Vrijetijdsmanagement Duaal (Leisure Management duaal)
Vastgesteld door het College van Bestuur op 29 augustus 2011
Studiegids 2011 -2012
Stenden Hogeschool Rengerslaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden Algemeen Opleiding Telefoon : (058) 244 14 41 E-mail :
[email protected] Contactpersoon Duaal Jogiena Zeinstra
Telefoon : (058) 244 13 63/383 Telefax : (058) 244 15 05 Telefoon : (058) 2441411 E-mail:
[email protected]
Voorwoord Welkom bij de opleiding Vrijetijdsmanagement Duaal! Je hebt gekozen voor een studie die opleidt voor een baan in het fascinerende werkveld van recreatie, toerisme, kunst en cultuur, sport en media. De vrijetijdssector is met 400.000 banen en 37 miljard euro omzet van significant economisch belang. Het is een potentiële groeisector. De eisen die consumenten aan hun vrijetijdsbesteding stellen, worden steeds hoger. Dit vraagt om verdergaande professionalisering van de Vrijetijdsmanager. De opleiding Vrijetijdsmanagement Duaal heeft een missie waarbij we het beste in je naar boven willen halen. “Vrijetijdsmanagement leidt met uitdagend internationaal belevingsonderwijs ondernemende studenten op tot zakelijke en creatieve regisseurs voor de leisure industry vanuit een duurzaam gedachtegoed.” We doen dit vanuit de visie “Serving to improve the Quality of life”. Deze studiegids maakt je wegwijs in de school en de opleiding en verstrekt belangrijke informatie over het onderwijsbeleid, het curriculum, de moduul-tentamenregeling en de inhoud van de modulen. Verder maak je kennis met Stenden Hogeschool. Vanuit de visie ten aanzien van duaal onderwijs (action learning en zelfmanagement) wordt verworven kennis steeds in de praktijk getoetst. We denken jou, vanwege de nauwe relatie tussen jouw werk en onze opleiding, een uitdagende en leerzame studieroute aan te kunnen bieden. De coaches en alle andere betrokken medewerkers van Stenden willen je helpen, deze reis tot een goed einde te brengen. We wensen je een plezierig en succesvol studiejaar toe! Wim Bok (Academic Dean)
2
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Inhoudsopgave
Voorwoord 1
2
Algemene informatie over de opleiding Vrijetijdsmanagement
Duaal
8
1.0 Aanvullende informatie m.b.t. de hoofdstukken 3 en 4 van de studiegids: 8 1.1
Uitgangspunten
1.2
Organisatie van de opleiding Vrijetijdsmanagement
1.2.1
9
Algemeen
11 11
1.2 Organisatiestructuur Stenden – Vrijetijdsmanagement Duaal 14 1.2.2
Kwaliteitszorg
16
1.2.3
Internationalisering
17
1.2.3a
Interculturalisatie binnen Vrijetijds-management
17
1.2.4
Studiemogelijkheden voor interne
18
internationalisering 1.2.5 Buitenlandse students) 1.2.6
18 uitwisselingsstudenten
(exchange 19
Masterprogramma’s voor
19
Vrijetijdsmanagement studenten
19
1.2.7
Contractactiviteiten
21
1.2.8
Programma afgestudeerden
22
2 Onderwijsen examenreglement Vrijetijdsmanagement 2A
van
de
opleiding 24
Onderwijsbeleid
24
2A.1
Omschrijving van het onderwijs
24
2A.2
Verantwoording van het onderwijs
24
2A.2.1
Domein Bachelor in Business Administration (BBA) 24
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT
3
2A.2.2
HBO-stramien voor opleidingskwalificaties
25
2A.2.3
Opleidingsprofielen
26
2A.2.4
Competentiegebieden
26
2A.2.6
Visie op toekomstige ontwikkelingen
29
Opvattingen over leren en onderwijzen
30
2A.3 2A.3.1
4
Visie op leren en onderwijs
30
Action Learning in de praktijk
30
Action Learning als onderwijsvorm
33
2A.4
Jaarplanning 2011-2012 Duaal
35
2A.5
Bindend studieadvies (BSA)
39
2A.6
Kosten
40
2B
Curriculum van de opleiding
42
2B.1
Inleiding
42
2B.1.1
Beroepskwalificaties, Opleidingsprofiel
42
2B.1.2
Doelstellingen, eindtermen, competenties
42
2B.1.3
Structuur van het onderwijsprogramma
42
2B.1.4
Organisatie van het onderwijsprogramma
43
Vrijetijdsmanagement Duaal
43
2B.1.4.1 Onderwijsprogramma eerste studiejaar
43
2B.1.4.2 Onderwijsprogramma tweede studiejaar
48
2B.2.3
Onderwijsprogramma studiejaar 3
51
2B.2.1 Duaal
Overzicht 52
2B.2.2
Cum Laude afstuderen
52
2B.2.3
Onderwijsprogramma en de opleidingsrationale
53
2B.2.4
Algemene studiepunten, Vrije
56
STUDIEGIDS - DEEL 2
verdeling
2011 / 2012
credits Vrijetijdsmanagement
Studiepunten
56
2B.2.5
58
2C
Voortgangstoets en Bindend Studieadvies (BSA)
Studievorderingsbeleid
59
2C.1
Examencommissies
59
2C.1.2
Opleidingscommissie
60
2C.2
Toelatingsbeleid
61
2C.2.1
Vooropleidingseisen
61
2C.2.2
Aanvulling op vooropleidingseisen
61
2C.3 Procedure voor de aanvraag van moduulvrijstellingen, anders dan de standaard vrijstelling in deze paragraaf beschreven 65 2C.4
Verkorte studietrajecten
65
2C.5
Toetsmomenten
66
2C.6
Scriptie/afstudeerwerkstuk
66
2C.7
Toekenning en verwerking van credits
66
2D De Moduultentamenregeling Vrijetijdsmanagement 20112012 67 2D.1 De Moduultentamenregeling Vrijetijds-management 2011/2012 67 Artikel 1 Begripsbepalingen
67
Artikel 2 Deelname aan het examen
67
Artikel 3 Normering moduultentamen
68
Artikel 4 Inhoud en omvang van het examen
69
Artikel 5 Het verlenen van vrijstellingen
69
Artikel 6 Het aantal malen per studiejaar dat de gelegenheid wordt geboden tot het afleggen van tentamens en examens 69 Artikel 7 Geldigheidsduur examenonderdelen
76
Artikel 7a Intellectuele eigendom
76
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT
5
Artikel 8 Mondelinge tentamens
76
Artikel 9 Bepaling resultaten
76
Artikel 10 Inzagerecht en termijn van bewaring
76
Artikel 11 Verantwoordelijkheid tentamen- en
77
examengegevens
77
Artikel 12 Registratie van de studieresultaten
77
Artikel 13 Getuigschrift
77
Artikel 13a Cum Laude
78
Artikel 14 Overmachtregeling
78
Artikel 15 Voorzieningen gehandicapte studenten
voor
lichamelijk
of
zintuiglijk 80
Artikel 16.a Regels voor de goede gang van zaken met betrekking tot examens (voor studenten). 80 Artikel 16.b Onregelmatigheden
82
Artikel 17 Bezwaar en beroepsprocedure
83
Artikel 18 Hardheidsclausule
85
Artikel 19 Onvoorziene omstandigheden
85
Artikel 20 Invoeringsbepalingen en citeertitel
85
3.1
Informatievoorzieningen
86
3.2
i study
86
3.3
International Office
87
3.4
Het decanaat
87
3.5
Handicap & studie
88
3.6
Vertrouwenspersoon ongewenst gedrag
88
3.7
Het roosterbureau
88
3.8
Centrale Studenten Administratie
89
3.9
6
Registratie Studieresultaten
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
89
3.10
Toetsen
89
3.11
ICT & Media
90
3.12
I-stenden
90
3.13
ELO
91
3.15
Stenden shop Leeuwarden
91
3.16
Het Alumni Netwerk
92
3.18
Bedrijfsrestaurant: La Salle à Manger
92
3.19
Randstad, uitzendbureau
92
3.20
Expect
93
3.21
Leeuwarden Studiestad
93
3.22
Sport
4 Regelgeving omstandigheden
93 rond
ziekte
en
andere
bijzondere 94
4.1 Regeling van de opleiding in geval van ziekte en andere bijzondere omstandigheden 94 4.2
Niet behalen van de norm van het (bindend) studieadvies 95
4.3
Studievertraging
96
4.4
Bijzondere omstandigheden
96
4.5 Basisvoorzieningen functiebeperking
voor
studenten
met
een 96
Procedures
98
Ad. A materiële voorzieningen
98
Ad B onderwijskundige voorzieningen
98
Ad C financiële voorzieningen
98
4.6
Regeling medische verklaring in geval van ziekte
98
4.7
Studeren en RSI (CANS)
99
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT
7
Hoofdstuk 2
1
Algemene informatie over de opleiding Vrijetijdsmanagement Duaal Deze studiegids bevat informatie over de opleiding en geeft een beschrijving van de opbouw van de studie en van de ondersteunende faciliteiten. Je kunt hier o.a. informatie vinden over de studiebegeleiding en de onderwijs- en examenregeling. De studiegids heet formeel: het studentenstatuut deel 2. In het studentenstatuut deel 1 vind je informatie die niet alleen voor jouw opleiding geldt, maar voor de hele Hogeschool. Je vindt daarin allerlei regelingen waarin de rechten en plichten van de studenten zijn vastgelegd, zoals: Het Inschrijfreglement, de Regeling studieadvies, het Centrale Examenreglement, de Medezeggenschaps-reglementen, de Huisregels, de Klachtenregeling, het Reglement van het College van beroep enz. Deel 1 kun je vinden op I-stenden en internet.
1.0
Aanvullende informatie m.b.t. de hoofdstukken 3 en 4 van de studiegids: De hoofdstukken 3 en 4 worden centraal vanuit Stenden aangeleverd. De paragrafen binnen deze hoofdstukken zijn daarom niet allemaal van toepassing op Duaal onderwijs. Een aantal zaken die bij de Duale opleiding op een andere manier georganiseerd zijn, zijn: ELO: Ofwel de elektronische leeromgeving wordt bij de voltijdstudie als ondersteuning gebruikt. Bij de duale opleiding is ELO het uitgangspunt gedurende de studie m.b.t. planning en organisatie van de opleiding, m.b.t. het contact met de coaches via verschillende fora en m.b.t. het ter beoordeling inleveren van de gemaakte producten. Afmelding trainingsdagen: De duale studenten melden zich af bij hun opleidingscoach en de coördinator Jogiena Zeinstra. Roosterbureau: De duale studenten maken geen gebruik van het roosterbureau. De duale planning van de modulen wordt per studiejaar gepubliceerd op ELO. Toetsservicebureau: De duale studenten maken geen gebruik van het toetsservicebureau maar kunnen met vragen terecht bij de coördinator van de Duale opleiding. Bij verhindering ten gevolge van overmacht wordt in overleg met de betreffende coach/docent een nieuw toetsmoment vastgesteld.
8
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
1.1
Uitgangspunten Leren is een actief proces Onder leren wordt verstaan: iets proberen, fouten maken, op zoek gaan naar alternatieven. Informatie en ervaringen, theorie en praktijk met elkaar in verband brengen. Kortom: leren is een actief proces. Dat is het uitgangspunt van het onderwijs op de Stenden Hogeschool. Om dit actieve leren op gang te brengen heeft de Stenden Hogeschool gekozen voor modulair, thematisch en Probleem Gestuurd Onderwijs. Voor de duale opleiding is dit Action Learning Modulair en thematisch onderwijs Een studiejaar bestaat uit 4 modules die elk 9 weken duren. In elk moduul staat 1 thema centraal. Dit thema wordt vanuit verschillende invalshoeken en vakgebieden bestudeerd. In de loop van of aan het eind van een moduul worden de kennis en vaardigheden van de student getoetst. Werkvorm Op basis van de vastgestelde thema‟s van het onderwijsprogramma bepaalt de deelnemer in overleg met de bedrijfscoach, welke onderdelen van het werk aansluiten bij Action Learning en het persoonlijk ontwikkelingsplan. De deelnemer geeft hiermee vorm aan het eigen leerproces, waarbij eigen ervaringen van de deelnemer de input vormen. Theorie wordt voortdurend gekoppeld aan de praktijk. De deelnemer is verantwoordelijk voor de invulling en uitvoering van het eigen leerproces. Het niveau van de taken stijgt naarmate de studie vordert. Opleiding en bedrijf maken afspraken over het ontwikkeltraject van een deelnemer op hoofdlijnen en creëren daarmee de voorwaarden voor een effectief leerproces. Action Learning Vrijetijdsmanagement duaal maakt gebruik van Action Learning. Vertrekpunt van dit opleidingsprogramma vormen concrete werkproblemen in de organisaties waar deelnemers werken. Binnen het programma voeren deelnemers een Action Learning opdracht uit die de rode draad door het thema vormt. Deelnemers moeten bijvoorbeeld gegevens verzamelen op de werkplek of bepaalde activiteiten op het werk uitvoeren of oefenen. Tijdens de trainingsdagen bespreken deelnemers de opdracht met elkaar, werken aan een oplossing, stellen actieplannen op en voeren deze in
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT
9
Hoofdstuk 2
hun eigen praktijk uit. Ze kunnen op deze wijze van elkaars problemen en ervaringen leren. Tijdens deze sessies worden ze begeleid door een coach. Action Learning brengt de verbinding tussen werken en leren tot stand. De toepassing van kennis en vaardigheden in de werksituatie vormt de transfer van de professionele ontwikkeling. Persoonlijke ontwikkeling De gehele opleiding is gericht op de persoonlijke ontwikkeling van de deelnemer. In een Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) legt de deelnemer zijn eigen specifieke ontwikkelpunten vast. Deze punten zijn specifiek verbonden met de deelnemer. Het gedrag dat in de werkomgeving wenselijk is, wordt tijdens de trainingsdagen en via de digitale leeromgeving besproken. Voor meer informatie: zie 2B.1.4. Beoordeling Twee maal per jaar beoordeelt de werkgever de ontwikkeling van de deelnemer op basis van zichtbaar gedrag. Gedurende een studiejaar krijgt de deelnemer een opleidingscoach toegewezen. De opleidingscoach bezoekt het bedrijf een aantal malen per studiejaar zodat er zicht is op het leerproces van de deelnemer. In het bedrijf vindt dan een driehoeksgesprek plaats tussen bedrijfscoach, opleidingscoach en deelnemer (zie paragraaf: 2B.1.3). Het Persoonlijk Ontwikkelingsplan en de beoordeling vormen de basis voor dit gesprek. Gedurende de opleiding wordt de deelnemer beoordeeld op basis van learner reports, toetsen, presentaties en reflectieverslagen. Studeren op afstand (ELO) Stenden Hogeschool beschikt over een digitale leeromgeving (ELO). Een groot deel van de opleiding vindt plaats via ELO. Deelnemers kunnen informatie inwinnen, studieproducten uitwisselen en inkijken en communiceren met de coach en medestudenten. Ook worden de opdrachten via ELO verstrekt. Deelnemers kunnen dus zelf het tijdstip en de plaats van studeren kiezen. Dit maakt ze uitermate flexibel in waar, wanneer en hoe ze studeren. Propedeuse (1e jaar) Het 1e jaar is een oriëntatie op de vrijetijdsmarkt en op service management in het algemeen.
10 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Studenten krijgen een beeld van de omvang van het werkveld en de verschillende soorten bedrijven die daar een rol spelen. De aandacht gaat vooral uit naar de operationele kant van de bedrijven. Sinds 2011 worden modulen opgebouwd uit zogenaamde bouwstenen. Deze bouwstenen worden stapsgewijs ingevoerd. In 2011 is begonnen met het eerste jaar, in 2012 worden bouwstenen in het tweede jaar ingevoerd. Deze bouwstenen zijn onderwijsinhoudelijke eenheden van minimaal 3 ECTS, die zoveel mogelijk geïntegreerd in het moduul worden aangeboden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen generieke, domeinspecifieke en opleidingsspecifieke bouwstenen. Tweede en derde jaar In het 2e jaar wordt de vrijetijdsmarkt bekeken vanuit een tactisch management perspectief. De student voert de verschillende managementrollen onder begeleiding uit. In het vierde moduul van het tweede jaar staat het strategisch denken centraal. Het derde jaar staat in het teken van onderzoek, verdieping (minor) en afstuderen. 1.2
Organisatie van de opleiding Vrijetijdsmanagement
1.2.1
Algemeen
Identiteit en missie van het Instituut De opleiding Vrijetijdsmanagement Duaal leidt mensen op tot managers en professionals die zich kunnen waarmaken als ondernemende generalisten met een (interculturele en internationale) oriëntatie in dienstverlenende bedrijven en organisaties, zowel profit als non-profit. Door hun opleiding zijn afgestudeerden van onze opleidingen in staat om in dienstverlenende organisaties vernieuwend en grensverleggend te werken. Gekozen is voor modulair thematisch onderwijs en action learning, waarbij tevens ruime aandacht wordt besteed aan zorg voor de individuele student. Een zorg die tot uitdrukking komt in de individuele begeleiding van de student tijdens de opleiding. Zorg (voor en door studenten) Als dienstverlenende organisatie willen wij een voorbeeldfunctie vervullen. Hiertoe betrekken wij studenten bij het vorm en inhoud geven aan het onderwijsprogramma en steunen wij actief organisaties
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 11
Hoofdstuk 2
die belangen van studenten vertegenwoordigen. Tevens begeleiden wij studenten individueel gedurende hun schoolloopbaan. Als coproducenten van onze dienstverlening bepalen de studenten mede zelf de kwaliteit van ons onderwijs. Hierdoor bieden wij studenten mogelijkheden tot het waarmaken van de eigen verantwoordelijkheid in dienstverleningsprocessen alsmede tot persoonlijke en maatschappelijke vorming. Zorg (voor en door docenten) De opleiding Vrijetijdsmanagement Duaal biedt medewerkers mogelijkheden tot verdere scholing en ontplooiing en voorziet in voorwaarden voor een optimale werksfeer en dienstverlening. Bij de interne samenwerking tussen medewerkers onderling beschouwen wij elkaar als gast. Aldus gaan wij bij het wederzijds verlenen van diensten uit van normen die een rol spelen bij het beoordelen van de kwaliteit van diensten namelijk: onze bereidheid tot dienstverlening, betrouwbaarheid, probleemoplossend vermogen, onze zorg voor en betrokkenheid op mens en wereld in het algemeen en in het bijzonder de dienstverlening aan onze gasten: de studenten. Opleidingscommissie Elke opleiding heeft een eigen opleidingscommissie. Deze heeft vooral een onderwijsinhoudelijke taak. Zij adviseert de directie op onderwijsinhoudelijk terrein. De opleidingscommissie beoordeelt o.m. de onderwijs- en examenregeling. Ook deze commissie bestaat uit zowel studenten als docenten. Studentenraad Leisure Management Duaal (Stura) De studentenraad (Stura Vrijetijdsmanagement Duaal) is een officieel orgaan binnen de Stenden Hogeschool en is bedoeld om alle studierichtingspecifieke problemen die zich voordoen op te lossen. Bovendien draagt de raad bij tot een goede verstandhouding tussen de verschillende mensen en organen die actief zijn binnen het instituut. De Stura is er voor studenten en bestaat alleen maar uit studenten. De raad is samengesteld uit vertegenwoordigers van de verschillende studiejaren. Regelmatig vinden er op verschillende niveaus bijeenkomsten/vergaderingen plaats om urgente of actuele zaken te bespreken. Hierbij behoort ook het overleg met de directie. Dit overleg vindt elke moduulperiode plaats.
12 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Klachten/suggesties over tentamens, (moduul)organisatie, studiestof of docenten kunnen zowel mondeling, telefonisch of schriftelijk worden doorgegeven aan de Stura. Zaken aangaande organisatie en inhoud worden besproken in verschillende overleg/adviesorganen. Afgevaardigden van de Stura behartigen de studentenbelangen in deze organen. Wij proberen de verschillende belangen van studenten te integreren in onze dagelijkse bezigheden. Zo zijn er contacten met andere Stura's en verenigingen. Deze contacten geven ons een duidelijk overzicht van zaken die de student bezighouden. Deze samenwerking stelt ons in staat om niet alleen op te komen voor het individu, maar ook voor het collectief. Raad van Advies Het Instituut kent een gezamenlijke Raad van Advies voor de opleidingen Vrijetijdsmanagement en International Tourism Management. De Raad van Advies heeft als doel het gevraagd en ongevraagd adviseren van het management op het gebied van onderwijs, onderzoek en externe dienstverlening. Samenstelling Raad van Advies Vrijetijdsmanagement Mevrouw L. Weinans (voorzitter) De heer J.K. Janssen De heer A.T. van Eijk Mevrouw drs. I. Strouken Mevrouw R. Waale De heer drs. S. Tijsma De heer W. Hondius Mr. L.J. D‟Amore De heer drs. J.R. Ybema De heer T. Hartog Mr. D. Holocek De De De De De
heer heer heer heer heer
K. van Boeckel R. Ermers J. Boelens A. Messchaert S. Pilkes
Oprichter en voormalig directeur Bal-lorig B.V. Directeur Fonds DuurSaam Directeur Travel Counsellors Nederland BV Directeur Nederlands Centrum voor Volkscultuur Directeur Keunstwurk Provinsje Fryslân Transavia IIPT HISWA Holland International Michigan State University. Department Community, Agriculture, Recreation and Resource Studies Plan Nederland Directeur SRC cultuurreizen Directeur Bewegingscentrum Drachten/Norg World Sand Sculpting Academy WSSA Docent ROC en lid van RvA Emmen
of
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 13
Hoofdstuk 2
1.2
Organisatiestructuur Stenden – Vrijetijdsmanagement Duaal
Secretariaat Het secretariaat vervult een belangrijke ondersteunende rol voor het management, de staf, de coördinatoren en de docenten. Het secretariaat bestaat uit de volgende functies: directiesecretaresse secretaresse administratieve ondersteuning ESO (Educational Support Organisation) De onderwijsontwikkeling en –organisatie van de opleidingen van de Stenden Hogeschool worden verzorgd door ESO. ESO doet dit in samenwerking met de opleidingen. Door de bundeling van alle ondersteunende expertises van de Stenden Hogeschool in één organisatie heeft ESO een belangrijke regierol in de professionele ondersteuning van de kernprocessen van de Stenden Hogeschool. ESO heeft voor zichzelf de volgende missie geformuleerd: Inspirerende stafafdeling die hoogwaardige verleent aan Stenden-gemeenschap
integrale
diensten
Voor ESO zijn de volgende doelen geformuleerd: Wij willen het onderwijs en de onderwijsontwikkeling van de Stenden Hogeschool op een excellente wijze ondersteunen, zodat de opleidingen aan studenten excellent onderwijs kunnen bieden Wij willen de samenwerking tussen ESO en de opleidingen versterken en verder professionaliseren Wij maken de pijlers van het identiteitsconcept leidend voor onze cultuur, besturing, leiderschapsontwikkeling en HRM beleid Wij willen beter sturen op processen Wij willen de professionaliteit en bezieling van ESO medewerkers bevorderen Plaats in de organisatie De student en haar tevredenheid staat binnen Stenden centraal. ESO heeft een belangrijke regierol in de professionele ondersteuning van de onderwijsprocessen van Stenden die hiertoe een bijdrage leveren.
14 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Deze ondersteuning richt zich op onderwijsontwikkeling, onderwijsorganisatie en studentondersteuning. Deze onderdelen zijn samengebracht binnen ESO om zo tot een optimale uitgangspositie te komen voor operational en educational excellence. ESO is medeverantwoordelijk voor het scheppen van optimale voorwaarden voor de accreditatiewaardigheid van onze opleidingen. ESO bestaat uit 7 centra: Educational Technology Centre (onderwijstechnologisch centrum), Quality Centre (kwaliteitscentrum), Library & Knowledge Centre (kenniscentrum), Student Career Centre (studieloopbaancentrum), Information & Registration Centre (studenten-en studievolgadministratie), Planning Centre en Student Hogeschooldocenten Hogeschooldocenten houden zich naast hun docenttaken bezig met een bepaald beleidsterrein, zoals internationalisering, projecten en studentenzaken (zoals stage en studiebegeleiding). Head of School en dean De head of School is Falco de Klerk Wolters. Hij is eindverantwoordelijk voor de inhoud en organisatie van de School of Leisure and Tourism Management, waar de opleiding Vrijetijdsmanagement ook onder valt. De dean van de opleiding is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de opleiding. De dean houdt zich, tezamen met de teamleider(s), bezig met: de dagelijkse organisatie van de opleiding, de inhoud van de opleiding (het curriculum) het personeelsbeleid het financieel beleid het kwaliteitsbeleid Teamleider De dean Vrijetijdsmanagement/Leisure Management wordt ondersteund door een teamleider: samen met de dean is hij / zij verantwoordelijk voor het curriculum en de aansturing van het team.
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 15
Hoofdstuk 2
Overlegstructuren De volgende overlegvormen bestaan: Deansoverleg Hiermee wordt het overleg bedoeld tussen de deans van de verschillende managementopleidingen. Dit overleg vindt regelmatig plaats met als doel om gemeenschappelijke, opleidingsoverstijgende zaken op elkaar af te stemmen. Overleg dean en teamleider Dit overleg vindt wekelijks plaats. Hier wordt de dagelijkse gang van zaken binnen de opleiding besproken. Teamoverleg Minimaal twee keer per moduul vergadert het team van Vrijetijdsmanagement / Leisure Management over onderwijsinhoudelijke zaken. Overig overleg Onder overige overlegvormen verstaan wij: - de opleidingscommissie (OC); - de studentenraad (STURA); - de examencommissie; - de kwaliteitscommissie - de commissie internationalisering; - de Raad van Advies. Bij deze overleggen is de dean steeds direct of indirect betrokken. Verder vinden er verschillende overleggen plaats. Hierbij kan gedacht worden aan het overleg in vakgroepen, expertisegroepen, werkoverleggen van onderwijscoördinatoren met docenten, vergaderingen van moduulcoördinatoren en andere overleggen gericht op het primaire proces. 1.2.2
Kwaliteitszorg
Binnen de opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management wordt grote waarde gehecht aan de zorg voor kwalitatief goed onderwijs. In het kader van de onderwijsvernieuwing en – ontwikkeling is een kwaliteitscommissie in het leven geroepen die ontwikkelde producten beoordeelt en van een „kwaliteitsstempel‟ voorziet. Daarbij speelt de mening van studenten over het onderwijs dat zij genieten, een belangrijke rol. Op verschillende manieren worden studenten actief betrokken bij kwaliteitszorg, met name bij verschillende onderwijsevaluaties. De zorg voor kwaliteit van het
16 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
onderwijs is onder andere vastgelegd in het onderwijsevaluatieplan van de Stenden Hogeschool. Met ingang van september 2011 wordt de kwaliteitscommissie omgevormd tot curriculumcommissie. Deze commissie, die voorgezeten wordt door de dean van de opleiding, zal het karakter van een stuurgroep hebben. Zij zal actief sturen op ontwikkeling en kwaliteitsverbetering. Daarnaast zal de opleidingscommissie (zie hiervoor ook §2C.1.2) als onafhankelijk orgaan toezien op de kwaliteit van het programma. 1.2.3
Internationalisering
In de opleiding speelt internationalisering een belangrijke vanwege: internationale oriëntatie van de opleidingen beroepsperspectieven voor de student positie van afgestudeerden op de banenmarkt
rol,
Alle opleidingen onderhouden contacten met instellingen in het buitenland. Deze contacten zijn formeel vastgelegd in samenwerkingsovereenkomsten en uitwisselingsprogramma's voor zowel studenten als docenten. In de opleiding worden alle activiteiten in het kader van internationale uitwisselingsprogramma‟s gecoördineerd vanuit het Hogeschool-overleg Internationalisering. Contactpersoon is mevr. D. Middelbrink:
[email protected]. 1.2.3a
Interculturalisatie binnen Vrijetijdsmanagement
Een van de competenties die Stenden Hogeschool belangrijk vindt is interculturele sensitiviteit of ook wel interculturele competentie genoemd. Interculturele competentie in een educatieve setting is belangrijk om in ieder geval twee redenen. Allereerst, moet je voorbereid worden op werksituaties die in toenemende mate intercultureel en internationaal worden. In Nederland bijvoorbeeld, is de beroepsbevolking heel divers geworden over de jaren, met name door het verdwijnen van de grenzen binnen Europa. Hierdoor is het makkelijker om in Nederland te gaan werken dan wel om als Nederlander elders in Europa te werken. Daarnaast behoor je te weten dat een te uit te voeren taak verschillend geïnterpreteerd kan worden.
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 17
Hoofdstuk 2
Als je niet bewust bent van deze mogelijkheid, dan kan werken met mensen van verschillende culturele achtergronden irritaties opleveren door een gebrek aan wederzijds begrip. Ten tweede worden zowel de studentenpopulatie als de medewerkerpopulatie op hogescholen meer divers. Er is steeds meer sprake van de aanwezigheid van verschillende culturen in één Hogeschool. In het studieprogramma met een interactief karakter, zul je moeten samenwerken met studenten van verschillende culturele achtergronden. Communicatie en inter-persoonlijke vaardigheden zijn hierbij van essentieel belang. Om de bewustwording te creëren van interculturele competentie en het verder te ontwikkelen binnen het instituut is er een interculturalisatieplan opgesteld. Je kunt je o.a. inzetten t.b.v. de nieuwe buitenlandse studenten door hen door de eerste weken van de opleiding te begeleiden (Buddies Programme; Mieke v.d.Leij). 1.2.4
Studiemogelijkheden voor interne internationalisering
Ook in het basisprogramma van de hoofdfase (majorfase) in de opleiding Vrijetijdsmanagement bestaan er mogelijkheden voor internationale oriëntatie. a. verplichte modulen (onderdeel major programma) De volgende onderwijsmodulen in het onderwijsprogramma Vrijetijdsmanagement Duaal zijn Engelstalig en bieden de student de mogelijkheid zich te verdiepen in internationale ontwikkelingen: Leisure Industry Strategic Management b. keuzemodulen (minors) Ook worden er vele Engelstalige keuzemodulen (minors) binnen de Stenden Hogeschool aangeboden. Het volledige en actuele overzicht van alle minors aan de Stenden Hogeschool tref je aan op CHNet, onder Index, en de M bij Minors. Gelet op de aard van het onderwijs worden binnen Vrijetijdsmanagement Duaal vraaggericht de volgende minorthema‟s aangeboden: Sportmanagement Kunst- en Cultuurmanagement Eventmanagement
18 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
c. International Hospitality Management (IHM) The Bachelor of Science Hotel Administration degree programme van het IHM is een volledig vierjarig Engelstalig onderwijsprogramma, met name bestemd voor buitenlandse studenten. Ook buitenlandse uitwisselingsstudenten kunnen modulen binnen IHM volgen. Informatie over deze modulen is te vinden in de digitale studiegids (catalogue) van IHM, en in de informatiebrochure die verkrijgbaar is bij de coördinatoren van uitwisselingsprogramma's. d. De Bachelor of Business Administration in Tourism Management De Bachelor of Business Administration in Tourism Management is een volledig vierjarig Engelstalig onderwijsprogramma, bestemd voor zowel nationale als internationale studenten. Ook kunnen uitwisselingsstudenten aan modulen meedoen. Informatie over deze modulen is te vinden in de digitale studiegids voor de opleiding, en op de Stenden Hogeschool website. 1.2.5
Buitenlandse uitwisselingsstudenten (exchange students)
Het aantal buitenlandse studenten dat in het kader van een uitwisselingsprogramma gedurende een bepaalde periode aan de Stenden Hogeschool studeert groeit. Voor hen geldt dat er allerlei extra activiteiten zijn die moeten garanderen dat zij hier een plezierige studietijd kunnen doorbrengen. Naast de coördinator van het betreffende uitwisselingsprogramma zijn het vooral de studenten die zelf de opvang en begeleiding van deze uitwisselingsstudenten organiseren. De exchange studenten kunnen in principe alle Engelstalige modulen volgen die in het opleidingsprogramma worden aangeboden. 1.2.6
Masterprogramma’s voor Vrijetijdsmanagement studenten
Afgestudeerden van Vrijetijdsmanagement (Duaal), Tourism Management, Hoger Hotel Onderwijs en International Hospitality Management (en de hieraan verbonden Eurocourse en Shorttrack programma‟s) kunnen aan de Stenden Hogeschool deelnemen aan één van de Master-programma‟s die door de School of Graduate Studies worden aangeboden. Deze programma‟s zijn zowel beroepsgericht als academisch van karakter en voorzien in een
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 19
Hoofdstuk 2
verdieping van kennis en kunnen je (internationale) carrière perspectieven verbeteren. Het hebben van een Master-graad vergroot de marktwaarde van de student, zeker met het oog op de invoering van de Bachelor-Master structuur in Nederland. De Stenden Hogeschool Master-programma‟s hebben een gemeenschappelijk deel dat verplicht is voor alle deelnemers. Daarnaast worden specialisaties geboden voor verschillende werkvelden waarvoor we opleiden. De totale omvang van elk Masterprogramma is 1680 uur (1800 uur incl. field trip en London Metropolitan University MA graad), verdeeld over 4 moduulperiodes van september tot september. De aangeboden programma‟s zijn: Master in International Leisure and Tourism Studies (MILTS) Master in Service Management (MISM) Alle programma‟s zijn geaccrediteerd door de London Metropolitan University. Dat betekent dat de kwaliteit moet voldoen aan de normen van deze universiteit. Nadat de opleiding succesvol is beëindigd en nadat men geslaagd is voor alle modulen, zal een Britse Master of Arts diploma worden verstrekt. Het succesvol afronden van een deel van het programma kan leiden tot een Post Graduate Certificate of een Post Graduate Diploma. Als één van de eerste scholen heeft de Stenden Hogeschool in de genoemde vakgebieden ook een Nederlandse accreditatie verworven voor de masterprogramma‟s. De opleidingen hebben daarmee een CROHO-registratie. De Stenden Hogeschool is daarmee één van de eerste HBO-instellingen in Nederland die complete en geaccrediteerde Ba-Ma trajecten aanbiedt in deze beroepenvelden! Op de website www.stenden.com staat beknopte informatie over deze Master-programma‟s en de procedure voor aanmelding. Masterprogramma International Leisure and Tourism Studies Het éénjarige Masterprogramma International Leisure and Tourism Studies (MILTS), vormt een directe voortzetting van het Vrijetijdsmanagement / Leisure Management en Tourism Management programma. Net zoals de drie andere master programma‟s staat de vorming tot moreel leidinggevende voorop (moral leadership). Het gaat er hierbij onder meer om dat bij het maken van keuzes een verantwoordelijke afweging wordt gemaakt tussen private, publieke en persoonlijke waarden en belangen. Het MILTS-programma probeert te voorzien in de internationale behoefte aan deskundigen
20 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
die over de competenties beschikken om een brug te kunnen slaan tussen het nationale niveau en het locale niveau van een community en een rol kunnen spelen bij de coördinatie van de ontwikkeling van leisure & tourism op regionaal of lokaal niveau. Het belang van leisure en tourism voor de gemeenschap staat voorop. Om die reden is er in het programma veel aandacht voor Sustainable Development, Quality of Life, Policy and Planning (voor de publieke en semi-publieke sector) en onderzoek. Passend bij de uitgangspunten van sustainable development, wordt het programma gekenmerkt door een holistische, interdisciplinaire benadering, met bijdragen vanuit filosofie, sociologie, geografie, antropologie, economie, beleid & planning en onderzoek. Het programma benadrukt dat verantwoordelijke besluiten zijn gebaseerd op een rechtvaardige afweging van persoonlijke, sociale, maatschappelijke, natuurlijke en historische waarden, met respect voor alle betrokken stakeholders. Ten slotte draagt het studieprogramma een sterk internationaal en intercultureel karakter en wordt het in z‟n geheel in het Engels aangeboden. De groep bestaat jaarlijks uit ca. 20 studenten met een diversiteit aan nationaliteiten. Een deel van de opleiding (International Research Project (keuzemoduul), duur ongeveer 4-6 weken) kan plaatsvinden in het buitenland. Voor meer informatie over dit programma kan men terecht bij:Klaske Hoekstra Secretaresse Stenden Hogeschool School of Graduate Studies, kamer 207, telefoon 058-244 1442. 1.2.7 Contractactiviteiten Volgens Lumius kan de mens niet zonder kennis. Want de mens wil zich ontwikkelen. Door verder denken verder komen. Een leven lang leren. Hierbij herkent Lumius drie stadia. De groei van kennis. De overdracht van kennis. Het gebruik van kennis. Lumius concentreert zich op de overdracht. Met een sterke poot in de groei dankzij „kennisbron‟ Stenden. En met een sterke focus op het gebruik van kennis. Dankzij haar netwerk van overheden en bedrijven. Maar zoals gezegd: centraal staat de overdracht. De manier waarop Lumius haar kennis overdraagt, wordt bepaald door haar drie kernwaarden: nieuwsgierig, inspirerend en resultaatgericht. Lumius is nieuwsgierig. Naar mensen. Die nieuwsgierigheid vertaalt zich in overdracht van vaardigheden en kennis waardoor mensen met meer inhoud werken. Lumius inspireert. Omdat ons werk toegankelijk, helder en onderhoudend is.
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 21
Hoofdstuk 2
Maar vooral omdat de mensen van Lumius bevlogen over hun vak kunnen praten. Lumius is resultaatgericht. Dat blijkt uit de toepasbaarheid van de oplossingen die Lumius samen met haar opdrachtgevers creëert. Bij Lumius krijgt een ieder kennis waarmee hij daadwerkelijk verder komt. Via haar werkvelden Onderzoek, Advies en Trainingen wil Lumius overheden en bedrijfsleven helpen een brug slaan van mogelijkheden naar kansen. Verder komen door verder te denken, dat is de grondgedachte. Kijk voor meer informatie op www.lumius.nl 1.2.8
Programma afgestudeerden
Het Alumni Netwerk Het Alumni Netwerk is het netwerk voor laatstejaars studenten en afgestudeerden van alle Stenden-opleidingen, te weten Hotel Management, Vrijetijdsmanagement / Leisure Management, Tourism Management, Personeel & Arbeid, Small Business & Retail Management, de opleidingen tot Leraar Basisonderwijs en de opleidingen Sociaal Pedagogische Hulpverlening en Creatieve Therapie. Het doel van het Alumni Netwerk is het onderhouden van structureel contact tussen afgestudeerden (alumni), de opleidingen en de Stenden Hogeschool. Het Alumni Netwerk zorgt ervoor dat alumni op de hoogte worden gehouden van de meest recente ontwikkelingen binnen het werkveld, de opleiding en (loopbaan)ontwikkelingen van andere alumni. Omgekeerd blijft de Stenden Hogeschool op de hoogte van de loopbanen van alumni en de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Tevens is de Stenden Hogeschool zo in de mogelijkheid feedback te krijgen op het onderwijsprogramma. Alumni Magazine Als lid van het Alumni Netwerk ontvang je een aantal keren per studiejaar het Alumni Magazine, ,dat speciaal wordt uitgegeven voor afgestudeerden van deze opleidingen. In het Magazine staan artikelen over de carrières van afgestudeerden, veranderingen binnen de opleiding, ontwikkelingen in het werkveld en tips over loopbaan & ontwikkeling. Verder ontvangen alumni van Vrijetijdsmanagement / Leisure Management en Personeel & Arbeid één keer per studiejaar een ledenlijst met alle adres- en functiegegevens van alumni.
22 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Vacmail Gratis lidmaatschap Het lidmaatschap van het Alumni Netwerk is bestemd voor laatstejaars en afgestudeerden. Laatstejaars hebben de mogelijkheid om reeds tijdens hun laatste studiejaar lid te worden. Het lidmaatschap is gratis: er zijn geen kosten aan verbonden. Voor meer informatie of aanmelding kun je contact opnemen met het Alumni Netwerk, telefoon (058) 2441 398 of via
[email protected].
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 23
Hoofdstuk 2
2
Onderwijsen examenreglement Vrijetijdsmanagement
van
de
opleiding
Deelname aan minor-programma‟s geschiedt onder voorbehoud van beschikbaarheid. 2A
Onderwijsbeleid
2A.1 Omschrijving van het onderwijs De opleiding Vrijetijdsmanagement is gericht op management- en beleidsfuncties in en voor de vrijetijdsindustrie. De "Vrijetijdsindustrie" is onder te verdelen in de volgende sectoren: toerisme, recreatie, sport, kunst, cultuur, evenementen en hospitality. De opleiding staat in het centraal register opleidingen hoger onderwijs (CROHO) ingeschreven onder nummer 4438. 2A.2 Verantwoording van het onderwijs 2A.2.1
Domein Bachelor in Business Administration (BBA)
De opleiding leidt studenten op voor de graad Bachelor in Business Administration. Dit houdt in het kort in: Speelt een rol binnen de organisatie en/of in de politiek-maatschappelijke omgeving. Werken met mensen en groepen in diverse organisatievormen (structurele en tijdelijke) met oog voor de specifieke omgevingsaspecten (maatschappelijke, politieke, economische, branche en sector). Betrokken bij de ontwikkeling en realisatie van de specifieke beleidsdoelen van een organisatie, oog voor relaties tussen organisaties, netwerken en ketens. Zorgen dat de processen op de juiste wijze en met het beoogde resultaat verlopen. Verwerven van middelen; bijdragen aan de planning en organisatie en toezien op uitvoerende processen van productie en/of dienstverlening; zorgen voor kwaliteitsnormen en borging, zowel verbetering en continuïteit als vernieuwing.
24 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Bij dit domein horen de volgende competenties die als kader dienen waarbinnen de competenties van de opleiding vallen: HBO- domein competenties Bachelor of Business Administration 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en alternatieven, en voorbereiden van besluitvorming. 5. Toepassen van HRM in het licht van de strategie van de organisatie. 6. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- of organisatieprocessen. 7. Analyseren en implementeren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfsof organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. 8. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces. Stenden brede HBO domein competenties 9. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie) 10.Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, vrijetijdsmanager of professional) Specifeke VM competenties 3. Regisseren in netwerken 4. Initiëren, creëren en vermarkten van producten, diensten; zelfstandig en ondernemend 2A.2.2
HBO-stramien voor opleidingskwalificaties
De Algemene Vergadering van de HBO-raad heeft op 9 oktober 1997 een voor alle HBO-opleidingen geldend Stramien Opleidingskwalificaties HBO vastgesteld.
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 25
Hoofdstuk 2
Dit stramien beoogt te komen tot een eenduidig begrippenapparaat ten aanzien van zaken als beroepsprofiel en opleidingsprofiel. Het stramien geldt voor alle initiële hbo-opleidingen. Het Sectoraal Advies College Hoger Economisch Onderwijs heeft opdracht gegeven tot een inventariserend onderzoek per HEO-opleiding om vast te stellen welke aanpassingen noodzakelijk zijn om te beantwoorden aan het stramien. Het Landelijk Opleiding Overleg Vrijetijdsmanagement (LOO VTK) heeft in het voorjaar van 1999 de opdracht uitgevoerd het beroeps- en opleidingprofiel van Vrijetijdsmanagement te herijken en te toetsen aan de algemene HBO-kwalificaties. In 2004 is een nieuw profiel vastgesteld en in 2006 is het profiel herschreven binnen het domein van Business Adminstration . In 2009 is de nieuwste versie verschenen. 2A.2.3
Opleidingsprofielen
Het opleidingsprofiel wordt afgeleid van het beroepsprofiel van de vrijetijdsmanager welke wordt vastgesteld in samenwerking met vertegenwoordigers van het werkveld. In het opleidingsprofiel worden de beroepskwalificaties beschreven en de wijze waarop men die benadert. De landelijk gemeenschappelijke kwalificaties hebben een omvang van 70 % van het totaal aantal credits van de gehele opleiding (240 credits). De kwalificaties zijn herkenbaar voor het beroepenveld, geven een HBO Bachelorniveau aan en zijn toekomstgericht. Om tot een samenhangend beeld te komen over de vrijetijdsmanager, zijn de beroepskwalificaties geclusterd in drie segmenten. De segmenten zijn onderverdeeld in competentiegebieden waarbinnen de competenties zijn samengevoegd. Een competentie is een clustering van vaardigheden die noodzakelijk is om een duidelijk afgebakende beroepstaak op een kwalitatief correcte wijze uit te voeren in een complexe en niet voorspelbare omgeving. In het curriculum van Vrijetijdsmanagement onderzoekslijn herkenbaar. 2A.2.4
is
een
duidelijke
Competentiegebieden
In het profiel van 2004 wordt gewerkt met een set van 21 competenties.
26 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Competentiegebied 1: Competentie 1.1 Competentie 1.2
Werken met gasten Aansturen van dienstverlening Verkopen van diensten
Competentiegebied 2:
Werken aan de organisatie vrijetijds-concepten Ontwikkelen van dienstverlening Plannen van dienstverlening Werken met ICT
Competentie 2.1 Competentie 2.2 Competentie 2.3 Competentiegebied 3: Competentie Competentie Competentie Competentie Competentie Competentie
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
van
Werken in vrijetijdsorganisaties (‘business’) Financieel management uitvoeren Beleidsdocumenten schrijven Productieprocessen aansturen De kwaliteit realiseren Werven van opdrachten Het managen van projecten
Competentiegebied 4: Competentie 4.1 Competentie 4.2 Competentie 4.3
(Samen-)werken met medewerkers Rapporteren Als een teamplayer functioneren Coachen van medewerkers
Competentiegebied 5: Competentie 5.1 Competentie 5.2 Competentie 5.3
Werken vanuit de organisatie Onderhouden van externe betrekkingen Verbinden van marktpartijen Het reageren op de markt
Competentiegebied 6:
Werken aan de eigen professionaliteit Aansturen van persoonlijk ontwikkelplan Reflecteren op het beroepsmatig handelen
Competentie 6.1 Competentie 6.2 Competentiegebied 7: Competentie 7.1 Competentie 7.2
Werken aan de ontwikkeling van de beroepsgroep Kennis construeren Informatie analyseren
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 27
Hoofdstuk 2
In het nieuwste profiel (2009) is het aantal competenties teruggebracht tot de volgende 10: 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en alternatieven en voorbereiden van besluitvorming 3. Regisseren in netwerken 4. Initiëren, creëren en vermarkten van producten, diensten, zelfstandig en ondernemend 5. Toepassen van HRM in het licht van de strategie van de organisatie 6. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- of organisatieprocessen 7. Analyseren en implementeren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfsof organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterkten 8. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces. 9. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie) 10. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, vrijetijdsmanager of professional) Deze competenties zullen voor het duaal onderwijs gaan gelden vanaf schooljaar 2011-2012.
28 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
2A.2.6
Visie op toekomstige ontwikkelingen
De vrijetijdssector is een dynamische sector die constant en snel verandert onder invloed van diverse maatschappelijke ontwikkelingen. Demografische ontwikkelingen zorgen voor veranderingen in zowel de opbouw als de samenstelling van de Nederlandse bevolking. De belangrijkste trends op dit gebied zijn vergrijzing, ontgroening, gezinsverdunning, multi-culturalisering en etnische vervlechting. Hierdoor zal er bijvoorbeeld een grote groep kapitaalkrachtige senioren met relatief veel vrijetijd een beroep op de vrijetijdsindustrie gaan doen. Andere belangrijke ontwikkelingen zijn de technologische ontwikkelingen, waardoor er meer en meer sprake is van mondialisering of globalisering, „de wereld als je achtertuin‟. Als reactie hierop zien we een toenemende behoefte aan lokale authenticiteit, wat weer van invloed is op het vrijetijdsaanbod. Ook vindt er in de vrijetijdssector schaalvergroting plaats, sportboulevards, museumkwartieren en multifunctionele vrijetijdscentra verbinden verschillende soorten (vrijetijds)organisaties. Een andere trend waar binnen de opleiding veel aandacht aan besteed wordt is duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Wij zijn van mening dat duurzaamheid ten grondslag van al het handelen zou moeten liggen. Aan de vraagzijde zien we een aantal belangrijke ontwikkelingen voor de vrijetijdsector: individualisering, hedonisme, het zoeken naar status en identiteit en een vervaging van de scheiding vrijetijd en arbeidstijd. Belangrijk is ook de zoektocht van de consument naar onvergetelijke ervaringen en zinvolle belevenissen. Vrijetijd is een belangrijke (economische) sector, gemiddeld wordt zo‟n 25 % van het inkomen uitgegeven aan de besteding van de vrije tijd. Maar ook op individueel niveau kan de besteding van de vrijetijd bijdragen aan zingeving en persoonlijke ontwikkeling. Door de modulaire opzet van het onderwijsprogramma en het centraal stellen van de beroepspraktijk wordt binnen het programma Vrijetijdsmanagement van Stenden Hogeschool adequaat ingespeeld op deze trends en toekomstige ontwikkelingen.
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 29
Hoofdstuk 2
2A.3
Opvattingen over leren en onderwijzen
2A.3.1
Visie op leren en onderwijs
Action Learning in de praktijk 1. Leren is onderdeel van het werk Managers en andere leidinggevenden zijn er in de eerste plaats om problemen op te lossen en om kansen te grijpen. „Problemen‟ definiëren we daarbij als die omstandigheden die het bereiken van doelstellingen in de weg staan; „kansen‟ bevorderen het bereiken ervan. Met andere woorden: leidinggevenden moeten goed weten wat hen te doen staat en vervolgens daartoe overgaan. Alle bijkomende activiteiten moeten zoveel mogelijk in het teken staan van die taak. Om deze eenvoudige reden is Action Learning een deel van de taak zelf, en wel, door de vraag te stellen of de taak zó kan worden uitgevoerd, dat de uitvoering leidt tot leren. 2. Leren impliceert doen Leren binnen het Action Learning concept omvat zowel het vermogen om de oplossing voor een bepaald probleem te implementeren als de capaciteiten om die oplossing te kunnen formuleren. Het verschil tussen deze twee is subtieler dan vaak wordt gedacht. De verwarring ontstaat omdat zo veel van wat een leidinggevende doet, bestaat uit praten (instructies geven, betalingen goedkeuren, maatstaven goedkeuren enz.). Daardoor wordt het onderscheid tussen iets gedaan krijgen en praten over de manier waarop het wordt gedaan, gemakkelijk over het hoofd gezien. Hoe het ook zij, er is een duidelijk verschil tussen het raadplegen van de laatste verslagen van de Olympische Spelen om te bepalen dat je bij het hoogspringen voortaan misschien 2 meter veertig moet halen om nog te kunnen winnen en het te midden van de menigte in het stadion daadwerkelijk zo hoog over de lat heen zweven. Zo is het ook niet genoeg als managers kunnen vertellen dat een moeilijkheid op die en die manier kan worden opgelost; ze moeten ook in staat zijn de moeilijkheid zelf uit de wereld te helpen.
30 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
3. Leren wordt versterkt door het nemen van risico’s De aanpak van problemen of de pogingen bepaalde kansen te benutten, moeten het risico inhouden dat men voor een mislukking wordt gestraft. Wie namelijk geen risico loopt bij het ondernemen van een bepaalde actie, zal geen behoefte voelen om het eigen waardensysteem te doorgronden en ook geen reden hebben om persoonlijke overtuigingen te onderzoeken op patronen die houvast bieden. Action Learning houdt in dat men ook over deze persoonsgebonden zaken met elkaar in dialoog gaat en de invloed hiervan op de besluitvorming nader onderzoekt. 4. Leren is een zaak van vrijwilligheid en verantwoordelijkheid nemen voor het eigen leerproces Ieder mens, manager of geen manager, verandert zijn gedrag of leert op de hier bedoelde manier alleen als hij of zij dat wil. Leren en gedragsveranderingen vinden alleen plaats wanneer iemand dat zelf wil en niet omdat anderen dat willen. Bovendien kan men zich op cognitief niveau best bewust zijn van de noodzaak tot ander gedrag en het gewenste gedrag in de praktijksituatie toch achterwege laten. Vaak is dit het gevolg van onvoldoende zelfinzicht; de betrokken persoon weet bijvoorbeeld niet waarin te geloven, of – en dat is fundamenteler – heeft niet begrepen waar het in een overtuiging precies om gaat. Om een bijdrage te kunnen leveren aan versterking van het leervermogen van zichzelf en de organisatie zal men dan ook actief verantwoording moeten nemen voor het eigen leerproces. 5. Leren vooronderstelt formulering van de juiste (leer)vragen Het traditionele onderwijs – zo stelt Revans – bereidt voor op het omgaan met puzzels; moeilijkheden waarvan bekend is hoe men er uit kan komen, ook al zijn de (geprogrammeerde) oplossingen lastig te vinden en moet eventueel de hulp van deskundigen worden ingeroepen. Bij Action Learning gaat het juist om de oplossing van problemen (en het grijpen van kansen) waarvoor op geen enkele manier kan worden teruggevallen op een of andere vorm van geprogrammeerde kennis. Het gevolg hiervan is dat verschillende, redelijk denkende, ervaren en nuchtere managers de problemen allemaal op duidelijk verschillende manieren te lijf gaan.
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 31
Hoofdstuk 2
Problemen of kansen kunnen beter worden aangepakt door leiders die zich bewust zijn van hun eigen waardensysteem – dat van persoon tot persoon verschilt – en van de invloed van persoonlijke vroegere ervaringen. Dit zijn factoren die een sterke invloed uitoefenen op het subjectieve oordeel en die daarom bepalend zijn voor de bereidheid risico‟s te nemen. Die risico‟s worden kleiner naarmate meer scherpe vragen worden gesteld en beantwoord; iets waarvoor onderzoekend inzicht nodig is. 6. Leren doe je van en met elkaar Het Action Learning concept gaat ervan uit dat men leert in een sociale wisselwerking. Managers leren van elkaar tijdens de analyse en directe behandeling van echte problemen (en kansen). Zo kunnen ook managementdocenten samen met managers of andere docenten van elkaar leren. Ook zij kunnen dit doen door in speciale sessies regelmatig bijeen te komen. Het doel van deze bijeenkomsten is om van het begin af aan te volgen wat er in de activiteiten van managers inhoudelijk gebeurt wanneer ze zich wijden aan de echte problemen en kansen in hun dagelijks werk. Hoe leert men? Hoe pakt men kansen aan? 7. Leren impliceert zelfreflectie en feedback Leren gebeurt van binnenuit. Leren wordt versterkt door regelmatig stil te staan bij subjectieve waarden en normen, persoonlijke gedragspatronen en reacties alsmede door anderen hierop feedback te geven. Hiervoor is belangrijk dat men vertrouwen in elkaar heeft en op een manier met elkaar omgaat, die veiligheid waarborgt.
32 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Action Learning als onderwijsvorm Action learning is een onderwijsvorm die zijn oorsprong in managementopleidingen heeft. Al in de jaren vijftig van de vorige eeuw ontwikkelde professor Reginald Revans van de Manchester University Action Learning als alternatief voor de schoolse managementcursussen. Revans vond dat in de schoolse cursussen wel geleerd werd over doen en veranderen maar dat het effectieve handelen niet werd geleerd. Het belangrijkste resultaat dat met Action Learning wordt nagestreefd, is dat de deelnemer in de rol van manager/projectleider leert effectief te handelen en beoogde doelen inderdaad realiseert. Action learning vindt altijd plaats in een groep onder begeleiding van een coach / facilitator. De focus ligt op wat en hoe er wordt geleerd en op de transfer van het geleerde naar de praktijk; leren door ervaring en reflectie. De deelnemers aan een Action learning opleidingsprogramma zijn bezig met concrete werkproblemen in de organisaties waarin ze werken. Samen met andere deelnemers werken ze aan een oplossing van een probleem, stellen actieplannen op en voeren deze in hun eigen praktijk uit. Tijdens het opleidingsprogramma worden de deelnemers door een coach begeleid die relaties legt tussen de ervaringen van de deelnemers, die het leerproces stimuleert, die feedback geeft op het leerproces, de inhoud bewaakt en die verbanden legt met relevante theorieën. Door de gemeenschappelijkheid aan problematiek en de diversiteit van de dagelijkse werkpraktijk leren de deelnemers op deze wijze van elkaars problemen en ervaringen en leren dat er meerdere oplossingen voor een probleem zijn. Het Action learning concept laat zich vertalen naar andere opleidingssituaties, zoals duale leerroutes. Action learning is een overkoepelend begrip om de onderwijsvorm aan te duiden en wordt met behulp van verschillende werkvormen toegepast. Action learning – uitgangspunten binnen Leisure Management Binnen Leisure Management wordt met een aantal uitgangspunten van Action Learning gewerkt: a. praktijkproblemen staan centraal; concrete problemen uit de eigen werksituatie vormen de basis voor leren;
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 33
Hoofdstuk 2
b. c. d. e.
de praktijk is veel rijker (aan authentieke contexten) dan je in een opleiding kunt programmeren; het stimuleren van reflectie en het leren van elkaar zijn de belangrijkste aandachtspunten tijdens de contacturen op de trainingsdagen; de docent („de opleidingscoach‟) is meer begeleider van het leerproces en minder overdrager van kennis; de docent is meer trainer-coach en ook personal coach; de student is meer zelfverantwoordelijk voor zijn leerproces; de student is verantwoordelijk voor een actieve rol tijdens de contacturen (fysiek en digitaal), zijn persoonlijke ontwikkelingsplan en de student besteedt meer tijd aan zelfstudie. Ook de koppeling aan de werkzaamheden, die passend zijn, is mede het verantwoordelijkheidsgebied van de student. Je krijgt niet een bepaalde functie, maar je moet hem verdienen.
34 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2 2A.4 Jaarplanning 2011-2012 Duaal Trainingsdagen Een moduul omvat een periode van 10 weken. Afhankelijk van het thema en de plaats van het moduul in het curriculum zijn er meestal 4 tot 6 trainingsdagen per moduul. Voor de gehele driejarige opleiding vindt 2/3 van de trainingsdagen in Leeuwaarden plaats en 1/3 van de lesdagen centraal in het land (Amersfoort e.o.). De invulling van de trainingsdagen betreft te allen tijde één tweedaagse met overnachting in Leeuwarden met aanvullend ééndaagse trainingen in Leeuwarden ofwel Amersfoort e.o. De rood geschreven dagen vinden in Leeuwarden plaats. De zwart geschreven dagen vinden in Amersfoort plaats. Jaarplanning Leisure Duaal 2011-2012
Week
Moduul
Datum
nummer
week
maandag
35
Studyweek
Instroom
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
29-Aug
36
1.1
05-Sep
37
1.2
12-Sep
38
1.3
19-Sep
39
1.4
26-Sep
40
1.5
03-Oct
41
1.6
10-Oct
6-7 sep 13-14 sep 22-Sep 04-Oct
20-21 sep 05-Oct 11-Oct
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 35
Jaar 1, 22 sep =
Hoofdstuk 2 42
SW1
17-Oct
Herfstvakantie
43
1.7
24-Oct
Herfstvakantie
44
1.8
31-Oct
45
1.9
07-Nov
46
2.1
14-Nov
47
2.2
21-Nov
48
2.3
28-Nov
49
2.4
05-Dec
50
2.5
12-Dec
51
2.6
19-Dec
52
vak
26-Dec
Kerstvakantie r
1
vak
02-Jan
Kerstvakantie r
2
2.7
09-Jan
3
2.8
16-Jan
4
2.9
23-Jan
5
SW2
30-Jan
6
3.1
06-Feb
7
3.2
13-Feb
36 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
01-Nov
02-Nov 08-Nov
15-16 nov 22-23 nov 29-30 nov 13-Dec
14-Dec 20-Dec
10-Jan
11-Jan 17-Jan
7-8 feb Nieuwe namen bekend
14-15 feb
17 jan => Script
Hoofdstuk 2 8
3.3
20-Feb
21-22 feb
9
SW3
27-Feb
10
3.4
05-Mar
11
3.5
12-Mar
12
3.6
19-Mar
13
3.7
26-Mar
Intake periode
14
3.8
02-Apr
Intake periode
15
3.9
09-Apr
Intake periode
16
4.1
16-Apr
Intake periode
17
4.2
23-Apr
Intake periode
18
SW4
30-Apr
19
4.3
07-May
20
4.4
14-May
21
4.5
21-May
22
4.6
28-May
23
4.7
04-Jun
24
4.8
11-Jun
25
4.9
18-Jun
26
SW5
25-Jun
Voorjaarsvakan
Voorjaarsvakan Voorlichting LM Duaal
06-Mar
07-Mar
23 mrt - Deadline aanmelden
20-Mar 27-Mar
28-Mar
6 april => Goed 10-Apr
9 april => Paasm
17-18 apr 24-25 apr
Meivakantie al Kennismaking: 9 en 10 mei
8/mei 15-May
17 mei => Heme 21-24 mei
21-24 mei => St
28 mei => Pinks 12-Jun
13-Jun
Terugkomdag: 19-6-2012
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 37
Hoofdstuk 2 27
SW6
02-Jul
28
SW7
09-Jul
29
5.4
16-Jul
30
5.5
23-Jul
Zomervakantie
Figuur 1. Jaarplanning LM Duaal studiejaar 2011/2012
38 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
2A.5 Bindend studieadvies (BSA) (zie ook “regeling studieadvies in deel 1 van het studentenstatuut) Aan het einde van het eerste studiejaar dienen conclusies te worden getrokken over de capaciteiten, de geschiktheid en de juiste keuze van de student voor de opleiding. Deze conclusies worden door de examencommissie op schrift gesteld in de vorm van een studieadvies.Indien het studieadvies negatief is wordt daaraan een „afwijzing‟ verbonden. We spreken in dat geval over een „bindend negatief studieadvies‟. Voorwaarde voor een positief studieadvies is: de student heeft aan het einde van diens eerste jaar van inschrijving de propedeuse behaald óf de student heeft de propedeuse behaald aan het einde van diens tweede jaar van inschrijving, indien hij aan het einde van het eerste jaar van inschrijving een voorwaardelijke positief advies heeft ontvangen Voorwaarden voor een voorwaardelijk positief studieadvies zijn:
aan het eind van het eerste jaar van inschrijving (peildatum 31
augustus,1e studiejaar) moet de student minimaal 42 credits van de propedeuse behaald hebben; verder moet in de modulen aan de eisen, die aan zelfmanagement gesteld worden, zijn voldaan. Credits die d.m.v. vrijstellingen zijn verkregen tellen overigens in deze gewoon mee als behaalde credits. Indien de student aan het einde van het eerste jaar van inschrijving een voorwaardelijk positief advies heeft ontvangen moeten aan het einde van het tweede jaar (peildatum 31 augustus) de 60 credits van de propedeuse zijn behaald. Wordt aan de bovenstaande voorwaarden niet voldaan, volgt een bindend negatief studieadvies en mag de student zich niet opnieuw inschrijven voor de opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management van Stenden Hogeschool. Bij het studieadvies worden bijzondere omstandigheden in acht gnomen. Voor de beide jaren geldt dat bijzondere omstandigheden altijd zo spoedig gemeld dienen te worden aan de studiecoach, de coördinator van de opleiding en bij het decanaat. Voor 1 juni dient de student een verzoek in te dienen bij de examencommissie om rekening te houden met deze (al eerder bij de andere al bovengenoemde personen/instantie gemelde) bijzondere omstandigheid
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 39
Hoofdstuk 2
2A.6 Kosten De duale student kan de opleiding Vrijetijdsmanagement Duaal starten na het voldoende afronden van het intakegesprek. De kosten voor het intakegesprek bedragen € 225,=. Het collegegeld volgens de rijksregeling voor 2011-2012 bedraagt € 1.713,=. De kosten voor de aanschaf van boeken bedragen in het 1e jaar ongeveer € 800,=. In de hoofdfase zijn de kosten voor de aanschaf van boeken beduidend lager. In het tweede studiejaar wordt in het kader van het onderwijsprogramma een buitenlandse excursie georganiseerd. De kosten hiervoor bedragen circa € 600,=. Overzichtelijke weergegeven bestaan de studiekosten voor een student uit: Intakeprocedure à € 225,= Instroomprogramma drie dagen à € 480,00 (optioneel en aanbod alleen bij voldoende deelname) Collegegeld conform de rijksregeling ± € 1713,= per studiejaar (studiejaar 2011-2012) Boekengeld: € 800,= voor het eerste jaar en voor volgende jaren aanmerkelijk minder Excursie buitenland tweede studiejaar à € 600,00 Verblijfkosten voor studiedagen: ± € 800,= per jaar[1] Werkgeversbijdrage Duaal Onderwijs: Jaar 1
Reiskosten coach voor 2 gesprekken op locatie => 2 x € 45,00 = € 90,00 Reistijd coach voor 2 gesprekken op locatie => € 400,00 Bijdrage bijeenkomsten Amersfoort => 7 (planning definitief) x € 37,50 = € 262,50
Jaar 2
Reiskosten coach voor 2 gesprekken op locatie => 2x € 45,00 = € 90,00 Reistijd coach voor 2 gesprekken op locatie => € 400,00 Bijdrage bijeenkomsten Amersfoort => 6 bijeen-komsten (planning o.v.b.) x € 37,50 = € 225,00
40 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Jaar 3
Reiskosten coach voor 2 gesprekken op locatie => 2x € 45,00 = € 90,00 Reistijd coach voor 2 gesprekken op locatie => € 400,00 Bijdrage bijeenkomsten Amersfoort => 2 bijeenkomsten (planning o.v.b.) x € 37,50 = € 75,00 [1] In overleg kan volledig of gedeeltelijk van deze faciliteit gebruik gemaakt worden. De verblijfkosten worden door de opleiding voorgefinancierd en doorberekend aan de student ofwel de werkgever. Zoals geschreven bij voetnoot 1 kan de student zelf bepalen in hoeverre hij/zij gebruik maakt van de verblijfsmogelijkheden gedurende de studiedagen. De € 800,00 die hier nu voor staan zouden bijvoorbeeld teruggebracht kunnen worden naar een vergaderarrangement en lunch. Dit betekent dat de kosten voor een overnachting (gemiddeld € 70,00 x 4 tweedaagse trainingen = € 280,00) en voor dîner en eventueel snack komen te vervallen. Zoals onder de werkgeversbijdrage is uitgewerkt zijn de voormalige coachingskosten van € 1500,00 per studiejaar op een andere manier vormgegeven. Een gedeelte van deze kosten is teruggebracht in het onderwijs. De rest van de kosten zijn per studiejaar uitgewerkt. Ook hierin bestaat een keuzemogelijkheid met betrekking tot de locatie van de gesprekken. Vanwege het duale onderwijsprincipe moet er altijd 1 van 2 gesprekken op de locatie van het bedrijf plaatsvinden waar de student werkzaam is. Het andere gesprek in het studiejaar kan indien gewenst door de student ook in Leeuwarden plaatsvinden waardoor de reiskosten en reistijdkosten zullen halveren naar een bedrag van € 245,00.
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 41
Hoofdstuk 2
2B
Curriculum van de opleiding
2B.1 Inleiding Het onderwijsprogramma van de opleiding Vrijetijdsmanagement Duaal is samengesteld uit een Service Management gedeelte en een studiespecifiek gedeelte. Service Management vormt een integraal onderdeel van het studieprogramma. 2B.1.1 Beroepskwalificaties, Opleidingsprofiel Dit onderdeel is nader uitgewerkt in hoofdstuk 2A. 2B.1.2 Doelstellingen, eindtermen, competenties Dit onderdeel is nader uitgewerkt in hoofdstuk 2A. 2B.1.3
Structuur van het onderwijsprogramma
Totaal zijn per studiejaar 60 credits te verdienen. Het onderwijsprogramma van de opleiding Vrijetijdsmanagement Duaal bestaat uit onderwijseenheden van uiteenlopende aard. In het onderwijsprogramma wordt gewerkt met modulen met een looptijd van 9 weken. Bij overige activiteiten verschillen de onderwijseenheden van studielast. De studielast voor het eerste studiejaar bedraagt 60 ECTS. In overeenstemming met het duale leerconcept (action learning) is dit de totale studielast, inclusief de werkzaamheden die deels zelfstandig, al dan niet op de werkplek uitgevoerd moeten worden. De studielast voor de hoofdfase bedraagt 180 ECTS. Dit is incl. de afstudeerfase en excl. de bij de intake toegekende vrijstelling van 60 ECTS voor de stage. Het is de verantwoordelijkheid van de opleiding dat de in paragraaf 2A.2.4 genoemde competenties op het eind van de opleiding door de student behaald zijn. De coach is hierin leidend. Hij/zij onderzoekt o.a. middels de driehoeksgesprekken of de binnen dan wel buiten de opleiding behaalde competenties zichtbaar en meetbaar behaald zijn.
42 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
2B.1.4
Organisatie van het onderwijsprogramma Vrijetijdsmanagement Duaal
2B.1.4.1 Onderwijsprogramma eerste studiejaar Moduul 1
Moduul 2
Moduul 3
Moduul 4
Inleiding in de Vrijetijdskunde
Organisatie en Management
Marketing van de Vrijetijd
Leisure Life
Engels Engels Engels BE BE BE Zelfmanagement Zelfmanagement Zelfmanagement Figuur 2. Onderwijsprogramma eerste studiejaar Beschrijving Duaal:
modulen
eerste
studiejaar
Engels BE Zelfmanageme
Vrijetijdsmanagement
Uitvoerige inhoudelijke en onderwijskundige informatie over de modulen is te vinden in de betreffende moduulboeken. De informatie in het moduulboek is in beginsel bindend. Moduul 1: Credits: 9
Inleiding in de Vrijetijdskunde
Moduulkarakteristiek: verplicht Algemene moduuldoelstelling: Het moduul Inleiding in de Vrijetijdskunde (IVK) is het eerste moduul van de opleiding Vrijetijdsmanagement. IVK is op te vatten als een introductie in de vrijetijdskunde. Het moduul analyseert het vrijetijdsgedrag, maakt veranderingen van dat gedrag inzichtelijk, beschrijft de verschillende factoren die hierop van invloed zijn en gaat in op de verschillende vrijetijdsectoren. Het moduul biedt een basis voor de rest van de opleiding. Vele aspecten die gedurende dit moduul aan de orde komen, worden later in de opleiding verder verdiept.
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 43
Hoofdstuk 2
Moduul 2: Organisatie & Management Credits: 9
Moduulkarakteristiek: verplicht Algemene moduuldoelstelling: Binnen het moduul Organisatie en Management staan met name de thema‟s Strategie, leiderschap, personeel en middelenmanagement van het zogenaamde EFQM-model centraal. Binnen een organisatie spelen zich allerlei processen af, die de kwaliteit van de organisatie beïnvloeden. Management, beleid, strategie, organisatiecultuur en informatiestromen hebben allemaal invloed op de bedrijfsresultaten. Een goede manager weet, wat tot zijn kerntaken behoort. Hij kan die duidelijk maken naar zijn organisatie toe. Kennis van verschillende motivatietheorieën en leiderschapsstijlen helpt het eigen functioneren en het functioneren van de organisatie te beoordelen. Deze theorieën zullen daarom uitgebreid aan bod komen. Moduul 3: Credits: 9
Marketing van de Vrijetijd
Moduulkarakteristiek: verplicht Algemene moduuldoelstelling: Als je praat over klantenbinding, is er altijd sprake van een aanbieder en een afnemer. Het product of de dienst moet op een verantwoorde, uitgekiende wijze worden aangeboden. Hiermee wil de aanbieder de afnemer aan zich binden. Om dit te bereiken, moet de aanbieder niet alleen weten wie zijn potentiële afnemer is, waar hij zich bevindt en hoeveel geld hij heeft of wil uitgeven, maar vooral ook, hoe oud zijn afnemer is, tot welke inkomensklasse hij behoort en welk beroep hij heeft. De aanbieder moet weten en onderzoeken wat er zich in het hoofd van zijn afnemer afspeelt, hoe hij denkt, waardoor hij beïnvloed wordt, hoe hij beslist. Belangrijke thema‟s in dit moduul zijn dus marketing en consumentenpsychologie.
44 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Moduul 4: Credits: 9
Leisure Life
Moduulkarakteristiek: verplicht In het moduul Leisure Life staat de beleving van het leisure werkveld centraal. De centrale doelstelling van dit moduul is: „kennis en inzicht vergaren in de afzonderlijke vrijetijdssectoren en de actuele thema’s die spelen binnen deze sectoren, teneinde transsectorale belevenissen te kunnen regisseren en vermarkten”. De verdieping vind plaats door wekelijks een sector te behandelen gekoppeld aan een actueel thema. Zo wordt de sector openluchtrecreatie gekoppeld aan het toenemende spanningsveld tussen natuur en milieu, wordt bij toerisme ingegaan op de toenemende vraag naar authenticiteit en zal bij de behandeling van de mediasector ingegaan worden op de als maar toenemende mate van vrijgeven van gegevens. Naast deze vijf sectorspecifieke thema‟s wordt binnen het moduul Leisure Life ingegaan op drie onderwerpen die alle deelsectoren raken, namelijk duurzaamheid (people, planet, prosperity), Identiteit en Quality of Life & Geluk. Door de verdieping ontwikkelt de student een kritische blik op zijn/haar eigen vrijetijdsbesteding. Door een individueel onderzoek wordt de eigen besteding in kaart gebracht en geanalyseerd: Leisure in my Life. Het moduul wordt afgesloten met een kwalitatief onderzoek Leisure in my Society, waarin de student een vrijetijdssector naar keuze kiest (toerisme, recreatie, kunst en cultuur, media of sport) en hierover een eigen leervraag opstelt. Moderne Vreemde Taal: Engels Docenten Engels: Willem Boersma en Dinie Middelbrink Credits: 6 Dinie Middelbrink:
[email protected] Willem Boersma:
[email protected] Tijdens de eerste twee jaren van de opleiding wordt in de modules Engels aangeboden. Engels is voor iedere student verplicht. In de modulen wordt gewerkt met taaltaken die ontwikkeld zijn vanuit situaties in de beroepspraktijk en aansluiten bij het Common European Framework of reference for Languages (CEF) niveau van de Moderne vreemde taal. De taalmodulen zijn deels in het moduul geïntegreerd en worden apart beoordeeld.
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 45
Hoofdstuk 2
De verschillende niveaus waarop de student de taal kan beheersen zijn: A1 & A2 (basic language user) B1 & B2 (independent language user) C1 & C2 (proficient language user). Het afstudeerniveau is C1 Bedrijfseconomie en Bedrijfsadministratie Docent Bedrijfseconomie en Bedrijfsadministratie: Henri J. Hendriks Credits: E-mail:
[email protected] De opleiding Vrijetijdsmanagement Duaal voorziet in een Bachelor of Business Administration, waarbij het vak Bedrijfseconomie een verplicht onderdeel is. In het studieprogramma van Bedrijfseconomie ontwikkelt de student verschillende competenties. Centraal staat daarbij het opzetten, aansturen en verbeteren van bedrijfsprocessen en/of organisatieprocessen, in combinatie met kennis van het presenteren en interpreteren van financiële informatie. Bedrijfseconomie wordt deels geïntegreerd en deels zelfstandig aangeboden als Bouwstenen BE en apart beoordeeld. Er zijn 4 bouwstenen:
BE1 BE2 BE3 BE4
Bedrijfsadministratie Management accounting Financial accounting Finance (wordt geïntegreerd aangeboden)
46 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Zelfmanagement Credits: 16
Moduulkarakteristiek: verplicht Zelfmanagement is gericht op persoonlijk leiderschap en speelt binnen de opleiding een cruciale rol. Uitgangspunten: Meer aandacht voor persoonlijke ontwikkeling. Binnen en buiten de contactdagen; Inzetten diverse werkvormen en middelen om persoonlijke ontwikkeling te begeleiden en diverse leerstijlen aan te spreken; Goede basis en middelen voor beoordeling zelfmanagement/ persoonlijke ontwikkeling; Bieden van kaders en handreikingen voor het opbouwen van een portfolio zelfmanagement; Leerdoelen blijven het uitgangspunt voor zelfmanagement; Onderverdeling van punten voor ZM zodat de studenten kan scoren op verschillende onderdelen; gekoppeld aan vorig punt: Inzichtelijk maken waar een student staat met betrekking tot zelfmanagement; Aandacht voor Transfer of Learning: wat doe je in de voorbereiding, uitvoering en reflectie? Ontwikkeling vanaf instroom: waar sta ik nu (als toekomstig LM-manager en in eigen functie), waar ga ik naar toe (Bachelor/Meesterschap), hoe kom ik daar (POP).
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 47
Hoofdstuk 2
2B.1.4.2 Onderwijsprogramma tweede studiejaar Moduul 1
Moduul 2
Moduul 3
Moduul 4
HRM
Leisure Industries *1
Imagineering
Strategic Management *1
Engels BE Zelfmanagement
Engels BE Zelfmanagement
Engels BE Zelfmanagement
Engels BE Zelfmanagement
*1 Engelstalig Figuur 3. Onderwijsprogramma tweede studiejaar Beschrijving Duaal:
modulen
tweede
studiejaar
Vrijetijdsmanagement
In het tweede studiejaar volgt de student 4 verplichte modulen van elk 10 credits. Uitvoerige inhoudelijke en onderwijskundige informatie over de modulen is te vinden in de betreffende moduulboeken. De informatie in het moduulboek is in beginsel bindend. Moduul: HRM Credits: 10 Algemene moduuldoelstelling: In dit moduul staat het personeelsmanagement centraal, ook wel aangeduid als Human Resource Management (management van menselijk potentieel). De stof is gegroepeerd rond de volgende thema‟s: De plaats van HRM in de organisatie Planning en sturing van personeelsstromen Motiveren en beheren HRM en financiën Naast het hoofdbestanddeel HRM is er ook ruimte voor algemenere Management-thema‟s, zoals Internationaliseringn en Klanttevredenheid.
48 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Moduul: Leisure Industries Credits: 10 Algemene moduuldoelstelling: Leisure Industries In the first year students were introduced to the sector in the module called Introduction to Leisure Studies, or the sectors in the area of leisure time. An important feature is that there is a cluster of sectors rather than one single well-defined sector. That is, therefore, quite a different situation from the hospitality or retail industry. In spite of the sector-specific differences one can still discern more communality there than in the leisure sector. In the Introduction to Leisure module attention had to be paid to many different subjects. As a result, the introduction to the various sectors could only be superficial and it remained superficial of necessity. In this module a number of leisure sectors will be given more in-depth attention. Also, research will be carried out to which extent there can be cohesion between the sectors. In the following module, Imagineering, a leisure time concept will subsequently be developed; this will be in the form of an event that can be used in all sectors. Moduul: Imagineering Credits: 10 Dit moduul analyseert de beleveniseconomie en maakt de verschuiving van de Marketing- naar de Beleveniseconomie inzichtelijk. Het moduul geeft handvatten die de student in staat stellen, om zelf een belevenis te creëren. Imagineering is vooral klantgeoriënteerd en sluit in dat opzicht aan op het eerstejaars moduul Consument en Vrijetijd.
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 49
Hoofdstuk 2
Moduul: Strategic Management Credits: 10 Algemene moduuldoelstelling: After having worked with the EFQM model for two modules, the module Strategic Management represents the strategy as an ongoing, cyclic process. We use the model of Johnson & Scholes. This model needs to be supplemented with a more dominant, central role for values. This is in conformity with the vision of Stenden University: values are the leading principle in the educational program. For the rest, the model of J&S is a good example of the strategic cycle: there is a reciprocal influence between Analysis: determining the strategic position, Choices Implementation: strategy into action. In the themes, industry specific elements and functional strategies will be incorporated. Moderne Vreemde Taal: Engels Moduulcoördinator Engels: Credits: 4 Dinie Middelbrink:
[email protected] Tijdens de eerste twee jaren van de opleiding wordt in de modules Engels aangeboden. Engels is voor iedere student verplicht. In de modulen wordt gewerkt met taaltaken die ontwikkeld zijn vanuit situaties in de beroepspraktijk en aansluiten bij het Common European Framework of reference for Languages (CEF) niveau van de Moderne vreemde taal. De taalmodulen zijn deels in het moduul geïntegreerd en worden apart beoordeeld. De verschillende niveaus waarop de student de taal kan beheersen zijn: A1 & A2 (basic language user) B1 & B2 (independent language user) C1 & C2 (proficient language user). Het afstudeerniveau is C1
50 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Zelfmanagement Credits: 16 Zelfmanagement is gericht op persoonlijk leiderschap en speelt binnen de opleiding een cruciale rol. Uitgangspunten: Meer aandacht voor persoonlijke ontwikkeling. Binnen en buiten de contactdagen; Inzetten diverse werkvormen en middelen om persoonlijke ontwikkeling te begeleiden en diverse leerstijlen aan te spreken; Goede basis en middelen voor beoordeling zelfmanagement/ persoonlijke ontwikkeling; Bieden van kaders en handreikingen voor het opbouwen van een portfolio zelfmanagement; Leerdoelen blijven het uitgangspunt voor zelfmanagement; Onderverdeling van punten voor ZM zodat de studenten kan scoren op verschillende onderdelen; gekoppeld aan vorig punt: Inzichtelijk maken waar een student staat met betrekking tot zelfmanagement; Aandacht voor Transfer of Learning: wat doe je in de voorbereiding, uitvoering en reflectie? Ontwikkeling vanaf instroom: waar sta ik nu (als toekomstig LM-manager en in eigen functie), waar ga ik naar toe (Bachelor/Meesterschap), hoe kom ik daar (POP). 2B.2.3
Onderwijsprogramma studiejaar 3
Moduulplanning derde studiejaar In het derde jaar volgt de student 1 verplicht moduul en 1 keuzemoduul. Het keuzemoduul wordt ook wel als minor aangeduid. De student geeft, in moduul 4 van jaar 2, zelf aan welk minorthema hij/zij wil gaan volgen. Moduulperiode 1: Keuzemoduul (Minor) Centraal staat het maken van een tijdschrift waarbij de studenten kunnen kiezen uit de volgende minor-thema's: Kunst en Cultuur, Sport en Event management. Tijdens dit moduul gaan de studenten met de door hun gekozen sector aan de slag; na een globale analyse van de sector wordt deze verder opgesplitst in subsectoren. De studenten maken hiervan een uitgebreide sectoranalyse, waarin
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 51
Hoofdstuk 2
onder meer werkgelegenheid, omzetten, subsidies en aanbod aan de orde komen. Met deze kennis bezoeken de studenten een drietal organisaties, waar zij tenminste 1 interview afnemen. In groepen wordt tot slot een vakblad gemaakt voor de onderzochte sector. Moduulperiode 2: Leisure Research Projects Centraal staat het doen van onderzoek. Dit moduul is het laatste voordat de studenten aan de slag gaan met hun scriptie. Tijdens dit moduul maken de studenten actief kennis met zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek. Ten behoeve van het kwalitatieve onderzoek brengen de studenten eerst fictief een offerte uit, waarna zij het geoffreerde gaan onderzoeken, analyseren en rapporteren. Voor het kwantitatieve onderzoek krijgen de studenten een casus aangereikt, welke zij middels SPSS gaan analyseren en rapporteren. Dit moduul dient ter voorbereiding op de scriptie. Moduulperiode 3 en 4: Afstudeeropdracht Voor de informatie over de afstudeeropdracht zie 2.C.6. 2B.2.1 Overzicht verdeling credits Vrijetijdsmanagement Duaal De verdeling van de credits zijn per moduul terug te vinden in de moduulboeken. Deze moduulboeken worden uiterlijk bij aanvang van het betreffende moduul verstrekt. 2B.2.2 Cum Laude afstuderen Het is mogelijk om cum laude af te studeren aan de opleiding Vrijetijdsmanagement Duaal als de volgende voorwaarden zijn vervuld: De student moet elk moduul behaald hebben met minimaal het cijfer 8 (= 80 % van de te scoren punten binnen een moduul). Het cijfer 8 moet in beginsel in de eerste toetskans waar de student aan heeft deelgenomen zijn behaald. De student moet een scriptie hebben geschreven die door de scriptiebegeleider en de stagecoördinator is beoordeeld met het predicaat cum laude. De student neemt het initiatief om de examencommissie Vrijetijdsmanagement te verzoeken een onderzoek in te stellen naar zijn wens om cum laude af te studeren. Dit verzoek dient vergezeld
52 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
te gaan van een overzicht van de gemiddelde cijfers welke de student voor de modulen heeft behaald. Dit verzoek dient uiterlijk 2 maanden voor de datum van afstuderen te worden ingediend bij de examencommissie Vrijetijdsmanagement. 2B.2.3
Onderwijsprogramma en de opleidingsrationale vanaf studiejaar 2011 De competenties hebben als basis gediend voor de opleidingsrationale Leisure Management van Stenden Hogeschool. De visie van Stenden Leisure Management is: serving to improve the quality of life. Hoe willen we dat bereiken? Door middel van onze missie: het opleiden van duurzaam ondernemende regisseurs van de internationale vrijetijdssector. De competenties krijgen op Associate Degree niveau hun beslag tijdens de twee jaar durende AD-opleiding, en op bachelorniveau tijdens de vier jaar durende BBA opleiding. De duale variant van de opleiding betreft ook een vierjarige opleiding op bachelorniveau waarbij de student door zijn/haar werk in de vrijetijdssector na intake vrijstelling kan krijgen voor de praktijkcomponenten van de opleiding. Het les programma wordt thematisch-modulair aangeboden. Daarbinnen worden globaal 4 lijnen of thema‟s onderscheiden. 1. de interne managementlijn (rood) 2. de externe managementlijn (oranje) 3. de onderzoekslijn (groen) 4. de werkveldspecifieke lijn (blauw) Samenvattend betekent dit dat de student : in het eerste jaar het vak LM en zichzelf in dat vak LM leert kennen; in het tweede jaar het LM instrumentarium leert hanteren; in het derde dat instrumentarium leert toepassen in projectkaders; Dit leidt tot een opzet van een programma zoals geïllustreerd in onderstaand figuur:
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 53
Hoofdstuk 2
Periode 1
Inleiding in de Vrijetijdskunde
Periode 2
Organisatie &
Management
Periode 3
Periode 4
Marketing van de Vrijetijd
Leisure Life
•Engels •Zelfmanagement
HRM
Experience Leisure
Events & Organisation
Leisure Lab
•Vrij Studiepunt •Engels •Zelfmanagement Minor
Strategisch Management
Afstudeerscriptie
Afstudeerscriptie
•Zelfmanagement. 10 weken
10 weken
10 weken
10 weken
Figuur 4. Het curriculum van Leisure Management Duaal In de rode lijn kijken we vooral naar de interne structuur van een organisatie en naar de interne activiteiten. De vrijetijdsmanager moet in staat zijn een organisatie die binnen de vrijetijdssector opereert te managen. De modulen die tot deze lijn behoren zijn: Organisatie en Management HRM Strategisch Management De oranje lijn richt zich vooral op het regisseren en vermarkten van belevenissen. De modulen die tot deze lijn behoren zijn: Marketing van de Vrijetijd Experience Leisure
54 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Binnen de groene lijn staat onderzoek en beleidsvorming centraal. De vrijetijdsmanager is in staat om, zelfstandig of in teamverband, onderzoek uit te voeren, aan te sturen dan wel bestaande onderzoeksdata te analyseren om met de uitkomsten daarvan rapportages of aanbevelingen op te stellen die passen bij de desbetreffende opdracht of uitdaging. De modulen die tot deze lijn behoren zijn: Leisure Lab Leisure Research Projects Scriptie In de blauwe lijn tenslotte staan de specifieke werkveld gerelateerde kennis en vaardigheden centraal. Vrijetijdskunde, de specifieke kenmerken van de vrijetijdsectoren, evenementen en de minoren (specialisaties) staan centraal binnen deze zogenaamde „leisure lijn‟. De modulen die tot deze lijn behoren zijn: Inleiding in de Vrijetijdskunde Leisure Life Events & Organisation Minor
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 55
Hoofdstuk 2
2B.2.4
Algemene studiepunten, Vrije Studiepunten
Gedurende de hele opleiding werk je aan je competenties. Veel opleidingsactiviteiten worden aangeboden door opdrachten en toetsen. Maar naast deze voorgeschreven activiteiten moet je gedurende de opleiding ook met eigen projecten aan de slag. Dit soort projecten wordt gehonoreerd met een vrij studiepunt. Het verdienen van dit studiepunt kan op vele verschillende manieren gebeuren. Belangrijk is dat de activiteiten aan de volgende eis voldoen: Er is sprake van een inzet ten behoeve van de opleiding, Stenden, of de studenten van de opleiding Stenden. In overleg kunnen dit ook projecten zijn die door je eigen organisatie zijn aangedragen. De volgende regeling wordt gehanteerd: Het moet een onbetaalde activiteit zijn Het moet in eerste instantie een activiteit voor en door studenten zijn Het moet een activiteit zijn die buiten je normale werkzaamheden liggen. Het moeten Leisure werkzaamheden zijn. En het moet gaan om een project dat nog moet worden uitgevoerd. Werkzaamheden uit het verleden worden niet gehonoreerd. Alle projecten moeten eerst ter goedkeuring aan de coördinator worden voorgelegd. Het is de bedoeling dat je minimaal 28 uren besteed aan het project. De verschillende activiteiten worden met 1 studiepunt. Het is alleen bij hoge uitzondering mogelijk om verschillende activiteiten te koppelen. De activiteiten mogen gedurende alle 3 studiejaren worden uitgevoerd, het studiepunt wordt in het 3e jaar verwerkt bij het onderdeel zelfmanagement. De volgende activiteiten komen in ieder geval in aanmerking: 1) Voorlichting en PR: werven en informeren van geïnteresseerden in de opleiding Leisure Management alsmede aspirant studenten
56 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
2) 3) 4) 5)
Organiseren van introductiebijeenkomsten nieuwe studenten Organiseren van excursies voor studenten Deelname aan de Studenten Raad Maatschappelijk betrokken activiteiten voor de organisatie.
Procedure: Studenten en medewerkers kunnen te allen tijde zelf schriftelijk voorstellen indienen bij de Coördinator Vrije Studiepunten Duaal. Voor seizoen 2011-2012 is dat Pietrick Wiersma
[email protected] De coördinator zal per ingediend project bekijken of men in aanmerking komt voor het behalen van vrije studiepunten door het project. Na afloop van een project wordt schriftelijk een verantwoording van het bestede aantal uren afgelegd aan de coördinator. Tevens wordt in een kort reflectieverslag aangegeven aan welke competenties is gewerkt en wat je hebt geleerd van het project. Na goedkeuring worden de punten of het punt verwerkt in de resultatenlijst in het 3e jaar van de student.
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 57
Hoofdstuk 2
2B.2.5 Voortgangstoets en Bindend Studieadvies (BSA) De voortgangstoets is een toetsmethode waarin de kennisontwikkeling gedurende de eerste drie jaar van het curriculum centraal staat. De toets wordt telkens afgenomen op eindniveau. De student moet ieder jaar aantonen een stap richting het eindniveau te hebben gezet. De toets bestaat uit 200 vragen, die zijn verdeeld over een aantal categorieën. Per jaar moet de student een bepaald aantal vragen voor iedere categorie beantwoorden. De toets wordt viermaal per jaar aangeboden. Per jaar moet de student een vastgestelde norm halen om de ECs die er staan voor de voortgangstoets te behalen. In het onderstaande schema valt te lezen hoeveel vragen er (goed) moeten worden beantwoord om de verschillende normen te halen. Toets Totaal Aantal Goed Fout Norm Norm E aantal vragen (goed- in % C vragen (minimu fout) m) Jaar 1 200 90 54 36 18 60 3 Jaar 2 200 90 59 31 28 65 3 Jaar 3 200 120 78 42 36 65 3 Een voorwaarde voor het behalen van de credits voor de voortgangstoets (3 EC) is, naast het scoren boven de norm, het tweemaal afnemen van de toets per jaar. Eén van de toetsen is dan materiaal voor het studiebegeleidingsprogramma, om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de student per categorie. De hoogste score levert 3 EC op, mits er boven de norm is gescoord. Binnen het kader van het Bindend Studieadvies (BSA, zie blz. 28) heeft de voortgangstoets geen verplicht karakter. Het behalen van de norm van de voortgangstoets is dus geen voorwaarde voor het verkrijgen van een positief bindend studieadvies. Het scoren van de toets boven de norm van een volgend jaar resulteert niet in credits voor dat betreffende jaar.
58 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Andersom geldt wel dat met het behalen van de norm van het huidige jaar eveneens de credits voor de toets van een voorgaand jaar kan worden behaald, mits die punten nog niet waren behaald. Hierbij dient opgemerkt te worden dat studenten aan het eind van het tweede jaar ten minste de norm van het eerste jaar moeten hebben behaald, aangezien het behalen van de propedeuse een voorwaarde is voor toelating tot het derde jaar. 2C
Studievorderingsbeleid 2C.1 Examencommissies De examencommissie De opleiding Leisure Management kent een examencommissie. De taken en bevoegdheden van deze examencommissie zijn neergelegd inhet STENDENexamenreglement 2011/2012 en in de moduultentamenregeling van de opleiding Media- en Entertainment Management 2011/2012. Studenten die zich met een verzoek willen richten tot de examencommissie kunnen zich wenden tot de secretaris, de heer Martin Haanstra, telefoon 058-2441425, e-mail Examencommissie
[email protected] of het secretariaat, mevr. GerdaKloosterman, e-mail Examencommissie LM-TM-MEM@ stenden.com De examencommissie vergadert minimaal vier keer per moduulperiode (zie 2C.1.1) Brieven voor de examencommissie dienen 4 werkdagen voor de vergaderdatum van de examencommissie in het bezit van de secretaris te zijn (uiterlijk donderdag, voor 12.00 uur, in de week voorafgaande aan de vergadering op woensdag). VERZOEKEN DIE TE LAAT WORDEN INGEDIEND, WORDEN DOORGESCHOVEN NAAR EEN VOLGENDE VERGADERING. De verzoeken moeten worden voorzien van een duidelijke motivatie. De verzoeken moeten getypt of geprint ingeleverd worden, voorzien van naam, adres, telefoonnummer, studentnummer, naam van het moduul waarover de brief gaat, groepsnummer, coachen/of docent en/of moduulcoördinator. Op ELO is een format aanwezig waarvan de aanvrager verplicht gebruik dient te maken.
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 59
Hoofdstuk 2
De bovengenoemde voorwaarden zijn daarin opgenomen. Brieven die niet aan dit format voldoen worden NIET in behandeling genomen. Dit format is te vinden op ELO onder LM-TM-MEM Announcements -> “ExamCommittee” -> format brief examencommissie. Het vergaderrooster van de examencommissie is als volgt: 2C.1.1 Vergaderrooster examencommissie woensdag 24 augustus 2011 woensdag week 1, moduul 1 woensdag week 3, moduul 1 woensdag week 5, moduul 1 woensdag week 7, moduul 1 woensdag week 1, moduul 2 woensdag week 3, moduul 2 woensdag week 5, moduul 2 woensdag week 7, moduul 2 woensdag week 9, moduul 2 woensdag week 1, moduul 3 woensdag week 3, moduul 3 woensdag week 5, moduul 3 woensdag week 7, moduul 3 woensdag week 1, moduul 4 woensdag week 3, moduul 4 woensdag week 5, moduul 4 woensdag week 7, moduul 4 woensdag week 1, moduul 5 woensdag week 3, moduul 5 2C.1.2 Opleidingscommissie De opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management Duaal kent een Opleidingscommissie. De hoofdtaak van deze commissie is het adviseren van het management van de opleiding met betrekking tot onderwijsbeleid, onderwijsvernieuwing en onderwijsorganisatie. De opleidingscommissie bestaat uit studenten en medewerkers. In principe vergadert zij 1 maal in het moduul.
60 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
2C.2
Toelatingsbeleid
2C.2.1 Vooropleidingseisen In de WHW staat de vooropleidingseis aangegeven in hoofdstuk 7, artikel 7.24.2. Voor de inschrijving aan de opleiding Vrijetijdsmanagement Duaal geldt als vooropleidingseis het bezit van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (VWO), hoger algemeen voortgezet onderwijs (HAVO) of middelbaar beroepsonderwijs niveau 4. 2C.2.2 Aanvulling op vooropleidingseisen Aanvulling op de vooropleidingseisen voor profielen vanaf augustus 2007: Havo C&M kent als aanvullende eis Economie of M&O. De andere profielen kennen geen aanvullende eisen. Dit geldt ook voor de VWO-profielen. Toelatingseisen Stenden Hogeschool biedt Vrijetijdsmanagement in 4 jaar (Bachelor degree: Vrijetijdsmanager niveau 6) aan. De kandidaat kan bij de intake na onderzoek van vooropleiding, werkplek en werkervaring een vrijstelling van maximaal 1 jaar krijgen.
De werknemer is in het bezit van een havo, vwo of mbo niveau 4 – diploma; De werknemer is in dienst bij een vrijetijdsorganisatie via een arbeidsovereenkomst voor tenminste 24 uren per week; De werkgever stelt de werknemer in staat praktijkopdrachten voor zijn/haar studie uit te voeren; De werkzaamheden van de werknemer bieden voldoende leermogelijkheden.
Voorafgaand aan de daadwerkelijke inschrijving doorloopt de werknemer een intakeprocedure. Tijdens deze intake wordt er onderzocht of hij / zij in aanmerking komt voor een vrijstelling voor alle stageactiviteiten (inclusief leerbedrijf). De portfolio staat centraal tijdens de intake. De portfolio omvat zaken met betrekking tot vooropleiding, werkervaring, mogelijkheden tot het verwerven van competenties op de huidige werkplek en meer.
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 61
Hoofdstuk 2
De werkplek De volgende eisen worden aan de werkplek gesteld: Realiteitsgehalte Het werk moet representatief zijn voor het beroep waarvoor wordt opgeleid; Er moet een duidelijke relatie van de beroepstaken met de competenties van de opleiding gelegd kunnen worden; Er dient genoeg variatie in het werk, of middels aanvullende projecten, te zijn; Er moet voldoende diversiteit zijn in de contacten met relevante collega‟s, afdelingen, klanten/gasten; De medewerker moet in staat zijn om genoeg overzicht op de gehele organisatie te krijgen. Ontwikkelingsgerichtheid De medewerker moet in staat zijn om de Action Learning opdrachten te kunnen herkennen en te beschouwen als voorbereiding op kerntaken die bij het beroep horen; Er moet een mogelijkheid zijn om te kunnen werken aan de algemene hbo –kwalificaties; De medewerker dient de mogelijkheid te hebben om te communiceren en reflecteren over het werk; Er moeten begeleidingsmogelijkheden op het werk (vanuit werk/opleiding) zijn; De medewerker moet in staat zijn om in verschillende contexten te werken. Toelichting 21+ toets Studenten van 21 jaar of ouder kunnen in aanmerking komen voor de 21+ toets. De aspirant student dient een aantal digitale testen te maken waarvan de gegevens in een rapport worden neergelegd, dat na toestemming van de aspirant, naar de contactpersoon bij de opleiding Vrijetijdsmanagement wordt gestuurd. In dit rapport wordt een positief dan wel negatief advies over de toelaatbaarheid gegeven. De examencommissie van de opleiding bepaalt uiteindelijk of de aspirant student toelaatbaar is. Deze toets wordt afgenomen door een onafhankelijk adviesbureau. Het betreft een toets die gericht op het verkrijgen van inzicht in de capaciteiten en inzichten van de kandidaat om de studie succesvol te kunnen afronden.
62 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Toelatingseisen voor de opleiding Vrijetijdsmanagement zijn: een mbo diploma niveau 4 of een havo- of vwo-diploma met de volgende profielen: Havo toelatingsprofielen vernieuwde tweede fase Profiel Profiel Profiel C&M E&M N&G + economie of Management & √ √ Organisatie
Profiel N&T √
Tabel 1. Havo toelatingsprofielen Vwo toelatingsprofielen vernieuwde tweede fase Profiel Profiel Profiel C&M E&M N&G + economie of Management & √ √ Organisatie
Profiel N&T √
Tabel 2. VWO toelatingsprofielen Intake procedure De intakeprocedure is gebaseerd op het competentieprofiel van de opleiding en kent de volgende onderdelen: De start van de procedure bestaat uit 3 stappen: 1. Er wordt een portfoliobrief ingevuld door de aspirant studenten, de direct leidinggevende vult zijn/haar deel van de portfoliobrief in, en de student voegt bewijzen toe en retourneert deze voor een eerste beoordeling naar Stenden Hogeschool. In de portfoliobrief worden de gevolgde opleidingen, werkervaring en vaststelling van het competentieniveau op basis van zelfevaluatie en de waarneming van de werkgever. (180-graden feedback) benoemd 2. Er vindt een criterium gericht interviewplaats over het portfolio. Op basis van de informatie uit de portfoliobrief toetst de opleiding de gegevens. Het resultaat van het gesprek wordt vastgelegd in een gespreksverslag.
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 63
Hoofdstuk 2
3. Het gesprek wordt door een assessor van Stenden Hogeschool gevoerd. Hij/zij maakt een rapport op dat hij/zij naar de examencommissie Vrijetijdsmanagement stuurt. Mede op basis van dit rapport komt de examencommissie tot een van de hieronder genoemde uitspraken. De aspirant student is: A.
Toelaatbaar op basis van vooropleiding en een relevante werkplek waar competenties behaald kunnen worden. Relevante werkervaring van minimaal 2 jaar is zeer gewenst. Als voorbereiding op de studie volgt de student een verkorte introductie. Na toelating ontvangt hij/zij 60 credits vrijstelling voor stage en leerbedrijf.
B.
Toelaatbaar na het voldoende afronden van de 21+ toets. Deze situatie is van toepassing wanneer de kandidaat over onvoldoende vooropleiding beschikt. De 21+ toets geldt dan als colloquium doctum De relevante werkplek waar competenties behaald kunnen worden blijft een vereiste. Relevante werkervaring van minimaal 2 jaar is zeer gewenst. Als voorbereiding op de studie volgt de student een verkorte introductie. Na toelating ontvangt hij/zij 60 credits vrijstelling voor stage en leerbedrijf.
C.
Niet toelaatbaar op basis van vooropleiding en het niet beschikken over een relevante werkplek => afwijzing.
Werk- en studiebelasting In het vorige hoofdstuk is aangeven waar de principes van het duale onderwijs uit bestaan. Volwassen studenten leren efficiënte op basis van met name de werkervaring, levenservaring. De geboden theorie en opdrachten zijn een onderdeel van het (dagelijks) functioneren van de student. Ook de koppeling van eigen leer en ontwikkeldoelen stellen de studenten in staat om voortdurend met de studie bezig te kunnen zijn. Dat is ook de reden dat de leerstof minder opdrachten bevat en de praktijkervaring meegenomen wordt in de studiebelastinguren en dat duale studenten in staat zijn de stof te beheersen op de voorgeschreven niveaus.
64 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Studenten studeren gemiddeld 20 uren per week. Dat is 840 uren per jaar, inclusief lesdagen. 360 uren worden gebruikt voor de actuele werksituatie of projecten binnen de eigen werkomgeving waarbinnen de competenties en leerstof worden toegepast en uitgebreid. In totaal komen de studenten op jaarbasis aan minimaal 1200 studiebelastinguren. Mocht een student van mening zijn dat hij in aanmerking kan komen voor een vrijstelling dan geldt de volgende procedure: 2C.3
1. 2.
3.
4. 5.
Procedure voor de aanvraag van moduulvrijstellingen, anders dan de standaard vrijstelling in deze paragraaf beschreven Het initiatief tot het verkrijgen van een vrijstelling berust bij de student. De vrijstelling voor een bepaald moduul is alleen dan geldig wanneer de aanvraag ervan bij de Examencommissie van de opleiding binnen komt voordat het moduul voor de eerste keer plaatsvindt. Vrijstellingen die in de loop van het moduul worden aangevraagd, worden niet meer gehonoreerd. De aanvraag wordt vooraf eerst zelf door de student met de coördinator van het desbetreffende moduul voor akkoord besproken, waarna deze dan een brief naar de Examencommissie moet opstellen met daarin zijn besluit. Verzoeken om vrijstelling (anders dan de standaard vrijstelling in deze paragraaf beschreven) moeten altijd via de Examencommissie worden aangevraagd. Een verzoek daarna, mits de Examencommissie groen licht gegeven heeft, om vervroegde plaatsing in een tweedejaars, dan wel 3e-jaars moduul moet door de student zelf gedaan worden aan de onder punt 4 van artikel 2.C.3.2. genoemde persoon.
2C.4
Verkorte studietrajecten
Toegang tot de hoofdfase Voor de inschrijving in de hoofdfase geldt als eis het bezit van het propedeutisch getuigschrift van een ander erkende Nederlandse opleiding Vrijetijdsmanagement Duaal. Studenten die voldaan hebben aan de norm van het bindend studieadvies dat geldt aan het einde van het eerste jaar van
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 65
Hoofdstuk 2
inschrijving, hebben gedurende hun tweede jaar van inschrijving, toegang tot onderdelen van de hoofdfase, zonder dat zij daadwerkelijk staan ingeschreven in de hoofdfase. Zie ook 2A.8 Studieadvies. Studenten die in afwijking van het bovenstaande in de hoofdfase willen worden ingeschreven dan wel tentamens van de hoofdfase willen afleggen, moeten hiervoor een schriftelijk verzoek indienen bij de examencommissie.
2C.5 Toetsmomenten Voor toetsdata en deadlines voor bijvoorbeeld learner reports wordt naar de betreffende moduulboeken en naar ELO verwezen. 2C.6 Scriptie/afstudeerwerkstuk In het laatste studiejaar wordt een scriptie geschreven. Beoordelingseisen qua vormgeving en inhoud voor de afstudeeropdracht staan vermeld in de stagenota. Deze opdrachten zijn individuele werkstukken en vallen onder het examenreglement. 2C.7 Toekenning en verwerking van credits In het onderwijsprogramma worden voor verschillende onderwijsactiviteiten credits toegekend. Voor het toekennen en verwerken van de credits van de diverse onderwijsactiviteiten geldt de hieronder vermelde procedure. 1. De studiepuntenadministratie wordt bijgehouden door de medewerker die de credits toekent voor een bepaalde activiteit. 2. Als een dergelijke activiteit naar het oordeel van de medewerker naar behoren is uitgevoerd geeft de medewerker die de credits toekent aan de administratief medewerker door wie, waarvoor, welke credits heeft verdiend. Hiervoor zijn standaardformulieren te verkrijgen bij het Progress-bureau. 2C.7.1Semesteroverzicht Na elk semester ontvangt een student in het kader van de studievoortgangregistratie zo spoedig mogelijk een overzicht van het totaal behaalde aantal credits in zijn opleiding. De credits worden op de semesteroverzichten vermeld, indien de activiteiten voldoende zijn uitgevoerd.
66 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
2D
De Moduultentamenregeling Vrijetijdsmanagement 2011-2012 Informatie over het Examenreglement, het Protocol Toetscondities en het Protocol Plagiaat zijn te vinden in het Studentenstatuut, deel 1
2D.1 De Moduultentamenregeling Vrijetijdsmanagement 2011/2012 Het doel van de moduultentamenregeling is het regelen van de algemene gang van zaken betreffende de moduultentamens teneinde de studievoortgang van de student te kunnen vaststellen en/of te kunnen vaststellen of studenten kunnen worden toegelaten tot de postpropedeutische fase en de afstudeerfase van de opleiding. De artikelnummers verwijzen naar het StendenExamenreglement, wat is opgenomen in studentenstatuut deel 1. De leden van de artikelen zijn een verbijzondering van het desbetreffende artikel in het examenreglement. Artikel 1 Begripsbepalingen Moduul een onderwijseenheid met een omschreven studiebelasting uitgedrukt in ECTS. Moduul een moduul behorende bij het studiejaar waarin het wordt aangeboden Opdracht een taak voortkomend uit het centrale moduulthema Artikel 2 Deelname aan het examen MTR 2.1 Indeling van studenten in de te volgen modulen lid 1 De opleiding deelt aankomende eerstejaars studenten automatisch in voor de regulier te volgen modulen. lid 2 Iedere student wordt jaarlijks in de gelegenheid gesteld zijn jaarplanning van te volgen modulen in het volgende studiejaar kenbaar te maken via Progress. lid 3 Uiterlijk op de laatste schooldag in juni van het voorafgaande studiejaar dient de planning bij de opleiding bekend te zijn. lid 4 Indien de student zich niet houdt aan het gestelde in lid 3, zal de opleiding een planning voor deze student maken. Tegen deze planning is geen beroep mogelijk. lid 5 De periode waarin de student zijn planning kenbaar kan maken wordt van tevoren medegedeeld op het Intranet.
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 67
Hoofdstuk 2
lid 6
lid 7
lid 8 lid 9 lid 10 lid 11
Studenten die op stage of uitwisseling zijn kunnen hun jaarplanning schriftelijk kenbaar maken aan de opleiding. De brief waarin deze planning kenbaar wordt gemaakt dient uiterlijk de laatste schooldag in juli van het studiejaar in het bezit te zijn van de opleiding. De opleiding behoudt zich het recht wijzigingen aan te brengen in de jaarplanning van studenten als daar dringende organisatorische redenen voor zijn. Daarbij houdt de opleiding zich aan eventuele volgtijdelijkheid van modulen en houdt het rekening met het belang van indeling in praktijkmodulen. Aan het begin van het studiejaar kan de student zijn jaarplanning vernemen via het interne computernetwerk. Per studiejaar kan een student in principe een bepaald moduul één keer volgen. Per moduulperiode kan een student in principe maximaal in één moduul worden ingedeeld. Gedurende zijn studie kan de student maximaal twee keer een bepaald moduul volgen. Als de student daarna, met eventueel gebruikmaking van herkansingstoetsen, een bepaald moduul nog niet heeft behaald, beslist de examencommissie in redelijkheid en billijkheid over de te nemen maatregel. MTR 2.2 Minors De student dient zijn/haar keuzes voor het keuzesemester voor het volgende studiejaar aan de opleiding kenbaar te maken via Progress. De deadline hiervoor wordt gepubliceerd op het Intranet.
Artikel 3 Normering moduultentamen MTR 3.1 Berekening norm moduultentamen lid 1 Het aantal credits dat de student die een bepaald moduul volgt, maximaal kan behalen voor de moduultoets met juist/ onjuist vragen van dat moduul, telt voor 75% mee in de bepaling van de norm; Het aantal credits dat de student die een bepaald moduul volgt, maximaal kan behalen voor de moduultoets met open vragen van dat moduul, telt voor 55% mee in de bepaling van de norm; Het aantal credits dat de student maximaal kan behalen voor het onderdeel actieve participatie in een bepaald moduul telt ten hoogste voor 100% mee in de bepaling van de norm voor dat moduul. Zie voor een nadere uitwerking het moduulboek.
68 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
lid 2
lid 3 lid 4
Voor werkcolleges en practica kan in het moduulboek bepaald zijn dat de actieve participatie bij deze onderdelen voor ten minste voor 55% meetelt in de bepaling van de norm. Zie voor een nadere uitwerking het moduulboek. Voor andere toetsvormen dan de in lid 1 en 2 van MTR 3.1 genoemde toetsvormen, wordt de normering aangegeven in het moduulboek van het betreffende moduul. Voor de voortgangstoets wordt de normering en andere relevante informatie aangegeven op een daarvoor aangemaakte pagina op Elo.
Artikel 4 Inhoud en omvang van het examen Indien een student alle onderdelen van de propedeutische fase met een voldoende resultaat heeft afgerond, heeft hij het propedeutisch examen behaald. Indien een student alle onderdelen van de opleiding met een voldoende resultaat geeft afgerond, heeft hij het examen behaald. Artikel 5 Het verlenen van vrijstellingen Zie 2C.3 vrijstellingen van studiegids Vrijetijdsmanagement 2011/2012 Artikel 6 Het aantal malen gelegenheid wordt geboden tentamens en examens lid 1
lid 2
lid 3
per tot
studiejaar dat de het afleggen van
MTR 6.1 Het Moduultentamen In elk moduulboek wordt opgenomen: a. Het maximaal aantal punten dat voor de diverse onderdelen van het moduultentamen behaald kan worden, b. De berekening van de norm, die aangeeft wanneer de module met voldoende beoordeeld wordt. c. De algemene criteria die gelden voor de moduulopdracht. d. De algemene criteria die gelden voor actieve participatie. De student wordt in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan de moduultoets in week 9 van het moduul waarvoor hij is ingedeeld, mits een moduultoets onderdeel uitmaakt van het moduultentamen. Bij overlopen van een moduul vervallen alle eerder behaalde punten voor het moduultentamen van dat moduul.
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 69
Hoofdstuk 2
lid 4 lid 5 lid 6
lid 1
lid 2 a.
lid 3 lid 4
lid 1 lid 2
lid 3 lid 4
Mededelingen betreffende het moduultentamen worden gepubliceerd op Elo en/of via Intranet. Participatie kan niet herkanst worden. Een onvoldoende opdracht kan eenmaal herkanst worden. (Zie art, 6.3, lid 4 van dit moduultentamenreglement.) MTR 6.2 Moduultoetsen/Voortgangstoetsen Kenmerkend voor een moduultoets en een voortgangstoets is dat deze onder examencondities dient te worden uitgevoerd. Dit betekent dat een moduultoets/voortgangstoets wordt uitgevoerd onder toezicht van één of meerdere medewerkers van de school op een nader te bepalen tijdstip en plaats en onder de bepalingen van Artikel 16a en Artikel 16b van het Examenreglement. De datum, het aanvangstijdstip, de duur en de plaats van een toets worden uiterlijk één week voor de toets bekend gemaakt via Intranet. b. Behoudens overmacht zijn de gepubliceerde toetsdata, duur en aanvangstijden van de toets bindend. Er kunnen verschillende toetsvormen voorkomen. Deze worden vermeld in het desbetreffende moduulboek. Aanvullende regelgeving met betrekking tot een toets wordt, voordat de toets plaatsvindt, bekend gemaakt op het schutblad van de toets. MTR 6.3 Opdrachten Een opdracht is een verplichte uitvoering van een zelfstandig onderwijsonderdeel binnen een moduul niet behorende tot een toets of participatie. Een groep die aan een opdracht werkt, dient bij samenwerkingsproblemen, hiervan onverwijld melding te maken bij de tutor of de moduulcoördinator. In het geval er sprake is van aanhoudende problemen kan de moduulcoördinator besluiten de groep te ontbinden en één of enkele leden van de groep verplichten de opdracht individueel of in kleinere samenstelling af te ronden. Tijdens het moduul dient minimaal één keer terugkoppeling over de opdracht door de moduulcoördinator, de docent of de tutor naar de studenten plaats te vinden. Een onvoldoende opdracht kan eenmaal herkanst worden. Een voldoende opdracht kan niet worden herkanst.
70 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
lid 5 lid 6
lid 7
lid 8
lid 9
lid 10 lid 11
De herkansing wordt verleend door de moduulcoördinator, binnen vier weken na de datum waarop de definitieve uitslag van de opdracht bekend is gemaakt,indien deze daartoe een schriftelijk verzoek heeft ontvangen van de student,die een onvoldoende voor de opdracht heeft behaald. Verzoeken ontvangen na deze periode van vier weken worden niet in behandeling genomen. Noch door de moduulcoördinator, noch door de examencommissie. Opdrachten dienen zowel digitaal als in hard copy ingeleverd te worden voor de daartoe vastgestelde deadline. Tenzij anders in het moduulboek staat aangeven dient de opdracht op de volgende wijze ingeleverd te worden: Inleveren bij front-Office op ...dag (zie moduulboek) tussen … uur en ...uur ( zie moduulboek)bij maximaal 1 uur te laat: aftrek van 10% van het maximum, tussen 1 uur en 2 uur te laat: aftrek van 20 % van het maximum meer dan 2 uur te laat: de opdracht wordt niet meer nagekeken en de mogelijkheid tot herkansing van de betreffende opdracht vervalt. In geval van overmacht kan een brief naar de examencommissie worden toegestuurd. Indien de hard-copy versie van de opdracht wel op tijd is ingeleverd en de digitale versie van diezelfde opdracht niet op tijd is ingeleverd, of andersom, wordt een aftrek toegepast van 10% van het maximaal te behalen punten voor die opdracht. Art. 6.3 lid 7 is alleen van toepassing, indien de ontbrekende versie binnen twee schooldagen alsnog wordt ingeleverd. Indien dit niet het geval is, wordt de opdracht niet nagekeken en vervalt de mogelijkheid van herkansing van de betreffende opdracht. De student is verplicht om van iedere opdracht die op schrift dan wel digitaal ingeleverd wordt zelf een digitale kopie te bewaren, conform art. 11, lid 3 van het Examenreglement Stenden Hogeschool 2011/2012. De moduulcoördinator is verantwoordelijk voor het (laten) beoordelen van de opdracht, aan de hand van een lijst van beoordelingscriteria. Iedere op schrift en/of digitaal aangeleverde opdracht moet minimaal voldoen aan een aantal algemene beoordelingscriteria te weten: a. De opdracht dient goed leesbaar te zijn; b. De opdracht dient compleet te zijn;
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 71
Hoofdstuk 2
Lid 12.
Lid 13 Lid 14.
c. Bij een groepsopdracht dient ieder groepslid te kunnen aantonen dat hij/zij een evenredig deel van de opdracht heeft gemaakt. Een groepslid dat aantoonbaar (kwalitatief en/of kwantitatief) in gebreke is gebleven bij het maken van en werken aan de opdracht, kan van de tutor een van de overige groepsleden afwijkende beoordeling krijgen. De afwijking kan maximaal 20% van de maximale score van die opdracht betreffen. De tutor kan de in lid 12 bedoelde afwijkende beoordeling slechts geven dan nadat hij hierover overeenstemming heeft bereikt met de moduulcoördinator. Een groepslid dat in aanmerking komt voor de in lid 12 bedoelde afwijkende beoordeling dient daarvan onverwijld door de tutor in kennis te worden gesteld nadat deze hierover overeenstemming heeft bereikt met de moduulcoördinator.
MTR 6.4 Actieve participatie lid 1 Tenzij in het moduulboek anders is bepaald, is de minimale voorwaarde voor het toekennen van punten voor actieve participatie 80% aanwezigheid bij verplichte onderwijsleeractiviteiten in de groep waarin de student staat ingedeeld. lid 2 Bij een aanwezigheid van minder dan 80% (of het in het moduulboek aangegeven percentage) van de verplichte onderwijsleeractiviteiten worden in beginsel geen punten voor actieve participatie toegekend, tenzij anders vermeld in het moduulboek. lid 3 In geval van overmacht bij afwezigheid is Artikel 14 van dit reglement van toepassing. lid 4 De docent/tutor heeft de bevoegdheid de student zijn/haar punten voor actieve participatie te onthouden indien hij daarvoor een zwaarwegende reden aanwezig acht. lid 5 Voordat een docent/tutor besluit een student de punten voor actieve participatie te onthouden, dient de docent/tutor de student gewaarschuwd te hebben dat deze laatste zijn/haar punten dreigt te verliezen. Deze waarschuwing dient opgenomen te worden in de notulen van de onderwijsleeractiviteit dan wel anderszins schriftelijk te worden vastgelegd. Als na deze waarschuwing er naar het oordeel van de docent/tutor nog steeds zwaarwegende redenen aanwezig zijn om de student zijn/haar punten te onthouden, kan de docent/tutor hiertoe
72 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
lid 6
besluiten. Dit besluit dient ook te worden opgenomen in de notulen dan wel anderszins schriftelijk te worden vastgelegd. Voorbeelden van zwaarwegende redenen zijn: het niet maken van de notulen; wegblijven als voorzitter of als notulist; niet uitwerken van de leerdoelen; niet nakomen van afspraken. Afwezigheid tijdens een van de bijeenkomsten kan niet aangevoerd worden als bezwarende omstandigheid.
MTR 6.5 Moduulvervangende opdracht lid 1 De student kan onder de volgende voorwaarden (eenmalig) in aanmerking komen voor een moduulvervangende opdracht: a. Het gaat om het laatste nog te behalen moduul. b. Het moduul behoort tot het verplichte postpropedeutische onderwijs programma en is niet een praktijkmoduul, noch een minor. c. De student moet op de reguliere manier hebben deelgenomen aan het moduul en het daarbij behorende moduultentamen. d. De student moet, indien het moduul een moduultoets heeft, hebben deelgenomen aan tenminste twee toetsherkansingen. lid 2 Het onderwerp van de moduulvervangende opdracht moet betrekking hebben op het moduulthema en mag in principe geen relatie hebben met de scriptie in het kader van de managementstage of daarvan een afgeleide zijn. lid 3 De opdracht bestaat uit het schrijven van een werkstuk waarvoor maximaal 15 credits kunnen worden verkregen. lid 4 De student is vrij om zelf te bepalen waar de opdracht wordt uitgevoerd en heeft het recht gebruik te maken van de faciliteiten van de Hogeschool. lid 5 a. Om in aanmerking te komen voor een moduulvervangende opdracht dient een schriftelijk verzoek daartoe gericht te worden aan de examencommissie. b. Indien de examencommissie positief op het verzoek besluit, wordt de student in de gelegenheid gesteld een voorstel in te dienen bij de desbetreffende moduulcoördinator v.w.b. het onderwerp en de globale opzet van de opdracht. c. Als het onderwerp wordt goedgekeurd, wordt vervolgens in onderling overleg tussen de moduulcoördinator en het management van de opleiding bepaald door welke docent de student zal worden begeleid.
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 73
Hoofdstuk 2
lid 6
lid 7
lid 1
d. Vóór aanvang van de werkzaamheden heeft de student toestemming nodig van de begeleidende docent voor wat betreft de globale opzet van de opdracht. e. De student heeft recht op regelmatige terugkoppeling gedurende de periode dat hij/zij aan de opdracht werkt. De student heeft uitsluitend recht op begeleiding gedurende de schoolweken. a. Beoordeling vindt plaats in termen van voldoende of onvoldoende. Bij de beoordeling worden dezelfde criteria gehanteerd als bij de beoordeling van scripties die in het kader van de managementstage worden geschreven. b. In geval van voldoende beoordeling ontvangt de student maximaal 15 credits voor het betreffende moduul. c. De uitslag van de beoordeling wordt uiterlijk 3 weken na inlevering van de opdracht bekend gemaakt. d. Beoordeling vindt uitsluitend plaats gedurende de schoolweken. e. De docent/beoordelaar deelt de uitslag van de beoordeling onverwijld mede aan de moduulcoördinator van het betreffende moduul welke de uitslag doorgeeft aan de secretaris van de examencommissie. Herkansing vindt plaats analoog aan de herkansingsregeling voor de scriptie die in het kader van de (management)stage wordt geschreven. MTR 6.6 Toetsing en toetsherkansing a. De student heeft het recht om per gevolgd moduul maximaal 5 keer aan een toets van dat moduul deel te nemen, met inbegrip van de reguliere moduultoets in week 9 van de periode waarin het moduul wordt gevolgd. b. Heeft de student een moduul niet gehaald na 5 keer te hebben deelgenomen aan een toets van dat moduul, met inbegrip van de reguliere moduultoets, dan moet de student het moduul in een volgend studiejaar in zijn geheel opnieuw volgen. De student krijgt elk studiejaar tenminste 3 toetsmomenten per te behalen moduul aangeboden. c. De voortgangstoets wordt jaarlijks op tenminste 4 verschillende momenten aangeboden. Studenten kunnen zonder beperking deelnemen aan de aangeboden voortgangstoetsen, met inachtneming van art. 6.6, lid 1d van dit reglement.
74 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
lid 2
lid 3 lid 4
lid 5 lid 6
d. Voor deelname aan een toetsmoment, dient de student zich in te schrijven via Progress. Bij inschrijving voor een toets kan een bewijs van inschrijving worden afgedrukt. Zonder dit bewijs kan de student geen rechten ontlenen aan de inschrijving. In geval een student deelneemt aan meerdere toetsmogelijkheden voor een bepaald moduul, telt de hoogste toetsscore en behoudt de student het aantal punten dat reeds behaald is voor participatie en opdracht(en). Het behoort tot de eigen verantwoordelijkheid van de student om zich op de hoogte te stellen van het toetsrooster en de procedure van inschrijving voor een toetsmoment. Aan studenten die op stage gaan kunnen extra toetsmomenten worden aangeboden voor een moduul dat zij in het studie jaar hebben gevolgd, waarin zij hun stage aanvangen. Een verzoek daartoe dienen zij schriftelijk in te dienen bij de examencommissie met een bewijs van de begindatum van de stage. Zonder dit bewijs wordt het verzoek niet in behandeling genomen. Als het verzoek wordt gehonoreerd, wordt met de student bepaald op welk moment deze toetsing kan plaatsvinden. Het niet kunnen deelnemen aan enige toets wegens het samenvallen van toetsmomenten behoort tot het risico van de student In het geval een student deelneemt aan een toets als herkansing, valt het onder de eigen verantwoordelijkheid van de student om na te gaan in hoeverre de leerstof en/of puntenstructuur van het moduul is gewijzigd.
MTR 6.7 Vervalt MTR 6.8 Onderwijsexperimenten De Examencommissie is bevoegd in het kader van een onderwijsexperiment moduulcoördinatoren toe te staan af te wijken van de algemeen geldende regelgeving v.w.b. moduultentamen, participatie etcetera, zoals vastgelegd in het Examenreglement Stenden Hogeschool en de Moduultentamenregeling Vrijetijdsmanagement. Nadat de moduulcoördinatoren de toestemming hiervoor hebben verkregen, wordt dan in het moduulboek vermeld waarin het onderwijs binnen dat moduul afwijkt van de algemeen geldende regels.
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 75
Hoofdstuk 2
MTR 6.9 Vervalt Artikel 7 Geldigheidsduur examenonderdelen Geen verbijzonderingen. Zie studentenstatuut deel 1 Artikel 7a Intellectuele eigendom Geen verbijzonderingen Artikel 8 Mondelinge tentamens Geen verbijzonderingen. Zie studentenstatuut deel 1 Artikel 9 Bepaling resultaten MTR 9.1 lid 1 De definitieve uitslag van een moduultentamen wordt bekend gemaakt in Progress. lid 2 Een student heeft een moduul behaald wanneer hij minimaal aan de moduulnorm voldoet en aan norm voor moduulonderdelen voldoet. lid 3 Een student heeft een moduul niet behaald: a. wanneer hij gezakt is voor het moduultentamen. b. wanneer zijn moduultentamenuitslag ongeldig is verklaard. lid 4 Antwoorden op de door de student ingeleverde schrapkaarten zijn bepalend voor de vaststelling van de toetsscore. Lid 5 Uitgereikte toetsopgaven van de moduultoets/voortgangstoets mogen door de student niet worden meegenomen, evenals aantekeningen gemaakt tijdens de toets. lid 6 De voorlopige “antwoordensleutel” van de moduultoets/voortgangstoets wordt de volgende schooldag na de schriftelijke toets vanaf 8.30 uur digitaal bekend gemaakt. lid 7 De voorlopige scores voor moduultentamenonderdelen kunnen op een eerder moment dan de definitieve moduultentamenuitslag door de moduul coördinatoren bekend gemaakt worden. lid 8 Aan voorlopige scores kunnen geen rechten worden ontleend. Artikel 10 Inzagerecht en termijn van bewaring MTR 10.1 lid 1 Na de bekendmaking van de definitieve uitslag van het moduultentamen heeft de student recht op inzage van zowel (de) opdracht(en) als (het)
76 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
lid 2
toegepaste beoordelingsformulier(en), met in acht name van de inzagetermijn zoals weergegeven in het Examenreglement van de Stenden Hogeschool. Beoordeelde opdrachten worden door de beoordelaar bewaard gedurende de tijd welke aangegeven wordt in Artikel 10 van het Examenreglement. Als deze tijd is verstreken worden de opdrachten vernietigd. Beoordeelde opdrachten worden in geen geval teruggegeven aan de student.
Artikel 11 Verantwoordelijkheid tentamen - en examengegevens lid 1 De student wordt op de hoogte gesteld waar en wanneer schriftelijke verslaglegging van moduultentamenonderdelen en digitale uitwerkingen van opdrachten dienen te worden ingeleverd. Bij het inleveren van een opdracht bij een docent/tutor/frontdesk plaatst de student een handtekening op een lijst voor ontvangst bij de desbetreffende docent/tutor/frontdesk. Artikel 12 Registratie van de studieresultaten Geen verbijzonderingen. Artikel 13 Getuigschrift lid 1a Studenten die ingeschreven staan voor de Propedeutische fase, die de Propedeuse hebben afgerond en die een propedeusecertificaat wensen te ontvangen, moeten een verzoek sturen aan de examencommissie. Nadat het verzoek is ontvangen zal de examencommissie, na controle van de punten, een propedeusecertificaat afgeven. Het format voor het verzoek kan gevonden worden op ELO, onder „Exam Committee Leisure and Tourism” lid 1b Studenten die een vrijstelling hebben voor de propedeutische fase, zullen geen propedeusecertificaat ontvangen. lid 2a Studenten die de gehele opleiding voldoende hebben afgerond, moeten een verzoek doen om de graad van Bachelor of Business Administration in Vrijetijdsmanagement te ontvangen. lid 2b Studenten die willen afstuderen moeten daartoe een verzoek indienen bij de secretaris van de examencommissie, in ieder geval 14 dagen voor de gewenste afstudeerdatum. Het verzoek zal worden beoordeeld door de examencommissie.
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 77
Hoofdstuk 2
lid 3.
Het format voor het verzoek kan gevonden worden op ELO, onder “Exam Committee Leisure and Tourism”. Studenten kunnen afstuderen op elke vergaderdatum van de examencommissie. De vergaderdata staan vermeld in de studiegids, onder hoofdstuk 2C.
Artikel 13a Cum Laude De voorwaarden om Cum Laude af te studeren aan de opleiding Vrijetijdsmanagement staan beschreven onder 2B.2 van de Onderwijs-en Examenregeling van de opleiding Vrijetijdsmanagement. Artikel 14 Overmachtregeling MTR 14.1 Beroep op overmacht lid 1 Nadat een student heeft deelgenomen aan een toets is het niet meer mogelijk zich te beroepen op overmacht met betrekking tot die toets. lid 2 Om bij het maken van een opdracht in aanmerking te kunnen komen voor de overmachtregeling dient vóór het verstrijken van de inlevertermijn contact te zijn opgenomen met de moduulcoördinator. De moduulcoördinator treft dan een voorlopige regeling met de student en stelt de secretaris van de examencommissie daarvan in kennis. De secretaris van de examencommissie beoordeelt of de voorlopige regeling omgezet kan worden in een definitieve regeling, dan wel bepaalt of dit ter besluitvorming geagendeerd dient te worden voor de eerstvolgende vergadering van de examencommissie. MTR 14.2 Toekenning extra examenmogelijkheid moduultoets lid 1 Toekenning van een extra toets door de examencommissie geschiedt pas nadat de student alle reguliere toets(herkansings)mogelijkheden heeft benut met uitzondering van die mogelijkheid waarop de overmacht betrekking heeft. lid 2 De examencommissie is bevoegd bij de extra toets een andere toetsvorm aan te bieden. De extra toets dient gelijkwaardig te zijn aan de oorspronkelijke toets. lid 3 Een verzoek om een extra toetsmogelijkheid op grond van overmacht, dient te worden gedaan bij de examencommissie
78 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Lid 4
uiterlijk 5 schooldagen na de toetsdatum waarop de overmacht betrekking heeft. In het in MTR 14.2, lid 3 genoemde verzoek dient de student de in MTR14.1, lid 1 bedoelde omstandigheid met schriftelijke bewijzen te staven. Bovendien moet de student voldaan hebben aan de voorwaarde dat de student de afwezigheid dezelfde dag heeft gemeld bij de Front-office.
MTR 14.3 Uitwisseling lid 1 Tijdens een periode van uitwisseling met een buitenlandse onderwijsinstelling en/ of een verblijf op één van de buitenlandse sites kan een student geen rechten ontlenen aan de regeling inzake toetsherkansingen van deze moduultentamenregeling. MTR 14.4 Overmacht bij verplichte onderwijsleeractiviteiten lid1 De student heeft de mogelijkheid om bij de moduulcoördinator een verzoek in te dienen voor een compensatieopdracht n.a.v. gemiste verplichte onderwijsleeractiviteiten als er sprake is van omstandigheden die niet aan de student kunnen worden toegerekend (overmacht). Om in aanmerking te kunnen komen voor een compensatieopdracht moet voldaan zijn aan de volgende voorwaarden: De student heeft de afwezigheid dezelfde dag gemeld bij de Frontdesk. Alle gemiste verplichte activiteiten binnen het betreffende moduulonderdeel zijn gemist tengevolge van overmacht, dit ter beoordeling aan de moduulcoördinator. De student heeft actief geparticipeerd tijdens de overige bijeenkomsten De student dient de in lid 1van dit artikel bedoelde omstandigheid met schriftelijke bewijzen te staven. Het verzoek om een vervangende opdracht kan pas worden ingediend na de laatste verplichte onderwijsleeractiviteit van het betreffende moduul en moet uiterlijk 4 schoolweken na de laatste dag van de moduulperiode in het bezit van de moduulcoördinator zijn.
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 79
Hoofdstuk 2
lid 3 lid 4 lid 5
lid 6 lid 7
lid 8
De moduulcoördinator bepaalt,eventueel in overleg met de betrokken docent of tutor, de inhoud en uitvoering van de compensatieopdracht. De compensatieopdracht dient het gemiste verplichte onderdeel inhoudelijk te vervangen en qua studiebelasting gelijkwaardig te zijn aan die van de gemiste verplichte onderdelen. Compensatieopdrachten behorend bij één van de eerste drie moduulperiodes in een bepaald studiejaar dienen in hetzelfde studiejaar te worden ingeleverd en nagekeken. Compensatieopdrachten behorend bij moduulperiode vier dienen uiterlijk 15 augustus te zijn ingeleverd en binnen één week te zijn nagekeken. De moduulcoördinatoren zijn verantwoordelijk voor het doen vaststellen of de opdracht aan de gestelde criteria voldoet. Als de opdracht als voldoende wordt beoordeeld kennen de moduulcoördinatoren alsnog de participatie punten toe. De student die het niet eens is met de beoordeling van een compensatieopdracht dient de procedure te volgen zoals omschreven in Artikel 17. Indien het gaat om afwezigheid bij een specifiek vak, anders dan pgo en/of moduulopdrachtbegeleiding, kan in dit artikel de betreffende vakdocent worden gelezen in plaats van de moduulcoördinator. In het geval student en moduulcoördinator, respectievelijk de betreffende vakdocent geen eenduidig oordeel hebben over de vraag of wel of niet sprake is van overmacht, kan de student zijn verzoek richten aan de examencommissie, eveneens binnen 4 weken na afloop van het moduul.
Artikel 15 Voorzieningen voor zintuiglijk gehandicapte studenten Geen verbijzonderingen.
lichamelijk
of
Artikel 16.a Regels voor de goede gang van zaken met betrekking tot examens (voor studenten). MTR 16.a.1 Toetsen lid 1 In beginsel mag een student alleen deelnemen aan een toets wanneer hij zich kan legitimeren met een geldige collegekaart. lid 2 De student die bij deelname aan een toets geen geldige collegekaart kan tonen maar wel een ander geldig
80 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
lid 3 lid 4
lid 5
lid 6 lid 7 lid 8
legitimatiebewijs, mag ook deelnemen aan de toets. Voor deze student geldt echter wel, dat hij binnen 5 schooldagen na aanvang van de toets zijn geldige collegekaart in persoon moet tonen aan de secretaris van de examencommissie of bij diens afwezigheid bij één van de andere leden van de examencommissie of bij de secretaresse van de examencommissie. Er moet daarnaast een kopie van de kaart, met vermelding van datum en naam van de toets bij het secretariaat of in het postvak van de secretaris worden ingeleverd. Pas dan wordt aan deze student de toetsscore toegekend. Deze procedure kan tot vertraging van de bekendmaking van de uitslag leiden. Een student die zich op generlei wijze kan legitimeren wordt de toegang tot de toetsruimte ontzegd. Tenzij anders wordt aangegeven op het uitgereikte toetsformulier mag er zich op tafel waaraan de student zit tijdens de toets niets anders bevinden dan de uitgereikte toets, de collegekaart, de schrapkaart, potlood en gum. Aan het gebruik van rekenmachines bij toetsen worden de volgende eisen gesteld: de rekenmachine mag op de display geen tekst kunnen produceren, maar alleen cijfers de rekenmachine mag niet op het lichtnet/of on-line worden aangesloten de rekenmachine mag niet voorzien zijn van geluidsapparatuur, schrijfrollen, een alarminstallatie en zend- of ontvangstmogelijkheden de rekenmachine mag niet werken volgens een andere dan de hiërarchisch algebraïsche methode de rekenmachine mag niet groter zijn dan zakformaat. Deelnemers aan de toets met Juist/Onjuist-items zijn verplicht de schrapkaart volledig in te vullen. Na afloop van de toets vult de (hoofd)surveillant een protocol in over het verloop van de toets, ondertekent dit en levert dit in bij het ToetsServiceBureau. Het is een student niet toegestaan een ingeschakelde mobiele telefoon of Blackberry mee te nemen in de toetsruimte.
MTR 16.a.2 Vervalt
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 81
Hoofdstuk 2
Artikel 16.b Onregelmatigheden MTR 16.b.1 Onregelmatigheden bij een toets lid 1 Bij geconstateerde onrechtmatige handeling(en) van een student tijdens de moduultoets/voortgangstoets dient de surveillant binnen 3 schooldagen schriftelijk een proces verbaal in bij het ToetsServiceBureau. lid 2 De examencommissie biedt de desbetreffende student de gelegenheid mondeling te reageren op het hem/haar ten laste gelegde. lid 3 Gedurende de afwikkeling van de procedure wordt de uitslag van het moduultentamen voor de desbetreffende student niet vastgesteld dan wel opgeschort. MTR 16.b.2 Onregelmatigheden bij een opdracht lid 1 Een opdracht heeft de bedoeling te toetsen of de student een bepaalde hoeveelheid leerstof beheerst. Daarom is de student bij de uitwerking van de opdracht verplicht het geleerde in eigen woorden weer te geven. Het is niet toegestaan de structuur en/of de inhoud van het werk van anderen geheel of gedeeltelijk over te nemen in de uitwerking zonder vermelding van de bron. De hoeveelheid geciteerde tekst mag de 5% van het totaal niet overschrijden. lid 2 Een student die naar het oordeel van de moduulcoördinator zich niet heeft gehouden aan het gestelde in lid 1, heeft de opdracht op onrechtmatige wijze vervuld en krijgt geen beoordeling voor deze opdracht dan wel zal een reeds gegeven beoordeling worden opgeschort. lid 3 De moduulcoördinator doet verslag van zijn bevindingen ten aanzien van het in lid 2 gestelde aan de secretaris van de examencommissie. lid 4 De desbetreffende student zal door een delegatie van de examencommissie worden gehoord. lid 5 Voor de student die zich schuldig heeft gemaakt aan een onrechtmatige handeling dan wel daaraan medeplichtig is, zal gedurende de afwikkeling van de procedure de uitslag van het moduultentamen niet worden vastgesteld dan wel worden opgeschort. lid 6 Indien bij een groepsopdracht de opdracht op onrechtmatige wijze is vervuld, wordt de opdracht nietig verklaard en worden de groepsleden die zich niet schuldig hebben gemaakt aan de
82 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
onrechtmatige handeling dan wel daaraan niet medeplichtig zijn, in de gelegenheid gesteld een nieuwe opdracht te maken. MTR 16.b.3 Sanctie bij onregelmatigheden lid 1 Wanneer de examencommissie op basis van de haar ter beschikking staande informatie vaststelt dat er sprake is van (een) onrechtmatige handeling(en) zal de uitslag van het moduultentamen van de desbetreffende student ongeldig worden verklaard. De student wordt in het lopende studiejaar geen herkansing (d.m.v. een toets en/of opdracht) geboden en dient het moduul in zijn geheel opnieuw te volgen. Daarnaast kan de examencommissie, conform het bepaalde in de WHW, een student voor maximaal 4 moduulperiodes de deelname aan een of meer andere tentamens verbieden. lid 2 De Examencommissie kan besluiten tot een andere sanctie dan bepaald in lid 1. Deze sanctie is qua inspanning door de student te leveren en doel gelijkwaardig aan de sanctie zoals bepaald in lid 1. lid 3 De examencommissie kan studenten, die onrechtmatig handelen, voordragen voor door de Dean te nemen disciplinaire maatregelen. Artikel 17 Bezwaar en beroepsprocedure MTR 17.1 Het moduultentamen Studenten kunnen tot uiterlijk 2 schoolweken na de definitieve moduultentamenuitslag vragen stellen over de juistheid van de vastgestelde moduultentamenuitslag aan de medewerker studievolgsysteem (Progress), of bij diens afwezigheid aan de plaatsvervanger. Voor studenten die op stage zijn kan een aangepaste regeling getroffen worden. MTR 17.2 De moduultoets lid 1 De student heeft het recht tegen toetsitems bezwaren in te dienen. lid 2 Bezwaren tegen toetsitems dienen uiterlijk de vierde schooldag na de toets vóór 9.00 uur te zijn ingediend bij de moduulcooördinator (in het geval van een moduultoets) of de coördinator voortgangstoets (in geval van een voortgangstoets).
lid 3
Als voor een toets een afwijkend tijdschema geldt, wordt dat uiterlijk 1 schoolweek vóór de toets bekend gemaakt.
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 83
Hoofdstuk 2
lid 4
lid 5
lid 6
lid 7
Na de in lid 2 genoemde termijn van indienen van bezwaren, beoordelen de desbetreffende docenten de bezwaren en kunnen zij een bezwaar al dan niet gegrond verklaren. De beoordeling van de bezwaren en het al dan niet gegrond verklaren van de bezwaren dient door de betreffende docenten plaats te vinden uiterlijk 3 werkdagen na de in lid 2 genoemde termijn van indienen. De examencommissie draagt de eindverantwoordelijkheid voor de beslissing of een toetsitem vervalt cq. wordt omgescoord. Indien een toetsvraag die van een bezwaar is voorzien, niet binnen de daartoe gestelde termijn is voorzien van commentaar van een docent, zal de moduulcoördinator/coördinator voortgangstoets binnen één schooldag na het verstrijken van deze in lid 4 bedoelde termijn besluiten of het bezwaar al dan niet gegrond wordt verklaard. Mocht de moduulcoördinator/coördinator voortgangstoets in gebreke blijven, dan zal de Examencommissie binnen twee schooldagen na het verstrijken van in lid 4 bedoelde termijn hierover een besluit nemen. Indien een toetsitem dat van een bezwaar is voorzien, niet binnen de daartoe gestelde termijn is voorzien van commentaar, zal het betreffende toetsitem in principe vervallen worden verklaard. De moduulcooördinator/coördinator voortgangstoets communiceert via Elo na de termijn die geldt voor de beoordeling van de bezwaren en het al dan niet gegrond verklaren van die bezwaren onverwijld over de uitkomst.
MTR 17.3 De opdracht lid 1 De student die het niet eens is met de beoordeling van zijn/haar opdracht dient de volgende procedure te volgen, rekening houdend met Artikel 6.1 lid 5 en 6. Binnen een schoolweek na de bekendmaking van de definitieve score dient de student eerst de beoordelaar om een mondelinge uitleg te vragen. Is de student het niet eens met de uitleg van de beoordelaar kan hij binnen twee schoolweken na de bekendmaking van de definitieve score schriftelijke bezwaar indienen bij de moduulcoördinator. De moduulcoördinator zal binnen een schoolweek na dagtekening van het schriftelijk bezwaar de student op de hoogte stellen van zijn visie.
84 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
lid 2 a.
Studenten die individueel of als groep in aanmerking willen komen voor een tweede beoordeling van een opdracht moeten dit verzoek schriftelijk indienen bij de secretaris van de examencommissie. Indien de aanvraag voor een tweede beoordeling is gedaan door één student terwijl de opdracht door twee of meer studenten is gedaan geldt de gewijzigde uitslag alleen voor de student die de aanvraag heeft ingediend. De andere studenten komen hier niet meer voor in aanmerking. b. Het verzoek, genoemd onder lid 2a., moet uiterlijk binnen 6 schoolweken na de publicatie van de definitieve moduultentamenuitslag en in elk geval voordat de student voor de eerste keer de toets herkanst in bezit te zijn van de secretaris. Verzoeken die pas worden ingediend nadat de student voor de eerste keer de toets heeft herkanst, worden niet in behandeling genomen. c. De secretaris wijst een tweede beoordelaar aan wiens beoordeling bindend is. Het resultaat van deze tweede beoordeling dient daarna binnen 10 schooldagen bij de secretaris bekend te zijn. De secretaris van de examencommissie zal daarna de student hierover informeren.
MTR 17.5 Vervalt Artikel 18 Hardheidsclausule Geen verbijzonderingen. Artikel 19 Onvoorziene omstandigheden Geen verbijzonderingen. Artikel 20 Invoeringsbepalingen en citeertitel MTR 20.1 lid 1 Deze moduultentamenregeling treedt in werking met ingang van 1 september 2011. lid 2 Deze regeling kan worden aangehaald als “Moduultentamenregeling Vrijetijdsmanagement, 2011/2012”.
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 85
Hoofdstuk 4
3
Voorzieningen voor Studenten
3.1
Informatievoorzieningen De informatievoorziening is binnen Stenden Hogeschool geregeld via verschil-lende communicatiemiddelen. Dit studentenstatuut is er daar één van. Verder gebruikt Stenden de volgende media: I-stenden Stenden Times Publicatieborden Plasmaschermen Front Desks Waar je welk type informatie vindt, is in de volgende overzichten op I-stenden beschreven: INFO: wat vind je waar https://chnet.chn.nl/html/info_watvindjewaar/index.html Publicatieborden https://chnet.chn.nl/html/publicatieborden/index.html 3.2 i study Bij i study kunnen studenten terecht voor onder andere: vragen over studiefinanciering vragen over in- en uitschrijving vragen over registratie van de studiepunten afspraken met het decanaat verzekeringen huisvesting informatie over (andere) studiemogelijkheden etc. De complete informatie over de dienstverlening van het i study (contact-informatie) is te vinden op de I-stendensite onder de noemer i study https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/ i_study/index.html
86 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 4
3.3
International Office Het International Office is binnen Stenden Hogeschool aanspreekpunt voor: studenten die vanuit het buitenland bij Stenden in Leeuwarden komen studeren (de zogenaamde „incoming student‟) studenten die vanuit hun studie bij Stenden in Nederland in het buitenland gaan studeren, werken of stage lopen (de zogenaamde „outgoing students‟). De
complete informatie over de dienstverlening van het International Office (incl. contact-informatie) is te vinden op de I-stendensite onder de noemer International Office
https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/international_office/ind ex.html 3.4
Het decanaat Bij het decanaat van Stenden Hogeschool (vh CHN) kunnen studenten terecht voor informatie, advies, ondersteuning of begeleiding bij: studieloopbaanvragen (twijfels of je de juiste studie hebt gekozen, een tweede studie, advies over stage en solliciteren) effectief studeren en studieplanning persoonlijke problemen (loskomen van thuis, faalangst, rouwverwerking, stress, relatieproblemen enz.) studievertraging door bijzondere omstandigheden (afstudeerfonds) financiële problemen (noodfonds) studiefinanciering het bindend studieadvies functiebeperking en dyslexie conflicten, bezwaar en beroep De complete informatie over de dienstverlening van het Decanaat (incl. contactinformatie) is te vinden op de I-stendensite onder de noemer Decanaat https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/decanaat/index.html
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 87
Hoofdstuk 4
3.5
Handicap & studie Binnen het decanaat is één van decanen ook contactpersoon handicap & studie. De contactpersoon handicap & studie (Hermien Moning) is aanspreekpunt voor studenten met een functiebeperking of handicap. Zij kan adviseren over mogelijke faciliteiten en de aanvraag daarvan. Eventueel kan zij hierbij bemiddelen. Wanneer je een functiebeperking hebt is het verstandig al voor het begin van je studie contact op te nemen. Meld het in ieder geval zodra je bent begonnen met studeren. Het is dan beter mogelijk om benodigde voorzieningen te realiseren. De contactpersoon handicap & studie is tevens het meldpunt voor opmerkingen en klachten, bijvoorbeeld over voorzieningen. Zie ook het Protocol Studie & Handicap in hoofdstuk 4 van het Studentenstatuut deel I.
3.6
Vertrouwenspersoon ongewenst gedrag Het kan voorkomen, dat je op school of op je stageplek te maken krijgt met ongewenst gedrag (bijvoorbeeld pesten, intimidatie, seksuele intimidatie, discriminatie, racisme). Stenden heeft daarvoor een reglement opgesteld, en er is een externe vertrouwenspersoon die verantwoordelijk is voor opvang en advies van studenten en medewerkers die te maken hebben met ongewenst gedrag. Ook als je alleen ongewenst gedrag wilt melden, ben je daar welkom. De complete informatie over het reglement, wat we verstaan onder ongewenst gedrag, en de rol die de vertrouwenspersoon kan hebben in de opvang en begeleiding (incl. contactinformatie) is te vinden op de I-stendensite onder de noemer vertrouwenspersoon. http://chnet.chn.nl/html/vertrouwenspersoon/index.html
3.7
Het roosterbureau De planning van onderwijsactiviteiten wordt voor de Hogeschool uitgevoerd door het roosterbureau. Studenten kunnen hun roosters vinden op de roostersite op Istenden: https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/roosters/ index.html
88 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 4
Onder de L van Lestijden vindt je op I-stenden de lestijdentabel (https://chnet.chn.nl/html/chn_agenda/lestijden.html). 3.8
Centrale Studenten Administratie De Centrale Studenten Administratie beheert de persoonsgegevens van alle Stenden-studenten. De studentenadministratie draagt onder meer zorg voor: in- en uitschrijving (via Studielink) inning collegegelden De complete informatie over de dienstverlening van de Centrale Studentenadministratie (incl. contactinformatie) is te vinden op de I-stendensite onder Centrale Studentenadministratie. https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/csa/index.html
3.9
Registratie Studieresultaten Met het programma ProgRESS kan elke student studieresultaten online raadplegen (vanaf elke internetaansluiting).
zijn/haar pc met
Uitgebreide informatie over het raadplegen van studieresultaten staat vermeld op de I-stendensite onder de noemer Studieresultaten. http://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/progress/index.html Rechtstreekse toegang www.progresswww.nl/chn 3.10
tot
ProgRESS
krijg
je
via
op
Toetsen Wanneer en waar vinden toetsen plaats, hoe kan een student zich voor een toets inschrijven, wanneer kan er worden herkanst en hoe luiden de toetsuitslagen? Dit alles wordt door het toetsservicebureau verzorgd. De complete informatie over de dienstverlening van het Toetsservicebureau (incl. contactinformatie) is te vinden op de Istendensite onder Toetsen. https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/ toetsen/index.html
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 89
Hoofdstuk 4
3.11 ICT & Media Alles rond informatie- en communicatietechnologie en audiovisuele voorzieningen binnen Stenden Hogeschool gemeenschappelijk georganiseerd binnen de afdeling ICT en Media Hoe kom je aan een login, waar kan je printen, waar in het gebouw kan je een computer gebruiken, aan welke algemene regels moet je je als gebruiker van ICT-voorzieningen houden? Op deze en andere vragen geeft de I-stendensite van ICT & Media het antwoord. http://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/ i_tech/watdoenwij.html ICT & Media geeft ook ondersteuning bij het gebruik van ICTvoorzieningen en verzorgt de audiovisuele voorzieningen. Deze laatste dienstverlening varieert van de uitleen van een digitale fotocamera tot assistentie bij het gebruik van mediawerkplekken als een montageruimte. Uitgebreide informatie over de audiovisuele voorzieningen is te vinden op de I-stendensite ICT & Media. Hoe en wanneer ICT & Media te bereiken is, wordt vermeld op de I-stendensite van ICT & Media. http://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/ i_tech/index.html 3.12
I-stenden Het I-stenden van Stenden Hogeschool geldt als het informatiemedium waar alle relevante interne informatie voor zowel medewerkers als studenten op staat. Zo vind je er de roosters per opleiding, maar ook de algemene Stenden-agenda en een overzicht van de openingstijden van alle voorzieningen. Welke informatie er allemaal op te vinden gemakkelijkst via de A-Z index van I-stenden.
is,
zie
je
het
https://chnet.chn.nl/chnportal/ a_z_index2005.html I-stenden is zowel van binnen als buiten de Stenden-locaties te bereiken
90 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 4
Binnen via : http://chnet.chn.nl/ Buiten via: https://chnet.chn.nl/ of via: www.chn.nl > MyStenden> 3.13
ELO ELO is de digitale leeromgeving van Stenden Hogeschool (voorheen CHN). Op ELO staat onder andere onderwijsmateriaal, maar via ELO kunnen studenten (en docenten) ook met elkaar in contact komen voor de uitvoering van een onderwijsopdracht. ELO is te bereiken via de website van Stenden: www.stenden.coml > MyStenden>
3.14
Het Studielandschap Leeuwarden Het Studielandschap is de centrale plaats binnen Stenden waar de bibliotheek-voorziening en de studievoorzieningen voor alle opleidingen van de Stenden zijn samengebracht. Het Studielandschap bestaat uit het Atrium (een studie- en ontmoetingsruimte) en de bibliotheek met een uitleencollectie op de begane grond en een studiezaal met een niet uitleenbare collectie op de eerste verdieping. Studenten, docenten en overig personeel kunnen gebruik maken van de faciliteiten. Het Studielandschap biedt veel van zijn faciliteiten digitaal aan. Zo zijn bronnen zowel vanuit Stenden als vanuit huis beschikbaar. Meer informatie vind je op de internetsite www.chn.nl/sls.
3.15
Stenden shop Leeuwarden Moduulboeken, readers, computerbenodigdheden, ringbanden, papier en andere kantoorartikelen zijn te verkrijgen in de Stenden shop. Welke artikelen de Stenden shop in het assortiment heeft en op welke tijden de winkel geopend is, staat vermeld op de Istendensite van de Stenden shop. https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/chn_winkel/index.html
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 91
Hoofdstuk 4
3.16
Het Alumni Netwerk Het Alumni Netwerk is het netwerk voor laatstejaars studenten en afgestudeerden van alle Stendenopleidingen. Het doel van het Alumni Netwerk is het onderhouden van structureel contact tussen afgestudeerden (alumni), de opleidingen en Stenden. Het Alumni Netwerk zorgt ervoor dat alumni op de hoogte worden gehouden van de meest recente ontwikkelingen binnen het werkveld, de opleiding en de (loopbaan)ontwikkelingen van andere alumni. Omgekeerd blijft Stenden op de hoogte van de loopbanen van alumni en de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Tevens is Stenden zo in de mogelijkheid feedback te krijgen op het onderwijsprogramma. Uitgebreide informatie over het Alumni Netwerk en de voorzieningen hiervan is te vinden op de website van Stenden > Alumni www.chn.nl/alumni
3.17
EHBO Stenden kent een bedrijfsnoodplan. Hierin staan de uitgangspunten en handelswijzen beschreven in geval van brand, ongevallen en andere calamiteiten. Alle aanwijzingen hiervoor zijn te vinden op de I-stendensite over Alarm, Brand, BHV en EHBO https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/veiligheid/index.html
3.18
Bedrijfsrestaurant: La Salle à Manger Op de begane grond van het Stenden-gebouw in Leeuwarden bevindt zich het bedrijfsrestaurant La Salle à Manger. Studenten noemen het de SAM. Uitgebreide informatie over bijvoorbeeld openingstijden en de huisregels zijn te vinden op de Istendenpagina van La Salle à Manger. https://chnet.chn.nl/html/chn_breed/chn_catering_operations/ la_salle_a_manger.html
3.19
Randstad, uitzendbureau Binnen de muren van het Stendengebouw in Leeuwarden bevindt zich uitzend-bureau Randstad. Randstad bemiddelt pas- en langer afgestudeerden.
92 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 4
3.20
Expect Stenden participeert in Expect. Expect biedt studenten in Leeuwarden interes-sante en zinnige activiteiten aan, met een aanwijsbare betrokkenheid bij cultuur, Maatschappij en religie. Expect heeft zijn kantoor in het gebouw van Stenden aan de Rengerslaan 8. Uitgebreide informatie over Expect is te vinden op de website van Expect. http://www.expect-leeuwarden.nl/
3.21
Leeuwarden Studiestad Heb je gekozen voor een opleiding bij Stenden in Leeuwarden? Dan is Leeuwarden automatisch je studiestad. Leeuwarden heeft veel te bieden. Leeuwarden Studiestad is dé overkoepelende organisatie die dynamisch en toegankelijk de voorwaarden schept om producten en diensten te ontwikkelen die passen bij Leeuwarden als volwaardige studiestad, en deze promoot bij studenten in binnen- en buitenland. Leeuwarden Studiestad maakt het mogelijk om betaalbaar te sporten, helpt je op weg bij het zoeken naar een kamer en organiseert studentenevenementen en activiteiten. Daarnaast heeft Leeuwarden een groot aanbod van opleidingen, actieve studentenverenigingen, cultuur, terrasjes en gezellige eetcafés. Uitgebreide informatie hierover de studentenvoorzieningen in Leeuwarden is te vinden op de website van Leeuwarden Studiestad. http://www.leeuwardenstudiestad.nl
3.22
Sport Na een dag op school is het heerlijk om te sporten. Sporten in Leeuwarden is voor studenten betaalbaar geregeld via Studiestad Sport (onderdeel van Leeuwarden Studiestad). Het sportaanbod is met ruim 30 sporten enorm divers. Van aerobics tot voetbal en van tennis tot krav maga. Uitgebreide informatie over betaalbaar sporten is te vinden op de website van Leeuwarden Studiestad/Sport. http://www.leeuwardenstudiestad.nl/sport/index.php
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 93
Hoofdstuk 4
4 Regelgeving rond ziekte en andere bijzondere omstandigheden Hieronder wordt aangegeven wat je moet regelen als je door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (tijdelijk) niet kunt deelnemen aan het onderwijs. 4.1 Regeling van de opleiding in geval van ziekte en andere bijzondere omstandigheden Indien een student door ziekte of een andere bijzondere omstandigheid studievertraging oploopt of dreigt op te lopen, is de student verplicht zo spoedig als mogelijk contact op te nemen met de door de opleiding toegewezen studieloopbaanbegeleider. Zie hoofdstuk 2.C.8. van deze studentenstatuut deel 2. Daarnaast kent de Moduultentamenregeling van Vrijetijdsmanagement / Leisure Management in artikel 14 een overmachtsregeling bij ziekte of andere bijzondere omstandigheden. Zie hoofdstuk 2.D. van deze studentenstatuut deel 2. Tot slot wordt gewezen op de bijzondere regelingen rond ziekte en andere bijzondere omstandigheden die worden genoemd bij het onderdeel Decanaat in hoofdstuk 3.1.2. van dit studentenstatuut. 4.1.1 Algemeen (kortdurend ziekte of andere bijzondere omstandigheden) Altijd afmelden bij de front desk. Wanneer je ziek bent en daarom niet kunt deelnemen aan een werkcollege, pgo-bijeenkomst etc. en je kunt je niet houden aan een afspraak met een docent, dan moet je bijtijds (uitgangspunt is vóór 10.00 uur op de dag van jouw ziekte) de front desk bellen om je af te melden. Telefoonnummer 058 – 2 411 630. De front desk houdt alle ziekmeldingen bij zodat docenten en de examencommissie daar de afwezigheid kunnen controleren. Afmelding is van groot belang, mocht je bij de examencommissie een verzoek indienen waarbij je een beroep wilt doen op overmacht. De examencommissie zal in een dergelijk geval altijd de ziekmeldingen bij de front desk controleren. Mocht je je niet ziek hebben gemeld, dan gaat de examencommissie er in beginsel van uit dat er geen sprake van ziekte is geweest.
94 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 4
4.1.2 Algemeen (langdurende ziekte of andere bijzondere omstandigheden) Wordt duidelijk dat jouw ziekte of de bijzondere omstandigheid langdurend wordt dan is het van belang om contact op te nemen met je studieloopbaanbegeleider. Gezamenlijk worden de consequenties, de studievertraging en de mogelijke oplossingen om verdere vertraging te voorkomen doorgesproken. De studie-begeleider zal je in zo‟n situatie ook (door)verwijzen naar de coördinator studieloopbaanbegeleider (Robert Blink) en het decanaat. Bij het decanaat kun je met specialisten van de Hogeschool alle ins en outs van de situatie bespreken (incl. de consequenties voor inschrijvingsduur, de financiën,….) 4.1.3 PGO en andere verplichte onderwijsactiviteiten Elke keer dat je een pgo-bijeenkomst of een andere verplichte onderwijsactiviteit moet verzuimen wegens ziekte, moet je je ziek melden bij het secretariaat. Ben je ziek en lag er de afspraak dat juist jij die bewuste PGO-bijeenkomst notulist of voorzitter zou zijn van de PGOgroep dan verwachten we (de opleiding en de collega studenten) dat jij zelf zorg draagt voor een vervanger. 4.1.4 Moduultoetsen Ben je bijv. ziek op het moment van een moduultoets (tentamen) dan verdient het aanbeveling je af te melden bij de front desk van de opleiding. In deze situatie wordt voor een student geen apart toetsmoment geschapen, maar een student behoudt zijn kans en kan zich regulier inschrijving voor de eerstvolgende mogelijkheid overeenkomstig het toetsrooster. 4.2 Niet behalen van de norm van het (bindend) studieadvies Als je denkt door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (zie onder 5) niet te kunnen voldoen aan de norm van het bindend studieadvies in het eerste of tweede jaar, moet je bijzondere omstandigheid melden bij zowel je studie- of trajectbegeleider als bij een decaan. Verder moet je voor 1 juni bij de examencommissie een schriftelijk verzoek indienen om bij het vaststellen van het studieadvies rekening te houden met de bijzondere omstandigheid. Voor verdere informatie: zie hoofdstuk 3 van deel 1 van het studentenstatuut, waarin ook is opgenomen de „Regeling studieadvies‟.
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 95
Hoofdstuk 4
4.3 Studievertraging Als je door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (zie onder 5) dusdanige studievertraging oploopt, dat je langer over je studie moet doen dan vier jaar, moet je de ziekte/bijzondere omstandigheid zowel melden bij je studie- of trajectbegeleider als bij een decaan. De decaan bespreekt de consequenties voor je studiefinanciering met je en kan je inlichten over de mogelijkheid om afstudeersteun (een soort studiefinanciering) van de Hogeschool te krijgen. Om in aanmerking te kunnen komen voor afstudeersteun ben je verplicht de bijzondere omstandigheid binnen drie maanden aan de decaan te melden. Als je weet dat je een tijdje niet aan het onderwijs kunt deelnemen bijv. door een geplande ziekenhuisopname, moet je dat direct melden. Ook als je door bijzondere omstandigheden de kans loopt niet binnen de diplomatermijn van 10 jaar het einddiploma te behalen, kun je terecht bij het decanaat. Voor verdere informatie zie hoofdstuk 7 van deel 1 van het studentenstatuut, waarin de Regeling afstudeersteun is opgenomen. Je kunt ook op I-stenden de site van het decanaat raadplegen. 4.4 Bijzondere omstandigheden Onder bijzondere omstandigheden, bedoeld onder 2 en 3 vallen de volgende omstandigheden: ziekte (ook psychisch) zwangerschap bijzondere familieomstandigheden (zoals bijv. een echtscheiding, ernstige ziekte of overlijden in de directe familie) medezeggenschapsactiviteiten voor de Hogeschool bestuurslidmaatschap van bepaalde studentenverenigingen een „niet studeerbaar‟ studieprogramma 4.5 Basisvoorzieningen voor studenten met een functiebeperking Onder basisvoorzieningen verstaan we die voorzieningen die altijd aanwezig moeten zijn, onafhankelijk of er op dat moment studenten zijn die hiervan gebruik maken. Sinds 1 december 2003 bestaat de Wet Gelijke Behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. De wet bepaalt dat wanneer een student met een functiebeperking aanpassingen nodig heeft van technische, onderwijskundige of begeleidende aard, om een opleiding te kunnen volgen en hij de instelling daarom verzoekt, de opleiding of instelling verplicht is die aanpassingen te realiseren.
96 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 4
De aanpassingen moeten aan twee eisen voldoen: zij moeten geschikt zijn en noodzakelijk. Geschikt wil zeggen dat de aanpassing een belemmering moet wegnemen of verminderen, waardoor de zelfstandigheid van de desbetreffende student wordt vergroot. Noodzakelijk wil zeggen dat hetzelfde doel niet op een andere, goedkopere manier kan worden bereikt. Eén en ander voor zover de gevraagde aanpassingen voor de Stenden Hogeschool geen onevenredige belasting als bedoeld in art. 2 van de Wet Gelijke Behandeling op grond van een handicap of chronische ziekte vormen Eén van de decanen is contactpersoon handicap & studie. Zij geeft informatie en advies over mogelijke aanpassingen en voorzieningen en bemiddelt bij het realiseren hiervan. A.
materiële voorzieningen Gehandicaptentoiletten Parkeerplaatsen voor minder validen Geldautomaat bij restaurant op de hoogte van een rolstoelgebruiker Lage stacomputer voor rolstoelgebruiker Mobiele ringleiding op uitleenbasis bij audiovisuele dienst Laptop op uitleenbasis bij audiovisuele dienst Reading pen Ergonomische kruk voor IHM praktijk vakken
B.
onderwijskundige voorzieningen mogelijkheid tot verlenging van de toetstijd mogelijkheid om apart te zitten bij een toets mogelijkheid reader in vergroot lettertype (12 punts) te krijgen mogelijkheid een aangepast lesrooster te krijgen mogelijkheid tot aanpassing studieplanning mogelijkheid tot een vervangende opdracht mogelijkheid tot een aangepaste werkvorm mogelijkheid tot aanpassing toetsvorm mogelijkheid tot flexibele leerroute mogelijkheid tot aangepaste stage in vorm en duur
C.
financiële voorzieningen vergoeding voor dyslexieonderzoek afstudeersteun voorzieningen op het gebied van studiefinanciering
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 97
Hoofdstuk 4
Procedures Ad. A materiële voorzieningen De meeste materiële basisvoorzieningen zijn zonder meer te gebruiken. Wanneer de student gebruik wil maken van de voorzieningen die onder beheer van de audiovisuele dienst vallen, dient hij via de contactpersoon Handicap& Studie/decaan een aanvraag in te dienen. Wanneer de voorziening niet uit voorliggende regelingen kan worden bekostigd kan deze onder bepaalde voorwaarden worden bekostigd uit een speciaal fonds dat valt onder het Fonds Financiële Ondersteuning Studenten. Ad B onderwijskundige voorzieningen Indien het onduidelijk is van welke voorzieningen de student gebruik kan maken, kan hij een afspraak maken met de contactpersoon Handicap& Studie/decaan. Zij kan adviseren over mogelijke voorzieningen. Samen met de coördinator studiebegeleiding kan besproken worden welke stappen ondernomen dienen te worden om de voorzieningen te realiseren. Voor bepaalde voorzieningen dient een aanvraag ingediend te worden bij de examencommissie. Vaak is een medische verklaring gewenst. De afspraken en verantwoordelijkheden worden vastgelegd in een onderwijscontract „studeren met een functiebeperking‟. Het onderwijscontract geldt voor de gehele of bepaalde onderdelen van de opleiding en voor een bepaalde tijd. Ad C financiële voorzieningen Wanneer de student of de opleiding het vermoeden heeft dat de student dyslexie heeft en de student ondervindt hiervan hinder in het onderwijs dan kan de student een dyslexieonderzoek laten doen. De contactpersoon Handicap& Studie/decaan bemiddelt bij de aanvraag voor een vergoeding hiervoor. Wanneer de student studievertraging oploopt of zijn studie moet afbreken vanwege zijn functiebeperking zijn er verschillende financiële regelingen mogelijk. De decaan bespreekt welke regeling op de situatie van de student van toepassing is en begeleidt de aanvraag. 4.6
Regeling
medische
verklaring
98 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
in
geval
van
ziekte
Hoofdstuk 4
4.6.1 Doel van de verklaring Indien een student: zich tijdens een studiejaar wil uitschrijven wegens ziekte; wegens ziekte een beroep doet op financiële ondersteuning uit het afstudeerfonds; niet aan een examen(onderdeel) deelneemt wegens ziekte en de examen-commissie verlangt dat hij dit staaft met bewijzen moet hij een medische verklaring overleggen aan de centrale studentenadministratie(a), de commissie financiële ondersteuning studenten (b), of de examencommissie van de opleiding (c). 4.6.2 Verkrijgen van de verklaring Voor het verkrijgen van een medische verklaring kun je terecht bij Arboned, Oostergoweg 5 in Leeuwarden (058- 2339202) of bij het voor jou meest nabijgelegen steunpunt. De adressen en telefoonnummers van de steunpunten zijn te vinden op de site van Arboned ( www.arboned.nl) 4.6.3 Beperking gebruik ArboNed-zorg Nadrukkelijk wordt uitgesloten dat studenten van de ArboNed zorg gebruik maken voor algemeen medisch advies of medische begeleiding. Het inschakelen van ArboNed zorg is alleen toegestaan voor het verkrijgen van een verklaring, zoals bedoeld in deze regeling. 4.7 Studeren en RSI (CANS) Er zijn studenten die last hebben van pijn in de arm, nek, schouder, elleboog of pols. In eerste instantie wordt vaak gedacht dat het wel over zal gaan. Maar helaas is dat niet altijd het geval. De pijn die hier genoemd wordt kan duiden op RSI: Repetitive Strain Injury, ook welbekend als "muisarm". Wanneer die eerste signalen niet serieus genomen worden, breiden de klachten zich meestal langzaam uit. Volgens een aantal betrokken beroepsgroepen heeft de term RSI een negatieve lading en geven sommige behandelaars (ten onterechte) de diagnose RSI. Daarom heeft men afgesproken de nieuwe term CANS (complaints of Arm, Neck and/or Shoulder) te gaan gebruiken. RSI is lastig vast te stellen, want de pijn kan meerdere oorzaken hebben. Omdat CANS nog een vrij nieuwe term is, blijven we in dit stukje voor alle duidelijkheid nog spreken over RSI. Bij RSI is er een duidelijke relatie tussen de manier waarop wordt gewerkt en de aanwezige klachten. Factoren die tot RSI kunnen leiden zijn:
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 99
Hoofdstuk 4
een verkeerde zithouding tijdens het werk repeterend werk weinig afwisseling in zowel houding als werkzaamheden stress
Ook tijdens de studie kunnen er activiteiten zijn waarbij lang achter elkaar in dezelfde houding wordt gewerkt en/of dezelfde bewegingen worden gemaakt. Het beeldscherm neemt een belangrijke plaats in bij werkzaamheden, niet alleen op school maar vaak ook nog thuis. Bovendien nemen chatten, internetten en computerspelletjes ook een niet onaanzienlijk deel van de tijdsbesteding in beslag. RSI is grotendeels zelf te voorkomen. De belangrijkste tips hiervoor zijn: werk niet langer dan vijf à zes uur per dag aan een beeldscherm en niet langer dan twee uur aan een laptop! genoemde tijden zijn inclusief chatten, e-mailen en spelletjes! neem bij beeldschermwerk ieder uur een korte pauze let op een goede zithouding voor het beeldscherm wissel beeldschermwerk af met ander werk zorg voor voldoende ontspanning naast de studie neem beginnende klachten (pijn, tintelingen, stijf gevoel) serieus en raadpleeg bijtijds je (huis-)arts Meer informatie over RSI kun je vinden op het Chnet en het Internet. Onderstaande sites geven in ieder geval een goed overzicht: http://rsi.pagina.nl/ www.web.clickmouse.ensnel.nl www.stoprsi.nl www.muisarm.nl Postbus 51 (www.postbus51.nl) geeft gratis de brochure 'Veilig werken: RSI – informatie voor werknemers en werkgevers' uit.
100 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
5 Medewerkerslijst Vrijetijdsmanagement Naam
Kamernr
Telnr
Dhr. R. Blink
3.02
1288
Dhr. W. Boersma
3.03
1740
Dhr. W.F.Bok
3.07
1411
Mevr. M. Bos
3.03
1568
Dhr. M.C. Bos
LC
1390
Mevr. G. van Dijk
3.06
1469
Dhr. M. van Driel
3.02
1642
Dhr. J.A. Eijkenaar
3.10
1474
Dhr. S. Fokkema
3.08
1439
Dhr. H. J. Greven
1227
Dhr. M.H. Groters
3.09
1568
Dhr. M. Haanstra
3.07
1425
Dhr. H.J. Hendriks
3.09
1159
Mevr. A. Herrewijn
3.08
1642
Dhr. E. Hilverda
3.03
1159
Mevr. H. Hoekstra
3.11
1140
Mevr. S. Hoekstra
3.03
1159
E-mail robert.blink@ stenden.com willem.boersma@ stenden.com wim.bok@ stenden.com mijke.bos@ stenden.com maarten.bos@ stenden.com gedy.van.dijk@ stenden.com mark.van.driel@ stenden.com albert.eykenaar@ stenden.com steffen.fokkema@ stenden.com henk.jan.greven@ stenden.com martin.groters@ stenden.com martin.haanstra@ stenden.com henri.hendriks@ stenden.com amber.herrewijn@ stenden.com EHILVERD@ stenden.com hanneke.hoekstra@ stenden.com sandra.hoekstra@ stenden.com
Functie Docent Sportmanagement en Frans Docent Engels Academic Dean
Docent en onderwijsplanne Docent Informatica
Docent Managementvaardigheden Docent
Docent Duits / Coördinator Studieloopbaanbegeleiding Docent Strategisch Management Coördinator AD Docent Vrijetijdskunde
Secretaris Examencommis Docent Bedrijfseconomie Docent Events Docent Directiesecretaresse Vakdocent / Tutor
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 101
Index
Naam
Kamernr
Telnr
E-mail
Functie
Mevr. D. van der Hoeven
3.09
1159
Dymphi.van.der.Ho
[email protected]
Docent
Dhr. P. Huig
220
1231
Mevr. E.M.G. Janssen
3.05
1284
Dhr. T. de Jong
3.08
1321
Mevr. B. Kooi
3.09
Mevr. H. Koops
3.08
1439
Mevr. E.A. Kuperus
3.11
1253
Mevr. G.D. Middelbrink
3.03
1740
Dhr. A. Postma
Extern
1353
Mevr. A. Rozendaal
Extern
Mevr. L. Schellekens
3.03
1159
Dhr. A.K. Schilder
3.08
1439
Mevr. G. Schmäling
3.06
1719
Dhr. P. Sieperda
3.06
1469
Mevr. T. Stoer
3.06
1469
Mevr. H. Suleri
3.03
1159
Mevr. P.J. Verhoeven
3.11
1363
102 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
peter.huig@ stenden.com eva.janssen@ stenden.com theo.de.jong@ stenden.com berber.kooi@ stenden.com hilda.koops@ stenden.com lia.kuperus@ stenden.com dinie.middelbrink@ stenden.com albert.postma@ stenden.com anke.rozendaal@ stenden.com liesbeth.schellekens @stenden.com anne.klaas.schilder @stenden.com gudrun.schmaling@ stenden.com piet.sieperda@ stenden.com tjitske.stoer@ stenden.com huma.suleri@ stenden.com petra.verhoeven@ stenden.com
Sr. Consultant onderzoeke Docent Onderzoek Docent Events Docent / Coach Duaal Docent HRM
Assistent stage coördinato Docent Engels
Docent Onderzoek/program directeur MA Intenational Leisure & Tourism studies CHN SGS Coach Duaal
Coördinator Leerbedrijf Coördinator Progress Duaa Docent Sociale Wetenscha Hogeschooldocent Onderzo Docent Duits
Docent Kunst & Cultuur, Evenementen-managemen Stedelijke ontwikkeling Docent Managementvaardigheden Docent Engels Secretaresse
Naam
Kamernr
Telnr
Dhr. J. van Vliet
3.02
1288
Dhr. R.G. de Vries
3.05
1642
Dhr. J. van de Waal
3.08
1321
Mevr. M. van der Wal
3.11
1363
Mevr. P. Wiersma
3.05
1284
Dhr. J.M.J. de Wilt
3.10
1365
Mevr. J. Zeinstra
3.07
1411
E-mail jeroen.van.vliet@ stenden.com roel.de.vries@ stenden.com jorrit.van.de.waal@ stenden.com maaike.van.der.wal @stenden.com pietrick.wiersma@ stenden.com co.de.wilt@ stenden.com jogiena.zeinstra2@s tenden.com
Functie Docent Sportmanagement coördinator English stream Docent Frans/ Managementvaardigheden Docent Adm. medewerker
Coördinator / Coach LM Du Coördinator stages LM/ Lid examencommissie Coördinator Duaal
STENDEN Hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT 103