Voorwoord
Voorwoord
In 2009 is de Academie 240 jaar geworden, via enige peripetieën weliswaar. In 1769 werd in Brussel de “Société littéraire” opgericht, een voorzichtige aanloop tot de “Keizerlijke en Koninklijke Academie voor Wetenschappen en Schone Letteren van Brussel” die in 1772 werd gesticht. Een voorzichtige aanloop inderdaad, want er kwam veel voorbereiding aan te pas en men moest de steun van de geschikte beleidsverantwoordelijken hebben. Dit verhaal komt uitvoerig aan bod in het kunstboek over het Paleis der Academiën, dat ter perse is en eerstdaags zal verschijnen, in een uitvoerige tekst van professor Hervé Hasquin over de “Koninklijke Academies in België”. Het wordt ook in veel detail behandeld door professor Jan Roegiers in zijn bijdrage “De Academie van Maria-Theresia in historisch perspectief” in “De weg naar eigen Academiën”, de acta van het gelijknamige colloquium dat plaatsvond op 18-20 november 1982. Beide publicaties zijn interessante beschrijvingen met veel gevoel voor de tijdsgeest van de tweede helft van de achttiende eeuw. De Academies zijn inderdaad instellingen met een rijke geschiedenis; zij hebben een uitermate belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van wetenschap en cultuur. Thans zijn zij de enige stakeholders die niet rechtstreeks betrokken zijn bij de financiering in deze sectoren. Zij zijn volkomen onafhankelijk en kunnen onbevooroordeelde adviezen verstrekken; zij zijn het ultieme geweten voor wetenschap en kunst in de moderne gemeenschap. Laten we deze verheven roeping verder koesteren!
Niceas Schamp vast secretaris
9
Bestuur Academie
Bestuur van de Academie – 2009
Beschermheer: Zijne Majesteit Koning Albert II Bestuur van de Academie: Voorzitter: Dominique Willems Vast secretaris: Niceas Schamp Bestuurscommissie Bestuurders: Klasse Klasse Klasse Klasse
van van van van
de Natuurwetenschappen: Renaat Gijbels de Menswetenschappen: Géry van Outryve d’Ydewalle de Kunsten: Werner De Bondt de Technische Wetenschappen: Ludo Gelders
Onderbestuurders: Klasse van de Natuurwetenschappen: Freddy Dumortier Klasse van de Menswetenschappen: Marc De Mey Klasse van de Kunsten: Willem Elias Klasse van de Technische Wetenschappen: Jan Kretzschmar Aftredend bestuurders: Klasse van de Natuurwetenschappen: Charles Hirsch Klasse van de Menswetenschappen: Albert Derolez Klasse van de Kunsten: Francis Strauven Klasse van de Technische Wetenschappen: Achiel Van Cauwenberghe Vertegenwoordiger: Klasse van de Natuurwetenschappen: N. (2009-2011) Klasse van de Menswetenschappen: N. (2009-2011) Klasse van de Kunsten: Herman Sabbe (2009-2011) Klasse van de Technische Wetenschappen: Paul Verstraeten (2009-2011) Aftredend voorzitter: Frans Boenders
11
Bestuur Academie
Bestuur van de Academie – 2010
Beschermheer: Zijne Majesteit Koning Albert II Bestuur van de Academie: Voorzitter: Dominique Willems Vast secretaris: Niceas Schamp Bestuurscommissie Bestuurders: Klasse Klasse Klasse Klasse
van van van van
de Natuurwetenschappen: Freddy Dumortier de Menswetenschappen: Marc De Mey de Kunsten: Willem Elias de Technische Wetenschappen: Jan Kretzschmar
Onderbestuurders: Klasse van de Natuurwetenschappen: Irina Veretennicoff Klasse van de Menswetenschappen: Paul Van Rompuy Klasse van de Kunsten: Luc Van Hove Klasse van de Technische Wetenschappen: N. Aftredend bestuurders: Klasse van de Natuurwetenschappen: Renaat Gijbels Klasse van de Menswetenschappen: Géry van Outryve d’Ydewalle Klasse van de Kunsten: Werner De Bondt Klasse van de Technische Wetenschappen: Ludo Gelders Vertegenwoordiger: (2009-2011) Klasse van de Natuurwetenschappen: Dirk Inzé Klasse van de Menswetenschappen: Wilfried Dewachter Klasse van de Kunsten: Herman Sabbe (2009-2011) Klasse van de Technische Wetenschappen: Paul Verstraeten
Aantredend voorzitter: Pierre Jacobs
12
Nieuw Verkozen Leden
Nieuw Verkozen Leden
Reinhart CEULEMANS Reinhart Ceulemans (°1954) is Gewoon Hoogleraar aan het Departement Biologie, directeur van het Onderzoeksexcellentiecentrum ECO en woordvoerder van de Onderzoeksgroep Planten- en Vegetatie-ecologie van de Universiteit Antwerpen. Hij was gastprofessor aan de University of Washington, Seattle, USA (1987-1988), gastprofessor aan de Université Paris-XI in Orsay, Frankrijk (1989) en titularis van de Belgische Francqui-leerstoel aan de Université Catholique de Louvain-la-Neuve (2006-2007). In 1990 werd hij – wegens zijn wetenschappelijk onderzoek i.v.m. populieren voor bio-energieproductie – gelauwerd met de Scientific Achievement Award van de International Union of Forestry Research Organisations (IUFRO). Reinhart Ceulemans is (co-)auteur van 9 wetenschappelijke volumes en van 250 publicaties in peer-reviewed vaktijdschriften m.b.t. ecofysiologie, biodiversiteit, modellering van ecosystemen, en effecten van globale (klimaat-)veranderingen. Hij behoort tot de 20 meest geciteerde plantenwetenschappers van Europa met meer dan 6500 citaties. Onder zijn leiding promoveerden reeds 15 doctorandi op diverse onderwerpen in de plantenecologie, ecofysiologie en landschapsecologie. Hij is op dit ogenblik promotor/contractant van meer dan 20 onderzoeksprojecten, waaronder een prestigieuse beurs van de European Research Council (ERC; 2,5 MEUR). Sinds 2008 geniet hij van een lange-termijn Methusalem-financiering toegekend door de Vlaamse overheid aan toponderzoekers. Hij is sinds 2008 tevens Voorzitter van het permanent comité Life, Earth and Environmental Sciences (LESC), lid van de Algemene Vergadering en lid van de Science Advisory Board van de European Science Foundation (ESF). Hij is voorzitter van de werkgroep Biodiversiteit en Bossen van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling. Reinhart Ceulemans werd verkozen tot nieuw lid van de Klasse van de Natuurwetenschappen.
Siegfried DE BUCK Siegfried De Buck (°1949) trok in 1964 naar l’École des Métiers d’Arts, IATA om er de opleiding edelsmid te volgen, het doorbreken van het decoratieve en de zin voor constructie werden er gestimuleerd. Hoewel binnen de opleiding het accent op het zilversmeden lag, groeide de idee om zich als juweelontwerper verder te bekwamen en in 1968 trok hij naar L’Académie des Beaux Arts, te Strasbourg.
13
Nieuw Verkozen Leden
In 1971 vestigde Siegfried De Buck zich als zelfstandig ontwerper in Gent. Hij experimenteerde er op eigen kracht met onconventionele technieken en materialen. De gedegen technische opleiding die hij in Maredsous genoot kwam hem van pas bij de verfijning en de artistieke uitwerking. In zijn ontwerpen verloor hij zich niet in decoratieve elementen, hij beperkte zich tot de essentie. Als één van de voortrekkers van de hedendaagse edelsmeedkunst in België is Siegfried De Buck zich bewust van de veranderde maatschappelijke positie van de juweelontwerper- edelsmid, die tevens designer en in de eerste plaats een hedendaags kunstenaar is. Zijn ideeën hieromtrent – van objectontwerp tot conceptuele kunst – en zijn vakkennis als juweelkunstenaar en edelsmid geeft hij door aan zijn studenten van de Campus Sint-Lucas in Antwerpen, waar hij sinds 1986 doceert. Hij was ook gastdocent of leidde workshops in binnen- en buitenland, o.a. in Montréal UCAM Canada, Düsseldorf Höch-Fach-Schüle, Royal College of Arts te Londen. Vanaf de jaren 1970 ontwikkelde De Buck interesse voor andere materialen dan edele metalen. Zo verwerkt hij o.m. zwarte rubber, olifantenhaar, plexiglas en staal. Een hoge graad van afwerking is daarbij kenmerkend. Een eindeloze reeks ontwerpen prijkt op zijn palmares, met tentoonstellingen in o.a. Europa, Japan en de Verenigde Staten. In 1984 bracht het Design Museum in Gent een overzichtstentoonstelling van zijn juwelen. Dit jaar ontving hij de Henry Van De Velde Prijs voor zijn loopbaan. Siegfried De Buck werd verkozen tot nieuw lid van de Klasse van de Kunsten.
Hildegarde HEYNEN Hilde Heynen is Gewoon Hoogleraar Architectuurtheorie aan de Katholieke Universiteit Leuven. Haar onderzoek richt zich op moderniteit, modernisme, de rol van gender in architectuur en architectuur in de postkoloniale omgeving. In Architecture and Modernity: A Critique (MIT Press, 1999), onderzocht ze de relatie tussen architectuur, modernisme en locatie. Meer recent bestudeerde ze de intersectie tussen architectuur en gender studies. Ze studeerde Burgerlijk Ingenieur-Architect (1981) en filosofie (1982) aan de Katholieke Universiteit Leuven, waar ze ook haar doctoraat (1988) ontving. Van 2005 tot 2008 was ze lid van de Onderzoeksraad van de Katholieke Universiteit Leuven, waar ze sinds 2008 voorzitter van het Departement Architectuur en ruimtelijke ordening is. Hilde Heynen was een J. Paul Getty Postdoctoral Fellow te Los Angeles en was gastprofessor aan het Massachusetts Institute of Technology, de Architectural Association School of Architecture te Londen, en de RMIT University te Melbourne. Haar onderzoek wordt gesteund door een beurs van het FWO, de
14
Nieuw Verkozen Leden
onderzoeksraad van de Katholieke Universiteit Leuven, het Nederlands Architectuurfonds, en de Graham Foundation for Advanced Studies in the Fine Arts. In 2007 en 2008 nam ze een Research fellowship op aan het Radcliffe Institute for Advanced Studies te Harvard, waar ze na vele jaren onderzoek een biografie geschreven heeft over Sibyl Moholy-Nagy, de vrouw van de architect Laszlo MoholyNagy. Deze biografie belichtte de veranderende aard van de moderne architectuur en haar discours aan de hand van Moholy-Nagy’s leven en werk. Hilde Heynen is actief in de internationale architectuurwereld en lid van verscheidene journal editorial boards, waaronder dat van The Journal of Architecture. Ze richtte het Network for Theory, History and Criticism of Architecture (Nethca) en het European Architectural History Network op en is voorzitter van de Raad van de European Association of Architectural Education. Hildegarde Heynen werd verkozen tot nieuw lid van de Klasse van de Technische Wetenschappen.
Monica HÖFTEN Monica Höfte is hoogleraar aan de Faculteit Bio-ingenieurs-wetenschappen en hoofd van het laboratorium voor Fytopathologie in het Departement Gewasbescherming van de Universiteit Gent. Met haar onderzoeksteam voert ze zowel fundamenteel als toegepast onderzoek uit naar de duurzame bestrijding van plant pathogene schimmels en bacteriën in groentegewassen zoals prei, koolgewassen, sla en tomaat en tropische gewassen zoals rijst, banaan en cocoyam. In haar fundamenteel onderzoek tracht ze inzicht te krijgen in de natuurlijke en geïnduceerde resistentiemechanismen van planten tegen pathogenen, waarbij er speciale aandacht gaat naar de rol van plantenhormonen in plant-pathogeen interacties. Dit onderzoek heeft ondermeer geleid tot nieuwe inzichten in de rol van het plantenhormoon abscissinezuur in ziektegevoeligheid. Het meer toegepaste onderzoek focust op geïntegreerde strategieën om plantenziekten te beheersen met aandacht voor waarschuwingssystemen, cultuurtechnische maatregelen en biologische bestrijding. Dit onderzoek wordt veelal samen met onderzoeks- en praktijk- centra in binnen- en buitenland uitgevoerd waarbij gebleken is dat een goed inzicht in de levenscyclus en epidemiologie van de plant pathogeen essentieel is om een gepaste bestrijdingsstrategie te ontwikkelen die ook onder praktijkomstandigheden bruikbaar is. Onder haar promotorschap werden reeds 28 doctoraten afgelegd. Aan de UGent doceert ze alle aspecten van plantenziekten. Naast haar academische opdrachten
15
Nieuw Verkozen Leden
heeft ze eveneens een actieve dienstverlening als lid van diverse wetenschappelijke commissies en raden en als lid van editorial boards van verscheidene tijdschriften. Monica Höften werd verkozen tot nieuw lid van de Klasse van de Technische Wetenschappen.
Francis MAES Francis Maes (°1963) studeerde aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium Antwerpen en de Rijksuniversiteit Gent, waar hij in 1993 promoveerde tot doctor in de musicologie met een proefschrift over de compositorische problematiek van de onbegeleide koormuziek sinds de negentiende eeuw. Vervolgens was hij Research Fellow aan de University of California at Berkeley via een beurs van Fulbright. In 1995-96 was hij muziekrecensent bij de krant De Morgen. Van 1996 tot 2002 werkte hij als artistiek directeur van het Festival van Vlaanderen voor de afdelingen “Brussel-Europa” en “Gent en Historische Steden”. Tot de voornaamste projecten die hij voor het Festival van Vlaanderen realiseerde behoren het meerjarige project “Ladies First”, ter ondersteuning van vrouwelijke dirigenten en componisten, de Belgische première van de opera “L’amour de loin” (2000) van Kaija Saariaho, een portretconcert Judith Weir, en de compositieopdracht en wereldpremière van Saariaho’s fluitconcerto “L’aile du songe” (2001). Vanaf het academiejaar 2002-2003 is hij verbonden aan de Universiteit Gent als docent musicologie. Francis Maes publiceerde vooral over Russische en Oost-Europese muziek. Zijn handboek “A History of Russian Music: from Kamarinskaya to Babi Yar” verscheen in 2002 bij de University of California Press, met vertalingen in het Nederlands en het Japans. Hij schreef ook de bijdrage over de liederen van Sjostakovitsj voor de “Cambridge Companion to Shostakovich” (2008). Francis Maes werd verkozen tot nieuw lid van de Klasse van de Kunsten.
Karen MAEX Karen Maex behaalde haar diploma Burgerlijk Ingenieur, richting elektrotechniek in 1982 en het doctoraatsdiploma in 1987, beide aan de KULeuven. Na haar doctoraat deed ze onderzoek in samenwerking met IMEC, eerst als Werkleider en later als Onderzoeksdirecteur van het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen. Ze verbleef verscheidene maanden in het buitenland: in 1980 aan de University of Maryland, in 1987 in het onderzoekscentrum CNET-LETI in Grenoble, Frankrijk en in 1989 aan het Bell Labs in Murray Hill in de VS.
16
Nieuw Verkozen Leden
Als gewoon hoogleraar aan de KULeuven was ze optiecoördinator van de optie Nanotechnologie in het Departement Elektrotechniek en programmadirecteur van het nieuwe Masterprogramma over Nanowetenschappen en Nanotechnologie tot juli 2005. Ze was ook initiatiefnemer en coördinator van het internationale Erasmus Mundus Masterprogramma in dezelfde discipline. Ze heeft zich gespecialiseerd in nanotechnologie voor elektronica-toepassingen. Ze is auteur en co-auteur van meer dan 250 internationale publicaties en is houder van een twintigtal patenten. Ze was organisator en mede-organisator van tal van congressen en conferenties en lid van de Uitgeverscommissie (Editorial Board) van verschillende tijdschriften. Bij IMEC was ze Directeur van het Departement Interconnect Technologie en Silicides tot december 2000. Ze kreeg de titel IMEC Fellow in 2001 en coördineerde het strategisch wetenschappelijk onderzoek in de Silicium divisie tot juli 2005. Sinds augustus 2005 is ze Vicerector Wetenschap & Technologie van de KULeuven. Sinds 2008 maakt ze deel uit van de Governing Board van het European Institute of Innovation and Technology (EIT). Sinds oktober 2009 is ze lid van de Raad van Bestuur van IMEC. Karen Maex werd verkozen tot nieuw lid van de Klasse van de Natuurwetenschappen.
Christiane MALCORPS Christiane Malcorps (°1956) Burgerlijk Scheikundig ingenieur (1978) Ph.D. University of Wisconsin in Madison, Wisconsin USA (1983) is voor Solvay S.A. nationaal directeur van België en als International Collaboration Manager verantwoordelijk voor de samenwerking met de universiteiten en voor het werven van publieke fondsen wereldwijd. Van 1978 tot 1984 was zij verbonden aan onderzoekscentra gekoppeld aan Universiteiten of ondernemingen. In deze periode was ze achtereenvolgens onderzoeker (met beursen van de BAEF en Rotary International) en assistent aan de University of Wisconsin in Madison, Wisconsin, USA en vervolgens aangesteld vorser en navorser NFWO aan de Universiteit van Antwerpen. In deze periode schreef ze 19 publicaties betreffende mathematische modellen van longmetabolisme. In 1984 begon haar activiteit binnen het bedrijfsleven, waar ze evolueerde van onderzoeker over productiemanager naar algemeen directeur. Zo was ze eerst verantwoordelijk voor onderzoek en later onderzoekscoördinatie wereldwijd in het domein van katalyse en entstoffen. Vervolgens was ze hoofd van een pilootinstallatie van biotechnologie voor de ontwikkeling en schaalvergroting bij productie van biopesticiden en enzymen. Dit bracht haar tot operationele fabrieksverantwoordelijke van de grootste polyolefinenfabriek en ten slotte tot directeur van de grootste chloorproductie-eenheid voor Solvay S.A, gelegen in Antwerpen. Hier werd ze voorzitter benoemd van de vereniging van Directieleden van de Chemische industrie in de Antwerpse Haven (SIRA-D).
17
Nieuw Verkozen Leden
Op dit ogenblik is zij bestuurslid bij essenscia, VOKA en UWE. Zij is voorzitter van de Facultaire Senaat van de Katholieke Universiteit van Leuven. Christiane Malcorps werd verkozen tot nieuw lid van de Klasse van de Technische Wetenschappen.
Jean POESEN Jean Poesen, geograaf, is gewoon hoogleraar aan de Faculteit Wetenschappen en hoofd van de Onderzoeksgroep Fysische en Regionale Geografie in het Departement Aard- en Omgevingswetenschappen, KULeuven. Zijn onderzoek combineert terreinanalyse, laboratoriumexperimenten en modellering om een antwoord te geven op vragen betreffende de mechanismen en factoren die bodemerosieprocessen en landdegradatie in de hand werken, de interacties tussen mens en landschap, en de optimalisering van bodem- en waterconservatietechnieken en -strategieën. Zijn interdisciplinaire focus, waarbij de integratie geomorfologie, bodemkunde, hydrologie, ecologie, landbouw, archeologie en aardobservatie centraal staat, heeft hij toegepast in nationale en internationale onderzoeksprojecten. Dit onderzoek heeft onder meer bijgedragen tot een beter inzicht in actuele geomorfologische processen en desertificatie, het verbeteren van erosiemodellen, de verhoging van de effectiviteit van bodem- en waterconservatietechnieken en tot een beter begrip van menselijke invloeden op landschapsevolutie in gematigd vochtige, mediterrane en tropische gebieden. Jean Poesen is medeoprichter van de European Society for Soil Conservation (ESSC). Voor zijn onderzoek ontving hij meerdere nationale en internationale prijzen waaronder een Dr. Sc. in bodemkunde en geomorfologie van de universiteit van Wolverhampton (VK, 2009). Aan de KULeuven doceert hij geomorfologische processen, bodem- en waterconservatie en geografie van ontwikkelingslanden. Jean Poesen werd verkozen tot nieuw lid van de Klasse van de Natuurwetenschappen.
Lucien POSMAN Lucien Posman (°1952) volgde hogere muziekstudies aan de Koninklijke Conservatoria te Gent en Antwerpen. In Gent behaalde hij eerste prijzen voor notenleer, harmonie, muziekgeschiedenis en compositie in de klas van Roland Coryn. In Antwerpen behaalde hij de eerste prijs voor contrapunt en fuga in de klas van Nini Bulterys.
18
Nieuw Verkozen Leden
Posman is verbonden aan de Hogeschool Gent conservatorium als voorzitter van de opleidingscommissie muziek en als hoofddocent compositie. Hij is medestichter en voorzitter van ComAV (Componisten Archipel Vlaanderen, een belangengroepering voor Vlaamse componisten). Posman is medewerker van de vzw De Verenigde Cultuurfabrieken en concertzaal De Rode Pomp. Deze vzw werd door zijn broer André Posman opgericht in 1993 met als doel jonge musici speelkansen te geven en Belgische muziek te promoten. Dit gebeurt door organiseren van kamermuziekconcerten in De Rode Pomp, het uitgeven en gratis verspreiden van de Nieuwe Vlaamse Muziekrevue, het geven van compositieopdrachten, het organiseren van een jaarlijks Belgische componistenfestival, het organiseren van kleine festivals of concerten met Vlaamse muziek in het buitenland (Sint Petersburg, New York, Bratislava, New York, Edmonton e.a.). Zijn composities werden o.a. opgevoerd tijdens de Week van de Hedendaagse Muziek te Gent, de Belgisch-Nederlandse Muziekdagen te Maastricht, Muzicii Contemporane Belgiene te Boekarest, Ars Musica, op het Festival van Vlaanderen, het Festival Musica Nova te São Paulo, Belgian Chocolats, Moscow Autumn, international contemporary music festival e.a. Verschillende composities zijn op cd opgenomen. Onder andere RTBF, VRT Radio 3 (nu Klara), Radio Moskou, de Nederlandse, de Braziliaanse (Sao Paulo), Hongaarse en de Roemeense radio wijdden uitzendingen aan Lucien Posman en zijn muziek. Voor zijn liedcyclus Songs of Experience – vijf liederen op gedichten van William Blake voor middenstem en piano kreeg Lucien Posman in 1988 de Muizelhuisprijs voor Kamermuziek. In 1993 won hij, samen met zijn broer André, de Prijs van de Gentenaar voor de organisatie van het Buckinx festival tijdens de Gentse Feesten. In 2002 deelde hij in de Fuga Trofee, uitgereikt door de Unie van Belgische componisten aan De Rode Pomp voor haar verdiensten ten aanzien van het Belgische muziekleven. Lucien Posman werd verkozen tot nieuw lid van de Klasse van de Kunsten.
Johan SCHOUKENS Johan Schoukens (°1957) studeerde Burgerlijk Werktuigkundig-Elektrotechnisch Ingenieur aan de Vrije Universiteit Brussel (1980). Vervolgens werd hij doctor in de toegepaste wetenschappen (1985) en geaggregeerde van het hoger onderwijs (1990) aan de VUB. Hij doorliep tot in 2000 een volledige onderzoekscarriere als vorser van het FWO, achtereenvolgens als aspirant, aangesteld navorser, onderzoeksleider en onderzoeksdirecteur. In 2000 werd hij voltijds hoogleraar aan de VUB en in 2002 promoveerde hij tot gewoon hoogleraar. Sinds 2006 is hij ook aangesteld als bijzonder gasthoogleraar aan de KULeuven.
19
Nieuw Verkozen Leden
Johan Schoukens verricht fundamenteel onderzoek naar systematische technieken om goede modellen te bouwen vanaf experimentele gegevens. Geavanceerde modelleertheorieën laten toe om een betrouwbaar wiskundig model te bekomen van de wereld om ons heen. De resultaten zijn breed toepasbaar, niet alleen in de automobiel-, luchtvaart-, elektronica-, en telecommunicatie- sector, maar ook in hoogtechnologische medische apparatuur, biologische, chemische en klimatologische studies. Deze activiteiten horen thuis in de vakgebieden: identificatie van lineaire en niet- lineaire systemen; systeem- en regeltechniek; signaalverwerking. Het werk van Johan Schoukens werd meermaals bekroond. Hij is ondermeer Fellow IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers), hij bekleedde de Francquileerstoel ULB (2006-2007), en was laureaat in de eerste ronde van de Methusalem-projecten uitgeschreven door de Vlaamse regering (2007). Hij is samen met Rik Pintelon de auteur van 2 boeken. Johan Schoukens werd verkozen tot nieuw lid van de Klasse van de Technische Wetenschappen.
Marcel SMETS Marcel Smets studeerde architectuur (Ingenieur-architect, Universiteit Gent, 1970) en stedenbouw (Bouwkundig ingenieur Technische Hogeschool Delft, 1974). Hij promoveerde als Doctor in de Toegepaste Wetenschappen aan de Universiteit te Leuven (1976), waar hij nadien benoemd werd tot docent en gewoon hoogleraar stedenbouw. Hij is actief geweest op het vlak van geschiedenis en theorie met monografieën over Huib Hoste en Charles Buls, alsook overzichtswerken over de ontwikkeling van de tuinwijkgedachte in België en de wederopbouw van België na 1914. Hij publiceerde architectuurkritische bijdragen in o.a. Archis, Topos, Lotus, Casabella en fungeerde als jurylid voor diverse prijsvragen. Hij was stichtend lid van ILAUD (Urbino,1976) en gasthoogleraar aan de universiteiten van Thessaloniki (1987) en Harvard (GSD – 2002, 2003, 2004). Sinds de oprichting, zetelt hij in het wetenschappelijk comité van EUROPAN. In 1989 zette Smets het Projectteam Stadsontwerp op, een onderzoek- en ontwerpcel binnen de KULeuven, die zich toelegde op de herstructurering van verlaten industriegebieden en uitgediende haven- en spooremplacementen. Hij trad er op als hoofdontwerper voor de ondertussen ruim gepubliceerde en bekroonde transformatie van de Leuvense stationsomgeving en voor de stedenbouwkundige projecten van o.a. Hart van Antwerpen (B), Hoeilaart (B), Turnhout (B), Rouen (F), Genua (I), Voltri (I), Conegliano (I). Momenteel is het onderzoek van Smets vooral gericht op het landschap van de infrastructuur.
20
Nieuw Verkozen Leden
In juni 2005 werd hij in opvolging van Bob Van Reeth, benoemd tot Vlaams Bouwmeester. Marcel Smets werd verkozen tot nieuw lid van de Klasse van de Kunsten.
Luc STEELS Luc Steels is buitengewoon hoogleraar aan de VUB en studeerde Taal- en Letterkunde (1973) aan de UIA waarvan hij in 1977 het doctoraat behaalde. Hij behaalde in 1979 een Master in Electrical Engineering and Computer Science aan het Massachusetts Institute of Technology. Zijn verhandeling aan het MIT (Steels, 1979) toonde een computermodel van de “Society of Mind” theorie die op dat ogenblik door Minsky and Papert werd ontwikkeld. In 1983 richtte hij het Laboratorium voor Artificiële Intelligentie aan de VUB op alsook in 1991 de Vakgroep Computerwetenschappen. Aan de Schlumberger-Doll research labs (1979) onderzocht hij toepassingen van artificiële intelligentie op het modelleren van menselijke expertise. Mede dankzij zijn functie als gastonderzoeker in 1995 aan het Sony Computer Science Laboratory te Tokio werd hij door Mario Tokoro (CEO van Sony) uitgenodigd om het SONY Computer Science Laboratory in Parijs op te richten, waar hij tot vandaag directeur van is. Het laboratorium verricht baanbrekend fundamenteel onderzoek naar o.a. engineering van muziek en taal, klimaatmodellering en de raakvlakken tussen kunst en muziek. Zijn onderzoek richt zich op kunstmatige intelligentie en experimenten met robots om de oorsprong, evolutie en evolutiemechanismen van taal te onderzoeken. Hij was van 2008 tot 2009 fellow aan het Wissenschaftskolleg te Berlijn, is sinds 1996 lid van de New York Academy of Sciences, het IEEE en vele AI-organisaties wereldwijd. Tevens is hij kunstenaar actief in de dialoog tussen kunst en wetenschap: hij is o.a. medeschrijver met JeanFrancois Peyret van het theaterstuk “Le cas de Sophie K.” (2005) en participeerde in tentoonstellingen op de Biennale van Venetië, Musee d'art Moderne (Parijs), Neue Aachener Kunstverein, CAPC Bordeaux, e.a. Luc Steels werd verkozen tot nieuw lid van de Klasse van de Natuurwetenschappen.
21
Nieuw Verkozen Leden
Els VAN DAMME Els Van Damme werd geboren te Merchtem op 10 juni 1964. Zij studeerde Biologie aan de Katholieke Universiteit van Leuven. In 1986 behaalde zij het diploma van Licentiaat in de Wetenschappen, Biologie (Plantkunde). In de periode 1986-1991 was zij tewerkgesteld eerst als doctoraatsbursaal van het IWONL en later als aspirant van het NFWO. In november 1991 behaalde zij het diploma van Dr. in de Wetenschappen, Biologie aan KULeuven, waarna zij als postdoctoraal onderzoeker FWO (1992-2001) en gastdocent (1999-2002) aan KULeuven verbonden bleef. In oktober 2002 werd zij aangesteld als hoofddocent aan de Universiteit Gent, binnen de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, vakgroep Moleculaire Biotechnologie. Zij is houder van een mandaat met hoofdzakelijk onderzoeksopdracht ten laste van het Bijzonder Onderzoeksfonds UGent. In oktober 2006 promoveerde zij tot hoogleraar UGent. Haar onderzoek richt zich op ‘glycobiologie bij planten’ en spitst zich toe op planteiwitten die interageren met suikers. Deze eiwitten spelen een belangrijke rol in signaaltransductie in de plantencel, maar ook bij de afweer van planten tegen pathogenen en insecten. Het onderzoek is multi-disciplinair en omvat biochemie en glycobiologie zowel als plant moleculaire biologie, fysiologie en celbiologie. De onderzoeksgroep omvat momenteel 3 postdoctorale onderzoekers, 2 laboranten en 7 doctoraatsstudenten. Els Van Damme werd verkozen tot nieuw lid van de Klasse van de Natuurwetenschappen.
Marnix VAN DAMME Na studies in de Rechten aan de toenmalige Rijksuniversiteit te Gent, was Marnix Van Damme van 1978 tot 1985 als voltijds assistent verbonden aan de afdeling Publiek Recht van de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de RUG. In 1984 promoveerde hij er met grote onderscheiding tot doctor in de Rechten met een proefschrift getiteld “Constitutionele en politieke systemen. Een typologische benadering”. Na te zijn geslaagd in een vergelijkend examen, werd hij in 1985 benoemd tot adjunct-auditeur in de Raad van State. Na in 1986 te zijn bevorderd tot auditeur in de Raad van State, werd hij in 1992 door de Koning tot staatsraad benoemd. In 2000 werd hij tot kamervoorzitter verkozen, in welke hoedanigheid hij de eerste kamer van de afdeling Wetgeving van de Raad van State voorzit. Ondertussen werd hij, vanaf 1 oktober 1988, benoemd tot deeltijds docent aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit van Brussel voor het
22
Nieuw Verkozen Leden
opleidingsonderdeel “Wetgevingstechniek”. Geleidelijk aan werd deze onderwijsopdracht uitgebreid. Momenteel doceert Marnix Van Damme vier opleidingsonderdelen, zijnde “Grondwettelijk Recht”, “Rechtsbescherming tegenover de overheid”, “Wetgevingsleer en –techniek” en “Vergelijkend bestuursrecht”. Sinds 2005 is hij buitengewoon hoogleraar. Marnix Van Damme is voorzitter van de Vakgroep voor Staats- en Bestuursrecht van de VUB en was tijdens het academiejaar 2002-2003 titularis van de binnenlandse Francqui-leerstoel aan de Katholieke Universiteit van Brussel. De publicaties van Marnix Van Damme betreffen het publiek recht in de ruime zin. Hij zet sinds ettelijke jaren als co-auteur het werk verder van Prof. Mast, wat diens “Overzicht van het Belgisch Administratief Recht” betreft. Een ander wetenschappelijk aandachtspunt van Marnix Van Damme is de wetgevingsstudie. Diverse van zijn publicaties hebben betrekking op de wetskwaliteit. Hij maakt deel uit van de redactieraad van diverse juridische tijdschriften. Zo is hij onder meer redacteur van het Rechtskundig Weekblad en van het Tijdschrift voor Bestuurswetenschappen en Publiek Recht. Daarnaast werd Marnix Van Damme in 2003 benoemd tot lid van de Raad van Toezicht van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen, de huidige Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, en werd hij in 2008 aangeduid als lid van de Sanctiecommissie van de voornoemde Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen. Marnix Van Damme werd verkozen tot nieuw lid van de Klasse van de Menswetenschappen.
Barbara VAN DER WEE Barbara Van der Wee (°1957) volgde architectuurstudies aan de Brusselse SintLucas Hogeschool waarna ze stage liep bij Michael Graves (USA) en Alfons Hoppenbrouwers (B). Daarna volgde ze de gespecialiseerde opleiding monumentenzorg (Master in Conservation of Historic Towns and Buildings) aan het Raymond Lemaire International Centre for Conservation (RLICC) van de Katholieke Universiteit Leuven. In dit internationale en interdisciplinaire instituut is zij heden deeltijds hoofddocent en coördinator van het projectwerk. Zij behaalde een Master of Science in Conservation met haar afstudeerscriptie “Hôtel Van Eetvelde – Victor Horta: a study for restoration and adaptive use” en leidt sindsdien de restauratie ervan. Haar beroepsveld richt zich vooral op de restauratie en herbestemming van waardevolle historische gebouwen uit de 19de en 20ste-eeuw, waarvan de meesten beschermd zijn als monument en/of ingeschreven zijn op de lijst van het werelderfgoed van de UNESCO. Haar werk kenmerkt zich door de zorgvuldig voorbereide studies die ze verricht met het oog op het behoud van de authenticiteit van de gebouwen en de zorg waarmee ze hedendaagse interventies integreert om nieuwe bestemmingen
23
Nieuw Verkozen Leden
mogelijk te maken. Naast de conservering en herinrichting van het woonhuis van Victor Horta tot het huidige Hortamuseum, restaureerde en moderniseerde ze nog van dezelfde architect de kindertuin in de Marollen, het Winssingerhuis en het Frisonhuis evenals tal van andere gebouwen van het art nouveau patrimonium te Brussel. Als bouwmeester van het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel leidde ze een interdisciplinair team van specialisten ter voorbereiding van een globaal masterplan dat resulteerde in de restauratie en herstructurering van het omvangrijke kunstenhuis van Horta. Tevens omschreef ze de globale restauratievisie in een masterplan en conventie voor het Begijnhof van Lier. Recent is zij binnen het Ontwerpteam Boekentoren betrokken bij de restauratie van de bibliotheek van de Universiteit Gent, ontworpen door Henry Van de Velde en van de Campus Elishout – Coovi van de architecten Courtens en Polak. Barbara Van Der Wee werd verkozen tot nieuw lid van de Klasse van de Kunsten.
Herman VAN GOETHEM Herman Van Goethem (1958) is gewoon hoogleraar aan de universiteit Antwerpen en voorzitter van het departement geschiedenis aan diezelfde universiteit. Hij is tevens mede-oprichter en bestuurslid van het UA-instituut voor Joodse Studies. Hij zetelt in de diverse comités en commissies, waaronder het Comité voor Rechtsgeschiedenis, de redactieraad van Wetenschappelijke Tijdingen, enz. Het onderzoek in België over collaboratie en verzet in WOII ging tot 1998 vooral over de ideologische en politieke componenten. Onder impuls van Herman Van Goethem verschoof de aandacht naar het lokale bestuurlijke niveau. Sinds 2005 verricht hij overkoepelend onderzoek naar de bestuurlijke collaboratie in België in 1940-1944, vanuit een juridisch-constitutionele analyse van de dagelijkse praktijk. Het raamwerk van dit onderzoek werd gepubliceerd in een artikel in de Bijdragen tot de Eigentijdse geschiedenis in 2006, dat nadien richtinggevend is geweest voor het officiële rapport Gewillig België waarbij in opdracht van de Belgische Senaat de verantwoordelijkheden van de Belgische overheden in de Jodenvervolging werd onderzocht. Herman Van Goethem werd verkozen tot nieuw lid van de Klasse van de Menswetenschappen.
Hendrik VAN MALDEGHEM De rode draad doorheen het onderzoek van Van Maldeghem is de gebouwentheorie van Jacques Tits. “Gebouwen” zijn hier meetkundige structuren die in direct verband staan met belangrijke klassen van symmetriegroepen. Hij heeft talrijke karakteriseringen gevonden, nieuwe constructies bedacht en klassificaties (mede-)uitgevoerd. Het grootste deel van zijn werk ligt in de veralgemeende
24
Nieuw Verkozen Leden
veelhoeken, dit zijn gebouwen van rang 2. Het boek “Generalized Polygons” (uitgegeven door Birkhäuser, 1998) bevat een unifiëring voor theoriëen die voorheen alleen maar bekend waren voor projectieve vlakken en/of veralgemeende vierhoeken. Samen met collega Joseph A. Thas heeft hij een theorie van de inbeddingen van veralgemeende veelhoeken ingevoerd en er belangrijke resultaten in bewezen. Enkele daarvan zijn bevat in het boek “Translation Generalized Quadrangles” (uitgegeven door World Press, 2006), dat hij schreef samen met Joseph A. Thas en Koen Thas. Zijn doctoraatsthesis en thesis hoger aggregaat handelen over affiene gebouwen, en hij geeft daar de eerste voorbeelden van expliciet geconstrueerde zogenaamde “exotisch” gebouwen van type Ã2 en C2. In de rand van zijn werk op gebouwen heeft hij ook bijgedragen tot de theorie van de eindige meetkunde, grafentheorie, galois meetkunde, topologische meetkunde, codeertheorie, vaagmeetkunde en groepentheorie. Hij gepubliceerde samen met zowat zesenvijftig andere wiskundigen, wat resulteerde in een veertiental langere studieverblijven aan buitenlandse onderzoeksinstellingen, een hondervijftigtal gastcolleges, een tweehonderdtal internationale peer-reviewed publicaties en zeventien doctoraten afgelegd onder zijn promotorschap. Tevens is hij hoofdredacteur van twee internationale tijdschriften van de ISI Web of Knowledge. Hij was Laureaat van de Prijs van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, Klasse der Wetenschappen in 1998, won de Hall Medal of the Institute of Combinatorics and its Applications, Canada (1999) en werd bekroond met een Visiting Erskine Fellowship 2007 door de University of Canterbury in Christchurch, New Zealand. Hendrik Van Maldeghem werd verkozen tot nieuw lid van de Klasse van de Natuurwetenschappen.
Anne-Marie VANDENBERGEN Anne-Marie Vandenbergen (°1949) is verbonden aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte van de Universiteit Gent als gewoon hoogleraar in het vakgebied Engelse taalkunde. Zij begon haar academische loopbaan als assistent bij Professor René Derolez, toen diensthoofd van het Seminarie voor Engelse en Oudgermaanse taalkunde. Bij het emeritaat van Prof. Derolez werd zij benoemd tot diensthoofd van het Seminarie. Door een herstructurering werden de seminaries omgevormd tot vakgroepen, wat met zich meebracht dat zij lid en tweemaal voorzitter werd van de Vakgroep Engels (die taalkunde en letterkunde omvat). In de faculteit nam zij tevens de functie van onderwijsdirecteur waar. Haar onderwijsopdracht omvat momenteel vakken in de sociolinguïstiek, tekstanalyse, functionele grammatica en contrastieve analyse. Haar recent en lopend onderzoek richt zich in het bijzonder op modaliteit en pragmatische partikels in het hedendaags
25
Nieuw Verkozen Leden
Engels. In 2001-2002 kon zij genieten van de mogelijkheid in het kader van het VLAC samen te werken met een Zweedse collega. Dit onderzoek betrof pragmatische partikels in het Engels en Zweeds en Engelse modale adverbia en is uitgemond in diverse artikels en een boek. Er is ook een sterke contrastieve component aanwezig in de onderzoeksprojecten van Anne-Marie Vandenbergen. Zij leid – samen met de collega’s Franse en Nederlandse taalkunde – een contrastief project over werkwoordstrukturen, een voortzetting van een project dat uitmondde in een electronisch valentiewoordenboek. Daarnaast staat zij samen met collega Dominique Willems (Franse taalkunde) aan het hoofd van een Engels-Frans contrastief project over epistemische adverbia en discursieve partikels, mede in historisch perspectief. Anne-Marie Vandenbergen werd verkozen tot nieuw lid van de Klasse van de Menswetenschappen.
Petra VERMOTE Petra Vermote (°1968) behaalde aan het Koninklijk Muziekconservatorium van Gent het Hoger Diploma voor gitaar bij Baltazar Benitez. Ondertussen studeerde ze aan hetzelfde conservatorium compositie bij Roland Coryn en bij Lucien Goethals. Van 1996 tot 1999 studeerde ze aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium van Antwerpen compositie bij Luc Van Hove, en behaalde in 1999 het diploma ‘Meester in de Muziek’, specialisatie compositie. Aan de Hogeschool Gent – departement Conservatorium is Vermote verbonden als assistent gitaar en als leraar vakdidactiek gitaar. Als leraar gitaar is ze verbonden aan de muziekacademie van Izegem. Petra Vermote schreef tot op vandaag muziek voor zeer uiteenlopende bezetting en genres, waaronder heel wat werk dat aansluit bij andere kunstdisciplines zoals diverse vormen van theater, dans, animatiefilm. Ze werd uitgevoerd door zowat alle ensembles voor hedendaagse muziek in Vlaanderen, en kreeg compositieopdrachten van onder andere Brussels Philharmonic (Vlaams Radio Orkest), De Beethovenacademie, Festival van Vlaanderen (afdelingen Vlaams-Brabant, Limburg en Kortrijk), Provincie Oost-Vlaanderen, Concertgebouw Brugge, Concertgebouw Haarlem, Zuiderpershuis Antwerpen,…. In België was werk van haar te horen op alle belangrijke festivals en podia. Ook in het buitenland was werk van haar te horen op internationale festivals voor hedendaagse muziek en op concerten in oa Nederland, Frankrijk, Duitsland, Rusland, Oekraïne, Mongolië, Canada, De Verenigde Staten (New York). In 2001 werd aan Petra Vermote de driejaarlijkse Jeugd en Muziekprijs voor compositie toegekend. In maart 2003 werd haar door Brouwerij De Koninck de “Antoon van de Maand” toegekend, een prijs uitgereikt aan een kunstenaar uit één van de verschillende kunstdisciplines naar aanlei-
26
Nieuw Verkozen Leden
ding van het Antoon Van Dijckjaar. In november 2003 werd haar de Prijs Hedendaagse Muziek Vlaanderen-Quebec toegekend voor ‘Tsjizj, een werk voor sopraan en ensemble. In december 2007 werd Petra Vermote verkozen tot Laureaat in de Klasse Kunsten van de Koninklijke Vlaamse Academie van België. Petra Vermote maakte van 2001 tot 2008 deel uit van achtereenvolgens de beoordelingscommissie muziek en de beoordelingscommissie muziektheater van de Vlaamse Gemeenschap, en was in 2005 voorzitter van de Internationale Beoordelingscommissie voor de Vlaamse Opera. Petra Vermote werd verkozen tot nieuw lid van de Klasse van de Kunsten.
Lieven VERSCHAFFEL Lieven Verschaffel (Eeklo, 1957) studeerde Pedagogische Wetenschappen aan de KULeuven. In 1979 behaalde hij er het diploma van Licentiaat, in 1984 dat van Doctor, en in 1993 dat van Speciaal Doctor in de Pedagogische Wetenschappen. Sinds 1979 bekleedde hij diverse onderzoeksmandaten bij het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO), tot hij er in 2000 onderzoeksdirecteur werd. In 2000 ruilde hij echter zijn functie van onderzoeksdirecteur van FWO in voor een functie als gewoon hoogleraar aan de KULeuven. Hij verzorgt er colleges over “Vakdidactiek taal en wiskunde” (in de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen) en over ‘Leren en Instructie’ (in de Academische Lerarenopleiding in de Letterenfaculteit). Zijn voornaamste onderzoeksinteresses zijn: analyse van denk- en leerprocessen en ontwikkeling van krachtige onderwijsleeromgevingen. De meeste van zijn onderzoekingen houden verband met het vakgebied “wiskunde”, maar daarnaast verricht hij ook onderzoek in andere vakgebieden zoals fysica, taal, geschiedenis, en muziek. Lieven Verschaffel vervulde/vervult diverse functies in redactieraden van belangrijke internationale tijdschriften en boekenreeksen in zijn vakgebied. Hij was lid van de jury van een 40-tal buitenlandse doctoraatscommissies. Lieven Verschaffel is thans hoofdpromotor van een Geconcerteerde Onderzoeksactie over “Adaptive expertise in mathematics education” en van de Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap van het FWO-Vlaanderen “Ontwikkeling, implementatie en evaluatie van krachtige leeromgevingen”. Zijn publicatielijst bevat ± 120 internationale en ± evenveel nationale tijdschriftartikelen, 25 internationale en Nederlandstalige boeken, ± 110 hoofdstukken in internationale en Nederlandstalige boeken, en ± 70 “full papers” gepubliceerd in internationale “proceedings”. Lieven Verschaffel heeft een ruime ervaring op het gebied van onderzoeksbeleid en -evaluatie, o.a. als (bureau)lid van de Onderzoeksraad van de KULeuven, als lid en voorzitter van de wetenschappelijke commissie Psychologie en Pedagogiek van het FWO-Vlaanderen, en als lid van de commissie Internationale Betrekkingen van het FWO-Vlaanderen.
27
Nieuw Verkozen Leden
Lieven Verschaffel geniet nationale en internationale bekendheid als expert op het terrein van het wiskundeonderwijs. Recent werd hij verkozen tot lid van het “Education Committee” van de “European Mathematical Society”. Lieven Verschaffel werd verkozen tot nieuw lid van de Klasse van de Menswetenschappen.
Reinhilde VEUGELERS Prof Dr. Reinhilde Veugelers is professor aan de KULeuven binnen de onderzoeksgroep Bedrijfseconomie, strategie en innovatie. Zij doceert internationale bedrijfseconomie en speltheorie. Van 2004 tot 2008 was zij vrijgesteld van werk aan de universiteit, en was zij adviseur van de Europese Commisie (BEPA, Bureau of European Policy Analysis). Zij is momenteel senior fellow van Bruegel, een denktank voor het economisch beleid in Europa en research fellow aan het Centre for European Policy Research. Zij is ook co-promotor van ECOOM, het Vlaamse centrum voor R&D-monitoring. Reinhilde Veugelers was tevens visiting scholar in Northwestern University's Kellogg Graduate School of Management, Sloan School of Management, MIT, Stern Business School, NYU (US), UCL (BE), ECARES/ ULBrussels, (BE) Paris I (FR) UPF & UABBarcelona (ES), UMaastricht (NL) en momenteel in het MSI-programma van de Barcelone UPF-UAB Graduate School. Met haar onderzoek in het veld van industriële organisatie, internationale economie en strategie, innovatie en wetenschap, is zij de auteur van talrijke publicaties in toonaangevende internationale tijdschriften. Haar onderzoek combineert analytische frameworks, gebruik makend van micro-economie, speltheorie en economie van informatie modellen, met empirische, meestal econometrische testen op grote datasets. Reinhilde Veugelers werd verkozen tot nieuw lid van de Klasse van de Menswetenschappen.
Dirk WAUTERS Dirk Wauters is sinds 2007 de Gedelegeerd Bestuurder van de Vlaamse Radio en Televisie. Hij studeerde af als Burgerlijk Werktuigkundig-Elektrotechnisch Ingenieur Elektronica in 1977 aan de KULeuven, wat hij afrondde met een Licentiaat TEW. Aan de Stanford Graduate School of Business ontving hij in 1981 het diploma van Master of Business Administration.
28
Nieuw Verkozen Leden
Bij de VRT ontwikkelde hij een nieuw strategisch plan dat het tekort aan inkomsten opvangt via een efficiëntieplan en dat tegelijkertijd het programma-aanbod op een hoog kwaliteitsniveau houdt. Zoals geïllustreerd door de hoge waarderingscijfers en de positieve evolutie van het bereik en marktaandeel van de VRT leveren deze inspanningen vruchten af. Hij startte zijn loopbaan met technische en marketing functies bij Silvar-Lisco en Valid Logic Systems (in België en de USA) in de softwareontwikkeling van Computer Aided Engineering (CAE) producten. Deze software automatiseert de verificatie van geïntegreerde schakelingen. Wauters vervoegde Alcatel in 1991 en werd General Manager in augustus 1992. De Belgische SDD-divisie werd in 1994 één van de meeste performante en rendabele eenheden. Daar was hij verantwoordelijk voor de R&D afdeling en productie-eenheid waar het digitale telefonie systeem DHS-1 werd ontwikkeld resp. geproduceerd. Van 1999-2001 was hij President van de e-Business Distribution Division (‘eDD’), en in die functie verbeterde hij de rendabiliteit van de eDD diensten activiteit van een verlies van 50 M€ in 1998 tot break-even in 2000 en 36 M€ winst in 2001. In 2002 werd hij Executive Vice-President, Communications BeLux van Siemens. Hij ontwikkelde een strategie om de R&D activiteit in Herentals competitief te houden t.o.v. deze in lagere-kost landen en heroriënteerde de strategie van de divisie naar nieuwe innovatieve projecten en markten. Zijn ervaring in de media- en ICT-sector leidde tot het mandaat van bestuurder van het Interdisciplinair Instituut voor Breedband Technologie (IBBT). Dirk Wauters werd verkozen tot nieuw lid van de Klasse van de Technische Wetenschappen. BUITENLANDSE LEDEN Elke Klasse van de Academie telt onder haar leden ook verschillende buitenlandse leden. Zij dragen bij tot de internationale uitstraling van de Academie. Wanneer zij in België zijn, komen deze buitenlandse leden ook naar de Klassenvergadering en geven er, indien mogelijk, een voordracht. In de Klasse van de Kunsten werden dit jaar drie nieuwe buitenlandse leden verkozen, nl. Beatriz Colomina, Ron Spronk en Stanislaus von Moos. – Beatriz Colomina is een van de meest markante architectuurtheoretici van haar generatie. Zij is Professor of Architecture aan Princeton University en neemt de paradigma’s van het modernisme onder de loep. Zo onderzoekt zij o.a. hoe de modernistische gebouwen het leven organiseren en hoe moderne architectuur wordt voorgesteld in de massamedia.
29
Nieuw Verkozen Leden
– Ron Spronk doceert Art History aan Queen’s University, Kingston, Canada. Zijn onderzoek spitst zich toe op de 15de en 16de eeuwse meesters werkzaam in de Nederlanden. – Stanislaus von Moos (°1940) was tot zijn emeritaat in 2005 hoogleraar kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Zürich en behoort tot de protagonisten van het internationale Le Corbusier-onderzoek.
30
Algemene Openbare Vergadering – 12 december 2009
Algemene Openbare Vergadering op 12 december 2009
Programma: Verwelkoming door mevrouw Dominique Willems, voorzitter Verslag door de heer Niceas Schamp, vast secretaris Interludium I Proclamatie van de Laureaten van de Academie Laureaat van de Klasse Natuurwetenschappen: de heer Rony Keppens Laureaat van de Klasse Menswetenschappen: de heer Wim Vandenbussche Laureaat van de Klasse Kunsten: de heer Nick Andrews Proclamatie van de Laureaten van de Fondsprijzen Henri Schoutedenprijs: Paul Van Oyeprijs: Erik Duvergerprijs: Mgr. C. De Clercqprijs: Prijs Pro Civitate:
de de de de de
heer Tom Geerinckx heer Jef Guelinckx heer Pieter Martens heer Karim Schelkens heer Frederik Buylaert
Uitreiking van de Prijs van de Vlaamse Wetenschappelijke Stichting aan de heer Koen Thas Uitreiking van de driejaarlijkse Prijs van de Vlaamse Minister voor Wetenschapsbeleid aan de Universiteit Vrije Tijd Uitreiking van de Gouden Penning van de Academie aan de heer Dries Van Noten Interludium II Toespraak door de heer Wim Blockmans, rector NIAS
Muzikale opluistering door celliste Seraphyne Stragier
31
Algemene Openbare Vergadering – 12 december 2009
Verslag door de heer Niceas Schamp, vast secretaris
Mevrouw de minister, mijnheer de voorzitter, waarde collega’s, beste consorores en confraters, geachte dames en heren. De bedoeling van dit verslag is zoals elk jaar een overzicht te geven van de activiteiten van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten. De vorige jaren werd reeds meerdere keren werd het woord “nieuw” gebruikt in de titel van dit verslag: “de nieuwe statuten”, “het nieuwe VLAC”, zelfs “de nieuwe academie”. Maar als dit laatste één keer terecht kan gebruikt worden, dan is het vandaag: dit is nu echt een nieuwe academie, er zijn nog nooit zoveel leden geweest en er zijn nog nooit zoveel aanwezigen geweest op de Openbare Vergadering. Dat doet ons bijzonder veel genoegen en ik wil u op mijn beurt van harte welkom heten. Hoe komt het dat er zoveel leden zijn? U weet het, geachte genodigden, omdat de nieuwe statuten, die einde vorig jaar werden goedgekeurd, thans geïmplementeerd werden. De voorziene nieuwe Klasse van de Technische Wetenschappen is opgericht en functioneert. Zij werd vorige dinsdag plechtig geïnaugureerd in een mooie academische zitting, en het doet me veel genoegen veel van haar leden vandaag opnieuw te mogen begroeten. De Klasse van de Technische Wetenschappen is niet alleen een nieuwe klasse, zij is ook een symbool en een voorbeeld. Een symbool omdat ze aantoont hoe KVAB staat voor wetenschap, ook toegepaste wetenschap, techniek en innovatie, en twee, hoe zij haar deuren opengooit voor actoren buiten de universiteit, in de industrie en het hele bedrijfsleven. De nieuwe klasse is ook een voorbeeld: met grote regelmaat produceert zij technischwetenschappelijke rapporten over maatschappelijke problemen, zoals in 2009 o.m. “Energiezuinig Bouwen”, “Verdroging, ook in Vlaanderen” “Belgian research in the European Context”. En nu bestaat de stille, onuitgesproken hoop dat dit de andere klassen inspireert om ook dergelijke rapporten te schrijven. U begrijpt dat deze verruiming ons zeer verheugt. Deze nieuwe statuten zijn verreweg de belangrijkste aanpassing van de reglementen sinds 1845, toen de kunsten zijn opgenomen in de toenmalige nationale academie; zij laten de KVAB ook toe meer leden op te nemen in de andere klassen, meer jongere leden en meer vrouwelijke leden. In 2007 werden drie nieuwe leden verkozen, in 2008 vier, maar in 2009 mag de academie tweeëntwintig nieuwe leden verwelkomen, en ook van dezen zijn de meesten aanwezig. Dat is ook een reden tot grote vreugde, omdat meer jonge leden bijdragen tot een betere relatie met de dagelijkse realiteit, in de universiteit, in de kunst en in de hedendaagse gemeenschap.
32
Algemene Openbare Vergadering – 12 december 2009
Ze worden u meteen voorgesteld, maar mag ik u evenwel verzoeken eerst een ogenblik te willen verwijlen bij de leden die ons dit jaar verlaten hebben. Het zijn in de Klasse van de Natuurwetenschappen de confraters Paul Bockstaele en Luc Delaey. Paul Bockstaele was een begaafd wiskundige die zich in de KULeuven voornamelijk op de geschiedenis van de wiskunde en de wetenschappen heeft toegelegd. Luc Delaey was een succesrijk onderzoeker in de materiaalkunde, een van de grondleggers van het departement MTM van de KULeuven. In de Klasse van de Menswetenschappen ontviel ons veel te jong confrator Fernand Hallyn, van de Universiteit Gent, kenner van de Franse literatuur en daarnaast ook actief in de geschiedenis van de vroege wetenschap. In de Klasse van de Kunsten is confrater Jan-Karel Steppe overleden. Hij doceerde kunstgeschiedenis aan de KULeuven met specialisatie in de Vlaamse kunst in Spanje. Daarenboven verlieten ons nog buitenlandse leden : Rudolf Trümpy, Zwitsers geoloog, Rudolf Hirschfeld, Nederlands wiskundige en Carlos van Hasselt, Nederlands kunsthistoricus. Dit waren allen meesters in hun vakgebied met grote internationale uitstraling. Het is een voorrecht dat de Academie wetenschappers van deze klasse in haar rangen mag tellen. Zij is hen blijvend dankbaar voor hun gewaardeerde medewerking. Mag ik thans de nieuwe leden van het jaar 2009 voorstellen, kort weliswaar, maar u vindt een curriculum in de brochure. Zij zullen per klasse plechtig geïnstalleerd worden in een aparte academische zitting. Bovendien werden drie buitenlandse leden verkozen, nl.Beatriz Colomina, van Princeton, een van de meest markante architectuurtheoretici; Ron Spronk, van Queen’s University Kingston, Canada, expert in de schilderkunst van de Nederlanden in de 15e en 16e eeuw; en Stanislaus von Moos, van de universiteit van Zürich, bekend om zijn onderzoek over Le Corbusier. De Academie is bijzonder fier op deze nieuwe leden; zoals u weet streeft zij ernaar personen op te nemen met een gevestigde erkenning in hun vakgebied, of in hun artistieke discipline. Desondanks zijn er veel jongere collega’s bij: negen dames en dertien heren, een bijzonder mooie verhouding. Wij verwelkomen hen van ganser harte en wensen hen een interessante en inspirerende activiteit in onze Academie. Er verder, dames en heren, is het hier dit jaar opnieuw een zoemende bijenkorf geweest zoals de vorige jaren. De maandelijkse vergaderingen van de nu vier klassen, de bestuursvergaderingen, de commissies voor de kandidaturen, de laureaten, de publicaties, de werkgroepen, de permanente studiegroepen, de prijzen. De Academie trekt veel wetenschappelijke symposia aan, hetzij ingericht met de steun van de Academie (zoals de contacfora), hetzij ingericht door zeer uiteenlopende organisaties. Voor dit jaar zijn de statistieken nog niet klaar maar in 2008 waren er 110 wetenschappelijke vergaderingen en symposia uit eigen werking, 130 werkvergaderingen en 143 andere samenkomsten, waarvan de meeste ook ingericht werden door culturele
33
Algemene Openbare Vergadering – 12 december 2009
en wetenschappelijke organisaties. De Academie is dus inderdaad hét forum geworden voor wetenschap en kunst, waarvan zij de naam draagt. Er zijn ook de zittingen zijn voor het brede publiek, in het kader van het Centrum voor Europese Cultuur, onder de dynamische leiding van confrater Eyskens, met ondermeer symposia over India en Finland en pas deze maandag nog een zeer geslaagd recital met Paul Dombrecht, hier in de marmerzaal, een lust voor oor en oog. En er was de lentecyclus met vier zittingen over de rol van taal in de gemeenschap. Getrouwe deelnemers aan deze activiteiten zijn uiteraard de leden van VLAST, dit zijn de “vrienden van de Academie”. VLAST richt bovendien geregeld bezoeken in aan belangrijke tentoonstellingen, ondermeer kortgeleden in Leuven aan Rogier van der Weyden en gisteren nog aan Magritte. De Academie geeft ook boeken uit, langlopende reeksen met in 2009 ondermeer twee delen in de reeks rechtsgeschiedenis en de het laatste deel van de monumentale reeks over de Antwerpse kunstinventarissen van wijlen confrater Erik Duverger; en bovendien een tiental monografieën over de contactfora en werken van jonge onderzoekers. Daarbij, dames en heren, is niet te vergeten, VIGES, het Vlaams Instituut voor Geschiedenis, dat KVAB een paar jaar geleden heeft opgericht, en dat thans functioneert onder de efficiënte leiding van de consoror Els Witte. VIGES heeft zopas deel XIX van het Nationaal Biografisch Woordenboek voorgesteld en meteen de website met de digitale versie van de delen één tot tien, met zoek- en kopieermogelijkheden. Kleine waarschuwing: u moet wel met een recente versie van Internet Explorer werken; deze is gratis te downloaden. En het kunstboek? Het nadert zijn voltooiing, dankzij de onverdroten ijver van confrater Francis Strauven, die het ene na het andere probleem oplost: teksten, foto’s, vertalingen, u noemt het maar. Ook internationaal is KVAB steeds meer actief, meestal in het kader van RASAB, dat is de koepelorganisatie van KVAB en ARB. Het nieuwste initiatief is de aanwerving van een verbindingspersoon met de Europese instellingen, Commissie en Parlement. Onze academies zijn klein en hebben beperkte middelen, maar ze hebben twee troeven: één, de aantrekkelijkheid van dit mooie paleis en twee de nabijheid van de EU. De eerste troef werd al een stuk uitgespeeld, zoals u net heeft gehoord. Thans zal zij ook de tweede troef kunnen aanwenden, voor onze eigen academies en voor de internationale koepels. Er werden door de academies een aantal internationale koepels opgericht, wereldkoepels met ondermeer het InterAcademy Panel en de International Council of Science. Ook Europese koepels, geografisch Europa of de Europese Unie. Deze laatste richt zich namelijk op de technische wetenschappelijke rapporten over maatschappelijke problemen. Dat lukt goed en er zijn er al enkele tientallen gepubliceerd, maar de verspreiding en bekendmaking laat de wensen over. Dit was de aanleiding voor RASAB om een verbindingspersoon aan te werven, en meteen de gunstige situatie van onze academies te valoriseren.
34
Algemene Openbare Vergadering – 12 december 2009
RASAB doet veel meer dan dat natuurlijk: het begeleidt de werking van de nationale comités, het zorgt voor de relatie tussen deze en de internationale wetenschappelijke unies. Het zal misschien zelfs kunnen helpen bij het opzetten van een academie in Congo. In het kader van het nationaal comité voor de wetenschapsgeschiedenis werd door confrater Jan Roegiers een nieuw project gelanceerd, BESTOR, Belgian Science and Technology Online Resources, een databank voor de documenten belangrijk voor de wetenschapsgeschiedenis in België. Tenslotte en niet in het minst heeft KVAB haar Institute of Advanced Study, het Vlaams Academisch Centrum. In 2009 kende het VLAC haar grootste bezetting tot nu toe: bijna honderd persoonmaanden waarvan 70 % buitenlanders, gemiddeld een tiental fellows, voldoende om een goed interagerende groep te vormen. Dit is het gevolg van de aanpassing van het beleid, waarbij ook clusters van enkele onderzoekers in hetzelfde domein openomen werden. De toon werd gezet door een eerste cluster in het voorjaar (gestart door confrater Versluys) over Engelstalige traumaliteratuur, waarbij in totaal vijf buitenlandse en vier Vlaamse onderzoekers intens samenwerkten. Zij kregen gezelschap van de Gast van de Directeur, Johan Snapper van Berkeley, die met zijn expertise over de holocaust meteen mooi aansloot. In het najaar volgde een tweede cluster onder leiding van consoror Tasmowski over de Balkantalen. De Academie is de directeur, confrater Marc de Mey, dankbaar voor de toewijding, waarmee hij het VLAC begeleidt. En volgend jaar, dames en heren, is het VLAC 10 jaar oud; u is nu al uitgenodigd op het symposium dat daarvoor ingericht wordt op 24 tot 26 november 2010. Dit allemaal, beste genodigden, om u te overtuigen dat de Academie is “alive and kicking”, dat ze het geld van de belastingbetaler goed gebruikt. Het is een aantrekkelijke fysisiche ontmoetingsplaats, met de grandeur van dit paleis, maar de instelling is ook een uiterst aantrekkelijke ontmoetingsplaats voor de geest, met een unieke sfeer, een verademing van de drukte en de competitiviteit van het beroepsleven en van de schreeuwerigheid enerzijds en de vervlakking anderzijds van de media. Laten we dit koesteren, het verder uitbouwen en ter beschikking stellen van alle geïnteresseerden. Er werd ooit gezegd dat de academie niet mag rusten voor de laatste prof haar ontdekt had, en de laatste kunstenaar over de vloer was geweest. We willen alle leden en alle vrienden van VLAST oproepen om daar samen aan te werken. Dames en heren, het is voor een vast secretaris een groot genoegen u dit allemaal te mogen mededelen. Het is het werk van velen, van de leden in de eerste plaats, de consorores en confraters van wie de meesten steeds ter beschikking staan, van de vrienden van de Academie, van de vele collega’s uit de universiteiten en onderzoeksinstellingen, uit de administratie en de kabinetten, uit de industriële en de artistieke wereld, die zich hier thuis voelen. Wij zijn hen allen zeer dankbaar. Een heel bijzonder woord van dank voor de uiterst prettige samenwerking met het bestuur van de Academie, de bestuurscommissie, de klassenbestuurders en uiteraard de voorzitter, consoror Dominique Willems die ondanks haar druk bestaan, steeds ten dienste staat van deze instelling. Verder de voorzitter en de leden van de talrijke
35
Algemene Openbare Vergadering – 12 december 2009
commissies en comités, adviesraden, nationale comités, van VIGES, het Frans Cauwelaert Fonds, de Vlaams Wetenschappelijke Stichting, en niet te vergeten van VLAST, de vrienden van de Academie. We zijn ook de zusteracademies dankbaar voor de prettige samenwerking. En we bedanken de Vlaamse Overheid, minister Lieten, het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie voor de financiële steun aan de Academie. En tenslotte, last but not least, wil ik van harte de medewerkers van het secretariaat bedanken, de jonge, dynamische ploeg die met grote toewijding alle activiteiten opvolgt: de klassen, de talloze vergaderingen, de boeken, de fellows van het VLAC, de website etc. Ik kan u vertellen, er passeert op het secretariaat nogal wat: brieven, verslagen, bezoekers, telefoons, mails … samen honderden mails per dag. Ik ben hen bijzonder dankbaar voor die dagdagelijkse efficiënte en prettige samenwerking en u, geachte genodigden, ben ik dankbaar voor uw vriendelijke aandacht. Niceas Schamp vast secretaris
36
Beschouwingen van de bestuurders over de werking van hun Klasse
Beschouwingen van de bestuurder van de Klasse van de Natuurwetenschappen over de werking van de Klasse in 2009
Geachte vast secretaris, Waarde consorores en confraters, Vooreerst mijn excuses voor het omwisselen van de logische en traditionele volgorde van de beschouwingen van de aftredend bestuurder en de nieuwe bestuurder; dit was evenwel te wijten aan omstandigheden geheel buiten mijn wil om. Terugblikkend op 2009 meen ik te kunnen stellen dat het, voor de Academie i.h.a., en zeker voor de KNW i.h.b. toch wel een uniek jaar is geweest. De goedkeuring van de nieuwe statuten door de Vlaamse Overheid einde 2008 had inderdaad een aantal speciale gevolgen, zeker voor onze Klasse. De oprichting van de KTW Er werden door CAWET 25 kandidaturen ingediend voor de opname van de eerste leden in de nieuwe KTW (uit een totaal van 69 leden: 29 academici en 36 uit het bedrijfsleven). De evaluatie van deze kandidaten diende in eerste instantie uitgevoerd te worden door een commissie ad hoc, vanuit de KNW. Onze Klasse besliste daartoe de bestaande Kandidaturencommissie uit te breiden met de confraters Hendrik Van Brussel, Achiel Van Cauwenberghe en Willy Verstraete (allen ingenieurs). De verkiezing door de commissie ad hoc gebeurde in een besloten vergadering op 18 februari 2009. Hierbij werd beslist (a) dat er geen verslag zou worden gemaakt; (b) dat de bestuurder hierrond zou communiceren, naar de Klasse toe (hetgeen gebeurd is, voor elk van de dossiers, zij het beknopt); (c) dat de leden van de KNW ofwel een lijststem konden uitbrengen, als ze volledig akkoord gingen met het voorstel van de commissie ad hoc, ofwel verschillende voorkeursstemmen uitbrengen. De KNW stemde geheim over de 25 kandidaten op 11 maart 2009, en alle voorstellen werden aanvaard (met een verschillend aantal stemmen, van geval tot geval). De gemotiveerde voorstellen werden voorgelegd aan de Bestuurscommissie, die ze goedkeurde. Ik moet er ook op wijzen dat eerder reeds aan alle leden van de KNW gevraagd werd wie bereid was te transfereren naar de nieuwe Klasse, hetgeen het geval was voor het merendeel van de ingenieurs (gelukkig zijn er ook nog bij ons gebleven).Zo doende kon de KTW op 19 maart 2009 haar bestuur kiezen, met minimum 25 leden, en haar zaken daarna zelf behartigen. Uiteindelijk is de nieuwe KTW plechtig geïnstalleerd op 8 december 2009. Het lijkt, achteraf gezien, simpel maar het was toch allemaal niet evident. En wij bleven in de KNW achter met een sterk uitgedunde cohorte.
37
Beschouwingen van de bestuurders over de werking van hun Klasse
Uitbreiding van de KNW met nieuwe leden De nieuwe bestuurder is reeds in de klassevergadering van 10 februari op dit punt ingegaan. Ik heb destijds informeel en vertrouwelijk gepolst bij de leden van onze klasse om te horen wie zij konden voorstellen, daarbij ook reeds wijzend naar hiaten in onze expertise. De Kandidaturencommissie heeft dan overlegd hoe het aantal leden <65 jaar op te voeren boven 15 (het getal dat we in 2009 hadden) tot maximum 40. Er werd geopteerd om dit geleidelijk te laten gebeuren, nl in 2009 met 6 (en ik vermoed dit jaar iets analoogs), evenwichtig verdeeld over verschillende disciplines, en over verschillende universiteiten. De gender issue heeft zich vanzelf opgelost, op basis van de kwaliteit van de dossiers (Karen Maex en Els Van Damme vs Reinhart Ceulemans, Jean Poesen, Luc Steels en Hendrik Van Maldeghem). Als de Academie ervoor opteert voortaan te werken met een openbare oproep voor nieuwe leden, zal de Kandidaturencommissie eerst moeten overleggen welke disciplines eerst een oproep moeten krijgen: dit jaar en naar de toekomst toe. Ongetwijfeld wordt dit een interessante oefening. Mededelingen (‘voordrachten’) op de Klassevergaderingen Met Uw goedvinden overloop ik even de voordrachten van 2009 . Jan. 2009: zoals U weet hebben we de gemeenschappelijke vergadering met de Franstalige zusteracademie ARB vorig jaar afgeschaft; dit jaar is deze vervangen door de voostelling van de nieuwe leden, wat ik alvast interessanter vond. Febr. 2009: Reinhart Ceulemans (UA, Biologie/ecologie): “Global changes: bedreiging of opportuniteiten voor planten en ecosystemen?” Maart 2009: Annemie Bogaerts (UA, Fysicochemie/plasmafysica): “Van de zon tot plasma TV’s: plasma’s in ons dagelijks leven”. April 2009: gezamenlijke vergadering van de klasse op uitnodiging van de Klasse van de Kunsten, met een interessante, voldoende algemene voordracht door confrater Francis Strauven: “Het ontstaan van het Paleis van de Academiën: de prins, zijn architect en ons paleis”. Mei 2009: Algemene Vergadering te St Truiden. Juni 2009: Marc Van Sande (CTO Umicore, Dr Fysica): “Metal-based materials and sustainability” (recyclage!). Sept. 2009: Henri Dillen (OCAS, Zelzate, Dr Chem.): “Een andere kijk op staal”. Oct. 2009: Robert Cailliau (ex-CERN, Genève): “WWW, een succes ondanks alles“.
38
Beschouwingen van de bestuurders over de werking van hun Klasse
Nov. 2009 : Annie Cuyt (UA, Informatica) : “Supercomputers, of mag het een bitje meer zijn?” Dec. 2009: Algemene Vergadering. Ik had thema’s en sprekers voor een stuk geselecteerd, zodanig dat het zowel leden van de KNW, als van de KTW kon interesseren, b.v. Plasmafysica wordt vooral in de praktijk gebracht door ingenieurs, bv bij IMEC (waarmee Annemie Bogaerts samenwerkt op dat terrein). Marc Van Sande is als CTO niet de minste in zijn groot bedrijf Umicore, maar hij heeft er carrière gemaakt als fysicus, dus niet ingenieur. Rik Dillen leidt het uitgebreid labo voor materiaalkarakterisatie bij OCAS, onmisbaar bij het ontwikkelen van nieuwe staalsoorten, maar hij is chemicus, dus niet ingenieur. Robert Cailliau werkte als ingenieur in een instelling die vooral fundamenteel onderzoek van de materie beoogt. De voordracht van Annie Cuyt over supercomputers kan iedereen interesseren uit beide klassen. Hoewel de leden van de KTW op de hoogte werden gebracht van, en uitgenodigd op deze mededelingen, heb ik niet het genoegen gehad iemand te zien opdagen. Het feit van voordrachten te organiseren, en de timing van onze klassevergaderingen passen misschien niet in hun geplogenheden. Er zal een andere aanpak moeten gezocht worden om beide toch verwante klassen te laten samenwerken. Betrokkenheid van de leden van de KNW Dit is een weerkerende topic, en meestal wordt dan geklaagd. Maar mij hoort U niet klagen. In onze evaluatie van de kandidaten voor de prijs ‘Laureaat van de Academie’ had de Laureatencommissie een aantal experten uit de klasse aangesteld, zowel biologen (Vincx, Buffel, Coomans, Kühn, Maton, Thys van de Audenaerde) al fysici (Bruynseraede, Heyde, Van Dyck, Van Landuyt). Nagenoeg allen hebben zich zeer plichtsbewust van hun taak gekweten, en er vaak zeer veel tijd aan gespendeerd. Maar wellicht thuis... Permanente Studiegroepen U herinnert zich wellicht dat ik bij mijn aantreden vorige jaar de wens had uitgesproken dit initiatief van mijn voorganger, confrater C. Hirsch verder uit te werken. Tot mijn spijt hebben we daar niet de verhoopte vooruitgang geboekt.
39
Beschouwingen van de bestuurders over de werking van hun Klasse
Sommige PSG’s hebben reeds activiteiten ontwikkeld, maar voorlopig zonder echte output. Andere staan nog in de startblokken. Misschien heb ik er te weinig aan gedaan de PSG’s te activeren, en was ik te veel bezig met de talrijke meer administratieve besognes (nieuwe klasse, nieuwe leden, met alles wat errond gebeurt), en het is verbazend hoe snel het jaar voorbij gaat. Ik hoop dat de nieuwe bestuurder erin slaagt dit initiatief nieuw leven in te blazen. Dankwoord Ik dank de Onderbestuurder van 2009 voor zijn talrijke input, en de Vast Secretaris die mij met raad en daad heeft bijgestaan bij de delicate dossiers. Een speciaal woord van dank ook voor Thomas Van den Berghe (die een jaar geleden even onervaren was in zijn taak als ikzelf): hij staat nu in voor het secretariaat van de KNW en KTW; hij verzorgt de website van de KVAB, en doet de administratie rond de Prijs F. Van Cauwelaert en de Prijs van Vlaamse Wetenschappelijke Stichting. Ik mag wel zeggen dat de samenwerking uitstekend verliep, en dat meer en meer gesmeerd. Bedankt voor Uw aandacht. Renaat Gijbels bestuurder van de Klasse van de Natuurwetenschappen
40
Beschouwingen van de bestuurders over de werking van hun Klasse
Beschouwingen van de bestuurder van de Klasse van de Menswetenschappen over de werking van de Klasse in 2009
Mevrouw de Voorzitter, Geachte Aantredend Voorzitter, Geachte Bestuurder en Onderbestuurder, Waarde Consorors en Confraters, Eerst en vooral, mijn beste wensen voor 2010 voor iedereen. Ik word dus hier uitgenodigd “beschouwing” te geven als de Uittredend Bestuurder bij het afsluiten van het jaar 2009. Aan de nieuwe, huidige Bestuurder heb ik beloofd om kort te zijn; zoals jullie uiteraard ongetwijfeld weten, heb ik straks een tweede optreden. Bij de dagorde staat “Beschouwing” uitdrukkelijk vermeld in het enkelvoud. Ik zal mij ook beperken tot één enkele beschouwing vanuit mijn ervaring, eerst als Onderbestuurder, dan Bestuurder, en nu Uittredend Bestuurder. In de zaal hier zitten er wellicht gewezen Uittredende Bestuurders - ik hoop dat ze met mijn analyse, mijn “Beschouwing”, eens zullen zijn. Indien we ons nu hier beperken tot de rol en functie van de Bestuurder, dan vind ik dat één enkel jaar te kort is. Terecht hecht de Academie veel belang aan de werking van de vroegere 3, en nu 4 klassen. In zekere zin vormen de maandelijkse Klassenvergaderingen het hart van de Academie; zij bezielen feitelijk de Academie als forum van onze uitwisselingen, initiatieven, enz. In dit vuurwerk van activiteiten moet de Bestuurder de motor en katalysator zijn. Een dergelijk stijl van werken, zijn implementatie en realisaties, dat allemaal vraagt tijd en kan bezwaarlijk opgedrongen worden. Toch niet vergeten dat de keuze van de Bestuurder (feitelijk het jaar vooraf, de keuze van de onderbestuurder) feitelijk volgens een rotatie van anciënniteit gebeurt. Niet ieder bestuurder heeft de tijd om gedurende het enige jaar van zijn of haar functie de activiteiten van de Klasse te kanaliseren en binnen dat éne jaar gerealiseerd te zien. Ook toch niet vergeten dat onze zogezegde maagdelijke klassenvergaderingen alles behalve maandelijks is: feitelijk zijn er slechts 7 echte klassenvergaderingen. En ten slotte moeten wij rekening houden dat sommige bestuurders wellicht niet wensen dat hun mandaat met een jaar verlengd wordt. Toegegeven: de bestuurder is vooraf al een jaar “Onderbestuurder” en als Onderbestuurder is hij of zij ex officio ook lid van de Bestuurscommissie. In die Commissie wordt feitelijk veel informatie hetzij impliciet hetzij expliciet medegedeeld, besproken, enz. Ook die informatie is uiteraard voor een Onderbestuurder en Bestuurder uiterst belangrijk.
41
Beschouwingen van de bestuurders over de werking van hun Klasse
Ter illustratie verwijs ik graag naar twee situaties die echt gebeurd zijn. Als Onderbestuurder maar vooral in aansluiting van mijn toenmalige onderzoeksinteresse en -inzet in het domein van de artificiële intelligentie, heb ik twee jaren geleden de organisatoren van de lentecyclus zoveel mogelijk bij het samenstellen van het programma geholpen. Ze waren ook van plan een persconferentie plus diner te organiseren om die lentecyclus te introduceren en te promoten. Ik had mij toen bereid verklaard op die persconferentie aanwezig te zijn, en aldus de organisatoren als “supporter” te steunen. De dag van de persconferentie aangekomen moest ik vaststellen dat ik vanuit de kant van de Academie alleen aanwezig was, en dus de hele persconferentie in goede banen zelf moest leiden. Dat is uiteindelijk prima afgelopen. Het inhoudelijk voorstellen van het programma van de lentecyclus was al dusdanig voor mij uiteraard geen probleem. De perslieden genoten echter wel van het diner, en bleven mij vragen stellen over de Academie, haar verleden, haar werking, enz. De verwachte antwoorden op bepaalde vragen waren delicaat, en ik probeerde die te ontwijken, terwijl ik de Academie zo positief mogelijk probeerde voor te stellen. Op die momenten is je geaccumuleerde ervaring van het gebeuren in de Academie kritisch belangrijk. Ziehier dan nog een tweede situatie waar ik persoonlijk voelde dat een Bestuurder zoveel mogelijk geïnformeerd moet zijn. Men kan niet ontkennen dat de activiteiten van sommige commissies zeer belangrijke implicaties hebben voor de Academie als geheel. Ik heb het hier heel in ‘t bijzonder over de Kandidaturencommissie. Bij de kandidaturencommissie is de functie van de Voorzitter van de vergadering uiterst belangrijk omdat die Commissie feitelijk de keuze maakt van de toekomstige leden van de Academie. Uiteraard stemmen de individuele leden van de Academie voor de nieuwe leden, maar in de praktijk worden doorgaans de voorstellen van de Kandidaturencommissie gewoon gevolgd. Als Bestuurder was ik dus ex officio voorzitter. In die functie vond ik het uiterst belangrijk om over zoveel mogelijk informatie te kunnen beschikken, en die dan volledig maar kristalhelder aan de leden van de commissie te kunnen overdragen. Het was dit jaar een bijzonder jaar, gezien het groot aantal leden die konden verkozen worden. Ik heb dat zo zorgvuldig mogelijk voorbereid. Ik hoop dat de leden van die commissie hiermee ook tevreden waren. Artikel 17 van onze Statuten preciseert dat de Bestuurder éénmaal herverkiesbaar is. Dat is dus de gemakkelijkste oplossing, zonder wijziging van de statuten. Men zou kunnen overwegen het statuut van uittredend Bestuurder af te schaffen, en/of het statuut van Onderbestuurder dan eerder te versterken als voorbereiding op de functie van Bestuurder het jaar nadien. Dit zou echter een wijziging van onze statuten impliceren. Algemeen gesproken ben ik zelf zeker geen voorstander van frequente wijzigingen van de statuten. Ter afsluiting wens ik de nieuwe Bestuurder het beste. We hebben verleden jaar ervoor gezorgd dat hij dit jaar veel werk zou hebben: de nieuwe leden op een nieuwe wijze installeren, opnieuw een behoorlijk aantal nieuwe leden aanwerven, het werken met
42
Beschouwingen van de bestuurders over de werking van hun Klasse
een nieuwe VS (wie dat ook weze!), ook het meewerken aan de voorbereiding van een nieuw beheersovereenkomst met de Vlaamse Overheid, enz. Marc, ik wens je “good luck”! Géry van Outryve d’Ydewalle bestuurder van de Klasse van de Menswetenschappen
43
Beschouwingen van de bestuurders over de werking van hun Klasse
Beschouwingen van de bestuurder van de Klasse van de Kunsten over de werking van de Klasse in 2009
Geachte mevrouw de voorzitster, mijnheer de vast secretaris, geachte consorores en confraters, Laat mij toe u allen oprechte wensen aan te bieden voor een voorspoedig 2010. Bij het afsluiten van mijn jaar als bestuurder wil ik iedereen bedanken voor de medewerking en betrokkenheid bij de werking van onze klasse en voor de aanwezigheid op de maandelijkse vergaderingen. Ook wil ik mijn waardering uitdrukken voor de voorzitter en het bestuur van de academie en mijn bijzondere dank uitspreken voor het werk dat gedaan wordt door het secretariaat en de vast secretaris. Een jaar is kort en het is alleen mogelijk een beperkt deel aan bod te laten komen van de vele disciplines en richtingen die in onze klasse aanwezig zijn. Maar ik denk dat de door mij gemaakte keuzes verdedigbaar zijn in het continuüm van verleden, heden en toekomst, om een uitspraak van Aldo van Eyck te citeren. De architect Aldo van Eyck was het onderwerp van de lezing van Francis Strauven in februari. De aftredend bestuurder verzorgde ook de mededeling tijdens de gezamenlijke vergadering van de 3 klassen in april met als titel: “Het ontstaan van het Paleis der Academiën, de prins, zijn architect en ons paleis.”. In het eerste halfjaar waren er nog twee kunstwetenschappers die aan het woord kwamen. Guy Delmarcel gaf een boeiende lezing: “Spaanse adel en Vlaamse wandtapijten in de zeventiende eeuw. Het geval Moncada.” en Mark Delaere verzorgde een met fragmenten geïllustreerde mededeling met als titel “Al naargelang. Aleatoriek in het werk van Karel Goeyvaerts”. In juni was er dan de voordracht van ons erelid André Laporte met als thema “De rol van de piano in mijn globale oeuvre”, gevolgd door een concert ingericht in samenwerking met het Centrum voor Europese Cultuur en uitgevoerd door Jan Michiels, Inge Spinette en Els Crommen. In september kwam Stijn Coninx aan het woord met zijn boeiende uiteenzetting over de vele aspecten van het maken van een film: “Tussen economie, psychologie, kunst en wapenuitrusting.”. Tenslotte gaf de jonge veelzijdige beeldend kunstenaar Hans Op de Beeck in november een uiteenzetting over zijn werk geïllustreerd met talrijke foto’s en beelden. Blijft nog te vermelden dat de Amerikaanse dr. Sabina de Cavi als VLAC-fellow haar studie presenteerde over architectuurtekeningen in de barok en dat gedurende de Lentevergadering van mei in Sint-Truiden consoror Anna Bergmans in de unieke Begijnhofkerk ons uitleg gaf bij de middeleeuwse muurschilderingen aldaar.
44
Beschouwingen van de bestuurders over de werking van hun Klasse
In aansluiting met de motie Moving Art, de door de gehele klasse onderschreven motie die enkele jaren geleden tot stand kwam op initiatief van Roger Marijnissen en in lijn met onze evidente bezorgdheid voor het behoud van ons erfgoed, heeft een delegatie van onze klasse een bezoek gebracht aan de reserves (depots) van het KMSK waar grote schade was opgetreden tijdens werken. Natuurlijk was dat een ontmoeting met onze beperkte macht op de gang van zaken. In november konden we twee jarigen vieren: Bernard Huys en Koenraad Tinel, 75 jaar geworden en die beiden de bronzen medaille kregen. In 2009 had onze klasse twee overlijdens te betreuren: het erelid, zeer eerwaarde heer Jan Karel Steppe, kunsthistoricus en voormalig hoogleraar aan de Leuvense universiteit en het buitenlands lid Carlos van Hasselt, voormalig directeur van het Institut Néerlandais te Parijs. Tenslotte wil ik iedereen nogmaals bedanken voor de medewerking gedurende het voorbije jaar en geef ik ook met vertrouwen de taak door aan Willem Elias die zal worden bijgestaan door Luc Van Hove Werner De Bondt bestuurder van de Klasse van de Kunsten
45
Beschouwingen van de bestuurders over de werking van hun Klasse
Beschouwingen van de bestuurder van de Klasse van de Technische Wetenschappen over de werking van de Klasse in 2009
Omvorming van CAWET tot 4de klasse van de KVAB: klasse der “Technische Wetenschappen” Op 19 maart 2009 vond de oprichtingsvergadering plaats van de klasse Technische Wetenschappen (“KTW”) van de KVAB, die hierdoor een vierde klasse kreeg naast de klassen Kunsten, Menswetenschappen en Natuurwetenschappen. Voordien was de KTW een technische denktank, als Comité van de Academie voor Wetenschappen en Techniek (CAWET) ontsproten uit de Klasse Natuurwetenschappen (“KNW”) van de Academie. Regelmatig staken topingenieurs uit de Vlaamse ondernemingen en professoren uit de academische wereld de koppen bijeen om na te denken en standpunten te smeden over relevante maatschappelijke problemen met technische inslag. Met de oprichting van de KTW erkent de KVAB het belang van de wisselwerking tussen de technische (ingenieurs)wetenschappen, het bedrijfsleven en de overheid. De samenwerking met buitenlandse ingenieursacademies (Academies of Engineering) zal verder worden verbreed. De nieuwe klasse wil onverminderd het werk en de traditie van het vroegere CAWET verder zetten, nl. het stimuleren van het maatschappelijk debat over beleidsproblemen met technisch-wetenschappelijke implicaties. 25 leden van CAWET werden benoemd tot lid van de KTW en 11 leden van de derde klasse (Natuurwetenschappen) stapten over naar de KTW. Op 8 december 2009 vond dan de plechtige inauguratie van de nieuwe klasse plaats. Tijdens de academische zitting belichtte Prof. Achiel Van Cauwenberghe, Uittredend Bestuurder van de KTW en Erevoorzitter van CAWET, de ontstaansgeschiedenis van de nieuwe klasse. Prof. Ludo Gelders, Bestuurder van de KTW en zittend Voorzitter van CAWET, huldigde de nieuwe academieleden in. Tenslotte hield KTW-lid Derrick Gosselin, in naam van Vlaams Minister-President Kris Peeters, een huldetoespraak. Aangezien langs de zijde van de Académie Royale de Belgique een gelijkaardige omvorming had plaatsgevonden, waarbij de Franstalige tegenhanger van CAWET, CAPAS (het Comité de l’Académie pour l’Application de la Science), werd omgevormd tot een 4de klasse van de ARB met de naam “Classe Technologie et Société” (“CTS”) werd beslist om voor de vertegenwoordiging van de Belgische academies op internationale activiteiten de bestaande “Royal Belgian Academy Council of Applied Sciences” (“BACAS”) te behouden. Het BACAS-bureau is voortaan samengesteld uit de leden van het bestuur van de KTW en de CTS. Het voorzitterschap en het secretariaat van het BACAS-bureau worden afwisselend door KTW en CTS waargenomen (telkens voor 2 jaar). Voor de periode 2010-2011 zal Ludo Gelders voorzitter zijn en Paul Verstraeten secretaris.
46
Beschouwingen van de bestuurders over de werking van hun Klasse
Plenaire zittingen Aangezien CAWET in het najaar van 2009 ophield te bestaan, werden de plenaire vergaderingen van CAWET aanvankelijk aansluitend op de KTW-vergaderingen georganiseerd, om vanaf juni volledig samen te vallen. Er vonden in totaal zeven plenaire zittingen plaats nl. op donderdag 19 maart (oprichting KTW en plenaire vergadering CAWET), op zaterdag 18 april (KTW), op vrijdag 24 april (CAWET), op woensdag 3 juni (KTW en aansluitend CAWET), op dinsdag 13 oktober (KTW en CAWET samenvallend) en op donderdag 17 december (KTW en CAWET samenvallend) telkens in het Paleis der Academiën. Werkgroepen 1) Publicaties van eindrapporten van werkgroepen die in 2008 afgesloten werden: Innovatie (WG-voorzitter Urbain Meers) Vlaanderen behoort nog steeds niet tot de” koplopers van het ondernemerschap” in Europa. Er is weliswaar al heel wat vooruitgang geboekt, maar toch blijft er nog een behoorlijk stuk weg af te leggen. Belangrijk is ook dat tijdens de schoolse opleiding nu meer aandacht wordt besteed aan het aanleren van de nodige vaardigheden en juiste attitudes en dat contacten gelegd worden met de ondernemerswereld. De werkgroep stelt met voldoening vast dat de overheid het belang van innovatie heeft onderkend en een aantal belangrijke initiatieven heeft genomen om innovatie te bevorderen, maar is kritisch voor de efficiëntie van het beleid. Leden van de werkgroep: Paul De Vree, Guy Haemers, Charles Hirsch, Urbain Meers (voorzitter), Michel Naze, Willy Van Overschée en Ignace Verpoest. Voor bepaalde facetten van het onderzoek was er ook een gewaardeerde inbreng van: Etienne Aernoudt, Guido Beazar, Koen Debackere, Bart De Moor, Achiel Van Cauwenberghe en Georges Van Der Perre. Interactie tussen het technisch secundair onderwijs (TSO) en het bedrijfsleven (WG-voorzitter Guido Beazar) Er blijkt een kloof te bestaan tussen wat studenten in het TSO aangeleerd wordt en wat het bedrijfsleven van hen verwacht. Nochtans staat het onderwijs in Vlaanderen bekend voor zijn hoge kwaliteit, maar het lijkt onvoldoende flexibel en dynamisch om zich aan te passen aan de snelle evoluties in het bedrijfsleven. Het rapport gaat ook in op het gebrek aan aantrekkingskracht van het bedrijfsleven op jongeren. De school alleen zal dit niet kunnen veranderen: dit moet gedragen worden door de gehele omgeving waarin de jongeren zich bewegen (maatschappij, ouders, de ondernemingen zelf, de overheden, jeugdbeweging, sportclubs,…). Leden van de werkgroep: Etienne Aernoudt, Guido Beazar, voorzitter, Bart De Moor, Lieven Desmet (VOKA), Robert Gobin (secretaris), Serge Huyghe (VKW), Rob Lenaers, Fons Leroy (VDAB), Theo Leyman (VDAB), Egbert Lox, Luc Monserez (KHBO, Katholieke Hogeschool Brugge Oostende), Nele Muys (Unizo), Michel Naze,
47
Beschouwingen van de bestuurders over de werking van hun Klasse
Jacques Peters, Joos Vandewalle, Hendrik Van Landeghem, Jan Van Keymeulen en Roland Wissaert. 2) Actieve werkgroepen 2009 Verdroging, ook in Vlaanderen? (WG-voorzitter Jean Berlamont) Dit rapport is het product van een werkgroep samengesteld uit leden van CAWET, die zowel uit de academische wereld als uit de industrie komen. In april 2009 werd het eindrapport aan de plenaire vergadering voorgesteld, en in juli werd het gepubliceerd. De werkgroep werd voorgezeten door Prof. Jean Berlamont van de KULeuven. Leden van de werkgroep: Stan Beernaert (ex-VMW), Jan Bellon (PIDPA), Didier D’hont (VMM), Luc Keustermans (VMW), Paul Thomas (VMM), Johan Van Assel (Aquafin) en Kristine Walraevens (UGent). Conclusie van de werkgroep is dat in een aantal grondwaterlichamen in Vlaanderen geen goede kwantitatieve toestand bereikt is en dat zulks ook niet tegen 2015 het geval zal zijn. Om op duurzame manier grondwater te blijven winnen zal een sensibilisering van de publieke opinie noodzakelijk zijn, naast aangepaste beleidsmaatregelen en bijkomend onderzoek. De volledige tekst van het rapport is beschikbaar op de website van de Koninklijke Vlaamse Academie van België: http://www.kvab.be/CAWET.aspx. Biomass: chemicals and biofuels versus food (WG-voorzitter Erick Vandamme) In zijn opdrachtverklaring gaat de werkgroep uit van het “5 F-model”: gewassen kunnen dienen voor de productie van “food, feed, fibre, fuel and fertilisers”. Het aanvankelijk enthousiasme voor de eerste generatie biofuels is wereldwijd in vraag gesteld omdat landbouwareaal waarop totnogtoe voedingsgewassen werden geteeld in toenemende mate dreigen gebruikt te worden voor de meer lucratieve productie van biofuels, met risico op voedseltekorten in bepaalde delen van de wereld. Tijdens de plenaire KTW-vergadering van 17 december werd een eerste ontwerp van eindrapport ter discussie voorgelegd. De werkgroep heeft in de eerste helft van 2010 doorgewerkt op basis van de gemaakte opmerkingen, en plant de publicatie van zijn eindrapport tegen het midden van het jaar. Energiezuinig bouwen (WG-voorzitter Hugo Hens) Deze werkgroep startte in januari 2009, en breidde al snel zijn opdracht uit van passiefhuizen naar lage-energiewoningen, nul-energiewoningen en energiepluswoningen. Tijdens de plenaire vergadering van 3 juni stelde voorzitter Prof. Em. Hugo Hens een eerste ontwerp van eindrapport voor. Na verwerking van de gemaakte opmerkingen werd op 17 december het eindrapport door de plenaire vergadering goedgekeurd, en in januari 2010 gepubliceerd. Europa wil tegen 2020 20% minder energieverbruik dan bij business as usual, 20% minder broeikasgasuitstoot dan in 1990 en 20% duurzame energieproductie. Zelfs al zou men vanaf 2009 aan alle nieuwbouw eisen van het niveau “passiefbouw” stellen, dan nog is 20% minder verbruik in de gebouwde omgeving tegen 2020 niet haalbaar.
48
Beschouwingen van de bestuurders over de werking van hun Klasse
De werkgroep Energiezuinige Woningen van de Academie dringt er dan ook op aan dat er meer subsidies voor zonnepanelen worden gegeven, en dat de energieaudit fiscaal aftrekbaar zou worden. Alleen zo kan de broodnodige energienorm gehaald worden. Leden van de werkgroep: Louis Cooreman (Architecten- en ingenieursbureau, Algemeen Voorzitter KVIV), Filip Descamps (Ingenieursbureau Peutz-Daidalos, deeltijds docent VUB), Hugo Hens (voorzitter, Emeritus Hoogleraar KULeuven, Departement Burgerlijke Bouwkunde), Arnold Janssens (Hoofddocent UGent, Bouwfysica en bouwconstructieve toepassingen), Jan Kretzschmar (JGK Consulting, gastprofessor bio-ingenieursweten-schappen UA), Griet Verbeeck (Docente Provinciale Hogeschool Limburg) en Peter Wouters (WTCB). Wetenschapscommunicatie (WG-voorzitter Joos Vandewalle) In november 2009 werd een nieuwe werkgroep opgestart die zich zal buigen over de redenen voor de stiefmoederlijke behandeling van thema’s rond wetenschap en techniek in de klassieke media. De werkgroep wil ook nagaan hoe de penetratie van de KTW-rapporten in de media en bij de voornaamste stakeholders kan verbeterd worden. Goede wetenschapscommunicatie in de klassieke media is van groot belang voor het aantrekken van jongeren naar wetenschappelijke studies, een noodzaak voor het behoud van de economische welvaart van het land. CAPAS/CTS-werkgroepen Een aantal KTW-leden zijn ook lid geworden van volgende werkgroepen van de Franstalige collega’s van CAPAS: – Belgian research in the European context (eindrapport gepubliceerd in september 2009; aan Vlaamse zijde namen deel Prof. Yvan Bruynseraede en KTW-erelid Jan Van Keymeulen) – Geschiedenis van de burgerlijke bouwkunde in België (van 1830 tot heden) – Carbon capture and storage (CCS): inevitable for a climate friendly Belgium – Doctorats en parténariat avec l’industrie – Municipal waste Gemeenschappelijke acties KNW - KTW De Permanente Studiegroep (PSG) Ingenieurswetenschappen van de KNW heeft in haar vergadering van 8 april ll. een voorstel uitgewerkt voor het structureren van de wisselwerking tussen de KNW en de KTW. Naast opname van leden van de KTW in de PSG zou er van beide zijden ook een contactpersoon worden aangeduid. Voor de KNW zal collega Prof. Charles Hirsch deze rol op zich nemen. Voor de KTW verklaart collega Prof. Joos Vandewalle zich bereid om dit te doen. De Permanente Studiegroep (PSG) Ingenieurswetenschappen van de KNW zou een gemengde werkgroep willen opstarten betreffende de “Finaliteit van de bacheloropleiding”.
49
Beschouwingen van de bestuurders over de werking van hun Klasse
Internationale activiteiten CAETS (Council of Academies of Engineering and Technological Sciences) Van 13-17 juli vond in Calgary (Alberta, Canada) de jaarlijkse CAETS-conventie plaats rond het thema “Global natural resources: management and sustainability”. Uittredend bestuurder Achiel Van Cauwenberghe vertegenwoordigde BACAS. Doel van dit congres was na te gaan hoe ingenieurswetenschappen en techniek een bijdrage kunnen leveren tot het vinden van oplossingen voor de grote uitdagingen waar onze planeet voor staat m.b.t. het duurzaam beheer van de natuurlijke grondstoffen. Het door CAETS gepubliceerde statement hierover werd naar de Europese, Belgische en Vlaamse stakeholders doorgestuurd. Het volgende jaarcongres van CAETS zal plaatsvinden in Kopenhagen, met als thema “sustainable food systems”. Euro-CASE (European Council of Applied Sciences and Engineering) BACAS wordt sinds 2009 in Euro-CASE vertegenwoordigd door CTS-lid Jean-Jacques Van de Berg. Het idee om een energieprijs in te richten werd niet verder geconcretiseerd. International Scientific Panel regarding renewable energy (ISPRE) Onderbestuurcer Jan Kretzschmar vertegenwoordigde CAETS in ISPRE, het International Science Panel on Renewable Energies. Voorzitter was Joachim LUTHER, Fraunhofer Institute for Solar Energy Systems (Duitsland). De twee eindrapporten van ISPRE werden begin 2010 gepubliceerd, en handelen over energie uit biomassa resp. wind- en zonneënergie. KTW-bestuur en leden KTW-bestuur 2010 Omdat 2009 voor de pas opgerichte KTW een overgangsjaar was, werd door de Vast Secretaris van de KVAB voorgesteld om de mandaten van het zittend bestuur te verlengen tot eind 2010. Hoge onderscheidingen voor KTW-leden – Hendrik Van Brussel: – Benoemd tot buitenlands lid van de National Academy of Engineering in Washington, USA – Op 11 februari mocht Prof. Hendrik Van Brussel, Departement Werktuigkunde, uit de handen van de Staatssecretaris voor Wetenschap en Onderzoek van de Staat Berlijn, de hooggewaardeerde Georg-SchlesingerPreis 2009 in ontvangst nemen ‘für hervorragende wissenschaftliche Leistungen auf dem Gebiet der Werkzeugmaschinen und Fertigungstechnik’. De driejaarlijkse Georg-Schlesinger-Preis wordt sinds 1979 uitgereikt door het Land Berlijn en is genoemd naar Professor Georg Schlesinger ( 1874-1949,
50
Beschouwingen van de bestuurders over de werking van hun Klasse
hoogleraar aan T.U. Berlijn-Charlottenburg, later aan ETH Zürich, ULB en Univ. Loughborough), de grondlegger van het wetenschappelijk onderzoek in de productietechniek en de bedrijfskunde. Met de prijs wordt uitmuntend onderzoek in het algemene gebied van de productietechniek onderscheiden dat, naast een technisch-wetenschappelijke betekenis, ook een maatschap-pelijke of humanitaire relevantie heeft. – Achiel Van Cauwenberghe: – Benoemd tot buitenlands lid van de Engineering Academy of Japan Nieuwe leden KTW De kandidaturencommissie heeft de conform de procedure ingediende kandidaturen voor lidmaatschap van de 4de klasse van de KVAB onderzocht, en haar besluiten op 13 oktober 2009 aan de plenaire KTW-vergadering voorgelegd. De plenaire vergadering heeft daarop 5 kandidaturen voorgedragen bij de bestuurscommissie van de KVAB, die het KTW-voorstel finaal heeft bekrachtigd. Op die basis werden tot lid van de KVAB Technische Wetenschappen benoemd: – – – – –
Hilde Heynen (KULeuven, Prof. Architectuur) Monica Höfte (UGent, Prof. Phytopathologie) Christiane Malcorps (KULeuven, Executive Vice-President van Solvay) Johan Schoukens (VUB, Prof. Regeltechniek) Dirk Wauters (KULeuven, Gedelegeerd Bestuurder VRT) Paul Verstraeten Vertegenwoordiger KTW
51
Mededelingen in de Klassen
Mededelingen in de Klasse van de Natuurwetenschappen
11 februari 2009: Mededeling door Prof. Dr. Reinhart Ceulemans (dept. Biologie, UAntwerpen): "Global changes: bedreiging of opportuniteit voor planten en ecosystemen ?" 11 maart 2009: Mededeling door Prof. Dr. Annemie Bogaerts (dept. Chemie, UAntwerpen): "Van de zon tot plasma-TV's: Plasma's in ons dagelijks leven". 18 april 2009: Gezamenlijke vergadering van de vier Klassen op uitnodiging van de Menswetenschappen, mededeling door de heer Francis Strauven: "Het ontstaan van het Paleis der Academiën: de prins, zijn architect en ons paleis." 30 mei 2009: lentevergadering van de vier Klassen te Sint-Truiden, mededelingen door de heer Alexis Wilkin, "L’abbaye de Saint-Trond, aux origines de la ville" en de heer Ludo Gelders: “De stad Sint-Truiden” 10 juni 2009: Mededeling door Dr. Marc Van Sande, Chief Technical Officer van Umicore: “Metal-based materials and sustainability” 9 september 2009: Mededeling door Henri Dillen, Onderzoekscentrum voor de Aanwendingen van Staal (OCAS), Zelzate, "Een andere kijk op staal" 14 oktober 2009: Mededeling door de heer Robert Cailliau: ‘WWW: een succes ondanks alles’ 18 november 2009: Mededeling door mevrouw Annie Cuyt: ‘Supercomputers of mag het een bitje meer zijn?
53
Mededelingen in de Klassen
Mededelingen in de Klasse van de Menswetenschappen
17 januari 2009: Mededeling door de heer Jan Wouters: ‘De Europese Unie als wereldactor: mogelijkheden en beperkingen’, met inleiding door de heer Walter Van Gerven 21 februari 2009: Mededeling door de heer M. De Mey: ‘Optische en psychologische visualisatietechnieken in het werk van Jan Van Eyck’. 21 maart 2009: Mededeling door de heer H. Bocken: ‘Schade als gevolg van gezondheidszorg: aansprakelijkheid of solidariteit? Bedenkingen bij een wet van 22 december 2008’. 18 april 2009: Gezamenlijke vergadering van de vier Klassen op uitnodiging van de Menswetenschappen, mededeling door de heer Francis Strauven: "Het ontstaan van het Paleis der Academiën: de prins, zijn architect en ons paleis." 30 mei 2009: lentevergadering van de vier Klassen te Sint-Truiden, mededelingen door de heer Alexis Wilkin, "L’abbaye de Saint-Trond, aux origines de la ville" en de heer Ludo Gelders: “De stad Sint-Truiden” 20 juni 2009: Mededeling door de heer Marc Boone: ‘Middeleeuwse stadsgeschiedenis, een 'oude' discipline en de golfslag van wisselende paradigma's’ 19 september 2009: gezamenlijke vergadering KANTL en klasse Menswetenschappen KVAW te Gent, mededelingen door de heer Ron Lesthaeghe, “ De politieke betekenis van de tweede demografische transitie in de VS: presidentsverkiezingen en referenda.” en de heer Willy Vandeweghe : "Trends en ontwikkelingen in de vertaalwetenschap" 17 oktober 2009: Mededeling door mevrouw L. Denève: ‘Speltherapie met getraumatiseerde kinderen: Een fenomenologisch-dialectische benadering’ 21 november 2009: Mededeling door de heer François de Callatay: “Monetaire en financiële geschiedenis van Oud-Griekenland”
54
Mededelingen in de Klassen
Mededelingen in de Klasse van de Kunsten
21 januari 2009: Mededeling door de heer Guy Delmarcel: ‘Vlaamse wandtapijten voor de Spaanse adel in de 17de eeuw’ 18 februari 2009: Mededeling door de heer Francis Strauven: “Aldo Van Eyck. Vorm geven aan de nieuwe realiteit.” 18 maart 2009: Mededeling door de heer Mark Delaere: “Al naargelang. Aleatoriek in het werk van Karel Goeyvaerts.” 18 april 2009: Gezamenlijke vergadering van de vier Klassen op uitnodiging van de Menswetenschappen, mededeling door de heer Francis Strauven: "Het ontstaan van het Paleis der Academiën: de prins, zijn architect en ons paleis." 30 mei 2009: lentevergadering van de vier Klassen te Sint-Truiden, mededelingen door de heer Alexis Wilkin, "L’abbaye de Saint-Trond, aux origines de la ville" en de heer Ludo Gelders: “De stad Sint-Truiden” 17 juni 2009: Mededeling door de heer André Laporte: “De rol van de piano in mijn globale oeuvre”. 16 september 2009: Mededeling door de heer Stijn Coninx: “Film: tussen economie, psychologie, kunst en wapenuitrusting.” 21 oktober 2009: Mededeling door Dr. Sabina de Cavi (VLAC-fellow): “Architectural drawing in the Baroque South: a comparison between Fernandino Sanfelice (16751748) and Giacomo Amato (1643-1732)” 25 november 2009: Mededeling door de heer Hans Op de Beeck: “De authenticiteit van ‘fake’”
55
Mededelingen in de Klassen
Mededelingen in de Klasse van de Technische Wetenschappen
19 maart 2009: voordracht van Prof. Karen Maex (Vicerector KULeuven) over het “European Institute of Technology.” 13 oktober 2009: voordracht van Leo Michiels (Voorzitter van Proviron) over “Biodiesel”. Ter gelegenheid van de plenaire eindejaarsvergadering van BACAS op 17 december 2009 (georganiseerd in samenwerking met CTS) werd door Prof. Pierre Klees een uiteenzetting gegeven met als titel “Corporate Governance.”
56
Huldiging
Huldiging jarige leden
Bij beslissing van het Bureau op de vergadering van woensdag 6 februari 2002, worden de laudatio’s van de 75-jarigen – die daardoor het erelidmaatschap verwerven – integraal opgenomen in het jaarboek, met een foto. De viering van de andere jubilarissen wordt gewoon vermeld. Klasse van de Natuurwetenschappen De volgende leden worden voor hun verjaardag geëerd: de heren Buffel (86), Geukens (90), Gullentops (85), Maton (90) en Thys van den Audenaerde (75). De heren Smeyers (75) Vandendriessche (90) Huldiging van de heer Dirk Thys van den Audenaerde (°1934): Dirk werd geboren op 14 maart te Mechelen, trouwde met Loe Roosen in 1958 en heeft 2 kinderen Joris (15/VI/1964) en Katrien (20/05/1970). Hij is woonachtig in Wezembeek-Oppem en uiteraard op emeritaat. Dit weerhoudt hem echter niet van nog actief te zijn zowel in het museum van Tervuren als aan de KULeuven. Zijn opleiding kreeg hij aan het Saint Rombouts college te Mechelen, daarna studeerde hij landbouw te Gent (vis en bosbouw) van 1951-1956 (magna cum laude) en vond dat hij daarmee niet genoeg diploma’s had zodat hij Dierkunde studeerde aan de ULB (1957-1959) (weer maxima cum laude) en terug in Gent met specialisatie hydrobiologie en viskunde (nog maar eens maxima cum laude). Na zijn legerdienst werd hij assistant bij de INEAC (Institut National pour l’Etude Agronomique au Congo (1959) in België onder leiding van Dr M. Poll in het Museum van Tervuren, werd daar wetenschappelijk medewerker en eerst aanwezend assistant (zoals dat toen heette). In 1974 werd hij hoofd van de afdeling Vertebrata en in 1980 directeur van het Museum. In 1999 werd hij Eredirecteur. Het zal jullie niet verwonderen dat hij vele malen in Afrika is geweest vooral als gastdocent zowel in Lumumbashi, Kisangani als Bujumbura.In Belgie was hij gastdocent aan de Universiteit van Antwerpen, Aarlen en sinds 1975 tot aan zijn emeritaat in 1999 had hij een part-time opdracht in Leuven. Afrika heeft hem nooit losgelaten. Tussen 1954 en 2004 heeft hij er 50 expedities georganiseerd in zeer veel landen waarbij een bezoek aan pisciculture centra nooit ontbrak. Het valt dan ook niet te verwonderen dat hij vooral over Africaanse vissen heeft gepubliceerd, vooral Cichliden. Belangrijk was ook het enthousiasme dat hij kon losweken bij studenten. Meer dan 800 studenten heeft hij Afrika leren kennen. Hij is
57
Huldiging
zelfs dit jaar nog naar Mali geweest met een groep studenten. Verder was hij 12 keer in Senegal, 3 keer in Kenya tweemaal in Rwanda, Zimbabwe en Togo enz. Dirk ik weet dat ik veel heb overgeslagen en vergeten. Ik ken niemand die zo vol interesse en enthousiasme kan vertellen over zijn werk. Al die jaren zijt gij een goede collega geweest. Mij hebt ge ook geïnfecteerd met het Afrika-virus. Ik wens u nog vele jaren toe. Eduard Kühn
Huldiging van de heer Paul Smeyers (°1934): Paul Smeyers werd op 16 juli 1934 geboren in Oudergem. Hij is een Vlaamse Brusselaar. Na de bevrijding begon hij zijn middelbare studies aan het Heilig Hartcollege in Ganshoren, een lange dagelijkse verplaatsing met het openbaar vervoer. Hij studeerde filosofie en theologie aan het Grootseminarie in Mechelen en werd in 1961 licentiaat in de wiskunde aan de Katholieke Universiteit van Leuven. Met een NFWO-beurs trok hij naar de Université de Liège, waar hij in 1966 promoveerde met een proefschrift over ‘Non radial oscillations and stability of massive stars’. Nadien kwam hij terug naar zijn Alma Mater, waar hij de verschillende stadia van de academische loopbaan snel doorliep, om vanaf 1973 Gewoon Hoogleraar te worden. Hij werd lid van onze klasse in 1983. Paul Smeyers is altijd gekenmerkt door een grote loyauteit voor de instellingen die in hem vertrouwen stelden. Toen het aarstbisdom hem vroeg om wiskunde te gaan studeren heeft hij dat gedaan. Toen Professor Van Hoof in hem de juiste man zag om het onderzoek in de sterrenkunde aan de K.U.Leuven theoretisch te onderbouwen en hem voorstelde om die basis bij Professor Paul Ledoux in Luik te gaan opdoen, is hij daarop ingegaan. Toen hij in deze Academie werd opgenomen, is hij een uitermate trouw lid geworden. Tegelijk wordt hij ook gekenmerkt door een grote onafhankelijkheid, waarbij hij trouw aan de principes die hij in zijn jeugd had meegekregen met grote daadkracht zijn diverse verantwoordelijkheden heeft opgenomen, in de drie gebieden die een academicus kenmerken, het onderwijs, het onderzoek en de bredere dienstverlening. Bij zijn terugkeer in Leuven werd hem vrij snel een omvangrijke leeropdracht toevertrouwd. Met als enige richtlijn van Professor Van Hoof: “doe al wat u wil, maar niet wat ik heb gedaan”. Zijn colleges waren helder, zijn cursusteksten grondig en uitgebreid. Hij werkte graag de problemen in hun algemeenheid uit, niet om de zaken complexer voor te stellen dan nodig zou zijn, maar juist vanuit het terechte inzicht dat een algemeen begrijpen het zoveel beter mogelijk maakt om tot de kern van de zaak door te dringen. Hij nam de tijd voor het voorbereiden van zijn colleges, was er altijd stipt. Zijn grote zin voor verantwoordelijkheid uitte zich ook gedurende de examenperiodes, een tijd die voor hem heel zwaar was, juist omdat hij ook die maatschappelijke rol zo ernstig nam. In mijn hele loopbaan heb ik ook niemand anders ontmoet die zoveel tijd besteedde aan de begeleiding van licentiaatsthesissen en
58
Huldiging
doctoraatsstudenten; vele oudstudenten zijn hem daar tot op vandaag dankbaar voor. Zijn onderzoek over niet-radiale trillingen van sterren is baanbrekend geweest. In de 60-er jaren was dat niet evident, hetgeen Paul Smeyers ertoe aanzette in de inleiding van zijn proefschrift te schrijven ‘Studying non radial oscillations is however far from devoid of interest’. Die woorden zijn profetisch geweest: vandaag wordt de asteroseismologie, de discipline die het inwendige van sterren nagaat door de trillingen van sterren te bestuderen, gezien als misschien de sterkste diagnostiek om tot dat inwendige door te dringen. Waar 50 jaar geleden niet-radiale trillingen moeilijk waarneembaar waren, blijken ze vandaag dat zoveel beter, en inderdaad de sleutel tot de geheimen van het sterinwendige. In zijn hart en in zijn eigen werk is Paul Smeyers een theoretisch astrofysicus gebleven. Maar wel binnen een breder begripskader, waarbij de sterrenkunde sterk bepaald wordt door het waarneembare. Hij heeft de opportuniteiten gezocht en gevonden om met zijn instituut terug aan te knopen bij het meer observationele onderzoek dat eerder door Professor Van Hoof was opgestart. Wanneer wij vandaag in Leuven intens gebruik mogen maken van de vele faciliteiten die de recente technologische ontwikkelingen hebben geboden om een gouden periode van de sterrenkunde mee te mogen maken, dan is hij daar de instigator van geweest. Ik heb het mogen ervaren: niemand beter dan een theoreet kan zin geven aan observationeel onderzoek. Dat faciliteren van onderzoek bij anderen is bij Paul Smeyers steeds gepaard blijven gaan met het verder ontwikkelen van zijn theoretisch werk. Omdat hij het graag en goed deed, en omdat het blijvend is. Niet altijd even ‘trendy’ weliswaar, en niet helemaal passend in een schema waarin aantallen artikelen en citaties zo belangrijk worden geacht. Het is inderdaad niet gemakkelijk om een theoretisch artikel af te werken. Maar de volgende generaties zullen hem zoals de onze dankbaar zijn voor zijn volharding. Heel recent werkte hij zijn ‘magnum opus’ af, een lijvig boek over het wiskundig formalisme van stertrillingen, dat dit jaar nog door een befaamde uitgeverij zal worden gedrukt. Vandaag huldigen wij Paul Smeyers ook voor zijn bredere verdiensten voor de sterrenkundige wetenschap in ons land. De grote namen bij het begin van de loopbaan van Paul Smeyers waren deze van de franstaligen Pol Swings en Paul Ledoux in Luik en Georges Lemaître in Leuven. Als Vlaamse Brusselaar heeft Paul Smeyers zich bij uitstek geprofileerd als bindfiguur tussen de gemeenschappen en met success geijverd voor een vruchtbare samenwerking over de grenzen van instituten heen. Gedurende lange jaren was hij bij wijze van spreken ‘Vast Secretaris’ van de Belgische sterrenkunde, als secretaris van het Nationaal Comité voor Sterrenkunde, het Interuniversitaire Derde-Cyclus Onderwijs, en de Contactgroep, drie organen waarvan hij later Voorzitter werd. Het heeft de sterrenkunde in ons land veel goed gedaan en in het bijzonder een basis gelegd voor de ontwikkeling van de discipline in Vlaanderen.
59
Huldiging
Wij huldigen vandaag een verdienstelijk lid van deze academie. Paul Smeyers was altijd aanspreekbaar voor zijn collega’s, medewerkers en studenten. Eén woensdag per maand reserveerde hij evenwel om trouw de vergadering van de Klasse der Wetenschappen bij te wonen. Ook binnen de academie heeft hij zijn organisatorische talenten ten gepasten tijde aangewend. Hetgeen hem vooral interesseert is evenwel het intellectuele debat. Inderdaad, Paul Smeyers is iemand met hoge intellectuele en morele standaarden, die vooral voor zichzelf veeleisend is geweest. Hij wordt er nationaal en international hoog voor aangeschreven. Als Professor was hij een ware collega, als emeritus blijft hij verdienstelijk. Wij wensen hem toe dat zijn gezondheid het hem blijft toelaten om toe te zien hoe zijn vele verdiensten vrucht blijven dragen. Christoffel Waelkens
Klasse van de Menswetenschappen Huldiging van de heer Albert Derolez (°1934), de heer Walter Prevenier (°1934) En de heer Herman Van der Haegen (°1929)
De heren Albert Derolez en Walter Prevenier worden 75. Hun huldiging wordt uitgesproken door de heer Géry van Outryve d’Ydewalle. Zij ontvangen de bronzen penning. De heer Herman Van der Haegen werd 80. Hij ontvangt daarvoor de zilveren penning. De huldiging wordt gehouden door Géry van Outryve d’Ydewalle. Mevr. De Voorzitter, Geachte Vaste Secretaris en Onderbestuurder, Het is veelal een aangename taak het jarig zijn van een aantal confraters te kunnen inleiden. Bij deze viering zal ik geen exhaustieve gedetailleerde lijst opsommen van curriculaire activiteiten van onze gevierden. Liever probeer ik een persoonlijke cachet te geven. Confrater Albert Derolez is in de Far-West geboren, m.a.w in Blankenberge, maar heeft de provincie West-Vlaanderen verlaten in het voordeel van Oostakker. Uw opleiding was aanvankelijk als historicus, maar geleidelijk verschoven uw belangstelling en activiteiten meer naar activiteiten als archivaris-paleograaf en bibliothecaris-bibliograaf. U bent overigens laureaat van onze Academie. U staat boven de verschillen tussen de universiteiten aangezien u leeropdrachten had zowel aan Vlaamse Universiteiten (Rijksuniversiteit Gent, VUB) als bij de Franstaligen (ULB). Uw verblijven aan de University of California (Berkeley) en aan Columbia University (New York) zullen u blijvend markeren.
60
Huldiging
Soms heb ik de indruk dat ik u achterna volg. We zijn samen als lid van deze Academie in 1992 verkozen. Ik heb u nu opgevolgd als bestuurder. Maar de band tussen ons beiden is nog groter dankzij onze gemeenschappelijk interesse in de muziek en inzet in het muzikaal leven in Vlaanderen, en dat dan vooral via uw zoon als violist.
Last but not least, confrater Walter Prevenier. U bent geboren in Zelzate, een gegeven (“un fait divers”) dat onder normale omstandigheden het vermelden niet waard is. Toch heeft dat bij u enige betekenis want in 1971 werd u ereburger van Zelzate, ondanks uw verhuis naar Sint-Martens-Latem. Ook u bent laureaat van onze Academie. Ben ik verkeerd met de verwijzing naar Philips de Stoute als de centrale figuur in heel wat onderzoek en teksten van uw publicaties? U bent een rasechte mediëvist. Géry van Outryve d’Ydewalle
Klasse van de Kunsten Huldiging van de heer Bernard Huys (°1934) en de heer Koenraad Tinel (°1934)
De jongste van de gevierden is confrater Bernard Huys, die werd geboren op 7 september 1934 in Hulste. Hij werd corresponderend lid van de Klasse van de Kunsten in 1980 en werd verkozen tot werkend lid in 1986. Hij is een musicoloog gespecialiseerd in de muziekbibliotheconomie en is eredepartementshoofd bij de Koninklijke Bibliotheek Albert 1 te Brussel. Confrater Huys werd dokter in de rechten aan de Rijksuniversiteit te Gent in 1958 en werd aan dezelfde universiteit in 1960 licentiaat in de kunstgeschiedenis en oudheidkunde met als specialiteit muziekwetenschap. Hij studeerde ook aan het Koninklijk Muziekconservatorium in Gent, waar hij een eerste prijs in muziekgeschiedenis behaalde met een werk over Goethes Faust, waarvoor hij de Prijs Edward De Vynck kreeg. Tijdens zijn indrukwekkende loopbaan heeft confrater Huys verscheidene functies bekleed in binnen- en buitenlandse musicologische verenigingen: Bestuurslid Vereniging voor Muziekgeschiedenis van Antwerpen; vice-voorzitter Belgische Vereniging voor Muziekwetenschappen; gewezen voorzitter Belgisch comité RILM, Stephan De Jonghestichting vzw; lid uitvoerend comité en gewezen vice-voorzitter International Association of Music Libraries; lid raad van beheer CEBEDEM, Artur Meulemansfonds en lid Peter Benoitfonds. Hij heeft ook een groot aantal publicaties op zijn naam staan. Tenslotte wil ik nog vermelden dat Bernard Huys docent Kunstgeschiedenis en Muziekgeschiedenis is geweest aan het Hoger Instituut Sint-Lukas in Schaarbeek. In naam van de Klasse wens ik confrater Huys nog vele mooie jaren toe en bied ik hem onze welgemeende felicitaties aan.
61
Huldiging
De tweede jubelaris is Koenraad Tinel, beeldhouder en tekenaar. Hij is geboren op 31 maart 1934 in Gent, in een familie van muzikanten. Zijn vader was beeldhouwer en zijn moeder speelde piano. Koenraad Tinel begint al zeer vroeg te tekenen en hij kreeg pianoles vanaf zijn vijfde. In 1944 vluchtten zijn ouders met hem en zijn zus naar Duitsland, een odysee door de puinen van Europa, die onuitwisbaar in zijn geheugen staat gegrift. Het boek “Scheisseimer” dat dit jaar verscheen en nogal wat belangstelling kreeg in de media bevat zijn getekende herinneringen aan de oorlog. Confrater Tinel studeerde beeldhouwen aan het Hoger Instituut La Cambre te Brussel en assisteert drie jaar zijn oudere neef Roel D’Haese. Hij maakt zich alle technieken van metaalbewerking eigen en start in 1963 een smederij. Ondermeer voor diverse musea vervaardigt hij metalen meubilair en sokkels voor kunstwerken. Vanaf 1972 zal hij zich volledig weiden aan beeldhouwen en tekenen. Van 1972 tot 1999 is hij verbonden aan de Sint-Lukas Hogeschool in Brussel als titularis van de beeldhouwafdeling. Koenraad Tinel werkte ook mee aan projecten van bevriende theatermakers en het vermelden waard is zijn scenografisch werk voor de productie LARF van Josse De Pauw en Peter Vermeersch. De jongste jaren graaft hij met zijn tekenwerk in de mythen, spoken- en oerverhalen van de mensheid en sinds 2006 verdiept hij zich met diverse beelden en inktschilderijen in de mythe van Europa. Tot en met 31 januari 2010 is de Europasuite te bezichtigen in Leysbroek, zoals aangegeven in de uitnodiging die we allen hebben ontvangen. Zelf ben ik op die uitnodiging ingegaan en ik was onder de indruk van de kracht van het werk van confrater Tinel. Ik ga niet proberen daar mijn eigen woorden aan toe te voegen, maar citeer een tekst van confrater Marijnissen: “In het werk van Koenraad Tinel zijn er geen pogingen om de toeschouwer welgevallig te zijn. In de context van de moderne kunst, een kenmerk van reëel artistiek engagement. Wat iets anders is dan het najagen van al dan niet officieel eerbetoon en commercieel succes. Waar de oude meesters concreet gestalte gaven aan het gezamenlijk wereldbeeld van de maatschappij waartoe ze behoorden staan tal van hedendaagse kunstenaars terzijde opgesteld. Hun hele betekenis ligt precies in hun beschouwingen over mens en maatschappij. ... Eenieders esthetische appreciatie of kunstbeleven gaat uit van wat schoonheid en kunst voor hem of haar (zouden) moeten zijn. Omgang met kunst verschaft een mens bestendig referentiepunten op zijn weg naar zelfkennis. Hun kunstbeleven reveleert de open bereidheid of de bekrompenheid van de geest, zijn verstarring of zijn alerte gesteltenis”. Tot zover Roger Marijnissen. Confrater Koenraad Tinel werd corresponderend lid van onze Klasse in 1986 en werd verkozen tot werkend lid in 1991. In naam van de Klasse wens ik hem nog vruchtbare jaren toe en bied ik hem onze welgemeende felicitaties aan. Werner De Bondt
62
Academische Fondsen en Prijzen
Laureaten van de Academie 2009
De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten kent sinds 2001 jaarlijks drie prijzen toe in de respectievelijke disciplines van de drie Klassen, ter bekroning van de carrière van een jong onderzoeker of kunstenaar (tot maximaal 40 jaar). De laureaten van de Academie zijn de belangrijkste wetenschappelijke en/of culturele prijzen die de Academie uitreikt ter bevordering van wetenschap en cultuur en zij worden gehonoreerd met een bedrag van € 10.000. In 2009 bekroont de Academie: – Klasse van de Natuurwetenschappen: de categorie ‘natuurwetenschappen’ – Klasse van de Menswetenschappen: de categorie ‘cultuurwetenschappen’ – Klasse van de Kunsten Voor de Klasse van de Natuurwetenschappen wordt de heer Rony Keppens uitgeroepen tot Laureaat van de Academie 2009. Voor de Klasse van de Menswetenschappen wordt De heer Wim Vandenbussche uitgeroepen tot Laureaat van de Academie 2009. Voor de Klasse van de Kunsten wordt de heer Nick Andrews uitgeroepen tot Laureaat van de Academie 2009.
Rony KEPPENS Rony Keppens is hoogleraar bij het Centrum voor Plasma-Astrofysica, afdeling van het Departement Wiskunde aan de KULeuven. Hij is verder geaffilieerd aan het FOM-Instituut voor Plasmafysica Rijnhuizen en bijzonder hoogleraar bij het Sterrenkundig Instituut van de Universiteit Utrecht. Hij was projectleider voor Numerieke Plasma Dynamica te Rijnhuizen en zet deze activiteit verder te Leuven. Hij is een vaak gevraagde gast bij postgraduaat opleidingen gericht op computationele methoden in de astrofysica. Zijn expertise overschrijdt meerdere vakgebieden, gaande van zonnefysica tot hoge-energie astrofysica, over massaal parallel rekenen, oplossings-adaptieve rekentechnieken, tot visualisatie van grootschalige numerieke berekeningen.
63
Academische Fondsen en Prijzen
Zijn onderzoek kenmerkt zich door het combineren van computergedreven algoritmes met analytische technieken binnen de studie van gemagnetiseerde plasma dynamica, steeds met een visie op astrofysisch relevante toepassingen: sterrenwinden, astrofysische jetstromingen en accretieschijfdynamica. Hij speelde een sleutelrol in meerdere interdisciplinaire samenwerkingsverbanden rond zonne- en ruimteplasma fysica, en zijn publicaties omvatten studies van dubbelster-systemen, theorie en toepassing van magneto-seismologie in de zonnefysica en voor accretieschijven, alsook ‘state-of-the-art’ numerieke simulaties van ultra-relativistische plasmas, zoals men die aantreft in jetstromingen bij actieve melkwegstelsels en bij gammaflitsen. Hij doceert op master niveau voor sterrenkunde en wiskunde studenten te Leuven en Utrecht, en verzorgt basis wiskundecomponenten in het Bachelor programma voor wiskunde en fysica aan de KULeuven. Hij is verder opgetreden als jurylid voor talrijke doctoraatsverdedigingen te Utrecht, Leuven, Leiden, Edinburg, Brussel, Oslo, en Grenoble. Zijn wetenschappelijke carriere begon met onderzoekswerk aan het `National Center for Atmospheric Research’ te Boulder, Colorado (VS) en aan het Kiepenheuer Instituut voor Zonnefysica te Freiburg (Duitsland). In 2010 verschijnt bij Cambridge University Press het boek ‘Advanced Magnetohydrodynamics’ [Goedbloed, Keppens, Poedts], mede van zijn hand.
Wim VANDENBUSSCHE Wim Vandenbussche (Brugge, 1973) studeerde Germaanse Taal- en Letterkunde aan de Vrije Universiteit Brussel. Als aspirant van het FWOVlaanderen schreef hij een proefschrift over het taalgebruik van de lagere klassen in het 19de-eeuwse Brugge, meteen de eerste volwaardige studie in het domein van de historische sociolinguïstiek in het Nederlandse taalgebied. Tijdens zijn drie postdoctorale termijnen bij het FWO-Vlaanderen verdiepte hij zich verder in de sociale geschiedenis van het 19de-eeuwse Nederlands, met studies over klassengebonden taalgebruik en perstaal in het toenmalige Brugge. De steeds weerkerende vaststelling dat onze heel wat van de vermeende kennis over de functie en de structuur van het 19de-eeuwse Nederlands inaccuraat, onjuist of gewoonweg fout blijkt te zijn, is opnieuw de drijfveer achter zijn lopende onderzoek naar de taalsituatie in Vlaanderen en Brussel ten tijde van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1814-1830). Voor zijn onderzoek kreeg hij eerder al de Prijs voor Taalkunde 2000 van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, en de zesjaarlijkse Ignace Vanderschuerenprijs van de Vrije Universiteit Brussel.
64
Academische Fondsen en Prijzen
Internationaal maakte Vandenbussche school als een van de oprichters van het Historical Sociolinguistics Network. Hij publiceerde tot nu toe een 60-tal artikelen, was editor van 5 bundels en schreef een korte monografie over zijn leermeester Roland Willemyns. Hij gaf wereldwijd lezingen over zijn onderzoek en was, onder andere, Distinguished Visiting Fellow aan Queen Mary, University of London, en gastprofessor aan de Universiteit Gent. Momenteel is hij voltijds verbonden aan de Vrije Universiteit Brussels als hoofddocent Nederlandse taalkunde.
Nick ANDREWS Getekende notities, geschreven schetsen Het teken- en schilderkunstige oeuvre van Nick Andrews bezit een specifieke sfeer: die van een vrolijke tristesse. De schilderijen zijn kleurig, soepel aangezet, bedrieglijk ‘easy’, met hotels, motels, casino- en pretparkbeelden uit de USA, feeërieke landschappen en folkloristische mensjes uit China en andere ogenschijnlijke postkaarten uit alle hoeken van de wereld. Maar er zit onmiskenbaar een fors weerhaakje aan: dat van de scherpe observatie, die langer duurt dan die van een snapshot. Het gaat hier om het begrip ‘tijd’, hoe kort en weerloos ook, gerelateerd aan een lege wereld vol mensen. Want dat is altijd frappant in het werk van Andrews: de sporen van de mens op het urbane en rurale, zelfs ongerepte landschap zijn onmiskenbaar aanwezig, de mens zelf blijft vaak afwezig Maar nog gezegender is de kunstenaar, want hij heeft twee gaven: die van het aangescherpte observatievermogen en die van de kunde van het tekenen. Daarmee kan hij al wat hij ziet en ervaart tijdens een reis, al wat er dus toe doet, al tekenend vastleggen. De tekeningen kunnen later dienen als bron voor het ‘grotere’ schilderwerk, kunnen op zichzelf staan, of ergens daar tussenin. Maar bovenal vormen die tekeningen na verloop van tijd een reeks van schetsboeken, die het wezen van de kunstenaar bevatten, en waarin je zijn evolutie kan voelen en volgen. Nick Andrews is zo’n begenadigd kunstenaar. Hij bezit vele tientallen schetsboeken, volgemaakt op de reizen die hem overal brachten, van de Antwerpse Sinksenfoor tot China, van Finland tot Andalusië, van Coney Island tot Nevada en nog veel meer. Hij tekent de sporen van de mens, zoals die zich als sociaal, economisch, expansief en cultureel wezen gedraagt binnen en tegenover de wereld. (Marc Ruyters)
65
Academische Fondsen en Prijzen
Gouden Penning 2009
De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten overhandigt jaarlijks een Gouden Penning aan een persoonlijkheid die voor het brede publiek een belangrijke bijdrage heeft geleverd tot de aanmoediging en de verspreiding van de wetenschap en van de kunst. Laureaat Laureaat Laureaat Laureaat Laureaat Laureaat Laureaat Laureaat Laureaat Laureaat Laureaat Laureaat
1998: dr. J. Briers sr. 1999: dr. P. Janssen 2000: Ph. Herreweghe 2001: K. Van Miert 2002: dr. P. Piot 2003: Barones A. Manteau 2004: R. Raveel 2005: dr. I. Daubechies 2006: J. Wirtz 2007: R. Jacobs 2008: R. Cailiau 2009 : D. Van Noten
Dries Van Noten Dries Van Noten bouwt aan zijn mode-imperium Dat de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten (KVAB) een topcouturier met haar Gouden Penning bekroont, ligt niet zo direct voor de hand. Soms wordt de KVAB al eens verweten een behoudend instituut te zijn, gekluisterd door tradities. Met de keuze van Dries Van Noten bewijst ze het tegendeel: is een designer niet in wezen trendsettend en een breker van tradities? Bovendien komt de Academie perfect tegemoet aan de selectienorm, die ze hanteert voor de Gouden Penning: “een persoon bekronen die voor het brede publiek een belangrijke bijdrage heeft geleverd tot de aanmoediging, de beoefening en de verspreiding van de wetenschap en van de kunst”. Inderdaad, eerst als lid van de ‘Zes van Antwerpen’, later als individueel designer, heeft Dries van Noten ons land op de wereldkaart van de mode gezet. Dries van Noten behoort tot de derde generatie van een kleermakersfamilie in Antwerpen en was als het ware voorbestemd om zijn weg te maken in wereld van de kleding. Hij promoveerde aan de Koninklijke Academie van Antwerpen, richting mode-academie en maakte deel uit van de lichting van de ‘Antwerpse Zes’ die in de jaren ’80 afstudeerden. Samen trokken ze in ’86 naar Londen, waar ze tijdens de
66
Academische Fondsen en Prijzen
British Design Show hoge ogen gooiden. Later deelden ze de exuberante kosten van een expositieruimte in Parijs. Ook plukten ze de vruchten van het Vlaamse Textielplan, dat in de jaren ‘80 een dam probeerde op te werpen tegen de afbrokkelende werkgelegenheid in de sector en een aantal stimuli voorzag die ook de opleiding van beter geschoolde krachten ten goede kwamen. Maar Dries van Noten wou zijn eigen weg gaan. In 1985 lanceerde hij zijn eigen lijn en een jaar later showde hij zijn collecties in Londen. Zo verwierf hij internationale bekendheid en ook het commercieel succes bleef niet uit. Pas in 1991 nam hij deel aan Parijse défilés. Gaandeweg sloot hij zich aan bij het selecte kransje van haute couturiers. Aanvankelijk was ‘high fashion’ een puur Parijse aangelegenheid, dat een monopolie bezat voor de erkende haute coutureshows. Intussen heeft de lichtstad het gezelschap gekregen van Londen, Milaan en New York. ‘Persoonlijkheid kun je niet kopen’ Typisch voor Van Noten zijn de etnisch getinte accenten. Hij haalt zijn inspiratie uit India, China, Marokko en Egypte en heeft een voorkeur voor flamboyante kleuren zoals rood, oranje. Ook kijkt hij wel eens naar de jaren twintig en dertig. Andere voorbeelden zijn Yves Saint Laurent en de Amerikaanse modeontwerper Ralph Lauren. ‘Elégance is de kunst om hetzelfde anders te doen’, vond de Nederlandse schrijver Eric Vanden Steen. Dat is de uitdaging waar de Antwerpenaar dagdagelijks voor staat. Dat ‘anders’ uit zich in oog voor detail, het schilderachtig gebruik van kleuren, texturen en bijzondere patronen, handwerk en luxueuze, authentieke stoffen. Hij wil zijn klanten via zijn ontwerpen de mogelijkheid bieden hun persoonlijkheid uit te drukken. Wat naadloos aansluit bij zijn motto: “Persoonlijkheid kun je niet kopen’. Die aanpak wordt bejubeld door de gespecialiseerde modepers: “Als je met hart en ziel van mode houdt, maar ook graag jezelf blijft, is Dries Van Noten een ontwerper om te koesteren”, schreef Elsevier-journalist John De Greef na de voorstelling van Van Notens vrouwencollectie voor de winter 2009/2010 in Parijs. Draagbare kledij dus, maar niettemin artistiek en geraffineerd, zo kan je Van Noten typeren, de filosofie indachtig van de Antwerpse Modeacademie, waar men mode niet ziet als een kunst, maar als een vak dat op een artistieke manier wordt ingevuld. Toch lijkt de scheiding tussen mode en kunst steeds meer te vervagen. De jongste jaren vertonen ze almaar meer raakvlakken. Modeontwerpers gebruiken installaties, performances en film om hun ideeën te verspreiden en zo beïnvloeden ze de kunstwereld. Het werk van modeontwerpers is steeds vaker te zien in kunstmusea. De trend is ook het Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam niet ontgaan. Daar tast de tentoonstelling The Art of Fashion, die nog loopt tot 10 januari 2010, de grenzen af tussen mode en kunst: de modeshow als performance, het patroon als sculptuur.
67
Academische Fondsen en Prijzen
Sociale status Wij zijn een heel eind verwijderd van de meest basisfuncties van kleding, nl. warmte en bescherming verschaffen, informatie prijsgeven over de drager in verband met zijn/haar leeftijd, geslacht en beroep, maar ook – en ligt niet hier de kiem van wat later als mode zou worden bestempeld? – het mooier maken en het verhogen van de aantrekkingskracht van het menselijk lichaam. In elk geval is mode in onze westerse beschaving een middel om uiting te geven aan sociale en economische status en dat is ook de verklaring waarom ze voortdurend in beweging is, verandert, zich aanpast eigenlijk. Er was en is één grote constante: zodra lagere standen in staat zijn om de upper classes te kopiëren, lanceren deze laatsten een nieuwe trend als bevestiging van hun hogere status en sociale positie. In de loop der geschiedenis kan makkelijk worden aangetoond dat rijkdom en prestige aan de basis lagen van stijlveranderingen: dure en moeilijk te verwerven klederdracht heette modieus te zijn. Dat uitte zich b.v. in het 16de eeuwse voorkeur van een split in de bovenkleding ter onthulling van de luxueuze onderkleding. Dezelfde gedachtelijn is terug te vinden in de haast ondraagbare mode van hoepelrokken en knellende korsetten die de vrouw letterlijk elke bewegingsvrijheid ontnamen: het toonde aan dat ze niet hoefde te werken en dat haar man of vader zich dienstpersoneel kon veroorloven. Ook toonaangevende mogendheden straalden via kledingmode hun invloed af op omringende, zwakkere naties. Zo werd in de 16de eeuw de Spaanse vogue van plooikragen en broekkleppen ‘du bon ton’ op het Europese continent. In de 19de eeuw toen Groot-Brittannië economisch en industrieel een wereldmacht werd, deed het driedelig pak zijn intrede in de zakenwereld. Gaandeweg werd het aanvaard als stadskledij en ging het een leven lijden als een soort ‘uniform’ voor zakenlui in de rest van de wereld. Vlottere communicatiemogelijkheden en efficiëntere productiemethodes zorgden ervoor dat in de negentiende en de twintigste eeuw nieuwe stijlen in versneld tempo doorsijpelden naar het grote publiek, wat maakte dat mode om de haverklap ging veranderen. De Engelse couturier Charles Frederick Worth begon in de tweede helft van de 19de eeuw eigen ontwerpen te maken, gepresenteerd aan vrouwen uit de upper classes, die er hun eigen stof gingen aan toevoegen: de haute couture was geboren. In 1868 werd in Parijs de Chambre Syndicale de la Couture opgericht. Slechts een beperkt kransje ontwerpers mocht zich haute couturier noemen. Parijs werd hét centrum van de mode in de wereld. Chanel, Dior en Lacroix zijn aangesloten bij de Chambre en behoren tot de absolute wereldtop. Maar ook andere, niet-Franse huizen zoals Prada, Armani, Versace, Valentino en Calvin Klein hebben veel invloed op de modewereld. In dit rijtje eist nu ook Dries Van Noten zijn plaats op. In de 21ste eeuw bouwt hij gestaag aan zijn mode-imperium Hij heeft showrooms in Parijs en Milaan. Zijn ontwerpen worden gedragen door filmsterren, en internationale artiesten. De mannen- en vrouwenkleding uit zijn prêt-àporter collectie en zijn collectie van accessoires verkoopt hij in zijn exclusieve winkels te Parijs, Antwerpen, Singapore, Dubai, Hong Kong en Tokyo en is verbonden met vierhonderd winkels in steden als Londen, Milaan, Berlijn en Moskou, in het emiraat Qatar en in Kuwait-city.
68
Academische Fondsen en Prijzen
BIOGRAFIE – – – – – – – –
– –
–
–
–
Vlaams modeontwerper geboren op 12 mei 1958 te Antwerpen Loopt school in het Jezuïetencollege In 1976, op zijn 18de begint hij aan zijn opleiding in de mode-academie Studeert af met de lichting van de Antwerpse Zes In 1989 opent hij zijn eigen winkel in Antwerpen, in het pand van de voormalige kledingzaak Het Modepaleis Neemt in 1991 voor het eerst deel aan de Parijse défilés In 1993 opening van showrooms in Parijs en Milaan In juli 2000 verhuist Dries Van Noten zijn Antwerpse winkel naar een opslagplaats aan de Godefriduskaai, waar zich naast de showroom, ook het ontwerpbureau, de marketingafdeling, productieafdeling, de boekhouding en het distributiecentrum bevinden Wordt in 2003 bekroond met de Award New York’s Permier Fashion Organisation for Industry Professionals In januari 2007 opent Van Noten zijn ‘flagshipstore’ in een beschermd gebouw aan de Quai Malaquais 7 te Parijs. Het gebouw bevindt zich vlakbij de Académie Française het Institut en de Académie des Beaux-Arts. Ontvangt in 2008 de International Award van de Council of Fashion Designers of America. Deze council is een beroepsvereniging van een 300-tal US modeontwerpers Neemt op uitnodiging van Christine Albanel, de Franse minister voor Cultuur en Communicatie tussen oktober 2008 en januari 2009 deel aan het project ‘Carte Blanche’, waarbij de zes grootste glaspartijen van het gelijknamige ministerie in het teken stonden van de SSO9 Women Collection. Op 12 december 2009 krijgt hij de Gouden Penning uitgereikt door de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten.
69
Academische Fondsen en Prijzen
Laureaten Fondsprijzen 2009
Henri Schoutedenprijs De Henri Schoutedenprijs is een tweejaarlijkse prijs waarmee een belangrijk oorspronkelijk werk over faunistiek (bij voorkeur van Afrika), systematiek, ecologie, ethologie of anatomie van de dieren wordt bekroond. Laureaat 2009: Tom GEERINCKX Tom Geerinckx behaalde zijn licentiaatsdiploma Biologie (optie Dierkunde) met grote onderscheiding aan de Universiteit Gent in 2001. Zijn licentiaatsscriptie, die hij uitvoerde aan de UGent en in het Afrikamuseum te Tervuren, leverde twee A1-publicaties op waarin systematische revisies van een groep Afrikaanse meervallen werden voorgesteld. Later leidde dit tot een bijdrage in de eerste editie van een internationaal samengestelde Frans- en Engelstalige fauna van de West-Centraal-Afrikaanse visfauna (uitgegeven door IRD & MNHN Parijs, KMMA Tervuren). Na het afwerken van een bijkomende studie Master in Marine and Lacustrine Sciences, verkreeg hij een specialisatiebeurs van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT), teneinde aan de UGent een doctoraat te voltooien met als titel “Ontogeny and functional morphology of a highly specialized trophic apparatus: a case study of neotropical suckermouth armoured catfishes (Loricariidae, Siluriformes)”. Hierin toonde hij aan hoe een extreem, afwijkend vertebraat bouwplan, aangepast aan een bijzondere ecologische niche, zich ontwikkelt, en hoe de bijzondere, drastisch omgevormde en deels unieke anatomie ontstaat uit bestaande structuren. De onderzochte Zuid-Amerikaanse meervallen bezitten een opmerkelijk ventraalstandige zuigmond waarmee deze dieren zich kunnen vasthechten in de snelstromende wateren van het Zuid-Amerikaanse continent. Hun uitzonderlijk mobiele boven- en onderkaken zijn getransformeerd tot een efficiënt schraap-apparaat; het voedsel omvat algen en ander vastzittend materiaal. Negen publicaties in wetenschappelijke A1-tijdschriften resulteerden uit dit werk. Momenteel is Tom Geerinckx werkzaam als postdoctoraal onderzoeker verbonden aan het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen, en bestudeert hij biomechanica, ecomorfologie en evolutionaire convergentie bij meervallen, met als doel de functioneel-anatomische basis van extreme structurele evolutie te karakteriseren. Hij ontving eerder reeds vier wetenschappelijke onderscheidingen, zowel nationaal als internationaal.
70
Academische Fondsen en Prijzen
Paul Van Oyeprijs De Paul Van Oyeprijs wordt tweejaarlijks uitgereikt aan een oorspronkelijk werk in voorkeurorde over veldwerk op het gebied van de hydrobiologie in de breedste zin van het woord; systematiek van de protisten of van de evertebraten; algemene biologie. Laureaat 2009: Jef GUELINCKX Jef Guelinckx, (°1979) behaalde in 2002 met een palmares van zeven graden zijn licentiaatsdiploma in de Biologie, richting dierkunde-ecologie, aan de KULeuven. Een eerste kennismaking met estuariene en mariene ecosystemen kwam er met de licentiaatsthesis naar het migratiegedrag van haring en sprot in het Schelde-estuarium, onder begeleiding van Prof. F. Ollevier. Dit smaakte naar meer en effende het pad voor zijn doctoraatsonderzoek “Estuarine habitat use by a goby species: a geochemical approach” aan het Laboratorium voor Aquatische Ecologie en Evolutiebiologie (KULeuven) waar hij zich verder verdiepte in de ecologische rol die estuaria vervullen voor mariene vissen. Het doctoraatsonderzoek naar de migratiepatronen van grondels in het Schelde-estuarium werd uitgevoerd met een beurs van de KULeuven en een specialisatiebeurs van het IWT (Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie). Voor dit multidisciplinair onderzoek vonden tal van samenwerkingen plaats met verscheidene Vlaamse en Europese onderzoeksinstellingen. De intensieve staalnamecampagnes op zee en in de Schelde werden ondermeer ondersteund door het VLIZ (Vlaams Instituut voor de Zee). Een belangrijk experiment werd uitgevoerd aan het Centrum voor Estuariene en Mariene Ecologie in Yerseke, een vestiging van het Nederlands Instituut voor Ecologie (KNAW-NIOO). De verschillende scheikundige analyses kon Jef Guelinckx uitvoeren aan het Laboratorium Analytische en Milieuchemie van de VUB, de Afdeling Geologie van KULeuven en het Laboratoire de Sclérochronologie des Animaux Aquatiques (IFREMER-IRD) in het Franse Brest. Naast zijn doctoraatsonderzoek draaide Jef ook mee in een monitoringstudie naar de estuariene visgemeenschap van de Schelde in opdracht van het Instituut voor Natuuren Bosonderzoek (INBO). Na het afwerken van zijn doctoraatsverhandeling werkte Jef Guelinckx een korte periode aan de Universiteit van Bergen (Noorwegen). Momenteel werkt hij bij de Vlaamse Milieumaatschappij rond Integraal Waterbeleid.
Erik Duvergerprijs De prijs Erik Duverger bekroont om de twee jaar een belangrijk oorspronkelijk kunsthistorisch of historisch werk dat handelt over de Nederlanden tot het jaar 1900 en dat in grote mate steunt op archivalische bronnen. Laureaat 2009: Pieter MARTENS Pieter Martens (°Mol, 1976) behaalde in 1999 het diploma van burgerlijk ingenieur architect aan de KULeuven. In het kader van zijn eindejaarsverhandeling over de
71
Academische Fondsen en Prijzen
Italiaanse context van de vroegbarokke koepelkerk te Scherpenheuvel studeerde hij tevens aan de Università degli Studi di Roma ‘La Sapienza’. Na zijn studies werd hij lid van de onderzoeksgroep Architectuurgeschiedenis en Monumentenzorg (Departement Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening, K.U.Leuven) en was hij als navorser achtereenvolgens werkzaam op een FWO-project over de militaire bouwpraktijk in de Lage Landen tijdens de zestiende eeuw (2000-2003) en een VNC-project over de uitstraling van de architectuur uit de Nederlanden in het vroegmoderne Europa (2006-2009). Sinds 2009 is hij eveneens verbonden aan de Provinciale Hogeschool Limburg (Departement Architectuur en Beeldende Kunst) als docent Cultuurwetenschappen. Daarnaast was hij bursaal van het Belgisch Historisch Instituut te Rome (2004) en lid van het wetenschappelijk comité van het project Fortimedia, dat het Europese vestingbouwkundige erfgoed documenteerde (2004-2005). In opdracht van het Musée National d’Histoire et d’Art (Luxemburg) voerde hij historisch onderzoek ter voorbereiding van de tentoonstelling “Un Prince de la Renaissance. Pierre-Ernest de Mansfeld (1517-1604)” (2004-2007). In 2009 behaalde hij het doctoraat in de ingenieurswetenschappen aan de KULeuven, onder leiding van prof. Krista De Jonge, met het proefschrift “Militaire architectuur en vestingoorlog in de Nederlanden tijdens het regentschap van Maria van Hongarije (1531−1555). De ontwikkeling van de gebastioneerde vestingbouw”, dat door de Academie werd bekroond met de Erik Duvergerprijs.
Charles De Clercqprijs De Mgr. Charles De Clercqprijs wordt jaarlijks uitgereikt aan de auteur van een belangrijk oorspronkelijk werk op het gebied van de religieuze geschiedenis van Vlaanderen. Laureaat 2009: Karim SCHELKENS Karim Schelkens (°1977) studeerde godsdienstwetenschappen, en vervolgens godgeleerdheid aan de KULeuven, waar hij tevens de canonieke graden in de theologie behaalde. In januari 2007 promoveerde hij in Leuven op een proefschrift over de voorbereidingsperiode van het Tweede Vaticaans Concilie, met aandacht voor de Belgische bijdrage hierin “Deus Multifariam multisque modis locutus est. De redactie van het preconciliaire schema de fontibus revelationis. Een theologiehistorisch onderzoek met bijzondere aandacht voor de Belgische bijdrage.”. De heer Schelkens deed recent postdoctorale studie-ervaring op aan de Canadese Université Laval te Québec en is momenteel als postdoctoraal onderzoeker van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen
72
Academische Fondsen en Prijzen
(FWO), verbonden aan de onderzoekseenheid Geschiedenis van Kerk en Theologie van de KULeuven, evenals aan het interdisciplinaire Centrum voor de Studie van het Tweede Vaticaans Concilie.
Pro Civitate prijs De Prijs Pro Civitate voor lokale geschiedenis wordt uitgereikt ter bekroning van een onuitgegeven doctoraatsverhandeling die een originele en belangrijke bijdrage vormt tot de stadsgeschiedenis of tot de lokale geschiedenis. Het comité ‘Pro Civitate’ (opvolger van het vroegere geschiedeniscomité van het Gemeentekrediet van België en van Dexia Bank), werkzaam in de schoot van de beide koninklijke Academiën van België, schrijft een prijs uit om een betere kennis van de geschiedenis van de steden en gemeenten van het grondgebied bestreken door de Belgische staat of door de oude vorstendommen die er momenteel deel van uitmaken, te bevorderen. Chronologisch komt een erg brede periode gaande van de Oudheid tot de hedendaagse tijd in aanmerking. Laureaat 2009: Frederik BUYLAERT Dr. Frederik Buylaert (Gent, 1981) studeerde Middeleeuwse Geschiedenis aan de Universiteit Leiden (Nederland) en de Universiteit Gent, aan welke laatste instelling hij in 2003 afstudeerde met een vergelijkende studie naar elitevorming en conflictbeheersing in de graafschappen Holland en Vlaanderen. Dankzij een studiebeurs van de “BelgianAmerican Educational Foundation (BAEF)” behaalde hij in 2004 een M.A. in “Early Modern European History” aan Columbia University (New York) met een scriptie over giftcultuur in laatmiddeleeuws Gent. Van 2004 tot 2008 bereidde hij onder leiding van prof.dr. Marc Boone een doctoraatsproefschrift voor aan de Universiteit Gent als Aspirant van het FWO-Vlaanderen. Het proefschrift is gewijd aan de sociale en geografische mobiliteit binnen de Vlaamse adel tussen 1350 en 1500 en werd in december 2008 verdedigd. In 2008-2009 was hij actief als wetenschappelijk medewerker van het IAP-project VI, nr. 32: “City and society in the Low Countries (1200-1800): urban space, social capital, knowledge and culture” (Federaal Wetenschapsbeleid België) en sinds oktober 2009 is hij werkzaam aan de Universiteit Gent als Postdoctoraal onderzoeker van het FWOVlaanderen. Hij publiceerde verschillende artikels in het Nederlands, Frans en Engels over elitevorming in de middeleeuwse Nederlanden, waarbij de met andere onderzoekers
73
Academische Fondsen en Prijzen
verzorgde uitgave van laatmiddeleeuwse adelslijsten in 2008 door de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis werd bekroond met de Bryce & Mary Lyon-prijs voor kritische editietechniek. Sinds zijn promotie werkt Kristof Boucquet als onderzoeker van het FWO-Vlaanderen. Momenteel voert hij onderzoek naar de relatie tussen tonaliteit en dodecafonie in de late composities van Schönberg, ontstaan na Schönbergs emigratie naar de Verenigde Staten.
Driejaarlijkse prijs van de Vlaamse Minister voor Wetenschapsbeleid
Universiteit Vrije Tijd- Davidsfonds De bestuurscommissie van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten heeft beslist om de driejaarlijkse prijs van de minister voor Wetenschapsbeleid toe te kennen aan de Universiteit voor de Vrije Tijd (UVT) van het Davidsfonds. De prijs bekroont een persoon of organisatie die de voorbije jaar het treffendst heeft bijgedragen tot de popularisering van de wetenschap. De keuze viel op de Universiteit Vrije Tijd omwille van de kwaliteit van haar cursussen en de brede impact dat het initiatief op de Vlaamse bevolking heeft. Universiteit Vrije Tijd Davidsfonds, met Leuven als thuisbasis, is een landelijk uitgebouwde vormingsinstelling rond het thema “Geschiedenis voor morgen. Cultuur en samenleving in historisch perspectief”. Ze ging in het najaar van 1993 van start. Jaarlijks vinden er nu meer dan 150 cursussen plaats in een 60-tal Vlaamse steden en gemeenten. Er worden een 8000-tal cursisten bereikt. In haar cursussen snijdt Universiteit Vrije Tijd diverse inhoudelijke aspecten van de geschiedenis aan, met name ‘cultuurgeschiedenis’ (geschiedenis van de verschillende kunsttakken), ‘mentaliteitsgeschiedenis’ waarbij levensbeschouwingen en religies aan bod komen, ‘economische geschiedenis’, ‘binnenlandse instellingen en politiek’ en ‘buitenlandse politieke geschiedenis’ met de klemtoon op internationale relaties en militaire geschiedenis. Soms behandelen de cursussen verschillende aspecten tegelijk. Dit is het geval bij de bestudering van de geschiedenis van landen, volkeren en beschavingen, waar een globaalvisie van zo’n wisselwerking gediend is. UVT ziet geschiedenis niet als een opsomming van namen, jaartallen en feiten, maar als een samenspel van mensen en groepen bij de ontwikkeling van culturen en samenlevingen. Cultuur en kunst komen ruim aan bod. De impact van de cursus wordt, indien mogelijk, versterkt met een praktijkgerichte toetsing zoals een gegidst tentoonstellingsof museumbezoek, een concert, een dagexcursie of een reis. Cursussen die momenteel lopen zijn onder meer: ‘Achterblijven in Congo’ (Congolezen getuigen over hun koloniale periode), Tsaar Poetin? (Over de typische Russische kantjes van een wereldleider), ‘Goesting in Vlaanderen’ (al dan niet vergeten culinaire trekjes in eigen streek), ‘James Ensor: genie en rebel’, ‘Het Bourgondisch tijdperk’.
74
Academische Fondsen en Prijzen
UVT kiest voor een inhoudelijk hoog cursusniveau, dat evenwel ruim toegankelijk is. Voorkennis is bij de cursisten is niet vereist, iedereen met belangstelling voor het onderwerp kan inschrijven. Het publiek bestaat zowel uit ‘onwetenden’ die geïnitieerd wensen te worden in een historisch onderwerp als ‘gevorderden’ die hun kennis wensen bij te spijkeren. Als lesgevers komen externe deskundigen en docenten in aanmerking die zelf actief bezig zijn met onderzoek. Zij komen uit alle Vlaamse universiteiten, conservatoria en hogescholen en worden gescreend op hun agogische vaardigheid: zij moeten in staat zijn om hun kennis op een toegankelijke manier mee te delen aan het publiek.
Prijs Vlaamse Wetenschappelijke Stichting
In 1928 werd de Vlaamse Wetenschappelijke Stichting opgericht ter ondersteuning van verschillende Vlaamse wetenschappelijke initiatieven. Sinds 2002 reikt de Stichting beurtelings een prijs uit in de Humane, de Exacte en de Biomedische wetenschappen; zij doet dit in het kader van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten. De geldprijs ter waarde van 10.000 Euro is bedoeld voor jonge onderzoekers (tot 40 jaar). In 2009 wordt de prijs uitgereikt in de Exacte en de Toegepaste wetenschappen (natuur-, wiskundige en ingenieurswetenschappen). Er werden maar liefst 38 kandidaturen ingediend voor de prijs. De jury is van oordeel dat het niveau van de ingediende kandidaturen hoog tot uitmuntend was, met meerdere uitzonderlijke kandidaten.
Laureaat 2009: Koen THAS Dr. Koen Thas (21/2/1977) studeerde aan de UGent. Hij was onderzoeker bij het IWT van januari 2000 tot en met september 2002. Hij promoveerde tot doctor in de wetenschappen op 29/3/2002 en is postdoctoraal onderzoeker bij het FWO-Vlaanderen sinds oktober 2002. Hij is verbonden aan de vakgroep Zuivere Wiskunde en Computeralgebra van de Faculteit Wetenschappen van de UGent. Koen Thas publiceert in een variëteit aan domeinen, zowel als enig auteur als met verschillende co-auteurs, en dit zowel in toonaangevende wiskunde-tijdschriften als in fysica -tijdschriften. Hij publiceert in gespecialiseerde vaktijdschriften en daarenboven in tijd-schriften bedoeld voor een algemeen wiskundig publiek. Hij geeft blijk van uitzonderlijke wetenschappelijke onafhankelijkheid en van internationale uitstraling, getuige o.a. zijn samen-werking met D. Zagier (directeur Max Planck
75
Academische Fondsen en Prijzen
instituut te Bonn). Als zuiver wiskundige bouwde Koen Thas reeds een indrukwekkend curriculum op. Hij is een veelzijdig wiskundige met impact in zijn vakgebied. De jury bekroont Dr. Koen Thas als laureaat voor 2009 van de driejaarlijkse prijs voor de exacte- en toegepaste wetenschappen van de Vlaamse Wetenschappelijke Stichting (VWS) .
76
Vlaams Academisch Centrum – VLAC
Vlaams Academisch Centrum – VLAC
Vlaams Academisch Centrum voor Wetenschappen en Kunsten - VLAC Het Vlaams Academisch Centrum voor Wetenschappen en Kunsten werd in 1999 opgericht als een instituut voor internationale wetenschappelijke contacten op excellentieniveau. Naar het voorbeeld van de vele Institutes for Advanced Study die internationaal zeer succesvol zijn, zoals het IAS in Princeton en het NIAS in Nederland, groeide het VLAC uit tot een sabbatical centrum – uniek in Vlaanderen – waar reeds gevestigde onderzoekers, wetenschappers en kunstenaars een bepaalde periode kunnen wijden aan een eigen onderzoeksproject, ver weg van de dagelijkse routine en verplichtingen van de thuisinstelling. Het VLAC is ondertussen niet langer een bescheiden IAS. De laatste jaren kende VLAC - mede dankzij de inspanningen van de directeur - een veel bredere instroom van fellows met onder meer clusters waarin meerdere binnen- en buitenlandse onderzoekers samenwerken rond een centraal thema. De mooie ligging van het Troongebouw in het centrum van Brussel biedt overigens de ideale omstandigheden om een weliswaar kleine, maar interactieve intellectuele onderzoeksgemeenschap te creëren. Internationale Samenwerking Op internationaal vlak tracht het Vlaams Academisch Centrum mee te draaien met de andere Institutes for Advanced Study. Als lid van NetIAS, de Europese koepel van Institutes for Advanced Study, nam zij deel aan de jaarlijkse vergadering die plaatsvond in Cambridge aan het Centre for Research in the Arts, Social Sciences and Humanities van 2 tot en met 4 april 2009. Het VLAC werd er vertegenwoordigd door de directeur, professor Marc De Mey, en de vast secretaris van de Academie, professor Niceas Schamp. VLAC maakt sinds kort ook deel uit van een Europees Consortium. Vanuit NetIAS hebben 14 instituten, waaronder VLAC, de krachten gebundeld en met succes deelgenomen aan een gezamenlijke aanvraag voor subsidie in het kader van het Seventh Framework Program van de Europese Unie (Marie Curie-projecten). Het resulterende COFUND programma bestaat erin dat elk deelnemend instituut bijkomende financiering (40%) voor fellows zal ontvangen voor een periode van drie jaar. Jaarlijks voorziet het VLAC op deze basis twee individuele fellowships, nl. één senior fellow en één junior fellow. De coördinatie zal gecentraliseerd worden vanuit Parijs en de eerste ‘EIAS fellows’ worden verwacht tegen september 2011.
77
Vlaams Academisch Centrum – VLAC
Activiteiten 2009 Naargelang VLAC de laatste jaren aan bekendheid won en de scope van fellowships werd uitgebreid zijn er in 2009 nog meer kandidaturen binnengekomen. Van de 24 aanvragen werden uiteindelijk 14 dossiers goedgekeurd. Want hoewel de diversificatie van fellowships (individueel, duaal, cluster) tot meer aanvragen heeft geleid en tot een hogere bezettingsgraad van VLAC heeft de Vlaamse overheid bezwaar gemaakt ten aanzien van buitenlandse fellows die niet in een samenwerkingsverband met een Vlaamse collega aan ons IAS verblijven. Daarom wordt sindsdien voor elk buitenlands fellowship die koppeling vooraf nagekeken en wordt het fellowship slechts toegekend als het samenwerkingsverband effectief kan worden gegarandeerd. Het afgelopen jaar kende de hoogste bezettingsgraad van fellows tot nog toe. Tijdens de maand mei waren zelfs alle VLAC-bureaus benomen, wat betekent dat er maar liefst 16 fellows op hetzelfde tijdstip werkzaam waren aan het VLAC. Wekelijks werden bijeenkomsten georganiseerd met lezingen, presentaties en activiteiten allerhande waarbij discussies niet zelden werden verder gezet tijdens informele lunches en koffiebreaks. Het is een dergelijke kritische massa die noodzakelijk is voor een hoog niveau van interdisciplinaire interactie. Uit meerdere studies is immers gebleken dat deze vorm van informele communicatie op zijn minst even belangrijk is dan de formele communicatie via publicaties. Naar de toekomst toe hopen wij deze activiteitsgraad te kunnen handhaven.
78
Vlaams Academisch Centrum – VLAC
Overzicht Fellows 2009 1. Whither Trauma Theory? Debating the Future of Literary Research on the Memory of Catastrophe – Prof. Gert Buelens (UGent) 01.02.2009 – 30.06.2009 – Dr. Stef Craps (UGent) 01.02.2009 – 30.06.2009 – Prof. Ortwin De Graef (KULeuven) 01.02.2009 – 30.06.2009 – Prof. Samuel Durrant (Leeds University, UK) 01.05.2009 – 30.06.2009 – Prof. Robert Eaglestone (University of London, UK) 01.02.2009 – 31.03.2009 – Prof. Roger Luckhurst (Birkbeck College, UK) 18.05.2009 – 31.05.2009 – Prof. Michael Rothberg (University of Illinois at Champaign-Urbana, USA) 01.05.2009 – 15.06.2009 – Prof. Kristiaan Versluys (UGent) 2. Why Pynchon Matters: Gravity's Rainbow (1973) and the Modern Novel – Prof. Luc Herman (UAntwerpen) 01.01.2009 – 30.06.2009 – Prof. Steven Weisenburger (Southern Methodist University, USA) 01.01.2009 – 30.06.2009 3. Organic Materials for Optical Functions – Prof. Michael Therien (University of Pennsylvania, Philadelphia, USA) 01.01.2009 – 30.06.2009 – Prof. Koen Clays (KULeuven) 4. The Brussels Art Market in the eighteenth century – Prof. Michael North (University of Greifswald, Germany) 01.01.2009 – 30.04.2009 5. Transitional Justice, Rule of Law and Institutional Design. A comparative study of the role of extra-judicial bodies in revising the normative structure of post-authoritarian societies – Prof. Stephan Parmentier (KULeuven) 01.02.2009 – 30.06.2009 – Prof. Adam Czarnota (University of New South Wales, Australië) 01.02.2008 – 30.06.2008 & 01.02.2009 – 30.06.2009 – Prof. Jiri Priban (Cardiff University, Wales) 18.05.2009 – 18.06.2009 – Prof. Ineke Boerefijn (Universiteit Utrecht, Nederland) 18.05.2009 – 18.06.2009
79
Vlaams Academisch Centrum – VLAC
6. Guest of the Director – Prof. Johan Snapper (University of California at Berkeley, USA) 01.03.2009 – 31.05.2009 7. Revolution Without Borders – Prof. Janet Polasky (University of New Hampshire, USA) 09.01.2008 – 06.06.2008 & 17.05.2009 – 16.06.2009 8. Tangible devotion: early Netherlandisch paintings in the context of fifteenth-century devotional accessories – Dr. Jessica Buskirk (University of California at Berkeley, USA) 01.05.2009 – 30.06.2009 & 15.04.2009 – 15.06.2009
Figuur ontbreekt
9. A concise comparative grammar of modern Balkan languages – Prof. Liliane Tasmowski (Universiteit Antwerpen) 01.10.2008 – 31.12.2008 & 01.10.2009 – 31.12.2009 – Prof. Mila Dimitrova-Vulchanova (Norwegian University of Science and Technology - Trondheim, Noorwegen) 01.10.2008 – 31.12.2008 & 01.10.2009 – 31.12.2009 – Prof. Dalina Kallulli (University of Vienna, Oostenrijk) 01.10.2008 – 31.12.2008 & 14.09.2009 – 02.10.2009 – Prof. Melita Stavrou-Sifaki (Aristotle University of Thessaloniki, Griekenland) 15.11.2008 – 15.12.2008 – Prof. Angela Ralli (University of Patras, Griekenland) 01.10.2008 – 10.11.2008 & 11.10.2009 – 15.11.2009 – Prof. Gabriela Pana-Dindelegan (University of Bucharest, Roemenië) 01.10.2008 – 31.12.2008 – Prof. Sanda Reinheimer-Ripeanu (University of Bucharest, Roemenië) 01.10.2009 – 31.12.2009 – Prof. Petya Assenova (Sofia University, Bulgaria) 15.11.2009 – 16.11.2009
80
Vlaams Academisch Centrum – VLAC
10. Miguel Diéz de Aux: Burgundian Court Etiquette in Baroque Naples – Dr. Sabina de Cavi (Bibliotheca hertziana - Max Planck institüt fur kunstgeschichte, Italy) 01.10.2009 – 31.03.2010 – Prof. Krista De Jonge (KULeuven) 11. Language, Alienation and Hybrid Identity in the Literary Works of Exiled IraqiJewish Writers – Prof. Heidy Muller (VUB) 01.10.2009 – 31.01.2010 – Dr. Kamal Kolo (VUB 01.10.2009 – 31.01.2010 – Prof. Anat Feinberg (Hochschüle für Jüdische Studien Heidelberg, Germany) 01.11.2009 – 31.12.2009 12. The Image of Statelessness in Contemporary Art – Prof. Hilde Van Gelder (KULeuven) 01.10.2009 – 31.12.2009 – Prof. TJ Demos (University College London, UK) 01.10.2009 – 31.05.2010
81
Vlaams Academisch Centrum – VLAC
Adviesraad VLAC
De Adviesraad evalueert de kandidaturen en maakt een selectie. Deze raad kan via schriftelijke rapportering een beroep doen op externe referenten. De definitieve beslissing wordt door de Bestuurscommissie van de Academie genomen. Samenstelling 2009 Directeur VLAC Voorzitter KVAB Vast secretaris KVAB
M. De Mey D. Willems N. Schamp
Tien leden van de Academie verkozen voor een periode van drie jaar en evenredig verdeeld over de Vlaamse universiteiten en vijf domeinen (exacte en toegepaste wetenschappen, biomedische wetenschappen, gedragswetenschappen, kunsten): – R. Gijbels (Natuurwetenschappen, exacte wetenschappen, UA) – J. Peters (Natuurwetenschappen, ingenieurswetenschappen, KUL) – J. Van de Kerckhove (Natuurwetenschappen, biomedische wetenschappen, UG) – W. Dewachter (Menswetenschappen, gedragswetenschappen, KUL) – L. Tasmowski (Mevr.) (Menswetenschappen, cultuurwetenschappen, UA) – K. Versluys (Menswetenschappen, literatuurwetenschappen, UG) – H. Sabbe (Kunsten, kunst en muziek, UG) – C. Van de Velde (Kunsten, cultuurwetenschappen, VUB) – E. Vandereycken (Kunsten, plastische kunsten) Voor de biomedische wetenschappen werd eveneens een beroep gedaan op de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België: – B. Himpens (vast secretaris Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België, biomedische wetenschappen) De adviesraad vergaderde in 2009 op 21 januari, 22 april en 19 oktober. In de maand juni vond er een korte schriftelijke procedure plaats.
82
Vlaams Academisch Centrum – VLAC
Stuurgroep VLAC
De stuurgroep bepaalt het algemeen beleid van het Vlaams Academisch Centrum en werd in 2006 samengesteld om de vernieuwingen binnen VLAC uit te werken en te stroomlijnen. Samengesteld uit leden van de Academie, die door hun ervaring en/of interesse een zekere expertise hebben inzake Institutes for Advanced Study, vervangt de stuurgroep de Algemene Vergadering van het Forum. Om de contacten en inbreng van andere wetenschappelijke instellingen te behouden, werden eind 2007 drie externe leden bijkomend opgenomen. Samenstelling 2009 Voorzitter KVAB Vast secretaris KVAB
D. Willems N. Schamp
Dertien leden van de Academie verkozen voor een periode van drie jaar: – H. De Dijn (Menswetenschappen, KUL) – M. De Mey (Menswetenschappen, UG) – A. Derolez (Menswetenschappen, VUB) – F. Dumortier (Natuurwetenschappen, UH) – R. Gijbels (Natuurwetenschappen, UA) – R. Hoozee (Kunsten) – W. Prevenier (Menswetenschappen, UG) – H. Sabbe (Kunsten, UG) – J. Thas (Natuurwetenschappen, UG) – H. Van der Wee (Menswetenschappen, KUL) – W. Van Gerven (Menswetenschappen, KUL) – K. Versluys (Menswetenschappen, UG) – D. Willems (Menswetenschappen, UG) Drie externe leden: – E. Monard (FWO) – D. Raspoet (VRWB) – M. Nicholson (Fulbright Foundation) De stuurgroep kwam samen op 2 december 2009.
83
Contactfora
Jaarverslag Contactfora 2009
Contactfora De Academie coördineert jaarlijks ongeveer 25 wetenschappelijke bijeenkomsten of contactfora. Deze hebben tot doel Vlaamse wetenschappers of kunstenaars te verenigen rond specifieke thema’s in de natuurwetenschappen (inclusief de biomedische wetenschappen), de menswetenschappen en de kunsten. Ook anderstalige landgenoten en buitenlandse gasten kunnen uitgenodigd worden. De organisatoren kunnen beschikken over de infrastructuur van de Academie en een toelage van 2500 euro. Zij moeten wel handelingen publiceren, hetzij in eigen beheer (in eigen reeks), hetzij door de Academie zelf.
Activiteiten 2009 – 4 en 5 februari 2009: Michèle Vanmaele (UG): Actuarial and Financial Mathematics Conference – 7 maart 2009: August Coomans (UG), Evolutie en Darwinisme anno 2009 – 18 tot 20 maart 2009: Andreas Niehaus (UG),Remembering the glorious days of the nation – 23 april 2009: A. Goderis (KUL), Synchroton and Neutron Workshop – 2009 – 24 tot 25 april 2009: Antoon Van de Velde (VUB), Artistieke relaties tussen Italië en de Nederlanden (16de- 17de eeuw). Stand en vooruitzichten – 4 en 5 mei 2009: Frank Dehairs (VUB) Biomineralisation and proxy incorporation in bivalve shells, as potential archives of climate change – 18 tot 19 mei 2009: Koen Clays (KUL), Molecular and Nanoscale materials for Electronics, Optics and Medicine – 29 en 30 mei 2009: Gert Buelens (UGent), Literature and the Memory of Catastrophe – 5 tot 6 juni 2009: Stefaan Parmentier (KUL) Transitional Justice, rule of law and institutional design
85
Contactfora
– 17 tot 18 juni 2009: Danny Praet (UG) Discourses of the Unsayable: apophaticism and literary praxis – 19 en 20 juni 2009: Michel Huysseune (VUB), Contemporary Centrifugal Regionalism: Comparing Flanders and Northern Italy – 4 en 5 september 2009: Bert De Munck (UA), Regulating Migration in Early Modern Cities – 19 september 2009: Roger Weynants (KMS), Light: at the forefront of Physics – 25 september 2009: Leo Storme (UG), Coding Theory and Cryptography III – 22 tot 23 oktober 2009: Wouter Vandenhole (UA), Rehabilitation and Reintegration of War-affected Children – 23 oktober 2009: Dirk Hermans (KUL), Conference on ‘Changing Emotions’ – 30 oktober 2009: Jan Herman (KUL), The artist’s genious at the dawn of modernity (1740-1850) – 19-21 november 2009: Dirk Van Hulle (UA), Texts beyond borders: multilingualism and textual scholarship – 20 november 2009: Wim Verbaal (UGent), Latinitas perennis III: the properties of Latin Literature – 2 december 2009: M. Hooghe (KUL), Naar een hervorming van de kieswetgeving in België? Leren uit buitenlandse ervaringen. – 4 december 2009: Marc Nyssen (VUB), component in health care quality
Patient safety as an essential
– 11 december 2009: J. Anné (KUL), Analyzing complex microbial communities and their host microbe interactions
Overzicht Onderstaande tabel geeft u een overzicht in cijfers van het totaal aantal ingediende dossiers eind 2009:
86
Contactfora
1999 Dossiers ingediend
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
Tot.
11
5
13
17
23
32
32
29
37
24
26
249
goedgekeurd
9
5
13
15
21
29
32
28
33
20
23
228
afgekeurd
0
0
0
0
2
3
0
0
4
4
3
16
voorbehoud
2
0
0
2
0
0
0
1
0
0
0
5
Contactforum georganiseerd
2
9
8
14
23
21
37
27
32
19
22
214
Handelingen gepubliceerd
0
4
2
2
8
8
14
12
10
12
9
81
Publicaties In 2009 werden 9 proceedings, van de reeds georganiseerde contactfora, in het beheer van de Academie gepubliceerd (zie publicaties).
87
Contactfora
Adviesraad Contactfora
De Adviesraad evalueert de kandidaturen en maakt een selectie. Deze raad kan via schriftelijke rapportering een beroep doen op externe referenten. De definitieve beslissing wordt door het Uitvoerend Orgaan (de Bestuurscommissie van de Academie) genomen. Samenstelling 2009 Voorzitter KVAB Vast secretaris KVAB
D. Willems N. Schamp
Twaalf leden van de Academie verkozen voor een periode van drie jaar en evenredig verdeeld over de Vlaamse Universiteiten en vijf domeinen (exacte en toegepaste wetenschappen, biomedische wetenschappen, gedragswetenschappen, kunsten). Voor de biomedische wetenschappen werd eveneens een beroep gedaan op de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België. – W. Clarysse (Menswetenschappen, Klassieke Studies, KUL), – J. Van Landuyt (Natuurwetenschappen), – K. Dobbelaere (Menswetenschappen, sociale wetenschappen, KUL), – L. Denève (Mevr.) (Menswetenschappen, gedragswetenschappen, UG), – P. Jacobs (Natuurwetenschappen, interfasechemie, KUL), – F. Strauven (Kunsten), – C. Van de Velde (Kunsten, cultuurwetenschappen, VUB), – H. Sabbe (Kunsten, kunst en muziek, UG), – W. Verstraete (Natuurwetenschappen, UG), – B. Himpens (vast secretaris Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België, biomedische wetenschappen) De adviesraad vergaderde in 2009 op 19 januari, 20 april en 19 oktober. Daarnaast werd, wegens hoogdringendheid van een dossier, drie keer overgegaan tot een schriftelijke procedure.
88
Centrum voor Europese Cultuur
Jaarverslag 2009 van het Centrum voor Europese Cultuur
Activiteiten 2009: 11 februari 2009: Lezing door professor Christoffel Waelkens: ‘Evolutie van het heelal, de aarde en het leven’. 2008 was het jaar van de aarde, en 2009 is uitgeroepen tot zowel Darwinjaar als jaar van de Sterrenkunde. Het Centrum voor Europese cultuur wou deze gelegenheid aangrijpen voor een lezing omtrent evolutie. Niemand is daarvoor meer geschikt dan één van de eigen leden van de Academie: professor Christoffel Waelkens. Hoewel zowel geologie, biologie en astronomie elk hun eigen verhaal hebben over de evolutie van de kosmos, en daarin het ontstaan van de aarde en de mens, slaagt professor Waelkens erin deze verschillende perspectieven samen te voegen tot een nieuw verhaal. De bijzonder enthousiast gebrachte lezing werd door talrijk opgekomen publiek dan ook erg gesmaakt. 18 februari 2009: Symposium: ‘voorstelling van de Acta van het international colloquium Brussels and Europe-Bruxelles et Europe’. Het Centrum voor Europese Cultuur bidet gemiddeld eens per jaar onderdak aan activiteiten die georganiseerd worden door andere instanties wanneer zij beide dezelfde verspreiding van cultuur en kennis voor ogen hebben. Op woensdag 18 februari had een dergelijke activiteit plaats, dit keer in samenwerking met Brio Brussel. Onder leiding van Els Witte en Roel De Groof organiseerde Brio eind December 2006 een colloquium omtrent de toekomst van Brussel en Europa. De Acta van dit colloquium werden op 18 februari 2009 voorgesteld, en voor die gelegenheid werden enkele grote tenoren van de Brusselse en Europese politiek uitgenodigd voor een debat. Niet alleen Mark Eyskens en Vic Anciaux, maar zelfs Slim Kallas, de vicepresident van de Europese Unie, was aanwezig. Het was duidelijk dat men vooral op vernieuwende initiatieven hoopt om de plaats van Brussel in Europa veilig te stellen.
89
Centrum voor Europese Cultuur
8 juni 2009 : Symposium over India Voor het symposium over India kwamen 4 sprekers vanuit verschillende sectoren een aspect van het land toelichten. Jan van Alphen, scientific and curatorial Director van Bozar, had het over de prototypes van de Indische beeldhouwkunst. Met en rijk geïllustreerde presentatie nam hij het publiek mee naar de vroegste vondsten van beeldjes tot de hedendaagse bekende beelden. Professor S.N. Balagangadhara, kortweg Professor Balu, is directeur van het onderzoekscentrum Vergelijkende Cultuurwetenschappen van de Ugent. De titel van zijn lezing was ‘Leiden alle wegen naar Rome? Indische spiritualiteit in een contrastbeeld’. Hij nam het publiek mee op een meer spirituele toch doorheen India, met aandacht voor de westerse visie op spiritualiteit. Als derde spreker kwam Jacques van Goethem aan bod, ere-departementshoofd bij het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen. Hij had het over de biologische diversiteit van India, de bedreiging ervan, en de mogelijke oplossingen ervoor. Tot slot sprak de heer Luc De Proost, vice-president business development bij Hansen Transmissions. Vanuit zijn eigen ervaring schetste hij de Indische economie en de verschillen en gelijkenissen met het Westerse denken over werk en economie.
10 juni 2009: Lezing door Mark Eyskens: De crisis van het werelddorp Professor Mark Eyskens hield zowel voor Vlast als voor het Centrum voor Europese Cultuur een lezing over de economische en financiële crisis. Hij maakte een scherpe analyse van de huidige situatie, de voornamelijk stilzwijgende rol die de Europese Unie heeft gespeeld, en de mogelijke oplossingen en valkuilen voor de toekomst.
17 juni 2009: Gemengd lied- en pianorecital van André Laporte Dit concert was een gemeenschappelijk initiatief van de Klasse van de Kunsten en het Centrum voor Europese Cultuur. André Laporte is zelf dan ook lid van de Klasse van de Kunsten. De uitvoering van de werken werd verzorgd door Els Crommen (sopraan), Ingen Spinette (piano-begeleiding) en Jan Michiels (piano). De componist gaf zelf uitleg bij de werken.
26 november 2009: The state of power and democracy in Europe: Comparative Perspectives Seminar in co-operation with the Academy of Finland and The Royal Academies for Science and the arts of Belgium.
90
Centrum voor Europese Cultuur
7 december 2009: Eindejaarsrecital Paul Dombrecht Hoboïst en dirigent Paul Dombrecht is een autoriteit op het vlak van de studie van historische instrumenten en de interpretatie van muziek uit 18de en 19de eeuw. Hij richtte tevens het orkest Il Fondamento op. Samen met David Van Bouwel, meester in de muziek met de grootste onderscheiding voor het eindexamen orgel, bracht hij op 7 december verschillende barokwerken op hobo en clavecimbel. Beide instrumenten waren exacte kopieën van oude instrumenten uit de 18de eeuw. Het publiek kreeg de muziek dus te horen zoals die ten tijde van haar ontstaan ook zal geklonken hebben. De nadruk in het repertoire lag op Haendel, omdat deze componist in 2009 precies 250 jaar geleden was gestorven. David Van Bouwel vertelde ondermeer dat de bekende Sarabande van Haendel eigenlijk gebaseerd is op een typisch klankpatroon dat in die tijd als basis voor improvisaties werd gebruikt tijdens decorwissels en dergelijke. Naast Haendel kwamen ook Sammartini en Geminiani aan bod.
91
Centrum voor Europese Cultuur
Commissie Centrum voor Europese Cultuur
Eyskens M., voorzitter Willems D., voorzitter KVAB Beazar G. Boenders F. Deroo H. Huys B. Storme M. Thys van den Audenaerde D.
Veretennicoff (Mevr.) I. Van Caenegem, Baron R. Vandeweghe W. (KANTL) Waelkens C. Waterschoot, W. (KANTL) Wissaert R. Dejaegher S., secretaris Schamp, baron N., vast secretaris
92
Lentecyclus
Twaalfde Lentecyclus: “Taal en gemeenschap”
De Koninklijke Vlaamse Academie organiseert sinds 1998 elk jaar een Lentecyclus. Telkens wordt in de loop van het voorjaar een welbepaald thema uitgediept in meerdere sessies op verschillende dagen, waarbij specialisten terzake bepaalde deelaspecten toelichten. In het verleden kwamen achtereenvolgens aan bod: ‘De invoering van de Euro’, ‘Belgium Quo Vadis?’, ‘Troeven en Risico’s van de Wetenschap’, ‘Media, Markt en Maatschappij’, ‘Kunst en Wetenschap’, ‘Immigratie’, ‘Vergrijzing’, ‘Kunst als inspiratiebron voor Kunst’, nogmaals ‘Kunst en Wetenschap’, ‘Kunst en engagement’ en ‘Brein, bewustzijn, geest’. Programma 6 mei 2009: Geschiedenis en toekomst van het Nederlands in België Algemene inleiding: Dominique Willems (voorzitster KVAB) – Joop Van der Horst: 'Leven zonder standaardtaal' – Wim Vandenbussche: 'Feiten en fictie over het Nederlands in Vlaanderen en Brussel, vroeger en nu' – Jef Verschueren: 'Inburgering, taalrealiteit en taalpolitiek' Moderator: Els Witte Tijdens de eerste dag werden de geschiedenis en de toekomst van het Nederlands uitvoerig belicht. Professor Joop van der Horst sprak als eerste over ‘Leven zonder standaardtaal’. In een historisch overzicht schetste hij het ontstaan van de standaardtaal en de eerste grammatica’s en spellingwijzers in de Renaissance. Van daaruit toonde hij hoe het Nederlands niet alleen in dagelijkse gesprekken, maar even goed op scholen en in televisieprogramma’s langzaam weer weg evolueert van een strikte norm. Het publiek was er dan ook erg op gebrand om te weten hoe we daar mee moeten omgaan. De stelling van Van der Horst was echter dat de evolutie wellicht niet meer tegen te houden is en dat men dus een nieuwe, misschien meer creatieve norm moeten zoeken. De tweede spreker, Wim Vandenbussche, had het over de geschiedenis van het Nederlands in Vlaanderen. De klassieke geschiedschrijving benadrukt dat Nederland al lang een serieuze standaardtaal had waar Vlaanderen nog steeds bleef steken in een verzameling dialecten, meedogenloos overvleugeld door het Frans. Op basis van archiefwerk kan echter worden geconcludeerd dat dit klassieke verhaal niet zonder fouten en misvattingen is. Wim Vandenbussche kan dan ook een pleidooi houden om de geschiedenis van het 19de-eeuwse Zuidelijk Nederlands te herschrijven.
93
Lentecyclus
Als laatste sprak Jef Verschueren over ‘Inburgering, taalrealiteit en taalpolitiek’. Hoewel hij het nut van een gemeenschappelijke taal niet ontkende, wees Jef Verschueren vooral op een aantal kwesties waarin te weinig rekening wordt gehouden met de realiteit van grootsteden, waardoor anderstaligen vaak gehinderd worden om aan bod te komen en te integreren.
13 mei 2009: Voor- en nadelen en praxis van de meertalige opvoeding. – Dominique Willems: 'Meertaligheid: mythe en realiteit' – Annick De Houwer: 'Vroege tweetaligheid: ijzers, schietgeweren en wat je eraan kan doen' – Piet van de Craen: 'Meertalig onderwijs: meer dan taal alleen' Moderator: Géry van Outryve d’Ydewalle De tweede lezingenreeks poogt een balans te geven van de voor- en nadelen van (vroegtijdige) meertaligheid en belicht de verscheidene aspecten van het meertalig onderwijs. Voorzitter Dominique Willems gaf een inleiding op de problematiek van meertaligheid, met onder meer een overzicht van het aantal talen dat in de wereld wordt gesproken, en met aandacht voor verschillende gangbare mythes over taal, zoals de idee dat er ooit een oertaal zou geweest zijn. Annick De Houwer kwam als tweede spreker, en had het over ‘Vroege tweetaligheid: ijzers, schietgeweren en wat je eraan kan doen’. Ook mevrouw De Houwer ontkrachtte enkele mythes, waaronder de veronderstelling dat talen leren voor kinderen helemaal vanzelf gaat. Hoewel kinderen inderdaad meertalig kunnen worden opgevoed, kost het leren van een taal toch altijd moeite. Daarom is het belangrijk dat kinderen voor beide talen een zekere functie zien, en dat beide talen door de directe omgeving als even belangrijk worden beschouwd. Met deze voorwaarden voor ogen kunnen kinderen zeker tweetalig worden opgevoed.
94
Lentecyclus
Als laatste spreker had Piet van de Craen het over meertalig onderwijs. In de lezing werd vooral aangetoond hoe het gebruik van meerdere talen de hersenen kan stimuleren. Eén van de meest treffende voorbeelden was een experiment dat werd gehouden aan enkele Nederlandstalige kinderen. Zij kregen twee uur per week herhalingsles rekenen in het Frans. Bij een test achteraf bleek dat de kinderen met herhalingsles in het Frans niet alleen beter waren in rekenen dan de kinderen die geen herhalingsles hadden gekregen, maar dat zij zelfs nog beter scoorden dan de kinderen die herhalingsles in hun moedertaal Nederlands hadden gekregen.
20 mei 2009: Nederlands in het veeltalig werelddorp – Els Witte: 'De wetgeving omtrent het Nederlands' – Linde Van den Bosch: 'Nederlands in de wereld' – Wannie Carstens: 'Afrikaans in 'n veeltalige Suid-Afrika' Moderator: Dominique Willems Mevrouw Els Witte sprak als eerste over de complexe relatie tussen taal en politiek in landen waar meer dan één taal gebruikt wordt en waar belangrijke taalverschuivingsprocessen zich in de loop der jaren hebben voorgedaan. Vanuit taalsociologische modellen toetste zij het Belgische voorbeeld aan de mechanismen, en voegde er de historisch evolutie sinds 1830 aan toe. Zo kwamen onder meer het ontstaan en de gevolgen van de Belgische spreektaal aan bod, de problematiek van Brabant en de evolutie van de taalwetgeving met betrekking tot Brussel. Als tweede spreker mochten we Linde Van den Bosch voorstellen, de algemeen secretaris van de Nederlandse taalunie. Zij schetste het ruimere perspectief van het Nederlands in de wereld en gaf uitleg over de functie van de Taalunie daarin. Dit gaat onder meer over universitaire neerlandistiek in de hele wereld, het onderwijs van de Nederlandse taal in grensgebieden en literair vertalen. Voor de laatste spreker moesten de oren even worden gespitst: professor Wannie Carstens, hoogleraar aan de Potchefstroomcampus in Zuid-Afrika en directeur van de Skool vir Tale, sprak immers Afrikaans. Al na enkele zinnen was het publiek echter
95
Lentecyclus
gewoon aan de verschillen en kon vlot worden gevolgd. Wannie Carstens schetste de situatie van de plaats van het Afrikaans in Zuidafrika, de grondwettelijke situatie ervan, en de grote verschillen tussen grondwet en praktijk. Het Engels is met voorsprong de grootste taal geworden in Zuid-Afrika, en terwijl er in theorie (en wettelijk bepaald) negen talen zijn in Zuid-Afrika, kan men maar zelden in zijn eigen taal geholpen worden. Professor Carstens stelde zich dan ook de vraag: “Wat is die langtermynmoontlikhede van Afrikaans in Suid-Afrika?” 27 mei 2009: Vertaalproblemen – Luc Van Haute: 'Vertaaltechnologie: bedreiging voor de vertaler of opportuniteit voor de onderneming' – Walter Daelemans : 'Automatisch vertalen tussen taalkunde en statistiek' – Brian Fox: 'Europe of Languages - Languages of Europe' Moderator: M. Eyskens Luc Van Haute is consultant bij Telelingua. Hij gaf een overzicht van de verschillende vertaaltechnologieën, en ging in op de toepassing van elk van deze vertaaltechnologieën, gekaderd in de werksfeer van de vertaler. De heer Walter Daelemans, docent computertaalkunde aan de Universiteit Antwerpen, benaderde het vertalen vanuit een andere hoek. Hij gaf een overzicht van de oplossingen die computertaalkundigen bedacht hebben om systemen voor automatische vertaling te maken. Zoals duidelijk zal zijn uit het gebruik van systemen als Babel Fish (gebaseerd op taalkennis) en Google Translate (gebaseerd op statistiek) moet er nog een lange weg afgelegd worden vooraleer dit onderzoek ook een robuuste, algemeen bruikbare technologie oplevert. Het belangrijkste probleem is dat vertaalsystemen niet de noodzakelijke kennis van de wereld hebben die nodig is om de in taal alom aanwezige dubbelzinnigheid op te lossen. Als laatste sprak Brian Fox, directeur van de Tolken van de Europese Commissie. Hij ging in op de talrijke praktische problemen waar zij voor staan. Zo worden in de EU 23 talen gebruikt, terwijl de UN het met 6 talen redt. Europeanen zijn blijkbaar heel erg gehecht aan het taal, en hoe die taal hen anders maakt dan mensen die een andere taal spreken. Ondanks, of net dóór de globalisatie lijkt taal nog gevoeliger te liggen dan vroeger.
96
VLAST
Vlaamse Academische Stem – VLAST
VLAST staat voor Vlaamse Academische Stem en is een vzw die opgericht werd in augustus 2004. Zij is een samenwerkingsverband tussen de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (KANTL) in Gent en de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten (KVAB) in Brussel. Professor Mark Eyskens is er de geestelijke vader en de voorzitter van. VLAST heeft tot doel het werk van beide Academiën te ondersteunen. Het betreft een brede waaier activiteiten, gaande van lezingen tot colloquia, congressen, tentoonstellingen, concerten en het oprichten van prijzen. Daarnaast kan VLAST, onder hun toezicht, eigen initiatieven ontwikkelen. Die sluiten vooral aan bij het cultureel aanbod in onze grote musea. Zo werden in 2008 gegidste bezoeken georganiseerd aan vijf toptentoonstellingen in onze hoofdstad. VLAST drijft overwegend op mecenaat en ontvangt hiervoor ‘schenkingen’ van mensen die het werk van de Vlaamse Academiën genegen zijn en een levendige belangstelling vertonen voor wetenschap, kennis, kunst en cultuur in al hun facetten. Gaandeweg heeft zij zich ontwikkeld tot een vriendenkring van de Academiën. Momenteel telt die een honderdtal leden. Zij vormen een keurvereniging van mensen die bijdragen aan de verankering van de Vlaamse Academiën in onze samenleving. Algemene Vergadering De algemene vergadering van VLAST vzw vond plaats op donderdag 9 april 2009. Zij heeft enkele wijzigingen in het bestuur unaniem goedgekeurd. Ambtshalve werden de zittende voorzitters van de KVAB en de KANTL in het bestuur opgenomen. De past voorzitters traden af en werden erelid. Concreet kwam dat neer op volgende wijziging: Professor Dominique Willems, voorzitster van de KVAB kreeg in vervanging van Frans Boenders een zitje in het bestuur. Idem voor professor Anne-Marie Musschoot die als voorzitster van de KANTL in het VLAST-bestuur werd opgenomen ter vervanging van de aftredende voorzitter Patrick Lateur. De heer Piet Van Wayenberge bood zijn ontslag aan als bestuurslid van VLAST. Ook hij werd erelid. Eind 2008 bedroeg het aantal leden van VLAST 95, tegenover 96 eind 2007, een status quo. De algemene vergadering legde het lidgeld voor VLAST vast op 100 €, wat een bevestiging was van de bestaande toestand.
97
VLAST
Activiteiten 2009 De VLAST- activiteiten konden in 2009 opnieuw rekenen op een flinke respons. De reactie op de uitnodigingen voor het Magritte-museum in Brussel en het museum ‘M’ in Leuven, waar een tentoonstelling was gewijd aan het werk van Rogier van der Weyden, was overweldigend. Met het gevolg dat voor beide activiteiten 2 bezoekdagen dienden georganiseerd. Een overzicht: – Van Dyck tot Belloto op 26 februari in Bozar Brussel: 78 deelnemers – Goya, Redon, Ensor op 24 april in in KMSKA Antwerpen: 37 deelnemers – Emile Claus op 4 juni in MSK Gent: 38 deelnemers – Magritte-museum Brussel op 16 oktober: 56 deelnemers – Magritte-museum Brussel op 11 december: 48 deelnemers – ‘M’-museum en van der Weyden Leuven op 3 november: 44 deelnemers – ‘M’-museum en van der Weyden Leuven op 4 november: 56 deelnemers
98
VLAST
Samenstelling VLAST
Bestuur Eyskens M., voorzitter Van Gorp H., ondervoorzitter Schamp, baron N., schatbewaarder Van Landuyt J., bestuurder Waterschoot W., secretaris Willems D., voorzitter KVAB De Keersmaeker P.
Geerts G. Offeciers M. Van de Voorde, baron A. Van den Bremt S. Van Hove L. Vandeweghe W., voorzitter KANTL Vanneste M., administratief secretaris
Ereleden De Schutter G. Boenders F. De Boodt M. Duverger (Mevr.) E.
Van Landuyt J. Van Wassenhove J. Latour P. Musschoot A-M.
Leden Anciaux V. Anderson A. Anthonissen P. Badts H. Baes P. Beazer G. Beddegenoodtzs M. Beernaert S. Blanken K. Binnemans M. Bruneel D. Bruyninckx E. Cabus-Steens (Mevr.) A.-M. De Brouwer C. De Busscher A. Deconinck F. De Graeve B. De Keuleneer E. Dekeyser X. Delcourt-Verstraeten A. De Meester P. De Mûelenaere R. De Nolf R. De Schryver J.
De Wachter (Mevr.) M. Fabre J. Frimout D. Haegemans L. Imberechts (Mevr.) J. Janssen D. Janssen P. Jaspers M. Joos R. Lannoo M. Leekens R. La Meir-Vandeputte D. Leflot J. Leroy P. Luck L. Magnus A. Meertens (Mevr.) C. Moerman A. Moortgat M. Naze-Vandewalle Notebaert A. Ooms M. Peeters K. Peeters W.
99
VLAST
Peumans H. Porteman K. Proesmans J. Raes H. Santens M. Smets U.-A. Standaert J.-M. Sterckx L. Storme M. Suy R. Thomas R. Troch P. Van Coppenolle L. Vandamme H.
Van den Balck V. Van deurzen U. Van de Wielle (Mevr.) A. Van Roost J.M. Vanvolsem-Timperman S. Van Vlassenbroeck W. Vandenplas R. Vandeputte G. Velge B. Verheecke F. Vuylsteke A. Winnock A. Woolmore K.
100
Nationale Samenwerking
Nationale samenwerking
RASAB RASAB is de koepelorganisatie van de KVAB en de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique; zij werd opgericht in 2001 om de internationale contacten op te volgen, in de eerste plaats de relaties tussen de Nationale Comités en de Internationale Unies. VLAST De Vlaamse Academische Stem vzw (VLAST) werd gesticht om de vrienden van de Academie te betrekken bij de activiteiten van de KVAB en de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. VRWB De KVAB heeft vertegenwoordigers in de commissies van de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid (www.vrwb.vlaanderen.be) en de VRWB is vertegenwoordigd in de Stuurgroep van het VLAC. FWO De Academie is vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur en het Bureau van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen. Dit is ook aanwezig in de Stuurgroep van het VLAC. Vlaams parlement De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten heeft een overeenkomst met het Vlaams Parlement om in onderlinge afspraak wetenschappelijke begeleiding te verzorgen bij bepaalde projecten.
101
Nationale Samenwerking
Nationale Comités – Jaarverslagen 2009
In het jaar 2009 hebben de Nationale Comités ongeveer 45 vergaderingen, colloquia en lezingen georganiseerd in het Paleis der Academiën. De meeste Nationale Comités waren zeer actief in het jaar 2009. Meer details kan u terugvinden in de jaarverslagen van de Nationale Comités. Op 10 september werd voor de eerste maal de ‘Annual Meeting of the National Committees’ georganiseerd, met lezingen van Elisabeth Monard, secretaris-generaal van het FWO en Véronique Halloin, secretaris-generaal van het FNRS en met een korte voorstelling van enkele nationale comités (Bodemkunde, Antarctisch Onderzoek, Biofysica, Kristallografie en Geologische Wetenschappen). Er waren een 70-tal deelnemers, waaronder vertegenwoordigers van elk nationaal comité en van de beide academiën.
Nationale Raad van de Wetenschappelijke Unies Dumortier F., voorzitter Schamp, baron N., vast secretaris (N) Hasquin H., secrétaire perpétuel (F) + de voorzitters en ondervoorzitters van de Nationale Wetenschappelijke Comités.
1. Nationaal Comité voor Antarctisch Onderzoek According to its (revised) Terms of Reference, the goals of BNCAR are defined as follows: General Terms of Reference – Forum to bring members together to share information, identify common problems and to seek collective vision and endeavors for Belgian Antarctic (and Arctic) research. – Strategy to identify scientific and operational issues of strategic importance with respect to Belgian Antarctic (and Arctic) research and activities. – Voice to express a collective vision for the future Belgian Antarctic (and Arctic) research and activities in relation to developments in Belgium, Europe and the World.
102
Nationale Samenwerking
Specific National Terms of Reference – Participate in the Belgian coordination bodies concerning Antarctic research. – Establish by means of invited speakers or surveys an overview (State of the Art) of Belgian Antarctic (and Arctic) research and activities. – Organize - whenever appropriate – manifestations, symposia etc to promote Antarctic (and Arctic) research. – Voice – whenever appropriate or necessary - our concerns about the state of the environment in Antarctica (and Arctica) within the framework of sustainable development. – Promote Polar science in general within the Belgian context. Specific International Terms of Reference – BNCAR is the official representing body of Belgium within SCAR (Scientific Committee on Antarctic Research, ICSU). This implies that BNCAR members can participate in SCAR meetings, contribute to establish the Belgian annual report to SCAR and respond to particular information requests from SCAR. – Give advice or respond on matters raised within international bodies such as the ATCM (Antarctic Treaty Consultative Meeting) and its CEP (Committee for Environmental Protection), CCAMLR (Convention for the Conservation of Antarctic Marine Resources), CCAS (Convention for the Conservation of Antarctic Seals), EPB (European Polar Board). – Promote (Belgian) Polar Science at an international level.
Meetings of the Committee in 2009 Plenary meeting of 14 October 2009 The Committee reviewed its Terms of Reference, and internal rules of procedures, discussed the opportunity to include Arctic research in its interests, expressed the need to review and renew its membership, and decided to organize a meeting devoted to the future of Belgian Antarctic Research, as well as a IPY Symposium in 2010 devoted to the contributions of the Belgian research to the achievements of the International Polar Year 2007-2009. Plenary meeting of 10 December 2009 The meeting was entirely devoted to a “Forum on the Future of the Belgian Antarctic Research” and the redaction of the Committee’s recommendations concerning the overarching themes and priorities in future Belgian Antarctic research, to be submitted to Belspo, at its requirement. In addition to the plenary meetings the Board met 4 times during the year.
103
Nationale Samenwerking
Other activities in 2009 Press and communication activities – The Secretary and several members participated in the RTBF TV series “SOS Antarctique” and VRT series “SOS Antarctica” in January and February 2009. – The Secretary participated to the documentaire “White Shadows” by Didier Volckaert on the Belgica expedition (première on 1 February 2009) and gave a interview to VTM (Pascal Vranckx) on 19 February 2009. – The Vice-Chairman, the Secretary and several members of the Committee participated to the wide-audience TV broadcast of RTBF “ Belgian SCAR representation and secretariat As usual, BNCAR has pursued its role of SCAR representative in Belgium. The National Committee prepared the annual report to SCAR covering all Antarctic-related research done in Belgium. The report is distributed to the Antarctic researchers of SCAR country members through their SCAR National Committees. BNCAR also forwarded to Belgian researchers all useful information from SCAR. Documentation and information BNCAR has continued to represent the Belgian Antarctic research by answering to information requests at Belgian or international level. The distribution of books related to Antarctica and Belgium has been pursued. On the other hand, the National Committee has continued to manage its Antarctic documentation as well as the archives of the Belgica expedition held at the Royal Belgian Institute of Natural Sciences and part of the archives of the Belgian and Belgian-Dutch Antarctic Expeditions. Future perspectives Organisation of an “International Polar Year 2007-2009 Symposium” under the auspices of RASAB and with the support of the Contact Forum initiative of KVAB, on 26 May 2010 at the Palace of the Academies. Participation to the XXXI statutory meeting of the Scientific Committee on Antarctic Research (SCAR) in Buenos Aires (30 July-13 August 2010), to the meeting of the SCAR Life Science Standing Committee and to the SCAR Open Science Conference.
2. Nationaal Comité Belqua Activities – March 3, 2009 – BELQUA annual workshop The workshop was organised by N. Mattielli (ULB) in the Palace of the Royal Academies for Science and the Arts of Belgium in Brussels. The program consisted of 15 presentations (see joined program) plus one keynote lecture given by Prof. J. Vandenberghe from the V.U. Amsterdam, on “Fluvial development: external versus internal dynamics”. More than 35 scientists attended the workshop.
104
Nationale Samenwerking
– April 2009 – EGU General Assembly in Vienna. Several BELQUA members convened sessions. CLIMATE Session CL44 - N. Fagel, M-F. Loutre and A. Hubert-Ferrari. “Assessment of climate events in lake sediments: deciphering climate, tectonic or anthropic influence” – September 17, 2009 – Annual BELQUA fieldtrip organised by Thierry Camelbeeck (Royal Observatory of Belgium). Subject: Looking for traces of the 18 September 1692 earthquake. About 20 persons attended this fieldtrip. Thierry Camelbeeck and Thomas Lecocq (PhD, ROB) guided the fieldtrip with the help of Alain Demoulin and Hervé Degée (ULg). The general background of seismic hazard in Belgium and the record of the 1692 earthquake were given at the first stop in Soiron. The traces of the 1692 earthquake in the architectural heritage were detailed. The following stops presented the morphological expression of faulting along the “Hockay fault zone” at the sites of Wesny and along the Hoëgne River. Forthcoming activities – Winter 2010 - Annual workshop. – Autumn 2010 - Fieldtrip. Appendices: – Minutes of the BELQUA NC meetings (November 2008 and March 2009) – Program of the BELQUA workshop (3 March 2009) – Guide of fieldtrip (18 September 2009)
3. Nationaal Comité voor Biochemie en Moleculaire Biologie The members of the National Committee on Biochemistry and Molecular Biology are also member of the board of the Belgian Society of Biochemistry and Molecular Biology and as such are involved in the preparation and organization of all the activities of this Society. The Society/National Committee has organized in 2009 the following three scientific meetings: •
“Biomedical glycobiology and glycobiotechnology”, April 23rd, 2009, Ghent, organized by the BMB working group glycobiology (N. Callewaert). • 201st meeting. A joint meeting with the “Groupe de contact FNRS Protéomique” and the “Groupe de contact FNRS Processus oxydatifs – antioxydants”, 15 May, 2009 in Namur. Organizers: Martine Raes, R. Wattiez, B. Knoops. More than 100 participants attended this meeting. • 202nd meeting. A Joint meeting with the Netherlands Society of Biochemistry and the German Biochemical society is scheduled for 27-30 September, 2009 in Aachen, Germany. Topic: “Signal transduction and Disease”. More than 500 participants attended the meeting.
105
Nationale Samenwerking
Possibilities were provided for young scientists to submit an abstract and to present posters about their research topics. Further information about these meetings is available at the website of the Society: http://www.biochemistry.be. The 34th Annual Congress of the Federation of European Biochemical Societies (FEBS) took place in Prague, Czeck republic, from 4-9 July, 2009. The meeting was attended by many Belgians. The Belgian delegate who participated in the Council meeting of the FEBS, was the vice-chairman of the Belgian Society for Biochemistry and Molecular Biology, Dr. Thierry Arnould (FUNDP, Namur). Prof Stalmans (KUL) is publications officer of the International Union of Biochemistry and Molecular Biology. Prof Marc De Ley (KUL) represented Belgium in the council meeting of the International Uninion of Biochemistry and Molecular Biology whic took place in Shanghai, Peoples Republic of China, 2 – 7 August, 2009. Most members of the National committee have participated in many international scientific events. However it would be impossible to provide a an extensive list of all these activities.
4. Nationaal Comité voor Biofysica Activities organized in 2009 The following events were organized: 1) A symposium on “Intrinsically Disordered Proteins” on the 9th of January at the University of Leuven, organized by Y. Engelborghs and L. Wyns, with support from the FWO-contactgroup on Protein, structure, folding and dynamics. Attended by some 70 persons. (See attached program) 2) On the 1st of April a joint meeting took place with the Belgian Physical Society at the University of Hasselt, with a session organized by the Biophysical Society. (see website; www.Biophysics.be) (See attached program) 3) at the beginning of July a 3-day symposium was organized at the University of Liège at the honor of the emeritation of Prof. Jean-Marie Frère. The symposium included the annual folding meeting. 4) The National committee worked out a Contactforum on Nanobiotechnology, originally planned for December but postponed till the 8th of January 2010. For the organization of these events, the board had a few meetings in Leuven (Lab. of Prof. Engelborghs, centrally situated for most members) but most of the organization was done by email.
106
Nationale Samenwerking
Activities planned for 2010 1) Contactforum on Bionanotechnology in the Academy Palace, Brussels the 8th of January (with about 80 participants) (See attached program) 2) Symposium about Synchrotron Radiation applied to Biological Systems Planned for April 2010 in Liège 3) The 8th Meeting on Protein Folding Planned for September 2010 in Liège 4) Summerschool on Molecular and Cellular Biophysics at the level of Single Molecules, to be organized in Leuven.
5. Nationaal Comité voor Biologische Wetenschappen The national Committee of Biological Sciences is a collaboration between the International Union of Biological Sciences (IUBS) and Belgian scientists active on the field of biological sciences. Meetings of the Committee in 2009 There have been no meetings of the Committee of Biological Sciences in 2009. General Assemblies of the Scientific Union in 2009 The general assembly of the Scientific Union, held in South Africa, was not attended by members of the National Committee. Other activities in 2009 There have been no activities organised by the Committee of Biological Sciences in 2009. Future Perspectives In 2010, the International year of Biodiversity, several activities will be planned by the National Committee of Biological Sciences, in an attempt to motivate the broad public for biodiversity topics.
6. Nationaal Comité voor Biomedical Engineering Biomedical Engineering is the multidisciplinary field concerning Engineering research, developments and applications in (bio)medicine. The Belgian National Committee on Biomedical Engineering aims to bring together the Belgian academics, students, researchers and professionals, active in the broad field of biomedical Engineering.
107
Nationale Samenwerking
The aims of the National Committee are: • Stimulating scientific and educational interactions • Linking with international organizations and societies • Representation of the Belgian academic point of view Setting up a forum for interested students and professionals. Meetings of the Committee in 2009 – dates The Committee met on: March 5th, June 19th, October 5th, December 4th – main conclusions • Continuing efforts for a yearly Contact Forum • Involving young scientists and professionals, alumni of our master programs • Continuing liaison efforts with European, world-wide associations • Need for continuing efforts in promoting research and development and an awareness of the community General Assemblies of the Scientific Union in 2009 – dates The IUPESM General Assembly took place in Munchen, during the World Congress 2009, September 8-12. – main conclusions The IUPESM Union remains an union of the IFMBE (Federation Biomedical Engineering) an of the IOMP (International Organization for Medical Physics) and is functioning as an “umbrella organization”. Good results were obtained in the ICSU action(s): t he IUPESM has set up a Health Technology Task Group (HTTG) which is intended to assist countries in defining their health technology needs, and identifying and rectifying health system constraints for adequate management and utilization of health technology, particularly through training, capacity building and the development and application of appropriate technology. Marc Nyssen has been elected as member of the IFMBE Administrative Council Other activities in 2009 – description 1. Belgian Day on Biomedical Engineering (December 4th 2009) Contact Forum with 3 invited speakers, a “short presentation” session and a poster session of new research results 2. The European liaison Day with EAMBES executive board (December 3rd 2009)
108
Nationale Samenwerking
– goals • Bring Belgian researchers in contact with internationally recognized speakers (this year's theme: patient safety) and allow them to present their work in a short presentation and poster (Belgian Day) • Evaluate the future activities of EAMBES. – attendance 75 persons attended the “Contact forum” on December 4th 2009 Future perspectives The committee aims at expanding the involvement of students and of captains of industry in the Committee's future activities. As there are now 5 “master in biomedical engineering” programs (UGent/VUB, KUL, ULB, UCL, Ulg) the Committee wants to become the meeting place for communication in between these programs (also for Phd's linked to the masters), in order to strive to a full recognition of the title “Master in biomedical engineering”. Keeping in contact with the alumni. A “Youngsters Board” was set up. Clarification of abbreviations: • IFMBE: International Federation for Biomedical Engineering: the “World Federation” • EAMBES: European umbrella association, regrouping societies and teaching/research departments • ICSU: International council of scientific unions (links with national Academies)
7. Nationaal Comité voor Fysiologie en Farmacologie Prof. Dr. V. Seutin reports on the EPHAR general assembly meeting. The European Pharmacological Society feels that it suffers from a low international visibility and their purpose is to encourage the national societies to participate more to the European meetings. A first step is to encourage the members of the national societies to participate to the next IUPHAR meeting in Copenhagen (Denmark) from 17 to 23 July 2010. Prof. Dr. J. Van de Voorde attended as the representative of our Society the IUPS general assembly during the 36th IUPS meeting in Kyoto-Japan. More than 4000 physiologists attended this successful congress and the strong collaboration with the Japanese national society was emphasized. IUPS asks the national societies to submit their candidature to organize one or more satellite symposia during the next IUPS meeting and to skip a national meeting in order to increase the attendance at their meeting. Our Society decides not to take this option as it is felt that the main purpose of our Society (to give the opportunity to young and doctoral researchers to present their results) does not interfere with the success of a big international meeting.
109
Nationale Samenwerking
Meeting Calendar March 27 2010 Autumn 2010 Spring 2011 Autumn 2011 Spring 2012
FUNDPNamur Prof. Dr. B. Flamion ULBruxelles Prof. Dr. R. Beauwens The Netherlands?/Belgium? Dutch-Belgian Pharmacol. Meeting? UAntwerpen Prof. Dr. D. Snyders UHasselt Prof. Dr. J.M. Rigo
International Meetings 12-16 September 2010 Brussels (Belgium) 13th International Conference on in vivo methods, “Monitoring Molecules in Neurosciences” Contact: e-mail:
[email protected] –
[email protected] EPHAR meetings: http://www.ephar.org/calendar.html FEPS meetings: http://www.feps.org July 17-23 2010 Copenhagen (Denmark) XVIth IUPHAR World Congress of Basic and Clinical Pharmacology http://www.Worldpharma2010.org - e-mail:
[email protected] July 21-26 2013 Birmingham (U.K.) IUPS – 37th Congress of the International Union of Physiological Sciences e-mail:
[email protected] - website: www.iups2013.org Miscellaneous – A delegation of our Society recently met the board of the Dutch Pharmacological Society to discuss the possibility to organize a common meeting. The Assembly agrees with this proposal and the Dutch Society will be informed by our Secretary general. The participation of the clinical pharmacologists of the two countries to this meeting is strongly encouraged (in Holland, they constitute a separate Society and will be contacted soon). The date and the location should be decided as soon a possible. The financial implications will be examined. In case the meeting is organized in Brussels, the RASAB (The Royal Academy of Sciences and Arts of Belgium) should be asked for financial support of the organisation. – The idea to help the Dutch Pharmacological Society in the organisation of the 2016 EPHAR meeting (in case the Dutch bid is accepted by EPHAR) is also discussed. The agreement is that our Society would be very happy to be a partner in the organisation of this meeting. However, it is felt that our participation should be restricted to the organisation of the scientific programme, as our Society does not have the capacity to take part in the financial aspects of such an event.
110
Nationale Samenwerking
8. Nationaal Comité voor Geodesie en Geofysica Belgium was among the 9 countries who established the International Union of Geodesy and Geophysics (IUGG) on July 28, 1919 in Brussels. The Belgian National Committee for Geodesy and Geophysics (BNCGG) was created shortly after in 1921. The running expenses were covered until 1950 by the National Cartographic Institute and later on by Royal Academy of Belgium, now split into "Koninklijke Vlaamse Academie van Belgïe voor Wetenschappen en Kunsten" and "Académie Royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique". The BNCGG serves as a link between IUGG and the Belgian scientists working in the fields of Geodesy and Geophysics. This activity reaches a climax every four years at the IUGG general assemblies. The BNCGG is charged to propose to the Academy the national representatives to IUGG and to its eight Associations, as well as to designate the national delegates to the IUGG and Association assemblies: International Association of Cryospheric Sciences (IACS); International Association of Geodesy (IAG ); International Association International Association International Association International Association International Association International Association
of of of of of of
Geomagnetism and Aeronomy (IAGA); Meteorology and Atmospheric Sciences (IAMAS); Hydrological Sciences (IAHS); the Physical Sciences of the Ocean (IAPSO); Seismology and Physics of the Earth Interior (IASPEI; Volcanology and Chemistry of the Earth Interior (IAVCEI).
The BNCGG regularly organises conferences by well-known Belgian or foreign scientists with the aim to promote interdisciplinarity and a system-oriented approach to the Earth sciences. The BNCGG also tries to encourage the participation of young scientists to the IUGG and Association General Assemblies by attributing grants. In parallel with the BNCGG there exists since 1955 an "Association sans buts lucratifs de droit belge" called "Comité National Belge de Géodésie et de Géophysique", with its official seat at Brussels. It administers the finances of the Committee. Meetings of the Committee in 2009 During 2009, the BNCGG held one General Assembly (22.01.2009) and two other meetings (27.04.09 and 18.06.09) with several talks. The following talks were given to the Committee:
111
Nationale Samenwerking
22.01.09 At 15h00 Prof. Eric Deleersnijder (UCL) presented a talk in English entitled: "The unreasonable effectiveness of dimension reduction in complex geophysical flow modelling: How to reduce the number of degrees of freedom of a complex model by a factor of 1000 or more." 24.07.09 At 14h00 Mr. Clovis Jacinto de Matos (ESA), presented a talk in English entitled: "Scientific Research and Global Navigation Satellite Systems." "The earthquake activity in central Belgium since July 2008." 18.06.2009 A meeting was organized in collaboration with the Solar-Terrestrial Center of Excellence in the form of a mini-symposium on the occasion of the visit of Prof. Eugene Parker, who discovered the solar wind. 14:05 Introduction to solar/stellar winds, J. Lemaire (BISA) 14:25 The kinetic structure of 1D and 2D magnetic discontinuities, M. Echim (BISA) 14:45 Stellar X-ray emission and spontaneous discontinuities in magnetic fields, E. Parker (U Chicago) 15:45 Coffee break 16:00 EUV imaging of the solar corona, D. Berghmans (ROB) 16:30 Large scale modeling of CMEs, G. Lapenta (KULeuven) Prof. Eugene Parker from University of Chicago presented a talk in English entitled: "Stellar X-ray emission and spontaneous discontinuities in magnetic fields.”
General Assemblies of the Scientific Union in 2009 Inside the International Union of Geodesy and Geophysics (IUGG) there are seven associations (see Goals of CNBGG). For each of them, there is a National Representative who can vote for Belgium during the General Assembly of the Association.
112
Nationale Samenwerking
– Johan De Keyser attended the IAGA 2009 scientific assembly (Sopron, Hungary, August 23-30, 2009) as Belgian delegate (http://www.iaga2009sopron.hu/). – Carine Bruyninx attended the IAG 2009 scientific assembly (Buenos Aires, Argentina, August 31 – September 4, 2009) to replace the Belgian representative Véronique Dehant. – Belgian delegates were also present at the joint IAMAS, IAPSO and IACS meeting (Montréal, Canada, July 19-29, 2009).
These assemblies settled some internal affairs, such as changes in the secretaries of the Associations (e.g. for IAGA), the designation of locations for future assemblies, a preview on the 2011 IUGG Assembly in Melbourne, … Also, a number of formal statements or recommendations have been issued at these assemblies, in order to promote or endorse certain research and public outreach activities. Please refer to the websites of the Associations for specific details. Other activities in 2009 The BNCGG sponsored the International Year of the Planet Earth with activities in Belgium from 2007-2009 (http://we.vub.ac.be/~dglg/Web/IYPE/IntroIYPE.html). The purpose of the International Year of the Planet Earth was to: • • • • • • • • • •
Reduce risks for society caused by natural and human-induced hazards Reduce health problems by improving understanding of the medical aspects of Earth science Discover new natural resources and make them available in a sustainable manner Build safer structures and expand urban areas, utilizing natural subsurface conditions Determine the non-human factor in climatic change Enhance understanding of the occurrence of natural resources so as to contribute to efforts to reduce political tension Detect deep and poorly accessible groundwater resources Improve understanding of the evolution of life Increase interest in the Earth sciences in society at large Encourage more young people to study Earth science in university
Several activities (described on http://we.vub.ac.be/~dglg/Web/IYPE/IntroIYPE.html) were organized for the large public. Future perspectives – The XXV General Assembly of IUGG will be held on June 27 - July 8, 2011, in Melbourne, Australia (http://www.iugg.org/assemblies/2011melbourne/).
113
Nationale Samenwerking
9. Nationaal Comité voor Geografie “Het Comité verenigt de geografen van de Belgische universiteiten, verzekert de uitstraling en verdediging van de geografie in de Belgische wetenschappelijke wereld, ontwikkelt de banden tussen de Belgische geografen en de internationale geografie, draagt zorg voor de verspreiding van de geografische wetenschappen in het secundair onderwijs en, in samenwerking met de verenigingen leraars, omkadert de werkzaamheden van de Nationale Atlas van België” Meetings of the Committee in 2009 – dates: 14-02-2009, 17-10-2009 – discussion topics: 1.1. competences of the students in geography FR : Le point de vue du Comité National de Géographie quant à l’équivalence des diplômes est souhaitable. Surtout après le bachelor, les étudiants se dirigent de plus en plus vers d’autres études. Tant les étudiants du bachelor en géographie qui ne poursuivent pas le master en géographie que les étudiants venant d’autres formations choisissent la géographie ou des cours du master en géographie et ce sans posséder la base nécessaire. Les étudiants font du « shopping » dans plusieurs universités. Il a été constaté qu’en France le master en géographie est à peine suivi, contrairement à l’aménagement du territoire. Ce problème est particulièrement prononcé dans les formations francophones en géographie. Les bachelors français en géographie sont autorisés dans certaines universités belges à suivre un master sans avoir bénéficié d’une formation de base dans le domaine des sciences naturelles alors que dans d’autres, ils doivent suivre les cours de mathématique, physique, chimie, biologie…pour pouvoir accéder au master. Des problèmes similaires se posent également en Flandre. NL: De visie van het Nationaal Comité op de equivalentieverklaring van diploma’s. Vooral na de bachelor kiezen studenten steeds meer andere richtingen. Dit geldt zowel voor studenten uit de bachelor geografie die niet doorstromen naar de masters geografie, als voor studenten uit andere richtingen die in de master of er opleidingsonderdelen volgen. De bestaande overbruggingsprogramma’s worden afgezwakt door vrijstellingen, o.m. studieduurverkorting (waarbij een master in één jaar behaald kan worden). Studenten shoppen ook meer tussen universiteiten. Er wordt vastgesteld dat in Frankrijk er nauwelijks nog master geografie gevolgd wordt, maar meer master ruimtelijke planning, enz. Dit probleem is vooral uitgesproken in de Franstalige geografie-opleidingen. Zo worden bachelors geografie uit Frankrijk toegelaten tot de masteropleidingen in België zonder de nodige (natuurwetenschappelijke) basisopleiding. Gelijkaardige problemen komen voor in Vlaanderen.
114
Nationale Samenwerking
1.2. lack of teachers in geography FR : On demande de prêter attention à la formation d’enseignants du secondaire. Il y a dans l’enseignement secondaire un manque important d’enseignants en géographie et les enseignants diplômés dans d’autres disciplines enseignent la géographie. Les enseignants en géographie doivent bénéficier d’une base élaborée. NL : Men vraagt aandacht voor de opleiding van de leraars in het secundair. Er is een groot gebrek aan leraars aardrijkskunde en heel wat opgeleiden uit andere richtingen verzorgen het geografieonderwijs. Aardrijkskundeleraars moeten over een geode basis beschikken. 1.3. publication ‘culture’ FR : On constate en général qu’en Belgique l’intérêt de publier dans des revues A1 (Web of Science) est plus grand qu’à l’étranger et que les normes sont strictement appliquées ce qui désavantage les géographes belges. NL : Algemeen wordt vastgesteld dat in België het belang van publiceren in A1tijdschriften (Web of Science) veel groter is dan in het buitenland en als strenge norm wordt toegepast, hetgeen de concurrentiepositie van Belgische geografen benadeelt. 1.4. diploma recognition Met betrekking tot de tewerkstellingskansen van de nieuwe masters geografie is het nodig de overheden en potentiële werkgevers te informeren over de capaciteiten van de geografen en te bepleiten om ook de nieuwe diplomabenamingen op te nemen bij de diplomavereisten voor nieuwe jobs. 1.5 sub-commissions 1.5.1. Subcommission Geomorphology. Voor de Belgian Association for Geomorphology (BAG) stuurde de secretaris het rapport van 2008-2009 in het Engels op (in bijalge verslag zitting 17 oktober 2009). Te noteren valt de wijziging in het bestuur: J. Poesen is voorzitter, A. Dumoulin vicevoorzitter. 1.5.2. Subcommission Carto-GIS Het sub-comité vergaderde op 23 juni te Brussel met als belangrijkste doelstelling de Belgische vertegenwoordiging op het International Cartographic Congres te Santiago (Chili), november 2009, te bespreken. De mogelijkheid om verschillende Belgische werken op de tentoonstelling voor te stellen, i.h.b. de facsimile uitgave van de Ferrariskaart, werd besproken. In Chili waren naast Frank Canters (VUB) en Philippe De Maeyer (UGent), alsook drie medewerkers van het NGI aanwezig.
115
Nationale Samenwerking
Op 3-5 juli organiseerde te Gent het sub-comité i.s.m. de UGent de 15th INTERCARTOINTERGIS. Dit congres ging eerst van 29 juni - 1 juli in Perm (Rusland) door en zette dan begin juli zijn activiteiten in Gent verder. Het congres werd gevolgd door twee workshops (thema’s: cartogarphy and sustainable development; production management) op 6 juli. Het sub-comité stelt vast dat de bijdrage tot de ICA een probleem blijft en slechts kan worden verzekerd dankzij de goodwill van de leden van het sub-comité. Het ware wenselijk dat er binnen België structurele oplossingen en kanalen zijn om dit soort bijdragen aan erkende internationale organisaties en verenigingen te betalen. 1.5.3. Subcomission National Atlas Dankzij het programma ‘ATLAS’ van Federaal Wetenschapsbeleid wordt de Derde Atlas van België gerealiseerd. Deel 2, ‘Landschappen, platteland en landbouw’ en deel 4 ‘Wonen’ verschijnen in het tweede trimester 2010 in beide landstalen. De overige delen (‘Economische geografie’, ‘Steden’ en ‘Bevolking’ zullen in de tweede jaarhelft van 2010 verschijnen indien de financiering voor het uitgeven ervan door Federaal Wetenschapsbeleid kan geregeld worden. Parallel loopt er, dankzij een andere financiering van Federaal Wetenschapsbeleid, een eerste fase van een project ‘Web-ATLAS’ uitgevoerd door de professoren J.P. Donnay (ULg) en P.De Maeyer (Ug). Dankzij dit project zal niet alleen de actualisering mogelijk zijn van sommige kaarten van de papieren versie maar zullen ook andere kaarten kunnen toegevoegd worden. De eerste fase van het project zal voorgesteld worden medio 2010. Het project zal in de loop van 2010 en van 2011 verder uitgewerkt worden. General Assemblies of the Scientific Union in 2009 C. Vandermotten deelt mee dat het tweede EUGEO congres een succes was (Bratislava). Het is trouwens een algemene vaststelling dat Belgische geografen ondervertegenwoordigd zijn op geografiecongressen. Als oorzaken worden hier de toenemende specialisatie aangehaald, met deelname aan meer gespecialiseerde congressen die dikwijls gelijktijdig lopen. Ook de beperkte financieringsmogelijkheden voor deelname binnen Europa spelen een rol, evenals de voorkeur om deel te nemen aan bijeenkomsten waar publicatie in A1-tijdschriften in het vooruitzicht heeft gesteld (ISI web of knowledge). Algemeen wordt vastgesteld dat in België het belang van publiceren in A1-tijdschriften (Web of Science) veel groter is dan in het buitenland en als strenge norm wordt toegepast, hetgeen de concurrentiepositie van Belgische geografen benadeelt
Other activities in 2009 (1) Journées Belges des Géographes / Belgische Geografendagen, October, 24-25, ULB Brussels
116
Nationale Samenwerking
Binnenkort verschijnt de publicatie in Belgeo van zeven artikels uit de ca. 80 presentaties die gehouden werden op de Belgische Geografendagen in Brussel 2009. De nochtans zeer interessante Ronde Tafel discussie rond de didactiek werd niet opgenomen omwille van het vaste publicatieformaat. (2) 15th INTERCARTO-INTERGIS, July 3-5, 2009 Gent by sub-commission Carto-GIS, followed by two workshops (cartogarphy and sustainable development; production management). Future perspectives 1. 2012 active participation of members of Committee in the IGU meeting in Köln 2. Journées Belges des Géographes / Belgische Geografendagen 2010 3. continuation des activités par le biais des sous-comités
10. Nationaal Comité voor Geologische Wetenschappen The Comité National des Sciences Géologiques / Nationaal Comité voor Geologische Wetenschappen aims at promoting and co-ordinating the activities of academic and scientific institutions in all fields of geology. It also interacts between these institutions and others actors, especially governmental (federal, regional) agencies. The CNSC/NCGW is the national contact point for the International Union of Geological Sciences. It co-ordinates the activity of a number of commissions and working groups: the Commission Nationale de Stratigraphie / Nationale Commissie voor Stratigrafie (divided in specific subcommissions) and the Groupe de Travail Géologie Structurale / Werkgroep Structurele Geologie. Meetings in 2009. Two ordinary meetings were held: May 5th and November 7th, for which reports are available. Assembly of the Scientific Union. Prof. N. Vandenberghe has participated to the statutory meeting of the IUGS in Oslo. Most significant to our commission is the statement by the IUGS that there is a lack of co-operation (and preparative work) between the different subcommissions of stratigraphy so that they are never able to reach an agreement during the meetings. Annual meeting of the National Committees (10 Sept. 2009) Prof. N. Vandenberghe has presented the activities of the CNSG/NCGW at that meeting, stressing the role of the commission on stratigraphy.
117
Nationale Samenwerking
Other activities in 2009. The committee has continued its support to activities in the frame of the IYPE (International Year Planet Earth) initiated by institutions, universities and other administrations (a.o. touristic activities) (http://anneedelaterre.be). More than 20 events have been organized (of which 11 directly sponsored by the Flemish government). Noteworthy in 2009 was the participation of a Belgian representative and two students (winners of a contest) to the"Planet Earth Lisbon Event 2009" in Lisbon, Portugal 20 - 22 October 2009, which was the closure event of the IYPE (http://www.planetearthlisbon2009.org/).
11. Nationaal Comité voor Kristallografie De eerste vergadering werd gehouden op 18 maart 2009. Tijdens deze vergadering werd de organisatie van het Fifth Belgian Crystallography Symposium BCS-5 als zeer positief geëvalueerd. Tevens werd een overzicht gegeven van de inschrijvingen en voorbereidingen bij de Belgische Kristalgroeiwedstrijd 2009 en werd het programma van de prijsuitreiking in het Paleis der Academiën op 13 mei 2009 vastgelegd. Tijdens deze vergadering werd eveneens de samenstelling van het Comite aangepast. De leden Alain Jonas, Savvas Savvides en Dominique Schryvers werden vervangen door Michele Sferrazza, Frank Blockhuys en Lazlo Vincze. Het nieuwe bureau is als volgt samengesteld: Dirk Poelman, voorzitter, Paulette Charlier, ondervoorzitter, Luc Van Meervelt, secretaris en Johan Wouters, adjunct-secretaris. Tenslotte werd de Belgische vertegenwoordiging tijdens de en Council Meeting van de European Crystallographic Association (ECA) te Istanbul besproken. Tijdens de tweede vergadering die plaats vond op 14 oktober 2009 bracht Bernard Tinant en Luc Van Meervelt verslag uit van de Council Meeting en de Executive Committee meeting van de European Crystallographic Association (ECA) gehouden te Istanbul. De voorbereidingen van de tiende editie van de Belgische Kristalgroeiwedstrijd in 2010 en de zesde editie van het Belgian Crystallography Symposium (BCS-6) werden opgestart. Het Nationaal Comité voor Kristallografie organiseerde in 2009 met steun van beide Academiën en de firma Chem-Lab een succesvolle negende editie van de Kristalgroeiwedstrijd voor leerlingen uit het secundair onderwijs (zie ook website http://www.chem.kuleuven.be/bcc/). Voor deze editie werd kaliumdiwaterstoffosfaat (KDP) als te kristalliseren verbinding gekozen. De jurering van de ingezonden kristallen vond plaats op 25 april 2009 te Namen. Op 13 mei 2009 vond in het Paleis der Academiën de officiële prijsuitreiking plaats. Prof. Em. Hugo Decleir (VUB) gaf een interessante lezing over ijskristallen en onderzoek in het Prinses Elisabeth station op de Zuidpool. Bernard Tinant en Joke Hadermann vertegenwoordigden het Comité tijdens de vergaderingen van de European Crystallographic Association te Istanbul. Luc Van
118
Nationale Samenwerking
Meervelt nam als lid van het Executive Committee van de European Crystallographic Association, samen met Frederique Hatert (ULiège) als voorzitter van SIG5 – Mineral and Inorganic Crystallography, eveneens deel aan deze vergaderingen.
12. Nationaal Comité voor Logica, Geschiedenis en Filosofie van de wetenschappen. According to the mission of the National Committees, as stipulated in the Royal Decree of 2 April 1979, the National Committee aims to promote and coordinate research activities on Logic, History and Philosophy of Science in Belgium, primarily with regard to the international representation of Belgian scholarship in the International Council of Scientific Unions. The National Committee is the Belgian member of the International Union of History and Philosophy of Science (IUHPS), both of its Division for History of Science and Technology (DHST) and its Division of Logic, Methodology and Philosophy of Science (DLMPS). In practice the National Committee acts along three axes: – to represent Belgian scholarship on the international level by being present as a member or spokesperson with international organizations (IUHPS, European Society of History of Science) – to coordinate Belgian scholarship by setting up collaborations and joint projects with other institutions (National Center for the History of Science [KBR], Gewina [Belgian-Dutch Society for the History of Universities and Science], BSLPS [Belgian Society for Logic and Philosophy of Science]) – to promote the integration of historical and philosophical studies of science Meetings of the Committee During 2009, the Committee has organized two general meetings, on 18 February and on 7 October. At these meetings, scientific papers were presented and administrative matters were discussed. On February 18, Dr Yaël Nazé (FRS-FNRS, Liège) presented a lecture on “The second copernican revolution and the beginning of modern astrophysics.” On October 7, lectures were presented by Kenneth Bertrams (ULB), “Comment concilier histoire ‘interne’ et histoire ‘externe’? Le cas du groupe Solvay.” and Pieter Thyssen (K.U.Leuven), “De Problematische Accommodatie van de Zeldzame Aarden in het Periodiek Systeem. Een Historische Analyse van 1869 tot nu.” During these meetings, discussions were held relating to BESTOR and the Belgian representation at the General Assembly of IUHPS/DHST at Bucharest (see below). On October 7, the deceased member Fernand Hallyn and honorary member Paul Bockstaele were commemorated. The Committee also started the organization of the Young Researchers Days II, to be held in 2010.
119
Nationale Samenwerking
General Assembly of IUHPS/DHST The General Assembly of IUHPS/DHST was held at Bucharest, during the XXIIIth International Congress on History of Science and Technology (Bucharest, 28 July2 August). The Committee was represented by Geert Vanpaemel and Brigitte Van Tiggelen. A report of the General Assembly was presented at the National Committee during its meeting of October 7. The General Assembly adopted a new system for calculating the dues of members, based on the GDP of countries. Countries are divided in categories according to the contribution they pay. These categories determine the number of votes in financial decisions. For Belgium, the membership contribution of 800 euros was transformed into 1000 US$ (a decrease). As this amount is higher than what should be paid according to the new rules, Belgium asked for and obtained its integration into a higher category. At the General Assembly a new board was elected, and the location of the next International Congress in 2013 was chosen (Manchester). Other Activities in 2009 In 2009, the National Committee obtained subsidies from Federal Science Policy (BELSPO) for its project on Belgian Science and Technology Online Resources (BESTOR). On 1 September, the project could actually take off with the appointment of a scientific collaborator (Alix Badot), who set up office in the KVAB. The project is counseled by a steering group, with delegates from the National Committee (Geert Vanpaemel, Carmélia Opsomer), RASAB (repr. by Sofie Vanthournout), BELSPO (repr. by Bertha Depoorter), universities (Isabelle Rothier [UGent] and Didiere Devriese [ULB]) and other scientific institutions (Brigitte Van Tiggelen [National Center of History of Science, KBR]). The direct supervision of the project is in the hands of Geert Vanpaemel. ICT support is provided by the Faculty of Arts (K.U.Leuven). The project was presented to the National Committee during its meeting on 7 October. It consists of a biographical database of members of the Class of Science of the Academy since 1816, presented in a Wikipedia format (Mediawiki software). The biographical articles contain links to other biographical articles, to articles on institutions, and to electronic resources found on the internet (e.g. publications). The first months of the project were spent in developing the format and installing the required digital platform. Some twenty articles were ready by the beginning of 2010. The subsidies accorded by BELSPO for 2008 and 2009 were partially paid during 2009. For this reason the project has been slow to start, in order not to spend money that has not been received yet. As it is now, the financial situation makes it possible to expand the efforts and to foresee that its financial support will take it at least into 2011. Future Perspectives On 27 March 2011 the Committee will organize a joint meeting with the National Center for History of Science (KBR) and Gewina, where Belgian scholarship and projects will be presented on a Belgian-Dutch forum.
120
Nationale Samenwerking
On 6-7 December 2010 the Committee will organize, in collaboration with the Belgian Society for Logic and Philosophy of Science the second Young Researchers Days. During these days young (doctoral and post-doctoral) researchers will have the opportunity to present their work to the scholarly community. Four invited international speakers will address actual developments in the fields of history and philosophy of science, in particular relating to the opportunities for developing common perspectives and mutual collaboration. The Young Researchers Days respond to the aim of the Committee to restore the connections between historians and philosophers of science, which has been lost in the last decades. The project BESTOR will be enlarged by the appointment of a second collaborator. A new application for subsidies will be submitted to BELSPO. During 2011 an election procedure for new members will be organized. Furthermore, the representation of Belgium at the General Assembly of IUHPS/DLMPS in 2012 will be prepared.
13. Nationaal Comité voor Mechanica The Committee aims to promote the Mechanical Engineering through inter-university Students and Staff exchanges, organisation of a bi-annual NationalCongress of Theoretical and Applied Mechanics , organisation of a Doctoral School (GrasMech), development of relationships with European and International Mechanical Engineering Institutions or Initiatives (ECCOMAS, EURASEM, a.o;) Meetings of the Committee in 2009 – dates: 16 April 2009, 28-29 May 2009 – main conclusions: successful Congress 2009, lack of PhD candidates for ECCOMAS, continuous evolution of PhD GrasMech School, poor results from EURASEM, successful intervention of NCTAM related to the new statuses of ECCOMAS, free discussion on new KVAB fourth Class, initiation of a GrasMech-Eureka event (November), EURASEM meeting in Brussels (November) Other activities in 2009 Description: National Congress of NCTAM – Goal: Research activities information exchange (PhD a.o) – Attendance: 105 papers Description: GrasMech courses: – Goals: education PhD in: 1. Introduction to Computational Fluid Dynamics (J. Vierendeels, E. Dick, B. Merci (UGent)): September 2009 2. Advanced continuum mechanics, (F. Dupret (UCL), J.P. Ponthot (ULg)): October-November 2009
121
Nationale Samenwerking
3. Nonlinear _nite elements, (S. Cescotto (ULg)): November-December 2009 – Attendance: about 10 students /course Description: GrasMech Environmental Engineering (coupled with Eureka conference ETE’2009) – Goals: international exchange R&D and testing engineering techniques – Attendance: 54 Future perspectives IUTAM: Symposium Analysis and simulation of Human movement will be organized by the KUL in 2010 ECCOMAS 2010: call for Phd candidates GrasMech courses 2010:at least: a) Advanced turbulence modelling, C. Benocci (VKI), D. Carati (ULB), C. Lacor (VUB), B. Merci (UGent), G. Winckelmans (UCL)): February-March 2010 b) Basic Computational Fluid Dynamics: introductory course { RANS, (C. Lacor (VUB), E. Dick (UG)): April-May 2010 GrasMech POSTER session 2010
14. Nationaal Comité voor Microbiologie The meetings of the NCM were joint meetings with the board of the Belgian Society for Microbiology (BSM), of which some members are also member of NCM and all members of NCM are involved in the advisory board of BSM.
Meetings of the Committee in 2009 – dates: 20th March 2009; at the SCK (H. Debroux avenue 40 Brussel) Agenda NCM: Adaptations NCM committee after retirement of some members. (see above). BSM & NCM: organisation of 2009 Symposium Discussion on the proposals for the next BSM symposium in 2009 Mainly two proposals were discussed: (Synthetic biology vstel J. Vanderleyden and a proposal, based on the proposals of Nico Boon: analysing complex microbial communities).
122
Nationale Samenwerking
The board concluded that 'Synthetic biology' suits better for a shorter event (less than one day, e.g. an afternoon or an evening). Jef Anné will discuss the possibilities with Jos Vanderleyden for a separate organisation in Leuven, with the support of BSM. The finally selected proposal resulted in the following title for the symposium Analyzing complex microbial communities Practical organisation: We need 5 speakers: 3 more general speakers in the morning session (one for virology and two for bacteriology), 2 speakers in the afternoon session (one for virology and one for bacteriology) a. Tom Coenye will contact Vincent Denef (at this moment in Berkeley Californy) concerning Proteomics (we need a title, available period and a short CV before the 20th March) b. Jef Anné contacts a possible speaker from Cambridge (Kell Douglas? Or Roy Goodacre) Title, and availability. From additional information after the meeting (see appendix), it appears that Roy Gooacre is most probably best suited. c. Pierre Cornelis will contact Jeroen Raes (he obtained recently an Odysseus grant in Pierre’s laboratory)/ Title (subject: microbiome of the gut) and availability, short CV -> Jef Anné before 20th March d. Jef Anné will contact Herman Favoreel and Alain Vanderplasschen for suggestions of two speakers in the context of the proposal – one general speaker for virology in the morning and one in the afternoon. Jef Anné will submit the forms for financial support from the Academy, and FWO while Beata Wolucka (in contact with Jef, for the program etc) will submit the forms for FNRS support. Paul De Vos and Pierre Cornelis need to provide Jef Anné with an updated CV for FNRS/FWO applications. Info on the suggested speakers &- subjects as available today Metabolomics group of Goodacre (Jef) Possible aternative speaker for metabolomics (Jef) /Nature/ *455*, 1054-1056 (23 October 2008) | doi:10.1038/4551054a; Published online 22 October 2008 "Systems biology: Metabonomics" Jeremy K. Nicholson^1
& John C. Lindon^1 Jeremy K. Nicholson and John C. Lindon are in the Department of Biomolecular Medicine, Imperial College London, Sir Alexander Fleming Building, South Kensington, London SW7 2AZ, UK
123
Nationale Samenwerking
Date of the symposium: 4 of 11 December 2009; Jef Anné controls the availability of the accommodation at the Academies. – Main conclusions: the symposium was a scientific success that was attended by 220 participants. – A pdf file of the symposium program is included Future perspectives – Meeting of 17th of February 2010 at the SCK – Brussels H. Dubroux avenue 16.30 , together with the Executive committee of BSM – A separate NCM meeting will be organised in spring of this year in order to formally adapt the composition of the NCM. – Aproval of the NCM report: the report will be discussed at the meeting of 17th of February 2010 (comment: the report has been approved as well as the proposed composition of the committee).
15. Nationaal Comité voor Natuurkunde The Belgian National Committee on Pure and Applied Physics has been created by the Royal Academies for Science and the Arts of Belgium (RASAB). It contributes to the promotion and coordination of Belgian activities concerning Pure and Applied Physics. At the international level it ensures Belgium’s representation in IUPAP, the International Union for Pure and Applied Physics. Its activities can be followed on the website http://www.bncphys.be. 2009 Meetings of the Committee Meetings were held on January 24, April 21 and November 09. The main interest points of these meetings were: a. Updating of the composition of the NCPAP. Two new members were nominated to and approved by RASAB. They are Prof. Robert Sporken of FUNDP and Prof. Alexander Sevrinof VUB. b. Preparation and Debriefing of the 2009 Colloquium (see 5). Representation of Belgian Physics at IUPAP The last general Assembly of IUPAP took place on October 14-18 2008 in Tsukuba (Japan). The next meeting will be in 2011, and the NCPAP will actively prepare in the coming year the submission of Belgian representatives in the various IUPAP commissions. The 2009 colloquium of the NCPAP The NCPAP organises on a bi-annual basis colloquia, aiming to highlight the state of the art in a specific domain of physics. The 2009 colloquium was organised, with the help of RASAB, in the Palace of the Academies on September 19, 2009, was entitled “Light: At the forefront of Physics,” and featured the following speakers:
124
Nationale Samenwerking
Prof. J. BAUDON (Univ. Paris 13): La lumière: une très longue mais passionnante histoire. Prof. C. WAELKENS (KULeuven): Licht uit het Universum. Prof. J.M. RAIMOND (Univ. Paris 6): Seeing photons without destroying them. Prof. H. THIENPONT (VUB): Photonics: Light to improve the quality of life. The quality of the presentation was very high and generally applauded by the about 100 participants. In the margin of the colloquium the Belgian research groups working in the thematic area of the event were invited to present their endeavors and ten groups effectively seized this opportunity. Future perspectives An important preoccupation in 2010 will be the replacement of Prof. P-H Heenen and Prof. F. Brouillard as members and of the latter also as vice president. The secretariat will also change in 2010, since Prof. Herquet has asked to be replaced in this function. Other significant items will be the preparation of the 2011 NCPAP colloquium on “Cosmology” and the IUPAP 2011 General Assembly.
16. Nationaal Comité voor Oceanologie The Committee deals with all topics related to research and education in the field of Oceanography. It is an interdisciplinary community involving hydrodynamicists, chemists, geologists, biologists working in estuarine and coastal systems as well as in open oceans in cold, temperate and tropical environments. Meetings of the Committee in 2009 – May 8th, 2009 – See PV of the meeting in attachment Other activities in 2009 – Preparation meeting for the organization of the Ocean School 2010 Symposium. – We seek to invite scientists in charge of educational programmes in ocean sciences worldwide to come to Belgium, share their experience, draft a "state of education in ocean sciences" and develop synergies and cooperation. At the same time, this symposium can act as showcase of the offer and initiatives in Belgium. The success of such event is largely dependent of the input and networks of the members of the Committee, to attract the right people. Future perspectives The Committee organizes in cooperation with VLIZ, the Symposium Ocean School 2010 on February 16 & 17 in Oostende.
125
Nationale Samenwerking
17. Nationaal Comité voor Psychologische Wetenschappen Minutes of the meeting of May 9th, 2009 At the meeting: S. Brédart, A. Cleeremans (Deputy Secretary-General), D. Hermans, B. Rimé, G. van Outryve d’Ydewalle (Secretary-General), F. Van Overwalle, L. Verhofstadt-Denève (Vice-President). Apologies:, G. De Soete, J. Morais (President), M. Richelle, E. Soetens, A. Vandierendonck,. In the absence of the President, G. van Outryve d’Ydewalle chairs. 1. Approval Minutes of Meeting of December 3rd, 2008 The minutes are approved. 2. Report of the Best Thesis Award jury The candidates pre-selected by BAPS for the Best Thesis Award were Stefanie Adriansens (UG), Leen Bastiaasen (VUB), Florine De Brouwer (ULB), & Astrid Vermeiren (UG). Frank Van Overwalle, who presides the jury, reports on the deliberations on behalf of its members, Paul de Boeck, Bernard Rimé, and Wim Gevers. The winner of the Best Thesis Award is Astrid Vermeiren for a thesis supervised by André Vandienrendonck at Universiteit Ghent. The committee thanks the jury for their efforts. 3. Membership In light of the passing away of Paul Bertelson, a new member from ULB has to be identified. It is proposed that the point be postponed to the next meeting. 4. Preparations of the Emotion meeting to be held on October 23rd, 2009 D. Hermans and B. Rimé report on the organisation of the meeting dedicated to “Changing Emotions”. A website has been developed and is presented to the committee. The program is discussed. Speakers include personalities from Belgium (Agnès Moors, UG; Vincent Yzerbyt, UCL; Batja Mesquita, KUL) and from abroad (Tim Dalgleish, Cambridge; Linda Levine, UC: Irvine; Niko Frijda, Universiteit Amsterdam; James Pennebaker, University of Texas) who will cover the topic from different perspectives. The committee congratulates the organizers for a truly outstanding selection of speakers. The funding situation is promising, with grants requested from the FWO, from the F.R.S.-FNRS, from the Academy, and from the Brussels Region. The meeting will take place in the Espace Baudouin in the Royal Stables of the Palace of the Academies, with the
126
Nationale Samenwerking
poster session taking place in the Atrium. A small fee will be requested from participants. As a new initiative, a poster session will also be organized so as to offer an opportunity for participants to present their work. Information about the meeting will be sent out to different outlets, including the BAPS website and the BAPS meeting, the Federation, and relevant international mailing lists. It is expected that the proceedings of the Meeting will appear in the form of a book, possibly with Psychology Press. 5. Varia The Secretary-General indicates that the Proceedings on the Meeting about Cognitive Ageing will be ready shortly. NEXT MEETING: Friday October 23rd @ 18:30. Minutes of the meeting of October 23, , 2009 At the meeting: A. Cleeremans (Deputy Secretary-General), D. Hermans, J. Morais (President), B. Rimé, E. Soetens, G. van Outryve d’Ydewalle (Secretary-General) Apologies:, S. Brédart, R. Bruyère, R. Cluydts, G. De Soete, M. Richelle, A. Vandierendonck, F. Van Overwalle, L. Verhofstadt-Denève (Vice-President)
1. Approval Minutes of Meeting of May 9th, 2009 The minutes are approved pending the following amendment: R. Cluydts attended the meeting. 2. Best Thesis Award F. Van Overwalle kindly accepts to preside the jury once more. To avoid conflict of interest and to ensure that the members of the jury are qualified to assess the submissions, the composition of the jury will be determined after the Committee receives the names of the nominees from BAPS. 3. Membership Two candidates from the Université Libre de Bruxelles are considered to succeed Paul Bertelson on the Committee: Régine Kolinsky and Philippe Peigneux. After a brief discussion, the Committee (in the absence of the president who retired for conflict of interest reasons) chooses to offer the position to Régine Kolinsky.
127
Nationale Samenwerking
On this occasion the president announces that he wishes to step down for personal reasons, and raises the issue of his own succession. The Committee notes that the next president should belong to the Dutch-speaking community so as to respect the traditional practice of alternating linguistic roles for the position. 4. Report on Symposium "Changing Emotions" The Committee expresses its gratitude to D. Hermans and B. Rimé for the highly successful meeting they have organized today. The meeting has enjoyed exceptional attendance (over 130 participants), with a substantial number of international delegates. The presentations by the invited speakers were of excellent quality. A poster session attracted as many as 40 contributions. 5. Varia None reported.
18. Nationaal Comité voor Radio-Electriciteit (URSI) During the year 2009, two activities have to be noticed: the Benelux URSI Forum and the meetings of the Belgian URSI Committee. This year NL has organized the third Benelux URSI Forum at TU Delft on June, 8, 2009.There were 18 papers presented, among which 4 from BE. The Board thanks E. VAN LIL for the commitment of KULeuven in this event. He presented a paper entitled “On the effects of large (moving) Objects like Wind Turbines on the Accuracy and Reliability of Radio Frequency Sensors”. In order to make the Forum more attractive, a Best Paper Prize has been awarded, the prize for 2009 being the last book of Prof Jean BLADEL. Also, the attendees received a free CD with the book of prof. De Hoop, “Handbook of Radiation and Scattering of Waves”. – The Belgian URSI Committee has met three times in the facility of the Academy: on 20 March, 26 May and 13 November. On 20 March 2009 one minute of silence was observed in memoriam of F. OLYSLAGER. A voting session toke then place for electing a new vice-president and a new effective member N. As keynote speaker of the day, Prof ROGIER (UGent) gave a lecture entitled “Indoor off-body communication based on a textile multi-antenna system integrated in clothing for rescue workers”. After his presentation the administrative part of the meeting went on with communications by the Board about the RASAB General Assembly and the coming Benelux URSI Forum organized this year in NL. Administrative tasks was also done (up-dating of URSI/BE website, choice of
128
Nationale Samenwerking
commissions by some members). The date of the next meeting was scheduled for May, 26, 2009. On 26 May, one minute of silence was observed in memoriam of J. DE PRINS who has passed away on the 15th of May. As keynote speaker of the day, Prof SCHWEICHER (RMA) gave a lecture entitled “Laser Safety”. After his presentation, a voting session toke place for electing a new assistant secretary to replace E. VAN LIL. The Board made then some communication about the Benelux URSI Forum in Delft and about a few members who had resigned. Concerning the resignation of G. BRUSSAARD as URSI President, the Committee expressed his full support to Prof LEFEUVRE who was told to have been approached to serve in this function. The date of the next meeting was scheduled for November, 13, 2009. On 13 November, the keynote speaker was C. DE MOL (ULB) who gave a lecture entitled “Sparsity: a new paradigm in applied science”. After her presentation the Board made a few communications about the organization of the next Benelux URSI Forum in Belgium and also about the meeting of the national scientific committees at the Academy on the 10th of September. The prize for the Benelux URSI Best Paper Award was then given by honorary member Prof Jean VAN BLADEL to Xavier RADU & Christophe CRAEYE (UCL) for their paper “Demonstration of wire-media collimation of images in MRI systems”. On the annual Meeting of the national committees, the committee was represented by Prof. Schweicher, Chairman.
19. Nationaal Comité voor Ruimteonderzoek The main task of the committee is to coordinate the Belgian participation in COSPAR, which will hold its 38th Scientific Assembly in Bremen from 18 to 25 July 2010. Since COSPAR Scientific Assemblies tend to take place during even years, the activities of the committee during uneven years are rather restricted. Meetings of the Committee in 2009 The President and the secretary met on January 20, 2009, in order to discuss initiatives to revitalize the committee. An email discussion with the members was organized, from which it was concluded that the main reason of being of the committee is the Belgian membership of COSPAR. This organization and the national membership are perceived as very important. However, the NCRO only plays a limited role in the coordination of the Belgian scientific involvement within COSPAR. Since in adition the members of the committee do meet regularly within the framework of their various disciplines, it was not felt necessary to organize additional face-to-face meetings of the committee.
129
Nationale Samenwerking
General Assemblies of the Scientific Union The next COSPAR General Assembly will take place in Bremen, Germany, from 18 till 25 July 2010. Other activities in 2009 Dr. V. Shevtsova (ULB), Chair of the COSPAR Scientific Commission G on ‘Material Sciences in Space’ for the period 2008-2012, is Main Scientific Organizer for the session G01 on ’Gravitational Effects on Physico-Chemical Processes’ at the Bremen Assembly. C. Waelkens (K.U.Leuven) is Main Scientific Organizer for the session E14 on IR Astronomy, with focus on Herschel and Planck, at the Bremen Assembly. Future perspectives As a preparation for a revised composition of the committee, an overview was made of the Belgian attendance of the three most recent COSPAR Scientific Assemblies (SAs): – Paris 2004. 28 participants, from which 18 were from the SpacePole at Uccle (8 ROB, 5 BISA and 1 RMI), 8 from the universities (4 K.U.Leuven, 3 ULg, and 1 ULB). – Beijing 2006. 15 participants: 6 from Space Pole (1 ROB, 4 BISA, 1 RIM), 4 from universities, 2 from SCK-CEN, some from industry. – Montreal 2008. 34 participants, including 21 from the Space Pole (5 ROB, 11 BISA and 5 RIM), 10 from universities, and 3 from SCK-CEN. The conclusion is that Belgian scientists have a good visibility at the COSPAR SAs. A proposal will be worked out for a revised composition of the committee, also involving scientists from institutions currently not represented in the committee.
20. Nationaal Comité voor Scheikunde The National Committee for Chemistry is an organization gathering experienced scientists, researchers, University Professors, representatives of science organizations, experts from the Industry and Industry Associations. They represent the three regions of our country. We focus on the main issues of chemistry in Belgium which we are also facing outside Belgium, in Europe ans US as well: – education of chemistry – attractiveness of chemistry for young people; – image of chemistry in the public.
130
Nationale Samenwerking
– the role of chemists in the industry – background of chemists and chemical education Our role is to challenge these subjects and to contribute as well as possible to implement our proposals through the networks of the Commmittee members and have the suggestions percolated through the different organizations concerned in Belgium. The National Committee for Chemistry is also representing Chemistry in Belgium at the International Union of Pure and Applied Chemistry (IUPAC) being the sole and unique organization in charge of the standards in all the fields of chemistry and also today encouraging the development of chemistry in developing countries. Meetings of the Committee in 2009 Two Meetings of the National Committee: April 24th and October 4th At the two meetings the essentials were to discuss aout how our contribution as National Committee can be coordinated in Belgium (hereafter 6) with all the people and organizations beeing involved in IYC 2011. With invited guests and participants from the Jeunesses Scientifiques, and Centre d’Histoire de la Chimie , the first actions have been decide; A very positive contact with the “Poste” will end with the emission of stamps to celebrate at the same time the International year of Chemistry and the celebration of the First Solvay Council of Physics in Brussels.. A strong request from Universities to visitr them for the promotion of IYC 2011. Taking part of the 45th General Assembly of the Internation Union of Pure and Applied Chemistry in Glasgow-Scotland from Aug 1rst to 6th. Attendance of 400 participants from 54 countries With the following main conclusions and actions: – Approval by the Council of six new National Adhering Organization to IUPAC (Ceylan, Malaysia, Luxemburg, Saudi Arabia, Thailand, Tunisia) with a target of 40 new ones in 1O years. – Election of Prof Kazuyuki Tatsumi (Japan) as IUPAC future Vice-President These two decisions emphasize the importance of eastern countries and far east to modern chemistry developments and center of excellence with consequences on Europe. – In the meetings, emphasis was given to the importance of convincing the world that chemistry can really contribute to the resolution of critical issues like sustainability, nutrition and new non fossile energy ressources.
131
Nationale Samenwerking
– It was pointed out that IUPAC perception and importance of the role are not well perceived and consequently recognized even in the chemical community and priority is given to develop actions to improve the perception. – Organization of round-tablesdiscussions led to very fructuous discussions and actions around the themes of the year 2011: • How to interest young people in chemistry • Involvement of public and politicians • Celebration of Marie Curie Nobel prize in Chemistry in 1911 and role of women in key positions in Companies, Universities etc.. The General Assembly of the IUPAC and IUPAC Congress are planned: 2011 In Puerto Rico 2013 In Istamboul/Turkey 2015 Seoul /South Korea Other Activities in 2009 – Meeting at Frankfurt with Euchem and IUPAC including participants from Australia, Korea, US, UK, Germany, France, Belgium, Nederlands, Poland, (Jan 2009) – Belgium/Brussels is invited to welcome the Closing Event of the International year of Chemistry in 2011. – Designation by the IUPAC to chair the Organizing Committee for the Closing Event in Brussels.as the representative of the IUPAC. – Membership of the Organing Committee of the Opening Event in Paris under ther leadership of Professor Moreau (President elect of the IUPAC and the UNESCO. – Attendance to the preparatory meetings for the Opening Event in Paris in January 2011.( July 22nd , Sept11th, Nov.12th, Dec8th.) – Putting in place a Committee of Sponsors for the Closing Event of IYC2011 in Brussels with help of Solvay SA. Meetings with Committee of Sponsors as preparatory meetings for Closing Event of IYC2011 in Brussels (June 5th,Oct 19th, Dec 7th) – List of sponsors: DuPont, Dow Chemicals, BASF, GlaxoSmithKline Biologicals, UCB, Janssen Pharmaceutica, CEFIC (Comité Européen des Fédération des Industries Chimiques), and Solvay SA.
132
Nationale Samenwerking
Meeting in Brussels with IUPAC President, Jung Il (Korea) and Vice president, Professor Moreau.(France) in November 2009
Future perpectives for 2010 The activity of the NCS/CNC in the year 2010 will be essentially focused on the preparation of the International Year of Chemistry in the year 2011 in two aspects: A Coordination of the stakeholders involved in the process of the activities in Belgium for the year 2011. and Finalize the organization of theClosing Event in Brussels The “partners” involved with different extent of participation: – – – – – – – – – – – – – – – –
The European Commission The three Regions (Flanders. Wallonia and Brussels) The Communities The Federal The Universities and Technical Colleges Les “Jeunesses Scientifiques” SRC and KVCV FNRS and IWT The Solvay Chemistry and Physics Institutes. The city of Brussels Essenscia CEFIC EUCHEMS The chemical Industries in Belgium La Poste:/De Post And The Academy of Sciences and hopefully with the support of his Royal Highness Prince Philippe of Belgium
B. Coordination of the projects for Belgium in 2011 with the main “motto”: Chemistry our life, our future” and guidelines as hereafter. – collaboration with the governments and administration in Belgium to emphasize and develop their perception of the importance of chemistry in education, industry, economy, and society as well – improve attractiveness of chemistry for the kids and younsters through appropriate demontrations – organize the visit of production factories (plastic factories, refineries,..) and research centers open to public – bring to the public (radio, tv..) the positive aspects of chemistry in the economy and the importance of chemistry of its contribution to health, environment, renewable ressources, new forms of energy needs.
133
Nationale Samenwerking
– Encourage meetings and forums with youngsters to develop together soultions to main issues through chemistry – Lectures for the public.. – Etc.. C. Committee Meetings To respond to the heavy agenda in 2010, the number of meetings will be increased to 6 . In order to respond also more efficiently to the fast moving issues in chemistry and avoid duplication of actions in the different organizations in Belgium we intend to broaden a little the committee to new memebrs. D. Participation at the COCI /IUPAC meeting (Committee for chemistry in Industry) in Dubai.
21. Nationaal Comité SCOPE-IGBP SCOPE: Scientific Committee on Problems of the Environment IGBP: International Geosphere-Biosphere Programme Activities in 2009 included: – preparation of a concept paper for a BELSPO call for bids on ecosystem services research; the call was published in September 2009; – first discussion on a possible SCOPE project on “Accidents, crises, disasters: can they play a role in reinforcing environmental protection?” – inquiry into the effective participation of Belgian scientists in IGBP projects (still on-going) – routine contacts with the international secretariates of SCOPE and IGBP. No formal meeting of the committee took place, the work being carried out by internet and/or small informal groups.
22. Nationaal Comité voor Wiskunde The National Committee aims at stimulating and coordinating in Belgium research in mathematics, both in pure mathematics and applied mathematics, including education in mathematics. In fact the distinction in pure and applied mathematics is not always easy to make. In pure mathematics we think of algebra, geometry and analysis, but also these areas overlap and do not cover the whole domain. One can think of logic,
134
Nationale Samenwerking
combinatorics, topology, set theory, etc. Applied mathematics, consisting among others of numerical analysis, statistics, mathematics related to physics, is currently expanding and covers areas such as econometrics and finance, informatics, biomathematics, etc. One of the main goals of the committee is to form a bridge between the International Mathematical Union (IMU) and the Belgian scientists who work in the area of Mathematics. As such we choose the delegates that could represent Belgium at the General Assemblies of the IMU and propose their names to both Academies. Together with the Belgian Mathematical Society we take care of informing the Belgian mathematical community by means of the “Newsletter of the Belgian Mathematical Society and the National Committee for Mathematics”. We aim at having 16 members, respecting linguistic parity, taking care of a good gender representation and having a well balanced participation of the different universities and important mathematical domains. Meetings of the Committee in 2009. The National Committee for Mathematics had two meetings: the first on April 22 in the Palace of the Academies, the second on December 4 at the Katholieke Universiteit Leuven during the “Second Belgian Mathematical Society-London Mathematical Society Conference”. The members of the committee have regularly been informed, by e-mail, about initiatives of the IMU or about the proposals of the IMU for which the opinion of the NCM was requested. Decisions have been taken during the meetings or by electronic voting. All decisions have been unanimous. Main decisions: • Prof. Dr. S. Caenepeel (VUB) was elected as a new member. • J. Thas announced his retirement from the committee in 2010. The committee agrees that a new member replacing J. Thas should come from Ghent University. Names will be proposed at the next meeting. • The National Committee agrees to cooperate in possible initiatives of the academy to produce appropriate reports that are important to society and to the government. Some possible themes are the position of young researchers, future perspectives for scientists, lack of mathematics teachers in high schools, etc. It is clear that such studies and reports are impossible without the help of external experts. • The National Committee accepts the proposal of the IMU Executive Committee to terminate the Commission on Development and Exchanges and its Developing Countries Strategy Group and to create the Commission for Developing Countries. It also agrees with the proposed mission of this commission. • The National Committee agrees that Finland moves from Group 2 to Group 3, and that both Thailand and the “African Mathematical Union” get accepted as associate member of the IMU, so that they can join the general assembly without the right to vote. • The next general assembly of the IMU, takes place on August 16 and 17, 2010 in Bangalore, The committee has the right to be represented by three members with voting right. F. Dumortier will lead the delegation. He has the intention to participate and will ask to be subsidized by RASAB. C.Finet and H. Van
135
Nationale Samenwerking
•
Maldeghem are not able to participate. On request of the NCM, F. Bastin and S. Caenepeel will look whether they can find the necessary financial support to join the delegation. On Monday September 13, 2010, the third PhD day of the Belgian Mathematical Society takes place in the Palace of the Academies. The National Committee is co-organizer. The president asks everybody to be present. The next meeting of the committee will be held at that day.
Other activities in 2009. On April 22 the committee organized two lectures around the theme “Mathematical Education”: M. Schneider (ULiège, president ICMI–Belgium) lectured on “Which level in Mathematics? And for what kind of pupils? How does research in mathematics education enlighten these questions?“. D. Janssens (KULeuven, vice president of ICMI–Belgium) gave a talk entitled “Mathematical education as a “design” science”. The goal was to gain more insight into the problems of the Mathematical education, which is a hot topic in view of the constant change of programmes in high school, and the attempts of universities to follow this evolution in their programmes. Future perspectives. As mentioned before, we look forward to the joint organization of the PhD day in 2010, and to the general assembly of the IMU preceding the World Congress of Mathematicians. We also look forward to electing a new member, preferably from UGent.
136
Nationale Samenwerking
Nationale Comités – Samenstelling
Antarctisch Onderzoek Decleir H. (N), voorzitter Van Autenboer T. (N), ondervoorzitter De Broyer C. (F), secretaris Van Reusel (Ms) A. (N), adjunct-secretaris Berger A. (F) Beyens L. (N) De Hairs F. (N) Feller G. (F)
Fichefet T. (F) Hecq J.-H. (F) Herman R. (N) Lancelot (Ms) C. (F) Pattyn F. (N) Paulissen E. (N) Simon P. (F) Souchez R. (F)
Ereleden: Doyen (Ms) P. (F) Hamoir G. (F)
Tonnard V. (F)
Belqua Loutre (Ms) M.-F. (F), voorzitter Baeteman (Ms) C. (N), ondervoorzitter Fagel (Ms) N. (F), secretaris De Batist M. (N), adjunct-secretaris André L. (F) Camelbeeck T. (F) Claeys P. (N)
Degryse P. (N) Groenen M. (N) Haesaerts P. (F) Heyvaert V. (N) Mattielli (Ms) N. (F) Verleyen E. (N) Verstraeten G. (N)
Ereleden: Vermeersch P.-M. (N)
Biochemie en Moleculaire Biologie Engelborghs Y. (N), voorzitter Opperdoes F. (F), secretaris Arnould T. (F)
Martial J. (F) Michiels C. (F) Robben J. (N)
Belayew (Mevr.) A. (F) De Ley M. (N) Lambeir (Ms) A.-M. (N)
Waelbroeck M. (F) Wijns L. (N)
137
Nationale Samenwerking
Biofysica Matagne A. (F), voorzitter Devreese B. (N), ondervoorzitter Engelborghs Y. (N), secretaris Ameloot M. (N) Brasseur R. (F) Galleni M. (F) Goldbeter A. (F)
Goormagtigh E. (F) Lambeir (Ms) A.-M. (N) Martins (Ms) J. (N) Soumillion P. (F) Steyaert J. (N) Voets T. (N)
Ereleden: Errera M. (F)
Biologische Wetenschappen Rammeloo J. (N),voorzitter Van de Vijver B. (N), secretaris Bouharmont J. (F) Goddeeris B. (N) Haubruge E. (F) Lambinon J. (F) Meerts P. (F) Ereleden: Leclercq J. (F) Maton J. (N)
Micha J.-C. (F) Thys van den Audenaerde D. (N) Van Cotthem W. (N) Vanderborght O. (N) Van Goethem J. (N) Wouters K. (N)
Symoens J-J. (N) Verraes W. (N)
Biomedical Engineering Verdonck P. (N), voorzitter Delbeke J. (F) ondervoorzitter Nyssen M. (N), secretaris Brimouille S. (F) Cornelis J. (N) Delchambre A. (F) Francis L. (F) Ereleden:
Kohl Ph. (F) Lefevre P. (F) Lemahieu I. (N) Van Huffel S. (N) Vander Sloten J. (N) Wuyts F. (N)
Bourgain R. (N) Paiva M. (F)
Veraart C (F). Van der Perre G. (N)
138
Nationale Samenwerking
Bodemkunde Van Ranst E. (N), voorzitter Van Wesemael B. (F), ondervoorzitter Deckers J. (N), secretaris Chapelle J. (F), adjunct-secretaris Boeckx P. (N) Colinet G. (F) De Neve S. (N) Engels P. (F)
Goidts E. (F) Halen H. (F) Langohr R. (N) Merckx R. (N) Penninckx M. (F) Poesen J. (N) Swerts M. (N) Vanacker V. (F)
Ereleden: Bock L. (F) Delvaux B. (F) Dudal R. (N) Dufey J. (F) Geypens M. (N)
Hofman G. (N) Stoops G. (N) Van Cleemput O. (N) Van Meirvenne M. (N)
Fysiologie en Pharmacologie Godfraind T. (F), voorzitter Lefebvre R. (N), ondervoorzitter Lacroix E. (N), secretaris Dresse A. (F), adjunct-secretaris Bogaert M. (N) Eggermont J. (N)
Feron O. (F) Herman A. (N) Hercheulz A. (F) Seutin V. (F) Van de Voorde J. (N)
Ereleden: Bogaert M. (N)
Geodesie en Geofysica De Keyser J. (N), voorzitter Camelbeeck T. (F), ondervoorzitter Pierrard V. (F) secretaris Bruyninx C. (N), adjunct-secretaris Beckers J.-M. (F) Crucifix M. (F) De Mazière M. (N) De Smedt F.-H. (N)
Dehant V. (F) DeWitte S. (N) Ernst G. (N) Fichefet T. (F) Huybrechts F. (N) Vandaele A-C. (F) Vanneste K. (N) Verhoest N. (N)
Ereleden: Ackerman M. (F) Berger A. (F)
De Muer D. (N), De Troch F. (N)
139
Nationale Samenwerking
Ducarme B. (F) Kockarts G. (F) Lemaire J. (F) Malcorps H. (N) Nihoul J.-J. (F) Pâquet P. (F) Peters J.-J. (N) Ronday F. (F)
Scherer M. (N) Simon P. (F) Smets E. (N) Sneyers R. (F) Sterling A. (F) Van der Beken A. (N) Van Twembeke U. (N) Verbeiren R. (N)
Geografie Vandermotten C. (F), voorzitter Govers G. (N), ondervoorzitter De Mayer P. (N), secretaris Ozer A. (F), adjunct-secretaris Charlier J. (F) De Dapper M. (N) Decleir H. (N) Delcroly J-M (F)
Donnay J-P (F) Kesteloot C. (N) Lambin E. (F) Mérenne B. (F) Thomas I. (Ms) (F) Van Hecke E. (N) Verhasselt Y. (N) Verhetsel A. (N)
Ereleden: Alexandre J. (F) Annaert J. (F) Antrop M. (N) De Moor G. (N) Denis J. (F) Depuydt F. (N) Goossens M. (N)
Gullentops F. (N) Keeris H. (N) Nicolai H. (F) Pissart A. (F) Van der Haegen H. (N) Vlassenbroeck W. (N)
Geologische Wetenschappen Muchez P. (N), voorzitter
Groessens E. (F)
Vander Auwera (Ms) J. (N), ondervoorzitter Lavreau J. (N), secretaris Van Den Haute P. (N), adjunct-secretaris Boulvain F. (F) Claeys P. (N) Dejonghe L. (F) Dreesen R. (N)
Herbosch A. (F) Laduron D. (F) Lebbe L. (N) Steurbaut E. (N) Vandenberghe N. (N) Vandycke S. (Ms) (F) Verniers J. (N)
Ereleden: Bultynck, P. (N) De Breuck N. (N) De Paepe P. (N)
Delmer A. (N) Gullentops F. (N) Robazynski F. (F)
140
Nationale Samenwerking
Sartenaer P. (F) Streel M. (F)
Thorez J. (F)
Kristallografie Poelman D. (N), voorzitter Charlier (Ms) P. (F) ondervoorzitter Van Meervelt L. (N), secretaris Wouters J. (F), adjunct-secretaris Blockhuys F. (N) Declercq J.-P. (F) Elsen J. (N) Hadermann J. (N) Jonas A. (F)
Lamoen D. (N) Maes D. (N) Schryvers (Ms) D. (N) Sferraza M. (F) Sporken R. (F) Tinant B. (F), Vincze L. (N) Van den Bossche G. (F)
Ereleden: Danguy L. (F) Dideberg O. (F) Dupont L. (F) Durant F. (F) Fiermans L. (N) Gilles J.-M. (F) Jacobs G. (N) Lambot H. (F) Lefebvre S. (F) Legrand E. (N)
Michel K. (N) Moreau J. (F) Poortmans F. (N) Reynaers H (N). Schryvers D. (N) Thiry P. (F) Van Beeumen J.(N) Van Landuyt J. (N) Van Tassel R. (N) Vennik J. (N)
Logica, Geschiedenis en Filosofie van de Wetenschappen Roegiers J. ,(N) voorzitter Opsomer (Ms.) C. (F), ondervoorzitter Vanpaemel G., secretaris Marage P. (F), adjunct-secretaris Bracke W. (N) Deelstra H. (N) Hallyn F. (N) Isaac M-T (F)
Meskens A., (N) Missa J-N (F) Radelet-de-Grave P. (F) Segers D. (N) Tihon (Ms) A. (F) Van den Abeele B. (F) Van den Broecke S. (N) Van Tiggelen B. (F)
Ereleden: Allard A. (F) Batens D. (N) De Mey M. (N) Dorikens M. (N) Elkhadem H. (F) Jansen-Sieben (Ms) R. (N)
Koeckelenbergh A. (F) Radoux Ch. (F) Stengers (Mevr.) I. (F) Van Bendegem J.-P. Van Damme F. (N) Vandamme J. (N)
141
Nationale Samenwerking
Mechanica Degrieck J. (N), voorzitter Dupret F. (F)ondervoorzitter Baudoin Y. (N), secretaris Van Hemelrijck D. (N), adjunct-secretaris Cescotto S. (F) Degrande G. (N) Degrez G. (F) Desmet W. (N) Ereleden: Boulanger Ph. (F) Campion G. (F) Cantrijn F. (N) Conti C. (F) De Roeck G. (N) De Wilde W-P (N) Dechaene R. (N) Decuypere R., (N) Dick E. (N) Gérardin M. (F) Gorez R. (F) Hirsch Ch. (N) Hogge M. (F) Jaumotte A. (F) Keunings R. (N) Lacor C. (N)
Essers J.-A. (F) Fisette P. (F) Lauriks W. (N) Lefeber D. (N) Legat V. (F) Van Keer R. (N) Verlinden O. (F)
Lebon G. (F) Péters J. (N) Preumont A. (F) Rouche N. (F) Samin J.-C. (F) Sarlet W. (N) Sas P. (N) Save M. (F) Van Brussel H. (N) Van der Perre G. (N) Van der Waeteren T. (N) Van Moerbeke M. (F) Van Overmeire (N) Vandepitte D. (N) Warzée (F)
Microbiologie De Vos P. (N), secretaris Mergeay M. (F), adjunct-secretaris Anné J. (N) Carlier Y. (F) Cornelis P. (N) De Moor G. (N) Ieven G. (N) Ereleden: Billiau A. (N) Couturier (Ms) M. (F) Glansdorff N. (N) Hennebert G. (F) Leunen J. (F)
Mahillon J. (F) Mainil J. (F) Thiry E. (F) Vanderleyden J. (N) Vanderplasschen A. (F) Verstraete W. (N)
Pastoret P.-P. (F) Pohl P. (F) Thonart Ph. (F) Van Montagu M. (N)
142
Nationale Samenwerking
Natuurkunde Weynants R. (N), voorzitter Herquet Ph. (N),ondervoorzitter Noels-Grötsch A.(F) secretaris Ameloot M. (N) Bruynseraede Y. (N) Durvaux M. (F) Garnir H.-P. (F)
Leclercq-Willain (Ms) C. (F) Raeymaekers H. (N) Ryckbosch D. (N) Sevrin A. (N) Sporken R. (F) Van Dyck D. (N) Wuyts F. (N)
Ereleden: Biémont E. (F) Bouten M. (N) Demortier G. (F) Vandenplas P. (F)
Grard F. (F) Lemonne J (N) Serneels R. (N) Warocquier M. (N)
Oceanologie Baeyens W. (N), voorzitter Ronday F. (F), ondervoorzitter Henriet J.-P. (N), secretaris Hecq J.-H. (F), adjunct-secretaris Berlamont J. (N) Bouquegneau J.-M. (F) Chou L. (F) Dehairs F. (N)
Deleersnijder E. (F) Dubois P. (F) Heip C. (N) Lancelot (Ms) Ch. (F) Mees J. (N) Pichot G. (F) Van Grieken R. (N) Vincx M. (N)
Ereleden: Pajot J-P. (F)
Psychologische Wetenschappen Morais J. (F), voorzitter Verhofstadt-Denève (Ms) L. (N), ondervoorzitter van Outryve d’Ydewalle G. (N), secretaris Cleeremans A. (F), adjunct-secretaris Brédart S. (F) Bruyer R. (F) Cluydts R. (N) De Boeck P. (N)
De Keyser (Ms) V. (N) De Soete G. (N) Hermans D. (N) Richelle M. (F) Rimé B. (F) Seron X. (F) Soetens E. (N) Van Overwalle F. (N) Vandierendonck A. (N)
143
Nationale Samenwerking
Radio-electriciteit (URSI) Schweicher E. (F), voorzitter Van Lil E. (N), ondervoorzitter Piette M. (F), secretaris Stijns E. (N), vice-secretaris Blondel M. (F) Franchois A. (N) Huynen I. (F) Lagasse P. (N)
Nauwelaers B. (N) Pierrard V. (F) Prohoroff S. (F) Rogier H. (N) Van Biesen L. (N) Van de Capelle A. (N) Verly J. (F) Warnant R. (F)
Ereleden: Barel A . (N) Charles J. (F) Delogne P. (F) Gewillig M. (N) Gonze R. (F)
Van Bladel J. (N) Van Eck J.-L. (F) Vander Vorst A. (F) Vloerberghs C. (F)
Ruimteonderzoek Legros J.-C. (F), voorzitter Smeyers P. (N), ondervoorzitter Waelkens Ch. (N), secretaris Hinsenkamp M. (F), adjunct-secretaris Clette F. (F) Dehant (Ms) V. (F) Dekeyser J. (N) Ereleden: Ackerman M. (F) De Loore C. (N) Deruyttere A. (N) Houziaux L. (F) Jaumotte A. (F)
Froyen L. (N) Gérard J.-C. (F) Jamar C. (F) Lemaire J. (F) Malcorps H. (N) Simon P. (F)
Kockarts G. (N) Monfils A. (F) Quadens (Ms.) O. (N) Zander R. (F)
Scheikunde Baekelmans P. (F), voorzitter Cornelis (Ms) R. (N), ondervoorzitter Engelmann J. (N), adjunct-secretaris Annys E. (N) Brandt L. (N) Crooy P. (F) De Chaffoy de Courcelles D. (F)
Dewanckele J.-M. (N) Herman M. (F) Moens L. (N) Pirard J.-P. (F) Raatz F. (F) Tourwé D. (N) Vandendriessche J. (N)
144
Nationale Samenwerking
Ereleden: Bloyaert F. (F) Bracke W. (F) Claeys P (N) Coeckelberghs R. (F) Colin R. (F) Crabs L. (F) De Bièvre P. (N) Duyckaerts G. (F) Geuskens G. (F)
Hoste J. (N) Huyskens P. (N) L'Homme G. (F) Loutz J.-M. (F) Martens G. (F) Ramioulle J. (F) Van Binst G. (N) Van de Sande C. (N) Vantiggelen P. (F)
SCOPE-IGBP Bourdeau Ph. (F), voorzitter Vanderborght O. (N), ondervoorzitter Defourny P. (F) Fussen D. (F) Lambin E. (F) Lemeur R. (N) Poesen J. (N) Sérusiaux E. (F) Ereleden: Berger A. (F) Kirchmann R. (F)
Souchez R. (F) Symoens J.-J. (F) Van Cleemput O. (N) Veroustraete F. (N) Verschuren D. (N) Visser F. (N) Zaccai E. (F)
Vinckier C. (N)
Sterrenkunde Jorissen A. (F), voorzitter Waelkens C. (N)ondervoorzitter Lemaître A. (F), secretaris Van Hoolst T. (N) adjunct-secretaris Aerts (Ms) C. (N) Alvarez R. (F) Baes M. (N) Dehant (Ms) V. (F) Ereleden: De Greve J.-P. Dommanget J. (F) Houziaux L. (F) Noels-Grötsch (Ms) A. (F) Pâquet P. (F)
Dejonghe H. Goossens M. (N) Gosset E. (F) Sterken C. (N) Surdej J. (F) Van der Linden R. (N) Van Eck S. (F)
Sauval J. (F) Smeyers P. (N) Swings J.-P. (F) Van Dessel E. (N) Verheest F. (N)
145
Nationale Samenwerking
Wiskunde Dumortier F. (N) voorzitter Finet (Ms) C. (F), ondervoorzitter Bultheel A. (N) Caenepeel S. (N) Colebunders (Ms.) E. (N) Félix Y. (F) Gijbels I. (N) Gossez J-P. (F)
Van Maldeghem H. (N), secretaris Bastin (Ms) F. (F), adjunct-secretaris Gutt S. (F) Lemaire L. (F) Schmets J. (F) Thas J. (N) Verschoren A. (N) Willem M. (F)
Ereleden: Buekenhout F. (F) Cahen M. (F) De Wilde M. (F) Delanghe R. (N) Hoogewijs A. (N)
Kuijk W. (N) Mawhin J. (F) Teugels J. (N) Vanhecke L. (N)
146
Internationale Samenwerking
Bilaterale samenwerking
De Academie heeft bilaterale akkoorden lopen met andere internationale Academies. Deze vormen de basis voor uitwisseling van wetenschappers volgens het principe van bezoek-tegenbezoek. Met volgende Academiën werden reeds akkoorden gesloten: Hongaarse Academie voor Wetenschappen (1990) Oostenrijkse Academie voor Wetenschappen (1993) Poolse Academie voor Wetenschappen, Warschau (1993) Roemeense Academie voor Wetenschappen (1996) Académie des Sciences, Institut de France (1996) Poolse Academie voor Wetenschappen, Krakow (2000) Academia Nazionale dei Lincei (2000) Tsjechische Academie voor Wetenschappen (2000) Sloveense Academie voor Wetenschappen (2002) Kosovaarse Academie voor Wetenschappen (2003) Macedonische Academie voor Wetenschappen (2003) Servische Academie voor Wetenschappen (2003) Akademie voor Wetenschappen van Estland (2004) Slovaakse Academie voor Wetenschappen (2004) Kroatische Academie voor Wetenschappen (2007) Royal Institute of Thailand (2008)
147
Internationale Samenwerking
VZW ‘The Royal Academies for Science and the Arts of Belgium’ (RASAB)
RASAB is de koepelorganisatie van de KVAB en de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique; zij werd opgericht in 2001 om de internationale contacten en de relaties tussen de Nationale Comités en de Internationale Unies op te volgen. Haar statuten werden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 19 april 2001, waaruit hieronder de opdrachtverklaring te vinden is. Art.4. De vereniging heeft tot doel de nationale en internationale activiteiten te coördineren waarvoor de ‘Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten’ (KVAB) en de ‘Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique’ (ARB), hierna genoemd de ‘Academiën’, een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben. Deze activiteiten bestaan in: – Het coördineren of zonodig organiseren van nationale overlegorganen zoals de Nationale Comités. – Het betalen van de lidgelden voor internationale instellingen waarvan beide Academiën lid zijn. – Het verstrekken van middelen voor de aanwezigheid van Belgische vertegenwoordigers op de algemene vergaderingen van deze internationale instellingen en op de andere vergaderingen, waar hun aanwezigheid vereist is wegens het lidmaatschap van België bij deze organisaties. – De vertegenwoordiging van België in die internationale wetenschappelijke, artistieke en culturele instellingen waar de KVAB en de ARB lid van zijn en die slechts één vertegenwoordiger per land aanvaarden. – Het uitvoeren van opdrachten waarvoor beide Academiën instaan.
Algemene Vergadering KVAB Willems D., voorzitter Schamp, baron N., vast secretaris Smeyers P., (Klasse van de Natuurwetenschappen) Witte (Mevr.) E., barones, (Klasse van de Menswetenschappen) Laporte A., (Klasse van de Kunsten) Frimout D. ( Klasse van de Technische Wetenschappen)
ARB Richelle M., président Hasquin H., secrétaire perpétuel Mawhin J., (Classe des Sciences) Debusscher G., (Classe des Lettres et des Sciences Morales et Politiques) Samyn P., (Classe des Beaux-Arts)
148
Internationale Samenwerking
Raad van beheer KVAB Willems D., voorzitter Schamp, baron N., vast secretaris
ARB Richelle M., président Hasquin H., secrétaire perpétuel
Nieuwe projecten RASAB kreeg in 2009 een verhoging van zijn budget voor enkele nieuwe projecten, met name: De aanstelling van een ‘liaison officer’: deze persoon zal de academische instellingen visibiliteit geven in de Europese instellingen en hun rapporten en andere activiteiten meer impact bezorgen. De huidige wetenschappelijk medewerkster van RASAB, Sofie Vanthournout, zal deze taak op zich nemen. Zij wordt hiervoor opgeleid door Willy De Greef, die een ruime ervaring heeft met de Europese instellingen als lobbyist voor EuropaBio. Een verdere uitbouw van de Union Académique Internationale, een internationale unie van academiën, waarvan het secretariaat door de ARB geleid wordt. Het ondersteunen van de oprichting van een Nationale Congolese Academie. Aangezien de bevestiging van deze subsidieverhoging pas begin 2010 officieel was, zijn deze projecten pas in 2010 opgestart.
ALLEA All European Academies; het netwerk van Europese Academies voor Wetenschappen werd opgericht in 1994 en verenigt 53 Academies uit 40 landen. www.allea.org Op 16 en 17 november vond er een Extraordinary Strategy Meeting plaats in Amsterdam, waar RASAB vertegenwoordigd werd door prof. Dominique Willems, prof. Marc Richelle (voorzitter ARB) en prof. Niceas Schamp. Op 28 tot 30 juni organiseerde ALLEA het symposium “Towards a European Code of Conduct on Scientific Integrity?”, waar België vertegenwoordigd werd door prof. Paul Van Houtte (Klasse Natuurwetenschappen). Bedoeling van deze vergadering was, de "Member Academies" de kans te geven hun informatie uit te wisselen over de praktijk in hun diverse landen, op de rol van hun Academie hierin, of hun visie hierop, en tot een consensus te komen over een tekst voor een "Code of Conduct". Deze tekst zal dan voorgesteld worden op het "2nd World Congress on Research Integrity" in Singapore, 21-22 juli 2010. Overeenkomst werd bereikt over een tekst, waarvan de basisconcepten niet echt verschillen van die van onze eigen teksten. Verder werd veel aandacht besteed aan het probleem van "Good research conduct" wanneer het onderzoek gebeurt in internationale consortia (bijvoorbeeld Europese projecten). Een andere belangrijke discussie ging over de rol die Academies kunnen spelen op het vlak van de bewaking van de Wetenschappelijke Integriteit. Twee luiken worden onderscheiden:
149
Internationale Samenwerking
– het ontwikkelen van een nationale "Code of Conduct". Dat is in België gebeurd; – actieve deelname in diverse organen belast met de opvolging van wetenschappelijke integriteit (met inbegrip van onderzoek naar inbreuken, voorstel tot sanctie, enz.). Tot nu toe werd deze rol in België overgelaten aan de Universiteiten. Op dit moment beraden ook organisaties zoals het FWO, de Federale Overheidsdienst voor Wetenschapsbeleid zich erover of ze ook zo'n rol zouden kunnen spelen. In samenwerking met IAP organiseerde ALLEA een meeting over de oprichting van een Europese werkgroep voor wetenschapseducatie. Op vraag van de Academie werd België daar vertegenwoordigd door Luc Moens, vice-rector van de Ugent, die ook lid is van de werkgroep die begin 2010 van start ging.
EASAC European Academies of Science Advisory Council is de koepel van de EU Academies van Wetenschappen, die de bedoeling heeft wetenschappelijke rapporten te verzorgen voor de Europese Commissie en het Europees Parlement. De KVAB was stichter en eerste ondervoorzitter van EASAC. www.easac.org RASAB was op 3 en 4 december de gastheer voor de Council Meeting van EASAC. EASAC - the European Academies Science Advisory Council – is samengesteld door de nationale wetenschappelijke academies van de EU lidstaten om een samenwerking mogelijk te maken bij het geven van advies aan Europese beleidsmakers. Op deze manier laat het toe om de collectieve stem van de Europese Wetenschap te laten horen. Op de Council Meeting in Madrid op 4 tot 6 juni was professor Niceas Schamp de afgevaardigde van RASAB. Op 11 juni werd het nieuwste rapport van EASAC, "Transforming Europe's Electricity Supply: an infrastructure strategy for a reliable, renewable and secure power system" voorgesteld in The Centre in Brussel. Professor Schamp was hierbij aanwezig als vertegenwoordiger van EASAC. Dit rapport beschrijft de aanpassingen die nodig zijn voor het inrichten van een pan-Europees elektriciteitsnetwerk. Prof. Ronnie Belmans, lid van de Klasse Technische Wetenschappen, was één van de auteurs van het rapport.
H.R. NETWORK “The International Human Rights Network of Academies and Scholarly Societies” is een netwerk van academies wereldwijd (ongeveer 60 academies zijn momenteel lid) dat opkomt voor collega’s wetenschappers die in hun onderzoekswerkzaamheden ernstig worden verhinderd, hetzij door bepaalde politieke regimes die niet akkoord kunnen gaan met het gevoerde onderzoek, hetzij door drukkingsgroepen die zich storen aan bepaalde onderzoeksmethodes en/of –resultaten, of nog door bepaalde industriële consortia die zich door het wetenschappelijke onderzoek in hun belangen bedreigd voelen.
150
Internationale Samenwerking
België wordt in deze organisatie vertegenwoordigd door Prof. Marie-Claire Foblets (Klasse Menswetenschappen), die deel nam aan de vergadering in Rabat van 21 tot 23 mei. Op haar voorstel zal er in 2010 een mensenrechtencommissie opgericht worden met vertegenwoordigers van alle Klassen van de KVAB en de ARB.
IAP Interacademy Panel on International Sciences, is opgericht in 1993 als een netwerk van Academies over de hele wereld (momenteel 94 Academies), met als doel overheden en de publieke opinie te informeren over wetenschappelijke aspecten van zaken van internationaal belang. www.nationalacademies.org/iap Enkele leden van de Academiën zijn aangeduid als reviewer voor de evaluatie van projectaanvragen. In 2009 werden rapporten geëvalueerd door prof. Oscar Vanderborght (lid nationaal comité Biologische Wetenschappen) en prof. Jean Berlamont (Klasse Technische Wetenschappen en lid nationaal comité Oceanologie).
ICSU De International Council of Scientific Unions; zij heeft tot doel internationale wetenschappelijke activiteiten te bevorderen. België is hierin vertegenwoordigd door RASAB, samen met de Franstalige zusteracademie (cf. Nationale Comités). www.icsu.org Op 29 en 30 september was er een bijeenkomst van de Europese onderafdeling van ICSU in Podgorica, bijgewoond door prof. Schamp en prof. Freddy Dumortier (voorzitter van de Nationale Raad van de Wetenschappelijk Unies). Er werd beslist om het ICSU-Europe Member Forum nieuw leven in te blazen, onder beheer van RASAB.
UAI De Union Académique Internationale, opgericht in 1919, wil door middel van gezamenlijke wetenschappelijke projecten bijdragen aan onderling begrip en vrede. Vooral de geestes- en sociale wetenschappen komen hier aan bod. De vertegenwoordigers van de KVAB in de UAI zijn prof. Carlos Steel en prof. Carl Van de Velde. www.uai-iua.org De 83ste algemene vergadering vond plaats in Buenos Aires van 18 tot 23 mei en werd bijgewoond door prof. Carlos Steel.
151
Publicaties
Publicaties in 2009
1. Langlopende reeksen Jaarboek
Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten, Jaarboek 2008, KVAB, Brussel, 2009, 180 p.
Iuris Scripta Historica G. MARTYN, D. HEIRBAUT, Tweehonderd jaar wetboek van koophandel. Bicentenaire du code de commerce, Iuris Scripta Historica, XXIII, KVAB, Brussel, 2009, 202 p.
Fontes Historiae Artis Neerlandica
E. DUVERGER + (ed.), Antwerpse Kunstinventarissen 14: Index op onderwerpen, Fontes Historiae Artis Neerlandicae I, KVAB, Brussel, 2009, 359 p.
153
Publicaties
Belgische diplomatieke stukken F. PEEMANS, T. GROSBOIS, P.-E. HANQUET , Europa: politieke integratie. Belgische Diplomatieke Stukken 19411960, Van onafhankelijkheid tot onderlinge afhankelijkheid, deel V, KVAB, ARB, Brussel, 2009, 249 p. (AB 45)
Corpus Catalogorum Belgii A. DEROLEZ, The surviving manuscripts and incunables from Medieval Belgian Libraries, edited with the collaboration of Thomas Falmagne and Lise Otis, Corpus Catalogorum Belgii, The medieval Booklists of the Southern Low Countries, Volume VII, KVAB, Brussel, 2009, 434 p. (AB 46)
Nationaal Biografisch Woordenboek H. ROMBAUT (ed.), Nationaal Biografisch Woordenboek 19, KVAB, Brussel, 2009, 1092 kolommen. (AB 46)
2. Speciale uitgaven M. STORME (ed.), Frans Van Cauwelaert. Hulde aan de Voorzitter-Stichter van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten, Speciale Uitgave, KVAB, Brussel, 2009, 47 p
154
Publicaties
3. Handelingen van de Contactfora
C. LACOR, E. TURKEL, Modern Techniques for solving partial differential equations, 19-06-2008, Handelingen van de contactfora, KVAB, Brussel, 2009, 149 p.
S. DUCHEYNE, Future Perspectives on Newton Scholarship and the Newtonian Lgacy in Eighteenth-Century Science and Philosophy, 28 September 2007, Handelingen van de contactfora, KVAB, Brussel, 2009, 69 p.
E. WEBER, T. LIBERT, P. MARAGE, G. VANPAEMEL, Logic, Philosophy and History of Science in Belgium. Proceedings of the Young Researchers Days 2008, 1-2 september 2008, Handelingen van de contactfora, KVAB, Brussel, 2009, 132 p.
S. VAN TUINEN, K. HEMELSOET, Measuring the Monstrous. Peter Sloterdijk’s Jovial Modernity, 23 February 2007, Handelingen van de contactfora, KVAB, Brussel, 2009, 71 p.
155
Publicaties
A.COOMANS, Evolutie en Darwinisme Anno 2009, 7 maart 2009, Handelingen van de contactfora, KVAB, Brussel, 2009, 95 p.
K. GORUS, P. LENNON, N. REUMKENS, Word and Image : literature and the pictorial arts in the twentieth century, 11 mei 2007, Handelingen van de contactfora, KVAB, Brussel, 2009, 235 p.
M. VANMAELE, G. DEELSTRA, A. DE SCHEPPER, J. DHAENE, P. VAN GOETHEM, Actuarial and Financial Mathematics Conference: Interplay between Finance and Insurance, February 5-6, 2009, Handelingen van de contactfora, KVAB, Brussel, 2009, 106 p. (scan komt van Kris) , 132 p.
J. DEPLOIGE, B. MEIJNS, R. NIP, Herinneringen in geschrift en praktijk in religieuze gemeenschappen uit de lage landen, 1000-1500. Groningen, 29 september 2006 – Brussel, 5 oktober 2007, Handelingen van de contactfora, KVAB, Brussel, 2009, 197 p. (scan komt van Kris)
156
Publicaties
4. Standpunten
Verdroging, ook in Vlaanderen? Standpunt van de Academie – rapport Klasse Technische Wetenschappen, KVAB, Brussel, 2009, 18 p. (AB 46)
5. Verhandelingen Nieuwe reeks
A. DILLEN, Het gezin: à-Dieu? Een contextuele benadering van gezinnen in ethisch, pedagogisch en pastoraaltheologisch perspectief, Verhandelingen Nieuwe reeks, KVAB, Brussel, 2009, 639 p.
157
Publicaties
Publicatiecommissie
(Mandaten van 3 jaar, ingaand op 1 oktober 2008) Vlieghe H., voorzitter Baeteman G. De Poorter (Mevr.) N. Devliegher L. Roegiers J. Simons L.
Thas J. Van Cauwenberghe A. Witte (Mevr.), Barones E. Schamp N., vast secretaris Dejaegher (Mevr.) S., secretaris
158
In Memoriam
Luc DELAEY (21 juli 1939 – 29 septmeber 2009)
Op zondag 29 september jl. is onze collega en confrater professor Lucas Delaey overleden. Hij was vast lid van de Klasse der Natuurwetenschappen van de Koninklijke Academie, waar hij vice-administrator was tijdens het jaar 2000 en administrator in 2001. Afscheid nemen van deze unieke collega Luc Delaey, viel ons allen moeilijk. Hij was een bijzonder lesgever, een bevlogen mentor, een creatieve projectcoördinator, een internationaal erkend en gewaardeerd expert, een warme collega. Luc Delaey studeerde in 1963 af als burgerlijk metaalkundig ingenieur. Hij verliet België als NFWO onderzoeksfellow om in 1966 Doctor Rerum Naturalium (Dr.rer.nat.) te worden aan de universiteit van Stuttgart. Daar werkte hij samen met de toenmalige elite van wetenschappers aan het Max-Planck Institut in de Seestrasse, denken we maar aan de professoren Köster, Petzow, Elssner, Exner en niet in het minst professor Warlimont, zijn promotor. Het excellentieniveau in onderzoek dat in de MPI werd gehaald, werd zijn referentie. Hij kwam besmet terug, besmet door het nooit afnemend virus van gedreven en creatief onderzoeker. Professor Deruyttere, toenmalig departementsvoorzitter, had de uitzonderlijke talenten in de – weliswaar soms chaotisch agerende Delaey – snel onderkend en al op 35jarige leeftijd is professor Delaey gepromoveerd tot gewoon hoogleraar. Ondertussen had hij nieuwe ervaringen opgedaan en contacten gelegd aan het Mellon institute in Pittsburgh, het Institut National des Sciences Appliquées (INSA) te Lyon, het Centro Atomico te Bariloche in Argentinië, de Kansai university te Osaka, centra waarmede een jarenlange samenwerking met MTM en de KULeuven tot stand is gekomen. Daarom zullen de twee eerste generaties professoren van MTM aan de nederlandstalige KULeuven, allen toegeven dat het vooral Luc Delaey is, die door zijn vele contacten de internationale dimensie in het toenmalige "Instituut voor Metaalkunde" (de jaren 60) heeft binnengebracht en zo MTM op de wetenschappelijk wereldkaart heeft helpen zetten waar het nu nog steeds te vinden is. Prof. Delaey was Fellow van ASM-International and Fellow van het Institute of Materials, onderscheidingen die weinig Belgen te beurt vielen. Hij was lid van de editorial board van de twee toptijdschriften in zijn domein, namelijk Acta Mat en Scripta Mat, en van nog een drietal andere journals in de materiaalwetenschap. Hij was bijzonder actief in ICOMAT (International Committee of Martensitic Transformations), en organiseerde een internationale conferentie in dit domein in 1982 te Leuven. Een verder was hij voorzitter van het International Committee on Hot Isostatic Pressing, een techniek om o.a. hardmetallische en keramische poeders tot 100% dichtheid te persen, met toepassingen in diverse sectoren gaande van machinebouw tot orthopedie.
159
In Memoriam
Wetenschap was voor collega Delaey een spel dat je heel ernstig speelt, om de vreugde, de kwaliteit en het niveau van het spelen zelf. Het was voor hem een "existential pleasure" dat aan de basis ligt van zijn wetenschappelijke creativiteit, die resulteerde in vele honderden publicaties en boeken. In zijn onderzoeksgroep werden de shape-memory legeringen op koperbasis ontdekt en ontwikkeld, de meest spectaculaire toepassing van de martensitische transformatie. Het bedrijf AMT (Advanced Materials Technology) in Herk de Stad is een rechtstreekse industriële uitloper van de SM activiteit te Leuven. Maar tegelijkertijd combineerde Luc Delaey dit specialisme met andere specialiteiten. Zo kwam hij tot merkwaardig boeiende inzichten in laterale domeinen. Hij was een typische "out of the box" wetenschapper, een bruisende bron van ideeën, suggesties, inzichten die hij met een overweldigend enthousiasme deelde met zijn collega's en zijn medewerkers. Ook zijn studenten werden ondergedompeld in dit bruisbad, al hadden die soms moeite om de snelheid van zijn gedachtegang te volgen. Zo zaten zij na de les die één uur duurde, geregeld twee uur in de bibliotheek om te verwerken wat hij nu precies had gedoceerd. De volgende les waren ze dan fier dat ze gerichte vragen konden stellen over de vorige les. Door zijn aanstekelijk enthousiasme had hij zeker een actief leerproces gestimuleerd. Dat hij ook begaan was met didactiek mag blijken uit het feit dat hij de vroege jaren zeventig werd uitgeroepen tot laureaat van de Internationale wedstrijd van de wetenschappelijke film, zowel in de categorie Research als Education. Maar zijn creativiteit hield niet op aan de deur van zijn universitaire werkkamer. Onze collega Delaey was wat onconventioneel: hij combineerde een grote wetenschappelijke strengheid en diepgang met speelsheid in gedrag en taal en losheid in de omgang met al wie hij ontmoette. Zijn woonkamer stonden vaak kristalmodellen tussen de bonsai's van zijn vrouw, want zijn studenten kwamen bij hem aan huis, waarschijnlijk om de administratieve druk aan de universiteit te ontvluchten. Dit illustreert ook dat hij niet een manager was in de klassieke zin van het woord, iemand die met hiring en firing optimaliseert. Iedereen was welkom bij Professor Delaey, maar hij trok ook vaak de beste studenten aan, die we nu als collega terugvinden aan meerdere buitenlandse universiteiten. Zijn academische contacten en de contacten met zijn dorpsgemeenschap vloeiden in elkaar over: hij vroeg Louis van de Dorpstraat of hij de reactiemotor van Theo Van der Waeteren kon komen herstellen, hij schakelde de afdeling bouwfysica in om isolatieproblemen bij buren op te lossen. Maar ook binnen de KULeuven kende prof. Luc Delaey geen grenzen: reeds in de zestiger jaren begeleidde hij meerdere collega's uit andere departementen en faculteiten en zelfs het prille centrum voor menselijke erfelijkheid met zijn elektronenmicroscoop. Hij begeleidde niet alleen de doctoraten onder zijn eigen directe verantwoordelijkheid, maar ook deze over verwante onderwerpen bij collega-docenten. We zullen collega Delaey ook herinneren als een passievol romanticus. Hij werd opgeslorpt door melancholische fadomuziek, hij werd bewogen door de schoonheid in de natuur, evengoed als door de schoonheid in metaalstructuren. Hij werd gedreven om -zelfs tussen twee lessen in- zijn aandachtige liefde voor de natuur te uiten in schetsen en tekeningen zoals van op een bank in het Park van Arenberg.
160
In Memoriam
lk ben bijna gelijktijdig met collega Delaey ingenieur metaalkunde geworden, wij hebben gelijktijdig ons doctoraat in Duitsland behaald. Maar ik bracht alleen maar een doctoraat mee uit Aachen, terwijl Luc Delaey uit Baden-Würtenberg niet alleen een doctoraat maar ook zijn lieve vrouw Lore naar België meebracht. En het past hier onze lof en waardering uit te drukken voor de zorg die mevrouw Delaey aan haar zo zorgbehoevende echtgenoot heeft besteed. Weinigen zouden kunnen wat zij heeft gedaan, van de morgen tot de avond, van de avond tot de morgen, jarenlang. Zij vond alles zo normaal, zo vanzelfsprekend. Mit Durchsetzung und Liebe. "Hoe gaat het met Luc" vroegen we vaak, en zij antwoordde "Precies toch wat beter, hoewel" en daar bleef het bij. Zij wou geen medelijden. Collega Luc Delaey, was een goed mens, die zijn vrouw, zijn kinderen, zijn wetenschap immens lief had. Dat hebben wij persoonlijk gevoeld, jarenlang, tot hij alleen nog maar een handdruk kon geven. We voelden hem de woorden van Emily Dickinson herhalen: "TO SEE IT ALL IS A PICTURE, TO HEAR IT ALL IS A TUNE" Dit alles te zien is een schilderij, dit alles te horen is een melodie. We zullen collega Luc Delaey blijven gedenken. E. Aernoudt
161
In Memoriam
Paul BOCKSTAELE (7 februari 1920– 3 augustus 2009)
De academische loopbaan van confrater Bockstaele is verlopen volgens een parcours dat in zijn dagen niet ongewoon was, maar dat jongere collega’s thans verwonderd doet opkijken. Hij werd geboren in een middenstandsgezin in het Oostvlaamse Melle op 7 februari 1920 en trok na zijn middelbare studies aan het Sint-Amandusinstituut te Gent in 1937 naar het bisschoppelijk seminarie. De begaafde student werd prompt door zijn oversten naar de Universiteit te Leuven gestuurd waar hij, als inwoner van het Leo XIII-seminarie, de kandidaturen in de wiskunde aanvatte, aanvullende studies deed voor een kandidatuur in de natuurkunde en nadien een eenjarig baccalaureaat in de wijsbegeerte volgde. Dit derde academiejaar eindigde in de verwarring van de meidagen 1940 wanneer hij, als zovele leeftijdsgenoten, op de fiets naar Frankrijk vluchtte. Na zijn terugkeer in de nazomer zette hij zijn studies verder als theologant aan het Grootseminarie te Gent. Op 16 april 1944 werd hij priester gewijd en na de grote vakantie weer naar de universiteit gezonden om de studies in de wiskunde te voltooien. Hij kwam in Leuven terecht in de moeilijke jaren vlak na de bevrijding, in een stad en universiteit die getekend waren door zware bombardementen en waar men zich moest behelpen met beperkte middelen. In 1946 studeerde hij met de grootste onderscheiding af als licentiaat in de wiskundige wetenschappen op een verhandeling over het intuïtionisme bij de Franse wiskundigen en met Henri Florin als promotor. De studie werd het onderwerp van een prijsvraag, uitgeschreven door deze Academie, en werd na bekroning in 1949 gepubliceerd in de reeks verhandelingen van de Klasse van de Wetenschappen. Het kan geen verwondering wekken dat de succesrijke student nadien begon aan de voorbereiding van een doctoraal proefschrift, op hetzelfde domein als dat van zijn verhandeling en bij dezelfde promotor. Voor zijn onderzoek verbleef hij ondermeer bij de befaamde professor L.E.J. Brouwer (1881-1966) te Amsterdam, “de paus van het intuïtionisme”. In 1947 werd Bockstaele leraar aan het Bisschoppelijk College te Eeklo, waar hij tussen de lessen door verder werkte aan zijn proefschrift. Op 7 juli 1951 promoveerde hij op een proefschrift Bijdrage tot de intuïtionistische groepenleer. In 1953 werd hij leraar aan de Bisschoppelijke Normaalschool te Sint-Niklaas. Zijn belangstelling ging nu op de eerste plaats naar de pedagogie van de wiskunde, in het bijzonder van de meetkunde. Vanaf 1954 publiceerde hij bij uitgeverij De Standaard een reeks handboeken voor meetkunde, bestemd voor het secundair en het normaalonderwijs. Nadien volgden nog handboeken voor andere takken van de wiskunde, soms in samenwerking met andere auteurs. Nieuwe edities en herdrukken zouden mekaar opvolgen tot het midden van de jaren zeventig. Generaties leerlingen werden met deze studieboeken gevormd. Er was één element in dat bijzonder was. Tussendoor stonden korte notities met een biografie van grote wiskundigen uit het verleden, over Euclides, Boethius, Copernicus, Stevin, Fermat, Leibniz, Newton, Euler, Monge en vele anderen. Ze verwezen naar wat stilaan de eerste belangstelling van de auteur was geworden en waarmee hij naam zou maken.
162
In Memoriam
Vanaf de eerste jaargang van Scientiarum historia in 1959 was Bockstaele bij dit tijdschrift over de wetenschapsgeschiedenis betrokken en publiceerde hij erin. In 1962 werd hij benoemd tot lector aan de K.U.Leuven, met een leeropdracht in de geschiedenis van de wiskunde. Vanaf het jaar daarop verschenen bijdragen van zijn hand over de geschiedenis van de wiskunde in de Mededelingen van de Klasse van de Wetenschappen. In 1963 werd hij docent en werd zijn leeropdracht uitgebreid met de colleges analyse voor de kandidaturen wis- en natuurkunde. Later zouden ook de studenten informatica ditzelfde college volgen. In 1967 werd hij gewoon hoogleraar. Zoals toen gebruikelijk was, werd hij prompt door zijn bisschop tot erekanunnik van Sint-Baafskathedraal benoemd. Zijn lievelingsvakken waren het college en het seminarie geschiedenis van wiskunde in de licenties, in de praktijk soms uitgebreid tot andere takken van de geschiedenis van de wetenschappen. Hij wist heel wat studenten voor dit domein warm te maken en was de promotor van meer dan honderd licentiaatverhandelingen en een aantal doctoraten. Zijn persoonlijke belangstelling ging op de eerste plaats naar de geschiedenis van de wiskunde in onze gewesten in het algemeen en van de exacte wetenschappen aan de Leuvense universiteit van de vijftiende tot de negentiende eeuw, in het bijzonder. Ongetwijfeld zijn belangrijkste bijdragen wijdde hij aan Adrianus Romanus (15611615), Leuvenaar van geboorte die eerst in zijn vaderstad en later te Würzburg wiskunde en geneeskunde doceerde. Bockstaele verzorgde onder andere een keurige editie van diens correspondentie met andere befaamde wiskundigen zoals Clavius en schreef een biografische notitie over hem voor het Nationaal Biografisch Woordenboek. In artikels in Streven (1966) en Onze Alma Mater (1968) zette hij zijn ideeën uiteen over wat het voorwerp en de methode van de wetenschapsgeschiedenis was geweest en wat ze volgens hem moesten zijn. In voorzichtige termen klaagde hij het amateurisme aan dat vele publicaties over wetenschapsgeschiedenis kenmerkte. Deze discipline mocht zich niet beperken tot een biografie van bekende wetenschappers en de opsomming van hun publicaties. “Naast ontdekkingsgeschiedenis moet ze vooral ontwikkelingsgeschiedenis zijn: men tracht de ontwikkeling van de ideeën te volgen en te verklaren op gronden inherent aan de wetenschap. Men bestudeert de groei van de wiskunde, de astronomie, de scheikunde, de biologie, enz. van binnen uit. Deze vorm van wetenschapsgeschiedenis komt vooral tegemoet aan het verlangen van de beoefenaar van de wetenschappen om de innerlijke groei van zijn vak te leren kennen en begrijpen. Deze ideeënhistorische richting sluit echter het zeer reële gevaar in de indruk te wekken dat elke wetenschap zich in een ivoren toren ontwikkelde, onafhankelijk van de andere wetenschappen of van de sociale en culturele context waarin de geleerden leefden en werkten. Daarom is ook een ruimere cultuurhistorische benadering noodzakelijk, waardoor de wetenschap wordt gezien in het kader van de algemene geestesstromingen en tegen de achtergrond van de sociale en politieke realiteit. Veel meer dan bij de eerste vorm van geschiedschrijving het geval was, komen hier allerlei nevenaspecten aan bod, zoals het onderwijs, de organisatie van het onderzoek, de economische betekenis van de wetenschap, enz. Uit het voorgaande zal het voor iedereen duidelijk zijn, dat de geschiedenis van de wetenschap slechts kan gedijen door samenwerking tussen mathematici, astronomen, fysici, biologen enerzijds, filologen en historici anderzijds.” Zijn eigen kennis van het
163
In Memoriam
Latijn, zijn vorming in de filosofie en de theologie en zijn vele, ook internationale contacten met onderzoekers op naburige en andere domeinen, samen met zijn zeer rijke persoonlijke bibliotheek verschaften Bockstaele het instrumentarium en de achtergronden om in zijn eigen werk deze ambities waar te maken. Alhoewel van nature eerder introvert, heeft hij zijn vak geenszins in isolement bedreven, maar toonde hij zich een gewaardeerd collega en medewerker in allerlei genootschappen en samenwerkingsverbanden. In 1973 werd hij om zijn wetenschappelijke verdiensten verkozen tot lid van het Nationaal Comité voor Logica, Geschiedenis en Filosofie der Wetenschappen dat door de Academies wordt gepatroneerd. In dit comité zou hij meer dan dertig jaar een belangrijke rol spelen. Bijna twintig jaar was hij ondervoorzitter ervan. Herhaaldelijk werd hij door het comité aangeduid om België te vertegenwoordigen op internationale congressen. In de Geschiedenis van de Wetenschappen in België (1998) die door het Nationaal Comité werd gepubliceerd, verzorgde hij een zeer gewaardeerd hoofdstuk over de wiskunde tot 1815 dat kan gelden als de synthese van zijn persoonlijk onderzoek. Met een grote vanzelfsprekendheid werd hij lid van de International Commission for the History of Mathematics waarvan hij trouw de congressen bijwoonde en waar hij alle grote namen in het domein ontmoette. In 1983 werd Bockstaele verkozen tot corresponderend lid van de Klasse der Wetenschappen van de Academie en in 1989 bevorderd tot gewoon lid. Als trouwe aanwezige op de maandelijkse klassevergaderingen presenteerde hij daar regelmatig de resultaten van zijn eigen onderzoek. Enkele van deze lezingen werden uitgewerkt tot solide publicaties die verschenen in de Academiae Analecta. In 1984 werd hij lid van de bestendige Commissie voor de Geschiedenis der Wetenschappen en reeds het jaar erop voorzitter ervan, wat hij vijftien jaar zou blijven. Als lid van beoordelingscommissies van ingediende werken, van de Bestendige Commissie van het Jan Gillisfonds, van de Commissie voor het Nationaal Biografisch Woordenboek en van de Commissie Centrum voor Europese Cultuur was hij een trouw medewerker aan vele initiatieven van de Academie. Hij bleef actief, ook nadat hij in 1995 erelid was geworden, tot de falende gezondheid hem belette nog naar Brussel te reizen. Op voorstel van de Academie werd hem in 1996 de hoge onderscheiding van grootofficier in de Leopoldsorde toegekend. Buiten de Academie was hij bijna een halve eeuw actief als lid van Zuid-Gewina, het genootschap voor de geschiedenis van de geneeskunde, de wis- en natuurkunde. In 1959 was hij mede-oprichter van het ermee verbonden tijdschrift Scientiarum historia: Tijdschrift voor de geschiedenis van de geneeskunde, wiskunde en natuurwetenschappen. Vijftien jaar verzorgde hij daarin de bibliografie van de geschiedenis van de wetenschappen in België. Hij bleef redactielid tot het verdwijnen van het tijdschrift in 2006, was in 1990 de initiatiefnemer voor een doorstart van het tijdschrift na een lange onderbreking en bleef dan nog tien jaar hoofdredacteur. Daarnaast was hij dertig jaar redactielid van Lias: Sources and Documents Relating to the Early Modern History of Ideas. Zijn activiteiten binnen de universiteit beperkten zich niet tot onderwijs en onderzoek. Als voorzitter van het Departement Wiskunde en lid van de Bureau van de Faculteit Wetenschappen nam hij jarenlang een belangrijke bestuurstaak op zich. Als verantwoordelijke voor de Vliebergh-Sencie leergangen Wiskunde zette hij zich in voor
164
In Memoriam
de bijscholing van leraren. Bovenal heeft hij zich ingezet voor het bibliotheekwezen van de K.U.Leuven, niet enkel als academisch verantwoordelijke voor de bibliotheek Wiskunde, maar ook als voorzitter van de campusbibliotheekraad en van de Centrale Bibliotheekraad van de K.U.Leuven. Vanaf 1969 speelde hij op die manier een belangrijke rol in de opbouw van een bibliotheekbeleid voor de zelfstandige Nederlandstalige universiteit. In moeilijke omstandigheden fungeerde hij zelfs in 1980 als interim-hoofdbibliothecaris voor de hele Universiteit. Na zijn emeritaat bleef Paul Bockstaele nog twintig jaren actief als onderzoeker, als publicist, als lid van verenigingen, commissies en redacties. Begin 2006 maakte een kwalijke val een einde aan zijn activiteiten. De laatste jaren zijn zeer zwaar om dragen geweest, voor hemzelf, voor zijn huisgenoot en voor de tientallen anderen die zeven dagen op de zeven, vierentwintig uur op de vierentwintig, voor hem hebben gezorgd. Ook al kon hij het niet meer zeggen, toch weten ze hoezeer hij hen daarvoor dankbaar is geweest. Zijn wens thuis te mogen sterven ging op 3 augustus 2009 in vervulling. Binnen zijn universiteit heeft Bockstaele de geschiedenis van de wiskunde en van de natuurwetenschappen op de kaart gezet. Tientallen jaren was hij de bekendste wetenschapshistoricus in Vlaanderen. En allen die hem gekend hebben bewaren de allerbeste herinneringen aan deze bescheiden en integere man. J. Roegiers
165
Samenstelling Academie
Klasse van de Natuurwetenschappen
Gewone leden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
Vanhecke L. (1973) Thys van den Audenaerde D. (1978) Coomans A. (1978) Vanquickenborne L. (1986) Van Montagu, Baron M. (1987) Bruynseraede Y. (1988) Thas J. (1988) Gomes W. (1989) De Schryver F. (1989) Schamp N. (1990) Vermeersch P. (1990) Kühn E. (1990) Vandekerckhove J. (1990) Van Landuyt J. (1994) Hirsch C. (1994) Coussement R. (1995) Heyde K. (1996) Jacobs P. (1996)
19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36.
Gijbels R. (1997) Kersters K. (1998) Veretennicoff (Mevr.) I. (1998) Dumortier F. (1998) Van Houtte P. (1999) Van Broeckhoven (Mevr.) C. (1999) Henriet J.-P. (2001) De Kimpe N. (2003) Waelkens Ch. (2003) Inzé D. (2005) Van Dyck D. (2006) Vinx (Mevr.) M. (2006) Ceulemans R. (2009) Maex (Mevr.) K. (2009) Poesen J. (2009) Steels L. (2009) Van Damme (Mevr.) E. (2009) Van Maldeghem H. (2009)
Ereleden: 1. 2. 3. 4. 5.
Buffel K. (1958) Geukens F. (1958) Maton J. (1970) Vandendriessche L. (1970) Peters J. (1970)
6. 7. 8. 9.
167
Bockstaele P. (1983) Gullentops F. (1962) Fiers, Baron W. (1973) Smeyers P. (1983)
Samenstelling Academie
Buitenlandse leden : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
Allen J. (1991) Blaauw A. (1976) Brandl H. (1992) Claeson Tord (2003) de Hoop A. (1997) de Jager C. (1967) Denucé J. (1983) De Vincentiis M. (1988) Dezsi I. (1978) Friedel J. (1993) Fukuoka M. (1986) Golay M. (1990) Hewish A. (1989) Hirsch P. (1995) Kaczmarek J. (1978) Korpel A. (1987) Lehn J. (1990)
18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34.
168
Liu Shilian (1990) Masuhara H. (1998) Mengel K. (1976) Nasu S. (2002) Nolte R. (2000) Rahmat-Samii Y. (2001) Sato H. (1991) Schuller I. (1998) Scriba C. (1991) Spaepen F. (2000) Srivastava H. (1991) ‘t Hooft G. (1981) Van Marcke E. (1999) Weck M. (1994) West R. (1981) Zeevaert L. (1973) Zewail A. (2003)
Samenstelling Academie
Klasse van de Menswetenschappen
Gewone leden: 1. Van Gerven, Baron W. (1977) 2. Prevenier W. (1985) 3. Peeters T. (1985) 4. Dewachter W. (1986) 5. Witte, Barones E. (1988) 6. Steel C. (1989) 7. Willems (Mevr.) D. (1989) 8. Derolez A. (1992) 9. van Outryve d'Ydewalle, Ridder G. (1992) 10. De Mey M. (1994) 11. Van Rompuy P. (1994) 12. Bocken H. (1994) 13. Roegiers J. (1996) 14. Lesthaeghe R. (1996) 15. Simons L. (1997) 16. Verhofstadt-Denève L. (1997) 17. De Dijn H. (1997) 18. Tasmowski (Mevr.) L. (1998) 19. Van der Cruysse D. (1998) 20. Clarysse W. (1998) 21. Van Uytfanghe M. (1998) 22. Waelkens M. (1998)
23. Weyembergh M. (1999) 24. Alen, Baron A. (1999) 25. Billiet J. (2001) 26. De Nauw A. (2001) 27. Versluys K. (2001) 28. Foblets, Barones M. (2001) 29. Cousy H. (2002) 30. Batens D. (2002) 31. De Ridder-Symoens (Mevr.) (2003) 32. Cantillon (Mevr.) B. (2003) 33. Standaert N. (2003) 34. De Grauwe P. (2004) 35. Maresceau M. (2004) 36. De Boeck P. (2005) 37. Laureys G. (2007) 38. Boone M. (2008) 39. Wouters J. (2008) 40. Van Damme M. (2009) 41. Vandenbergen A.-M. (2009) 42. Van Goethem H. (2009) 43. Verschaffel L. (2009) 44. Veugelers R. (2009)
Ereleden: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Vervliet H. (1968) Craeybeckx J. (1972) van Caenegem, Baron R. (1974) Van der Wee, Baron H. (1977) Liebaers H. (1980) Neirynck F. (1980)
7. Krings, Baron E. (1981)
8. 9. 10. 11. 12. 13.
Baeteman G. (1986) Huyse L. (1994) Van der Haegen H. (1988) Storme M. (1982) Blanpain R. (1992) Eyskens M. (1988)
14. Dobbelaere K. (1992)
169
H.
Samenstelling Academie
Buitenlandse leden : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25.
Ahrweiler H. (1981) Babcock R.G. (2005) Barten A. (1990) Bergier J.-Fr. (1996) Blokmans W. (2004) Blok D. (1990) Bray B. (1990) Carpi F. (1997) Cazelles H. (1966) Cox H. (1989) Crouzet F. (1989) de Vries J. (2003) Dupré L. (1985) Favier J. (1985) Feenstra R. (1966) Fenik B. (1988) Fontaine J. (1988) Frijhoff W. (2005) Glamann K. (1989) Gottwald P. (2005) Haegeman (Mevr.) L. (1994) Heinen H. (1991) Hrouda B. (1981) Jacobs F. (2005) Janssen F. (2004)
26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50.
170
Kaufmann Fr.-X. (1991) Landes D. (1991) Lairg, Lord Irvine of (2005) Lerchner G. (1994) Lesger C. (2008) Levelt W. (1999) Mackey W. (1979) Maeijer J. (1983) Markesinis B. (1990) Mathias P. (1988) McConica J. (1988) McGing B. (2008) Moureau F. (2005) Munro J. (2000) Nijkamp P. (2000) Pestman P. (1985) Quirk, Sir R. (1975) Schuyt C. (2001) Schwab U. (1983) Skafte-Jensen M. (1997) Sorabji R. (2008) Stein P. (1991) Stronach D. (1988) Tax P. (1999) Vansina J. (1999)
Samenstelling Academie
Klasse van de Kunsten
Gewone leden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.
Marijnissen R. (1970) Dhanens (Mevr.) E. (1973) Van Gysegem P. (1981) Van de Velde C. (1986) Vlieghe H. (1990) Van Reeth B. (1990) Boenders F. (1991) Hoozee R. (1991) Coryn R. (1993) Dr. Heyrman H. (1993) D'Haene R. (1993) Nees V. (1994) De Poorter (Mevr.) N. (1994) Dierickx K. (1995) Fabre J. (1998) Sabbe H. (1999) Strauven F. (2000) Van Hove L. (2001) De Keersmaeker A.-T. (1998) De Jonge (Mevr.) K. (2001) Balis A. (2002)
22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37.
De Bondt W. (2003) Elias W. (2003) Stroo C. (2003) Van der Stighelen K. (2003) Delaere M. (2005) Panamarenko (1998) Coninckx, Baron S. (2004) Robbrecht P. (2005) Van der Stock J. (2005) Buylen M. (2006) Decraemer H. (2006) Van Hee M.-J. (2007) Bergmans A. (2007) Brewaeys L. (2008) Van Kerckhoven A.-M. (2008) De Buck S. (2009)
38. 39. 40. 41. 42.
Maes F. (2009) Posman L. (2009) Smets M. (2009) Van Der Wee (Mevr.) B. (2009) Vermote (Mevr.) P. (2009)
9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
Laporte A. (1990) Van Sumere (Mevr.) H. (1995) Bekaert G. (1990) Bossuyt I. (1993) Vandereycken R. (1996) Delmarcel G. (1999) Huys B. (1980) Tinel K. (1986)
Ereleden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Mendelson M. (1965) Van der Eyken E. (1977) Devliegher L. (1986) Goris A. (1994) Nivelle A. (1988) Pauwels H. (1970) Servais R. (1973) Laenen J.-P. (1988)
171
Samenstelling Academie
Buitenlandse leden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Bruijn J. (1988) Châtelet A. (1990) Colomina (Mevr.) B. (2009) DaCosta Kaufmann Th. (1997) de Bodt S. (2003) De Jongh E. (1988) Dutilleux H. (1973) Erni H. (1973) Fillitz H. (1988) Foucart J. (1991)
11. Gerszi T. (1992) 12. Goezu A. (1990) 13. Haverkamp-Begemann E. (1984) 14. Hennel-Bernasikowa (Mevr.) M. (1995) 15. Hirsch K. (1995) 16. Husa K. (1974) 17. Kauffmann G. (1989) 18. Lachenmann H. (1997) 19. Lasala J. L. (1997)
172
Samenstelling Academie
Klasse van de Technische Wetenschappen
Gewone leden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.
De Man H. (1990) Van Brussel H. (1990) Van Cauwenberghe A. (1991) Lagasse P. (1996) Vandewalle J. (1996) Vanderleyden J. (1998) Verstraete W. (1999) Moldenaers P. (2006) Beazar G. (2009) Belmans R. (2009) Berlamot J. (2009) Bossyns L. (2009) D’haeseleer W. (2009) De Moor B. (2009) Frimout D. (2009) Gelders L. (2009) Gosselin D. (2009) Kretzschmar J. (2009) Lox E. (2009) Michiels L. (2009)
21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39.
173
Oosterlinck A. (2009) Tambuyzer E. (2009) Van Landeghem H. (2009) Van Overschée W. (2009) Van Roost J. (2009) Van Vaerenbergh I. (2009) Vandamme E. (2009) Verbaeten P. (2009) Verdonck P. (2009) Verhoeven R. (2009) Verpoest I. (2009) Verstraeten P. (2009) Willems, baron J. (2009) Leuridan J. (2009) Heynen H. (2009) Höfte M. (2009) Malcorps C. (2009) Schoukens J. (2009) Wauters D. (2009)
Samenstelling Academie
Ereleden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Vandepitte D. (1962) Froment G. (1984) Van Bladel J. (1984) Aernoudt E. (2009) Beeckman J.-P. (2009) Beernaert S. (2009) Deman J. (2009) Depamelaere J.-P. (2009) Deroo H. (2009) Gobin R. (2009) Haemers G. (2009) Jongbloet J. (2009)
13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.
Buitenlandse leden : 1. Bird Robert Byron (1994)
174
Lenaers R. (2009) Maes R. (2009) Meers U. (2009) Naze M. (2009) Soens M. (2009) Ulens S. (2009) Van Belle N. (2009) Van Den Balck V. (2009) Van Der Perre G. (2009) Van Keymeulen J. (2009) Van Remorte J. (2009) Wissaert R. (2009)
Samenstelling Academie
Commissies van de Academie
Kandidaturencommissie Klasse van de Natuurwetenschappen: Dumotier F., bestuurder Veretennicof I., onderbestuurder Gijbels R., aftredend bestuurder Van Houtte P. (2009-2011) Gomes W. (2008-2010) Klasse van de Menswetenschappen: De Mey M., bestuurder Van Rompuy P., onderbestuurder Van Outryve d’Ydewalle G., aftredend bestuurder Bocken H. (2008-2010) Witte, Barones E. (2008-2010)
Peeters T. (2009-2011) Van der Cruysse D. (2008-2010) Verhofstadt-Denève (Mevr.) L. (2009-2011) Schamp, baron N., vast secretaris
Klasse van de Kunsten: Elias W., bestuurder Van Hove., onderbestuurder De Bondt W., aftredend bestuurder Delmarcel G. (2008-2010) De Jonge (Mevr.) K. (2009-2011)
Dierickx K. (2008-2010) Van Hove L. (2008-2010) Van Kerckhoven A.M. (2009-2011) Schamp N., vast secretaris
Laureatencommissie Klasse van de Natuurwetenschappen: Dumotier F., bestuurder Kersters K. (2010-2012) Willems D., voorzitter Van Houtte P. (2009-2011) Gomes W. (2008-2010)
Klasse van de Menswetenschappen: De Mey M., bestuurder Boone M. (2009-2011) Weyembergh M. (2010-2012)
Schamp, baron N., vast secretaris Veretennicoff Irina (2010-2012) Jacobs P. (2009-2011) Waelkens C. (2009-2011)
Clarysse W. (2010-2012) Willems. D., voorzitter Schamp, baron N., vast secretaris
175
Samenstelling Academie
Klasse van de Kunsten: Elias W., bestuurder Buylen M. (2009-2011) Delaere M. (2010-2012) Vandereycken R. (2010-2012)
Dierickx K. (2010-2012) Willems D., voorzitter Van Kerckhoven Schamp N., vast secretaris
176
Samenstelling Academie
Langlopende Projecten
Commissie Belgische Diplomatieke Stukken (1941-1960) Eyskens M., voorzitter Kurgan-Van Hentenryk R., co-voorzitter Craeybeckx J. de Schoutheete de Tervurent Ph. Godding P. Harmel, Graaf P., erevoorzitter
Krings, Baron E. Peemans F. Witte, Barones E. Hasquin H., secrétaire perpetual Schamp, baron N., vast secretaris De Paepe J.-L., secrétaire
Bestendige Commissie voor de Geschiedenis der Wetenschappen N., voorzitter Bockstaele P. Calcoen R. De Backer C. De Mey M. Jansen-Sieben (Mevr.) R. Marijnissen R. Mertens J.
Pauwels H. Roegiers J. Smeyers P. Van Caenegem, Baron R. Van Der Wee, Baron H. Vanpaemel G. Wellens-De Donder (Mevr.) L. Schamp, baron N., vast secretaris
Wetenschappelijk Comité Algemene Taalkunde Willems (Mevr.) D., voorzitter Goossens L. Simon-Vandenbergen (Mevr.) A.
Tasmowski (Mevr.) L. Thibau R. Schamp N., vast secretaris
Wetenschappelijk Comité Godsdienstgeschiedenis Neirynck F., voorzitter Delobel J. Denaux A. Duthoy R. Evenepoel W.
Van Belle G. Van Oyen G. Van Segbroeck M. Van Uytfanghe M. Verheyden J.
Laga C. Lambrecht J. Lust J. Milis L. Pikhaus D.
Vervenne M. Welkenhuysen A. Wouters A. Schamp, baron N., vast secretaris
177
Samenstelling Academie
Wetenschappelijk Comité Humanisme in de Nederlanden Roegiers J., voorzitter De Schepper M., secretaris Bracke W. de Landtsheer (Mevr.) J. de Nave (Mevr.) F. De Ridder-Symoens (Mevr.) H. Derolez A. De Smet R. Forrez R. Golvers N. Hallyn F. Heesakkers C.
Laureys M. Papy J. Peeters H. Sacré D. Sué (Mevr.) S. Tournoy G. Vanden Broecke S. Van Houdt T. Vervliet H. Verweij M. Waterschoot W. Schamp, baron N., vast secretaris
Wetenschappelijk Comité Klassieke Studies Clarysse W., voorzitter Bingen J. Boit Tom De Coninck L. Delattere A. De Meulenaere H. Depauw M. Engels D. Erdkamp P. Haubens H. Huys M. Laes C. McGing B. Melaerts H. Mooren L. Saerens C.
Schepens G. Uytterhoeven I. Van Beek B. Vandorpe K. Van Rengen W. Van Uytfanghe M. Verdin H. Verreth H. Waelkens M. Wouters A. Poblome J. Schorn S. Van Nuffelen P. Zuyderhoek A. Schamp N., vast secretaris
Wetenschappelijk Comité Maritieme Geschiedenis Craeybeckx J., voorzitter Koninckx C., ondervoorzitter Parmentier J., secretaris Asaert G. Baetens R. Coppejans-Desmedt (Mevr.) H. De Moor G.
De Vos A. De Vos (Mevr.) G. Everaert J. Smet R. Segers Y. Van Cleempoel K. Schamp, baron N., vast secretaris
178
Samenstelling Academie
Wetenschappelijk Comité Rechtsgeschiedenis Van Caenegem, Baron R., ere-voorzitter Monballyu J., voorzitter Heirbaut D., secretaris Avonds P. Baelde M. Bauer (Mevr.) D. Bouckaert B. Christiaens J. Christiaensen S. Coppens C. Dauchy S. Decaluwe M. De Koster M. De Ruyssche D. De Win P. Forrez R. Horvat S. Janssens G. Lambrecht D. Lesaffer R. Macours G. Schamp, baron N., vast secretaris
Magits M. Martyn G. Oosterbosch M. Opsommer R. Put E. Stevens F. Van Den Auweele D. Van Den Broeck J. Van Ermen E. Van Goethem H. Vanhemelrijck F. Van Hoofstraeten B. Van Petegem P. Velle K. Verboven K. Verhas (Mevr.) C. Vermeir R. Vleeschouwers-Van Melkebeek M. Wauters B Wijffels A. Waelkens L.
Wetenschappelijk Comité Sociaal-Economische Geschiedenis Van Der Wee, Baron H., voorzitter Abraham F. Aerts E. Barten A. Blondé B. Buyst E. Coppejans-Desmedt (Mevr.) H. De Beelde I. De Brabander G. De Cocker F. Devolder (Mevr.) C. De Vos (Mevr.) G. Greefs (Mevr.) H. Hannes J.
Hardewijn A. Houtman-De Smedt (Mevr.) H. Janssens P. Scholliers P. Segers Y. Thijs A. Vancoppenolle (Mevr.) C. Van de Perre S. Vanhaute E. Van Molle (Mevr.) L. Vuchelen J. Wijnen I. Willems H. Schamp, baron N., vast secretaris
179
Samenstelling Academie
Commissies voor de Academische Fondsen
O. Callebautfonds De Octaaf Callebautprijs is bestemd om belangrijk oorspronkelijk werk te bekronen op het gebied van de kwaliteitsvoeding, en meer algemeen van de voedingsomstandigheden ook in de derde wereld. Deze prijs omvat twee luiken: de gewone prijs kan om de twee jaar toegekend worden voor een studie die betrekking heeft op het in artikel 1 vermelde domein. Daarnaast kan om de drie jaar een onderzoekskrediet worden toegekend met het oog op navorsing op het hoger aangeduid terrein. Kersters K. Thys van den Audenaerde
Vanderleyden J. Schamp, baron N., vast secretaris
Mgr. J. Coppensfonds De Jozef Coppensprijs is bestemd om belangrijk oorspronkelijk werk te bekronen op het gebied van: de geschiedenis van de Leuvense universiteit; de geschiedenis van de Bijbelse exegese; oudtestamentische studies. De prijs wordt om de vijf jaar toegekend. Roegiers J. Steel C.
De Ridder-Symoens (Mevr.) H. Schamp, baron N., vast secretaris
Mgr. C. De Clercqfonds De Mgr. Charles de Clercqprijs is bestemd om belangrijk oorspronkelijk werk te bekronen op het gebied van de religieuze geschiedenis van Vlaanderen. Deze prijs wordt om het jaar toegekend. Roegiers J. Steel C.
De Ridder-Symoens (Mevr.) H. Schamp, baron N., vast secretaris
O. Dupontfonds Het navorsingskrediet van het Octaaf Dupontfonds is bestemd om fundamenteel wetenschappelijk onderzoek te bevorderen op het gebied van menselijke en dierlijke fysiologie en fysiopathologie, met toepassing van biotechnologische methoden. De toekenning gebeurt om de twee jaar met beurtrol tussen de "Académie royale de Médecine de Belgique" (1999), de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten (2001), de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België (2003), de "Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique" (2005), enz.
180
Samenstelling Academie
Fruhling J., secrétaire perpétuel de l’ Académie royale de Médecine de Belgique Himpens B., vast secretaris van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België Hasquin H., secrétaire perpétuel de l’ Académie royale de Belgique Schamp, baron N., vast secretaris van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten E. Duvergerfonds De Erik Duvergerprijs is bestemd om een belangrijk oorspronkelijk kunsthistorisch of historisch werk te bekronen dat handelt over de Nederlanden tot het jaar 1900 en dat in grote mate steunt op archivalische bronnen. Deze prijs wordt om de twee jaar toegekend. De Ridder-Symoens (Mevr.) H. Strauven, F. Roegiers J.
Van de Velde C. Vlieghe H. Schamp, baron N., vast secretaris
J. Gillisfonds De Jan Gillisprijs is bestemd om belangrijk oorspronkelijk werk te bekronen op het gebied van de geschiedenis van het wetenschappelijk denken. De prijs wordt om de twee jaar toegekend. Coussement R. Thys Van den Audenaerde D.
Steel C.. Schamp, baron N., vast secretaris
Mgr. R. Lenaertsfonds De Mgr. Renaat Lenaertsprijs is bestemd om een verdienstelijk en onuitgegeven werk op het gebied van de muziekwetenschap te bekronen, gesteld in het Nederlands, of in een internationaal erkende congrestaal. De prijs wordt om de twee jaar toegekend. Huys B. Laporte A.
Sabbe H. Schamp, baron N., vast secretaris
Mac Leodfonds De Julius Mac Leodprijs is bestemd voor een verdienstelijk en oorspronkelijk werk op het gebied van de biologie in de breedste zin van het woord en in het Nederlands opgesteld. Deze prijs is bestemd voor studenten aan een universiteit of een inrichting voor hoger onderwijs. Coomans A. Kersters K. Kühn E.
Thys van den Audenaerde D. Schamp, baron N., vast secretaris
181
Samenstelling Academie
M.-C. Maselisfonds De Marie-Christiane Maselisprijs is bestemd om een belangrijk oorspronkelijk werk te bekronen op het gebied van de kinderpsychotherapie en -psychiatrie. De prijs wordt om de twee jaar toegekend. Danckaert (Mevr.) M. De Boeck P. Deboutte D. De Mey M.
Kristoffersen I. van Outryve d’Ydewalle G. Verhofstadt-Denève L. Schamp, baron N., vast secretaris
H. Schoutedenfonds De Henri Schoutedenprijs is bestemd om belangrijk oorspronkelijk werk te bekronen op het gebied van de zoölogie. Deze prijs zal om de twee jaar toegekend worden aan een studie over faunistiek (bij voorkeur van Afrika), systematiek, ecologie, ethologie of anatomie der dieren. Coomans A. Kersters K. Kühn E.
Thys van den Audenaerde D. Schamp, baron N., vast secretaris
H. Vanderlindenfonds De Henri Vanderlindenprijs is bestemd om belangrijk oorspronkelijk werk te bekronen op het gebied van de sterrenkunde. Deze prijs wordt om de twee jaar toegekend. Smeyers P. Van Landuyt J.
Schamp, baron N., vast secretaris
F. Van der Muerenfonds De Floris Van der Muerenprijs is bestemd om oorspronkelijk en voortreffelijk wetenschappelijk werk op het gebied van de musicologie in de breedste zin van het woord te bekronen. Deze prijs wordt om de vier jaar door de Klasse der Kunsten toegekend voor het werk van een navorser, beneden de 40 jaar, dat in het Nederlands geschreven is. Huys B. Laporte A.
Sabbe H. Schamp, baron N., vast secretaris
182
Samenstelling Academie
P. van Oyefonds De Paul van Oyeprijs is bestemd om oorspronkelijk onuitgegeven werk te bekronen in voorkeurorde over: veldwerk op het gebied der hydrobiologie in de breedste zin van het woord; systematiek der protisten of der evertebraten; biogeografie; algemene biologie. Coomans A. Kersters K. Kühn E.
Thys van den Audenaerde D. Schamp, baron N., vast secretaris
F. Van Cauwelaertfonds Het Frans Van Cauwelaert Fonds heeft tot doel Vlaams wetenschappelijk onderzoek aan te moedigen. Dit zal geschieden door het toekennen van een prijs aan auteurs van Belgische nationaliteit voor een oorspronkelijk, in de regel in het Nederlands gesteld werk van onbetwistbaar wetenschappelijke waarde, hetzij in boekvorm gedrukt of als manuscript aan het Frans Van Cauwelaert Fonds ingezonden. Deze prijs wordt afwisselend toegekend aan: 1. natuur-, ingenieurs-, wiskundige wetenschappen, 2. morele, rechtskundige, economische en politieke wetenschappen, 3. biomedische wetenschappen, 4. filosofische, taalkundige, geschiedkundige en archeologische wetenschappen. Storme M., voorzitter Tindemans L., ere-voorzitter Baeteman G. Billiau A. Brutsaert D. De Meester P. De Ridder-Symoens (Mevr.) H. Devoldere L. Dumortier F. Elchardus M. Fiers, baron W. Foblets (Mevr.) M.-C.
Peeters T. Simons L. Thas J. Van Cauwelaert P. Van Cauwelaert K. Van Damme M. Van Rompuy H. Vandekerckhove J. Veterennicoff (Mevr.) I. Schamp, baron N., vast secretaris Vandenberghe T., secretaris
183
Samenstelling Academie
Instellingen onder voogdij van de Academie
Koninklijke Commissie voor Geschiedenis Kupper J.-L., voorzitter Milis L., ondervoorzitter Bruneel C., penningmeester De Schryver J.-R., adjunct-secretarispenningmeester Cauchies J.-M. Cockshaw P. de Hemptinne (Mevr.) T. De Moreau de Gerbehaye C.
Duvosquel J.-M. Goosse A. Janssens G. Joris A. Van Caenegem R. Van Goethem H. Van Loon J. Vanthemsche Guy De Paepe J.-L., secrétaire
Ereleden: Bovesse J. Craeybeckx J. Goossens J.
Haag H. Hoebancx J. Prevenier W.
Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie Debrabandere F., secretaris-generaal Boutier M.-G., voorzitter Waalse afdeling Cajot J., secretaris Vlaamse afdeling Cauchies J.-M. Counet-Bettonville (Mevr.) M.-T. Devos (Mevr.) M., voorzitter Vlaamseafdeling Fauconnier J.-L. Francard M. Gaziaux J.-J. Germain J., secretaris Waalse afdeling Goossens J. Hanton (Mevr.) C. Kempeneers P. Lechanteur J.
Loicq J. Mantou (Mevr.) R., algemeen voorzitter Marynissen (Mevr.) A. Mennen V. Michel J.-H. Pierret J.-M. Ryckeboer H. Vandenberghe R. Van Keymeulen J. Van Langendonck W. Van Loon J. Vannieuwenhuyze B. Van Osta W. Willems (Mevr.) M. Wintgens L.
Ereleden: Baguette Albert Bal Willy Moors Joseph
Claes F. Goosse André Jongen René
184
Samenstelling Academie
De Schutter G. Taeldeman J.
Van Durme Luc Willemyns Roland
Belgisch Historisch Instituut te Rome Boone M., vertegenwoordiger KVAB (mandaat 5jr. Vanaf 01/09/2009)
Studiecentrum voor de vijftiende-eeuwse Schilderkunst in de Zuidelijke Nederlanden en het Prinsbisdom Luik Vertegenwoordigers KVAB Pauwels H., voorzitter Delmarcel G. Dhanens (Mevr.) E. Stroo C. Vlieghe H. Van der Stock J.
Vertegenwoordigers ARB: Philippot P., ondervoorzitter Colman P. Duvosquel J.-M. Roberts-jones Ph. Stiennon J.
Belgisch Tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis Duvosquel J.-M., directeur
Archief- en Bibliotheekwezen in België Daelemans F., voorzitter
Interuniversitair Centrum voor Hedendaagse Geschiedenis N., voorzitter
Vlaams Instituut voor Geschiedenis (VIGES) Witte (Mevr.) E., voorzitter VIGES Willems D., voorzitter KVAB Schamp, baron N., vast secretaris KVAB Waterschoot W., vast secretaris KANTL Roegiers J., KVAB Deschutter G., KANTL Lateur Patrick
Prevenier W., KVAB Porteman K., KANTL Strauven, F., KVAB Musschoot (Mevr.) A.-M., KANTL Van Gorp H., KANTL Rombaut H., redactiesecretaris NBW
185