VRIJESCHOOLPAROOL
Fred Kessels
Eerste jaargang nummer 8
VRIJESCHOOLPAROOL
STILZWIJGENDE KENNIS ‘Antroposofie als louter theorie is niets waard!’ Rudolf Steiner
Het belang van antroposofie wordt voor de vrije scholen nooit ter discussie gesteld, zo vanzelfsprekend gaan we ervan uit dat kennis ervan onontbeerlijk is. Voor Steiner was iedere leraar van een vrije school natuurlijk ook antroposoof. Maar wat houdt dat in, dat je antroposoof bent? Steiners antwoord luidde: een antroposoof is iemand die naar kennis en inzicht hunkert, zoals we dagelijks honger en dorst ervaren. Het roept de ideeën van Aristoteles in herinnering, die hij formuleerde over geluk. Hij onderscheidde drie groepen mensen: zij die geluk ervaren als ze plezier hebben, zij die zich gelukkig voelen als ze zich kunnen identificeren met een succesvolle en eervolle activiteit en tenslotte de mensen die zich gelukkig voelen als ze kennis en inzicht opdoen. Het hoeft ons daarom niet te verbazen dat de laatste woorden van de filosoof Wittgenstein luidden, na een zwaar leven vol van tegenslagen: ‘Vertel ze dat ik een gelukkig leven heb gehad!’ Want zijn dorst naar kennis en inzicht voedde immers dagelijks zijn geluk. Is elke vrije schoolleraar dan zo intens studerend als een Faust?
De praktijk wijst uit van niet. Het grootste deel van de jongste lerarengeneratie vindt het dagelijks geluk niet meer in een vorsende manier van studeren om kennis en inzicht op te doen. Filosoof Ad Verbrugge geeft daarvan een pregnant voorbeeld in een onlangs verschenen essay. Hij verwacht dat zijn studenten zich verdiepen door zich open te stellen voor een tekst. Maar als hij eerstejaarsstudenten een tekst van Nietzsche geeft, luidt de lauwe reactie bij de bespreking vaak: ‘Tja, het was wel aardig.’ Meer niet. ‘Het is,’ zegt Verbrugge, ‘een soort egocentrische houding van: ik vind het leuk of ik vind het niet leuk… ‘ De weg naar een lectio divina van Steiner raakt vrijwel buiten bereik. Maar hoe doet de jonge generatie van vrijeschoolleraren dan de broodnodige kennis op van de vrijeschoolpedagogiek? Is het denkbaar dat ze worden benaderd als de leerlingen van de vrijeschool: dat we ze niet willen vol willen gieten met kennis, maar in hen een vuur willen doen ontbranden?
-2-
VRIJESCHOOLPAROOL
Als we dat durven, wat staat ons dan te doen? Die vraag werd urgent op het moment dat ik in Roermond in augustus van dit schooljaar startte met een nieuw college van 12 reguliere leraren, die vakles komen geven in mijn 7e klas (31 leerlingen) van de vrije school, die gevestigd is in een regulier lyceum, het BC Broekhin. De leraren zijn zeer ervaren en vakbekwaam, maar onbekend met de vrijeschoolpedagogiek. We besloten om het schooljaar te starten met twee studiedagen! Ik koos voor het onderwerp temperamenten in het onderwijs. In mijn ogen een onderwerp dat direct tot hoofd en hart spreekt. Het ernaar leren handelen zal daar dan in de loop der tijd hopelijk op volgen! In de zomervakantie die eraan voorafging stortte ik mij weer op die enkele voordrachten over de vier temperamenten van Steiner en ik dacht binnen drie dagen klaar te zijn, maar het werden er wel dertig. Het was een onthutsende en bij momenten ontmoedigende ervaring. Want je werkt je door 15 bladzijdes heen – 15 van de 75.000 uit het verzameld werk! - na 25 jaar ervaring als vrije schoolleraar, en nog steeds, na een maand van intensieve studie door close-reading, werpen Steiners woorden talloze vragen op! Het lijkt zo eenvoudig, die bekende karakteristieken over de woede van de cholericus, het kabbelende water als typering van de flegmaticus, de melancholicus die zo zwaar op de hand is, en de spring in ’t veld die elke sanguinicus is.
Maar dan blijkt het temperament van het kind te verschillen van het temperament van de volwassene. Wanneer vindt die omslag plaats? En hoe vindt die dan plaats? Verder lijkt Steiner in Berlijn (1908-1909) heel duidelijk: de vier temperamenten hangen samen met de vier wezensdelen. Maar als je later een weinig bekende voordracht uit 1906 ontdekt die hij hield in Stuttgart, zegt hij: de vier temperamenten ‘zijn eigenschappen van het etherlichaam en drukken zich uit in dat etherlichaam.’ Vervolgens komt er een betoog over de vier verschillende etherlichamen… Hoe nu? Voeg daarbij dat er nogal wat antroposofische auteurs zijn die erop wijzen dat de temperamentenleer alleen bruikbaar is voor het basisonderwijs want daarna, met het begin van de puberteit, komen de planeten in beeld. Maar als het etherlichaam centraal staat, dan weten we toch dat er hoegenaamd niets veranderen gaat? Dus blijft de leer van de temperamenten volop van kracht! Of toch niet? Het temperament is tenslotte pas te begrijpen als je de relatie met het karma begrijpt… Enfin. Al deze vragen roepen om meer studie en een antwoord erop wordt niet beoogd in dit artikel. Het maakt wel duidelijk hoe complex de materie is. Maar het is al studerend goed om voor ogen te houden dat het niet alleen gaat om het verwerven van informatie.
-3-
VRIJESCHOOLPAROOL
Je wordt al studerende ook gevormd door de zeer dichte textuur van de teksten. Hetgeen het lezen van Steiners voordrachten vertraagt, maar tevens verrijkt. Het draait uiteindelijk om een geestelijke oefening op de weg naar transformatie. Alles goed en wel. Maar wat te doen op die bewuste studiedagen? In de voorbereiding besloot ik al deze vragen niet op te werpen. Ook in het boekje dat ik schreef - zodat de leraren een naslagwerkje hebben – koos ik voor eenvoud, wat in mijn ogen niet willen zeggen: oppervlakkigheid. De aanwezige leraren offerden grootmoedig hun twee vakantiedagen op - geheel tegen hun vaste gewoonte in - voor een samenzijn in Hotel ‘Oortjeshekken’ aan de Waal in Nijmegen. In mijn verhaal over de temperamenten in de ochtend richtte ik mij vooral op wat van de temperamenten zichtbaar is in het gedrag van leerlingen en collega’s. Aan de hand van mijn eigen lespraktijk heb ik zoveel mogelijk reële situaties geschetst. Het vierledig mensbeeld liet ik geheel buiten beschouwing, al vormt het de basis van de temperamenten. ‘Doe je geen menskunde met ze?’ is de vraag die collega’s telkens weer opwierpen als ik ze vertelde over mijn plannen. ‘Nee, natuurlijk niet! antwoordde ik dan provocerend. Het pakte gelukkig goed uit.
In de middag hebben we met een professionele clown de temperamenten met veel plezier gespeeld. Bij de avondmaaltijd werd er voortdurend gesproken en gegrapt over die temperamenten. De volgende ochtend bij het ontbijt was het nog steeds een onderwerp van gesprek. Zelden heb ik een voordracht gehouden die zo aansloeg! Hoe kwam dat? Mijn antwoord is zo voor de hand liggend, dat ik schroom om over mijn ontdekking te schrijven. Het geheim van het succes schuilt in de aanname dat er onder reguliere leraren al veel stilzwijgende kennis over de temperamentenleer (van Steiner) aanwezig is. Je beseft als verteller dat de luisteraars alles in zekere zin al weten: ze herkennen alle geschetste situaties. Ik noem dat persoonlijke kennis, in tegenstelling tot abstracte, onpersoonlijke kennis van het antroposofisch (drie- en vierledig) mensbeeld. Persoonlijke kennis verschijnt dus ook zonder twijfel op het moment dat de leraar in een concrete situatie in zijn les geconfronteerd wordt met een uiting van een temperament en hij er - intuïtief handelend – ook een ‘oplossing’ voor vindt. Daarop durven te vertrouwen opent een nieuw perspectief op leren.
-4-
VRIJESCHOOLPAROOL
De antroposofie valt als een mensbeeld te beschouwen dat een leven theoretisch kan begeleiden en rechtvaardigen. Hoe vaak ervaar ik, om voor mezelf te spreken, dat de dagelijkse studie van de voordrachten mijn bestaan kleurt, intensiveert en zin geeft. Antroposofie geeft kracht aan het dagelijks bestaan. Maar het ‘filosofisch denken’ vereist ook rust, concentratie en zelfonderzoek. Welnu, in deze dagen waarin de kwaliteitskrant van Nederland in mijn bus valt, met een nieuwe opmaak, draagt de oorlog in Syrië de kop: ‘6 x 2 minuten’. Je kunt als lezer dus kiezen uit 6 beschouwingen, en die trekken je aandacht met de wervende kop dat het niet meer dan 2 minuten (!)van je kostbare tijd hoeft te kosten. Een exemplarisch voorbeeld van onze tijd, waarin we gewoon zijn scannend te lezen, zappend vluchtige indrukken op te doen, waarbij de respons daarop bestaat uit niet meer dan een twitterbericht.
De werkwijze die ik voorsta is een poging om de antroposofie tot leven te wekken in de mensen zelf. Het gaat om een benadering van de antroposofie die bottom-up plaatsvindt: vanuit de praktijk ontwikkelen we zoveel mogelijk een theorie. Het gaat niet om schools leren, maar om ervaringsleren. Niet het weten, maar het handelen staat voorop. Met een enkele studiedag over de temperamenten ben je er natuurlijk niet. Elk verstaan is zelfverstaan en dat vergt tijd. Om een leerling te begeleiden dien je eerst je eigen temperament te kennen. Zelfkennis maakt ons geschikter om te handelen. Maar om je eigen temparement te leren kennen en beheersen, is echt een karwei. Niet voor niets hamert Steiner op de gevaren die er ontstaan als een klassenleraar ongeremd zijn temperament de vrije loop laat.
-5-
VRIJESCHOOLPAROOL
Om elke leerling vervolgens met een eigen temperament in een dagelijkse lessituatie daadwerkelijk recht te doen, vergt jaren. Het is dus goed om voor ogen te houden dat kennis die stilzwijgend aanwezig is, onderhouden en gevoed wordt door nieuwe informatie. Door die kennis wordt onze waarneming gevoed en leraren krijgen meer en meer oog voor de verschillende temperamenten in de klas. Pas heel geleidelijk verandert vervolgens hun houding en uiteindelijk bepaalt die houding ook ons handelen. Dat is echter, zoals gezegd, een lange en geleidelijke weg. In de pedagogische bijeenkomsten, elke donderdag, gaan de leraren daarom gedurende het schooljaar 2013-2014 verslag doen van hun bevindingen. Ze doen individueel of in groepjes onderzoek naar de vier temperamenten in relatie tot: de kinderen in de 7e klas, de vier evangeliën, de vier elementen, vier verschillende boomsoorten (eik, linde, berk en treurwilg), de verschillende muziekinstrumenten, naar biografieën waarin het temperament naar voren komt, enzovoorts. Ze krijgen gedurende vier middagen een cursus vertellen op de manier van de vier temperamenten. Vervolgens wordt het eigen temperament onder de loep genomen!
In de hoop dat de studie van de antroposofie op die manier niet wordt beschouwd als zware kost voor academici, en dus terzijde wordt geschoven - de emmer loopt over - maar een oproep is tot enthousiast zelfonderzoek: het vuur wordt ontstoken. Streven we daarbij naar perfectionisme? Ja, beslist. Hetgeen niet wil zeggen dat een vrije schoolleraar pas deugt als hij volmaakt is. Het is geen norm die Steiner stelt, als hij spreekt over het vitale belang van temperamenten in het onderwijs. Maar het gaat wel om gerichtheid op perfectie. De leraar heeft de drive om zichzelf te verbeteren en is daadwerkelijk bereid om met vallen en opstaan kennis op te doen. Een leraar is een goede leraar als hij steeds probeert om beter te worden. Met die stilzwijgende aanname zijn we in dit schooljaar aan het werk gegaan. Marcel Seelen
-6-
VRIJESCHOOLPAROOL
-7-
VRIJESCHOOLPAROOL
COLUMN Kan een school je kind lezen? Koen werd 4 op de 1e schooldag van de kleuterklas, groepje 1, Koen is het 2e kind in ons gezin. Zijn zus was hem 2 jaar eerder voorgegaan naar dezelfde lagere school in de buurt en ze vond het geweldig. Koen ging dus ook naar deze zelfde lagere school, ze gaven les op niveau van het kind en dat was fijn, er werd goed naar het kind gekeken in onze ogen. Ondertussen verhuisden we naar Herten, en we kozen weer voor een lagere school in de buurt immers dat was in Veghel ook goed bevallen. Ditmaal was het een echte reguliere lagere school, je moest mee in het ritme, voldeed je aan de cito toetsjes dan mocht je verder. Koen hobbelde mee en met weinig inspanning bereikte hij de laatste cito-toets en deze was heel goed gemaakt. Maar wat zegt deze toets? Ben je mentaal wel toe aan de grote school, ben je wel toe aan uren lang boeken doorworstelen en naar leraren luisteren die hun programma afdraaien omdat er binnenkort de zoveelste toets aankomt. Koen was er duidelijk mentaal nog niet aan toe, hij werd er letterlijk ziek van. Hij kreeg zoveel informatie binnen dan hij het niet meer kon filteren, daarbij kwam dat er niet gekeken werd
naar het kind, als je ziek was dan was je ziek en later moest de stof worden ingehaald, het hoe en waarom, het lezen van een kind, daar werd volledig aan voorbij gegaan. Gelukkig werd ik via een lieve vriendin op het spoor van de vrije school gebracht. Ik nam meteen contact op met Marcel omdat ik voelde dat dit het soort onderwijs was wat onze Koen nodig had. Hier kon hij zelf de stof tot zich nemen door te luisteren naar een spannend verhaal over de middeleeuwen, hij kan hier zijn eigen geschiedenis boek schrijven. Ik vertelde mijn verhaal door de telefoon en we werden uitgenodigd voor een gesprek. Koen vertelde dat hij al op 2 WVO zat maar dat hij al geruime tijd ziek was, hij kon het niet bolwerken, er was geen aandacht voor hem nu hij ziek was. Hij wilde graag instromen in klas 7 van de vrije school. Rust, is wat hij wilde en graag zijn creativiteit uiting geven, gehoord/ gelezen worden. Zaken lopen zoals ze lopen en er kwam een plekje vrij voor Koen, hij mocht een week meelopen maar is nooit meer weggegaan.
-8-
VRIJESCHOOLPAROOL
De klas was sterk genoeg om Koen op te nemen en voor Koen voelde het als thuis komen, hij bloeide per dag op. Had al meteen een vriend, superfijn. Het werken in zijn periode schrift, het houtbewerken, de moestuin, hij vond het allemaal even leuk. Als ouder weet je ook niet wat je overkomt, de klassenouder nam contact op hoe het ermee ging en stuurde allerlei informatie door, je wordt meteen uitgenodigd voor de algemene ouderavond, er wordt cake door de ouders gebakken en naar mij en Koen geïnformeerd, wat een warm bad. De algemene ouderavond was geweldig, de natuurkunde leraar van het reguliere onderwijs van Broekhin had een periode natuurkunde gegeven, er ging een wereld voor hem open, de manier van lesgeven, de interactie met de kinderen, de hoeveelheid stof die ze hebben behandeld en is blijven hangen bij de kinderen, fantastisch.
Bij de vrije school is ook een antroposofische arts verbonden, Anne vertelde dat er per periode 2 kinderen worden besproken met de leerkrachten en de betreffende ouders. De toegevoegde waarde zit erin dat de leerkrachten leren hoe ze bepaalde gedragingen van een kind positief kunnen benaderen en de groep leren hoe ze er mee om kunnen gaan. Ik had nog uren kunnen napraten met iedereen maar het was half elf en tijd om moe en voldaan naar huis te gaan. Thuis al napratend wist ik het zeker: de vrije school leest je kind! Mireille Roijen
-9-
VRIJESCHOOLPAROOL
Daniëlle Salden ‘‘Iets terug doen……’’ door Heidi Reer
De lente is begonnen. Daniëlle ziet er fleurig uit. Daniëlle is een collega die ik vooral ken vanuit haar betrokkenheid met de personeelsvereniging. Ook meen ik te weten dat zij een bed and breakfast heeft. Daarnaast weet ik dat ze Aardrijkskunde geeft aan leerlingen in het reguliere onderwijs en Heemkunde aan de vrijeschoolleerlingen. Ik vraag haar naar de link tussen Aardrijkskunde en Heemkunde. ‘Ik besloot al vroeg op de middelbare school om aardrijkskunde te gaan studeren´, vertelt Daniëlle op mijn vraag hoe ze in dit vak is gerold. ‘Wat is de arbeidsmarktrelevantie van een studie Aardrijkskunde’?, vraag ik onwetend. ’Aardrijkskunde is een verzamelnaam voor o.a. hydrologie, bodemkunde, ecologie, en klimatologie. Allemaal razend interessante vakken die me mateloos boeiden. Ik kon naar de universiteit, maar ik wilde niet op kamers. Daardoor kwam ik op de lerarenopleiding terecht, die ik meteen hartstikke leuk vond. Ik heb mijn bevoegdheid als 1e graads docent voor Aardrijkskunde en 2e graads voor Engels gehaald en de rest is history.’ ‘Hoe kwam je op het idee om Heemkundelessen op de vrijeschoolafdeling te gaan geven?’, vraag ik. ‘Eigenlijk’, vertelt ze, ‘was het de bedoeling om Heemkunde (een combinatie van moestuinieren en fysische aardrijkskunde) te gaan geven tijdens de banduren.’ (banduren zijn (les)uren waarin leerlingen uit reguliere klassen uitgedaagd worden om eens iets heel anders te gaan leren, bijvoorbeeld Spaans).’
Maar dat bleek roostertechnisch helaas niet mogelijk. Toen duidelijk werd dat op Broekhin een vrijeschool-afdeling kwam, was ik in eerste instantie vooral als moeder geïnteresseerd. Onze zoon Lucas zit in groep zeven en het onderwijsconcept sprak me aan als mogelijkheid voor hem na de basisschool. Tijdens de voorlichtingsbijeenkomsten raakte ik ook als docent enthousiast. Ik werk hier inmiddels eenentwintig jaar en was weer op zoek naar een nieuwe uitdaging. In het concept van de vrijeschool zag ik mogelijkheden wat meer de fysische kant van aardrijkskunde op te kunnen zoeken. In gesprekken met onze directeur Jessica Baart en Rita Vrij (kwartiermaker vrijeschool) werd het idee van de Heemkundeles nieuw leven ingeblazen. Tijdens de lessen krijg ik daarbij zeer waardevolle hulp van Jeroen Timmermans, de tuinman van Broekhin. Hij heeft door zijn opleiding de botanische kennis. We hebben de lessen opgedeeld in een theoretisch en een praktisch gedeelte. Jeroen is degene die bij de praktische uitvoering het voortouw neemt. Samen met de leerlingen planten we o.a. tomaten, sla, komkommers. Dat groeit snel, de leerlingen zien dan ook snel het resultaat van hun inspanningen.’
- 10 -
VRIJESCHOOLPAROOL
‘En Lucas’?, vraag ik. ‘Kiest hij voor de vrijeschool of een andere school?’ ‘Tja’, zegt Daniëlle. ‘Lucas weet wat hij wil en werkt daar doelgericht naartoe. Hij wil heel graag iets met dieren gaan doen later, dus dat zal een selectiecriterium voor hem worden. En omdat mijn man en ik dagelijks zien dat intrinsieke motivatie enorm belangrijk is voor de schoolprestaties (mijn man is docent op het Valuascollege in Venlo), gaan we hem vooralsnog niet op andere gedachten brengen. Daarnaast vinden wij het ook belangrijk dat hij zich veilig gaat voelen op zijn nieuwe school. Voor ons zal dat een heel belangrijk selectiecriterium worden.’ ‘Klopt het dat jij ook een B&B runt’, vraag ik? ‘Nee joh’, zegt Daniëlle. ‘Dat is een toekomstdroom! Het toeval wilde dat ons buurhuis te koop stond en mijn schoonouders zijn inmiddels onze buren zijn geworden. Mijn schoonouders woonden in Maastricht en mijn man Armand is hun enig kind. Toen ons buurhuis beschikbaar kwam, leek ons dat een goede oplossing voor toekomstige mantelzorg. Ooit, maar hopelijk duurt dat nog vele jaren, komt daar dan mijn B&B. Ook mijn eigen ouders zijn overigens ongeveer zeven jaar geleden bij ons in de buurt komen wonen. Op deze manier kunnen wij, indien gewenst, snel ter plaatse zijn en de helpende hand bieden.’ ´Een goede manier om invulling te geven aan het woord participatiemaatschappij´, roep ik onder de indruk. ‘Niet iedereen zou zo pragmatisch en betrokken invulling geven aan de zorg voor zijn ouders en schoonouders’, zeg ik, ´knap hoor.´ ‘Dit soort zaken komt ook aan de orde tijdens een Aardrijkskundeles’, vervolgt Daniëlle. ‘Ik probeer de kinderen te leren op geografische wijze te kijken naar de wereld en te bereiken dat ze begrijpen wat zich daarin afspeelt.
We bestuderen bijvoorbeeld de ecologische en klimatologische gevolgen van de industriële revolutie, de globalisering, het verdelingsvraagstuk op aarde of de gevolgen van overbevolking en de daardoor dreigende tekorten. Onze ouders zijn arm geboren en hebben mooie jaren meegemaakt in relatieve ‘rijkdom’. De huidige generatie is geboren in een tijd van overvloed en moet nu leren het met minder te gaan doen. Mijn leerlingen probeer ik hierop voor te bereiden. Ik probeer te bereiken dat ze later, als ze afgestudeerd zijn en hopelijk een baan hebben gevonden, als evenwichtige bewuste mensen in het leven staan. Mensen die opgewassen zijn tegen maatschappelijke veranderingen en met nieuwe situaties kunnen omgaan.´
- 11-
VRIJESCHOOLPAROOL
- 12 -
VRIJESCHOOLPAROOL
Ook aan Daniëlle stel ik de volgende, voor de oplettende lezer, terugkerende vraag. ‘Hoe zou jouw ideale school er uit zien, hoe ziet een klas eruit, wie werkt er, waar de school ligt en op welke manier wordt er les gegeven?´ Daniëlle denkt even na en zegt vervolgens: ‘Het zal waarschijnlijk een gezonde mix worden van een heleboel goede dingen die er al zijn. Natuurlijk moet er aandacht zijn voor de cognitieve ontwikkeling van de kinderen. Dit neem ik mee uit het reguliere onderwijs dat ik combineer met elementen van de vrijeschoolfilosofie. En er moet aandacht voor dieren zijn. Dat vind ik een waardevolle aanvulling. De klas is gevuld met losse tafeltjes en er zijn net iets meer computers beschikbaar dan ik nu in mijn lokaal heb. Kinderen werken bij mij tijdens de les aardrijkskunde, zeker in de onderbouw, geregeld gedifferentieerd en in groepjes. Dat vinden zij leuk en ik belangrijk. Voor mij als docent is dat overigens wel veel hectischer. Je wilt toch aan alle leerlingen dezelfde hoeveelheid tijd besteden. Dat moet je dan goed bewaken.´ Het valt me op dat het gesprek met Daniëlle heel soepel verloopt. De antwoorden op mijn vragen komen snel en zijn compleet. Er ontstaan geen losse eindjes en verduidelijkingen zijn niet nodig. Dat zeg ik haar dan ook. ‘Volgens mij werk jij heel gestructureerd.’ ‘Dat klopt’, zegt Daniëlle. ‘Ik denk altijd heel goed na over de manier waarop ik dingen aanpak en ik vind het belangrijk dat alles goed gepland verloopt. Dan heb je namelijk ook eventuele “chaos” die dreigt te ontstaan onder controle.’
Daniëlle is naast docent ook nog eens de trekker van de personeelsvereniging. ‘Ik vond dat ik, na tien jaar als gast aangeschoven te hebben bij allerlei activiteiten van de PV, iets terug moest doen.’ Ik heb zelf meermaals meegemaakt dat Daniëlle me attendeerde op een zieke of zwangere collega waar een bos bloemen bezorgd moest worden. Dat vindt ze belangrijk, weet ik inmiddels. ‘Wat doe je in je vrije tijd,’ vraag ik tenslotte? ‘Ik ben lange tijd voorzitter geweest van de buurtvereniging in de wijk waar ik woon en organiseerde van alles omdat ik het leefklimaat in de buurt belangrijk vind. Ik maak muziek (piano, klarinet) en ik hou van countrymuziek. Het songfestivalnummer van Ilse de Lange en Waylon vind ik bijvoorbeeld geweldig. Volgens mij gaan we hoge ogen gooien dit jaar. Daarnaast hou ik van tuinieren en, als ik tijd heb, lees ik graag historisch en/of geografisch verantwoordde boeken, bijvoorbeeld ‘Publieke Werken’ van Thomas Rosenboom of ‘Nooit meer slapen’ van Willem Frederik Hermans. En Geert Mak natuurlijk, de perfecte combinatie van historisch en geografisch verantwoord. Sinds kort hebben we een boot. De bedoeling is dat we Nederland vanaf het water opnieuw gaan ontdekken. Héérlijk!!’ Heidi Reer
- 13 -
VRIJESCHOOLPAROOL
Mededelingen
Agenda Viering St.Jan Nieuwe datum: Donderdag 26 juni 2014 Aanvang 17.30 uur tot ca. 21.00 uur Over de locatie wordt u nog geïnformeerd.
- 14 -
VRIJESCHOOLPAROOL
Colofon
Vrijeschoolparool eerste jaargang nummer 8 Contact klassenleraar Als ouder kunt u met lesgerelateerde en pedagogische vragen direct de klassenleraar mailen of bellen. Marcel Seelen
[email protected] 06-10782560 Contactouders De klas heeft drie contactouders, zij ondersteunen het werk van de klassenleraar. Contactouders: Cynthia Uijens, Eddy Maas en Mariska Smulders Indien u een vorige editie van het Vrijeschoolparool wilt ontvangen stuurt u een bericht naar
[email protected]
- 15 -