Jaargang 2007 nummer 4
Van de voorzitter We staan weer aan het begin van een nieuw jaar. Graag wil ik u allen een goed en gezond 2007 toewensen. Hopelijk kunnen wij als stichting Heemkunde in de voor ons liggende periode weer de nodige en nuttige informatie over het verleden of het heden van onze marke aandragen. Wat het afgelopen jaar aangaat is er weer de nodige tijd besteed aan het verwerken van alle informatie die door ons is uitgezocht of ons werd aangereikt. In de loop van het nu afgesloten jaar hebben we bovendien verschillende gastsprekers gehad onder hen de heer Schluter van Natura Docet uit Denekamp over Twentse sagen en vertelsels en de heer G. Kraa uit Bornerbroek over Twentse volksverhalen en de Twentse taal. Ook onze jaarlijkse fietsdag was opnieuw een succes. Wat betreft het nieuwe verenigingsjaar komen we binnen afzienbare tijd met een overzicht van activiteiten in 2007. Verder zijn we begonnen met het digitaliseren van al onze archieven die momenteel opgeslagen liggen in de Heemkelder. In januari zal u weer benaderd worden voor een bijdrage als donateur van onze stichting en we zouden het bijzonder op prijs stellen als u opnieuw onze stichting het komend jaar zou willen steunen. Hiervoor onze dank. Met vriendelijke groet, Andre Vleerbos Voorzitter stichting Heemkunde
Foto op de voorpagina: Carrosseriebedrijf Kemperink in de jaren dertig. Voorheen was dit de school van Harbrinkhoek op de hoek met de Jannes Brouwerstraat en de Haarbrinksweg.
Inhoudsopgave: Drie maanden Noord-Oostpolder 4 Arend Lamm: Lesten Snee 8 De Plaatselijke Bureauhouder P.H.B. 9 Waar komt de Twentse taal vandaan 10 Interessante websites 14 Geen heden zonder verleden en.... 15 Deel 2 Marcelinogroep Albergen 17 Opgespoord, de ABTB foto 22 Wie kent deze personen 24 De historie van carrosseriebedr. Kemperink 25 Nig direkt bescheed krieg’n 32 De omgang op ‘n Boskaamp 34 De naam Noordegraaf herleeft opnieuw 35 Een noaberuitje 36 Leden bestuur stichting Heemkunde 37 Officiële oprichting stichting Heemkunde 38
3
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
Drie maanden Noord-Oost polder Uit het oorlogsdagboek van J.H. Demmer 14 december 1944 - 17 maart 1945 Deel 6: De Noord Oost Polder Maandag 1 Januari Het is net als iedere Zondag een gedeelte gaat naar Ens II en een gedeelte naar Zwarte Meer naar de Kerk. Het is schitterend weer met lichte vorst. Ook vliegen er vandaag veel “Tommy’s”. Na de middag gaan velen wandelen of fietsen, want de wegen zijn weer prima en niet glad. Vanmorgen moest G. Bekhuis bij boer Van Steen paarden voeren. Hier moest hij om zeven uur zijn. Hij had zich verslapen en kwam pas om 8 uur op het werk, het voeren was toen afgelopen. Door de werkbaas werd hij doorgestuurd naar de dorschmachine om te helpen dorschen. De dorschmachines moesten draaien. Nog geen 5 minuten op de dorsplaats zijnde, laat hij zich z.g.n. flauwvallen. Nadat hij enkele minuten als bewusteloos heeft gelegen, begint hij met de ogen te draaien, terwijl hij zachtjes roept “Logait, Logait” en dit steeds harder herhalend. Hij had nog maar een paar keer geroepen, toen de werkbaas tegen de omstanders zei: “ gauw, gauw wat water want hij ijlt”. Nadat hem de polsen en de slapen waren natgemaakt, kwam hij langzaam weer bij. Toen hij weer aardig was opgeknapt, mocht hij naar huis. Hem werd nog een begeleiding naar de Ramspol aangeboden, doch deze heeft hij geweigerd. Dinsdag 2 Januari Toen vanmorgen de zaal wakker werd, was het half acht, zoodat niemand op tijd op het werk kon zijn. Vandaag zijn F. Bruggeman en J. Oude Nijhuis van hun stille verlof teruggekeerd. Zij hadden nog wat pakjes, maar vooral post meegebracht. Bruggeman heeft zich verloofd, maar hij draagt geen ring. Deze is hem wat groot, en hij is bang dat hij hem in de polder verliest. Het dooit en de wegen zijn glad. Woensdag 3 Januari Vandaag moest Bruggeman zich melden bij boer Scheltinga, maar hij wordt in verband met zijn stille vertrek niet weer aangenomen. Hij wordt van de boerderij doorgestuurd naar het Districtskantoor 2 afdeling Technische Dienst te Ramspol. Hier wordt hem medegedeeld dat hij voor straf 4 weken naar Schokland moet, om daar te werken. Dit is vanuit de Ramspol ongeveer 1 uur fietsen. Met mooi praten gelukt het hem dat hij op de Ramspol mag blijven slapen. J. Oude Nijhuis die bij de Wit werkt ondervindt geen moeilijkheden, deze is ook niet zo lang weggeweest. Het weer is goed dooi, met hele 4
Jaargang 2007 nummer 4
slechte wegen (opdooi). ’s Avonds na het eten zijn G. Lohuis en J. Demmer nog naar de polderpolitie geweest voor Ausweisen. Hier kregen wij de verzekering dat ze in Kampen gereed lagen, dus nog een kwestie van een paar dagen. Donderdag 4 Januari Tegen de morgen heeft het weer gevroren, zoodat de wegen weer hard en goed berijdbaar zijn. Vandaag komen Lansink en Grobben terug van weggeweest. Zij ondervinden moeilijkheden om in de polder te komen. De Ausweisen zijn nog steeds niet gekomen. Boer Van Scheltinga zal het nu voor ons proberen. Hij neemt de lijst met namen mee naar Kampen, doch de verschillende beroepen zijn niet op de lijst vermeld, zoodat ze niet goedgekeurd worden en terugkomen. Heel de avond wordt besteed aan het gereedmaken van de lijst voor de polder Ausweisen. Vandaag zijn de kamers door de kampjongens geschrobt. Dit zijn de twee vaste hulpen van de kampbeheerder. Zij hebben het zeer slecht afgewerkt, als wij het zelf doen is het een stuk beter. Vrijdag 5 Januari Tegen de morgen heeft het aardig gevroren, maar het is niet koud. Overdag is het mooi helder weer. Vanmorgen zijn G. Lohuis en B. Haarhuis met verlof, dat ze zelf namen, naar huis vertrokken. B. Haarhuis gaat naar familie in Zwolle, terwijl Lohuis doorgaat naar Albergen. Hedenmorgen neemt Demmer de lijst mee naar Scheltinga en heeft hiermede afgesproken, dat hij de lijst zal inleveren op D.K. II. Daar werd hem de verzekering gegeven dat de lijst nog dezelfde dag zal worden doorgestuurd naar Kampen. Zaterdag 6 Januari Het heeft weer aardig gevroren en de wegen zijn weer hard. Wanneer Demmer tegen de middag voor zijn werk op DK II (Districts Kantoor II) komt, blijkt dat de lijst met namen zijn doorgestuurd, want de Ausweisen zijn aangekomen. De verschillende werkgevers nemen ze mee en delen ze aan de jongens uit. De ploegbaas Pals houdt de Ausweis van G. Lohuis in zijn bezit, terwijl Demmer die van Haarhuis heeft. Vandaag praat Bruggeman zich zelf tegen en zegt dat hij zich niet verloofd heeft, omdat zijn vader het niet wou hebben. De kamers worden vandaag niet gedweild, wel wordt er veel gewassen en verschijnen er in elke kamer waslijnen. Tegen de avond werd het dooiweer. Zondag 7 Januari Tegen de morgen heeft het weer gevroren, doch het is geen mooi weer maar de hele dag buiig. De jongens gaan vandaag weer naar Ens II en Zwartemeer ter kerke. J. Pouwels en H. Oude Lentferink gaan met ziekteverlof nar 5
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
huis en vertrekken om ± 11 uur in de richting Albergen. Pouwels krijgt van de ploegbaas Pals de boodschap mee, om aan G. Lohuis te zeggen dat Pals zijn Ausweis heeft en dat hij morgenavond om 5 uur voor de pont moet zijn, dan zal Pals hem er overhalen, want de controle is ontzettend scherp, omdat er valse Ausweisen in omloop zijn. Om deze reden geeft Demmer het Ausweis van Haarhuis ook aan Pals, daar het ook Haarhuis zijn werkbaas is. Enkele jongens van kamer 22 hebben een hond meegebracht van Kampen. ’s Middags verscheen er voor de pont een dame, die vroeg naar B. Haarhuis en ons mededeelde dat ze zijn verloofde was. We deelden haar mede dat Haarhuis niet thuis was en naar Zwolle was vertrokken. Dit kon ze moeilijk geloven, daar ze zelf ook uit Zwolle kwam. Na wat heen en weer gepraat zei ze heel spontaan “Zeg hem maar dat ik nooit meer terugkom”. Maandag 8 Januari Als wij ’s morgens opstaan ligt er een beetje sneeuw, maar de lucht is egaal donker grijs. Om rond 8 uur begint het dan ook te sneeuwen, wat de hele dag duurt. Na de middag wordt het zelfs jachtsneeuw, zoodat er ’s avonds een mooi pak ligt. De jongens moeten zich bij hun werkgevers melden, doch kunnen dan, behalve de stalknechten, weer inrukken. Om 5 uur komen G. Lohuis en B. Haarhuis terug. Ze brengen nog wat pakjes en post mee van Albergen. De hond is verhuisd van kamer 22 naar kamer 23. Dit geeft over en weer nogal wat wrijving, zoodat tenslotte de hond weer terug gaat naar kamer 22. Nadat om half tien het licht uit is, ontstaat er op kamer 22 een zwaar meningsverschil over de dekens. Wanneer de kamercommandant hierin Een polder “Ausweis” ook geen oplossing kan brengen, wordt Archief Heemkunde om 12 uur de hulp van Demmer ingeroepen. Dit heeft ook geen resultaat en wanneer hij om half een weer naar bed gaat is de zaak nog steeds niet opgelost. Het is zoowat 1 uur als er een seintje komt, dat de zaak weer oke is. Met dit alles wordt het een korte nacht. Daar Lansink, Klaassen, Ophuis en Leemhuis nog geen Ausweis hebben, zijn die vanmorgen opnieuw aangevraagd. 6
Jaargang 2007 nummer 4
Dinsdag 9 Januari Het heeft weer hard gevroren en het is bitter koud. De lucht lijkt naar sneeuw, maar het blijft droog. Alles is weer aan het werk. Vanmorgen om rond 10 uur trokken er weer 3 man tussenuit n.l. H. Egberink, B. Bouhuis en B. Scholte op Reimer. Deze gingen, zonder dat ze met de werkbaas, de kampbeheerder e.a. in overleg zijn getreden. ’s Avonds moet kwamer 23 brood halen, onder overlegging van de persoonsbewijzen. Als gevolg hiervan kregen ze maar voor 7 personen brood, in plaats van voor tien. Rond de middag gingen er op de Ramspol een span paarden tussen uit. Volgens zeggen raakt de voerman onder de wagen en brak daarbij een been. Dit was niet zoo, want hij ’s avonds al weer in de kantine. Bij de centrale werkplaats hier op Ramspol stond een Lanz-Bulldog trekker, die door 2 Duitse soldaten naar Kampen gebracht zou worden. Wanneer deze heren om ± 3 uur vertrekken moeten ze voor het water wachten, omdat de pont aan de overkant is. Als z voor het water willen afremmen, bleek deze niet te werken en reed hij pardoes het kanaal in. Door een reuze sprong, precies op tijd, konden ze hun uniform droog houden. De Lanz werd door een Cattepilar weer op het droge getrokken, hetgeen gebeurde onder grote belangstelling. Woensdag 10 Januari Het vriezende weer houdt aan, het begint zelfs harder te vriezen. De stemming in het kamp wordt er niet beter op, want op 8 Januari hadden wij al een nieuwe mondvoorraad moeten hebben. Morgen wordt de wagen uit Albergen verwacht. Vanmorgen is er door Demmer op DK II nog eens weer geinformeerd naar de Ausweisen voor de vier jongens die er nog geen hebben.
7
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
Lesten Snee Non is den snee zo blaank nich meer as do he den eersten keer zo zuwer wit uut ‘n hemmel sprung en stilkes, stil nåår dale gung. Dat was in doonkern wienternach en ‘s morgens lag dåår heel dee prach van duzenden kristallen in de sun waar ieder menske sien pleseer in vun. Mer seet wo treurig en bevlekt at al non vut smelt en mer lekt. Van ieder dak, in iedern sloot wonneer de sun schient fääl en rood. Slöt non et wienter op de vlucht? Gries is, en askegrauw de lucht. Nog is ‘t gen sommer, nog gen tied van bleuend gröön dåår wied en zied. Want nog lig dåår de lesten snee. Zo wit en rood in, ach en wee van ‘t allerleste winterweer dat kan, dat wil, dat zal nich meer. De warmen åsem van de wiend puust stilkes as ‘n ludke kiend temet de rest van dikke vacht geheimvol vut ien lentenacht. Arend Lamm
8
Jaargang 2007 nummer 4
De Plaatselijke Bureauhouder (P.B.H.) Geen enkele reactie kwam er binnen na de oproep in de oale Maarke no. 2 jaargang 2006 over het ontstaan, doel en functioneren van de P.B.H. Wel lijkt het mij belangrijk om over het ontstaan wat te vermelden. Tijdens de oorlog 1914-1918 was het voedselaanbod op sommige plaatsen erg schaars. In de strenge winter van 1917 zijn o.a. veel aardappelkuilen bevroren zodat er veel van de schaarse voorraad verloren ging, dus nog zuiniger aandoen! De verdeling van de voedselvoorziening stagneerde en kreeg ernstige gevolgen. Zo kan er op velerlei manieren een verschil ontstaan tussen vraag en aanbod, wat in tijden van oorlog dubbel telt. Het is altijd al zo geweest dat bepaalde individuen of groepen om welke reden dan ook, bij de verdeling van de eerste levensbehoefte buiten de boot vallen. Maar er zijn altijd mensen die gevoelig zijn voor de zwakkeren in onze maatschappij en lering trokken uit het ontstaan van een soort “zwarte markt”. Door de Staat kwam er een regeling voor de verdeling van de levensbehoefte in crisistijd. Op 1 april 1937 begonnen de werkzaamheden via een grondwetswijziging van het “Rijksbureau voor de voorbereidingen van de voedselvoorziening in de oorlogstijd” met de bedoeling Nederland in moeilijke tijden van voldoende voedsel te voorzien. Op 30 september 1938 werd de distributiewet van kracht en via de elf distributiedistricten werden er bonnen, stamkaarten etc. aan de bevolking uitgedeeld. Ook Overijssel had zijn voedselcommissariaat onder het district Zwolle. Om het systeem uit te proberen, gingen sommige producten geleidelijk op de bon wat vooral voor de kruideniers een hele “rompslomp” met zich mee bracht. In de crisisjaren voor de oorlog 1940-1945 werkte het systeem naar behoren. Tijdens de oorlog 1940-1945 kwamen er vooral in de grote steden weer problemen met de voedselvoorraad en ontstonden er grote tekorten. Er werd naar mogelijkheden gezocht om de voorraad te vergroten terwijl er grote voorraden de grens over gingen naar Duitsland. Er werd een controledienst opgezet via de plaatselijke bureauhouders om de voorraad beter onder controle te krijgen. Vanaf dat moment zijn er weinig gegevens opgeslagen in de archieven, zowel gemeentelijk als provinciaal over het ontstaan en de werking. Door wie is het opgezet en uitgewerkt tot een omvangrijke controle om de voorraden administratief op papier te krijgen op vooral agrarische bedrijven? Hopelijk kom ik in de gelegenheid om hier nog eens op terug te komen. Jan Velthof
9
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
Waar komt de Twentse taal vandaan Taalgebied Het Nedersaksisch, is een groep niet-gestandaardiseerde West-Germaanse Nederduitse variëteiten. Die worden voornamelijk gesproken in het noordelijk deel van Duitsland, en in het noordelijk en oostelijk deel van Nederland (de provincies Groningen, Drenthe, Overijssel, de Gelderse gewesten Veluwe en Achterhoek, en de Stellingwerven in het zuiden van Friesland), zie de kaart op de rechterpagina, het donkergekleurde gebied. Nederland erkent het Nedersaksisch officieel als streektaal en zegt er beperkte steun aan toe, zoals geformuleerd in hoofdstuk 2 van het Europees handvest voor regionale en minderheidstalen. Duitsland heeft het Europees handvest voor regionale en minderheidstalen niet geratificeerd, in de Europese Unie is het echter een officieel erkende streektaal. De taalcode (ISO 639-2) van het Nedersaksisch is nds. Het begrip Het begrip “Nedersaksisch” werd tot in de jaren ’90 van de 20e eeuw alleen door historisch taalkundigen gehanteerd. Sprekers van de Nedersaksische variëteiten refereerden aan hun dialect met de naam van een plaats of streek (Twents, Achterhoeks, Drents, Veluws, Elspeets enz.), of met de aanduiding Plat (ook Platduuts). Onder invloed van diverse streektaalbewegingen heeft de politiek het begrip overgenomen en uiteindelijk als streektaal erkend. Een uniforme cultuurtaal zit er nog lang niet in, mede doordat iedere poging van uniformering (spelling en woordenschat) als wezensvreemd voor de grote variëteit aan voornamelijk mondelinge dialecten wordt afgewezen. Dialecten Vanwege de grote verspreiding van het Nedersaksisch (oudtijds van Koningsbergen tot Spakenburg) zijn er verschillende dialectvarianten ontstaan, die zich grosso modo in drie hoofdgroepen laten categoriseren: de oostelijke groep (Oost-Duitsland), de noordelijke groep (Sleeswijk-Holstein, Nedersaksen, Groningen, Noord-Drenthe, Stellingwerf, de Kop van Overijssel) en de zuidwestelijke groep (Westfalen, Twente, Salland, Gelderland, Zuid-Drenthe). In de Liemers wordt een Nederfrankisch dialect gesproken met Nedersaksische invloeden; in de Gelderse Vallei wordt een Hollands-Nedersaksisch overgangsdialect gesproken. Tot de oostelijke groep behoort ook het Plautdietsch, dat op geïsoleerde plaatsen in Oekraïne, Canada en in de Verenigde Staten nog wordt gesproken. In de Middeleeuwen was het Oud-Nedersaksisch een zeer prominente taal, die onder meer diende als officiële voertaal van de Hanze, maar in die hoedanigheid later door het Hoogduits werd verdrongen. 10
Jaargang 2007 nummer 4
Expansie en neergang van het Nedersaksisch In feite ontwikkelden zich in de Middeleeuwen drie algemene communicatietalen in het Duits-Nederlandse dialectcontinuüm: Hoogduits (waarvoor de Duitse dialecten van Saksen en Bohemen toonaangevend waren), Nederlands (met aanvankelijk (West-)Vlaams als toonaangevend dialect) en Oud-Nedersaksisch (met het dialect van Lübeck als toonaangevend dialect) (het is verwarrend dat de naam “Nederduitsch” destijds zowel voor de tweede als de derde variant werd gebruikt). Sinds de publicatie van de bijbelvertaling van Luther begon het Oud-Nedersaksisch allengs meer en meer te wijken voor het Hoogduits. In de 16e eeuw werd in de oostelijke delen van Nederland ook wel een tussenvorm tussen Nedersaksisch en (Vlaams-Brabants) “Nederdietsch” gepropageerd, onder de naam van “Oostersch”, maar deze taalvorm kon de concurrentie met het Nederlands niet aan.
11
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
Dat het Nedersaksisch nog tot na de Middeleeuwen een “lingua franca” met een zekere expansiekracht is gebleven, blijkt uit het feit dat omstreeks 1500 de tevoren Friese dialecten sprekende Groningse Ommelanden onder invloed van de van oudsher Nedersaksische stad Groningen op het Nedersaksisch overgingen en dat een soortgelijk proces zich ongeveer één of twee eeuwen later in Oost-Friesland herhaalde. In de late Middeleeuwen oefende het Nedersaksisch ook een grote invloed uit op het Deens, en indirect ook op het Zweeds en het Noors, wat er in belangrijke mate toe heeft bijgedragen dat deze talen voor Nederlands- en Duitstaligen nog tamelijk gemakkelijk aan te leren zijn. Varianten van het Nedersaksisch Men houde er rekening mee dat over de indeling van het Nedersaksisch geen eenstemmigheid bestaat. Bovendien lopen veel dialectgebieden over de grens door; het Gronings vormt met het Oostfries één dialectgebied, het Twents en het Achterhoeks sluiten aan bij het Westfaals. Dit geldt ook voor provinciegrenzen; het Veenkoloniaals wordt gesproken in de Groninger Veenkoloniën, maar ook in het noordelijke deel van de Drentse Veenkoloniën. Dit zijn dan de Monden, Emmer-Compascuüm, Emmer Erfscheidenveen en Emmerschans. Dit wordt verklaard door de migratie van veenarbeiders vanuit Groningen. Van Barger-Compascuüm en Zwartemeer tot en met Veenoord spreekt men varianten van het Zuid-Drents, veelal met invloeden vanuit Emsland. Interessant is ook het verschil tussen plaatsen waar men verwantschap zou verwachten door de naam; Weerdinge (Drents) en Nieuw-Weerdinge (Veenkoloniaals) of Schoonebeek (protestant-christelijk en Drents) en Nieuw-Schoonebeek (Rooms-Katholiek en Drents met veel Emslandse invloeden). Taalvoorbeelden Gebed: Onzevader (Plattdüütsch, Nedersaksen/Sleeswijk-Holstein) Unse Vader in’ Himmel! Laat hilligt warrn dienen Namen. Laat kamen dien Riek. Laat warrn dienen Willen so as in’n Himmel, so ok op de Eerd. Uns’ dääglich Brood giff uns vundaag. Un vergiff uns unse Schuld, as wi di vergeben hebbt, de an uns schüllig sünd. Un laat uns nich versöcht warrn. Mak uns frie vun dat Böse. 12
Jaargang 2007 nummer 4
(NB bovenstaande versie geldt niet voor het gehele genoemde gebied, regionale variaties zijn eerder regel dan uitzondering) . Zie ook andere Nedersaksische versies van het Onzevader, onder het artikel Onzevader zelf. Twents (dialect) Het Twents is een dialect van het Nedersaksisch. Nedersaksisch is één van de twee erkende streektalen in Nederland (de ander is het Limburgs). Daarnaast is het Fries al verheven tot de tweede officiële taal van Nederland. Het gebruik van het Twents wordt minder van generatie op generatie, omdat veel ouders hun kinderen bij voorkeur in het Nederlands opvoeden. In de drie steden Enschede, Hengelo en Almelo is veel meer dialectverlies dan op het platteland. Taal/dialect Twents wordt gesproken in de meeste Twentse gemeenten, maar niet overal: de meest westelijke plaatsen (o.a. Hellendoorn en Nijverdal) hebben een Sallands dialect. Sprake van één homogeen dialect in de rest van het gebied is er evenmin. Woorden en uitdrukkingen kunnen per dorp of stad verschillen. Het meest afwijkend is het Vriezenveens, dat veel van het Sallands heeft maar eigenlijk noch bij het Twents, noch bij het Sallands kan worden ingedeeld. Het Vriezenveens is beïnvloed door het Fries vanwege Friese immigranten. De meest oostelijke plaatsen (Denekamp, Oldenzaal etc.) kennen nog doe voor “jij” (elders in Twente: iej). Het Twents behoort tot de Nedersaksische taalgroep. Lange tijd werd aangenomen dat het Twents een Nederduitse variant was. Uitgebreid onderzoek heeft aangetoond dat het Twents meer overeenstemming heeft met het Nederlands dan met het Nederduits. Reeds in de middeleeuwen was de schrijfwijze meer middeleeuws-Nederlands dan middeleeuws-Nederduits. Twents in gecultiveerde vorm Het Van Deinse Instituut zet zich in om meer te weten te komen over heden en verleden van Twente. Het in Enschede gevestigde instituut richt zich op de streekcultuur, volkskunde, streektaal, cultuurgeschiedenis en het landschap van Twente. Daarnaast verzamelt, onderhoudt, bestudeert en presenteert het een uitgebreide collectie materiële getuigenissen uit het verleden van Twente. Naast het Van Deinse Instituut is er ook De Kreenk vuur de Twentse Sproak, die zich bezighoudt met een standaardspelling van het Twents, alsmede met een Twentse bijbelvertaling en een adviesrol voor hen die het Twents willen gebruiken in de media, onder meer RTV Oost. Dit televisiestation bracht in 2005 een succesvolle Twentstalige soapserie op tv, Van Jonge Leu en Oale Groond. Hieraan werkte onder meer Herman Finkers mee, die eerder twee van zijn cabaretshows in het Twents vertaalde.
Artikel: Wikipedia
Bewerkt door Herman Beld 13
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
Interessante websites: Wikipedie.nl: de vrieje encyclopedie : De nds-nl-Wikipedie hef as doel infermatie te verschaffen in ‘t Nedersaksisch uut Nederlaand en ‘t grensgebied. Wikipedie is een veultalige vrieje encyclopedie, waor iederene an meewarken kan. Te bekijken op: http://ndsnl.wikipedia.org. De nederlandstalige versie is te vinden op: www.wikipedia.nl. Dialexicon Twents: Gratis op te halen digitaal woordenboek van Goaitsen van der Vliet. Nu met 30.401 trefwoorden Twents-Nederlands. Te vinden op internet: http://members.home.nl/dialexicon Van Deinse Instituut: Twentse Akademie voor Streekcultuur. De doelstelling is meer te weten te komen over heden en verleden van Twente. Ze doen dat door middel van studie en documentatie en presenteren de uitkomsten van onderzoek in publicaties en presentaties. Ze richten zich op de streekcultuur, volkskunde, streektaal, cultuurgeschiedenis en het landschap van Twente. Daarnaast verzamelen, onderhouden, bestuderen en presenteren we een uitgebreide collectie materiële getuigenissen uit het verleden van Twente. U vindt het Van Deinse Instituut op: www.vandeinse.nl Historisch Centrum Overijssel: zet zich in essentie in voor de ‘Geschiedenis als levend element in onze samenleving’. Dat is het motto. ‘Geschiedenis’ kan weer levend worden voor mensen in allerlei fasen van hun leven. De identiteit van stad en regio wordt bovendien versterkt door een levendig besef van haar verleden. Zo wordt de verbondenheid van Overijsselaars met hun leefomgeving intensiever naarmate ze meer weten van het eigen verleden. Vandaar dus de slogan: ‘Geschiedenis léeft! Als Historisch Centrum Overijssel verrijken we de samenleving met kennis van en inzicht in historische ontwikkelingen en gebeurtenissen. Dit gebeurt op basis van de archieven en collecties: 9 verdiepingen (‘depots’) met bijna 20 kilometer archieven en collecties uit heel Overijssel en de stad Zwolle. De website is: www.historischcentrumoverijssel.nl En natuurlijk ons eigen clublog op het dorpsplein van de Twentsche Courant-Tubantia: www.tubbergen.tctubantia.nl/_heemkunde_albergen_harbrinkhoek Heemkunde: Elise Goossen
14
Jaargang 2007 nummer 4
Geen heden zonder verleden en zonder heden geen toekomst Als paddestoelen uit de grond zijn ze opgeschoten: de diverse heemkundegroepen, historische kringen, stichtingen voor musea voor heemkunde of welke benaming ze ook mogen hebben. Maar wel allemaal met dezelfde doelstelling namelijk het vergaren van kennis en materiaal uit een ver of recent verleden. Ook het heden is belangrijk want vandaag is morgen immers historie. Het verleden is de basis van het heden. Heemkunde is niet persé voor ouderen die vol nostalgie mijmeren over vroeger, toen alles beter was (?) maar heeft wel degelijk zin om meer dan één reden; het omvat nl. veel werkterreinen: o.a. de archeologie ofwel het zich bezig houden met o.m. bodemonderzoeken en het bestuderen, dateren en conserveren van vondsten. Vaak betekenen deze vondsten het antwoord op vragen over of werpen een heel ander licht op bepaalde vroegere situaties en meningen. Stamboomonderzoek (genealogie) is ook onderdeel waar velen zich mee bezig houden. Dit zijn zo een paar voorbeelden maar deze opsomming is bij lange na niet volledig. Heemkunde biedt alle kans om het nuttige met het aangename te verenigen en kan voor liefhebbers een prettige vrijetijdsbesteding betekenen. Maar “heemkennis” kan ook een verrijking betekenen. Dat Albergen en Harbrinkhoek in de “Stichting Heemkunde Albergen-Harbrinkhoek” een bloeiende heemkundegroep hebben is niet allereerst te danken aan het bestuur maar vooral ook aan de honderden donateurs die door hun jaarlijkse bijdrage dit mede mogelijk maken. Alsook het kerkbestuur van de St. Pancratiusparochie in Albergen door wiens spontane gebaar de heemkunde de beschikking heeft over kelderruimte onder de parochiekerk voor berg- en werkruimte. Het heemkundebestuur is hun hiervoor zeer erkentelijk en hoopt dat dit nog lang mag voortduren. Ze wil op haar beurt alle donateurs graag in de gelegenheid stellen de kelder te bezichtigen en wil graag alle hulp bieden bij stamboomonderzoek etc. De jaarlijkse fietstocht en donateursavond alsook het verschijnen van “De oale Maarke” mag van onze erkentelijkheid getuigen. Mocht u foto’s en/of voorwerpen willen afstaan of in bruikleen geven dan zouden we dit zeer op prijs stellen.
Namens de heemkunde, Bertus Bos
15
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
Maak ook uw buurman lid van de Heemkunde Wordt ook lid van de Heemkunde Albergen-Harbrinkhoek. Als u donateur wordt voor maar EUR 5,- per jaar krijgt u daarvoor toegang tot ons uitgebreide archief in de Heemkelder, twee keer per jaar ons infoblad De oale Maarke, een donateursavond, hulp bij stamboomonderzoek, een fietstocht en natuurlijk kunt u dan ook onze overige aktiviteiten (bijv. tentoonstellingen) bezoeken. Het belangrijkste is dat u met het donateurschap de Heemkunde ondersteunt die de geschiedenis van de dorpen Albergen en Harbrinkhoek bestudeert en vastlegt. Hebt u thuis nog waardevol materiaal in de vorm van bijv. oude foto’s, krantenartikelen, dagboeken, oude bidprentjes of overig informatief materiaal dan kunt u hiervan door de Heemkunde een afdruk laten maken voor het archief. Voor vragen of ideeën kunt u altijd bij één van onze leden terecht, voor Albergen bij voorzitter André Vleerbos tel. 0546-441366 en voor Harbrinkhoek bij Elise Goossen tel. 0546-873252 of e-mail:
[email protected]. Actuele informatie over de Stichting Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek vindt u op het internet op het dorpsplein van de Twentsche Courant/Tubantia: www.tubbergen.tctubantia.nl onder clubs en organisaties. U kunt de heemkunde helpen door uw buurman of familielid donateur te maken van de heemkunde. Knip daartoe onderstaande machtiging uit, laat hem invullen en lever deze in bij één van de bestuursleden. Alvast onze hartelijke dank voor uw hulp!
Machtiging Stichting Heemkunde Albergen-Harbrinkhoek Naam:……………………………………………………. Adres:……………………………………………………. PC + Plaats:………………………………………………………… Bank/gironummer:………………………………………………… Verleent hierbij toestemming tot wederopzegging aan het bestuur van de Stichting Heemkunde Albergen-Harbrinkhoek om van zijn/haar bovenvermelde rekeningnummer jaarlijks EUR 5,= bijdrage af te schrijven voor het donateurschap aan de Stichting. Datum:………………… Handtekening:……………………………………… 16
Jaargang 2007 nummer 4
Deel 2 Marcelino-groep Albergen Logboek v/a 1958 Marcelino-groep Albergen, gekregen van Lidy Steinmeyer-Maathuis, schenking voor Heemkunde Albergen. Het volgende deel van de Marcelino groep begint met een krantenknipsel. Hierin wordt de restauratie van de molen aangekondigd. Kapelaan Pannekoek krijgt in dit artikel diverse pluimen op zijn hoed. Het kranteartikel:
Een restauratie van formaat Kapelaan Pannekoek de initiatiefnemer De wieken van de molen van Fleringen zijn zo’n kleine 30 jaar geleden vast gelegd. De gigantische grijparmen hadden hun werk gedaan: de molen werd toen buiten bedrijf gesteld. De verf verschilferde, het hout vermolmde en het staal roestte; alleen de zware, massieve molenstenen waren niet aan bederf onderhevig. Stof had in de molen vrij entree en het werd met rust gelaten. Maar plotseling is het afgelopen met de rust en de roest. In recordtijd – het geheel heeft enkele weken in beslag genomen – is de molen van Fleringen gerestaureerd. De eeuwenoude, metersdikke muren, waaraan de tand des tijds gulzig knaagde, zijn bepleisterd en gewit; de dikke balken, die door mannenarmen nauwelijks zijn te omklemmen, zijn van het stof ontdaan; de lemen vloer is vervangen door beton; de vermolmde zoldering door nieuwe, witte planken. Verkennershome Kortom: de molen is bewoonbaar gemaakt. En zij wordt reeds bewoond. Zij is een verkennershome geworden, de blokhut van de Marcelinogroep van Albergen. U merkt dit direct als u door de enorme zware deur – die moeilijk vanwege de wind te overmeesteren is – het Marcelino-home binnenkomt. Beneden huizen de junioren. In een lijst van stokken hangt de verkennerswet aan de gewelfde muur. Verkennersstokken en kampkrukken staan leuk geordend op de splinternieuwe betonnen vloer. We gaan de steile trap op naar het “kamp” van de senioren. Als een rotonde ligt een kolossale molensteen in het vertrek, kepers in een soliede balk (die ook nog bewegen kan) vormen een handige kapstok. De patrijspoorten geven een fraaie blik op het prachtige landschap. Moordadig om van hieruit te seinen. Dan voelt men het: men ademt de sfeer, die de verkennerij kenmerkt en die iedere man bijblijft. De Marcelino groep van Albergen heeft een enig “hol!” Het idee Hoe zij dit in bezit gekregen heeft? Luistert u: Kapelaan K. Pannekoek is naar Albergen gekomen, een energieke kapelaan vol idealen en ideeen . . . . . en doorzettingsvermogen. 17
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
Toen kapelaan Pannekoek enige tijd geleden in Albergen kwam, was er nog geen mannelijke jeugdbeweging, geen verkennerij. Dat verdroot hem. De Marcelinogroep is dan ook heel snel in Albergen geboren. 8 junioren onder leiding van hopman Jan Elferink en vaandrig Hendrik Rikhof en 16 senioren, die Herman Rikhof als hopman en Henny Meijer als vaandrig hebben. Er was echter geen troeplokaal, want Albergen heeft geen parochiehuis, noch verenigingsgebouw. Toen is de molen van Fleringen, net op de grens Albergen-Fleringen – 3 km. van het centrum – door kapelaan Pannekoek “ontdekt” en de kapelaan ging op verkennning uit. Zo ontdekte hij verder, dat dit historisch bouwwerk eigendom is van het gemeentebestuur van Tubbergen. Burgemeester Kolenbrander was enthousiast over het idee van kapelaan Pannekoek en het Tubbergse gemeentebestuur heeft dan ook bij de restauratie grote medewerking verleend. Maar dat deden ook de parochianen van Albergen. Aan de slag Een aanemer leverde materialen, een elektricien maakte een keurige verlichting, vakmensen metselden, timmerlden en ploeterden. En alles . . . . pro deo. We hoeven niet te vertellen, dat kapelaan Pannekoek in zijn sas is. Het machtige troeplokaal van de Marcelino-groep van Albergen wordt Tweede Paasdag officieel geopend en door kapelaan Pannekoek ingezegend. Het wordt een hoogtij-dag voor de Albergense verkenners. De animo in en voor de Marcelino-groep is verbazend groot. De troepbijeenkomsten worden voortdurend “versterkt” door enthousiaste jongens, die ook Marcelino-verkenner willen worden. Er moet eerst echter een kern gevormd worden, want alle begin is moeilijk. De Albergense jongens kunnen er echter verzekerd van zijn, dat zij beslist aan hun trekken komen. De afwijzing van de versterking heeft al bittere jongenstraantjes gekost. Dat doet kapelaan Pannekoek ook leed. Maar nog even wachten, zegt hij. De molen van Fleringen heeft een zeer rijke historie. Daarover kan mevrouw Vrielink urenlang vertellen. Zij is de echtgenote van de laatste molenaar-eigenaar, de heer Vrielink z.g. Hoe oud de molen precies is, dat is niet bekend, maar zeker enkele eeuwen. Zij was het eigendom van de kasteelheren, resp. Flierdering (waar hoogstwaarschijnlijk Fleringen van afgeleid is), Grobben, Herinckhaven en kwam toen in het bezit van de familie Vrielink. Onder de heuvel waar de molen op staat, heeft vroeger een oliemolen gestaan. De kelder van deze oliemolen met gave tegeltjes, bestaat thans nog. Ongemeen boeiend kan mevrouw Vrielink over de molen vertellen. De bejaarde dame komt er bijna adem te kort door. Alleen al over de stand van de wieken kan mevrouw Vrielink een relaas geven, waar we enkele kolommen mee zouden kunnen vullen. Het komt in het kort hierop neer: iedere stand, die de wieken kunnen innemen, heeft – voor de insiders – een bepaalde betekenis. De omwonenden konden uit de stand der wieken precies afleiden of er vreugde of droevenis heerste, of er een geboorte of een sterfgeval had plaats gehad. Mijn man zaliger, vertelt mevrouw 18
Jaargang 2007 nummer 4
Vrielink, was gek met zijn molen. Op hoge kerkelijke feestdagen stonden de wieken in een schaar, dat is vreugde; maar steevast in de Goede Week en op Goede Vrijdag, of als er iemand gestorven was, stonden de wieken op droef. Wat er gaande was konden de mensen van wijd en zijd aan de “mölle” van Fleringen zien. Schoonzicht Nu staan de wieken in een kruis, al sinds 1930, toen ze voor de laatste keer gedraaid hebben. Ja, zegt mevrouw Vrielink, ze hebben later nog eens een enkele keer gedraaid, maar dat was voor “schoonzicht”. De welbespraakte, bejaarde dame heeft ons daarmee een rasechte, Nederlandse term gegeven van draaiende molenwieken, die voor het plezier van de genietende toeschouwer draaien. Schoonzicht…………… Tweede Paasdag moeten de wieken op vreugde staan! Tot zover het krantenartikel! In het dagboek van de Marcelino groep is een gastenboek aangelegd ter gelegenheid van de opening van de verkennershome. Hier vinden we bekende namen als Annemie Kolenbrander, Jan Kolenbrander enz. Zie bijgaande handtekeningen. Lijst van personen die het gastenboek hebben getekend: Annemarie Kolenbrander Jan Kolenbrander ? J. Wissink J. Oude Breuil ? P.J. Rikhof B.J. Oerbekke H.A. Droste H.H. L?, Tubbergen C.T.J. Sorte?, Tubbergen ? C.H. Holth ?, Venlo J. Harink, Albergen Weduwe J. Wolbers L. Kemna J.M. Besselink M.G. Wolbers H. Jorissen W. ? F.J. Besselink, Albergen F.J. Besselink Kamphuis G.A. Had?, Albergen H.B. Voorhuis M. Voorhuis Kiens
19
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
G. Nijhuis, D56 G. A?, D40 G.B. Rompv?, Albergen J.G. Egberink, Albergen H.A. Kemerink, D207 M.? Broekhuis C.G.G. Dijkstra, voorz. A.B.T.B. ? ? Middenstand vereniging, St. P?, Albergen en Fleeringen, ? ?. Schepers, C.A.V.V. Albergen J. A?
A. Wissink-Roelvink H.T. Wissink J. Vlaskamp, St. Stephanus Bornerbroek H.J. van der Aa G. ? van B.L.B. Albergen B. Bosch, Woolderesweg 83 Borne ? J.M. Oonk, St. Stephanus B’broek G. Kemerink, D114 Albergen H. ?oerhuis, ?206 Albergen Nog verder uit te zoeken.
Het dagboek van de Marcellino groep wordt vervolgd met een verslag van de opening. 2de PAASDAG OPENING 1958 H.K. “De Molen” 2e Paasdag 1958 was het wederom een feestdag voor de Marcelinogroep Albergen. ’s Morgens werd begonnen met een H. Mis met algemene H. Communie van de staf en de verkenners. ’s Middags om 14.30 uur werd ons de HK “de Molen” officieel geopend door de burgemeester van Tubbergen, de edelachtbare Heer Kolenbrander. Tal van genodigden gaven blijk van hun belangstelling o.a. wethouder Lohuis, raadslid Broekhuis, de besturen van de 3 standorganisaties, de besturen van de 3 coop. Verenigingen uit Albergen. Verder waren o.m. aanwezig dr. De Haas, Wissink, staf en leidsters van de Theresia groep Albergen, welpenleidsters i.s.m. en de ouders van de verkenners. Onze noabergroepen waren ook flink vertegenwoordigd. Tubbergen, Almelo, Bornebroek en een patrouille uit Vaassen (Vel), het geboortedorp van onze aalmoezenier. Precies om half drie stelden de verkenners zich op in carre, waarop aan de burgemeester gevraagd werd de Molen te openen. De sleutel werd hem aangeboden door een zoon van Andre Frielink, Henny. Na deze opening werd het gebouw ingewijd door de aalmoezenier. Vervolgens werd de troep opnieuw buiten opgesteld voor de vlaggenparade. Dit vlaghijsen geschiedde weer door de burgemeester, waarna deze een korte speech hield. Spreker behandelde in het kort de geschiedenis van de molen, en roemde verder de prachtige samenwerking in Albergen, doordat ze mee, dank zij de saamhorigheid, een verkennersbeweging gelanceerd hadden naast hun zustervereniging, de gidsen. Hierna opende de aalmoezenier het woord.
20
Jaargang 2007 nummer 4
Hij bracht allereerst dank aan allen, die geheel belangeloos hadden meegewerkt aan de restauratie van de molen. Verder bracht hij dank aan het college van B en W van Tubbergen, doordat deze de molen zo welwillend hadden afgestaan voor de jeugdbeweging van Albergen. De kapelaan haalde verder nog even aan het nut en het waarom v/d jeugdbeweging. Tenslotte richtte hij nog speciaal het woord tot de verkenners van de Marcelino groep – de verkennerswet te gehoorzamen, speciaal wat betreft de goede raad – de molen in die staat te laten blijven, waarin ze nu verkeerd. Dit laatste werd schriftelijk bevestigd door de ondertekening v/h protocol door staf en verkenners. De verkenners van Vaassen boden hierbij nog een passend cadeau aan in de vorm van een zelfgemaakt schilderstukje – een symbool van eenheid tussen Albergen en Vaassen. De groep van Tubbergen bood een prachtig doek aan in de vorm van St. Joris met de draak. Van dr. De Haas kregen we een prachtige EHBO trommel aangeboden. Na de officiele plechtigheid kon de molen bezichtigd worden en plaatsten de gasten hun signatures in ons logboek (zie hiervoor). De middag werd besloten met een gezellig kopje koffie en een sigaar in café “de Molen”, waarbij de Hr. Wissink nog even het woord had. Spreker roemde vooral de intense samenwerking tussen de twee verschillende buurtschappen Albergen en Fleringen. Dit was weer eens bewezen doordat Albergen op grondgebied van Fleringen zat evenals grotendeels de instuif. Verder dankte hij aalmoezenier Pannekoek, als de motor van de nieuwe Marcelino groep, en de leiders die zodoende weer mee kunnen werken aan een gezonde en blijvende vrijetijdsbesteding. De verkenners v/d Marcelino besloten de middag met een groots verkennerspel i.s.m. de jongens uit Vaassen. De avond werd verder doorgebracht met een gezellig kamperen. We kunnen terugzien op een geslaagde dag. G.L. Pannekoek
Digitalisering archief heemkunde De heemkunde is begonnen met de digitalisering van haar archief in de heemkelder. Daarbij kunnen we nog hulp gebruiken. We zoeken mensen die overweg kunnen met een computer en kunnen scannen of dit willen leren. Hebt u interesse neem dan kontakt op met Elise Goossen-Haarhuis via
[email protected] of 0546-873252 21
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
Opgespoord Onderstaande foto stond in de vorige aflevering van de Oale Maarke. Enkele namen hebben we kunnen opsporen. De foto is genomen bij de toenmalige A.B.T.B. te Almelo in de haven Zuidzijde. De foto is genomen omstreeks 1928.
22
Jaargang 2007 nummer 4
1. Peper - chef van het laden en lossen 2. ? 3. J. Reinerink (Loohuft) 4. Antoon Alberink (Zwart’n Toon Harbrinkhoek, later naar Albergen) 5. ? 6. G. Roelofs (Bigg’n Gait Harbrinkhoek) 7. ? 19. Dierink (Hedeman) 20. G. Voshaar (Dannen Gait) 25. Alberink (Niekerken) 26. J. Sand jr. (Loobeernd) 27. G. Sand (Loobeernd) 29. G. Stopel (v.d. Mekkelenberg) 33. J. Braakhuis (Kuuper, Bornebroek) 34. H. Lentferink (Löwkeboer) 36. J. Lentferink (Löwkeboer) 41. Gehring ? (Waterbakker) 66. Morshuis (Bornerbroek)
23
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
Wie kent deze personen?
Kent of herkent u deze personen op de foto? Dan graag even doorgeven aan Jan Velthof tel. 0546-441521
Advertentie uit 1917
24
Jaargang 2007 nummer 4
De historie van carrosseriebedrijf Kemperink In de vorige uitgave van de Oale Maarke hebt u de geschiedenis van de school in Harbrinkhoek kunnen lezen. Wij vervolgen nu de historie van de oude school. Hiertoe is de Heemkunde op bezoek geweest bij Jan Kemperink en Bernard Roelofs. Jan Kemperink is de zoon van Herman Kemperink die samen met zijn broer het carosseriebedrijf heeft opgericht. Nadat in Mariaparochie de Alphonsusschool werd gebouwd werd de oude school in Harbrinkhoek in 1929 gesloten. Jan Kemperink sr. begon in de oude school zijn bouwonderneming waarna de broers Jan en Herman Kemperink hun carrosseriebedrijf in 1931 inschreven bij de Kamer van Koophandel onder de naam Gebr. Kemperink. Het bedrijf hield zich in de jaren dertig, veertig Links Bernard Roelofs, en vijftig van de 20e eeuw vooral bezig met het rechts Jan Kemperink ombouwen van autobussen, vrachtwagens en metaalbewerking. In 1938 kwam door een tragisch motorongeval Jan Kemperink te overlijden. Een paar dagen later werd er in het gezin van diens broer Herman een zoon geboren die ter nagedachtenis naar oom Jan werd vernoemd. Herman Kemperink woonde toen niet in Harbrinkhoek. Samen met zijn vrouw runde hij ook nog hotel-café National bij het station in Almelo aan de Wierdenseweg. Jan Kemperink heeft de huidige woning gebouwd in 1968 voor zijn huwelijk met Ine Holtkamp uit Bornerbroek. Ze kregen een dochter Nicolette en een zoon Maurice. Jan woont nu nog steeds bij het oude schooltje in Harbrinkhoek, op de hoek van de Haarbrinksweg-Jannes Brouwerstraat. Zijn vrouw Ine is 3 januari 2003 overleden, 3 dagen na het officiële afscheid van Jan als direkteur van carrosseriebouw Kemperink. Zoon Maurice heeft het bedrijf voortgezet onder de naam Kemperink Bedrijfswagenombouw in Hengelo. Geen Ausweis Bernard Roelofs is 6 maart 1939 als 14-jarige jongen begonnen in de carrosseriebouw bij Herman Kemperink. Als jongen stond Bernard altijd al door de ramen van de oude school te kijken hoe het er aan toe ging in de carrosseriebouw. De wals waar Bernard Roelofs toen naar keek staat anno nu, 2006, nog steeds in de oude werkplaats (het schoolgebouw). Bernard Roelofs is tot 1988 werkzaam geweest in het carrosseriebedrijf en heeft in de jaren daarna nog vaak hand- en spandiensten verricht. 25
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
Op de foto op de voorkant van deze uitgave ziet u de oude school (met de hoge ramen) met daarnaast bijgebouwd een kleine schuur. Later is deze schuur vervangen door een veel grotere en is er voor het schoolgebouw een kantoor gebouwd. Op de foto links ziet u Jan Lansink uit Albergen, de andere twee personen zijn onbekend, de foto is in de jaren dertig genomen. In het laatste oorlogsjaar 1944 werd Bernard Roelofs gedwongen om onder te duiken omdat hij toen de dienstplichtige leeftijd had bereikt maar geen Ausweis (werkverklaring) had. Niet alle medewerkers echter van Kemperink konden een Ausweis krijgen want vele familieleden van Herman Kemperink hadden een Ausweis op naam van carrosseriebouw Kemperink zodat ze niet in dienst hoefden. Ook Bernard Roelofs viel buiten de boot, maar hij bleef wel zoveel mogelijk werken in het carrosseriebedrijf en was het laatste half jaar van de 2e wereldoorlog constant ondergedoken. Roelofs werd echter wel gezocht, een keer of drie zijn ze bij Kemperink geDe oude werkplaats weest om te vragen waar hij was. Op een gegeFoto archief Jan Kemperink ven moment zag Roelofs de controleurs (Slettenhaar, Ten Oever, Bruggeman en van Slooten) weer eens komen en toen is hij weggevlucht naar de nabijgelegen boerderij van Johan en Aleida Haarhuis en heeft zich daar anderhalf uur in de silo verstopt. Er kwam niemand bij hem maar hij besloot toch om terug te gaan. Toen Roelofs bij het fietsenhok van Kemperink was zag hij opeens de controleurs vanuit de richting Geesteren terug komen fietsen, ze vroegen opnieuw waar Roelofs was. Bernard Roelofs was intussen weggevlucht en verstopte zich in de aardappelkuil van noaber Bos. Tot Een voorbeeld van een door Kemperink opgebouwde bus negen uur ‘s Foto archief Jan Kemperink
26
Jaargang 2007 nummer 4
avonds heeft hij zich daar schuil gehouden. Toen het al een hele poos stil was is Roelofs naar huis gegaan. Achteraf hoorde hij dat de controleurs er maar vijf minuten waren geweest maar niemand waarschuwde Roelofs dat hij uit de kuil kon komen. Na dit voorval heeft Roelofs telkens andere logeeradressen gehad, onder andere bij zijn opoe in West-Geesteren in de kapberg en later bij Johan Haarhuis in de kapberg. Ook Bernards broer sliep bij Haarhuis in de kapberg want hij moest onderduiken omdat hij in het verzet zat. Op een gegeven moment was er veel lawaai en zagen ze veel duitse soldaten. De beide mannen waren knap benauwd voor de SS, maar deze soldaten waren van de Wehrmacht en hielden enkel een oefening. De beide broers hadden hiervan gelukkig niets te vrezen. Tot aan de bevrijding heeft Bernard Roelofs nog ondergedoken gezeten, de aardappel- en koffiebonnen Jan Kemperink bij een zaag die tientallen jaren dienst heeft gedaan. etc. kreeg hij van de ondergrondse via Niekerk’n Jan, Jan Alberink. Een vooruitstrevende specialist Na de oorlog zette Bernard Roelofs zijn werk voort bij het carrosseriebedrijf van Kemperink, een voor die tijd vooruitstrevende specialist. Kemperink was één van de eersten die een stalen kap met een houten betimmering op de chassis van de vrachtwagens maakte, daarvoor waren het alleen maar linnen kappen. De chauffeurs, dik ingepakt, kwamen hiervoor met de kale vrachtwagens uit Almelo gereden, geen cabine niets erop, alleen een stoeltje en een stuur. Naast dit zeer specialistische werk werden er in de jaren dertig en veertig ook lijkkisten van populierenhout gemaakt. Schilder Borggreve kwam met zijn schilderkistje achter op de fiets uit Tubbergen om deze kisten de juiste bruine kleur te geven. Op een gegeven moment overleed Bak Feem (Steggink), zij had samen met haar man een kruidenierswinkeltje. Zij woonde met haar man Bak Jan op de plek aan de Haarbrinksweg waar nu nog Marietje Nijhuis-Bos woont. Ook voor Bak Feem moest een kist gemaakt worden maar daar moesten ze eerst naar toe om op te meten hoe groot de kist moest worden want Bak Feem was een nogal forse vrouw. Nadat Bak Jan was overleden heeft Jan Frielink nog op de plek van Bos gewoond samen met zijn eerste vrouw Marietje Alberink. Na het overlijden van Marietje hertrouwde Jan Frielink met de zus van Marietje. Jan Frielink verkocht later het oude winkeltje aan Bos Beernd, die er een nieuwe boerderij bouwde. Bos Beernd werd na27
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
melijk door de gemeente weggekocht omdat ze op die plek het plan Nieuwbouw realiseerde. Een lang brood De bussen die in de jaren dertig en veertig werden omgebouwd werden van top tot teen onder handen genomen, er werd in de begintijd één bus per maand omgebouwd, dit ging van de carrosserie tot de ruiten, betimmering, bekleding en stoelen en dit alles handwerk. Later werden er twee bussen per maand omgebouwd. Zijn er tegenwoordig allerlei industrielijmen om de bekleding vast te plakken, vroeger deed men dit met behulp van meel. Bij de bakkerij achter café de Krön werd meel gehaald, dit meel werd verwarmd en daarmee werd de bekleding van de bussen vastgeplakt. Bij de bakkerij achter de Krön werd ‘s maandags altijd een brood gehaald door twee medewerkers van Kemperink, zij hadden geen zin in het oude brood van het weekend.
Nee, zij gingen een lang brood eten. Het verse brood werd in de lengte op de grote lintzaag gelegd waarna de twee heren beiden een lang vers brood met vers beleg nuttigden en naar de collega’s een lange neus trokken. Vele medewerkers heeft Kemperink in de loop der jaren gehad en van alle carrosseriebouwers die er thans nog in Twente zijn hebben de meesten het vak bij Kemperink geleerd. Medewerkers die langere tijd bij Kemperink werkten waren onder andere Jan en Henny Lansink uit Albergen, Gerrit Ophof, Herman Telgenkamp, Jan Bouwhuis, Jan Leemhuis uit Albergen, Karel Frielink (had tevens een café in de Nieuwstraat), Ben Peddemors uit Tubbergen, Gerard Nijhuis uit Vasse, Benny Schuurman, Gerard Ophuis en natuurlijk de me28
Jaargang 2007 nummer 4
dewerker met de meeste dienstjaren Bernard Roelofs. Op een gegeven moment waren er 12 medewerkers en had Kemperink haar eigen voetbalelftal. Gevoetbald werd er tegen Bovi en Borggreve uit Tubbergen en café Botervat uit Almelo (het smalste café van Almelo). Van onderwijzer naar carrosseriespecialist Jan Kemperink weet nog dat er in het carrosseriebedrijf ruim 49 uur werd gewerkt, vijf dagen van negen uur en de zaterdagmorgen. Zelf had hij niet direkt de ambitie om in de zaak te gaan werken en ging als onderwijzer aan de slag. In 1961 werd hij vervroegd uit de, toen nog verplichte, diensttijd gehaald omdat zijn vader Herman om gezondheidsredenen het werk nauwelijks meer aankon. Herman droeg al gauw zijn ervaring over op zijn zoon en het duurde niet lang of ook de werkplaats werd door Jan aangestuurd. In 1965 stopte Herman met zijn actieve werk in het bedrijf, hij overleed in 1973, twee jaar later overleed ook de moeder van Jan. Toen Jan Kemperink in het bedrijf begon werden er volop Volkswagenbusjes verlengd. De directeur van Bolletje, Ben ter Beek, kwam in 1953 bij Herman Kemperink met het verzoek of hij de bussen niet kon verlengen zodat ze er meer beschuiten konden inpakken en aldus het transport goedkoper werd. Kemperink besloot aan dit experiment mee te werken en ontwikkelde een verlengde Volkswagenbus. Deze verlengde Transporter kwam ook onder ogen bij Volkswagendealers elders in het land én verscheen op de autoRAI, zodat Kemperink alras meer verzoeken kreeg om verlenging. Volkswagen besloot dat ook na de verlenging de officiële fabrieksgarantie intact kon blijven en regelde dat de verlengde Transporter via het officiële VW-dealernet besteld kon worden. In de succesperiode van de verlengde Transporter werden er jaarlijks meer dan 100 bussen gebouwd. In de jaren 60-65 van de 20e eeuw werd begonnen met het ontwikkelen van polyester daken. Dit was uniek, uit heel Nederland kwam men er naar kijken. De daken werden gegoten in het oude huisje, dat vroeger illegaal naast de werkplaats was gebouwd.
Het houten huis zoals het er nu nog staat
29
Dit houten huis was zoveel mogelijk in de werkplaats gemonteerd en later in één dag, zonder vergunning, achter de werkplaats neergezet. Hierin kwam medewerker Dolf von Piekartz te wonen die er samen met zijn vrouw zeven kinderen grootbracht. Na het huwelijk van Bernard Roelofs met zijn Dinie
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
op 9 juni 1955 namen zij hun intrek in het houten huisje. Zij kregen vier zoons en hebben er een aantal jaren gewoond. Het water voor de was en het koken haalden ze uit de werkplaats, er was wel elektriciteit. Bernard en Dinie betrokken in de jaren 60 van de 20e eeuw een nieuw huis aan de Pastoor Eshuisstraat in Harbrinkhoek. Zij noemden dit huis de “Boskaamp”, genoemd 30
Jaargang 2007 nummer 4
naar het perceel grond waarop het huis werd gebouwd. Elders in deze uitgave vindt u een trouwfoto van Bernard en Dinie. Het houten huisje met origineel keukenblad staat nu nog steeds in het weiland achter de werkplaats. Het heeft jaren dienst gedaan als werkplaats voor het produceren van de polyester daken. In 1963-1964 wilde Jan Kemperink graag een grotere schuur bouwen in verband met de steeds toenemende bedrijvigheid. Hij klopte daartoe bij burgemeester Kolenbrander aan en deze vroeg hem wanneer hij zou willen beginnen. Nou, het liefst morgen antwoordde Jan. Kolenbrander zei daarop dat als er drukte bij was hij dan maar morgen moest beginnen. De vergunning werd later alsnog geregeld, zie bijgaande brief van 8 juli 1964 van de Burgemeester en Wethouders van Tubbergen. De jaren 80. Vanaf de jaren 80 van de 20e eeuw was de verlenging van de bussen ten einde. De firma Kemperink legde zich meer en meer toe op de interieurbouw van met name Volkswagenbussen, het produceren van dubbele cabines en verder de inrichting van automobielen in de ruimste zin van het woord. Per 1 januari 2003 is Jan Kemperink teruggetreden als direkteur ten faveure van zijn zoon Maurice die het bedrijf in Hengelo heeft voortgezet onder de naam Kemperink Bedrijfswagenombouw.
31
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
Nig direkt bescheed kriegn Donderdagavond 23 november organiseerde de stichtingHeemkunde Albergen-Harbrinkhoek haar jaarlijkse donateursavond. Deze werd dit jaar gehouden bij landhotel ‘t Elshuys. Streektaaldeskundige Gerrit Kraa en accordeonist Gerrit Versteeg uit Almelo waren uitgenodigd om invulling te geven aan deze avond. Het werd een genoeglijke avond die werd geopend door muzikant Gerrit Versteeg. Daarna vertelde Gerrit Kraa over de typische manier van communiceren van de Twentenaren in vele prachtige anekdotes. Least mear es: Der was ne dokter den noar ne boer in Delden mos. Eén van de knechten har een boom op zien been had. De dokter mean’n dat hij dan mear noar het zieknhoes hen mos. Toen vroag de vrouw of de dokter misschien ok nog efkes noar Dieks kon kiekn. Den lag namelijk a een paar dagen op ber maer den wol dat gils nich wettn. De dokter noar Dieks hen: noa Dieks, wat schelt oe? Ach joa dokter, ik bin een luk sloerig in de hoet. Doar konn dokter ok nig völ met dus dat wier op hoes an. ‘n Ander morgen har Dieks hoge koorts, het bleek de blindedarm te wean. De dokter vroag an Dieks: Ha’j gister dan gen zeern boek? Jowa, zee Dieks, maer ie hebt mie der nig noar vroagt. Nog een mooie anekdote over communiceren door de Twentenaren: In mooi dorpke was ne nieuwe dominee komm wonen. Mear de buurn kwamn der oaver klaagn. Het blik dat de dominee ‘n luk agrarisch was anlegd, hij har ne haan en ne paar henn. Daorveur har hij een hokje timmerd. Maer de haan kreain ‘s morns um half zes a. De buurn zat’n der een luk verlegn met. Ie Gerrit Kraa goat nig zo maer noar de dominee, dus haddn ze zich oetprakkezeert dat de president Kerkvoogd maer noar de dominee zol. Hij mos dat maer oaverleggn oaver den haan. De president Kerkvoogd noar de dominee: Mag u hier graag zijn? Jawel, jawel. Kerkvoogd: De buren hebben één probleem: de haan kraait ‘s morgens zo vroeg. Maer de dominee zea: de leu mut der maer an wenn. De buurn warn doar natuurlijk nig tevree met en besloten um de dominee te goan belln. ‘n Ander morgen um vief uur ‘s morgens belln de eerste buurman de dominee op. Dominee, ik wil of efkes woarschouwn dat oaver een half uur oene haan geet kreaien. Vief minuten later wier telefoon, de volgende buur32
Jaargang 2007 nummer 4
man: Dominee, ik wil of efkes woarschouwn dat oaver 25 minuten oene haan geet kreaien. En dat gung zo alle vief minuten vedan. Tut alle buurn an bod warn west. De vrouw van de dominee was der a good zat van. Dus de dominee hakkn met de biel de kop van den haan der of. De volgende morgen um veer uur belln de dominee één veur één de buurn op: ik wol jullie mededelen dat mien haan vot is en ie voort rustig kunt duursloapn. Ook een typische manier van communiceren in het Twents is een tegenvraag stellen: Hoe zeg ie dat? ‘s Is nich woar? Dat leeg ie toch? Eerlik woar? Of de dubbele ontkenning: Ik zal nich zeggn da’k ‘t nich geleuf. Gerrit Kraa had ook een anekdote over een man die midwinterhoorns maakt, lees maar: de man den mirreweenterhoorns maken gung hen waandeln. Hij trof een boer den drok in zien hof an de gang was en har ok zeen dat den ne mooien, iets krommen boom in hof har. De man zea: Wat zeej toch drok. En wat hij der toch ne mooin boom stoan. Den zol ik eigenlijk wa willen hebbn. Waarop de boer zea: Den steet mie aans nog niks in de weg. Ook was er eens een vrachtwagenchauffeur die in Roemenie zat en het kantoor in Rijssen moest bellen: Ik heb een probleempje. Ik heb de rechterboetenspeegel der of. Noa, zear de man van kantoor, dan kuj toch wa vedan jagen. De chauffeur: joa aans wa, maer ik heb de vrachtwaagn der boaven op liggn. Ook de man van kantoor kreeg hier dus “nig direkt bescheed”. Wat dan ook typisch Twents is. Na nog vele anekdotes en voorbeelden te hebben verteld werd de avond door Gerrit Kraa afgesloten met een twents verhaal over twee jongelui en een zolten hering. Ook gaf hij aan dat op de website: http:// members.home.nl/dialexicon/ een twents Gerrit Versteeg woordenboek van Goaitsen van der Vliet gratis is te downloaden, waarin meer dan 30.000 trefwoorden Twents-Nederlands. Een aanrader voor alle liefhebbers van de Twentse taal. Herman Beld van de stichting Heemkunde bedankte Gerrit Versteeg voor de muzikale ondersteuning en Gerrit Kraa voor zijn prachtige lezing waarna de avond werd afgesloten. Verslag: Elise Goossen
33
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
De omgang op ‘n Boskaamp in Harbrinkhoek
Bovenstaand ziet u een foto van het huwelijk van Bernard en Dinie Roelofs lopend met hun gasten op ‘n Boskaamp. De foto is genomen vanuit de Spar richting de Haarbrinksweg. Dezelfde bomen staan er nog. De bruiloft werd gevierd bij de Spar en voordat het diner begon maakten de bruiloftsgasten, met de muzikant voorop, eerst een ommetje zodat men bij De Spar de gelegenheid had om de tafels op te dekken. Het huwelijk was op 9 juni 1955. Bernard en Dinie gingen toen eerst wonen in het houten huis dat achter carrosseriebedrijf Kemperink stond en waar Bernard ook werkte. Na ongeveer 10 jaar werd op ‘n Boskaamp de “Nieuwbouw” ontwikkeld door de gemeente Tubbergen. Bernard en Dinie kochten hier een huis ongeveer op de plek waarop ze op de foto lopen. Ze noemden hun huis natuurlijk “Boskaamp”.
Bijdrage: Elise Goossen
34
Jaargang 2007 nummer 4
De naam Noorde(r)graaf herleeft opnieuw Zoals u allen waarschijnlijk weet heeft Gerard Kampkuiper zijn bedrijf verkocht aan de gemeente Tubbergen ten behoeve van woningbouw en een geheel nieuw zalencomplex gebouwd bij de rotonde aan de Noordegraafsingel in Harbrinkhoek. Vrijdag 26 januari wordt dit nieuwe bedrijf geopend en krijgt het de naam: Koetshuis de Noordergraaf. Op verzoek van Gerard Kampkuiper heeft de heemkunde onderzoek gedaan naar de herkomst van de naam Noorde(r)graaf en daarvoor kontakt opgenomen met Jan Noordegraaf uit Hengelo. Jan is zoon van Willem Noordegraaf die jaren op de boerderij heeft gewoond met zijn ouders en broer Teun en zussen Cornelia, Christine, Adriana, Marrigje, Maria en Annigje. In de volgende uitgave komen we met een uitgebreid verhaal over de herkomst van de naam en familie Noordergraaf en leest u hoe ze woonden en leefden op de boerderij en welke goede daden ze in de oorlog hebben verricht. Oproep Hebt u de familie Noordegraaf gekend? Kent u verhalen en anekdotes over de familie Noordegraaf? Neemt u dan a.u.b. kontakt op met één van de leden van de stichting Heemkunde zodat we ons verhaal kunnen complementeren.
De fam. Noordegraaf ong. 1911. Foto: Jan Noordegraaf, Hengelo
35
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
Een noaberuitje Onderstaande foto is van een noaberuitje van de noabers van de Haarbrinksweg in Harbrinkhoek de jaren zestig.
1. Dolf von Piekartz 2. G. Nijkamp 3. G. Roelofs 4. L. von Piekartz 5. D. Roelofs 6. L. Alberink 7. L. Frielink 8. J. Haarhuis 9. H. Horstman 10. H. Kölner 11. Mevr. Kemerink 12. Mevr. Kemperink 13. Mevr. L. Alberink 14. B. Bos
15. Mevr. Oude Nijhuis 16. Mevr. Lohuis 17. Mevr. Horstman 18. J. Frielink 19. G. Lohuis 20. Meester Kemerink 21. H. Kemperink 22. Alberink de Spar 23. Mevr. Bos 24. Mevr. Oude Nijhuis 25. G. Oude Nijhuis 26. 27. J. Oude Nijhuis 28. L. Haarhuis-Hondebrink
Foto: Jan Kemperink 36
Jaargang 2007 nummer 4
Bestuur stichting Heemkunde: Voorzitter: André Vleerbos, De Hagen 24 7665 DP Albergen Tel: 0546 - 441366 Secretaris: Ine Potijk, Kapittelhuisstraat 44 7665 BB Albergen Tel: 0546 - 441798 Penningmeester: Hein Bloemenkamp, Floris Radewijnstraat 2 7665 AS Albergen Tel: 0546 - 441534 Leden: Bertus Bos Albergen Gerrit Maathuis Albergen Ben Oude Vrielink Harbrinkhoek Jan Velthof Albergen Elise Goossen-Haarhuis Harbrinkhoek Wil Roosendaal-Alberink Albergen
Tel: Tel: Tel: Tel: Tel: Tel:
0546-441925 0546-441670 0546-861954 0546-441521 0546-873252 0546-441720
U kunt donateur worden voor maar 5 Euro per jaar per automatische incasso. Hiervoor ontvangt u ons infoblad, kunt u onze donateursavond bezoeken, meedoen aan onze jaarlijkse fietstocht, zoeken in ons archief en natuurlijk onze overige aktiviteiten (bijv. tentoonstellingen) bezoeken. Heeft u mooie, oude en relevante artikelen voor ons infoblad of een oude foto dan kunt u deze afgeven of mailen naar de redactie:
[email protected] of
[email protected] De heemkunde heeft een eigen clublog op de website van de Twentsche Courant/Tubantia: http://www.tubbergen.tctubantia.nl/_heemkunde_albergen_harbrinkhoek. Op dit clublog vindt u algemene informatie van de heemkunde en natuurlijk de aktiviteiten die de heemkunde organiseert.
37
Infoblad Heemkunde Albergen/Harbrinkhoek
Officiële oprichting stichting Heemkunde Onderstaand ziet u de tekst zoals geschreven door Tilly Hesselink-v.d. Riet betreffende de officiële oprichtingsdatum van de stichting Heemkunde Albergen-Harbrinkhoek. Hiernaast ziet u een afdruk van het origineel.
Albergen 20.1.1996
Aan het bestuur van de Stichting Heemkunde Albergen
Geacht Bestuur, Naar aanleiding van het inventariseren van de cassettebandjes, kwam ik bij het afluisteren daarvan, tot de volgende ontdekking, wat betreft de oprichting van de heemkunde Albergen. In april 1974 bezocht ik pastoor van Coeverden en hij noemde namen van inwoners van Albergen die geinteresseerd waren in de geschiedenis van het dorp, of zich eral mee bezig hielden. In september 1974 is de heemkunde Albergen officieel gestart met een bestuur. Op 17 december 1975 werd officieel de Stichting Heemkunde Albergen opgericht. De eerste officiele uitgave: het Markerecht van Albergen, vond plaats bij het vijfjarig jubileum in het najaar van 1979, in aanwezigheid van de burgemeester en de gemeentesecretaris! Bij deze is dit nu schriftelijk vastgelegd. Met vriendelijke groet, Tilly Hesselink-vd Riet 38