duurzaam Het is
aan de top
Zuidas is het nieuwe, internationale kennis- en zakencentrum van Amsterdam. Het ligt op een heel strategische plek, met Schiphol en het centrum van Amsterdam op een steenworp afstand. Inmiddels hebben zich al 400 bekende nationale en internationale bedrijven in dit gebied gevestigd, met ondermeer het grootste congrescentrum van Europa, één van de grootste universiteiten van Nederland en een toonaangevend academisch medisch centrum. Het sterke profiel van een internationaal kennis- en zakencentrum verleende Zuidas intussen al de titel van ‘brainport’.
Complete stad met allure Maar Zuidas is meer dan een internationaal knooppunt en een zakendistrict. Het is ook een plek om te wonen, te leren en te recreëren. Zo zijn er inmiddels 400 woningen en diverse uitgaansmogelijkheden. Naarmate Zuidas zich verder ontwikkelt komt er een compleet spectrum aan winkels en voorzieningen, plus een heleboel andere servicemogelijkheden die nog niet zijn benoemd en waar Zuidas helemaal voor open staat. Alles met het doel om Zuidas van een business centre naar een internationaal georiënteerde wijk te laten groeien. Een gebied waar altijd iets te doen is. Daarom geven vier kernwaarden richting aan de ontwikkeling: Zuidas is Amsterdams, Internationaal, Ambitieus en Levendig. In Zuidas is ruimte voor 3 miljoen m2 vloeroppervlak waarvan nu een kwart is gerealiseerd. In de deelgebieden, voornamelijk genoemd naar componisten, hebben internationaal vermaarde architecten al hun stempel gezet. In 2030 moet het gebied een definitief karakter hebben gekregen. Dat neemt overigens niet weg dat Zuidas altijd in beweging zal zijn en mee zal blijven groeien met de behoeften van haar zakelijke gebruikers, bewoners en bezoekers. Om dat te realiseren zijn tientallen ontwikkelaars, ondernemers, beleggers en woningcorporaties actief, onder regie van de Dienst Zuidas.
Duurzame toplocatie
Internationaal knooppunt Als vervoersknooppunt is Zuidas waarschijnlijk uniek. Ruim 6 miljoen mensen kunnen van huis binnen een uur de Zuidas bereiken. Met straks een compleet nieuw station en Schiphol op 6 minuten afstand ligt de wereld binnen handbereik. Zo vormt ‘brainport’ Zuidas, samen met ‘seaport’ Rotterdam en ‘airport’ Schiphol, een unieke en veelzijdige entree tot de Europese markt.
Zuidas in ’t kort
Zuidas wil tot de top 10 van duurzame stedelijke centra in Europa behoren. Maar wat verstaan we onder ‘duurzaam’? De 21e eeuw is de eeuw van duurzaamheid. De wereldwijde transitie naar duurzaam ondernemen, bouwen, wonen en leven moet de komende decennia gaan plaatsvinden en Zuidas wil daarin een koploperspositie innemen. Dat is bovendien wel zo gepast voor een ‘brainport’. Duurzaamheid is dan ook één van de dragende pijlers onder alle plannen van Zuidas. Er zijn veel definities van duurzaamheid. Bijvoorbeeld die van de Verenigde Naties, waarin een duurzame stad wordt omschreven als “a city in which achievements in social, economic and physical developments are made to last...” Deze brede invulling van duurzaamheid werd al gehanteerd in het Masterplan Zuidas (1998). Daarna werd het steeds verder uitgewerkt in het Duurzaamheidsplan (2008) en de Visie Zuidas (2009). Het blijft niet bij vrome voornemens op papier.
Onszelf de juiste vragen stellen Duurzaamheid heeft intrinsiek de neiging om een ver van ons bed verhaal te blijven: broeikaseffect, ontbossing, uitputting van oliebronnen, aantasting van ecosystemen. Daarom brengt Zuidas duurzaamheid dichtbij in het hier en nu. Met drie opbouwende vragen die wij voortdurend aan onszelf stellen - en ook aan onze ontwikkelpartners: 1 Is dit een manier van ontwikkelen en bouwen die we generaties kunnen volhouden? 2 Maken we een gebouw, of plek, waar mensen graag naar toe komen en willen blijven? 3 Is dit plan of dit gebouw straks in staat om veranderingen op te nemen?
Duurzaamheid: de drie P’s In de jaren ’90 kwam een praktische omschrijving in omloop die nog steeds veel gebruikt wordt. Daarin is sprake van duurzaamheid als de planet (ecosystemen), people (welzijn) en profit (welvaart) alle drie tegelijk gedijen.
“Is this affordable? That is the question we have to ask ourselves with each step we take and decision we make...” Malcolm Smith, supervisor Zuidas
Loyens & Loeff: vroege trendsetter Het Forum gebouw uit 2001 was een van de eerste nieuwe gebouwen in Zuidas, en het werd meteen een baanbrekend voorbeeld van duurzame architectuur. Niet alleen een mooi en plezierig gebouw om in te werken, maar het brak ook alle toenmalige energiezuinigheid records met een energieverbruik dat 50% onder de wettelijke norm lag. Vooral door de combinatie van lange-termijn energieopslag in de bodem, klimaatgevels met buitenzonwering, extra isolatie en een atrium als binnenplaats. Maar dat was niet alles. Het 15.000 m2 grote kantoor was multifunctioneel te gebruiken, maakte gebruik van duurzame materialen en werd ook in esthetisch opzicht gewaardeerd. Het kreeg dan ook verschillende vastgoedprijzen, waaronder in Cannes de prestigieuze MIPIM Award voor het beste internationale kantoorgebouw. Als klap op de vuurpijl is Loyens & Loeff ook twee jaar op rij uitgeroepen tot de beste werkgever van Nederland. Waar een duurzaam gebouw al niet toe kan leiden. Ontwikkelaar: AM Architect: Atelier PRO
excelleren Kans om te
Zuidas bedrijven en gemeente trekken samen op om plannen op alle fronten te verduurzamen. Daarbij zien we het potentieel van deze locatie om specifieke topprestaties te leveren. Vier troefkaarten in handen Over de hele breedte werkt Zuidas aan duurzamere plannen. In het Duurzaamheidsplan Zuidas (2008) staan zestig uiteenlopende aandachtspunten, maar op al die punten excelleren is niet reëel. Het gebied leent zich nu eenmaal niet voor windmolens, rugstreeppadden of huizen van strobalen. Maar er zijn wel andere talenten waarmee Zuidas kan uitpakken:
“We need to take the issue seriously, so that our clients and our partners in the construction industry become aware of the possibilities...” Frank Gehry, architect 4
1 Metropolitaan De sleutel voor wereldwijde duurzaamheid ligt in de steden
2 Energie walhalla Zuidas gebruikt ’s werelds beste technieken om CO2 neutraal te worden
3 Grand Central Zuidas zit bovenop het beste OV knooppunt van Europa 4 Lenige gebouwen Toonaangevende marktpartijen en toparchitecten werken aan een nieuw concept van duurzaam bouwen
Zuidas primeur met Green Business Club
1 Metropolitaan
Bedrijven willen duurzame en bruisende community van werken, wonen en innovatie
■ Sleutel voor milieuvraagstuk ligt in steden ■ Compacte en complete stad ontziet de natuur ■ People, planet, profit op één plek bij elkaar
De Zuidas Green Business Club is een jong platform voor lokale ideeën en initiatieven op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Annemarie van Doorn, vicepresident Special Projects bij ABN-AMRO, is een drijvende kracht achter de schermen.
Wat was de aanleiding voor een Green Business Club? Het is niet goed als alleen de overheid met initiatieven komt op het gebied van duurzaamheid. Onder de vlag van maatschappelijk verantwoord ondernemen willen ook steeds meer bedrijven een bijdrage leveren. Kijk, bedrijven komen hier in de eerste plaats dingen halen: een courante werkplek, getalenteerd personeel, goede verbindingen, de creativiteit van Amsterdam, voorzieningen en services van andere bedrijven. Dan is het een goed idee om hier als bedrijf ook een duurzame maatschappelijke bijdrage te leveren. Ik denk dat zoiets beter van de grond komt in een lokale community, samen met andere zakelijke bewoners.
Hoe kijken jullie aan tegen duurzaamheid in Zuidas? Volgens de gangbare trits van People, Planet, Profit. Het onderdeel Profit is voor ondernemers evident en ook Planet is gewoon logisch, maar eerlijk gezegd staat People bij ons bovenaan. We moeten niet vergeten dat Zuidas alleen floreert bij de gratie van getalenteerde mensen en de kwaliteit van hun netwerken. Die krijg je hier alleen als dit een bruisende en leefbare plek is waar je heel graag wilt zijn. Zonder dat kan Zuidas niet echt duurzaam zijn. Want hoe duurzaam is een cluster kantoren zonder sociaal weefsel en zonder atmosfeer?
Bruisend klinkt goed, maar is dat maakbaar? Op dit moment organiseren we bijeenkomsten met inspirerende sprekers, die goed worden bezocht. Binnenkort zijn hier ook masterclasses sustainable leadership, in samenwerking met topmensen van universiteiten, Schiphol en Nijenrode. Als locatie kiezen we voor Amsterdam Bright City, een leuke plek middenin Zuidas. Iedereen kan hier komen werken in een smart office omgeving, maar je kunt ook gezellig wat eten en drinken, een zaal gebruiken en een podium betreden. De plek symboliseert dat ideaal van een bruisende en dynamische smeltkroes van wonen, werken, leisure, innovatie en wetenschap. Als het even kan met dat Amsterdamse tintje, dat je volgens mij nergens anders in de wereld tegenkomt.
Na eeuwen ontvolking van het platteland leven nu meer mensen in steden dan daarbuiten, en daarmee ligt de sleutel van duurzaamheid voortaan vooral in de stad. Dus wat te doen in Zuidas? Duurzaamheid is deels een kwestie van leefstijl en dat valt natuurlijk niet direct met stedenbouw te sturen. Maar we kunnen wel een omgeving creëren waar duurzame leefstijlen kansrijk zijn. Zoals een omgeving waar het complete spectrum van wonen, werk en scholing, cultuur en ontspanning, natuur en stedelijkheid te vinden is. En dat op loopafstand bij elkaar.
People, Planet, Profit op één locatie Zuidas heeft het in zich om zo’n stuk stad te worden. Daarbij leunt het deels op wat de historische binnenstad te bieden heeft, maar omgekeerd geeft het Amsterdam ook veel terug. Vooral omdat Zuidas het topsegment van bedrijven aantrekt, met hoogopgeleide werknemers en ondersteunende services. Er heerst een metropolitane atmosfeer van business,
uitwisseling, kennis en welzijn, vooral door aanwezigheid van (internationale) bedrijven, het RAI congrescentrum, de campus van de Vrije Universiteit en het VU medisch centrum. Gelukkig wordt er daarnaast steeds meer gewoond, waardoor ook kleinschalige dagelijkse voorzieningen het gebied in trekken, zoals winkels, kinderopvang, scholen, sportcentra en horeca. Voor wie dat niet genoeg is ligt het centrum van Amsterdam een paar tramhaltes verderop. Maar wat Zuidas echt onderscheidt van vergelijkbare stadscentra is de nabijheid van parken, een bos en een meer, en natuurlijk de Amstel slingerend door een prachtig Hollands weidelandschap.
Compacte stad spaart natuur Zuidas is geen nieuwbouwlocatie in een groene polder aan een snelweg, maar wordt binnen de stadsgrenzen gebouwd. De hoogte en de diepte in, compact op elkaar. Een moeilijke en kostbare manier van bouwen, maar wel een strategie die honderden hectaren aan open landschap en
Interessant, maar komt er ook iets concreet duurzaams uit? We bestaan pas een half jaar, maar ik zie veelbelovende ontwikkelingen. Er wordt nu aan twee business cases gewerkt over duurzame energie in Zuidas en duurzame mobiliteit. Denk bijvoorbeeld aan het gezamenlijk inkopen van elektrische deelauto’s, groene stroom, zonnepanelen en districtkoeling. Als we eerder waren geweest, hadden we onderling ook de ondergrondse koudeopslag beter kunnen organiseren. Naast echte milieuthema’s steunen we ook de ontwikkeling van nieuwe smart work centers. Plekken waar je met een laptop kunt inpluggen, omringd door mensen waar je mee kunt linken, met vergaderfaciliteiten, hoogwaardige ICT en horeca. Kortom, het Nieuwe Werken. Ook dat is duurzaamheid, want je hebt minder monofunctionele kantoren nodig, veel minder forensenverkeer en meer plaatsen in het land worden economisch levensvatbaar.
Je komt natuurlijk op alle fronten de gemeente tegen. Hoe is de relatie daarmee? De gemeente is één van de founding fathers van de Green Business Club en we hechten aan een goede verstandhouding. Tegelijk moet er soort gepaste afstand zijn, want dit is vooral een club voor bedrijven en instellingen in Zuidas. Iets van de bewoners zelf, zo je wilt. Diezelfde afstand bewaren we tot bijvoorbeeld adviesbureaus. Tot hun verdriet overigens, want zij zouden maar wat graag ook aan tafel zitten. De Zuidas Green Business Club is een proeftuin voor deze nieuwe formule van duurzame samenwerking op gebiedsniveau. In Rotterdam en Eindhoven lopen verkenningen naar soortgelijke initiatieven. Meer informatie op: www.greenbusinessclub.nl
Vervoersknoop zonder lawaai of uitlaatgassen In de plannen gaan de sporen en de A10 ter hoogte van Zuidas zo snel mogelijk ondergronds. Bovenop de tunnels wordt een hoogwaardig stuk stad gebouwd, maar zonder last van het verkeer. Bovengronds resteren geluiden van volle terrassen, een frisse bries, vogels en straatartiesten, terwijl je op een van de belangrijkste knooppunten van het land staat.
natuur onaangetast laat. Zo wordt bovendien veel onnodig autoverkeer vermeden. Compact bouwen, en dat bovenop een OV knooppunt, is daarom op zichzelf al duurzaam te noemen.
Amsterdams
“Merely building a zero energy building is not the answer. Seventy percent of our energy consumption is influenced by the way that our cities and infrastructure work together...” Sir Norman Foster, architect
Sint Nicolaas lyceum: schoolvoorbeeld Eind 2010 is in deelgebied Beethoven de nieuwbouw van het Sint Nicolaas lyceum gestart. Het 12.000 m2 grote gebouw zal straks ruim duizend leerlingen herbergen. Met bekende oud-leerlingen als Rudy Uytenhaak (architect), Louis van Gaal (voetbal) en Prof. Lucas Reijnders (milieuwetenschap) is het niet vreemd dat de nieuwbouw drie thema’s heeft: sport, wetenschap en cultuur. Het lyceum krijgt naast de klaslokalen dan ook 2 theaterzalen, een restaurant en meerdere sportzalen. Daarmee draagt het ook bij aan het voorzieningenniveau van de buurt. Duurzaamheid speelt een belangrijke rol bij het ontwerp. Het gebouw is flexibel door een kolommenstructuur met verplaatsbare binnenwanden. Door de combinatie van energieopslag in de bodem, zonwering en watergedragen betonkern activering komt het energieverbruik 20 procent lager uit dan de wettelijke norm. Spannend zijn ook het ‘experimentendak’ en de ‘proeftuin’, waar milieuthema’s zichtbaar gemaakt kunnen worden. De nieuwe school wordt in 2012 opgeleverd. Architect: DP6 Ontwikkelaar: Stichting VO St. Nicolaas Lyceum
Investeerders in het topsegment van kantoren vinden - binnen Nederland bekeken - Zuidas duidelijk ‘the place to be’. Niet alleen vanwege de strategische locatie, maar ook vanwege Amsterdam - die rijk geschakeerde smeltkroes van mensen en nationaliteiten, stijlen en achtergronden, creativiteit en kansen. ‘Around the clock’ levendigheid en uitwisseling tussen mensen
hoort daar onlosmakelijk bij. Zuidas heeft op dat terrein al veel te bieden, maar in de avonden en het weekend kunnen we nog wat meer reuring gebruiken. Het bruisende karakter komt op den duur natuurlijk vanzelf, want Zuidas heeft nog slechts een kwart van zijn bouwprogramma gerealiseerd. Maar achteroverleunen is geen optie. Ook nu is het mogelijk om betekenisvolle plekken, voorzieningen en gebeurtenissen te creëren waar je graag naar toe trekt en blijft hangen. Met het nieuwe actieprogramma ‘15 by 15’ (15 acties die Zuidas vóór 2015 wil uitvoeren) krijgt de levendigheid komende jaren een krachtige impuls.
“Steeds meer internationale bedrijven willen hoog scoren in de Dow Jones Sustainability Index en gaan op zoek naar duurzame gebouwen...” Coen van Oostrom, directeur OVG Projectontwikkeling
2 Energie walhalla ■ Ontwerpen koersen op minstens 60% minder CO2 uitstoot ■ Eerste ‘deep lake cooling’ van Nederland ■ Restwarmte van ’s werelds modernste afvalenergiecentrale Zuidas wil het haast onvoorstelbare: een CO2 neutrale internationale toplocatie worden. Locaties als Zuidas, met hoogwaardige zakelijke dienstverlening, maximale mobiliteit, intensief gebruikte gebouwen, veel apparatuur en zware ICT centra staan nou niet bekend om hun energiezuinigheid. Het elektriciteitsverbruik van Zuidas is straks groter dan van de stad Groningen en een aanzienlijk deel daarvan wordt gebruikt voor apparatuur en airconditioning. Anders dan in woonwijken is duurzaam koelen hier het grootste issue.
Naar CO2 neutrale gebouwen
Districtkoeling: besparing van miljoenen kilo’s CO2 Vanaf 2007 staat aan de oever van de Nieuwe Meer een 60 megawatt grote koudefabriek van Nuon. Uit dit natuurlijke meer wordt van grote diepte koud water naar de fabriek gepompt en van daar in het koudenet van Zuidas gedistribueerd. Deze koeling veroorzaakt 70% minder CO2 dan traditionele airconditioning. Bovendien hoeven de aangesloten gebouwen geen kostbare ruimte aan eigen koelmachines te besteden. Gebouwen Zuidas
Koudefabriek
Nieuwe Meer
Warmtewisselaar
Koudenet Zuidas
Vanaf het begin was energie al een hoofdthema in alle plannen van Zuidas. Sindsdien worden de meeste gebouwen zo ontworpen dat zij tientallen procenten minder energie verbruiken dan wettelijk voorgeschreven, ondanks de hoge comforteisen die aan kantoren in het topsegment worden gesteld. De komende jaren wil Zuidas die besparing verder opvoeren tot tenminste 60% en op de langere duur moet het mogelijk zijn de gebouwen qua verwarming en koeling helemaal klimaatneutraal te maken. Tot een paar jaar geleden konden nog flinke energiebesparingen worden behaald door slimme installaties en een uitgekiend ontwerp - allemaal prestaties van het gebouw zelf. Daarvan zijn de grenzen bijna bereikt en de komende jaren is verdere energiebesparing alleen goed haalbaar door dat op gebiedsniveau te organiseren allemaal buiten het gebouw. In Zuidas gebeurt dat nu al door zomerwarmte en winterkoude op te slaan, diep onder en naast kantoren. Dit zal komende jaren ongetwijfeld toenemen, maar ook daar zitten grenzen aan. Er is simpelweg niet genoeg ruimte in de grond om elk gebouw zijn eigen opslag te laten regelen. Bovendien zijn aanvullende warmte- en koudebronnen in de praktijk toch noodzakelijk. Op een wat hoger gebiedsniveau kan gelukkig duurzame warmte en koude worden geleverd, afkomstig van bronnen buiten Zuidas. Warmte komt van ‘s werelds modernste afvalverbrander, die afval met een
recordrendement in energie omzet. Districtkoeling komt van dertig meter diepte uit het nabijgelegen Nieuwe Meer. Deze deep lake koelmethode was de eerste installatie in Nederland en bespaart 70 procent CO2.
Alle stroom groene stroom Bij ‘CO2 neutrale gebouwen’ kijken we alleen naar de energiebehoefte voor verwarming en koeling. Een compleet CO2 neutrale Zuidas is pas mogelijk als ook de energie voor verlichting, computers, liften, auto’s enzovoort duurzaam wordt geproduceerd. Zuidas kan dat zelf nauwelijks beïnvloeden, want het is in de eerste plaats afhankelijk van doorbraken in de wetenschap en industrie. Wat we wel kunnen doen is: ■ Stimuleren dat alle verbruiksapparaten in Zuidas op elektriciteit werken (ook auto’s) ■ Bevorderen dat die elektriciteit duurzaam wordt opgewekt Om veel duurzame energie in een gebied te produceren wordt vaak naar de oplossing gegrepen van het plaatsen van windturbines. De aanvliegroutes van Schiphol maken Zuidas daarvoor ongeschikt. Voorlopig blijft er voor Zuidas geen andere mogelijkheid dan groene stroom van elders in te kopen. Op langere termijn worden zonnepanelen zoveel beter én goedkoper dat Zuidas zelf duurzame energie kan opwekken. Ook het bedrijfsleven begint er in te geloven. NextEnergy, een platform van jonge professionals, nam daartoe het initiatief en daagt bedrijven op Zuidas uit om binnen één jaar 3.000 m2 aan zonnepanelen op Zuidas te plaatsen.
3 Grand Central ■ Spectaculaire groei OV van en naar Zuidas ■ Autoluw centrum ■ Station voor HSL treinen naar Berlijn en Parijs Autoluw wordt vooral geassocieerd met woonbuurten waar weinig gebeurt, en zeker niet met een bruisend stadscentrum. Toch kan schijn bedriegen, want ook Canary Wharf in Londen en La Défense in Parijs zijn autoluw en Zuidas valt qua parkeerplaatsen in dezelfde range. Anders dan vroeger stellen topbedrijven blijkbaar andere eisen aan hun omgeving. Multifunctioneel gebruik van divers vervoer en verblijf is belangrijk.
Beste OV knooppunt van Europa Dat is alleen mogelijk als het gebied uitstekend bereikbaar is met hoogwaardig openbaar vervoer. Zuidas is wat dat betreft een ideale locatie. Nergens in Europa staat men van de aankomsthal op de luchthaven binnen een paar
VU Campus: kameleons rond een huiskamer Het zuidwestelijk deel van Zuidas wordt gedomineerd door de gebouwen van het VU medisch centrum en de Vrije Universiteit. Onder de naam VU Campus wordt gewerkt aan plannen voor 500.000 m2 sloop/nieuwbouw binnen het bestaande grondgebied. Een unieke opgave, want een campus met zo’n hoogstedelijke stapeling zien we nergens anders. De atmosfeer moet smart, inviting, inspiring worden. Je moet van de plek kunnen houden. Belangrijk element daarin is het creëren van een centraal plein als collectieve ‘huiskamer’ waar je kunt ontspannen, ontmoeten, eten, feesten, studeren, winkelen en gebruik maken van allerlei voorzieningen. De nieuwe gebouwen eromheen worden geen ongenaakbare kolossen, maar zijn menselijk van maat en karakter. Duurzaamheid is voor VU Campus een belangrijke voorwaarde, bijvoorbeeld: ■ De gebouwen zijn flexibel ontworpen, als ‘kameleons’: binnen een standaard plattegrond zijn tal van indelingen, bestemmingen, aanpassingen en uiterlijke variaties mogelijk; ■ Er wordt groot ingezet op de komst van elektrische auto’s, met oplaadpunten in de parkeergarages; ■ Daken en gevels worden geschikt gemaakt voor massale toepassing van zonnepanelen; ■ Veel daken zullen als daktuin of groen dak worden uitgevoerd; ■ Energiezuinige bouw en installaties zijn vanzelfsprekend, met koudeopslag in de bodem, een slimme oriëntatie op de zon en nieuwe technieken om kleinschalig stroom op te wekken of te bufferen.
Kenniskwartier Het campusgebied is eigenlijk het centrale deel van een groter gebied dat het Kenniskwartier wordt genoemd, met nog eens 500.000 m2 aan bedrijven, kantoren, instellingen en ongeveer duizend woningen (waaronder studentenhuisvesting). Het Kenniskwartier richt zich op een intensieve menging van academische kennis, onderzoek en samenwerking met bedrijven; niet alleen grote gevestigde ondernemingen, maar ook nieuwe start-ups van innovatieve bedrijfjes op het grensvlak van wetenschap en commercie. Die vervlechting in Zuidas is strategisch gunstig. De VU is een vooraanstaande bron van nieuwe kennis (behoort zelfs tot de top 3 van klinisch onderzoek) en het innovatieve bedrijfsleven wil graag dicht op het vuur zitten. Bovendien is de universiteit gebaat bij contact met bedrijven voor de maatschappelijke toepassing van wetenschap, stages en banen voor studenten en geldinjecties in onderzoek.
minuten in de lobby van het kantoor en (mogelijk) vanaf 2024 vertrekken van Zuidas directe hogesnelheidstreinen naar Berlijn en Parijs. Daarnaast ligt Zuidas in een fijnmazig netwerk van landelijke OV verbindingen. Tot 2040 worden nog eens honderden miljoenen in het regionale en lokale openbaar vervoer geïnvesteerd, zoals de Noord/Zuidlijn en de Hanzelijn. Station Amsterdam Zuid wordt qua belangrijkheid gelijkwaardig aan Amsterdam Centraal nu. Aan de andere kant wordt het autogebruik ontmoedigd met streng parkeerbeleid en straks misschien met rekeningrijden. Dat gaat vruchten afwerpen, want de mobiliteitsgroei zal vooral door het openbaar
vervoer worden opgevangen. Al met al kunnen ruim 6 miljoen mensen van huis binnen een uur op Zuidas zijn: lopend of per fiets, met de auto, tram, trein en bus. Verschillende bedrijven in Zuidas kiezen daarom nu al voor een vooruitstrevend mobiliteitsbeleid.
op, al weet niemand of de auto’s op elektriciteit of op waterstof zullen rijden. Hoe dan ook, we gaan anticiperen op elektrisch vervoer. De Zuidas community is nu al bezig om een gezamenlijk poolsysteem van elektrische auto’s op te zetten.
Zakendoen op loopafstand Een bonusaspect van de specifieke Zuidas mix van bedrijven is dat zij elkaar dagelijks nodig hebben en aan elkaar verdienen. Handelsmaatschappijen, advocatenkantoren, financiële instellingen, ICT bedrijven en universitaire instellingen vormen een biotoop met directe werkrelaties, waardoor er veel minder hoeft te worden gereisd. Met andere woorden: een wandeling naar een gebouw verderop volstaat.
Schone en stille auto’s Het openbaar vervoer van en naar Zuidas wordt zo goed dat in 2030 het aandeel auto in de spits tot historische laagten zal zijn gezakt. Het zou volmaakt zijn als de dan resterende auto’s ook nog stil en schoon zijn. Die kant gaat het zeker
“I always liked approaching a big city in a train, and I can’t exactly describe the sensations, but they’re entirely human and perhaps have nothing to do with aesthetics.” Edward Hopper, Amerikaans schilder
4 Lenige gebouwen ■ Milieubewust materiaalgebruik volgens BREEAM ‘excellent’ ■ Aanpasbare gebouwen steeds meer prioriteit ■ Verdiepinghoogte van minimaal 3,3 meter creëert flexibiliteit Zuidas zit nog maar op een kwart van zijn geplande bouwprogramma. In totaal wordt zo’n 3 miljoen vierkante meter aan vastgoed en woningen gerealiseerd, veelal door toonaangevende marktpartijen en architecten. Een interessante uitgangspositie voor innovatieve bouwtechnieken.
Andere invalshoek nodig
Deloitte: duurzaamste kantoor van Amsterdam Medio 2014 betrekken Deloitte (accountants) en AKD (juristen) samen een nieuw kantoor in Zuidas, pal naast de VU campus om kennis en bedrijven dichter bij elkaar te brengen. Met een vloeroppervlak van 40.000 m2, ruimte voor 1.800 medewerkers en circa 200 miljoen euro aan bouwkosten. Het wordt in zijn soort het meest duurzame kantoor van Amsterdam, bekroond met een Breeam Excellent label. Een paar highlights: ■ ■ ■ ■ ■ ■
anpasbaar gebouw met vrije vloerindeling. Kan ooit zonder sloop omgezet worden in een school; A Vegetatiedak en groene inpassing in de lokale ecologische structuur; Groot atrium op het Noorden als buffer voor warmte, koude en ventilatie; Energieopslag in de bodem, met energiezuinige installaties en bemetering op elke verdieping; Daglicht komt diep het gebouw in, zonder verhoogde risico’s op oververhitting; Opvang van regenwater.
Dat leidt ondermeer tot een 25% lager energieverbruik dan de norm, terwijl het comfort aan de hoogste eisen voldoet. De nieuwe huurders kwamen met een interessant argument om zo’n flexibel en duurzaam kantoor te bouwen: “Onze nieuwe werknemers zijn van de generatie Y. Ze zijn opgegroeid met de vanzelfsprekendheid van mobiel werken, duurzaamheid en social networks. Kantoren van de toekomst moeten dat bieden om the search for global talent bij te kunnen benen.” Architect: Lee Polisano (PLP Architecture) Ontwikkelaar: OVG
Uit bouwputten verrezen afgelopen decennia imponerende kantoren, met alles erop en eraan, maar na 15 jaar voldoen ze vaak niet meer aan de huidige eisen of wensen. De enige oplossing is vaak de sloophamer. De utiliteitsbouw heeft een probleem, want veel nieuwbouw van vandaag ondergaat straks waarschijnlijk hetzelfde lot en in vastgoedkringen is dat helaas nog steeds een geaccepteerde gang van zaken. De Nederlandse bouw is een milieubelastende bedrijfstak, met een groot verbruik van grondstoffen en jaarlijks twintig miljard kilo afval. Het valt daarom moeilijk te verantwoorden hele kantoren zo snel te moeten slopen, of zo ingrijpend te strippen dat het daar feitelijk op neerkomt. En we kunnen gemakkelijk inzien dat de ‘normale’ invalshoek van duurzaam bouwen, waarin we vooral letten op materiaalgebruik, hier weinig zinvol is omdat het voortijdig slopen van gebouwen altijd onduurzaam is, of het nu uit milieubewuste grondstoffen bestaat of niet. Om die redenen is Zuidas zijn aandacht aan het verleggen naar innovatieve bouwsystemen, met gebouwen die zo ‘lenig’ zijn dat zij in de loop der jaren verschillende functies kunnen vervullen en steeds weer geschikt te maken zijn voor de nieuwe wensen van gebruikers.
Slim bouwen Die aanpasbare gebouwen maken gebruik van slimme bouwmethoden. Binnen een grofmazig en robuust bouwskelet worden leidingen en installatietechniek (vandaag de dag een omvangrijk verhaal) handig verwerkt in holle vloeren en wanden, zodat plattegronden later gemakkelijk te veranderen zijn. Verdiepingen zijn dus volkomen vrij indeelbaar. Bovendien zijn de belangrijkste bouwelementen prefab en demontabel geproduceerd, waardoor er veel minder bouwafval vrijkomt en de milieubelasting van de bouw met meer dan 50 procent vermindert. Kantoren krijgen zo relatief eenvoudig een make-over naar woningen of scholen. Woningen veranderen op hun beurt in horeca, yogacentra of winkels. Door ook de gevelbekleding te vervangen is de transformatie compleet. Een glanzend toekomstperspectief voor Zuidas. Natuurlijk, op papier is het eenvoudiger dan in de praktijk, maar diezelfde praktijk heeft al bewezen dat het kan. De voornaamste moeilijkheid is dat we af moeten van het ontwerpen van monofunctionele gebouwen. Het ontwikkelproces van een gebouw moet op zijn kop, waarbij architecten, constructeurs en installatietechnici al vanaf de eerste schetsen samenwerken aan een integraal ontwerp - en dat is in Nederland nog niet de praktijk. Zuidas wil daarover het debat voeden en innovatie uitlokken. Als uitnodigend schot voor de boeg heeft Zuidas vast bepaald dat de plafondhoogte in gebouwen tenminste 3,3 meter moet zijn: een elementaire voorwaarde voor veranderbare gebouwen.
“We bouwen nog steeds massieve, onverwoestbare gebouwen die al na twintig jaar rijp zijn voor de sloop. Dat moet en kan echt anders.” Jos Lichtenberg, hoogleraar Bouwproductontwikkeling, TU Eindhoven
Uitdagingen voor morgen
Gepaste trots op de behaalde resultaten is op zijn plaats, maar het beeld moet niet te rooskleurig worden voorgespiegeld. Het transformatieproces naar duurzaamheid is weerbarstig en er zijn genoeg uitdagingen voor de komende jaren. UN Studio Office: lichtgewicht De 21 verdiepingen tellende UN Studio Office kwam in de zomer van 2010 gereed, ondermeer als huisvesting van de Royal Bank of Scotland. De witte aluminium gevelbanden zijn in een karakteristiek moirépatroon geplaatst en geven het een hightech uitstraling. Dat geldt ook voor duurzaamheid: architect Ben van Berkel wilde dit aspect ‘niet als een losse add-on aan het ontwerp toevoegen’, maar integraal verweven met het ontwerp en de installaties. De toren is bijvoorbeeld gemaakt met een lichtgewicht frame en ruimten zijn flexibel indeelbaar. De lamellen in de gevel hebben een steeds variërende hoogte, diepte en breedte, waardoor zonlicht gecontroleerd binnenkomt. Het speciale zonwerende glas zorgt ervoor dat ruimten niet te warm worden. De koeling is op basis van koudeopslag in de ondergrond, waardoor het energieverbruik met ruim 30 procent daalt. Interessante technieken zijn ook de verlichting met bewegingssensoren en regenwateropslag (voor hergebruik) in ondergrondse cisternen. Architect: Ben van Berkel Ontwikkelaar: Consortium van G&S, ING en Fortis
Ambities vasthouden in crisistijd “Is this financial crisis going to be the end of green, or is green going to be how we end this financial crisis?”, aldus een artikel in de New York Times. De bouwcrisis is nog overal voelbaar en het gevaar loert om ambities te laten varen om aarzelende investeerders over de streep te trekken. Het is belangrijk dat Zuidas zijn rug recht houdt en juist nu duurzaamheid zichtbaar maakt. Dat kan in de vorm van nieuwe gebouwen, maar ook met nieuwe stedenbouwkundige kwaliteiten. Of zelfs maar in de vorm van korte statements, zoals het braakliggend stuk Zuidas dat in 2010 als biologische maïsakker werd
gebruikt. Het onzekere investeringsklimaat leidt trouwens ook tot meer weloverwogen en robuuste bouwplannen, en dat is vaak in het voordeel van duurzaamheid.
Collectieve oplossingen Een gebouw kan proberen op eigen houtje duurzaam te worden. Tot op zekere hoogte, want bij energie-intensieve gebouwen houdt dat een keer op. De benodigde duurzame koeling, warmte en elektriciteit kan niet helemaal binnen eigen rooilijnen worden opgelost. Nu al zijn er gebouwen in Zuidas met ondergrondse koudeopslag onder de kavels van toekomstige
“Hier is de enige plek in Nederland waar je volledig over the top kunt gaan...” Marlon Huysmans, directeur Sustainability OVG Projectontwikkeling BV
Waarom gaat een vastgoedontwikkelaar de kant van duurzaamheid op? ‘Er is sprake van ideële motieven, maar als ontwikkelaar geven economische redenen de doorslag. OVG ziet milieu als een schaars goed, waarbij in de toekomt steeds meer schaarste zal optreden aan energie en grondstoffen. Schaarste laat zich uiteindelijk vertalen naar stijgende kosten en daar zit voor ons dus markt in. Aanvankelijk lag onze focus op energiezuinig vastgoed, maar nu zijn we allround met duurzaamheid bezig.’
Hoe duurzaam kan OVG het maken? ‘We komen van ver en maken enorme vorderingen, met name in het terugschroeven van het energieverbruik. Maar cradle to cradle zit er nu nog niet in, laat ik daar geen doekjes om winden. We zijn daarin uiteindelijk afhankelijk van wat leveranciers ons kunnen leveren. Wel zoeken we voortdurend naar de meest innovatieve partners die de meest duurzame oplossingen kunnen bieden van dit moment.’
De bouw zit tot zijn nek in de crisis. Is BREEAM ‘excellent’ dan niet wat overdreven? ‘Absoluut niet. Zuidas is de absolute toplocatie voor kantoren. Hier is de enige plek in Nederland waar je volledig over de top kunt gaan met duurzaamheid en dat moeten we ook gewoon doen. Het zou gevaarlijk zijn als de gemeente nu zou gaan zwabberen met zijn ambities. Het gebruik maken van BREEAM is trouwens een prima zet, want daarmee spreekt iedereen direct dezelfde taal en het zet ook nog aan tot een gezonde competitie.’
Zuidas is nu nog vooral kantoren. Is meer functiemenging noodzakelijk? ‘Ik ben zeker voor meer functiemenging, vooral met allerlei stedelijke voorzieningen die een 24/7 levendigheid geven, zoals flexkantoren, goede horeca, plekken waar je kunt netwerken. En goede kinderopvang natuurlijk. Toen ik zelf in verwachting was kon ik aan de Zuidas niet terecht, en je kind na half zeven ophalen was sowieso uitgesloten. Ook zulke voorzieningen moeten we op een internationale toplocatie perfect in orde hebben.’ Fraaie daktuinen houden regenwater vast en verhogen de kwaliteit van werken en wonen
buren en de prognose is dat de koelvraag van Zuidas blijft toenemen. Een vorm van collectieve oplossingen en afstemming wordt dus echt noodzakelijk. Een speciaal masterplan gaat daar voorstellen voor ontwikkelen. Daarin zal vermoedelijk sprake zijn van meer districtkoeling en een soort ondergronds ‘bestemmingsplan’ voor koudereservoirs, met een eerlijke verdeling van de ruimte en genoeg connectivity voor nieuwe buren om daarop in te pluggen.
Meer blauw (en groen) op straat Groen en water maken een stad aangenaam om in te verblijven en kunnen extra allure geven aan een gebied. Er gaan links en rechts geluiden op
dat Zuidas wat groener en blauwer moet worden. Zuidas kent overigens al wel veel groene daken, soms erg mooi, maar die zijn vanaf de straat niet zichtbaar. Zuidas wil daarom nog meer met groen en water doen. Een metropolitane dosis spektakel met bijvoorbeeld mooi vormgegeven waterpartijen, begroeide gevels, tuinen en flinke bomen zouden het verblijfsklimaat van Zuidas nog verder vergroten. Er zijn serieuze plannen voor een bomenkwekerij in Zuidas voor latere verplanting in het gebied.
Reuring
Duurzaamheid als proces
Zoals eerder opgemerkt: Zuidas heeft al een atmosfeer van een internationaal vestigingsmilieu, maar qua karakter en levendigheid kan het nog wat ‘Amsterdamser’, bijvoorbeeld op het gebied van architectuur. Maar vooralsnog heeft Zuidas voor de komende jaren 15 acties op de rol staan, die meer levendigheid - vooral in de avond en weekenden - moeten brengen. Bijvoorbeeld:
Het wordt wel eens vergeten dat aan duurzaamheid de nodige intermenselijke processen vooraf gaan. Het gewoonweg topdown stellen van milieueisen aan ontwikkelaars en architecten geeft niet altijd bevredigende resultaten. Sterker nog, het mobiliseert weerstand bij partijen op punten waar zij eigenlijk wel begrip voor hebben. Malcolm Smith, uit Londen hierheen gehaald als supervisor van Zuidas, is daar sterk van doordrongen: “Zuidas is geen militaire structuur waarin bevelen naar beneden toe worden doorgegeven. Het lijkt meer op het sociale netwerk van een bijenkorf en het is de kunst om daar een zelfverantwoordelijk systeem van te maken waarin win-win situaties worden ontdekt. Dat kun je alleen samen als gelijkwaardige gesprekspartners bedenken...”
■ In afwachting van een geheel nieuw station krijgt het bestaande station een snelle upgrading; ■ Er komen meer internationale bedrijven, maar op korte termijn ook 1.000 (studenten) woningen; ■ Op straat, de pleinen en in de begane grond van gebouwen is straks meer te beleven. Zoals mooie kiosken, evenementen, kunstexposities, horeca, sport, dance en nachtclubs; ■ Het Beatrixpark krijgt meer variatie qua sferen en typen uitspanningen om naar toe te gaan.
Streven naar hoogste internationale milieulabels Er bestaan allerlei methoden om duurzame vastgoedontwikkeling meetbaar te maken. Voor een internationaal project als Zuidas is het vooral belangrijk dat de methode aansluiting vindt bij de rest van de wereld. In 1990 kwam de Engelse BREEAM methode op de markt en inmiddels is deze uitgegroeid tot het wereldwijd meest gebruikte duurzaamheidskeurmerk voor gebouwen. De ‘BRE Environmental Assessment Method’ omvat 9 thema’s waarop een plan punten kan scoren. Aan de hand van een weging van scores krijgt een gebouw het predicaat Pass, Good, Very Good, Excellent of Outstanding. De certificaten worden verleend door de Dutch Green Building Council (DGBC), een onafhankelijke instelling met bestuurders uit bedrijfsleven, overheid en wetenschap. Het ontstaan in 2008 was overigens de spin-off van Zuidas deelproject Ravel. Op haar beurt wees DGBC Ravel aan als de eerste pilot voor BREEAM in Nederland.
“Wij streven naar BREEAM Excellent in heel Zuidas en we verwachten dat onze vastgoedpartners daarin mee willen gaan...” Klaas de Boer, directeur Dienst Zuidas
duurzaam Zuidas
“Sustainable architecture is not a sacrifice, but a celebration...” Sir Norman Foster, architect
Colofon: Uitgave: Dienst Zuidas, februari 2011 Tekst: Endre Timár Beeld: Doriann Kransberg Mirande Phernambucq Your Captain Luchtfotografie CIIID Vormgeving en realisatie: Studio Zeeman & Burger