NIEUWSBRIEF
41
oktober 2008
Vijf jaar na WILNIS Vijf jaar geleden bezweken er boezemkaden bij Wilnis en Terbregge. STOWA, de waterkeringbeheerders en de toezichthoudende provincies hebben sinds die tijd niet stil gezeten. Wat is er in de afgelopen periode allemaal gebeurd en hoe
TERBREGGE
ziet de toekomst eruit? In deze uitgave van de STOWA ter Info vertellen Ludolph Wentholt en Henk van Hemert welke bijdrage STOWA de afgelopen jaren heeft geleverd aan veilige regionale waterkeringen. Ook komen vertegenwoordigers van een waterschap en een provincie aan het woord. Zij vertellen welke gevolgen Wilnis had voor hun werk en wat ze de komende periode te doen staat.
R e g i onal e wat e r k e r i n g szo r g v i j f j aa r na W i ln i s :
Van zorgenkind tot aandachtspunt
Regionale waterkeringen waren lang het ondergeschoven kindje van waterkerend Nederland. Maar vijf jaar na het bezwijken van boezemkaden bij Wilnis en Terbregge is er veel veranderd. Komend voorjaar zet STOWA in een groot symposium de behaalde resultaten op een rij. In de aanloop daarnaartoe blikken coördinator Waterweren Ludolph Wentholt en de projectleider van het Ontwikkelingsprogramma Regionale Waterkeringen Henk van Hemert terug op vijf jaar kennisontwikkeling. Terugkijkend beschouwen Ludolph Wentholt en Henk van
Maar de dreigende overstromingen bij Itteren en Borgha-
Hemert de gebeurtenissen in Wilnis en Terbregge als een
ren in 1993 en 1995 zorgden voor een omslag. In korte tijd
blessing in disguise: heel vervelend voor de direct betrokke-
werden enorm veel rivierdijken aangepakt. Met de Wet op
nen, maar een enorme stimulans voor het op orde bren-
de waterkering kwam er in 1996 bovendien een wettelijk
gen van de regionale waterkeringszorg, na kustverdedi-
instrument voor de primaire waterkeringen, met een ver-
ging en primaire keringen. Ludolph Wentholt: ‘Nederland
plichte vijfjaarlijkse toetsing.’
heeft zich decennia lang gefocust op een goede kustverde-
WILNIS
diging. De bescherming van het achterland door de rivierdijken en regionale keringen hadden weinig prioriteit.
TERBREGGE
In d e z e u i t g av e ond e r m e e r :
Regionale waterkeringszorg vijf jaar na Wilnis: van zorgenkind tot aandachtspunt / Provinciale beleidsmedewerker Waterveiligheid: goede uitvoering kadeverbeteringen vereist inspanning en creativiteit / STOWA legt ecologische maatregelen onder de loep / Directeur Bosman BartJan Brandt over waterinnovatie / STOWA ter Infootjes / STOWA bundelt klimaatvragen regionale waterbeheerders in uitvoeringsprogramma
R e g i onal e wat e r k e r i n g szo r g v i j f j aa r na W i ln i s R e g i onal e wat e r k e r i n g szo r g v i j f j aa r na W i ln i s R e g i onal e wat e r k e r i n g szo
Wa k e u p call
Aan het einde van de jaren negentig noemde de vierde Nota waterhuishouding al het belang van regionale waterkeringen bij de bescherming tegen overstroming. Er gingen bovendien stemmen op de systematiek voor de primaire waterkeringen ook toe te passen voor het op orde brengen van regionale keringen. Maar in die periode met grootschalige verbetering van primaire keringen langs met name de grote rivieren, kreeg dit bij de toezichthoudende provincies, waterkeringbeheerders noch STOWA de aandacht die het verdiende, aldus Henk van Hemert: ‘Wilnis en Terbregge waren voor iedereen een wake up call. Het directe gevolg was dat we ineens beseften dat droogte ook een maatgevende belasting kan zijn. Kortom: iets om rekening mee te houden in de waterkeringszorg. Direct daarna kwamen de vragen en het besef dat we er met elkaar eigenlijk maar heel weinig vanaf wisten: hoe werkt het fenomeen? Welke kaden zijn gevoelig voor droogte? Waar moet je op letten bij (droogte-)inspectie? STOWA heeft destijds met andere partijen in zeer korte tijd heel veel praktische kennis boven tafel weten te krijgen en ook een draaiboek uitgebracht voor het beheer van droogtegevoelige kaden.’ Op orde
De kennisontwikkeling bleef niet beperkt tot het droogteonderzoek, aldus Ludolph Wentholt: ‘Door Wilnis erkende
Henk van Hemert en Ludolph Wentholt
en herkende iedereen ineens weer het belang van veilige regionale waterkeringen. Ze spelen een steeds belangrij-
ondersteunen bij de uniforme uitwerking van deze syste-
kere rol bij het voorkomen van wateroverlast en overstro-
matiek. STOWA voert hierover de regie.’
mingen, tegen de achtergrond van klimaatverandering, bodemdaling, verstedelijking en het groeiende economi-
V e r k e e r sb e last i n g
sche belang dat ze beschermen. Provincies en waterschap-
Projectleider ORK Henk van Hemert is tevreden over
pen werden zich bewust van hun rol in de haperende
het resultaat van dat programma tot nu toe: ‘We hebben
waterkeringszorg en men besefte dat alleen gezamenlijk
een praktisch uitvoerbaar en goed toepasbaar toetsings-
het probleem kon worden getackeld. De Unie van Water-
instrumentarium ontwikkeld voor de regionale kerin-
schappen en het IPO maakten afspraken om te zorgen
gen, waarbij we ook de belastingsituatie droogte hebben
dat regionale keringen in 2020 op orde zijn. Dat gebeurt
meegenomen. En juist droogte blijkt bij toetsing vaak de
via een vergelijkbare systematiek zoals die eerder bij pri-
bepalende factor. Een kade kan voor de natte belasting
maire waterkeringen werd toegepast: aanwijzing (welke
op de norm zitten, maar ten aanzien van droogte er ver
keringen?), normeren (hoe veilig?), toetsen (voldoende
onder blijven. Een andere ervaring is bijvoorbeeld de gro-
hoog en sterk?), verbeteren, beheer en onderhoud. Inmid-
te consequenties die verkeersbelasting op een kering kan
dels zijn provincies en waterschappen voortvarend gestart
hebben voor het veiligheidsoordeel.’ Eind van dit jaar zijn
met normering en toetsing. Om ze daarbij te helpen beslo-
alle instrumenten naar verwachting gereed. De periode
ten IPO en de Unie in 2005 het Ontwikkelingsprogramma
daarna wordt gebruikt om deze aan te passen en te verfij-
Regionale Waterkeringen (ORK) te starten, met als doel
nen naar aanleiding van gebruikerservaringen.
het ontwikkelen van praktische leidraden en handrei-
Het toetsinstrument maakt volgens Henk een duidelijk
kingen om de toezichthouders en wateringbeheerders te
onderscheid tussen evident onveilige en evident veilige
STOWA TER INF o / 41
pag ina
2
szo r g v i j f j aa r na W i ln i s R e g i onal e wat e r k e r i n g szo r g v i j f j aa r na W i ln i s R e g i onal e wat e r k e r i n g szo r g v i j f j aa r na W i ln i s
dienst) hadden plannen voor een kennisprogramma ‘Verbeteren Inspectie Waterkeringen’. Het doel: het verbeteren van de organisatie, inrichting en uitvoering van inspecties, alsmede de daarvoor benodigde samenwerking binnen waterschappen en tussen waterschap en de toezichthoudende provincie. Door Wilnis en Stein kreeg dit programma de snelheid en urgentie die het nodig had, aldus Ludolph Wentholt: ‘Het programma heeft ervoor gezorgd dat er in korte tijd veel beter besef is gekomen wat goed inspecteren nu eigenlijk betekent. Het gaat nooit alleen om die vent of vrouw op de dijk. Het begint met waarnemen, maar het gaat ook om het vastleggen van die waarneming, een zo objectief mogelijke diagnose van de waarneming, een prognose en uiteindelijk een actie. Daar zijn veel meer mensen bij betrokken dan een veldinspecteur. Er liggen nu handboeken die waterkeringbeheerders helpen dit hele inspectieproces met alle schakels goed in te richten en uit te voeren. Daarnaast zijn er de afgelopen jaren een aantal praktische hulpmiddelen ontwikkeld om het inspectieproces te verbeteren: van veldgidsen met gekwalificeerde schadebeelden tot softwaretools waarmee je schadebeelden digitaal kunt opnemen en vastleggen. En we hebben inmiddels veel inzicht gekregen in de praktische mogelijkheden van moderne technieken bij inspecties, zoals radar en laseraltimetrie. De toepasregionale keringen. Dat is de
baarheid van sensortechnologie
kracht, maar ook de zwakte
wordt zelfs uitgebreid beproefd
van het instrument: ‘Groen en
in de IJkdijk.’
rood kunnen we nu goed van elkaar onderscheiden. Maar er is ook nog een grijs gebied. Het is goed als we dat gebied verder kunnen inkleuren. Denk aan oranje: welke kaden moet je
STOWA richt zich de komende periode met name op de implementatie van ontwikkelde handboeken, handreikingen en leidraden. Dat gebeurt onder meer via een
extra aandacht geven en zo ja: hoeveel? Hiermee bieden
aantal pilots. Wentholt: ‘Het is zaak dat de kennis landt
we niet alleen inzicht in de veiligheid van de keringen.
bij provincies en waterkeringbeheerders en dat die ermee
We geven waterkeringbeheerders ook meer houvast bij
aan de slag gaan. Daarbij verschuift onze aandacht van
het monitoren van keringen en bij het plannen van ver-
kennis genereren naar kennis verspreiden en het verfij-
beteringen, beheer- en onderhoudswerkzaamheden. Maar
nen van ontwikkelde instrumenten op basis van gebrui-
daarvoor ontbreekt het nog aan kennis.’
kerservaringen. In een aantal gevallen ontbreekt het nog aan kennis, bijvoorbeeld voor het verbeteren van het
V e nt op d e d i j k
toetsinstrumentarium regionale keringen. Die kennisvra-
Niet alleen op het gebied van droogte, toetsing en nor-
gen zijn vaak fundamenteel van aard. Wat STOWA betreft
mering is er de afgelopen vijf jaar veel gebeurd. Ook de
ligt daar een taak voor het Expertise Netwerk Waterveilig-
inspectie heeft inmiddels volop aandacht. STOWA en de
heid en de Waterdienst van Rijkswaterstaat.’
toenmalige dienst Weg- en Waterbouwkunde (nu: Water-
STOWA TER INF o / 41
pagina
3
b e l e i dsm e d e w e r k e r wat e r k e r i n g e n d e lfland c h r i s wolt e r i n g :
zoeken naar toepasbaarheid toetsonderdelen
Chris Woltering, beleidsmedewerker beleid en onderzoek waterkeringen van het Hoogheemraadschap van Delfland, heeft de afgelopen twee jaar een flinke kluif gehad aan het toetsen van de regionale waterkeringen. Samen met Hans Drenkelford heeft hij alle 420 kilometer regionale waterkeringen laten bekijken. Woltering is blij met de toetsingsleidraad van STOWA. ‘De leidraad dwingt je als beheerder systematisch te werk te gaan. Het blijft echter ingewikkelde materie en we zijn zoekende naar de toepasbaarheid van een aantal toetsonderdelen.’ Delfland werkt bij de toetsing van grof naar fijn. Met een
soms wel enkele meters diep. De berekende veiligheidsfac-
beheerdersoordeel en de zogeheten Rationele Risicobena-
tor komt hier dan niet overeen met het praktijkgevoel.’
dering Dijken (RRD) van GeoDelft is op basis van beschik-
Een ander punt is de discussie over het effect van niet-
bare bodemgegevens en geologische kennis een eerste
waterkerende objecten (NWO’s) zoals kabels, leidingen,
toets uitgevoerd naar de stabiliteit van de kaden. Hiermee
huizen, kunstwerken en bomen op de keringen. Wolte-
was vrij snel duidelijk voor welke keringen meer infor-
ring: ‘We tellen op onze regionale keringen alleen al tien-
matie en onderzoek nodig is om de stabiliteit te bepalen.
duizenden bomen. Hoe gaan we als waterschap om met
‘Het gaat in totaal om 105 kilometer. Het nadere onder-
het op grote schaal toetsen van deze NWO’s? Dit soort vra-
zoek voor de eerste acht kilometer is dit jaar ‘in de markt
gen hebben we bij STOWA neergelegd en enkele vragen
gezet’. Je merkt dat ingenieursbureaus zich het werken
zijn al opgenomen als kennisvraag.’
met de nieuwe leidraad nog niet eigen hebben gemaakt. Samen met het uitvoerende bureau hebben we hier dan ook veel tijd ingestoken. We moeten er allemaal nog mee leren werken,’ concludeert Woltering. N u c h t e r e b e nad e r i n g
Binnen Delfland is veel discussie geweest over de vraag hoe je met de toetsing moet omgaan. ‘Wij hebben gekozen voor een nuchtere benadering. We focussen ons op de plekken waar we de meeste risico’s kunnen verwachten. Het verbeteren van keringen in dichtbevolkte gebieden is vaak complex en duur. De kaden met het hoogste risico op falen en de grootste gevolgen voor de omgeving gaan voor.’ Woltering is blij dat de leidraad voor de toetsing er is. ‘Het dwingt ons als beheerder alle keringen systematisch te bekijken. In een enkel geval wisten we niet eens precies waar de kade lag. De eerste resultaten geven aan dat met name de belastingsituatie nat maatgevend is. Droogte blijkt in Delfland een minder grote faalfactor.’ In g e w i k k e ld
In Delfland liggen - net als elders - nog wel enkele discussiepunten. ‘Het is ingewikkelde materie en we worstelen met de toepasbaarheid van de toetsing. We hebben bijvoorbeeld over de helft van onze keringen wegen lopen. Volgens de leidraad moeten we groene kades op dezelfde manier toetsen als kades waar al decennia een weg op ligt. Die laatste zijn vaak breder, met wegfunderingen van
STOWA TER INF o / 41
pag ina
4
P r ov i nc i al e b e l e i dsm e d e w e r k e r Wat e r v e i l i g h e i d Jan - W i ll e m V r ol i j k :
Goede uitvoering kadeverbeteringen vereist de nodige inspanning en creativiteit
Volgens beleidsmedewerker Waterveiligheid van de provincie Utrecht Jan-Willem Vrolijk is er in korte tijd enorm veel gebeurd op het gebied van regionale waterkeringszorg. Het beleid en de kaders staan, maar de uitvoering van verbeterprojecten vergt volgens hem nog de nodige inspanning en creativiteit: ‘Niemand vecht de noodzaak van regionale dijkversterking aan. Maar burgers willen wel graag dat de rij knotwilgen op ‘hun’ kade blijft staan.’
Regionale waterkeringen hadden na Wilnis de volle aan-
Waternet niet uitgekomen. Hierover moet de provincie nu
dacht van de provinciale volksvertegenwoordigers, consta-
een uitspraak doen. Als dat niets oplevert, volgt uiteinde-
teert Jan-Willem Vrolijk tevreden. ‘De provincie heeft haar
lijk een gang naar de rechter.’
toezichthoudende rol in het waterkeringbeheer duidelijker en meer zichtbaar gemaakt. We hebben een verorde-
Win-win
ning opgesteld voor het normeren van regionale waterke-
De beleidsmedewerker Waterveiligheid benadrukt deson-
ringen. Jaarlijks rapporteren we aan het provinciebestuur
danks de waarde van een goede belangenafweging. Zowel
over de voortgang op dit gebied. Inmiddels zijn bijna alle
met betrokkenen, als tussen waterschap en provincie en
regionale keringen in het gebied ook daadwerkelijk genor-
binnen de provincie zelf. Hij is van mening dat er door
meerd. De inliggende waterschappen zijn volop bezig met
betere onderlinge afstemming nog veel te winnen valt:
de toetsing aan de nieuwe normen. De komende jaren zal
‘We moeten in dat afwegingsproces nog creatiever pro-
een groot aantal verbeterprojecten van start gaan.’
beren te denken. Je kunt zeggen: we moeten bij dijkversterking rekening houden met het feit dat de kade onder-
L ast i g k a r w e i
deel uitmaakt van de Ecologische Hoofdstructuur. Maar
Jan-Willem Vrolijk ziet dat met het verstrijken van de tijd
je kunt ook proberen om een win-win situatie te creëren:
wel een verschuiving van perspectief plaatsvindt. ‘Direct
een veiligere kade én betere natuur. Daar ligt een prachti-
na Wilnis stond de veiligheid met stip bovenaan. Nu de
ge uitdaging. Ik denk dat daarmee ook het draagvlak voor
verbeterprojecten vorm krijgen, zie je dat dijkversterking
verbetermaatregelen bij betrokkenen groter wordt.’
weer meer en meer een afweging wordt van meerdere belangen. Veiligheid telt, maar ook cultuurhistorie, land-
Tot slot: Vrolijk is blij met het onder regie van STOWA uit-
schap, natuur en de belangen van bewoners.’ Dat maakt
gevoerde Ontwikkelingsprogramma Regionale Water-
het uitvoeren van kadeverbeteringen volgens hem nog
keringen. Hij hoopt wel dat de stichting ook de komen-
een heel lastig karwei. Hij geeft een voorbeeld: ‘Hoog-
de jaren doorgaat met kennisontwikkeling. Juist om het
heemraadschap Amstel, Gooi en Vecht heeft onlangs het
proces van normeren, toetsen en verbeteren nog beter te
plan vastgesteld voor een verbetertraject langs de Krom-
faciliteren: ‘Over een aantal aspecten is er nog de nodige
me Mijdrecht. In de aanloop ernaartoe heeft uitvoerings-
discussie. Bijvoorbeeld droogte, maar ook het fenomeen
organisatie Waternet een MER-achtige procedure gevolgd,
bomen op kaden. Het is goed als er op dat punt meer dui-
met veel inspraakmogelijkheden voor belanghebbenden
delijkheid komt, om beter te kunnen onderbouwen waar-
en bewoners. Desondanks liggen er bij de provincie nu
om bomen bij een kadeverbetering weg moeten, of juist
vijftien beroepsprocedures van burgers. Zij zijn er met
kunnen blijven staan.’
STOWA TER INF o / 41
pag ina
5
STOWA legt in ‘Watermozaïek’ ecologische maatregelen onder de loep Waterbeheerders moeten in het kader van de Kaderrichtlijn water, de Flora- en faunawet en Natura 2000 maatregelen
nemen om hun oppervlaktewateren ecologisch op orde te krijgen en te houden. Veel van die maatregelen hebben echter nog een experimenteel karakter, betoogt aquatisch ecoloog Marcel Klinge: ‘We hebben enig idee van de werking, maar weten nog volstrekt onvoldoende over de precieze effecten en onderliggende mechanismen.’ Het programma Watermozaïek moet daar verandering in brengen. Klinge gaat dit programma voor STOWA trekken.
Watermozaïek moet volgens Klinge een belangrijke bij-
de kennisvragen te beantwoorden. We werken dus vanuit
drage gaan leveren aan het vergroten van kennis over
de praktijk en plakken daar het onderzoek aan vast, niet
maatregelen om de ecologische toestand van het opper-
andersom. Een bewuste keuze, want het biedt de beste
vlaktewater te verbeteren. Op deze manier wordt de doel-
garantie dat de uitkomsten van kennisontwikkeling prak-
matigheid en effectiviteit van maatregelen vergroot en
tisch toepasbaar zijn.’
de kans op mislukking of onbedoelde bijeffecten geminimaliseerd.Het programma startte deze zomer met het in
S am e nw e r k e n
kaart brengen en rubriceren van alle mogelijke verbeter-
Het is de bedoeling dat STOWA, de regionale waterbeheer-
maatregelen. Je kunt daarbij volgens Klinge denken aan
ders, kennisinstellingen en universiteiten (zoals het Cen-
stofmaatregelen, zoals het terugbrengen dan wel neutra-
ter for Wetland Ecology) binnen Watermozaïek nadruk-
liseren van de fosfaatbelasting. Maar ook aan structuur-
kelijk gaan samenwerken. Het initiatief ligt daarbij waar
maatregelen, zoals het aanleggen van natuurvriende-
het volgens Klinge hoort te liggen, de waterbeheerders:
lijke oevers en soortmaatregelen, zoals het wegvangen
‘Zij dragen te nemen maatregelen voor als project binnen
van grote hoeveelheden vis. ‘Voor elke type gaan we na
het programma. Ze nemen de kosten daarvan alsook een
welke ecologische kennis nodig is om de maatregelen
deel van de monitoringkosten voor hun rekening. STO-
met meer zekerheid te kunnen toepassen. Dat gebeurt
WA cofinanciert het begeleidende onderzoek, bewaakt de
in brede kring, met vertegenwoordigers van alle water-
samenhang tussen de projecten en vertaalt de behaalde
schappen. Op basis hiervan stellen we een samenhangend
resultaten naar bruikbare producten. De onderzoekers
programma op van projecten. In de projecten worden de
ten slotte stellen in overleg met de waterbeheerders het
maatregelen op praktijkschaal uitgevoerd. We koppelen
onderzoeksplan op en voeren dit uit, maar zoeken ook
daar wetenschappelijk onderzoek aan om de bijbehoren-
cofinanciering. Op deze manier zijn alle partijen inhou-
STOWA TER INF o / 41
pag ina
6
Wat ermoza ïek : w e l k e maat r e g e l e n & p r o e fp r o j e ct e n ? H i e r ond e r e n k e l e voo r b e e ld e n van mo g e l i j k e maat r e g e l e n e n p r o e fp r o j e ct e n d i e b i nn e n Wat e r moza ï e k k u nn e n wo r d e n u i t g e vo e r d . S tofmaat r e g e l e n : Ho e l e g j e d e i nt e r n e fosfaatb e last i n g aan band e n ( fosfaat u i t d e wat e r bod e m )? M o g e l i j k e p r o e fp r o j e ct e n : h e t b e i j z e r e n van bod e m / wat e r , h e t b e h and e l e n van bod e m / wat e r m e t al u m i n i u m e n / of p h osloc k e n h e t afd e k k e n van d e bod e m m e t zand . Ho e k u n j e d e aanw e z i g e n u t r i ë nt e nb e las t i n g v e i l i g opb e r g e n i n h e t wat e r s y st e e m ? M o g e l i j k e p r o e fp r o j e ct e n : sl i bvan g e n ( ‘ stof z u i g e r za k k e n ’ ) i n m e r e n e n plass e n e n l i j n vo r m i g e wat e r e n , adso r pt i e aan m e t i j z e r of al u m i n i u m v e r r i j k t e bod e ms e n v i a o e v e r i n r icht ing. S t r u ct u u r maat r e g e l e n : Wat i s d e w e r k i n g van nat u u r v r i e nd e l i j k e o e v e r s i n d i v e r s e wat e r t y p e n e n wat i s d e m e e st e ff e ct i e v e w i j z e van aanl e g g e n ? Wat i s h e t e ff e ct van d e r g e l i j k e o e v e r s op d e n u t r i ë nt e n h u i s h o u d i n g e n op h e t voo r k om e n van ( g r o e p e n van ) z g n . sl e u t e lsoo r t e n ?
delijk en financieel gecommitteerd aan het program-
M o g e l i j k e p r o e fp r o j e ct e n : mon i to r i n g van
ma. Ieder project krijgt zijn eigen organisatie om snel en
aanl e g e n w e r k i n g van o e v e r s lan g s d i v e r s e
flexibel te blijven. Het moet een programma worden dat
wat e r t y p e n .
gedragen wordt door waterbeheerders, en niet van bovenaf wordt bestuurd en bestierd.’
Wat z i j n d e e ff e ct e n van h e t v i spass e e r baa r ma k e n van m i g r at i e ba r r i è r e s i n h e t wat e r -
Voor STOWA is Watermozaïek een belangrijke stap op weg
s y st e e m e n t u ss e n wat e r s y st e m e n ?
naar meer samenhangend ecologisch waterkwaliteitsonderzoek. Daar is Marcel Klinge erg blij mee: ‘Het geeft een
S t r om i n g smaat r e g e l e n :
duidelijke richting aan de kennisontwikkeling voor de
Wann e e r i s doo r spo e l e n b e last e n e n wan -
komende jaren. Het is de bedoeling dat het programma
n e e r i s h e t ontlast e n ? M . a .w. wann e e r k u n
een lange looptijd krijgt (10 jaar), juist omdat ecologische
j e i nz e tt e n op doo r spo e l e n e n wann e e r j u i st
effecten pas op de langere termijn goed duidelijk wor-
nie t?
den. Uiteindelijk vormen alle projectresultaten mozaïek-
M o g e l i j k p r o e fp r o j e ct : v e r g e l i j k e n doo r-
stukjes die met elkaar een goed en volledig beeld moeten
spo e l - b e h e e r m e t m i n i maal - i nlat e n b e h e e r .
geven van aquatische ecologie in relatie tot waterbeheer. Vandaar de naam Watermozaïek.’
S oo r tmaat r e g e l e n : Ho e pa k k e n i n g r e p e n i n h e t vo e ds e lw e b u i t
Wilt u meer weten over het programma Watermozaïek, dan kunt
i n d i v e r s e wat e r t y p e n , zoals t i j d e l i j k e
u contact opnemen met Marcel Klinge (
[email protected])
d r oo g val e n act i e f v i sstandb e h e e r ?
of Bas van der Wal (
[email protected])
STOWA TER INF o / 41
pag ina
7
D i r e ct e u r B osman B a r t- Jan B r andt ov e r wat e r i nnovat i e :
Zonder samenwerking wordt het niks
Bart-Jan Brandt is directeur van Bosman Watermanagement, een ontwikkelaar en leverancier van gemaalpompen en zuiveringstechnische installaties. Bosman werkt momenteel aan de Europese marktintroductie van een mede door het bedrijf ontwikkelde effluent-nabehandelingstechniek, het fuzzy filter™. Samenwerking met andere waterpartijen is EUREKA
daarbij onontbeerlijk, aldus de directeur.
‘Na een aantal succesvol verlopen
proeven
Durven
met
Innoveren betekent durven.
demo-installaties, staat
Je moet durven accepteren
er op rwzi Nieuw Vosse-
dat niet ieder experiment
meer een filter-praktijk-
direct slaagt en maatschap-
installatie met een capa-
pelijk en economisch gewin ople-
citeit van zo’n 50 m3 per
vert. Je moet je bij innoveren niet afvragen of een experiment
uur. De resultaten worden
slaagt, maar hoe je het kunt laten slagen. Ik vind dat we met
gemonitord door Waterschap
z’n allen nog wel wat meer lef kunnen gebruiken. En dat
Brabantse Delta en STOWA. De uit-
is niet alleen in ons belang als commercieel bedrijf. Het
komsten zijn voor ons van groot belang. Vooral als we de
is in het belang van de hele Nederlandse waterwereld die
werking van het fuzzy filter succesvol kunnen uitbreiden
de komende jaren voor grote maatschappelijke opgaven
van zwevende stof naar stikstof en fosfaat. Dat zou een
staat.
enorme verbreding van de toepassingsmogelijkheden van het filter geven.
Ik vind dat de Nederlandse watersector een goede stap heeft gezet bij het versterken van de innovatieve slag-
N i c h e ma r k t
kracht op het gebied van watertechnologie. Ik zie voor
Bosman Watermanagement opereert vooral in een niche
STOWA een belangrijke rol weggelegd als een verbindend
markt. We zoeken voortdurend naar nieuwe mogelijkhe-
element tussen die schakels in de gedefinieerde innova-
den die kunnen bijdragen aan het effectief en doelmatig
tieketen. Het is de partij die over de particuliere belangen
oplossen van de vragen van onze klanten. Bij die zoek-
van anderen heen het gezamenlijke belang van de beno-
tocht is samenwerking met waterschappen, kennisinsti-
digde samenwerking kan benadrukken. Want alleen met
tuten en STOWA heel belangrijk. De ontwikkelingskosten
samenwerking kan het alles worden, maar zonder weet je
van nieuwe technieken en technologieën zijn zeer hoog.
zeker dat het niks wordt.’
Die kunnen we er als middelgroot bedrijf alleen uithalen als we de internationale markt opgaan. Daarvoor heb je in eigen land klanten nodig die hun nek durven uitsteken om jouw product als eerste op praktijkschaal te testen, zoals Brabantse Delta nu doet met het fuzzy filter. Snelheid
L e r e n i nnov e r e n m e t wat e r . . .
De snelheid waarmee je innovaties in de markt weet te
Wat e r i nnovat i e staat h oo g op d e
zetten, wordt steeds belangrijker. Je kunt je niet te veel
a g e nda van S T O W A e n i nm i dd e ls
tijd permitteren, want tegenwoordig kijkt heel de wereld
oo k op d i e van d e R i j k sov e r h e i d .
via internet over je schouder mee. Voordat je het weet, zijn
In ons j aa r v e r slag 2 0 07 g aan w e
anderen je voor. Alle bij innovatie benodigde partijen zit-
d i e p e r i n op d e v r aa g wat nod i g
ten in Nederland gelukkig dicht bij elkaar. Letterlijk - we
i s voo r g e slaa g d e wat e r i nno -
zijn een klein land - maar ook figuurlijk: we komen elkaar
vat i e , v i a e e n r e e k s i nt e r v i e ws
steeds tegen. We hebben het in ons om die snelheid erin
m e t v e r t e g e nwoo r d i g e r s van k e n -
te houden. En die is echt nodig wil je als BV Nederland
n i s i nst i t u t e n , wat e r sc h app e n e n
meedraaien in de internationale economie. Maar dan
b e d r i j fsl e v e n . D i t a r t i k e l i s h e t
moet je niet jaren gaan steggelen over de instelling van
tw e e d e i nt e r v i e w u i t d e z e r e e k s .
een garantiefonds voor launching customers. Zoiets moet snel geregeld worden.
STOWA TER INF o / 41
pagina
8
STOWA ter infootjesSTOWA ter infootjesSTOWA ter infootjesSTO van het literatuuronderzoek worden
van Deltares. Naast STOWA dragen
veldmetingen uitgevoerd bij een
Waternet, de Inspectie V&W, de
aantal typen gemalen. STOWA heeft
Waterdienst, VROM, KIWA en het
hiervoor een aanvraag ingediend bij
Hoogheemraadschap van Rijnland
SenterNovem voor een bijdrage uit
financieel bij. Het programma krijgt
het zogenoemde KRW-innovatiefonds.
de komende jaren verder vorm.
Dit fonds, een initiatief van de ministeries van V&W en EZ, is bedoeld als
E e r st e e x p e r i m e nt IJ k d i j k
stimuleringsbijdrage aan innovatieve
Eind september heeft het eerste ech-
S T O WA b r e n g t e m i ss i e b r o e i k as -
investeringen en innovatief onder-
te ijkdijkexperiment plaatsgevon-
g ass e n r wz i ’ s i n k aa r t
zoek dat een bijdrage levert aan het
den, een macrostabiliteitsproef. Een
STOWA laat momenteel de emissies
bereiken van de doelstellingen van
waterkering van zes meter hoog en
van broeikassen door rwzi’s in kaart
de richtlijn. Er is in totaal 75 miljoen
honderd meter bezweek onder een
brengen. De bijdrage van rwzi’s aan
euro beschikbaar.
extreem hoge waterstand. De door-
de totale Nederlandse uitstoot lijkt
braak is minutieus gevolgd via sen-
beperkt. Maar gezien het te formu-
O nd e r zo e k naa r mo g e l i j k
soren in de dijk en camera’s op en
leren duurzaamheidsbeleid van de
g e b r u i k g e n i nfo r mat i e i n h e t
boven het gebied. De Stichting IJkdijk
waterschappen en hun voornemens
wat e r b e h e e r
experimenteert in Groningen groot-
op het gebied van maatschappelijk
STOWA gaat de komende jaren een
schalig met technologie voor het in-
verantwoord ondernemen vindt
bijdrage leveren aan Genes4water, een
specteren van waterkeringen. STOWA
STOWA het nuttig om het onderzoek
groot onderzoeksprogramma naar de
is deelnemer aan de IJkdijk. Meer
te doen.
praktische mogelijkheden van gene-
informatie vindt u op www.ijkdijk.nl.
tische instrumenten in het waterCO2, CH4 en N2O zijn voor Nederland
beheer. Deze instrumenten, die de
de belangrijkste broeikasgassen.
afgelopen jaren wereldwijd in hoog
Vooral de elektriciteitsverbruikers
tempo zijn ontwikkeld, maken het
(pompinstallaties, beluchtingsappa-
mogelijk geninformatie te ontsluiten
ratuur, e.d.) van rwzi’s veroorzaken
en te gebruiken.
relevante CO2 -emissies. Dit gebeurt indirect, via de elektriciteitscentrale
In het programma wordt onder-
waar de benodigde energie wordt
zocht in hoeverre het mogelijk is met
opgewekt. CH4 wordt vrijwel alleen
behulp van de ontwikkelde instru-
geproduceerd in de slibgisting. Meest-
menten de in de genen van water-
al wordt alle CH4 aangewend om
organismen opgeslagen informatie
via gasmotoren energie of warmte te
en de erin optredende veranderin-
leveren aan de beluchting en gebouw-
gen onder invloed van de omgeving
verwarming. Bij een piekproductie
praktisch te benutten. Dit gebeurt in
kan het worden afgefakkeld. Het kan
een aantal kennisprojecten. Toepas-
vrijwel alleen via lekkage emitteren.
singen kunnen liggen op het gebied
S T O WA i nt e ns i v e e r t
N2O-emissie bij rwzi’s treedt op door
van slimmere, goedkopere en snel-
p r a k t i j k ond e r zo e k naa r
nitrificatie en denitrificatieproces-
lere monitoring, sneller en veel beter
n i e u w e san i tat i e
sen. Verondersteld wordt dat het gaat
inzicht in de chemische en ecologi-
STOWA gaat het onderzoek naar
om een fractie van circa drie procent
sche waterkwaliteit en een betere
de praktische mogelijkheden van
van de totale stikstofverwijdering.
inschatting van het effect van water-
aparte inzameling en verwerking
maatregelen.
van bepaalde afvalwaterstromen intensiveren. Dit staat in een nieu-
V e ldond e r zo e k v i sv r i e nd e l i j k e g e mal e n
Het programma Genes4water is een
we strategienota die over dit onder-
STOWA start binnenkort met de twee-
initiatief van het Ministerie van Ver-
werp is verschenen. De nadruk ligt
de fase van het onderzoek naar vis-
keer & Waterstaat en wordt uitge-
daarbij vooral op urine en feca-
vriendelijke gemalen. Na afronding
voerd onder verantwoordelijkheid
liën, omdat daar de meeste winst
STOWA TER INF o / 41
pag ina
9
STOWA ter infootjesSTOWA ter inf te behalen lijkt. Ook komt er extra aandacht voor brongerichte verwijdering van medicijnen en hormonen uit (ziekenhuis)afvalwater. Verder is er aandacht voor integratie van technologieën, opschalingsvragen en hergebruik van grondstoffen. Een pdf van de nota (2008-03) staat op www.stowa.nl.
S TOWA bund elt k l imaatvr agen r egionale wat erbeheerd er s in ui tvoer ing sprogr amma STOWA is de afgelopen periode bezig geweest met het in kaart brengen van de vragen die bij waterschappen leven rond het thema klimaatverandering. Zij willen graag O nd e r zo e k naa r sc h e mat i s e r i n g
weten wat de gevolgen zijn voor hun werk als regionale
v e r k e e r sb e last i n g bo e z e m k ad e n
waterbeheerders.
Tom de Gast doet momenteel voor STOWA afstudeeronderzoek naar de
De stichting heeft de vragen
wijze van schematisering van de ver-
inmiddels gebundeld tot uit-
keersbelasting op boezemkades. Dit
voeringsprogramma. Voor
afstudeerwerk gebeurt samen met een
de uitvoering is succesvol
grondmechanisch onderzoeksbureau.
aansluiting gezocht bij het programma ‘Kennis voor Kli-
Bij de huidige verplichte wijze van
maat’, waar het wordt mee-
schematisering blijkt de berekende
genomen in de programme-
stabiliteitsfactor soms met veertig pro-
ring.
cent af te nemen. Dit resulteert vaak in het oordeel dat de veiligheid niet
Kennis voor Klimaat is een ambitieus onderzoeksprogram-
voldoet aan de norm. Dit is echter sterk
ma dat toegepaste kennis wil ontwikkelen om Nederland
in tegenspraak met de realiteit, waar
tijdig klimaatbestendig te maken. Wageningen Universi-
kaden met verkeerswegen geen sporen
teit en Researchcentrum, de Universiteit Utrecht, de Vrije
van vervorming vertonen. Uit de eerste
Universiteit Amsterdam, KNMI en TNO/Deltares hebben
toetsingen van boezemkaden bij diver-
voor dit programma de krachten verenigd. Samen met
se waterschappen blijkt dit een der-
andere kennisinstellingen, het bedrijfsleven en de over-
mate dominante voorwaarde dat ofwel
heid (Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen) wil
grote strekkingen van de kaden wor-
men toegepaste kennis genereren die nodig is om investe-
den afgekeurd, ofwel deze voorwaarde
ringen in ruimte, infrastructuur en instituties te beoorde-
wordt verwaarloosd. Beide opties lij-
len op klimaatbestendigheid en, waar nodig, aan te passen.
ken onwenselijk. Doelstelling van het onderzoek is meer inzicht in het fenomeen en uiteindelijk een verbeterde
Meer infor mat ie op : www.k enni svoork l imaat.nl
regel voor de schematisering.
STOWA TER INF o / 41
pag ina
10
Vers van de STOWA-pers
Hieronder treft u een overzicht aan van recent verschenen STOWA-publicaties. De publicaties zijn te bestellen via onze website www.stowa.nl onder de knop Bestellen. U kunt de meeste publicaties tevens als pdf downloaden vanaf www.stowa.nl. Ga daarvoor naar Producten / Publicaties / Alle rapporten. T itel
N u mm e r I S B N
Verkenning geneesmiddelen en toxiciteit effluent rwzi’s
2008-06
90.5773.402.1 20
2008-07
90.5773.413.7 25*
3
Moerasbufferstroken langs watergangen. Haalbaarheid en functionaliteit in Nederland Ontwerp- en beheersaspecten van een MBR voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater
2008-08
90.5773403.8 24
Richtlijn nomeren keringen langs regionale rivieren
ORK 2008-04
90.5773.401.4 10
V e r b e t e r i n g Insp e ct i e s Wat e r k e r i n g e n :
Beschrijving standaard inspectieproces
VIW 2008-09
90.5773.394.9 17
VIW 2008-11
90.5773.415.1 15
Samenwerken geeft vorm. Verslag en presentaties van de vijfde Kennisdag Inspectie waterkeringen
W e r k doc u m e nt e n :
Ervaringen met MBR voor individuele behandeling van afvalwater
2008-W-01 15
Demonstratieonderzoek vergaande zuiveringstechnieken op de RWZI Leiden zuidwest: fase 1 Vergaande nutriëntenverwijdering
2008-W-02 pdf
* D i t r appo r t k u nt u b e st e ll e n doo r e e n e ma i l t e st u r e n naa r m . mac k i ntos h @ t e k stb e e ld . nl .
P u bl i cat i e s u i t g e l i c h t R i c h tl i j n no r m e r e n k e r i n g e n L an g s r e g i onal e r i v i e r e n ( O RK 2 0 0 8 - 0 4 )
Het IPO en de Unie van Waterschappen laten een speciaal instrumentarium ontwikkelen voor het uniform normeren, toetsen, verbeteren en beheren van de verschillende typen regionale waterkeringen. STOWA voert de regie over de ontwikkeling van dit instrumentarium, in het zgn. Ontwikkelingsprogramma Regionale Waterkeringen ORK. Onlangs kwam in dit kader de ‘Richtlijn normeren keringen langs regionale rivieren’ uit (ORK 2008-04). Eerder verschenen al de ‘Leidraad toetsen op veiligheid regionale waterkeringen’ en ‘Richtlijnen normering compartimenteringskeringen’. Het gehele instrumentarium moet eind van dit jaar gereed zijn. PDF’s van deze rapporten staan op www.stowa.nl. Surf naar producten / publicaties / alle rapporten. V e r k e nn i n g g e n e e sm i dd e l e n e n to x i c i t e i t e ffl u e nt r wz i ’ s ( 2 0 0 8 - 0 6 )
STOWA en enkele andere partijen hebben gecombineerde chemisch-analytische en biologische analyses uit laten voeren op rwzi-effluent van vijf zuiveringsinstallaties. Doel was ervaring opdoen met het uitvoeren van dergelijk gecombineerd onderzoek, het ontwikkelen en valideren van nieuwe methoden en het vergelijken van methoden onderling. Het onderzoek geeft inzicht in de aanwezigheid van geneesmiddelen in het effluent, toxiciteit, de effecten van antibiotica en de mate van hormoonverstorende activiteit. M o e r asb u ff e r st r o k e n lan g s wat e r g an g e n . Haalbaa r h e i d e n f u nct i onal i t e i t i n N e d e r land ( 2 0 0 8 - 07 )
De KRW en de Nitraatrichtlijn leiden tot toenemende aandacht voor ecotechnologische maatregelen om emissies van nutriënten naar oppervlaktewater terug te dringen en (natte) natuurwaarden te verhogen. Voorbeelden zijn helofytenfilters, natuurvriendelijke oevers en bufferstroken. Onlangs heeft STOWA een rapport uitgebracht met de resultaten van een praktijkonderzoek naar de (kosten)effectiviteit van nutriëntenverwijdering (N en P) door zogenoemde moerasbufferstroken. O ntw e r p - e n b e h e e r sasp e ct e n van e e n M B R voo r d e b e h and e l i n g van h u i s h o u d e l i j k afvalwat e r ( 2 0 0 8 - 0 8 )
STOWA heeft een rapport uitgebracht waarin de in Nederland opgedane kennis en ervaringen met de membraanbioreactortechnologie (MBR) voor het zuiveren van huishoudelijk afvalwater zijn gebundeld. Het rapport gaat uitgebreid in op de kritische ontwerp- en beheerspunten van deze nieuwe zuiveringstechnologie, en geeft richtlijnen voor toekomstige MBRprojecten.
STOWA STOWA TER TER INF INFoo // 41 38
pag ina
11
[email protected] www.stowa.nl
TEL 030 232 11 99 FAX 030 231 79 80
Arthur van Schendelstraat 816
POSTBUS 8090 3503 RB UTRECHT
COLOFON Activiteiten najaar 2008
Deze nieuwsbrief informeert u over het beleid van de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) en de onder-
30 o k tob e r , 4 e platfo r mb i j e e n -
doelstellingen van Natura 2000 te
zoeken die STOWA laat uitvoeren. Deze
k omst n i e u w e san i tat i e
halen. Voor informatie en aanmel-
nieuwsbrief verschijnt viermaal per jaar.
Op 30 oktober doet de Koepelgroep
ding kunt u terecht op de symposi-
Voor algemene informatie kunt u contact
Ontwikkeling Nieuwe Sanitatie Syste-
umsite www.obn-symposium.nl.
opnemen met het STOWA-secretariaat.
onderzoek en pilots op het gebied
18 nov e mb e r , st u d i e dag
Adreswijzigingen, aan- en afmeldingen
van nieuwe sanitatie tot nu toe. Er
‘ Pa r t i c i pat i e e n b e l e v i n g i n h e t
kunt u emailen naar
[email protected].
is onder meer aandacht voor de ver-
wat e r b e h e e r , e e n va k A pa r t ! ’
wijdering van medicijnresten en de
Binnen het Leven-met-Waterproject
T e k st e n
toepassingsmogelijkheden bij nieuw-
‘Watertekens’ hebben waterbeheer-
Bert-Jan van Weeren, Deventer
bouwlocaties. Locatie: Grand Hotel
ders veel praktijkervaring opgedaan
Karel V, Utrecht. Aanvang: 12.00 uur.
met participatie, beleving en commu-
E i nd r e dact i e
Voor meer informatie en aanmelding
nicatie. Zie ook www.watertekens.nl.
Jacques Leenen
surft u naar www.stowa.nl / Agenda.
Het projectteam organiseert samen
men verslag van de resultaten van
met STOWA en Waterschap De Dom-
F oto g r af i e
4 nov e mb e r , O + B N s y mpos i u m
mel een speciale studiedag om de
STOWA, Peter Arno Broer, Rob Elfring,
LNV houdt op dinsdag 4 november in
opgedane kennis en vaardigheden te
Klaas Everards, Istockphoto
Ede het O+BN symposium. Terrein-
delen. De opzet van deze dag is sterk
beheerders, waterschappers, beleids-
interactief, het leren van elkaar staat
B as i s O N T W ER P
makers, onderzoekers en adviseurs
centraal. De bijeenkomst vindt plaats
MADE OF MAN,
worden bijgepraat over de laatste
bij Waterschap De Dommel in Boxtel.
visual identity under construction,
kennisontwikkelingen binnen de
De aanvang is 9.30 uur. De deelname-
Rotterdam
verschillende landschapstypen. Ook
kosten bedragen 75 euro. Kijk voor
komt aan bod wat er moet gebeuren
meer informatie en aanmelding op
V O R M GE V I N G
om de biodiversiteit in Nederland te
www.stowa.nl / Agenda.
Studio B, Nieuwkoop
herstellen en de instandhoudingsDruk
Drukkerij Uleman-De Residentie, Zoetermeer I S S N - n u mm e r
0929-6220
STOWA TER INF o / 41 38
pagina pagina
12 14