Voorwoord Hierbij het programmaboekje van de Europa-excursie van maandag 14 t/m donderdag 17 maart 2005. In dit programmaboekje kan je lezen hoe de dagen in Brussel/Vaalbeek en Leuven ingedeeld zijn. De tijden die hier vermeld staan zijn indicatief. Probeer je aan genoemde tijdstippen te houden. Ook vind je hier het adres van de herberg, voor als je verdwaald mocht raken. Wij menen een afwisselend programma voor de Excursie Europa samengesteld te hebben met onder andere: • inleidingen over de Europese Grondwet/Sociaal Europa door Prof. Dr. Frank Delmartino (Europacollege Brugge/Katholieke Universiteit Leuven) • een bezoek aan het Europarlement en een discussie met drie Europarlementariërs: Ivo Belet (Belgie), Jeanine Hennes-Plasschaert (Nederland) en Ruth Hieronimy (Duitsland) • een bezoek aan het Palais de Justice van Brussel • kennismaking, samenwerking en uitwisseling van ervaringen met studenten van de partneropleidingen in Groningen, Leuven en Keulen • Lagerhuisdiscussie met medewerking van Esther de Lange (CDA) • Informatie over stage lopen in een ander land/cultuur Bovendien bezoeken we zowel Vaalbeek, Leuven als Brussel. We hopen dat wij samen deze excursie tot een leerzame en aangename onderneming maken. De docenten van de Excursiecommissie: • Jan van Passel, Nadia Quintens, Marianne Nijs, Luth Lennaerts (Leuven) • Ute Kötter en Ute Lohrentz (Keulen) • Martijn Mok, Shanta Punwasi, Joop Hoexum en Theo Koning (Groningen)
Vorwort Dies ist das Programmheft für die Europaexkursion vom 14.-17.3.2005. In diesem Programmheft können Sie lesen, wie die Tage in Brüssel/Vaalbeek und Löwen eingeteilt sind. Die angegebenen Zeiten sind indikativ also einschätzend. Bitte halten Sie sich an die angegebenen Termine. Außerdem finden Sie hier die Adresse der Unterkunft, für den Fall, daß Sie sich verlaufen/verfahren. Wir haben ein abwechslungreiches Programm für diese Europaexkursion zusammengestellt: • Einführung in die Europäische Verfassung und die gesetzlichen Regelungen des Sozialen Europas von Prof. Dr. Frank Delmartino (Europakolleg Brügge/Katholische Universität Löwen) • Besuch beim Europaparlament und eine Diskussion mit drei Europaabgeordneten: Ivo Belet (Belgien), Jeanine Hennes-Plasschaert (Niederlande) und Ruth Hieronimy (Deutschland) • Besuch des Palais de Justice/Justizpalast in Brüssel • Kennenlernen, Zusammenarbeit und Erfahrungsaustausch mit Studierenden der Partnerhochschulen in Löwen, Köln und Groningen • “Parlamentsdiskussion” unter Mitwirkung von Esther de Lange (CDA, Niederlande), Mitarbeiterin des Europäischen Parlaments • Berichte über Auslandsaufenthalte während des Studiums Außerdem besuchen wir sowohl Vaalbeek und Löwen als auch Brüssel. Wir hoffen, daß wir gemeinsam diese Exkursion zu einem lehrreichen und angenehmen Vorhaben machen. Die Dozenten der Exkursionskommission:
• •
•
Jan van Passel, Nadia Quintens, Marianne Nijs, Luth Lennaerts (Leuven) Ute Kötter en Ute Lohrentz (Köln) Martijn Mok, Shanta Punwasi, Joop Hoexum en Theo Koning (Groningen)
Algemene Zaken •
Thema van de week
•
Deelnemers
•
Taal
•
Lokatie
•
Data
Sociaal Europa: Bijstandswet, arbeid en arbeidsreïntegratie in internationaal vergelijkend perspectief.
* Leuven: 35-40 studenten en 4 of 5 docenten * Keulen: 15 studenten en 2 docenten * Groningen: ca. 40 studenten en 4 docenten
We zijn overeengekomen dat de deelnemers de eigen taal (Nederlands of Duits) spreken. Waar nodig of gewenst zorgen we met elkaar voor samenvattende vertalingen.
"La Foresta", Prosperdreef 9, 3054 Vaalbeek, Tel. 0032 16 402491, Fax 0032 16400883.
* Groninger deelnemers: maandagmorgen 14 t/m donderdagavond 17 maart * Keulse deelnemers: maandagmorgen 14 t/m donderdagmiddag 17 maart * Leuvense deelnemers: maandagavond 14 t/m woensdagavond 16 maart
Allgemeines •
Thema der Woche:
Soziales Europa: Sozialhilfegesetz, Arbeit und Reintegration in den Arbeitsmarkt im internationalen Vergleich
• Teilnehmer * Löwen: 35-40 Studierende und 4 oder 5 DozentInnen * Köln: 15 Studierende und 2 Dozentinnen * Groningen: ca. 40 Studierende 4 Dozenten •
Sprache
•
Ort
Wir haben abgesprochen, dass die Teilnehmer ihre eigene Sprache (Niederländisch oder Deutsch) sprechen. Wenn es erforderlich ist oder gewünscht wird, werden wir zusammenfassende Übersetzungen machen.
"La Foresta" Prosperdreef 9, 3054 Vaalbeek, Tel. 0032 16 402491, Fax 0032 16400883.
• Termine * Groninger Teilnehmer: Montagmorgen (14.03.05) bis Donnerstagabend (17.3.05) * Kölner Teilnehmer: Montagmorgen (14.03.05) bis Donnerstagmittag (17.3.05) * Löwener Teilnehmer: Montagmittag (?) (14.03.05) bis Mittwochabend (16.03.05)
Europaexcursie/Europaexkursion 2004-2005
2
Maandag 14 maart 2004 Ochtend •
• •
Groningen 07.00 uur vertrek uit Groningen vanaf Groningen CS (bij rondvaartboot) met Arrivabus naar Vaalbeek. (Mensen in Zwolle stappen om ca. 08.15 uur in bij Zwolle CS). 1400 uur aankomst bij de herberg “La Foresta”. (“La Foresta" Prosperdreef 9, 3054 Vaalbeek, Tel. 0032 16 402491, Fax 0032 16400883.) Na aankomst zal er koffie/thee klaar staan en is er gelegenheid tot het inrichten van de slaapvertrekken. Aankomst Keulen in “La Foresta” 14.00 uur Aankomst Leuven in “La Foresta” 15.00 uur (?)
Middag • •
16.00-17.00 (La Foresta) Kennismaken met de Keulse, Leuvense en Groningse studenten en docenten in kleinere groepen 17.00-18.30 (La Foresta) Inleiding over Sociaal Europa, Europees Sociaal Beleid en Europese sociale grondrechten (Eur. Grondwet) door Prof. Dr. Frank Delmartino van het Europa College in Brugge/Katholieke Universiteit Leuven met aansluitende discussie
Avond • •
•
18.30 (La Foresta) Avondmaaltijd 19.30 Vertrek naar Leuven. Studenten worden door studenten Leuven en docenten door docenten Leuven rondgeleid in het stadscentrum gecombineerd voor een gezamenlijk drankje en voor nadere kennismaking (internationaal samengestelde groepen) 23.00 terugreis vanuit Leuven naar “La Foresta” (uiterlijk 23.00 uur i.v.m. rijtijdenwet buschauffeur).
Montag 14 März 2005 Morgens •
• •
Groningen 07.00 Uhr: Abfahrt aus Groningen vom Hauptbahnhof Groningen (Treffen beim Rundfahrtboot) mit Arriva-Bus nach Vaalbeek. Anmerkung: Studierende aus Zwolle steigen um ca. 8.15 Uhr am Hauptbahnhof Zwolle zu. Gegen ca. 14.00 Uhr kommen wir bei unserer Unterkunft "La Foresta" an. (La Foresta , Prosperdreef 9, 3054 Vaalbeek, Tel. 0032 16 402491, Fax 0032 16400883) Nach der Ankunft Belegung der Zimmer Ankunft Köln bei “La Foresta” ca. 14.00 Uhr Ankunft Löwen bei “La Foresta ca. 15.00 Uhr (?)
Mittags • •
16.00-17.00 Uhr: Kennenlernen der Kölner, Löwener und Groninger Studierenden und Dozentinnen in kleineren Gruppen 17.00-18.30 Uhr: (La Foresta) Einführung zum Thema Soziales Europa, Europäische Sozialpolitik und Europäische Grundrechte von Prof. Dr. Frank Delmartino vom Europa-Kolleg in Brügge/Katholische Universität Löwen mit anschließender Diskussion
Abends • •
18.30 (La Foresta) Abendessen 19.30 Uhr: Abfahrt nach Löwen. In Löwen finden Stadtführungen im Zentrum mit anschließendem Kneipenbesuch statt, wobei die Studierenden und die DozentInnen in kleinen international gemischten Gruppen jeweils von Studierenden bzw. DozentInnen aus Löwen geführt werden.
Europaexcursie/Europaexkursion 2004-2005
3
•
23.00 Rückfahrt von Löwen nach “La Foresta”(spätestens ca. 23.00 Uhr wegen der gesetzlichen Reisezeiten des Busfahrers)
Dinsdag 15 maart 2005 Ochtend • •
08.15-09.00 (La Foresta) Ontbijt 09.00-12.00 (La Foresta) Vergelijking van de opleidingen (tussendoor koffie/thee pauze): Sociaal Juridische Dienstverlening (Hanzehogeschool Groningen), Maatschappelijk Assistent-Optie MAD Maatschappelijke Dienstverlening (Katholieke Hogeschool Leuven Opleiding Sozialarbeit en Master-opleiding Sozialanwalt (Katholische Fachhochschule Keulen) Aspecten die aan de orde komen zijn: 1. Het curriculum van de opleiding (hoofdgebieden, studieonderdelen, structuur) 2. De onderwijsvormen en werkvormen in de opleiding 3. Werkvelden van de afgestudeerden 4. Opzet, inhoud en doel van de stages 5. Afstudeeropdrachten/eindwerken 6. Plaats en positie van de opleiding binnen de hogeschool
Middag • • • •
12.00-13.30 (La Foresta) Middagpauze met lunch 13.30-15.00 (La Foresta) Workshop over de Bijstandswet in Europees Perspectief (België, Nederland en Duitsland) door Prof Dr Ute Kötter 15.00-15.30 (La Foresta) Koffie/thee pauze 15.30-18.00 Lagerhuisdiscussie, een discussie in de vorm zoals die in Nederland bij het gelijknamige VARA televisieprogramma wordt gevoerd Het hoofdthema zal zijn: Sociaal Europa Deelthema’s : Arbeidsreintegratie en -participatie Uitkeringen en armoedebestrijding De discussie staat onder leiding van de SJD studenten: Martine Waal en Cathrina Dijkstra. De medewerker van het Europees Parlement, Esther de Lange geeft commentaar op de discussiebijdragen.
Avond • •
18.00-19.00 (La Foresta) Avondmaaltijd 19.00-20.30 (La Foresta) "Stage lopen in een ander land, leven en studeren in een interculturele omgeving". (Foruminterviews en discussies met studenten en afgestudeerden van Leuven, Keulen en Groningen die ervaring hebben met stages in het buitenland.) Ook aanwezig zijn ca. 25 tweedejaars MAD studenten uit Leuven. Onderwerpen die aan de orde zullen komen: 1. Voorbereiding op een internationale stage 2. Motivatie en redenen: waarom zou je ? 3. stage-ervaringen 4. Cultuurverschillen en culture shocks 5. Financiering buitenlandse stage
• 20.30 (La Foresta) Bonte avond. Creatieve avond op initiatief van de MAD-studenten van
Europaexcursie/Europaexkursion 2004-2005
4
Leuven in samenwerking met studenten uit Keulen.
Dienstag 15 März 2005 Morgens • •
08.15-09.00 (La Foresta) Frühstück 09.00-12.00 (La Foresta) Vergleich der Ausbildungen der 3 Fachhochschulen (zwischendurch Kaffe/Teepause): Sociaal Juridische Dienstverlening/Sozial Juristische Dienstleisung (Hanzehogeschool Groningen) Maatschappelijk Assistent-Optie MAD Maatschappelijke Dienstverlening (Katholieke Hogeschool Leuven) Sozialassistent/Soziale Dienstleistung Studiengänge Sozialarbeit und Masterstudiengang Sozialanwalt (Katholische Fachhochschule Köln) Aspecte : 1. Das Curriculum der Ausbildung (Hauptgebiete, Unterteile, Struktur des Studiums) 2. Die Unterrichtsformen und Arbeitsweise der Ausbildung 3. Arbeitsfelder der Absolventen 4. Aufbau, Inhalt und Ziel von Praktika 5. Diplomarbeiten 6. Position der Ausbildung innerhalb der Hochschule
Mittags • •
• •
12.00-13.30 (La Foresta) Mittagpause mit Essen 13.30-15.00 (La Foresta) Workshop über die Entwicklungen der Sozialhilfe in europäischer Perspektive (Belgien, Niederlande und Deutschland) mit Prof. Dr. Ute Kötter 15.00-15.30 (La Foresta) Kaffee/Teepause 15.30-18.00 “Parlamentsdiskussion”. Eine Dikussion in der Form, wie sie in den Niederlanden (TV, Samstags) geführt wird (VARA). Hauptthema: Soziales Europa Teilthemen: Reintegration in den Arbeitsmarkt Sozialleistungen und Armutbekämpfung Die Diskussion wird moderiert durch die SJD-StudentInnen Martine Waal und Cathrina Dijkstra. Die Mitarbeiterin des Europäischen Parlaments , Esther de Lange, kommentiert die Diskussionsbeiträge.
Abends •
18.00-19.00 (La Foresta) Abendessen 19.00-20.30 (La Foresta) "Auslandsaufenthal/Auslandspraktikum: Leben und Studieren in einer interkulturellen Umgebung". (Interviews im Plenum und Diskussionen mit Studierenden und Absolventen aus Löwen, Köln und Groningen, die Erfahrung mit Auslandsaufenthalten/Auslandspraktiken haben. Anwesend sind auch ca. 25 MAD-Studierende des 2. Studienjahres. Themen die dabei eine Rolle spielen: 1. Vorbereitung Auslandsaufenthalt/Auslandspraktikum 2. Motivation und Gründe: warum sollte man ? 3. Praktikumserfahrungen 4. Kulturelle Unterschiede und Culture shocks
Europaexcursie/Europaexkursion 2004-2005
5
5. Finanzierung Auslandsaufenthalt/Auslandspraktikum • 20.30 (La Foresta) Bunter Abend. Kreativer Abend auf Initiative der MAD Studierenden aus Löwen in Zusammenarbeit mit Studierenden aus Köln.
Woensdag 16 maart 2005 Ochtend: • • •
•
07.45- 8.30 (La Foresta)Ontbijt 08.30 vertrek van La Foresta naar Brussel 09.00-13.30 Vrij in te vullen ochtend in Brussel . Met dient op eigen gelegenheid te lunchen Optie: rondleiding “Sociaal Brussel” 13.00 vertrek naar Europees Parlement vanaf parkeerplaats nabij de Grote Markt
Middag • 13.30 aankomst bij het Europees Parlement (bezoekersingang) • 14.00-16.00 uur: Forum c.q. gesprekken over Sociaal Europa met: Jeanine Hennes-Plasschaert (VVD/Liberalen, Nederland) Ivo Belet (SPA/Socialisten, België) Ruth Hieronimy (CDU/Christen-democraten, Duitsland) aansluitend een rondleiding door het gebouw.
Avond • •
18.30 maaltijd/farewell meal bij het Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV) in Brussel met aansluitend afscheid Belgische studenten en docenten. 20.30 vrije avond in Brussel voor deelnemers uit Keulen en Groningen. (uiterlijk 00.00 uur terugreis naar La Foresta in Vaalbeek. i.v.m. rijtijdenwet buschauffeur).
Mittwoch 16 März 2005 Morgens: • • •
•
07.45- 8.30 (La Foresta) Frühstück 08.30 Abfahrt von La Foresta nach Brüssel 09.00-13.30 zur freien Verfügung in Brüssel. Mittagessen auf eigene Kosten, selbst zu organisieren Option: Führung “Soziales Brüssel” 13.00 Abfahrt zum Europäischen Parlament von einem Platz in der Nähe des Grote Marktes
Mittags • 13.30 13.30 Ankunft beim Europäischen Parlament (Besuchereingang) • 14.00-16.00 uur: Forum bzw. Gespräche über ein soziales Europa mit : Jeanine Hennes-Plasschaert (VVD/Liberalen, Niederlande) Ivo Belet (SPA/Sozialisten, Belgien) Ruth Hieronimy (CDU/EPP/Christdemokraten, Deutschland) Anschliessende Führung durch das Gebäude der Europarlements
Abends •
•
18.30 Essen/Farewell meal beim Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV) – Allgemeine Christliche Gewerkschaft) in Brüssel mit anschliessender Verabschiedung der belgische Studierenden und DozentInnen 20.30 Freier Abend in Brüssel für die Teilnehmer aus Köln und Groningen. Spätestens 00.00 Rückfahrt nach La Foresta in Vaalbeek wegen der gesetzlichen Reisezeiten des Busfahrers.
Europaexcursie/Europaexkursion 2004-2005
6
Donderdag 17 maart 2005 (Keulen en Groningen) Ochtend • •
08.15-09.00 (La Foresta) Ontbijt 10.00-12.00 Bezoek aan het Palais de Justice van Brussel. Rondleiding door de heer Joosten. 10.00-11.00 uur eerste rondleiding (max. 30 personen) 11.00-12.00 uur tweede rondleiding (max. 30 personen)
Middag •
12.30 Terugreis naar Nederland/Duitsland. De aankomst zal tegen de avond zijn
Donnerstag 17 März 2005 (Köln und Groningen) Morgens • •
08.15-09.00 (La Foresta) Frühstück 10.00-12.00 Beuch des Palais de Justice in Brüssel. Führung durch Herrn Joosten. 10.00-11.00 uur 1. Gruppe (max. 30 Personen) 11.00-12.00 uur 2. Gruppe (max. 30 Personen)
Mittags •
12.30 Rückreise in die Niederlande bzw. Deutschland. Ankunft dort am späten Nachmittag oder frühen Abend
Europaexcursie/Europaexkursion 2004-2005
7
Bijlagen Lagerhuisdiscussie/Anlagen “Parlamentsdiskussion” • •
Alleen de stellingen voor de discussie zijn in het Duits vertaald. De toelichting op de stellingen wordt bij het begin van de discussie gegeven en vertaald. Auf Deutsch sind nur die Diskussionsthesen übersetzt worden. Die Erläuterung dieser Thesen wird am Anfang der Diskussion gegeben und übersetzt
Stelling I / These I • •
Europese jongeren hebben geen recht op een uitkering zolang ze geen startkwalificatie hebben behaald. Europäische Jugendliche haben kein recht auf eine Sozialleistung, so lange sie keine sog. Startqualifizierung haben.
Het bevolkingsaandeel van ouderen boven de 65 zal in de komende 50 jaar in alle werelddelen verdubbelen. In het meest vergrijsde werelddeel, ons eigen Europa, tot bijna een derde. Naar verwachting zal hier de vergrijzing leiden tot een tekort van 10 tot 20 miljoen arbeiders tussen 2010 en 2030. Er zitten relatief veel jongeren onder die hard nodig zullen zijn om de beroepsbevolking op peil te houden en met een goede opleiding in staat zouden moeten zijn om de Europese economie draaiende te houden. Juist deze jongeren verlaten steeds vaker hun school zonder startkwalificatie; alleen al in Nederland zijn dit er jaarlijks meer dan 40.000. Deze jongeren lopen een extra groot risico om werkloos te worden aangezien werkgevers op zoek zijn naar goed opgeleid personeel om de uitstroom op te vangen. Pro: Alle Europese lidstaten investeren jaarlijks miljarden aan het bestrijden van de jeugdwerkloosheid. Dit doen ze stuk voor stuk door projecten op te zetten waarin jongeren worden begeleid in het vinden van passend werk. De jongeren zonder startkwalificatie vormen de meest moeilijk bemiddelbare groep. Deze krijgen scholingstrajecten en gesubsidieerde stages aangeboden terwijl ze gebruik maken van een uitkering. Deze groep kost de Europese Unie veel tijd en geld, wat beter besteed kan worden aan een lastenverlichting voor de jongeren die wel werken en de financiële last van de vergrijzing op hun schouders voelen drukken. Het meest onbegrijpelijke aan deze situatie is dat er door de lidstaten aan scholieren en studenten een legio aan financieringsmogelijkheden beschikbaar wordt gesteld. Zo bestaat in Nederland de Wet Studiefinanciering voor alle studenten in het Hoger onderwijs of Beroepsonderwijs, de Wet Tegemoetkoming Scholieren voor scholieren boven de 18 en voor scholieren onder de 18 de Wet Tegemoetkoming Ouders. Mochten studenten niet rond kunnen komen van de betreffende beurs, dan wordt zelfs de mogelijkheid geboden om tegen aantrekkelijke voorwaarden van de Staat te lenen. Er worden genoeg handreikingen geboden om een opleiding af te ronden en ondertussen in levensonderhoud te voorzien. Als een jongere zelf besluit om niet van deze mogelijkheden gebruik te maken dan zal hij/zij de consequenties hiervan moeten aanvaarden. Consequenties zijn dan dat hij/zij zelf voor een inkomen dient te zorgen en niet gebruik kan maken van een toeleidingstraject. Er is immers geld gereserveerd om een opleiding te volgen, die de kansen op de arbeidsmarkt vergroten en dit station was deze jongere nog niet gepasseerd. Deze manier van werken is te vergelijken met de WWB en wet SUWI: De WWB en de wet SUWI hebben als hoofddoel ‘werk boven inkomen’. Het uitgangspunt is dat iedere Nederlander wordt geacht zelfstandig in zijn bestaan te kunnen voorzien. Als dit niet mogelijk is en er geen andere voorzieningen beschikbaar zijn, heeft de overheid de taak hem of haar te helpen met het zoeken naar werk. Zo lang met werk nog geen zelfstandig bestaan mogelijk is, ondersteund de overheid met inkomensondersteuning. Europaexcursie/Europaexkursion 2004-2005
8
Een Europese richtlijn zou dan als hoofddoel moeten hebben: ‘studie boven werk en werk boven inkomen’. Een jongere kan dus pas een uitkering aanvragen als er voor hem geen voorzieningen (meer) beschikbaar zijn om een startkwalificatie te behalen. Contra: In alle Europese lidstaten geldt een wetgeving betreft leerplicht. De aanvang van de leerplicht en de duur van die periode verschilt per lidstaat. In Italië is sprake van een leerplichtige periode vanaf zes jaar tot en met veertien jaar. In België en in Duitsland loopt de leerplichtige leeftijd door tot het achttiende levensjaar, maar begint later. In Luxemburg en in Noord-Ierland vangt de leerplicht aan als de kinderen vier jaar zijn. In Nederland is op dit moment ook regelgeving in voorbereiding om de leerplicht van af vijf jaar te vervroegen naar vier jaar. De gemiddelde duur van de leerplicht bedraagt ongeveer 10 jaar. In deze periode betaald de overheid het lesgeld aangezien het onderwijs verplicht wordt gesteld. Dit stelt art. 14 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Als men onderwijs na de leerplichtperiode alsnog wil verplichten, dan zou dat ook betekenen dat men ouders en scholieren opzadelt met het verplicht betalen van het lesgeld; wat dus in strijd is met het Handvest. De lidstaten zouden bij een verlenging van de leerplicht dus ook langer lesgeld voor een scholier moeten betalen, terwijl men juist kosten wil besparen. Daarnaast is het verplicht stellen van onderwijs nog geen garantie voor motivatie en dus het behalen van een startkwalificatie Art. 15 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie stelt dat eenieder de vrijheid heeft in het kiezen van een beroep en het recht heeft om te werken. Dit lijkt in strijd met de gedachte dat een jongere, na het vervallen van de leerplicht, zelf mag beslissen over zijn arbeidsmarktperspectieven en de kans dat hij een beroep zal gaan doen op een uitkering. Artikel 34 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zegt: “De Unie erkent en eerbiedigt het recht op toegang tot socialezekerheidsvoorzieningen en sociale diensten die bescherming bieden in gevallen zoals moederschap, ziekte, arbeidsongevallen, afhankelijkheid of ouderdom, alsmede bij verlies van arbeid, onder de door het Gemeenschapsrecht en de nationale wetgevingen en praktijken gestelde voorwaarden.” Hierbij moet men zich afvragen of het niet toelaten tot een uitkering in strijd is met bovenstaand artikel. Anderzijds kan men het verplichten tot het weer naar school gaan, teneinde een beter arbeidsperspectief te creëren ook aanmerken als een sociale voorziening. Tot slot ligt er ook een stuk verantwoordelijkheid bij de werkgevers. Deze voeren een strenge selectie als ze een ruim aanbod hebben in personeel. In vele gevallen geven werkgevers de voorkeur aan jongeren zonder startkwalificaties aangezien deze minder loon kosten. Bedrijven zouden geen werkkrachten moeten aantrekken die eigenlijk nog op school horen te zitten. Werknemers- en werkgeversorganisaties zouden op Europees vlak moeten afspreken dat jonge goedkope arbeidskrachten niet voortijdig uit de schoolbankjes geplukt worden. Dit zouden de sociale partners in CAO's kunnen opnemen. De "schuld" wordt nu bijna volledig in de schoenen van de jeugdwerklozen geschoven. Dit terwijl bedrijven vrijwel ongemoeid worden gelaten en enkel maar beloond worden en niet gestraft zoals de jeugdwerkloze.
Stelling II / These II • Jongeren die binnen Europa een beroepsopleiding volgen moeten zich aanpassen aan de cultuur in het betreffende land, zodat ze gemakkelijker een stageplaats kunnen krijgen en behouden. • Jugendliche die innerhalb Europa eine Berufsausbilding machen, sollen sich an die Kultur des jeweiligen Landes anpassen, damit sie leicht ein Praktikumsplatz bekommen und behalten
Europaexcursie/Europaexkursion 2004-2005
9
können. Voor de beroepsopleidingen is in Nederland een schrijnend tekort aan stageplaatsen. Uit onderzoek blijkt dat het vooral voor allochtone leerlingen op het ROC moeilijk is om een stageplaats te vinden, terwijl dit voor het afronden van hun opleiding juist zo belangrijk is. De consequentie is dat deze leerlingen hun opleiding afronden terwijl maar minimaal voldaan is aan de vereisten van de opleiding; het opdoen van werkervaring is in het geding terwijl er een toenemende vraag is naar kwalitatief hoogwaardig opgeleid personeel. Andere leerlingen ronden hun opleiding helemaal niet af omdat ze geen stageplaats kunnen vinden. Er is dus sprake van een werkelijk probleem want de uitstroom zonder diploma onder allochtonen is groot en als groep hebben zij daardoor minder maatschappelijk perspectief. Pro: Wat allochtone leerlingen onderscheidt van autochtone leerlingen, is hun cultuur. Ten aanzien van de werkzaamheden kan het gedrag en de houding die voortkomt uit een bepaalde cultuur belemmerend werken. Concreet betekent dit dat allochtone leerlingen op de werkvloer meer problemen ondervinden doordat zij bijvoorbeeld een ander tijdsbesef hebben en de tijdsdruk minder ervaren. Ten aanzien van de werkzaamheden kan het zijn dat meisjes die moslim zijn geen mannen mogen wassen of eten mogen wegbrengen waarin varkensvlees zit. Ook onderling de eigen taal spreken pakt nadelig uit voor de stage. Vanuit de cultuur kunnen dus belemmeringen ontstaan en ook de vooroordelen van het thuisfront beperken de mogelijkheden van de leerling. Denk bijvoorbeeld aan het idee dat vrouwen niet met mannen mogen samenwerken in één ruimte, vanuit religieuze overtuiging. Ook wanneer een meisje zwanger raakt of uitgehuwelijkt wordt kan de stage daar onder lijden. Problemen op de stage komen hoofdzakelijk voort uit dit onaangepaste gedrag. De ervaringen van werkgevers bepalen de beeldvorming over bepaalde etnische groepen waardoor de stageplaatsen in het vervolg niet meer worden aangeboden. Een ander voorbeeld is een meisje met een zwarte hoofddoek die bij de kraamstage wordt aangesproken omdat deze somberheid zou uitstralen, of een meisje die bij een onafhankelijke instellingen stage wil lopen maar haar hoofddoekje weigert af te doen. In betreffende functie past het hoofddoekje niet en er kan geen stage worden gelopen waardoor iemand zichzelf buiten spel zet op de stage- en later arbeidsmarkt. Frankrijk telt met ruim vijf miljoen moslims de grootste islamitische moslimgemeenschap van heel Europa. Toch heeft deze ervoor gekozen om een verbod op hoofddoekjes in te voeren op openbare scholen. Ook in België leeft het debat rondom religieuze uitingen. Zo is in de steden Antwerpen, Gent en Maaseik onlangs een burkaverbod ingevoerd. Steeds meer scholen in Nederland zeggen leerlingen hun geloof te gunnen, als ze hun hoofddoek maar afdoen, en meedoen aan alle activiteiten die de school organiseert. Het zou goed zijn als in heel Europa een uniform beleid zou worden gevoerd waardoor de discussie niet herhaaldelijk hoeft te worden gevoerd en elke leerling een gelijke kans op de arbeidsmarkt kan krijgen. Contra: De beeldvorming over etnische groepen, het gedrag van allochtone leerlingen op school en de stage en de ervaringen van stagebedrijven zijn gestaafd op vooroordelen, stereotyperingen en generalisering. Dat discriminatie een rol speelt is duidelijk. Discriminatie uit zich door selectie vooraf, waarin een bedrijf duidelijk haar voor- of afkeur uitspreekt. De opleiding komt de wensen van het stagebedrijf tegemoet en de allochtone leerling wordt hiervan niet op de hoogte gebracht. Ook tijdens de stage doen zich situaties voor waarbij gesproken kan worden van verborgen of openlijke discriminatie. Toch is het onderwerp vaak nog taboe en blijft het in de gesprekken erg aan de oppervlakte. Discriminatie van stagiaires in het mbo is een groot probleem, aldus een veelgehoorde klacht van jonge allochtonen. Maar harde cijfers met betrekking tot discriminatie binnen het onderwijs zijn niet beschikbaar. Scholen publiceren deze niet en onderzoek toont aan, dat
Europaexcursie/Europaexkursion 2004-2005
10
van klachtenprocedures nauwelijks gebruik wordt gemaakt. Ook bij de Commissie Gelijke Behandeling en rechtscolleges zijn nauwelijks gevallen bekend. Dit laatste geldt ook voor de antidiscriminatiebureaus, die als laagdrempelige voorziening, slechts een enkele klacht per jaar registreren. De in 2000 aangenomen wet verbiedt discriminatie op het werk en in het onderwijs op grond van ras of etnische afkomst, religie of geloof, handicap, leeftijd en seksuele geaardheid. Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep stelt: “Discriminatie op grond van godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid kan de verwezenlijking van de doelstellingen van het EG-verdrag ondermijnen, in het bijzonder de verwezenlijking van een hoog niveau van werkgelegenheid en van sociale bescherming, de verbetering van de levensstandaard en de kwaliteit van het bestaan, de vergroting van de economische en sociale cohesie en van de solidariteit.” Een richtlijn waarin staat dat jongeren die een beroepsopleiding volgen zich moeten aanpassen aan de cultuur in het betreffende land lijkt in strijd met de Europese wetgeving. De oplossing ligt dus niet zozeer in het vergroten van het aanpassingsvermogen van leerlingen maar in het tegengaan van de discriminatie op de scholen en stagebedrijven. In Europa leven veel culturen naast elkaar en het wordt tijd dat dit door iedereen erkend wordt en dat men daar ook naar gaat handelen. Het is te simpel om de jeugdwerkloosheid onder de allochtonen jongeren op te hangen aan hun gebrek aan aanpassingsvermogen.
Stelling III / These III • •
Mensen met een psychische aandoening hebben geen recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Menschen mit einer psychische Behinderung haben kein Anspruch auf eine Arbeitsunfähigkeitsleistung
Pro: Er is vaak sprake van een modeziekte, te denken valt aan RSI en ME, deze zijn vaak sterk cultureel bepaald en tijdgebonden. Het stelsel van de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen raakt meer en meer overbelast. Ergens moet er een streep getrokken worden. Huisartsen geven vaak diagnoses die nergens op slaan, omdat de patiënt nu een maal wil horen dat er iets aan de hand is. Deze mensen komen dus onterecht in aanmerking voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Iedereen die ook maar iets mankeert eist een behandeling en het systeem van de gezondheidszorg in combinatie met sociale zekerheid wordt daardoor onbetaalbaar. De WAO is voor een groot deel bevolkt door mensen die daar niet thuishoren doordat veel instituten zich storten op bijvoorbeeld medisch niet objectiveerbare kwalen omdat zij er wel bij varen, zij verdienen er geld aan. Contra: Of het een lichamelijke of een psychische oorzaak betreft maakt geen verschil. Deze mensen zijn ziek en hebben recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Er is geen duidelijke scheiding te maken tussen lichamelijke dan wel psychische oorzaken. Het is vaak het een en het ander en niet het een of het ander. Kijk naar het wettelijk vastgelegde medisch arbeidsongeschiktheidscriterium: als er consistentie (logische samenhang) is tussen stoornissen (medische klachten), beperkingen (belemmeringen bij het verrichten van arbeid) en handicaps (belemmeringen in iemands dagelijks leven) kan daarmee het bestaan van beperkingen op grond van ziekte of gebrek aannemelijk zijn, ook als geen erkende diagnose is aan te wijzen voor de klachten. Ook zonder zo'n diagnose kan dus arbeidsongeschiktheid worden aangenomen.
Europaexcursie/Europaexkursion 2004-2005
11
Stelling IV / These IV • •
Vakbonden zijn uit de tijd Gewerkschaften sind unserer neuen Zeit nicht mehr angemessen
Pro: • Vakbonden worden kunstmatig in stand gehouden door het zogenaamde poldermodel; • vakbonden volgen veel te veel de gevestigde orde en vindt onvoldoende aansluiting bij mensen en groepen die in een benarde positie verkeren. • jongeren herkennen zich onvoldoende in de vakbeweging en voelen zich er weinig thuis. • van de Nederlandse werknemer is momenteel ongeveer een kwart lid. • De sociale strijd over de inrichting van de economie en het sociaal model moet zich verplaatsen van het nationale naar het Europees toneel. Contra: • • • • •
de emancipatie van de werknemer is nog niet voltooid, missie van de vakbeweging is dus uiterst modern; sterke vakbonden zijn onontbeerlijk om reële onderhandelingen te kunnen voeren over collectieve arbeidsovereenkomsten zowel op ondernemingsniveau als in de bedrijfstak. Uit onderzoek blijkt dat zo’n 80% van de NL werknemers achter het vakbondsbeleid staat. Arbeidsvoorwaarden collectief en solidair regelen is efficiënter dan dat iedereen zelf moet onderhandelen en het biedt werknemers zekerheid en bescherming. Wanneer op Europees niveau het sociaal-economische model wordt ingericht, verdwijnen al onze sociale verworvenheden. Het zal afbreuk doen aan de Nederlandse arbeidsvoorwaarden.
Stelling V • •
De vergrijzing van de Europese bevolking legt een tijdbom onder de Europese samenleving. Die “Vergreisung” (relative Veralterüng der europäischen Bevölkerung legt eine Zeitbombe unter die Europäische Gesellschaft.
Pro: • Minder jongeren moeten voor meer ouderen zorgen; • Europeanen leven langer en de kosten van de sociale en medische verzorging die ze nodig hebben stijgen; • De stijgende pensioen- e zorgkosten hebben gevolgen voor de Europese begrotingen en voor de euro; Contra: • Een Europese ramp is overdreven; • De pensionering van de babyboomers na 2010 kan goed opgevangen worden. Arbeidsaanbod blijft groeien, vrouwen zullen meer en vaker gaan werken; • De immigratie kan de vergrijzing opvangen;
Europaexcursie/Europaexkursion 2004-2005
12
Aantekeningen (indien gewenst kun je hier aantekeningen maken) Notizen (wenn erwünscht kannst du hier Notizen machen)
Europaexcursie/Europaexkursion 2004-2005
13