Voorwoord Voor u ligt de schoolgids 2015/2016 van BS de Gansbeek. De schoolgids laat zien wat u als ouder van ons mag verwachten en waar wij ons als team voor willen inzetten.
Wij willen u graag inzicht geven in de achtergronden van waaruit wij werken: wat is onze missie, onze identiteit, wat zijn onze doelen, wat leert uw kind in onze school, hoe willen wij dat zo goed mogelijk vormgeven, enzovoort. Wij vinden het belangrijk dat u op de hoogte bent van onze manier van werken op school.
Samen met u willen wij in deze belangrijke periode een goede basis leggen voor de verdere ontwikkeling van uw kind. De verwijzingen naar de uitgebreidere informatie rondom een bepaald onderwerp kunt u via de website van onze school vinden, of rechtstreeks via www.innovo.nl (ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk: AANVULLING SCHOOLGIDS 2015-2016). Natuurlijk kunt u alle, in de schoolgids benoemde onderwerpen, rechtstreeks met uw school bespreken. Namens al mijn collega’s wens ik u veel leesplezier toe. Christa Somers-Schneiders, directeur 2
3
Inhoud Veiligheid
-34-
-07-
Verlof van een leerling
-37-
-10-
Klachten en klachtenprocedureregeling
-38-
Gronden voor vrijstelling onderwijs
-40-
Hoe lost de school dit op?
-40-
Sponsoring
-40-
Tussenschoolse opvang
-41-
Buitenschoolse opvang
-42-
Bestuurlijke zaken
-05-
De Gansbeek Onderwijs op maat
Wat leert uw kind allemaal op De Gansbeek?17Wat leert uw kind nog meer?
-18-
Enkele praktische zaken
-23-
De resultaten van ons onderwijs
-24-
Contacten school-ouders
-27-
GGD
-31-
Goed om te weten…
-32-
4
Bestuurlijke zaken Onze school valt onder de juridische verantwoordelijkheid van de Stichting INNOVO, een stichting voor katholiek onderwijs. INNOVO telt dit schooljaar 1.200 medewerkers die dagelijks onderwijs verzorgen aan ongeveer 11.000 leerlingen, verdeeld over 53 scholen, waaronder 48 scholen voor basisonderwijs, twee scholen voor speciaal basisonderwijs en twee scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs. Het verzorgingsgebied van INNOVO strekt zich uit over Zuid- en MiddenLimburg en is verdeeld over 16 verschillende gemeenten. Het bevoegd gezag van de stichting wordt gevormd door het College van Bestuur, dhr. Bert Nelissen, voorzitter en mw. Joan van Zomeren, lid. Het College van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht, die een controlerende taak heeft ten aanzien van de vastgestelde doelen. Het College van Bestuur is gevestigd aan de Ruys de Beerenbroucklaan 29A te Heerlen. Hier is ook het servicebureau gevestigd dat ondersteuning biedt aan de scholen en het college. Op het servicebureau zijn deskundigen werkzaam in de disciplines financiën, huisvesting, ICT, administratie, personele, juridische en onderwijskundige zaken. Postadres Postbus 2602, 6401 DC Heerlen Bezoekadres Ruys de Beerenbroucklaan 29a 6417 CC Heerlen
De schooltijden + groepsindeling Alle kinderen dienen om tien over half negen op de speelplaats aanwezig te zijn. Dan gaat de eerste zoemer. De kinderen uit groep 3 t/m 8 gaan dan naar de gekleurde tegel waar de betreffende groep zich verzamelt. Met de juf/meester gaan ze naar binnen. De kleuters kunnen gelijk naar binnen gaan. Om kwart voor negen gaat de tweede zoemer. Alle kinderen moeten dan in het lokaal aanwezig zijn, waarna de lessen van start gaan. De ouders van de leerlingen in de kleutergroepen dienen dan het lokaal verlaten te hebben. Alle leerkrachten zijn een kwartier voor aanvang van de schooltijden aanwezig voor ouders, die een vraag en/of mededeling hebben. Afwezig zijn: Is uw kind ziek, of is er een andere reden waarom uw kind niet naar school kan komen, laat dat dan even weten, liefst voor schooltijd. Tel. 043 - 358 02 02 Groep 1 t/m 8: Ma, di, don en vrij: woensdag:
08.45 – 12.15, 13.00 - 15.00 uur 08.45 - 12.30 uur
Ochtendpauze: Middagpauze:
’s ochtends 15 minuten ’s middags 45 minuten
Groep 1: Groep 2 t/m 4:
elke vrijdag vrij elke vrijdagmiddag (v.a. 12.15 uur) vrij
045 5447144 @
[email protected] www.innovo.nl
5
Vrije dagen en vakanties herfst (26-10-2015 t/m 30-10-2015) kerst (21-12-2015 t/m 01-01-2016) carnaval (08-02-2016 t/m 12-02-2016) meivakantie (25-04-2016 t/m 06-05-2016) zomervakantie (25-07-2016 t/m 04-09-2016) Middag voor kerstvakantie (vrijdagmiddag 18-12-2015) Pasen (25 tm 29-03-2016) Hemelvaartsdag en dag na Hemelvaart (05 en 06-05-2016) Pinkstermaandag (16-05-2016) Middag voor zomervakantie (vrijdagmiddag 22-07-2016) Studiedag (22 okt 2015) Toetsdagen kleuters (18 en 19-01 groep 2, 20 en 21-01 groep 1) Studiewoensdag (17-02-2016) Studiedag team (30 mei 2016)
Groepsindeling In schooljaar 2015/2016 werken wij met de volgende groepen: Groep 1, Groep 2, Groep 3, Groep 4, Groep 5a, Groep 5b/6b, Groep 6a, Groep 7a, Groep 7b/8b, Groep 8a. Eind feb. 2016 start een nieuwe kleutergroep
School Advies Commissie Georgie Bovens Sandra Hermans Fons Kerckhoffs Chantal Klinkers Manon Souren, voorzitster Ralph Wijckmans
Bedrijfshulpverlening Rita Dolmans Thijs Vaessen Hélène Schmeets Ilse van Slijpe Silke Wouters
Medezeggenschapsraad Personeelsgeleding: Tirza Debetz Thijs Vaessen Anouschka Stols Oudergeleding: Brigitta Aarts Ingrid Bischoff AnneMiek Hennissen, voorzitster
Oudervereniging Voorzitter Sjang Gehlen Secretaris Dominique Canna Penningmeester Maurice van Kan Een aantal ouders heeft zitting in de commissies: - Buitenschoolse activiteiten - Cultuur en Natuur - Gansbeekjournaal
6
De Gansbeek Onze school telt ongeveer 280 leerlingen. Het precieze aantal wisselt natuurlijk jaarlijks. De leerlingen zijn verdeeld over tien jaargroepen, die klassikaal georganiseerd zijn. Dit betekent, dat elke groep in principe vanaf het begin tot het eind van het schooljaar bij elkaar blijft en ook daarna als groep doorgaat naar het volgende leerjaar. Verschillende onderzoeken hebben uitgewezen, dat kinderen tot de beste resultaten komen in het klassikale systeem. Overigens wordt dit niet 100% strak gehanteerd. Op diverse momenten wordt dit doorbroken voor lessen en activiteiten, waarbij de groepen op een andere manier ingedeeld worden. De samenstelling van de groepen wordt jaarlijks opnieuw bekeken en is vooral afhankelijk van het aantal leerlingen per groep. Dat aantal is ook bepalend voor de vraag óf en waar er combinatiegroepen gevormd moeten worden. De school streeft ernaar de ouders in een zo vroeg mogelijk stadium te informeren over de samenstelling van de groepen. Dit gebeurt schriftelijk. Onze school telt 13 klaslokalen, een speelzaal voor de kleuters en een grote aula. In 2015 telt de school 21 leerkrachten, tevens heeft de school de beschikking over een conciërge en administratief ondersteuner. De dagelijkse leiding is in handen van de adjunct-directeur en directeur. Het onderwijzend personeel wordt voortdurend bijgeschoold. Zo heeft het hele team cursussen gevolgd in coöperatief werken en onrust/concentratie. Daarnaast nemen leerkrachten ook deel aan nascholing op verschillende andere gebieden zoals rekenen, lezen, spelling, het kleuterzorgsysteem, planmatig werken, computers en de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. Jaarlijks stelt de school een nascholingsplan op. In dit plan worden de cursussen opgenomen voor het hele team, voor groepjes teamleden en voor individuele leerkrachten. Hiervoor stelt het ministerie gelden ter beschikking: het nascholingsbudget.
Onze visie op onderwijs Het lesgeven is de kern van ons werk. We onderscheiden pedagogisch en didactisch handelen, hoewel beide facetten van ons werk feitelijk onscheidbaar zijn. Van belang daarbij is: oog hebben voor het individu, een open houding, wederzijds respect en een goede relatie waarin het kind zich gekend weet. Nagenoeg alle kinderen doen mee aan de klassikale instructie en inoefening. Hierna gaan de meeste kinderen de leerstof zelfstandig verwerken. De leerkracht geeft een kleine groep verlengde instructie en aan de echte risicoleerlingen wordt nogmaals verlengde instructie gegeven. Spel vormt de basis voor ontwikkeling. Voor een kind begint de ontdekking van de wereld met spel. Met spel zal het kind zich ontwikkelen op sociaal-emotioneel gebied en cognitief gebied en motorisch gebied. Op school bieden wij allerlei mogelijkheden, waarbij het kind zich via spel kan ontplooien. We willen op de eerste plaats zorg dragen voor een veilige omgeving voor het kind. Dit is noodzakelijk omdat het spel pas een kans krijgt wanneer een kind zich in zijn omgeving veilig en geborgen voelt. Een andere voorwaarde om te komen tot spel is dat er een periode van verkenning kan plaatsvinden. Deze verkenning is weer mogelijk door stimulering tot spel en het bieden van spelvrijheid. De leerkracht kan het kind helpen om het spel meer vorm te geven en kan ideeën aandragen, het kind aanmoedigen en zich terugtrekken als het kind weer zelf verder kan. Op deze manier zijn:
Kind en School Samen in Ontwikkeling 7
Het kind, de leerkracht en de maatschappij ontwikkelen zich voortdurend; het kind, de leerkracht en de maatschappij zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Door deze onlosmakelijkheid te erkennen en herkennen ontwikkelen wij, groeien wij en leren wij. Dit doen wij in gezamenlijkheid. Het is van belang om hierin duidelijkheid en structuur aan te brengen, zodat een ieder kan worden gehoord en in z’n waarde kan worden gelaten. Hierbij zetten wij het kind centraal, terwijl wij elkaar (kinderen, leerkrachten + ouders) nodig hebben om het samen-in-ontwikkeling zijn te kunnen realiseren.
Programmalijn Kwaliteitszorg
Eigentijds leren
Wij zien dit proces als een Perpetuum Mobile; een denkbeeldig apparaat dat eenmaal in beweging, uit zichzelf blijft bewegen en in staat geacht wordt energie op te wekken uit ‘niets’. Onze ontwikkeling is permanent en eeuwig in beweging. Het vraagt reflectie en bezinning om te kunnen en te durven ontwikkelen aan de hand van nieuwe en oude inzichten. De mens is en blijft een lerend, zich ontwikkelend, wezen zolang hij leeft. BS de Gansbeek is een katholieke school. Wij werken op school vanuit een katholieke levensbeschouwelijke benadering. Zowel de leerlingen als de leerkrachten krijgen op onze school de gelegenheid hun talenten optimaal te ontwikkelen. Er is oog voor vragen en beperkingen van mensen. We vinden het belangrijk dat elk kind, ongeacht geloof, levensovertuiging, culturele achtergrond of afkomst op onze school onderwijs kan krijgen. Onze katholiciteit zien wij in de eerste plaats in het delen van en het opvoeden met christelijke, evangelische waarden, zoals naastenliefde, respect, gastvrijheid, tolerantie, solidariteit en openheid. Dit is ons fundament waarop wij met elkaar, met leerlingen en ouders omgaan.
Algemene doelen Met onze visie als uitgangspunt, als drijfveer voor ons handelen realiseren wij de volgende algemene doelen in onze programmalijnen:
Algemeen doel Wij hebben inzicht in de onderwijsbehoeften van onze leerlingenpopulatie, onze opbrengsten en onze onderwijswerkprocessen, en verbinden daaraan aantoonbaar consequenties voor de inrichting van ons onderwijs. Wij dragen zorg voor een leer- en werkomgeving in en om school waarin leerlingen, leerkrachten en educatieve partners zich veilig en prettig voelen. De leerkracht stemt de instructie en verwerking af op de verschillen tussen de leerlingen. Het onderwijsleerproces is zodanig ingericht dat de leerlingen bewust met en van elkaar leren. De leertijd is afgestemd op de onderwijsbehoeften van leerlingen ter bevordering van het bereiken van de streefdoelen. De leerling leert zelf verantwoordelijkheid te dragen voor zijn/haar eigen leerproces.
Brede ontwikkeling
Het leerstofaanbod is afgestemd op de onderwijsbehoeften van onze leerlingen ter bevordering van het bereiken van de streefdoelen en de doorgaande lijn. Wij passen ICT in ons aanbod en de organisatie van ons onderwijs.
Passend onderwijs
Wij volgen systematisch de ontwikkeling van de leerlingen. Wij zorgen voor een passend aanbod om de geformuleerde streefdoelen te bereiken. Ons lesmodel is hierop ingericht. Wij geven les aan meerdere niveaus in de klas.
8
Leerlingen met een individuele leerlijn op één of meerdere vakgebieden hebben een individueel ontwikkelingsperspectief. Wij evalueren en rapporteren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van leerlingen zowel tussentijds als aan het eind van de schoolperiode op landelijk genormeerde toetsen. Wij dragen zorg voor een kwalitatieve en administratieve in/uitschrijving van leerlingen met als doel de doorgaande ontwikkelingslijn zo optimaal mogelijk te kunnen waarborgen. Samenhangende arrangementen
Wij onderhouden functionele contacten met educatieve partners om een rijk aanbod te waarborgen op onderwijs, zorg en educatie.
Hoe komt onze school aan haar naam? Vroeger, toen jongens en meisjes nog naar aparte scholen gingen, stond de jongensschool aan de GANSbaan - vrijwel op dezelfde plaats als de huidige school – en de meisjesschool aan de BEEKstraat, op de plaats van het huidige gemeentehuis. In de jaren zestig werd het algemeen gebruik, dat jongens en meisjes naar dezelfde school gingen. Dat werd toen het gebouw aan de BEEKstraat. De oude jongenslagereschool en MULO aan de GANSbaan werd afgebroken en in 1977 werd begonnen met de bouw van de huidige school aan de Gansbaan. Vanaf 1978 zijn we hier gehuisvest onder de naam DE GANSBEEK.
De identiteit van onze school Onze school is een katholieke basisschool. Deze identiteit, gebaseerd op de Bijbel, heeft haar invloed op de dagelijkse gang van zaken. Zij krijgt gestalte in de wijze waarop bestuur, leerkrachten en kinderen met elkaar omgaan, als ook in korte gebeden, godsdienstlessen en vieringen in de parochiekerk. Vanaf groep drie worden er godsdienstlessen gegeven. Deze godsdienstlessen worden door de leerkracht gegeven. De vieringen, die in de Basiliek of de St Josephkerk plaatsvinden, zijn: aan het begin van elk schooljaar, voor Kerstmis en Pasen en tijdens het Octaaf. Echter, niet elk gezin - en dus ook niet ieder kind - is katholiek of lid van een ander kerkgenootschap. Bij het aannemen van leerlingen gaan wij ervan uit, dat ieders opvatting op dit punt gerespecteerd moet worden. Dit betekent, dat ook niet-katholieke leerlingen passen in het beeld van de identiteit, zoals wij die vorm trachten te geven: samenleven en samenwerken met respect voor elkaars opvattingen. De school handelt hierbij in de geest van de Katholieke Kerk.
Daar staan we voor… De Gansbeek is een van de acht basisscholen in de gemeente Meerssen. Al die scholen verschillen in meerdere of mindere mate van elkaar. Scholen verschillen in werkwijze, sfeer en resultaten. Op drie manieren werkt onze school aan verdere kwaliteitsverbetering: goed geschoold personeel, gebruik van moderne methodes en intensief volgen van de resultaten van onze leerlingen. In onze school wordt lesgegeven met behulp van moderne methodes. Belangrijk bij het maken van keuzes is niet het predicaat ‘nieuw’. Pas als bewezen is, dat een methode van uitstekende kwaliteit is en beantwoordt aan de kerndoelen, komt zij voor invoering in aanmerking. De school zal zich in deze niet laten verleiden tot experimenteren! De methodes dienen
9
aanvullend materiaal te bevatten, zowel voor de kinderen, die meer oefening nodig hebben, alsook voor de leerlingen, die een extra uitdaging aankunnen. Jaarlijks geven wij ongeveer € 7.000,- uit aan nieuw, duurzaam materiaal. Nog belangrijker dan de methodes, die een school gebruikt, zijn de mensen die er mee werken. Aan hen heeft u uw kind toevertrouwd. Zij zorgen ervoor, dat de materialen en de methodes zinvol gebruikt worden. De teamleden werken niet ieder voor zich. Er wordt veel tijd gestoken in samenwerking en overleg, bij- en nascholing. De maatschappij verandert voortdurend en dus ook het onderwijs. Wij volgen nieuwe ontwikkelingen op de voet. Dit wil echter niet zeggen, dat alles wat nieuw is, daarom ook goed is. Nieuwe zaken op onderwijsgebied worden in onze school pas ingevoerd, als we er zeker van zijn, dat het ook goed is voor onze leerlingen. Dat is het enige dat telt! Al het bovenstaande samenvattend, kun je zeggen: de kwaliteit van een school hangt af van de mensen, die er werken en de manier waarop ze samen werken. En alle teamleden van de Gansbeek zijn het er over eens, dat in onze school hard gewerkt wordt en dat dit gebeurt in een prima sfeer! Een manier om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken en te verhogen, is ook het werken met toetsen in het kader van de ZORGVERBREDING. Sinds vele jaren gebruiken wij CITO-toetsen om duidelijker inzicht te krijgen in de voortgang van de prestaties van onze kinderen. Bovendien geven ze een totaalbeeld van het onderwijs in onze school. Elders in deze gids leest u hier meer over. Kinderen komen echter niet alleen naar school om de bekende vakken te leren. Samen werken en spelen, met elkaar omgaan, zijn ook belangrijke aspecten in de opvoeding. Onze school heeft daarin ook een taak en wil daar veel aandacht aan besteden. Uiteraard kan dat niet zonder een aantal regels. Orde en regelmaat zijn belangrijke factoren in een school waar dagelijks meer dan 280 mensen met elkaar omgaan.
Onderwijs op maat Kinderen ontwikkelen zich van nature. Ze zijn nieuwsgierig en willen steeds iets nieuws leren. In school stimuleren wij de kinderen en dagen ze uit om steeds iets nieuws te ontdekken. Als de ontwikkeling wat minder vlot verloopt, bieden we hulp. Onze school is klassikaal georganiseerd. De kinderen van eenzelfde leeftijd zitten meestal in dezelfde groep. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met goede en minder goede leerlingen. Wie moeite heeft met een bepaald onderdeel krijgt extra hulp en extra oefenstof. Wie goed kan leren, krijgt extra uitdagende opdrachten. De extra hulp gebeurt overwegend in de klas door de groepsleerkracht tijdens het zelfstandig werken. In sommige gevallen wordt er ook extra hulp geboden buiten de klas door een of meerdere van onze teamleden. Ouders worden hierover vooraf mondeling en/of schriftelijk geïnformeerd. De vakken lezen, taal en rekenen vormen de kern van ons onderwijs. Het zijn de basisvaardigheden, want zij leggen de grondslag voor elke andere ontwikkeling. Daarom ook legt onze school de nadruk op deze vakken. In de groepen 1 en 2 wordt de ontwikkeling van de leerlingen gevolgd en bijgehouden via toetsen en het Kleuterzorgsysteem. De hier gebruikte toetsen zijn ‘Taal voor Kleuters’ en ‘Rekenen voor kleuters’. Tijdens de oudergesprekken krijgen de ouders hierover nadere informatie. Vanaf groep 3 toetsen wij de vorderingen op het gebied van lezen, taal en rekenen enkele keren per jaar met landelijk genormeerde toetsen van het CITO (Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling). We kunnen zo de ontwikkeling van elk kind vergelijken met het landelijk gemiddelde. De leerkrachten bespreken de resultaten van de toetsen. Zo wordt ons Leerling Volg Systeem opgebouwd, waarmee we de ontwikkeling van elke leerling in kaart kunnen brengen. Uiteraard ontstaat zó ook een beeld van het totale onderwijs aan onze school. Ook dat totaalbeeld wordt bekeken en besproken, zodat we ons onderwijs steeds kunnen aanpassen en verbeteren.
10
Soms geven de prestaties en/of het gedrag in of buiten de klas aanleiding om extra maatregelen te nemen. Dat gebeurt vaker dan de meeste mensen denken. Jaarlijks hebben in elke groep enkele kinderen gedurende kortere of langere tijd extra aandacht nodig. Die aandacht wordt dan gegeven aan individuele leerlingen, maar, waar mogelijk of noodzakelijk, ook aan groepjes. Ook willen wij heel bewust aandacht schenken aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van elk kind. Onze basisschool staat in principe open voor alle kinderen. Als bij voorbaat vast staat, dat een school extra moeite moet doen om een kind mee te laten draaien in het basisonderwijs, dan geldt de Wet op Passend Onderwijs. Dit is bijvoorbeeld het geval bij kinderen met een motorische handicap, slechthorendheid of het syndroom van Down. In enkele situaties komen we tot de conclusie, dat alle extra inzet onvoldoende effect sorteert. In overleg met de ouders nemen we dan soms de beslissing hun kind een klas een jaar over te laten doen. Wel of niet zittenblijven is dus geen kwestie van de behaalde punten alleen. Bovengenoemd besluit kan ook genomen worden op grond van de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Een leerling van groep twee kan om deze reden nog een jaar in die groep blijven, ondanks dat er voldoende capaciteiten aanwezig zijn, maar hij of zij sociaal-emotioneel gezien nog niet rijp is voor groep drie. In de bovenbouw komt zittenblijven bijna niet meer voor. Hier is het wel mogelijk, dat wij met het kind en de ouders afspreken, dat er voor een of meerdere vakken een aangepast programma wordt gevolgd. In uiterste gevallen kan de school besluiten een bindend advies af te geven voor doublure. De verdere procedure ligt in school ter inzage.
Passend Onderwijs Passend primair onderwijs in Zuid Limburg Schoolbesturen voor primair onderwijs hebben met ingang van schooljaar 2014-2015 de opdracht om voor alle leerlingen passend onderwijs te organiseren. De schoolbesturen werken samen om invulling te geven aan de zorgplicht. Elk kind heeft recht op passend onderwijs, ongeacht niveau van leren en ontwikkeling. Schoolbesturen en scholen geven vorm aan passend onderwijs in het ondersteuningscontinuüm: hoogwaardige basisondersteuning en extra ondersteuning. Uitvoering vindt plaats in afstemming met ketenpartners, zoveel mogelijk regulier en thuisnabij in één integraal plan binnen de beschikbare middelen. Hiertoe werken schoolbesturen samen in het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband is faciliterend bij het vormgeven van deze collectieve verantwoordelijkheid. In Zuid Limburg zijn drie samenwerkingsverbanden primair onderwijs: Regio Westelijke Mijnstreek: Beek, Schinnen, Sittard-Geleen en Stein. Regio Maastricht-Heuvelland: Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul Regio Heerlen eo: Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal. Deze drie samenwerkingsverbanden in Zuid Limburg werken nauw samen op zowel beleidsmatig als uitvoeringsvlak. Informatie over de samenwerkingsverbanden kunt u terugvinden op de website: www.passendonderwijszuid.nl
11
Dekkend aanbod Het samenwerkingsverband organiseert een dekkend aanbod, waarin alle leerlingen een passende plek vinden. Voor alle leerlingen met een ondersteuningsbehoefte wordt zo passend mogelijk onderwijs gerealiseerd. Daartoe werken de scholen in het samenwerkingsverband samen. Op Zuid Limburgs-niveau ontstaat een ondersteuningscontinuüm van reguliere tot zware ondersteuning binnen de samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Ondersteuningscontinuüm Het ondersteuningscontinuüm bestaat uit 5 niveaus: Ondersteuningsniveau 1: Onderwijs in de groep Ondersteuningsniveau 2: Ondersteuning in de groep Ondersteuningsniveau 3: Ondersteuning op school met interne deskundigen Ondersteuningsniveau 4: Ondersteuning op school met externe specialisten Ondersteuningsniveau 5: Extra ondersteuning speciaal (basis)onderwijs In het samenwerkingsverband wordt een onderscheid gemaakt tussen basisondersteuning en extra ondersteuning. Alle basisscholen bieden de basisondersteuning (ondersteuningsniveau 1 tot en met 4). Dit doen zij autonoom of met behulp van netwerkpartners. Ondersteuningsniveau 5 is extra ondersteuning op het speciaal (basis)onderwijs. Elke school heeft een schoolondersteuningsprofiel: dit is een beschrijving van de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen die ondersteuning nodig hebben. Het schoolondersteuningsprofiel geeft een beeld van de wijze waarop scholen het ondersteuningscontinuüm vorm geven. Het schoolondersteuningsprofiel kunt u terugvinden op de website van de school.
Aanmelding, zorgplicht en toelaatbaarheid tot speciaal (basis) onderwijs Ouders melden hun kind schriftelijk, minimaal 10 weken voorafgaand aan de gewenste plaatsing, aan bij de school van voorkeur. De verantwoordelijkheid voor tijdig plaatsen begint dus op het moment dat de leerling schriftelijk wordt aangemeld bij een school in het samenwerkingsverband. Aanmelding betekent niet automatisch plaatsen. Ouders stellen de school op de hoogte als zij vermoeden dat hun kind ondersteuning nodig heeft. Bij de eerste aanmelding in het primair onderwijs is die informatie, eventueel aangevuld met informatie van een voorschoolse voorziening, de belangrijkste basis voor de school van voorkeur om vast te stellen wat (welke ondersteuning) het kind nodig heeft. Er is geen voorgeschreven of uniform aanmeld-/inschrijfformulier vanuit het samenwerkingsverband. Besturen en scholen gebruiken hun eigen formulieren voor aanmelding. Deze aanmeldformulieren staan altijd op de website van de school. Aan een verzoek tot aanmelding geeft een school gehoor, waarbij de afspraak geldt dat niet mondeling wordt doorverwezen. De school beslist, binnen zes weken na aanmelding, of de leerling kan worden toegelaten. Deze periode kan eenmaal met maximaal vier weken worden verlengd. Als een school de leerling niet kan plaatsen binnen de basisondersteuning, zoekt de school (of het schoolbestuur) een passende onderwijsplek op een andere school. Dat kan een reguliere school zijn of een school voor speciaal (basis)onderwijs. Belangrijk daarbij is dat een goede balans wordt gevonden tussen de wensen van ouders en de mogelijkheden van scholen. Als extra ondersteuning in het speciaal (basis)onderwijs nodig is, dan wordt een toelaatbaarheidstraject gestart. Het samenwerkingsverband bepaalt of een leerling toelaatbaar is tot het speciaal (basis)onderwijs. Ook stelt het samenwerkingsverband het beleid en de procedure vast met betrekking tot de terugplaatsing of overplaatsing van leerlingen voor wie de periode waarop de
12
toelaatbaarheidsverklaring betrekking heeft, is verstreken. Meer informatie over de toelaatbaarheid tot speciaal (basis)onderwijs kunt u terug vinden op de website www.passendonderwijszuid.nl Contactinformatie Samenwerkingsverband Maastricht-Heuvelland Adres: Nieuw Eyckholt 290E 6419 DJ Heerlen Directeur: Doreen Kersemakers Telefoon: 085 - 488 12 80 E-mail:
[email protected]
Schoolondersteuningsprofiel Het uitgangspunt voor onze school is dat we voor al onze leerlingen een passend onderwijsaanbod realiseren. Daarom stellen we ons steeds met u als ouder de vraag: “Wat heeft het kind, van u als ouder en van ons als school, nodig om zich optimaal, naar eigen vermogen te kunnen ontwikkelen?”. In de meeste situaties kunnen we dat met ons eigen team, soms zullen we daarbij gebruik maken van externe expertise en in uitzonderlijke situaties constateren we dat een leerling meer ondersteuning nodig heeft dan we op onze school nu kunnen realiseren. In dat laatste geval gaan we, in overleg met u en met hulp van andere deskundigen, op zoek naar een school die wel de ondersteuning kan bieden die de uw kind nu nodig heeft. De belangrijkste functie van het schoolondersteuningsprofiel is gericht op het realiseren van Passend Onderwijs conform de Wet Passend Onderwijs en binnen de financiële mogelijkheden van INNOVO en het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO. Het schoolondersteuningsprofiel is het sturingsinstrument om leerlingen op basis van hun ondersteuningsbehoefte op de juiste school te plaatsen. De
juiste school is de school die voor de betreffende leerlingen Passend Onderwijs kan en gaat verzorgen. Passend ondersteunen: Het stellen van doelen zorgt ervoor dat er geen negatief pygmalion-effect optreedt. We handelen niet op basis van beelden en verwachtingen. We gaan op weg met een doel voor ogen: bijv. alle kinderen op AVI-E3 beheersing of hoger aan het eind van groep 3. Convergente differentiatie is de sleutel. Alle* kinderen doen mee aan de klassikale instructie en inoefening. Hierna gaan de meeste kinderen de leerstof zelfstandig verwerken. De leerkracht geeft een kleine groep verlengde instructie en aan de echte risicoleerlingen wordt nogmaals verlengde instructie gegeven. *De meer- en hoogbegaafde leerlingen worden hierin op maat bediend. Deze differentiatie waarborgen wij in het ADI-lesmodel: Het activerende directe-instructiemodel is een model dat instructie effectiever maakt. Het is gebaseerd op het directe-instructiemodel, maar geeft meer aandacht aan het activeren van de leerlingen. Activerende directe instructie staat dus niet gelijk aan frontaal klassikaal lesgeven zonder interactie met de leerlingen. Directe instructie staat voor een leerkrachtgestuurde aanpak, vooral in de beginfase. Het activerende directe-instructiemodel bestaat uit zeven fasen met bijbehorende aandachtspunten: Terugblik, Oriëntatie, Uitleg, Begeleide inoefening, Zelfstandige verwerking, Evaluatie en Terug- en vooruitblik.
Onze schoolondersteuningsprofiel is te downloaden via www.bs-gansbeek.nl
13
Ontwikkelingsperspectief Op 1 augustus 2014 is Passend Onderwijs van start gegaan. Het OPP (ontwikkelingsperspectief) wordt geplaatst binnen het kader van Passend Onderwijs, dat erop gericht is om het leerrendement van alle leerlingen zo hoog mogelijk te laten zijn, rekening houdend met de individuele mogelijkheden van ieder kind. In het OPP beschrijft de school de doelen die een leerling kan halen. Het biedt handvaten waarmee de leerkracht het onderwijs kan afstemmen op de onderwijsbehoeften van de leerling. En het laat zien naar welke vervolgonderwijs de school, samen met de leerling en ouders, toewerkt. Wet- en regelgeving In het kader van passend onderwijs is een aantal wijzigingen in de Wet op het primair onderwijs opgenomen die betrekking hebben op het werken met een OPP. Op basis daarvan is het opstellen van OPP verplicht voor alle leerlingen die extra ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband krijgen. Voor ondersteuning die binnen de basisondersteuning van de school valt, is het opstellen van een OPP niet verplicht.
dat ze in hetzelfde gezin werkzaam waren. De Verwijsindex is onderdeel van het gemeentelijk jeugdbeleid. Uw kind in de Verwijsindex? De Verwijsindex is een systeem waarin leerkrachten, hulpverleners en begeleiders die met kinderen en jongeren werken, registreren wanneer zij zich zorgen maken over een kind of jongere. Hiervoor kunnen verschillende redenen zijn, er kunnen bijvoorbeeld problemen op school zijn of zorgen over de gezondheid of persoonlijke ontwikkeling van het kind. Het kan zijn dat meerdere organisaties tegelijkertijd hun hulp aanbieden. Het is belangrijk dat deze organisaties dit van elkaar weten, want dan kan de geboden hulp op elkaar afgestemd worden. Meer informatie treft u aan op de website van INNOVO. Ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk: aanvulling schoolgids.
Uitgebreide informatie over het Ontwikkelingsperspectief kunt u via de website van onze school vinden of via www.innovo.nl Ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk: aanvulling schoolgids.
Verwijsindex Waarom is er een Verwijsindex? De Verwijsindex valt binnen de Wet op de Jeugdzorg en is daarom wettelijk bepaald door de overheid. De overheid heeft deze bepaling ingesteld naar aanleiding van voorvallen met kinderen en jongeren waarbij professionals van verschillende organisaties niet van elkaar wisten
14
15
Regionale aanpak kindermishandeling (RAK) Als wij op school een vermoeden hebben dat een leerling mogelijk slachtoffer is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling, dan zijn wij wettelijk verplicht om te handelen conform de vastgelegde Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Deze code is te vinden op de website van het bestuur. Voor meer informatie verwijzen wij u naar: de website van het schoolbestuur. Bijbehorende documenten voor het team en voor ouders zijn: Handleiding Meldcode P.O. Meldcode P.O. Ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk: aanvulling schoolgids
Centrum Jeugd en gezin Opvoeden en opgroeien is niet altijd even makkelijk. Soms is informatie of ondersteuning welkom of nodig. Het vinden van die informatie of hulp is soms moeilijk. Er zijn veel organisaties voor jeugdzorg en gezondheidszorg. Om u te helpen bij het vinden van de juiste informatie of ondersteuning is er in iedere gemeente één centraal punt voor alle vragen rondom opvoeden en opgroeien opgericht: het Centrum Jeugd en Gezin. Wie kan bij ons terecht? Het Centrum Jeugd en Gezin is er voor: (aanstaande) ouders en verzorgers van kinderen, jeugd en jongeren in de leeftijd van 0 tot 23 jaar, professionals die met kinderen, jeugdigen en hun ouders werken en vrijwilligers die met kinderen/jeugdigen werken (sport en vrije tijd).
het Centrum Jeugd en Gezin voor de juiste informatie of hulp. Ook worden er activiteiten en cursussen georganiseerd. De partners van het Centrum Jeugd en Gezin zijn onder andere alle onderwijsstichtingen, organisaties in de jeugdgezondheidszorg, alle welzijnsorganisaties, peuterspeelzalen en kinderopvang.
Zorgadviesteam De school neemt deel in het zorgadviesteam, ook wel ZAT genoemd. Het ZAT is een team van professionals die zorgen over de ontwikkeling van een kind met elkaar bespreken met als doel de hulp en ondersteuning te bieden die nodig is. De ondersteuning wordt zo vroeg en zo snel mogelijk geboden. De hulp moet goed aansluiten bij de behoefte van de ouders en wordt afgestemd met andere hulpverleners. De deelnemers aan het ZAT helpen elkaar om te komen tot de best passende aanpak en die ook daadwerkelijk in gang te zetten. Als de school de ontwikkeling van een leerling wil bespreken in het ZAT, worden de ouders vooraf geïnformeerd en wordt met de ouders nagegaan hoe zij denken over de ontwikkeling van hun kind en welke extra ondersteuning daarbij zou kunnen helpen. De uitkomsten van de bespreking in het ZAT worden weer besproken met de ouders. Het ZAT bestaat uit een aantal vaste partners zoals de interne begeleider van de school, de jeugdarts, de jeugdgezondheidsdienst, schoolmaatschappelijk werk en Bureau Jeugdzorg. Waar nodig worden anderen zoals het peuterspeelzaalwerk, maatschappelijk werk, leerplichtambtenaar e.a. gevraagd om deel te nemen.
Onze partners? Onder de paraplu van het Centrum Jeugd en Gezin vallen verschillende organisaties, zogenaamde ketenpartners. Samen met deze partners zorgt
16
Wat leert uw kind allemaal op De Gansbeek? In de groepen 1 en 2 De aanpak in groep 1 en 2 verschilt van die in de andere groepen. Ook de inrichting van de lokalen is anders. Drie aspecten komen dagelijks terug: kring - werken - spelen. In de kring vertellen we verhaaltjes, zingen liedjes, leren versjes en geven korte lesjes. Met werken bedoelen we: bouwen, puzzelen, verven, tekenen, knutselen, kleien, speelleermateriaal en voorbereidende activiteiten op het gebied van lezen, rekenen en schrijven. De groepen 1 en 2 hebben een eigen speelzaal en speelplaats. Jongste en oudste kleuters zitten in onze school in verschillende groepen. In groep 1 (de 4- en 5-jarigen) ligt de nadruk op het wennen aan het naar school gaan. Er is veel aandacht voor gewoontevorming en regelmaat. Leren gebeurt veelal door spelen en door het aanbieden van en het werken met verschillende materialen. De juf heeft hierbij een begeleidende rol. In groep 2 (bij de 5- en 6jarigen) is de rol van de leerkracht meer sturend. De meeste vakken komen in onderlinge samenhang aan de orde door middel van een bepaald thema, bijvoorbeeld ons huis, de school, ziek zijn/beter worden, winter. Er is veel aandacht voor de taalvorming, omdat dit de basis is van heel veel andere vormen van leren. Onze school werkt met het Leerling Volg Systeem. Mogelijke hiaten in de ontwikkeling van het kind worden daardoor vaak al in groep 1 en 2 gesignaleerd. De vorderingen worden per trimester vastgelegd. Tijdens het zelfstandig werken begeleidt de juf de leerlingen, die extra hulp nodig hebben, maar ook de kinderen, die iets meer in hun mars hebben. Op deze manier proberen we alle kinderen zo
optimaal mogelijk te begeleiden. Veel leerlingen zitten 2½ tot 3 jaar in de kleutergroepen. Dit is afhankelijk van hun geboortedatum, hun aanleg en ontwikkeling. In groep 2 worden activiteiten aangeboden, die voorbereiden op het leren lezen, rekenen en schrijven. De leerlingen in deze groep nemen deel aan een schoolrijpheidsonderzoek. Aan de hand van de resultaten van dit onderzoek wordt besproken of een kind toe is aan groep 3. We vinden het belangrijk, dat een leerling lang genoeg in de kleutergroepen zit. Succesvol groep 3 doorlopen lukt pas, als een kind hier aan toe is. We zien het kind liever een jaar langer in groep 2, dan dat het jarenlang op zijn tenen moet lopen. Groep 3 t/m8 Rekenen en wiskunde Onze school maakt gebruik van de methode ‘Wereld in Getallen’. Deze methode is nieuw en vervangt onze oude methode Pluspunt. Naast de aan de methode gebonden toetsen worden er twee maal per jaar toetsen afgenomen (Cito: Rekenen en Wiskunde) om te controleren of kinderen voldoende vorderingen maken. Per week wordt tussen de vier en vijf uren rekenonderwijs gegeven. Nederlandse taal Onze school gebruikt sinds 2008/2009 de methode ‘Taal op Maat’. Het taalonderwijs is veelomvattend. De woordenschat wordt uitgebreid. Er is aandacht voor het taalgebruik en luisteren naar anderen. Behalve schriftelijk taalwerk, leren we kinderen ook om verhalen te schrijven, spreekbeurten houden en werkstukken maken. In de kleutergroepen wordt eveneens veel aan taalvorming gedaan. Wij gebruiken hierbij de methode ‘Schatkist’. Deze methode is pas geheel vernieuwd. De nieuwe methode voor spelling is in schooljaar 2009/2010 geïmplementeerd. In de groepen 3 t/m 8 worden twee maal per jaar de spellingvaardigheid van de leerlingen getoetst (Cito: Schaal Vorderingen Spellingvaardigheid).
17
Lezen In groep 3 wordt officieel een start gemaakt met het leren lezen met de methode ‘Veilig Leren Lezen’. Ook in de hogere groepen wordt het technisch lezen nog geoefend. In de groepen 4, 5 en 6 wordt daarvoor sinds schooljaar 2011/2012 gebruik gemaakt van een nieuwe methode. Twee à drie keer per jaar toetsen we de vorderingen van de leerlingen op het gebied van het lezen. (Cito: Drie-Minuten-Toets en Begrijpend Lezen). In de bovenbouw komt de nadruk steeds meer te liggen op het begrijpend en studerend lezen. De methode die wij hiervoor gebruiken is eveneens nieuw en wordt bij het schrijven van deze schoolgids gekozen. Tevens proberen we ook het leesplezier bij de kinderen te verhogen. Daarom wordt er o.a. veel voorgelezen. Godsdienstige vorming In de groepen 1 en 2 wordt Godsdienst nog niet als een apart vak gegeven. Hier wordt vooral in de verschillende projecten en tijdens het kringgesprek aandacht besteed aan de godsdienstige vorming van de kinderen. Vanaf groep 3 gebeurt dat ook methodisch. Elders in deze Schoolgids kunt u lezen, dat de school vanzelfsprekend ook betrokken is bij kerkelijke activiteiten in de parochie, zoals het Octaaf. Schrijven Onze schrijfmethode heet ‘Pennenstreken’. Deze methode wordt niet alleen in de lagere leerjaren gebruikt, maar ook in de hogere groepen. Om het schrijven te bevorderen gebruiken alle kinderen van de groepen 3 t/m 8 de zogenaamde LAMY-vulpen. Deze pen is ontwikkeld voor kinderen en heeft een speciale pengreep. Ze kan via de school aangeschaft worden. De vullingen worden door de school verstrekt. Engels In groep 7 en 8 wordt drie kwartier per week Engels gegeven. Het is niet de bedoeling de kinderen allerlei grammaticale regels te leren. Het gaat er meer om de leerlingen vertrouwd te maken met de taal en er op een
speelse manier al mee te leren omgaan. Er wordt hier geen cijferwaardering gegeven en Engels maakt ook geen deel uit van het rapport. Wereldoriëntatie Deze term omvat de vakgebieden aardrijkskunde, geschiedenis, kennis der natuur en verkeer. Een aantal jaren geleden waren de inzichten op onderwijskundig gebied van dien aard, dat men het beter achtte deze vakken niet apart te behandelen, maar in een geïntegreerd geheel, wereldoriëntatie genoemd. Wij hebben dat niet gedaan omdat dit ten koste van de overzichtelijkheid en duidelijkheid gaat. We zien nu steeds meer dat bovengenoemde vakken in aparte lessen worden aangeboden. Uiteraard zijn er vaak raakvlakken, waardoor onderdelen van de verschillende vakken toch in dezelfde les aan bod komen. Wij gebruiken de volgende methodes voor: • verkeer: ‘Wijzer door het verkeer’ • aardrijkskunde: ‘Wijzer door de wereld’ • kennis der natuur: ‘Wijzer door natuur en techniek’ • geschiedenis: ‘Wijzer door de tijd’. Overigens zijn de methoden sinds 2013-2014 voor Aardrijkskunde en Verkeer de nieuwe versies!
Wat leert uw kind nog meer? In de groepen 1 en 2 staat het bewegingsonderwijs dagelijks op het rooster. De kleuterafdeling heeft hiervoor de beschikking over een speelzaal. Vanaf groep 3 krijgen de kinderen les in de naast de school gelegen gymzaal. Iedere week hebben zij twee keer drie kwartier les. Culturele vorming Binnen onze school wordt ruime aandacht besteed aan de culturele vorming van onze kinderen. Een en ander wordt op elkaar afgestemd in een lokale werkgroep, waarin de Meerssense basisscholen zijn
18
vertegenwoordigd. Voor elke groep van onze school is er jaarlijks een culturele activiteit die uit meerdere onderdelen kan bestaan. Sportactiviteiten Onze school neemt jaarlijks deel aan diverse sporttoernooien. De meeste hiervan vinden vanaf de maand maart plaats. Jaarlijks schrijven wij in voor het Limburgs Schoolvoetbal Kampioenschap. Uiteraard worden voor alle toernooien in principe jongens- en meisjesteams ingeschreven. Creatieve vakken In groep 1 en 2 is de creatieve vorming een onderdeel van veel dagelijkse lessen en lesonderdelen. De creatieve vorming is geïntegreerd in het totale programma. Vanaf groep 3 staan de verschillende onderdelen apart op het lesrooster. De lessen muziek, tekenen en handenarbeid staan gemiddeld een uur per week op het programma. Voor deze vakken wordt geen strakke methode gevolgd. Wel wordt veelvuldig gebruik gemaakt van de ideeën uit de methodes ‘Tekenvaardig’ en ‘Handvaardig’ en diverse andere ideeënboeken. Voor muziek werken wij volgens de methode ‘Muziek, moet je doen’ Verkeersexamen Enige weken voordat het praktisch fietsexamen plaatsvindt, wordt er een fietscontrole gehouden. De politie controleert of de fietsen aan de veiligheidsvoorschriften voldoen. Waar dat niet het geval is, krijgt men tijd de geconstateerde gebreken te (laten) repareren. Als alles met goed gevolg is afgelegd, krijgt elke leerling een diploma. Het verkeersexamen wordt afgenomen in groep 7. Allereerst is er een theoriegedeelte, waarbij de kinderen aan de hand van foto’s vragen moeten beantwoorden. Computers Onze school beschikt over een netwerk van 24 pc’s. Hiervan zijn 10 werkstations op een eiland gegroepeerd. De verschillende groepen werken volgens rooster een aantal keren per week op het eiland. Ook
beschikt elke groep over een werkstation in het lokaal. De leerlingen werken met verschillende onderwijsondersteunende programma’s ter bevordering van aanvankelijk lezen, spelling, rekenen, aardrijkskunde en verkeer. De kleuters werken met het programma ‘Schatkist’. Daarnaast maken we in de bovenbouw regelmatig gebruik van de diensten van Kennisnet. In schooljaar 2015-2016 zullen wij met laptops of tablets gaan werken.
Benutting van verplichte onderwijstijd Per schooljaar is uw kind verplicht om een minimum aantal uren onderwijs te volgen. Dit aantal uren is bij de wet geregeld en wordt door de inspectie getoetst. Voor de groepen 1 t/m 4 samen is het minimum aantal uren onderwijs 3.520 en voor de groepen 5 t/m 8 bedraagt dit 3.760. Dit schooljaar hebben de leerlingen van groep 1 t/m 4 3542 uren les en de leerlingen van groep 5 t/m 8 3995 lesuren. Er is een marge ingebouwd om bij onvoorziene omstandigheden niet onder de minimale lestijd te komen.
19
Overzicht urenverdeling op groepsniveau per week Voor de urenverdeling over de leer- en vormingsgebieden hanteren wij richtlijnen. Deze normen kunnen meer of minder worden naar aanleiding van: de behaalde resultaten, de kenmerken van de groep en/of de leerstofkenmerken.
A. 1 Zintuiglijke ontwikkeling (gr. 1-2 ) 2 Schrijven 3 Gymnastiek
Norm +/- 01:30 +/- 01:30 01:30
B. 1 Taal Spelling Lezen
+/- 03:00 +/- 02:00 +/- 03:30
C. 1 Rekenen
+/- 05:00
D. 1 Engels (gr. 7-8 )
+/- 00:45
E. 1 Wereldoriëntatie
+/- 03:00
F. 1 Sociale emotionele ontwikkeling 2 verkeer
+/- 01:00 +/- 00:45
G. 1 Expressie
+/- 03:00
H. 1 Godsdienst
+/- 01:00
Deze tuin lijkt meer op een kinderboerderij.
I. 1 Pauze
01:15
Huiswerk Onze school kiest er bewust voor de leerlingen huiswerk te geven. De redenen hiervoor zijn: • niet alles kan tijdens de schooluren verwerkt en geleerd worden, • het bevordert de zelfstandigheid van de leerlingen, • het is een goede voorbereiding op het voortgezet onderwijs, waar de kinderen dagelijks geconfronteerd worden met een behoorlijke portie huiswerk, • de ouders hebben meer inzicht in de leerstof, die in school wordt aangeboden. In groep 3 kan er sprake zijn van sporadisch huiswerk na overleg met de ouders; het gaat dan vooral om lezen. In groep 4 wordt er af en toe en in groep 5 regelmatig huiswerk meegegeven op het gebied van lezen, spelling en rekenen. Zo wordt het technisch lezen bevorderd en kunnen de kinderen de woorden van het woordpakket thuis oefenen. Kinderen, die extra hulp krijgen in school kunnen door middel van het huiswerk hun achterstand sneller inhalen. Huiswerk wordt vanaf groep 5 in een geleidelijk stijgende hoeveelheid gegeven. Uiteraard is het voor elke leerling verschillend hoeveel tijd er nodig is om aan dit huiswerk te besteden. Vanaf schooljaar 2013-2014 is ons huiswerkbeleid geactualiseerd. U kunt het volledige beleid inzien op onze website. Logopedie Aan de school is een logopedist van O2 verbonden. De logopedist richt zich op de taal, spraak, luistervaardigheden, stem en mondgedrag. Elk kind wordt in groep 2 gescreend door de logopedist. Wanneer blijkt dat er meer onderzoek nodig is of wanneer behandeling noodzakelijk zal zijn, verwijzen wij u naar particuliere logopedie. De thematische avonden verzorgt O2 bij de peuterspeelzalen. Deze zijn ook bestemd voor de ouders van de groepen 1 en 2.
20
Schoolkamp en Musical Aan het einde van acht jaren basisschool willen wij het definitieve afscheid van de leerlingen uit groep 8 niet ongemerkt voorbij laten gaan. Daarom gaan deze kinderen drie dagen op schoolkamp naar een vakantieboerderij. Tijdens deze schoolverlaterdagen vinden allerlei activiteiten plaats, waarbij sport en spel centraal staan. De totale kosten worden omgeslagen op het totaal aantal deelnemers. Het schoolkamp wordt door iedereen ervaren als een onmisbare afsluiting van de basisschoolperiode en laat bij alle kinderen een onuitwisbare indruk achter. Begeleiding van het schoolkamp berust bij een aantal leerkrachten. In de laatste week van het schooljaar voeren de leerlingen van groep 8 tevens een musical op. Dit is de afscheidsavond van die klas. De ouders van de leerlingen worden hiervoor uitgenodigd in de aula van de school. Tevens wordt de musical nog eens opgevoerd voor grootouders en andere familieleden en voor de leerlingen van de Gansbeekschool. De kaars in de hal In de hal staat een grote kaars met daarbij een kaartje. De standaardtekst hiervan is: “Deze kaars wordt aangestoken als zich een gebeurtenis voordoet waar kinderen en leerkrachten van de Gansbeek zich bij betrokken voelen.” Indien het voorgaande het geval is, wordt de standaardtekst vervangen door een briefje met de vermelding waarom de kaars brandt. Vaak is dat de geboorte van een broertje/zusje of het overlijden van een oma/opa. De groep van de leerling waarop dit betrekking heeft, gaat naar de kaars, waar over het gebeurde verteld wordt en ter afsluiting volgt dan een gezamenlijk gebed.
Actief burgerschap en sociale integratie Wij hebben als school de opdracht actief burgerschap en sociale integratie van leerlingen te bevorderen. Actief burgerschap verwijst naar de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Met sociale integratie wordt de deelname van burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) aan de samenleving bedoeld. We vinden het belangrijk dat we kinderen voorbereiden op hun plaats in de samenleving waarin ze als goed toegeruste en zelfstandige mensen op sociaal, cultureel en economisch gebied hun plaats kunnen vinden en behouden. Het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie zien wij niet als een apart vak in ons onderwijs. Beiden maken deel uit van het pedagogisch leerklimaat op school, waarbij identiteit, democratie en participatie leidende principes zijn. Onze slogan ´kind en school samen in ontwikkeling´ onderschrijft dit. Invulling actief burgerschap en sociale integratie Onze wijze van invulling vindt de grondslag bij de uitgangspunten van de katholieke identiteit van onze school. Bij de invulling houden wij rekening met de demografische ontwikkelingen, de samenstelling van de leerlingenpopulatie, de wensen van ouders/verzorgers. Onze invulling bestaat uit twee domeinen, te weten: democratie en participatie. Democratie Hierbij willen we kennis bijbrengen over de democratische rechtstaat en het handelen als democraat. Op kindniveau houdt dit in dat we naast de betreffende aardrijkskundelessen aandacht besteden aan bijv. Prinsjesdag, verkiezingen, Dodenherdenking en Bevrijdingsdag. Ook de actuele maatschappelijke ontwikkelingen komen aan bod.
21
Daarnaast hebben we een leerlingenpanel, waarin klassenvertegenwoordigers van de groepen 3 t/m 8 participeren. Deze leerlingen worden democratisch gekozen. 1x per 6 weken vergaderen zij met de directeur. De directeur stelt vooraf een agenda op. Op deze agenda staat tevens vermeld over welke agendapunten zij in de klas vooroverleg moeten voeren, zodat zij de groep kunnen vertegenwoordigen. De leerlingen zijn actief (volgens democratische richtlijnen) bezig; een mooie oefenplaats voor burgerschap. De Gansbeek is tevens vertegenwoordigd in ‘Douzelage Meerssen Stedenband’. Het doel van de Douzelage is de burgers met elkaar in contact te brengen om gemeenschapsgevoel en de saamhorigheid in Europa te stimuleren. Participatie Het domein participatie behoeft voortdurend onderhoud en dagelijkse betrokkenheid. Door beleidsstukken weten we van elkaar wat we mogen verwachten. Wij verwijzen hierbij o.a. naar het pestprotocol, beleid op belonen en straffen, de schoolregels. We willen de kinderen bewust maken van gedrag dat wel en niet hoort, maar aan de andere kant is dit een ontwikkelingsproces. Kinderen zoeken grenzen op en hebben grenzen nodig. Wij beïnvloeden dit domein door: voorbeeldgedrag te tonen, ongewenst gedrag te signaleren en hierop te handelen, kinderen te complimenteren. Maar ook door: - Jaarlijks een goede-doelen-week te organiseren; - Maandelijks een sociaal schoolthema centraal te stellen; - Afval te scheiden en te werken met een wisselende kindermilieudienst; - In samenwerking met de commissie Cultuur en Natuur van de oudervereniging komen kinderen middels culturele activiteiten in aanraking met diverse kunstdisciplines, maar
-
ook met gebruiken en tradities van onze en andere culturen; GIPS-project in gr. 8 (positieve beeldvorming over mensen met een handicap); De godsdienstlessen uit Hemel en Aarde; kinderen ontwikkelen hierbij spirituele vaardigheden door ze te laten nadenken over wat waardevol is en wat niet door verwondering uit te lokken over God en goden, mensen, de dingen, de cultuur.
Het Ministerie OCW formuleert actief burgerschap als: de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. In de toelichting op de WPO over de verplichting voor scholen om bij te dragen aan de integratie van leerlingen in de Nederlandse samenleving, wordt onder sociale integratie verstaan: een deelname van burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) aan de samenleving, in de vorm van sociale participatie, deelname aan de maatschappij en haar instituties en bekendheid met en betrokkenheid bij uitingen van de Nederlandse cultuur. Voor meer informatie: Ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk. SOCIALE ONTWIKKELING Wat zegt de Inspectie van het Onderwijs over sociale ontwikkeling: Sociale ontwikkeling belangrijk voor leerling Een goede sociale ontwikkeling, met goede sociale vaardigheden, heeft grote invloed op de levensloop van leerlingen. Het bevordert leren, helpt uitval voorkomen en leidt tot betere kansen op de arbeidsmarkt. De sociale en maatschappelijke competenties waarmee leerlingen het onderwijs verlaten zijn belangrijk om op een goede manier met anderen
22
te kunnen samenleven, en nodig als fundament voor onze democratische samenleving. Dat maakt de aandacht die scholen geven aan bevordering van ‘actief burgerschap en sociale integratie’ van groot belang. Pesten De sociale kwaliteit van onderwijs is een voorwaarde om als school goed te kunnen functioneren. Een positief schoolklimaat bevordert niet alleen leren, maar remt ook sociale onveiligheid. Een prettige sfeer en aandacht voor een goede onderlinge omgang helpt pesten tegen te gaan. De inspectie vindt het dan ook belangrijk dat scholen aandacht geven aan de sociale en maatschappelijke ontwikkeling van de leerlingen. Het is belangrijk dat scholen dat op een doelgerichte manier doen, dat ze nagaan of de leerlingen de gestelde leerdoelen ook bereiken, en eventuele problemen tijdig signaleren en verhelpen. Op onze school volgen alle leerkrachten in schooljaar 2015-2016 de cursus KANJERTRAINING. Wij werken hiermee preventief aan gedrag door de kanjertraining structureel in alle groepen in te zetten door gecertificeerde leerkrachten. Wij volgen dit proces met het leerlingvolgsysteem KanVas.
Enkele praktische zaken Schoolbenodigdheden Uw kind krijgt in school veel materialen, die het in de klas nodig heeft, zoals boeken en schriften. Afhankelijk van de groep, waarin uw zoon of dochter zit, zijn echter ook nog spullen nodig, waar de ouders zelf voor moeten zorgen, zoals bijvoorbeeld in elke groep een grote klapper, A4formaat. In het onderstaande overzicht kunt u precies aflezen wat uw kind zelf mee naar school moet nemen.
Schoolbenodigdheden 1 Klapper 23 rings met tabbladen karton Kleurpotloden Lamy-pen (1) Stiften Gum Slijper (incl doosje) Pritt plakstift Schoolagenda Van Dale basisWoordenboek Schaar Gymschoentjes (in x stoffen zak) T-shirt Sportbroekje Sportschoenen Rekenmachine (2) Casio FX-82.MS
2
3
4
5 x
x
x
x x
x x
6
7
8
x
x
x
x
x x x x x x x
x x x x x x x x
x x x x x x x x
x x x x x x x x
x
x
x
x
x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x x x
1) de ouders kunnen deze pen via school kopen. U wordt hier nader over geïnformeerd als uw kind in groep 3 zit. 2) deze rekenmachine wordt ook in de brugklas van het V.O. gebruikt. Het display is tweeregelig, waardoor de som zichtbaar blijft.
23
Schoolreisjes Een keer per jaar gaan we met de kinderen van groep 1, 2 en 3 t/m 8 op schoolreisje. Het schoolreisje heeft niet nadrukkelijk een educatief karakter. Het gaat er vooral om gezamenlijk een dag gezellig op stap te zijn. Het is ook beslist niet de bedoeling naar verafgelegen, duurdere pretparken te gaan, zoals de Efteling, Bobbejaanland enz. Gezien de kosten en het veiligheidsaspect kiezen wij voor iets kleinere locaties, zoals Toverland voor groep 3 t/m 8 en Klein Zwitserland voor groep 1 en 2. We reizen per touringcar, auto of trein. De schoolreisjes vinden plaats aan het begin van het schooljaar in september. In de lagere groepen zijn de kinderen in groepjes verdeeld. Elk groepje wordt begeleid door een volwassene. Hierbij doen we in de eerste plaats een beroep op de ouders. De kosten van het schoolreisje zijn opgenomen in de ouderbijdrage voor de oudervereniging. Schoolfotograaf Jaarlijks komt de schoolfotograaf naar De Gansbeek, meestal in de maand september. Hij maakt portret- en groepsfoto’s. Ook broertjes en zusjes gaan samen op de foto.
De resultaten van ons onderwijs Ieder jaar maken de leerlingen van groep 8 de bekende CITO-eindtoets. Deze meet de kennis op de belangrijkste leergebieden: taal, rekenen, informatievoorziening en wereldverkenning. De resultaten van deze uitgebreide test worden weergegeven in een getal tussen 500 en 550. Het landelijk gemiddelde ligt meestal rond de 535. Het spreekt vanzelf dat ouders, net als wijzelf, geïnteresseerd zijn in de resultaten van de
leerlingen. In bijgaande tabel hebben we de prestaties van onze school afgezet tegen de landelijke gemiddeldes. CITO heeft de scholen ingedeeld schoolgroepen, afhankelijk van de populatie van de school. De Gansbeek is ingedeeld bij de hoogste groep. Landelijk gemiddelde
De Gansbeek gemiddelde
Schoolgroep 1 Nederland
Schoolgroep 1
2010* 534,9
539,8
535,2
537
2011
535,1
540,2
535,3
537,6
2012
535,1
543,1
537,1
543,1
2013
534,7
541
537,1
541
2014
534,4
538,5
537,1
538,5
2015
534,8
539,6
537,2
539,6
De Gansbeek
*Sinds 1 feb 2010 worden onze resultaten aangepast n.a.v. de schoolgroep. Zo is het beter en eerlijker te vergelijken Vooraf echter het volgende: cijfers zeggen uiteraard niet alles! Van de andere kant: we mogen er van uitgaan, dat de kwaliteit van ons onderwijs goed is als we jaarlijks - of in elk geval zeer regelmatig hoger scoren dan het landelijk gemiddelde van de CITO-eindtoets.
24
Centrale eindtoets 2016 Vanaf het schooljaar 2014-2015 zijn alle leerlingen in het reguliere basisonderwijs verplicht om in groep 8 een eindtoets primair onderwijs te maken. Voor de afname in 2016 gelden de volgende afnamedata: de papieren Centrale Eindtoets wordt afgenomen op: dinsdag 19, woensdag 20 en donderdag 21 april de digitale Centrale Eindtoets wordt afgenomen van: vrijdag 15 april tot en met vrijdag 29 april het inhaalmoment of ‘tweede afnamemoment’ vindt plaats tussen 25 april en 27 mei 2016.
Waar gingen onze schoolverlaters van 2014/2015 naar toe? VSO VMBO-Basis VMBO-Kader VMBO-TL TL-HAVO HAVO HAVO/VWO VWO
0 0 1 5 5 7 7 9
leerlingen leerlingen leerlingen leerling leerlingen leerlingen leerlingen leerlingen
Voor verdere resultaten, beschrijvingen en acties verwijzen wij naar het schooljaarverslag. Deze kunt u vinden op onze website. Ook kunt u deze op school opvragen.
25
26
Contacten school – ouders School en ouders achten een goed wederzijds contact uiterst belangrijk en wel om de volgende redenen: • de leerkrachten kunnen daardoor de kinderen beter begrijpen en opvangen, waardoor ook eventuele moeilijkheden beter en gemakkelijker kunnen worden opgelost. • de ouders voelen zich meer betrokken bij wat er op school gebeurt en hebben daardoor meer begrip voor de schoolproblematiek. Wij willen u over alle belangrijke schoolzaken informeren, maar natuurlijk vooral ook over het functioneren van úw kind. Wij van onze kant stellen het op prijs, als u ons op de hoogte houdt van alle belangrijke gebeurtenissen thuis, althans voor zover het van belang is voor de school. Een goede samenwerking tussen school en ouders bevordert het welbevinden van uw kind. Ook doen we als school een beroep op ouders om aan allerlei activiteiten deel te nemen en te helpen bij de organisatie. Aan het begin van elk schooljaar kunnen alle ouders intekenen om mee te helpen op verschillende terreinen. In de loop van het schooljaar vragen wij ook regelmatig uw medewerking bij incidentele activiteiten. Contacten op bestuurlijk niveau Hier zijn de ouders ook nauw bij de Gansbeek betrokken en wel: A in de School Advies Commissie (SAC), waar de ouders vertegenwoordigd zijn. B in de Medezeggenschapsraad: deze bestaat uit zes leden: drie vertegenwoordigers namens het team en drie ouders, die periodiek gekozen worden. C in de Oudervereniging: dit is het ontmoetingsplatform voor alle ouders.
A - School Advies Commissie (SAC). Onze school beschikt over een SAC. Daarin kunnen vertegenwoordigd zijn: • de ouders • een afgevaardigde namens de gemeenschap en/of • leden op persoonlijke titel. De directeur fungeert als ambtelijk secretaris. De SAC is een adviesorgaan dat met name de betrokkenheid van de ouders regelt. In de SAC kunnen ouders en anderen meepraten over alle zaken die de school betreffen. B - De Medezeggenschapsraad Medezeggenschap in het onderwijs is wettelijk geregeld in de Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO). Hierin is bepaald dat elke school dient te beschikken over een medezeggenschapsraad waarin ouders en leerkrachten in gelijke aantallen vertegenwoordigd zijn. De bevoegdheden (instemmings- of adviesrecht) procedures en taken zijn vastgelegd in het medezeggenschapsreglement dat door het bestuur na overleg met de MR is vastgesteld. Elke school beschikt over een MR; deze heeft vergelijkbare rechten als de GMR maar dan enkel ten aanzien van zaken die de eigen school betreffen. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad INNOVO heeft een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). Deze raad vertegenwoordigt alle scholen, maar niet via een rechtstreeks GMR-lid. In totaal heeft de GMR 14 zetels, gelijk verdeeld tussen de oudergeleding en de personeelsgeleding. Omdat de scholen niet rechtstreeks via een MR-lid vertegenwoordigd zijn, werkt de GMR met een regiostructuur en zijn er regiofunctionarissen. Op www.innovo.nl vindt u meer informatie over de GMR. Ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk: aanvulling schoolgids.
27
C - De Oudervereniging Geen wet verplicht haar bestaan. Formeel heeft zij dan ook geen bevoegdheden. Zij is slechts adviserend, dan wel vragend. In de praktijk blijkt zij echter als vertegenwoordigster van de ouders dè gesprekspartner van de School Advies Commissie, de Medezeggenschapsraad en de directie te zijn. De directie (of een afvaardiging namens de directie) woont de bestuursvergaderingen bij als directe gesprekspartner. Daarbij zijn er regelmatig besprekingen van de schooldirectie met het bestuur van de Oudervereniging. Als vereniging heeft zij statutair ten doel: de instandhouding en verbetering van een zo optimaal mogelijk leer- en leefklimaat voor alle leerlingen. Zij tracht daartoe de samenwerking tussen de ouders en de school te bevorderen. Samenstelling Bestuur Oudervereniging De ouders worden geïnformeerd via de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering in november. Op deze vergadering zijn alle ouders en ook leerkrachten welkom. Alleen leden van de Oudervereniging hebben stemrecht en bevoegdheid tot uitoefening van bestuursfuncties in de Oudervereniging. Het bestuur van de Oudervereniging bestaat momenteel uit 11 leden. Het maximale aantal is 11, het minimum is 7. Ieder bestuurslid heeft zitting in een commissie. Zo is er de commissie Buitenschoolse Activiteiten, commissie Natuur & Cultuur en de Commissie Gansbeekjournaal. Het bestuur van de Oudervereniging vergadert 1 x per 6 weken. Iedere ouder kan aan het begin van het nieuwe schooljaar lid worden van de Oudervereniging. De contributie wordt ieder jaar aan het begin van het schooljaar vastgesteld. Daarnaast organiseert de oudervereniging diverse acties waarvan de opbrengsten eveneens aan bovenstaande activiteiten worden besteed.
Van de ouderbijdragen worden o.a. de volgende activiteiten georganiseerd:
Iedere school mag een ouderbijdrage vragen voor extra activiteiten en andere, niet tot het onderwijs behorende zaken.
• een uitstapje/activiteit per groep in het kader van natuur en cultuur, • het Gansbeekjournaal, • activiteiten in het kader van de Kinderboekenweek, • de catering tijdens de kerstviering, • schoolcarnaval, • paasactiviteit, • ontbijt laatste schooldag, • schoolfeesten
De vrijwillige ouderbijdrage is aan wettelijke regels gebonden: • scholen moeten duidelijk maken dat het om een vrijwillige bijdrage gaat; • informatie over de vrijwillige ouderbijdrage moet in de schoolgids worden opgenomen; • scholen mogen geen nieuwe leerlingen weigeren omdat hun ouders de vrijwillige ouderbijdrage niet willen betalen; • de ouders in de medezeggenschapsraad moeten instemmen met de hoogte en de bestemming van het ingezamelde geld. Bovenstaande informatie is gebaseerd op artikel 40, lid 1 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 27, lid 2 van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 13 onder c. en 14, lid 2, onder c. van de Wet medezeggenschap op scholen. Ouderhulp De ouders zijn op vele manieren nauw betrokken bij onze school; een basisschool kan niet zonder. Tientallen ouders zijn - vaak wekelijks - actief bij allerlei activiteiten, zoals: • de commissie buitenschoolse activiteiten, waarin leerkrachten en ouders zitting hebben. • de redactiecommissie van het Gansbeekjournaal.
28
• lessen in handwerken, tekenen, handvaardigheid, lezen en werken met de computer, speelleermateriaal in groep 2. • speciale lessen gastdocentouders. • schoolreisjes en excursies, alsmede activiteiten zoals Carnaval, sportdag. • natuur- / cultuurexcursies. De gang van zaken is als volgt: • het team stelt bij het begin van het schooljaar de activiteiten vast. • bij de klassikale informatieavond zal de leerkracht duidelijkheid verschaffen met betrekking tot de doelstelling, werkwijze en praktische aanpak van de activiteiten waarbij hulp gevraagd wordt. • alle ouders kunnen intekenen; ondersteunende werkzaamheden door ouders zijn altijd onder verantwoordelijkheid van de betreffende leerkracht(en). Het Gansbeekjournaal Dit verschijnt zo’n vier keer per jaar. Het journaal werpt een terugblik op belangrijke en minder belangrijke gebeurtenissen in de voorafgaande periode. Er wordt ook aandacht besteed aan actuele schoolzaken en vooruitgekeken naar activiteiten in de komende weken. Een vast onderdeel is het vermelden van de verjaardagen van de leerlingen en de leerkrachten. … en ook nog: • de rapporten, die de kinderen drie keer per jaar mee naar huis nemen. • digitale nieuwsflitsen en de website: www.bs-gansbeek.nl • een ouderavond en afzonderlijke gesprekken met ouders naar aanleiding van de toets in groep 8. • een musicalavond voor de schoolverlaters en hun ouders, opa’s en oma’s als afsluiting van de basisschoolperiode Informatievoorziening gescheiden ouders Indien de ouders van een leerling gescheiden zijn, is het belangrijk dat er duidelijkheid is over de manier waarop de communicatie en consultatie
over de vorderingen van de leerling verloopt. De school heeft daarom een protocol ontwikkeld hoe zij met deze regels omgaat. De school volgt de wettelijke regels met betrekking tot de informatieplicht jegens gescheiden ouders, Dat betekent dat de school ervan uitgaat dat ouders die beiden het ouderlijk gezag verkregen hebben elkaar informeren met betrekking tot zaken rondom hun zoon of dochter. Beide ouders zijn dan ook gezamenlijk welkom bij de ouderavonden. In overleg kan daarvan afgeweken worden. Protocol informatieverstrekking gescheiden ouders (Protocol Vereniging Katholiek Onderwijs VKO) 1. Bij inschrijving van de leerling wordt melding gedaan van de gezinsrelatie waarin deze opgroeit, alsook van de gezagsrelatie met betrekking tot de (afzonderlijke ouders). Indien van toepassing zijn de adressen van beide ouders bij de school bekend en van de relevante passages uit het ouderschapsplan (informatierecht) en de beschikking van de (kinder)rechter. Bij wijzigingen dienen de ouders het bevoegd gezag van de school daarvan direct in kennis te stellen onder overlegging van de passages uit de gerechtelijke stukken. Wanneer beide ouders gezamenlijk het ouderlijk gezag hebben (of na echtscheiding hebben behouden), dan blijven zij in gelijke mate recht op informatie en consultatie door de school houden. Ook in dit geval zijn beide adresgegevens bij de school bekend. 2. In geval van echtscheiding of verbreking van de relatie tussen ouders, neemt de school jegens hen beiden een neutrale positie in. De school onthoudt zich dus van betrokkenheid bij conflicten tussen de ex-partners en doet geen uitspraken. Zij richt zich primair op haar pedagogisch-didactische verantwoordelijkheid jegens de leerling.
29
3. Er is een verplichting van ouder tot ouder om informatie te verstrekken. Op grond van artikel 1:377b BW is de ouder die belast is met het gezag gehouden om de andere ouder die niet met het gezag belast is op de hoogte te stellen van gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon van het kind en deze te raadplegen over daaromtrent te nemen beslissingen. 4. Alle ouders met gezag hebben het hetzelfde recht op informatie en consultatie door de school. De wet maakt geen onderscheid tussen verzorgers en niet-verzorgers. 5. Welke informatie de school op verzoek van de ouder, bij wie de leerling niet woont, aan hem/haar verstrekt, is afhankelijk van de wettelijke positie ten opzichte van de leerling: A. In geval van (mede) gezag omvat de informatieverstrekking ten minste: - het verstrekken van de schoolgids, de periodebrieven, de rapporten/toetsresultaten van de leerling in kwestie, overige relevante informatie over de leerling; - uitnodiging voor ouderavond en op ouders gerichte schoolactiviteiten, dan wel activiteiten waarbij ouderparticipatie vanuit de school gewenst is; - verzoeken om toestemming voor begeleiding en onderzoek van de leerling in het kader van diens schoolloopbaan; - inzage in de door de school vastgelegde persoonsgegevens, waaronder het leerlingendossier wanneer de leerling jonger is dan zestien jaar. Uitgangspunt hierbij blijft dat beide ouders op gelijke wijze geïnformeerd en geconsulteerd worden. Met andere woorden er is geen sprake van onderscheid tussen verzorger en niet-
verzorger. Dit nog los van het feit dat in geval van co-ouderschap dit onderscheid niet te maken is. B. De niet met het gezag belaste ouder ontvangt op zijn/haar verzoek informatie over belangrijke feiten en omstandigheden. Op basis van jurisprudentie: rapporten, informatie rond schoolkeuze, informatie met betrekking tot de schoolloopbaan, specifieke problemen tenzij a. de informatie ook niet aan de met het gezag of verzorging belaste ouder zou worden verstrekt ( zie artikel 377c BW) of b. het belang van de leerling zich daartegen verzet. Indien de school een verzoek om informatie afwijst, zal zij dit met redenen omkleed kenbaar maken aan verzoeker/verzoekster. 6. De uitnodiging voor een ouderavond betreft een gezamenlijk gesprek voor beide ouders. In bijzondere situaties kan van de gezamenlijkheid worden afgeweken. Er moet dan binnen een week na de uitnodiging voor de ouderavond een verzoek worden ingediend bij het bevoegd gezag van de school voor een afzonderlijk gesprek op de ouderavond (zodat dit ook tijdig georganiseerd kan worden). Partners van ex-echtgenoten worden alleen uitgenodigd indien de andere ouder hiertoe schriftelijke toestemming heeft gegeven. 7. In situaties waarin de school ten aanzien van de informatieverstrekking vermoedt dat informatieverstrekking niet in het belang van de leerling is, dan zal zij de kwestie voorleggen aan een onafhankelijke deskundige zoals de huisarts, psycholoog.
30
Met het oog op artikel 377c* en het risico dat naar de rechter gegaan wordt, is een onafhankelijk advies een vereiste. 8. De school respecteert de gezinssituatie waarin de leerling feitelijk leeft. Zij heeft echter geen informatieplicht jegens een nieuwe partner van een ouder, ook niet als deze deel uitmaakt van het gezin waarin de leerling opgroeit. 9. Als de leerling 18 jaar of ouder is dan verloopt de informatie van school altijd via de leerling. Als een leerling 16 jaar of ouder is, dan heeft alleen de leerling inzage in zijn of haar leerlingdossier. *Artikel 377c o
o
1.Onverminderd het bepaalde in artikel 377b van dit boek wordt de niet met het gezag belaste ouder desgevraagd door derden die beroepshalve beschikken over informatie inzake belangrijke feiten en omstandigheden die de persoon van het kind of diens verzorging en opvoeding betreffen, daarvan op de hoogte gesteld, tenzij die derde de informatie niet op gelijke wijze zou verschaffen aan degene die met het gezag over het kind is belast dan wel bij wie het kind zijn gewone verblijfplaats heeft, of het belang van het kind zich tegen het verschaffen van informatie verzet. 2.Indien de informatie is geweigerd, kan de rechter op verzoek van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde ouder bepalen dat de informatie op de door hem aan te geven wijze moet worden verstrekt. De rechter wijst het verzoek in ieder geval af, indien het belang van het kind zich tegen het verschaffen van de informatie verzet.
GGD De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Zuid Limburg volgt de lichamelijke, geestelijke en sociale ontwikkeling van alle kinderen van 4 tot 18 jaar. Wij nodigen uw kind regelmatig uit voor een gezondheidsonderzoek of een inenting. Ook met vragen over opgroeien en opvoeden of zorgen om uw kind kunt u altijd bij ons terecht. Het team JGZ werkt nauw samen school en met andere organisaties in het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Gezondheidsonderzoek Uw kind wordt uitgenodigd voor een onderzoek rond de leeftijd van 5 en 10 jaar. Tijdens het onderzoek kijken we bijvoorbeeld naar groei, motoriek, spraak en sociaal-emotionele ontwikkeling. Door uw kind goed te volgen probeert de GGD eventuele problemen op tijd op te sporen en te helpen voorkomen. Als blijkt dat uw kind extra hulp of zorg nodig heeft, kijken we samen wat daarvoor nodig is. We werken hierin nauw samen met andere organisaties binnen het CJG. De onderzoeken vinden plaats in het CJG, op school of bij de GGD Zuid Limburg. Uw informatie is erg belangrijk U als ouder/verzorger kent uw kind vaak het beste. Om te weten of er dingen zijn waar we extra op moeten letten, vragen we u om van tevoren een vragenlijst in te vullen. Hierin komen allerlei gezondheidsaspecten aan bod. Uiteraard gaan we zorgvuldig om met alle persoonsgegevens van u en uw kind.
31
Inentingen In het kalenderjaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt het de laatste twee inentingen tegen DTP (difterie, tetanus, polio) en BMR (bof, mazelen, rodehond). Meisjes krijgen in het jaar dat ze 13 jaar worden bovendien de HPV-vaccinatie tegen baarmoederhalskanker. U ontvangt een oproep voor de gratis prikken. Deelname is niet verplicht. Vragen of zorgen? Heeft u vragen over de ontwikkeling of het gedrag van uw kind. Is er sprake van leerproblemen of andere problemen. Maakt u zich zorgen? Neem dan contact op met het Team JGZ. Wij helpen u graag! Contact Jeugdarts, Annemarie v.d. Eijnde Jeugdverpleegkundige, Mariel van Hoof Doktersassistente, Marjo Hendriks Team JGZ Heuvelland E:
[email protected] T: 043-850 66 93 (ma t/m vrij van 08.30-12.30 uur) www.ggdzl.nl/burgers/jeugd-en-gezondheid/jeugdgezondheidszorg
Goed om te weten Beleid van de Stichting INNOVO met betrekking tot toelating en inschrijving, schorsing en verwijdering van leerlingen. De Wet primair onderwijs (Wpo) en Wet op de expertisecentra (WEC) vermelden dat de beslissing over toelating van leerlingen berust bij het bevoegd gezag. In de praktijk ligt deze beslissingsbevoegdheid bij de directie van onze school. De aannamecriteria van onze school zien er als volgt uit: - alhoewel onze school een katholieke school is, worden in principe leerlingen van elke geloofsovertuiging tot onze school toegelaten, mits de katholieke grondslag van onze school gerespecteerd wordt; - onze school staat in beginsel open voor alle kinderen, ook voor kinderen met een beperking. Indien er beslist moet worden over de toelating, houden we er uiteraard rekening mee of we de juiste ondersteuning en specifieke begeleiding kunnen bieden die voor de ontwikkeling van het kind noodzakelijk is. Indien er besloten wordt tot toelating zal er op basis van een plan van aanpak, dat met de ouders is samengesteld, gehandeld worden. De evaluatie en de voortgangsprocedure worden van jaar tot jaar bekeken. Informatie over de ondersteuning die onze school kan bieden, is opgenomen in het Schoolondersteuningsprofiel (SOP) dat op de website van onze school te vinden is. Voor uitgebreide informatie, incl. de wettekst (passage met betrekking tot aanmelding en toelating), verwijzen wij u naar de site van INNOVO. Hier treft u ook het INNOVO-aanmeldingsformulier nieuwe leerlingen aan d.d. januari 2015.
32
Aannamebeleid en het aannemen van nieuwe leerlingen Eén keer per jaar - in de maand maart - houden we op onze school een ‘aanmeldingsochtend’. Op deze ochtend kunt u kennismaken met onze school, wordt er informatie verschaft en kunt u uw kind inschrijven voor het nieuwe schooljaar. De leerling komt voor het eerst naar school op de eerste maandag na de dag dat hij of zij vier jaar geworden is. Eén week voor de toelatingsdatum krijgt u thuis nog een kaart toegestuurd met de betreffende datum. In de maanden tussen de leeftijd van drie jaar - tien maanden en vier jaar kan uw zoon of dochter vijf dagdelen de nieuwe groep bezoeken om alvast te kunnen wennen. Afspraken hierover kunnen via de directeur gemaakt worden. Wettelijke regelingen Nieuwe leerlingen mogen alleen worden ingeschreven na overlegging van een bewijs van uitschrijving van de vorige school (dit is meestal het geval bij een verhuizing) of een schriftelijke verklaring van de ouders, dat hun kind niet eerder op een andere school was ingeschreven. Dit laatste is van toepassing bij vierjarigen die voor het eerst naar de basisschool gaan. Door ondertekening van het inschrijfformulier voldoen de ouders aan de verplichting te verklaren dat hun kind niet eerder op een andere school was ingeschreven. De school stuurt een bericht van inschrijving naar de leerplichtambtenaar van de gemeente Maastricht. Pedagogische maatregel en verwijdering Schorsing Vanaf 1 augustus 2014 is artikel 40c opgenomen in de WPO. Hierin staat beschreven dat het bevoegd gezag, ten opzichte van het verleden, bevoegd is om een leerling te schorsen. Daarbij zijn scholen verplicht om schorsingen van langer dan een dag bij de Inspectie van het Onderwijs te melden. Ook is opgenomen dat leerlingen voor ten hoogste één week geschorst kunnen worden.
Schorsing melden via het Internetschooldossier (ISD) Scholen of bevoegde gezagen dienen de schorsing te melden via een formulier dat in het internet schooldossier (ISD) is opgenomen. De inspectie gaat er van uit dat een schorsing zo kort mogelijk duurt en dat scholen zich rekenschap geven van de gevolgen voor het kind. Van scholen mag verwacht worden dat zij in geval van schorsing zorgvuldig te werk gaan en vaste procedures volgen. De rechter toetst zo nodig of deze gevolgd zijn. Hierbij vermelden wij dat een schorsing een ingrijpende maatregel is en alleen in uitzonderlijke gevallen gebruikt zal worden. In artikel 40c van de WPO zijn de volgende punten opgenomen: 1. Het bevoegd gezag kan met opgave van redenen een leerling voor een periode van ten hoogste één week schorsen. 2. Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de ouders bekendgemaakt. 3. Het bevoegd gezag stelt de inspectie van een schorsing voor een periode langer dan één dag schriftelijk en met opgave van redenen in kennis. Ouders kunnen bij het schoolbestuur en/of bestuursrechter schriftelijk bezwaar maken tegen de schorsing. Indien het een bijzondere school betreft kunnen de ouders de stap maken naar de civiele rechter. Een ernstig incident kan leiden tot een pedagogische maatregel (het nemen van een passende maatregel in samenspraak met de ouders) Een ernstig incident kan leiden tot een pedagogische maatregel (het nemen van een passende maatregel in samenspraak met de ouders) met onmiddellijke ingang. Dit betreft een uitzonderlijke pedagogische maatregel van beperkte tijdsduur. De ouders worden in dit geval meteen op de hoogte gesteld. Zowel in het (telefoon)gesprek als ook in de brief aan de ouders wordt aangegeven voor welke beperkte periode de maatregel geldt. Voordat de pedagogische maatregel wordt beëindigd, maken school en ouders goede afspraken om herhaling van het ernstig
33
incident te voorkomen. Correspondentie en verslag met afspraken worden bewaard in het leerlingdossier. Een basisschool mag een kind in bepaalde gevallen verwijderen. Dit houdt in dat een kind geen toegang meer heeft tot de school waar het is ingeschreven. Als de Wet Passend Onderwijs is ingevoerd mag een school nog steeds een leerling verwijderen. Echter, in het kader van de zorgplicht geldt ook hier dat de school verantwoordelijk is voor het zorgen voor een nieuwe plek. Uitgebreide informatie hierover treft u aan via de website van uw school, of rechtstreeks via www.innovo.nl. Ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk: aanvulling schoolgids. Rookverbod Op school geldt een algemeen rookverbod, dat betekent: - dat er nergens in het schoolgebouw gerookt mag worden; - dat roken op het schoolplein, tijdens de lesuren en in het zicht van de kinderen, ook niet toegestaan is. Dit geldt dus ook voor ouders die op school helpen.
Veiligheid Voor het basisonderwijs, en speciaal (voortgezet) onderwijs geldt dat de school een veiligheidsplan moet hebben. In dit plan staat wat de school doet aan fysieke veiligheid (inrichting van het schoolgebouw) en sociale veiligheid (omgaan met bijvoorbeeld agressie en geweld). Hieronder kan ook een pestprotocol vallen. In een veiligheidsplan staat beschreven wat een school onderneemt om o.a. pesten en andere ongewenste incidenten te voorkomen. Ook staat erin hoe scholen dit controleren. In een pestprotocol staat wat de school onder pesten verstaat. En hoe zij pesten probeert te voorkomen en hiertegen optreedt. Alle scholieren hebben recht op een onbezorgde schooltijd. Deze tijd staat in het teken van ontwikkelen, ontdekken en leren. Leerlingen moeten veilig zijn, zodat ze in staat zijn om te leren en zich te ontwikkelen. Een veilige omgeving voor scholieren en onderwijspersoneel houdt in dat er een prettige sfeer op school is. En het voorkomen van incidenten zoals ongepast gedrag, intimidatie, diefstal, agressie en geweld. Dat kan door op tijd te signaleren en hier gericht tegen op te treden. Dit geldt ook voor het bestrijden van pestgedrag. Wij willen een sociaal veilige school zijn, waar leerlingen, personeel en ouders zich thuis voelen. Daarom willen wij geen pestgedrag, agressie, geweld, discriminatie of seksuele intimidatie op onze school. Om een veilig klimaat te waarborgen hebben we twee contactpersonen en is er een klachtenregeling. Er is een actueel veiligheidsplan welke jaarlijks wordt geëvalueerd en indien nodig bijgesteld.
34
Acties op school die bijdragen aan het verhogen van de sociale veiligheid kunnen zijn: - Lesmethode Kanjertraining - leerlingen actief betrekken bij het maken van school- en gedragsregels; - projecten sociale competenties voor leerlingen; - training ‘Omgaan met agressief gedrag’ voor personeel; - vertrouwensleerlingen aanstellen voor het oplossen van pesten en roddelen; - weerbaarheid trainingen; - goede contacten van de kinderen, het personeel en de ouders met de wijkagent; - lesmateriaal voor sociaal-emotionele vaardigheden; - het volgen van de ontwikkeling die onder andere het Ministerie van Economische Zaken en de Stichting Kennisnet nemen op het gebied van veilig internet en minderjarigen. - ‘lik-op-stuk’ beleid voeren: aangifte doen van mishandeling/bedreiging/vernieling; - bij geweld en agressief gedrag de ouders informeren over het gedrag van hun kind en betrekken bij te treffen sanctiemaatregelen; - begeleiding organiseren via bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg, schoolmaatschappelijk werk, Halt. Wij volgen de ontwikkelingen vanuit de overheid, o.a. het plan van aanpak tegen pesten. Meer informatie (o.a. publicaties overheid en Inspectie) treft u op onze website aan of via www.innovo.nl. Ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk: aanvulling schoolgids.
Wat doet de school in geval van ongelukken? Als zich in de school of op de speelplaats een ongeluk voordoet, dan zal de school meteen de ouders waarschuwen. Indien deze niet bereikbaar zijn, gaat - zo nodig - iemand van school met de leerling naar de huisarts en, indien de huisarts dit raadzaam acht (bijvoorbeeld bij verdacht op arm/beenbreuk), naar de E.H.B.O.-afdeling van het ziekenhuis. De school blijft intussen proberen met de ouders contact te krijgen. Schoolverzekeringen INNOVO heeft voor alle scholen en de daaraan verbonden leerkrachten, vrijwilligers en leerlingen de volgende collectieve verzekeringen afgesloten: Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering, Bestuurders Aansprakelijkheidsverzekering, Ongevallenverzekering, Reisverzekering en Werkgeversaansprakelijkheid motorvoertuigen. Voor deze verzekering geldt een leeftijdsgrens van 75 jaar.
Uitgebreide informatie over de schoolverzekering kunt u via de website van onze school vinden of via www.innovo.nl Ga naar www.innovo.nl en klik op SCHOLEN of OUDERS in de menubalk. Brengen en halen van de kinderen met de auto De KISS and RIDE zone houdt in dat er een route langs school is aangelegd waarbij kinderen veilig kunnen in/uitstappen zonder dat u de auto parkeert. De route gaat via de Markt, achterkant basiliek, langs het grasveld (kiss and ride) naar de Gansbaan. Deze zone is aangelegd om de verkeersveiligheid voor kinderen te vergroten. Verkeersveiligheid is in handen van de brengers en de halers...in de meeste gevallen zijn dat de ouders. Wij verzoeken u hiervan gebruik te maken, voor de veiligheid van uw en andere kinderen. In de bocht voor school is een wettelijk parkeeren stopverbod om de veiligheid voor kinderen te garanderen. WIJ VRAGEN U DRINGEND ALLEEN TE PARKEREN en STIL TE STAAN WAAR DIT IS TOEGESTAAN!
35
Wet Bescherming Persoonsgegevens De Wbp beschermt uw privacy. In de Wbp staat wat er allemaal wel en niet mag met uw persoonsgegevens en wat uw rechten zijn als uw gegevens gebruikt worden. Als school moeten wij voldoen aan de eisen die de Wbp stelt. Alle persoonsgegevens worden op school geregistreerd in het leerlingdossier. Hierin wordt de informatie bewaard voor de onderwijskundige en algemene begeleiding van de leerling. De gegevens van leerlingen worden voor derden ontoegankelijk bewaard. Wij voldoen ook aan de eisen van de Wbp inzake het communiceren van gegevens naar vervolgonderwijs bij de overgang van risicoleerlingen (school, zorgteam en privacy). Alle scholen hebben in hun aanmeldingsformulier de clausule opgenomen waarbij ouders/verzorgers kunnen verklaren “geen bezwaar te hebben tegen het overleggen van de benodigde gegevens door de school van herkomst aan de VO-school en omgekeerd.” Binnen passend onderwijs hebben scholen zorgplicht: de plicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Dit heeft ook consequenties voor het
verstrekken van persoonsgegevens van leerlingen. Als school gaan wij hier zorgvuldig mee om. Bedrijfshulpverlening In het kader van het ARBO-beleid is elke school verplicht een ontruimingsplan op te stellen en een aantal leerkrachten een opleiding te laten volgen tot bedrijfshulpverlener. Onze school heeft een ontruimingsplan opgesteld, dat één keer per jaar geoefend wordt. Tevens beschikken wij over bedrijfshulpverleners: Rita Dolmans, Hélène Schmeets, Silke Wouters, Thijs Vaessen en Ilse van Slijpe. In geval van een calamiteit dienen zij als eersten gewaarschuwd te worden. Bij hen ligt de beslissing over eventueel te nemen vervolgstappen. De school beschikt ook over een procedure, die gevolgd wordt als een of meerdere van onze leerlingen onder schooltijd licht gewond raken.
36
Verlof van de leerling
gegeven dat gedurende de schoolvakanties een belangrijk deel van de omzet wordt behaald is onvoldoende.
Richtlijnen rondom buitengewoon schoolverlof: De Leerplichtwet kent geen snipperdagen, maar in bepaalde bijzondere omstandigheden kan wel extra verlof aangevraagd worden. Vakantieverlof Vakantieverlof op grond van de Leerplichtwet moet u minimaal 8 weken van tevoren aanvragen bij de directeur. U kunt hierbij gebruik maken van formulieren die op school verkrijgbaar zijn. Vakantieverlof kan worden verleend onder de volgende voorwaarden:
wegens specifieke aard van het beroep* van één der ouders is verlof niet mogelijk binnen de officiële schoolvakanties tijdens het schooljaar (werkgeversverklaring verplicht, formulier opvragen bij de school); dit verlof mag maximaal éénmaal per schooljaar worden aangevraagd het verlof bedraagt niet meer dan tien schooldagen het betreft niet de eerste twee lesweken van het schooljaar toestemming wordt door de directie enkel verleend na ruggenspraak met de leerplichtambtenaar.
*Specifieke aard van het beroep Bij het begrip “specifieke aard van het beroep” van de Lpw, dient voornamelijk te worden gedacht aan seizoensgebonden werkzaamheden, resp. werkzaamheden in bedrijfstakken die een piekdrukte kennen, waardoor het voor het gezin feitelijk onmogelijk is om in die periode een vakantie op te nemen. Het moet redelijkerwijs te voorzien zijn (en/of worden aangetoond) dat een vakantie in de schoolvakanties tot onoverkomelijke bedrijfseconomische problemen zal leiden. Slechts het
Verlof vanwege gewichtige omstandigheden Extra verlof in geval van andere gewichtige omstandigheden moet u bij de directeur aanvragen. Dit moet uiterlijk binnen twee dagen na het ontstaan van de verhindering. Ook hierbij kunt u gebruik maken van een op school te verkrijgen formulier. In de hierna te noemen gevallen kan, zolang het totaal aan een jongere te verlenen verlof het aantal van 10 verlofdagen in een schooljaar niet te boven gaat, verlof worden gegeven voor de hierna genoemde periode: • voor het bijwonen van het huwelijk van bloed-of aanverwanten t/m de 3e graad van het kind • bij het 12½-, 25-, 40-, 50-, en 60-jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders • bij ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten t/m de 3e graad van het kind • bij overlijden van bloed- of aanverwanten t/m de 4e graad van het kind • verhuizing van het gezin • het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten lesuren kan gebeuren • sommige religieuze feesten. De volgende situaties zijn nooit gewichtige omstandigheden: • familiebezoek in het buitenland • vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding • vakantie onder schooltijd bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden • een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale vakantieperiode op vakantie te gaan
37
• eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers-) drukte • verlof voor een kind, omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn. Gewichtige omstandigheden meer dan tien dagen per schooljaar Een verzoek om verlof van meer dan tien schooldagen per jaar zal via de directeur aan de leerplichtambtenaar worden voorgelegd. Dit moet zo snel mogelijk worden aangevraagd. Luxeverzuim ontstaat wanneer ouders hun kinderen laten spijbelen om eerder met vakantie te kunnen gaan of om ze bijvoorbeeld mee te nemen op familiebezoek. Het doet dan niet ter zake of op de bewuste dag gewone lessen zijn, een excursie plaatsvindt of bijvoorbeeld een sportdag is. De school is verplicht om melding te maken van lesverzuim, ook van afwezigheid waarbij een vermoeden bestaat dat het luxeverzuim is. De leerplichtambtenaren zullen tegen luxeverzuim in actie komen. Bezwaar en beroep Tegen een afgewezen verzoek om extra verlof kan de indiener schriftelijk bezwaar maken. Dit bezwaar kan ingediend worden bij het bestuur. Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en tenminste de volgende gegevens bevatten: naam en adres van belanghebbende; de dagtekening (datum); een omschrijving van het besluit dat is genomen; argumenten die duidelijk maken waarom indiener niet akkoord gaat met het besluit als het bezwaar niet door de indiener maar namens deze wordt, dient er een ondertekende volmacht bij het bezwaarschrift te worden gevoegd.
Klachten en klachtenprocedureregeling In de Wet op het primair onderwijs is bepaald dat elk schoolbestuur een klachtenregeling moet hebben. Dit is bepaald in de zogenaamde 'Kwaliteitswet'. Deze klachtenregeling is bedoeld voor ouders, leerlingen, personeel en andere belanghebbenden, die een klacht hebben “over gedragingen en beslissingen dan wel het nalaten van gedragingen en het niet nemen van beslissingen” van het bestuur of een persoon, die deel uitmaakt van de schoolgemeenschap. Waarom een klachtregeling? De onderwijswetgeving is met ingang van 1 augustus 1998 gewijzigd in verband met de invoering van het schoolplan, de schoolgids en het klachtrecht, ook wel de Kwaliteitswet genoemd. Het klachtrecht heeft een belangrijke signaalfunctie met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs. Door de klachtenregeling ontvangen het bestuur en de school op eenvoudige wijze signalen die hen kunnen ondersteunen bij het verbeteren van het onderwijs en de goede gang van zaken op school. Met de regeling wordt beoogd een zorgvuldige behandeling van klachten, waarmee het belang van de betrokkenen wordt gediend, maar ook het belang van de school (een veilig schoolklimaat).
De contactpersoon De contactpersoon is de ‘wegwijzer’ binnen school bij een klacht. De contactpersoon zal samen met u bekijken waar u uw klacht het beste kunt neerleggen. De contactpersoon is er niet om uw klacht inhoudelijk op te lossen. Op elke school binnen onze stichting zijn twee contactpersonen aangesteld, een ouder en een leerkracht, bij voorkeur een man en een
38
vrouw. Dit betekent niet dat indien de klager een ouder is naar de oudercontactpersoon moet en de leerkracht naar de leerkrachtcontactpersoon. De klager is hier vrij in. De contactpersonen op onze school zijn Carla Feron (leerkracht) en Loes Petit (ouder). De vertrouwenspersoon Aan INNOVO zijn twee onafhankelijke vertrouwenspersonen verbonden. De vertrouwenspersoon gaat eerst na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. Mocht de vertrouwenspersoon tot de conclusie komen dat dit niet wenselijk is, dan gaat deze na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht bij de klachtencommissie. Verder begeleidt de vertrouwenspersoon de klager. De klager zelf bepaalt uiteindelijk of deze een klacht al dan niet indient bij de klachtencommissie. De vertrouwenspersoon verwijst de klager, indien en voor zover noodzakelijk of wenselijk, naar andere instanties gespecialiseerd in opvang en nazorg. De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding. De vertrouwenspersonen, zijn niet verbonden aan één van onze scholen. Naam en contactgegevens: Drs. Paul Nijpels Telefoon: 043 - 407 82 82 / 06 – 463 459 16 Email:
[email protected]
Bureau van de geschillen-, bezwaren- en klachtencommissies voor het katholiek onderwijs Postbus 82324 2508 EH Den Haag Geschillen- en bezwarencommissies: 070 – 3457097 41 Klachtencommissie : 070 – 3925508 (van 9.00 tot 12.30 uur) e-mailadres :
[email protected] website : www.geschillencies-klachtencies.nl De vertrouwensinspecteur Bij de Inspectie van het Onderwijs werkt een klein team van vertrouwensinspecteurs. Ouders, leerlingen, leerkrachten, directies en besturen kunnen de vertrouwensinspecteur raadplegen wanneer zich in of rond de school problemen voor doen op het gebied van: o Seksuele intimidatie en seksueel misbruik o Psychisch en fysiek geweld o Extremisme en radicalisering Ernstige klachten die vallen binnen deze categorieën kunnen voorgelegd worden aan de vertrouwensinspecteur. Deze zal luisteren, informeren en zo nodig adviseren. Zo nodig kan de vertrouwensinspecteur ook begeleiden in het traject naar het indienen van een formele klacht of het doen van aangifte. De vertrouwensinspecteur is alle werkdagen tijdens kantooruren bereikbaar op 0900-1113111 (lokaal tarief).
Bert van Oosterbosch Telefoon: 045 – 531 29 81 / 06 – 119 270 04 Email:
[email protected] De landelijke klachtencommissie Stichting INNOVO is aangesloten bij de landelijke klachtencommissie voor het katholiek onderwijs van de Bond KBO (Bond Katholiek primair Onderwijs). Adresgegevens:
39
Vrijstelling van onderwijs Gronden voor vrijstelling onderwijs De leerlingen van onze school nemen in principe deel aan alle voor hen bestemde onderwijsactiviteiten. Op verzoek van de ouders kan een leerling worden vrijgesteld van de volgende onderwijsactiviteiten: - deelname aan godsdienstlessen. Voor leerlingen die niet gelovig zijn of waarvan bij de aanmelding blijkt dat zij tot een andere geloofsrichting behoren dan de R.K. én waarvan de ouders aangeven dat zij er moeite mee hebben dat hun kind de godsdienstlessen volgt, wordt tijdens de godsdienstlessen een alternatieve lesstof aangeboden. Bij vieringen in de kerk wordt voor deze groep kinderen een passend aanbod bedacht. - deelname aan gymnastieklessen op basis van medische indicatie. In een dergelijk geval geldt eveneens dat de school in plaats van de gymnastiekles een alternatief lesprogramma aanbiedt.
Hoe lost de school dit op? Verlof of ziekte van de juffrouw of de meester Bij afwezigheid van de juffrouw of de meester in verband met de compensatieregeling staat in de meeste gevallen een ander teamlid voor de klas. Wanneer rechtspositioneel verlof wordt ingezet, handelen wij als volgt: Vervangingsprotocol De scholen van ons bestuur hebben een protocol opgesteld voor het geval dat een afwezige leerkracht niet vervangen kan worden. Onderstaand volgt hiervan een samenvatting: 1 Waar mogelijk wordt de duo-partner ingeschakeld. 2 Leerkrachten die op dat moment geen groep hebben, maar een andere taak, nemen de groep van de afwezige leerkracht over.
3 Op bepaalde dagen zijn derde- of vierdejaars stagiaires aanwezig. Zij mogen waarnemen onder verantwoordelijkheid van een naburige leerkracht. 4 Indien de bovenstaande mogelijkheden niet voorhanden zijn, worden groepen samengevoegd of wordt ’n kleine groep over andere groepen verdeeld. 5 In het uiterste geval kan het voorkomen, dat een groep naar huis wordt gestuurd. Dit is aan strikte voorwaarden verbonden: het bestuur en de inspectie moeten in kennis worden gesteld. • we mogen een groep pas naar huis sturen twee dagen nadat de ouders van de betreffende groep hiervan op de hoogte zijn gesteld, • indien deze situatie langer gaat duren, wordt er van groep gewisseld. U kunt er op rekenen dat wij alles in het werk stellen, om te voorkomen dat het onder punt 5 gestelde daadwerkelijk toegepast moet worden.
Sponsoring Sponsoring is in het maatschappelijk verkeer een bekend verschijnsel. Ook op onze school komt sponsoring voor. Er is uitsluitend sprake van sponsoring als de sponsor een tegenprestatie verlangt van de school, het personeel of de leerlingen waarmee de leerlingen in schoolverband worden geconfronteerd of als het bestuur, het personeel of leerlingen uit eigen beweging overgaan tot het leveren van een tegenprestatie. Schenkingen, ouderbijdragen en gelden van het ministerie en de gemeente vallen niet onder het begrip sponsoring.
40
Tussenschoolse opvang Vanaf schooljaar 2015-2016 is de organisatie van het overblijven (voorheen ook wel TSO genoemd) op BS de Gansbeek in handen van Stichting Tussen de Middag. Vier dagen per week zorgt een team van overblijfkrachten en een overblijfcoördinator ervoor dat het overblijven tussen de middag op een prettige manier verloopt. Visie en werkwijze Stichting Tussen de Middag biedt professionele opvang tijdens het overblijven tussen de middag. Onze werkwijze is dat we uitgaan van wat het kind nodig heeft. Een prettige vorm van opvang waar kinderen graag komen en graag naar toe gaan. Waar een kind zich veilig en geborgen voelt, waar we kinderen als uniek beschouwen en de kinderen het waard zijn om gehoord en gezien te worden. Door onze kleinschaligheid als organisatie ‘staan we dichtbij de klant’. Klantvriendelijkheid staat bij ons dan ook voorop! Overblijven op BS de Gansbeek 12:15 – 12:30u Het eetmoment vindt onder de verantwoordelijkheid van de leerkracht plaats. De overblijfcoördinator controleert de aanwezigheid van alle kinderen die overblijven en bereidt samen met de overblijfkrachten het overblijven voor.
13:00u Na het overblijven gaan de kinderen weer naar de klas en wordt er vervolg gegeven aan het lesprogramma. Er wordt opgeruimd door de overblijfkrachten en de overblijfcoördinator en is er ruimte om het overblijven na te bespreken. Het overblijfteam Het overblijfteam bestaat uit overblijfkrachten en een vaste pedagogische medewerker in dienst als overblijfcoördinator. Deze overblijfkrachten begeleiden kinderen onder andere in hun spel, organiseren activiteiten en hebben een surveillerende taak. Opvang mogelijkheden Indien u gebruik wilt maken van het overblijven, zijn er een aantal mogelijkheden: een abonnement voor 4 of minder overblijfmomenten per week, incidenteel overblijven of een combinatie van een abonnement en incidenteel overblijven. Voor meer informatie verwijzen we u naar onze website. Onder het tabblad ‘Tussen de Middag’ leest u o.a. de tarieven.
12:30 – 13:00u Na het eten neemt de overblijfcoördinator in samenwerking met een team van vrijwillige overblijfkrachten het overblijven over. De kinderen krijgen onder toezicht van het overblijfteam de tijd en ruimte om buiten te spelen (en bij slecht weer binnen).
41
Buitenschoolse opvang (BSO) Wilt u weten wat de voordelen van ons nieuwe dienstenaanbod voor u kunnen zijn? Wij denken graag met u mee en geven u vrijblijvend advies. De afdeling Klantenservice is iedere werkdag te bereiken van 09.00-13.30 uur via T 043-351 71 71. Of maak een bel-afspraak en wij bellen u wanneer het u uitkomt, of stuur ons een mail
[email protected] Ons nieuwe aanbod biedt heel veel voordelen: Kinderopvang bij MIK wordt goedkoper. Tot wel 23% bij de BSO en 18% bij het KDV Elk kind krijgt de starttijd voor de buitenschoolse opvang die gekoppeld is aan de eindtijd van de school. Kinderdagverblijven standaard 10,5 uur open Incidentele opvang tegen standaard tarief Verlengde opvang in de kinderdagopvang tegen standaard tarief Wat kost kinderopvang bij MIK onder de streep? De kosten voor kinderopvang worden berekend in brutotarieven. Door de kinderopvangtoeslag, een teruggave via de Belastingdienst, betaalt u (inkomensafhankelijk) vaak veel minder dan u denkt. Een dagje BSO bij MIK! Bij de BSO (buitenschoolse opvang) bieden we kinderen een ‘tweede thuis’. Een plek om even bij te komen van een drukke schooldag. Maar ook een plek met voldoende uitdaging en afwisseling. Lekker stoeien of buitenspelen, knutselen, sporten of deelnemen aan een speciale workshop (bijv. streetdance, timmeren, theater). De gediplomeerde pedagogisch medewerkers weten precies wat de specifieke wensen en behoeftes van de kinderen zijn en organiseren iedere dag weer een aantal
leuke activiteiten. Voor de achtplussers (8 jaar en ouder) is er Oktoplus, een club met speciale activiteiten gericht op het oudere kind, waarbij zelfstandigheid en inspraak centraal staan. Tijdens de vakanties worden ook activiteiten buitenshuis georganiseerd, zoals een bezoek aan een speeltuin of zwembad. Bij de BSO is wat ‘lekkers’ te eten en te drinken na school bij de prijs inbegrepen. MIK biedt ook voorschoolse opvang Uw kind kan ook bij MIK terecht vóór school vanaf 7.30 uur. Ze kunnen bij één van de VSO-locaties de zelf meegebrachte boterhammen opeten en MIK zorgt voor iets lekkers te drinken. Als het tijd wordt om naar school te gaan, regelt MIK het vervoer. Op BS de Gansbeek is tevens een VSO-locatie.
Opvangvormen: Voorschoolse opvang voor school, vanaf 07.30 uur tot aanvang school alle roostervrije en ADV-dagen van school, vanaf 07.30 uur Buitenschoolse opvang na school, op alle roostervrije en ADV-dagen van school én alle schoolvakanties Naschoolse opvang na school en tijdens de schoolvakanties Vakantie opvang tijdens de schoolvakanties Flexibele opvang Structurele opvang op flexibele dagen Incidentele opvang Niet structurele opvang, zo af en toe een dagje of uurtje extra op bijvoorbeeld roostervrije, studie en ADV-dagen. MIK BSO BinnensteBuiten Gansbaan 44 Meerssen 043-3656513
[email protected]
42
43
Basisschool De Gansbeek Gansbaan 44 6231LP Meerssen 043 – 358 02 02 www.bs-gansbeek.nl
[email protected] 44