juni 2010
Het vakblad over werklan dschap pen
Gasthoofdredacteur
VROM-minister Tineke Huizinga ‘Het zijn de mensen in het veld die terreinen verbeteren’ ELCO BRINKMAN
GEDEPUTEERDE JACOBS
ONDERNEMER NIJHOF
‘Tijd voor daden’
‘We moeten beheren’
‘Creëer levendigheid’ Bedrijventerrein verschijnt 6x per jaar, los nummer ¤ 14,25 (ex. btw)
14 | gasthoofdredactioneel > minister tineke huizinga
bedrijventerrein juni 2010
bedrijventerrein | 15
Hoewel de hiernaast staande uitspraak van mij had kunnen zijn, is dat niet het geval. Het citaat komt uit een ingezonden stuk in de Volkskrant van 22 maart, geschreven door een groep vastgoedondernemers en architecten. Steun uit onverwachte hoek voor het VROM-programma Mooi Nederland. Onder de naam Laten We Nederland Mooier Maken wil de werkgroep het ondoordacht blijven bouwen een halt toeroepen. En gelijk hebben ze. De ruimte in Nederland is schaars. We willen ruim wonen, filevrij kunnen rijden, ondernemen en op onze vrije dagen in alle rust wandelen en fietsen. Het bebouwde gebied in Nederland is sinds 1989 met bijna 400 vierkante kilometer toegenomen. Tot 2025 komen er ruim 740.000 huishoudens bij. Die schaarste dwingt ons tot zuinig én innovatief gebruik van de ruimte.
Gasthoofdredacteur Tineke Huizinga, minister van VROM:
Laten we Nederland mooier maken
Het is te gek voor woorden dat we de afgelopen tien jaar elk jaar 250.000 vierkante meter te veel kantoorruimte hebben gebouwd. Bijna een vijfde van de kantoorruimte in Nederland wordt te huur of te koop aangeboden. Bij dertien procent – ongeveer 6,2 miljoen vierkante meter – betreft het structurele leegstand. Dat is ongeveer 50.000 huizen waard. En de leegstand blijft groeien. En als je kijkt naar bedrijventerreinen dan geven gemeenten te vaak en te makkelijk grond uit voor bedrijventerreinen buiten de bebouwde kom. Maar als elk we elk stukje bos, elk weiland, elk voetbalveld opofferen voor bedrijventerreinen en kantoorpanden blijft er weinig gebied over om in te wandelen of te sporten. Een vrij uitzicht tijdens een fiets- of schaatstocht is ons ook heel wat waard. Uitgangspunt moet dan ook zijn: alleen bouwen in het buitengebied als het echt niet anders kan en zoveel mogelijk gebundeld met de buurgemeenten. Renoveren en herstructureren van bestaande terreinen heeft wat mij betreft de voorkeur. Daarover heb ik samen met de minister van Economische Zaken, met het IPO en de VNG afspraken gemaakt in het Convenant Bedrijventerreinen 2010-2020. Op deze wijze voorkomen wij verrommeling en creëren we tegelijk een ideaal vestigingsklimaat voor ondernemers.
De Stadshavens in Rotterdam is een goed voorbeeld van een gebied dat zijn oorspronkelijke functie verloren heeft , opnieuw wordt ingericht en zodoende relevant blijft voor de stad en haar bewoners. Stadshavens is de grootste en meest duurzame binnenstedelijke herstructurering van Nederland. 1.600 hectare aan havengebied krijgt deels een nieuwe bestemming voor hoogwaardige woningbouw, kennisinstellingen, recreatie en creatieve bedrijvigheid. De bedoeling is dat de Stadshavens energieneutraal worden. De bereikbaarheid van het gebied wordt ook verbeterd. Zo wordt de Waalhavenboulevard opgeknapt en komt er een brug voor fietsers en voetgangers in de Rijnhaven. Het openbaar vervoer over water wordt uitgebreid. Een deel van het havengebied behoudt de huidige bestemming en wordt gemoderniseerd. Voor bedrijven die moeten vertrekken, is het wel van belang dat er ruimte elders in de regio beschikbaar is, zodat deze behouden blijven voor de regio. De schaal is vele malen kleiner, maar Java- en KNSMeiland in Amsterdam is vergelijkbaar qua uitgangspunt, namelijk een verouderd – bebouwd – gebied gebruiken voor stadsuitbreiding. De aanpak heeft zich in de hoofdstad bewezen. Het is een zeer fraai gebied met hoogwaardige woningbouw, kantoren en horeca. De bewoners hebben een vrij uitzicht over het IJ en wonen op fietsafstand van het centrum en het centraal station. Wie overigens denkt dat dergelijke verdichting gepaard gaat met monsterlijke torenflats en een verlies van leefbaarheid heeft het mis. De ringweg van Parijs is van een vergelijkbare grootte als die van Amsterdam. Toch woont binnen de Amsterdamse ring slechts een half miljoen mensen terwijl er in de Périphérique 2 miljoen Parijzenaren bivakkeren. Nu zullen de meningen over de Franse hoofdstad uiteenlopen, maar dat het een foeilelijke stad is, zullen weinigen beweren. Kortom: laten we Nederland mooier maken door te gebruiken wat we al hebben aan gebouwen en terreinen, en samen met de markt te werken aan een mooi én concurrerend Nederland!
Tineke Huizinga
‘Laten we de laatste restjes schoonheid van ons landschap beschermen. Er zijn genoeg lege gebouwen waar we voorlopig mee vooruit kunnen.’
Zoals Rudy Stroink van TCN betoogt op het Ruimteforum van VROM: ‘Persoonlijk zie ik in de oude bedrijfsterreinen de broedplaatsen van onze toekomstige economie. Hier vinden starters en de middenmoters prima betaalbare locaties om te experimenteren met hun bedrijfsvoering. Dat moet je koesteren en zorgvuldig begeleiden, niet bulldozeren met planologisch geweld.’
Minister van VROM Gasthoofdredacteur van Bedrijventerrein
Als gasthoofdredacteur heeft demissionair minister Huizinga de inhoud van dit speciale nummer van Bedrijventerrein bepaald. Ze heeft daarbij onder andere de geïnterviewden aangedragen en was bij de vraagstelling betrokken. Maar de mening van de geïnterviewden is uiteraard niet per se de mening van de minister zelf.
16 | HERSTRUCTURERING / feature > zonder verzakelijking lukt het niet
bedrijventerrein juni 2010
bedrijventerrein | 17
Quickscan Zes bedrijventerreinprofessionals discussiëren met minister Huizinga over herstructurering. We moeten ons niet blindstaren op de opgave maar aan de slag gaan: van bovenaf en van onderop. Iedereen is het eens met het motto van verzakelijking van het ministerie. Duurzaamheid moet echter niet vergeten worden en Nederland mag al helemaal niet op slot. Herstructurering slaagt alleen met goede samenwerking.
Zes bedrijventerreintoppers in gesprek met de minister
Niet meer dezelfde fouten maken Jan Jager en Jan-Willem Wesselink foto’s Roelof Pot
De herstructurering van bedrijventerreinen kan nog zo goed verlopen, maar is niets waard als de verloedering na gedane arbeid weer van voor af aan begint. Minister Huizinga van VROM waarschuwde ervoor tijdens een door haar – als gasthoofdredacteur van Bedrijventerrein – georganiseerd rondetafelgesprek in haar werkkamer in Den Haag. ‘Verzakelijking’ is volgens de minister een garantie voor kwalitatief betere bedrijventerreinen. Als hoofdredacteur wil minister Huizinga vooral op de hoogte gesteld worden, meldt ze aan het begin van het gesprek. Dat leidt ze samen met de permanente Bedrijventerrein-hoofdredacteur Jan-Willem Wesselink. Gelukkig blijft het niet bij luisteren alleen en is de minister bereid om ook haar visie te geven. Ze verkeert in goed gezelschap. Huizinga’s gesprekspartners vervullen allen strategische posities in bedrijventerreinenland. Zo heeft gedeputeerde
Lily Jacobs in Noord-Brabant vooral een regierol en vervult Ellen Verkoelen als adviseur van de Zuid-Hollandse Milieufederatie de rol van ambassadeur van de open ruimte. Onderzoeker Kjell-Erik Bugge (Saxion Hogescholen) houdt zich al sinds 1993 bezig met herstructurering en kent de grillen van het vak. Frans de Jager, programmamanager Ruimte voor Ondernemen bij Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam spreekt vanuit de gemeente. Van ondernemerszijde zijn ten slotte algemeen directeur Charlie Martens van Ballast Nedam Ontwikkelingsmaatschappij en Cees van Vliet van de partij. Die laatste is bedrijventerreingebruiker en als voorzitter van een ondernemersvereniging spil in een herstructureringsproces. Een ezel… ‘Herstructurering is van alle tijden’, zegt ondernemer Cees van Vliet als hem wordt gevraagd of de herstructurering een succes is. Van Vliet, die op industriepark Noord
in Weesp een bouwbedrijf heeft dat sinds enige jaren onderdeel uitmaakt van de Van Wijnen Groep, weet als geen ander hoe bedrijventerreinen kunnen verloederen. ‘Als er een pand leeg komt te staan en je hier vervolgens een derderangs huurder in stopt, is het risico groot dat ook de buurman wil vertrekken. In zijn plaats komt vervolgens een vierderangs huurder. Zo’n neerwaartse spiraal kun je voorkomen door continu te investeren in een gebied.’ Van Vliet legt daarmee de vinger op de zere plek. ‘In Nederland staren we ons vaak blind op een bepaalde opgave, maar realiseren we ons amper dat er een minstens zo belangrijke beheerfunctie is’, zegt Lily Jacobs. Onderzoeker Kjell-Erik Bugge vreest vooral dat we over tien jaar weer miljoenen euro’s belastinggeld kwijt zijn aan achterstallig onderhoud: de aanleiding van de huidige herstructureringscampagne. De geschiedenis mag zich niet herhalen. Debet aan de kortzichtigheid is volgens Charlie Martens
van Ballast Nedam de grondexploitatie. Die gaat enkel uit van kosten en baten in het jaar nul. ‘Er wordt geen rekening gehouden met de toekomstige exploitatielasten. Daarom pleit ik ervoor om in de ontwikkelfase van een bedrijventerrein een maatschappelijke kosten-batenanalyse verplicht te stellen, die continu voor je doorrekent wat iets láter kost. Dat inzicht levert mogelijk andere beleidskeuzen op, bijvoorbeeld ten aanzien van de locatie van een bedrijventerrein. Frans de Jager ziet nog een struikelblok: ‘Op bedrijventerreinen wonen geen stemmers. Dat klinkt heel plat, maar het is gewoon zo. Middelen van gemeenten zijn schaars en worden niet besteed aan onderhoud en beheer. In de Rotterdamse deelgemeentes zie ik gewoon hoe colleges in eerste instantie projecten kiezen die voor de kiezers herkenbaar zijn.’ Ellen Verkoelen is het daarmee eens: ‘Dat klopt. Het publiek krijgt wat het vraagt. Daarom moeten we echt heel goed gaan nadenken over het langereter-
Tineke Huizinga is sinds 23 februari 2010 demissionair minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). Ze was de eerste vrouw die in 2002 voor de ChristenUnie in de Tweede Kamer kwam, daarbij geholpen door vele voorkeurstemmen. In 2007 werd Huizinga staatssecretaris op het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Huizinga begon haar politieke loopbaan in de gemeenteraad van Heerenveen.
18 | HERSTRUCTURERING / feature > zonder verzakelijking lukt het niet
bedrijventerrein juni 2010
bedrijventerrein | 19
Ondernemer Cees van Vliet: ‘Als een pand leegstaat en je stopt er een derderangs huurder in, is het risico groot dat de buurman wil vertrekken’ te ontwikkelen. Jacobs: ‘Wij stemmen op regionaal niveau af welke nieuwe bedrijventerreinen echt nodig zijn. De SER-ladder is daarbij leidend.’ Ellen Verkoelen waarschuwt echter voor al te hoge verwachtingen van overheidsingrijpen. De overheid moet vooral kaders stellen, stelt ze. En de investeringen moeten volgens haar komen van het bedrijfsleven. ‘Bedrijventerreinvernieuwing moet van onderop én van bovenaf komen’, reageert minister Huizinga. ‘De provincie heeft de taak om er via de SER-ladder voor te zorgen dat bedrijventerreinen op de goede plek komen en er geen nieuwe terreinen worden aangelegd op plekken waar dat niet noodzakelijk is.’ Frans de Jager: ‘Ik ben het eens met iedereen die zegt dat er te veel bedrijventerreinen zijn in Nederland. Maar niet in Rotterdam. De Hoeksche Waard is geblokkeerd door lokale gemeentes. We hadden overal rekening mee gehouden, met bereikbaarheid en landschappelijke inpassing. En wat zie je nu gebeuren? Al die gemeenten in de polder maken lokale bedrijventerreintjes die niet zijn ingepast in het grotere geheel. Het is een grote troep.’
Cees van Vliet is bouwondernemer te Weesp en voorzitter van de plaatselijke ondernemersvereniging die zich sterk maakt voor herstructurering van een bedrijventerrein. Van Vliet geeft het goede voorbeeld door zijn bedrijfspand – een oude gasfabriek – in oude luister te herstellen.
mijnbeheer.’ Maar moet de gemeente dat doen? Verkoelen verbloemt niet dat ze maar weinig vertrouwen heeft in het oplossend vermogen van de gemeente, zeker als uitvoerder van het herstructureringsbeleid. Ze herinnert aan een van de aanbevelingen van de ‘Commissie Noordanus’ om bedrijventerreinen los te koppelen van gemeenten. ‘Je zou kunnen kiezen voor een Engels model met parkmanagementorganisaties. Er zou er een verschuiving plaatsvinden van verantwoordelijkheden van de gemeente naar gebruikers van bedrijventerreinen zelf. Ik ben daar een groot voorstander van.’ Verkoelen was zelf lid van de taskforce van Noordanus. Het mag geen makkelijke keuze zijn Iedereen is het er wel over eens dat herstructurering een regionale aangelegenheid is, maar gedeputeerde Lily Jacobs geeft geen direct antwoord op de vraag of het niet beter is als provincies dan maar helemaal de macht overnemen. Ze ziet wel meerdere partijen die verantwoordelijkheid dragen: de provincie kan prima een verbindende rol vervullen die nodig is om samen met het bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en lagere overheden een duidelijke visie op de toekomstige behoefte aan bedrijventerreinen
Er blijft volgens De Jager behoefte aan meer bedrijventerreinen in de Rotterdamse regio, zeker wanneer de Tweede Maasvlakte klaar is. Huizinga reageert erop: ‘Nederland gaat niet op slot. Vooral in de situatie van Rotterdam zou je kunnen denken aan nieuwe terreinen, maar het moet wel goed beredeneerd worden. Het mag geen makkelijke keuze zijn. Je moet je altijd afvragen of er echt niets anders mogelijk is. Tegelijkertijd is het nodig dat de mensen die de bedrijventerreinen gebruiken hun verantwoordelijkheid nemen en zich veel meer inspannen voor het beheer. Het moet hún bedrijventerrein worden. In de politiek duiden we dat aan met de term verzakelijking. Hoe we aan die verzakelijking goed inhoud geven, vind ik nog steeds de moeilijkste opgave. Ik zou dat graag van u willen weten.’ Charlie Martens pakt deze handschoen graag op. ‘Er moet een belang zijn. Het heeft allemaal met balanceren te maken. Als je bij binnenstedelijke herstructurering de bevolking niet meekrijgt, komt er ruzie. Ook gebruikers van bedrijventerreinen moet je al in een vroeg stadium bij je plannen betrekken. Je zou dit kunnen vormgeven in een soort vennootschapsstructuur, waarin ondernemers financieel deelnemen en investeringen linksom of rechtsom terugbetaald krijgen.’ ‘Dit is de kern waar het over gaat’, beaamt Ellen Verkoelen. Ze gaat nog een stap verder: ‘We moeten naar een structuur toe waarbij het bedrijfsleven
Lily Jacobs is gedeputeerde in Noord-Brabant. Ze is verantwoordelijk voor economie, arbeidsmarkt en duurzame ontwikkeling. Jacobs was van 1994 tot 2001 gedeputeerde in Gelderland en zat voor de PvdA in het Europarlement. verantwoordelijk is en de overheid alleen stuurt. Hoe gaan we ervoor zorgen dat dit gebeurt?’ Het gaat niet vanzelf Onderzoeker Kjell-Erik Bugge mist het woord ‘duurzaamheid’ in de discussie, terwijl dat precies is waar het volgens hem over moet gaan. Bugge: ‘Het basisprincipe is niet alleen kwaliteit nu, maar ook in de toekomst. Probleem is dat ondernemers enkel aan het nu denken. Bestuurders leggen de horizon vaak op vier jaar. Dat is begrijpelijk. Maar als je een bedrijventerrein duurzaam wilt ontwikkelen moet je dat met “backcasting” doen. Backcasting betekent plannen vanuit een toekomstige situatie en terugrekenen naar nu.’ ‘Deze methode spreekt me bijzonder aan’, reageert minister Huizinga verheugd. ‘Als staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat deed ik hetzelfde op het gebied van de waterveiligheid. We stelden onszelf de vraag: “Hoe willen we dat ons land er over 100 jaar bij ligt?” Vervolgens zochten we uit welke maatregelen daar nu voor nodig zijn.’ Bugge vindt echter dat de overheid zich soms te veel door de angsten laat leiden dat bedrijventerreinen verloederen wanneer je ze uit handen geeft aan de markt. Verloedering kan volgens Bugge ook een nieuw begin betekenen. ‘PrijFrans de Jager is sinds 2006 programmamanager Ruimte voor Ondernemen bij Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR). De Jager werkte voorheen bij de Dienst Midden- en Kleinbedrijf (DMK), dat later opging in het OBR. Hij was onder meer verantwoordelijk voor de herstructurering van Waalhaven Zuid. Bij het OBR houdt hij zich bezig met gronduitgifte, herstructurering in Hoogvliet en Economie.
20 | HERSTRUCTURERING / feature > zonder verzakelijking lukt het niet
bedrijventerrein juni 2010
zen zullen op gegeven moment zo laag zijn dat het weer interessant wordt om er iets te beginnen.’ Frans de Jager reageert erop: ‘De feitelijke situatie in de Spaanse Polder was dat het een no-go area was geworden. Er waren ambtenaren die het gebied niet meer in durfden. Uiteindelijk konden alleen wij als gemeente het tij keren. Daar hadden we een heel zware kluif aan. Het gaat niet vanzelf.’ Kjell-Erik Bugge is verbonden aan Saxion Hogescholen. Hij is als onderzoeker al 15 jaar bezig met bedrijventerreinen en herstructurering. Mede in opdracht van de Europese Commissie heeft zijn onderzoeksgebied zich uitgebreid tot andere Europese landen en Zuid-Amerika.
Ellen Verkoelen is ambassadeur/adviseur namens het bestuur van de Milieufederatie Zuid-Holland en tevens lid van de Raad voor het Landelijk Gebied. Ze was mede-ondertekenaar van het convenant bedrijventerreinen van de provincie Zuid-Holland. Verkoelen was tevens lid van de Taskforce (Her)ontwikkeling Bedrijventerreinen.
Tineke Huizinga: ‘Ik denk dat we twee dingen moeten doen. Ten eerste: zoek de plekken waar de verloedering het zwaarste heeft toegeslagen en vind een goede manier om de schade te herstellen. Vanuit de overheid zijn we al goed op weg met de SER-ladder en ruim 400 miljoen euro financiering. We denken ook na over de rolverdeling tussen
bedrijventerrein | 21
gemeente en provincie. Dan is er nog de vraag hoe we het op de lange termijn organiseren. Hiervoor kom ik terug op mijn eerdere uitspraak dat het zowel van onderop als van bovenaf moet komen. Provincies zullen goed toezicht moeten houden. De vraag is welke rol de gemeenten het beste past. Moeten we naar een situatie toe waarin gemeenten nog wel bedrijventerreinen uitgeven, maar de ontwikkeling ervan steeds meer overlaten aan de markt? Ik hoor graag wat u ervan denkt.’ De rol van de markt ‘Ik denk dat je niet te hoge verwachtingen moet hebben van de markt’, zegt gemeenteman Frans de Jager. ‘Kijk naar de kantorenmarkt in Amsterdam Zuidoost en Rotterdam: dat wekt dat geen vertrouwen.’ Ellen Verkoelen: ‘Die marktwerking is juist ongelofelijk belangrijk! Als je ziet dat we in Rotterdam een complete verdeelsleutel maken van alle soorten activiteiten die we maar kunnen bedenken, en je vervolgens tot de ontdekking moet komen dat deze in Den Haag exact hetzelfde is en in Amsterdam ook – drie totáál verschillende steden – dan zegt dit al genoeg. We hebben als overheden alleen maar eenheidsworst gemaakt.’ Maar marktpartijen moeten wel het vertrouwen hebben in de markt. Dat ligt op het moment wat lastig, beamen de gespreksdeelnemers. Hier kan de gemeente een rol van betekenis spelen, door risicodeelneming in projecten. Dat doet de gemeente Rotterdam volgens Charlie Martens goed, door gronden opnieuw uit te geven in erfpacht. Volgens ondernemer Cees van Vliet begint herstructurering met samenwerking. Als voorzitter van de ondernemersvereniging op industriepark Noord in Weesp kan hij het weten. ‘Het is belangrijk dat er verbanden worden gelegd tussen bedrijven onderling en naar gemeente of de provincie toe. Wij kunnen hier rekenen op fantastische samenwerking met de overheid, zowel plaatselijk als regionaal.’ Frans de Jager wijst op het ontbreken van goede regionale afstemming op het afgesloten dossier Hoeksche Waard, waarop Lily Jacobs benadrukt dat partijen in Noord-Brabant uitstekend met elkaar door één deur kun-
nen. ‘Het is geven en nemen, maar samen komen we er altijd uit.’ Maar ze erkent wel dat de ruimtelijke druk in de Randstad het verdelingsvraagstuk een stuk ingewikkelder maakt. Minister Huizinga sluit af met de opmerking dat de voortgang van het herstructureringstraject valt of staat met goede samenwerking. Huizinga: ‘De lijn die ik als minister op het departement uitzet, is in elk geval dat we het bedrijfsleven veel meer moeten betrekken. Die verzakelijking waar ik het eerder over had, moet worden geconcretiseerd. Hoe, daar kunnen we nog wel eens over spreken. Ik ben ervan overtuigd dat dit de weg is die we op moeten gaan.’
Tineke Huizinga: ‘Bedrijventerreinvernieuwing moet van onderop én van bovenaf komen’
Charlie Martens is algemeen directeur van Ballast Nedam Ontwikkelingsmaatschappij. Daarvoor was hij onder meer directeur Acquisitie & Projectontwikkeling bij Amvest.