3. HET BELEID 3.1. De beleidsagenda Opbouw (verplichtingen =) uitgaven (in € 1 000) 2002
2003
2004
2005
2006
2007
100 703
99 040
99 117
99 251
99 251
Mutaties 1e suppletore begroting 2003
10 576
9 381
8 079
5 013
5 079
Mutaties NvW 1e suppletore begroting 2003
284
568
852
1 135
1 135
2 550 176
– 2 142 183
– 2 482 183
– 2 782 183
– 2 782 183
756 1 500
778 1 612
778 1 611
778 1 613
778 1 613
118
132 – 4 847
137 – 5 191
137 – 5 493
137 – 5 493
113 490
114 113
106 847
105 566
102 617
102 683
101 714
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
1 958
1 938
1 938
1 938
1 938
1 958
1 938
1 938
1 938
1 938
Stand ontwerp-begroting 2003
Nog niet opgenomen in een begrotingsstuk: 1. Wetgeving en controle Eerste Kamer 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer 3. Wetgeving en controle Tweede Kamer 4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer 13. Nominaal en onvoorzien Stand ontwerp-begroting 2004
2008
Opbouw ontvangsten (in € 1 000)
Stand ontwerp-begroting 2003 Stand ontwerp-begroting 2004
2 393
1 938
5
3.2. De artikelen ARTIKEL 1: WETGEVING EN CONTROLE EERSTE KAMER 1. Algemene doelstelling Taak van de Eerste Kamer De Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft door haar grondwettelijke bevoegdheden en samenstelling een eigen plaats en taak in het staatsbestel. De Eerste Kamer heeft een wetgevende en beleidscontrolerende taak. Zij toetst de door de Tweede Kamer aanvaarde voorstellen van wet (inclusief de begrotingen). Bij deze toetsing pleegt zij in het bijzonder aandacht te schenken aan algemene beginselen van behoorlijke wetgeving, en wel met inachtneming van de volgende normen: de Grondwet, internationale overeenkomsten en besluiten van volkenrechtelijke organisaties, het rechtssysteem met inbegrip van de mogelijkheid beroep te doen op rechtsmiddelen, vormvereisten voor de wetgevingsprocedure, het draagvlak voor en de handhaafbaarheid van het wetsvoorstel zelf en de financiële gevolgen ervan. Om invulling te geven aan haar beleidscontrolerende taak heeft de Eerste Kamer een aantal specifieke rechten, te weten: het recht vragen te stellen aan de regering, het recht van interpellatie en het recht van onderzoek (enquête). De beleidscontrolerende taak beslaat ook de (implementatie van de) Europese regelgeving, de Europese integratie en belangrijke regeringsnota’s. Tenslotte heeft de Eerste Kamer – gelijktijdig met de Tweede Kamer – het zelfstandig recht in te stemmen met, of instemming te onthouden aan voorgenomen besluiten in het kader van de derde pijler van de Europese Unie die een het Koninkrijk bindend karakter hebben. Het doel van de ambtelijke diensten van de Eerste Kamer De ambtelijke diensten van de Eerste Kamer hebben ten doel de leden van de Eerste Kamer in staat te stellen hun wetgevende en beleidscontrolerende taak naar behoren te vervullen. De wijze waarop deze doeleinden worden bereikt, vloeit voort uit het werkaanbod voor de Eerste Kamer en de wensen van haar leden bij het vervullen van hun taken. Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal De wetgevende taak van de Verenigde Vergadering van de StatenGeneraal is beperkt van omvang. Hetgeen hiervoor is opgemerkt over de wetgevende taak van de Eerste Kamer, is op de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de te behandelen voorstellen van wet door de regering worden voorgesteld en niet door de Tweede Kamer worden aangeboden. De Grondwet bepaalt dat de Voorzitter van de Eerste Kamer de leiding heeft van de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal. Dientengevolge zijn het vooral de ambtelijke diensten van de Eerste Kamer die belast zijn met de organisatie van de Verenigde Vergadering. Enkele plenaire vergaderingen van de Verenigde Vergadering hebben een sterk ceremonieel karakter: de vergadering die op grond van artikel 65 van de Grondwet jaarlijks op de derde dinsdag van september wordt gehouden, en, in voorkomend geval, herdenkingen van de leden van het Koninklijk Huis. Dit laatste ingevolge een onlangs door de Voorzitters van beide Kamers in overeenstemming met respectievelijk het College van Senioren
6
van de Eerste Kamer en het Presidium van de Tweede Kamer en met instemming van de Minister-president genomen besluit. De uit de organisatie van de Verenigde Vergadering voortvloeiende kosten maken deel uit van de begroting van de Eerste Kamer. 2. Begrotingsvoorstellen College/kabinetsstandpunt De begrotingsvoorstellen die de Eerste Kamer heeft ingediend voor de ontwerpbegroting 2004, zijn reeds toegekend bij de Voorjaarsnota 2003 (kamerstukken II 2002–2003, 28 953, nrs. 1 en 2). 3. Operationele doelstellingen en prestatiegegevens Operationele doelstellingen Wat willen we bereiken – Het verzorgen van Openbare vergaderingen van de Eerste Kamer der Staten-Generaal; – Het verzorgen van de Verenigde Vergadering(en); – Het verzorgen van Commissievergaderingen; – Het verzorgen van informatie voor de Kamerleden; – Het onderhouden van externe betrekkingen met ministeries en externe belangstellenden; – Het faciliteren van activiteiten betrekking hebbende op het wetgevingsproces. Wat gaan we daarvoor doen In 2004 wil de Eerste Kamer de volgende accenten leggen: – Na het aantreden van de nieuwe griffier in april 2003 is het plan van aanpak («Investeren in Samenspel») verder beoordeeld en zal waar nodig worden uitgevoerd; – Aan het Masterplan zal verdere uitvoering worden gegeven; – Europees Bureau Eerste Kamer (EBEK). De Eerste Kamer heeft sedert 1 juni 2001 de controle op het Europese besluitvormings- en integratieproces versterkt. Vanaf die datum beschikt de Kamer over EBEK. In december 2003 is door Eerste en Tweede Kamer het besluit genomen tot oprichting van het Parlementair Expertise Centrum Europa. Voor de integratie van de parlementaire ambtelijke ondersteuning op EU-gebied is gekozen voor een groeimodel, dat projectmatig is opgezet. In dit groeimodel wordt stapsgewijs bezien of verdere integratie – uitmondend in één parlementaire organisatie – door en voor beide Kamers nuttig en nodig wordt geacht. De Europapoort, die is ontwikkeld door de Eerste Kamer (EBEK), zal door de Eerste en Tweede Kamer worden uitgebreid en toegankelijk worden gemaakt voor leden van beide Kamers en burgers. Wat mag het kosten Het totaal van de raming voor apparaatskosten bedraagt € 4,554 mln. Daarmee worden alle personele en materiële kosten van de Eerste Kamer gedekt. Uitzondering hierop zijn de duidelijk aanwijsbare kosten voor één Verenigde Vergadering, welke is geraamd op € 0,023 mln. Prestatiegegevens In 2002 zijn er 35 openbare vergaderingen geweest. In deze vergaderingen zijn 269 wetsvoorstellen afgehandeld. Er hebben in 2002 twee Verenigde Vergaderingen plaatsgevonden.
7
Er is geen prognose te geven van het aantal vergaderingen, welke in de komende jaren zullen plaatsvinden. Dit is sterk afhankelijk van het totale politieke klimaat en in het bijzonder van het tempo van wetgeving in de Tweede Kamer. 4. Budgettaire gevolgen van beleid Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000) 1: Wetgeving en controle Eerste Kamer
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Verplichtingen Uitgaven 1. apparaat 2. vergoedingen voorzitter en leden Eerste Kamer 3. verenigde vergadering Ontvangsten
8 820 8 851 4 590
8 334 8 334 4 754
8 137 8 137 4 554
7 975 7 975 4 392
7 967 7 967 4 384
7 967 7 967 4 384
7 967 7 967 4 384
4 222 39 65
3 557 23 83
3 560 23 63
3 560 23 63
3 560 23 63
3 560 23 63
3 560 23 63
5. Groeiparagraaf Het werk van de Eerste Kamer wordt grotendeels gedicteerd door het aantal wetsvoorstellen en de kwaliteit daarvan. Bij de Eerste Kamer zal in de komende jaren worden gewerkt aan de realisatie van de beleidsvoornemens uit het Plan van Aanpak «Investeren in Samenspel». In het kader van dit plan zal de Eerste Kamer zich verder ontwikkelen tot een professioneel werkende op resultaat gerichte organisatie.
8
ARTIKEL 2: UITGAVEN TEN BEHOEVE VAN LEDEN EN OUDLEDEN TWEEDE KAMER 1. Algemene doelstelling Het zorgdragen voor de uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden van de Tweede Kamer betreffende het volgende: – schadeloosstelling leden reis- en overige kosten leden – wachtgelden oud-leden outplacement oud-leden pensioenen oud-leden en hun nabestaanden 2. Begrotingsvoorstellen College/kabinetsstandpunt De Tweede Kamer heeft met betrekking tot artikel 2, geen voorstellen ingediend voor de ontwerpbegroting 2004. 3. Operationele doelstellingen en prestatiegegevens Operationele doelstellingen Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer (Stb. 1997, 250) Wat willen we bereiken Een juiste uitvoering van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer. Wat gaan we daarvoor doen Op basis van de bepalingen in de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer zorgdragen voor de uitgaven ten behoeve van schadeloosstelling en reis- en overige kosten van leden van de Tweede Kamer. Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Stb. 1969, 594) en outplacement Wat willen we bereiken Een juiste uitvoering van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers. In 2004 zal daarnaast bijzondere aandacht worden besteed aan beperking van het beroep op de wachtgeldregeling. Het feit dat binnen één jaar, tweemaal sprake was van kamerverkiezingen kan leiden tot een versterkt beroep op de wachtgeldregeling voor oud-leden. Wat gaan we daarvoor doen Op basis van de bepalingen in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers zorgdragen voor de uitgaven voor pensioenen en uitkeringen aan politieke ambtsdragers, alsmede voor pensioen aan hun nabestaanden. Door een gerichte inzet van outplacementfaciliteiten zal worden getracht de gevolgen van het genoemde versterkte beroep op de wachtgeldregeling voor oud-leden te beperken. Wat mag het kosten Binnen het totale artikel 2 is voor outplacementfaciliteiten € 0,2 mln beschikbaar. Momenteel is sprake van twintig individuele outplacementtrajecten.
9
Prestatiegegevens De onderstaande tabellen bevatten gegevens over de jaren 1998–2002. Een prognose voor 2004 is niet mogelijk. Niettemin bieden de tabellen inzicht in de ontwikkeling van de aantallen deelgerechtigden en de bijbehorende uitgaven. Uitgaven t.b.v. leden en oud-leden Tweede Kamer (in € 1000) – schadeloosstelling – vergoedingen Totaal gemiddeld per zetel – pensioenen en wachtgelden – outplacement gemiddeld per zetel – totaal artikel 2 gemiddeld per zetel
1998
1999
2000
2001
2002
11 099 2 807 13 906 93 6 249
11 546 2 941 14 487 97 6 533
12 345 3 048 15 393 103 6 133
12 543 5 844 18 387 123 6 511
42 20 155 135
44 21 020 141
41 21 526 144
43 24 898 166
13 016 8 711 21 727 145 8 222 138 56 30 087 201*
* Met betrekking tot het verschil in uitgavenniveau van de vergoedingen tussen 2000 en 2002, zij opgemerkt dat de kosten van de brutering kostenvergoedingen voor 2000, deels ten laste van het budget van 2001 en die van 2001, deels ten laste van het budget in 2002 zijn gebracht.
Aantallen deelgerechtigden (pensioenen en wachtgelden) – – – –
1998
1999
2000
2001
2002
193 46 117 4
191 36* 117 3
196 77** 115 6
198 62*** 124 3
209 134**** 124 4
360
347
394
387
471
pensioenen oud-leden wachtgelden oud-leden weduwen- en weduwnaarspensioenen wezenpensioenen
totaal * ** *** ****
Exclusief 27 aanspraken die door korting van inkomsten niet tot betaling leidden. Exclusief 40 aanspraken die door korting van inkomsten niet tot betaling leidden. Exclusief 44 aanspraken die door korting van inkomsten niet tot betaling leidden. Exclusief 34 aanspraken die door korting van inkomsten niet tot betaling leidden.
4. Budgettaire gevolgen van beleid Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000) 2: Uitgaven t.b.v. leden en oud-leden Tweede Kamer Verplichtingen Uitgaven 1. schadeloosstelling 2. pensioenen en wachtgelden Ontvangsten
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
30 096 30 086 21 726 8 360 426
29 563 29 563 20 300 9 263 286
27 824 27 824 20 322 7 502 286
27 824 27 824 20 322 7 502 286
27 824 27 824 20 322 7 502 286
27 824 27 824 20 322 7 502 286
27 824 27 824 20 322 7 502 286
5. Groeiparagraaf Niet van toepassing.
10
ARTIKEL 3: WETGEVING EN CONTROLE TWEEDE KAMER 1. Algemene doelstelling Taak van de Tweede Kamer De taken van de Tweede Kamer vloeien voort uit de Grondwetsartikelen 50 (vertegenwoordiging van het gehele Nederlandse volk), 65 tot en met 72 (werkwijze), 81 tot en met 87 (wetgeving), 105 (begrotingen), 137 en 138 (Grondwetgevend) en enkele andere Grondwet- en wetsartikelen. De ambtelijke diensten De algemene doelstelling (missie) van de ambtelijk organisatie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal is het stimuleren van het parlementair democratisch proces door een professionele en plezierige ondersteuning van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en haar leden. De voornaamste kernwaarden in dit verband zijn integriteit en dienstbaarheid. Als belangrijkste kerncompetenties kunnen worden genoemd: – Klantgericht handelen: herkennen van de wensen, behoeften en belangen van klanten en hiernaar handelen binnen de gestelde kaders. – Flexibel inspelen op de omgeving: gedrag, ideeën en werkwijzen aanpassen aan uitgesproken en onuitgesproken wensen en behoeften van de omgeving. Naast de apparaatskosten in meer strikte zin, zijn onder dit artikel ook de budgetten voor onderzoek, drukwerk kamerstukken, fractiekosten, uitzending leden en enquêtes opgenomen. 2. Begrotingsvoorstellen College/kabinetsstandpunt De begrotingsvoorstellen die de Tweede Kamer heeft ingediend voor de ontwerpbegroting 2004, zijn reeds toegekend bij de Voorjaarsnota 2003 (kamerstukken II 2002–2003, 28 953, nrs. 1 en 2). 3. Operationele doelstellingen en prestatiegegevens Inleiding De Tweede Kamer behoort ten opzichte van de regering een onafhankelijke en zelfstandige positie te hebben. Die onafhankelijkheid en zelfstandigheid dienen ook in de werkwijze, inrichting en organisatie van de ambtelijke diensten gestalte te krijgen. Dat betekent dat de ambtelijke leiding van de Tweede Kamer een eigen en onafhankelijk personeelsbeleid voert. Ze realiseert zich daarbij dat ze opereert binnen een ambtelijk kader. Voor wat betreft de financiële huishouding is vanzelfsprekend het comptabel bestel van de rijksoverheid ook van toepassing op de Tweede Kamer. Maar de Kamer is de controleur van de regering. Dat betekent dat ze uiteindelijk zelf beslist over de aard, inrichting en omvang van haar ondersteuning en over de financiële middelen die haar daarbij ter beschikking staan. Daartoe zijn in 2001 de afspraken met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangescherpt. Uiterlijk in 2004 zal worden besloten of de onafhankelijke budgettaire positie van de Tweede Kamer wettelijk moet worden geregeld. De bijzondere positie van de Tweede (en Eerste) Kamer komt ook tot uitdrukking in de splitsing van hoofdstuk II van de rijksbegroting in een deel A voor de Staten-Generaal en een deel B voor de Hoge Colleges van Staat en Kabinetten.
11
De Tweede Kamer rekent het tot haar taak zorgvuldig, doelmatig en voorbeeldig met de financiële middelen om te gaan. Dat betekent een planning van inkomsten en uitgaven over een langere periode dan nu gebruikelijk is. De aandacht voor en de planning van de uitgaven moeten niet beginnen bij het opstellen van het bestedingsplan voor het volgende jaar, maar bij het opstellen van de Raming van de Kamer voor het jaar daarop. Het beleidskader voor het begrotingsjaar 2004 van de Tweede Kamer is de eerste stap in de nieuwe begrotingscyclus waartoe de Kamer besloot bij gelegenheid van de behandeling van de Raming voor 2003. Uiteraard verandert deze opzet niets aan de opgaven waar de ambtelijke organisatie voor is gecreëerd: de ondersteuning van de 150 leden bij wetgeving, controle en andere taken van het parlement. De prioriteiten die de Kamer daarbij aanhoudt worden steeds door de Kamer bepaald, maar het Presidium rekent het daarbij tot zijn verantwoordelijkheid te letten op het welzijn van de ambtenaren die de ondersteuning moeten invullen. Operationele doelstellingen Organiseren van de informatieontsluiting, betrekken van burgers bij het bestuur Wat willen we bereiken Teneinde burgers meer te betrekken bij het bestuur zijn in september 2002 de eerste stappen gezet om via Internet de plenaire debatten en sommige commissievergaderingen te kunnen volgen. Het gaat dan om beeld en geluid. In 2004 moeten alle commissievergaderingen op Internet te volgen zijn. Beeld en geluid worden dan aangevuld met content. Het wordt mogelijk door te klikken naar de (partij)politieke achtergronden van leden en/of bewindslieden, agenda’s e.d. van commissies en van de Kamer, en eventueel om debatten uit het verleden nog eens terug te zien. Dit betekent dat het voor de burgers die de debatten volgen gemakkelijker wordt om te begrijpen waarover gesproken wordt en wie er aan het woord zijn. Daarnaast willen burgers vandaag de dag ook snel over informatie kunnen beschikken. Burgers moeten de Kamer gemakkelijk kunnen bereiken voor informatie, voor nadere uitleg of om misschien op bepaalde wijze hun mening kenbaar te maken. Wat gaan we daarvoor doen Om de toegankelijkheid van debatten en informatie over de Tweede Kamer via internet te vergroten, is er op termijn een team noodzakelijk met de nodige technische knowhow en inhoudelijke kennis waarbij permanent een regisseur beschikbaar is. Een eerste aanknopingspunt bij het opzetten van zulk een team is het reeds bestaande samenwerkingsverband met de omroepen. Het internet biedt ook de mogelijkheid om burgers actief te betrekken bij de (voorbereiding van) activiteiten van de Kamer, kamercommissies, leden en fracties. Het betekent onder andere dat fracties en diensten van de Tweede Kamer, naast organisatorische aanpassingen, meer gebruik gaan maken van geautomatiseerde e-mail behandelingsprogramma’s. Ook andere vormen van interactiviteit via internet stellen eisen aan de techniek en de achterliggende organisatie. Denkbaar is dat commissies ook digitaal op pad gaan om met burgers te
12
communiceren, dat bijvoorbeeld een digitale hoorzitting wordt georganiseerd of speciale emailadressen of gastenboeken worden geopend, om commentaren op wetsvoorstellen en nota’s in te zenden. Deze nieuwe werkvormen zullen de behoefte aan ondersteuning doen toenemen. Om de burger daarnaast snel aan informatie te helpen, zal – als alles volgens plan verloopt – in 2004 een nieuw systeem voor de gehele documenten- en procesregistratie in gebruik zijn genomen, genaamd Parlis. Met behulp van dit systeem wordt het mogelijk om burgers bij wijze van spreken met één druk op de knop te informeren over de laatste stand van zaken van bijvoorbeeld een wetsvoorstel, een agenda voor een commissievergadering, de planning van een hoorzitting, enz. Eind 2004 zal Parlis geëvalueerd moeten worden en daarbij zal in bijzonder aandacht geschonken worden aan de gebruiksvriendelijkheid. Ten aanzien van de bereikbaarheid voor het publiek, wordt bezien hoe de verbrokkelde structuur van de Tweede Kamer op dit punt verbeterd kan worden. Op dit moment wordt informatie door het publiek gevraagd aan allerlei diensten, zoals het CIP, de Griffie, Voorlichting, Communicatie en de DCO’s. Dit kan verbeterd worden door voor het publiek de één-loketgedachte vorm te geven. In 2003 wordt hiernaar onderzoek gedaan, op basis waarvan concrete voorstellen worden geformuleerd. Kwaliteit en organisatie van de dienstverlening Wat willen we bereiken Een kwalitatief hoogwaardige ondersteuning aan de (leden van de) Tweede Kamer betekent een grote beschikbaarheid van de diensten, ook op soms onregelmatige tijdstippen. Het lidmaatschap van de Tweede Kamer is niet gebonden aan kantooruren. De dienstverlening moet daar zo veel als mogelijk op zijn afgestemd. Dat geldt zowel voor de inhoudelijk-organisatorische ondersteuning als de meer facilitaire kant ervan. De ambtelijke organisatie wil optimaal gebruik maken van eigentijdse, veelal geautomatiseerde, werkprocessen voor zover dat nuttig en noodzakelijk is. Wat gaan we daarvoor doen Goede dienstverlening vraagt om voorspelbaarheid en goede afspraken. Daarom wordt de dienstverlening beschreven en zoveel als mogelijk voor 1 januari 2004 vastgelegd in zogenoemde dienstverleningsovereenkomsten per fractie en per dienst. Dat maakt de facilitaire dienstverlening transparant en voorspelbaar. Voor de inhoudelijke dienstverlening van de Dienst Protocol (DCP) wordt dit doel op een iets andere wijze bereikt. Zo zijn vanaf 2002 kwaliteitscriteria voor de ondersteuning van onder meer de commissies, de leden en de Voorzitter, te vinden op Internet en kent de Dienst Informatievoorziening (DIV) een Baliehandboek waarin uitputtend wordt beschreven welke diensten kunnen worden verleend. Na elke verkiezing zullen zowel het Handboek kwaliteitscriteria van de Diensten Commissie Ondersteuning (DCO’s) als het Baliehandboek DIV door de Voorzitter en de Griffier in een formele overeenkomst ten overstaan van de voorzitters van de vaste commissies bekrachtigd en ondertekend worden. In 2004 komt daar nog een aanvulling op naar aanleiding van de resultaten die voortvloeien uit het in gebruik nemen in 2003 van het nieuwe vraagvolgsysteem Topdesk. Een optimale dienstverlening veronderstelt kennis over de vraag en het
13
aanbod. Om deze beide factoren scherp te kunnen onderkennen is een regelmatig herhaald klantenonderzoek nodig. De media spelen een belangrijke rol in het contact tussen de Tweede Kamer en de burger. Daarom geniet de pers in het kader van de dienstverlening in de kamergebouwen een grote gastvrijheid. Dat kan alleen maar als de regels die voor de pers zijn gesteld, worden nageleefd en gehandhaafd. Managementstijl en personeelsbeleid Wat willen we bereiken De ambtelijke leiding van de Tweede Kamer staat een open en transparante managementstijl voor. Daarin wordt volop gelegenheid geboden voor inspraak en medezeggenschap. Niet alleen in formele zin op basis van de Wet op de Ondernemingsraden, maar ook door het stimuleren van werkoverleg en het bevorderen van betrokkenheid op alle niveaus bij de inrichting van de werkzaamheden. De ambtelijke leiding streeft naar samenwerking en goede collegiale verhoudingen op alle niveaus en alle geledingen van de organisatie vanuit de instelling dat alle medewerkers van de Tweede Kamer het zogenoemde primaire proces ondersteunen. Daarbij zijn goede relaties met de Ondernemingsraad en het Georganiseerd Overleg van groot belang. De ambtelijke leiding streeft naar een gezond werkklimaat. Mede daarom staat vermindering van het verzuim hoog op de agenda. Wat gaan we daarvoor doen Er is veel aandacht voor persoonlijke, professionele ontwikkeling en vorming van de medewerkers. Het budget voor scholing bedraagt tenminste 3% van de loonsom. Daarbij wordt ook scholing gestimuleerd die arbeidsmobiliteit binnen en naar buiten de Kamer bevordert. Mobiliteit werkt stimulerend op de arbeidsproductiviteit en zorgt voor nieuwe impulsen en de import van nieuwe ideeën in de ambtelijke organisatie. De ambtelijke leiding streeft ernaar om onderuitputting van het beschikbare opleidingsbudget te voorkomen. De invoering van individuele competentieprofielen bij de Tweede Kamer in 2004 kan ook een positieve bijdrage leveren aan het inzicht in de eigen ontwikkeling en daarmee aan het welbevinden van de medewerkers. Ten aanzien van vermindering van het verzuim, wordt in overleg met het betreffende diensthoofd, de arbodienst en de stafdienst P&O per dienst bekeken welke doelstellingen, zowel kwantitatief als kwalitatief gerealiseerd kunnen worden. Aannemende dat eind 2003 een daling van gemiddeld 2% van het verzuim wordt gehaald (van 9 naar 7% dus relatief meer dan een kwart), wordt gestreefd naar verdere verlaging in 2004. Verder zal het verzuim- en preventiebeleid een onderdeel worden van het integrale arbozorgsysteem. Huisvesting Wat willen we bereiken De Tweede Kamer streeft naar zakelijke huisvesting van een zekere allure. De Nederlandse bevolking moet trots kunnen zijn op de uitstraling van «zijn» huis van de democratie, zonder dat de Nederlandse ingetogenheid uit het oog wordt verloren. Het moet in de Kamer ook aangenaam toeven zijn. Daarnaast moeten de gebouwen van het parlement zowel letterlijk als figuurlijk laagdrempelig zijn en blijven. Openheid, toegankelijkheid en
14
veiligheid moeten daarbij hand in hand gaan. Vanuit die opvattingen wordt er zorg besteed aan de inrichting, meubilering, onderhoud en de kunsttoepassingen in de gebouwen. Wat gaan we daarvoor doen Vervanging en vernieuwing vinden vanaf 2003 planmatig plaats op basis van een goed inzicht in de kwaliteit, staat en ouderdom van de gebouwen en de inrichting. Behalve plezierig moeten de bewoners van de Tweede Kamer de werkomgeving ook als veilig ervaren. Dat betekent dat ook aan de veiligheid veel aandacht wordt besteed, waarbij een strikte scheiding tussen (semi)openbaar en besloten gebied van groot belang is. Daartoe worden zowel op personeel als op technisch gebied de nodige maatregelen getroffen. Na het gereedkomen van Plein 23 krijgen de fracties hun werkruimtes (zo’n 50 m2 per lid, inclusief de ondersteuning) zoveel mogelijk aangeboden in de hoofdgebouwen die grenzen aan het centrale vergaderdeel, tenzij één of meer fracties zelf kiezen voor meer decentrale huisvesting. Dit houdt in dat (delen van) diensten meer decentraal gehuisvest worden, ook in Plein 23. Zo nodig en zo mogelijk worden daartoe diensten gesplitst in een front- en een backoffice. De uitbreiding van de activiteiten van de Tweede Kamer, zoals in de onderzoeks- en de ICT-sfeer, maar ook de groei van de fractiestaven en het chronische gebrek aan vergaderruimtes vragen om verdere uitbreiding van de huisvesting. Er worden in nauwe samenwerking met de Rijksgebouwendienst plannen ontwikkeld om aan die behoefte tegemoet te komen. Prestatiegegevens De volgende cijfers dienen in hun context te worden bezien. Wetsvoorstellen die met blanco verslag en als hamerstuk zijn behandeld, tellen bijvoorbeeld in dit overzicht even zwaar als wetsvoorstellen die voorwerp zijn van uitvoerig voorbereidend onderzoek en dagenlange plenaire vergaderingen. Wijzigingen in moties kunnen soms belangrijke inhoudelijke consequenties hebben, maar soms ook slechts taalkundige betekenis. De cijfers beslaan de jaren 1998–2002. Een prognose voor 2004 is niet mogelijk. Niettemin geven deze cijfers inzicht in de ontwikkeling van de werkzaamheden van de Tweede Kamer en de bijbehorende kosten.
15
Parlementair Vergaderingen – plenaire vergaderingen – commissievergaderingen w.v. openbaar w.v. besloten – overige vergaderingen Werkbezoeken commissies – binnenland – buitenland Wetsvoorstellen, moties en vragen – ingediende wetsvoorstellen w.v. initiatief wetsvoorstellen w.v. rijksbegrotingen w.v. fondsen – suppletoire voorstellen – in stemming gebracht* – ingediende moties – aangenomen – verworpen – ingetrokken – aangehouden – gewijzigd – in behandeling*** – vervallen – schriftelijke vragen w.v. beantwoord***** – mondelinge vragen – interpellaties
1998
1999
2000
2001
2002
97
102
102
105
91
511 665 8 299
625 699 7 812
724 679 7 369
754 738 6 720
520 596 7 068
39 11
49 15
41 8
47 17
53 6
304 9 17 6 67 249 853 312 301 75 58 74 18
243 4 17 6 66 176 1 002 360 296 56 125 89 76
246 9 17 6 65 423 974 424 268 79 83 60 230
1 522 1 410 112 8
1 703 1 760 85 5
1 451 1 389 86 7
280 9 17 6 59 250 997 444 288 55 51** 75 54 30**** 1 424 1 447 92 11
252 13 17 6 67 213 1 158 391 363 38 44 45 266 11 1 563 1 551 96 13
* Waaronder ook in voorgaande jaren ingediende wetsvoorstellen. ** Vanwege een wijziging van het reglement van orde (artikel 69, tweede lid) komt een aangehouden motie na verloop van tijd, als er geen tegenactie wordt ondernomen, automatisch te vervallen. hierdoor wijken de cijfers voor aangehouden en in behandeling zijnde moties voor 2001 af van de cijfers in de voorgaande jaren. *** Waaronder ook in voorgaande jaren ingediende moties. **** Vanwege een wijziging in het reglement van orde waardoor een aangehouden motie na verloop van tijd, als geen tegenactie wordt ondernomen, komt te vervallen, is een rubriek «vervallen moties» toegevoegd. ***** Waaronder ook in voorgaande jaren ingediende vragen.
Wetgeving en controle Tweede Kamer (uitgaven in € 1000) – apparaat (personeel) gemiddeld per zetel per vergaderuur – apparaat (materieel) gemiddeld per zetel per vergaderuur totaal apparaat gemiddeld per zetel gemiddeld per vergaderuur – onderzoeksbudget – drukwerk – fractiekosten – uitzending leden – enquêtes – garanties totaal artikel 3 gemiddeld per zetel gemiddeld per vergaderuur
1998
1999
2000
2001
2002
18 404 123 10 14 229 95 8 32 633 218 18
19 891 133 9 16 195 108 7 36 086 241 16 265 2 982 12 978 370 631 24 53 336 356 24
20 876 139 9 14 232 95 6 35 108 234 15 623 3 703 14 171 269
22 555 150 9 16 745 112 7 39 300 262 16 465 3 927 15 148 427
360 54 234 362 23
69 59 336 396 26
24 271 162 11 18 886 126 8 43 157 288 19 122 4 172 19 866 188 1 931 107 69 543 464 31
3 150 13 736 139 196 27 49 881 333 28
16
Voor een verdere detaillering wordt verwezen naar de Raming van de Tweede Kamer, Kamerstukken II, 2002/2003, 28 869, nrs 1 t/m 3. 4. Budgettaire gevolgen van beleid Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000) 3: Wetgeving en controle Tweede Kamer Verplichtingen Uitgaven 1. apparaat 2. onderzoeksbudget 3. drukwerk 4. fractiekosten 5. uitzending leden 6. enquêtes 7. garanties Ontvangsten
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
70 813 69 724 43 919 122 4 172 19 867 188 1 349 107 1 901
69 969 69 969 44 972 503 3 711 19 531 401 851 0 1 566
68 530 68 530 46 916 504 3 693 17 016 401 0
69 268 69 268 47 654 504 3 693 17 016 401 0
66 629 66 629 45 015 504 3 693 17 016 401 0
66 695 66 695 45 081 504 3 693 17 016 401 0
65 726 65 726 44 112 504 3 693 17 016 401 0
1 566
1 566
1 566
1 566
1 566
5. Groeiparagraaf De Tweede Kamer kent geen eigen beleidstaken of -programma’s. Het werk van en de werkdruk bij de Tweede Kamer worden bepaald door de aantallen wetsvoorstellen, commissievergaderingen andere politieke activiteiten.
17
ARTIKEL 4: WETGEVING EN CONTROLE EERSTE EN TWEEDE KAMER 1. Algemene doelstelling Het onder dit artikel opgenomen budget ten behoeve van wetgeving en controle Eerste en Twee Kamer betreft, naast de apparaatskosten van de Stenografische Dienst en de Griffie interparlementaire betrekkingen, tevens de kosten van interparlementaire activiteiten. Voorts is, met ingang van 2003, het materiële budget ten behoeve van het Parlementair Expertise Centrum Europa (PECE) onder dit artikel opgenomen. De keuze voor een apart artikel geeft uitdrukking aan de omstandigheid dat het bevoegd gezag voor beide diensten wordt gevormd door gemengde commissies van toezicht uit beide Kamers. 2. Begrotingsvoorstellen College/kabinetsstandpunt De begrotingsvoorstellen die de Tweede Kamer heeft ingediend voor de ontwerpbegroting 2004, zijn reeds toegekend bij de Voorjaarsnota 2003 (kamerstukken II 2002–2003, 28 953, nrs. 1 en 2). 3. Operationele doelstellingen en prestatiegegevens Operationele doelstellingen Samenwerking met de Eerste Kamer Wat willen we bereiken De Tweede Kamer streeft naar een goede samenwerking met de Eerste Kamer. Daarbij wil ze voortdurend nagaan in hoeverre uit doelmatigheidsen kostenoverwegingen ondersteunende activiteiten gezamenlijk vorm kunnen worden gegeven of zelfs kunnen worden samengevoegd. Wat gaan we daarvoor doen De ambtelijke ondersteuning van de Staten-Generaal wordt nu bestuurd door vier organen van bevoegd gezag. Het gaat om de Eerste Kamer, de Tweede Kamer, de Stenografische Dienst en de Griffie Interparlementaire Betrekkingen (IB), verenigd onder één Ambtenarenreglement en met één Georganiseerd Overleg. Dat behoeft overigens op ieder orgaan afgestemde verschillen in arbeidsvoorwaarden niet in de weg te staan. Het Presidium streeft naar een vermindering van dit aantal. De toegenomen werkzaamheden van de Staten-Generaal en de verdergaande verwevenheid van onderwerpen maakt een brede samenwerking meer dan ooit noodzakelijk. Dit zal leiden tot verdergaande samenwerking tussen Eerste Kamer, Tweede Kamer, Stenografische dienst en griffie IB en kan leiden tot verbetering van de doelmatigheid. De aard en de omvang van de werkzaamheden bij de Stenografische dienst en de Griffie IB vragen om een nieuwe organisatorische afweging. Het moet mogelijk zijn een vorm te vinden, zodat in de komende jaren zowel de Stenografische dienst als de Griffie IB zijn ondergebracht in de ambtelijke organisatie van beide Kamers der Staten-Generaal. Te denken valt aan de wijze waarop de beide Kamers in een gezamenlijk project vorm willen geven aan de optimalisering van de ondersteuning op Europees gebied (of de commissie voor de verzoekschriften). Voor de besturing van de projectorganisatie PECE is een eigentijdse vorm bedacht, die recht doet aan de eigen positie van beide Kamers, maar niet een nieuw bevoegd gezag in het leven roept.
18
Wat betreft de Stenografische dienst, zal in de loop van 2003 een organisatie- en positioneringsvoorstel worden gedaan. Dat raakt ook de Gemengde commissie van toezicht van de Stenografische dienst en haar specifieke functies. Ook voor de Griffie IB zal een visie worden ontwikkeld. Eén functie van de Gemengde Commissie van Toezicht van de Stenografische Dienst dient in ieder geval behouden te blijven: de klachtencommissie of commissie van beroep. Deze kan eventueel ook worden toevertrouwd aan de Huishoudelijke Commissie van de Eerste Kamer. Relaties met het buitenland Wat willen we bereiken Het Presidium acht het wenselijk dat in 2004 enkele voorzieningen voor de internationale activiteiten beter worden gestructureerd. De buitenlandse activiteiten van leden vallen in zeer diverse kaders uiteen. Het gaat om het lidmaatschap van interparlementaire assemblees, de deelname in regeringsdelegaties, het waarnemen bij verkiezingen, werkbezoeken van commissies, protocollaire bezoeken van de Voorzitter met Presidiumleden of individuele oriëntaties. Tenslotte zijn er relaties met het buitenland waarbij leden, oud-leden en ambtenaren naast elkaar worden ingezet bij het helpen ontwikkelen van nieuwe democratieën. In toenemende mate onderhoudt ook het ambtelijk apparaat contacten met andere landen, in het bijzonder met de parlementen van die landen. Dit geldt voor bijna elke ambtelijke dienst, omdat alleen in een uitwisseling met diensten in andere parlementen inspiratie kan worden gevonden. Wat gaan we daarvoor doen Bij het beter structureren van enkele voorzieningen gaat het in de eerste plaats om de logistiek: het verzorgen van de reis en de accommodatie. Voor zover deze niet door derden (eventuele gastheren) worden geboden, dient de Kamer zelf over een apparaat te beschikken met specialistische kennis en ervaring op dit terrein. Met in achtneming van de eisen in relatie tot het protocol en het Reisbesluit dient dat apparaat te letten op prijs en kwaliteit. Er moet ook opnieuw orde worden aangebracht in de budgettaire ondersteuning van internationale activiteiten. De Commissies dienen duidelijker dan nu het geval is te weten over welke budgetten zij onder welke voorwaarden zelf kunnen beslissen en volgens welke procedure zij zich tot het Presidium of de Griffier kunnen wenden. Presidium en Griffier op hun beurt moeten zoveel mogelijk beschikken over vaste criteria ter beoordeling van verzoeken die bij hen binnenkomen. Ook binnen het budget voor ontvangsten voor bezoekers uit het buitenland is enige ordening mogelijk. Tenslotte dient naar de mening van het Presidium te worden gestreefd naar het brengen van structuur in de inhoudelijke ondersteuning. In 2003 krijgt die voor EU-zaken beslag in de nieuwe vorm van samenwerking met de Eerste Kamer. Daarnaast bestaat behoefte aan vaste procedures voor het verschaffen van landenrapporten, het voorbereiden van analyses en toespraken bij deelname aan activiteiten in het buitenland en de rapportage achteraf. Voor een verdere detaillering wordt verwezen naar de Raming van de Tweede Kamer, Kamerstukken II, 2002/2003, 28 869, nrs. 1 t/m 3.
19
Prestatiegegevens De onderstaande tabellen bevatten cijfers over de jaren 1998 2002. Een prognose voor 2004 is niet mogelijk. Niettemin bieden de cijfers inzicht in de werkzaamheden en de bijbehorende kosten. Aantal vergaderuren met verslag – aantal (plenaire en commissie vergaderuren waarvan verslag is gemaakt – aantal uren ao-vergaderingen met beknopt verslag
1998
1999
2000
2001
2002
1 347,25 699,50
1 400,00 879,00
1 731,75 910,75
1 537,60 1 013,25
1 646,70 620,00
In onderstaand overzicht zijn in meerjarig perspectief de uitgaven met betrekking tot dit artikel opgenomen. Voorts zijn, afgeleid hiervan, gemiddelden per kamerzetel (Eerste en Tweede Kamer) berekend. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer (in € 1 000)
1998
1999
2000
2001
2002
– apparaat (personeel) – apparaat (materieel) totaal apparaat gemiddeld per zetel (225) interparlementaire betrekkingen totaal artikel 4 gemiddeld per zetel (225)
3 289 67 3 356 15 1 203 4 559 20
3 396 110 3 506 16 1 457 4 963 22
3 580 106 3 686 16 1 146 4 832 21
3 483 96 3 579 16 1 231 4 810 21
3 740 103 3 843 17 1 265 5 108 23
4. Budgettaire gevolgen van beleid Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000) 4: Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer Verplichtingen Uitgaven 1. apparaat stenografische dienst 2. apparaat griffie interparlementaire betrekkingen 3. interparlementaire betrekkingen Ontvangsten
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
4 828 4 829 3 523
6 247 6 247 3 789
7 203 7 203 5 444
5 690 5 690 3 931
5 690 5 690 3 931
5 690 5 690 3 931
5 690 5 690 3 931
40 1 266 1
438 2 020 23
440 1 319 23
440 1 319 23
440 1 319 23
440 1 319 23
440 1 319 23
5. Groeiparagraaf Niet van toepassing.
20
ARTIKEL 13: NOMINAAL EN ONVOORZIEN 4. Budgettaire gevolgen van beleid Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000) 13: Nominaal en onvoorzien Verplichtingen Uitgaven 1. loonbijstelling 2. prijsbijstelling 3. onvoorzien 4. waarde-overdracht en waardeovername 5. taakstellingen Ontvangsten
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
– 4 847 – 4 847 Nihil Nihil Nihil
– 5 191 – 5 191 Nihil Nihil Nihil
– 5 493 – 5 493 Nihil Nihil Nihil
– 5 493 – 5 493 Nihil Nihil Nihil
– 5 493 – 5 493 Nihil Nihil Nihil
Nihil – 4 847 Nihil
Nihil – 5 191 Nihil
Nihil – 5 493 Nihil
Nihil – 5 493 Nihil
Nihil – 5 493 Nihil
21