Vragenlijst Prettig Schoolgaan versie voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs

Vragenlijst Prettig Schoolgaan versie voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs Inleiding Hieronder staan een aantal vragen. De vragen gaan allemaal over de middelbare school. Jij gaat de vragen beantwoorden. De leerkrachten gaan je antwoorden lezen. Je antwoorden zorgen ervoor dat de leerkrachten beter begrijpen wat jij nodig hebt om prettig naar school te gaan. Prettig naar school gaan betekent: • • •

Zo leren dat je voldoendes haalt. Met leeftijdgenoten (je klasgenoten) en volwassenen (de leerkrachten, de conciërge enzovoorts) leren samenwerken. Plezier hebben!

Soms is het nodig dat de school haar regels verandert om te zorgen dat jij prettig naar school gaat. Je mentor (dat is de leerkracht die extra zorgt voor alle leerlingen in je klas, dus ook voor jou!) zal je gaan vertellen of de directeur de schoolregels wel of niet kan veranderen voor jou. Er kunnen dus twee dingen gebeuren na het invullen van deze lijst: 1. Eén of meer regels van de school worden veranderd op de manier zoals jij het hebt ingevuld op de vragenlijst. 2. Eén of meer regels worden niet veranderd zoals jij het hebt ingevuld op de vragenlijst. De mentor zal je uitleggen waarom niet. Samen met jou zal de mentor zoeken naar een andere manier om te zorgen dat je toch zo prettig mogelijk naar school gaat. Tot slot Geen enkele leerling vindt het altijd prettig op school. Ook als de mentor samen met jou een aantal nieuwe regels en afspraken heeft gemaakt, zul je het soms niet naar je zin hebben op school. Dat is normaal. Door deze vragenlijst kun je er wel voor zorgen dat een heleboel situaties op school, die voor jou moeilijk zijn, prettiger worden. Maar…er is niet één leraar die zomaar je gedachten kan lezen. Daarom moet je ze eerst opschrijven! Veel succes met het invullen!

vervolg van Vragenlijst Prettig Schoolgaan (VSO versie)

Deel 1 Invulinstructie: Vraag 1:

schrijf je antwoord op in de vakjes.

De datum van vandaag is? dag

Vraag 2

maand

jaar

Hoe heet je?

Ik heet

Vraag 3:

Hoe oud ben je?

Ik ben

jaar

Vraag 4: Zit je al op de middelbare school? Zet een cirkel om het goede antwoord. ja

nee

Vraag 5:

Als je bij vraag 4 ja hebt ingevuld, wat is dan de naam van je middelbare school?

Vul hier de naam in

Vraag 6:

Als je bij vraag 4 nee hebt ingevuld, wat is dan de naam van middelbare school waar je na de zomervakantie naartoe gaat?

Vul hier de naam in

2


Deel 2 Om prettig naar school te gaan is het nodig om goed te weten wat er van je wordt verwacht. Vul hieronder in wat voor jou duidelijk moet zijn om prettig naar school te kunnen gaan. Invulinstructie:

omcirkel ja of nee.

Dus als je antwoord op de vraag ja is zet je een cirkel om het woord ja → En als je antwoord op de vraag nee is zet je een cirkel om het woord nee →

Algemene vragen Vraag 1:

Ik wil weten wat ik iedere dag in mijn schooltas moet doen?

ja

nee

Vraag 2:

Ik wil weten hoe ik mijn schooltas moet inpakken?

ja

nee

Vraag 3:

Ik wil weten hoe ik mijn schooltas moet inpakken wanneer ik gymles heb?

ja

nee

Vraag 4:

Ik wil weten hoe ik mijn kluisje moet gebruiken (welke boeken moet ik er wanneer in doen)?

ja

nee

Vraag 5:

Ik wil weten waar ik mijn jas moet laten?

ja

nee

Vraag 6:

Ik wil weten waar ik mijn fiets moet zetten in het fietsenhok?

ja

nee

3

ja

nee


Vraag 7:

Ik wil weten wat mijn plaats is in de klas?

ja

nee

Vraag 8:

Ik wil tijdens elke les op dezelfde plaats zitten?

ja

nee

Vraag 9:

Het maakt mij niet uit of ik elke les op dezelfde plaats zit?

ja

nee

Vraag 10:

Ik wil dat de leerkrachten het huiswerk altijd aan het begin van de les op het bord schrijven?

ja

nee

Vraag 11:

Ik wil weten waar en wanneer ik moet kijken naar veranderingen in het lesrooster?

ja

nee

Vraag 12:

Ik wil weten wat ik kan doen wanneer ik het klaslokaal niet kan vinden waar ik les krijg?

ja

nee

Vraag 13:

Ik wil weten wat ik kan doen wanneer ik de opdrachten of het huiswerk of de vraag niet begrijp?

ja

nee

Vraag 14:

Ik wil weten wat ik mag/kan doen tijdens een tussenuur?

ja

nee

Vraag 15:

Ik wil weten welk huiswerk in moet maken tijdens een zelfstandig werken uur?

ja

nee

4


Vraag 16:

Ik wil weten wat ik moet doen als ik tijdens de les naar het toilet moet?

ja

nee

Vraag 17:

Ik wil weten wat ik moet doen wanneer ik een boek of een schrift of mijn agenda niet bij me heb?

ja

nee

Vraag 18:

Ik wil weten wat ik moet doen als ik mijn huiswerk niet heb kunnen maken?

ja

nee

Vraag 19:

Ik wil weten wat ik moet doen als ik tijdens de les naar de dokter of orthodontist moet?

ja

nee

Vraag 20:

Ik wil weten wat ik moet doen als ik te laat ben?

ja

nee

Vraag 21:

Ik wil weten wat ik moet doen wanneer ik mij ziek voel of pijn heb tijdens de les?

ja

nee

Vraag 22:

Ik wil weten wat ik moet doen wanneer ik gepest word?

ja

nee

Vraag 23:

Ik wil een vaste plaats in de kleedkamer van de gymzaal om me te verkleden?

ja

nee

5


Vraag 24:

Ik wil een vaste plaats onder de douches om me na de gymles te douchen?

ja

nee

Vraag 25:

Ik wil tijdens de gymles achter in de rij staan als we oefeningen moeten doen zoadat ik eerst heel vaak kan kijken hoe andere kinderen de oefening doen?

ja

nee

Vragen over de pauze Invulinstructie:

omcirkel ja of nee.

Vraag 1:

Ik wil weten wat ik in de pauze mag doen?

ja

nee

Vraag 2:

Ik wil in de pauze binnen blijven en schoolwerk doen?

ja

nee

Vraag 3:

Ik wil in de pauze binnen blijven en een boek lezen, of met de gameboy spelen of tekenen?

ja

nee

Vraag 4:

Ik wil weten welk toilet ik kan gebruiken?

ja

nee

Vraag 5:

Ik wil dat iemand voordoet wat ik moet doen om in de pauze iets te eten of te drinken te kopen?

ja

nee

Vraag 6:

Ik wil in de pauze een wandeling maken op het schoolterrein?

ja

nee 6


Vraag 7:

Ik wil in de pauze een wandeling maken buiten het schoolterrein?

ja

nee

Vraag 8:

Ik wil alleen wandelen?

ja

nee

Vraag 9:

Ik wil weten in welke pauze ik kan eten en/of drinken?

ja

nee

Vraag 10:

Ik wil in de pauze met klasgenoten praten?

ja

nee

Vraag 11:

Ik wil weten waar en bij wie ik hulp kan vragen als ik me niet prettig voel tijdens de pauze?

ja

nee

Vraag 12:

Ik wil weten wat ik moet doen wanneer ik mij ziek voel of pijn heb tijdens de pauze?

ja

nee

Vraag 13:

Ik wil in de pauze iets doen wat niet hierboven staat, namelijk (zelf invullen)

…………………………………………………………………………………………….......... ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………..

7


Vragen over huiswerk maken NB. Huiswerk is schoolwerk wat je thuis moet maken! Invulinstructie:

omcirkel ja of nee.

Vraag 1:

Ik wil weten waar ik mijn huiswerk moet maken?

ja

nee

Vraag 2:

Ik wil weten wanneer ik mijn huiswerk moet maken?

ja

nee

Vraag 3:

Ik wil weten hoeveel tijd ik minimaal en maximaal per dag aan mijn huiswerk moet besteden?

ja

nee

Vraag 4:

Ik wil weten hoeveel keer ik moet oefenen voor een schriftelijke overhoring (SO)?

ja

nee

Vraag 5:

Ik wil weten hoeveel keer ik moet oefenen voor een proefwerk of repetitie?

ja

nee

Vraag 6:

Ik wil weten wie mij overhoort voor een SO of een proefwerk of een repetitie?

ja

nee

Vraag 7:

Ik wil weten wanneer ik overhoord word?

ja

nee

Vraag 8:

Ik wil weten hoeveel tijd ik van maandag tot en met vrijdag aan sport/hobby of andere ontspannende activiteiten mag besteden?

ja

nee 8


Vragen over feesten op school Invulinstructie:

omcirkel ja of nee.

Vraag 1:

Ik wil weten hoe het Sinterklaasfeest op school gevierd wordt en wat ik dan moet doen?

ja

nee

Vraag 2:

Ik wil weten wat de kerstviering of de jaarsluiting inhoudt en wat ik dan moet doen?

ja

nee

Vraag 3:

Ik wil weten wat het carnavalsfeest inhoudt en wat ik dan moet doen?

ja

nee

Vraag 4:

Ik wil weten wat de paasviering inhoudt en wat ik dan moet doen?

ja

nee

Vraag 5:

Ik wil weten welke andere speciale feesten er op mijn school zijn en wat ik dan moet doen?

ja

nee

Vraag 6:

Ik wil weten hoe je je verjaardag viert op school?

ja

nee

Vraag 7:

Ik wil mijn verjaardag op school vieren?

ja

nee

vraag 8:

Ik weet pas of ik mijn verjaardag op school wil vieren wanneer ik weet hoe je je verjaardag op school viert?

ja

nee

9


Vragen over het brugklaskamp / de introductiedagen Op school leer je meer dan alleen wiskunde, Frans, geschiedenis en dat soort vakken. Je leert er ook hoe je met allerlei mensen moet omgaan. Je leert hoe je kunt samenwerken, hoe je een ruzie kunt voorkomen of kunt oplossen. Je leert hoe je hulp kunt geven enzovoorts. Wanneer je in een nieuwe groep kinderen komt, is het belangrijk elkaar eerst te leren kennen. Al dit soort dingen leer je op het brugklaskamp of tijdens de introductiedagen. Daarom is het belangrijk te onderzoeken hoe jij op een prettige manier mee kunt doen aan het brugklaskamp of aan de introductiedagen. Is er op jouw school een brugklaskamp, ga dan verder naar Brugklaskamp (op deze bladzijde) en sla het deel over het introductiekamp over. Zijn er op jouw school introductiedagen, ga dan verder naar Introductiedagen (op bladzijde 13) en sla het deel over brugklaskamp over. Is er op jouw school geen brugklaskamp of zijn er geen introductiedagen, sla dan alle vragen onder brugklaskamp en introductiedagen over en ga naar Vragen over autisme op bladzijde 15. Weet je niet of er op jouw school een brugklaskamp of introductiedagen zijn, vraag dit dan eerst aan je leerkracht van groep 8 en ga dan verder met het invullen van deze vragenlijst.

Brugklaskamp Invulinstructie:

omcirkel ja of nee.

Vraag 1:

Ik wil weten waar we naartoe gaan (wat onze bestemming is)?

ja

nee

Met een beschrijving in woorden van onze bestemming?

ja

nee

Met foto’s van onze bestemming?

ja

nee

Vraag 2:

Ik wil per dag een dagschema met mijn activiteiten?

ja

nee

Vraag 3:

Ik wil weten wie mijn persoonlijke helper wordt?

ja

nee 10


Vraag 4:

Ik wil weten of je ook een gedeelte van het kamp mee mag doen en de rest thuis mag zijn?

ja

nee

Schrijf hieronder wanneer je mee wilt doen aan het brugklaskamp en wanneer je thuis wilt zijn. (Bijvoorbeeld: ik wil tot en met het avondeten meedoen en dan worden opgehaald door mijn ouders. of ik wil alleen de eerste dag meedoen. Of ik wil het hele kamp meedoen. Ik wil ……………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………….......... ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Vraag 5:

Ik wil eerst het programma zien en dan beslissen waneer ik mee doen en waneer ik thuis blijf?

ja

nee

Vraag 6:

Ik wil weten of ik tijdens het kamp naar huis mag bellen?

ja

nee

Vraag 7:

Ik wil weten wat we tijdens het kamp eten (ontbijt, middageten en avondeten)?

ja

nee

Vraag 8:

Ik wil weten of ik mijn eigen eten mag meenemen (bijvoorbeeld mijn eigen merk pindakaas of mijn eigen brood)?

ja

nee

Vraag 9:

Ik wil weten of ik iets anders mag eten wanneer ik het eten dat op het menu staat echt niet lust?

ja

nee

11


Vraag 10:


ja

nee

Vraag 11:

Ik wil weten of ik alleen in een kamer of tent mag slapen, ook als de andere kinderen met meerdere kinderen in een kamer of in een tent slapen?

ja

nee

Vraag 12:

Ik wil weten wat ik moet doen wanneer ik mij ziek voel of pijn heb?

ja

nee

Vraag 13:

Ik wil weten wat ik kan doen tijdens de momenten dat er eigenlijk geen programma is (bijvoorbeeld het kwartiertje voordat we ergens naar toe gaan)?

ja

nee

Vraag 14:

Ik wil weten waar ik me terug kan trekken wanneer het toch even te moeilijk of te druk voor mij wordt?

ja

nee

Vraag 15:

Ik wil weten of ik mijn ouders kan bellen wanneer ik het even moeilijk heb en zij mij gerust kunnen stellen?

ja

nee

Vraag 16:

Ik wil weten of ik mijn ouders mag bellen wanneer ik opgehaald wil worden, omdat het echt te moeilijk is om te blijven?

ja

nee

12


Introductiedagen Invulinstructie:

omcirkel ja of nee.

Vraag 1:

Ik wil weten waar we naartoe gaan (wat onze bestemming is)?

ja

nee

Met een beschrijving in woorden van onze bestemming?

ja

nee

Met foto’s van onze bestemming?

ja

nee

Vraag 2:

Ik wil per dag een dagschema met mijn activiteiten?

ja

nee

Vraag 3:

Ik wil weten wie mijn persoonlijke helper wordt?

ja

nee

Vraag 4:

Ik wil weten of je ook een gedeelte van de introductiedagen mee mag doen en de rest thuis mag zijn?

ja

nee

Schrijf hieronder wanneer je mee wilt doen aan de introductiedagen en wanneer je thuis wilt blijven. (Bijvoorbeeld: ik wil tot en met het avondeten meedoen en dan worden opgehaald door mijn ouders, of ik wil alleen de eerste dag meedoen, of ik wil het hele kamp meedoen. Ik wil ……………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………….......... ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………..

13


Vraag 5:

Ik wil eerst het programma zien en dan beslissen waneer ik mee doen en waneer ik thuis blijf?

ja

nee

Vraag 6:

Ik wil weten of ik tijdens de introductiedagen naar huis mag bellen?

ja

nee

Vraag 7:

Ik wil weten wat we tijdens de introductiedagen eten (ontbijt, middageten en avondeten)?

ja

nee

Vraag 8:

Ik wil weten of ik mijn eigen eten mag meenemen (bijvoorbeeld mijn eigen merk pindakaas of mijn eigen brood)?

ja

nee

Vraag 9:

Ik wil weten of ik iets anders mag eten wanneer ik het eten dat op het menu staat echt niet lust?

ja

nee

Vraag 10:


ja

nee

Vraag 12:

Ik wil weten wat ik moet doen wanneer ik mij ziek voel of pijn heb?

ja

nee

Vraag 13:

Ik wil weten wat ik kan doen tijdens de momenten dat er eigenlijk geen programma is (bijvoorbeeld het kwartiertje voordat we ergens naar toe gaan)?

ja

nee

14


Vraag 14:

Ik wil weten waar ik me terug kan trekken wanneer het toch even te moeilijk of te druk voor mij wordt?

ja

nee

Vraag 15:

Ik wil weten of ik mijn ouders kan bellen wanneer ik het even moeilijk heb en zij mij gerust kunnen stellen?

ja

nee

Vraag 16:

Ik wil weten of ik mijn ouders mag bellen wanneer ik opgehaald wil worden, omdat het echt te moeilijk is om te blijven?

ja

nee

Vragen over autisme Invulinstructie:

omcirkel ja of nee. Of schrijf je antwoord op de stippellijn.

Vraag 1:

Sommige kinderen die deze vragenlijst invullen hebben een vorm van autisme, bijvoorbeeld PDD-NOS of het syndroom van Asperger. Heb jij een vorm van autisme?

ja

nee

Als je nee hebt ingevuld, ga dan door naar Aanvulling (bladzijde 22). Als je ja hebt ingevuld, beantwoord dan ook de vragen die hieronder staan. Vraag 2:

Word je snel afgeleid door wat je ziet (bijvoorbeeld kleine details of lichtschitteringen op een tafelblad)?

ja

nee

Als je ja hebt ingevuld, waar kun je dan het beste zitten in de klas om zo min Mogelijk last te hebben van wat je ziet? …………………………………………………………………………………………….......... ………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………..

15


Vraag 3:

Word je snel afgeleid door bepaalde geluiden, bijvoorbeeld hoesten of een piepende deur?

ja

nee

Als je ja hebt ingevuld, door welke geluiden word je afgeleid? …………………………………………………………………………………………….......... ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Vraag 4:

Heb je last van hoe papier of ander materiaal aanvoelt?

ja

nee

Als je ja hebt ingevuld, welke materialen wil je niet aanraken? …………………………………………………………………………………………….......... ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Vraag 5:

Heb je last van bepaalde geuren, bijvoorbeeld van lijm of van de lucht op het toilet?

ja

nee

Als je ja hebt ingevuld, van welke geuren heb je last? …………………………………………………………………………………………….......... ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Vraag 6:

Heb je last van aanrakingen (bijvoorbeeld een hand geven of een schouderklopje)?

ja

nee

Vraag 7:

Heb je favoriete onderwerpen waarin je geïnteresseerd bent en waarover je veel praat?

ja

nee 16


Vraag 8:

Waardoor wordt je bang?

…………………………………………………………………………………………….......... ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Vraag 9:

Wat doe je als je bang bent?

…………………………………………………………………………………………….......... ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Vraag 10:

Wil je weten wat je op school kunt doen als je bang bent?

ja

nee

Vraag 11:

Waardoor word je boos?

…………………………………………………………………………………………….......... ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Vraag 12:

Wat doe je als je boos bent?

…………………………………………………………………………………………….......... ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Vraag 13:

Wil je weten wat je op school kunt doen als je boos bent?

ja

nee

17


Vraag 14:

Wat heb je weer nodig om rustig te worden wanneer je boos bent?

…………………………………………………………………………………………….......... ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Vraag 15:

Wat moeten mensen vooral niet doen als je boos bent?

…………………………………………………………………………………………….......... ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Vraag 16:

Wil je dat leerkrachten weten dat je een vorm van autisme hebt?

ja

nee

Als je nee hebt ingevuld, leg dan uit waarom? …………………………………………………………………………………………….......... ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Vraag 17:

Wil je dat klasgenoten weten dat je een vorm van autisme hebt?

ja

nee

Als je nee hebt ingevuld, leg dan uit waarom? …………………………………………………………………………………………….......... ………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………..

18


In het gedeelte Algemene vragen (bladzijde 3) Pauze (bladzijde 6) en Huiswerk maken (bladzijde 8) staat steeds “wil je weten”. Dat kan betekenen dat je mentor alles gaat uitleggen door te vertellen, door alles op te schrijven of door dingen voor te doen. Wat is voor jou het prettigst? Omcirkel één keer ja. Vertellen

ja

Opschrijven

ja

Voordoen

ja

Iets anders namelijk…………………………………………………………………………... …………………………………………………………………………………………….......... ………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………..

19


Het onderstaande gedeelte hoef je alleen in te vullen als je al in de brugklas zit.

Vraag 1:

Vul in of je je prettig hieronder staan.

of niet prettig

Omcirkel het woord prettig, als je het prettig vindt →

voelt over de vakken die prettig

Omcirkel de woorden niet prettig, als je het niet prettig vindt → Als je een vak niet krijgt, sla het dan over. Nederlands

prettig

niet prettig

Engels

prettig

niet prettig

Frans

prettig

niet prettig

Duits

prettig

niet prettig

Wiskunde

prettig

niet prettig

Biologie

prettig

niet prettig

Aardrijkskunde

prettig

niet prettig

Geschiedenis

prettig

niet prettig

Tekenen

prettig

niet prettig

Lichamelijke opvoeding (gym)

prettig

niet prettig

Muziek

prettig

niet prettig

Beeldende vakken

prettig

niet prettig

Techniek

prettig

niet prettig

Levensbeschouwing/maatschappijleer prettig

niet prettig

Latijn

prettig

niet prettig

Grieks

prettig

niet prettig

20

Niet prettig


Vraag 2:

Bij welke leerkrachten voel je je prettig en waarom? (Vul je antwoord in op de stippellijnen. Je mag zoveel antwoorden invullen als je wilt).

Ik voel me prettig bij…………………………………………………………………………... omdat…………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………...... ………………………………………………………………………………………………….. Ik voel me prettig bij…………………………………………………………………………... omdat…………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………...... ………………………………………………………………………………………………….. Ik voel me prettig bij…………………………………………………………………………... omdat…………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………...... ………………………………………………………………………………………………….. Ik voel me prettig bij…………………………………………………………………………... omdat…………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………...... ………………………………………………………………………………………………….. Ik voel me prettig bij…………………………………………………………………………... omdat…………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………...... ………………………………………………………………………………………………….. Ik voel me prettig bij…………………………………………………………………………... omdat…………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………...... ………………………………………………………………………………………………….. 21


Aanvulling Schrijf hieronder op wat er nog meer nodig is om te zorgen dat jij zo prettig mogelijk naar school gaat. Als je niets wilt invullen, sla deze vraag dan over. Ik ga prettig naar school wanneer…………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………….................

Tot slot Soms zal je mentor je ouders vragen om de vragenlijst ook in te vullen. Dat is omdat je ouders je al heel lang kennen. Zij weten heel veel over je. De antwoorden van je ouders kunnen ook helpen om het naar school gaan voor jou zo prettig mogelijk te maken. Je mentor zal jouw antwoorden (en die van je ouders, als zij de lijst ook hebben ingevuld) vertalen in afspraken en oplossingen voor ingewikkelde situaties. Alle afspraken en oplossingen komen in een speciaal mapje dat je, net als je schoolagenda en je schoolpas, iedere dag mee moet nemen naar school. Als er iets onduidelijk is of je hebt een probleem dan kun je in je map de oplossing of de juiste afspraak opzoeken. Het kan zijn dat er in de loop van het schooljaar nieuwe afspraken of oplossingen bijkomen, omdat er een situatie of een probleem was dat niet op deze lijst voorkwam. Je mentor zal ook die afspraak of oplossing opschrijven en in je map doen. Alleen afspraken en oplossingen die je mentor (of een andere leerkracht!) in je map heeft gedaan gelden. Je mag er zelf dus niet allerlei afspraken inschrijven! Je mentor zal vertellen wanneer hij jouw antwoorden (en eventueel die van je ouders) heeft verwerkt en je mentor zal je vertellen wanneer jouw map klaar is. Bedankt voor het invullen van de lijst en veel succes en plezier op je school!

22

Vragenlijst Prettig Schoolgaan versie voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs

Recommend Documents