Thema Frans Bieckmann, Mariëtte Heres en Roeland Muskens Foto’s: Roel Burgler Illustraties: Henk van Ruitenbeek
wie beinvloedt het beleid?
De top tien Louk de la Rive Box is de machtigste man in de wereld van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking. De runner up van 2004 stoot Jos van Gennip van de troon. Dat blijkt uit de derde grote OS-peiling van Vice Versa. Opvallend: in de top tien staat slechts één actieve politicus.
12
juni 8
De top tien
De top tien 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Louk Box Ton Dietz René Grotenhuis Jan Pronk Jos van Gennip Nina Tellegen Jack van Ham Arie de Ruijter Arend Jan Boekestijn 10 Farah Karimi 10 Henny Helmich 10 Paul Hoebink -- = - = +/- = + = ++ =
De top tien
Stemmen
Budget + + +/+ + ++
Publieke bekendheid ++ +/-+
Formele invloed + +/+ +/+/+ + + ++
18 17 16 14 14 14 13 12 11 11 11 11
Bijdrage debat + ++ + ++
+ + -
+ +/-
+ + +/-
+ +/+
zeer gering gering gemiddeld/n.v.t. omvangrijk zeer omvangrijk
De rest van de lijst (met meer dan één stem): Bram van Ojik 10, Jan Gruiters 10, Lau Schulpen 10, Lilianne Ploumen 10, Herman Wijffels 8, Han Koch 7, Ruud Lubbers 7, Ruud Treffers 7, Sylvia Borren 7, Joris Voorhoeve 6, Joke Brandt 5, Prinses Máxima 5, Hans Eenhoorn 4, Kathleen Ferrier 4, Manuela Monteiro 4, Monika Sie 4, Rudy Rabbinge 4, Jan Willem Gunning 3, Ewout Irrgang 3, Koen Davidse 3, Loet Mennes 3, Bas de Gaay Fortman 2, Chantal Gill’ard 2, Dirk Elsen 2, Evelijne Bruning 2, Floortje Dessing 2, Geert Wilders 2, Gemma Crijns 2, Jan Bouke Wijbrandi 2, Jan Lock 2, Jo Ritzen 2, Katja Schuurman 2, Kees Broere 2, Marc Broere 2, Naema Tahir 2, Nico Schrijver 2, Paul Engel 2, Peter Bakker 2, Roel von Meyenfeldt 2, Ruerd Ruben 2, Tanja Lubbers 2, Thea Hilhorst 2, Tineke Ceelen 2, Willemijn Verloop 2, Wouter Bos 2
Het viel te verwachten: Louk de la Rive Box, rector van het Institute of Social Studies in Den Haag, is de meest invloedrijke persoon in Nederland op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Vier jaar geleden moest Box nog CDA-senator Jos van Gennip voor zich dulden, maar met het aantreden van een minister van een andere politieke kleur was Van Gennips rol uitgespeeld en kon Box doorschuiven. In 1998, tien jaar geleden dus, eindigde Box nog net buíten de top tien, op plaats elf. Een gestage opmars dus in de rangen der allermachtigsten. Zonder valse bescheidenheid kunnen we zeggen dat wij de zege van Louk Box hebben voorspeld. In het onderzoek van 2004 schreven we letterlijk: ‘We hebben grote verwachtingen van Box in de top tien van 2009 (2008 – red.), op 1 januari treedt Box immers aan als rector van het ISS: veel dichter in de buurt van de macht.’ Sleutelfiguur Louk de la Rive Box is onomstreden in het OS-wereldje. Hij heeft geen vijanden. Iedereen roemt de ISS-rector als vriendelijk, toegankelijk
en gespeend van verborgen agenda’s. NCDOdirecteur Henny Helmich zegt over Box: ‘Louk is erg aimabel, typisch iemand die gebruik maakt van soft power.’ Helmich, altijd sterk in categoriseren, noemt Box een maven; een informatiespecialist, iemand die mensen aan elkaar koppelt en zo nieuwe trends laat ontstaan. Helmich refereert hierbij aan de terminologie van journalist Malcolm Gladwell in diens boek The Tipping Point. ‘Louk is een sleutelfiguur, een gatekeeper van netwerken. Hij is altijd aan het verbinden en doet dat zonder eigenbelang.’ Helmich heeft een voorbeeld van hoe Box opereert: ‘Het was in de dagen van minister Van Ardenne. De kennis infrastructuur op het ministerie lag zwaar onder vuur. Een paar belangrijke kennisinstituten stonden op het punt om opgedoekt te worden en dat viel toevallig samen met het vertrek van een aantal ervaren en deskundige mensen bij het ministerie. Louk had dat in de gaten en heeft toen een aantal mensen bij elkaar gehaald – ik was daar zelf bij, maar ook Jos van Gennip – om iets in gang te zetten om het tij te keren. Daar komt dan een trend uit voort waarbij kennis een pro-
in 2004 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Jos van Gennip Louk Box Sylvia Borren Paul Hoebink Jack van Ham Jan Pronk Han Koch Henny Helmich Jan Willem Gunning Loet Mennes
minentere rol krijgt in het debat. Mensen kómen, als Louk dat vraagt. Dát is zijn kracht. Mensen weten dat het hem gaat om de zaak, en niet om bijvoorbeeld zijn eigen ISS een voordeeltje te bezorgen.’ Het is moeilijk om iemand te vinden die iets ten nadele van Box weet te verzinnen. De enige die kanttekeningen bij de positie van Box op nummer één plaatst, is de kersverse CIDIN-hoogleraar Paul Hoebink: ‘Louk op 1 verbaast me toch wel.’ Volgens Hoebink is de positie van Box bij Buitenlandse Zaken minder sterk dan in het verleden, in ieder geval tanende. Ook mist Hoebink de publieke inbreng van Box: ‘In het publieke debat is hij vrijwel afwezig: hij schrijft geen opiniestukken, is niet op conferenties aanwezig als keynote speaker. Geen invloedrijke publicaties en geen uitgesproken richtinggevende visie. Wat is in concreto zijn inbreng? Bij een radio-interview hoorde ik hem een keer teruggrijpen op zijn onderzoek in de Dominicaanse Republiek, toen dacht ik: Nou Louk, kun je daar nog wel mee aankomen? Dat is verdorie onderzoek van 35 jaar geleden!’ Hoebink moet concluderen dat de invloed van Box zich grotendeels achter de schermen afspeelt: ‘Hij is natuurlijk een fantastische voorzitter en heeft geweldige contacten.’ Ministers Twee keer eerder stelde Vice Versa een dergelijke top tien samen. De eerste keer was in 1998, daarna in 2004 en nu dus in 2008. Na drie keer vallen er enkele trends te ontdekken, maar daarover later meer. In tien jaar tijd is er namelijk ook veel veranderd in de wereld van ontwikkelingssamenwerking. Ontegenzeggelijk heeft 9/11 grote invloed gehad op de randvoorwaarden, doel stellingen en ambiance waarin OS verkeert. Hoe precies, daar is vervolgens veel discussie over. In de OS-sector hebben ook de Millenniumdoelen hun intrede gedaan en is in samenhang daarmee >> ViceVersa
13
Thema
Louk de la Rive Box ‘Gatekeeper’ van netwerken
1
Als rector van het Institute of Social
College in California. Daarna vervolgde
Zijn nevenfuncties omvatten onder
Studies (ISS) geeft Louk de la Rive
hij zijn studie sociologie aan Columbia
andere: bestuurslid van het Graduate
Box (1942) leiding aan een van de
University in New York. Hij promoveer-
Institute for International Relations
meest prestigieuze OS-instituten van
de uiteindelijk op het onderwijssysteem
and Development Studies in Genève,
Nederland. Hij trad aan in 2005,
in Brazilië. In Nederland was hij onder
bestuursvoorzitter van de Cultural
nadat hij in Maastricht directeur was
andere directeur Beleidsontwikkeling bij
Emergency Response (onderdeel van
geweest van het European Centre for
het ministerie van Buitenlandse Zaken.
het Prins Claus Fonds), bestuurslid van
Development Policy Management.
Hoogleraar was hij achtereenvolgens
Enda Tiers Monde, een organisatie die
Box ontving in 1966 de graad van
in Utrecht, Maastricht en aan het ISS in
zich richt op duurzame ontwikkeling.
Bachelor of Arts aan het Pomona
Den Haag.
RM en MH
Louk Box: ‘Ik leg mijn opvattingen niet bam-bam-bam op tafel’ U bent volgens uw ‘peers’ de meest
invloed op Koenders of Van Middelkoop,
Ik zie hem veel tijdens bijeenkomsten.
Zaken kwam werken, ben ik door
invloedrijke OS’er van dit moment!
maar dik kans dat zijn adviezen via het
Onlangs ben ik nog met hem naar
de Binnenlandse Veiligheidsdienst
‘Ik had het niet verwacht, maar ben wel
Pentagon daar wel terechtkomen. Ook
Vietnam geweest. Dan heb je natuur-
gescreend. Zo’n BVD’er heeft mij een
gevleid natuurlijk. Het rare is dat wan-
professor Mansoob Murshed heeft grote
lijk gelegenheid om van gedachten te
half uur lang doorgezaagd over mijn
neer je zelf invloed denkt te hebben,
invloed, vooral buiten Nederland. En
wisselen.
politieke voorkeuren. Ik zei: het gaat
men het niet ziet, en andersom.
natuurlijk Hans Opschoor, die het IPCC
Wat ik soms doe, is mensen bij elkaar
jullie niks aan. De vrijheid om dat voor
Nu ben ik eigenlijk maar aan één
(Intergovernmental Panel on Climate
zetten voor een open gesprek. Dat
jezelf te houden vind ik belangrijk. Als
instituut verbonden en toch denkt men
Change – red.) adviseert en als zodanig
vind ik leuk. Ik heb niet zulke politieke
je wilt weten waar ik politiek gezien sta,
dat ik veel invloed heb. Ik vind het leuk
indirect een Nobelprijs heeft gekregen.’
opvattingen waardoor zo’n gesprek
dan moet je me politieke vragen stel-
snel moeilijk zou worden. Ik heb
len. Mijn hart ligt links, maar ik denk
Toch zat uw voorganger, dezelfde
natuurlijk wel opvattingen, maar leg
liberaal. Dat is lastig te combineren in
Opschoor, vorige keren niet in de top
die niet bam-bam-bam op tafel.’
Nederland. Ik vind de vrijheid van het
voor het ISS, want het straalt ook op mijn collega’s af.’ Geeft rector zijn van het ISS invloed?
tien. Kennelijk doet u iets wat hij niet
‘Dat denk ik wel. Er zitten hier invloed-
deed.
Waar staat u eigenlijk politiek
leiden tot grote ongelijkheden. Dat is
rijke mensen. Pronk natuurlijk, maar
‘Geen idee. Wat ik kan zeggen is dat ik
gezien?
de spanning in het liberale denken:
ook Mohamed Salih, die onlangs door
nooit een gesprek met ambtenaren uit
‘Ik ben niet politiek actief. Ben geen lid
vrijheid versus ongelijkheid.’
het Pentagon een week naar de VS is
de weg ga. Ik heb veel informele con-
van een partij en ik vertel niemand op
gehaald om over moslimfundamen-
tacten op de Apenrots. En Bert kende
wie ik stem. Altijd op mensen die ik per-
talisme te adviseren. Dat is dan geen
ik al goed toen hij nog Kamerlid was.
soonlijk ken. Toen ik bij Buitenlandse
veel nadruk gaan liggen op de meetbaarheid van de effecten van hulp. Een voor de hand liggende verandering is dat we in die tien jaar vier verschillende ministers hebben gehad. Het eerste onderzoek viel in de schemerzone tussen Pronk en Herfkens. Het tweede viel middenin de periode Van Ardenne en nu staat Koenders ruim een jaar aan het roer. Vier ministers die alle vier op een andere manier omgaan met hun omgeving. Pronk was de intellectuele alleskunner die zijn beleid in hoge mate zelf bepaalde; Herfkens haalde de bezem door het beleid, maar luisterde eigenlijk alleen naar contacten uit haar vorige functie bij de Wereldbank; Van Ardenne was een ‘luisterende minister’, maar schoffeerde haar directe omgeving; Koenders luistert ook, maar misschien wel naar te véél mensen.
14
juni 8
individu belangrijk, maar die mag nooit
In ieder geval horen we over Koenders dat hij een pleaser is: hij houdt opties lang open, wil mensen niet tegen het hoofd stoten en legt daarmee te weinig focus in zijn beleid. Deze opmerkingen horen we overigens in de marge van bewondering voor de intellectuele analyses die Koenders maakt van het werkveld binnen de veranderende wereldverhoudingen, en de vriendelijke en toegankelijke uitstraling die Koenders heeft tegenover zijn ambtenaren, het OS-wereldje en het publiek. Score Wat zijn de grote lijnen van de top tien van 2008? In de top tien (twaalf namen) staan zes directeuren van grote ontwikkelingsorganisaties (Box, Grotenhuis, Tellegen, Van Ham, Karimi en Helmich), twee vrouwen (Tellegen, Karimi),
RM
vijf hoogleraren (Box, Dietz, Pronk, De Ruijter en Hoebink), één parlementariër (Boekestijn), één actieve CDA’er (Van Gennip), één VVD’er (Boekestijn), vier actieve PvdA’ers (Pronk, Tellegen, Van Ham en Helmich) en één GroenLinkser (Karimi). Opnieuw valt op dat geen enkele ambtenaar grote invloed wordt toegedicht. Bram van Ojik – terug uit Benin – is de hoogst genoteerde ambtenaar. Directeur generaal internationale samenwerking Ruud Treffers en zijn plaatsvervanger Joke Brandt blijven relatief ver achter. Paul Hoebink heeft twee mogelijke verklaringen voor de slechte score van ambtenaren: ‘Of ze hebben daadwerkelijk weinig invloed, óf hun invloed wordt niet gezien door de buitenwacht.’ Wel concludeert Hoebink dat echte, concrete invloed op de beleidskeuzes >>
De top tien
Geen enkele ambtenaar wordt grote invloed toegedicht door de ambassades wordt uitgeoefend dan door de ambtenaren rondom Koenders. Maar beide categorieën sturen onvoldoende. ‘De Nederlandse ontwikkelingssamenwerking is beleidsloos’, zegt Hoebink zelfs. ‘De keuzes worden gemaakt door sectorspecialisten en door hoofden ontwikkelingssamenwerking op ambassades, die ieder drie jaar van positie wisselen. Ambtenaren zitten veel te kort op hun post, ze hebben niet echt de tijd om kennis op te doen en hebben vaak slecht toegang tot allerlei bronnen van informatie.’ Juist door gericht beleid te voeren zou het ministerie draagvlak kunnen verwerven, meent Hoebink. ‘Dan stáán we ergens voor. Ik heb dat ook tegen Koenders gezegd, maar er niets meer op teruggehoord.’ Lachend: ‘Misschien is het terecht dat ik zo laag in de top tien sta.’
Stoorzenders Nog een observatie: slechts één actieve politicus. Dat is er één meer dan bij de vorige editie, maar toch bepaald niet veel. Parlementariërs zouden immers formele invloed moeten hebben. Daar zijn ze voor. Na Boekestijn moeten we ver omlaag om uiteindelijk terecht te komen bij CDA’er Kathleen Ferrier (vier stemmen) en PvdA-Kamerlid Chantal Gill’ard (twee stemmen). Tussen die twee heeft zich dan nog SP’er Ewout Irrgang genesteld, de financieel-economische specialist van deze partij. De SP heeft traditioneel niet zoveel met OS, maar Irrgang beschikt met name met betrekking tot de multilaterale organisaties over grote dossierkennis. Ook is hij oprichter van het kennisnetwerk van parlementariërs over hiv/aids.
De zwakte van de Tweede Kamer in het OS-debat is een trend die in alle drie de onderzoeken naar voren komt. Zowel in 1998 en 2004 als nu in 2008 zijn het de anti-OS-parlementariërs die het hoogste komen: in 1998 was het Bolkestein (op 5), in 2004 Hirsi Ali (op 17) en nu dus Boekestijn (op 8). Kennelijk is het zo, dat als het debat inhoudelijk niet goed wordt gevoerd, er ruimte komt voor ‘stoorzenders’. Op de invloed van de politiek op het beleid komen we terug in het kader ‘Zwakke politieke broeders’. Denkers Zoals gezegd, doet de wetenschap het opnieuw goed. Zes mensen in de top tien hebben een wetenschappelijk profiel. Vijf hoogleraren plus iemand met wetenschappelijke wortels
>>
De onderzoeksmethode Ons onderzoek is gebaseerd op een reputatiemethode. We hebben dus niet
ze kunnen beoordelen wie invloedrijk zijn op het gebied van ontwikkelings
geteld in hoeveel commissies iemand zit of hoeveel budget hij of zij heeft te
samenwerking. Dat leverde ons tien keer vijf respondenten op. Deze vijftig men-
besteden. Dat zou wel objectiever zijn, maar levert desondanks geen betrouw-
sen hebben wij gevraagd om ieder de volgens hen tien machtigste Nederlandse
baar beeld op. Invloed ontleen je immers ook aan persoonlijke contacten, aan
OS’ers te noemen. Uiteindelijk voldeden 41 van hen aan ons verzoek. Zij lever-
onmeetbare karaktereigenschappen. Dat soort zaken wordt bij een objectieve
den vervolgens 410 ‘scores’ op, waaruit we door middel van simpel turven tot
meetmethode niet meegenomen. Een reputatiemethode heeft echter ook een
onze top tien kwamen.
paar inherente zwaktes. Publiek optreden scoort bij deze methode al snel hoger
Macht en invloed zijn vage begrippen. Wij hebben de definiëring breed
dan opereren achter de schermen. We hebben geprobeerd deze vertekening
gehouden: dus niet alleen formele macht via officiële posities, maar ook
tegen te gaan door respondenten te kiezen die goed zicht hebben op wat er
informele macht en invloed op basis van contacten, netwerken, kennis, media,
achter de schermen gebeurt.
et cetera. Ook de term ontwikkelingsbeleid hebben we breed gehouden: ‘alle
Bij de keuze van respondenten hebben we onze eigen vooroordelen bovendien
Nederlandse activiteiten die bedoeld zijn om ontwikkeling in ontwikkelings
proberen uit te filteren. Als eerste stap hebben we zelf tien mensen gekozen,
landen in gunstige zin te beïnvloeden’.
van wie we weten dat ze goed zicht hebben op het OS-veld. Deze tien mensen hebben we gevraagd: geef ons vijf namen van mensen waarvan u denkt dat
RM
Ton Dietz Informatiemakelaar
2
Ton Dietz (1951) studeerde sociale geo-
in Utrecht. Vanaf 1997 was Dietz eerst
praktijk. Ton Dietz heeft een lange lijst
grafie aan de Katholieke Universiteit
vijf jaar directeur van het Amsterdam
van publicaties en onderzoeken op zijn
Nijmegen. Hij specialiseerde zich in de
Research Institute for Global Issues
naam staan, met name over Afrika.
geografie van ontwikkelingslanden.
and Development Studies om zich
Ook schreef hij in 2007 samen met
Halverwege de jaren zeventig begon
vervolgens vijf jaar lang in te zetten als
Arie de Ruijter een evaluatie over het
Dietz les te geven aan de Universiteit
wetenschappelijk directeur van CERES.
Medefinancieringsstelsel in opdracht
van Amsterdam, waar hij in 1996
In 2003 was Dietz medeoprichter van
van het ministerie en Partos. Ton Dietz
hoogleraar sociale geografie werd. De
het Development Policy Review Network
is lid van Worldconnectors.
afgelopen jaren was hij daarnaast part-
(DPRN), dat de kloof wil dichten tussen
time hoogleraar sociale wetenschappen
wetenschappers, beleidsmakers en de
RM en MH
ViceVersa
15
Thema
3 4
Gedegen ideeënman
René Grotenhuis
René Grotenhuis (1951) is algemeen
Hij werkte daar als beleidsmedewerker
is hij onder meer penningmeester van
directeur van Cordaid. Na zijn studie
en werd later bestuurslid. Zijn ervaring
de Samenwerkende Hulporganisaties
theologie aan de Katholieke Universiteit
als manager startte bij WeideSticht, een
(SHO), lid van Worldconnectors en
van Utrecht werkte hij eerst zes jaar
regionale organisatie voor thuiszorg. In
president van CIDSE, een netwerk van
lang als pastor, vooral met allochtone
1998 werd hij directeur van Pharos, een
Europese en Noord-Amerikaanse katho-
en Utrechtse arbeiders. In 1983 maakte
kenniscentrum over vluchtelingen en
lieke ontwikkelingsorganisaties.
Grotenhuis de overstap van de kerk
gezondheid. In 2003 trad hij als direc-
naar ontwikkelingsorganisatie Novib.
teur aan bij Cordaid. Naast deze functie
RM en MH
Jan Pronk
Intellectuele alleskunner Jan Pronk (1940) maakte al op jonge
werd hij minister voor Volkshuisvesting,
naar Khartoum, waar hij speciaal afge-
leeftijd naam als politicus. Na een stu-
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
zant van de secretaris-generaal van de
die economie begon hij zijn landelijke
Behalve in de politiek is Pronk ook
Verenigde Naties was in Soedan. Pronk
politieke carrière in 1971 als PvdA-
actief in de wetenschap. Al in 1978
is voorzitter van het IKV (Interkerkelijk
parlementariër. Van 1973 tot 1977 en
werd hij hoogleraar aan het ISS. Hier
Vredesberaad) en president van SID
van 1989 tot 1998 was hij minister
keerde hij in 2002 terug als hoogleraar
(Society for International Development).
voor Ontwikkelingssamenwerking. In
‘theorie en praktijk van internationale
1998 maakte hij voor vier jaar een
ontwikkeling’. Hij onderbrak deze functie
uitstapje naar een ander ministerie en
van 2004 tot 2006 voor een uitstapje
(Boekestijn). Volgens Henny Helmich heeft de koppositie van Box en Dietz een directe link met de opmars van kennisinfrastructuur op het departement. ‘En dan valt gelijk op dat IOB-directeur Bram van Ojik veel lager staat. Kennelijk hebben mensen van buiten het departement meer invloed op de kennisopbouw dan de ambtenaren zelf.’ Ook is opmerkelijk dat de directeuren van organisaties die zich profileren als ‘kennisinstituut’ nauwelijks invloed hebben op het beleid. Jan Donner, directeur van het roemruchte KIT, krijgt slechts één stem! Dirk Elsen van SNV twee stemmen. PSO-directeur Margo Kooijman wordt door niemand invloed toegedicht: nul stemmen! Marc Broere, hoofdredacteur van Lokaalmondiaal en ‘OS-watcher’, is blij met de kennelijke invloed van de wetenschap op het beleid: ‘Dat vind ik interessant, omdat je de laatste jaren juist hoort dat Nederland binnen het internationale ontwikkelingsdebat nauwelijks meer een rol speelt. Zeker onder Agnes van Ardenne zag je die trend zich voortzetten. Uit deze top tien blijkt dat de invloed van denkers weer aan het toenemen is. En dat vind ik, in een periode dat ontwikkelingssamenwerking in hoge mate draagvlakgestuurd is geworden, een goede zaak.’ Paul Hoebink heeft kanttekeningen bij de positie van wetenschappers. Hij merkt op dat het vooral bestuurders zijn, en geen actieve onderzoekers. Zowel Box, Dietz als De Ruijter leveren niet veel inhoudelijke bijdragen aan het OS-debat.
16
juni 8
RM en MH
Hoebink mist mensen als Peter Ho en Ruerd Ruben in de lijst. En nog iets: in de top tien staat slechts één econoom (Jan Pronk). Economen als Jan Willem Gunning en Lout Mennes zijn ver gezakt en niet opgevolgd. Vrije val Met zijn tweede plek scoort Ton Dietz opvallend hoog. En weinig mensen zullen het de vriendelijke sociaal-geograaf misgunnen. Louk Box zegt over de runner-up: ‘Ton Dietz op twee verrast me niks. Hij heeft veel invloed als CERES-directeur en hij heeft veel betekend voor de inbedding van wetenschap in het beleid. Bovendien heeft hij meer geld voor elkaar gekregen voor het Wotro-programma.’ Hoebink meldt ook de evaluatie van het Thematische Medefinancieringsprogramma en die van het Medefinancieringsstelsel die Dietz (samen met Arie de Ruijter) verrichtte en die voor een belangrijk gedeelte de toon zet voor de discussie over de komende subsidieronde. Uiteraard is ook de rol van Dietz in het opzetten van het Development Policy Review Network van invloed geweest. Voor iemand die zo invloedrijk is (plaats 9), opereert Arie Ruijter behoorlijk in de schaduw. Zelfs zo dat we Henny Helmich moesten uitleggen wie die De Ruijter, die één plaats voor hem op de ranglijst staat, nu eigenlijk is. Box zegt het zo: ‘Arie de Ruijter is een van de meest gezaghebbende sociale wetenschappers van Nederland, een eminent wetenschapper.’ Zijn invloed ontleent De Ruijter vooral aan de vele evaluaties die hij
doet, zoals van het Medefinancieringsstelsel, en aan de adviezen die hij geeft. Ook is de Tilburgse professor voorzitter van de Commissie Ontwikkelingssamenwerking van de AIV. Hoebink zegt ietwat cryptisch over De Ruijter: ‘Hij heeft een goede thermometer, maar bepaalt niet zelf de temperatuur.’ Hoebink zelf heeft naar eigen zeggen een ‘vrije val’ gemaakt: van de tweede plaats in 1998 naar nummer vier in 2004 en dan nu een tiende plaats, balancerend op de rand van de vergetelheid. Zelf vindt Hoebink het onzin: ‘Ik ben invloedrijker dan voorheen. Heb invloedrijke posities, publiceer veel, houd nogal wat voordrachten. Op mijn eigen universiteit scoor ik bovendien hoog in de jaarlijkse ranglijst van mediaoptredens’ En anderen zijn het met Hoebink eens: niet terecht dat hij zo geduikeld is. Box heeft wellicht een verklaring: ‘Hoebink is misschien een te bekende criticaster geworden: hij jaagt mensen tegen zich in het harnas. Zijn voordeel is zijn nadeel geworden.’ Stefan Verwer, directeur van Lokaalmondiaal, vindt dat Hoebink de laatste tijd een beetje afwezig is in het debat én dat hij zich herhaalt. ‘Ik ken zijn stokpaardjes nu wel, over coherentie bijvoorbeeld.’ Voorloper De grote ontwikkelingsorganisaties doen het ook goed: René Grotenhuis, Jack van Ham en Farah Karimi bevestigen de trend dat directeuren van de grote medefinancieringsorganisaties qualitate qua machtig zijn. Cordaid ontbrak vorige keer in de
De top tien
Verborgen macht Drie essentiële categorieën zijn in de top tien sterk ondergewaardeerd gebleven: de politiek, de ambtenarij, en de aanpalende sectoren in het buitenlandbeleid. Ontbreken ze terecht, of gaat het om een falende perceptie? Bij een aanzienlijk deel van de OS-ingewijden komt
en wordt geleid door Rob de Wijk, na diens vertrek bij
steeds bezig een eigen koers uit te zetten, en laat zich
het niet op dat er flink wat invloed kan uitgaan
Clingendael, en redeneert vanuit dezelfde achtergrond
daarbij helpen door deskundigen.’ Maar dat zijn niet
van personen of instituten buiten het traditionele
en expertise als Clingendael. Het bezit nauwelijks spe-
in eerste instantie zijn ambtenaren. Henny Helmich
OS-wereldje. Het allerbelangrijkst is natuurlijk de veilig-
cifieke kennis over ontwikkeling, armoedebestrijding en
wijt dat aan het feit dat ‘Koenders, die zelf uiterst des-
heidssector. Sinds de Nederlandse missie in Uruzgan,
andere voor OS cruciale onderwerpen.
kundig is op zijn eigen terrein, moet wennen om op
de opkomst van het 3D-concept (Defense, Diplomacy and Development) en de terugkomende debatten over
de kwaliteit van zijn mensen te kunnen vertrouwen’.
Grensconflicten
‘Koenders heeft zijn hoge ambtenaren erg lang op
het sturen van militairen naar Afrika, is de manier
Zeker onder Koenders is het algemene buitenlandse
de gang laten staan’, zegt Paul Hoebink, ‘terwijl hij
waarop met veiligheid in de wereld wordt omgespron-
beleid dichter bij OS komen te staan, door de ‘poli-
verder met iedereen sprak. Dat maakt het moeilijk
gen een cruciaal aspect van het Nederlandse ontwik-
tieke’ draai die hij aan zijn beleid wil geven. Net als
voor ambtenaren om een goede vertrouwensband
kelingsbeleid.
Koenders zelf is minister van Buitenlandse Zaken
met de minister op te bouwen. Bert is overigens wel
Jan Gruiters van Pax Christi signaleert een verschui-
Maxime Verhagen hors concours in onze top tien,
respectvol. Naar iedereen, ook naar zijn ambtenaren.’
ving in het geopolitieke krachtenveld van ‘groeiende
maar het eerste jaar van beider ministerschap ken-
Van Ardenne had bij haar aantreden wat problemen
aandacht voor human security in de periode 1989
merkte zich door een gevecht om territoria. Waar
omdat zij ambtenaren wegstuurde, aldus Helmich,
tot 2001, waarbij het perspectief van de burgers in
Verhagen wilde dat Koenders zich in diplomatieke zin
‘maar toch had ze een relatief goede verhouding met
het Zuiden dominant is, naar een sterkere oriëntatie
liefst exclusief met Afrika bezighield, wilde Koenders
haar ambtenaren. Ze zocht draagvlak. Koenders staat
op staatsveiligheid na 2001. Het perspectief van de
ook politieke uitspraken kunnen doen over andere
meer op zenden richting zijn ambtenaren. Gelukkig
veiligheid van de westerse staten domineert daardoor
regio’s in de wereld. Dat is waarom hij bijvoorbeeld
heeft hij zeer competente ambtenaren om zich heen,
de praktische invulling van het 3D-beleid. Kortom: de
een mensenrechtenfonds oprichtte voor het Midden-
maar hun incasseringsvermogen is natuurlijk beperkt.’
invloed van Buitenlandse Zaken en Defensie zijn toe-
Oosten. Het gaf hem niet alleen de mogelijkheid
genomen, ten koste van OS.’
concreet iets te doen op het terrein waar Verhagen
In de niche veiligheid en ontwikkeling spelen meer en
zich ook profileert, ook legitimeerde het politiekere
Ook op het meer praktische niveau kunnen hoge
andere actoren een rol, aldus Gruiters. ‘Er is sprake
uitspraken wanneer er zich iets voordeed in bijvoor-
ambtenaren zeer invloedrijk zijn. Zij kiezen welke
van een ander krachtenveld. Er zijn slechts enkele
beeld de Palestijnse gebieden. Jan Gruiters: ‘We
adviseurs binnen worden gehaald, welke voorstellen
OS-organisaties in staat gebleken in deze niche een
hebben te maken met ministers van verschillende
‘de lijn’ doorkomen (een ministerie als Buitenlandse
relevante rol te spelen.’ Gruiters’ eigen Pax Christi is
partijen, die voorheen tegen elkaar oppositie voer-
Zaken is zeer hiërarchisch, een lagere ambtenaar
daarvan een voorbeeld, Cordaid een ander. Cordaid-
den. Grensconflicten tussen beider competenties zijn
mag alleen via zijn directe meerdere communiceren,
directeur René Grotenhuis zegt dat ‘de buitenland
hierdoor inherent politiek geladen. Ambtenaren zijn
dus adviezen of andersoortige memo’s gaan eerst
agenda wordt bepaald door veiligheidsvraagstukken,
zich hiervan terdege bewust. Met name rond fragiele
door heel wat filters voordat zij ‘sporadisch’ de minis-
net zoals het beleid ten aanzien van energie en grond-
staten kan deze spanning in de toekomst voor fricties
ter zelf bereiken). Omdat een minister afhankelijk is
stoffen. OS wordt meer en meer flankerend beleid bij
zorgen tussen de OS- en de BZ-stroming binnen het
van die selectie van informatie, is het van cruciaal
die dominante buitenlandagenda. Dat gaat OS de
ministerie.’
belang dat hij zijn topambtenaren kan vertrouwen.
komende jaren grondig beïnvloeden.’
In onze top tien staat geen enkele ambtenaar.
Probleem van alle ministers is dat hun voorganger
Volgens ISS-rector Louk Box, de nummer één van de
Onterecht, durven wij te beweren. De ambtenarij heeft
over zijn of haar graf heen regeert. Beleid wordt
top tien, ontstaat er een steeds grotere asymmetrie tus-
enorme macht. Officieel hebben ambtenaren alleen
voor jaren uitgezet en is niet zomaar om te buigen.
sen het traditionele OS-wereldje en dat van Defensie.
uit te voeren wat de minister hen vertelt, maar in de
Koenders is in feite nog steeds bezig het beleid van
‘Terwijl militairen zich steeds meer oriënteren op de
praktijk is dat anders. Het beleid moet ten eerste door
Van Ardenne uit te voeren. Natuurlijk heeft hij een
ontwikkelingstaak, zie je nauwelijks openheid in de
hen worden voorbereid en zij moeten helpen formu
aantal belangrijke nieuwe accenten gelegd, maar
bredere OS-wereld voor militaire aanpakken. De
leren. Ten tweede is beleid vaak zeer algemeen en
dat betreft vooral algemene beleidsvoornemens. Het
belangstelling voor geweldsvraagstukken en militaire
kan in de vertaling naar concreet uitvoerbare projec-
merendeel van het geld – en daar gaat het bij OS
strategieën onder Nederlandse sociale wetenschap-
ten nog een heleboel worden ingevuld, zozeer zelfs
toch uiteindelijk om – dat nu wordt uitgegeven, is al
pers is ook uitermate beperkt. Mijn indruk is dat de
dat er aan het einde van de keten een heel ander
jaren geleden toegezegd. Pas in het laatste deel van
3D-aanpak steeds dominanter wordt en er nauwelijks
resultaat uitkomt. En ten derde is de hindermacht
Koenders’ regeerperiode zullen ook in de ontwikke
tegengeluiden zijn. Die zijn mijns inziens hard nodig.’
van ambtenaren groot: om politieke redenen, maar
lingslanden zelf echt de gevolgen worden gemerkt
Bij gebrek aan echte veiligheidsexperts in OS-land is
nog vaker als gevolg van interne schermutselingen,
van de beleidswijzigingen die Koenders heeft ingezet.
minister Koenders sterk afhankelijk van de defensie-
persoonlijke tegenstellingen en carrièreoverwegingen,
Het merendeel is dus ‘staand beleid’, en in principe
gemeenschap. Binnen het ministerie van Defensie zijn
kunnen zij ervoor zorgen dat beleid niet of pas veel
heeft de minister daar niet zoveel weet van. Wat de
dat bijvoorbeeld denkers als Jan Geert Siccama. Ook
later wordt uitgevoerd, dat bepaalde initiatieven ver-
macht van zijn ambtenaren vergroot, want daarin
het Instituut Clingendael is al heel lang hofleverancier
zanden in bureaucratie en dat beleidsvorming wordt
vallen op een lager niveau nog genoeg beslissingen
van adviezen op het gebied van diplomatie en defen-
gefrustreerd.
te nemen.
sie. Koenders gaat soms ook te rade bij het The Hague
Koenders luistert volgens Louk Box meer dan zijn twee
Centre for Strategic Studies (HCSS). Dit werd opgezet
voorgangers naar externe deskundigen. ‘Hij is nog
Staand beleid
FB
ViceVersa
17
Thema
de invloed van de media
Versimpelde boodschappen Helpt hulp? Is ontwikkelingssamenwerking onze morele plicht? Draagvlak bij het publiek, van fundamenteel belang voor de hulpsector, is sterk onderhevig aan de grilligheid van de media.
Ham van Hivos. Zij vinden ‘expertocratie’ niet zo erg. ‘Maar wat er mist, zijn effectieve bemiddelaars tussen de experts en de leken. OS-professionals moeten daarom zorgen voor een goede inbreng waardoor een bredere meningsvorming kan ontstaan. En omgekeerd zouden politici en journalisten de complexiteit van ontwikkelingssamenwerking meer moeten onderkennen.’ Het is begrijpelijk dat ontwikkelingsorganisaties niet blij zijn met kritische berichten over hun werk, maar het is de taak van journalisten om kritisch te zijn. Wel is het zeer de
‘Media kunnen waanzinnig veel invloed hebben’,
Bij onzeWereld deden we jaarlijks een onderzoek,
vraag of makers van kranten en televisieprogram-
stelt Barbara Bosma, persvoorlichter van ICCO.
en wát we ook in het persbericht zetten, de media
ma’s de complexiteit van het veld overzien.
‘Journalisten hebben de macht om beleidsmakers
haalden er altijd iets negatiefs uit.’
Bosma van ICCO signaleert een groeiend gat tussen
en politici publiekelijk op hun verantwoordelijkheid
Met organisaties die op hun hoede zijn voor de
de realiteit van het werk en de beleving hiervan bij
aan te spreken. Beleidsmakers moeten zich dan
media, krijgen journalisten vat op het beleid. ‘De
het Nederlandse publiek. ‘De reactie daarop is dat
uitspreken en kunnen moeilijk heen om beloftes die
media en het parlement zijn sterk gericht op inci-
er vanuit de OS-sector steeds vaker op versimpelde
ze dan doen.’
denten en roepen daardoor risicomijdend gedrag
wijze wordt gecommuniceerd, in een poging mensen
Als voorbeeld noemt Bosma een reportage van
op’, zegt IKV Pax Christi-directeur Jan Gruiters. ‘Dat
betrokken te houden of te maken’, aldus Bosma.
Netwerk, waarin werd getoond hoe de export van
is fnuikend voor ontwikkelingssamenwerking, dat
De complexiteit wordt dus ook lang niet altijd door
Nederlandse kippendeeltjes boeren in Ghana over
risicodragend moet zijn.’
organisaties uitgelegd, omdat ze geen donateurs en
de kop liet gaan. Na de vele reacties maakte de
Naast de berichtgeving over rellen is er ook steeds
subsidies willen verliezen.
redactie een follow-up met commentaar van voor-
meer aandacht voor de vrolijker kanten van ont-
Monteiro vindt dat het aan de OS-sector zelf is om
aanstaande politici en mensen uit het bedrijfsleven.
wikkelingslanden, via omroepen als Llink. Daarin
‘binnen dit veranderde speelveld te komen met
‘Het tumult dat daarna ontstond, heeft mede bij-
schuilt volgens Jan Gruiters gevaar, want hij vindt
goede verhalen en innovatieve manieren om die
gedragen aan het voorkomen van verdere liberali-
dat OS geen feelgood-entertainment moet worden.
aan de man te brengen’. Zo gaat Hivos in zee met
sering van de West-Afrikaanse kippensector via de
Hij ziet dat het subsidiesysteem profileringsdriften
Metro. ‘De uitdaging voor ons is de nieuwe en vluch-
Economic Partnership Agreements.’
aanjaagt: ‘Dat leidt tot een overdaad aan Bekende
tige media opzoeken, van internet tot de Metro, daar
Nederlanders en reclame op stations. Deze popu-
ons verhaal te vertellen en verbanden te leggen met
laire uitingen passen goed in de media-logica van
politieke en machtsstructuren. Want daar gaat het
Maar hoe vaak hebben de media – in al hun diver-
vandaag, maar leveren niet echt een bijdrage aan
bij armoedebestrijding om. En dat snapt de Metro-
siteit – daadwerkelijk zo’n directe invloed? Veel
de maatschappelijke legitimiteit van OS of het
lezer ook wel.’
vaker werkt berichtgeving ongemerkt door in het
draagvlak voor de noodzakelijke politieke verande-
Monteiro vult aan: ‘Het hoeft en moet dus niet
beeld dat wij als collectief hebben van een sector,
ringen.’
ten koste gaan van de inhoud en een kritische
BN’ers
in dit geval ontwikkelingssamenwerking. Dit heeft invloed op het draagvlak, dat het fundament is van
benadering. Je moet je publiek serieus nemen en
Beleving
complexe zaken niet te veel en onnodig te vereen-
ontwikkelingssamenwerking. Volgens veel mensen
De aandacht voor ontwikkelingslanden wordt dus
voudigen. Mensen kunnen heus wel begrijpen dat
uit de sector tast de aandacht van de media op
voor het grote publiek vertaald in versimpelde bood-
alleen een schooltje bouwen niet helpt wanneer de
dit moment het draagvlak aan, door de buiten-
schappen. Maar de discussie tussen de experts is
overheid niet in staat is om de leraren te betalen.
proportionele aandacht voor relletjes en oneliners.
dan ook voor de gemiddelde burger niet te volgen.
En dat maatschappelijke druk op die overheid
René Grotenhuis, directeur van Cordaid: ‘Er is een
OS wordt óf het domein van de deskundigen omdat
om dat te regelen dus ook nodig is. Dat verhaal
grotere aandacht voor schandalen, zoals corruptie
het heel complex is, óf het wordt versimpeld tot
moet elke keer erbij verteld worden. Dat vindt elke
en slechte besteding van geld.’ Volgens Marc Broere,
waterputten en populistische pleidooien zoals die
Nederlander vanzelfsprekend, denk ik, want zo wil-
hoofdredacteur van Lokaalmondiaal en voorheen
van Verdonk om tweederde van OS te bezuinigen
len we het hier ook geregeld zien.’
redacteur van onzeWereld, gaat het zelfs verder dan
en in te zetten voor binnenlandse problemen, stel-
dat: ‘De media zoeken vooral de negatieve zaken.
len directeuren Manuela Monteiro en Allert van den
top tien. Nu maakt Grotenhuis dat meer dan goed. Sowieso opereert Cordaid sterk in het OS-debat, horen we van verschillende kanten. Vooral op het grensgebied van veiligheid en ontwikkeling speelt Cordaid de rol van aanjager. Als bedaagde, niet polariserende inhoudsman wint Grotenhuis bovendien aan statuur, en dat straalt op zijn organisatie af. Henny Helmich zegt over hem: ‘René is uiterst bindend. Hij gaat voor de zaak en niet voor eigenbelang. Cordaid heeft actief de vrede- en veiligheidsagenda op zich genomen, dat is een zichtbaar
issue en daar dankt René zijn hoge score aan.’ Marc Broere vindt de klassering van Grotenhuis echter minder vanzelfsprekend: ‘Cordaid was juist een van de verliezers van het Medefinancieringsstelstel. Verder hoor ik Cordaid in het ontwikkelingsdebat altijd veel minder dan bijvoorbeeld ICCO of Oxfam Novib.’ Jack van Ham, directeur van ICCO, daalt van 5 naar 7. Tot een paar jaar geleden was ICCO een duidelijke innovator van OS-trends. Vooral in de samenwerking met het bedrijfsleven was de
18
juni 8
MH
organisatie lange tijd voorloper. ‘Daar is de vaart nu een beetje uit’, meent Hoebink. Tegelijkertijd signaleert Stefan Verwer dat Van Ham nog steeds risico’s durft te nemen: ‘Hij heeft ervoor gekozen zijn organisatie zowel te kantelen als te decentraliseren. Het is wel knap dat hij dat weet te fiksen. Ook intern zal dat niet makkelijk zijn, want het kost arbeidsplaatsen in Utrecht.’ Als persoon is Van Ham ‘drie maten stiller dan Sylvia of René’, aldus Hoebink.
De top tien
‘Media kunnen waanzinnig veel invloed hebben’
5 6
Jos van Gennip
Agenda-zetter Jos van Gennip (1939) komt uit een
teur van het Centraal Missie
samenwerking bij het ministerie van
boerenfamilie uit de Peel en was
Commissariaat en was later oprich-
Buitenlandse Zaken. Enkele van de
zelf ook enige tijd landbouwer. Als
ter en directeur van CEBEMO
vele (neven)functies van Van Gennip
directeur van het Wetenschappelijk
(Centraal Bureau Medefinanciering
zijn: voorzitter Socires, voorzitter NCDO,
Instituut (1991-1999) en als sena-
Ontwikkelingsprogramma’s, vandaag:
voorzitter SID-Nederland, vice-voorzitter
tor (1991-2007) was hij jarenlang
Cordaid). In de tweede helft van de
Netherlands Institute for Multiparty
een belangrijk CDA-ideoloog. Hij
jaren tachtig was hij plaatsvervangend
Democracy, lid van Worldconnectors.
begon zijn OS-carrière als direc-
directeur-generaal internationale
RM en MH
Nina Tellegen
Ministerfluisteraar Nina Tellegen (1965) is sinds oktober
ster. Na een studie sociale geografie
Forum. Vorig jaar was zij ook een van
vorig jaar algemeen directeur van
aan de Universiteit van Amsterdam pro-
de drijvende krachten achter de gooi
Stichting DOEN. Daarvoor was ze
moveerde Tellegen op een onderzoek
naar het voorzitterschap van de PvdA
zes jaar lang directeur van Wemos,
naar de ontwikkeling van het klein-
door Lilianne Ploumen. Tellegen is
en voordien werkzaam bij het Afrika
bedrijf op het platteland van Malawi.
bovendien vice-voorzitter van Partos.
Studiecentrum in Leiden, achtereenvol-
Sinds 1999 is Nina Tellegen ook actief
gens als student-assistent, wetenschap-
in de PvdA als lid van de Zuid-Noord
pelijk medewerker, onderzoeker in
Commissie (van 2001 tot 2004 was zij
opleiding en communicatiemedewerk-
voorzitter) en als lid van het Politiek
Etentjes En dan Farah Karimi. Net een paar maanden in functie als directeur van Oxfam Novib en nu al de top tien binnen. Knap. Kennelijk verwacht men veel van de Iraanse vluchtelinge naar aanleiding van haar werk als Kamerlid voor GroenLinks. Louk Box: ‘In de Kamer was zij al zeer betrouwbaar en kritisch. Zij was de enige die oppositie gaf tegen Van Ardenne en Herfkens. Ze deed haar huiswerk goed.’ Box verwacht dat Karimi de rights based approach van Borren voort zal zetten. Stefan Verwer denkt dat Karimi daarbij meer nadruk zal leggen op Nederland. ‘Een van haar eerste uitspraken was: “Alles is communicatie.” Dat vond ik tekenend. Ik denk dat we ons nog gaan verbazen over Karimi’, zegt Verwer, ‘in positieve zin!’ Henny Helmich zakt iets (van 8 naar 10) en Louk Box snapt niet waarom: ‘Henny heeft de NCDO een new lease on life gegeven. Ook in de PvdA is hij invloedrijk.’ Stefan Verwer kan de daling van Helmich wel verklaren: ‘Hij heeft de NCDO tot grote hoogte gestuwd. Nu moet hij dat vasthouden, en dat is lastiger.’ Vooral in de communicatie naar buiten toe noemt Verwer Helmich ‘te
RM en MH
defensief ’. Als voorbeeld noemt hij de reactie van de NCDO-directeur op het onderzoek van Lau Schulpen naar de kleine particuliere hulporganisaties. ‘Zijn reactie was dat het onderzoek niet representatief was, in plaats van te zeggen dat zijn eigen organisatie voorheen al wijzigingen had doorgevoerd in de lijn van Schulpen.’ Verwer besluit somber: ‘De NCDO wordt hard aangepakt, de gieren cirkelen er al boven. Het is zeer de vraag of dat terecht is. Helmich steekt z’n kop boven het maaiveld uit, dat is te prijzen.’ Nina Tellegen is ook directeur van een relatief grote organisatie: Stichting DOEN. Bij het vorige onderzoek bleef Tellegen nog steken in de subtop, nu is ze doorgestroomd naar een zesde plaats. De eerste vrouw. Bij een paar mensen wekt het verbazing. Bij Hoebink bijvoorbeeld. ‘Nina op zes? Tja...dat verbaast me zeer. Ik ben niet onder de indruk van haar opinies. In die honderddagenperiode van Koenders heeft ze toch een paar tamelijk onzinnige dingen beweerd.’ Louk Box onderstreept daarentegen dat Tellegen zeer succesvol is geweest als Wemos-directeur: ‘Ze heeft Wemos op de kaart gezet en daarbij een sterk
netwerk opgebouwd.’ Zowel Box als Hoebink bevestigen dat Nina Tellegen haar invloed voor een groot gedeelte dankt aan haar positie bij de PvdA als voormalig voorzitter van de Zuid-Noord Commissie en vooral aan haar positie als vertrouwenspersoon van minister Koenders. Periodiek organiseert zij etentjes voor de minister waarbij mensen uit het veld met de minister van gedachten kunnen wisselen. Box: ‘Ik ben een paar keer bij die etentjes geweest. Dat was wel interessant, ja.’ Hoebink: ‘Ik ben er nooit bij geweest. Maar ja, als het klopt dat zij onbeperkt toegang heeft tot de minister, dan is Tellegen wel de Jos van Gennip van dit moment.’ Sms Jan Pronk (4) en Jos van Gennip (5) ontlopen elkaar niet veel. Van Gennip was de winnaar van 2004. Op het moment dat Van Ardenne haar biezen pakte, verloor Van Gennip zijn CDAbonus, aldus Hoebink. Volgens anderen was Van Gennip zijn invloed al eerder kwijt, namelijk sinds wij zijn nummer-één-positie openbaar maakten! Volgens een van onze bronnen heeft >> ViceVersa
19
Thema
Van Ardenne haar partijgenoot na het verschijnen van Vice Versa enige tijd niet meer ontvangen, om de beeldvorming te bestrijden dat ze hem nodig had. Hoebink: ‘Ik weet het natuurlijk niet precies, maar volgens mij heeft Van Gennip nauwelijks invloed op Koenders en zelfs binnen het CDA lijkt me zijn invloed tanende: ik geloof niet dat iemand als Ferrier veel naar hem luistert.’ Maar Hoebink roemt het vermogen van Van Gennip om te agenderen. ‘Hij schuift onderwerpen naar voren. Dat heeft hij gedaan met human security, new scarcities, bio fuels: de thema’s van de SIDlezingencycli.’ Volgens Helmich is Van Gennip Koenders’ ‘brug naar het CDA’: ‘Bert heeft Jos nodig om het gevoel van het CDA te peilen.’ Dat
laatste zou het sms- en mail-verkeer tussen Van Gennip en de minister verklaren dat een van onze respondenten regelmatig zegt waar te nemen. ‘Pronk blijft een van de knapste mensen op OS-terrein. Hij is de enige die echt een antwoord heeft op het populisme binnen zijn partij’, zegt Helmich. Hoebink vindt daarentegen dat Pronks rol in Nederland is uitgespeeld, ‘zoals met bijna alle oud-ministers op hun vakterrein gebeurt. Internationaal is hij nog wel van betekenis. Jan heeft het over grotere thema’s dan alleen OS.’ Hoebink heeft niet de indruk dat Pronk veel contact heeft met Koenders. Box zegt over Pronk: ‘Een van de beste intellectuelen en politici van het moment. Door sommigen wordt hij gezien als
verkrampt, maar intellectueel is hij juist enorm open en daadkrachtig. Hij heeft altijd wel iets nieuws te melden.’ Klimaat Een top tien als deze is minstens zo interessant vanwege de namen die er niet in staan. Bijvoorbeeld vertegenwoordigers van ‘aanpalende sectoren’ die invloed zouden kunnen of moeten hebben op het beleid. Het werkveld van ontwikkelingssamenwerking is immers breder dan armoedebestrijding alleen. Toch blijkt de invloed van aanpalende beleidsterreinen, zoals landbouw, milieu, defensie, economische zaken, financiën en justitie, beperkt. In de top tien zitten uitslui- >>
Worldconnectors Invloed kan op vele manieren worden gedefinieerd. Een van de minst grijpbare,
heid in ontwikkelingslanden en de vergaande specialisering in de ontwikkelings-
maar daarom misschien ook wel meest krachtige manieren van invloed uitoefe
sector allang niet meer bijbenen.
nen is door het veranderen van het discours, ook wel ‘framing’ genoemd: het
Worldconnectors is een initiatief dat onder leiding van Ruud Lubbers eind 2006
concentreren op bepaalde aspecten van de samenleving in plaats van op andere.
werd opgestart door NCDO, de Society for International Development (SID), het
Een dominant discours bepaalt de manier waarop er over dingen wordt gepraat,
Development Policy Review Network (DPRN) en hun respectievelijke hoofdman-
en wat de marges zijn waarbinnen een maatschappelijke discussie zich beweegt.
nen Henny Helmich, Jos van Gennip en Ton Dietz – niet toevallig stuk voor stuk
En daarmee ook de algemene richting die het beleid opgaat. Een sterk voorbeeld
namen uit onze top tien. Ook Louk Box, René Grotenhuis, Jan Pronk en Paul
is het discours dat al een jaar of zes dominant is in Nederland: onder invloed
Hoebink zijn Worldconnector, en Sylvia Borren en een reeks van bekende (voor-
van Fortuyn, de LPF, Verdonk en Wilders praten we over ‘integratie’ in plaats van
malige) politici als Joris Voorhoeve, Jan Pronk, Wim Kok, Hans Dijkstal en Paul
over ‘multiculturalisme’, zijn we bang voor in plaats van blij met buitenlandse
Rosenmöller.
invloeden en houden we de grenzen dicht in plaats van gastvrij. Deze tendens
De Worldconnectors komen vier keer per jaar bijeen om over een bepaald onder-
beïnvloedt alle politieke partijen en is blijkbaar machtiger dan principes of ideolo-
werp te spreken, dat gedetailleerd wordt voorbereid door verschillende werkgroe-
gische voorkeuren.
pen. Algemeen doel is het beïnvloeden van de publieke opinie rond de gekozen
In de ontwikkelingssector zijn er grofweg twee trends op dit niveau waar te
thema’s. Gemeenschappelijke deler tot nu toe is het creëren van een positievere
nemen. De ene is populistisch, de andere wordt vooral gepropageerd door de
sfeer in Nederland: niet meer zo angstig, naar binnen gericht en alles wat anders
Round Table of Worldconnectors. De populistische variant komt van de rechtse
is buitensluitend, maar open en inclusief. Geen ‘clash’ maar ‘connection of civi-
politieke partijen, maar ook het nationalistisch getinte discours van de SP draagt
lizations’. Het discours van de Worldconnectors heeft – niet toevallig, gezien de
ertoe bij. Deze variant is tevens populair in de media. Hij komt erop neer dat
grote inbreng van vooral Ruud Lubbers en ook Jos van Gennip – een overwegend
de ontwikkelingssamenwerking het laatste bastion van jarenzeventig-links is dat
christendemocratische grondslag: het streeft naar harmonie in plaats van polari-
omver gehaald moet worden. Er wordt geld over de balk gesmeten, het heeft alle-
satie, het zoekt naar win-winsituaties in plaats van machtstegenstellingen en het
maal geen zin, het gaat al die mensen er alleen maar om hun eigen baantjes te
verkiest de dialoog boven de scherpe polemiek.
behouden. De simpele boodschap, waarvan de laatste tijd Arend Jan Boekestijn de belangrijkste vertolker is, slaat aan bij veel mensen die de complexe werkelijk-
20
juni 8
FB
De top tien
‘Pronk is de enige die een antwoord heeft op het populisme in zijn partij’
Stille innovator
7 8
Jack van Ham
Jack van Ham (1951) is sinds 2000 de
Universiteit en Nijenrode op het gebied
Commissie van de PvdA. Verwar Jack
(katholieke!) algemeen directeur van
van management van non-profit
van Ham overigens niet met de gelijk-
ICCO. Daarvoor was hij twintig jaar
organisaties. Van Ham is onder andere
namige gokondernemer, zoals het blad
lang in dienst van het Nederlandse
bestuurslid van brancheorganisatie
Quote enkele jaren geleden deed en
Rode Kruis. Hij begon er als staf
Partos, de organisatie waar hij zelf het
de ICCO-directeur een privé-vermogen
functionaris welzijnszaken en eindigde
initiatief toe nam, voorzitter van United
van 67 miljoen euro toedichtte.
als algemeen directeur. Van Ham
Civilians for Peace, lid van de raad
studeerde maatschappelijk werk en
van toezicht van de Forest Stewardship
deed later opleidingen aan de Erasmus
Council en lid van de Zuid-Noord
Adviseur met inhoud
RM en MH
Arie de Ruijter
Arie de Ruijter (1945) is hoog
achtereenvolgens wetenschappelijk
De Ruijter wordt regelmatig gevraagd
leraar en decaan aan de faculteit
directeur van Interdisciplinair Sociaal-
voor bijdragen op internationale con-
Geesteswetenschappen in Tilburg.
Wetenschappelijk Onderzoeksinstituut
ferenties. Vorig jaar schreef hij samen
Zijn wetenschappelijke carrière
(ISOR) en van de nationale onderzoek-
met Ton Dietz een evaluatie over het
begon met een studie culture antro-
school CERES. Nog steeds is hij naast
Medefinancieringsstelsel in opdracht
pologie aan de Universiteit Utrecht.
zijn werk in Tilburg verbonden aan de
van het ministerie en Partos.
Daar werd hij in 1983 benoemd
Universiteit Utrecht als hoogleraar. De
tot professor in de culturele en
Ruijter geeft college en doet onderzoek
sociale antropologie. In de jaren
naar multiculturaliteit, globalisering,
tachtig en negentig was De Ruijter
in- en uitsluiting en sociale cohesie.
RM en MH
Oranje in OS In 1998 zat prins Claus in de subtop van onze top tien. Tien jaar later heeft hij
van Maanen. ‘Ze leent daar niet alleen haar naam aan, ze heeft zich er echt in
een waardige opvolgster: prinses Máxima. Met vijf stemmen doet Máxima het zelfs
verdiept. Als ze over microkrediet praat, heeft ze een twinkeling in haar ogen.’
net iets beter. Daarbij moeten we uiteraard verdisconteren dat Claus met beide
Tegelijkertijd weet Máxima met haar naam deuren te openen. Van Maanen memo-
handen achter de rug moest werken. Na haar huwelijk met de Prins van Oranje
reert hoe zij bij de Bank for International Settlements de conservatieve bankiers
hebben een aantal OS-organisaties hun best gedaan om Máxima als bescherm-
ervan overtuigde dat de internationale bancaire regelgeving ruimte diende te
vrouwe te krijgen. Behalve het Koninklijk Instituut voor de Tropen is dat niemand
maken voor de praktijk van microkrediet: ‘Máxima is een absolute believer in
nog gelukt.
microkrediet.’
Máxima’s invloed komt vooral door haar interesse voor microkredieten. Een inte-
Box vreest de dag waarop zij in hetzelfde keurslijf gedwongen zal worden als
resse die mooi aansluit op haar eerdere carrière als bankier. Op uitnodiging van
Claus. ‘Het is tragisch dat Nederland zo verkrampt omgaat met het Koninklijk Huis,
de Verenigde Naties maakte prinses Máxima deel uit van de Adviesgroep voor het
dat is zonde van al het talent.’ Van Maanen verwacht dat dat wel zal meevallen,
Internationale Jaar van het Microkrediet 2005. Ze bezocht Oeganda, Kenia, Brazilië
omdat microkrediet volgens hem politiek onomstreden is.
en Mongolië om te zien hoe microkrediet daar werkt. Een jaar later nam de prin-
Naast haar activiteiten met betrekking tot microkrediet is Máxima voorzitter van het
ses zitting in de Adviesgroep van de Verenigde Naties voor een Toegankelijke
Curatorium van de Prins Claus Leerstoel en lid van het Curatorium van de leerstoel
Financiële Sector.
Management van diversiteit en integratie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.
ISS-rector Louk Box ziet in Máxima ‘een Claus-achtige statuur. Vooral in microkredieten is ze écht goed.’ Dat beaamt ook ex-directeur van Oikocredit Gert
RM
ViceVersa
21
Thema
9
Politiek provocateur
Arend Jan Boekestijn
Arend Jan Boekestijn (1959) werd op
in De Telegraaf) waarin onder andere
het European University Institute te
30 november 2006 lid van de Tweede-
de OS-sector het flink te verduren
Florence en daarna wetenschappelijk
Kamerfractie van de VVD (woordvoer-
kreeg. Om Kamerlid te worden, brak
medewerker en universitair docent aan
der ontwikkelingssamenwerking en
Boekestijn een wetenschappelijke
de Rijksuniversiteit Utrecht, waar hij
defensie). Voor die tijd had hij zich al
carrière af. Na studies geschiedenis
nog één dag per week lesgeeft.
geprofileerd door middel van scherpe
en politieke wetenschappen werd
opiniestukken en columns (bijvoorbeeld
hij wetenschappelijk medewerker aan
tend usual suspects. Pas in de persoon van Joris Voorhoeve (zes stemmen) kunnen we vermoeden dat vrede en veiligheid anno 2008 een belangrijke stempel drukt op het OS-beleid (Jan Gruiters, directeur van Pax Christi, hoort toch echt wel bij het OS-establishment). Mensen als minister Eimert van Middelkoop van Defensie, (ex-)opperbevelhebber Dick Berlijn en defensiespecialist Ko Colijn staan laag. En dat geldt nog sterker voor de milieumensen. Stefan Verwer: ‘De OSagenda heeft het afgelopen jaar een enorme draai gemaakt. Iedereen is plotseling met klimaat bezig. Daar vinden we gek genoeg niets van terug in de top tien.’ Ook migratie manifesteert zich als thema nauwelijks in de scores. Ruud Lubbers heeft zich actief bemoeid met het migratiedebat, evenals Naema
RM en MH
Tahir. Hoog komen ze er niet mee. En met twee stemmen vinden we ook nog Geert Wilders in de lijst. Meer niet. Ten slotte het bedrijfsleven: nog altijd niet gerepresenteerd in de top tien. Ooit hadden we ‘excuus-ondernemer’ Frans van Loon (op 13 in 1998). Nu moeten we het doen met Hans Eenhoorn (vier stemmen) die al geruime tijd niet meer werkt bij Unilever en bovendien zijn invloed niet zozeer dankt aan zijn visie op de rol van het bedrijfsleven in armoedebestrijding. Professionals Vier jaar geleden de meest opvallende nieuwkomer, maar nu weer weggezakt: Trouw-journalist Han Koch. Volgens Helmich is Koch door de mand gevallen: ‘Onvoldoende kwaliteit.’ Als voor-
beeld noemt Helmich Kochs berichtgeving over het rapport van Schulpen: ‘Er was geen aanleiding om op de voorpagina van Trouw te knallen dat de kleinschalige hulp slecht is. Dat is hypen, geen goede journalistiek. Het gevolg is dat BuZa niet meer bang hoeft te zijn voor Koch, want het idee is ontstaan dat zijn beweringen met een korreltje zout genomen kunnen worden.’ Volgens Marc Broere is Koch helemaal niet veranderd: nog steeds een van de best geïnformeerde OSjournalisten. ‘Men is nog steeds bang dat Han Koch ergens achter komt.’ Ondanks alles is Koch opnieuw de hoogst genoteerde OS-journalist. Het blijft een constante dat ontwikkelingssamenwerking een zaak van professionals is. Ondanks de opkomst van duizenden doe-het-zelvers blijven de mensen die voor hun brood aan OS doen
Zwakke politieke broeders Tweede-Kamerleden scoren erg laag in onze top
mensen niet in onze top tien genoemd worden.
Boekestijn: ‘Mijn beeld is dat zijn kennis van en
tien. Terecht, kun je concluderen, als je het debat
Naast Samson en Van Gennip zijn PvdA’ers Martijn
inzicht in ontwikkelingssamenwerking zeer beperkt
over ontwikkelingssamenwerking in de Kamer een
van Dam (buitenlandwoordvoerder) en Angelien
zijn. Maar hij heeft wel een duidelijke mening. Het is
beetje volgt. Eenstemmig horen we van insiders dat
Eijsink (defensie) het belangrijkst, omdat zij tot een
een pijnlijke werkelijkheid dat het blijkbaar mogelijk
er nauwelijks inhoudelijk kritische noten worden
van de grote coalitiepartijen behoren. Maar ook de
is om een machtspositie te verwerven door menin-
gekraakt in de Kamer. Louk Box zegt bijvoorbeeld:
inhoudelijk goed onderlegde en binnen hun partij
gen te hebben die niet gebaseerd zijn op kennis van
‘In de grote fracties is het stil als het gaat over
belangrijke Hans van Baalen (VVD), Harry van
zaken.’ Iets dergelijks beweert ook Henny Helmich
ontwikkelingssamenwerking. De woordvoeders
Bommel (SP), Ewout Irrgang (SP) en Mariko Peters
over de VVD’er: ‘Boekestijn is een omvergevallen
worden totaal overvleugeld. Bij de PvdA heeft
(GroenLinks) doen ertoe.
boekenkast. In de televisiedocumentaire Hollandse
milieuwoordvoerder Samsom meer impact op de
Tot slot zijn daar de Kamerleden die grote invloed
Nieuwe zagen we dat in die kast slechts vijf boeken
OS-agenda dan [OS-woordvoerder] Chantal Gill’ard,
hebben als stoorzender en steller van vervelen
staan over ontwikkelingssamenwerking en die zijn
en bij het CDA is Karien van Gennip invloedrijker
devragen, zoals de enige toptiener Arend Jan
allemaal negatief. Hij zoekt zijn bronnen eenzijdig
dan Kathleen Ferrier.’
Boekestijn of Rita Verdonk. Zij zijn zeer invloedrijk,
en daarom vind ik hem ook niet intelligent opere-
Paul Hoebink: ‘OS-woordvoerders zijn de zwakke
omdat zij ervoor zorgen dat de beleidsmakers
ren. Maar ja: negatief nieuws scoort hoog. En voor
broeders in de fracties.’ Box signaleert een
risicomijdend en defensief gaan opereren, en het
je het weet gaat de minister zich gedragen alsof
directe consequentie van de zwakke positie van
inhoudelijke debat steeds minder durven aangaan.
het reële kritiek is. Zo wordt het een selffulfilling
OS-woordvoerders in de Kamer: ze worden minder
Dat zou immers betekenen dat je openlijk moet
prophecy.’ Hoebink neemt Boekestijn wel degelijk
belobbyd: ‘Lobby- en pressiegroepen stappen steeds
toegeven dat er – logischerwijs – veel fout gaat in
serieus: ‘Vergeleken met zijn voorganger Zsolt Szabó
minder op een OS-woordvoerder af, maar wenden
een zo complex beleidsveld als ontwikkelingssamen
onderbouwt Boekestijn zijn verhaal veel beter. Hij
zich direct tot een woordvoerder defensie, landbouw,
werking. Zo’n open debat wordt onmiddellijk afge-
provoceert en schuwt het debat niet. Dat is zijn taak
economische zaken of financiën. Dáár kunnen ze
straft door Boekestijn of Verdonk: zie je wel dat er
ook als oppositielid.’
zaken mee doen.’
geld over de balk gegooid wordt?
Dat klopt. Daarom is het des te vreemder dat zulke
Sylvia Borren heeft niet zo’n hoge pet op van
22
juni 8
FB
De top tien
‘Iedereen is met het klimaat bezig, maar daar vinden we niets van terug’
Belofte voor de toekomst
10 10 10
Farah Karimi
Farah Karimi (1960) volgde dit jaar
en justitie). Karimi studeerde indu-
is onder andere oprichter en voorzit-
Sylvia Borren op als algemeen direc-
strieel ontwerpen aan de Technische
ter van het bestuur van de stichting
teur van Oxfam Novib. Daarvoor werkte
Universiteit van Isfahan (Iran), wiskun-
Bridging the Gulf en bestuurslid van
zij enige maanden als consultant
de en informatica in Kiel (Duitsland) en
Parliamentarians for Global Action in
voor het United Nations Development
bestuurskunde in Groningen. In haar
New York.
Programme in Afghanistan. Karimi
geboorteland Iran voerde ze oppositie
is vooral bekend als Kamerlid voor
tegen de Sjah en tegen het conserva-
GroenLinks (1998-2006, o.a. woord-
tieve bewind van Khomeini. In 1983
voerster buitenlandse zaken, defensie
moest ze haar land ontvluchten. Ze
Draagvlakgoochelaar
RM en MH
Henny Helmich
Henny Helmich (1956) is sinds 2001
Helmich zijn managementloopbaan
het International Institute for
directeur van NCDO, waar hij zich inzet
als directeur ‘development’ van het
Communication and Development,
voor het versterken van het draagvlak
internationale secretariaat van SID in
het Institute for Low External Input
voor ontwikkelingssamenwerking.
Rome. Gedurende de jaren negentig
and Sustainable Agriculture, de Inter
Helmich studeerde politieke weten-
werkte hij als hoofd externe betrekkin-
Press Service en het Global Education
schappen aan de Universiteit van
gen bij Organisatie voor Economische
Network Europe.
Amsterdam en specialiseerde zich in
Samenwerking en Ontwikkeling
internationale betrekkingen en inter-
(OESO). Henny Helmich is actief als
nationaal publiek recht. In 1985 begon
bestuurslid van Worldconnectors,
RM en MH
Paul Hoebink Geïnformeerde beroepscriticus Paul Hoebink (1959) studeerde poli-
king aan het Centre for International
coherentie van beleid. Hoebink publi-
tieke wetenschappen in Nijmegen. Hij
Development Issues Nijmegen (CIDIN)
ceerde legio artikelen en boeken over
specialiseerde zich in internationale
van de Radboud Universiteit, waar hij
deze thema’s. Naast zijn wetenschap-
betrekkingen en ontwikkelingsstu-
ook college geeft. De laatste decennia
pelijke werk geeft Hoebink geregeld
dies en promoveerde in 1988 met
deed hij vele onderzoeken en evalua-
commentaar in de media door middel
het invloedrijke proefschrift Geven is
ties naar het ontwikkelingsbeleid van
van opiniestukken en interviews.
nemen: de Nederlandse ontwikke-
Europa en andere donoren, het beheer
lingshulp aan Tanzania en Sri Lanka.
van ontwikkelingshulp, de effectiviteit
Hoebink is momenteel buitengewoon
van hulp, nieuwe vormen en instrumen-
hoogleraar ontwikkelingssamenwer-
ten van ontwikkelingssamenwerking, en
het meest invloedrijk. Ook de BN’ers hebben nog geen greep naar de macht gedaan. Dat gezegd hebbende zijn er wel wat ontwikkelingen op dit front. Vier jaar geleden kreeg alleen Caroline Tensen één stem. Nu wordt een aantal bekende Nederlanders genoemd: Naema Tahir, Katja Schuurman, Floortje Dessing, prinses Mabel, Erik van Muiswinkel, Cindy Pielstroom, Bløf, Koningin Beatrix. En prinses Máxima
RM en MH
(zie kader op pagina 21)! In de top tien missen we ten slotte vrouwen. De top van de OS-sector is redelijk gender-balanced, schatten we zo in. Vanaf de middelste managementlagen zijn vrouwen zelfs in de meerderheid. Maar qua invloed scoren ze laag: Nina Tellegen en Farah Karimi halen de top tien. Eén meer dan bij de vorige editie, toen alleen Sylvia Borren de top tien haalde. Van de 133 namen die genoemd zijn,
zijn er 28 van vrouwen: nét 25 procent. Dat valt tegen. Een paar namen die niet hadden misstaan in de top tien: Lilianne Ploumen, Sylvia Borren, Monika Sie Dhian Ho en Manuela Monteiro. Het mocht niet zo zijn. En nee, dat komt niet omdat er een bias zou zitten in onze oorspronkelijke responsgroep: die bestond voor 50 procent uit vrouwen (zie het kader op pagina 15 over de onderzoeksmethode). >> ViceVersa
23
Thema
Inspirerende buitenstaanders doordat ze in opdracht werken. ‘Maar consultants kunnen meer
Consultants: de top drie
bijdragen op het gebied van visie en strategie’, aldus Marieke
Naast de vraag over de tien meest invloed-
De invloed van consultants op beleidsvoering is vooral indirect,
rijke personen op het gebied van ontwikke
de Wal van Berenschot.
lingssamenwerking, vroegen we onze respondenten van welk adviesbureau ze
Marieke de Wal van Berenschot is blij verrast met
dat wil zeggen in de wijze waarop ze het denken van
de invloed het hoogst inschatten.
de eerste plek in de top drie van meest invloedrijke
organisaties en instituten voeden.’
Het resulteerde in de volgende top drie:
bureaus. ‘Ik vind het een teken van waardering. De
‘Bij Oxfam Novib worden consultants vaak ingezet’,
sector zet blijkbaar een bredere bril op en ziet dat
vertelt Sylvia Borren, ex-consultant en voormalig
1. Berenschot
wij haar echt kunnen ondersteunen. Ik denk dat dat
directeur van Oxfam Novib. ‘Bijvoorbeeld om te
Berenschot is een onafhankelijk Nederlands
heel goed is omdat wij merken dat de sector vrij
helpen met ICT, het bouwen van samenhangende
organisatieadviesbureau, met een interna-
gesloten is. Het is ongelooflijk moeilijk voor organi-
kwaliteitssystemen, of het veranderen van een orga-
tionale oriëntatie. Al zeven decennia lang is
saties om goed in te spelen op de vele ontwikkelin-
nisatiecultuur.’ Ook Alide Roerink van het NCDO zegt
Berenschot actief in de advisering van het
gen die op hen afkomen.’ Berenschot heeft zich het
dat consultants met hun specialisme iets toevoegen,
maatschappelijk middenveld.
afgelopen jaar vooral in de kijker gespeeld doordat
maar vindt dat ze niet de strategische lijnen voor
het bureau uitvoerder was van de MFS-procedure.
organisaties kunnen uitzetten. ‘Daarvoor is geënga-
2. MDF Training & Consultancy
Alle Nederlandse hulporganisaties die een aanvraag
geerd leiderschap nodig, dat zich verbindt aan de
MDF richt zich op het vergroten van
invulden voor financiering van het ministerie, zijn
doelen van een organisatie.’ Dat consultants alleen
managementcapaciteiten van professionals
door Berenschot beoordeeld. ‘Dat is niet onverdeeld
specifieke opdrachten zouden moeten uitvoeren om
en organisaties in de OS-sector door middel
gunstig voor ons geweest’, vertelt De Wal. ‘Er was
daarmee een organisatie te faciliteren, is een mening
van trainingen en consultancy. MDF bestaat
veel kritiek. Maar we zijn zelf ook kritisch geweest
die breder wordt gedragen. Onafhankelijk consultant
23 jaar en heeft vestigingen in Nederland,
over de stramienen en de kaders. Helaas hadden
David Sogge noemt het ‘de radertjes smeren, zodat
Sri Lanka, België, Tanzania en Vietnam.
wij hier geen invloed op.’ Een goede les voor de vol-
de OS-boot op koers blijft’.
MDF is uitgever van Vice Versa.
gende keer, vindt De Wal. ‘We willen alleen nog zo’n
Marieke de Wal vindt dat organisaties onderschatten
opdracht doen als we achter het hele proces staan.’
wat consultants kunnen toevoegen aan de strategi-
3. ECDPM (European Centre for
Het gebruiken van consultants en adviesbureaus is
sche positionering en aan het ontwikkelen van een
Development Policy Management)
binnen ontwikkelingssamenwerking een gegeven.
toekomstvisie voor de sector. ‘Berenschot kan iets
ECDPM versterkt de capaciteit van publieke,
Consultants geven adviezen, bieden hun deskun-
bijdragen op het gebied van de strategische discus-
private en non-profit organisaties in lan-
digheid aan en voeren onderzoeken en evaluaties
sies, op organisatieniveau en op sectorniveau. De
den in Afrika, het Caribisch gebied en de
uit. Maar omdat iedereen zich consultant kan noe-
beslissingen worden uiteindelijk gemaakt door het
Stille Oceaan, zodat ze hun eigen ontwik-
men, is het een diffuus begrip, een verzamelterm.
management of het bestuur, maar soms heb je input
kelingsbeleid en internationale samenwer-
Gespecialiseerde onderzoekers of zelfstandige
en een frisse blik van een buitenstaander nodig.’
king beter kunnen managen. Ook werkt
adviseurs noemen zich consultants, maar er zijn ook
Sylvia Borren is het met De Wal eens dat consultants
ECDPM met Europese overheden en orga-
grote bureaus, soms met specialistische en soms
een bijdrage kunnen leveren, maar constateert dat er
nisaties, om hun ontwikkelingsbeleid en
met generalistische kennis. Marieke de Wal van
weinig consultants zijn die dit kunnen. ‘De consultants
-instrumenten effectiever te maken.
Berenschot maakt een onderscheid tussen bureaus:
die bezig zijn met de managementkant en het orga-
‘Het ene soort bureaus, zoals het KIT, ETC of MDF,
nisatorische advieswerk, weten heel weinig van soci-
werkt binnen specifieke thema’s of sectoren. Het
ale veranderingsprocessen, zeker in ontwikkelingslan-
geven ze advies aan organisaties en moet hun werk
andere soort, zoals Berenschot, werkt organisatie- en
den. En mensen die dat wel weten, zoals bijvoorbeeld
goed en gedegen zijn, maar aan de andere kant
sectoroverstijgend.’
Ton Dietz en Paul Hoebink, weten weer weinig van
moeten ze hun eigen rol beschermen en voorkomen
Consultants spelen in de sector inmiddels een grote
management en organisatie. Dus als je aan beide
dat ze met hun advies zichzelf in de voet schie-
rol. Deze danken ze aan het feit dat de genera-
kanten geholpen wilt worden, op een holistische
ten. ‘Zoveel opdrachtgevers zijn er niet’, stelt Nina
listische kennis die organisaties in huis hebben,
manier, vind je bijna geen consultant die dat kan.’
Tellegen, ‘dus is het ook voor consultants lastig om
tekortschiet in de steeds complexere wereld waarin
Tussen het enorme aanbod van consultants zitten
een inspirerende rol te spelen en zaken ter discussie
ontwikkelingssamenwerking zich afspeelt. Hiermee
ook beunhazen, en de goede consultants worden niet
te stellen.’
voorzien consultants in een behoefte en hebben ze
altijd gevonden. En als ze te kritisch zijn, worden ze
invloed. Directeur René Grotenhuis van Cordaid stelt:
niet altijd uitgekozen. Consultants werken dan ook in
‘Hun invloed op de beleidsvorming is vooral indirect,
een merkwaardig spanningsveld. Aan de ene kant
Sylvia Borren is teleurgesteld over het matige aandeel van vrouwen. ‘OS is vooral een gendervraagstuk. Ik vind dat er meer vrouwen in de top tien hadden moeten verschijnen. Die zijn er wel, maar werken zoals altijd hard achter de schermen.’ Marieke de Wal, managing consultant en OS-specialist bij Berenschot verklaart de
24
juni 8
relatief lage score van vrouwen als volgt: ‘Over het algemeen zijn het vooral mannen die visies en ideeën hebben en die ook op de voorgrond treden. Het is die combinatie die je minder bij vrouwen tegenkomt. Met op de voorgrond treden bedoel ik niet media-aandacht, maar weten waar je je moet laten zien en in welk bestuur je moet
MH
zitten. Je moet een gevoel hebben voor de plekken die ertoe doen. Mannen als Ton Dietz en Jack van Ham snappen bijvoorbeeld heel goed waar ze het meeste invloed kunnen uitoefenen. Ze zijn zich bewust van de effecten van verschillende podia.’ <<