Nr 5 - 2011
MAGAZINE 2011: Europees jaar van de vrijwilliger
VRIJWILLIG
Juni: maand van de taalcoaches en mentoren
10 jaar introductiecursus ABC: Wat komt er allemaal bij kijken? Ben jij een geschikte vrijwilliger? Een test De aankomende vrijwilligers van
1001-kracht
ABC-les in de praktijk met een
taalcoach leskoppel
De Top Tien Taalcoachtips Boekbespreking ‘De Vrijwilligster’ van Antje Visser En het laatste deel van ‘De Historie van het Begijnhof’
Juni 2011
In dit Vrijwilligersnummer: Voorwoord
Pagina 3
Lesmateriaal & Taaltip
Pagina 7
SDC Column & ABC in de Media
Pagina 8
Nieuwe website voor het ABC
Pagina 9
Een ABC-les in de praktijk
Pagina 10
Historie van het Begijnhof deel 3
Pagina 15
Het uitgelezen boek
Pagina 16
Filmbespreking
Pagina 17
Cultuuragenda
Pagina 18
Open Podium
Pagina 19
Thema Vrijwilliger: 10 jaar introductiecursus ABC
Pagina 4
Vrijwilligerstest
Pagina 6
Reportage 1001-krachttraject
Pagina 14
Thema Taalcoach: Vijf vragen over de taalcoach
Pagina 11
De top 10: taalcoach lestips
Pagina 12
Een ABC-les met een taalcoach leskoppel
Pagina 13
Colofon
Het ABC Magazine is een uitgave van: Amsterdams Buurvrouwen Contact Begijnhof 31 1012 WT Amsterdam Tel.: 020 - 320 2710
[email protected] Hoofdredactie: Barbara Plasmans Redactie: Thea van Beek, Miriam Meijs, Emely Nobis, Anne-Marie Tassier Aan dit nummer werkten mee: Emmy Groot, Sylvia Schuurhuizen, Margreet Salomons en Anna Stegeman
Tegeltje ondertekend door Ella Vogelaar, gegeven aan het ABC in 2008, na ondertekening van het Convenant inzet Taalcoaches.
Juni 2011
voorwoord
“
Jawel, het vertrouwde ABC Nieuws heeft een nieuwe naam: dit is het eerste ABC Magazine van het Amsterdams Buurvrouwen Contact. Omdat we maar om de paar maanden dit blad kunnen uitbrengen lopen we vaak achter op de actualiteit. Daarvoor kun je voortaan terecht op onze site in de ABC Nieuwsbrief. In het ABC Magazine krijg je echt leesvoer: interviews, achtergrondartikelen bij het nieuws, tips en recensies. 2011 is verkozen tot Europees jaar van het Vrijwilligerswerk. We leven in een tijd waarin steeds meer beroep wordt gedaan op vrijwilligers. Vooral in het welzijnswerk en de zorgsector zijn ze onmisbaar. Vrijwilligers doen hun werk meestal in stilte en alle bescheidenheid. Maar het is wel essentieel werk en dat mag voor het voetlicht worden gebracht. Want vanzelfsprekend dat het allemaal maar om niet wordt uitgevoerd is het niet. Hoogste tijd dus voor een thema-jaar. Honderd miljoen! Dat is meer dan één op de vier Europese volwassenen, zoveel mensen zetten zich op een of andere manier vrijwillig in. Als je Vrijwilligerswerk googelt lees je hoe het thema-jaar op alle mogelijke niveaus werkt: Europees, landelijk en natuurlijk ook bij ons in Amsterdam. Tijdens speciale actiemaanden staan bepaalde sectoren centraal waarin vrijwilligers werken, zoals sport, natuur, taalcoaches en -mentoren, informele zorg, eenzaamheid, dieren noem maar op. In Amsterdam is het ABC is actief betrokken bij het organiseren van twee maanden: juni waarin taalcoaches en -mentoren centraal staan en september waarin voor de informele zorgsector aandacht gevraagd wordt. Het Europees Jaar van het Vrijwilligerswerk is voor het ABC magazine een goede aanleiding om het vrijwilligerswerk binnen het ABC onder de loep te nemen, zeker in dit jubileumjaar. Er
Vrijwilligerswerk in de kijker! is toch een en ander veranderd in de afgelopen tien jaar. Het ABC is één en al vrijwilliger. Het draait erop. Bijna al het werk wordt door hen gedaan. Alleen de ondersteuning van de leskoppels en de invulling en uitvoering van de ABC-academie gebeurt door betaalde krachten. Het lesgeven zelf, de ondersteuning op kantoor, de fondsenwerving, het beheer en vervaardigen van lesmateriaal, het bestuur, de PR, zelfs de redactie wordt uitgevoerd en ingevuld door vrijwillige krachten! Deze vrijwilligers kunnen en willen we niet laten zwemmen. Er is permanente ondersteuning door stadsdeelcoördinatoren en er worden gedegen opleidingsmogelijkheden geboden. In dit allereerste ABC Magazine kun je daar meer over lezen in een artikel over de ontwikkeling van het vrijwilligersbeleid binnen het ABC in de loop van de afgelopen tien jaar. Verder aandacht voor de themamaand ‘taalcoaches’ en meer info over inburgering en jouw rol als taalcoach daarbij. Natuurlijk brengen we portretten van leskoppels, jullie favoriete onderwerp in ABC Magazine. De Boekbespreking gaat ook over een vrijwilligster, maar dan wel eentje die haar eigen grenzen uit het oog verliest... Dit Europese Jaar van het Vrijwilligerswerk zet jullie in het zonnetje. Ook politici vertellen nu graag hoe belangrijk ze jullie vinden en hoe noodzakelijk jullie werk. Maar het zijn loze woorden als ze daar geen daden tegenover zetten. In het huidige politieke klimaat hebben stichtingen als het ABC het extra moeilijk. Maar we houden vol! Bedankt allemaal voor je inzet en vertrouwen in het ABC. “
Miriam Meijs directeur ABC
foto: Greet de Schipper
3
Juni 2011
Tien jaar introductiecursus ABC
D
e introductiecursus voor ABC-lesgeefsters is ook bedoeld om te selecteren: passen lesgeefster en ABC inderdaad bij elkaar? Hoe werkt dat? Wat is er in de afgelopen tien jaar veranderd? En met welk resultaat?
door Emely Nobis
Tientallen vrouwen volgen jaarlijks de ABC-introductiecursus. Toch gaat niet iedereen daarna aan de slag als lesgeefster. Sommige vrouwen haken af omdat ze merken dat er meer bij komt kijken dan ze dachten of ze beseffen dat ze het lesritme niet vol zullen houden. Het belangrijkste doel van de introductiecursus is dan ook selectie, zowel door de vrijwilligers als door het ABC zelf. Want niet iedereen blijkt even geschikt. ‘Sommige vrouwen zijn onrealistisch over wat ‘hun’ lesneemster zal bereiken’, constateert ABC-directeur Miriam Meijs nuchter. ‘Ze denken: het zal mij lukken dat die vrouw na een jaar behoorlijk Nederlands spreekt! Die verwachting moeten we temperen. Het is al heel wat als iemand een gesprek met de huisarts kan voeren, daarvoor moet je al veel kunnen en weten. Als we dat op een rij zetten, begrijpen cursisten dat het een lang traject is waar geduld voor nodig is.’ ‘Geduld’ is een van de zogeheten ‘gedragsankers’ die de ABCtrainsters gebruiken om vrijwilligers te beoordelen. Daarnaast letten ze op zaken als Nederlandse spreekvaardigheid, kunnen luisteren, vermogen tot zelfreflectie, flexibiliteit en een open houding.
4
Tijdens de introductie houden de trainsters bij hoe de deelnemers op deze onderdelen scoren. Als er bij iemand te veel minnetjes worden ingevuld, kan dat leiden tot een afwijzing.
Geduld is een van de ‘gedragsankers’ Meijs: ‘Er is altijd wel iemand die niet voldoet én een twijfelgeval. Vroeger gaven we die laatste het voordeel van de twijfel, nu volgt er een aanvullend gesprek met de trainer en met de stadsdeelcoördinator – die het moet aandurven met deze vrijwilligster - en spreken we altijd een proefperiode af. Daarbij luisteren we goed naar onze intuïtie, want die blijkt vaak te kloppen.’ Lesgeefster centraal Met de gedragsankers werkt het ABC nu ongeveer een jaar. Het past bij de nieuwe visie op de introductiecursussen. ‘Vroeger stond ook de ontwikkeling van de lesgeefster centraal, zagen we haar ook als doelgroep’, legt Meijs uit. Dat is niet langer het geval. ‘We focussen definitief op de lesneemster. Het gaat om haar leerdoel en haar verwachtingen. Lesgeefsters zijn het middel om dat doel te bereiken. Als je dit werk wilt doen, dan moet ze er echt iets aan hebben. Anders heeft het geen zin. Vroeger vonden we het lastig om zo zakelijk te zijn. Mag je goedwillende mensen, die bereid zijn hun vrije tijd op te offeren, afwijzen? We vonden eigenlijk dat we dankbaar moesten
zijn als iemand dit werk wil doen. Nu zijn we kritischer en dat schept alleen maar meer duidelijkheid.’ Gelukkig heeft het ABC geen gebrek aan vrijwilligsters en kunnen we dus selecteren. Dat gebeurt al meteen tijdens een telefonisch intakegesprek. Daarin wordt bepaald welke training het beste bij de vrijwilligster past: de vijfdaagse dagtraining, de driedaagse avondtraining of de tweedaagse zaterdagtraining. De laatste twee zijn vooral bedoeld voor vrouwen met een betaalde baan, die overdag niet kunnen. Er kan minder diep op zaken worden ingegaan, dus van cursisten wordt verwacht dat ze de reader al goed hebben bestudeerd. Tijdens de dagcursus, waar veel vrouwen in zitten die met vut of (pre)pensioen zijn, is er meer ruimte voor diepgang, casussen en rollenspelen. ‘Daarnaast is het sociale aspect in de dagcursus belangrijker’, aldus Meijs. ‘Omdat er meer tijd is, kunnen cursisten meer over zichzelf kwijt. Sommige vrijwilligers doen dit werk ook vanwege de gezelligheid en het contact met anderen. In de dagcursus kunnen we daar beter op inspelen.’ Ook na de introductiecursus vindt er selectie plaats. Vrijwilligers mogen zelf aangeven bij welk traject ze willen worden ingezet: een sociaal traject, een taaltraject of een doorstroomtraject, zoals taalcoaching voor inburgeraars. Meijs is blij dat ze die keuze kan bieden. ‘Vroeger werkten we alleen toe naar doorstroming. Taalcoaching voor inburgeraars mochten we niet zelf geven. Maar dat werkte niet.
Juni 2011
‘In het begin waren we bang om vrijwilligsters af te wijzen’ Dan dachten wij dat een vrouw lekker bezig was met een inburgeringstraject, maar kwam ze na een jaar toch terug omdat het niet gelukt was. De lestijden of de locatie waren te ongunstig, of zo´n vrouw kwam in een grote gemengde groep terecht terwijl ze dat nog niet aankon. En dus was ze terug bij af. Nu we taalcoaching voor inburgeraars in eigen hand hebben kunnen we de vrijwilligers meer variatie bieden. Wie liever met hoger opgeleiden werkt of ambitieuzer is, kunnen we nu inzetten als taalcoach.´ Niet te eigenwijs De nieuwe aanpak werkt en de stadsdeelcoördinator –verantwoordelijk voor een goede inrichting van het leertraject – hoeft minder vaak in te grijpen. ´Het gaat meestal goed!´ benadrukt Meijs. Toch ziet ze bepaalde typen vrijwilligers geregeld falen. ‘Als lesgeefster moet je op een gestructureerde manier werken. Een beetje gezellig kletsen en koffiedrinken is niet genoeg. Daarom evalueren we na tien lessen: hoe heb je het aangepakt, wat heb je bereikt en hoe gaat het nu verder? Als het nodig is, bespreekt de coördinator hoe het anders kan. Toch zijn er altijd vrouwen die eigenwijs hun eigen gang blijven gaan, die zich niet laten bijsturen of de coördinator niet op de hoogte houden. Daar is moeilijk mee te werken.’ Lastig zijn volgens Meijs ook de ‘fanatiek emancipatoire vrouwen’. ´Die denken te weten wat goed is voor hun lesneemster, vinden dat ze bepaald gedrag van haar man
niet moet pikken of vragen zich hardop af hoe zij gelukkig kan zijn in zo’n huwelijk. Ze gaan helemaal voorbij aan de culturele identiteit van zo’n lesneemster.’
Continuïteit is erg belangrijk Pijnlijk vindt ze het als vrijwilligers halverwege een leertraject afhaken, tegen alle afspraken in. ´Voor de lesneemster is continuïteit erg belangrijk. Soms heeft iemand een legitieme reden: je kunt niet alles voorzien in je leven. Maar het komt voor dat iemand niet eens meldt dat ze ermee is gestopt. Dan ontdekken we dat de lesneemster al
weken geen les meer heeft gehad.’ Gelukkig zijn dat uitzonderingen, benadrukt Miriam Meijs. Opvallend is juist dat de vaste kern van trouwe lesgeefsters toeneemt. Vooral de cursisten van de ‘vijfdaagse’ blijven jaar na jaar. De ‘avondcursisten’ zitten vaak nog midden in hun werkzame leven. Ze gaan trouwen, krijgen kinderen, verhuizen, dan is het logisch dat ze stoppen bij het ABC. ‘Als je het voor de tijdelijke ervaring doet en na de afgesproken minimumtijd weer iets anders gaat doen, is dat natuurlijk prima.’ Dan is toch mooi weer een lesneemster verder geholpen’.
5 redenen om ABC-vrijwilliger te worden 2011 is het jaar van de vrijwilliger. Waarom kiezen vrouwen voor vrijwilligerswerk bij ABC?
1. Iemand uit een andere cultuur leren kennen/interesse in andere culturen 2. Liefde voor de taal. Dit kan overigens in de praktijk een valkuil blijken, omdat het taalniveau in de lessen vrij basaal is. Wie denkt leuke woordspelletjes met lesneemsters te kunnen spelen, kan daarin teleurgesteld worden. 3. Gezelligheid, de band met collega-lesgeefsters, lesneemsters en cursisten. ABC investeert dan ook in de band met vrijwilligers, onder andere via ABC Magazine, de website en de nieuwsbrief, maar ook door wijkbijeenkomsten, mentorschap, aanvullende trainingen, inloopmiddagen, uitjes, een jaarlijkse nieuwjaarsbijeenkomst en een eindejaarsbijeenkomst. 4. Ergernis over het polariserende politieke klimaat rondom integratie en de negatieve beeldvorming over buitenlanders, en daar op een positieve manier tegengewicht aan willen bieden. 5. Wonen in een multiculturele wijk – of juist in een erg witte wijk – en een brug willen slaan naar vrouwen uit andere culturen die je weliswaar op straat tegenkomt (en waarover veel gesproken wordt in de media), maar die je niet spreekt/leert kennen.
5
Juni 2011
TEST
Geschikt/ Ongeschikt: Ben jij een echte ABC-vrijwilliger? Casus 1 Midden in je les komt de volwassen zoon van je lesneemster thuis en vraagt zijn moeder om thee te zetten. Dat is al een paar keer eerder gebeurt, en ook nu weer onderbreekt je lesneemster de les om inderdaad thee te maken voor haar zoon. Wat doe je? A. Je vertelt de zoon dat de les over tien minuten is afgelopen en vraagt of hij even kan wachten. B. Je loopt met je lesneemster mee naar de keuken en grijpt de gelegenheid aan om bepaalde woorden rondom het theezetten te oefenen. C. Je zegt tegen de lesneemster dat haar zoon oud genoeg is om zelf thee te zetten en dat ze dit echt niet hoeft te pikken. D. Je breekt de les af, zegt dat je op deze manier natuurlijk geen les meer kan geven en gaat weg.
Casus 2 Je hebt het vermoeden dat je lesgeefster slachtoffer is van huiselijk geweld, maar weet het niet zeker. Wat doe je? A. Je gaat een gesprek aan met de man in huis en bekritiseert zijn gedrag. B. Je legt uit wat een blijf-van-mijn-lijfhuis is, en stelt voor dat de lesgeefster eventueel een tijdje bij jou kan wonen tot er een plek vrijkomt in de opvang. C. Je neemt contact op met je stadsdeelcoördinator om je vermoeden te bespreken en te vragen hoe je hiermee om moet gaan. D. je neemt contact op met de kinderbescherming/jeugdzorg en meldt een crissituatie.
Casus 3 Je lesgeefster blijkt schulden te hebben en de ene aanmaning na de andere te ontvangen. Ze heeft deze week nog geen boodschappen kunnen doen omdat ze geen geld kan pinnen en vraagt jou huilend wat ze moet met al die brieven en of je haar niet kunt helpen. Wat doe je? A. Je belt meteen met het bureau Schuldhulpverlening en maakt een afspraak voor haar op een tijdstip dat jij er bij kunt zijn. Je bent er per slot van rekening om haar te helpen. B. Je leent haar 20 euro zodat ze in elk geval eten kan kopen voor haar kinderen. C. Je kapittelt haar dat ze het zo ver heeft laten komen en zegt dat ze contact moet opnemen met het bureau Schuldhulpverlening. D. Tijdens de les zoek je samen met haar uit waar het bureau schuldhulpverlening is en oefen je met haar hoe ze daar een afspraak kan maken.
Casus 4 Bij de evaluatie van de lessen na het volmaken van de eerste leskaart stelt je stadsdeelcoördintor voor om het over een andere boeg te gooien in de hoop dan meer resultaat met je lesneemster te bereiken. Hoe reageer je? A. Je gaat gewoon op de oude voet verder. Het ging volgens jou goed genoeg. B. Je bespreekt het met je stadsdeelcoördinator en volgt haar advies op. C. Je stopt met lesgeven, want blijkbaar vertrouwt je stadsdeelcoördinator je niet. D. je gaat in het bijzijn van je lesneemster de discussie aan met de stadsdeelcoördinator en vraagt bevestiging van je lesneemster.
6
foto’s: Greet de Schipper
Juni 2011
Lesmateriaal Nieuws uit de Werkgroep Lesmateriaal ABC (
[email protected]) Door Margreet Salomons
Even voorstellen...
S
inds 1 maart heb ik als vrijwilligster enkele taken overgenomen van Barbara de Groot . Ik ben me nu aan het inwerken in het vele lesmateriaal van het ABC! Gelukkig heb ik wel ervaring, ik heb twintig jaar gewerkt bij het ROC van Amsterdam. Daar heb ik onder meer lesgegeven aan groepen laagopgeleide anderstaligen en laaggeletterde Nederlanders. Vanaf 2008 ben ik met prepensioen. Ik ben iedere dinsdag van 10.00 tot 14.00 uur bij het ABC op het Begijnhof. En natuurlijk ben ik aanwezig bij de inloop op de eerste vrijdag van elke maand. Mocht je dan niet kunnen, dan kunnen we voor de dinsdag een afspraak maken. Stuur dan een mailtje naar
[email protected]. Een van mijn taken is het kijken naar nieuw lesmateriaal want daar is altijd weer behoefte aan. Mocht je suggesties hebben, laat het me weten!
Taaltip
Nieuw materiaal
H
elaas, in deze rubriek valt niets nieuws te melden. We moeten zuinig zijn; er zijn de laatste maanden geen nieuwe methoden of boeken aangeschaft. Dat is geen ramp, we hebben gelukkig heel veel materiaal en we zijn behoorlijk up to date. En mocht er iets zijn waar je om zit te springen, dan kijken we of er op de bodem van het potje nog iets te vinden is. Laat dus weten of je dringend behoefte hebt aan bepaald materiaal. We zijn nu materiaal aan het verzamelen voor kleine opdrachtjes voor lesneemsters die “de straat op moeten” of “de deur uit”. Eenvoudige opdrachten in de eigen straat of buurt. Heeft iemand suggesties? Laat het weten aan de werkgroep
lesmateriaal. Als we tegen die tijd voldoende materiaal hebben, zullen we dat presenteren tijdens de volgende inloopochtend op 1 juli 2011. Verder, ook natuurlijk in verband met bezuinigingen: lever zoveel mogelijk lesmateriaal in dat je niet meer gebruikt. Het is de bedoeling dat je lesmateriaal niet langer dan drie maanden in je bezit hebt. Vooral HM(HulpMiddelen) materiaal is duur en erg arbeidsintensief om te maken. Datzelfde geldt voor docentenhandleidingen! In augustus is geen inloopochtend gepland in verband met de schoolvakanties. Namens de werkgroep lesmateriaal vast een heel goede zomer gewenst, Els, Aicha en Margreet
Horizontaal 1. 5. 7. 8. 11. 12. 13. 14. 20. 21. 22. 23. 24.
voorwerp waaraan je je jas kan hangen duizend maal duizend toestel wat warmte geeft en waarop je kookt niet licht een dier dat melk levert vijftien minuten het seizoen tussen zomer en winter met je hand tegen iets aankomen een dier op de boerderij provincie in het noorden van Nederland smalle band om je broek vast te maken rivier die door Rotterdam stroomt getal dat de plaats aangeeft in een reeks
Verticaal 2. 3.
laten merken dat je iets niet aanvaardt een kamer in het huis die door het hele gezin gebruikt wordt 4. wanneer je erg dun bent 6. zoon van oom of tante 8. iemand die aan iets meedoet 9. iemand die een muur bouwt met stenen 10. er gebeurt iets eerder in de tijd dan normaal 15. hoofdstad van Nederland 16. gegevens en inlichtingen waardoor je meer weet over iets 17. je van een bepaalde plaats verwijderen 18. de dag voor maandag 19. trein onder de grond in een stad
7
Juni 2011
SDC column Het machtige raderwerk van de door Anna Stegeman
vrijwilligers
A
fgelopen voorjaar was ik bij een stadsdeelraadvergadering in Amsterdam Zuid om over het ABC te spreken. Daar was een prachtig staaltje te zien van burgerlijke betrokkenheid. Achterin de zaal zat een rijtje oudere dames die borden ophielden met daarop: ‘Achter de geraniums - echt niet!’. Ze protesteerden tegen de onverwachte sluiting wegens geldgebrek van drie Dynamo buurthuizen in Zuideramstel. Buurthuizen die een grote rol vervullen in de buurt; waar activiteiten zijn voor kinderen, volwassenen en ouderen en die voor een groot deel draaien op vrijwilligers. Ook heel belangrijk voor het ABC als plekken waar lesneemsters naar kunnen doorstromen, als volgende stap na de thuislessen. Het jaar 2011 is het Europees jaar van de vrijwilliger. Fantastisch dat het onschatbare werk van vrijwilligers onder de aandacht wordt gebracht. Je hoort vaak dat als alle vrijwilligers voor één dag het werk neer zouden leggen, heel veel dingen in de samenleving stil zouden staan. Wie helpt de kinderen op school met lezen, wie speelt er voor scheidsrechter op het voetbalveld, wie gaat er wandelen met ouderen? ‘Heel het raderwerk staat stil als uw machtige hand het wil!’ Juist in dit jaar is het belangrijk dat vrijwilligersorganisaties in staat worden gesteld door te gaan en dat hun werk niet steeds meer uitgekleed wordt! Anders wordt Europees jaar van de vrijwilliger een holle term! Op de site www.europa.eu/volunteering lees je dat de activiteiten in het kader van dit speciale Jaar van de vrijwilliger onderdeel zijn van een Europese campagne om vrijwilligers in het zonnetje te zetten. Leuk om al die ervaringen te lezen van vrijwilligers uit zoveel verschillende landen. Jammer genoeg kon ik er zo snel niet achter komen of er bijvoorbeeld een Grieks of Pools equivalent bestaat van het ABC, daar ga ik me nog eens in verdiepen. Maar ik keek ervan op dat in Nederland een groot gedeelte van de bevolking zich inzet als vrijwilliger: zo’n vijf miljoen! Veel meer dan in de ons omliggende landen. Nog maar net sprak ik met een van onze lesneemsters; ze is vrijwilligerswerk gaan doen in een bejaardentehuis. Het was prachtig om te merken met hoeveel warmte ze praatte over het contact met de oudere bewoners. Al vond ze wel dat ze een beetje snel praatten... Dat is de kracht van vrijwilligerswerk, van onschatbare waarde voor beide partijen!
8
ABC in de Media door Sylvia Schuurhuizen
‘De volgende keer wil ik een analfabeet’ ‘De volgende keer wil ik een analfabeet’, zo kopt het grote artikel in Het Parool gewijd aan vrijwilligerswerk bij het ABC. In deel vier over drijfveren van vrijwilligers: de ‘buurvrouw’ Nederlands leren. Muriel van der Bilt afgebeeld met haar trotse kat en grote boekenkast, geeft een ontzettend leuk interview. (Het Parool: 14 april, pag. 12) Extra publiciteit in Geuzeveld Slotermeer In Gaset, de buurtkrant van Geuzeveld Slotermeer heeft een grote oproep voor het ABC geplaatst. Onze hardwerkende 42 vrijwilligers in dit stadsdeel kunnen helaas onmogelijk de wachtlijst van 50 vrouwen verkorten. Daarom is deze publiciteit zeer welkom. (GaSet: 1 juni, buurtkrant 43, pag. 4) WMO en Kerk zet het ABC in mei in het zonnetje Op de website van WMO en Kerk staat een erg groot artikel over het ABC. Ze hebben niet alleen een interview met leskoppel Irene van Silfhout en Malika Mouhtafid uit Bos en Lommer, ze zijn ook mee geweest naar de thuisles. Onder de titel ‘Samen het 10-minutengesprek met de juf geoefend…’ wordt uitgebreid ingegaan op de doelen van het ABC, de lesmethoden en de motieven van zowel de lesneemster als de lesgeefster om aangesloten te zijn bij het ABC. Het ABC laat van zich horen deze zomer! Het zijn zware tijden voor het ABC, de wachtlijsten van vrouwen blijft groeien en we moeten we nog harder vechten voor (financiële) steun vanuit de politiek. Het is dus tijd voor meer publiciteit. En daar kunnen we jullie hulp goed bij gebruiken! Jullie kunnen bijdragen door: • Posters, ansichtkaarten en/of flyers verspreiden bij jou in de buurt. Er is een lijst met openbare plekken, maar eigen initiatief is ook welkom. Zoals verspreiding van de ansichtkaarten huis-aan-huis bij jou in de buurt. Let er dan wel op dat er veel autochtone Nederlanders komen/wonen. Het materiaal ligt klaar in het kantoor, maar eventueel kunnen de stadsdeelcoördinatoren het ook voor je meenemen. Geef je even door waar je het materiaal hebt verspreid? • Je eigen netwerk aanspreken. Stuur bijvoorbeeld een mail naar je Amsterdamse vriendinnen en/ of kennissen. Indien nodig kan je promotieteksten via ons krijgen. Heb je contacten bij de politiek of media en denk je dat het ABC er wat aan heeft? Stuur dan een mailtje en geef het aan ons door. • Wil je in de toekomst (koppel-)interviews geven voor krant/TV, voorgedragen worden als vrijwilligster van het jaar en/of bijdragen aan andere promotionele activiteiten? Stuur ons dan een email, met je voorkeuren, zodat we een promotiebestand kunnen opzetten. Een aantal vrijwilligers is al voortvarend en enthousiast aan de slag gegaan, voortvloeiend uit het vrijwilligersonderzoek. Verschillende netwerken zijn al aangesproken, originele goede ideeën aangedragen en promotiemateriaal verspreid! Hartelijk dank hiervoor.
Juni 2011
Nieuwe site voor het ABC Onze nieuwe website is in de lucht. Daarop vind je gemakkelijk en snel alle mogelijke informatie over het ABC. Maar de site is ook heel wervend, zowel voor vrijwilligers als donoren. Want het verwerven van inkomsten van sponsors, bedrijven en gemeente wordt steeds belangrijker! door Femke Brand
I
n 2001 behoorde ik tot de allereerste lichting vrijwilligers van het ABC en het hield altijd een bijzonder plekje in mijn hart. Toen Miriam vroeg of ik onze website wilde vernieuwen hoefde ik dan ook niet lang na te denken. Voor een jonge webredacteur en tekstschrijver was dit een leuke gelegenheid om iets te betekenen voor het ABC.
Snel gevonden
Bezoekers van websites scannen en zappen. Op zoek naar waardevolle informatie scant de bezoeker in een paar seconden de pagina naar zoek- of trefwoorden. Vindt hij niet onmiddellijk wat hij zoekt, dan is hij snel weer vertrokken. Het lezen van webpagina’s gaat 25% langzamer dan op papier omdat een beeldscherm onrustig leest. Teksten moeten daarom kort zijn. Bovendien heeft het web geen lineaire leesvolgorde, zoals bijvoorbeeld een boek. Mensen bepalen zelf hun route. Daarvoor hebben ze een duidelijke structuur nodig en moet alle tekst zelfstandig leesbaar zijn. Een goede site bevat dus zogenaamd scanbare webpagina’s: je ziet in één oogopslag waar ze over gaan en ze lezen makkelijk en snel. Ook de site als geheel moet scanbaar zijn, zodat je snel vindt wat je zoekt. Een goede menu- en navigatiestructuur helpt hierbij.
Vindbaarheid voor zoekmachines
Scanbare webpagina’s maken je site en de onderwerpen op je site ook beter vindbaar voor zoekmachines. Ook zijn in onze site geschikte zoekwoorden verwerkt waardoor zoekmachines er sneller op terechtkomen. . Daarnaast heeft elke pagina een unieke titel gekregen (titelbalk)
Verbetering content
De website van het ABC heeft bondige teksten met actieve zinnen en zonder moeilijke woorden. Met duidelijke kopjes, opsommingen en alinea’s. Ze bevat relevante informatie voor de verschillende doelgroepen. Zo vinden vrijwilligers snel antwoord op hun vragen over wat het ABC hen te bieden heeft én van hen verwacht.
Verbetering navigatie
Het menu is overzichtelijk en logisch. In combinatie met handige interne links kan de bezoeker makkelijk en snel door de site navigeren. De site heeft nu ook een duidelijk herkenbare homepage.
Screenshot van de nieuwe website
en een duidelijke URL (het adres achter http). Ook hebben alle pagina’s een goede omschrijving (description) die je terugvindt op de resultatenpagina van Google. In de site zijn uitgaande links verwerkt naar relevante organisaties, berichten in de media en achtergrondinformatie. Het ABC heeft tips gekregen om inkomende links te genereren bij partners en andere organisaties. Hierdoor kunnen geïnteresseerden de site van het ABC beter vinden.
Een wervende site
Het ABC wil graag on line-aanmeldingen van vrijwilligers en lesneemsters. Daarom hebben we opvallende ‘meldknoppen’ gemaakt waarop je klikt om je aan te melden. Bezoekers kunnen zo ook een e-nieuwsbrief opvragen of pagina’s delen met anderen. Vanwege het belang van sponsoring is er in het menu een aparte hoofdknop ‘Steun ons’. De bezoeker krijgt hier een overzicht van de verschillende mogelijkheden om ons te steunen. Ook is er op de site speciaal aandacht voor de goede resultaten van het ABC. De ervaringen van lesneemsters krijgen een bijzondere plek. Boven elke pagina loopt een fotoshow met foto’s van lesneemsters. Als je klikt op de foto krijg je hun verhaal te zien. De meldknoppen en de fotoshow zijn technisch mogelijk gemaakt door webbouwer Erkwerk.
Afronding
Het website project is nu klaar maar staat natuurlijk niet stil. Ik heb een rapportage gemaakt voor Miriam met tips en adviezen voor de toekomst. Het onderhoud van de site moet goed opgevolgd worden in de organisatie. Daarom kregen enkele ABC-medewerkers al een korte training. Ze leerden scanbare webteksten schrijven en zullen instaan voor het behoud van de kwaliteit, continuïteit en uniformiteit.
Ga dus gauw kijken op www.abcamsterdam.org
Meer over Femke Brand: www.linkedin.com/in/femkebrand Meer over Erkwerk: www.erkwerk.nl
9
Juni 2011
Een ABC-les in de praktijk Lesgeven bij het ABC is een inspirerend en soms eenzaam avontuur. Thea van Beek bezoekt een leskoppel. Hoe pakken zij het aan en welke lesmaterialen worden gebruikt? Deze keer Yvonne en Mahmiri. door Thea van Beek
N
ederlands praten, zoveel mogelijk praten. Dat vindt de uit Turkije afkomstige Mahmiri het allerbelangrijkst. En niet voor niets. Als je haar de kans geeft weet deze doortastende vrouw haar mondje al aardig te roeren. Al snel nadat ze negen jaar geleden in Nederland arriveerde, zag ze het belang in van taal. De eerste beginselen leerde ze zichzelf. ‘Gewoon door te praten met de buren of met de huisarts.’ Lesgeefster Yvonne kwam bij haar in beeld toen ze al behoorlijk gevorderd was met haar inburgeringscursus. Yvonne werkt bij het stadsdeel Nieuw-West dat ambtenaren gelegenheid biedt tijdens werktijd vrijwilligerswerk te doen. Zo´n dertig collega´s maken gebruik van die regeling en zetten zich in bij onder meer Vluchtelingenwerk, het Gilde en bij het ABC. Yvonne hielp Mahmiri de laatste periode van haar inburgeringscursus door tot aan haar examens. Die zijn inmiddels succesvol achter de rug. Yvonne: ‘Daarna besloten we gewoon door te gaan, vooral om Nederlands te blijven praten, want dat is enorm belangrijk. We praten over van alles en nog wat. Zo had ik gisteren een crematie en daar hebben we dan een gesprek over.’ Ze voegt de daad bij het woord en vraagt Mahmiri: ‘Vertel eens iets over de buurt waar je woont.’ Mahmiri: ‘Ik woon hier nu bijna negen jaar. Heel leuk is het hier. Ik heb veel Nederlandse buren.
Mahmiri wil veel praten
vooral
Er wonen hier weinig Turkse mensen. Toch zou ik wel weg willen, want dit huis is te klein. We hebben maar één slaapkamer. Als mijn man en ik naar bed gaan, moeten we de kinderen in de huiskamer leggen. Daarom wil ik nu verhuizen.’ Boeken Altijd als Yvonne komt heeft Mahmiri een tafel vol lekkere hapjes klaarstaan. Heerlijk vindt Yvonne: ‘Ik woon in Amstelveen en fiets naar Geuzenveld. Dan heb je als je aankomt wel een beetje honger gekregen.’ Ook nu staat de tafel weer vol: gekruide pannenkoekjes, zoete koekjes, aardappelsalade. Dat biedt meteen de gelegenheid om Mahmiri te laten uitleggen hoe ze die salade nou precies maakt. Mahmiri vertelt vol enthousiasme. Maar veel lezen is ook belangrijk, vindt Yvonne. ‘Al lees je maar de reclamefolders. Er staan altijd wel woorden in die je niet kent. En als je met de kinderen naar de bibliotheek gaat, neem dan meteen ook voor jezelf een boekje mee.’ Uit haar eigen rijke voorraad kinderboeken heeft ze een boekje uitgezocht van Donald Duck en laat het Mahmiri voorlezen. Dat gaat behoorlijk vlot. Toch komen er nog heel wat woorden in voor die uitleg behoeven. Woorden als snavel, matrozenpak, schamen,sloddervos, kletsnat, dweil of aanrecht vergen een verklaring. Bij ‘mopperen’
denkt Mahmiri aan iets met een schoonmaakmop. En bij ‘mijn maag begint te knorren’, wrijft Yvonne over haar maag ten teken dat ze honger heeft. Of neem die eeuwige verkleinwoorden die in het Nederlands zo vaak worden gebruikt, zoals het woord ‘kruimeltje’. ‘Een kruimel is al klein, maar een kruimeltje is nog kleiner´, legt Yvonne uit. Plannen En dan zijn er nog die typische uit het Engels afkomstige woorden die een struikelblok vormen bij de uitspraak. ‘Tsjake’ leest Mahmiri bij het woord cake of ‘grapeegefruit´’ bij grapefruit. En zo zijn er meer van die taalkundige vraagstukken: het altijd weer terugkerende dilemma van het juist lidwoord de of het, meervoudsvormen of onregelmatige werkwoorden. ‘We gaan het allemaal nog oefenen’, zegt Yvonne. Mahmiri: ‘Ik wil eerst goed Nederlands leren praten en dan vooral goede zinnen maken en netjes praten. Want soms, als ik bijvoorbeeld bij de dokter kom, kan ik het nog niet goed uitleggen. Als je in Nederland wilt leven moet je vooral goed kunnen praten.’ ‘Maar ik ga ook op fietsles en op computerles. En als ik goed Nederlands spreek en de kinderen wat groter zijn wil ik werken. Schoonmaken lijkt me wel leuk, of caissière in een supermarkt. Daar kun je ook veel met de klanten praten...’
Lijkt het je ook leuk met jouw lesneemster aan deze rubriek mee te werken? Laat het dan weten aan ons via
[email protected] of 020 - 320 2710.
10
Juni 2011
Vijf vragen over.. de Taalcoach 2011 is het Europese jaar van de vrijwilliger. In juni besteedt de Gemeente Amsterdam in dit kader speciale aandacht aan taalcoaches en mentoren. En terecht, want zonder taalcoach zouden veel anderstaligen nooit slagen voor hun inburgeringsexamen. Vijf vragen aan Barbara de Groot, die voor het ABC de Training Taalcoach heeft opgezet. Wat doet een taalcoach?
Als taalcoach help je vooral bij de voorbereiding op het inburgeringsexamen. Iedere inburgeraar moet zo’n twintig praktijkopdrachten doen, bijvoorbeeld het voeren van een gesprek met de buurvrouw, het openen van een bankrekening of het doen van aangifte bij de politie. Die situaties kun je samen eerst oefenen. Of je maakt iemand wegwijs: laat zien waar de bank of het stadsdeelkantoor of de vrijwilligerscentrale is. De praktijkopdrachten moet de inburgeraar zelfstandig uitvoeren. Daarbij moet ze ook bewijzen verzamelen van de gesprekken die ze heeft gevoerd, zoals een door de buurvrouw ondertekende verklaring of het aangifteformulier. Alle bewijzen komen samen in een portfolio, en dat portfolio staat centraal bij het mondeling examen. Ook daar kun je de inburgeraar voorbereiden, door met haar het antwoord te oefenen op vragen als: waar was het gesprek, met wie, hoe zag die persoon eruit, hoe zag het gebouw eruit, hoe ging het gesprek…?’
Niet elke inburgeraar krijgt hetzelfde examen en moet dezelfde praktijkopdrachten doen. Waarom is dat?
‘Als inburgeraar kies of krijg je een profiel, afhankelijk van het perspectief dat men voor je ziet. Ik heb de indruk dat vrouwen wel heel snel het profiel OpvoedingGezondheid-Onderwijs krijgen toegewezen. Ze leren hoe het Nederlandse schoolsysteem en de gezondheidszorg in elkaar zit. Dat is natuurlijk ook belangrijk, maar ik zou willen dat meer vrouwen vaker kennis zouden
maken met elementen uit de profielen die meer gericht zijn op werk of maatschappelijke participatie.’
Wat leer je vooral in de Training Taalcoach en wanneer ben je een goede coach?
‘Je krijgt tips over lesgeven, interculturele communicatie, opbouw en invulling van de lessen en de inburgeringseisen. Praktisch gezien krijg je informatie over de Wet Inburgering en het centrale deel van het inburgeringsexamen. Ook verdere uitleg over het portfolio, de profielen en het bijbehorende lesmateriaal om praktijkopdrachten te oefenen – de CP-Starter - wordt gegeven. Een goede coach moet zich verdiepen in wat het inburgeringsexamen inhoudt. En je moet inspringen op wat de lesneemster aangeeft nodig te hebben voor de inburgering. ‘
Hoeveel taalcoaches heeft het ABC?
‘In 2010 waren het er zo’n honderd, in 2011 hebben we het dubbele aantal nodig. Gelukkig is het ABC niet de enige taalcoachaanbieder. Naast het ABC zijn er steeds meer andere vrijwilligersorganisaties die taalcoaches inzetten.’ (zie kader)
Waarom zijn de taalcoaches van het ABC onmisbaar?
‘Het ABC is uniek omdat onze deskundigheid ligt bij voornamelijk laaggeschoolde vrouwen waarbij de assertiviteit ontbreekt om praktijkopdrachten uit te voeren. Dus in die zin zijn we onmisbaar want we zijn de enige die zich richt op die doelgroep.’
Eigen aanpak
Amsterdam heeft verschillende organisaties die van de gemeente subsidie krijgen om taalcoaches op te leiden en te koppelen aan inburgeraars. Ze hebben elk hun eigen doelgroep en aanpak. Zo richt Vluchtelingenwerk Amstel tot Zaan – een va de oorspronkelijke organisaties - zich op inburgeringsplichtige vluchtelingen van alle niveaus. Bij Mixen in Mokum (ook in Nieuw-West en Oud-West) gaat het vooral om het informele contact tussen ‘oude’ en ‘nieuwe’ Amsterdammers die al verstaanbaar Nederlands spreken maar hun taalkennis nog verder willen ontwikkelen. Gezelligheid, samen activiteiten ondernemen en de stad verkennen staat centraal. Bij de diverse Gilde SamenSpraak projecten worden nieuwkomers en oudAmsterdammers op basis van interesses aan elkaar gekoppeld. Door een paar uur per week met elkaar te praten over gemeenschappelijke interesses neemt de Nederlandse spreekvaardigheid van de inburgeraar toe. Taalcoaches van het Amsterdams Buurvrouwen Contact zijn er speciaal voor anderstalige vrouwen. Via taalles en het oefenen van praktijksituaties helpen ze vrouwen om zich voor te bereiden op het inburgeringsexamen. Op lange termijn gaat het ook om het vergroten van de zelfredzaamheid van de vrouwen. Er wordt gewerkt aan het zelfvertrouwen, uitbreiding van sociale vaardigheden en van haar netwerk van Nederlandssprekenden en kennis van buurt en maatschappij.
Nuttige sites
- www.taalcoachwijzer.nl
Site voor Amsterdamse taalcoaches en inburgeraars, met ervaringen, taaltips en informatie over hoe je taalcoach kunt worden of – als inburgeraar – een taalcoach kunt vinden.
- www.inburgeren.nl
Site van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, met uitvoerige informatie over het inburgeringsexamen. Met veel oefenvragen en meer informatie over het praktijkexamen.
- www.amsterdam.nl/vrijwillig
Op deze site vind je onder andere de evenementenkalender met activiteiten die Amsterdam organiseert in het kader van het Europese jaar van de vrijwilliger.
11
Juni 2011
In het vorige nummer brachten we een TopTien van de populairste Lesmethodes. We kregen daar zoveel leuke reacties op dat we er een heuse rubriek van maken. Voortaan stellen we in elk magazine een TopTien samen over verschillende onderwerpen. Heb je een idee? Laat het ons weten! Deze keer in het kader van de Vrijwilligersmaand van de Taalcoaches (en mentoren):
DeTopTien taalcoach lestips 1. Humor
Probeer vooral met veel humor onze moeilijke taal er in te krijgen. Mijn lesneemster verwarde het snijden van prei met besnijden, Wij hebben de rest van de les in een deuk gelegen. Ida Mijn tip is om plezier in de lessen te brengen; mijn lesneemster kan bijvoorbeeld de ‘r’ niet goed zeggen. Dat is ze in haar moedertaal, ze komt uit Ghana, niet gewend. Dus oefenen we samen de rollende ‘r’ tot we allebei de lachstuipen krijgen. Na zo’n lachbui gaat de les veel soepeler, ook voor mij :-)! Marijke
2. Lees het boek ‘De Vrijwilligster’
Een Tip van Elisa: lees ‘De Vrijwilligster’ van Antje Visser, heel herkenbaar!. Op pagina 16 lees je een interview met de schrijfster.
3. Structuur
Mijn tip: ‘Start with the end in mind’. Bedenk wat de deelneemster uiteindelijk allemaal moet weten en beredeneer op die manier wat je per les wilt behandelen. Dit geeft mij houvast en een doeltreffende structuur. Joanne
4. Nederlandse soaps kijken
Wat bij ons goed werkt is GTST kijken, of andere niet zo heel diepgaande tv-programma’s. Mét ondertiteling dat wel(voor doven en slechthorenden, kijk op teletekst). Dit kan de lesneemster alleen doen en zo leert zij tegelijkertijd luisteren én lezen. Muriel
5. Teksten uit buurtkranten
Met mijn lesneemster was het in het begin wat moeilijk om leesteksten te vinden die niet te moeilijk waren maar haar wel interesseerden. Op een gegeven moment
12
zijn we korte advertenties uit het buurtkrantje gaan lezen. Vooral de ingezonden brieven van buurtbewoners zijn vaak erg leuk. Het had een dubbel effect: we werkten aan haar leesvaardigheid, maar het gaf haar ook een gevoel van verbondenheid met de buurt. En het leverde ons onderwerpen om over te praten. Renate Gebruik kleine berichten uit de buurtkrantjes om ze eerst zelf te laten lezen en er dan samen over te praten. Kies zoveel mogelijk concrete onderwerpen (niet het stadsdeelbestuur heeft nieuw beleid vastgesteld oid, maar: bijv. nieuwjaarsduik in de Sloterplas) Geeft wijkbetrokkenheid, iets meer inzicht in de nederlandse gebruiken en gewoonten en je kunt moeilijke woorden uitleggen. Inez
6. Vraag naar haar cultuur
Als je lesneemster wat verlegen is probeer dan vragen te stellen over onderwerpen waar je zelf helemaal niets van weet. Bijvoorbeeld hoe in haar land van herkomst Nieuwjaar gevierd wordt. Of hoe je een bepaald gerecht moet koken. Het voordeel is dat je dan allebei iets niet weet. Zij weet nog niet hoe je correct Nederlands moet praten, jij weet nog niet hoe de gebruiken in haar land van herkomst zijn. Dit kan helpen om haar verlegenheid te overkomen: laten zien dat jij ook niet alles weet en zij weer kennis van andere zaken heeft. Renate Het leukste van het lesgeven is dat je in contact komt met een andere cultuur. Rashna
7. Gebruik eigen foto’s
Neem foto’s mee. Van je familie, vakanties, je eigen huis en omgeving enzovoort. Natuurlijk wel een beetje opletten wat gepast is en wat niet :-) Het is een goed aanknopingspunt voor gesprekken en
wie weet komt zij ook met een fotoalbum aanzetten. Superleuk om te zien natuurlijk! Marnon
8. Gebruik post-its Mijn taalmaatje en ik vonden het leuk en leerzaam om met postits haar hele huis te beplakken. Daarop schreef ik de betekenis, in enkelvoud, verkleinvorm en meervoud (kast, kastje, kast), zodat zij in de loop van de week steeds geconfronteerd werd met de betekenis van de spullen waar ze dagelijks mee bezig was. Voor het leren van voorzetsels ‘leende’ ik haar docher, die dan op een stoel klom, er onder ging zitten, of ernaast. Ook heb ik voor de afwisseling een keer een appeltaart gebakken, waarbij mijn taalmaatje zelf moest uitvinden wat de ingredienten zijn, en hoe je de taart bakt. Anne
9. Tekenen
Ik heb niet de gouden, maar wel een goeie tip: ik teken vaak om woorden en begrippen te verduidelijken. Irma
10. Maak multiple choice vragen
Maak voor je lesneemster (natuurlijk als ze al gevorderd is in de Nederlandse taal) eens multiple choice vragen over een stukje tekst. Omdat de vragen allemaal een beetje op elkaar lijken moet ze goed lezen of luisteren. De ene keer lees ik de tekst voor, de volgende keer laat ik haar zelf lezen. Zo vangen we zelfs drie vliegen in één klap: lezen, luisteren en wennen aan het mutiple choice systeem van een examen. Gerri
Extra tip!
Voer een duidelijk beleid met betrekking tot koekjes of taart bij de thee. Ik neem ze sinds een tijdje consequent niet. Zij weet waar ze aan toe is en het scheelt kilo’s! Marnon
Juni 2011
Een ABC-les in de praktijk: Taalcoach In dit eerste nummer van het ABC Magazine niet een maar twee keer de veel gelezen rubriek ‘Een ABC-les in de praktijk’. Speciaal in verband met het themamaand een reportage van het taalcoach leskoppel Esther & Rabia. door Emely Nobis
W
eet je wat me opvalt?’ zegt taalcoach Esther aan het einde van de avond tegen Rabia. ‘Je hebt deze keer bijna alleen Nederlands gesproken. Als we alleen zijn, schakel je best vaak in het Engels over; vanavond bijna niet.’ Net daarvoor heeft Esther vertelt dat het soms lastig is dat Rabia zo goed Engels spreekt en dus bijna als vanzelf naar die taal schakelt als ze het even niet meer weet. ‘Dat is jammer, want we hebben maar één avond in de week,’ zegt Esther. Rabia heeft inderdaad de hele avond in een behoorlijk tempo goed te volgen Nederlands gesproken. ‘Maar soms praten we over lastige onderwerpen, zoals religie,’ legt Rabia uit. ‘Dat is ingewikkeld. Dan weet ik vaak niet wat het Nederlandse woord is.’ Esther (40) is sinds juni 2010 taalcoach bij ABC. In Rabia (27) heeft ze een gedreven en ambitieuze leerling. Toen ze haar leerde kennen, bereidde Rabia zich voor op het inburgeringexamen. ‘We hebben vooral het mondeling en schriftelijk portfolio-examen voorbereid, waarin je bijvoorbeeld vragen moet beantwoorden over wat je tijdens het inburgeringtraject moeilijk of makkelijk vond. Rabia vond alles leuk en praat daar heel makkelijk en enthousiast over.’ Rabia slaagde in één keer voor alle onderdelen van het inburgeringsexamen. Dat was in januari. Nu wil ze staatsexamen Nederlands doen en daarna een beroepsopleiding volgen. Vijf jaar geleden kwam ze via een huwelijk met een Pakistaanse Nederlander naar Nederland. Van een druk gezin, met vier zussen in een slaapkamer, naar een appartement in Zeeburg met alleen haar echtgenoot, en later haar dochter en zoon. Buiten kwam ze alleen in begeleiding van haar man, zelfs als ze naar de dokter moest. ‘Ik wist
Esther en Rabia
niet eens hoe een strippenkaart werkte of hoe ik moest pinnen. Ik vertelde mensen gewoon mijn pincode.’ Een bezoek aan het consultatiebureau, toen haar dochtertje drie was, veranderde alles. De medewerkster van het consultatiebureau regelde dat ze thuis taalles kreeg van een ABC-vrijwilligster. Vanaf toen ging ze ook een paar dagen per week naar een opleidingsinstituut voor inburgeraars. Met iedere les groeide haar onafhankelijkheidsdrang. ‘Mijn man is zelf ziek geworden. Als er iets met hem gebeurt, moet ik voor mezelf kunnen zorgen.’ Rabia leerde zichzelf fietsen en met een vriendin of de Nederlandse buurvrouw verkent ze nu de stad. Soms verdwaalt ze. Geen probleem, want: ‘Ik kan de weg vragen.’ ‘En ze is niet bang om op mensen af te stappen,’ vult Esther aan. Tot voor kort verliep hun wekelijkse taalles onrustig omdat Rabia’s kinderen maar niet wilden slapen. ‘Ze maakten me gek,’ zegt Rabia. Een begeleidster van de school van haar dochtertje (dat een leerachterstand heeft) leerde Rabia meer discipline in het dagritme te brengen. ‘Om zes uur eten, boekje voorlezen en naar bed.’ Deze avond liggen de kinderen inderdaad te slapen. Rabia’s man begroet het bezoek vriendelijk en vertrekt dan naar de moskee. We
krijgen roti’s gevuld met omelet en andere lekkernijen voorgezet. Esther: ‘Ik word op woensdagavond altijd verwend.’ Via Rabia heeft Esther de Pakistaanse keuken leren kennen. Ook was ze bij het Suikerfeest en op het verjaardagsfeest van Rabia’s zoontje en heeft Rabia haar voeten twee keer met henna geverfd. Die inkijk in een andere cultuur maakt het taalcoach zijn extra bijzonder voor Esther. Andersom prijst Rabia Esther omdat ze zo gedisciplineerd is. ‘Mijn vorige juf was van mijn leeftijd. Veel kletsen, altijd lachen. Esther is strenger. Zij zegt: nu stoppen met kletsen. Het is lestijd. Ik krijg ook altijd huiswerk.’ Als lesmateriaal gebruikt het koppel een grammaticaboek voor anderstaligen, maar Esther raadt Rabia aan om zelf kinderboeken en kranten te lezen of te kijken naar uitzendingen van het Jeugdjournaal. In de les praten ze bijvoorbeeld over Nederlandse feestdagen (zoals Pasen) en culturele gewoontes. In mei ging het gesprek onder andere over de Tweede Wereldoorlog en de betekenis van dodenherdenking; binnenkort bezoeken de twee vrouwen samen het Anne Frank-huis. Vanavond staat de les in het teken van het interview voor ABC Magazine: het is vooral een illustratie van wat Rabia al heeft bereikt. Esther: ‘Rabia is heel ijverig en serieus. Ze stelt heel veel vragen, wil altijd leren. En het is altijd gezellig.’ Hoezeer Rabia’s zelfvertrouwen is gegroeid blijkt wel uit het feit dat ze zelf een afspraak heeft geregeld bij de gemeente: ze wil pleiten voor een beurs zodat ze een paar dagen per week naar school kan.’Dan leer ik nog meer.’ Want tevreden is ze nog lang niet. Haar droom: een baan als hostess of baliemedewerkster op Schiphol, en met het verdiende geld een opleiding betalen. ‘Ik ben boos over al die verloren jaren.’
13
Juni 2011
Reportage 1001-kracht ABC streeft ernaar dat lesneemsters - nadat zij een periode les aan huis gekregen hebben doorstromen naar een activiteit buitenshuis. In het 1001-krachtraject worden ze voorbereid op het werken als vrijwilliger. Op pad met een groep nieuwsgierige dames.
Na de taalles: doorstromen naar vrijwilligerswerk door Emely Nobis
Zübeyse (ex-lesneemster uit Turkije), Saida (Marokko), Natalya (Oekraine) en Doris (Ghana). Foto: Emely Nobis.
V
rouwencentrum Rumah Kami in Amsterdam-Oost op een vrieskoude ochtend in februari. In tweetallen of alleen druppelt een tiental vrouwen binnen: een kleurrijk gezelschap qua cultuur, leeftijd en opleiding. Van Chinese schoonheidspecialiste tot Marokkaanse secretaresse en Turkse huisvrouw, van Oekraïense bouwkundige tot Indonesische accountant en Egyptische docent. Met elkaar babbelen ze - heel ‘Hollands’ - over het weer, de koffie en de kinderen. In het Nederlands, want dat is de taal die ze delen. Ze spreken het goed genoeg voor een gezellig praatje én voor een volgende stap richting integratie: het doen van vrijwilligerswerk.
dat ze hun eigen appartement hebben en helemaal vrij zijn. ‘Alleen krijgen ze hier zorg als dat nodig is.’
In het 1001-krachttraject, leren ze wat vrijwilligerswerk inhoudt en maken ze kennis met potentiële ‘werkgevers’. Vandaag neemt ABC-trainer Wemmy Harteveld hen mee naar verzorgingstehuis De Gooijer en buurthuis Cybersoek. Rabia is een mooie, jonge Pakistaanse in sari. Onderweg vertelt ze in met Engels doorspekte zinnen hoe haar man bij haar ouders op bezoek kwam en om haar hand vroeg. ‘Een week later was het goed.’ Ook na vijf jaar huwelijk is ze nog blij met het besluit. Haar man is niet zo ‘klein in het hoofd’ - bekrompen dus - als mannen in Pakistan. ‘Hij lijkt op Nederlandse mannen, is blij als ik wil lezen of werken.’ Met ouderen werken trekt haar wel; in geen geval ‘iets met kinderen’, want ‘die heb ik thuis al’. Haar dochtertje heeft veel aandacht nodig vanwege een ontwikkelingsachterstand. Rabia denkt dat het komt doordat ze in Pakistan een aardbeving heeft meegemaakt toen ze zwanger was. ‘Te veel stress.’
Hennie vertelt welke taken de cursisten zoal zouden kunnen vervullen: helpen in de keuken of de bar, assisteren bij de dagactiviteiten, wandelen met bewoners. Ook legt ze uit dat iedere vrijwilliger een overeenkomst tekent, waarin bijvoorbeeld staat dat je verzekerd bent als je tijdens het werk iets kapot maakt. Opgelucht horen de vrouwen dat je zelf mag bepalen hoeveel uur je werkt en hoe vaak in de week, want de meesten moeten vrijwilligerswerk om de schooltijden van hun kinderen plannen. Van het verzorgingstehuis lopen de vrouwen naar Cybersoek, waar buurtbewoners computerles krijgen. Een aantal Turkse vrouwen heeft wel oren naar de Stitch ‘n Bitchbijeenkomsten, waar autochtone en allochtone vrouwen elke donderdagmiddag samen breien. Een Egyptische vrijwilligster vertelt dat zij zelf niet heel veel van computers weet, maar toch als assistent bij de computerlessen werkt. ‘Ik praat makkelijk met mensen: dat is het belangrijkste. Als ik het niet weet, roep ik iemand erbij.’ Wemmy vraagt waarom vrijwilligerswerk leuk is. ‘Het is heel gezellig, je leert nog beter Nederlands en je doet werkervaring op.’ ‘ antwoordt de Egyptische zonder aarzeling.
In verzorgingstehuis De Gooijer worden de cursisten opgevangen door vrijwilligerscoördinator Hennie. Natalya uit de Oekraïne zag tegen het bezoek op: het idee van een ‘bejaardentehuis’ vindt ze schrijnend. Nu raakt ze niet uitgekeken op de jeugdfoto’s van bewoners en de eikenhouten meubels en Perzische tafelkleden die het heel huiselijk maken. Sommige cursisten zijn bezorgd: mogen de bewoners wel naar buiten en hoe laat moeten ze dan binnen zijn? Hennie legt uit
14
Dat spreekt de Indonesische Dwi aan. ‘In Nederland werkt iedereen heel hard, dus het is niet gezellig voor oude mensen om bij hun kinderen te wonen. Hier kunnen ze leuk samen praten en koffiedrinken.’ Dwi - van middelbare leeftijd en kinderloos - is de enige cursist met een betaalde baan: als oproepkracht bij een cateringbedrijf op Schiphol. Vrijwilligerswerk lijkt haar ook heel prettig voor als ze straks met pensioen is. ‘Ik heb gehoord dat in Nederland veel oude mensen thuis alleen maar achter het raam zitten en naar buiten kijken. Dat wil ik niet.’
De thee is op, alle vragen voor vandaag zijn beantwoord, de cursisten gaan opgepept naar huis. Ter afsluiting van het 1001-krachttraject bezoeken ze binnenkort de Vrijwilligerscentrale: als ze er klaar voor zijn, zal die hen helpen bemiddelen.
Juni 2011
De Historie van het Begijnhof Vrijwilliger zijn heeft soms onverwachte voordelen. Zo hebben vrijwilligers bij het ABC het voorrecht om historische panden binnen te gaan die voor anderen gesloten blijven. Deze laatste bijdrage gaat over het nieuwe onderkomen van het ABC en enkele schatten in de binnentuin. bronzen beeld van een staande vrouw met een kap van Gré Taal (1974). Het is een eerbetoon aan alle Begijnen van Amsterdam. Het Intronisatiebeeld, een stenen Heilig Hartbeeld van J. P. Maas is in 1920 gemaakt in opdracht van het Bisdom Haarlem. Het bronzen borstbeeld Kardinaal W.M. van Rossum is van Gerard Hoppen uit 1928. Van Rossum was de eerste Nederlandse kardinaal sinds de Reformatie. En tenslotte Truus en détresse, (in ontreddering) een stenen beeld van een zittende vrouwfiguur door Charlotte van Pallandt (1984). Het werd in 1990 door de gemeente Amsterdam aangekocht en aan het Stichtingsbestuur van de Begijnen gegeven.
door Emmy Groot
De Begijnhofkapel
B
egin 2011 verhuisde het ABC van het Houten Huys naar de kantoorruimte boven de kapel op Begijnhof 31. De afgelopen twintig jaar was hier het Dekenaal Centrum van Amsterdam gevestigd. De steile trap is een hele klim en eenmaal boven heb je een fraai uitzicht op het Begijnhof en de Nieuwezijds Voorburgwal maar ook op het interieur van de kapel. Na de Alteratie kwam in 1578 de voormalige kerk van de Begijnen toe aan de Engelse presbyterianen. In 1665 werden twee huizen tegenover de Engelse kerk gekocht om een nieuwe kapel te bouwen. Ze werd in 1682 in gebruik genomen als de H.H. Johannes en Ursula Kerk, de beschermheiligen van het Begijnhof. Sinds 1908, het jaar waarin de Kapel ter Heilige Stede aan het Rokin werd afgebroken, is de Begijnhofkapel ook de plaats waar het Mirakel van Amsterdam wordt herdacht.
Twee schilderstukken terug in de kapel De kapel biedt onderdak aan heel wat kunstschatten, twee schilderstukken hebben een wel heel bijzondere geschiedenis. De drie altaarstukken zijn geschilderd rond 1649 door Claes Nicolaes Moeyaert. Het middelste schilderij, Maria Tenhemelopneming, is in 1931 door het kerkbestuur elders in bruikleen gegeven. Na de oorlog verkochten de bruikleners het schilderij echter aan een kunsthandelaar in Amerika, zonder het kerkbestuur hiervan in kennis te stellen. In 1999 dook het op bij Sotheby’s in New York. Dankzij een tip van een van de kopers op de veiling kon het Begijnhof, met behulp van fondsen, het schilderstuk voor 250.000 gulden te-
Maria Tenhemelopneming, foto: Gerrit van Dijk
Als laatste noem ik hier de acht gevelstenen met Bijbelse voorstellingen uit de zeventiende en achttiende eeuw in de blinde muur naast het Houten Huys: Abraham, In Emaus, In de Salveter, ’T Geloof, De Vlucht van Egipten, S Jacopspoort , In Hellas en De Gloyende Oven. Ze zijn afkomstig van afgebroken huizen in de stad en in 1961 ingemetseld. In 2008 zijn ze prachtig gerestaureerd.
rugkopen. Na een grondige restauratie hangt het nu weer tussen de beide anderen boven het altaar. Rechts aan de lange wand hangt de monumentale Processieschildering van Antonius Johannes Derkinderen. Dit enorme schilderij van twee bij elf meter werd gemaakt in opdracht van pastoor Klönne tussen 1884 en 1888. Maar die was er niet tevreden over en hij wilde het schilderij niet hebben! Na vele omzwervingen kreeg het tenslotte een plaats in het Stedelijk Museum. Ondertussen gaf de pastoor de opdracht voor een soortgelijk schilderij aan de Belgische schilder C.F. Philippeau. Dat schilderij voldeed wel aan zijn verwachtingen en het kreeg in 1892 een plaats in de kapel. Het schilderij van Derkinderen werd In 1929 door de toenmalige rector van het Begijnhof voor 2.500 gulden teruggekocht en alsnog geplaatst in de Begijnhofkapel. Het werk van Philippeau hangt nu een verdieping hoger en is goed te zien vanuit de garderobe van het Dit is het einde van mijn zoektocht ABC.
naar de historie van het Begijnhof. Wie meer wil weten verwijs ik naar Schatten op het Begijnhof mijn bron: Van ‘Der Beghinnelande’ Niet alleen in, maar ook buiten de kapel zijn tot Begijnhof. De geschiedenis van vele kunstschatten te bewonderen. Zoals de het Begijnhof van 1307 tot heden vier beelden in de binnentuin. Begijn is een door Ger van Dijk. Amsterdam 2004
15
Juni 2011
Het uitgelezen boek
De vrijwilligster door Antje Visser door Annemarie Tassier
D
e hoofdpersoon van de spannende roman De Vrijwilligster heet Willemijn en ze geeft thuis les aan de Turkse Nuray. Komt je dat bekend voor? Let dan wel op de woordjes ‘spannende roman’, want dat is belangrijk. Hoewel schrijfster Antje Visser ooit lesgeefster was bij het ABC en ze daar duidelijk haar inspiratie haalde is dit géén verslag van haar eigen ervaringen. Gelukkig maar, want als al onze lesgeefsters zo bezig waren als Willemijn hadden we een probleem! Studente Willemijn begint vol goede moed aan haar taak als lesgeefster. Al snel raakt ze persoonlijk betrokken bij de problemen van de jonge Turkse Nuray, haar man Mustafa en hun dochtertje Aise. Nuray heeft al jaren geen contact meer met haar familie. Mustafa is een onverzorgde blaaskaak die zich af en toe heel charmant en ontwapenend kan voordoen maar zich amper om zijn vrouw bekommert. Hij woont al vijftien jaar in Nederland en heeft zijn zaakjes, en dus ook die van Nuray, nog steeds niet op orde. Ze zijn zelfs niet officieel getrouwd en Nuray is dus illegaal in Nederland. Als hij Willemijn om hulp vraagt ontdekt ze allerlei onplezierige details maar kan niet voorkomen dat hij haar in zijn zaken betrekt. Ze voelt wel aan dat ze verkeerd bezig is en probeert vruchteloos de opdringerige Mustafa op een afstand te houden. Dan vertrekt het gezin met vakantie naar Turkije en lijkt alles in orde te komen...
Levensecht Antje Visser moet lachen als ik haar vertel hoe ik Willemijn af en toe flink door elkaar wou schudden bij het lezen van haar avonturen. ‘Ja hoor, dat snap ik. Willemijn is gewoon niet zo snugger. Het overkomt haar en ze heeft er geen idee van in welk wespen-
16
nest ze verzeild raakt. Ze doet precies waar we in de Introductiecursus van het ABC voor gewaarschuwd worden: ga niet op eigen houtje aan de slag met de problemen van je lesneemster. Maar ze wil zo graag helpen en ze is natuurlijk vreselijk na¨ief.’ De Vrijwiligster is geen autobiografisch verhaal en Antje Visser is nog altijd goed bevriend met haar eigen lesneemster. ‘Het gaat erg goed met haar. Ze weet dat ik een boek geschreven heb, maar het zegt haar niet veel. Ze is wel echt blij voor me. Dit boek gaat ook niet over haar of over mijn tijd als lesgeefster, maar ik had het nooit kunnen schrijven als ik die ervaringen niet had gehad. Zo hoorde ik bij het schrijven voortdurend mijn lesneemster in mijn hoofd praten! Ik denk dat daardoor de personages, het taalgebruik en de woonsituatie wel levensecht zijn.’
Willemijn doet precies waar we in de Introductiecursus voor gewaarschuwd worden Je moet er natuurlijk niet aan denken dat ABC-lesgeefsters in zulke enge situaties verzeild raken als Willemijn, maar ze zullen wel heel veel herkennen in dit boek. Antje Visser heeft oog voor relevante details. De beschrijving van het huishouden van Nuray is treffend; soms hilarisch, soms heel ontroerend. Knap ook hoe ze het taalgebruik van Nuray en Mustafa weergeeft met ieder hun eigen specifieke idioom. De manier waarop Nuray zich het woordje ‘schat’ eigen gemaakt heeft bijvoorbeeld is aanvankelijk gewoon lief maar dan, als haar situatie meer en meer uitzichtloos wordt, grijpt het je naar de keel. Ook het taaltje van Mustafa
is eerst grappig, maar ongemerkt ga je ook de dreiging voelen die Willemijn de stuipen op het lijf jaagt. ‘Ik vond het fijn om vrijwilligster te zijn van het ABC.’vertelt Antje Visser. Het is een sympathieke organisatie, heel efficient en je wordt goed begeleid. En ik vond de locatie in het Begijnhof prachtig! Ik ben nu te druk om vrijwilligerswerk te doen, jammer eigenlijk.’ Antje heeft haar studie literatuurwetenschappen en filosofie afgerond, heeft een vriend en een baby van negen maanden en runt haar eigen tekstbureau . Tussendoor werkt ze aan haar tweede boek. Weer een thriller? Ze lacht. ‘Ik kan er nog niets over zeggen, het gaat in ieder geval niet over multiculturele problemen. Maar ik ben blij dat je dit boek spannend vond. Ik was bang dat het niet geloofwaardig zou zijn, maar men vindt het dus wel goed!’ Wat zeker blijft hangen na het lezen van De Vrijwilligster is de uitstekende beschrijving van het moeizame proces dat inburgeren is: van het kastje naar de muur, van loket naar loket, de formulieren, het onbegrip, de misverstanden... heel herkenbaar. En die arme Willemijn kan meteen als voorbeeld dienen in een introductiecursus. Hoe het niét moet! Uitgeverij De Arbeiderspers, ISBN 978 90 295 7533 1, nu in de boek-
winkel.
Juni 2011
Film MADE IN DAGENHAM
Een feelgoed movie met een boodschap
door Barbara Plasmans
rechtvaardigheid, anders kun je niet meer naar jezelf in de spiegel kijken. Duidelijke taal.
Het gaat erom dat je doet wat je moet doen, om principes en rechtvaardigheid
Foto: www.rialtofilm.nl
Achtergrond
D
e film past niet meteen in het thema vrijwilligerswerk, maar gaat over een - misschien wel - nog belangrijker onderwerp: gelijkheid voor vrouwen. Made in Dagenham is gebaseerd op historische feiten: de staking van arbeidsters van de Dagenham Ford fabriek in juni 1968. Ze legden hun werk stil uit protest tegen seksuele discriminatie en eisten een gelijk loon als de mannen. Ter vergelijking: er werkten 55.000 mannen bij Ford in Engeland, en ‘maar’ 187 vrouwen. Hun eis werd na drie weken ingewilligd: ze kregen 92% van het mannenloon... Uiteindelijk werd in 1970 alles in de Britse ‘Equal pay act’ vastgelegd. Doordat de UK in 1973 toetrad tot the EU, werd deze wet een onderdeel van het Verdrag van Rome. In de UK ging de wet overigens pas in 1975 echt in werking. De film is een dramatisering met een knipoog. Je ziet hoe het onrecht en de staking zijn weerslag heeft op verschillende vrouwen en focust op hun woordvoerder, Rita O’Grady. We volgen haar strijd. Haar man ondersteunt
haar, zelfs als de staking langer gaat duren dan ze dachten. Maar als de fabriek stil komt te liggen en zijn eigen baan ook op de tocht staat, krijgt hij het moeilijk. Het feit dat ze niet betaald krijgen legt een zware druk op hun relatie. Ook de vrouwelijke collega’s van Rita gaan twijfelen. Als gezicht van de staking wordt ze bewonderd om haar moed, maar ook als het kwaad gezien. De druk doet haar bijna besluiten ermee te stoppen, tot ze steun in de rug krijgt uit onverwachte hoek.
Regisseur Nigel Cole (van o.a. Calendar Girls) heeft met Made in Dagenham weer een mooie vrouwenfilm gemaakt. Ondanks het serieuze onderwerp is de film niet zwaar. Hij koos voor een luchtige benadering van een pittige en noodzakelijke strijd. Evengoed gaat hij de realiteit niet uit de weg, de vrouwen delen bijvoorbeeld hun groenten zodat iedereen te eten heeft, maar benadrukt hun humor en veerkracht. De sfeer zit in kleine grapjes, in de muziek en de olijke kleding en haardracht van sommige fabrieksmeisjes. Daarnaast zijn er originele beelden van de Ford fabrieken in verwerkt waardoor het tijdsbeeld perfect weergegeven wordt. Al met al een ‘feelgood movie’ met een belangrijke boodschap en een goed einde. In de bioscoop vanaf 12 mei 2011.
Rechtvaardigheid
De figuur van Rita is door de schrijvers verzonnen als personificatie van een aantal van de fabrieksvrouwen. Een slimme zet; je wordt aan de hand meegenomen en het verhaal ingezogen. Je staat tussen de vrouwen, voelt met ze mee. Je begrijpt Rita als ze tijdens de Trade Union Conference (vakbondsbijeenkomst) aan een zaal vol mannen duidelijk maakt waarom de staking belangrijk is. Je vraagt een man toch ook niet waarom hij het leger in ging en vocht voor zijn land in de oorlog? Het gaat erom dat je doet wat je moet doen, het gaat om principes,
Foto: www.pathe.nl
17
Juni 2011
Cultuuragenda Expositie
door Barbara Plasmans
Hoezo tuttig?: Gehandwerkte tassen in tassenmuseum Hendrikje Handwerken is al een aantal jaar helemaal terug van weg geweest. Doe inspiratie op in Tassenmuseum Hendrikje waar naast de oude technieken alle aandacht besteed wordt aan de allernieuwste technieken. Toegang: 7,50 euro. Leuk: u kan er ook lunchen of van een high tea genieten. Tot en met 11 september 2011. Locatie: Herengracht 573. Meer info: www.tassenmuseum.nl/ 020-524 64 52.
Gesproken woord
Verhalenvertelavond In cultureel centrum Mezrab vindt iedere eerste vrijdag van de maand een verhalenvertelavond plaats. Onder genot van een kopje thee komen allerlei karakters tot leven. Eten is er ook, o.a. Iraanse soep. Betalen kan alleen in contanten.
Bron: www.facebook.com
Vrijdag 1 juli en vrijdag 5 augustus, om 20.00 uur.Locatie: Domselaerstraat 120. Entree: vrijwillige bijdrage. Meer info: www.mezrab.nl/ 06 1477 5777
Rondleiding
De Historische Schouwburg U neemt een kijkje achter deuren die normaal gesloten blijven. Met vele anekdotes en een bezoek aan kleedkamers, coulissen en de portrettengalerij. Iedere eerste zaterdag van de maand (onder voorbehoud van bespeling) is er een rondleiding door de historische schouwburg uit 1894. Duur circa anderhalf uur.
Foto Schouwburg: Wikimedia Commons
Zaterdag 2 juli, 15.00 uur, kaarten: 5/3,50 euro. Locatie: Leidseplein 26.
Festival
Het Grachtenfestival Het Grachtenfestival is een jaarlijks terugkerend (klassiek) muziekfestival dat onder andere een podium biedt aan jong talent. Veel van de uitvoeringen vinden plaats op bijzondere locaties in Amsterdam. Daarnaast vraagt het festival gerenommeerde solisten en ensembles concertprogramma’s samen te stellen geïnspireerd door een elk jaar wisselend thema.
Foto Daisy Correia: picasaweb.google. com
12 t/m 21 augustus, diverse locaties. Meer info: www.grachtenfestival.nl
Muziek
Vondelpark Openluchttheater Een greep uit de gratis te bezoeken voorstellingen en concerten in het Vondelpark -10 juli, 15.00 uur: Daisy Correia, fado -10 juli, 16.30 uur: Fernando Lameirinhas, wereldmuziek -13 augustus, 20.30 uur: Dara Faizi, cabaret -19 augustus, 21.00 uur: Scapino Ballet Rotterdam -21 augustus, 15.00 uur: Ntjam Rosie, mix soul/jazz/Afrikaans/Braziliaans
Foto Ntjam Rosie: 3voor12.vpro.nl
Opening Cultureel Seizoen
De Uitmarkt 2011 Met een informatiemarkt op het Museumplein en de boekenmarkt in de Paulus Potterstraat. Meer info: www.uitmarkt.nl. 26-28 augustus, Museumplein, Leideseplein & Vondelpark.
18
Bron: uitmarkt.nl
Juni 2011
Open Podium Twee bruiloften
Themamaanden Vrijwillig Amsterdam
door Galaa Rasikh en Hella Bustra
Overal op de wereld trouwen mensen. Dan is het feest. Sommige zijn anders, maar veel zijn ook hetzelfde. Wij hebben afgelopen zomer allebei een bruiloft meegemaakt. Mijn zus is getrouwd in Egypte. En mijn zwager is afgelopen zomer in Nederland getrouwd. Mijn zos in haar man hebben alle twee trouw ring. Mijn zwager en zijn vrouw hebben vier getuigen. Zij moeten ook tekenen. Er is an heel groot fees. W egaan lekker eten. En ‘s avonds gaan we dansen. Alle familie is op het fiest. Het bruidspaar krijgt veel cadeau’s. Mijn zus heeft twee mooie jurken. In Egypte is twee dagen fiest. Wat een mooie dag (of dagen!) om mee te maken.
Juni: Taalcoaches & Mentoren Juli: Belangenbehartiging Augustus: Kunst & cultuur September: Zorg & Maatjes Oktober: Buurt & Wijk November: Op school December: Inzet tegen eenzaamheid Geheel 2011: Natuur & Dieren
Verslag Moskeebezoek door Annemarie ten Brink
M
ijn lesneemster Basharat nodigde me op 15 Januari voor de nieuwjaarsbijeenkomst van de Ahmadiyya Moskee aan de Termietenweg te komen. Ik merkte hoeveel dat voor haar betekende en natuurlijk ben ik op de uitnodiging ingegaan.
voorgelezen en een korte nieuwjaarsspeech in het Nederlands werd gehouden. Hoewel de vrouwen op de mannenafdeling mochten blijven voor de maaltijd werd ik door de vrouwen meegevoerd naar hun eigen terrein.
De Moskee bestond uit een paar vervallen gebouwtjes op een met openbaar vervoer moeilijk te bereiken, afgelegen drassig terrein. Ik hoorde later dat de moskee er weer weg moet.
Ik vertelde hen dat ik geraakt was door de liefdevolle teksten en dat het ook bij de vertaling van de wetten om verdraagzaamheid en anti geweld ging. Het deed ze zichtbaar goed, ze wilden er allemaal nog wel iets aan toe voegen en zouden me het liefst allemaal willen knuffelen.
Bij de ingang werd ik met veel egards behandeld toen ik zei door wie ik was uitgenodigd. De vrouwen, die op de vrouwenafdeling in hun mooiste kleedjes bij elkaar zaten, waren warm verrast en ik kon zien dat Basharat in hun respect groeide. Het officiële gedeelte was op de mannenafdeling, waar de wetten uit de Koran werden
Dat iemand uit interesse op bezoek komt en erover wil praten komt waarschijnlijk niet zo vaak voor, waardoor hun aanhankelijkheid zo’n vlucht neemt. Deze Islamitische afdeling is tegen geweld en ze zijn blij dat het opgemerkt wordt.
Wil je ook een keer je persoonlijke verhaal van jou en je lesneemster terug zien in het Open Podium? Dat kan. Stuur je tekst bij voorkeur naar
[email protected], of anders per post naar ABC, Begijnhof 31, 1012 WT Amsterdam.
19