BSL_PALLIATIEF FORM_ED4-8560-7:105 x 170 1-1
12-10-2010
Voorwoord redactie Palliatieve zorg staat sinds een aantal jaren volop in de belangstelling. De kennis over mogelijkheden voor symptoombestrijding is toegenomen. Deze eerste editie van Het Palliatief Formularium is gericht op de dagelijkse praktijk van de palliatieve zorg en is vooral bedoeld voor huisartsen, verpleeghuisartsen, apothekers en specialisten met interesse in de palliatieve zorg. Veelvoorkomende symptomen worden in alfabetische volgorde besproken. In elk hoofdstuk staat in het kort informatie over etiologie, prevalentie, niet-medicamenteuze en medicamenteuze therapie. Geneesmiddelen vormen een onmisbaar onderdeel van het therapeutisch arsenaal. Het boekje gaat voornamelijk in op de medicamenteuze therapie en is bedoeld als richtlijn voor snelle oriëntatie op en behandeling van veelvoorkomende klachten in de palliatieve fase. Voor uitgebreide informatie over symptomen, etiologie en therapie verwijzen wij uitdrukkelijk naar de standaardleerboeken over palliatieve zorg, zoals Palliatieve Zorg: Richlijnen voor de praktijk 2006 (ISBN 90-72175-37-9), Oxford Textbook of Palliative Medicine 2004 (ISBN 0-19-851098-5), Symptom Mana ge ment in Advanced Cancer 2001 (ISBN 1-85775-282-1). Wij hopen dat het Formularium als praktische leidraad zijn plaats zal vinden. Kritische opmerkingen en suggesties voor verbeteringen zijn van harte welkom. Bij de vierde editie Omdat de vernieuwde weergave van de doseringen in de derde druk door velen zeer positief ontvangen is, blijft deze weergave ook in de vierde druk gehandhaafd: – de gebruikelijke dosering: hiermee wordt de gebruikelijke do sering per 24 uur aangegeven; – vervolgens worden de doseerfrequentie en de dosis per gift aangegeven;
09:16
Pag
BSL_PALLIATIEF FORM_ED4-8560-7:105 x 170 1-1
10
12-10-2010
VOORWOORD
REDACTIE
– ten slotte wordt de maximaal geadviseerde dosering per 24 uur gegeven. Ook de aanduidingen of medicatie verpulverd mag worden en/of via een sonde of rectaal mag worden gegeven is gehandhaafd. Nieuw zijn de tabellen over de relatieve potentie van opioïden en benzodiazepinen. Uiteraard zijn in Nederland niet langer verkrijgbare middelen verwijderd en zijn nieuwe relevante middelen toegevoegd. Wij hopen dat ook deze vierde editie een praktische leidraad zal blijken bij de behandeling van symptomen bij patiënten in de palliatieve fase. Opmerkingen en suggesties voor verbeteringen zijn van harte welkom.
09:16
Pag
BSL_PALLIATIEF FORM_ED4-8560-7:105 x 170 1-1
12-10-2010
Voorschrijven van geneesmiddelen buiten de geregistreerde indicatie In de palliatieve zorg is ongeveer een kwart van de prescripties een geregistreerd geneesmiddel voorgeschreven voor een niet-geregistreerde indicatie of een niet-geregistreerde toedieningsroute. Ook in dit Formularium staan vele aanbevelingen die buiten de genoemde registraties vallen. Enige begrippen Bij de registratie van een geneesmiddel heeft een zorgvuldige afweging plaatsgevonden van de balans tussen het therapeutisch effect en de bijwerkingen voor een bepaalde patiëntenpopulatie bij de desbetreffende indicatie. De 1B-tekst is het onderdeel van het registratiedossier dat de door de registratieautoriteit vastgestelde wetenschappelijke productinformatie van een geneesmiddel bevat. Voor een indicatie die niet is geregistreerd heeft geen afweging plaatsgevonden van de balans tussen werkzaamheid en veiligheid. 'Unlicensed'-gebruik is het gebruik van een geneesmiddel in een andere farmaceutische vorm dan waarvoor registratie heeft plaatsgevonden. 'Unlabeled’ of 'off-label’-gebruik is het gebruik van het geneesmiddel buiten de geregistreerde indicatie. Registratie van geneesmiddelen Bij de registratie van een geneesmiddel, op basis van de informatie aangeleverd door de farmaceutische industrie, heeft een zorgvuldige afweging plaatsgevonden van de balans tussen het therapeutisch effect en de bijwerkingen voor een bepaalde patiëntenpopulatie bij de desbetreffende indicatie. Wanneer de balans als positief wordt beoordeeld, vindt registratie in
09:16
Pag
BSL_PALLIATIEF FORM_ED4-8560-7:105 x 170 1-1
12
VOORSCHRIJVEN
12-10-2010
VAN GENEESMIDDELEN
Nederland plaats door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) of in Europa door de European Medicines Evaluation Agency (EMEA). Er is geen verplichting voor een firma om alle mogelijke indica ties van een geneesmiddel op te nemen in de aanvraag. Soms hecht een firma geen belang aan de registratie voor een bepaalde indicatie. Dit kan bijvoorbeeld een bedrijfseconomische reden hebben: een geringe markt die niet voldoende zal op brengen om het klinisch onderzoek te rechtvaardigen. Dit geldt eens temeer als het geneesmiddel zonder registratie toch wel zal worden toegepast. Een tweede reden kan liggen in de productaansprakelijkheid: als een geneesmiddel niet is geregistreerd voor risicovolle patiëntengroepen, kan de registratiehouder ook niet worden aangesproken bij (ernstige) bijwerkingen. In Nederland mag de farmaceutische industrie geen reclame maken voor niet-geregistreerde indicaties. De reden dat binnen de palliatieve zorg veel gebruik wordt gemaakt van geregistreerde geneesmiddelen voor niet-geregistreerde indicaties en/of toedieningswegen wordt grotendeels verklaard uit voorgaande: de markt is klein, de patiëntengroep risicovol. Daarnaast wordt veel gebruikgemaakt van geneesmiddelen waarvan het patent reeds lang verlopen is, waardoor onderzoek met deze geneesmiddelen (financieel) niet aantrekkelijk is. Prescriptie- en aflevervrijheid: de rol van arts In ons land bestaat er prescriptievrijheid. Hiermee wordt bedoeld dat de arts vrij is om op grond van zijn deskundigheid en professionele verantwoordelijkheid het beste middel voor de patiënt voor te schrijven. Maar: In de praktijk zal de voorschrijvende arts zich niet altijd realiseren dat hij/zij een middel voorschrijft voor een niet-geregistreerde indicatie. En: De arts is primair verantwoordelijk wanneer (ernstige) bijwerkingen optreden als een geneesmiddel buiten de geregistreerde indicatie wordt voorgeschreven.
09:16
Pag
BSL_PALLIATIEF FORM_ED4-8560-7:105 x 170 1-1
VOORSCHRIJVEN
VAN GENEESMIDDELEN
12-10-2010
13
In principe geldt dat wanneer er geen officiële indicatie be staat, de arts het middel niet dient voor te schrijven. Als hij/zij toch een geneesmiddel off-label wil voorschrijven, dient de voorschrijver de volle verantwoordelijkheid te nemen voor zijn/haar keuze. Deze verantwoordelijkheid komt naar voren in een meer nadrukkelijke verplichting om informatie te geven en toestemming te verkrijgen van de patiënt (of diens vertegenwoordiger) (informed consent) en een betere motivering van de keuze voor deze vorm van farmacotherapie. Juridische aansprakelijkheid In het Geneesmiddelen Bulletin* is aandacht besteed aan de juridische aansprakelijkheid van de arts (en de apotheker) bij het voorschrijven (en afleveren) van geneesmiddelen. Samengevat worden de volgende adviezen gegeven: 1 De arts moet bij de keuze van de behandeling het te verwachten nut afwegen tegen de bekende of mogelijke risico's. 2 De arts dient overleg te plegen met de patiënt of, in geval van wilsonbekwaamheid, met diens vertegenwoordiger, en de afweging van de voordelen tegen de risico's te bespreken. 3 De arts zal bij het voorschrijven van een geneesmiddel in elk geval op de volgende aspecten moeten letten: – Is het geneesmiddel volgens de gangbare opvattingen, onder meer blijkende uit de vakliteratuur, in dit geval geïndiceerd? – Wat is bekend over het causale verband tussen het geneesmiddel en de daaraan toegeschreven bijwerking, over de ernst ervan en over de mate waarin deze optreedt? – Is het mogelijk een ander, gelijkwaardig, geneesmiddel voor te schrijven, waaraan de (ernstige) bijwerking niet of in mindere mate verbonden is? – Zijn er patiëntspecifieke factoren die de mate waarin de bijwerking optreedt (mede) bepalen? – Welke (andere) geneesmiddelen, die de eventuele werking en bijwerking van de te kiezen medicatie kunnen beïnvloeden, gebruikt de patiënt? Bij het voorschrijven van een geneesmiddel voor een niet-geregistreerde indicatie, zal de arts meer moeten vastleggen, om te voorkomen dat
09:16
Pag
BSL_PALLIATIEF FORM_ED4-8560-7:105 x 170 1-1
14
VOORSCHRIJVEN
12-10-2010
VAN GENEESMIDDELEN
hij/zij bij (ernstige) bijwerkingen aansprakelijk kan worden gesteld. Het verkrijgen van informed consent Omdat in de palliatieve zorg veel gebruik wordt gemaakt van geregistreerde geneesmiddelen voor niet-geregistreerde in dicaties en/of toedieningswegen wordt het verkrijgen van informed consent als onpraktisch en belastend voor patiënt en familie ervaren. In Engeland toonde onderzoek aan dat minder dan 5% van de consultants palliatieve zorg altijd zorgdraagt voor óf informed consent óf goede schriftelijke documentatie óf informatie aan andere professionals. Dit percentage neemt toe naarmate een preparaat minder frequent wordt gebruikt. Het blijft een grijs gebied waarin iedere professional zijn eigen weg zal moeten vinden. Recent heeft de European Association for Palliative Care (EAPC) een statement geformuleerd met betrekking tot het gebruik van medicatie buiten het indicatiegebied (zie bijlage, p. 15). Conclusie In de palliatieve zorg wordt veel gebruikgemaakt van geregistreerde geneesmiddelen voor niet-geregistreerde indicaties en/of toedieningswegen. Voor de in dit Formularium opgenomen geneesmiddelen geldt in het algemeen dat de aangegeven indicaties en toedieningswegen in de internationale literatuur worden beschouwd als aanvaard gebruik. Voorschrijvers zullen zich van dit gebruik bewust moeten zijn en moeten te allen tijde zorg dragen voor adequate verslaglegging. * Gebu 1994;28:78-83
09:16
Pag
BSL_PALLIATIEF FORM_ED4-8560-7:105 x 170 1-1
VOORSCHRIJVEN
VAN GENEESMIDDELEN
12-10-2010
15
Bijlage (Uit: Palliative Care Formulary 2e ed., 2002. Oxon, Radcliffe Medical Press Ltd): The recommendations of the Association for Palliative Medicine and the Pain Society The use of drugs beyond licence in palliative care and pain management 1 This statement should be seen as reflecting the views of a responsible body of opinion within the clinical specialties of palliative care and pain management. 2 The use of drugs beyond licence should be seen as a legitimate aspect of clinical practice. 3 The use of drugs beyond licence in palliative care and pain management practice is currently both necessary and common. 4 Choice of treatment requires partnership between patients and healthcare professionals, and informed consent should be obtained, whenever possible, when prescribing any drug. Patients should be informed of any identifiable risks and details of any information given should be recorded. It is often necessary to take additonal steps when recommending drugs beyond licence. 5 Patients, carers and healthcare professionals need accurate, clear and specific information that meets their needs. The Association for Palliative Medicine and the Pain Society should work in conjunction with pharmaceutical companies to design accurate information for patients and their carers about the use of drugs beyond licence. 6 Health professionals involved in prescribing, dispensing and administering drugs beyond licence should select those drugs that offer the best balance of benefit against harm for any given patient. 7 Health professionals should inform, change and monitor their practice with regard to drugs used beyond licence in the light of evidence from audit and published research. 8 The Department of Health should work with health professionals and the pharmaceutical industry to enable and en courage the extension of product licences where there is evidence of benefit in circumstances of defined clinical
09:16
Pag
BSL_PALLIATIEF FORM_ED4-8560-7:105 x 170 1-1
16
VOORSCHRIJVEN
12-10-2010
VAN GENEESMIDDELEN
need. 9 Organisations providing palliative care and pain management services should support therapeutic practices that are underpinned by evidence and advocated by a responsible body of professional opinion. 10 There is urgent need for the Department of Health to assist healthcare professionals to formulate national frameworks, guidelines and standards for the use of drugs beyond licence. The Pain Society and the Association for Palliative Medicine should work with the Department of Health, NHS Trusts, voluntary organisations, and the pharmaceu tical industry to design accurate information for staff, patients and their carers in clinical areas where drugs are used off label. Practical support is necessary to facilitate and expedite surveillance and audit which are essential to develop this initiative.
09:16
Pag
BSL_PALLIATIEF FORM_ED4-8560-7:105 x 170 1-1
12-10-2010
Angst en paniek De prevalentie van angst neemt toe met de ernst van de ziekte. De combinatie van depressie en angst komt vaker voor dan angst alleen. Een pure angststoornis wordt gezien bij 28 procent van de patiënten. Angst kan buitensporig zijn of onevenredig lang aanhouden, waardoor er sprake is van subjectief lijden en belemmering in het dagelijks functioneren. Van een paniekaanval is sprake als de angst intens is, plotseling begint en de klachten binnen tien minuten tot een piek komen. Symptomen kunnen zijn: hartkloppingen, zweten, trillen of beven, klamme handen en voeten, gevoelens van ademnood, snelle ademhaling, gevoel om te stikken. Etiologie Angst is een symptoom en kan veroorzaakt worden door: – psychologische en existentiële factoren, zoals angst om te lijden, verlies van controle, afscheid moeten nemen van naasten en het beleven van schuldgevoelens; – lichamelijke klachten zoals dyspneu, misselijkheid of pijn; – bijwerkingen van medicatie, onttrekking van medicatie (benzodiazepinen, opioïden), alcohol of drugs; – in het kader van depressie, delier, cognitieve stoornis, waan of psychose; – bekende angststoornis in psychiatrische zin. Niet-medicamenteuze therapie – Een rustige benadering van de zieke en diens naasten werkt angstreducerend. – Spreek over de angst, probeer de reden van de angst te achterhalen. – Betrek hierbij familieleden (indien toestemming van patiënt). – Zorg voor structuur in de dagelijkse activiteiten, ontspanning en goede (nacht)rust. Bij opkomende angst bieden massage, muziek, een warm bad of andere activiteiten mogelijk afleiding. Verzorging door vertrouwde personen zal het gevoel van veiligheid vergroten.
09:16
Pag
BSL_PALLIATIEF FORM_ED4-8560-7:105 x 170 1-1
12-10-2010
ANGST
18
EN PANIEK
– Schakel zo nodig een andere discipline in voor ondersteuning en begeleiding, zoals maatschappelijk werker, psycholoog, psychiater of geestelijk verzorger. Medicamenteuze therapie Selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s) zijn werkzaam tegen angst en paniek. De eerste twee weken van insluipen combineren met benzodiazepinen om bijwerkingen (toename angst en paniek) tegen te gaan. ANGST EN PANIEK generieke naam/ merknaam
toedieningsvorm doseringL
bijwerkingen
alprazolam Xanax
tablet 0,25/0,5 mg
gebruikelijk: 0,75 mg frequentie: 3x dosis/gift: 0,25-0,5 mg max./dag: 1,5 mg
*** slaperigheid, spierzwakte, duizeligheid, verwardheid, moeheid ** anterograde amnesie, gewichtstoename, maag-darmstoornissen * psychische en fysieke afhankelijkheid kan optreden. Staken kan leiden tot onthoudings- of reboundverschijnselen
Retard tablet 0,5/1/2 mg
gebruikelijk: 1 mg frequentie: 1-2x dosis/gift: 0,5-1,5 mg max./dag: 3 mg
tablet 20/40 mg
gebruikelijk: 20 mg frequentie: 1x dosis/gift: 20-60 mg max./dag: 60 mg
druppelvloeistof 40 mg/ml
gebruikelijk: 20 mg frequentie: 1x dosis/gift: 20-60 mg max./dag: 60 mg
citalopram Cipramil
*** misselijkheid, droge mond, obstipatie, diarree, slapeloosheid, agitatie, palpitaties, tremoren, transpireren, hoofdpijn, duizeligheid, abnormale accommodatie en asthenie ** rash, pruritus, paresthesieën, concentratiestoornissen, verwardheid, suïcidepogingen, abnormale dromen, amnesie, orthostatische hypotensie, polyurie, gewichtsveranderingen, smaakstoornissen, geeuwen, maag-darmklachten, rinitis, sinusitis, mictiestoornissen, vermoeidheid * verhoogde leverenzymen, hoesten, fotosensibiliteit, tinnitus, myalgie, allergische reacties
09:16
Pag
BSL_PALLIATIEF FORM_ED4-8560-7:105 x 170 1-1
ANGST
12-10-2010
19
EN PANIEK
Benzodiazepinen hebben een bewezen effect in de behandeling van angst. Bij kortdurende aanvallen genieten lorazepam en alprazolam de voorkeur. Bij persisterende angst kan op een langer werkend middel overgestapt worden (clonazepam). Neuroleptica kunnen overwogen worden wanneer de angst: – onvoldoende reageert op benzodiazepinen; – gepaard gaat met psychotische symptomen.
interacties – alcohol en andere centraal dempende stoffen versterken het centrale effect van benzodiazepinen
opmerkingen mag verpulverd worden
geleidelijk afbouwen in verband met onthoudings- en reboundverschijnselen
– combinatie met MAO-remmers kan serotoninemag verpulverd worden syndroom geven – ↑ serotonerge werking van sumatriptan – ↑ serotonerge bijwerkingen van lithium of tryptofaan – mogelijk verlengde bloedingstijd bij gelijktijdig gebruik van bloedverdunners – niet combineren met Sint-Janskruid (Hypericum perforatum) – ↑ plasmaspiegel door cimetidine – verdubbeling plasmaspiegels metoprolol
mag via sonde bij omzetten van tabletten in druppelvloeistof let op: de biologische beschikbaarheid met druppelvloeistof is 20% hoger dan met tabletten
09:16
Pag
BSL_PALLIATIEF FORM_ED4-8560-7:105 x 170 1-1
12-10-2010
ANGST
20
EN PANIEK
ANGST EN PANIEK – vervolg generieke naam/ merknaam
toedieningsvorm doseringL
bijwerkingen
clonazepam Rivotril
tablet 0,5/2 mg
gebruikelijk: 1 mg frequentie: 1-2x dosis/gift: 0,5-2 mg max./dag: 4 mg gebruikelijk: 1 mg frequentie: 1-2x dosis/gift: 0,5-2 mg max./dag: 4 mg gebruikelijk: 1 mg frequentie: 1-2x dosis/gift: 0,5-2 mg max./dag: 4 mg
*** coördinatiestoornissen, spierzwakte, sedatie ** duizeligheid, ongearticuleerd spreken, verwardheid, dysforie, nystagmus, diplopie, anorexie, hoofdpijn, slapeloosheid * obstipatie, mictiestoornissen, trombopenie, pigmentatie
druppelvloeistof 2,5 mg/ml
injectie 1 mg/ml
clorazepinezuur Clorazepaat Tranxène
capsule 5/10 mg
gebruikelijk: 20 mg frequentie: 1-4x dosis/gift: 5-10 mg max./dag: 40 mg
*** slaperigheid, vermoeidheid, ataxie, verwardheid, hoofdpijn, afvlakking gevoel, duizeligheid, spierzwakte ** maag-darmstoornissen, anterograde amnesie, ↑ eetlust, ↑ gewicht, ↓ libido, huidreacties, manifest worden depressie
escitalopram Lexapro
tablet 10/15/20 mg
gebruikelijk: 10 mg frequentie: 1x dosis/gift: 10-20 mg max./dag: 20 mg gebruikelijk: 10 mg frequentie: 1x dosis/gift: 10-20 mg max./dag: 20 mg
*** misselijkheid, orthostatische hypotensie, hyponatriëmie, abnormaal gezichtsvermogen, braken, droge mond, sufheid ** ↓ eetlust, ↓ libido, anorgasmie, slapeloosheid, slaperigheid, duizeligheid, sinusitis, geeuwen, diarree, obstipatie, transpireren, impotentie, vermoeidheid, koorts, anafylactische reacties, abnormale leverfunctietests, atralgie, myalgie, insulten, tremor, bewegingsstoornissen, serotininesyndroom, verwardheid, suïcidepogingen, hallucinaties, agitatie, angst, urineretentie, galactorroe, uitslag, pruritus, angio-oedeem * verstoorde smaak
druppelvloeistof 20 mg/m 1 ml = 20 drup.
09:16
Pag
BSL_PALLIATIEF FORM_ED4-8560-7:105 x 170 1-1
ANGST
12-10-2010
21
EN PANIEK
interacties
opmerkingen
– ↓ metabolisme door delavirdine, proteaseremmers
gewenning treedt op voor ***-bijwerkingen mag verpulverd worden
mag via sonde
– ↑ effect door alcohol en andere centraal dempende ↑ kans op paradoxale reacties bij ouderen stoffen mag geopend worden – ↑ halfwaardetijd door disulfiram, cimetidine, hormonale anticonceptiva
– combinatie met MAO-remmers kan serotoninemag verpulverd worden syndroom geven – ↑ serotonerge werking van sumatriptan – ↑ serotonerge bijwerkingen van lithium of tryptofaan – mogelijk verlengde bloedingstijd bij gelijktijdig gebruik van bloedverdunners – niet combineren met Sint-Janskruid (Hypericum perforatum) – ↑ spiegels flecaïnide, propafenon, metoprolol, clomipramine, nortriptyline, risperidon, haloperidol – ↑ plasmaspiegel door cimetidine, omeprazol
09:16
Pag
BSL_PALLIATIEF FORM_ED4-8560-7:105 x 170 1-1
12-10-2010
ANGST
22
EN PANIEK
ANGST EN PANIEK – vervolg generieke naam/ merknaam
toedieningsvorm
haloperidol Haldol
tablet 1/5/10 mg
druppelvloeistof 2 mg/ml
injectievloeistof 5 mg/ml
doseringL
bijwerkingen
gebruikelijk: 2 mg frequentie: 2x dosis/gift: 1-5 mg max./dag: 10 mg gebruikelijk: 2 mg frequentie: 2x dosis/gift: 1-5 mg max./dag: 10 mg gebruikelijk: 2 mg frequentie: 2x dosis/gift: 1-5 mg max./dag: 10 mg
*** acute dystonieën, initiatiefverlies, emotionele afvlakking, extrapiramidale bijwerkingen ** hoofdpijn, agitatie, verwardheid, duizeligheid, sufheid, slaperigheid, droge mond, visusstoornissen, obstipatie, urineretentie * fotosensibilisatie, cholestatische icterus, ↑ gewicht, convulsies, ventriculaire aritmieën, maligne neurolepticasyndroom bij parenterale toediening: verlenging QT-interval op ECG
lorazepam
tablet 1/2,5 mg
gebruikelijk: 2-3 mg frequentie: 2-3x dosis/gift: 1-2,5 mg max./dag: 7,5 mg
*** slaperigheid, spierzwakte, duizeligheid, anterograde amnesie, maagdarmstoornissen, ↑ gewicht en eetlust, huidreacties, depressie * i.m./i.v.: roodheid injectieplaats, hypotensie, ademhalingsdepressie
paroxetine Seroxat
tablet 20/30 mg
gebruikelijk: 20 mg frequentie: 1x dosis/gift: 20-50 mg max./dag: 50 mg gebruikelijk: 20 mg frequentie: 1x dosis/gift: 20-50 mg max./dag: 50 mg
*** misselijkheid, slaperigheid, transpiratie, tremor, spierzwakte, droge mond, slapeloosheid, obstipatie, ↓ eetlust ** hoofdpijn, duizeligheid, diarree, dyspepsie, mictie- en visusstoornissen, paresthesieën, rash, palpitaties, orthostatische hypotensie, agitatie, concentratiestoornissen * acuut glaucoom, urineretentie, gezichts- en perifeer oedeem, maligne neuroleptisch syndroom, stevens-johnsonsyndroom, hyponatriëmie, leverfunctiestoornissen, bloedingen, extrapiramidale stoornissen
suspensie 2 mg/ml
09:16
Pag
BSL_PALLIATIEF FORM_ED4-8560-7:105 x 170 1-1
ANGST
12-10-2010
23
EN PANIEK
interacties
opmerkingen
– ↓ plasmaspiegel door carbamazepine – ↑ plasmaspiegel door kinidine – ↑ werking door parasympathicolytica – ↓ wederzijds effect met bètablokkers – wederzijds effect met tricyclische antidepressiva – ↓ serumspiegel door barbituraten – ↑ plasmaspiegel door ritanovir
CAVE: gebruik van neuroleptica kan ook een delier induceren mag verpulverd worden in de wangzak
mag via sonde
↑ kans op paradoxale reacties bij ouderen tablet kan sublinguaal gegeven worden mag verpulverd worden
– mogelijke interactie met niet-selectieve MAO-remmag verpulverd worden mers: opwinding, hyperpyrexie, rigiditeit, ademhalingsdepressie – ↑ plasmaspiegel tricyclische antidepressiva, trazodon – ↓ metabolisme door ritonavir mag via sonde
Omrekentabel benzodiazepinen Middel
Dosisequivalenten (orale toediening)
Tmax (in uren)
T½ (in uren)
Actieve metabolieten
alprazolam
0.5
1-2
12-15
-
diazepam
5
1-2
20-48
+
lorazepam
1
1-5
12-16
-
midazolam
2
0.5-1.5
2-3
+
oxazepam
15
2-4
5-15
-
temazepam
10
0,8
7-11
-
09:16
Pag