NIEUWSBRIEF JONGE ATLANTICI OKTOBER/NOVEMBER 2014 INHOUD: 1. INTRO 2. AANKOMENDE ACTIVITEITEN/UPCOMING ACTIVITIES 3. ONZE NIEUWE BESTUURSLEDEN 4. VERSLAG CONFERENTIE IN BRUSSEL: “Building a Stronger Future for NATO: The Voice of NextGen Leaders” door Karlijn Jans 5. OPINION: “United States’ Air Strikes against Islamic State: Humanitarian Intervention or Pre-emptive Self-Defense?” by Wouter Bartens
INTRO Beste allemaal, De start van het nieuwe JA-jaar viel samen met een van de belangrijkste bijeenkomsten van dit jaar: de NATO Summit in Wales. Ik was erg onder de indruk van de kundigheid van de wereldleiders in de discussies die plaatsvonden op de summit. Daarnaast mocht ik als Nederlands vertegenwoordiger, met trots, (inmiddels) oud-Secretaris Generaal Rasmussen introduceren op het podium als spreker op een programma van de NATO Emerging Leaders Working Group 2014. Het schrijven van de introductie dwong mij terug te kijken op de jaren van Rasmussen als SG, en wat dit de NAVO heeft opgeleverd. De vele aanpassingen in tactiek, de introductie van Smart Defense, de Afghanistan- en Libië-casussen. Rasmussen zal terugkijken op roerige en constant in beweging zijnde jaren. Maar ik vrees dat dit voor Jens Stoltenberg niet minder het geval zal zijn. Ik ben blij om volgende week met JA- leden ons te richten op een van de huidige casussen: de Mali-missie. Ik hoop jullie daar allemaal te zien, en weer bij te praten in het nieuwe JA-jaar.
Groetjes, Rowinda Appelman, Voorzitter van Jonge Atlantici
Nieuwsbrief Jonge Atlantici Oktober/November 2014
AANKOMENDE ACTIVITEITEN/UPCOMING ACTIVITIES Bijeenkomst: De Nederlandse Missie in Mali Op donderdag 16 oktober organiseert Jonge Atlantici een bijeenkomst met Arthur Stoop die kortgeleden terugkwam uit Mali waar hij als militair deelnam aan de Nederlandse missie in Mali, onderdeel van de VN-missie MINUSMA. Nederland levert sinds april 2014 een belangrijke bijdrage aan deze VN-missie. Het gaat om zo’n 370 man en 4 Apachegevechtshelikopters. Vanaf oktober komen daar nog 3 Chinooktransport-helikopters bij en een uitbreiding van de troepen met 70 man. De VN is sinds vorig jaar actief in Mali. De blauwhelmen moeten er de veiligheid en stabiliteit verbeteren en de lokale bevolking beschermen. Begin vorig jaar werd Mali onder de voet gelopen door jihadistische rebellen. Volgens oud-minister Koenders, die de leiding heeft over de VN-missie, zijn de Nederlanders “de ogen en oren van de missie”. Wat dit in de praktijk inhoudt en wat de recente ontwikkelingen zijn in Mali zijn enkele onderwerpen die Arthur Stoop zal bespreken. Daarnaast zal hij vertellen over zijn eigen ervaringen tijdens de missie. Uiteraard zal er ruim voldoende tijd zijn om vragen te stellen.
Datum: Tijd: Locatie:
Spreker: Taal: Toegang:
Donderdag 16 oktober 2014 19.30 – 21.30 uur Kantoor van de Atlantische Commissie (Bezuidenhoutseweg 237a-239a, Den Haag) Arthur Stoop Nederlands Gratis voor leden van Jonge Atlantici en overige geïnteresseerden
Aanmelden is verplicht en kan t/m 16 oktober 12.00 uur via
[email protected]
Nieuwsbrief Jonge Atlantici Oktober/November 2014
Paneldiscussie: Jihadisme in het Midden-Oosten
Op dinsdag 28 oktober organiseren Jonge Atlantici en het Grote Midden Oosten Platform een bijeenkomst rond jihadisme in het Midden-Oosten. De overgrote meerderheid van de leden van Islamitische strijdgroepen in Syrië en Irak komen uit Arabische buurlanden. Wie zijn die jongens die zich aansluiten bij jihadi groepen? Wat drijft hen? Hoe kan dat jihadisme zich ontwikkelen? Wat zijn de gevolgen van jihadi groepen voor de rest van de wereld? Hoe moeten wij vanuit Nederland en Europa reageren? De sprekers hebben allen zeer veel ervaring met de regio en kunnen daarom een uniek perspectief bieden op de omstandigheden daar. Pieter Stockmans is een journalist die in opdracht van MO* Magazine naar de bakermat van de internationale jihad in Jordanië reisde. Hij reist al 8 jaar in Noord-Afrika en het Midden-Oosten en schrijft regelmatig voor MO* en Knack. Hij is medeoprichter van het journalistieke project “Tussen Vrijheid en Geluk”. Carl Stellweg werd geboren in het Midden-Oosten (Beiroet) en bracht er een groot deel van zijn jeugd door. Hij was 15 jaar lang buitenlandredacteur van het Algemeen Dagblad. Onlangs verscheen van zijn hand het boek: ‘De wereld van de islam in begrijpelijke taal’. Evert-Jan Grit is Program officer Midden-Oosten/jongerenactivisme bij PAX. De sprekers houden een korte introductie over het onderwerp, waarna er ruimte is voor vragen en debat. © Xander Stockmans
Datum:
Dinsdag 28 oktober 2014
Hoe laat:
20.00 – 21.30 uur
Locatie:
Moderator
CREA-theater (Nieuwe Achtergracht 170, Amsterdam) Pieter Stockmans (freelance journalist), Carl Stellweg (journalist, auteur) Evert-Jan Grit (PAX) T.B.A.
Taal:
Nederlands
Toegang:
Gratis voor studenten (neem je collegekaart mee!) 5 euro voor overige geïnteresseerden
Sprekers:
Aanmelden is verplicht en kan t/m 28 oktober 12.00 uur via
[email protected] Nieuwsbrief Jonge Atlantici Oktober/November 2014
ONZE NIEUWE BESTUURSLEDEN Mijn naam is Wouter Bartens en ik volg een Master programma International Relations aan Webster University in Leiden. Na een afwisselende en leerzame periode van 8 jaar bij de Koninklijke Marine richt ik mij momenteel op de dynamische wereld van Internationale Betrekkingen. Dit vakgebied heeft mijn interesse gewekt tijdens de Bachelor Krijgswetenschappen aan de Koninklijke Militaire Academie. Naast lezen over mijn favoriete vakgebied houd ik mij veel bezig met mijn hobby zweefvliegen, waarbij ik op de vliegclub tevens de functie van vice-secretaris vervul. Wat mij aantrekt in een rol als bestuurslid bij de JA is het feit dat je bij kan dragen aan het bewustmaken van jongeren, studenten en young professionals omtrent conflicten op het internationale toneel. Organisaties als JA bieden deze doelgroepen tevens de mogelijkheid om achter de schermen te kijken bij internationale organisaties als de NAVO en de EU. In Tallinn heb ik deelgenomen aan een heuse NAVO-simulatie (georganiseerd door de Estonia Atlantic Treaty Association) wat erg leerzaam is en wat ik iedereen kan aanbevelen. Mogelijk kan ik als JA bestuurslid een aanzet geven tot een vergelijkbaar evenement in Den Haag! “Defensie is de zwaardmacht van de overheid. Wij zijn de basisverzekering van de maatschappij”, sprak CDS Generaal van Middendorp onlangs. De trans-Atlantische verhoudingen zijn keer op keer belangrijk gebleken om die basisverzekering te kunnen garanderen. Daarom is het betrekken van jongeren in een dialoog op gezamenlijke veiligheidsvraagstukken van de Verenigde Staten en Europa cruciaal om dit ook in de toekomst te kunnen garanderen. Ik ben Karlijn Jans en heb de Master Europees en Internationaal Recht aan de Universiteit van Maastricht gevolgd, met als specialisatie internationaal humanitair recht en (constitutionele) wetgeving in Nederland en Duitsland rondom militaire missies. Vervolgens heb ik de Master European Studies aan King's College London en Humboldt Universität zu Berlin gedaan. Hier deed ik onderzoek naar hervormingen van de Duitse krijgsmacht en de positie van Duitsland in de wereld. Na werkervaring opgedaan te hebben bij onder andere het Ministerie van OCW, EIPA en de Nederlandse Ambassade in Berlijn, werk ik momenteel als beleidsmedewerker voor TNO in Brussel. Daarnaast schrijf ik graag freelance artikelen over internationale politiek en veiligheidsbeleid. Ook ben ik modulaire student aan de Koninklijke Militaire Academie (KMA) te Breda. Ik hoop via Jonge Atlantici een bijdrage te leveren aan de discussie over veiligheids- en defensievraagstukken en de rol van Nederland in de wereld. Niet in de laatste plaats zou het een uitdaging zijn om ook young professionals in deze discussies en activiteiten van de Jonge Atlantici te betrekken.
Nieuwsbrief Jonge Atlantici Oktober/November 2014
Mijn naam is Evelien Moors. Na mijn bachelor Geschiedenis (Majors Contemporaine Geschiedenis en Global History) aan de VU te hebben afgerond, ben ik momenteel bezig met de master Internationale Betrekkingen in Historisch Perspectief aan de Universiteit Utrecht. Sinds deze zomer ben ik ook bestuurslid bij Jonge Atlantici vanwege mijn grote interesse in veiligheidsbeleid en trans-Atlantische samenwerking. Een onderwerp dat mij momenteel zeer interesseert is de voortdurende crisis in Oekraïne en hoe deze de Europese betrekkingen beïnvloedt (zowel op bilateraal als multilateraal niveau). Ook de conflicten in het Midden-Oosten en non-proliferatie volg ik op de voet. Als bestuurslid bij Jonge Atlantici ben ik van plan relevante lezingen en ronde tafels te organiseren die nauw aansluiten op de actualiteit. Ik heb zin om te starten en kijk ernaar uit jullie te ontmoeten bij één van de activiteiten dit jaar! Ik ben Fleur Posthumus, vijfentwintig jaar oud en recentelijk afgestudeerd aan de Wageningen Universiteit in de richting International Development Studies, met een specialisatie voor zowel de Bachelor als Master in Sociology of Development, Conflict en Gender. Vanaf het begin van mijn studie heb ik gepoogd de in de college zalen opgedane kennis toe te passen, om zo een brug te kunnen slaan tussen theorie en praktijk. Ten tijde van mijn studie heb ik stage gelopen bij het ministerie van Buitenlandse Zaken (afdeling Eenheid, Fragiliteit en Vredesopbouw) waarna ik bij diverse andere organisaties voor stages werkervaring heb mogen opdoen (o.a. Cordaid, Plan Liberia en WO=MEN). Uiteindelijk is uit mijn afstudeeropdracht, gericht op de status quo van gender binnen de NAVO Afghanistan kazerne in Brunssum, mijn eerste baan voortgekomen en ben ik in maart 2013 gestart als Gender Adviseur binnen de Civiele Militaire Coöperatie – Divisie bij Joint Force Command Brunssum (JFCBS NATO). Inmiddels ben ik werkzaam als Compliance Manager en Public Affairs Responsible bij een Nederlands privaat maritiem beveiligingsbedrijf. Evenals ten tijde van mijn studie, blijf ik het leuk vinden theorie en praktijk te combineren en biedt Jonge Atlantici me de gelegenheid hiertoe. Het doet me veel deugd dat ik deel mag uitmaken van een enthousiaste groep gelijkgestemde jongeren die allen oog hebben voor veiligheidsvraagstukken en allen het belang inzien van het toegankelijker maken van deze vraagstukken voor het grotere publiek. Aan de koppeling tussen gender en veiligheid zou meer ruchtbaarheid moeten worden gegeven en daarom hoop ik hier de komende tijd mijn focus op te kunnen gaan leggen!
Nieuwsbrief Jonge Atlantici Oktober/November 2014
My name is Vincent de Ruiter. As one of the new board members of Atlantic Youth, I am excited and honored to work with such a great youth organization this coming year. I am currently studying undergraduate political science and philosophy at University College Roosevelt in Middelburg, the liberal art and sciences school of Utrecht University. Before studying at University College Roosevelt, I studied political science and economics at the University of Minnesota-Twin Cities, in the United States. As a holder of Dutch and U.S. nationalities, issues of transatlantic security have always been of particular interest to me. With family on both sides of the Atlantic, I have great interest in security strategies, which involve direct cooperation of the European Union and the United States. In addition, I am also interested in public health and security as well as in the field of Sino-African relations. I joined Atlantic Youth because I wanted “hands-on” experience brainstorming and organizing events to promote interest in international security. Unfortunately many security-related issues are only conveyed to youth through often politicized, hyped up, and agenda-driven “internet news stories” and the blog-o-sphere. In this respect, I believe the AYC serves an important role in promoting issues of international security to youth though the organization of intellectually stimulating, academic, and unbiased youth events and conferences.
Ik ben Astrid Willems, 26 jaar en momenteel Masterstudent Internationale Betrekkingen in Historisch Perspectief in Utrecht. Voorafgaand aan deze Master heb ik tegelijkertijd de Bachelors Politieke Geschiedenis aan de Universiteit en de studie Zang Jazz & Pop aan het Utrechts Conservatorium afgerond; muziek en politiek zijn dan ook mijn twee passies. Naast mijn studie heb ik me voornamelijk beziggehouden met het bezoeken en organiseren van Model United Nations-conferenties; wat mij betreft onvergetelijke ervaringen in de wereld van de internationale politiek en diplomatie. Als bestuurslid van Jonge Atlantici lijkt het mij erg leuk om activiteiten te organiseren in het kader van VN-simulaties, bijvoorbeeld rondom de kwestie Midden-Oosten of trans-Atlantische fricties tussen de EU en de VS. Op die manier hoop ik op een leuke en leerzame manier een bredere bewustwording van internationale vraagstukken te creëren.
Nieuwsbrief Jonge Atlantici Oktober/November 2014
VERSLAG CONFERENTIE IN BRUSSEL Building a Stronger Future for NATO: The Voice of NextGen Leaders Op 18 september kwam het Young Transatlantic Network (YTN) bij elkaar in een interactieve sessie om de verschillende gebeurtenissen in de afgelopen weken, en met name de NAVO-top in Wales te bespreken. Mogelijk gemaakt door het German Marshall Funds of the United States (GMF), kregen deelnemers op verschillende GMF-locaties (Brussel, Warschau, Washington DC en Berlijn) de kans om, middels een video-conference set-up, gastspreker Ambassadeur Douglas E. Lute, Permanente Vertegenwoordiger van de Verenigde Staten bij de NAVO, vragen te stellen. Copyright: GMF/US Mission to NATO
Lute reflecteerde op het 65-jarig bestaan van de NAVO, de afgelopen missies en de huidige uitdagingen. Volgens de Ambassadeur is de NAVO ‘well known’ maar niet ‘known well’. Er is werk aan de winkel om de diepere betekenis van de NAVO voor het bredere publiek kenbaar te maken en het nodige draagvlak te creëren. Hij ziet daar ook een rol weggelegd voor de volgende generatie die betrokken zal zijn in het trans-Atlantische netwerk. Ook reflecteerde hij op de toekomst van de NAVO en concrete stappen die overeengekomen zijn op de NAVOtop afgelopen maand. Lute noemde als de belangrijkste aandachtspunten: Afghanistan, de crisis in de Oekraïne, de huidige status en toekomst van globale partnerschappen en de toekomst van de NAVO’s capaciteiten en het NATO Readiness Action Plan. De vragen van de deelnemers stipten kort uiteenlopende onderwerpen aan, waaronder: de volgende stappen van de NAVO in cyber defence, de relatie van de NAVO met Rusland en de aandacht binnen de alliantie voor de dreiging die van ISIS uitgaat. Lute benadrukte dat er binnen de alliantie een balans gevonden moet worden tussen ‘collective defence, crisis management and cooperative security’. De crisis in Oekraïne stelt de NAVO voor een nieuwe uitdaging die draait om de vraag hoe de NAVO zichzelf aanpast of reageert op deze nieuwe realiteit, aldus de Ambassadeur. Kijkend naar de crises in de oostelijke en zuidoostelijke hoeken van de alliantie, benadrukte Lute dat de NAVO zich goed moet afvragen hoe en waarom er in (operationele) partnerschappen moet worden geïnvesteerd. Via #NATOGMF (Twitter) is het vraaggesprek met Ambassadeur Lute terug te lezen. Karlijn Jans, bestuurslid van Jonge Atlantici Copyright: GMF/US Mission to NATO
Nieuwsbrief Jonge Atlantici Oktober/November 2014
OPINION United States’ Air Strikes against Islamic State: Humanitarian Intervention or Pre-emptive Self-Defense? “You initially push them back, you systematically degrade their capabilities, you slowly shrink the territory that they may control and you take out their leadership”1
These were the words of president Barack Obama during a news conference at the NATO summit in Wales. He outlines, in a nutshell though, the proposed strategy to counter Islamic State and, “ultimately”, defeat them. In line with these announcements the US government has recently stepped up efforts to curb Islamic State (IS) advances and contain the imminent threats this terrorist organization poses. Obviously, airstrikes aiming to contain these threats are legally justifiable. Yet this article assesses how the airstrikes are legitimized by US officials and explains why legal justification is of strategic importance. The Obama administration emphasized that the US will not get dragged into another Iraq war and that ground troops combating IS will only consist of regional forces. US’ role to push back the radical Islamist fighters will merely entail assistance of regional forces such as Iraqi security forces, Kurdish Peshmerga fighters and the moderate Syrian opposition group. This assistance has already manifested itself in over 150 airstrikes in the last ten weeks. In order to retake the Mosul dam in Northern Iraq and defend the Haditha dam in Anbar province the US air force has been increasing the number of airstrikes targeting IS forces.2 These dams are perceived to be of strategic vital interest since they provide water and electric power. Moreover, they could potentially be used to flood large areas south of Baghdad once in control of IS fighters. The protection of Iraqi citizens against such violent acts is more often than not used to justify the use of force on Iraqi soil. Nonetheless, Article 2(4) of the UN Charter prohibits the use of force stating that “all Members shall refrain from the threat or the use of force against the territorial integrity or political independence of any State”.3 Although generally prohibited under international law, above mentioned airstrikes can be legally justified due to a number of exceptional circumstances. One is the fact that the Iraqi government has officially permitted the entry of foreign military forces to assist the Iraqi government in its struggle against IS. Another exception endorsing the use of force in another state is military intervention on humanitarian grounds; to protect innocent civilians and prevent crimes against humanity. This reasoning can also be distilled from Obama’s comments on airstrikes in the Sinjar region stating that US military operations 1
President Barack Obama at the NATO Summit in Wales, 5-9-2014 Jacob, J., (2014), Isis fighters advance strategic dams, IBTimes 3 Evans, M., (2013), International Law Documents 11th Edition, Blackstone Statutes 2
Nieuwsbrief Jonge Atlantici Oktober/November 2014
are conducted primarily to “help forces in Iraq as they fight to break the siege of Mount Sinjar and protect the civilians trapped there.”4 The argument of an armed intervention to protect civilians and fundamental human rights stems from the famous R2P-principle (Responsibility to Protect). Although increasingly controversial in nature due to conflicting elements with the principle of sovereign equality, R2P is being upheld by the majority of UN Member States. The imperative of protecting endangered peoples and basic human rights is confirmed at the 2005 UN World Summit. The third pillar of the R2P principle, as stipulated in the Outcome Document, recalls that “the international community has a responsibility to use appropriate diplomatic, humanitarian and other means to protect populations from these crimes”5 (referring to genocide, war crimes, crimes against humanity and ethnic cleansing). Aside from legal justification of airstrikes from a humanitarian point of view, one might observe an even more remarkable justification of using force against IS. Though not explicitly mentioned in public announcements it seems that US airstrikes against IS forces are being legally justified under the principle of Pre-emptive Self Defense. Islamic State is perceived as an imminent threat to US vital national interests and “fighting IS is about the protection of America’s sovereignty and the safety of its citizens”.6 The terrorist organization calling itself Islamic State, could thus be engaged under Article 51 of the UN Charter. This article states that “nothing in the present Charter shall impair the inherent right of Individual or Collective selfdefence if an armed attack occurs against a Member of the United Nations”.7 Worth mentioning here is that the article does not make a distinction between armed attacks by states or non-state actors. The notion of aforementioned Collective self-defense is particularly interesting with regards to recently announced intentions to expand the air campaign towards Syria. Although legally justified in Iraq, justification of US airstrikes in Syria require a different approach. The Syrian authorities insist on coordination of airstrikes when conducted over Syrian territory. Without approval by the Al Assad regime and coordination by the Syrian armed forces, US airstrikes are considered violations of Syria’s territorial integrity and a blatant breach of international law. The Russian Foreign Ministry, minister Lavrov in particular, has already issued a warning that attacks in Syria without UN Security Council authorization would be acts of aggression.8 However, the self-defense argument becomes even stronger taking into account IS’ actions against the Iraqi government. In that regard, the United States could easily claim “that strikes
4
http://www.whitehouse.gov/the-press-office/2014/08/08/letter-president-war-powers-resolution-regarding-iraq
5
http://www.un.org/en/preventgenocide/adviser/responsibility.shtml Merry, R., (2014), Why the American Public wants to Strike ISIS, The National Interest 7 Evans, M., (2013), International Law Documents 11th Edition, Blackstone Statutes 8 Simes, D., (2014), Barack Obama you are no Ronald Reagan, The National Interest 6
Nieuwsbrief Jonge Atlantici Oktober/November 2014
against IS positions in Syria amount to an exercise in collective self-defense”.9 These military operations are conducted primarily on behalf of the Iraqi government that has granted the United States permission to conduct operations against armed attacks by IS. Furthermore, legal justification of airstrikes or other types of armed intervention is extremely important to receive backing from neighboring states or potential allies, especially now that Obama aims to get the support of a broad coalition consisting of both Arab League members and NATO countries. If the Obama administration wants to defeat IS in Syria it needs to think seriously about how to justify airstrikes without Syrian cooperation. Perhaps concerted action in close consultation with the Al-Assad regime should not be so steadfastly excluded. Considering the aforementioned argumentation, one might conclude that US airstrikes on Iraqi territory are legally justifiable both from a humanitarian perspective and from a ‘selfdefense’ point of view. Although to “degrade and ultimately destroy” IS in Iraq AND Syria the US government will need another approach towards the Al-Assad regime. This clearly reflects the dilemma Obama faces in the fight against a violent and barbaric terrorist organization. Either he supports the Al-Assad regime and prioritizes the defeat of IS in both Iraq and Syria, or he facilitates IS’ rise in a country devastated by civil war. To avoid the latter Obama better chooses the first of his options. Wouter Bartens, bestuurslid van Jonge Atlantici
9
Sanchez, E., (2014), What does International Law say about Bombing ISIL in Syria?, The National Interest
Nieuwsbrief Jonge Atlantici Oktober/November 2014