1
Voorwoord Wilnis, juli 2015 U heeft voor u de schoolgids voor 2015/2016. In deze gids informeren wij u over onze school en geven wij antwoorden op de meest gestelde vragen van ouders en verzorgers. U vindt naast praktische zaken - zoals schooltijden, vakanties en tussenschoolse opvang (tso) - ook informatie over onze uitgangspunten, ons lesprogramma en de accenten die wij in ons onderwijs leggen. De inhoud van deze schoolgids is vastgesteld door het bestuur en de medezeggenschapsraad van de school heeft ermee ingestemd. Voor wie is deze gids? Deze gids is bedoeld voor ouders die voor de keuze staan op welke school ze hun kind zullen inschrijven en voor ouders die al kinderen op onze school hebben en die alles nog eens rustig willen nalezen of bepaalde informatie zoeken. De gids wordt jaarlijks op onze website vernieuwd en is voor alle belangstellenden via onze site te downloaden. Voor mensen die niet in het bezit zijn van een computer is een papieren versie beschikbaar. Waarom een schoolgids? Scholen verschillen in werkwijze, identiteit, sfeer en kwaliteit. De schoolgids is voor ouders een belangrijke bron van informatie. Het geeft o.a. veel praktische informatie over het onderwijs op onze school. De schoolgids helpt u bij het bewust kiezen van een basisschool voor uw kind. U kunt lezen waar wij voor staan en hoe wij werken. Kortom, wat u kunt verwachten als uw kind bij ons op school komt. De informatie op onze website www.julianaschoolwilnis.nl geeft de meest recente informatie over actuele zaken. Met vriendelijke groet, mede namens alle betrokkenen, Kees Hoogendoorn, directeur
2
1. De school 1.1 Wie zijn wij In het logo van de school zien we een vis: het oudste christelijke symbool. Het Griekse woord voor vis is ichtus. De letters vormen samen de Griekse afkorting die betekent Jezus Christus, Gods Zoon, Verlosser. In het logo is ook een boek te herkennen: de Bijbel als leidraad voor het leven, maar ook boeken die we op school gebruiken om te leren. De golvende lijnen verwijzen naar het waterrijke gebied waarin we wonen. We vertellen de kinderen de verhalen uit de Bijbel. We zingen psalmen, gezangen en andere liederen. We beginnen en eindigen de dag met gebed. We hopen dat - dwars door het ontwikkelen van de gaven van hoofd, hart en handen heen - kinderen gaan ontdekken dat we er allereerst zijn om de Here onze God lief te hebben en de naaste als ons zelf. De school heeft een enthousiast team dat gezamenlijk werkt aan de voortdurende zorg aan kinderen. Daarnaast werken we met moderne methodes en heeft ook de computer een belangrijke plek binnen ons onderwijs. We proberen kleuters, midden- en bovenbouwkinderen allemaal tot hun recht te laten komen binnen onze school. We leren elkaar dat we gelijkwaardig zijn. Orde en regelmaat zorgen voor rust en veiligheid. Met de kinderen wordt regelmatig gesproken over afspraken die gelden. Zo zijn we een school waarvan we hopen dat kinderen zich prettig voelen en met plezier naar toe gaan. 1.2 Wat willen wij Wij willen leven en werken vanuit het geloof in God en vanuit Zijn Woord, de Bijbel. We geloven dat Jezus Christus, Gods Zoon naar de aarde is gekomen om de band tussen God en de mens te herstellen en de mens bekend te maken met de plannen die God met de aarde en zijn bewoners heeft. Door zondeloos voor ons te sterven kon Jezus onze schuld op zich nemen. Hij heeft de dood overwonnen, zodat de mens in eeuwigheid kan leven. Wij zien ieder kind als een uniek schepsel van God en we willen ons geloof in de praktijk vorm geven door de kinderen daadwerkelijk te laten ervaren wat het is om tot een gemeenschap te behoren. Dat doen we met name door middel van de vieringen. We hebben Kerst-, Paas- en Pinkstervieringen. Ieder schooljaar houden we met ouders en kinderen een Kerstviering of een Paasviering in de kerk. Bovendien zijn er twee keer per jaar scholendiensten, waarbij het thema dat in de school wordt behandeld tijdens de kerkdienst op zondag terugkomt. We werken daarbij samen met de Ontmoetingskerk en Hervormde Gemeente in Wilnis en de Veenhartkerk, de Chr. Gereformeerde kerk en de Evangelische Gemeente ‘Leef’ in Mijdrecht. Bij onze pedagogische en didactische taken gaan we uit van onze slogan wat het eigene van de school weergeeft:
In de eerste plaats is de school – vanzelfsprekend - bezig met haar opdracht leren: zo goed mogelijk les te geven als basis voor de rest van ons leven. Maar er is meer. Voor ons is onderwijs meer dan het overdragen van kennis alleen. Op de Kon. Julianaschool leren en leven onze kinderen niet alléén om te leren, maar leren ze ook om te leven. Wij vinden het belangrijk dat kinderen respectvol met elkaar omgaan, ongeacht huidskleur, handicap of karakter. Bovendien is onze basisschool een christelijke school. Dit betekent dat ons leven en werken in de school mede bepaald wordt door onze christelijke levensbeschouwing. Vanuit die levensvisie op opvoeding en onderwijs willen we kinderen begeleiden. Bijbelse waarden en normen zijn ons uitgangspunt om te werken aan een klimaat van veiligheid en wederzijds vertrouwen. Het woordje Leven in het motto is niet voor niets met een hoofdletter geschreven. We willen daarmee uitdrukken, dat er een leven is hier op aarde en daarbij mag er sprake zijn van een dagelijks leven met God. Op school willen we de kinderen de zorg geven die ze nodig hebben. Binnen de teambesprekingen en de dagelijkse gesprekken is die zorg voor de groep en het individuele kind een telkens terugkerend onderwerp. De leerkrachten die op school werken, willen omgaan met verschillen tussen kinderen. Dit betekent, dat we rekening willen houden met de individuele ontwikkeling van het kind. Ook willen we ieder kind respecteren en accepteren. Iedere leerkracht wil de kinderen zo benaderen, dat er recht wordt gedaan aan de ontwikkeling van het kind. Daardoor stellen we de school in principe open voor ieder kind. Daarbij wordt wel rekening gehouden met een bepaalde ernst van een problematiek dat een kind kan hebben en in hoeverre de deskundigheid van het team toereikend is om een kind te begeleiden.
3
Per augustus 2014 is de wet ‘Passend Onderwijs’ ingegaan. Het doel daarvan is passende ondersteuning te bieden aan alle kinderen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Binnen het samenwerkingsverband Passenderwijs waarin onze school met andere scholen samenwerkt zijn afspraken gemaakt hoe we de kinderen extra kunnen ondersteunen. Zie verder hiervoor 4.9 over de zorg voor de kinderen.
Overigens kunnen we ons voorstellen dat u even uw wenkbrauwen optrekt als u leest dat de school wil omgaan met verschillen. Dat is toch immers de taak van de school: kinderen die zwak zijn in een bepaald vak krijgen extra aandacht en kinderen die goed zijn krijgen extra werk. Dat doet iedere zichzelf respecterende school! Natuurlijk is dat zo. Kinderen zijn verschillend en als leerkracht ken je zo je pappenheimers. Toch gaat het om meer dan de goede bedoelingen van iedereen die voor de klas staat. Het gaat er o.a. om hoe je dat organiseert in de klas. Daarnaast is het belangrijk dat een leerkracht er vanuit gaat, dat het kind het wel kan. Niets is zo frustrerend voor een kind als een leerkracht uitstraalt dat ‘het niet zal lukken’. Uiteindelijk wil ieder kind zich ontplooien. Als leerkrachten gaan we daar vanuit. We willen dat uw kind iedere dag met plezier naar school gaat en ook heel veel leert. Kleuters, midden- en bovenbouwkinderen moeten allemaal tot hun recht komen in onze school. We hechten aan een fijne sfeer in de groepen. Een goede relatie met uw kind is belangrijk. Als leerkrachten willen we de kinderen positief benaderen. De kinderen moeten zich op school vooral veilig voelen. We stimuleren positief gedrag van alle leerlingen ten opzichte van elkaar. Niet voor niets houden wij, zowel in de pauze als voor schooltijd pleinwacht. Ook binnen de schoolmuren moet een sfeer heersen van wederzijds respect. Dat betekent dat de kinderen moeten leren naar elkaar te luisteren, met elkaar te overleggen en voor elkaar te zorgen. Een school is zowel leer- als opvoedingsinstituut. Naast leren op school besteden we veel tijd aan de opvoeding. Praktisch betekent het dat we kinderen graag leren hoe we ons gedragen, hoe we elkaar waarderen en tegemoet treden. De ouders spelen op school een belangrijke, stimulerende rol. Ook dat willen we graag. Zonder hun inbreng zouden heel wat leuke activiteiten niet mogelijk zijn.
4
2. De organisatie 2.1 Organisatie van het onderwijs De school telt aan het begin van het schooljaar zo’n 160 leerlingen, verdeeld over acht klaslokalen. Zij zijn afkomstig uit het hele dorp en er komen ook kinderen uit de omringende plaatsen. Het schoolgebouw, van voor de oorlog, is het laatste decennium grondig aangepast o.a. door de inzet van actieve ouders, zodat het fris en modern oogt. Alle lokalen zijn geheel gerenoveerd en er zijn twee nieuwe lokalen met zorgruimtes gebouwd. In 2009 zijn de kleuterlokalen geheel gerenoveerd en in de zomervakantie van 2010 geldt dit voor de aula en keuken. In de aula zijn regelmatig activiteiten zoals vieringen, ouderavonden, afscheid groep 8 e.d. In de zomervakantie van 2012 is de entree van de school en zijn de toilettenblokken van groep 3 t/m 8 vernieuwd. Bovendien is in groep 1 t/m 8 nieuw meubilair aangeschaft. 2.2 Leerstofjaarklassensysteem Het onderwijs op onze school gaat uit van het leerstofjaarklassensysteem: de vierjarigen zitten in groep 1, de zesjarigen in groep 3, enz. De leerlingen zijn in drie hoofdgroepen in te delen: de onderbouw voor de groepen 1-2, de middenbouw voor de groepen 3-5 en de bovenbouw voor de groepen 6-8. Tijdens het werken in de onderbouw wordt uitgegaan van het individuele kind. Veelal wordt rond thema’s en projecten gewerkt. Vanaf groep 3 wordt gebruikgemaakt van leermethodes op enkele vakgebieden. Later vindt uitbreiding van vakgebieden plaats. Een aanzienlijk deel van de instructie vindt ‘klassikaal’ plaats, maar er is heel nadrukkelijk gelegenheid tot differentiatie. Daar bedoelen we mee dat voor een leerling met een zekere begaafdheid naar verbreding en verdieping van leerstof wordt gezocht. Maar ook dat leerlingen die moeite hebben met de leerstof, onderwijs op maat krijgen aangeboden. In het lesprogramma is om die reden twee keer per week een taakuur opgenomen. Leerlingen werken dan zelfstandig aan een taak, krijgen zo nodig een handelingsplan aangeboden (zie 4.4) of extra hulp van de leerkracht. 2.3 De onderbouw Over het algemeen verschilt de manier van werken met kleuters van het werken met oudere kinderen. Niet de methode, maar de belevingswereld van de kleuters is bepalend. Ook de inrichting van de lokalen en de manier van werken is anders dan in de andere groepen. Het werken in groep 1 en 2 gebeurt vanuit de kring. In de kring begint de schooldag en hier keren de kinderen ook steeds weer terug. Daarnaast wordt gespeeld en gewerkt aan tafels, in de hoeken, in de gymzaal en op het schoolplein. Het onderwijsaanbod is erop gericht de kinderen ervaringen, kennis en vaardigheden te laten verwerven door handelend bezig te zijn, door te experimenteren en te spelen, door de dialoog tussen leerkracht en kind. De meeste vakken komen in samenhang aan de orde aan de hand van bepaalde thema’s (bijvoorbeeld de winkel, de brandweer, het postkantoor, het voorjaar). Daarbinnen wordt een duidelijke lijn gevolgd van ontwikkelingsgebieden die van groot belang zijn: taal/denkontwikkeling, bewegen, werken/spelen, auditieve (het ‘horen’) en visuele (het ‘zien’) waarneming. Wie speelt in de huishoek is ook bezig met taalontwikkeling; wie speelt met lotto leert ook getallen of kleuren en wie op een vel de golven van de zee tekent, is bezig met voorbereidend schrijven. Gewoontevorming, regelmaat en structuur is van groot belang. Er is veel aandacht voor taalvorming, zoals woordenschat, beginnende geletterdheid en gecijferdheid, omdat dit de basis is voor heel veel ander leren. Als ondersteuning gebruiken we Schatkist, het meest gebruikte pakket voor kleuters. In een betekenisvolle context worden activiteiten met kleuters gedaan. Zo wordt doelgericht gewerkt aan de brede ontwikkeling van kleuters. Van motoriek tot creativiteit, van taal tot sociaal-emotionele ontwikkeling. En van wereldoriëntatie tot rekenen. Leren gebeurt vooral door spelen. Dit gaat in groep 2 (5/6-jarigen) door, maar hier heeft de leerkracht een meer sturende rol. In deze groep worden (speelse) activiteiten aangeboden die voorbereiden op leren lezen, rekenen en schrijven in groep 3. 2.4 Overgang van kleuters Een kind zit ruim anderhalf tot twee en een half jaar in de kleutergroepen. Dit kan, afhankelijk van de geboortemaand, iets langer of korter zijn. Kleuters die voor januari op school komen, worden geplaatst in groep 1. De vierjarigen die vanaf januari op school komen worden geplaatst in groep 0. De kinderen van groep 1 komen na de zomervakantie in groep 2. 5
In overleg met de ouders kan er voor gekozen worden om een kind nog een jaar langer in de kleutergroep te laten. We stellen ons dan de vraag of de doorgaande ontwikkeling van een kind gebaat is bij een overgang. Soms zijn kleuters nog zo gericht op spelen en hebben zo weinig belangstelling voor de schoolse vaardigheden die in de hogere groep aan bod komen, dat een overgang te abrupt zou zijn. Zo’n overgangsbeslissing wordt weloverwogen genomen. Gedurende de kleuterperiode worden observatiekaarten van het leerlingvolgsysteem ingevuld. Dat gebeurt al nadat een kleuter een paar maanden onderwijs heeft gevolgd. We kijken naar het gedrag in de kring, de werkhouding, de motoriek. Met behulp van deze en andere toetsen (zie hoofdstuk 4.3) stimuleren we kinderen die dat nodig hebben extra. Als we twijfels hebben, delen we die aan de ouders mee. Als er geen problemen zijn hoort u niets van ons. Als we besluiten een kind gebruik te laten maken van een zgn. verlengde kleuterperiode (een groep 1 of 2-verlenging) bespreken we dat vroegtijdig. 2.5 Vanaf groep 3 Vanaf groep 3 worden de vakken lezen, taal, schrijven en rekenen steeds belangrijker. In groep 3 staat het aanvankelijke lezen centraal. Op een speelse wijze worden de kinderen de eerste beginselen van het lezen bijgebracht. De kinderen merken dat ze na een tijdje al de nodige woordjes kunnen lezen (en schrijven). Ook beginnen de kinderen gericht aan rekenonderwijs, waarbij de hoofdbewerkingen tot 20 centraal staan. In groep 4 wordt dat verder verdiept en uitgebreid. In de groepen 5 en 6 willen we de kinderen tot het hoogste niveau van het technisch lezen brengen. Naast de basisvaardigheden taal en rekenen, krijgen de kinderen in de hogere groepen ook meer op het gebied van de zaakvakken, zoals aardrijkskunde, geschiedenis, verkeer, natuur en techniek. Om teksten die de kinderen bij deze vakken te lezen krijgen, goed te kunnen begrijpen, wordt er tijd besteed aan begrijpend lezen. De kinderen leren hoe ze met een tekst om moeten gaan om de vragen hierover te kunnen maken. Wij vinden het belangrijk dat kinderen ervaring opdoen met huiswerk maken. De kinderen leren hierdoor eigen verantwoordelijkheid te dragen voor een opgegeven taak en wennen vast aan het verschijnsel huiswerk, zoals dat op het voortgezet onderwijs het geval is. In groep 4 en 5 krijgen de kinderen af en toe een opdracht; vanaf groep 6 komt het regelmatiger voor. Groep 6: 1 keer per week (repetities of werk afmaken) en 3x per jaar een extra opdracht zoals spreekbeurt, werkstuk, boekverslag. Groep 7/8: huiswerk komt frequenter voor; naast het leren van repetities moeten ook werkstukken gemaakt worden en spreekbeurten voorbereid. In de groepen 7 en 8 wordt gericht gewerkt aan de voorbereiding op het voortgezet onderwijs. Er wordt geoefend met bepaalde huiswerkopdrachten (zoals het maken van een werkstuk of het voorbereiden van een spreekbeurt op de computer) en vaardigheden (zoals het gebruik van naslagwerken) waarmee de kinderen in het voortgezet onderwijs ook te maken krijgen.
6
3. De vakken 3.1 Godsdienstonderwijs Elke dag is er een half uur godsdienstonderwijs in het rooster opgenomen. We gebruiken de methode ‘Startpunt’. Er is een ‘lied van de week’ dat gedurende de week wordt gezongen, naast andere liederen. Er worden Bijbelse verhalen verteld en verwerkt met een puzzel of iets dergelijks. In de hoogste groepen is ook aandacht voor zendings- en kerkgeschiedenis en geestelijke stromingen. Soms zijn er activiteiten voor de zending, zoals het uitnodigen van een zendingsmedewerker. Voor het behandelen van verschillende geestelijke stromingen beschikt de school niet over een aparte methode. Veelal zit het verweven in de wereldoriënterende vakken. Godsdienstonderwijs staat op onze school Iedere maandagmorgen wordt geld ingezameld: het zendingsgeld. voor een veelheid van activiteiten. Tijdens de Waarvoor we sparen wordt in de nieuwsbrief of in de schoolkrant godsdienstlessen worden de verhalen uit de vermeld. Verder hebben we twee adoptiekinderen. Via onze bijdrage Bijbel verteld. Daar blijft het niet alleen bij. worden zij in staat gesteld een school te bezoeken, goed te eten en We praten ook veel met elkaar. In elke groep zelfs de familieleden daarvan mee te laten profiteren. wordt op het eigen niveau van de kinderen Elke dag bidden en danken we voor de dagelijkse dingen, voor onszelf, gezocht naar de betekenis van de Bijbel voor de nood van de wereld en de mensen om ons heen. verhalen in ons leven. ‘Wat wordt bedoeld Na iedere vakantie houden we met de leerlingen een gezamenlijke met de uitspraak van Jezus: “Elkaars voeten opening. De openingen hebben een interactief karakter met gebruik van te wassen”? Is het moeilijk de minste te zijn de beamer en veel inbreng van de leerlingen. Thema’s van voorgaande en elkaar te vergeven?’ schooljaren waren o.a.: Keer je om, Gaaf!, Water om te leven en Ik blijf bij je. 3.2 Rekenen en wiskunde Sinds 2012 gebruiken we voor het eerst de methode ‘Wizwijs’. Het is een realistische rekenmethode. Dit betekent dat de methode uitgaat van voorbeelden uit het dagelijks leven en niet alleen rijtjes sommen aanbiedt. Leren rekenen met Wizwijs is leren rekenen vanuit het kind. Wizwijs combineert praktisch en creatief rekenen met wiskundige kennis en vaardigheden. Alle illustraties, kleurgebruik en opdrachten die Wizwijs hiervoor gebruikt zijn 100% functioneel. Er wordt veel geoefend, goed geautomatiseerd en er is extra aandacht voor taalzwakke kinderen, zorgkinderen en de betere rekenaars. De afgelopen jaren hebben wij ons intensief bezig gehouden met het rekenonderwijs. Voor iedere groep hebben wij tussendoelen bepaald. Daaruit blijkt wat leerlingen moeten beheersen aan het einde van een leerjaar. 3.3 Nederlandse taal Dit schooljaar gebruiken we voor het eerst de methode ‘Taal op maat’ in de groepen 4 t/m 8. Deze methode sluit goed aan bij de uitgangspunten van de school: er zijn volop mogelijkheden om kinderen die extra zorg nodig hebben te helpen en kinderen die extra leerstof aankunnen het daadwerkelijk te geven. In groep 2 wordt gewerkt met de methode Schatkist. Met Schatkist wordt gewerkt aan de brede ontwikkeling van kleuters. Van motoriek tot creativiteit, van taal tot sociaal-emotionele ontwikkeling. En van wereldoriëntatie tot rekenen. 3.4 Lezen In groep 3 hebben we de methode ‘Veilig Leren Lezen’. We besteden veel aandacht aan zelfstandig lezen. Een paar keer per week lezen de kinderen voor zichzelf in de klas. De bedoeling is dat daardoor het leesplezier wordt vergroot. Natuurlijk hoort hier een ruim en goed aanbod van bibliotheekboeken bij. Uiteraard vindt regelmatig aanvulling/vernieuwing van boeken plaats. Tijdens een vast moment in de week zorgen bibliotheekmoeders voor de uitleen. Voor begrijpend en studerend lezen gebruiken we de methode ‘Leeslink’. Dit is een geheel digitale methodiek. Elke week wordt een actueel onderwerp aangeboden, waar de groep mee aan het werk gaat. De lessen worden via internet aangeleverd en is dus altijd actueel en veroudert nooit. Er wordt gevarieerd gewerkt met filmpjes, teksten, leerhulpjes en nog veel meer. De 7
leerlingen leren hoe en wanneer ze een leesstrategie kunnen inzetten om te weten wat de tekst betekent. Er wordt ook met leesouders gelezen voor leerlingen die extra hulp nodig hebben. Voor groep 4 t/m 6 gebruiken we een methode voor Voortgezet Technisch Lezen: Estafette. Er wordt gelezen op drie niveaus: risicolezer, methodevolgers en vlotte lezers. Het is een methode met plezierige leesteksten, waarbij elk kind uit de klas de aandacht krijgt die het nodig heeft. Het gebruik van een fasenmodel is in Estafette nieuw en duidelijk herkenbaar. Specifieke leesmoeilijkheden worden eerst apart geoefend. Eerst goed, dan vlot, is het devies. Vervolgens krijgen leerlingen teksten. En leerlingen die dat nodig hebben, krijgen gerichte instructie en feedback. In groep 7 en 8 ligt het accent op zelfstandig lezen en de toepassing naar het begrijpend lezen. 3.5 Schrijven We gebruiken de methode ‘Pennenstreken’. In de bovenbouwgroepen oefenen de leerlingen schrijfvormen als dictaatschrijven, creatief schrijven, blokletters oefenen, enzovoorts. De kinderen blijven tot en met groep 8 methodisch schrijven. 3.6 Engels Sinds een jaar geven we Engels in alle groepen van de school. De methode die we hiervoor gebruiken is ‘Take it easy’. Deze methode heeft het digibord als uitgangspunt. Van het begin tot het eind van de Engelse les wordt Engels gesproken. Bovendien is er een uitwisselingsprogramma met een Engelse school, de Horsted school in Chatham, Engeland. Er is regelmatig correspondentie waarbij leerlingen en leerkrachten via o.a. brieven elkaar informeren. 3.7 Wereldoriëntatie Op heel veel momenten wordt gesproken over de wereld om ons heen en brengen we de kinderen kennis bij over het heden en verleden van de aarde. De kinderen oriënteren zich in ruimte en tijd In het documentatiecentrum kunnen de en maken zich begrippen eigen (“hier”, “daar”, “gisteren”). Vaak in hun kinderen boeken uitkiezen die ze voor een spel worden ervaringen opgedaan. werkstuk nodig hebben. Uitwerking ervan In de midden- en bovenbouwgroepen gebruiken we methodes voor gebeurt op de computer waar natuurlijk ook wereldoriëntatie. In de groepen 3 en 4 kozen we voor de methode veel informatie is te vinden. Als het werkstuk Topondernemers. De leerlingen leren door de aanpak van deze klaar is, wordt het soms gepresenteerd aan methode informatie op te zoeken en te presenteren. Denk bijvoorbeeld de andere leerlingen van de klas. Compleet aan het maken van een muurkrant, toneelstukje, kunstwerk of met inhoudsopgave, tekeningen en werkblad. Deze methode sluit goed aan op de methode Naut (Natuur illustraties levert dit vaak mooie werkstukken en techniek) in de vervolggroepen. Bij het NME (Natuur- en Milieuop. Educatiecentrum) worden vaak leskisten met een thema of onderwerp voor gebruik in de klas gehaald. We gebruiken voor aardrijkskunde de nieuwe aangeschafte methode ‘Meander’ en voor geschiedenis sinds een jaar de methode ‘Brandaan’. Het zijn methodes die voldoen aan ons onderwijskundig uitgangspunt: omgaan met verschillen tussen kinderen. Er zijn herhalingslessen voor kinderen die de leerstof moeilijk vinden en verdiepingslessen voor uitblinkers. Ook door middel van klassengesprekken, spreekbeurten, werkstukken en educatieve programma’s van de schooltelevisie vindt verdieping plaats. 3.8 Verkeer De afgelopen jaren heeft het team zich samen met de verkeerswerkgroep ingezet voor grotere verkeersveiligheid van onze leerlingen. De werkgroep heeft daarbij activiteiten georganiseerd met het oog op een verkeersveilige schoolomgeving, het oefenen van verkeerssituaties in de praktijk en meer structurele aandacht voor verkeersonderwijs in alle groepen. Het laatste heeft o.a. geleid tot de aanschaf van de verkeersmethode ‘Wegwijs’. De verkeerswerkgroep zet zich elk schooljaar in voor de verkeersveiligheid van de leerlingen door diverse activiteiten rondom verkeer te organiseren. Ook onderhoudt de werkgroep contact met de gemeente met betrekking tot een verkeersveilige schoolomgeving. Het meest recentelijk is een 30 km zone ingesteld. We vinden het erg belangrijk dat voor de veiligheid van de kinderen er verstandig ‘parkeergedrag’ is. Dus graag de auto niet bij de trottoirs in de buurt van de school parkeren! Als waardering voor het feit dat we veel aandacht besteden aan verkeersveiligheid, heeft de school het Utrechts Verkeersveiligheids Label (UVL) gekregen. Dit is door het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid (ROV)-Utrecht toegekend aan scholen die zich bovengemiddeld inzetten voor verkeerseducatie en daarbij voldoen aan een aantal criteria.
8
3.9 Gezond gedrag Eén van de vakken die op school wordt gegeven is ‘Gezond gedrag’. Zo wordt bijvoorbeeld in groep 8 tijdens deze lessen aandacht besteed aan EHBO. Na deze lessen volgt een officieel examen. De werkgroep ‘Kids Gezond’ neemt het initiatief om te komen tot meer verantwoord eetgedrag. In de praktijk is er o.a. aandacht voor snoepen en zijn dinsdag en vrijdag de fruitdag. We stellen het op prijs dat de leerlingen dan fruit mee naar school nemen. Het is echter geen verplichting, want ouders blijven verantwoordelijk. De aandacht wordt mede gefocust op voldoende beweging, zoals de avondvierdaagse, schoolvoetbal-, korfbaltoernooi en zwemvierdaagse. We geven lessen seksuele vorming in alle groepen. De eerste verantwoordelijkheid voor dit deel van de opvoeding ligt bij de ouders, maar we vinden het belangrijk om het ook een plaats in ons onderwijs te geven. Niet als vervanging van de opvoeding van de ouders, maar in het verlengde daarvan. We gebruiken de methode ‘Wonderlijk gemaakt’, een methode die de Bijbel als uitgangspunt heeft. 3.10 Expressievakken Expressie krijgt haar uitwerking in muziek, handenarbeid, textiele werkvormen en tekenen. Deze vakken zorgen voor evenwicht in het lesprogramma. We zien deze lessen echter niet als louter ontspanning. Ook hier wordt lesgegeven en streven we kwaliteit na. We gebruiken de methodes ‘Moet je doen’, ‘Tekenvaardig’, ‘Handvaardig’ en ‘Uit de kunst’. Voor groep 5 t/m 8 worden, naast de wekelijkse teken- en handenarbeidlessen, creatieve middagen gehouden. Verdeeld in kleine groepjes van ongeveer vijf kinderen wordt onder begeleiding van een leerkracht of ouder iets gemaakt op het gebied van handenarbeid. Vooral onderwerpen en technieken waar we normaal gesproken in de klas niet zo aan toe komen worden beoefend. Ouders mogen tijdens deze middagen een kijkje komen nemen. Eén keer per jaar is er een projectperiode van een week of drie op school. Soms is het een vrij onderwerp, soms een project van de stichting Kunst Centraal. De projectperiode is altijd weer een hoogtepunt binnen het onderwijs waar de creativiteit van de kinderen extra aandacht krijgt. 3.11 Technieklessen Er zijn veel materialen voor techniek aangeschaft en voor elke groep hebben we technieklessen vastgesteld. We geven één keer per twee weken een uur techniek. Het programma stimuleert de inpassing van lesmateriaal over techniek en wetenschap in het basisonderwijs. Terwijl er een toenemende behoefte komt aan mensen met technische kennis en vaardigheden, is er een afnemende belangstelling bij kinderen en jongeren. Door stimulering wordt geprobeerd de belangstelling te vergroten, zodat er op termijn toch voldoende loodgieters en chemici zullen zijn. 3.12 Computers, iPads en digiborden Het computeronderwijs krijgt grote aandacht. Er zijn in de groepen 3 t/m 8 in het voorjaar nieuwe digiborden en beamers aangeschaft. Voor de kleutergroepen is er een touchscreen. Hierdoor zijn er voor ons onderwijs veel toepassingsmogelijkheden. Twee jaar geleden zijn achterin de lokalen nieuwe computers geplaatst. Ook zijn er tablets aangeschaft. We verwachten dat de aankomende jaren tablets steeds meer een onderwijsfunctie in de school gaan vervullen. Het beleid hiervoor is volop in ontwikkeling. De computer is onmisbaar in ons onderwijs en wordt tijdens verschillende vakken gebruikt. Er is bijvoorbeeld educatieve software dat speciaal hoort bij de leermethodes. De oefenstof sluit hier nauw aan bij de leerstof in het boek. Ook worden er woordjes, tafels en topografie geoefend op de computer. Op de computer kan gezocht worden naar een boekje uit het documentatiecentrum of naar informatie voor een werkstuk. De kinderen leren de verschillende computervaardigheden, zoals het werken met de computer, internet en programma’s. Teamleden zijn bijgeschoold en één leerkracht is regelmatig vrijgeroosterd om werkzaamheden op het gebied van ICT te verrichten. Verantwoord computergebruik is belangrijk. Daartoe hebben we een internetprotocol dat via de website van de school is in te zien. 3.13 Website, facebook en privacy Een paar jaar geleden is de website van de school geheel vernieuwd. De website is zeer gebruiksvriendelijk en heeft vele mogelijkheden. Op de website van de school (www.julianaschoolwilnis.nl) kunt u regelmatig verslagen en foto’s van schoolactiviteiten vinden. Ouders moeten hiervoor toestemming geven. In september 2014 werden de ouders hiervoor benaderd en voor nieuwe leerlingen wordt in het inschrijfformulier opgenomen of ouders wel/geen bezwaar hebben tot het 9
plaatsen van foto’s. Het vermelden van de adresgegevens van uw kind(eren) die ouders van de kinderen uit hun groep digitaal krijgen aangeleverd, geldt het volgende: als u dit niet wenst, meld het de directeur. Dit schooljaar is een facebook account geopend. De toestemming zoals die staat beschreven voor de website geldt ook voor andere sociale media, zoals facebook. 3.14 Burgerschapsvorming In de afgelopen decennia is onze samenleving pluriformer geworden. De overheid heeft de scholen verplicht in hun onderwijs actief burgerschap en sociale integratie te bevorderen. Vanuit onze protestants-christelijke identiteit vinden wij het van belang dat leerlingen op een zelfbewuste manier in het leven staan, waarbij ze niet alleen respect voor anderen hebben, maar ook naar anderen omzien. Wij willen leerlingen brede kennis over en verantwoordelijkheidsbesef voor de samenleving meegeven. In de school leren leerlingen samen te leven met anderen. De opvoeding thuis en op school behoort zoveel mogelijk op één lijn te liggen. Burgerschapskunde zien we niet als één losstaand schoolvak. Het moet verweven zijn in allerlei schoolvakken, in de visie en in de uitstraling van de school. De leerkracht heeft hierbij een voorbeeldfunctie. Als u nader wilt worden geïnformeerd kunt u het beleidsdocument Actief burgerschap en sociale integratie op school inzien. 3.15 Schoolreisjes en excursies Groep 1 t/m 7 gaat elk jaar op schoolreis. Doel van deze uitstapjes is om met elkaar, leerlingen en leerkrachten een fijne dag te beleven. Voor hulp tijdens de schoolreis worden ouders door de leerkrachten benaderd. Veelal zijn dit ouders die veel vrijwilligerswerk voor school verrichten. Groep 8 heeft de dag van schoolreis geen school. Zij gaan korte tijd daarna op schoolkamp. Het is een goede gewoonte geworden, dat wij per jaar tenminste één maal met de hogere groepen een excursie plannen. In tegenstelling tot het schoolreisje, heeft zo’n uitstapje een zuiver educatief karakter, de kinderen moeten er iets van opsteken. Kinderen die om een bepaalde oorzaak niet kunnen deelnemen aan een buitenschoolse activiteit krijgen op school vervangende lessen aangeboden. 3.16 Culturele activiteiten In samenwerking met de stichting ‘Kunst Centraal’ worden er gedurende het hele jaar diverse culturele activiteiten voor alle groepen georganiseerd. Dit kunstmenu en cultuurprogramma biedt een aanbod voor een periode van acht jaar basisonderwijs. Om u een indruk te geven een greep uit het aanbod: een concert , op stap met Jan en Jet en schrijfster in de klas. 3.17 Kanjertraining We besteden wekelijks aandacht aan de sociale en emotionele ontwikkeling van de leerlingen, waarbij we gebruik maken van de Kanjertraining. Het schoolteam heeft hiervoor in vijf jaar tijd vijf studiedagen gevolgd. De school heeft hierdoor een definitieve licentie en leerkrachten zijn geschoold tot Kanjertrainer. In dit schooljaar wordt een leerkracht opgeleid tot Kanjer coördinator. Bij de Kanjertraining zijn 5 basisregels belangrijk:
We vertrouwen elkaar; Niemand speelt de baas; Niemand lacht uit; Niemand blijft zielig; We helpen elkaar. Via de Kanjertraining willen we de leerlingen bewust maken van hun eigen gedrag door middel van verhalen, opdrachten en oefeningen. Gedragsuitingen maken we duidelijk en herkenbaar door middel van verschillende kleuren petjes. Een zwart petje staat voor pestvogelgedrag, een rode van apengedrag (uitlachen en voortdurend grapjes maken), een gele pet voor konijntjesgedrag (bang zijn en niets durven zeggen) en het witte petje voor kanjergedrag (duidelijk durven zeggen wat je wilt en niet wilt).
10
De doelstellingen van de Kanjertraining zijn: Pestproblemen worden hanteerbaar/lossen zich op; Leerlingen voelen zich veilig; Leerlingen voelen zich bij elkaar betrokken; Leerlingen durven hun gevoelens onder woorden te brengen; Leerlingen krijgen meer zelfvertrouwen.
11
4. Zorg voor kinderen 4.1 Aanmelding Het is de gewoonte dat ouders tijdig contact opnemen met de directeur. Als het uw eerste kind is dat naar school gaat, krijgt u informatie thuis gestuurd en wordt u uitgenodigd voor een gesprek. Tijdens dit gesprek krijgt u verdere informatie over de school, heeft u de gelegenheid tot het stellen van vragen en kunt u rondkijken. De school krijgt via de peuterspeelzaal waar uw kind verbleef informatie door een overdracht formulier. Wanneer u besluit tot aanmelding, wordt het aanmeldingsformulier ingevuld en ondertekend. Onder paragraaf 4.8 (Passend Onderwijs) wordt de procedure uitvoeriger beschreven. Voordat uw kind vier jaar wordt, ontvangt u een uitnodiging om te komen kennismaken in de groep. De driejarigen die vóór januari op school komen wennen 10 dagdelen; zij worden geplaatst in groep 1 en hebben een kortere kleuterperiode. De driejarigen die ná december op school komen wennen 2 dagdelen; zij worden geplaatst in groep 0 en hebben een langere kleuterperiode. Op de dag dat uw kind vier jaar is geworden, mag uw zoon/dochter naar school. Ook voor oudere kinderen die als eerste van een gezin naar onze school komen, geldt dat de ouders eerst een gesprek hebben met de directeur. We willen dan beschikken over de leerlinggegevens van de vorige school. Er wordt dan contact gezocht met die school. Om er zeker van te zijn dat uw kind in de juiste groep wordt geplaatst, kan er een onderzoek door de Intern Begeleider plaatsvinden. 4.2 Verslaggeving Ieder kind heeft een eigen dossier op school. Hierin zitten het inschrijfformulier, rapportverslagen, testverslagen en alles wat specifiek bij een kind hoort. Al die gegevens worden - volgens wettelijk voorschrift - een aantal jaren na het verlaten van de school vernietigd. Aan de school waar de kinderen, na het verlaten van onze school, naar toe gaan wordt een onderwijskundig rapport verstrekt. 4.3 Leerlingvolgsysteem Wij vinden het belangrijk om gedurende de hele schoolperiode de vorderingen van alle kinderen te blijven volgen. In het zogenoemde Parnassys Leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS) wordt van ieder kind nauwkeurig bijgehouden hoe de vorderingen verlopen. Volgens een toetskalender worden landelijk genormeerde toetsen afgenomen. Voor de kleuters zijn dit de toetsen Taal voor kleuters en Rekenen voor kleuters. In de overige groepen zijn er toetsen voor (begrijpend) lezen, spelling, rekenen en wiskunde. Van elk kind wordt nauwkeurig bijgehouden hoe de vorderingen verlopen en als het nodig is maken we een individueel handelingsplan of voor een groepje leerlingen een groepsplan. Bovendien monitoren de directeur en de Intern Begeleider de opbrengsten (resultaten) van de school. Die resultaten worden vervolgens met het team besproken om na te gaan of aanpassingen in de onderwijsleersituatie nodig zijn. Daarna wordt in het bestuur verslag gedaan. 4.4 Onderwijs op maat Naar schatting heeft ongeveer één op de vijf kinderen op de basisschool extra aandacht nodig. Het is een belangrijke taak van de school om de werkelijke problemen te ontdekken. Daar wordt dan ook veel aandacht aan besteed. Hoe eerder een kind geholpen is, des te beter. Het gaat dan niet altijd om grote problemen of om zwakke leerlingen. Ook kinderen die gemakkelijk leren kunnen het moeilijk hebben. Voor die leerlingen zijn er extra leermiddelen (we noemen dit verrijkingsmateriaal). Er zijn activiteiten en mogelijkheden om in een hoger tempo te werken. Door het leerlingvolgsysteem kan worden gesignaleerd of een leerling achterblijft of uitvalt. Tijdens de groeps- of leerlingbesprekingen worden deze kinderen besproken. Vervolgens wordt er door de groepsleerkracht en de Intern Begeleider een begeleidingsplan opgesteld, het zo geheten handelingsplan. Daarin staat beschreven hoe een leerling extra hulp krijgt om de leermoeilijkheden de baas te worden. Als leerlingen via een handelingsplan extra begeleiding krijgen, worden de ouders altijd op de hoogte gebracht en gehouden. Natuurlijk is er een minimumpakket wat we met alle leerlingen proberen te bereiken. Onze orthotheek bevat tal van naslagwerken, toetsen en hulpmiddelen om kinderen extra hulp te kunnen bieden. Vanuit het team is de Intern Begeleider aangewezen, om speciale zorg te coördineren. De IB-er heeft daarvoor extra scholing ontvangen. Ook kan remedial teaching worden aangeboden. Soms kan het zinvol zijn om een kind (een deel van) de leerstof van een bepaald jaar over te laten doen. Leerlingen kunnen ook problemen hebben met de spraaktaalontwikkeling, de motoriek of de sociaal-emotionele ontwikkeling. Ook kan een leerling langdurig ziek zijn. Soms is er hulp van buiten de school nodig. Het gebruik van eigentijdse methodes, de inzet van bekwaam personeel en het nauwgezet volgen van de resultaten van de leerlingen zorgen er mede voor dat optimale kwaliteit wordt nagestreefd.
12
4.5 Handelingsgericht Werken (HGW) Een levenlang leren: ook het schoolteam blijft zich ontwikkelen. Evenals de kinderen, werken ook wij nauw samen met elkaar en helpen en ondersteunen elkaar waar nodig. We zijn geschoold om te werken via de uitgangspunten van handelingsgericht werken. Maar wat is handelingsgericht werken? HGW is een systematische manier van werken, waarbij de centrale vraag is: wat vraagt het kind aan ons? Welke benadering, aanpak, ondersteuning, instructie etc. heeft het nodig? Deze onderwijsbehoeften formuleren we door aan te geven wat een kind nodig heeft om een bepaald doel te kunnen bereiken. Het HGW doen we aan de hand van groepsplannen. Het is immers onmogelijk voor ieder kind een eigen plan te maken en dat te begeleiden. Door groepsplannen wordt de groep in drie groepen verdeeld: een aandacht-, een basis- en een plusgroep. Door zo te werken worden leerlingen aangesproken op hun mogelijkheden en talenten, en richten wij ons op betrokkenheid, welbevinden en optimale ontwikkeling van onze kinderen. 4.6 De Plusklas Ook leerlingen die extra goed kunnen leren, krijgen veel aandacht op onze school. We zorgen ervoor dat er genoeg leerstof en materialen in de klas aanwezig zijn waarmee leerlingen kunnen werken als de basislesstof klaar is. Dit schooljaar ontwikkelen we verder een werkruimte met extra uitdagende opdrachten en materialen waar leerlingen die meer aan kunnen, mee kunnen werken. De Plusklas (opgezet in 2011-2012) biedt meerbegaafde leerlingen extra mogelijkheden voor eigen ontwikkeling. Leerlingen uit de groepen 1 t/m 8 komen elke week een uur bij elkaar. Er is een onderverdeling van leerlingen uit de onder-, middenen bouwbouw van de school. Zij krijgen uitdagende projecten aangeboden. Criteria om te worden geplaatst in de Plusklas zijn: Kinderen die niet genoeg uitdaging hebben in de klas; Begaafde kinderen die vaardigheden moeten ontwikkelen om zelfstandig aan extra opdrachten te kunnen werken in de klas. . Om te kunnen bepalen welke leerlingen in aanmerking komen voor de Plusklas is het zgn. DHH-protocol aangeschaft. Met dit Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid kunnen leerlingen worden gescreend op meerbegaafdheid, Deze screening begint al in de kleutergroepen. Wanneer blijkt dat uw kind kenmerken heeft van meer-/hoogbegaafdheid nemen wij contact met u op om dit verder uit te werken. Het team wordt regelmatig bijgeschoold tijdens studiemomenten en leerkrachten die de Plusklas leiden hebben hiervoor een post HBO-opleiding gevolgd. De Plusklassen worden geleid door juf Amanda en juf Marit. Vanuit het samenwerkingsverband Passenderwijs (zie 4.9) heeft de school voor dit schooljaar een stimuleringssubsidie voor aanvullende basisondersteuning gekregen. Deze subsidie wordt ingezet om onze kennis te verbreden en te verdiepen rondom meerbegaafdheid. We oriënteren ons op de volgende onderwerpen: meerbegaafd en sociale vaardigheden, meerbegaafd en leren leren en meerbegaafd en gedrag/werkhouding. Een leerkracht is daar elke vrijdagmorgen voor vrijgeroosterd en een leerkracht zal gedurende het hele jaar een avond in de week scholing krijgen. 4.7 Pesten Voorkomen van pesten is een belangrijk aandachtspunt binnen onze school. Als er eens iets gebeurt, en het komt ons ter ore, grijpen we direct in. Het team heeft afspraken gemaakt hoe we optreden bij pestgedrag. We doen aan dossiervorming en lichten zo nodig de ouders van het gepeste kind én het kind dat pest in. Als uitvloeisel heeft het team een pestprotocol gemaakt. Daarnaast is er ook een gedragscode. De gedragscode beschrijft allerlei aspecten hoe we met elkaar behoren om te gaan. Zo onderscheiden we o.a. seksuele intimidatie, racisme/discriminatie, lichamelijk geweld, kleding, digitale snelweg. Beide documenten zijn in te zien via de website van de school. Een paar jaar geleden volgde het schoolteam de Kanjertraining en afgelopen jaar was er de laatste nascholingsdag, zodat de school definitief gecertificeerd is. Leerkrachten krijgen daardoor nog meer handvatten om leerlingen met gedrags- en/of sociaalemotionele problemen te begeleiden. Zie ook 3.17. 4.8 Passend Onderwijs Scholen zijn vanaf 1 augustus 2014 verplicht ervoor te zorgen dat voor elk kind dat extra ondersteuning nodig heeft een passende plek beschikbaar is. Dat kan zijn op de school waar u uw kind heeft aangemeld, maar ook op een andere school die beter kan inspelen op de ondersteuning die uw kind nodig heeft. Als de school van aanmelding uw kind niet zelf kan plaatsen, wordt na overleg met u een passende plek op een andere school geboden. 13
Het kiezen van een school Als ouder kiest u zelf een school voor uw kind, ook als uw kind extra ondersteuning nodig heeft. Informatie over de ondersteuning die een school biedt, kunt u vinden in het ondersteuningsprofiel welke is op te vragen bij de school. Na aanmelding beoordeelt de school of zij aan de ondersteuningsvraag van uw kind kan voldoen. Als de school uw kind niet voldoende kan ondersteunen, zoekt ze in overleg met u een school die dit wel kan. Uw kind aanmelden bij een school naar keuze Hebt u een school gevonden die voldoet aan uw wensen? Dan meldt u uw kind minimaal 10 weken voordat uw kind 4 jaar wordt schriftelijk aan (op z’n vroegst vanaf de dag dat uw kind de leeftijd van 3 jaar bereikt). U doet dit door een aanmeldingsformulier in te vullen. Als u bij meerdere scholen schriftelijk aanmeldt, dient u dit aan te geven. De school waar het eerst schriftelijk wordt aangemeld, is verantwoordelijk voor de zorgplicht. Als u denkt dat uw kind extra hulp nodig heeft, dan dient u dat bij aanmelding aan de school door te geven. Als u uw kind later aanmeldt, kan het zijn dat uw kind niet op tijd geplaatst kan worden. School onderzoekt of uw kind extra ondersteuning nodig heeft Zodra u uw kind heeft aangemeld, onderzoekt de school of uw kind extra ondersteuning nodig heeft. De school gebruikt vooral uw informatie om de ondersteuning van uw kind vast te stellen. Ook kan de school u verzoeken gegevens te verstrekken van de school van herkomst en/of betrokken instanties. Binnen 6 tot 10 weken na aanmelding een passend aanbod voor uw kind De school doet u binnen 6 weken na uw aanmelding een passend aanbod. Ze laat u weten of ze uw kind kan plaatsen. Dit hangt af van de ondersteuningsbehoefte van uw kind en van de expertise en het ondersteuningsprofiel van de school. Als de school uw kind niet voldoende kan ondersteunen, zoekt de school binnen diezelfde zes weken een betere plek. Hierbij kan de school het samenwerkingsverband betrekken. De school mag de termijn van zes weken één keer met maximaal vier weken verlengen. Indien na 10 weken geen passende school gevonden is die uw kind kan inschrijven, heeft uw kind recht op een tijdelijke inschrijving op de school waar uw kind schriftelijk is aangemeld. Ontwikkelingsperspectief Voor kinderen met een extra ondersteuningsvraag stelt de school in overleg met u het ontwikkelingsperspectief op waarin staat welke onderwijsdoelen uw kind zal kunnen halen. Binnen 6 weken nadat uw kind geplaatst is, stelt de school het ontwikkelingsperspectief vast. Dit gebeurt in overleg met de ouders. Indien u het niet eens bent met het beschreven perspectief, kunt u een beroep doen op de geschillencommissie ontwikkelingsperspectief (onderdeel van de Stichting Onderwijsgeschillen). Deze commissie brengt binnen 10 weken een oordeel uit aan het bevoegd gezag. 4.9 De zorg voor kinderen met specifieke behoeften • Met hulp van buiten Het zal duidelijk zijn dat geen enkel schoolbestuur in Nederland de zorgplicht voor kinderen alleen kan waarmaken. Samenwerking met andere scholen is dan ook onontkoombaar. Daarom is door de overheid deelname aan regionale netwerken verplicht gesteld. Onze school werkt daarom met 85 scholen in het regionale samenwerkingsverband Passenderwijs (www.passenderwijs.nl) waar ook scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO) zijn opgenomen. Hierdoor kunnen scholen zich wat meer specialiseren en onderling afspraken maken wie welke kinderen het beste onderwijs kan geven. Soms zijn er zorgen om een kind en gaan ouders en leerkracht met elkaar in gesprek. Wanneer zij er samen niet uitkomen, gaan ze gezamenlijk naar de IB-er van de school. Het kan dan zijn dat de school ondersteuning wil van het samenwerkingsverband. Het kind wordt dan aangemeld. Samen met de ouders wordt het groeidocument ingevuld en bij het Loket aangeleverd. In het Loket zitten de coördinatoren van Passenderwijs. Ouders kunnen alle stappen blijven volgen doordat zij het groeidocument kunnen blijven inzien. De school kan dan begeleiding krijgen. Dit gebeurt – met medeweten van de ouders – door het Regioteam. Het Regioteam is een groep van deskundigen die de scholen goed kunnen begeleiden bij de onderwijsbehoefte van een leerling. Voorbeeld van hulp is de Leeskliniek. Een kind met ernstige leesproblemen kan daar behandeld worden. Binnen het samenwerkingsverband zijn Leesklinieken, waarvan er één is gevestigd op onze Kon. Julianaschool. • Zorgarrangementen Wanneer blijkt dat er sprake is van intensievere, complexere onderwijsbehoefte voor een kind, kan het kind in aanmerking komen voor een arrangement. Per augustus 2014 zijn er binnen Passenderwijs 9 arrangementen voor extra ondersteuning. Er is de mogelijkheid voor een kind een eigen ondersteuningsbudget aan te vragen. Op die 14
wijze is er een tijdelijke, financiële impuls om aan de onderwijsbehoeften van het kind te kunnen voldoen. Er zijn ook arrangementen om kinderen te plaatsen op een school voor speciaal basisonderwijs (SBO) of op een school voor speciaal onderwijs (SO). 4.10 Schoolbegeleidingsdienst Onze school is aangesloten bij de CED-groep, met als locatie Maartensdijk. (CED: Centrum Educatieve Dienstverlening). De medewerkers helpen ons bij onderwijskundige problemen en opzet van (nieuwe) onderwijsvormen of het uitzoeken van nieuwe methodes. Een andere taak is het geven van adviezen over individuele kinderen. Na toestemming van de ouders wordt een onderzoek afgenomen. Dat kan een didactisch onderzoek zijn, dat zich richt op de schoolvorderingen. Het kan ook een psychologisch onderzoek zijn, dat informatie geeft over niet-schoolse zaken, capaciteiten, sterke en zwakke punten van een kind. Alle resultaten, conclusies en adviezen worden na afloop met leerkracht en ouders doorgesproken. Ook beschikt de CED-groep over gespecialiseerde consulenten die, bij langdurig zieke leerlingen, zowel leerkracht als leerling begeleiden in het veranderde c.q. aangepaste leerproces. Aanmelding voor begeleiding aan uw (langdurig zieke) kind gaat via de leerkracht. 4.11 Logopedie Een andere vorm van hulp is logopedie. Alle kinderen uit groep 1 worden rond hun vijfde jaar gescreend. Hierbij wordt gekeken en geluisterd naar bijzonderheden op het gebied van taalbegrip en taalgebruik, uitspraak, ademgewoonten, stemgebruik en mondgewoonten. Ouders worden op de hoogte gesteld. Bovendien worden er adviezen gegeven en – zo nodig - volgt er een uitgebreid onderzoek. De kinderen uit alle groepen kunnen worden getest op verzoek van leerkracht, jeugdarts of ouders. Mocht logopedische behandeling nodig zijn dan moet u uw kind aanmelden bij de logopedist in de particuliere praktijk. 4.12 Jeugdgezondheidszorg Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Vragen over school, vriendschappen, eten, gezondheid, opvoeding, pesten of geld? Het CJG wil meedenken met vragen rondom opgroeien en opvoeden. Zowel ouders als jongeren en kinderen kunnen een beroep doen op het CJG. In het CJG werken het Consultatiebureau, Jeugdgezondheidszorg 4-19 jaar van GGD Midden-Nederland en het maatschappelijk werk nauw met elkaar samen. Elke gemeente heeft een eigen CJG. Het CJG is bereikbaar via de mail, telefoon of je kunt binnen lopen op het inloopspreekuur. Adres, telefoonnummers en spreekuurtijden (zowel inloop als telefonisch) zijn te vinden op de website van het CJG van uw gemeente : www.cjgnaamvangemeente.nl. De GGD is kernpartner binnen het CJG. De GGD voor kinderen in het basisonderwijs De afdeling Jeugdgezondheidszorg van GGD regio Utrecht is er voor kinderen, jongeren en hun ouders om hen te adviseren en te ondersteunen bij gezond opgroeien. De GGD onderzoekt alle kinderen op verschillende leeftijden. Dit om eventuele problemen te signaleren, maar vooral om kinderen en hun ouders tijdig te ondersteunen bij vragen of problemen. De GGD werkt nauw samen met andere professionals die zich inzetten voor de gezondheid, groei en ontwikkeling van kinderen. Aan elke school is een jeugdgezondheidszorgteam van de GGD verbonden. Dit team bestaat uit een jeugdarts, een jeugdverpleegkundige en een assistente JGZ. Gezondheidsonderzoeken U krijgt als ouder van ons bericht als uw kind aan de beurt is voor onderzoek. De gebruikelijke preventieve onderzoeken vinden plaats in het wijkgebouw in Mijdrecht. In principe is het eerste onderzoek in de basisschool leeftijd het onderzoek in groep 2, daarna in groep 7. Na het onderzoek wordt u schriftelijk geïnformeerd over de uitkomst. Hierbij staat ook vermeld of er nog een vervolg afspraak wordt aangeboden met een jeugdarts of jeugdverpleegkundige. U krijgt dan een uitnodiging om samen met uw kind naar het spreekuur te komen. Spreekuur jeugdarts/jeugdverpleegkundige De spreekuren vinden plaats op de GGD locatie. U kunt er terecht met vragen over de ontwikkeling of gezondheid van uw kind of voor onderzoek of een gesprek. U krijgt een uitnodiging voor het spreekuur, als: - Het onderzoek op school aanleiding geeft tot een vervolg onderzoek of een gesprek. - De leerkracht zich zorgen maakt, en in overleg met u een afspraak op het spreekuur voorstelt en dit doorgeeft aan de GGD. Daarnaast kunt u natuurlijk altijd zelf een afspraak maken. 15
Inloopspreekuur (0-12 jaar) Heeft u zelf nog vragen over de gezondheid of ontwikkeling van uw kind? De Jeugdgezondheidszorg biedt inloopspreekuren aan voor ouders met kinderen van 0-12 jaar. Hier kunt u zonder afspraak terecht voor: • Het stellen van vragen over de gezondheid en ontwikkeling van uw kind • Een keer extra wegen en/of meten • Voedingsadvies Telefonisch spreekuur voor opvoed- en gezondheidsvragen De GGD biedt ook een telefonisch spreekuur. U wordt dan zo mogelijk dezelfde dag nog teruggebeld door een jeugdverpleegkundige. Bel hiervoor naar 033 – 4600046. Daarnaast biedt de GGD opvoed- ondersteuning via de e-mail:
[email protected] en de mogelijkheid om te twitteren met de jeugdarts via @deschoolarts. Vaccinaties DTP en BMR De GGD voert het rijksvaccinatieprogramma uit, waarbij kinderen worden ingeënt tegen een aantal infectieziekten zoals bof, mazelen, rode hond, difterie, tetanus en polio. In het jaar dat uw kind negen jaar wordt, krijgt u een oproep om uw kind te laten vaccineren. Kinderen krijgen twee vaccinaties. De DTP prik tegen difterie, tetanus en polio en de BMR-prik tegen bof, mazelen en rode hond. Wet Meldcode Twee jaar geleden is de Wet Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling ingegaan. Deze wet verplicht scholen om bij vermoedens van kindermishandeling met een meldcode te werken. Ook moeten alle leerkrachten signalen van kindermishandeling kunnen herkennen en onderbouwen. De leerkrachten hebben hiervoor een cursus gevolgd. 4.13 Schorsingen leerlingen Hoewel we hopen die situatie niet mee te zullen maken, kunnen er situaties zijn waarin leerlingen geschorst of zelfs de toegang tot de school geweigerd moeten worden. Er moet dan sprake zijn van een zodanig on(aan)gepast gedrag en een gebrek aan verbetering daarvan, dat handhaving van de leerling schadelijk is voor de situatie op de school of voor andere leerlingen in de klas. Schorsing of verwijdering zal altijd een sluitstuk zijn van een proces waarin in samenwerking met ouders gezocht wordt naar oplossingen. Hierop geldt één uitzondering nl. indien een leerling een zodanig gedrag toont dat opzettelijk lijf en/of goed van medeleerlingen of leerkrachten op de school schade lijden. In die gevallen zal tot onmiddellijke schorsing worden overgegaan. Regels en procedure omtrent zo’n situatie zijn ontwikkeld.
16
5. De directie 5.1 De leiding De directeur heeft de dagelijkse leiding van de school. Hij leidt het schoolteam en voert het overleg met het bestuur. De directeur draagt, namens het bestuur, de eindverantwoordelijkheid. De taak en positie van de directeur is in het directiestatuut vastgelegd. U kunt de directeur altijd aanspreken en indien nodig een afspraak maken. Overal waar gewerkt wordt, worden wel eens fouten gemaakt of zijn er misverstanden. Bij ons op school is dat niet anders. Als het een probleem met een groepsleerkracht is, verwachten we dat u dat eerst met haar of hem bespreekt. Verder bent u altijd welkom om samen punten te bespreken. Met elkaar streven we naar een goede oplossing. 5.2 Aanspreekpunt De directeur is het aanspreekpunt binnen onze school. Heeft u dringende vragen en is hij op die dag niet aanwezig dan is juf Amanda het aanspreekpunt. 5.3 De leerkrachten De teamleden hebben naast het lesgeven in de groep en het begeleiden van de kinderen andere taken en functies binnen de school te vervullen. Zo is een aantal leerkrachten belast met de organisatie van de sportdag, het schoolreisje, vieringen, enzovoorts. Zij zorgen ervoor dat nieuwe materialen en ontwikkelingen zinvol worden ingezet. Daarom wordt veel tijd besteed aan samenwerking en overleg, zodat er door de school ‘een lijn’ loopt die ervoor zorgt dat de kinderen zich veilig en vertrouwd kunnen voelen. Sommige leerkrachten hebben zich door scholing gespecialiseerd. Op die manier leveren ze een bijdrage aan de zorg voor onze leerlingen. De Intern Begeleider (IB-er) coördineert de leerlingenzorg op school. Dit houdt in: het toetsen van leerlingen, het verwerken van gegevens, het bijhouden van leerlingendossiers en het hulp bieden aan de groepsleerkracht. De Remedial Teacher (RT-er) begeleidt leerlingen die extra zorg nodig hebben. De ICT-coördinator (ICT: Informatie, Communicatie, Technologie) is gespecialiseerd op het gebied van de computer. Zij ondersteunt collega’s bij het gebruik van de computers, touch screen bord, de iPads en digitale schoolborden die in groep 1 t/m 8 aanwezig zijn. Daarnaast volgt zij ontwikkelingen rondom nieuwe computerprogramma’s. 5.4 Vervangingsprotocol Bij ziekte van een leerkracht zal het heel moeilijk worden vervanging te vinden. In samenspraak met bestuur, team en MR is een beleidsnotitie ‘Beleid bij invallen wegens ziekte of verzuim’ opgesteld. Onderdeel daarvan is een zogenaamd ‘Vervangingsprotocol’. Dit protocol is afgedrukt en staat hieronder vermeld. Het geeft in een stappenplan duidelijkheid naar ouders wat we doen als een leerkracht afwezig is bij ziekte. 5.5 Protocol Vervanging bij ziekte 1.Bij een ziekmelding wordt een schatting gemaakt hoe lang vervanging nodig is. 2.De vaste vervangers/deeltijders worden gevraagd in te vallen. 3.Indien geen vervanging beschikbaar is, worden de volgende opties overwogen: 1. Ambulant personeel vragen. 2. Stagiaire inzetten. 3. De groep verdelen over andere groepen. 4. Ouders inzetten onder toezicht van een leerkracht. Als voorgaande opties geen oplossing bieden, dan de betreffende groep thuislaten, volgens de richtlijnen van de inspectie met daarbij de volgende afspraken: 1. In principe niet de eerste dag. 2. Alleen in het uiterste geval. 3. De ouders schriftelijk op de hoogte stellen. 4. Instellen van een “telefoonboom” per groep om in geval van nood de ouders snel te kunnen informeren. 5. Voor leerlingen die geen opvang hebben, binnen de school opvang regelen.
17
5.6 Leerkrachtenrooster
GROEPSINDELING 2015-2016 Maandag morgen
Maandag middag
Dinsdag morgen
Dinsdag middag
Groep 1/2a
Juf Marjanne
Juf Marjanne
Juf Marjanne
Groep 1/2b
Juf Margriet
Juf Margriet
Groep 3
Juf Marit
Groep 4/5
Meester Krijn Dirk
Woensdag
Donderdag morgen
Donderdag middag
Vrijdag morgen
Vrijdag .middag
Juf Marjanne
Juf Liesbeth
Juf Liesbeth
Juf Liesbeth
Juf Margriet
Juf Margriet
Juf Judith
Juf Judith
Juf Liesbet h Juf Margriet
Juf Marit
Juf Marit
Juf Marit
Juf Marit
Juf Marit
Juf Marit
Meester Krijn Dirk
Juf Lianne
Juf Lianne
Juf Lianne
Juf Lianne
Juf Lianne
Juf Margriet
Juf Kersti Juf Lianne
Groep 5
Juf Lianne
Groep 6
Juf Heleen
Groep 5/6 Groep 7
Groep 8
Juf Heleen Juf Danielle
Juf Heleen Juf Danielle
Juf Heleen Juf Danielle
Juf Heleen Juf Danielle
Juf Amanda Juf Danielle
Juf Amanda Meester Krijn Dirk
Juf Amanda
Meester Hage
Meester Hage
Meester Krijn Dirk
Meester Krijn Dirk
Meester Hage
Meester Hage
Meester Hage
18
Meester Krijn Dirk
Juf Heleen Meester Krijn Dirk Meester Hage
Meester Krijn Dirk Meester Hage
6. Overige informatie 6.1 Ziekte Wilt u bij ziekte van de kinderen dit bij voorkeur via de website van de school (www.julianaschoolwilnis.nl) vóór schooltijd melden. Als dit niet mogelijk is graag telefonisch (tel. 281614). 6.2 Jarigen Ook de leerkrachten zijn wel eens jarig en willen dat met de kinderen vieren. De juffen van groep 1 en 2 maken er met hun groep een gezellige dag van en de kinderen mogen natuurlijk allemaal een (klein) cadeautje geven. De overige meesters en juffen maken er ook een leuke dag van en ook daar zorgt een collega voor het feest door het stiekem met de kinderen voor te bereiden: versieren, geld ophalen voor een ‘groot’ cadeau en de kinderen iets te laten oefenen wat ze graag op die dag willen doen. Even belangrijk is het vieren van de verjaardagen van de kinderen. De kinderen die jarig zijn mogen naar alle groepen gaan om gefeliciteerd te worden door de leerkrachten. Het is dan niet de bedoeling dat aan andere kinderen ook nog traktaties worden gegeven. Soms willen de kinderen de uitnodigingen voor verjaardagsfeestjes onder schooltijd uitdelen. We merken dat sommige kinderen vrijwel nooit worden uitgenodigd. Vanzelfsprekend is het niet de zaak van de school om te bepalen wie op feestjes komt, maar om teleurgestelde gezichten te voorkomen willen we onder schooltijd de uitnodigingen niet laten verspreiden. 6.3 Kosteloos materiaal Kosteloos materiaal kunnen wij op school goed gebruiken. Bijvoorbeeld: dozen, luciferdoosjes, bakjes, kurken, hout voor de timmertafel, keukenrollen. Voor de creatieve middagen sparen we houten sigarenkistjes. 6.4 Gymnastiek De groepen 1 en 2 hebben gymlessen in het speellokaal, de groepen 3 t/m 8 gaan naar de Willisstee. Het tenue is: gymschoenen (geen zwarte zolen!!) die alleen voor de gymzaal worden gebruikt en een sportbroekje met shirt of gymkleding en gymschoenen. Een dringend verzoek: voorziet u de gymschoenen van een naam? Ze worden nog wel eens vergeten. Als uw kind om bepaalde (medische) redenen niet mag meedoen, geeft u dit dan even door? 6.5 Vrijwaringsbewijs Leerlingen vanaf groep 6 gaan met de fiets naar de gymles. Het komt regelmatig voor dat leerlingen geen fiets bij zich hebben en dus lopend naar de sporthal de Willisstee gaan. In de praktijk betekent dit, dat kinderen zonder toezicht naar de sporthal lopen. Verzekeringstechnisch gezien is de school verantwoordelijk voor alles wat onder schooltijd gebeurt. Om te voorkomen dat ouders de school aansprakelijk stellen voor ongeregeldheden tijdens de wandeling naar gymnastiek is er een verklaring opgesteld waarin u, als ouder, de school vrijwaart van iedere aansprakelijkheid. Een kind mag pas dan zonder toezicht naar de gymzaal lopen als de ondertekende verklaring op school ontvangen is. In alle andere gevallen dient uw kind op school te blijven. Er zal dan voor passend werk gezorgd worden. 6.6 Gymtijden groep 3 maandag groep 4/5 maandag groep 5/6 maandag groep 7 dinsdag groep 8 dinsdag
10.35 - 11.40 uur 09.30 - 10.35 uur 14.10 - 15.15 uur 14.00 - 15.15 uur 14.00 - 15.15 uur
19
6.7 Schoolregels We hebben een aantal regels vastgesteld, die we noemen “Gouden Regels”. Elk schooljaar hebben we een periode waarin die aan de orde gesteld worden. De regels zijn:
Loop rustig in de gangen. Spelen op het plein moet voor iedereen plezierig zijn. Wees zuinig op de spullen van de ander en jezelf. Gooi geen spullen op de grond en wees voorzichtig met je mond. 6.8 Pleinregels Fietsen is een verboden bezigheid op het plein om redenen van veiligheid. Het spelen in de zandbak voor- en na schooltijd en tijdens het speelkwartier is niet toegestaan. De zandbak is bestemd voor de kleuters en bij mooi weer kunnen de kinderen die overblijven in de zandbak spelen. 6.9 Hoofdluis Geen welkome, vaste gast op onze school, maar helaas wel een reële gast. Het komt regelmatig voor dat er kinderen door dit insect worden bezocht en als broedplaats gebruikt. Voor ouders soms een schrik, maar het overkomt je. Preventief is er weinig aan te doen, behalve het regelmatig nazien van het hoofdhaar van uw kind (vooral achter de oren!). Mocht u bij zo’n onderzoekje de onwelkome gast ontdekken, meld dit dan op school. Wij raden u aan uw kind even thuis te houden en direct te gaan behandelen. Bij de apotheek zijn goede middelen te verkrijgen. Op school is een folder met informatie beschikbaar. Als er hoofdluis wordt gevonden worden de ouders ingelicht en wordt het kind eerst thuis behandeld. Na de meivakantie 2015 is een proef gestart om geen luizenzakken meer te gebruiken. Omdat er na evaluatie geen zwaarwegende redenen zijn om dit terug te draaien, is besloten de test periode te verlengen in het nieuwe schooljaar, om zo over een langere periode het effect te meten. 6.10 Tussenschoolse Opvang – TSO Kinderen die tussen de middag niet thuis kunnen eten kunnen terecht bij de Tussen Schoolse Opvang – TSO. Elke dag zijn er ouders aanwezig om met de kinderen te eten en te spelen. We vinden het belangrijk dat kinderen zich even kunnen ontspannen en weer fris aan de middag beginnen. De groep is in tweeën verdeeld: als de ene groep eet heeft de andere groep alle ruimte om te spelen. Om 12:30 uur wordt er gewisseld. Voor kinderen van groep 5-8 is er de mogelijkheid om onder begeleiding naar het speelwoud te gaan. Als u niet wilt dat uw kind meegaat naar het speelwoud dient u dit schriftelijk door te geven aan een coördinator. Als u voor uw kind gebruik wilt maken van de TSO, vragen we u om van te voren een keer samen met uw kind te komen kijken bij de TSO. Zo kunt u samen zien hoe het gaat tijdens de TSO en is het voor uw kind niet meer zo vreemd als het voor de eerste keer zelf overblijft. We willen u ook vragen mee te draaien in de opvang tussen de middag, kinderen vinden het vaak heel leuk als hun ouders meewerken! U gaat dan meedraaien in een tweewekelijks rooster en wordt begeleid door de TSO-coördinatoren. Daarbij bieden we een eendaagse cursus aan om u nog beter toe te rusten. Elk jaar is er een verplichte studieavond/deskundigheidsbevordering, die als heel positief, samenbindend en ondersteunend wordt ervaren. Er zijn voor u geen kosten aan de scholing verbonden. Voor de uren waarvoor u zich inzet voor de TSO ontvangt u een vrijwilligersvergoeding én uw kinderen blijven over tegen het voordelige TSO-tarief van € 1,- per beurt. Als u gebruik wilt maken van de TSO dient u via de website door te geven voor welke dag(en) dit geldt. Ook afmelden gaat via de website tot 11.00 uur van de betreffende dag. Denkt u er ook aan om uw kind af te melden als er een dagactiviteit is met de klas. Overblijfouders printen op school de presentielijst uit met daarop de aangemelde kinderen. Na een periode ontvangt u een factuur over de aangemelde beurten. De kosten voor de TSO zijn € 2,00 beurt. Voor ouders die meedraaien met de TSO geldt het tarief van € 1,00.
20
Als er bijzonderheden van uw kind zijn die ook voor de TSO van belang zijn, geeft u dit dan schriftelijk aan ons door. Denk bijvoorbeeld aan een (voedsel-)allergie. Bij de TSO gelden dezelfde normen en waarden als onder schooltijd. Voor meer informatie en een keertje meekijken bij de TSO kunt u terecht bij de TSO- coördinatoren: mevr. Anne-Els Barneveld, tel. 242163,
[email protected]; mevr. Christien Meijers, tel. 289028
[email protected]; en via het e-mailadres van de school:
[email protected] met als onderwerpTSO. 6.11 Buitenschoolse Opvang - BSO Sinds 1 augustus 2007 is in de Wet op het Primair Onderwijs opgenomen dat scholen buitenschoolse opvang aan hun leerlingen moeten aanbieden. Onze school heeft ervoor gekozen de opvang te laten uitvoeren door Stichting voor Kinderopvang De Klimboom en heeft met hen een overeenkomst afgesloten. De Klimboom is een gecertificeerde, professionele kinderopvangorganisatie die alle opvangvormen aanbiedt conform de kwaliteitseisen die de Wet Kinderopvang stelt. Ouders kunnen kiezen voor buitenschoolse opvang op locatie BSO Wilnis in Wilnis of voor gastouderopvang waarbij De Klimboom bemiddelt in het vinden van een geschikt gastgezin. De dienstverlening van de buitenschoolse opvang heeft betrekking op opvang tijdens schoolvakanties, roostervrije dagen en studiedagen van het lesgevende personeel van de basisschool. Ouders sluiten zelf een contract af met De Klimboom. Voor meer informatie kunt u terecht bij het kantoor van De Klimboom in Breukelen. Telefoon: 0346 262887 Website: www.deklimboom.nl. 6.12 Schoolkamp Gewoonlijk gaat, als afsluiting van de basisschooltijd, groep 8 van de school op schoolkamp. We gaan met leerlingen en groepsleerkrachten naar de kampeerboerderij in Otterlo. 6.13 Voortgezet onderwijs Als de kinderen in groep 8 zitten, zal er een keus gemaakt moeten worden voor het voortgezet onderwijs. Elk jaar zoekt de leerkracht van groep 8 samen met leerling en ouders naar een passende school voor de leerling. Het is belangrijk dat een leerling ‘op zijn plaats’ is in de nieuwe school. We geven ouders en leerling een advies welke vorm van voortgezet onderwijs het beste lijkt, gebaseerd op de resultaten van het genoten basisonderwijs. In het advies worden naast prestaties ook inzet, leerhouding, doorzettingsvermogen, concentratie en dergelijke mee gewogen. Al in groep 7 maken de kinderen de Cito entreetoets. Deze toets is bedoeld om na te gaan wat uw kind in het voorafgaande onderwijs heeft geleerd. Met die uitslag kunnen we nagaan waaraan in groep 8 extra aandacht moet worden besteed. In groep 8 wordt de Cito eindtoets afgenomen. Dit bevestigt - meestal - het schooladvies. Naast rekenen en taal bestaat voor onze leerlingen deze toets ook uit de vakken biologie, aardrijkskunde en geschiedenis. De adviesgesprekken met de ouders vinden in de maand december plaats. 6.14 Uitstroomgegevens Van de 26 schoolverlaters zijn per augustus 2015 uitgestroomd naar: VMBO-B: 1 leerling VMBO-KL: 3 leerlingen VMBO-TL (MAVO) 10 leerlingen HAVO: 8 leerlingen VWO: 4 leerlingen 6.15 Citotoets De Eindtoets Basisonderwijs van groep 8 geeft ons de gelegenheid de leerprestaties op de hoofdvakken te vergelijken met die van andere scholen. Wanneer we de gegevens loskoppelen van de individuele capaciteiten van de kinderen, kunnen we voorzichtig iets zeggen over het onderwijs op onze school. De cijfers wijzen erop dat de resultaten op het gebied van Taal, Rekenen en Informatieverwerking boven het landelijk gemiddelde scoren. De uitslagen vanaf 2006 volgen hieronder (landelijk gemiddelde is altijd rondom 535): 2006 540,3
2007 540,4
2008 535,1
2009 540,1
2010 538,1
2011 533,1
2012 539,2
2013 536,7
2014 537,6
2015 535,2
6.16 Sponsoring Ons onderwijs wordt gefinancierd door de overheid. Daarnaast heeft de vereniging eigen middelen. In bijzondere gevallen bestaat de mogelijkheid van sponsoring door het bedrijfsleven door middel van geldelijke bijdragen of giften in natura. De tegenprestatie van de school hiervoor kan uitsluitend het vermelden van de naam van de sponsor zijn. De sponsor zal
21
nimmer op grond van zijn gift aanspraken kunnen maken op andere verplichtingen, zoals verplicht gebruik maken van zijn producten, het maken van reclame of het promoten van de sponsor of zijn producten. 6.17 Klachtenprocedure Overal waar gewerkt wordt, ontstaan wel eens misverstanden en worden af en toe fouten gemaakt. Dat is op onze school niet anders. U bent altijd welkom om dergelijke punten te bespreken. Wanneer het zaken betreffen die uw kind aangaan, kunt u deze over het algemeen het best met de groepsleerkracht bespreken. Leidt dat niet tot het gewenste resultaat, dan is de volgende stap dat een en ander met de directie wordt besproken. Voor andere zaken kunt u zich rechtstreeks tot de directie of het bestuur wenden. Samen streven we naar een goede oplossing. Als het nodig is kunt u contact opnemen met één van de interne vertrouwenspersonen, de externe vertrouwenspersoon en/of de klachtencommissie. Ons bestuur heeft het “landelijke model klachtenregeling” ondertekend. Hierin staat beschreven hoe met een formele klacht wordt omgegaan. Deze landelijke regeling ligt ter inzage op school, u kunt er de directie of de interne vertrouwenspersonen om vragen. Tevens is de landelijke regeling gepubliceerd op de website van de school, onder www.julianaschoolwilnis.nl > Organisatie > bestuur. Voor wie? Alle personen die deel uitmaken of deel hebben uitgemaakt van onze school(gemeenschap) kunnen gebruik maken van de klachtenregeling die door het schoolbestuur is vastgesteld. Denk hierbij aan: leerlingen, ouders/verzorgers, leerkrachten, onderwijsondersteunend personeel, stagiaires. Voor wat? Een klacht kan bijvoorbeeld te maken hebben met pesterijen of met seksuele intimidatie in de school. Maar ook, zo zegt de klachtenregeling, “met klachten die betrekking hebben op gedrag, een beslissing ten opzichte van een individu, een verrichte handeling of het nalaten ervan of een uitgesproken weigering om te beslissen”. Bij een klacht wordt een ongewenste situatie expliciet genoemd. Indien u van mening bent dat er sprake is van ongewenst gedrag is het mogelijk u te wenden tot één van de interne vertrouwenspersonen, de externe vertrouwenspersoon of rechtstreeks tot de klachtencommissie. Natuurlijk is het belangrijk eerst na te gaan of alle andere wegen om het probleem op te lossen zijn benut. Formeel gesproken dient een klacht schriftelijk te gebeuren met datering en ondertekening door de klager. De interne vertrouwenspersoon kan u daarmee helpen.
Vertrouwenspersonen
Intern vertrouwenspersoon Op onze school zijn twee interne vertrouwenspersonen aangesteld. Bij één van de vertrouwenspersonen kunt u uw melding kwijt. U overlegt met hem/haar welke actie hij/zij onderneemt of welke stappen u zelf zet. Als klager mag u geen last ondervinden van het feit dat u klaagt. Het spreekt vanzelf dat elk gesprek vertrouwelijk wordt behandeld. De interne vertrouwenspersoon kan zo nodig verwijzen naar de externe vertrouwenspersoon en/of het schoolbestuur. Interne vertrouwenspersonen zijn: juf Marit de Jong meester Krijn Dirk Verbruggen Vertrouwenspersonen zijn er ook in het belang van de leerlingen van onze school. Veel kinderen voelen zich prettig in en om de school. Voor sommige kinderen is de school niet zo leuk. Dat kan allerlei oorzaken hebben: kinderen die het leren moeilijk vinden of zich onveilig of onprettig voelen op school of thuis en daar met niemand over durven praten. Voor die kinderen zijn de vertrouwenspersonen. Ze kunnen naar de vertrouwenspersonen toe komen, maar ook een briefje doen in de brievenbus voor de vertrouwenspersoon. Die brievenbus staat onder het welkomstbord bij de ingang van de school. Elk kind krijgt ieder jaar een informatiefolder waarin de leerlingen worden geïnformeerd. Bovendien bezoeken de vertrouwenspersonen jaarlijks de klassen om hun taak nog eens duidelijk te maken. Extern vertrouwenspersoon De externe vertrouwenspersoon gaat onder andere na of de klacht kan worden opgelost tussen klager en aangeklaagde. Als dit niet lukt, wordt de klager desgewenst door de vertrouwenspersoon begeleid bij de verdere afwikkeling van de procedure. Externe vertrouwenspersoon is: Mevr. E. de Leeuw, arts Maatschappij en Gezondheid P. Gabrielstraat 5 3443 HW Woerden E-mail:
[email protected]
22
De klachtencommissie Soms is het nodig een klacht in te dienen bij de onafhankelijke klachtencommissie. De externe vertrouwenspersoon kan u daarbij helpen. In ieder geval dient de klacht schriftelijk te worden ingediend. U vermeldt de aard van de klachten, zo mogelijk, de daarbij behorende datum, tijdstip en plaats en de naam tegen wie de klacht is gericht. Er kan ook sprake zijn van meerdere klagers en aangeklaagden met betrekking tot één probleem. Een maand na binnenkomst van de klacht, rapporteert de commissie haar bevindingen aan het bestuur (bevoegd gezag) en ontvangen de klager en de aangeklaagde een afschrift van dit rapport. Een week later besluit het bestuur of deze wel of niet maatregelen treft tegen de aangeklaagde. De gegevens van de klachtencommissies Protestants-christelijk Onderwijs zijn: Stichting Geschillencommissies Bijzonder Onderwijs (GCBO) Postbus 82324 2508 EH Den Haag Tel: 070-3861697 E-mail:
[email protected] Website: www.gcbo.nl De klachtenregeling kunt u ook terugvinden op de website van de school: www.julianaschoolwilnis.nl > Info > Overige documenten. 6.18 Verzekeringen De school heeft een verzekering afgesloten voor wettelijke aansprakelijkheid (WA), schoolongevallen en bestuurdersaansprakelijkheid. Verzekerd zijn leerlingen, personeelsleden, stagiaires, vrijwilligers en al degenen die aan schoolse- of buitenschoolse activiteiten deelnemen. De verzekering is van kracht voor ongevallen tijdens de schooluren en de evenementen in schoolverband buiten deze uren. De verzekering geldt ook één uur voor en één uur na begin respectievelijk einde schooltijd of evenement. Verder is het van belang te weten dat soms excursies plaatsvinden waarbij door ouders met de auto wordt gereden. Als u er bezwaar tegen hebt, dat uw kind tijdens schooluren met anderen wordt vervoerd, meldt u het de directeur. Overigens mag het duidelijk zijn wanneer we met kinderen te voet, per fiets of per auto op weg gaan, de veiligheid voorop staat.
23
7. De ouders 7.1 Betrokkenheid Wij hechten veel waarde aan een goed contact tussen school en gezin. We blijven graag op de hoogte van de situatie thuis. Als er bijzonderheden zijn horen we dat graag. Uiteraard blijft deze informatie vertrouwelijk. Leerlingen voelen zich beter thuis op school als hun ouders een goed contact met de school hebben, weten wat er dagelijks met de kinderen wordt gedaan, er thuis over praten en er rekening mee houden. Het is belangrijk dat ouders en school met elkaar in gesprek raken over hun opvattingen over onderwijs en opvoeding en wat zij op dat punt van elkaar verwachten. De school probeert de ouders zo compleet mogelijk te informeren. Veel weten betekent immers ook veel begrijpen! 7.2 Medezeggenschapsraad (MR) Aan onze school is een Medezeggenschapsraad verbonden. Deze raad bestaat uit drie ouders en drie leerkrachten. De MR geeft adviezen en neemt besluiten over onderwerpen die met het beleid van de school of het bestuur te maken hebben. Bijvoorbeeld: de inzet van personeel, sollicitatieprocedures, veiligheid in de school, vakantieregeling, nieuwe leermethodes. Ook deze gids is vastgesteld nadat de MR met de inhoud heeft ingestemd. De MR is bevoegd voorstellen te doen aan het bestuur en standpunten kenbaar te maken. Ouders kunnen zich tot MR-leden richten met vragen/opmerkingen en zijn welkom op de vergaderingen. De namen van de MR-leden zijn te vinden op de website van de school. 7.3 Ouderraad Het is al jaren zo: zonder hulp van de ouders zouden veel activiteiten niet doorgaan. Daarom is er een ouderraad. Ouders die in overleg met de leerkrachten beschikbaar zijn voor de verzorging van speciale avonden, feest- en gedenkdagen en talrijke andere activiteiten. Bovendien beheert iemand van de ouderraad de schoolfondsgelden (de jaarlijkse ouderbijdrage); uiteraard met verantwoording naar ouders en bestuur. 7.4 Ouderhulp Naast de ouders van de ouderraad zijn er ook vele anderen die hand- en spandiensten verlenen. Zo bieden deze ouders hulp bij het lezen met kinderen, bij excursies, het werken met computers en bij andere activiteiten. Op school wordt aan het begin van het jaar een ‘lijst ouderhulp’ meegegeven, waarop men kan aantekenen waaraan men wil meehelpen. Bij alle activiteiten dragen de leerkrachten de eindverantwoording voor hetgeen gedaan wordt met de leerlingen. Bij gebleken nalatigheid van de hulpverlenende ouder is de school aansprakelijk. 7.5 Ouderbijdrage De ouderbijdrage is voor ieder kind uit een gezin € 45,- per schooljaar. Verder wordt geen bijdrage meer gevraagd. Uit de ouderbijdrage worden schoolreis en schoolkamp bekostigd. Die activiteiten kosten ongeveer € 25,-. Het overige geld wordt gebruikt om dingen te betalen die extra zijn, zoals versnaperingen met sportdagen, cadeautjes met sinterklaas, broodmaaltijd met kerst, enzovoort. Ouders hebben de gelegenheid om het bedrag in twee termijnen (najaar en voorjaar) te betalen. Als een kind na 1 januari op school komt, geldt de helft van dit bedrag. Als een kind na 1 april op school komt, wordt er voor dat schooljaar geen bijdrage meer gevraagd. Uitzondering hierop is een bijdrage van € 20,- voor het schoolreisje. De ouderbijdrage is een vrijwillige bijdrage. Een ouder mag dus weigeren deze bijdrage te betalen. Er zal dan bij iedere activiteit die uit het schoolfonds wordt vergoed aan de betreffende ouder apart een bijdrage gevraagd worden. 7.6 Gebedsgroep Sinds jaren bestaat er een interkerkelijke gebedsgroep in Wilnis. Deze groep bestaat uit ouders van de protestants-christelijke scholen. Zij komen om de vrijdag om 8.30 uur op school bijeen in de zorgruimte (boven). Als ouders zien zij de noodzaak van het gebed voor kind en school. De kinderen kunnen gebedsonderwerpen aandragen via de gebedenbus in school. Door dit gebed worden de scholen gesteund in hun werk. Wilt u zich aansluiten bij deze gebedsgroep dan bent u van harte welkom. Contactpersoon is: mevr. Sabina van Eck, Burg van Trichtlaan 51, 3648VG Wilnis, tel. 593111.
24
7.7 Inloopavonden Soms worden inloopavonden georganiseerd om het werk van uw kind te bekijken. Op school wordt zo’n avond gehouden na afloop van een schoolproject. 7.8 Informatieavond Aan het begin van het schooljaar zijn er omgekeerde oudergesprekken. In een gesprek van 10 minuten krijgt u de gelegenheid om te vertellen hoe uw zoon/dochter is, welke interesses hij/zij heeft en wat hij/zij nodig heeft om zo optimaal mogelijk te kunnen functioneren in de (nieuwe) groep. In november is opnieuw de gelegenheid de leerkracht(en) te spreken. Aangezien in september de omgekeerde oudergesprekken plaatsvonden, zijn deze gesprekken vrijblijvend. U hoeft dus niet op de uitnodiging in te gaan. Zie verder 7.11. 7.9 Algemene informatieavond Bijna aan het eind van het schooljaar, in de maand juni houden we een algemene informatieavond. We geven u een ’inkijkje’ in de school door terug te blikken op het bijna afgelopen schooljaar en vooruit te zien naar het volgende. Deze verantwoording van ons onderwijs is zeer verhelderend voor ouders en wordt zeer op prijs gesteld. 7.10 Themaochtenden Graag betrekken we u bij de ontwikkeling van uw kind en willen informatie geven over ons onderwijs. Als school en ouders zijn we samen verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het kind. Daarom organiseren we twee keer per jaar themaochtenden. Dat doen we gedurende een uur bij aanvang morgenschooltijd om 8.30 uur. Wat doen we in zo’n uurtje? We drinken koffie of thee, u krijgt informatie over het onderwijs op school en we praten er in groepjes en/of met z’n allen over door. 7.11 Rapporten Twee keer per jaar, in februari en juni, worden de rapporten meegegeven. In die periodes zijn de toetsen voor het leerlingvolgsysteem geweest (zie 4.3). Die resultaten worden op de rapporten vermeld en geven een compleet beeld van de vorderingen en het ontwikkelingsniveau van de leerlingen. In november – als er geen rapporten uitkomen – is er ook een gesprek over de leervorderingen en ontwikkeling van de leerlingen. U wordt in februari uitgenodigd voor een gesprek van tien minuten om het werk van uw kind te bekijken en van gedachten te wisselen. Als de tijd te kort blijkt te zijn, kunt u een vervolgafspraak maken met de leerkracht. Aan het eind van het schooljaar is er nog een informatieavond over de vorderingen van de leerlingen. Het gaat dan uitsluitend om ouders die dringende vragen hebben over de ontwikkeling en vorderingen van hun kind. Ook kan het verzoek uitgaan van de leerkracht. Zie verder 7.8. De rapporten zitten in een mooi vormgegeven multomap. De multomap wordt het hele jaar thuis bewaard en voorafgaand aan de rapportgesprekken komt de map naar school. De leerkracht doet daar een overzicht van de laatste resultaten in, waarna de rapporten weer mee naar huis gaan. 7.12 Open morgen De school organiseert in het voor- en najaar onder schooltijd een open morgen voor ouders waarbij de lessen bijgewoond kunnen worden. Om het jaar is er een open morgen voor opa’s en oma’s (najaar) en voor ouders (voorjaar). Dit schooljaar is er een open morgen voor de ouders en de open morgen voor de grootouders. 7.13 Huisbezoeken Er is afgesproken dat een leerkracht op huisbezoek komt als de leerkracht dit nodig vindt. 7.14 De nieuwsbrief Om de dinsdag verschijnt digitaal een nieuwsbrief (dus één maal in de twee weken). Hierin vindt u – korte - actuele informatie. Soms is de periode van verschijnen iets langer, als er weinig te melden valt. 7.15 Jaarverslag Elk schooljaar komt er voor de herfstvakantie een jaarverslag uit. In het jaarverslag wordt teruggekeken op het vorige schooljaar en worden de plannen van het lopende schooljaar toegelicht. Het jaarverslag wordt als papieren versie uitgeven en is ook in te zien via de website van de school. 7.16 Vulpennen De leerlingen van groep 3 krijgen halverwege het schooljaar een vulpen. Een vulpen is een goed hulpmiddel bij de ontwikkeling van het handschrift. In de vervolggroepen merken we dat steeds meer vulpennen kapot gaan en leerlingen met o.a. een balpen gaan schrijven. Dit vinden we een ongewenste ontwikkeling. We hebben daarom een aantal afspraken gemaakt. 25
De leerlingen van groep 3 t/m 7 gebruiken een vulpen. Elke leerling krijgt in de groepen 3, 5 en 7 een nieuwe vulpen. Aan het eind van groep 4 en groep 6 mogen de leerlingen hun gebruikte vulpen dus mee naar huis nemen. Wanneer in de tussenliggende periode vulpennen kapot gaan door onzorgvuldig gebruik zal er een nieuwe aangeschaft moeten worden. De kosten zijn dan € 5,- en komen voor rekening van de ouders. In groep 8 kan er afwijkend schrijfmateriaal worden gebruikt. Dit is altijd in overleg met de leerkracht. Het schrijfmateriaal moet wel aan een aantal voorwaarden voldoen.
26
8. Regeling schooltijden 8.1 Regeling school en vakantietijden Een belangrijk deel van het kinderleven speelt zich af in de basisschool. De minimum onderwijstijd is 7520 uur over 8 schooljaren. Per dag gaat bij ons een kind 5,5 uur naar school. Wij kiezen voor minder uren in de onderbouw: tot en met groep 4 gaat een kind minimaal 3520 uur naar school. Vanaf groep 5 is dit 4000 uur per vier jaar. 8.2 Schooltijden Groep 1 en 2 Woensdag Groep 3 en 4: Woensdag: Vrijdagmiddag: Groep 5 t/m 8: Woensdag:
08.30-12.00 uur 13.15-15.15 uur geen school 08.30 - 12.00 uur 13.15 - 15.15 uur 08.30 - 12.30 uur geen school 08.30 - 12.00 uur 13.15 - 15.15 uur 08.30 - 12.30 uur
De eerste bel gaat om tien minuten voor half negen en de laatste bel om drie minuten voor half negen. ‘s Middags gaat de eerste bel om vijf over één en de laatste bel om twaalf over één. Bij de eerste bel mogen de leerlingen naar binnen; bij de tweede bel moeten ze naar binnen. De ouders van leerlingen uit groep 5 t/m 8 gaan in principe niet de klas in. Incidenteel kan dat voorkomen als er een vraag moet worden gesteld aan de leerkracht of als een kind echt iets wil laten zien o.i.d. Ouders die hun kind in groep 1 t/m 4 brengen, vragen we om bij de tweede bel de klas uit te gaan. Zodoende kunnen we effectief met de leertijd omgaan wat uiteindelijk ten goede komt aan uw kind(eren). 8.3 Schoolverzuim Sinds 1995 zijn de regels voor het vragen van extra vrije dagen buiten de schoolvakanties voor leerplichtige kinderen drastisch aangescherpt. Zowel het ministerie van OCW als de gemeente De Ronde Venen heeft in een schrijven aan de scholen laten weten, dat de regeling door de directie van de scholen moet worden uitgevoerd. Er is een beperkt aantal redenen op grond waarvan vrijstelling van schoolbezoek kan worden gegeven, nl. vakantieverlof en verlof i.v.m. gewichtige omstandigheden. Vakantieverlof wordt alleen gegeven, wanneer de werkgever een ondertekende verklaring afgeeft, waaruit duidelijk blijkt, dat door de aard van het beroep (b.v. horeca) vakantie in de gevraagde periode noodzakelijk is. Dit kan voor maximaal 10 dagen en geldt slechts voor één vakantie per schooljaar. De eerste twee weken van het schooljaar kan nooit toestemming worden verleend. Een extra vakantie wegens b.v. wintersport of een extra lang weekeinde is geen geldige reden om vrijstelling van schoolbezoek te vragen, resp. te verlenen. De directie kan buiten de gewichtige omstandigheden om geen verlof verlenen. Als gewichtige omstandigheden worden aangemerkt: huwelijk, overlijden, 12½-, 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders en bij een 25-, 40- en 50-jarig ambtsjubileum. Ook bij ziekte, familieomstandigheden van de naaste familie, artsenbezoek e.d. worden verzoeken om extra vrij te krijgen, ingewilligd. Aanvraagformulieren zijn op school verkrijgbaar. De (aangescherpte) leerplichtwet schrijft verder voor, dat de directie van de school is gehouden de verzuimregeling naar de letter der wet toe te passen. Indien de directeur van de school zich niet houdt aan de wettelijke regels, begaat hij een strafbaar feit. Dit betekent, dat de directeur ongeoorloofd verzuim moet melden bij de leerplichtambtenaar van de gemeente. Deze melding vindt plaats na drie dagen van ongeoorloofd verzuim. De wet schrijft verder voor, dat overtreding kan worden bestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste een maand en/of een geldboete van maximaal € 2270,-. Dit geldt voor de ouders die de wet overtreden, maar ook voor de directeur die de wet overtreedt. Het bestuur en de directie zullen zich uiteraard aan de wet houden en ongeoorloofd verzuim bij de gemeente melden. Tot slot nog een tweetal aandachtspunten betreffende het schoolbezoek van 4- tot 6- jarigen: • een kind wordt leerplichtig op de eerste schooldag van de maand volgend op die, waarin het kind 5 jaar is geworden; • een kleuter die nog niet de leeftijd van 6 jaar heeft bereikt, mag zonder toestemming van de directie 5 uur per week thuisblijven en 5 uur per week met toestemming van de directie.
27
8.4 Vakantieschema Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie GoedeVrijdag/Pasen April-/meivakantie Tweede Pinksterdag Zomervakantie
ma 19-10-2015 ma 21-12-2015 vr 19-02-2016 vr 25-03-2016 ma 25-04-2016 ma 16-05-2016 vr 08-07-2016
t/m t/m t/m t/m t/m
vr 23-10-2015 vr 01-01-2016 vr 26-02-2016 ma 28-03-2016 vr 06-05-2016
t/m
vr 19-08-2016
28
9. Van het bestuur 9.1 De vereniging Zoals veel protestants christelijke scholen gaat ook de Kon. Julianaschool uit van een vereniging: de ‘Vereniging voor Protestants Christelijk Basisonderwijs’ te Wilnis. Dat betekent dat niet de overheid het op onze school voor het zeggen heeft, maar ouders die het belangrijk vinden dat de Bijbelse boodschap niet alleen in de opvoeding thuis, maar ook in het onderwijs centraal staat. We hebben onze school dus met elkaar en zijn er met elkaar verantwoordelijk voor. Grondslag en doel van de vereniging is in de statuten verwoord. Art.2: ‘De grondslag van de vereniging en de van haar uitgaande school is de Heilige Schrift als Gods onfeilbaar Woord, zoals beleden wordt in de drie Formuleren van Enigheid’. Art 3: De vereniging stelt zich ten doel werkzaam te zijn tot oprichting en instandhouding van een school in Wilnis, gemeente de Ronde Venen, voor het geven van protestants christelijk basisonderwijs aan de haar toevertrouwde kinderen, in overeenstemming met artikel 2. Het besturen van de vereniging en de daaronder vallende school is door de leden overgedragen aan het bestuur. In de statuten zijn daarover regels vastgelegd. Het bestuur is blij met de christelijke identiteit van de Koningin Julianaschool en wil deze graag ook voor de toekomst behouden. Er is een grote groep van betrokken, positief christelijke ouders die de school graag ondersteunt op verschillende manieren. Ouders die bewust gekozen hebben voor de christelijke identiteit van deze school en de manier waarop daar invulling aan wordt gegeven. Dit wordt uiteengezet in de Notitie Identiteit van de school. Deze vindt u op de website van de school. Om nog meer mensen, vooral ouders van kinderen op onze school, in de gelegenheid te stellen om ook lid te kunnen worden van onze schoolvereniging, zijn het afgelopen schooljaar de statuten van de schoolvereniging kritisch bestudeerd. Het doel was om te kijken hoe meer mensen tot de schoolvereniging en eventueel tot een functie in het bestuur van de school kunnen toetreden, waarbij tegelijkertijd de grondslag en het doel van de vereniging overeind blijven. Na een zorgvuldig doorlopen proces is in de Algemene Ledenvergadering van 4 juni 2015 besloten tot de voorgestelde wijziging van de statuten. Iedereen die het belangrijk vindt dat het Evangelie van verzoening en verlossing door Jezus Christus op school gehoord wordt en doorklinkt in het onderwijs, kan dit steunen door lid te worden van de vereniging. Verdere informatie kunt u krijgen bij de bestuursleden of de directeur. Voor het aanmelden als lid (één of beide ouders) kunt u een aanmeldingsformulier opvragen bij de secretaris van het bestuur:
[email protected]. Het aanmeldingsformulier kunt u ook vinden op de website: www.julianaschoolwilnis.nl -> organisatie -> bestuur. Sinds 1 mei 1999 maakt onze vereniging deel uit van de federatie “Het Groene Hart”. Binnen deze federatie werken we samen met 4 protestants christelijke basisscholen uit de regio: Eben-Haëzer te Kamerik, De Wegwijzer te Kockengen, De Schakel te Vinkeveen en Joraï te Zegveld. Elk van de vijf scholen binnen dit federatief verband is zelfstandig. Het doel van de federatie is om als directie, bestuur en organisatie kennis en ervaringen uit te wisselen. Zo is er bijvoorbeeld een gezamenlijke financiële commissie en er is ook een gezamenlijk directeurenoverleg. In het schooljaar 2012-2013 is er een start gemaakt met een onderzoek naar een mogelijk intensievere samenwerkingsvorm, omdat gebleken is dat daar binnen de federatiescholen behoefte aan is. Ook het afgelopen jaar is het onderzoek voortgezet. Door gesprekken is duidelijk geworden hoe de samenwerking op een andere manier kan worden vormgegeven, niet alleen voor de besturen, maar juist ook voor de directeuren van de federatiescholen. In het najaar van 2014 is een convenant opgesteld en getekend tussen zowel de besturen van de scholen van Kamerik, Kockengen en Wilnis. Daarnaast is een convenant opgesteld en getekend door de directeuren van deze scholen. In 2015 zullen de besturen en directeuren van Vinkeveen en Zegveld aansluiten middels het tekenen van het convenant. Het algemene doel is kwaliteitsverbetering en werkdrukvermindering door te komen tot een samenwerking waarbij het doel is de werkwijze en de documenten die voor alle scholen van belang zijn zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. Daar waar sprake is van plaatselijke aanvullingen zullen deze als addendum aan het stuk toegevoegd worden. Onze schoolvereniging heeft een beschikking van de Belastinginspecteur dat zij een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) is. Dit betekent dat uw giften (niet de ouderbijdrage of de minimum ledencontributie) aan de school aftrekbaar zijn bij uw jaarlijkse aangifte voor de inkomstenbelasting (mits u de hiervoor vastgestelde drempel haalt). U kunt giften overmaken op rekeningnr. NL75RABO0368200035 t.n.v. Vereniging voor Protestants Christelijk Basisonderwijs Wilnis onder vermelding van de bestemming
29
10. Index
5.4 Vervangingsprotocol ........................................... 17 5.5 Protocol Vervanging bij ziekte ............................ 17 5.6 Leerkrachtenrooster ........................................... 18
Voorwoord................................................................... 2 1. De school ........................................................................ 3
1.1 Wie zijn wij ............................................................ 3 1.2 Wat willen wij ........................................................ 3
6. Overige informatie ........................................................ 19
6.1 Ziekte .................................................................. 19 6.2 Jarigen ................................................................ 19 6.3 Kosteloos materiaal ............................................ 19 6.4 Gymnastiek......................................................... 19 6.5 Vrijwaringsbewijs ................................................ 19 6.6 Gymtijden ........................................................... 19 6.7 Schoolregels ....................................................... 20 6.8 Pleinregels .......................................................... 20 6.9 Hoofdluis............................................................. 20 6.10 Tussenschoolse Opvang – TSO....................... 20 6.11 Buitenschoolse Opvang - BSO ......................... 21 6.12 Schoolkamp ...................................................... 21 6.13 Voortgezet onderwijs ........................................ 21 6.14 Uitstroomgegevens ........................................... 21 6.15 Citotoets ........................................................... 21 6.16 Sponsoring ....................................................... 21 6.17 Klachtenprocedure ........................................... 22 6.18 Verzekeringen .................................................. 23
2. De organisatie ................................................................. 5
2.1 Organisatie van het onderwijs............................... 5 2.2 Leerstofjaarklassensysteem ................................. 5 2.3 De onderbouw....................................................... 5 2.4 Overgang van kleuters .......................................... 5 2.5 Vanaf groep 3 ....................................................... 6
3. De vakken ........................................................................ 7
3.1 Godsdienstonderwijs............................................. 7 3.2 Rekenen en wiskunde........................................... 7 3.3 Nederlandse taal ................................................... 7 3.4 Lezen .................................................................... 7 3.5 Schrijven ............................................................... 8 3.6 Engels ................................................................... 8 3.7 Wereldoriëntatie .................................................... 8 3.8 Verkeer ................................................................. 8 3.9 Gezond gedrag ..................................................... 9 3.10 Expressievakken ................................................. 9 3.11 Technieklessen ................................................... 9 3.12 Computers, iPads en digiborden......................... 9 3.13 Website, facebook en privacy ............................. 9 3.14 Burgerschapsvorming ....................................... 10 3.15 Schoolreisjes en excursies ............................... 10 3.16 Culturele activiteiten.......................................... 10 3.17 Kanjertraining .................................................... 10
7. De ouders ...................................................................... 24
7.1 Betrokkenheid..................................................... 24 7.2 Medezeggenschapsraad (MR) ........................... 24 7.3 Ouderraad .......................................................... 24 7.4 Ouderhulp ........................................................... 24 7.5 Ouderbijdrage ..................................................... 24 7.6 Gebedsgroep ...................................................... 24 7.7 Inloopavonden .................................................... 25 7.8 Informatieavond .................................................. 25 7.9 Algemene informatieavond ................................. 25 7.10 Themaochtenden.............................................. 25 7.11 Rapporten ......................................................... 25 7.12 Open morgen.................................................... 25 7.13 Huisbezoeken ................................................... 25 7.14 De nieuwsbrief .................................................. 25 7.15 Jaarverslag ....................................................... 25 7.16 Vulpennen ........................................................ 25
4. Zorg voor kinderen....................................................... 12
4.1 Aanmelding ......................................................... 12 4.2 Verslaggeving ..................................................... 12 4.3 Leerlingvolgsysteem ........................................... 12 4.4 Onderwijs op maat .............................................. 12 4.5 Handelingsgericht Werken (HGW)...................... 13 4.6 De Plusklas ......................................................... 13 4.7 Pesten ................................................................. 13 4.8 Passend Onderwijs ............................................. 13 4.9 De zorg voor kinderen met specifieke behoeften 14 4.10 Schoolbegeleidingsdienst ................................. 15 4.11 Logopedie ......................................................... 15 4.12 Jeugdgezondheidszorg ..................................... 15 4.13 Schorsingen leerlingen ..................................... 16
8. Regeling schooltijden .................................................. 27
8.1 Regeling school en vakantietijden ...................... 27 8.2 Schooltijden ........................................................ 27 8.3 Schoolverzuim .................................................... 27 8.4 Vakantieschema ................................................. 28
5. De directie ..................................................................... 17
5.1 De leiding ............................................................ 17 5.2 Aanspreekpunt .................................................... 17 5.3 De leerkrachten................................................... 17
9. Van het bestuur............................................................. 29
9.1 De vereniging ..................................................... 29
10. Index ............................................................................ 30
30