Aan de Raad van de gemeente Gouda
dienst/afdeling telefoon ion 588672 contactpersoon uw kenmerk B.I.M. Akkerman -onderwerp raadsvragen nav raadsvergadering woensdag 3 februari 2010
gouda 9 februari 2010 ons kenmerk 588522 verzonden
Geachte leden van de Raad, Naar aanleiding van de raadsvergadering van woensdag 3 februari jl., waarin een aantal leden van uw Raad mij technische vragen heeft gesteld, geef ik u hierbij mijn antwoorden. Vraag 1. Vragen over overgang van klassen naar uren voor Pgb-cliënten hulp bij het huishouden Voor de invoering van de (landelijke) Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) werd via de AWBZ de hulp bij de huishouding geïndiceerd in klassen. Onder de AWBZ was het klassen-systeem noodzakelijk in verband met het feit dat het aantal uren zorg kon fluctueren. Onder de zorg vielen ook de persoonlijke verzorging en verpleegkundige handelingen. Voor hulp bij het huishouden geldt dit niet. Na de inwerkingtreding van voornoemde Wet heeft de gemeente Gouda dan ook besloten het klassen-systeem te verlaten en te gaan indiceren in uren. Voor de cliënten die hulp bij het huishouden via zorg in natura ontvangen wordt reeds geïndiceerd in uren. Voor de cliënten die een Pgb voor hulp bij de huishouding ontvangen moet dit besluit nog worden doorgevoerd. Dit wordt in deze Verordening geregeld. Men krijgt als Pgb-cliënt dan evenals de cliënt die zorg in natura ontvangt dat geleverd wat geïndiceerd is. Hoe vindt de communicatie richting Pgb-cliënten plaats? De communicatie richting de Pgb-cliënten vindt plaats middels een brief. Vraag 2. Eigen bijdrage Pgb-cliënten voor hulp bij de huishouding Gaan Pgb-cliënten door de omzetting van klassen naar uren meer eigen bijdrage betalen? In het klassen-systeem werd het Pgb-bedrag dat behoorde bij de klasse doorgegeven aan het CAK. Over dit bedrag behorende bij de desbetreffende klasse moest de cliënt een eigen bijdrage betalen. In het uren-systeem wordt het daadwerkelijk aantal geïndiceerde uren doorgegeven aan het CAK. Het uurtarief dat door de gemeente Gouda aan het CAK wordt doorgegeven is een uniform uurtarief en is niet perse het uurtarief dat de zorgaanbieder ontvangt (omdat deze prijs fluctueert), maar een lager (gemiddeld) tarief, zodat de Pgb-cliënt in het algemeen niet veel meer eigen bijdrage zal behoeven te betalen dan in 2009.
bezoekadres: buytenerf, klein amerika 20, gouda correspondentieadres: postbus 1086, 2800 bb gouda fax e-mail
[email protected]
Vraag 3. Kan een fiets met trapondersteuning onder de te verstrekken individuele voorzieningen vallen In beginsel is een fiets met trapondersteuning algemeen gebruikelijk. Voor kinderen of in een speciale uitvoering met een speciaal frame wordt deze wel verstrekt. In het algemeen kan worden gesteld dat iets algemeen gebruikelijk is indien het voldoet aan de volgende vier voorwaarden: - Het aan te schaffen object kan voor een niet-gehandicapte in een financieel vergelijkbare positie tot het normale aanschaffingspatroon worden gerekend; - Het is in de reguliere handel te koop; - Het is niet aanzienlijk duurder dan vergelijkbare producten met hetzelfde doel; - Het is niet speciaal voor gehandicapten. Voor een aantal speciale fietsen, die niet algemeen gebruikelijk zijn, kan men wel in aanmerking komen voor een Wmo-voorziening. Algemeen gebruikelijk: Gewone fiets Fiets met trapondersteuning Fiets met lage instap Snorfiets Tandem Tandem met hulpmotor
Niet algemeen gebruikelijk: Duofiets Tweelingfiets Side-by-side-fiets Rolstoelfiets Bedbrancardfiets Driewielfiets
Wat in een concrete situatie als algemeen gebruikelijk te beschouwen is, hangt af van de geldende maatschappelijke normen van het moment van de aanvraag. Een thermostaatkraan is bijvoorbeeld algemeen gebruikelijk geworden. Vraag 4. artikel 4.6 lid 4 Verordening Artikel 4.6 lid 4 van de Verordening luidt: De aanvraag voor een woonvoorziening kan worden geweigerd indien: "de woonvoorziening aangevraagd wordt op een moment dat op basis van leeftijd, gezinssituatie of woonsituatie te voorzien was dat deze voorziening noodzakelijk zou zijn, uitgezonderd personen met beperkingen die voor het eerst zelfstandig wonen". In dit artikel gaat het om een algemeen gebruikelijke verhuizing. Veel verhuizingen zijn immers als algemeen gebruikelijk te beschouwen, ook los van de beperkingen die men heeft. Te denken valt aan verhuizingen van het ouderlijk huis naar een zelfstandige (starters)woonruimte, verhuizing als een gezin gesticht is naar eengezinswoning en verhuizing van senioren naar een kleinere woning, omdat de eengezinswoning (met bijvoorbeeld een tuin) te bewerkelijk is geworden en de kinderen reeds zelfstandig wonen. Vaak hebben mensen op leeftijd alleen leeftijdsgerelateerde beperkingen die niet plotseling ontstaan zijn. Of er sprake is van een plotseling ontstane beperking wordt bepaald tijdens het indicatieonderzoek. Indien de burger uit het voorbeeld genoemd door een lid van uw Raad (een amputatie van een been na een reeds in het verleden gediagnosticeerde suikerziekte) een aanvraag zou indienen bij de gemeente dan zal uit het indicatieonderzoek naar voren komen of een compensatie vanuit de Wmo moet plaatsvinden. Vraag 5. Bezoekbaar maken tweede woonruimte / artikel 4.4 Verordening Ondanks het feit dat u hier in de vergadering niet om heeft gevraagd wil ik u nader informeren over het bezoekbaar maken van een tweede woonruimte. Het bezoekbaar maken van een woonruimte, indien de persoon met beperkingen zijn hoofdverblijf heeft in een AWBZ-instelling, is een bovenwettelijke voorziening. Het bieden van een logeermogelijkheid, boven deze al bovenwettelijke bezoek voorziening, gaat veel verder. Hier moet de desbetreffende persoon ook gebruik kunnen maken van badkamer/douche en slaapkamer. Gelet op de personen waar het omgaat betekent dit dan ook in de regel dat er bijvoorbeeld
pagina 2
verpleegtechnische handelingen moeten worden verricht en extra voorzieningen geplaatst moeten worden. Hier zal de AWBZ terughoudend mee zijn om dit te bekostigen, aangezien de persoon al vanuit de AWBZ bekostigd wordt in verblijf. Aanpassingen aan een huis brengen in de regel zeer hoge kosten met zich mee. Het kan bijvoorbeeld in de praktijk gaan om een aanbouw met natte cel en slaapkamer, volgens de door de gemeente gestelde kwaliteitseisen, ten bedrage van € 50.000,-. De gemeente Gouda heeft, conform artikel 19 van de Vng-modelverordening, ervoor gekozen dat onder bezoekbaar maken uitsluitend wordt verstaan dat de persoon met beperkingen de woonruimte, de woonkamer en het toilet kan gebruiken. Wij kennen vooralsnog geen gemeente die wel een logeermogelijkheid aanbiedt. Vraag 6. Presentatie Stipter voor leden van de Raad Daar een aantal leden van uw Raad is tijdens de raadsvergadering aangegeven nadere informatie over de zorgtoewijzingsmodule te wensen. Daarom zal ik voor leden van de Raad een presentatie laten organiseren door de firma Stipter over de zorgtoewijzingsmodule. U ontvangt hierover nader bericht. Er hebben zich ook andere personen aangemeld die belangstelling hebben voor een presentatie. Indien u daartegen geen bezwaar heeft dan nodig ik ook deze mensen tegelijkertijd uit. De zorgtoewijzingsmodule voor hulp bij het huishouden is niet opgenomen in de Verordening omdat dit bedrijfsvoering betreft.
Na de verkennende en informerende raadsvergadering van woensdag 3 februari jl. zijn op maandag 8 februari nog aanvullende technische vragen binnengekomen van mevrouw H. Niezen van Groenlinks. Vraag 7. Marktwerking zorgtoewijzingsmodel Vraag: Hoe waarborgt het zorgtoewijzingsmodel dat de basiskwaliteit daadwerkelijk geleverd wordt? Ik hoor geluiden dat aanbieders op dit moment onder de kostprijs bieden. Hoe wordt voorkomen dat dit ten koste gaat van de geboden kwaliteit, of dat dit op termijn leidt tot faillissement van een of meer aanbieders waardoor een groep mensen weer met wisseling van zorgaanbieder te maken krijgen. Antwoord: De kwaliteitseisen zijn in het bestek en de raamovereenkomst geregeld. Verder kunt u tijdens de presentatie van de firma Stipter nader geïnformeerd worden over de zorgtoewijzingsmodule (zie vraag 6). Vraag 8. Toegankelijkheid / bekendheid financiële tegemoetkoming Vraag: Als ik het goed heb begrepen krijgen veel cliënten de komende maanden nog te maken met herindicatie. Mensen die al jaren dezelfde hulp hebben moeten straks mogelijk wisselen. Naar ik heb gehoord leidt dit tot veel onrust. Het instrument van een financiële tegemoetkoming zou voor deze mensen een manier zijn om hun vertrouwde hulp te houden. Hoe toegankelijk is dit, en op welke manier wordt dit naar cliënten gecommuniceerd? Alleen die cliënten waarbij de indicatietermijn afloopt kunnen een herindicatie krijgen. Indien blijkt tijdens het herindicatieonderzoek dat opnieuw een noodzaak bestaat voor hulp bij het huishouden, dan worden de verschillende vormen van hulp bij het huishouden (zorg in natura, Pgb “traditioneel”, Pgb met financiële tegemoetkoming) aan de cliënt voorgelegd. Indien een cliënt zijn hulp wil behouden dan dient de cliënt te kiezen voor een van de vormen van Pgb. Zie voor de verschillende vormen van Pgb het antwoord op vraag 9.
pagina 3
Vraag 9. Persoonlijke verzorging Vraag: Indiceert Gouda op hulp bij eten en drinken (een boterham smeren, maaltijd opwarmen)? Hoe wordt deze hulp nu vormgegeven, en hoe gebeurde dat toen dit nog onder de AWBZ viel? Persoonlijke verzorging wordt niet door de gemeente Gouda geïndiceerd, dit valt onder de AWBZ. Maaltijden bereiden (broodmaaltijden en warme maaltijden) kan, indien er een medische noodzaak voor is, vallen onder hulp bij het huishouden type 1.
Ik hoop u hiermee vooralsnog voldoende geïnformeerd te hebben.
Vriendelijke groet,
Marion Suijker Wethouder
pagina 4
MINUUT Afschrift voor: 1. Marion Suijker 2. Lia Remmerswaal (ZenW) 3. Sylvia Steenaart (Wiz) 4. Serge de Vlieg (ZenW) 5. Brigitta Akkerman (Wiz) 6. Hans de Lange (Wiz) 7. Rita Siegers (ZenW)
pagina 5