opinie
Die Bundeswehr “Armee der Einheit”
In mijn vorige artikel schreef ik over de militair Charles de Gaulle. Daarbij bracht ik de 17e mei 1940 in herinnering, de dag waarop kolonel De Gaulle met succes, maar in strijd met het Franse strategische concept, de flanken aanviel van het 19e Gepantserde Duitse Korps van generaal Heinz Guderian. Deze Duitse generaal was één van de grondleggers van de hedendaagse Duitse Bundeswehr.
Elt b.d. mr H.H. Kruize
Oprichting
Al tijdens de Tweede Wereldoorlog smeedde de nationaalsocialistische leiding concrete plannen om te bezien hoe Europa er na de verovering onder Duitse leiding uit zou zien. In september 1943 ontwierpen de nazi’s een memorandum voor de eenmaking van Europa, op een tijdstip dat massamoorden tegen de volkeren een hoogtepunt bereikten. Ook de leiding van de Wehrmacht was na beëindiging van de oorlog helemaal niet gebroken. Hitlers generaals ontwierpen naoorlogse militaire structuren met zelfs een concrete bezetting. Maar de akkoorden van Potsdam betekenden voor de fascistische generaals een streep door de rekening. Het verslagen Duitsland moest volledig worden ontwapend, gedemilitariseerd en de oorlogsindustrie werd ontmanteld. Geheime besprekingen tussen de naoorlogse regering van bondskanselier Adenauer en vertegenwoordigers van de westelijke geallieerden over de opbouw van een nieuw leger voor Duitsland1 leidden tot de feitelijke oprichting van de Bundeswehr op 12 november 19552. Door de Duitse hereniging vond op 2 oktober 1990 voor de Bundeswehr een grote verandering plaats. De Oost-Duitse Nationale Volksarmee (NVA) smolt samen met de toenmalige West-Duitse Bundeswehr tot de huidige Bundeswehr. De samensmelting is uitgedrukt in de slogan Armee der Einheit. Het Bundesministerium der Verteidigung is gevestigd te Bonn, met een tweede bureau in het Bendlerblock te Berlijn3. Minister van defensie is sinds 2011 Thomas de Maizière.
Samenstelling
De huidige Bundeswehr is verdeeld in een militair deel (Streitkräfte) en een burgerlijk deel. Zij bestaat uit een beheersorganisatie (Wehrverwaltung), de federale verwervingsdienst (Bundesamt für Wehrtechnik und Beschaffung)
Carré 02 - 2012 pagina 24
Minister van defensie Thomas de Maizière
en de federale dienst voor informatiebeheer en informatietechnologie van de Bundeswehr (Bundesamt für Informationsmanagement und Informationstechnik der Bundeswehr). Het militaire deel van de Duitse defensie bestaat uit drie krijgsmachtdelen, de landmacht (Heer), de luchtmacht (Luftwaffe) en de marine (Marine). De gezamenlijke organisaties van de Bundeswehr zijn: (1) Streitkräftebasis, een ‘paarse’ organisatie voor ondersteunende diensten, waaronder vallen de militaire politie, brandstofvoorziening, munitiebeheer etc., (2) de Wehrverwaltung, de administratie die het beheer voert en die, volgens de bepalingen van de Grondwet4 geheel uit burgerambtenaren dient te bestaan, (3) Wehrtechnische Dienststellen, de defensie testinrichtingen, (4) de Zentraler Sanitätsdienst, de geneeskundige dienst en (5) het Bundesamt für Wehrtechnik und Beschäftigung, de materieelinkooporganisatie.
<< Wehrtechnische Dienststelle
Grootte
De Bundeswehr heeft ongeveer 235.000 actief dienende militairen en 2.500 actieve reservisten. Het aantal burgerambtenaren moet tijdens de komende jaren worden verminderd tot 75.000. In actieve dienst zijn ongeveer 14.500 vrouwen werkzaam. Ruwweg 300.000 reservisten zijn na mobilisatie beschikbaar voor de strijdkrachten en nemen op gezette tijden deel aan defensieoefeningen. De Bundeswehr zal de komende jaren moeten inkrimpen tot 170.000.
Rol van de Bundeswehr
De rol van de Bundeswehr is vastgelegd in artikel 87a van het ‘Deutsches grundlegendes Gesetz’ (de Duitse Grondwet). De inzet van de krijgsmacht is uitsluitend defensief gericht. De enige actieve rol vóór 1990 betrof de inzet bij catastrofes (ernstige ongevallen e.d.) en de Bundeswehr hielp bij natuurrampen. Na 1990 is de Oost - West confrontatie danig veranderd en er ontstond grote onzekerheid omtrent de toekomstige plaats en rol. Het Bundesverfassungsgericht heeft in 1994 het begrip ‘verdediging’ gedefinieerd. Heden ten dage omvat de verdediging niet alleen de bescherming van de grenzen van Duitsland, maar ook crisisreacties en het voorkomen van conflicten of, zelfs nog breder indien de veiligheid van Duitsland ergens in de wereld in het geding is. In navolging van de definitie, vond de toenmalige minister van defensie het zelfs noodzakelijk om de belangen van Duitsland te verdedigen in Hindu Kush, de bergketen tussen Afghanistan en Pakistan. De Bundeswehr moet dus kunnen deelnemen aan missies buiten de grenzen van Duitsland, maar alleen als onderdeel van de NAVO, onder Europese vlag, dan wel onder VN - mandaat.
Vrouwen in de Bundeswehr
Inzet bij rampen
Vrouwen zijn al sinds 1975 als arts werkzaam in de Bundeswehr. Een toenemend aantal vrouwen solliciteerde echter naar een militaire functie. Maar die sollicitaties werden steeds afgewezen als de sollicitaties niet-geneeskundige functies betroffen. Steeds meer vrouwen meenden echter dat zij alle functies binnen de Bundeswehr moesten kunnen bekleden, in het bijzonder binnen het militaire deel daarvan. Ultimo 90’er jaren nam Tanja Kreil5 met succes het initiatief om als eerste vrouw een militaire functie te kunnen vervullen. De eerste vrouwelijke vlieger werd Ulrike Flender en de eerste vrouwelijke generaal was een arts, Verena von Weymarn.
Carré 02 - 2012 pagina 25
Bundeswehr in Atalanta
Ulrike Flender
Dienstplicht
Aan de invoering van de dienstplicht in de Bondsrepubliek in de jaren vijftig ging een emotionele discussie vooraf. Menigeen vond dat het land, na de misdaden begaan tijdens de Tweede Wereldoorlog, helemaal geen leger meer moest hebben. Maar de toenmalige West-Duitse bondskanselier Konrad Adenauer vond de zogeheten herbewapening voor de Bondsrepubliek een belangrijke voorwaarde voor de integratie binnen het westerse bondgenootschap. Hoewel de democratie in West -Duitsland zich nog moest
bewijzen, achtte de regering de keuze voor de dienstplicht belangrijk, omdat een leger van beroepsmilitairen een ‘staat binnen de staat’ zou kunnen vormen. In ons land werd de dienstplicht iets anders gemotiveerd, maar had dezelfde inhoud. De dienstplicht bestaat in Duitsland dus al meer dan zes decennia. De inlijving als gewoon dienstplichtige leidde tot een opkomstplicht van maximaal 24 maanden. De laatste lichting dienstplichtigen is in januari 2010 opgekomen. De jonge dienstplichtigen werden ook tegen hun wil opgeroepen voor dienst in het leger, maar dienstweigering leverde een alternatieve dienstplicht op met een langere opkomstplicht. De Bundeswehr bestaat nu alleen uit beroepsmilitairen en vrijwillig dienende militairen met een kort verband. In Nederland, waar de opkomstplicht in de jaren negentig werd afgeschaft, laait de discussie over de dienstplicht intussen weer op. Een eventuele herinvoering zal naar verwachting niet op korte termijn plaatsvinden maar een eventuele herinvoering zal ongetwijfeld in een andere vorm tot de mogelijkheden kunnen gaan behoren.
Gevolgen van de Duitse hereniging voor de Bundeswehr
Na de hereniging van Duitsland in 1990, besloot de Duitse regering de sterkte van de Bundeswehr te verminderen tot 370.000 personeelsleden, in overeenstemming met het Verdrag inzake de definitieve regeling met betrekking tot Duitsland, een verdrag tussen de twee Duitse overheden en de Bondgenoten (Verdrag 2+4). De in dit verdrag eerstgenoemde Oost - Duitse Nationale Volksarmee (NVA) werd ontbonden. De Duitse regering integreerde op 2 oktober 1990 een klein deel van de NVA in de Bundeswehr. Het betrof zowel personeel (ongeveer 50.000 personen) als materieel. Het aantal personeelsleden van de NVA verminderde snel, omdat vooral de dienstplichtigen en de vrijwilligers op vrij korte termijn hun dienst voltooiden en aldus langs deze weg reducties werden bereikt. Een aantal hogere ambtenaren kreeg een beperkt contract van maximaal twee jaar om de dagelijkse verrichtingen voort te kunnen zetten. Hieronder waren geen militairen. Het personeel dat in de Bundeswehr mocht blijven, kreeg een nieuw contract en afhankelijk van hun individuele kwalificaties, kennis en ervaring, de daarmee overeenkomende rang. Het merendeel van de inpassingen betekende het toekennen van een lagere rang. Menigeen ging toch akkoord met deze degradatie. Zij die niet wensten over te gaan, vonden deze inpassingen echter een feitelijke degradatie en een diskwalificatie van hun niveau. Met de daarna geplande vermindering, moest een grote hoeveelheid militaire ‘hardware’ van de Bundeswehr, evenals die van de Volksarmee, worden weggedaan. Het betrof grotendeels gepantserde voertuigen en gevechtsvliegtuigen. Ze werden ontmanteld als gevolg van de internationale ontwapeningsverdragen, want de samenvoeging mocht niet tot een té groot leger leiden. De schepen werden afgedankt of verkocht, bijvoorbeeld aan Indonesië. Dit land nam 39 schepen van diverse types uit de bestanden van de NVA over.
Heer
Oprichting. De landmacht is opgericht op 12 november 1955. Het Heer vormt de kern van de strijdkrachten te land. Alle militaire landoperaties vallen eronder, ook die waarbij gebruik wordt gemaakt van vliegend materieel.
Carré 02 - 2012 pagina 26
Fennek in Kunduz
Grootte. De Duitse landmacht heeft een omvang van ongeveer 95.000 militairen in vredestijd en is daarmee het grootste krijgsmachtdeel van de Bundeswehr. De Generale Staf bevindt zich in Hardthöhe, een wijk in de stad Bonn. Leiding. Aan het hoofd van het Heer staat de ‘Inspekteur des Heeres’, de inspecteur van de landmacht. Sinds 24 maart 2010 is dit luitenant-generaal Werner Freers6. Hij pendelt tussen Berlijn en Bonn. Het Heeresamt zetelt in Keulen, het bevel van het leger in Koblenz. Materieel. De materieeluitrusting van het leger is zeer omvangrijk en divers. Ik zal daarom volstaan met een heel summiere opsomming: Leopard 2 (hoofdgevechtstaak), de A4, wordt geleidelijk uitgefaseerd, vervolgens de A5 en de. Marder 1, bestaande uit de versies A3/A5 (infanteriegevechtsvoertuigen), de Puma IFV die de Marders gaat vervangen, waarmee de infanterie wordt gemechaniseerd. De Wiesel 1/2; een licht veelzijdig voertuig dat door de lucht kan worden vervoerd. De M113 A2 en de Fuchs, veelzijdige gepantserde voertuigen die vervangen gaan worden door de Bozer GTX, de Dingo en de Adelaar IV enz.
Luftwaffe
Oprichting. De vooroorlogse Luftwaffe werd, in strijd met het Verdrag van Versailles, al in het geheim in 1923 geformeerd en is uiteraard vooral bekend uit de Tweede Wereldoorlog. De luchtmacht is daarna officieel in augustus 1946 opgeheven.
Duitsland trad in 1955 toe tot de NAVO om het Westen te beschermen tegen de militaire dreiging vanuit de SovjetUnie en het Warschaupact. In 1956 werd de Luftwaffe als onderdeel van de Bundeswehr heropgericht. De toen nog West-Duitse Luftwaffe was voornamelijk uitgerust met Amerikaanse toestellen. Tijdens de jaren zestig was de Lockheed F104G Starfighter een groot probleem voor de Duitse politici. In dienst van de Luftwaffe stortten 292 van de 916 gekochte toestellen neer, wat aan 115 piloten het leven kostte en de Starfighter kreeg de bijnaam Witwenmacher. Na het verwijderen van de Pershing surface to surface raketsystemen uit de inventaris van de Luftwaffe bleef alleen met de Tornado jachtbommenwerpers nog een nucleaire capability bestaan. De Oost-Duitse Luftstreitkräfte der NVA, waren uitgerust met de Sukhoi Su-17 (Fitter) en de MiG-21 (Fishbed), 23 (Flogger) en 29 (Fulcrum) jachtvliegtuigen en waren vooral een aanvulling op het Russische luchtleger in Oost -Duitsland. Na de hereniging nam de Bondsrepubliek de vliegtuigen van de NVA over. De meeste van deze vliegtuigen werden uit dienst genomen en verschroot of overgedaan aan de nieuwe Oost-Europese lidstaten van de NAVO. Alleen Jagdgeschwader 73 “Steinhoff” (JG73) in Laage bleef nog enige tijd vliegen met de MiG-29. In 2004 werden deze MiG’s echter verkocht aan Polen. Sinds de jaren zeventig heeft de Luftwaffe samen met andere luchtmachten actief meegedaan aan projecten voor een Europees gevechtsvliegtuig, zoals de Panavia Tornado en recenter, de Eurofighter Typhoon. In maart 1999, voor het eerst sinds 1945, deed de Luftwaffe tijdens de Kosovo
Carré 02 - 2012 pagina 27
F-104 en MIG-29
oorlog weer mee aan gevechtshandelingen. Alhoewel er geen verliezen werden geleden tijdens de missies, was de inzet niet onomstreden, onder meer vanwege de pacifistische gevoelens in de politiek en onder de bevolking van Duitsland. Grootte. De luchtmacht bestaat uit ongeveer 58.000 personeelsleden. Leiding. Inspekteur der Luftwaffe is sinds 29 oktober 2009 luitenant-generaal Aarne Kreutzinger-Jaanik7. Vliegend Materieel. Jacht- en gevechtsvliegtuigen, waaronder de Eurofighter Typhoon, Panavia Tornado, maritieme patrouillevliegtuigen, zoals de van Nederland overgenomen P-3C Orions, transportvliegtuigen waaronder de Airbus A310, Canadair Challenger, en Transall C-160, transport- en gevechtshelikopters waaronder de NH-90, de Tigre, Huey UH-1D, Sikorsky CH-53, Bo-105, Sea King, Lynx, en tenslotte de experimentele UAV EADS Barracuda.
Deutsche Marine
Oprichting. De voorlopers van de Deutsche Marine, zoals haar benaming thans luidt, waren achtereenvolgens de Reichsflotte (1848 tot 1853), de Marine des Norddeutschen Bundes (1866 – 1871), de Kaiserliche Marine (1871-1918, tot 1921 de Voorlopige Reichsmarine en Reichsmarine (19191935), de Kriegsmarine (1935-1945), de Bundesmarine (1955-1990), de Volksmarine (1956-1990) en de Deutsche Marine (vanaf 1990). Vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft de Kriegsmarine met haar U Boote huisgehouden onder de geallieerde schepen, waarbij vele onvernietigbaar geachte schepen werden getorpedeerd. De Deutsche Marine voert thans maritieme en amfibische operaties uit
Carré 02 - 2012 pagina 28
met behulp van voor meren en oceanen geschikte vaartuigen en daarmee in verbinding staande functies. Er zijn oppervlakteschepen, amfibische schepen, onderzeeboten en ook de maritieme luchtvaart is aanwezig, met de daarbij behorende ondersteuning als verbindingen, trainingen. De huidige Deutsche Marine ontstond na de hereniging van de beide Duitslanden in oktober 1990 door het samengaan van de Bundesmarine (West Duitsland) en de Volksmarine van de DDR. De belangrijkste gebieden waarin de marine in oorlogstijd opereert zijn de Oostzee en de Noordzee. Tot 1990 was de belangrijkste missie om namens de NAVO de toegang tot de Oostzee te blokkeren om het ontplooien van de Sovjetvloot in de Noordzee en de Atlantische Oceaan tegen te gaan. De marine leverde ook een bijdrage aan de bescherming van de NAVO-zeeroutes door controle uit te oefenen op het scheepsverkeer op de Noordzee en de Noorse Zee. Grootte. De Deutsche Marine is het kleinste wapen van de Bundeswehr. Hoewel grote oppervlakte schepen ontbreken, is de marine zeer goed uitgerust voor de bestrijding van oorlogsschepen, het verrichten van inlichtingen- en verkenningsoperaties, het opruimen van mijnen en onderzeebootbestrijding. De marine nam regelmatig deel aan oefeningen in NAVO-verband, bijvoorbeeld als onderdeel van STANAVFORLANT. Door de politieke veranderingen die tot samenvoeging van de twee marines leidden, ontstonden reducties. De Deutsche Marine heeft ongeveer 25.000 personeelsleden. Leiding. Inspekteur der Marine is sinds april 2010 vice-admiraal Axel Schimpf8. Onder de chef marinestaf staan het Vlootcommando (Glücksburg), het Marinebureau te Rostock en het Marine logistieke commando in Wilhelmshaven. Er blijven vier marinebases bestaan, te Kiel, Wilhelmshaven, Olpenitz en Warnemünde.
Materieel. De marine heeft de beschikking over drie fregatten uit de Sachsenklasse (F-124), vier fregatten uit de Brandenburgklasse (F-123), acht fregatten uit de Bremenklasse (F-122), vijf korvetten uit de Braunschweigklasse (in aanbouw K-130), 10 snelle patrouilleboten uit de Gepardklasse (S-143A), 11 onderzeeboten Type-206A en 212A, 19 mijnenjagers Type-332, 333 en 352. Do-28 vliegtuigen wordengebruikt voor de kustwacht. Twee Westland Sea Lynx helikopters zijn gestationeerd op de fregatten. De toekomstige marine zal bestaan uit 90 vaartuigen, waaronder 15 fregatten, 8 onderzeeboten, 15 korvetten en 20 mijnenbestrijdingsvaartuigen.
Publicaties en rapportages over de Bundeswehr
Er is zeer veel literatuur beschikbaar over de Bundeswehr. Niet alle publicaties zijn echter lovend. Zo zouden volgens sommige publicaties de grootste strijdkrachten van de Europese Unie, daarbinnen een meer leidende rol moeten spelen. Maar daar zit nu juist het probleem voor Duitsland. Op militair gebied, maar ook in politiek opzicht, vertonen de Duitsers zeer veel, misschien wel te veel, terughoudendheid, nog steeds terug te voeren tot hun rol in de Tweede Wereldoorlog. Angst om van de zijde van buitenlandse politieke leiders te worden gewezen op het verleden speelt hen nadrukkelijk parten. Deze terughoudende opstelling van het grootste land van de Europese Unie werkt ook door bij de rol van het land tijdens de eurocrisis. Het is de vrees dat indien onder nadrukkelijk leiderschap van de grootste democratie in de EU beslissingen tot een fiasco leiden, voor de Duitsers de gevolgen niet zijn te overzien. Die angst is dus wel begrijpelijk en op politiek gebied zoekt Duitsland daarom ook naar een grote partner met dezelfde of min of meer gelijke politieke opvattingen. Hierdoor is er sprake van een Frans - Duitse samenwerking, ook al omdat de Britten niet bekendstaan als de grootste pleitbezorgers van Europa en daarvan steeds meer afstand nemen. Zeker begint dit zich af te tekenen onder de regering Cameron. De Bundeswehr, zo blijkt uit een rapport van de commissie Weizacker, zou ‘te groot, niet goed samengesteld en in toenemende mate achterhaald’ zijn. De toenmalige Duitse minister Rudolph Scharping heeft vervolgens de Bundeswehr tot ieders genoegen aanzienlijk gemoderniseerd. De Amerikanen hopen er op dat onze Oosterburen eenmaal het voortouw zullen nemen. Europa zal volgens die filosofie op militair gebied van hen alsdan minder afhankelijk kunnen worden. Maar het is m.i. uitgesloten dat Europa, met inmiddels 27 landen, één uniforme en capabele strijdmacht zal kunnen formeren, die bovendien als geheel expeditionair kan worden ingezet, zoals de strijdkrachten van de Verenigde Staten. De grote EU zou dat gezamenlijk wel moeten kunnen. Het expeditionaire optreden van de individuele strijdkrachten van de EU-landen kan het best worden gekarakteriseerd en geïllustreerd door afwezigheid. Tijdens de Tsnunami en het recente drama in Haïti heeft Europa uit onmacht alleen geld ter beschikking gesteld, en dit heeft de dakloosheid onder de getroffen bevolking niet opgelost. Om over wederopbouw nog maar niet te spreken. Veel landen kijken in hun besparingswoede naar elkaar, zodat zij binnen hun defensie elementen af kunnen strepen om deze af te kunnen stoten als er geen behoefte aan zou bestaan of waarmee samenbundeling van de krachten mogelijk is om in ieder geval tot de gewenste bezuinigingen te komen.
Maar om aan de EU-landen een expeditionaire rol toe te dichten met een expeditionaire krijgsmacht, in staat om op elk gewenst moment militair en humanitair op te treden, is een brug te ver en misschien zelfs wel een utopie. Een voorbode dat het niet zal lukken, is onder andere de onwil om het materieelbeleid van de defensies in de EU landen gezamenlijk op orde en van de grond te krijgen en de inzet in de haarden van de wereld gestalte te geven. De interoperabiliteit van de krijgsmachten zal moeten toenemen. De samenwerking zal veel efficiënter moeten worden. Natuurlijk is een aantal goede initiatieven in gang gezet, maar te weinig om trendsettend en veranderend te zijn. Besparingen hebben vooralsnog voorrang boven bevordering van het adequate en efficiënte opereren. Een duidelijke visie voor de korte en de langere termijn wordt node gemist, laat staan dat er eensgezindheid is over de inzet van de krijgsmachten van de individuele EU-lidstaten.
Inzet van de Bundeswehr
De daadwerkelijke inzet van de Bundeswehr bleef volgens het rapport Von Weizacker achter. De Duitsers verwezen naar grondwettelijke beperkingen. Het zou veel eerlijker zijn geweest om, met hem toe te geven dat de Bundeswehr op dat gebied niet of nog onvoldoende op haar taak was berekend. Zoals betoogd willen vele EUlanden de Duitsers een veel grotere en meer leidende rol toedichten, ook op defensiegebied. Maar in een tijd van crisis is het luchtfietserij als men denkt dat de Bundeswehr die rol kan vervullen, de rol die een groot land als Duitsland past binnen de NAVO en de EU. De Bundeswehr heeft slechts 7500 militairen ingezet bij buitenlandse missies, t.w. Somalië, Kosovo, Bosnië, Afghanistan en Libanon.
Europese- en mondiale crisis
De Europese en mondiale crisis gaan ook niet aan Duitsland voorbij. Crisis betekent natuurlijk ook voor Duitsland het ontbreken van mogelijkheden om het defensiebudget te verruimen. Maar daarin verschilt het land niet van de overige EU-landen. Het is wellicht daarom dat onze minister van defensie Hillen een zeer gewillig oor vindt bij de Duitsers met zijn plannen om de Nederlandse krijgsmacht op zeer veel gebieden meer te laten samenwerken met de Duitse Bundeswehr: De samenwerking tussen Heer en onze landmacht wordt, ook al in het kader van de bezuinigingen, tegen het licht gehouden en, ook al weer in het kader van de bezuinigingen, hebben we aan Duitsland door de opheffing van de MLD de bij ons ‘overtollig’ geworden P3C Orions verkocht. Misschien kunnen we straks de bij ons ‘overtollige’ F-16’s aan de Duitsers slijten. Of zullen we daarmee zelf nog tot 2025 moeten doorvliegen, samen met de twee F-35’s?
De huidige Duitse defensieinspanningen
De Duitse begroting voor 2012 is op 25 november 2011 goedgekeurd. Voor het jaar 2012 zijn de gezamenlijke uitgaven begroot op 306,2 miljard euro. De Verteidigungshaushalt 2012 is op 25 november 2011 begroot op 31,87 miljard euro. Dit komt overeen met 10,4% van de Bondshuishouding. Ten opzichte van het jaar 2010 is het nominale volume met slechts 0,32 miljard euro gestegen.
Carré 02 - 2012 pagina 29
De defensiebegroting wordt onderverdeeld in vier grote rubrieken: (1) rond 57% voor bedrijfsuitgaven, het grootste aandeel (18,26 miljard euro); (2) verdedigingsinvesteringen, rond 23% (7,36 miljard euro); (3) overblijvende delen die betrekking hebben op de verzorging van vroegere beroepsmilitairen en burgerambtenaren rond 15% (4,78 miljard euro); (4) uitgaven ter verdere ontwikkeling van de Bundeswehr, rond 5% (1,56 miljard euro). De kosten van het actief dienend personeel van de Bundeswehr bedragen 10,3 miljard euro, voor de verzorging is 4,7 miljard euro beschikbaar, de militaire aanschaffingen evenals onderzoek, ontwikkeling en beproeving vereisen 6,4 miljard euro.
En onze defensie?
Heel cynisch zou ik willen antwoorden: Ja, het gaat toch nog goed met onze defensie: Misschien wordt onder Hillen de landmacht tandeloos, ze is al tankloos, de luchtmacht vleugellam en de marine drooggelegd, terwijl deze minister
om onduidelijke redenen de m.i. volkomen overbodige onderzeeboten in de vaart blijft houden. Een nieuw bezuinigingsobject misschien, want Duitsland heeft immers ook onderzeeboten! Maar, niet getreurd, want met alle bezuinigingen zijn de vooruitzichten volgens minister Hillen uitstekend. We komen er zelfs sterker uit! Hopelijk kunnen we straks te land, ter zee en in de lucht cyberaanvallen pareren. Het gezegde ‘wij bestrijden de vijand met pen en papier’ zal dan moeten plaatsmaken voor ‘wij bestrijden de vijand met informatica’ maar dan zal het internet niet mogen wegvallen of accounts worden gehackt. Voor overwerk, onregelmatigheidstoeslagen e.d. zal geen geld meer over blijven. Een suggestie is de vijand te verzoeken per email een eventuele aanval aan te kondigen, waarop we per email antwoorden dat we alleen akkoord gaan als de aanval plaatsvindt tussen acht en vijf uur en niet tijdens het weekeinde of op feestdagen. We vragen de vijand in het email dan meteen met welk materieel hij aanvalt, zodat we kunnen kijken welke bondgenoten we met het juiste materieel moeten inschakelen. Als we hun antwoord hebben leggen we het internet plat.
Voetnoten 1) Sedert de herfst van 1947 voerden de Amerikaanse en Britse geal-
dan ook toegestaan zonder beperking alle (militaire) functies te bekle-
lieerden een anticommunistische koers tegen de Sovjetunie en de com-
den. Vrouwen konden echter niet worden onderworpen aan de dienst-
munisten. Dit gaf de fascistische generaals een voedingsbodem voor hun
plicht. De Bundeswehr kan vrouwen ook functies laten vervullen tijdens
plannen. Adenauer eiste in volle ernst dat West Duitsland met atoom-
uitzendingen buiten Duitsland voor het verrichten van vredebewarende
wapens zou moeten worden uitgerust om de oostelijke dreiging het
en vredehandhavende activiteiten.
hoofd te kunnen bieden. Op 24 mei 1950 kreeg Pantsergeneraal Graf von Schwering de opdracht van Adenauer om plannen tot wederopbouw
6) Luitenant-generaal Werner Freers heeft het tactische bevel gevoerd
van de strijdkrachten te ontwikkelen. Aan de opdracht werkten o.a. mee
over ISAF in de Afghaanse hoofdstad Kaboel. Hij bezit een Master
de Hitlergeneraals Speidel, Heusinger en Foertsch
in Arts en Science. Hij pleitte voor een duidelijke uitbreiding van de gevechtstroepen van de Bundeswehr om de inzetbaarheid op de lange
2) Op 12 november 1955 benoemde de Duitse regering 101 beroeps-
duur te versterken bij inzet in het buitenland. Hij vond het zinvol dat er
militairen in de Ermekeil kazerne bij Bonn, waarmee de oprichting werd
zes extra infanteriebataljons kwamen. Doel moest daarbij zijn brigades
bezegeld.
samen te stellen die het volle spectrum van de inzet konden dragen en die niet zo sterk afhankelijk moesten zijn van buitenlandse eenheden.
3) De minister van defensie en het ministerie van defensie behoren niet
De meeste militairen, die in het buitenland zijn ingezet, komen uit de
tot de Bundeswehr, maar zijn deel van de Bondsregering.
Bundeswehr.
4) Sedert 23 mei 1949 is de Duitse Grondwet (Grundgesetz für die
7) Luitenant-generaal Kreuzinger-Janik is op 29 oktober 2009 op de
Bundesrepublik Deutschland). In artikel 146 daarvan stond: “Deze
vliegbasis Norvenich als bevelhebber geïnstalleerd. Van 1974 tot 1981
Grondwet... zal ophouden te bestaan op de dag dat een grondwet wordt
vloog hij als piloot op de F104G en was hij missie stafofficier bij het
aangenomen door de vrije keuze van het Duitse volk”. Uiteindelijk vond
31ste Squadron Boelke te Norvenich. Van 2003-2006 was hij comman-
de Duitse hereniging in 1990 plaats. Dit gebeurde binnen het raamwerk
dant van de 3e divisie van de Luftwaffe. Van 2006-2009 bekleedde hij
van artikel 23, dat toelaat dat er zich nieuwe eenheden bij de Bondsre-
de funktie van commandant van het Luftwaffenführungskommando
publiek voegen. Nog steeds refereren Duitsers aan deze wet als zij het
en stonden alle operationele luchtmachteenheden onder zijn bevel.
over de Grondwet hebben.
Hij heeft meer dan 2.800 vlieguren gevlogen op diverse vliegtuigtypes, vooral op de F104G en de Panavia Tornado.
5) Tanja Kreil was van beroep elektricien en zij wilde dat beroep graag als militair uitoefenen Zij solliciteerde naar een functie, die tot dusver
8) Vice-admiraal Axel Schimpf trad toe tot de marine in 1971. In 1973
alleen voor mannen was gereserveerd. Haar sollicitatie werd afgewezen,
werd hij tot luitenant bevorderd. Van januari 2008 tot april 2010 was
maar ze tekende beroep aan. Haar sollicitatie werd, na het ingestelde
hij ‘Amtschef van het Marineamt’ in Rostock. In November 2008 publi-
beroep, wederom afgewezen. In Duitsland waren nu haar beroepsmoge-
ceerde het toenmalige hoofd van de marine, admiraal Nolting, zijn visie
lijkheden uitgeput en in het jaar 2000 wendde zij zich tot het Europese
op de toekomst genaamd “Zielvorstellung Marine 2025+”. Volgens deze
Hof van Justitie. Zij stelde dat zij als vrouw moest kunnen solliciteren
visie wordt geen amfibisch toegewijde capaciteit geïntroduceerd omdat
naar alle functies en dat zij, bij gebleken geschiktheid, moest worden
dit al door andere Europese marines wordt uitgevoerd (zie hieronder:
toegelaten tot de desbetreffende opleiding. Het Hof besliste dat de Bun-
Europese en mondiale crisis). Men wil echter 800 soldaten kunnen
deswehr ten onrechte haar sollicitatie had afgewezen en dat het vrou-
transporteren onder dreigende omstandigheden en zonder aanleghaven
wen moest worden toegestaan om meer functies te mogen bekleden dan
om deze te kunnen ontschepen.
alleen functies bij de geneeskundige dienst. Sinds 2001 is het vrouwen
Carré 02 - 2012 pagina 30