Artillia
Nummer 99
Officieel Orgaan Vereniging Onderofficieren Artillerie
augustus 2012
Bestuur Voorzi er R.A. van der Veen OTCVust
Sterhyacint 11, 8255 JX Swi!erbant ’t Harde, *06-536-57448, 0525-657448
0321-324229
Het Koggeschip 120, 1784 SL Den Helder ’t Harde, *06-536-58936, 0525-658936
0223-660684
De Wimpel 9, 8447 ED Heerenveen ’t Harde, *05-536-57255, 0525-657255
051-3651548
Biotoop 77, 3893 BJ Zeewolde ’t Harde, *06-536-57510, 0525-657510
036-5234218
Secretaris / Webmaster R.J. de Vos 14 Afdva
Penningmeester J.S. de Vries OTCVust
Lid J.L. de Brouwer OTCVust
Lid J. Delen 11 AFDRA
Rommestraat 39, 8015 AR Zwolle ’t Harde, *06-536-57252, 0525-657252
Lid C.J.M. Damen OTCVust
Beiersgulden 72, 8253 DW Dronten ‘t Harde, *06-536-57335, 0525-657335
0321-317735
de Wiezeboom 9, 8332 JT Steenwijk
0521-512095
Lid A.M. Mol B.D.
Lid H. Treffers OTCVust
Poldervaart 39, 6642 CW Beuningen 024-6750888 Idar Oberstein, *06-345-4710-1902, 0049-6781-511902, 0049-1759324628
Lid A.J.M. Witsiers
Mr. v.d. Venstraat, 6627 AG Maasbommel
RLDA
Brede KMA, *06-529-73391
048-7562457
Lid R.G.J.M. Oudheusden HRF HQ
Nieuwe Onnastraat 56, 8381 MC Steenwijk Meunster, *06-537-55145, 0577-45145
Lid S.D. Bekkema OTCVust
Frederik Hendrikstraat 45, 8606 EG Sneek ‘t Harde, *06-536-57447, 0525-657447
06-22427784
Voorwoord
De redactie van de Artilia hee! ook deze keer weer zijn uiterste best gedaan om de kopy te verwerken en weer een mooie Artilia voor u te verzorgen.
Ik wens u veel leesplezier,
Met vriendelijke Artilleristengroet,
Uw Voorzi%er, Rob van der Veen
Vereniging OnderOfficieren Artillerie
De zomer is weer begonnen, Nederland is uitgeschakeld op het Europees kampioenschap voetbal, de tour de France is begonnen, de koffers zijn ingepakt en bijna iedereen bereid zich voor op een welverdiende vakantie of op een hopelijk mooie zomer met veel zon. Toch staat na de vakantie de reorganisatie van het Vuursteun commando op ons te wachten. Collega’s het komt steeds dichterbij! Ik zelf merkte bij de laatste voorlichting in juni bij de mensen toch een bepaalde berustende houding. Je kijkt om je heen en vraagt je af of je over een paar maanden nog een baan hebt bij defensie, of is het de collega die naast je zit die de organisatie moet verlaten? Ook binnen de VOOA zullen de gevolgen van de reorganisatie merkbaar zijn, de financiële steun vanuit CLAS word nu al minder en we houden rekening met het ergste. Ook voor het ledenbestand zal dit mogelijke gevolgen hebben. De VOOA zal er alles aan u doen om u op de hoogte te houden en te steunen waar nodig.
Data programma en bijzonderheden 2012 : Herdenkingen : 24 aug. 2012: 30 aug. 2012: 01 sep. 2012: 20 sep. 2012: .. okt. 2012: 26 okt. 2012: 07 dec. 2012:
Reünie 7 de Afd A., LBO Reünie 3-41 R.V.A., LBO Herdenking Nationaal Indië monument Roermond Reünie 2-41 R.V.A., LBO Reünie 171 Afd gemechaniseerde Art, LBO Herdenking monument vredesmissies Roermond 7 dec. herdenking Schaarsbergen
Dit alles natuurlijk onder voorbehoud.
INHOUDSOPGAVE Beëdiging artilleristen op Legerplaats bij Oldebroek
Pagina 5
Van OTCVust & operationele vuursteuneenheden naar veursteun commando Pagina 6 - 9 Munitie bewakingsgroep 2.0
Pagina 10 - 11
Fantastische familiedag OTCVust
Pagina 12 - 13
Koninklijke onderscheiding voor Kkol b.d (frits) Durst Bri%
Pagina 14
Deel wegbezuinigd Defensiematrieel niet in de verkoop
Pagina 15
Bevorderingen
Pagina 15
In memoriam adjudant b.d Henk Schipper
Pagina 16
Uit de oude doos
Pagina 17
Een stuk uit de eerste 24 uur van de slag om Elsenborn
Pagina 18 - 21
DIE 8,8 FLAK (flukabwehrkanone)
Pagina 22 - 23
Puzzelen in de auto
Pagina 24
Hartelijk dan voor uw reactie
Pagina 25
Deelname detachement Korpsvelartillerie aan Nationale veteranendag
Pagina 25
Een keizerskroon op het kanon ‘7vedl’
Pagina 26-28
Schenkingen
Pagina 29
Nederlands Artillerie Museum
Pagina 30 - 31
Informatie gezocht en gevonden
Pagina 31
Noot van de Redactie
Pagina 32
Beëdiging artilleristen op Legerplaats bij Oldebroek
Tijdens een stijlvolle militaire ceremonie hebben op vrijdag 1 juni veertig militairen de eed of belo!e afgelegd op de Legerplaats bij Oldebroek. Ten overstaan van collega’s, familie en vrienden beloofden zij trouw aan de Koningin, gehoorzaamheid aan de we%en en onderwerping aan de krijgstucht. De beëdigde militairen behoren tot het Korps Veldartillerie en het Korps Rijdende Artillerie.
De ceremonie, geleid door Korpscommandant Veldartillerie Kolonel Stephan Kooijman, is de eerste gezamenlijke beëdiging sinds de Gele Rijders, vooruitlopend op de reorganisatie van de grondgebonden vuursteun, zijn samengevoegd met de 14e Afdeling Veldartillerie. In het later dit jaar op te richten Vuursteuncommando zal naast het Korps Veldartillerie ook het Korps Rijdende Artillerie haar eigen identiteit behouden. Het personeel van de Rijders blij! getooid met de kenmerkende Kwartiermuts. Ook Korpscommandant Rijdende Artillerie, Luitenant-kolonel Paul Hoefsloot, was als beëdigingsautoriteit bij de ceremonie aanwezig. Elke Artillerist legt traditioneel op de standaard van het eigen Korps de eed of belo!e af. De ceremonie werd muzikaal omlijst door het Fanfare Korps Koninklijke Landmacht Bereden Wapens.
Met vriendelijke groet, Majoor J. (Jan) Venekamp
5
Van OTCVust en operationele vuursteuneenheden naar Vuursteun Commando. Inleiding. In een eerder artikel hebben we u reeds geïnformeerd over het feit dat ook de vuursteun hard wordt getroffen door de noodzakelijke bezuinigingen bij Defensie. Sinds de laatste keer staan de ontwikkelingen niet stil en zijn er al een aantal essentiële beslissingen genomen en opdrachten gegeven, waarmee het projec%eam de formele reorganisatie is ingegaan. In dit artikel zal ik niet vertellen wat er exact met ieder individu gaat gebeuren. Wel zal ik aangeven waar we vandaan komen, welke belangrijke beslissingen en richtlijnen ten grondslag liggen aan de reorganisatie, waar we staan in het hele proces en waar we denken dat we uit gaan komen. Dit alles met het voorbehoud dat pas na overleg met de medezeggenschap commissies verenigd in het TRMC en de bonden en na vaststelling van het DRP door C-LAS, de daadwerkelijke implementatie kan gaan plaatsvinden en iedereen precies weet wat er met zijn/haar functie gaat gebeuren.
Achtergrond. Als gevolg van de door te voeren bezuinigingsmaatregelen van het kabinet moet Defensie ook bezuinigen. Een onderzoekscommissie van de Bestuursstaf hee! ook een aantal mogelijkheden/keuzes aangedragen die, a+ankelijk van het “vuursteun” ambitieniveau, besparingen kunnen opleveren binnen de defensiebrede vuursteun. In de beleidsbrief van april 2011 gee! de minister t.a.v. de vuursteun aan dat: “Alle PzH-2000 grondgebonden vuursteunmiddelen worden geconcentreerd in één afdeling veldartillerie. Van de totaal 24 stukken artillerie bij de huidige twee afdelingen veldartillerie worden er in totaal 6 gereduceerd. Voor zowel opleiding en training (zowel in Duitsland als in Nederland) als operationele reserve blijven 7 PzH-2000’s in de organisatie. Tevens worden de in totaal 18 120-mm mortieren van het Korps Mariniers (6) en de Luchtmobiele Brigade (12) in deze afdeling ondergebracht. De bedienaars worden voor zowel de PzH als de mortier 120-mm opgeleid. Alle overige PzH’s zullen ter verkoop worden aangeboden. Om kennisverlies optreden AMB en Marns tegen te gaan, gaat 30% van het organieke AMB Morcie personeel (28 VTE’n) en 30% van het organieke Marns Gungp personeel (20 VTE’n) over naar de nieuw te vormen afdeling veldartillerie, en ‘verdringen’ daar nu geplaatst personeel. Met de vermindering van het aantal pantserhouwitsers en de centralisatie van de 120mm mortieren levert de krijgsmacht veel vuurkracht in. De mogelijkheden om bij stabilisatieoperaties escalatiedominantie en het voortze!ingsvermogen te waarborgen nemen daardoor af.”
6
Daarnaast wordt in de beleidsbrief t.a.v. opleidingen gesteld dat: “Als onderdeel van de herinrichtingen in het personele domein zal ook het opleidingsveld van de defensieorganisatie de komende jaren vergaand veranderen.” C-LAS hee! de bezuinigingen voor het CLAS uitgewerkt in het masterplan ATLANTA en het project “Grondgebonden Vuursteun” is een deelproject van het masterplan. In het masterplan staat ook het projectmandaat voor de grondgebonden vuursteun. Een belangrijk onderdeel van dit mandaat zijn de randvoorwaarden t.a.v. personeel in zowel aantallen als ook rangen en standen (Numerus Fixus) die ter beschikking staan voor de nieuwe organisatie. Daarnaast is er besloten dat de resterende operationele grondgebonden vuursteuncapaciteit (m.u.v. de lichte mortieren) en de Opleidings-, Trainings- en Kennisproductiecapaciteit (OTK) wordt samengevoegd in het op te richten Vuursteuncommando (VustCo). Het VustCo komt tot stand door het (deels) opheffen en/of samenvoegen van 11 Mrcie, 11 AfdRA, 14 AfdVA, Gungp KMarns en OTCVust; het beschikt over een geïntegreerde staf waaruit een afdelingsstaf ontvlochten kan worden; het hee! in ieder geval 3 gelijkvormige vuursteunba%erijen; het hee! 18 stuksbedieningen verdeeld over 6 vuursteunpelotons; het beschikt over 18 operationele PzHs en 18 operationele mortieren 120 mm; het beschikt over 7 PzHs en 6 mortieren 120mm t.b.v. Opleiding; het leidt het personeel Double Ha%ed op; het Artillerieschietkamp blij! een integraal deel uitmaken van het VustCo en het VustCo wordt opgehangen onder het OOCL. C-VustCo, tevens vuursteunadviseur, treedt op als single service manager (SSM) voor de grondgebonden vuursteun voor Defensie. In de organisatie van het VustCo dienen initieel maximaal 20 formatieplaatsen te worden aangemerkt t.b.v. het CZSK om kennisverlies optreden KMarns tegen te gaan. Bij de ontwikkeling van de plannen om te komen tot de organisatie van het VustCo wordt natuurlijk rekening gehouden met de in de Defensie Blauwdruk OTK en de daarvan afgeleide studie OTK opgedragen adagia: terugdringen Niet Beschikbaar Op Functie (NBOF), Just in time, just enough, meer opleidingen bij de operationele eenheid, competentiegericht opleiden, kortere functieopleidingen, het nieuwe opleidingsmodel onderofficieren, enz. Maar ook het op operationeel en op het gebied van OTK kunnen bedienen van verschillende commandanten; het minimaliseren van de overhead; de borging van kennis op het gebied van Amfibisch en Luchtmobiel optreden; de balans tussen Opleiden, Trainen en Kennisproductie (OTK); de balans tussen Operationeel en OTK (uitgangspunt operationeel, tenzij); het behouden
van zoveel mogelijk gevechtskracht; de opleidbaarheid en inzetbaarheid voor de diversiteit aan opdrachten en de garantie van OTK bij inzet van subeenheden van het VustCo, waarbij het minimale niveau dat wordt ingezet in beginsel een vuursteunba%erij is.
Formele start. Op 18 april 2012 hee! C-LAS het beleidsvoornemen getekend en gelijktijdig het concept instellingsbesluit TRMC uitgegeven. Hiermee was de formele start van het reorganisatie traject een feit. In het beleidsvoornemen zijn de eerder genoemde punten nogmaals duidelijk verwoord in de opdracht en het doel van de reorganisatie en staat ook aangegeven wat wel en wat niet tot het project behoort. Zo worden b.v. de waarnemingsgroepen van de beide afdelingen niet in dit project behandeld. Ze zijn namelijk benodigd voor de vorming van Fire Support Teams (FST) en Joint Fire Cellen (JFC) en worden meegenomen in de reorganisatie van de manoeuvre eenheden. Over deze reorganisatie, die ook op dit moment loopt, zullen we u in een volgend nummer informeren.
Randvoorwaarden. De reorganisatie vindt plaats binnen de opgedragen Numerus Fixus, met in achtneming van de opgedragen reducties, uitgevoerd conform de geldende Uitvoering Reorganisaties Defensie (URD) en tot slot binnen het gestelde tijdschema. Dit is onder andere gebaseerd op de wens van C-LAS de reorganisatie met grote voortvarendheid aan te pakken. De organisatie dient te voldoen aan het projectmandaat uit het masterplan ATLANTA en van de ruim 800 VTE’n in de huidige situatie, mogen er voor het oprichten van het Vuursteuncommando maximaal 425 VTE’n worden gebruikt. Dit is exclusief:
•
De capaciteit uit de projecten GZHZ, Perslog, JIVC en de EMEL functionaliteit uit OTK. Deze capaciteit dient als Black box te worden beschouwd.
•
Instructiegroep PzH te Idar Oberstein (1 VTE XO en 8 VTE’n Instructiegroep).
•
9 VTE’n die tijdelijk tot 01-01-2016 in de organisatie van het VustCo worden aangehouden a.g.v. het later implementeren van de maatregel Langer op Functie (LOF). Ratio achter deze maatregel is dat wanneer personeel langer op functie zit, er ook minder opleidingen en dus minder instructeurs benodigd zullen zijn.
Consequenties. Zoals eerder aangegeven, levert de krijgsmacht met de vermindering van het aantal pantserhouwitsers (een reductie van 6 PzH) en de centralisatie van de 120mm mortieren veel vuurkracht in. De mogelijkheden om bij stabilisatieoperaties escalatiedominantie en het voortze%ingsvermogen te waarborgen nemen daardoor af. Met de gegeven formatieruimte van 425 VTE’n, in totaal slechts 18 stuksbedieningen (een reductie van 24 stuksbedieningen) die tevens op beide hoofd uitrustingstukken moeten worden opgeleid, het ontbreken van essentieel materieel en opgeleid personeel binnen de eigen organisatie en een gelijk blijvend aantal te ondersteunen manoeuvre bataljons, zal er in de jaarplannen (wie wanneer ondersteunen met welk wapensysteem)steeds weer een afgewogen keuze moeten worden gemaakt. Hierbij zal tevens door CDS een verdeling/prioriteiten tussen CLAS en CZSK moeten worden vastgesteld (via AGCDS te vertalen in de jaarplannen). Deze keuze is ook van belang om per vuursteunba%erij de juiste focus (PzH of 120mm mortier) aan te kunnen geven, zodat er gericht getraind en geoefend kan worden. Hoe we als VustCo kunnen en zullen omgaan met optreden anders dan gemechaniseerd of gemotoriseerd, is op het moment dat ik dit artikel schrijf nog onderwerp van discussie. Dat er echter met deze reducties wezenlijke verschillen zullen zijn t.o.v. de huidige mogelijkheden, hoef ik u denk ik niet uit te leggen.
Voorziene organisatiestructuur Het VustCo zal waarschijnlijk bestaan uit een commandogroep, een staf met stafsecties, een VustCo ondersteuning met daarin de sta=a%erij, het ASK en de brandweer, drie vuursteunba%erijen en een vuursteunschool.
7
VUSTCo STAF
SIE S1
SIE S2
SIE S3
COGP
SIE S4
VUSTCOOST
SIE S5
SIE S6
A-VUSTBT
B-VUSTBT
C-VUSTBT
STBT
STAFPEL
STAFPEL
STAFPEL
ASK
VUSTPEL 1
VUSTPEL 1
VUSTPEL 1
BRW PEL
VUSTPEL 2
VUSTPEL 2
VUSTPEL 2
VUSTSCHOOL
Hoofdtaken. Het VustCo wordt belast met de volgende hoofdtaken in SSM: •
Gereed stellen van vuursteunba%erijen en in voorkomend geval de complete afdeling veldartillerie en stelt de hiervoor benodigde stafcapaciteit ter beschikking;
•
Uitvoeren van opleidingen voor personeel werkzaam bij Defensie en internationale partners binnen de gehele vuursteunketen en opleidingen t.a.v. navigatie en meteo;
•
Uitvoeren van trainingsondersteuning t.b.v. van grondgebonden vuursteun eenheden/elementen en de gehele vuursteunketen binnen Defensie;
•
Uitvoeren van kennisproductie op het gebied van grondgebonden vuursteun, navigatie en meteo;
•
In bedrijf houden van het Artillerie Schietkamp (ASK) voor de gehele krijgsmacht en andere (semi) overheidsinstellingen en uitvoeren van Advies & Assistentie (A&A) en controle taken, i.s.m. SICT, bij de operationele eenheden van Defensie op het gebied van grondgebonden vuursteun;
•
Handhaven van de traditie Korps Veld en Korps Rijdende Artillerie, inbegrepen de daaraan gerelateerde opdrachten zoals saluutba%erijen voor het Koninklijk huis.
8
Positionering en relatie met andere eenheden. Het VustCo wordt opgehangen onder het OOCL en C-VustCo wordt een rechtstreekse ondercommandant van C-OOCL. Daarnaast zullen er natuurlijk operationele, O&T en OTK relaties met andere brigade grote eenheden blijven bestaan dan wel ontstaan.
Tijdschema. Zoals gezegd, zijn we op 18 april, met het uitkomen van het beleidsvoornemen, formeel met het reorganisatietraject gestart. Een reorganisatie die conform Aanwijzing SG A/965 en in lijn met de URD zal worden uitgevoerd en uiteindelijk zal leiden tot een Definitief Reorganisatie Plan (DRP). In de daarop volgende implementatiefase zal een personeelsvullingsplan (PVP) worden opgesteld. Hierbij vormt de functievergelijkingstabel uit het voorlopig reorganisatieplan (VRP) het uitgangspunt. Dit traject van Beleidsvoornemen tot DRP en vervolgens implementatie en evaluatie wordt uitgevoerd in goed en open overleg met alle betrokken eenheden, hun medezeggenschap commissies verenigd in het TRMC en de bonden. We doen er alles aan om binnen de gestelde randvoorwaarden en richtlijnen de gegeven opdracht te vervullen en het gestelde doel te bereiken. De tijdsdruk is hoog en zoals gezegd moet er nog wel wat werk worden verzet. We zijn niet gesloten wegens verbouwing, maar gewoon open voor vernieuwing en de reorganisatie komt dus bovenop de dagelijkse werkzaamheden. Toch liggen we op het moment van het schrijven van dit artikel nog op schema en dat komt doordat iedereen, ondanks de bezuinigingen waardoor we allemaal direct of indirect worden getroffen, toch voor meer dan 100% zijn of haar schouders onder de klus zet.
Waarschijnlijk zal eind dit jaar het VustCo het daglicht zien. Dit houdt echter niet in dat we dan klaar zijn, dan begint het pas. Het personeel zal zich de functie binnen de nieuwe organisatie eigen moeten maken en velen zullen aanvullende (om)scholing moeten volgen. Tevens moeten we zorgen dat het benodigde materieel voor O&T, maar zeker ook voor operationele inzet bij het VustCo aanwezig is. Veel vaste orders, werkinstructies, leidraden e.d. zullen herzien of zelfs opnieuw geschreven moeten worden. In 2012 ze%en we de nieuwe organisatie in de steigers, maar in 2013 zullen we de organisatie werkbaar moeten maken en houden en bekijken of alle zaken die we hebben bedacht in de praktijk ook daadwerkelijk kloppen. De evaluatie eind 2013 is dan ook van essentieel belang om mogelijke weeffouten boven water te krijgen en vervolgens te corrigeren.
Tekst: Kolonel Stephan Kooijman, C-OTCVust Foto: AVDD
We zijn tot begin juni druk bezig om het concept Voorlopig Realisatie Plan (cVRP) te schrijven. De planning voor het vervolgtraject ziet er dan als volgt uit: •
Juni 2012 behandeling van cVRP in het informeel overleg reorganisaties CLAS
•
Juni 2012 vaststellen VRP door C-LAS
•
Juli/ Augustus 2012 overlegtermijn
•
September 2012 vaststellen DRP door C-LAS
•
Oktober 2012 start implementatie
•
December 2012 einde implementatie
•
December 2013 start evaluatie
9
Munitie bewakingsgroep 2.0 Inleiding: Gedurende mijn periode als pelotonscommandant en plaatsvervangend ba%erijcommandant is gebleken dat de munitie bewakingsgroep (Munbewgp) qua middelen en personeel niet voldoende is uitgerust om zijn primaire werkzaamheden te verrichten: het bewaken en verzorgen van munitieopslag en munitietransport. Dit hee! er toe geleid dat het optreden van de Munbewgp de afgelopen jaren is verbasterd tot slechts het gereed ze%en van granaten, confectioneren van kardoezen en deze na een schietdag weer terug confectioneren. Allemaal belangrijke werkzaamheden, maar geenszins de primaire taak van een Munbewgp. Om de Munbewgp in staat te stellen wel hun volledige takenpakket op een professionele en juiste te kunnen uitvoeren hee! de Bravo-ba%erij het laatste jaar gewerkt met een Munbewgp bestaande uit het personeel en materieel van het C- en D-peloton, waar nodig aangevuld met materieel van een externe eenheid. Dit hee! geleid tot een aantal conclusies die aantonen dat de Munbewgp meer personeel en ander materieel nodig hee! om zijn werkzaamheden op een adequate wijze uit te kunnen voeren. De generale repetitie hiervoor hee! plaatsgevonden tijdens schietoefening Sob-soms 2012-1, waarbij de commandant Munbewgp, wmr Schoolen, uitgerust is met de juiste hoeveelheid mensen en materieel. Ik zal dit hieronder toelichten.
Probleemstelling: Tijdens verschillende operationele oefeningen blijkt dat de Munbewgp qua personeel en materieel niet voldoende is uitgerust om goed en professioneel uitvoering te geven aan alle Tactical Training Procedures (TTP’n) zoals beschreven in het Handboek optreden peloton Veldartillerie PzH2000NL (HB 641). Juist de primaire werkzaamheden van de Munbewgp: het bewaken en verzorgen van munitieopslag en munitietransport lijden zwaar onder de personele en materiële tekortkomingen. Een fenomeen dat de professionaliteit van onze organisatie absoluut ondermijnt.
benodigd om de completere nabij-beveiliging, tijdens zowel konvooibegeleiding als uitvoering van de Logistic Area, ook daadwerkelijk voor een langere periode te realiseren. Conclusies die overigens al eerder zijn getrokken als gevolg van uitzendervaringen van de Bbt naar Irak in 2004 -2005 (SFIR 5). In de conclusie zal ik terugkomen op de minimaal benodigde beze%ingsgraad qua personeel en materieel om de werkzaamheden uit te voeren. Tot slot wordt er in het HB641 van uit gegaan dat een operationeel ingezet Pzh2000NL peloton 2 wissellaadsystemen (wls’n) met chauffeur en bijrijder onder bevel gesteld krijgen. Om de TTP’s goed te kunnen beoefenen zijn deze voertuigen, met chauffeur maar zonder bijrijder, ook tijdens Sob-soms 2012-1 toegevoegd aan de munbewgp. 2
Uitvoering van de taken:
Beschouwing:
Verkenningen: De verkenningen van de verschillende gebieden en routes zijn tijdens de Sob-soms 2012-1 uitgevoerd met de Fennek. Ten opzichte van een MB hardtop of YAD/YAP is dit een aanzienlijke en noodzakelijke verbetering ten opzichte van bepantsering, terreinvaardigheid en nabij-beveiliging en vuurkracht. Hier zou eventueel ook de MB so!top voor gebruikt kunnen worden hetgeen slechts a=reuk doet aan de bepantsering en in mindere mate aan terreinvaardigheid.
1. Samenstelling van de Munbewgp: Voor de uitvoering van zijn taken hee! de Munbewgp de beschikking over 0/1/5 één MB hardtop 5kn, één YAP en één YAD. Deze personele en materiële beze%ing en middelen zijn onvoldoende om een logistiek konvooi en een Logistic Area te begeleiden en te bewaken. Om dit te bewijzen is de Munbewgp tijdens Sob-soms 2012-1 uitgerust met één MB so!top, één Fennek, één YAD en 0/1/10. Deze voertuigen zijn beweeglijker, terreinvaardiger en garanderen een completere nabij-beveiliging dan de organieke voertuigen. Het hogere personeelsaantal is
Konvooi beveiliging / Pick Up Point (PUP): Door deze nieuwe samenstelling van voertuigen en personeel op efficiënte wijze in te ze%en, zijn we tot de conclusie gekomen dat we tijdens de verplaatsingen een 360° beveiliging kunnen garanderen. Bij contact vanuit elke richting is het mogelijk om dit effectief te bestrijden, iets dat totaal onmogelijk is met het organieke voertuigpark. Tijdens een korte, dan wel langere stop (PUP) kan de 360°- beveiliging gegarandeerd blijven en ook 5/20 check op een juiste wijze worden uitgevoerd. Daarbij is ook de
10
(reactie)snelheid en flexibiliteit van een MB so!top dan wel Fennek vele malen groter dan van een YAP/YAD, een cruciale factor in een (vuur)gevecht. TTP Logistic area: Deze procedure wordt het meeste toegepast tijdens de verschillende oefeningen. Buiten KLV kan er ook KLIII, GWT steun ODB steun en zelfs KLI in voorkomen. Hierdoor wordt het gebied erg groot. Door dit met de nieuwe samenstelling uit te voeren kan het gebied naar behoren beveiligd worden. Naast de hierboven beschreven standaard werkzaamheden van de Munbewgp stelde het andere voertuigpark en de grotere personele beze%ing de Munbewgp in staat een alternatieve manier van optreden te beoefenen als onderdeel van de TTP Logistic Area. Deze wordt hieronder beschreven. Door de Munbewgp onder bevel van de ba%erij staf te plaatsen is het een logisch gevolg dat de omlooptijden van de 6 vuurmonden groter worden. Door het toepassen van een beveiligde “ammo dump” is het mogelijk om op een snelle manier de munitie bij de vuurmond(en) te krijgen. De Munbewgp verplaatst zich naar een, eventueel verkende, locatie. Zij nemen daar een rondom beveiliging in en in het midden van de beveiliging worden de benodigde fla%racks afgezet door de wls’n (haak blij! in de beugel van de fla%rack zi%en). De vuurmonden kunnen oprijden en worden op hun plek gegidst. De vuurmonden maken vanaf dat moment deel uit van de rondom beveiliging. Elke vuurmond kan zijn eigen munitie klaarmaken en beladen. Ondertussen zijn een aantal personen van de Munbewgp bezig met het opruimen van de emballage en het vastze%en van de overgebleven munitie, zodat de fla%racks z.s.m. opgepakt kunnen worden en de Munbewgp weer kan vertrekken. Tijdens de oefening is dit tweemaal uitgevoerd en het bleek een zeer effectieve manier te zijn van het uitgeven van munitie. Het voornaamste voordeel is de beduidend kortere omlooptijden van de vuurmonden tijdens een herbevoorrading, waardoor er sneller meer vuursteun gegenereerd kan worden.
Conclusie: Tijdens Sob-soms 2012-1 is duidelijk gebleken dat de huidige samenstelling van personeel en materieel van de Munbewgp verre van voldoende is om zijn primaire werkzaamheden te kunnen verrichten. Met het huidige voertuigpark kan er geen 360° beveiliging plaatsvinden tijdens een konvooibegeleiding dan wel de uitvoering van een Logistic Area. De Munbewgp is gewoonweg onvoldoende beschermd door het ontbreken van terreinvaardige en wendbare voertuigen uitgerust met effectieve wapensystemen. Dit is op te lossen door de Munbewgp uit te rusten met minimaal één Fennek, één MB so!top en één YAD, met boordwapen MAG / qcb.50. Een andere mogelijkheid is twee MB so!top en één YAD, allen met boordwapen MAG, maar in deze variant wordt er streng ingeboet op de bepantsering. Tevens is de huidige personele beze%ing allerminst afdoende om een adequate nabij-beveiliging / voertuigbeze%ing te kunnen realiseren. Uit Sob-soms 2012-1 is gebleken dat de minimale personele beze%ing van de Munbewgp 0/1/7 moet zijn om al haar taken voor een langere periode te kunnen uitvoeren. Gezien de cruciale rol die de Munbewgp speelt in het optreden van een peloton Veldartillerie Pzh2000NL acht ik noodzakelijk en onontkoombaar dat zij uitgerust wordt met de juiste middelen en juiste aantallen personeel. Elk andere beslissing zou per definitie a=reuk doen aan de operationele inzetbaarheid van ground based fire support in het algemeen en van een peloton Veldartillerie Pzh2000NL in het bijzonder.
Elnt Landstra. Owi de Jong. Wmr Schoolen. Bravo “Longhorn” Ba%erij 14 AfdVA.
11
Fantastische familiedag OTCVust Woensdag 27 juni is het dan zover. De jaarlijkse familiedag van het OTCVust staat op het programma. Het beloofd dit jaar een spectaculaire familiedag te worden met diverse activiteiten voor jong en “oud” . Een groot gedeelte van het personeelsbestand hee! zich met familie ingeschreven om deel te nemen.
Zoals altijd zijn de organisatoren druk met de planning van deze dag maar ook druk op de dag van uitvoering. Dit jaar was de beurt aan de bedrijfsbrandweer Artillerie Schietkamp (BBW ASK) om een programma te maken voor de familie. Met een klein budget, in deze moeilijke tijden, moest in opdracht van C-OTCVust een aantrekkelijke familiedag georganiseerd worden. Dat het een nieuw concept moest worden was al snel duidelijk bij de BBW ASK. Dus namen Dick van Hoorn en Kees Leusink deze last op de schouders en zijn aan de slag gegaan. Binnen enkele dagen was het programma rond. Een programma met Enduro team luchtmobiele brigade, Rally team Koninklijke Landmacht in samenwerking met het Deltion College Zwolle, Dakar Team van Gerrit van Werven, Hoogwerker van de brandweer Elburg ,Quad rijden, paardrijden en diverse andere speel a%ributen zoals springkussen, zwembad etc. etc.
12
Vanaf het begin tot aan het einde van de middag kon men genieten van de diverse activiteiten. Zelf op een paard of pony rijden of rond rijden op een quad. Ook kon iedereen van groot tot klein zelf ervaren om mee te rijden met een echte Dakar auto en zelfs in een rally auto. Ook bestond de mogelijkheid om mee te rijden op een KTM motor van het Enduro team luchtmobiele brigade. Het weer speelde eveneens een belangrijke rol deze dag en die was zonnig. Het zwembad werd goed bezocht. Niemand kwam om van de dorst dit was in voldoende mate aanwezig en omdat het zo warm was kon men naar wens een ijsje eten. Aansluitend aan deze prachtige middag stonden de BBQ’s gereed bij de officierscantine. Zoals altijd uistekend verzorgd door het personeel van Paresto o.l.v. Johan Kurk. Voor sommigen is het nog laat geworden die avond. Door de grote opkomst en prachtig weer kunnen de deelnemers terugkijken op een fantastische zeldzame dag. De combinatie van de diverse demo’s en de mogelijkheid om zelf deel te nemen maakt deze dag uniek. Dank gaat dan ook uit naar de organisatoren en de vele uitvoerders van deze geweldige dag.
13
Koninklijke onderscheiding voor Lkol b.d. F.T. (Frits) Dürst Bri! Op vrijdag 27 april jl. hee! Lkol b.d. F.T. (Frits) Dürst Bri% ter gelegenheid van Koninginnedag een Koninklijke Onderscheiding ontvangen. Hij is benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Mevrouw W.R.J.M. (Inez) PijnenburgAdriaenssen, burgemeester van de gemeente Heerde, reikte het lintje persoonlijk uit. Het betrof een speciale uitreiking in de Officierscantine op de Legerplaats bij Oldebroek (LbO), het hart van de Artillerie. Lkol b.d. Dürst Bri% ontving zijn onderscheiding in aanwezigheid van familie, vrienden en Defensiepersoneel. Namens Defensie hield de Wapenoudste Artillerie, Lgen A.J.H. (Ton) van Loon, een toespraak waarin hij de gedrevenheid en de inzet speciaal voor de Artillerie roemde. Lkol b.d. Dürst Bri% zet zich met hart en ziel in voor het Nederlands Artilleriemuseum (NAM) en het Reünie Orkest Artillerie Trompe%erkorps (ROA). Daarnaast is hij intensief betrokken bij activiteiten voor veteranen, bijvoorbeeld via de Vereniging Oud-Militairen Indië- en Nieuw Guineagangers (VOMI) afdeling Veluwe en de Artillerie Veteranen Associatie (AVA). Ook is hij actief binnen de Vereniging Officieren Artillerie (VOA), de Wapentraditieraad Artillerie (WTRA) en de Korpstraditieraad Veldartillerie KTRVA. Sinds kort maakt Lkol b.d. Dürst Bri% deel uit van het Nationaal Comité 4 en 5 mei van de gemeente Heerde. Deze bijzondere verdiensten zijn door Hare Majesteit de Koningin niet onopgemerkt gebleven en daarom beloond met deze eervolle onderscheiding.
Foto: Lkol b.d. Dürst Bri! en burgemeester Pijnenburg-Adriaenssen
Tekst: mevrouw A.M.J. (Anke) Dijkhuizen, OTCVust, ‘t Harde Foto: gemeente Heerde
14
Deel wegbezuinigd Defensiematerieel niet in de verkoop 25 mei 2012 | 17:04 Een deel van het stilgeze e Defensiematerieel wordt niet verkocht, maar gebruikt voor reserveonderdelen. Dat schrij" minister Hans Hillen in een brief aan de Tweede Kamer. Het gaat om 40 Fennek-verkenningsvoertuigen, 3 pantserhouwitsers en 4 F-16’s. Het overige overcomplete materieel staat nog steeds in de verkoop: 3 pantserhouwitsers, 15 F-16-gevechtsvliegtuigen, 4 mijnenbestrijdingsvaartuigen, alle Leopard 2A6-gevechtstanks, de Cougar-transporthelikopters, het DC-10-transportvliegtuig en het bevoorradingsschip Hr. Ms. Amsterdam. De bewindsman besliste hiertoe in reactie op het wetgevingsoverleg materieel van 7 november 2011 waarin hem werd gevraagd te onderzoeken of de verkoop van de wapensystemen doelmatiger is dan het aanhouden van materieel voor reservedelen.
BEVORDERINGEN Opperwachtmeester: J.Delen R. Jeurissen R.M. Dale W.H.M. Smit
Wachtmeester 1 A.M. van den Berg G.W. Draaier (lua) M. Smiet K.H.H. Devens T.W.H. Evers J.G. Buskens D. Wassenaar P.M.J. Scheffers
ACTIEVE DIENST VERLATEN: Adjudant W.H. Doorn
Voorraden aanvullen Voor het hergebruiken van de onderdelen van de Fenneks en de pantserhouwitsers is gekozen, omdat bleek dat de totale marktwaarde van de onderdelen aanzienlijk hoger is dan de verkoopopbrengsten. Door hergebruik kunnen de voorraden direct worden aangevuld. Hergebruik leidt tot een grotere beschikbaarheid, waarmee de inzetbaarheid verbetert. Door de motoren en vleugels van in totaal 4 jachtvliegtuigen te hergebruiken voor de 68 operationele F-16’s blijven 15 toestellen beschikbaar voor verkoop. Dankzij de ontmanteling van 4 toestellen komen onderdelen beschikbaar die niet meer op de markt zijn.
Wachtmeester 1 B.M.G. Ru%en L.L. Kamminga R. Okhuijsen M.A. van Asperen W.A.P.M. Leise
Wachtmeester J. Constable (lua) J.G.M. van Zomeren (lua)
15
In Memoriam adjudant b.d. Henk Schipper
Hindrik Schipper werd op 10 juni 1919 geboren in het Groningse Zeerijp. Opgroeiend in een gezin van veertien kinderen volgde hij daar de lagere school, waarna de handen uit de mouwen moesten worden gestoken. Dat deed Henk, zoals zijn roepnaam was, door te gaan werken in de tuinbouw. Zijn eerste contact met de militaire dienst dateert uit 1939 toen hij tijdens de mobilisatie voor zijn nummer werd opgeroepen. Hij werd ingedeeld bij 129 Regiment Infanterie en verbleef waarschijnlijk in zijn standplaats Ede toen de Duitser binnenvielen. Nadat hij korte tijd krijgsgevangen was geweest ze%e hij zich in de oorlogsjaren in bij de Binnenlandse Strijdkrachten. Na de bevrijding meldde hij zich als oorlogsvrijwilliger voor Nederlands Indië en vertrok hij in juni 1945 voor een opleiding van ongeveer 7 maanden naar Engeland. De uitzending liet echter nog even op zich wachten, want Henk werd instructeur bij de opleiding voor dienstplichtigen die zouden worden ingezet in Indië. Nadat hij in augustus 1946 getrouwd was met Tine Bos vertrok hij, samen met de door hem opgeleide rekruten, alsnog naar de Nederlandse kolonie. Op 14 oktober van dat jaar passeerde hij de keerkring op de heenreis. Ingedeeld bij 1-6 RVA van 7 Dec Divisie verbleef hij ruim drie jaar in Indië. Op 24 november 1949 passeerde hij op de terugreis naar Nederland wederom de keerkring waarna hij op 7 december 1949 afmeerde in Nederland. Daar kon hij zijn vrouw en zijn 2 ½ jaar oude dochter, die hij alleen van foto’s kende, in de armen sluiten. Aangezien Nederland op de arbeidsmarkt weinig voor de jonge Henk te bieden had besloot hij zijn militaire carrière voort te ze%en. Na te zijn ingedeeld bij Regiment Veldartillerie Prins Maurits diende hij achtereenvolgens bij 171 Afdeling Veldartillerie, 172 Ba%erij Veldartillerie, 134 Afdeling Veldartillerie en 44 Afdeling Veldartillerie. Na een periode van 2 jaar bij 41 Afdeling Veldartillerie in Duitsland werd hij geplaatst bij de Weermeetdienst van 101 AMA waar hij in 1974 zijn militaire loopbaan beëindigde als afdelingsadjudant. Henk Schipper was een militair die als mo%o had ‘de dienst gaat voor het meisje’. Zijn echtgenote kon zich daar soms maar moeilijk in vinden, maar zij was, zoals zij zich zelf omschrij!, een voorbeeldige echtgenote voor een militair en dus aanvaardde zij ook de gevolgen die het leven met een op en top militair als Henk Schipper met zich meebracht. Adjudant Schipper was er trots op dat hij goed overweg kon met zowel zijn meerderen als zijn ondergeschikten. Dienstplichtigen die hem in 1950 als instructeur hebben gekend beschrijven hem in de brieven, die zijn echtgenote na zijn overlijden hee! gekregen, waarderend als streng maar rechtvaardig. Voor hen was hij niet alleen opleider, maar ook mentor en zij beschouwden hem als een vader. Naast de onderscheidingen voor eerlijke en trouwe dienst, werden hem de eretekenen voor Orde en Vrede met de gespen 1946, 1947, 1948 en 1949 uitgereikt. Voor zijn grote plichtsbetrachting mocht hij in 1972 de ere medaille verbonden aan de Orde van Oranje Nassau in zilver met de zwaarden in ontvangst nemen. Nadat hij in 1974 de dienst vaarwel had gezegd ging zijn aandacht uit naar zijn hobby’s. Hij vulde zijn dagen met werken in een frui%eeltbedrijf en het onderhouden van zijn volkstuin. Ook sport op televisie had zijn aandacht. Trots was hij op zijn kleinkinderen en achterkleinkinderen en natuurlijk op zijn vrouw die hem al die jaren trouw terzijde had gestaan. Als veteraan was hij, samen met Tine, een trouw bezoeker van reünies, vooral wanneer het ging om ontmoetingen met zijn maten uit Indië. Die beschouwde hij als zijn broers en de band was hecht. Daar kon hij ook zijn herinneringen delen over die periode in zijn leven. Verhalen over zijn verblijf in de tropen kwamen in de familiekring pas over zijn lippen toen hij op latere lee!ijd enigszins verward raakte. Vooral de beelden op televisie over slachtoffers in Afghanistan riepen herinneringen in hem wakker over het moment waarbij hij kameraden tijdens een patrouille in Indië hetzelfde lot zag ondergaan. Als lid van de VOOA was hij tot op hoge lee!ijd een trouw bezoeker van de vergaderingen en de jaardagen van de artillerie. Steevast wist hij de lachers op zijn hand te krijgen met een anekdote uit zijn diens%ijd. Menig aankomend onderofficier kon op een luisterend oor en goede raad rekenen. Op 17 maart hee! een delegatie van het bestuur tijdens de begrafenis in ’t Harde afscheid genomen van deze gewaardeerde collega. Extra zwaar werden echtgenote Tine en haar familie getroffen doordat zij enkele dagen na het overlijden van Henk ook nog hun dochter moesten verliezen. Namens de Vereniging Onderofficieren Artillerie wensen wij zijn echtgenote en de familie veel sterkte met het verlies van hun dierbaren. Wij zullen Henk Schipper in onze herinnering houden als een aimabel mens en als een goed collega.
16
Uit de oude doos
Afscheid 25-ponder In de middag van 18 oktober 1985 werd in het Artillerieschietkamp in Oldebroek, symbolisch afscheid genomen van de 25-ponder; een vuurmond waarmee velen de eerste schreden hebben gezet op het artilleriepad.Een uitgebreid gezelschap, waaronder veel militaire autoriteiten, was door de Legerkorpsartilleriecommandant uitgenodigd hierbij aanwezig te zijn, en werd ontvangen in de officierskantine.De VOOA werd er vertegenwoordigd door haar bestuur en zijn dames. Na de ontvangst, een kopje koffie en enige mededelingen, verplaatste het gezelschap zich naar paal 21, waar het laatste schot van de 25-ponder zou worden afgevuurd.Majoor Schumacher gaf er een kort overzicht van de geschiedenis der 25-ponder binnen de Nederlandse artillerie, en introduceerde aansluitend de verschillende bedieningen. Zo zagen de toeschouwers achtereenvolgens bedieningen met personeel van: 1. De zogenaamde ‘Calmeijer-eenheden’, 2. De ‘prinses Irene-brigade’, 3. De huidige, parate 11 Afdeling Rijdende Artillerie, 4. De ‘Saluutba%erij’ van 11 Afdeling Rijdene Artillerie in ceremonieel teneu. Ieder op zijn beurt kwam model in stelling.De bedieningen van de eerstgenoemde twee stukken bestonden uit oudgedienden, die indertijd daadwerkelijk waren geplaatst bij die eenheden. Zij waren gekleed in het tenue van die tijd voor zover dat mogelijk was, want na al die jaren gaven de -inmiddels wat ruimere- buikmaten enige problemen.Dat de ruime aandacht die vroeger werd besteed aan de ‘gun-drill’ niet voor niets was geweest, bleek uit de stellingname die snel, en volgens het boekje, werd uitgevoerd. Ons erelid en oudvoorzi%er, aooi b.d. Th. Van der Aart, maakte ook deel uit van de ‘Calmeijer-eenheid’, en was weer helemaal in zijn element …... Nadat het laatste schot was gevallen, werden de gegraveerde hulzen overhandigd aan verschillende commandanten.Eén huls was bestemd voor de voorzi%er van de Stichting Artillerieverzameling, Luitenant-Kolonel Van der Meer, die deze huls een plaatsje zal geven in het Olderbroeker Artilleriemuseum. Tot besluit van de ceremonie bracht het Trompe%erkorps der Artillerie in de stelling het Artillerielied ten gehore.Door de charmante marketentsters werd Barbara bi%er uitgeschonken om opkomende, nostalgische gevoelens weg te spoelen. Terug in de officierskantine bleef het gezelschap nog geruime tijd bijeen onder het genot van een drankje.Vanzelfsprekend kwamen toen de verhalen los uit de tijd waarin de 25-ponder zo’n belangrijke rol vervulde in de levens van met name de oudgedienden.Al weer een periode voorbij, waaraan op gepaste wijze welverdiende aandacht is geschonken. De munitievoorraad die er nog is, zal uitsluitend worden gebruikt door de saluutba%erij van 11 Afdeling Rijdende Artillerie.
F. van der Knaap
17
Een stuk uit de eerste 24 uur van de slag om Elsenborn een verslag van de veldartillerie van de 99th US Infantry Division - “CHECKERBOARD”(Uit : Checkerboard - 1st issue 1998 - by Col. Charles P. Biggio Jr. USA Ret.) (Waar gebeurd verhaal vanuit het standpunt van een ba%ery executive officier van het 372nd Field Artillery Ba%alion/C Ba%ery - 155 mm) Situatie rond Elsenborn op 15/12/44 : Een redelijk groot aantal artilleriestukken stond verzameld in de sector van Elsenborn om de Amerikaanse aanval (99th en 2nd U.S. Infantry Divisions) te steunen. Op 13-12-1944 was een aanval ingezet in de richting van Wahlerscheid. De 2nd U.S. Infantry Division werd hierbij gesteund door het 395th Regimental Combat Team. Dit was in het meest noordelijke deel ,van waar het Ardennenoffensief enkele dagen later zou plaatsgrijpen. In totaal waren er 45 ba%erijen veldartillerie (176 stukken) en een bataljon van 4.5 inch rake%en verzameld. De meeste van deze in totaal 45 ba%erijen waren korte tijd geleden ver naar voren in positie gebracht om van daaruit de aanval van de 2nd en 99th Infantry Divisions te steunen. Daarom ,zou later blijken ,dat deze ba%erijen in de beginfase van het Ardennenoffensief gevaar liepen om te worden overrompeld. Inleiding tot het Ardennenoffensief : 16 December 1944 was een zaterdag. In Krinkelt Rocherath was het weer zacht, bewolkt en mistig. Tegen het einde van deze dag zouden de komende gebeurtenissen voor altijd in het geheugen gegri! staan van de mannen die daar waren. Op die dag was ik een First Lieutenant, juist 23 jaar oud geworden. Mijn taak was die van Ba%ery Executive Officer, van de C Ba%ery van het 372 Field Artillery Ba%alion. Dit bataljon was uitgerust met 155 mm Houwitzers. Het was een organiek medium Artillery Ba%alion van de 99th U.S. Infantry Division. Ik had het bevel over het vuurelement van de ba%erij, bestaande uit de c post crew, de vier Howitzer sections, de vijfde section (munitiedragers en machinegeweerschu%ers) en een toegevoegde medic . Ik was bij de 99th U.S. Infantry Division gekomen als een nieuwe second Lieutenant, recht van de Officer Candidate School (OCS). Ik kwam kort na oprichting ervan bij deze divisie terecht. Korte tijd later werd ik Ba%ery Executive Officer van de C Ba%ery. Ik hield echt van mijn job. Het was een opdracht waarvan ik zeker wist dat ik er bekwaam toe was om ze te vervullen tijdens een gevecht. Ik had een goede basis gehad als Kannonier, van 1939 tot 1942, toen ik uiteindelijk senior gun Sergeant werd. Sinds de herfst van 1942 had ik
18
Artillery Officers Course gevolgd en nu was ik sinds twee jaar ba%ery exec. Sinds het 372nd Ba%alion in februari 1944 werd uitgerust met de nieuwe 155 mm Houwitzers (M-1) heb ik geprobeerd om betere manieren te vinden om het stuk te bedienen dan er beschreven stond in het handboek. Met dat doel voor ogen was ik een pionier in de ontwikkeling van een systeem waarbij slechts één man de Houwitzer diende te laden. Dit resulteerde in een snellere vuurkadans en spaarde mankracht uit. Voor mij was dit de beste job die ik als officier kon hebben binnen de ba%erij. De rol van een ba%ery exec was belangrijker geworden na de hervormingen binnen de veldartillerie . Binnen die hervormingen werd de nadruk gelegd op de nood om het vuur van de veldartillerie nauwkeurig en snel te kunnen concentreren op één punt. Met dit doel voor ogen werden Fire Direction Centers (FDC) opgericht op het niveau van het Ba%alion, Group, Division en Corps. Een nieuw fire control channel werd gebruikt waarbij vuurcommando’s werden doorgezonden langs een hot-line, direct van het Ba%alion FDC naar elke Ba%ery Executive Officer bij de Houwitzer posities. De commandopost van de ba%erijcommandant en de tussenliggende radiocentrales werden zo vermeden. Het volledige communicatiesysteem van de artillerie werd op die manier gestroomlijnd in het belang van een betere vuurcontrole. Hierdoor werd de rol van de ba%erijcommandant tijdens het gevecht minder belangrijk evenals door het feit dat er telkens een lieutenant werd gebruikt als forward observer bij elke infanteriecompagnie. Oudere, conservatieve officieren hadden hier hun bezwaren tegen. Toch werd er in de veldartillerieschool van Fort Sill aangetoond dat deze veranderingen snelle vuurconcentraties vergemakkelijkten. In het algemeen versnelde dit ook de reactietijd van de artillerie. Door gebruik te maken van deze nieuwe technieken kon een Division Artillery Fire Direction Center snel het vuur concentreren van al zijn organieke en toegevoegde Ba%alions. Bij Elsenborn concentreerden de divisies vaak zes of meer Artillery Ba%alions of anders gezegd 72 wapens die op één doel werden gericht met vernietigend effect! Een verdere verfijning van deze technieken leidde tot de ontwikkeling van de Time On Target procedure (TOT) waarbij alle projectielen op het zelfde moment dienden neer te komen op het doel alvorens de vijand dekking kon zoeken. Mijn ba%erijcommandant gaf me daarbovenop nog meer opdrachten. Ik moest hem vergezellen op alle verkenningen en moest mijn eigen veldposities uitkiezen. Het kwam erop neer dat hij mij de vrije hand gaf in het laten opereren van mijn deel van de ba%erij. De meeste
van de mannen onder mijn bevel waren kanonniers. Ze kwamen vooral van Pennsylvania, Ohio, Indiana en West Virginia. Het was een excellente groep. We hadden samen getraind sinds december 1942 en de meeste van die oorspronkelijke groep waren nu in december 1944 nog bij mij. De kanonniers waren de werkpaarden van het artilleriebataljon. Hun opdracht was om snel in en uit positie te gaan; het kanon nauwkeurig en snel af te vuren, gedurende dag en nacht, weken aan een stuk; de stukken manueel te richten wanneer grote richtingsveranderingen werden bevolen; zich tegen vijandelijk artillerievuur te beschermen door sterke bunkers of shelters te bouwen; zich te beschermen tegen de hevige koude; de Houwitzers in schietklare conditie te houden en de munitie vrij van vuil te houden. Ik geloofde dat mijn bemanningen de beste van het hele leger waren, maar veel Ba%ery Executive Officers voelden dit zo. De munitiedragers waren ook belangrijk. Hun rol bestond erin de ba%erij te voorzien van munitie. Dit hield in dat ze heen en weer naar munitiedepots moesten gaan, die zich vaak een heel eind van de ba%erijen af bevonden. Dit was zeer zwaar werk. De training die mijn mannen hadden gekregen in Amerika had ze goed voorbereid op die activiteiten. Toch zouden we snel ondervinden dat er in het gevecht bepaalde dingen niet voorzien waren en waarop we niet getraind waren. In Rocherath bestond de opdracht van ons Ba%alion erin algemene vuursteun te leveren langs het volledige front van de 99th Infantry Division van Monschau tot Losheim, een afstand van ongeveer 34 kilometer! We hadden nooit geoefend om zo extreem brede sectoren te dekken. We ondervonden dat we bij elke vuurmissie die zware affuitbenen van de Houwitzers moesten verplaatsen. Een andere nieuwe ervaring was het frequente gebruik van de maximumlading (Charge VII). Het gebruik hiervan veroorzaakte zo een hevige terugslag dat de gegraven pu%en voor de remschoppen werden vernield. De bemanningen bedachten alle soorten plannetjes om dit probleem te verhelpen. Een van onze chauffeurs, kwam op een idee. Hij parkeerde de M-5 tractor ongeveer 30 meter voor de Houwitzer met de neus naar het wapen toe gericht. Hij bevestigde de winch-kabel aan de voorkant van de Houwitzer zodat deze op zijn plaats bleef bij het afvuren van een Charge VII.
Een ander element waar we niet op voorbereid waren, was het koude weer. De mannen waren het niet gewend om gedurende langere periodes aan hevige koude te zijn blootgesteld zoals nu het geval was bij Elsenborn. Ze hadden immers vroeger steeds getraind in legerkampen in het diepe zuiden. Het weerprobleem werd nog verergerd door gebrek aan gepaste winterkleding en in het bijzonder door het gebrek aan winterlaarzen voor in de sneeuw en bij vriestemperaturen. De Houwitzerposities bevinden zich gewoonlijk in het open veld, waar geen verwarmde huizen te vinden waren. Andere leden van het 372nd (met uitzondering van de Forward Observers) waren iets beter af omdat zij opereerden in een dorp in de buurt van de Houwitzerposities. Daar vonden ze wel warmte. Dit gaf tot resultaat dat er veel verwondingen door bevriezing voorkwamen bij de bemanningsleden van de Houwitzers en bijna geen bij de andere onderdelen van het 372nd Ba%alion. (Opmerking : Onze B Ba%ery verloor eind november 1944 op één week tijd acht kanonniers ten gevolge van de koude volgens het Morning Report van de eenheid) Er was nog één andere verrassing voor ons tijdens het gevecht, namelijk het nachtelijk vuren. In statische situaties kreeg elke ba%erij een te volgen programma van Harassing and Interdiction fires die gericht waren op duidelijke doelen zoals dorpen en kruispunten. Dit vereiste dat de bemanningen zich verdeelden in dag- en nachtploegen, wat we tijdens de trainingen nooit hadden voorgehad. Alhoewel dit ernstige problemen waren, was ik trots op de manier waarop mijn mannen zich eraan aanpasten. Ik was zeer tevreden over de discipline en de humor die ze ten toon spreidden in het zicht van zoveel tegenspoed. Terwijl we met deze problemen worstelden, waren we toch gespaard gebleven van Duits artillerievuur. Alhoewel we wel enige verliezen hadden geleden, waren die niet door de Duitsers teweeggebracht. Het ging meestal om kwetsuren veroorzaakt door de koude. Begin van het gevecht op 16/12/44 om 05.30 uur : Terwijl de zonsopgang naderde op die 16de december, lag mijn exec post bemanning vast te slapen in onze bunker ongeveer anderhalve kilometer ten oosten van Rocherath, België. We bevonden ons ongeveer drie à vier kilometer van de frontlijn. Plots werden we bruusk gewekt door de explosie van een obus (granaat /projectiel )op enkele meters van ons. We sprongen op van onze opgerolde dekens toen een andere explosie vlakbij volgde. En daarna weer één. Al gauw werden de ontploffende obussen een stroom die onze posities overspoelden. Om te zeggen dat we verrast waren, was op zijn minst een understatement. Sinds we
19
vijf weken geleden hier aankwamen en aan het gevecht begonnen deelnemen, was er nog geen enkele Duitse obus op onze stellingen gevallen. Zelfs meer, onze eenheid had van de mensen van de inlichtingendienst nog geen vermoeden uitgesproken gekregen dat de Duitsers in groten getale hun machten aan het samentrekken waren voor ons front en dat we mogelijks zouden kunnen worden beschoten door vijandelijke artillerie. Een van mijn mannen suggereerde dat de Duitsers wraak namen voor onze aanval op Wahlerscheid. Weer een andere dacht dat de Duitsers ons hadden uitgekozen omdat we de grootste en zwaarste wapens van de hele divisie hadden. Natuurlijk waren dit maar gissingen. We hadden eigenlijk geen idee waarom wij het voorwerp uitmaakten van zo een verschrikkelijk bombardement. Toen de eerste granaat vlakbij ontplo!e, keek ik op mijn uurwerk, omdat we getraind waren het juiste uur te door te geven van elke binnenkomend geschut. Mijn polshorloge duidde precies 05.30 uur aan. Het leek wel een eeuwigheid te duren; zolang bleven de exploderende obussen neervallen op onze stellingen. Gelukkig waren de bunkers van de C Ba%ery goed uitgegraven en afgedekt met boomstronken. Alhoewel we slechts zeven dagen de tijd hadden gekregen om onze nieuwe positie bij Rocherath in te richten, hadden we die opdracht enthousiast aanvaard. Ik had een competitie aangemoedigd tussen de verschillende secties teneinde om ter snelste de verschansingen klaar te hebben. Mijn exec post was gegraven in een berm naast een holle weg die naar onze positie leidde. Achteraf bekeken was deze exec post bij Rocherath waarschijnlijk de beste die de C Ba%ery tijdens de oorlog ooit gemaakt had. Ik was er redelijk zeker van dat onze bunker ons overal zou tegen beschermen, behalve tegen de directe inslag van een zwaar kaliber. Drie van mijn sectiechefs hadden elk twee zespersoonsbunkers gebouwd en één sectie had een gat voor twaalf man gemaakt. Deze zouden dienen als leefruimte en zouden bescherming bieden tegen artillerievuur. De gaten waren bovenaan afgedekt met afgezaagde boomstammen. Zo zagen de Houwitzerstellingen van de C Ba%ery eruit toen de Duitse artillerie ons begon te beschieten die morgen van 16 december 1944. Het bleek achteraf dat dit de zwaarste beschieting was die we tijdens de oorlog te verduren hadden gekregen. Pas later vernamen we dat deze artilleriebeschieting de eerste fase was van Hitlers Ardennenoffensief van 1944. Sepp Dietrich, commandant van het 6de Pantserleger, had besloten om de infanterieaanval te laten voorafgaan
20
door een traditionele voorbereiding door de artillerie. Dit bombardement door wel 1.000 kanonnen was erop gericht zware schade toe te brengen aan de Amerikaanse verdedigers, vooral aan de Amerikaanse artillerieposities. Gedurende het eerste half uur van deze vernietigende aanval, bleven mijn telefoonlijnen tot mijn verrassing intact. Zo kon ik telefonisch contact blijven onderhouden met mijn kanonsecties en met het FDC van het bataljon. Geregeld controleerde ik de situatie van mijn kanonbemanningen. Terwijl het Duitse artillerievuur nog aan de gang was, kreeg ik via mijn FDC lijn een fire mission . Ik fronste mijn wenkbrauwen en vroeg naar de S-3, Major Delwin H. French van Galesburg. Ik deelde hem mee dat er nog steeds over mijn ganse positie obussen neervielen en dat mijn mannen een levensgroot gevaar liepen als ze hun schuilplaatsen zouden verlaten om de fire mission uit te voeren. De Major begreep dit maar legde uit dat een vijandelijk kanon gelocaliseerd was en dat hij echt graag zou hebben, indien dit mogelijk was, dat de opdracht zou kunnen worden uitgevoerd. Het zou volstaan dat één Houwitzer tien granaten kon afvuren. Na een korte discussie op mijn exec post, besloot ik een sprint te wagen naar de dichtstbijzijnde Houwitzer en te proberen de fire mission uit te voeren. één van de tractorchauffeurs, herinnert zich dat ik in de schuilplaats van zijn sectie binnenstormde en dat ik vertelde dat we een fire mission hadden gekregen. Ik was van plan om die uit te voeren. Hoe dan ook, ik had verschillende mensen nodig om die uit te voeren en vroeg daar dan ook vrijwilligers voor. Hierop stak iedereen die aanwezig was in de bunker zijn hand op. We snelden uit de bunker, voerden de fire mission uit en doken snel weer onze schuilplaats binnen. We hadden gewoon geluk dat niemand werd gewond. Twee andere bemanningen hadden iets later minder geluk. Twee mannen werden er gewond onder gelijkaardige omstandigheden. Op dat moment was ik zeer gelukkig over enkele goede onderofficieren te kunnen beschikken in de kanonsecties. Mijn oudste gun sergeant was een zeer betrouwbaar militair. De drie andere sectiechefs waren in het leger voor zolang de oorlog zou duren. Deze mannen hadden de graad van sergeant bereikt omwille van hun gedemonstreerd leiderschap in de kazerne. Nu hadden ze de kans om hun leiderskwaliteiten in het gevecht te laten blijken. Ze doorstonden de test excellent evenals zovele andere onderofficieren in de gevechtsba%erij. Op de 17de december zou Sergeant Obreza in de Elsenbornsector de enige sectiechef van een 155 mm Houwitzer zijn die de kans kreeg om met direct vuur een Duitse tank te beschieten.
Tijdens het bombardement hadden we geen idee dat dit gevolgd zou worden door een grootscheepse infanterieaanval op de frontlijn van onze divisie. Om klokslag 06.00 uur op 16/12/44 viel de Duitse infanterie aan en bestormde de 99th Infantry Division. De 99th Infantry Division had de pech om juist schrijlings op het zwaartepunt van de opmars te liggen van de Duitsers. Langs de andere kant werkten een paar dingen in ons voordeel. We hadden bijvoorbeeld geluk dat de ervaren 2nd Infantry Division juist enkele dagen voor het begin van het offensief in onze sector was aangekomen. De aanwezigheid van die 2nd Infantry Division zou de loop van de veldslag beïnvloeden. Terug bij de C Ba%ery. De CP van de ba%erijcommandant bevond zich in een huis in het nabije Krinkelt, ongeveer op een anderhalve kilometer van mijn stellingen. In de CP bevonden zich onze ba%erijcommandant, Captain Walter Feagen Hood , de twee andere lieutenants van de C Ba%ery, de first sergeant en een telefoonoperator. Toen de beschieting begon, hadden deze mannen zich naar de kelder begeven voor een betere bescherming. Juist enkele minuten nadat het bombardement begonnen was, kondigde de first sergeant, Cataldo Moccario, aan dat hij naar de kanonposities van de ba%erij zou gaan en vertrok te voet. Sergeant Moccario rende zo snel hij kon doorheen het artillerievuur en kwam veilig op mijn exec post aan. Hij bracht een sme%eloze groet en rapporteerde zich. Hij was klaar voor elke taak die ik hem zou opdragen. Toen ik hem vroeg waarom hij niet in de relatief veilige CP was gebleven , antwoordde hij dat de meeste jongens zich in de kanonsposities bevonden en dat hij op een moment als dit bij hen wou zijn. Toen één van mijn telefoonlijnen was uitgevallen door het artillerievuur, meldde Moccario zich vrijwillig om de lijn buiten te gaan herstellen.
Geen enkele 155 mm Houwitzer van het 372nd was verloren gegaan die eerste dag en de dagen erna. Kleinere uitrustingsstukken waren wel verloren gegaan met inbegrip van al de gasmaskers van twee ba%erijen, verschillende camouflagene%en, een quadrant en veel geniemateriaal. (Opm.: Deze ervaring leerde me, als ba%ery exec, dat bij de Houwitzerposities het geniemateriaal niet moet liggen rondslingeren, maar wanneer niet nodig, op één plaats zou moeten opgeslagen worden zodat het gemakkelijk zou kunnen worden meegenomen bij een onverwacht marsorder na zonsondergang. Tot zover , het verhaal is niet compleet maar de redactie kwam dit tegen en vond deze passage heel passend voor ons blad de schrijfwijze is bewust intact gelaten. Misschien dat het u aanzet tot het lezen van het hele boek.
First Sergeant Moccario was een beroepsmilitair, achter in de veertig jaar oud ten tijde van het Ardennenoffensief. Het was een bekwame onderofficier van de oude school die een diepe band en verantwoordelijkheid voelde voor de jongens die hij onder zijn gezag had.Hij was hard maar eerlijk en drong er steeds op aan dat de mannen hun training serieus namen. De mannen bese!en dat hij hard was maar voor hun eigen goed en ze respecteerden hem daarvoor. Op die morgen van 16 december toonde Moccario uit welk hout hij gesneden was. Ondanks het geregeld onderbreken van haar draadverbindingen op die eerste dag van de gevechten, slaagde het bataljon erin 1.216 granaten van 155 mm (elk 96 pond wegend) af te vuren volgens het verslag dat werd bijgehouden door Maj. Walter E. Nixon.
21
DIE 8,8 FLAK. (Flukabwehrkanone) Er zijn maar weinig kanonnen die zo vaak en veel zijdig ingezet zijn als de ‘’88’’. De beruchte droge knal van het kanon hee! op alle fronten geklonken, van Bzura (Polen ) in september 1939 t/m Berlijn in 1945. Het luchtafweergeschut werd ontwikkeld aan het einde van de eerste wereldoorlog maar is toen nauwelijks ingezet. In jaren 30 is het kanon door de firma’s Krupp en Rheinmetall verder ontwikkeld . Dit gebeurde met Duitse ingenieurs in de fabrieken van Bofors in Zweden, zodat men het verdrag van Versailles kon omzeilen. In 1933 werd de 7,5 cm Flak vergroot naar 8,8 cm om de prestaties te verhogen. Ook werd de munitie verbeterd en in 1936 in Spanje werd het kanon onder oorlogsomstandigheden ‘’getest’’ door Legion Condor. De 88 werd daarna het standaard Flak geschut.(misschien ook omdat de Herman Goring werke AG een deel van Rheinmetall overgenomen had). Zo kwamen de volgende versies: de 18, het ‘’orgineel met een loop uit 1 deel ,die echter zo hard sleet dat de schoten erg verschilde. De 36 met een andere, 3 delige loop en later met beschermschilden voor het grondgevecht ,de 37 met verbeterde vuurleiding, en tenslo%e de 41 te voorschijn. De laatste kreeg een langere loop en een mondingsrem ,ook had deze een andere laadinrichting. Hierdoor ging de max dracht van 15 (10,6 lucht)naar 20 km (15 lucht) en de V0 van 830 naar 1000m/s. De vuursnelheid van 20 naar 25 schoten p/m het gewicht van de granaten daalde van 9 naar 7,3 kg en hiermee schoot men door 21,6 cm staal op 500 meter.
Door deze aanpassingen had het kanon meer onderhoud nodig ,en kwamen er regelmatig storingen voor in de munitie aan en afvoer .Van de laatste uitvoering zijn er maar circa 300 aan het front verschenen. De 88 is ingezet als Flak,antitank (dan was de standaard vuuropening op afstanden van 600 tot 2000 meter met 2 kanonnen tegelijk op 1 doel),anti bunker ,tegen schepen (zelfs boven 10 km), en ook als artillerie .Het is zelfs de hoofdbewapening van de Tiger tank geworden. Er is in 1942 ook nog een pantserjager in inzet geweest met de naam Elefant met het 88 kanon . Een pantserwagen met neerklapbare zijkanten met het kanon erop is beproefd (gera% 42),maar hee! het slagveld nooit gehaald. Aan het begin van de oorlog waren er ruim 2600 ingezet ,verdeeld over ruim 600 ba%erijen. Aan het einde van de oorlog waren er van alle uitvoeringen nog circa 10.000 in inzet. Bij de inval in Polen werden de Flak eenheden door het verloop van het gevecht gedwongen aan het grondgevecht deel te nemen en met succes daarom kregen ze vanaf dat moment dan ook beschermschilden .Bij deze gevechten kwam men er achter dat het kanon zeer effectief tegen is tegen gronddoelen .Daarom paste men de tactiek aan en werd het kanon ver voorin geplaatst en nam het deel aan het grondgevecht, en schakelde dan samen met de eigen tanks de vijandelijke eenheden uit.
22
Het kanon was zo goed en gewild dat de geallieerden er alles aan deden om ze te bemachtigen en ze om te draaien naar de vorige eigenaren. De Amerikanen verspreiden zelfs een Engelstalige technische handleiding onder de eigen troepen. Zodat ze de buitgemaakte kanonnen direct konden gebruiken. Er zijn aan het einde van de oorlog nog veel redelijk intacte kanonnen overgebleven daarom zijn ze nog op veel plaatsen te zien bv in Overloon.
23
Puzzelen in de auto Op 20 april was het zover. Er werd vuursteun geleverd in O Brabant. Om precies te zijn omgeving Vredepeel. Dit keer door een artillerist en een luchtdoelartillerist. Uitgerust met een privé auto. Dit alles om inzicht te krijgen ,en de overwinning te behalen bij de MCAM. Ui t een OATDOEM sessie was gebleken dat er een aantal harde waardes waren: Start :
20 april 1300 uur, Finish 21 april 0900 uur, totaal 18 uur rijden eigen burger voertuig GVT Vredepeel en omgeving 1 chauffeur en 1 navigator Dzv organisatie
Voertuig: Tenue: Locatie: Uitvoering : KLASSE 1: Materiaal zoals kaarten en aanwijzingen: Dzv organisatie.
Na de voorbereidingen zijn Wmr 1 V Elburg en de Owi Crombach naar de Vredepeel vertrokken. Hier aangekomen werden de bescheiden , zoals kaarten , aanwijzingen , en een dinerbon verstrekt. Tevens werden de star%ijden bekent gemaakt. Er waren in totaal 39 equipes van alle krijgsmachtdelen. Doordat we de a%ributen vroeg verstrekt kregen konden we allemaal nog wat zaken voorbereiden. En zo zag je gelijk de cohesie ontstaan tussen beginners en gevorderden. Dit bleek uit de vele tips welke over en weer gingen, dit ging van kaartplakken tot en met wie wanneer rijdt. En daar was toen ook het moment aangebroken om te starten. Nadat een foto was genomen door de organisatie reden wij op onze eerste route. Het eerste gedeelte van de opdracht was een route te rijden welke we van te voren hadden uitgezet op de kaart. Hierbij kwam het aan op nauwkeurigheid. Dit werd gecontroleerd d.m.v. borden langs de weg welke genoteerd moesten worden. Na het passeren van laatste post , waarbij de tijd belangrijk was voor de classificering kregen we het tweede gedeelte. Dit bestond uit een route d.m.v. het bekende pijltje systeem. In totaal was de eerste opdracht bijna 4 uur rijden en eindigde op de RVS in Oirschot. Alwaar de organisatie het diner had geregeld. Hier konden we ook gelijk de tussenstand zien . Wij tweeën stonden nu al 3e .
24
Dit gaf ons natuurlijk hoop en rond 20.00 uur vertrokken we voor de volgende opdracht welke ook weer bestond uit 2 delen en welke eindigde om 02.00 uur zaterdag ochtend in Reek . Hier was onze tussenstand al verbetert naar 2e . En nu hadden wij tweeën ook het virus helemaal te pakken. We gaan het winnen! Dus rond 04.30 uur gestart voor de laatste etappe. Alleen even puzzelen hoe dat bolletjes systeem werkt .Dit duurde iets langer bij ons en ondertussen zagen we de andere equipes al aanrijden. Maar wij wilden precies zijn en dat hee! zich uitbetaald. Want om 08.15 uur na wat omzwervingen in het o zo mooie N- Limburgse land eindigde we op de kazerne Vredepeel . Na melden dat we binnen waren , gelijk even gekeken wat de tussenstand was. Alleen niet iedereen was binnen, dus nog even wachten. Na een rit van 18 uur, onderbroken door KL1 pauzes en veel kaartlezen (Ook in de nacht) en voorzien van veel koffie , waren we blij een ontbijtje te mogen nu%igen. Ook dit was feilloos geregeld door de organisatie. Nu kunnen we terug kijken op een zeer leuke ervaring. Zeker daar dit de eerste keer was. We hadden besloten om mee te doen nadat we door een collega op deze rit gewezen werden.
En daar was ook de beloning: In de Beginners klasse waren wij de beste navigator en de beste chauffeur. Op de volgende locatie kun je eventueel nog meer foto’s downloaden: h%p://www.mcam.info/
Hartelijk dank voor uw reactie!! In het vorige nummer heb ik een verzoek gedaan aan u omtrent een aantal zaken die ik zocht voor mijn verzameling. Een verzameling die ik al enkele jaren geleden ben gestart. Zaken die uitgegeven zijn bij 41 Afdeling Veldartillerie verzamel ik voor een tentoonstelling die gehouden wordt in 2015. Verder verzamel ik borstzakhangers, borstemblemen en schildjes van de artillerie. Ik heb vele reacties en spullen mogen ontvangen. Hartelijk dank daarvoor!!!! Toch mis ik nog een aantal zaken. Ik ben nog op zoek naar diverse spullen van 41 Afdeling Veldartillerie en een aantal borstemblemen welke in gebruik zijn geweest bij de Artillerie zoals het borstembleem (5 X 5 cm ) Ssvbt 43 Afdva, M-109 FH-70 MLRS ORIM, 109 BTVA Beladen & Vervoeren MLRS Munitie en 14 Afdva SFOR Cowd and Riot Control. Tevens ben ik nog opzoek naar de volgende borstzakhangers t.w. 19 BSO; Ssvbt 43 Afdva; Bravo-ba%erij 41 Afdva; 23 Kl det; 8 Kl det; Munutie Mobilisatie Complex Darp Mocht u iets in de kast of kist hebben liggen waar u niets meer mee doet, dan neem ik het graag van u over. Kom gerust een keer langs om te kijken of stuur mij een mail. Indien u iemand weet wie iets voor mijn verzameling hee! hoor ik dat ook graag. Ik zal dan zelf contact zoeken met betrokkene. Ik ben te bereiken op de mail:
[email protected] of telefonisch 06-30478527. Opsturen mag natuurlijk ook.Mocht u iets zoeken dan hoor ik het ook graag, wie weet kan ik iets voor u betekenen.
Hartelijk dank alvast voor de moeite!! Gerrit Bosch
Deelname detachement Korps Veldartillerie aan Nationale Veteranendag
Zoals voorgaande jaren hee! Korps Veldartillerie deelgenomen aan de jaarlijkse Nationale Veteranendag op zaterdag 30 juni 2012 in Den Haag. Ook dit jaar was er weer een detachement door de Artillerie Veteranen Associatie samengesteld. Frits Dűrst Bri% had als detachementcommandant weer de nodige handelingen verricht om een respectabel aantal veteranen te mobiliseren. De weersvoorspelling was goed en het beloofde een prima dag te worden. Vanaf 10.00 uur kon men zich melden in tent B bij het Korps Veldartillerie op het malieveld. Onder het genot van een bak koffie zijn er weer diverse herinneringen opgehaald uit het verleden. Om kwart voor twaalf zijn we met z’n allen op de foto gegaan voor een opgestelde MLRS en zijn aansluitend naar de opstelplaats voor het defilé gegaan. Na een korte uitleg van de detachementcommandant was het wachten op het startsein om te vertrekken. Een klein deel van de artillerie veteranen die slecht te been waren werden vervoert door oude wielvoertuigen en volgde de route van het defilé. Ook dit jaar waren er weer heel veel toeschouwers die langs de route stonden en onophoudelijk applaudisseerden. Een zeer indrukwekkend showspel. Dit maakte het lopen, ongeveer 3 kilometer, een stuk eenvoudiger. Bij de start van het defilé werd de FlyPast uitgevoerd door historische en moderne vliegtuigen. Het defilé werd afgenomen door Z.K.H. de Prins van Oranje op ongeveer tweederde van de route. Voor veel oudgedienden het moment van de dag. Het defilé telde dit jaar 4000 deelnemers.Naast de vele aanwezige veteranen was ook de Korpscommandant Kolonel Kooijman en Korpsadjudant Damen Korps Veldartillerie waren aanwezig evenals voormalig commandant 11 Afdeling Rijdende Artillerie Luitenant-kolonel Hoefsloot. Deze belangstelling wordt als zeer pre%ig ervaren door de aanwezige veteranen. Na terugkomst star%e het middag programma met diverse optredens zoals de Koninklijke Militaire Kapel, optreden met paarden van het Korps Rijdende Artillerie en vele artiesten. Tevens kon men voertuigen bezichtigen waaronder zelfs een aantal oude en nieuwe brandweer voertuigen. Een team van de bedrijfsbrandweer Artillerie Schietkamp leverde ondersteuning aan deze dag. Onder het genot van een drankje was het nog lang een gezellige middag.
25
EEN KEIZERSKROON OP HET KANON ‘7 VELD’? Zo ja, waar komt die vandaan? In paviljoen 3 van het NAM staat een kanon type ‘7 Veld’ waarvan op de loop een “W’ is gegraveerd waarboven een unieke kroon. Op het sluitstuk staat het jaartal 1906. Ongetwijfeld is de “W” het monogram van Koningin Wilhelmina. Ook is op de loop de wapenspreuk van de Artillerie gegraveerd.
Op twee kanonnen van het type ‘7 Veld’ die jaren voor het hoofdgebouw van het AOC op de Chassékazerne in Breda hebben gestaan zijn identieke graveringen aangebracht . De gravering met deze gekroonde “W” is waarschijnlijk reden geweest om op het borstzak-embleem en het wapenschild van het AOC dezelfde uniek gekroonde “W” aan te brengen.
De Nederlandse koningskroon Enige jaren geleden heb ik reeds een oproep geplaatst in Sinte Barabara om nadere informatie te verkrijgen over het feit dat er een keizerskroon in plaats van een koningskroon is aangebracht op de loop van het betreffende kanon. Tot op heden wordt alleen bevestigd dat er sprake is van een keizerskroon, maar niet waarom dit type kroon is gebruikt. Nog een keizerskroon. Bij het doorbladeren van een Armamentaria (uitgave Legermuseum, jaarboek 1997-98.) werd mijn aandacht getrokken door een artikel “De helm met de cent”geschreven door de inmiddels overleden F.A.Th. Smits. Het onderwerp betrof het ontwerp voor de frontplaat van de helm N.M. (Nieuw Model) ook bekend als de Hembrug-helm. In het artikel werden voorbeelden getoond van afgekeurde ontwerpen voor de helmplaat waarbij ook een “W” met de kroon”. In dit geval is de afgebeelde kroon ook te herkennen als een keizerskroon. De schetsen waren van de hand van de beeldhouwer/medailleur en industrieel ontwerper C.J. (Chris) van der Hoef (1875-1933). Het afgekeurde He afgekeur urde ur de ontwerp ont o ntwe nt werp we rp helmplaat Gedurende de Eerste Wereldoorlog werd ook in het neutrale Nederland het belang onderkend voor het dragen van een stalen helm als hoofdbescherming. Het eerste rapport hierover werd uitgebracht in 1916 en de eerste helm bij de Koninklijke landmacht staat bekend als de M.16. Op een blauwdruk van de helm N.M. toont ons een helm N.M. nr. 2, model 1927, met centraal geplaatst de locatie voor het helmembleem – ‘de helm met de cent’. In het jaarverslag van het Staatsbedrijf der artillerie-inrichtingen staat vermeld dat het nieuwe model helm werd vastgesteld en dat er 22.000 helmen werden geproduceerd. Bij de presentatie werd de behoe!e gevoeld om de helm te voorzien van een nationaal symbool. Dit was in andere landen ook gebruikelijk om een metalen embleem op de helm aan te brengen of het er op te schilderen.
26
27
Chris van der Hoef was in de jaren 1900-1930 een vooraanstaand en vernieuwend ontwerper van kunstnijverheid en penningen en oogs%e internationale waardering. Hij wordt beschouwd als de belangrijkste Nederlandse medailleur van de 20e eeuw. Hij maakte twee schetsen voor de helmplaat: een gekroonde “W”en een heraldische Nederlandse leeuw. Binnen de organisatie van de krijgsmacht is echter de gekroonde beginle%er van de naam van de regerende vorst(in) voorbehouden aan het gebruik op vaandels, standaarden en vuurmonden en op door het staatshoofd geïnitieerde onderscheidingen en medailles. Om die reden zal de gekroonde “W”waarschijnlijk zijn afgekeurd.
De standaard van het KVA met gekroonde “B” Tot op heden is mij onduidelijk op welke manier Chris van der Hoef is geïnspireerd tot het ontwerp van de helmplaat met de “W”die gekroond wordt door een keizerskroon. Wellicht door de gegraveerde kanonnen type ‘7 Veld’? Dit type kanonnen werd ingevoerd bij de Nederlandse artillerie in 1904. Maar dan blij! onduidelijk waarom de kroon op de kanonnen een keizerskroon is.
Raadsel opgelost? Wellicht zijn de in Duitsland bij de firma Krupp geproduceerde kanonnen op verzoek voorzien van een gekroonde “W”. Is toen door de Duitsers misschien bewust of onbewust gebruik gemaakt van de destijds gangbare model keizerskroon? In het “tweede” Keizerrijk Duitsland, dat van 1870 tot 1918 bestond, was er een heraldische keizerskroon ontworpen, die leek op de oude rijkskroon (van Karel de Grote) uit de 10e eeuw. Deze kroon bestond echter niet in het echt, maar werd alleen voor heraldische wapentekeningen gebruikt.
Stadswapen van Amsterdam. De stad kreeg in 1489 van keizer Maximiliaan I van het Heilige Roomse Rijk het recht om boven haar wapenschild de Rooms-Duitse Keizerskroon te voeren (de Nederlanden maakten toen deel uit van zijn Rijk). (Na de Tweede Wereldoorlog werd, als hulde aan het verzet van de Amsterdammers, het devies ‘Heldha!ig, Vastberaden, Barmhartig’ aan het wapen toegevoegd, met koninklijke toestemming van toenmalig koningin Wilhelmina in 1946.)
Het stuk van 7 Veld (h%p://www.freewebs.com/nederlandinwo2/7veld.htm) Het stuk van 7 Veld was net als het stuk van 6 Veld een getrokken achterlader en was het eerste snelvuurgeschut van het Nederlandse leger. Het kanon had een gelede affuit van het stelsel Krupp. Bij Krupp werden de eerste 204 vuurmonden met schild en kijkeropzet en 408 caissons (munitiewagens) besteld. De latere stukken werden door de Artillerie Inrichtingen aan de Hembrug gemaakt. De bediening van het stuk bestond uit een stukscommandant en 6 kannoniers. Het wapen werd door 6 paarden voortgetrokken en vanaf 1933 bij het Korps Rijdende Artillerie ook wel met een Fordson tractor of een DAF vrachtauto. Vanaf 6 juli 1926 werd het stuk van 7 Veld gemoderniseerd naar een ontwerp van het bedrijf H.I.H. Siderius in Ro%erdam. Het nieuwe wapen was zo’n 250 kg. zwaarder maar de dracht was flink verbeterd - van 6.500 m. naar 10.500 m. - doordat grotere elevaties (de hoek waaronder een vuurmond kan vuren) mogelijk waren. Het stuk van 7 Veld was nog steeds de standaard vuurmond in Mei 1940. Toen waren er nog 326 vuurmonden van dit model in gebruik, waarvan 280 bij de Artillerie. In Mei 1940 hee! het stuk goede prestaties geleverd en - niet verwonderlijk - het stuk werd massaal overgenomen door het Duitse leger. In 1944 waren er nog 169 in de Duitse bewapening onder de benaming 7,5 cm Feld Kanone 243 (h).
Stuk van 7 Veld Fabriek: Materiaal: Kaliber: Lengte kanonloop: Gewicht kanonloop: Munitie: Totaal gewicht: Gewicht affuit: Aantal schoten p/min.: Maximum dracht: Aanvangssnelheid: Bediening: Richtmiddelen: Ingevoerd NL Leger: Aantal wapens 1940:
28
Krupp Nikkelstaal. 7,5 cm. 2,192 m. 350 kg. brisantgranaatpatronen, granaatkartetspatronen, brisantgranaatkartetspatronen. 1250 kg. (voor modificatie: 990) Niet bekend. Tot 5 minuten 6 à 8 schoten per minuut. 10500 m. (voor modificatie: 6500 m.). 560 m/s (voor modificatie: 492 m/s). 1 stukscommandant en 6 kanonniers. Kijkeropzet met hoekmeter en spiegel. 1904. 326.
Schenkingen Het Nederlands Artillerie Museum hee! in de afgelopen periode de volgende schenkingen mogen ontvangen. Dhr. G. Kree!: Maj® art b.d. P. Slump: Dhr. H. Kassel: Mw. J.M. Monsma-Molenmaker:
Dhr. F. Stuyver, uit de nalatenschap van lkol art b.d. F.A.L. Stuyver:
Kap art b.d. P.C. Mous: Dhr. T. Holtrop : Kap art b.d. N. Huls: Museum Regiment Stootroepen: Kol art b.d. P.W. Gorissen: Maj art b.d. A. van Drecht:
Dhr. C. Klein: Dhr. T. Peterse: Royal Air Force Assosiation: Kap art b.d. W.A. Verduyn Lunel: Lgen art b.d. C.J. Dijkstra:
2x wapenschild. 2 boekjes “De Wervelwind: Lezen en doorgeven” (no.1, april 1942 en no.2 mei 1942) en een legitimatiebewijs B.P. Adema. een koppel en een veldfles. een foto LbO, een menukaart, een menukaart (korpsmaaltijd 19-111948), een boekje “Artillerietraining” en een VS-1350 (Handboek voor de soldaat). een DT compleet, een cane (hout, PC 1953-54 cade%enbataljon KMA), een plunjezak met diverse kleding- en uitrustingstukken, diverse ingelijste prenten( The greatest killer, ‘De lotgevallen van FAL Stuyver’(19 Afdva), ‘Artillerie schept orde’, laatste schot FAL Stuyver), een houten Barbarabeeld (afscheid Lka okt 1979) en aardewerk Barbaraplaque%e, diverse herinneringsborden en afscheidscadeaus ( o.a. IGK en HQ Northag, 19 Afdva), een granaatscherf laatste schot 108 Afdva met M110A3 (5-12-1991), 3 zakjes met emblemen, onderscheidingstekens en knopen, reversinsige BS), diverse onderdeelschilden en herinneringstegels, diverse cade%enalmanakken, documenten, kaarten en foto’s NAMFI en NOTHAG), 7 cartoons. een geel-zwarte vuurvlag diverse foto’s en documenten, een asbak (2 RVA), een sjerp en een penning/ medaille. diverse uniformstukken en documentatie. een zakboekje (F.J. Kool) diverse tegeltje, een VS 2-1352, een gamel, een broekriem en een zinken waterfles. twee zakboekjes, een CT, een overjas, knopen en rangonderscheidingstekens, een boek Artillerievuur in de Tropen en 2x plaque%e Reünie Officieren Depot Artillerie Ossendrecht, 17-11-1995). diverse boeken en tijdschri!en. een asbak. een prent “The Gallop“. een jas GkT, een tegel 25 jaar 19Afdva. een tegel Barbara-diner 1960.
Alle schenkers worden bij deze nogmaals hartelijk bedankt voor hun bijdrage om het Artilleristisch erfgoed te completeren. Hee! U nog voorwerpen en/of documentatie met een relatie naar Defensie en in het bijzonder naar de Artillerie en waarvan U afstand wenst te doen? In dat geval even bellen met 0525-657310, fax 657311 of e-mail
[email protected] voor een afspraak om het af te leveren in ’t Harde om het op te laten halen. Lkol art bd F.T. Dürst Bri%
29
NEDERLANDS ARTILLERIE M U S E U M
www.nederlandsartilleriemuseum.nl
UNIEKE KARABIJN M95 KNILARTILLERIE In maart is het NAM dankzij de opmerkzaamheid en bemiddeling van aooi art b.d. J. van der Steen in het bezit gekomen van een originele KNIL karabijn en een replica van de bijbehorende bajonet. Gebruikmakend van informatie uit het boek “Nederlandse Vuurwapens KNIL en Militaire Luchtvaart 1897-1942” gee! hij het unieke karakter aan van dit handvuurwapen dat bij de KNIL-artillerie anno 1900 is ingevoerd.
Karabijnen M95 bij het KNIL Historie Aanvankelijk zou uitsluitend de cavalerie uitgerust worden met een karabijn. De rest van het leger werd uitgerust met het geweer M 95. Echter het geweer was niet geschikt voor de inlandse troepen en er werden tussen 1898 en WOII 5 verschillende karabijn modellen ingevoerd. De onderlinge verschillen betroffen voornamelijk de draagwijze van het wapen (over de schouder of rug) en, indien aanwezig, het model en bevestigingswijze van de bajonet. Opmerkelijk verschil tussen geweer en karabijn was de gebogen grendelarm bij de karabijn. In 1904 werd de Artilleriekarabijn ingevoerd. Echter vanwege onrust in de archipel(1905) werden deze karabijnen onmiddellijk aan de Marechaussee (snelle inzetbare mobiel colonnes van de Infanterie) uitgereikt. Deze Artillerie karabijn is ontstaan uit een proefserie karabijnen in 1902 ten behoeve voor een nieuw legeronderdeel; de Afdeling Militaire Wielrijders. In tegenstelling tot de Cavaleriekarabijn was er wel de behoe!e om de karabijn M95 Wiel te voorzien van een bajonet. Deze bajone%en beschikten niet over houten grepen en werd met een verende pal onder de bovenband vastgezet. De karabijn werd op de rug gedragen en beschikte dus over kordonbeugels aan de zijkant van de lade. Hoewel deze karabijn goed voldeed werd ze niet ingevoerd bij de Wielrijders. In 1904 bestond behoe!e om de Vestingartillerie, i.p.v. met de sabel, uit te rusten met een karabijn. De karabijn M95 Artillerie verschilde slechts van de karabijn M95 Wiel in de plaatsing van de kordonbeugels. Bij de Artillerie kwamen zij onder de lade om zo de Karabijn over de schouder te dragen. In 1905 kwam de eerste zending binnen van karabijnen M95 Artillerie samen met zijn unieke bajonet No 4 van uit een Oostenrijkse levering. Echter werd deze levering uitgereikt aan de Mobiele Colonnes van de Infanterie bij Atjeh. Naast de karabijn waren militairen van dit onderdeel tevens bewapend met de Marechausseesabel (klewang) Daarom werd de bajonet niet uitgereikt; dus de bovenband met verende pal van de karabijn verwijderd en werd de karabijn voorzien van een zgn. lichte kolfplaat. Pas in 1912 kreeg de Artillerie haar karabijn terug nadat er duizenden Marechaussee karabijnen geleverd waren. Aan de karabijn M95 Artillerie werd de bovenband met verende pal weer terug geplaatst bleef de kolfplaat behouden. Vanwege de unieke bajonet en zijn bevestigingsmethode is de Artillerie karabijn de meest opvallende onder de karabijnen van het KNIL. Deze karabijn is tot 1938 onveranderd in gebruik geweest om daarna afgevoerd te worden om te worden gemodificeerd tot Karabijn Marechaussee. Omdat slechts een paar duizend karabijnen M95 Artillerie zijn geproduceerd die na 1938 gemodificeerd zijn, behoort deze karabijn met zijn bajonet tegenwoordig tot de zeldzaamste modellen!!!
Technische bijzonderheden KNIL karabijn M95 Artillerie: wapennummer 2928A Hembrug 1919 Loop vervangen en in 1936 in gebruik genomen (overmatige slijtage). In 1989 is het wapen in Duitsland (we%elijke eis voor ingevoerde wapens) bij een proe=ank met overdruk beschoten. Aan de linkerzijde van de kamer staan nitro keurstempels met het registratienummer 4341(bij vizier) Aan de rechterzijde van de kamer staat het kaliber 6,5 x 53 R door de proe=ank ingeslagen.
30
NEDERLANDS ARTILLERIE M U S E U M KNIL bajonet No 4:
www.nederlandsartilleriemuseum.nl
Hembrug behorende bij KNIL karabijn M95 Artillerie
2 -A. 1 Hw 26: 2e ba%erij 1 Afdeling Houwitsers, wapennummer 26 KNIL karabijn M95 Artillerie; ingevoerd in 1904 echter pas in gebruik genomen bij Vesting- Berg- en Veldartillerie van 1912-1938. Na 1938 geleidelijk opgevolgd door de karabijn Marechaussee. Stelsel: Mannlicher. Fabrikant: Österreichische Waffen Geselscha! / Artillerie Inrichting Hembrug. Werking: 5 schots repeteer met grendelsluiting. Kaliber: 6,5 x 53R. Lengte: 0,941m. Gewicht: 3,19kg. Lengte bajonet No 4: 0,336m.
Aooi art b.d. J.E. van der Steen
INFORMATIE GEZOCHT EN GEVONDEN KUSTARTILLERIE?
Enkele edities geleden van de Artillia stond de vraag gesteld waar een bepaalde foto was gemaakt, en waarvan vermoed werd dat het Kustartillerie betrof. Dankzij de naspeuringen van lkol art H. Molman is niet alleen de locatie herkend maar ook de eenheid en de tijdsperiode. Hij stuurde de bijgevoegde foto’s en tekst. “Deze foto is gemaakt op de Artilleriekazerne (later Oranje- Nassaukazerne) aan de Sarphatistraat te Amsterdam. Deze foto dateert van omstreeks 1900. Vestingartilleristen dragen de kepie model 1873 als ook de sjako model 1865.”
De uitreiking van de gouden medaille voor 36-jarigen trouwen dienst aan de sergeantmajoor-vuurwerker F.E. Balvers, op de ba%erij van de kazerne Oranje Nassau te amsterdam. de commandant van de 2de reg. vesting-artill., kol. L. de Bruin, speldt den jubilaris het eerteken op de borst, terwijl de luit.kol. W.L. Brocx, het bevel over den troep voerende, op den voorgrond daarnaast staat.
31
Noot van de redactie: •
Kopij aanleveren in Word
•
Tekst moet plat zijn. Dus niet vet, onderstreept, met tabs of andere opmaak. Lever eventuele opmaakwensen op een aparte uitdraai mee.
•
•
•
•
Lever u kopij pas in als u er zeker van bent dat de inhoud niet meer aan wijzigingen onderhevig is. Auteurscorrecties hebben altijd invloed op reeds gerealiseerde opmaak. Indien dit niet mogelijk is omdat er b.v. ontwikkelingen gaande zijn, die u op dat moment van schrijven nog niet weet, meldt dit dan, dan er rekening mee worden gehouden. Lever altijd losse foto’s aan in jpg. Nooit foto’s in het worddocument verankeren. Dit levert een te lage resolutie op. Het formaat van de foto mag niet kleiner zijn dan 10 x 13 cm en moet een hoge resolutie (300 dpi) worden aangeleverd. Vergrotingen leveren bij te klein formaat of te lage resolutie onscherpe foto’s op of foto’s met lelijke vierkantjes (artifacten). Geen plaatjes / foto’s van het internet gebruiken. Deze hebben een te lage resolutie en u, en dus ook wij, lopen het risico van inbreuk op eigendomsrecht.
Mocht u om wat voor reden dan ook niet of niet geheel instaat zijn, aan het bovenstaande te voldoen, laat dat geen belemmering voor u zijn maar meldt dat aan de redactie. Wij zullen i.o.m. de vormgever een oplossing proberen te realiseren.
Ereleden Dhr. Dhr. Dhr. Dhr. Dhr.
Th. C. van der Aart J.A.H.M. Majoie R.P. van der Pol A.J.A. Beekmans F. van der Knaap
medeoprichter en eerste voorzi%er medeoprichter en ex-bestuurslid ex-bestuurslid ex-bestuurslid en redactielid tweede voorzi%er na oprichting
Activiteitencommisie Owi A.J.M. Witsiers Aooi J.L. de Brouwer Aooi C.J.M. Damen
Commisie van goede doelen Voorzi%er Secretaris Lid
Dhr. Th. C. van der Aart tel: 0342-414672 Dhr. F. van der Knaap tel: 038-4440994 Dhr. A.J.A. Beekmans tel: 076-5219238
Penningmeester Owi J.S. de Vries De Wimpel 9, 8447 ED, Heerenveen
Bankrelaties ING 5360680 ABN/AMRO 45.93.22.303 t.n.v. Penningmeester V.O.O.A. te Heerenveen
Secretaris VOOA Postbus 1000, 8084 ZX, ‘t Harde E-mail:
[email protected] www.vooa.nl
Webmaster Aoo R.J. de Vos Het koggeschip 120, 1784 SL, Den Helder Tel: 0223-660684 E-mail:
[email protected]
Redactie Aooi R. van Oudheusden Aooi H.Treffers Owi S.D. Bekkema Wim Speth e-mail:
[email protected] telefoon: 06-20427335
Redactieadres Postbus 1000, 8084 ZX, ‘t Harde E-mail
[email protected]
Vormgeving ©H.H.W.
Oplage 500 exemplaren