulling van een verpleegplan (=zorgplan). Voor het verpleegplan maakt zij gebruik van de diagnose, medische anamnese met onderzoeksgegevens, het medisch behandelplan van de specialist, de verpleegkundige anamnese die bij kind en ouders wordt afgenomen (anamnese volgens Gordon, Nanda of andere standaard in de verpleegkunde). De ontwikkeling van de afgelopen jaren, waarin ouders en kind (afhankelijk van leeftijd en ontwikkeling) steeds meer partner zijn in de zorg, zet zich verder door. Ouders zijn de deskundige voor hun kind, hebben zoveel mogelijk de regie in de zorg. De verpleegkundige stelt, afgestemd met de ouders, de verpleegdoelen op en legt deze vast in het dossier. De vraaggerichte zorg kantelt verder naar vraaggestuurde zorg (Wagemaker, 2014). Zie ook pagina 18-21 magazine Kinderverpleegkunde, nummer 3.
De verpleegkundige anamnese en het verpleegplan zijn een standaard ordening- of classificatiesysteem. In het ziekenhuis wordt veel gewerkt met de anamnese volgens Gordon. Ook Nanda is veel in gebruik. Andere die in deze context genoemd worden zijn Omaha, Rai Kind, ZLP Zorgleefplan, SAMPC, NIC en NOC. Gedurende het verblijf wordt met voortgangsbesprekingen het medisch en zorgbeleid aangepast in overleg met kind en ouders. Op een gegeven moment wordt ook het pad naar ontslag uit het ziekenhuis uitgezet. Voor een optimaal procesdoorloop wordt dit pad al bij opname gestart en anders zo snel als daarna mogelijk. Eenvoudig omdat dit een onderdeel is van het behandel- en zorgplan. De doelstelling die altijd onderdeel uitmaakt van beide plannen; wat zijn de voorwaarden en criteria voor ontslag.
10
Kinderverpleegkundigen in het ziekenhuis krijgen ook op een andere wijze te maken met de veranderende zorgvraag en -verlening. Wanneer nu al 30 % van de zorg aan zieke kinderen thuis wordt verleend, groeit dit in de toekomst naar 50 tot 70%. De kinderverpleegkundige die in het ziekenhuis werkt, krijgt in toenemende mate te maken met de opname van kinderen die in de thuissituatie al hulp en ondersteuning krijgen van de kinderverpleegkundige in de eerste lijn. Een setting waarin ouders (en kind) zelf de regie in handen hebben. Ouders en kind zijn gewend gehoord te worden door de professionals die bij hen thuis zorg verlenen. Als in het ziekenhuis werkzame kinderverpleegkundige, heb je te maken met deskundige ouders die gewend zijn een bepaalde rol in de zorg voor hun kind te hebben. Niet de behoefte van de professional is leidend maar die van kind en gezin. De praktijk In het ziekenhuis De initiërende rol oppakken om het ontslag van het kind tijdig voor te bereiden; In dat ontslagproces ouders informeren over de hulpbehoeftescan die zij kunnen invullen; Hen coachen en begeleiden bij het invullen van die hulpbehoefte scan; Afhankelijk van werkwijze per ziekenhuis neemt de kinderverpleegkundige samen met de kindertransferverpleegkundige, de checklist voorwaarden zorg buiten het ziekenhuis door om vast te stellen uit welke organisatie de zorgcoördinator wordt betrokken. Met die organisatie wordt contact gelegd; Het transfergesprek (ontslaggesprek met kinderverpleegkundige overdracht) aangaan met zorgcoördinator, kind en ouders om een eerste zorgplan op te stellen; Verder de follow-up van het kind die kinderverpleegkundigen gewoon zijn te doen na ontslag.
In de eerste lijn/thuis Op verzoek van kinderverpleegkundige/transferverpleegkundige een bezoek aan huis brengen van het kind dat met ontslag gaat en de Checklist voorwaarden zorg buiten het ziekenhuis doornemen; Het transfergesprek aangaan met kind en ouders en kinderverpleegkundige/ kindertransferverpleegkundige om een eerste zorgplan op te stellen met Indicatiestelling van zorg; Kind en gezin in zorg nemen en volgens zorgplan zorg verlenen. Aan de hand van tussenevaluaties dit plan bijstellen; Wanneer het kind en gezin uit de zorg gaan, afronden met een overdracht; Zorg dragen voor een te allen tijde geactualiseerd zorgplan om daar waar een kind opgenomen moet worden mee te kunnen geven naar het ziekenhuis en zorg te dragen voor een overdracht met een gestandaardiseerd formulier.
Kennis en vaardigheden Het kwaliteitskader Medische Kindzorg is ontwikkeld vanuit bestaande kennis en nieuwe kennis. Er is nog niet volledig inzichtelijk wat er allemaal bij implementatie van het plan nodig is. Wat nu al wel duidelijk is zijn de volgende kennis en vaardigheden van de kinderverpleegkundigen. 1. Het Kwaliteitskader Medische Kindzorg kennen en begrijpen. 2. Kennis en inzicht in de eerstelijns zorgverlening aan kind en gezin en de sociale kaart.
11
3. Samenwerkingsrelaties kunnen aangaan met kinderverpleegkundigen en professionals in andere organisaties in de 1e, 2e en 3e lijn en onderhouden in relatie tot de zorgvraag van kind en gezin. 4. Kennis, inzicht en vaardigheid in de gezinsgerichte en geïntegreerde zorgverlening. 5. Een therapeutische conversatie kunnen voeren met kind en gezin. 6. Ouders en kind kunnen coachen en ondersteunen om een hulpbehoeftescan in te vullen en deze te bespreken op toepasbaarheid en haalbaarheid. 7. Klinisch redeneren als basiskennis om indicatie te kunnen stellen voor de kinderverpleging in de wijk (dit betreft het hbo-v niveau 5). 8. Bekend zijn met het Normenkader Indicatiestellen in de wijk van V&VN als kwaliteitskader. 9. Indicatiestellen voor kinderverpleging in de wijk. 10. Uitgangspunt is dat niet waar de zorg gegeven wordt centraal staat, maar welke zorg gegeven wordt centraal staat (uiteraard toegespitst op dit kind in deze situatie). Eenduidige rapportage en een volledige overdracht van zorg van eerste naar tweede en derde lijn is hierbij onontbeerlijk.
Waar V&VN Kinderverpleegkunde aan werkt In de beleidsontwikkeling van de afdeling V&VN Kinderverpleegkunde is het Handvest Kind en Zorg leidend. Hierin is al te noemen het in ontwikkeling zijnde expertiseprofiel kinderverpleegkunde en het nog te herschrijven en ontwikkelen opleidingsprofiel voor kinderverpleegkundigen. En zoals iedereen heeft kunnen zien staat het handvest, zowel de versie voor kinderen als die voor professionals en ouders, in het prachtige jubileumnummer. Downloaden via http://kinderverpleegkunde.venvn.nl/LinkClick.aspx?fileticket=gDRelc_CxtU%3d&tabid=5897
De samenwerkende partijen toetsen de validiteit van het kwaliteitsmodel. Er zal samengewerkt worden aan een ontwikkeling van de standaarden als hulpbehoeftescan, standaard zorgplan, benodigde checklists voor transfergesprek, tussenevaluaties en eindevaluatie. De betrokkenheid bij het samenstellen van de Inkoopgids 2016 voor de kindzorg is vanzelfsprekend, zo ook bijdragen aan onderzoek naar het resultaat van het werken volgens het kwaliteitskader kwaliteitsmodel. Waar mogelijk benaderen wij onze leden om hun bijdrage te vragen op de onderwerpen die in ontwikkeling zijn. Nieuwe ontwikkelingen laten wij weten via de website www.kinderverpleegkunde.venvn.nl. Hou deze dus in de gaten.
Achtergrondinfo Meer achtergrondinformatie: ZLP Zorgleefplan http://www.zorgvoorbeter.nl/docs/PVZ/vindplaats/Zorgleefplan/541%20Reader%20Werken%20met%2 0het%20zorgleefplan[1].pdf
SAMPC – zorgvraag op verschillende leefdomeinen te vertalen in een verpleegplan http://www.noordhoffuitgevers.nl/nuweb/assets/Inhoudsopgave_9789001804961.pdf
NANDA, NIC en NOC uitgelegd http://www.verpleegkunde.net/GORDON/bestanden/nic_noc_nanda%20hellema.pdf
ICF – international Classification of Functioning http://class.who-fic.nl/browser.aspx?scheme=ICF-nl.cla
OMAHA http://www.omahasystem.org/ http://www.zorgvisie.nl/PageFiles/72729/010_RBIAdam-download-ZVS12607D09.pdf
RAI Resident Assessment Intervention http://www.lansa.com/partners/solutions/mds.htm
12
Partijen Verschillende partijen werkten samen aan het rapport ‘Samen op weg naar gezonde zorg voor zieke kinderen’ Deze zijn:
Graag tot ziens op het congres op 20 november 2014
Auteurs: Gerda van Bergen en Jacobien Wagemaker Bestuur V&VN Kinderverpleegkunde
V&VN Kinderverpleegkunde, november 2014
13