VRIJESCHOOLPAROOL Eerste jaargang nummer 4
Advent
door Marcel Seelen Het is Advent. In het lokaal van de 7e klas is het nog donker, deze maandagochtend, 2 december. De lampen blijven uit. Ik steek de eerste kaars aan van de Adventskrans en daarna de tientallen theelichtjes die in de vensterbank staan opgesteld in een rood glazen potje. De bescheiden kerstboom prijkt in het midden van het lokaal, met 30 rode en 3 witte rozen van papier. De kinderen druppelen binnen en de ochtend begint met het prachtige pianospel van een nieuwe leerling uit onze klas, Noah. De kinderen zitten en luisteren in de schemering, een enkeling leest in zijn roman. Een half uur later komt Marc en zingt een kwartier met de kinderen een Adventslied. Zo beginnen de lessen in de vier weken voordat het Kerstmis wordt. Het is kwart over negen. Langzaam wordt het lichter, de zang is voorbij, de les over sterrenkunde kan beginnen. Op het bord staat deze ochtend een gedicht over de ster van Bethlehem en hoe die de drie wijzen uit het Oosten de weg wees. De derde strofe luidt:
‘Maar aan de hemel ging een ster en dreven zangen op de wind, want langzaam kwamen van heel ver drie wijze mannen om een Kind.’ De bron van het verhaal over de ster, zo vertel ik de kinderen, is het Nieuwe Testament (Mattheüs 2:1). Ze lezen de tekst op het bord met me mee: ‘Toen Jezus geboren was in Bethlehem in Judea, tijdens de regering van Herodes, kwamen er wijzen uit het Oosten in Jeruzalem aan. Ze vroegen: “Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Wij hebben namelijk een ster zien opgaan en zijn gekomen om hem eer te bewijzen.” ‘ Astronomen hebben zich afgevraagd wat voor ster dat kon zijn geweest. Was het een supernova (een plots buitengewoon helder schijnende ster)? In het jaar 5 voor Christus war een zichtbaar…! Of was het misschien niet zozeer een heldere, als wel een astrologisch belangwekkende ster? Narthex Advent wordt in alle antroposofische instituten gevierd, waaronder de vrije scholen. Waarom? Advent is de tijd van verwachting en is daarmee
-1-
VRIJESCHOOLPAROOL
de voorbereiding op Kerstmis, waarop we de geboortedag vieren van Jezus, een dag die door de Kerk op 25 december is vastgesteld. Maar er speelt nog meer mee. Advent vieren op school is ook trachten ruimte te scheppen voor een gewijde stilte waarin iets groeien wil. Hoogleraar godsdienstpedagogiek Bert Roebben spreektvan een ‘narthicale leerruimte’. Het woord ‘narthicaal’ is afgeleid van het woord ‘narthex’: het voorportaal van een basiliek. In Maastricht staat in de narthex van de basiliek Maria, Onze Lieve Vrouwe, Sterre der Zee. Wie weleens vertoeft in dat voorportaal, kan de vrede voelen die
daar heerst. Mensen steken een kaars op, knielen en bidden. Het is een plek van inkeer. Je kunt daarna de kerk binnengaan, of weer naar buiten lopen. Het is een open plek en tegelijkertijd een gewijde ruimte. Roebben stelt voor het leren van het vak godsdienst (of levensbeschouwing) op een school te laten plaatsvinden in een lokaal als was het een narthex, omdat er dan grootse dingen kunnen gebeuren. In mijn ogen wil de vrijeschool voortdurend les geven in een narthicale leerruimte, dat beperkt zich niet tot een enkel religieus vak. Dit streven werd onverwacht bevestigd, toen twee leerlingen uit de eindexamenklas vwo uit
-2-
VRIJESCHOOLPAROOL
nieuwsgierigheid een keer in de maand september een periodeles geschiedenis in de 7e klas kwamen bijwonen. Toen ik na afloop vroeg wat ze opviel, zeiden ze allebei: ‘Het onderwijs is precies zoals bij ons de godsdienstles!’ Op mijn verraste vraag waarom dan, spraken ze van een sfeer, een stemming van vragen stellen aan elkaar en dan in gesprek gaan daarover, terwijl iedereen daaraan respectvol meedoet. Het vrijeschoolonderwijs zelf heeft dagelijks een religieuze lading, als daaronder verstaan wordt: met eerbied en toewijding er als opvoeder voor de kinderen zijn. Met Advent helpt de zang, de aankleding en schemerige verlichting van flakkerend kaarslicht en de dennengeur van kransen en takken deze gewijde stemming te stimuleren. Zo zal een vrijeschoolleerling na zijn schooltijd de wereld ingaan, maar gesterkt en gedragen toch door een school die voor hem zo nu en dan als een narthex is geweest. Stil de tijd In het gedicht ‘Advent’ van Gabriël Smit luidt de laatste strofe zo: tot alles uit ons hart is weggeslagen en er niets over is, dat ons kent, dan, plotseling, begint een helder vragen, voorzichtig eerst, wij zijn het licht ontwend, maar onweerstaanbaar groeiend door de dagen, zingend en stralend, - want het is Advent.
De dichter spreekt van ‘een helder vragen’. Voor leerlingen van een 7e klas leven die vragen veelal nog onbewust. Ze kunnen wellicht onrustig zijn in hun gedrag, maar koppelen dat nog niet aan bijvoorbeeld een moeilijke thuissituatie. Oorzaak en gevolg staan nog niet in een direct en logisch verband. Maar het diepe voelen is er wel. Het zijn alleen de woorden die nog ontbreken. Als er wordt voorgelezen uit ‘De brief voor de koning’ van Tonke Dragt, en rector Jessica komt dat twee tot driemaal per week doen tussen 9.009.20 uur, dan beleeft elke leerling de avonturen van ridder Tiuri en door de alledaagse woorden heen klinkt de opdracht aan elke luisteraar om het levensverhaal zelf vorm te geven, als een Tiuri, moedig en doortastend. Elke keer als Jessica komt voorlezen is de klas – en mijzelf niet uitgezonderd - volkomen in de ban van haar en het verhaal. We beleven soms betoverende momenten. De klas kreunt licht maar hoorbaar van spijt als ze stopt. Het smartelijke moment wordt altijd voorafgegaan door een snelle blik die Jessica werpt op de klok, die achter haar op de muur hangt. Een gebaar dat me elke keer weer opvalt en onheus voorkomt. Niet omdat het een aankondiging is op het beëindigen van het voorlezen, maar vooral ook omdat het me ervan bewust maakt dat de tijd even was opgeheven. Het regime van de kloktijd bestond niet meer tijdens het
-3-
VRIJESCHOOLPAROOL
voorlezen! De scherpe grenzen die je dagelijks ervaart, zeker op een dag met lessen en pauzes gedirigeerd door een zoemer, zijn weggevaagd. De tijd niet als een trap die je beklimt trede voor trede, maar de tijd als een sneeuwbal, waarin elk moment zich vanzelfsprekend hecht aan het volgende. Een ervaring van ‘opgetild worden’ die je ook kunt beleven als je luistert naar bijvoorbeeld de muziek van Simeon ten Holt, zijn ‘Canto Ostinato’.
Advent op school als een tijd waarin je je als leraar ook bewust wordt dat de stilte gekoesterd wil worden, dat de kloktijd bij momenten teniet kan worden gedaan. Een innig geluk en voelbare vrede hangt in deze ochtenden dan vaak in ons lokaal. Er is volop vertrouwen in wat komen gaat. De volgende lesdag beginnen we opnieuw: ‘zingend en stralend, - want het is Advent.’ Marcel Seelen Met dank aan collega Madelon Fuldauer, die me het boek aanreikte van Bert Roebben, ‘Godsdienstpedagogiek van de hoop’.
-4-
VRIJESCHOOLPAROOL
-5-
VRIJESCHOOLPAROOL
Column Kindbespreking op de vrije school. Een aantal weken geleden werd ik gebeld door Marcel. Of hij een kopje koffie mocht komen drinken! In eerste instantie schrok ik, dacht dat er iets niet goed ging. Zo was mijn ervaring op de (reguliere) basisschool. Maar het tegendeel was waar! Een hele opluchting! Een aantal dagen later was het dan zover. Marcel kwam bij ons thuis en stelde de vraag of hij Cas als voorbeeld mocht gebruiken voor de eerste kindbesprekingen van de Vrije School. Voorafgaand aan de kindbesprekingen werd Cas onderzocht door dr. Anne Balliel, een zeer kundige en lieve antroposofisch arts in Maastricht. Zij zou ook bij de kindbesprekingen aanwezig zijn. Voor de docenten van de Vrijeschool was dit ook hun eerste kindbespreking. Er werd hen van te voren gevraagd om goed naar Cas te kijken. Toen wij voor de eerste bespreking van Cas binnenkwamen werden we aan elke docent voorgesteld. De sfeer hebben wij als zeer warm en prettig ervaren. Het was voor ons als ouders erg spannend maar volgens mij ook voor de docenten. Marcel begon met een mooie en treffende spreuk. Toen werden er vragen gesteld aan de leerkrachten over het uiterlijk van Cas.
Sommige docenten gaven goede antwoorden, sommige docenten wisten het niet. Een voorbeeld van een vraag was of Cas een beugel droeg. Dat wist niet iedereen. Heeft Cas een bril, hoe is zijn tred, zijn lichaamsbouw, hoe draagt hij zijn haar. Wij keken er erg van op dat verschillende docenten niet goed naar de leerlingen kijken. Maar dit moeten zij zich wel eigen gaan maken. En dat gaat vast en zeker lukken. De volgende vragen gingen over het karakter van Cas. De docenten moesten daar op antwoorden zonder een oordeel te geven. En dat is erg moeilijk. Over het algemeen wordt er snel geoordeeld. Maar toch kwamen hier voor ons erg verrassende antwoorden uit. Veel was herkenbaar maar er waren ook antwoorden bij dat ik me afvroeg of het over “onze” Cas ging. Op de (reguliere) basisschool kreeg Cas vaak een “oordeel.” Hij was snel klaar met zijn werk en taakjes en ging zich dan vervelen. Wij vroegen steeds om hem meer verdieping te geven in de lesstof maar dat werd geweigerd. Te veel werk, te moeilijk, te grote klas enz. Maar op de Vrije School gaat het er heel anders aan toe. Het beweeglijke mannetje mag hier een visje in het water zijn. Soms heel storend voor de docenten maar ze leren er mee om te gaan. Steken er veel tijd en energie in. Leren zich zelf de vraag stellen waarom Cas beweeglijk is. Leren dat het niet altijd negatief is om beweeglijk te zijn!
-6-
VRIJESCHOOLPAROOL
Nou........voor ons ging er een wereld open!! Wisten niet wat we hoorden. Cas mocht Cas zijn en hij mocht Cas blijven. Dit gaf ons zo’n fijn gevoel. Voor de tweede kindbespreking kregen de docenten en wij als ouders een opdracht mee om gedurende de week al eens over na te denken. Probeer een spontaan beeld te geven over Cas. Iets wat meteen in je opkomt. Een aantal voorbeelden van deze opdrachten waren: Waar doet Cas je aan denken? Welke kleuren zie je rondom Cas? In welk landschap zou je Cas kunnen plaatsen? In welk muziekstuk of kunstwerk zou je Cas kunnen plaatsen? Hier kwamen erg verrassende maar ook zeer herkenbare antwoorden uit, zoals: Cas is als een cola-flesje met een pepermuntje erin. Cas is als een caleidoscoop, kleurrijk en veranderlijk. Cas is als een koning maar heeft nog een hele weg te gaan waar wij hem in moeten en kunnen begeleiden.
Het is mooi om te zien en horen hoe men hier over nadenkt en hoe men er mee omgaat. Voor de docenten is ook alles nieuw, net als voor ons als ouders. In het begin waren wij heel sceptisch en ook wel een beetje huiverig over het Vrijeschool onderwijs. Maar we waren wel enorm trots op Cas omdat hij stellig de keuze maakte voor deze school. En hij moet het uiteindelijk doen! Er voor gaan! En dat doet hij ook! Na deze kindbesprekingen zijn wij helemaal overtuigd dat Cas op zijn plaats is op deze school. Wij weten zeker dat hij bereidt is om samen met Marcel en alle docenten de uitdaging aan te gaan om er iets moois van te maken! In deze korte periode is hij als mens enorm gegroeid! Wij zijn enorm blij dat we deze kindbesprekingen mochten meemaken. Petje af voor alle docenten die toch maar die enorme uitdaging aangaan om voor het Vrije Schoolonderwijs te kiezen. Patrick de Vocht Lilianne Volkers.
-7-
Kerstmis Kerst is als een lichtje, heel diep in het bos, het is verscholen achter bomen en gewas, maar toch zo helder alsof her er al eeuwen was. Menig mens loopt er gewoon aan voorbij, want het gaat hen alleen maar om de cadeau’s en de pret, maar af en toe is er iemand die er weleens op let. En als het lichtje dreigt uit te gaan, steekt een ander het toch gewoon weer aan. Noah
-8-
VRIJESCHOOLPAROOL
René Schrader Over muziek en meer ….. door Heidi Reer
Voor dit vierde Parool, dat net voor de kerst uitkomt, heb ik René Schrader uitgenodigd. René geeft muziekles op Broekhin, dus informeer ik meteen naar zijn favoriete kerstnummer. René geeft aan dat hij niet echt een duidelijke voorkeur heeft. Hij houdt vooral van Mozart, Mahler en Beethoven. Dat is de muziek die tijdens de kerstdagen bijdraagt tot een sfeer van samenhorigheid, overpeinzing en bezinning. Met de meer lichte kerstmuziek of popmuziek heeft hij niet zoveel. ‘Er is weinig nieuws onder de zon. Alles is al een keer gedaan of borduurt voort op eenzelfde thema’, zegt hij. ‘En de techno beat of dance-of housemuziek’, vraag ik, ‘die is toch wel vernieuwend?’ Hij knikt instemmend. ‘Dat klopt’, zegt hij vervolgens, ‘maar het aantal decibellen dat daarbij gebruikt wordt vind ik moeilijk te verdragen. Ik vind het niet prettig dat er geen gesprek mogelijk is. Maar ja, dat ligt misschien ook aan mijn leeftijd’, zegt hij verontschuldigend. Ik vraag René wat muziek met hem doet. ‘Kan muziek er voor zorgen dat een slechte dag beter wordt als hij een bepaald muziekstuk hoort?’ ‘Tuurlijk’, zegt hij. ‘Muziek is in staat om je in een andere gemoedstoestand te brengen. Elke donderdagmiddag na de pauze zingen de vrijeschool-leerlingen samen met mij liedjes. Je ziet gewoon dat ze er blij van worden, er komt een andere, nieuwe, energie vrij. Als ik zelf na een werkdag thuis kom en een half uurtje piano speel, ben ik alle beslommeringen van die dag kwijt. Dat is wat muziek, maar ook andere kunst-
zinnige uitingen, met iemand doet.’ Ik vraag René of het nog steeds leuk is om met kinderen die niet of minder muzikaal zijn toonladders te spelen. ‘Ja hoor, het geeft veel voldoening als je ziet dat een kind z’n best doet en blij wordt van de muziek die we samen maken. Het moet natuurlijk wel aansluiten bij de belevingswereld van het kind. Zo heb ik laatst met de kinderen de ‘Cupsong’ gedaan. Dat slaat aan.’ Als jongen speelde hij trompet bij de Harmonie in Maasniel. Hij ging naar het Gymnasium Schöndeln en dacht eraan om psychologie te gaan studeren. Maar René was ook een goede trompettist en koos hij voor een opleiding aan het conservatorium in Maastricht en werd docent muziek. ‘Ontdek je ook wel eens uitzonderlijke talenten,’ vraag ik? ‘Ja’, zegt hij. ‘Ik geef les aan negen leerlingen die de vooropleiding voor het conservatorium (VOCO) op Broekhin volgen. Deze leerlingen worden elk jaar getest en beoordeeld door afgevaardigden van het conservatorium. Op 4 havo of 5 vwo is er de mogelijkheid om, als blijkt dat je talent hebt, een dagdeel in de week les te volgen op het conservatorium. In het vrijeschool-onderwijs is veel aandacht voor de creatieve ontwikkeling van kinderen, weet ik inmiddels. ‘Ik neem aan dat dat je wel aansprak?’ vraag ik René. ‘Rita Vrij benaderde mij met de vraag of ik de muzieklessen op de vrijeschool wilde gaan verzorgen. Het was weer eens iets anders, een uitdaging. Je kunt ook tot je pensioen je lessen ‘afdraaien’ en dat wilde ik niet. Daarom zei ik ‘Ja’. Maar het lesgeven blijkt moeilijker te zijn en vergt meer energie dan ik dacht. Dat komt doordat je zonder methode werkt en de lessen moeten aansluiten bij het periode onderwijs. Daar moest ik echt aan wen-
- 9-
VRIJESCHOOLPAROOL
nen. In het reguliere onderwijs bied je lesstof aan en de leerling moet, wil hij over gaan of zijn diploma halen, voldoendes halen. Ik heb het gevoel dat we daarin doorgeschoten zijn. Kinderen moeten zoveel toetsen maken en aan de vastgestelde normen voldoen. Maar of dat nou zo belangrijk is? Ik vraag het me af. Als docent begeleid je een kind in de hoop dat hij of zij opgroeit tot een gelukkig en evenwichtig mens. In de vrijeschool is de leus ‘worden wie je bent’. In het reguliere onderwijs lijkt het vooral belangrijk dat je voldoet aan de norm. Kinderen werken dan alleen maar voor een punt, niet vanuit hun interesse of belangstelling.
In de vrijeschool zoeken we voortdurend naar manieren om alledaagse dingen te verbinden aan de lesstof. Er wordt niet getoetst, c.q. prestaties worden niet beoordeeld met een cijfer. Daarmee prikkel je een kind op een andere manier dan door hun een tekst te laten lezen uit een boek. Alle lessen worden in hetzelfde lokaal gegeven. De kinderen zorgen er zelf voor dat het lokaal netjes blijft. Op de vrijeschool worden veel verhalen verteld. Ik heb verteld over mijn reis naar Oeganda eerder dit jaar. De kinderen werden stil en luisterden ademloos. We hebben samen gepraat over wat het betekent om geboren te worden in een ontwikkelingsland. Daardoor ontstaat er een band. De relatie met een leerling maakt het verschil. Als docent wordt je uitgedaagd om de lesstof aantrekkelijk te brengen. Het is niet ongebruikelijk dat docenten elkaars lessen bezoeken, een natuurlijke vorm van intervisie. Hiermee wil ik mijn collega’s op BC Broekhin overigens niet te kort doen. Want ook daar doen mijn collega’s er alles aan om hun lessen op een uitdagende manier te brengen en ook daar worden er allerlei leuke activiteiten georganiseerd zoals de ‘VAS’ en ‘Unplugged.’
- 10 -
VRIJESCHOOLPAROOL
Neem je deze inzichten mee in je overige lessen in de andere klassen’, vraag ik vervolgens. ‘Ja‘, zegt hij, ‘ik ben ‘De scheepsjongens van de Bontekoe’ gaan voorlezen op het vmbo. De kinderen vonden het prachtig! Ze mochten me onderbreken en naar de betekenis vragen van een woord dat ze nog niet kenden. Op die manier wordt leren weer leuk. ‘Deel je deze ervaringen ook met collega’s die niet les geven op de vrijeschoolafdeling’, vraag ik? ‘Ja hoor’, in de pauzes praat je over deze ervaringen. Er ontstaan interessante gesprekken. Iedere docent wil kennis overdragen, wil kinderen helpen. In dat opzicht is er geen verschil.
Of het nu in het reguliere onderwijs gebeurt of op de vrijeschool manier. De resultaten, zo blijkt uit de cijfers, zijn ongeveer gelijk. Toch lijkt de integratie van de vrijeschool niet echt soepel te verlopen’, zeg ik. ‘De vrijeschool lijkt een school in de school te zijn’, zeg ik voorzichtig. ‘Zou het streven niet op comptabiliteit gericht moeten zijn? ‘Ik weet niet of dat mogelijk is’, antwoordt René. ‘Wellicht heeft dat tijd nodig. Dat moet zich op een natuurlijke manier ontwikkelen. Belangrijk is ook dat mensen zich realiseren dat de komst van de vrijeschool ook belangrijk is voor het behoud van werkgelegenheid op BC Broekhin. Er komen kinderen naar Roermond die wonen tussen Venlo en Geleen. Dat is een nieuw toeleveringsgebied. En dat is winst. Heidi Reer
- 11 -
VRIJESCHOOLPAROOL
- 12 -
VRIJESCHOOLPAROOL
Kerst de kaarsen op de krans doven een voor een de vlokken dik en wit vallen door het open raam je gezicht staat droevig en het is koud. maar plotseling gaan alle kaarsen weer aan het raam wordt dicht gedaan en met de warmte en het licht komt er een glimlach op je gezicht kerst hoor je niet alleen te vieren dus pak een stoel en schuif maar aan waar jij mag zitten? daar voor aan. Nils
- 13 -
VRIJESCHOOLPAROOL
Mededelingen Maandag 6 januari 2014 - de eerste dag na de Kerstvakantie - is er voor het vrijeschoolteam een studiedag (het leren vertellen olv Christine Cornelius, oud lerares Geert Groote College en Nienke Römer, actrice en oud leerling), en zijn de kinderen vrij. Zij beginnen dus op dinsdag 7 januari 2014. Voordracht Marcel Seelen Na een drukbezochte eerste avond vindt op donderdag 23 januari 2014 de tweede voordracht plaats van Marcel Seelen in de serie van 3 geïnitieerd door de VVML (Vereniging Vrijescholen Midden Limburg).
- 14 -
VRIJESCHOOLPAROOL
Colofon
Vrijeschoolparool eerste jaargang nummer 3 Contact klassenleraar Als ouder kunt u met lesgerelateerde en pedagogische vragen direct de klassenleraar mailen of bellen. Marcel Seelen
[email protected] 06-10782560 Contactouders De klas heeft drie contactouders, zij ondersteunen het werk van de klassenleraar. Contactouders: Cynthia Uijens, Eddy Maas en Mariska Smulders Indien u een vorige editie van het Vrijeschoolparool wilt ontvangen stuurt u een bericht naar
[email protected]
- 15 -