Vrijwillige Inzet Onderzocht
|5
Redactioneel
Vrijwilligers als hout of als vis: een verkenning van de toekomst van vrijwilligerswerk Voor u ligt VIO, jaargang 4 supplement; een speciaal nummer dat volledig gewijd is aan een onderzoek naar kansen en bedreigingen in de nabije toekomst van het vrijwilligerswerk dat tussen eind 2005 en maart 2007 is uitgevoerd voor het Ministerie van VWS door de stichting bijzondere leerstoel Vrijwilligerswerk, civil society en ondernemingen aan de RSM Erasmus University (Erasmus Universiteit Rotterdam) en CIVIQ. In dit supplement worden naast het centrale theoretische artikel van Brudney en Meijs, elf artikelen gepubliceerd, die op basis van het centrale concept een deelgebied verkennen. Omdat het een supplement is, ontbreken de normale onderwerpen Kopstukken, Boekbespreking, Aanbevolen literatuur en Kalender.
Het onderzoek: vrijwilligers als hout of als vis
gebruik moet dan schaarste of zelfs uitputting voorko-
Het onderzoek vertrok vanuit de gedachte dat vrijwil-
men, zoals bijvoorbeeld verwoordt in het Brundtland-
ligerswerk bekeken kan worden als een collectieve
rapport Our common future, uit 1987.
bron. Net als olievelden, visgronden of andere natuurlijke bronnen kan een groeiend beroep op deze bron-
In het najaar van 2005 is verkend of het concept van
nen in combinatie met onzorgvuldig gebruik leiden tot
de tragedy of the commons ook van toepassing zou
krapte en oneerlijke verdeling van de voorzieningen.
kunnen zijn op het vrijwilligerswerk, waarbij organi-
Dit wordt vaak omschreven als de tragedy of the com-
saties die met vrijwilligers werken de gebruikers zijn
mons (Hardin, 1968). Het beschrijft de situatie waarin
van de schaarse hulpbron vrijwilligerswerk (Meijs en
het individu uit rationeel eigenbelang ertoe overgaat
Brudney, 2005). Alle vrijwilligersorganisaties vissen
de gemeenschappelijke hulpbronnen (grasland, grond-
tenslotte in dezelfde vijver van beschikbare relatief
stoffen, visgronden) te overbelasten. Bij weinig vraag
goedkope menskracht die vrijwilligers bieden. De nei-
lijken deze hulpbronnen onuitputtelijk, maar door
ging tot overbenutting ontstaat door drie krachten.
verstoring van het evenwicht (meer mensen, nieuwe
Ten eerste is er een vrijwel oneindige behoefte aan
ontginningsmethodes) ontstaat er schaarste. Bij drei-
werkkrachten. Ten tweede is vrijwillige inzet goed-
gende schaarste wordt het voor het individu voordelig
koop voor de organisatie. Ten derde lijkt het alsof de
om snel de beschikbare bronnen voor eigen gebruik te
hoeveelheid beschikbare vrijwilligers steeds aange-
exploiteren en dus ‘winst’ te maken voordat de ande-
vuld (kan) worden (wordt), waardoor het voor organi-
ren dat doen. Dit heeft voordelen boven zuinig
saties veel economischer is nieuwe vrijwilligers te
gebruik, omdat daarmee de anderen ook de beschik-
werven dan om te investeren in duurzaam gebruik.
king over meer middelen krijgen. Als er geen regulering optreedt van het gebruik van de natuurlijke bron-
Hoewel Meijs en Brudney in hun 2005-paper onbeslist
nen is de toekomst voor deze bronnen somber, aldus
zijn of er wel een risico is voor een tragedy of the com-
de benadering van Hardin. Stimuleren van duurzaam
mons in het vrijwilligerswerk, claimen ze wel dat er
6 | Vrijwillige Inzet Onderzocht
Vrijwilligers als hout of als vis
duidelijke redenen zijn om vrijwilligerswerk te zien
zoekstrajecten is gebleken dat er nog veel meer verras-
als een (natuurlijke) hulpbron. Meijs en Brudney
sende vragen mogelijk zijn. De metafoor van de hulp-
schetsen een paar strategieën voor het beheer van de
bron (of de ‘meent’ zoals Cees van den Bos het inder-
hulpbron vrijwilligerswerk:
daad treffend benoemt) werkt inspirerend en verruimt
1. Informatie en bewustwording: organisaties moeten
de blik. Dit hebben we gemerkt tijdens de praktijk
zich bewust worden van het feit dat beter inzetten
van dit onderzoek, maar ook in diverse gesprekken en
effectiever is dan steeds meer werven. Daarbij kan
lezingen in het veld. Zo zijn de twaalf deelonderzoe-
ook hun maatschappelijke verantwoordelijkheid
ken ieder op zich verrassend in hun uitwerking van de
worden aangesproken.
ruwe opdracht die werd verstrekt.
2. Certificatie van de exploitanten (vrijwilligersorganisaties): keurmerken en erkenning van ‘goed’ gedrag
Bij acht artikelen is de opdracht geweest om literatuur
kan een middel zijn om vrijwilligersorganisaties te
en bekende kennis te bekijken vanuit het perspectief
stimuleren en belonen voor duurzaam gebruik van
van de hulpbron (voor de vrijwilligerswerkexperts) of
de hulpbron.
om eigen kennis over hulpbronliteratuur toe te passen
3. Vermeerderen van de beschikbare hulpbronnen; dit
op vrijwilligerswerk (de ‘hulpbron’ experts). Deze arti-
gaat niet zozeer om het vermeerderen van het aantal
kelen hebben een meer academische insteek met een
vrijwilligers (aanbodkant), maar om het versterken
brede positionering in de literatuur en relatief weinig
van de aanbodzijde en een duurzaam gebruik.
empirische data. Daarnaast zijn er vier opdrachten verstrekt met een wat meer empirische vraag. Deze
Mede op basis hiervan is een onderzoeksvoorstel
papers zijn, in het algemeen gesproken, wat meer
geschreven en geaccepteerd door VWS om te kijken
gericht op de praktijk van vandaag en houden een
naar:
direct herkenbare spiegel voor.
A. Hoe ziet het (gewenst/mogelijk) nieuwe evenwicht in het benutten van de beschikbare vrijwilli-
Deze VIO begint met Brudney en Meijs die in hun
ge inzet (de toekomst van het vrijwilligerswerk) er
nieuwe artikel ‘Een tragedie in vrijwilligerswerk voor-
uit?
komen: een nieuw paradigma’ de uitgebreide literatuur
B. Wat is goed vrijwilligersmanagement op de lange
over natuurlijke hulpbronnen en het beheer daarvan
termijn vanuit het perspectief van de vrijwilligers-
verkennen. Als introductie schetsen zij meerdere sig-
waarde (volunteerability)?
nalen die waarschuwen voor een dreigende crisis met
In het kader van dit onderzoek zijn onder andere
de hulpbron vrijwillige inzet, vrijwilligerswerk, vrij-
twaalf deelonderzoeken uitgevoerd die op 7 septem-
willigersuren of vrijwilligersenergie. Vervolgens con-
ber 2006 tijdens een conferentie zijn gepresenteerd en
stateren zij dat vrijwilligerswerk absoluut meerdere
bediscussieerd. Deze twaalfdeelonderzoeken vormen
karakteristieken heeft van natuurlijke hulpbronnen
de achtergrond voor de eindrapportage aan VWS en
zoals de vernieuwbaarheid en groeibaarheid, de
de verdere conceptualisering van vrijwilligerswerk als
potentiële positieve en negatieve invloeden die men-
natuurlijke hulpbron door Brudney en Meijs, zoals in
sen kunnen hebben op het voortbestaan van de hulp-
deze VIO wordt gepresenteerd. Naast het nieuwe arti-
bron, de verschillende reserves die onderscheiden
kel van Brudney en Meijs worden er elf van de twaalf
kunnen worden en het mogelijke gebruik van alterna-
deelonderzoeken als artikel gepubliceerd in dit specia-
tieven. Afsluitend pleiten Brudney en Meijs voor een
le supplement van VIO. De complete eindrapportage
verschuiving in het paradigma over vrijwilligerswerk.
(incluis artikel 12) is naar verwachting in april 2007
Zij stellen dat het vrijwilligerswerk moet veranderen
beschikbaar via MOVISIE (voorheen CIVIQ) en de
van een ‘plunder’ naar een ‘regeneratief’ paradigma.
Erasmus Universiteit.
Zij pleiten voor meer duurzaamheid in het omgaan met de hulpbron.
De artikelen in deze VIO in perspectief Vrijwilligerswerk bekijken als natuurlijke hulpbron
Verder bouwende op dit pleidooi zijn de elf onder-
heeft duidelijke toegevoegde waarde. Tijdens de bij-
zoeksartikelen voor deze VIO geclusterd in vijf manie-
eenkomsten voor dit onderzoek en in de twaalf onder-
ren om duurzaamheid te bevorderen:
Vrijwillige Inzet Onderzocht
|7
1. Privatiseren
2. Duurzaam beheren: communicatie?
2. Communiceren
Een andere strategie voor het duurzaam beheren van
3. Certificeren
natuurlijke hulpbronnen is communicatie over de
4. Nieuwe boormethodes en verse bronnen
natuurlijke hulpbron tussen de verschillende belang-
5. Kweken
hebbenden (stakeholders). Dit staat centraal in ‘Communicatie tussen de stakeholders van vrijwillige
1. Duurzaam beheren: privatiseren?
inzet: bittere noodzaak’, van Van der Loo en Dajani. In
Het artikel van Gradus, Koning en Noailly ‘Non-profits
dit artikel wordt geconstateerd dat vrijwilligers de
als katalysator van vrijwilligerswerk?’ verkent de idee of
belangrijkste stakeholder zijn van vrijwilligerswerk.
privatisering, een standaardoplossing voor een trage-
Belangrijk daarbij is dat, in tegenstelling tot de meeste
dy of the commons omdat er dan één eigenaar komt
natuurlijke hulpbronnen, vrijwilligers wel voor zich-
die bij slecht beheer zichzelf in de vinger snijdt, ook in
zelf kunnen spreken. Van der Loo en Dajani pleiten
het vrijwilligerswerk een werkbare optie is. Zij doen
dan ook voor een dialoog over vrijwilligerswerk tus-
dit echter niet door te kijken of privatisering betekent
sen stakeholders waarbij de vrijwilliger de centrale
dat een organisatie een eigen groep vrijwilligers heeft
plaats inneemt. Zij plaatsen vraagtekens bij de legiti-
of krijgt. De achterliggende vraag van het artikel, ove-
miteit van de centrale positie van de overheid hierin.
rigens niet daadwerkelijk beantwoord, is of een overheveling van werk van de overheid (publiek) naar de
Het artikel van Van den Bos: ‘Nieuwe bronnen aanbo-
non-profitsector (privaat) zou leiden tot een toename
ren’ bespreekt een zeer intensieve manier om de com-
van vrijwilligerswerk. In de woorden van de auteurs:
municatie met de vrijwilliger aan te gaan.
zijn non-profitorganisaties, private organisaties met
Het beschrijft een onderzoek in de gemeente Arnhem
een publieke missie, een belangrijke katalysator van
onder organisaties die voor vrijwillige inzet aangewe-
vrijwilligerswerk, of breder geformuleerd: donated
zen zijn op een vaste achterban. Door middel van
labour?
enquêtes wordt aan leden van die achterban gevraagd óf en op welke voorwaarden zij hun betrokkenheid,
Het artikel van Kuperus en Lam: ‘Vereniging zoekt:
competenties en talenten vrijwillig willen inzetten
woorden en/of daden;
voor hun organisatie. Het blijkt dat met deze vraagge-
Kansen en bedreigingen bij toekomstige inzet van leden in
richte werkwijze de bereidheid tot vrijwillige inzet
verenigingen’ is in feite een uitwerking van de privati-
groter is dan gedacht (gemiddeld 60 à 70%). Een nieu-
seringsvraag. Een vereniging maakt namelijk gebruik
we kijk op vrijwillige inzet -”hier is een wijkbewoner
van vrijwillige inzet uit de eigen achterban, waar het
die iets wil en kan” in plaats van “past die persoon bij
als het ware een rechtmatige claim op inzet kan leg-
de vacature van mijn organisatie?” - resulteert in een
gen. In dit artikel is specifiek gekeken naar de vraag:
gedeeld verantwoordelijkheidsgevoel voor ‘de wijk-
wat is goed vrijwilligersmanagement op de lange termijn
meent van vrijwillige inzet’. De onderzochte bronme-
in verenigingen?
thodiek is geen wervingstruc, maar een duurzame en
Verenigingen zijn grootgebruikers van vrijwillige
tijdsintensieve werkwijze gericht op participatie.
inzet. Ondanks het feit dat verenigingen vrijwilligers kunnen werven onder meer betrokken mensen, zien
3. Duurzaam beheer: certificeren?
we dat juist ook deze organisaties worstelen met de
Wolfbauer en Ten Hoorn verkennen in ‘Certification of
inzet van vrijwilligers en het betrekken van de achter-
Volunteer Energy: Country and industry comparison of
ban. Kuperus en Lam maken onderscheid tussen inzet
opportunities and restrictions of externally accredited vol-
bij democratie en besluitvorming enerzijds en inzet bij
unteer organizations’ de mogelijkheden voor certifice-
de uitvoering anderzijds. Beide typen vrijwillige inzet
ring van goede en slechte gebruikers, als onderdeel
verlangen een eigen benadering, en hebben ook ande-
van een strategie om te komen tot duurzaam beheer.
re alternatieve vormen. Duurzaam vrijwilligersma-
Daarbij komt ook het gevolg van ‘slecht’ gedrag aan de
nagement in verenigingen vraagt erom onderscheid te
orde. Vertrek van vrijwilligers als ‘straf’ op niet gecer-
maken tussen de vrijwilliger als hulpbron en als legiti-
tificeerd zijn, is misschien wel terecht, maar gezien
miteit.
het belang van stimuleren van vrijwillige inzet ook
8 | Vrijwillige Inzet Onderzocht
Vrijwilligers als hout of als vis
ongewenst. Overigens, certificering is in een markt
De verhalen en signalen lijken aan te geven dat dat
een instrument dat noodzakelijk is omdat de kopende
inderdaad ook het geval is, maar dit is niet in harde cij-
partij de verkopende partij niet vertrouwt. Cruciaal in
fers aantoonbaar. Paine e.a constateren op basis van
vrijwilligerswerk is natuurlijk het vertrouwen tussen
interviews met sleutelfiguren en een screening van 50
mensen en daar staat certificering haaks op.
websites dat inderdaad veel organisaties al inspelen op de wens van vrijwilligers zich beperkt te binden,
In het artikel van Winsemius en Van Houten wordt
maar dat dat zeker niet voor iedereen geldt.
certificeren, maar dan niet van organisaties maar van
Bovendien zijn er voor organisaties zowel voordelen
vrijwilligers zelf, als casus gebruikt voor een betoog
als duidelijke nadelen aan verbonden. Een interessan-
over de bedreiging van teveel formaliseren van vrij-
te vraag is of de organisaties vanuit hun vraag ander
willigerswerk. Certificeren van vrijwilligers kán een
werk gaan aanbieden of dat het aanbieden van ander
manier zijn om ze te belonen en waarderen voor hun
werk voortkomt uit de wensen en beperkingen van
inzet. Winsemius en Van Houten bespreken deze
potentiële vrijwilligers. Daarop geven de huidige stu-
naast andere, meer formele, beloningsvormen voor
dies eigenlijk geen antwoord.
vrijwilligers in: ‘promotion, recognition and awarding’. Hun artikel laat de voordelen van dergelijke erken-
Meijs, Ten Hoorn, Tschirhart en Brudney bekijken in
ningsmechanisme zien, maar wijst ook op de bezwa-
‘De effecten van werknemersvrijwilligerswerk op volun-
ren. Het invoeren en hanteren van formele procedu-
teerability’ de korte en lange-termijngevolgen van
res brengt ook meer organisatiekosten met zich mee,
werknemersvrijwilligerswerk. Zij plaatsen vraagte-
net zoals Brudney en Handy in hun artikel laten zien
kens bij de algemene aanname in de literatuur dat
met betrekking tot nieuwe vormen van werving.
werknemersvrijwilligerswerk positief is voor non-pro-
Bovendien stellen lang niet alle vrijwilligers het op
fitorganisaties en vrijwilligerswerk. Zij stellen dat dit
prijs.
waarschijnlijk in ieder geval afhankelijk is van de inrichting van het werknemersvrijwilligerswerkpro-
4. Duurzaam beheer: nieuwe boormethoden en verse bronnen
gramma. Het mag verwacht worden dat een programma waarin daadwerkelijk uren gegeven worden ande-
Brudney en Handy kijken in ‘Types of volunteer labor:
re effecten heeft dan een programma waarin het
An organizational analysis for management’ naar de kos-
bedrijf alleen erkenning geeft. Ook schetsen zij een
ten en baten van verdergaande vormen van flexibilise-
beeld van tegengestelde richtingen van bijvoorbeeld
ring. Eigenlijk verkennen zij de vraag of nieuwe vor-
resource en substitutie-effecten of legitimering versus
men van het binnenhalen van vrijwilligerswerk, bij-
resentment. Werknemersvrijwilligerswerk heeft po-
voorbeeld episodisch vrijwilligerswerk of service lear-
tentie voor de lange termijn van vrijwilligerswerk,
ning, geconfronteerd worden met hogere kosten en
maar is zeker niet de enige oplossing.
lagere opbrengsten. Analoog aan de hogere kosten en lagere opbrengsten van het boren in onherbergzame
5. Duurzaam beheer: kweken?
gebieden of het vissen verder op de oceaan. Met hun
Een van de nieuwe bronnen van vrijwillige inzet is de
conclusie dat sommige nieuwe vormen van het van-
maatschappelijke stage. Mateman en Van der Meulen
gen van vrijwilligers minder efficiënt zijn, onderbou-
bespreken de voor- en nadelige effecten hiervan in
wen ze dat er een crisis is in het vrijwilligerswerk die
‘Verplicht vrijwillig? Effecten van maatschappelijke sta-
lijkt op de crisis in sommige natuurlijke hulpbronnen.
ges’. De resultaten van Nederlands en Amerikaans onderzoek lijken een eerste voorzichtige indicatie te
Het is de vraag of er momenteel inderdaad al gebruik
geven dat scholieren na het doen van een maatschap-
wordt gemaakt van deze nieuwe ‘duurdere’ bronnen.
pelijke stage meer open staan voor vrijwillige inzet.
In onder andere Amerika is de stijging van kortdurend
Op termijn zou daarom eerder een stijging van het
of eenmalig vrijwilligerswerk goed gedocumenteerd.
aandeel van jonge mensen in het vrijwilligerswerk te
Het artikel van Paine, Malmersjo en Stubbe, ‘Kort-
verwachten zijn dan een daling. Tegelijkertijd lijkt
durend vrijwilligerswerk: zegen of vloek?’, probeert die
waakzaamheid geboden als het gaat om het verplicht
vraag voor Engeland en Nederland te beantwoorden.
stellen van maatschappelijke stages. Het kan wel een
Vrijwillige Inzet Onderzocht
|9
verplicht onderdeel van het curriculum zijn, maar
delijke richting waarin de verandering gezocht moet
keuzevrijheid van scholieren (binnen dit verplichte
worden. De belangrijkste boodschap is toch dat vrij-
lesonderdeel) lijkt een belangrijke factor voor succes
willigerswerk Nederland inderdaad haar plunderpara-
te zijn.
digma moet verruilen voor een regeneratief paradigma. Deze paradigmaverschuiving zal zowel plaats
Het artikel van Bridges Karr: ‘“I’ll do it because I want
moeten vinden op het niveau van de samenleving als
to, not because I have to”: An exploration of the implica-
op het niveau van de organisaties waarin vrijwilligers
tions of obligation for volunteerability’ gaat door op het
werken. Het zijn echter de organisaties die afhankelijk
effect van verplichting op het aantrekken van vrijwil-
zijn van vrijwilligers die het voortouw moeten nemen.
lige inzet op de langere termijn. Linda Bridges Karr
Zij zijn tenslotte de grootste belanghebbende bij het
legt er, net als Mateman en Van der Meulen, de
voortbestaan van de hulpbron!
nadruk op het feit dat goede organisatie van vormen van verplicht vrijwilligerswerk voor het positieve
Op het niveau van organisaties die zelf met vrijwilli-
effect op volunteerability op de langere termijn van
gers werken denken wij aan de volgende implicaties
groot belang is.
voor beleid en beheer: • Een verschuiving van de aandacht en middelen voor
Zoals gezegd benadrukt de genoemde indeling van de
werving naar behoud van vrijwilligers.
artikelen het (veronderstelde) effect van de verschil-
• Het nemen van de eigen verantwoordelijkheid, in
lende manieren om duurzaamheid te bevorderen. Het
plaats van deze over te dragen naar de overheid, in
belang van duurzaamheid is echter lang niet de enige
het kweken en groeien van de reserve door bijvoor-
rode draad tussen de artikelen. De verschillende
beeld het nog meer toepassen van bronmethodiek-
onderzoeken geven in een iets andere indeling ook antwoord op de volgende vragen:
achtige instrumenten. • Durven investeren in het kweken en ontwikkelen
1. Hoe mensen te introduceren in het vrijwilligers-
van ‘kleine vissen’ (bijvoorbeeld maatschappelijke
werk (Karr; Paine, Malmersjo en Stubbe; Meijs, Ten
stages) en in het algemeen de ‘regeneratieve’ capaci-
Hoorn, Tschirhart en Brudney; Mateman en Van der Meulen; Van den Bos; Winsemius en Van Houten).
het belang van investeren in organisatieversterking,
2. Zijn er nieuwe vormen van vrijwillige energie (Handy en Brudney; Paine, Malmersjo en Stubbe; Van den Bos; Kuperus en Lam). Ten
Hoorn,
Tschirhart
in plaats van output op de korte termijn. • Deelnemen aan de noodzakelijke overleggen tussen de stakeholders van vrijwillige inzet.
3. De effecten van dwang en verplichting (Karr; Meijs,
teit om daar later van te profiteren. • In contact met financiers durven op te komen voor
en
Brudney;
Mateman en Van der Meulen). 4. Welke stakeholders zijn er, met welke rol (Wolfbauer en Ten Hoorn; Van der Loo en Dajani).
• Verspilling van vrijwilligersenergie tegengaan door bijvoorbeeld aanbodgestuurd te managen met name door beter gebruik te maken van vrijwilligersenergie, ook al wordt deze aangeboden op ‘onmogelijke’ tijden.
5. Wat zijn effecten van (on)heldere informatie over de organisaties (Wolfbauer en Ten Hoorn; Gradus,
Op het niveau van organisaties die vrijwilligersenergie
Koning en Noailly; Van der Loo en Dajani).
beschikbaar maken (scholen, universiteiten, bedrij-
6. Wat zijn effecten van nieuwe vormen op het vrij-
ven) denken wij aan:
willigerswerk (Paine, Malmersjo en Stubbe; Handy
• Bewust zijn van de verschillende belangen van de
en Brudney; Meijs, Ten Hoorn, Tschirhart en
vier deelnemende partijen (faciliterende organisatie,
Brudney; Mateman en Van der Meulen; Karr).
ontvangende organisatie, ‘vrijwilliger’ en de ‘hulpbron vrijwilligerswerk’) en op basis daarvan goed
Implicaties voor beheer en beleid
inrichten van de programma’s.
Het mag duidelijk zijn dat het huidige verkennende
Op het niveau van beleid van bijvoorbeeld overheden
onderzoek nog niet direct zeer concrete aanbevelingen
en fondsen denken wij aan impulsen op het gebied
voor de (beleids)praktijk oplevert, maar wel een dui-
van:
10 | Vrijwillige Inzet Onderzocht
Vrijwilligers als hout of als vis
• Meer financiering beschikbaar stellen voor organi-
De lijst van potentiële onderzoeksvragen naar aanlei-
satieversterking in plaats van het ‘alleen’ werven
ding van de conceptualisering van vrijwilligerswerk
van vrijwilligers of output.
als hulpbron en van de elf artikelen is zeer omvang-
• Aandacht voor de gevolgen van beleidsmaatregelen
rijk. Per artikel worden er meerdere benoemd die wij
(ook op andere terreinen) voor de ‘regeneratieve’
hier niet zullen herhalen. Wij hopen met de metafoor
capaciteit van het vrijwilligerswerk (‘als je iets aan
van de hulpbron en met alle verkenningen die daar uit
de haringstand wilt doen, moet je niet alleen naar de
voortkomen de discussie en beleidsvorming rond vrij-
haringen kijken’).
willige inzet van nieuwe inspiratie te hebben voor-
• Aandacht voor de gevolgen van beleidsmaatregelen
zien.
voor de vraag naar vrijwilligers (‘als haringen echt schaars zijn, moet je ze alleen eten als je er echt heel
Wij wensen u als lezer evenveel plezier en inspiratie
veel trek in hebt’).
toe bij het lezen, als wij hebben gehad bij het onder-
• Initiatieven als MADD en maatschappelijke stage
zoek.
goed monitoren en in langere trajecten (meer dan een incident) een rol geven.
Marike Kuperus Lucas Meijs Jeffrey Brudney Mary Tschirhart Gastredactie VIO Supplement