VOORWOORD Duurzaam Beheer en Onderhoud van gebouwen richt zich voornamelijk op het beheer en onderhoud rondom de klimaatinstallatie. De prestaties van het gebouw en de installaties worden op het beoogde niveau (terug)gebracht en in stand gehouden, waarbij tevens deze prestaties geborgd worden voor de lange termijn.
In ISSO-publicatie 101, wordt - met voorbeelden van praktijksituaties - inzichtelijk gemaakt dat er met duurzaam onderhoud verbetermogelijkheden zijn voor het onderhoud van installaties in bestaande gebouwen en welk onderhoudscontract het best past bij een gegeven situatie zodat er grip ontstaat en blijft. Tevens worden in deze publicatie alle kenmerkende begrippen en definities uit NEN-EN13306, NEN-EN13269 en de publicaties 100 tot en met 107 samengevat.
Duurzaam Beheer en Onderhoud concentreert zich op de klimaatinstallatie omdat uit onderzoek (TNO en Halmos) is gebleken dat de klimaatinstallaties in meer dan 70% van de gebouwen in Nederland niet functioneren als beoogd. Van de klachten over het binnenmilieu zijn de oorzaken van klachten over het binnenklimaat het meest lastig aanwijsbaar. Het genoemde onderzoek geeft ook aan dat 90% van de klachten van gebruikers over het binnenklimaat te maken heeft met de klimaatinstallatie. Daarnaast blijkt dat het energiegebruik van klimaatinstallaties hoger is dan noodzakelijk. Gemiddeld genomen is een energiebesparing van 30% mogelijk.
Opgemerkt moet worden dat bepaalde hoofdstukken tamelijk theoretisch en technisch gedetailleerd kunnen overkomen. Asset owners die het beheer en onderhoud zo veel mogelijk willen uitbesteden, kunnen in dit geval de inhoudelijke beschouwing van hoofdstuk 5 overslaan en zich beter richten op de informatie in hoofdstuk 6 en 7, waarin de contractvormen worden behandeld. Publicatie 101 beperkt zich niet tot Duurzaam Beheer en Onderhoud maar is geschreven met het oog op het onderhoud aan installaties, bouwdelen en gebouwen in de breedste zin. Publicatie 101 is, als het ware, een verdiepingsslag in het traject van Duurzaam Beheer en Onderhoud om de onderhoudsbehoefte inzichtelijk te maken en te komen tot een onderhoudscontract. Voor het leesgemak is de nadruk vaak gelegd op het onderhoud aan installaties, maar het wordt aan de lezer overgelaten om hier desgewenst ook andere vormen van assets in te vullen.
Naar aanleiding van deze constateringen is in een groot aantal gebouwen en bij opdrachtgevers meer praktisch onderzoek verricht naar de achtergronden, gevolgd door aanbevelingen om tot verbeteringen te komen. De aard en oorzaak van de constateringen blijken zeer divers. Dit kunnen problemen van organisatorische aard zijn, maar ook functionele mankementen met een technische oorsprong. Daarnaast hebben veel gebouwbeheerders het gevoel dat zij geen grip hebben op de (binnenmilieu) prestaties van de gebouwen.
Aanvulling 2015 In 2014 heeft het project 'Verbetering uitvraag onderhoudscontracten Rijksvastgoedbedrijf' gelopen op initiatief van het Rijksvastgoedbedrijf, Bouwend Nederland en Uneto-VNI. In dit project hebben het Rijksvastgoedbedrijf en een groot aantal dienstverlenende bedrijven die beheeren onderhoudswerkzaamheden uitvoeren samen een aantal knelpunten besproken die in de aanbesteding en uitvoering van onderhoudscontracten optreden. Binnen het onderwerp 'nomenclatuur' is in het project voor een aantal termen en begrippen gezamenlijk een definitie vastgesteld. Deze definities van begrippen en termen, die nog niet in deze ISSO-publicatie 101 voorkwamen, zijn in deze nieuwe versie van de ISSOpublicatie toegevoegd aan hoofdstuk 8. Hierbij zijn ook enkele definities aangepast.
De publicatiereeks Duurzaam Beheer en Onderhoud van ISSO beschrijft de methode waarmee het beheer en onderhoud van gebouwen verbetert. De aanpak van Duurzaam Beheer en Onderhoud resulteert in een beter binnenmilieu, een duidelijk lager energiegebruik en ook lagere onderhoudskosten. Belangrijk is dat het facilitair management daarbij de controle, de grip, op het binnenmilieu, energiegebruik en onderhoudsbeheer herwint en vervolgens gericht kan sturen op het verder verbeteren van de situatie. Ook op het gebied van onderhoud en onderhoudscontracten blijken er veel zaken onduidelijk. Vaak is bij het facilitair management, maar ook bij de opdrachtnemende partij, onvoldoende bekend welk type onderhoudscontract er precies is afgesloten en wat de consequenties kunnen zijn van de gekozen contractvorm. Heb ik wel het goede contract afgesloten? En welke risico's worden er hiermee door mij gelopen? In deze publicatie komen deze vragen aan de orde. Denk daarbij ook aan klimaatinstallaties die zeer kritisch te noemen zijn, zoals koelinstallaties bij datacentra.
ISSO-publicatie 101
5
Onderhoud en onderhoudscontracten
8
TERMEN EN DEFINITIES
8.1
BEGRIPPEN
Feitelijke situatie De daadwerkelijke toestand van het gebouw, bouwdeel of installatiedeel die op het moment van aanbesteding wordt aangetroffen. Hierbij is een onderscheid te maken in een feitelijke situatie zoals weergegeven in het gebouwdossier op het moment van aanbesteding en de feitelijke situatie in of aan het gebouw zoals deze wordt opgenomen door de Opdrachtnemer na gunning van het project.
Acceptatie Een formele handeling, uitgevoerd door een geautoriseerd persoon (die al of niet in een contract genoemd is) door te verklaren dat een bepaald aspect van het project voldoet aan de gestelde eisen, zodat daaropvolgende activiteiten doorgang mogen vinden. Beheer Alle managementactiviteiten gerelateerd aan onderhoudsdoelen, strategieën, verantwoordelijkheden en uitvoering, waarbij planning, beheersing, verbetering en financiën centraal staan.
FMEA (Failure Mode and Effect Analysis) Methode om van een asset (installaties, e.d.) alle faalmogelijkheden en de mogelijke effecten ervan in kaart te brengen. FMECA (Failure Mode and Critically Effect Analysis) Methode om van een asset (componenten, installaties, e.d.) alle faalmogelijkheden en de kriticiteit van deze en de mogelijke effecten ervan in kaart te brengen.
Beheer (pijler) Pijler binnen het proces van Duurzaam Beheer en Onderhoud. Het beheer van de klimaatinstallatie heeft onder andere invloed op het binnenmilieu in de leefomgeving rond de gebruiker en het energiegebruik van het gebouw.
FTA (Fail Tree Analysis) Methode om van één faalvorm van een asset na te gaan welk onderdeel of welke onderdelen verantwoordelijk zijn voor dit falen. Wordt toegepast bij risico-analyse.
Beheersen Meester zijn van een toestand, het in de hand hebben of onder controle houden van iets.
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) Ondernemen volgens de internationale richtlijn ISO 26000, waarmee organisaties verantwoordelijkheid tonen voor de gevolgen van hun handelen voor milieu en maatschappij.
Commissioning Het voortschrijdend verificatieproces vanaf het voorontwerp van een installatie tot op het moment dat de installatie goed functioneert na afloop van de garantieperiode.
Molest Het opzettelijk verstoren van de gebruiksfunctionaliteit van een bouw- en/of installatiedeel of object. Voorbeelden van molest zijn: Het verwijderen of vernielen van een toiletbril; Het vernielen van deuren/slagbomen door er tegen aan te rijden.
Drempelbedrag Het bedrag dat de grens aangeeft tussen verschillende werkwijzen voor afhandeling van meerwerkkosten. Kosten onder dit drempelbedrag behoren te zitten in de aanneemsom (deze kosten zijn afgekocht), kosten boven dit drempelbedrag kunnen mogelijk worden verrekend.
Onderhoud De tijdens de levensduur van een gebouw ononderbroken uit te voeren reeks van inspecties, onderhoudsbeurten, wijzigingen en herstelwerkzaamheden, die nodig is om te waarborgen dat gebouw en (het functioneren van) gebouwinstallaties in overeenstemming met de beoogde uitgangspunten blijven.
Duurzaam Beheer en Onderhoud (DB&O) Een methode van beheer en onderhoud waarbij de prestaties van het gebouw en installaties op het niveau als beoogd (terug)gebracht en in stand gehouden worden, waarbij tevens deze prestaties geborgd worden op de lange termijn. Het facilitair management speelt hierin een centrale rol.
Overdracht De stap na de Verbeterslag binnen het stappenplan van DB&O. In deze stap wordt de DB&O-status bereikt en ontstaat overzicht en grip op het binnenmilieu door het facilitair management.
Facilitair management De integratie van processen binnen een organisatie om overeengekomen diensten te ontwikkelen en in stand te houden, gericht op de ondersteuning en bevordering van de effectiviteit van het primaire proces. In de publicatie(reeks) is facilitair management als algemene term gehanteerd. Gezien de vele soorten organisatiestructuren, kan deze term en de plaats in de organisatie van het facilitair management van gebouw tot gebouw verschillen.
ISSO-publicatie 101
Perceptie (pijler) Pijler binnen het proces van Duurzaam Beheer en Onderhoud. Deze pijler omvat het ervaren comfort: de wijze waarop gebruikers de omgeving ervaren en/of deze voldoet aan de verwachtingen.
59
Onderhoud en onderhoudscontracten
Pijler Binnen Duurzaam Beheer en Onderhoud wordt gesproken over de drie pijlers, de dragers van het proces van Duurzaam Beheer en Onderhoud. Deze drie pijlers betreffen Techniek, Beheer en Perceptie. Binnen elk van deze pijlers vindt een verandering plaats om van een traditioneel onderhouden gebouw naar een duurzaam beheerd en onderhouden gebouw te komen.
Techniek (pijler) Pijler binnen het DB&O-proces. Deze pijler omvat de techniek en het technisch functioneren van de techniek. Verbetering Combinatie van alle technische, administratieve en bestuurlijke acties om de prestatie van een object te verbeteren, zonder de vereiste functie te veranderen. (Conform NEN-EN 13306).
Plan van Aanpak Stap binnen het stappenplan van DB&O. Tijdens de Plan van Aanpakfase worden de bevindingen uit de Quick Scan en het verbeterpotentieel gestructureerd. De bevindingen worden uitgewerkt tot een Plan van Aanpak voor de Verbeterslag.
Verbeterslag Stap binnen het Stappenplan van DB&O waarin het Plan van Aanpak tot uitvoer wordt gebracht. Hierdoor wordt de DB&O-status bereikt. 8.2
Quick Scan Stap binnen het stappenplan van Duurzaam Beheer en Onderhoud. Bij de Quick Scan wordt in beperkte tijd nagegaan hoe efficiënt beheer en onderhoud is georganiseerd en gerealiseerd in een specifiek gebouw. Zowel de organisatieaspecten als de functionele werking van het gebouw en de installaties worden onderzocht.
Binnenklimaat Het deel van het binnenmilieu dat alleen door het thermisch binnenklimaat en de luchtkwaliteit bepaald wordt. Binnenmilieu Alle invloeden in de leefomgeving in een binnenruimte die tot een bepaalde zintuiglijke waarneming kunnen leiden of die het fysiologisch functioneren van de mens kunnen beïnvloeden in een binnenruimte. Het fysisch binnenmilieu wordt bepaald door het thermisch binnenklimaat (o.a. temperatuur), het visueel binnenklimaat (o.a. verlichtingssterkte), het akoestisch binnenklimaat (o.a. geluid) en de luchtkwaliteit.
Quick Wins Verbeteringen aan techniek en gebouw die relatief eenvoudig en op korte termijn kunnen worden uitgevoerd resulterend in een beter binnenmilieu, betere organisatie en/of hogere energie-efficiëntie. De mogelijkheden die gebouw en techniek bieden worden daarmee beter afgestemd op de actuele gebruikswijze van het gebouw. Stap 1 in de Verbeterslag.
Bouwdeel Deel van een gebouw of bouwwerk, met de functie van dragen, begrenzen, verbinden en/of geschikt maken voor het gebruik van ruimtedelen.
RCM (Reliability Centered Maintenance) Methode om de onderhoudsbehoefte op basis van faalmogelijkheden (met behulp van FMEA) in kaart te brengen en deze te vertalen in onderhoudsconcepten en onderhoudsplannen.
Opmerking: Gebouwinstallaties en vaste inrichtingen zijn eveneens bouwdelen (NEN 2767-1).
Re-commissioning Voortzetting van het verificatieproces van Commissioning in bestaande gebouwen, waarbij periodieke functionele inspectie van de installatie en de daaruit voortvloeiende handelingen plaatsvinden.
Comfort Comfort van het binnenklimaat. De ervaren geriefelijkheid van het binnenmilieu. Het plan dat de gewenste prestaties en uitgangspunten omvat voor de gebruikswijze van gebouw en installaties. Dit plan wordt bij aanvang van de Commissioning door de Commissioningsautoriteit (CA) opgesteld.
Retro-commissioning Verificatieproces van Commissioning voor bestaande gebouwen waar nog niet eerder Commissioning voor heeft plaatsgevonden. Split incentive De situatie waarin de eigenaar investeert in verbetermaatregelen terwijl de huurder daar de vruchten van plukt.
Continuïteit in DB&O Het vasthouden van minimaal de prestaties die bij de DB&O-status zijn bereikt. Na het bereiken van de DB&O-status zijn vaak nog (lange termijn) verbeteringen mogelijk. De DB&O-deskundige is voor technisch advies op afroep of periodieke inspecties beschikbaar.
Stappenplan Plan waarin staat welke stappen moeten worden doorlopen om een duurzaam beheerd en onderhouden gebouw te bereiken.
ISSO-publicatie 101
GERELATEERDE TERMEN
60
Onderhoud en onderhoudscontracten
DB&O-verbeteringen De benodigde verbeteringen als omschreven in het Plan van Aanpak waarmee de in overleg vastgestelde DB&O-status wordt bereikt. Stap 2 uit de Verbeterslag.
Inventarislijst Informatie over de afzonderlijke geïdentificeerde objecten inclusief plaats waar deze zich bevinden (NEN-EN 13306).
Element Bouw- en installatiedelen (bouwdelen) worden door de Opdrachtgever aangeduid als 'elementen'.
Kerndocument Een document dat kan worden gezien als een gebouwhandleiding waarin alle belangrijke informatie over de uitgangspunten, werking en mogelijkheden van de klimaatinstallatie ook voor niet-technici duidelijk is vastgelegd. Het Kerndocument is een belangrijk document voor een duurzaam beheerd en onderhouden gebouw.
Functie Omschrijving van wat van een asset of installatie wordt verwacht. Altijd een zin of zinsdeel met een werkwoord, bijvoorbeeld opwekken krachtstroom. Functionele specificatie Detailomschrijving van een te vervullen functie.
Kledingweerstand Thermische isolatiewaarde van kleding. Een lage kledingweerstand betekent een lage isolatiewaarde, zoals bij zomerse kleding het geval is.
Opmerking: Een functionele specificatie beschrijft hoe een product dient te werken en is een vraagspecificatie die zoveel mogelijk is gebaseerd op de functies die het systeem dient te vervullen.
Klimaatinstallatie Een installatie gericht op het scheppen van het juiste binnenklimaat voor het verblijven of werken in het gebouw. De klimaatinstallatie bestaat in veel gevallen uit centrale (ketels, luchtbehandelingskasten) en lokale (radiator, fancoilunit) installaties.
Functioneel falen Een component c.q. installatie die niet functioneert volgens de functionele specificaties.
Klimaatklachten Door gebruikers gemelde klachten over het binnenklimaat.
Functioneren Werken zoals beoogd (waarbij rekening gehouden wordt met mogelijke wijzigingen in gebruik).
Kriticiteit Numerieke index van de ernst van een storing of defect met de kans of frequentie van de gebeurtenis.
Gebouwbeheersysteem (GBS) Systeem waarmee (alle) binnen het gebouw aanwezige installaties, met name de elektrische en werktuigbouwkundige installaties, centraal aangestuurd kunnen worden, bediend kunnen worden en met elkaar kunnen samenwerken.
Kriticiteitsmatrix Een matrix waarin de risico's van een asset worden aangegeven. Locatie Nauwkeurig omschreven en begrensde plaats waarin het te onderhouden object moet functioneren (NEN-EN 13269).
Gebouwdossier Alle digitale en analoge informatie die beschikbaar is over een bouwwerk. Gebouw(gebonden) installatie Installatie die voldoet aan de volgende criteria: De installatie is nagelvast verbonden aan het gebouw en/of bouwwerk; Het tot stand brengen van de installatie is nauw verweven met de bouwkundige werkzaamheden; De installatie is overwegend gericht op het scheppen van de juiste omstandigheden voor het verblijven of werken in een gebouw; De installatie is niet gericht op de productie van het bedrijf.
Object Elk deel, component, apparaat, subsysteem, functionele eenheid, uitrusting of systeem dat als eenheid kan worden beschouwd. Opmerking: Een aantal objecten, bv. een verzameling van objecten, mogen zelf ook weer als object worden beschouwd. Onderhoudsbehoefte Het benodigde onderhoud om aan de gestelde eisen of ambitie te voldoen.
(NEN 2767-1)
Onderhoudsconcept Uitwerking van een mix van onderhouds- of herstelwerkzaamheden, waarin de gevolgen van de diverse keuzen, zoals onderhoudsdoelen, onderhoudsstrategieën en onderhoudswerkzaamheden(taken) zichtbaar worden gemaakt.
Gebruik De manier waarop gebruikers of de organisatie het gebouw 'toepassen'.
ISSO-publicatie 101
61
Onderhoud en onderhoudscontracten
Onderhoudsdocumentatie Informatie in schriftelijke of elektronische vorm, noodzakelijk om onderhoud uit te kunnen voeren (NEN-EN 13306).
8.3
Onderhoudsdoelstellingen Bepaalde en geaccepteerde doelen voor de onderhoudsactiviteiten (NEN-EN 13306).
Beschikbaarheid (Availability) Vermogen van een bouw- of installatiedeel om de vereiste functie te realiseren, onder de bepaalde voorwaarden, op een bepaald tijdstip of gedurende een bepaald tijdsinterval, aannemende dat is voorzien in de vereiste externe middelen (NEN-EN 13306).
Availability Zie beschikbaarheid.
Onderhoudslocatie Plaats waar het onderhoud moet worden uitgevoerd (NEN-EN 13269).
Opmerking: De formule om het beschikbaarheidspercentage te berekenen is uptime/totale bedrijfstijd (uptime + downtime). Een object met een hoog beschikbaarheidspercentage is niet per definitie betrouwbaar.
Opmerking: In het geval van onderhoud op afstand is dit de locatie van waaruit het onderhoudsbedrijf de dienst levert. Onderhoudsmanagement Alle managementactiviteiten die de onderhoudsdoelstellingen, onderhoudsstrategie, verantwoordelijkheden en implementatie bepalen, met behulp van middelen als onderhoudsplanning, onderhoudsbeheersing en supervisie, verbetermethoden in een organisatie inclusief economische aspecten (NEN-EN 13306).
Betrouwbaarheid (Reliability) Vermogen van een element waarin de vereiste functie kan worden uitgeoefend, onder de bepaalde voorwaarden op een bepaald tijdstip of gedurende een bepaalde tijdsinterval (NEN-EN 13306). Opmerking: De formule om de betrouwbaarheid te berekenen is vanuit MTBF de totale bedrijfstijd/aantal storingen. Een element met een hoge betrouwbaarheid heeft over het algemeen een hoog beschikbaarheidspercentage.
Onderhoudsplan Gestructureerde pakkettaken die activiteiten, procedures, middelen en een tijdsschaal bevatten om onderhoud uit te voeren (NEN-EN 13306).
Environment Zie omgeving.
Onderhoudsrapport Deel van de onderhoudsdocumentatie dat informatie over uitval, gebreken en onderhoud bevat van een object. Dit rapport kan ook onderhoudskosten, beschikbaarheid van een object, productieve tijd en andere relevante data bevatten (NEN-EN 13306).
Gezondheid Toestand van optimaal welzijn in geestelijk, lichamelijk en maatschappelijk opzicht. Health Zie gezondheid.
Onderhoudsstrategie Managementmethode gebruikt om de onderhoudsdoelstellingen te realiseren (NEN-EN 13306).
Levensduur (Life Cycle) Tijdsperiode tussen de ingebruikname van een object en de verwijdering hiervan (NEN-EN 13306).
Ontwerpdossier Alle digitale en analoge ontwerpinformatie die beschikbaar is over een bouwwerk.
Maintability Zie onderhoudbaarheid.
Revisiebescheiden De documenten waarin of waarop de feitelijke situatie van een gebouw, bouwdeel of installatiedeel is weergegeven.
Omgeving Externe omstandigheden en invloeden waaraan een object, individu of systeem op een bepaald moment wordt blootgesteld.
Stooklijn Regeltechnisch verband tussen een temperatuur van een medium (water, lucht) en een omgevingsvariabele (veelal de buitentemperatuur).
Onderhoudbaarheid (Maintainability) Vermogen van een object om het te houden, of terug te brengen, in een vereiste staat waarin het de vereiste functie kan uitoefenen, onder bepaalde voorwaarden, daarbij gebruikmakend van procedures en middelen (NEN-EN 13306).
Vereiste functie Functie of een combinatie van functies van een object, die noodzakelijk worden geacht om te voorzien in een gewenste dienst (NEN-EN 13306).
ISSO-publicatie 101
EIGENSCHAPPEN
Redundantie Het bestaan van meer dan één middel om op een gegeven moment de vereiste functie uit te voeren (NEN-EN 13306).
62
Onderhoud en onderhoudscontracten
RAMS(HE) R = Reliability A = Availability M = Maintainability S = Safety H = Health E = Environment
Uitval door ouderdom Uitval waarvan de kans op voorkomen toeneemt, naar mate het object ouder wordt, onafhankelijk van het in gebruik zijn van het object (NEN-EN 13306). Verkeerd gebruik van een gebouw of installatie De manier waarop gebruikers of de organisatie het gebouw of installatie verkeerd 'toepassen'. Voorbeeld: het te zwaar beladen van een lift.
Reliability Zie betrouwbaarheid.
8.5 Safety Zie veiligheid.
DB&O-status Status waarbij de doelen van Duurzaam Beheer en Onderhoud zijn bereikt: de installaties functioneren volgens de specificaties, bij het beheer wordt informatie over de klimaatinstallatie beheerd en beheerst en de gebruikers weten welk binnenmilieu verwacht kan worden en kennen hun eigen verantwoordelijkheden. Het bereiken van de DB&Ostatus hoeft niet te betekenen dat de situatie al optimaal is. Met name aanpassingen op lange termijn zullen vaak nog uitgevoerd worden. De invulling van de DB&O-status wordt door het facilitair management aangegeven.
Veiligheid Toestand waarin iemand of iets vrij is van gevaar of schade. 8.4
STORINGEN EN GEBEURTENISSEN
Degradatie (veroudering, verval) Onomkeerbaar proces van een van meerdere van de kenmerken van een object, door tijd, gebruik, of een externe oorzaak (NEN-EN 13306). Klacht Een formele uiting van ontevredenheid over de werking van het bouw- of het installatiedeel of over de dienstverlening.
Defect Absolute storing in technische zin, als gevolg waarvan een component van een object niet meer kan functioneren (Begrippenlijst NVDO).
Melding De mededeling bij de Opdrachtgever dat er sprake is van een afwijking in het functioneren van het bouwdeel of installatie in de vorm van een klacht of storing.
Failure Mode Een mogelijke faalvorm van een asset (of deel van een asset), is onderdeel van een FMEA. Failure Effect De mogelijke effecten van falen van een asset (of deel van een asset), is onderdeel van een FMEA.
Onoordeelkundig gebruik Verkeerd gebruik als gevolg van een verkeerde of ondoordachte handeling.
Gebrek Toestand van een object gekarakteriseerd door het onvermogen een vereiste functie uit te oefenen, exclusief het onvermogen dit te doen tijdens het uitvoeren van preventief onderhoud, of als gevolg van een gebrek aan externe middelen (NEN-EN 13306).
Primaire uitval Een uitval van een object die niet is veroorzaakt, zowel direct als indirect, door een uitval of gebrek van een ander object (NEN-EN 13306). Secundaire uitval Een uitval van een object die is veroorzaakt, zowel direct als indirect, door een uitval of gebrek van een ander object (NEN-EN 13306).
Omstandigheid van een bouw- of installatiedeel waarbij de (technische) toestand op een lager niveau ligt dan de (technische) toestand die bij oplevering van het bouw- of installatiedeel werd beoogd (NEN 2767-1).
Storing Onderbreking van het functioneren van een element, veelal als gevolg van het niet goed functioneren van één of meerdere componenten.
Gedeeltelijk gebrek Gebrek gekarakteriseerd door het feit dat een object een aantal, maar niet alle vereiste functies kan uitoefenen (NEN-EN 13306).
Uitval (Failure) Beëindiging van het vermogen van een object om de vereiste functie uit te oefenen.
Gevaarlijke toestand Toestand van een object met als mogelijk gevolg verwondingen aan personen, beschadiging aan materialen of andere onacceptabele gevolgen (NEN-EN 13306).
Uitval door slijtage Uitval waarvan de kans op voorkomen toeneemt naarmate een object langer (tijd) of vaker (aantal) wordt gebruikt (NEN-EN 13306).
ISSO-publicatie 101
GEBREKEN EN CONDITIES
63
Onderhoud en onderhoudscontracten
Latent gebrek Gebrek dat nog niet is ontdekt of zich nog niet heeft geopenbaard (NEN-EN 13306).
Correctief onderhoud Onderhoud uitgevoerd nadat een storing is geconstateerd, met het doel die storing op te heffen (begrippenlijst NVDO).
Storingstoestand Toestand van een object gekarakteriseerd door het onvermogen de vereiste functie uit te oefenen, om welke reden dan ook (NEN-EN 13306).
Correctief onderhoud Onderhoud uitgevoerd na de vaststelling van een gebrek met als doel het object terug te brengen in de staat waarin het de vereiste functie kan uitoefenen (NEN-EN 13306).
Technische conditie Technische toestand of staat waarin een installatie of componenten hiervan zich bevinden.
Opmerking: Bijvoorbeeld verhelpen van vlekken door waterdruppels op het plafond.
Toestand buiten functie Toestand van een object gekarakteriseerd door een uitval dan wel een mogelijk onvermogen om de vereiste functie uit te voeren tijdens het uitvoeren van preventief onderhoud (NEN-EN 13306).
Curatief onderhoud Onderhoud uitgevoerd na de vaststelling van een gebrek met als doel het bouw- en/of installatiedeel terug te brengen in een geconsolideerde staat waarin het de vereiste functie nog niet volledig kan vervullen.
Toestand in bedrijf Toestand waarin een object de vereiste functie uitoefent (NEN-EN 13306).
Opmerking: Bijvoorbeeld dichten van lek als het water door het plafond een ruimte in komt.
Toestand in functie Toestand van een object gekarakteriseerd door het feit dat het de vereiste functie kan uitoefenen, uitgaande van het feit dat, indien gewenst, voorzien wordt in externe middelen (NEN-EN 13306).
Dagelijks onderhoud Zie routineonderhoud. Functioneel onderhoud Een vorm van toestandafhankelijk onderhoud waarbij niet alleen zo wordt onderhouden dat een component of installatie werkt, maar ook dat deze functioneert als beoogd. Deze functionaliteit kan afwijken van het oorspronkelijke ontwerp wanneer zich wijzigingen in bijvoorbeeld het gebruik van het gebouw hebben voorgedaan.
Toestand van stilstand Toestand waarin een object de vereiste functie niet uitoefent gedurende een niet-vereiste tijd (NENEN 13306). Toestand van standby Toestand waarin een object de vereiste functie niet uitoefent gedurende een vereiste tijd (NEN-EN 13306).
Gebruikersonderhoud Onderhoud uitgevoerd door een gebruiker of operator (NEN-EN 13306).
Teruggezette toestand Toestand van een object waarbij dat object de vereiste functie uitoefent binnen acceptabele grenzen, maar wel lager dan de gespecificeerde waarden of waarbij een aantal maar niet alle vereiste functies worden uitgeoefend (NEN-EN 13306). 8.6
Gebruiksafhankelijk onderhoud (Predetermined Maintenance) Preventief onderhoud uitgevoerd volgens een vastgestelde tijdsplanning of vastgesteld aantal gebruikseenheden, maar zonder voorafgaande bepaling van de conditie (NEN-EN 13306).
TYPES ONDERHOUD
Achterstallig onderhoud Zo lang uitgesteld onderhoud dat het uitstel tot een economisch niet verantwoorde toename van de uit te voeren onderhoudsactiviteiten leidt, welke toename door tijdig onderhoud had kunnen worden voorkomen (Begrippenlijst NVDO).
Gebruikgestuurd onderhoud Preventief onderhoud uitgevoerd volgens een op basis van een onderhoudsstrategie vastgestelde tijdsplanning of vastgesteld aantal gebruikseenheden, maar zonder voorafgaande bepaling van de conditie (NEN-EN 13306).
Conditieafhankelijk onderhoud Preventief onderhoud gebaseerd op het monitoren van de prestatie en/of parameter en de erop volgende actie (NEN-EN 13306).
Groot onderhoud Onderhoud dat omvangrijk is, een vrij groot uitvoeringsinterval heeft en van belang is om het bekorten van de technische levensduur te voorkomen. Inspectief onderhoud Zie toestandsafhankelijk onderhoud.
Opmerking: Monitoren van prestatie en parameter kan worden gepland, op verzoek worden gedaan of continu plaatsvinden.
ISSO-publicatie 101
64
Onderhoud en onderhoudscontracten
Niet gepland onderhoud (Immediate Maintenance) Onderhoud dat zonder vertraging wordt uitgevoerd na het vaststellen van een gebrek om onacceptabele gevolgen te vermijden (NEN-EN 13306).
Routine-onderhoud Regulier of herhaalde elementaire onderhoudsactiviteiten, die normaliter geen bijzondere kwalificaties, autorisatie e.d. met zich meebrengen
Onderhoud op afstand Onderhoud van een object uitgevoerd zonder fysieke toegang van het onderhoudspersoneel tot het object (NEN-EN 13306).
Opmerking: Routinematig onderhoud omvat bijvoorbeeld schoonmaak, aandraaien van verbindingen, controleren van het vloeistofniveau, smeren e.d. (NEN-EN 13306).
On Line onderhoud Onderhoud dat wordt uitgevoerd terwijl het object wordt gebruikt (NEN-EN 13306).
Storingsafhankelijk onderhoud Bij storingsafhankelijk onderhoud vindt onderhoud, benodigd om de storing op te heffen, pas plaats nadat de storing is opgetreden (Begrippenlijst NVDO).
On Site Maintenance Onderhoud uitgevoerd op de locatie waar het object wordt gebruikt (NEN-EN 13306).
Storinggestuurd onderhoud Bij storinggestuurd onderhoud wordt onderhoud pas uitgevoerd nadat een storing is opgetreden.
Planbaar onderhoud Onderhoud waarvan de noodzaak tot uitvoering voldoende tijdig bekend is om de normale procedure voor planning en werkvoorbereiding te kunnen doorlopen (Begrippenlijst NVDO).
Toestandsafhankelijk onderhoud Toestandsafhankelijk onderhoud bestaat primair uit een voorgeschreven toestandsinspectie. Daarbij wordt de opgenomen toestand vergeleken met een norm. Indien de norm is overschreden, volgt onderhoud om de gewenste toestand te verkrijgen; indien de norm niet blijkt te zijn overschreden is daarmee het onderhoud afgesloten. Meestal wordt het in de vorm van periodiek onderhoud uitgevoerd, maar het kan ook continu of incidenteel worden toegepast. Soms worden voor toestandsafhankelijk onderhoud de termen inspectief onderhoud of predictief onderhoud gebruikt (Begrippenlijst NVDO).
Planmatig onderhoud Preventief onderhoud ui tgevoerd volgens een vastgestelde tijdsplanning of vastgesteld aantal gebruikseenheden (NEN-EN 13306). Opmerking: Planmatig onderhoud betreft meestal statische bouwdelen. Voor de meer dynamische bouwdelen (pompen, ventilatoren etc.) waar inzicht in het gedrag in de tijd gezien van belang is, zie proactief preventief onderhoud.
Toestandgestuurd onderhoud Toestandgestuurd onderhoud bestaat primair uit een voorgeschreven toestandsinspectie. Daarbij wordt de opgenomen toestand vergeleken met een norm. Indien de norm is overschreden, volgt onderhoud om de gewenste toestand te verkrijgen; indien de norm niet blijkt te zijn overschreden is daarmee het onderhoud afgesloten. Meestal wordt het in de vorm van periodiek onderhoud uitgevoerd, maar het kan ook continu of incidenteel worden toegepast.
Prestatiegericht onderhoud Het uitvoeren van onderhoud op basis van de conditie van onderdelen (conditiemeting) en overige prestatieeisen in plaats van via van tevoren vastgestelde cycli (criteria Duurzaam Inkopen). Preventief onderhoud Onderhoud dat wordt verricht vóórdat een storing is opgetreden, dit met het doel de kans op het optreden van die storing in de op het onderhoud volgende periode te verkleinen (begrippenlijst NVDO).
Uitgesteld onderhoud Correctief onderhoud dat niet direct wordt uitgevoerd na vaststelling van het gebreken, maar wordt uitgesteld in overeenstemming met de gegeven onderhoudsregels (NEN-EN 13306).
Proactief Preventief Onderhoud (Handhaven en Verbeteren) Onderhoud op basis van in kaart gebrachte onderhoudsbehoefte van een asset met als doelen het handhaven van de functionele specificaties van deze asset en het continu verbeteren ervan. Bijbehorende onderhoudstaken zijn: Toestand Gestuurd Onderhoud (CBM = Condition Based Maintenance); Gebruik Gestuurd Onderhoud (TBM= Time Based Maintenance); Storing Gestuurd Onderhoud (RTF = Run To Failure). Deze taken worden proactief vastgesteld met behulp van risicoanalyse met de RCM/FMECA aanpak.
ISSO-publicatie 101
65
Onderhoud en onderhoudscontracten
8.7
ONDERHOUDSACTIVITEITEN
Monitoring Activiteit, handmatig of automatisch uitgevoerd, met als intentie de bestaande toestand van een object te observeren (NEN-EN 13306).
Aanpassing (modificatie) Combinatie van alle technische, administratieve en bestuurlijke acties om één of meer functies van een object te veranderen (NEN-EN 13306).
Nakoming (van het onderhoudscontract) Proces om te bepalen of is voldaan aan wederzijdse verplichtingen conform de bepalingen in het onderhoudscontract (NEN-EN 13269).
Calibratie Een functionele test waarbij de correcte werking van een object wordt gecontroleerd en zonodig wordt bewerkstelligd door afstelling aan de hand van voor de correcte werking gestelde normen (Begrippenlijst NVDO).
Nalevingstest (Compliance test) Test gebruikt om aan te tonen of een kenmerk van een object al dan niet overeenkomst met de gegeven specificatie (NEN-EN 13306).
Certificatie Procedure waarbij een derde partij schriftelijk, verzekert dat een product, proces of dienst aan de daarvoor gespecificeerde eisen voldoet (NEN-EN 13269).
Onderhoudsbeurt Een voorgeschreven verzameling onderhoudsactiviteiten die als een geheel op een bepaald moment, meestal periodiek, wordt uitgevoerd (Begrippenlijst NVDO).
Compliance test Test om te bepalen of een eigenschap of object overeenkomt met de gestelde eisen (NEN-EN-13306).
Reconstructie/renovatie (Rebuilding) Actie volgend op het ontmantelen van een object en het repareren of vervangen van onderdelen die tegen het eind van functionele levensduur aan lopen of die regulier moeten worden vervangen (NEN-EN 13306).
Functionele inspecties Inspecties waarbij niet alleen wordt gecontroleerd of een component of installatie werkt, maar ook of deze functioneert als beoogd. Deze functionaliteit kan afwijken van het oorspronkelijke ontwerp wanneer zich wijzigingen in bijvoorbeeld het gebruik van het gebouw hebben voorgedaan.
Opmerkingen: Reconstructie verschilt van revisie, omdat reconstructie ook aanpassingen en verbeteringen kan bevatten; De doelstelling van reconstructie is normaliter om te bewerkstelligen dat een object een langere levensduur krijgt dan het originele object.
Functionele test Test na onderhoudsactiviteit om te verifiëren of een object in staat is de vereiste prestatie te leveren (NEN-EN-13306).
Reparatie Herstel van defecte componenten (van de klimaatinstallatie), waardoor de functie van een object weer kan worden vervuld.
Groepsvervanging Het op een bepaald moment vervangen van alle exemplaren van een groep als het eerste exemplaar of een vooraf gesteld aantal exemplaren defect is gebleken.
Revisie Het uitvoeren van diverse onderhoudsactiviteiten waarmee een object weer in een nieuwstaat wordt gebracht en het object gedurende een bepaalde bedrijfsperiode weer een aanvaardbare betrouwbaarheid en onderhoudbaarheid zal bevatten.
Inspectie Het vaststellen van de waarde van een of meer toestandseigenschappen van een object ter vergelijking met daarvoor vastgestelde grenswaarden met het doel eventuele vervolgactiviteiten te bepalen.
Revisie (Overhaul) Een veelomvattend pakket van onderzoekingen en acties dat wordt uitgevoerd om het vereiste niveau van beschikbaarheid en veiligheid van een object in stand te houden (NEN-EN 13306).
Integrale vervanging Het volledig verwijderen van een bouw- of installatiedeel waarna hiervoor in de plaats een volledig nieuw, meestal vergelijkbaar, ander bouw- of installatiedeel wordt aangebracht.
Screenende meting Metingen waarbij enkele eenvoudig te meten parameters zoals ruimtetemperatuur, luchtvochtigheid en CO2 op een beperkt aantal plaatsen in het gebouw wordt gemeten. Deze metingen zijn indicatief voor de betreffende situatie op een bepaald moment, maar kunnen niet worden toegepast om het binnenmilieu te beoordelen.
Modificatie Een modificatie is een constructiewijziging van een bestaand object en dient in het algemeen om de productieprestatie te vergroten, om de betrouwbaarheid of de onderhoudbaarheid te verbeteren of om op andere wijze de onderhoudskosten te verlagen (Begrippenlijst NVDO).
ISSO-publicatie 101
66
Onderhoud en onderhoudscontracten
Tijdelijke reparatie Fysieke actie om de vereiste functie van een object met gebreken te herstellen voor een beperkte periode totdat de reparatie wordt uitgevoerd (NEN-EN 13306).
Gemiddelde storingsinterval (MTBF, Mean Time Between Failures) Het gemiddelde storingsinterval is het gemiddelde van de over een bepaalde, representatieve periode opgetreden storingsintervallen. De Engelse term is MTBF = Mean Time Between Failures, gebruikt indien de storing door middel van onderhoud op te heffen is, waarna een volgende gebruiksperiode kan volgen. Indien het een nietrepareerbare component betreft, bijvoorbeeld gloeilampen, spreekt men van MTTF = Mean Time To Failure (Begrippenlijst NVDO).
Visuele inspectie Bepalingsmethode waarbij de staat van objecten, zoals de componenten van een gebouwgebonden installatie, op zichtbare gebreken wordt beoordeeld. Hierbij kan eventueel gebruik worden gemaakt van eenvoudige hulpmiddelen als een spiegeltje, rolmaat, zakmes, priem, verrekijker, tape en dergelijke. Zelfdiagnose Het zelf indicatief vaststellen van de wijze van het technische functioneren van de klimaatinstallatie, de aanwezige kennis over de klimaatinstallatie en mate van eigen verantwoordelijkheid en perceptie van de gebruikers. 8.8
Gemiddelde tijd in bedrijf tussen uitval (MOTBF, Mean Operating Time Between Failures) Wiskundige verwachting van de tijd in bedrijf tussen uitval (NEN-EN 13306). Onderhoudstijd Tijdsinterval waarin onderhoud wordt uitgevoerd aan een object, inclusief technische en logistieke vertragingen (NEN-EN 13306).
TIJDGERELATEERDE TERMEN
Bedrijfstijd De tijdspanne waarbinnen de gebouwgebonden installatie in bedrijf is.
Shut-down Van tevoren geplande stilstand voor onderhoud of andere doelen (NEN-EN 13306).
Functiehersteltijd De periode tussen het moment van de mededeling van de storing tot aan het moment waarop het bouwof installatiedeel weer functioneert.
Tijd voor correctief onderhoud Deel van de onderhoudstijd waarin correctief onderhoud wordt uitgevoerd aan een object, inclusief de technische en logistieke vertragingen die inherent zijn aan correctief onderhoud (NEN-EN 13306).
Functionele levensduur Onder gegeven voorwaarden, het tijdsinterval tussen een gegeven beginmoment totdat het uitvalniveau onacceptabel wordt, of wanneer het object als nietrepareerbaar wordt beschouwd als gevolg van een gebrek of andere relevante factoren (NEN-EN 13306).
Tijd voor preventief onderhoud Deel van de onderhoudstijd waarin preventief onderhoud wordt uitgevoerd aan een object, inclusief de technische en logistieke vertragingen die inherent zijn aan preventief onderhoud (NEN-EN 13306).
Gebruikstijd De tijdspanne waarin de desbetreffende ruimte c.q. het desbetreffende gebouw voor de reguliere functie gebruikt wordt.
Reparatietijd Deel van de actieve onderhoudstijd waarin onderhoud aan een object wordt uitgevoerd (NEN-EN 13306).
Gemiddelde onderhoudstijdsduur( MTTM, Mean Time To Maintain) De gemiddelde tijdsduur van alle, preventieve en correctieve, onderhoudsactiviteiten, gemeten over een bepaalde tijdsperiode. De Engelse term is MTTM = Mean Time To Maintain (Begrippenlijst NVDO).
Tijd in functie (Up Time) Tijdsinterval waarin een object in een functionele toestand is (NEN-EN 13306).
Gemiddelde reparatietijdsduur (MTTR, Mean Time To Repair) De gemiddelde tijdsduur van alle reparaties, gemeten over een bepaalde tijdsperiode. De Engelse term is MTTR = Mean Time To Repair (Begrippenlijst NVDO).
Tijd in bedrijf (Operating Time) Tijdsinterval waarin een object de vereiste functie uitoefent (NEN-EN 13306).
Tijd buiten functie (Down Time) Tijdsinterval waarin een object buiten functie is (NEN-EN 13306).
Tijd tot uitval Totale tijd dat een object in bedrijf is tot het moment (tijdstip) van uitval, dan wel de totale tijd tussen herstel van een object tot het moment (tijdstip) van de volgende uitval (NEN-EN 13306).
Gemiddelde reparatietijd (MTTR, Mean Time To Repair) Wiskundige verwachting van de reparatietijd (NEN-EN 13306).
ISSO-publicatie 101
Tijd van stilstand Tijdsinterval waarin een object in de toestand van stilstand is (NEN-EN 13306).
67
Onderhoud en onderhoudscontracten
Tijd in bedrijf tussen uitval Totale tijd in bedrijf tussen twee opeenvolgende uitvallen van een object (NEN-EN 13306).
Dienstverleningsovereenkomst Een overeenkomst tussen Opdrachtnemer en Opdrachtgever waar naast juridische aspecten en prijsafspraken ook de afspraken over inhoud en kwaliteit van services staan vermeld (de Service Level Agreement).
Tijd tussen uitval De tijd tussen twee opeenvolgende uitvallen van een object (NEN-EN 13306).
Duurzaam meerjarenonderhoudsplan (DMOP) Een meerjarenonderhoudsplan waarin ook verbeteringen voor binnenmilieu en energiebesparing worden betrokken passend bij beleid van maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Vereiste tijd in functie Tijdsinterval waarin het object volgens de eisen van de gebruiker in staat moet zijn de vereiste functie uit te voeren (NEN-EN 13306). 8.9
BEHEER, CONTRACTVORMEN EN MIDDELEN
Facilitair manager Persoon die deel uitmaakt van het facilitair management.
Analyse van uitval Logisch, systematisch onderzoek van een object met gebreken om de uitvalskenmerken, de oorzaak van uitval en de consequenties van de uitval te identificeren en te analyseren (NEN-EN 13306).
Facilitaire organisatie Organisatie verantwoordelijk voor het facilitair beheer. Gebruiker Iedereen die het gebouw gebruikt.
Analyse van gebreken Logisch, systematisch onderzoek van een object met gebreken om de waarschijnlijkheid, oorzaken en gevolgen van potentiële gebreken te identificeren en analyseren.
Gehuisveste organisatie De (fysieke) organisatie, bijvoorbeeld een (deel van een) bedrijf dat in het gebouw gevestigd is.
Asset Materieel goed, ook wel aangeduid met physical asset.
Huurder Huurder en gebruiker van een asset.
Asset owner Eigenaar van een materieel goed (asset).
Inspanningscontract Onderhoudscontract bestemd voor gebouwen en gebouwgebonden installaties waarin vastgelegd is dat bepaalde inspanningen op het gebied van het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden (onderhoudsbestek) worden uitgevoerd. Deze worden in het contract in meer of mindere mate gedetailleerd beschreven.
Asset user Gebruiker van een materieel goed (asset). Beheerder De verantwoordelijke persoon voor het gebruik van een materieel goed (asset) namens de gebruiker (dit kan ook een organisatie zijn).
Leasecontract Onderhoudscontract, waarin vastgelegd is dat bepaalde prestaties van het gebouw en de installaties bereikt en vastgehouden dienen te worden. De onderhoudspartij is tevens eigenaar van de te onderhouden onderdelen uit het contract.
Capaciteitscontract Ook wel volumecontract genoemd. Een contract ten behoeve van het inhuren van personeel of uitbesteding onder regie, waarbij vergoeding plaats vindt op basis van geregistreerde uren en tarieven.
Maincontracting Bij maincontracting sluit de Opdrachtgever een beheer- en onderhoudscontract voor verschillende disciplines integraal af met één hoofdcontractant, de zogenaamde maincontractor. Deze maincontractor wordt gedurende een langere periode verantwoordelijk voor alle beheer en onderhoud van één of meer bouwwerken.
Commissioningsautoriteit (CA) Een door de eigenaar benoemde entiteit (een persoon, bedrijf of instelling) die het commissioningteam leidt, coördineert, plant en het tijdschema invult om het commissioningproces tot een goed einde te brengen. DB&O-deskundige Persoon met een gedegen kennis van gebouwgebonden installaties die binnen het proces van Duurzaam Beheer en Onderhoud een cruciale rol vervult. Deze persoon voert de Quick Scan uit, stelt samen met het projectteam het Plan van Aanpak op en begeleidt de Verbeterslag.
ISSO-publicatie 101
MUP Meerjaren Uitvoerings Plan.
68
Onderhoud en onderhoudscontracten
Onderaannemer Organisatie die is aangewezen door de daartoe meest gerede contractpartij, verantwoordelijk jegens de onderhoudscontractant voor het uitvoeren van de werkzaamheden of diensten op zo'n wijze dat daardoor aan de hoofdovereenkomst wordt voldaan (NEN-EN 13269).
Service Level Agreement (SLA) Een overeenkomst tussen een Opdrachtnemer en een Opdrachtnemer waarin is aangegeven tegen welke service-graden de Opdrachtnemer een dienst levert aan de afnemer. Storingsanalyse De statistische analyse van het optreden van storingen, onder andere met het oog op de keuze van de toe te passen onderhoudsactiviteiten (Begrippenlijst NVDO).
Onderhoudscontract Een overeenkomst tussen een opdrachtgever (facilitair management) en een onderaannemer/ opdrachtnemer (onderhoudspartij) waarin het onderhoud van de installaties juridisch is geregeld.
Transitiefase De periode tussen het moment van gunnen van de opdracht na aanbesteding en de daadwerkelijke start van de contractuele werkzaamheden door Opdrachtnemer. Het doel van de transitiefase is het inregelen van het onderhoud.
Onderhoudscontractant, onderhoudspartij, opdrachtnemer Contractpartij (bedrijf, joint venture, enz.) die is overeengekomen om verantwoordelijkheid te nemen om onderhoudsdiensten te leveren en voorziet, wanneer zulks bepaald, in voorraad of benodigdheden, in overeenstemming met het onderhoudscontract (NEN-EN 13269).
Weibull-analyse Wiskundige analysemethode om op basis van storingsgegevens het storingsprofiel te bepalen. Wordt toegepast bij risico-analyse.
Onderhoudspartij Partij die het onderhoud verricht aan (klimaat)installatie(s), vaak een installateur.
8.10
Effectiviteit van onderhoud Ratio tussen de onderhoudsprestatiedoelstellingen en het behaalde resultaat (NEN-EN 13306).
Opdrachtgever Ontvanger van een onderhoudsdienst geleverd door de onderhoudscontractant (NEN-EN 13269).
Indicator Parameter die een signalerende functie heeft en een aanwijzing geeft over de mate van kwaliteit.
Opdrachtnemersvergoeding De vergoeding die de Opdrachtnemer krijgt voor het leveren van een product en/of het realiseren van werkzaamheden inclusief de algemene kosten van de Opdrachtnemer en een normale Opdrachtnemerswinst.
Life Cycle Analyse (LCA, levenscyclusanalyse) Methode om de milieubelasting van een materiaal of product te berekenen, waarbij alle levensfasen van dat materiaal of product worden meegewogen: winning van grondstoffen, transport, productieproces, toepassing, gebruik, verwijdering en hergebruik.
Organisatie De (bestuursmatige) organisatie waarin kennis, vaardigheden en kracht doelgericht zijn samengebundeld om te voorzien in de behoefte aan producten en/of diensten in haar omgeving.
Life Cycle Cost (LCC) Methodiek die financiële afwegingen gedurende de levenscyclus mogelijk maakt. Hiertoe worden investeringskosten, beheer- en onderhoudskosten en sloopkosten onderling vergelijkbaar gemaakt.
Prestatieborging Vastleggen, controleren en vasthouden van de gewenste of bereikte prestaties.
Key Performance Indicator, kritieke prestatieindicator (KPI) Prestatie-indicatoren die opgenomen zijn bij afspraken over de gewenste prestatie, zoals in contractvormen.
Prestatiecontract Onderhoudscontract bestemd voor gebouwen en gebouwgebonden installaties waarin vastgelegd is dat bepaalde prestaties van het gebouw en de installaties bereikt en vastgehouden dienen te worden. De werkzaamheden van de onderhoudspartij zijn gericht op het bereiken en vasthouden van deze prestaties.
Kritieke Succesfactor (KSF) Factor die beslissend is voor het al dan niet behalen van een vooraf gesteld doel.
Resultaatcontract In een resultaatscontract bestemd voor het onderhoud aan gebouwen en gebouwgebonden installaties worden bepaalde resultaten van de te verrichten onderhoudswerkzaamheden in meer of mindere mate gedetailleerd vastgelegd (NPR 2777).
ISSO-publicatie 101
ECONOMISCHE EN TECHNISCHE ASPECTEN
Prestatie-indicator (PI) Variabele om de prestaties van een bedrijfsproces te analyseren en te beoordelen. Prestatie Resultaat van een actie die kan worden beoordeeld aan de hand van het bereiken van de prestatiecriteria.
69
Onderhoud en onderhoudscontracten
Prestatiecriteria Eisen of criteria die aan diverse prestatie-indicatoren gesteld worden. Productiviteit Relatie tussen efficiëntie en effectiviteit waarmee een persoon of organisatie productiemiddelen om weet te zetten in resultaat. Indien betrekking op de arbeidsproductiviteit kan dit worden gezien als een eenheid voor de arbeidstijd. Total Cost of Ownership (TCO) Een benaderingswijze waarbij, naast de stichtingskosten, ook gekeken wordt naar de financiële gevolgen van andere gemaakte keuzes in de ontwerpfase, zoals exploitatie en onderhoudskosten. TCO is stakeholder-gericht; TCO kan ook het totaal aan kosten van verschillende stakeholders inhouden.
ISSO-publicatie 101
70
Onderhoud en onderhoudscontracten
BIJLAGE D Term
ALFABETISCHE LIJST MET BEGRIPPEN MET VERWIJZINGEN ISSO- Rubriek 101
ISSO- NEN 2776 NVDO- NVDONEN-EN NEN-EN 13306 DBO (O) lijst boek 13269:2006
Aanbesteding
x
Aanneemsom
x
Aannemer Aanpassing (modificatie)
x x
7. Onderhoudsactiviteiten
x
Aanvangsrendement
Category NEN-EN 13306
x
x x x
Aanvangstijd
x
Acceptatie
x
1. Begrippen
Achterstallig onderhoud
x
6. Types onderhoud
x
Activamanagement
x
x
Active maintenance time
Active maintenance time
8. Time related terms
Active preventive maintenance task time
Active preventive maintenance task time
8. Time related terms
Active redundacy
3. Properties of items
Ageing failure
4. Failures and events
Asset (physical)
2. Item related terms
Availability
3. Properties of items
Maintenance management
1. Fundamental terms
Active redundacy Activiteitenplan
x
Afhandelingstijd
x
Afkoopcontract
x x x
Afmelding
x
Afschrijvingsbeleid
x
x
Afschrijvingskosten
x
x
Afwaarderen
x
Afwerking
x x
Ageing failure All-in contract
x
Analyse van gebreken
x
Analyse van uitval
x
9. Beheer, contractvormen en middelen 9. Beheer, contractvormen en middelen
Asset
x
9. Beheer, contractvormen en middelen
Asset (physical) Asset management
x
Asset owner
x
9. Beheer, contractvormen en middelen
Asset user
x
9. Beheer, contractvormen en middelen
x
3. Eigenschappen
Assetmanagement Availability
x x
Basiskwaliteit Bedrijfstijd
x x
8. Tijdgerelateerde termen
x
x
x
Bedrijfswaarde
x
x
Bedrijfszekerheid
x
x
Beheer
x
1. Begrippen
x
Beheer (pijler)
x
1. Begrippen
x
Beheerder
x
9. Beheer, contractvormen en middelen
x
Beheersen
x
1. Begrippen
x
x
Beleggingsduur
x
Benchmarking
x
x
x
x
Beschrijvende eisen
x
x
Bestek
x
x
x
x
x
x
x
x
Beschikbaarheid (Availability)
Betrouwbaarheid (Reliability)
x
3. Eigenschappen
x
3. Eigenschappen
Binnenklimaat
x
2. Gerelateerde termen
x
Binnenmilieu
x
2. Gerelateerde termen
x
x
2. Gerelateerde termen
Bewerkingshoeveelheid
Bouwconstructie Bouwdeel
x
x
x
Bouwen
x
x
Bruto-aanvangsrendement (BAR)
x
x
Bruto-inkomensstijging
x
Brutovloeroppervlakte (BVO)
x
Calamiteit
x
Calibratie
x
7. Onderhoudsactiviteiten
Capaciteitscontract
x
9. Beheer, contractvormen en middelen
ISSO-publicatie 101
x
x
81
Onderhoud en onderhoudscontracten
Term Certificatie
ISSO- Rubriek 101 x
ISSO- NEN 2776 NVDO- NVDONEN-EN NEN-EN 13306 DBO (O) lijst boek 13269:2006
7. Onderhoudsactiviteiten
x
Classificatie
x
Comfort
x
2. Gerelateerde termen
x
Commissioning
x
1. Begrippen
x
Commissioningautoriteit (CA)
x
9. Beheer, contractvormen en middelen
x
Commissioningplan
x
2. Gerelateerde termen
x
x
7. Onderhoudsactiviteiten
x
Common cause failures Compliance test Component
x
Conditie Conditieafhankelijk onderhoud
Category NEN-EN 13306
Common cause failures
4. Failures and events
Compliance test
7. Maintenance activities
Condition based maintenance
6. Maintenance types
Condition monitoring
7. Maintenance activities
x
x x
6. Types onderhoud
x
x
Conditiemeting
x
x
Conditiemodel
x
x
Conditiemonitoring
x
Conditiescore
x
x
x
x
Condition monitoring Conformiteit Conformity
Conformity
3. Properties of items
Constant failure period
Constant failure period
8. Time related terms
Consumable item
2. Item related terms
Consultancy
x
Consumable item Continuïteit in DB&O
x
2. Gerelateerde termen
x
6. Types onderhoud
x
Contractonderhoud Correctief onderhoud
x
x
x
x
Criticality Curatief onderhoud
x
6. Types onderhoud
x
6. Types onderhoud
Dagvenster
x
x
x
x
x x
9. Beheer, contractvormen en middelen
x
DB&O-status
x
5. Gebreken en condities
x
DB&O-verbeteringen
x
2. Gerelateerde termen
x
Defect
x
5. Gebreken en condities
x
x
Deferred corrective maintenance Degradated state Degradatie (veroudering, verval)
x
4. Storingen en gebeurtenissen
x
x
Dependability Design Build Finance Maintain Dienstverleningsovereenkomst
x
5. Faults and states 6. Maintenance types
Degradated state
5. Faults and states
Degradation
4. Failures and events
Dependability
1. Fundamental terms
Disabled state
5. Faults and states
Early failure period
8. Time related terms
External disabled state
5. Faults and states
9. Beheer, contractvormen en middelen
Discipline
x
Drempelbedrag
x
1. Begrippen
Duurzaam Beheer en Onderhoud (DB&O)
x
1. Begrippen
x
Duurzaam meerjarenonderhoudsplan (DMOP)
x
9. Beheer, contractvormen en middelen
x
Duurzaamheid
x
x
Economische levensduur
x
x
Economische winst
x
Early failure period
Eenheidsprijs
x
x
Eigenaarbeheer
x
x
Eigenaarsonderhoud
x
x
x
x
Esthetische levensduur
x
x
Exploitatiekosten
x
x
Exploitatieperiode
x
x
10. Economische en technische aspecten
Element
x
2. Gerelateerde termen
Environment
x
3. Eigenschappen
External disabled state
ISSO-publicatie 101
Fault Deferred corrective maintenance
x
Disabled state
Effectiviteit van onderhoud
6. Maintenance types 4. Failures and events
x
Database DB&O-deskundige
Corrective maintenance Criticality
x
Cyclisch onderhoud Dagelijks onderhoud
x
82
Onderhoud en onderhoudscontracten
Term
ISSO- Rubriek 101
ISSO- NEN 2776 NVDO- NVDONEN-EN NEN-EN 13306 DBO (O) lijst boek 13269:2006
External disabled time
External disabled time
Faalgedrag
Category NEN-EN 13306 8. Time related terms
x
Faalkans
x
Faalkosten
x
Facilitair management (NEN-EN 15221)
x
1. Begrippen
x
Facilitair manager
x
9. Beheer, contractvormen en middelen
x
Facilitaire organisatie
x
9. Beheer, contractvormen en middelen
x
x
x
x
x x
Facilitaire productie
x
x
Facilitaire strategie
x
x
Failure cause
Failure cause
4. Failures and events
Failure criteria
Failure criteria
4. Failures and events
Failure Mechanism
4. Failures and events
Failure mode
4. Failures and events
Failure Effect
x
5. Gebreken en condities
x
5. Gebreken en condities
Failure Mechanism Failure Mode Fault diagnosis
Fault diagnosis
7. Maintenance activities
Fault localisation
Fault localisation
7. Maintenance activities
Fault masking
5. Faults and states
Function check-out
7. Maintenance activities
Mean repair time
10. Economic and technical factors
Fault masking Feitelijke situatie
x
1. Begrippen
FMECA (Failure Mode and Critically Effect Analysis)
x
1. Begrippen
FTA (Fail Tree Analysis)
x
1. Begrippen
Functie
x
2. Gerelateerde termen
x
8. Tijdgerelateerde termen
Functioneel falen
x
2. Gerelateerde termen
Functioneel onderhoud
x
6. Types onderhoud
x
x
7. Onderhoudsactiviteiten
x
Functiebeproeving Functiehersteltijd
x
x
Function check-out
Functionele eisen Functionele inspecties Functionele levensduur
x
8. Tijdgerelateerde termen
Functionele specificatie
x
2. Gerelateerde termen
Functionele test
x
7. Onderhoudsactiviteiten
Functioneren
x
2. Gerelateerde termen
x
x
x
x
x
Fysieke assets
x
Garantieonderhoud
x
Gebouwbeheersysteem (GBS)
x
2. Gerelateerde termen
Gebouwdossier
x
2. Gerelateerde termen
Gebouw(gebonden) installatie
x
2. Gerelateerde termen
x
x
5. Gebreken en condities
x
Gebouwbeheer Gebrek
x x
Gebrekenopname
x
x
Gebrekenparameters
x
x
Gebruik
x
2. Gerelateerde termen
x
Gebruiker
x
9. Beheer, contractvormen en middelen
x
Gebruikersonderhoud
x
6. Types onderhoud
Gebruikgestuurd onderhoud
x
6. Types onderhoud
Gebruiksafhankelijk onderhoud (Predetermined Maintenance)
x
6. Types onderhoud
Gebruikstijd
x
8. Tijdgerelateerde termen
Gedeeltelijk gebrek
x
5. Gebreken en condities
x
x
x
x
x
Gehuisveste organisatie
x
9. Beheer, contractvormen en middelen
Gemiddelde onderhoudstijdsduur (MTTM, Mean Time To Maintain)
x
8. Tijdgerelateerde termen
Gemiddelde reparatietijd (MTTR, Mean Time To Repair)
x
8. Tijdgerelateerde termen
Gemiddelde reparatietijdsduur (MTTR, Mean Time To Repair)
x
8. Tijdgerelateerde termen
x
Mean time to restoration
10. Economic and technical factors
Gemiddelde storingsinterval (MTBF, Mean Time Between Failures)
x
8. Tijdgerelateerde termen
x
Mean time between failures
10. Economic and technical factors
Gemiddelde tijd in bedrijf tussen uitval (MOTBF, Mean Operating Time Between Failures)
x
8. Tijdgerelateerde termen
Gerepareerd object
ISSO-publicatie 101
x
Mean operating time between failures 10. Economic and technical factors
x
x
83
Onderhoud en onderhoudscontracten
Term
ISSO- Rubriek 101
ISSO- NEN 2776 NVDO- NVDONEN-EN NEN-EN 13306 DBO (O) lijst boek 13269:2006
Geriefsverbetering
x
Gevaarlijke toestand
x
5. Gebreken en condities
Gezondheid
x
3. Eigenschappen
x
7. Onderhoudsactiviteiten
Grenswaarde Groepsvervanging
x Hazardous state
5. Faults and states
Hidden failure
4. Failures and events
x
Groot onderhoud
x
6. Types onderhoud
Health
x
3. Eigenschappen
x
x
Herbestemming
x
x
Hergebruik
x
x
Herhalingssnelheid van uitval
x
x
Herontwikkeling
x
x
Hersteltijd
x
Hidden failure Hoofdaannemer
x
Hoofdgroep Huurder
Category NEN-EN 13306
x
x x
9. Beheer, contractvormen en middelen
x
Huurdersonderhoud
x
Huurwaarde-ontwikkeling
x
x
Idle time
Idle time
8. Time related terms
Immediate corrective maintenance
Immediate corrective maintenance
6. Maintenance types
Improvement
7. Maintenance activities
Indenture level
2. Item related terms
Inspection
7. Maintenance activities
Insurance spare part
2. Item related terms
Intrinsic reliability
3. Properties of items
Improvement Incidentregistratiesysteem
x
Indenture level Indicator
x
10. Economische en technische aspecten
x
Infraroodinspectie
x
Ingebrekestelling Inspanningscontract
x x
9. Beheer, contractvormen en middelen
x
Inspanningsgericht onderhoud
x x
Inspectie
x
7. Onderhoudsactiviteiten
Inspectief onderhoud
x
6. Types onderhoud
x
x
Installatie
x
Installatiedeel
x
x
Instandhouding
x
x
Insurance spare part Integraal bedrijfsmiddelenmanagement Integrale vervanging
x x
7. Onderhoudsactiviteiten
Interne opbrengstvoet (Internal rate of return, IRR)
x
x
x
x
Intrinsic reliability Inventarisatie Inventarislijst
x
2. Gerelateerde termen
x
Item
Item
2. Item related terms
Item register
Item register
9. Maintenance support and tools
Jaarrendement
x
Kengetal Kerndocument
x x
2. Gerelateerde termen
x
x
Kernwaarden
x
Ketendenken
x
Key-suppliership Klacht
x x
4. Storingen en gebeurtenissen
x
x
2. Gerelateerde termen
x
Klimaatinstallatie
x
2. Gerelateerde termen
x
Klimaatklachten
x
2. Gerelateerde termen
x
Klachtenonderhoud Kledingweerstand
x
Klein onderhoud
x
Klusjesman-activiteiten
x
Kostendrager
x
Kostenplaats
x
Kostensoort KPI (Key Performance Indicator, kritieke prestatie-indicator)
ISSO-publicatie 101
x
x x
10. Economische en technische aspecten
x
x
x
84
x
Onderhoud en onderhoudscontracten
Term
ISSO- Rubriek 101
Kriticiteit
x
Kriticiteitsmatrix
x
2. Gerelateerde termen
Kritieke Succesfactor (KSF)
x
10. Economische en technische aspecten
ISSO- NEN 2776 NVDO- NVDONEN-EN NEN-EN 13306 DBO (O) lijst boek 13269:2006
Category NEN-EN 13306
2. Gerelateerde termen
x
Kritische Succesfactor (KSF)
x
Latent fault Latent gebrek
x
5. Gebreken en condities
Leasecontract
x
9. Beheer, contractvormen en middelen
Levensduur (Life Cycle)
x
3. Eigenschappen
x
Life Cycle Analyse (LCA, levenscyclusanalyse)
x
10. Economische en technische aspecten
x
Life Cycle Cost (LCC, Levensduurkosten)
x
10. Economische en technische aspecten
x
Lean manufacturing
Latent fault
5. Faults and states
x
x
x
Life cycle
3. Properties of items
x
x
Life cycle cost
10. Economic and technical factors
Line of maintenance, maintenance echelon
9. Maintenance support and tools
Logistic delay
8. Time related terms
Maintainability
3. Properties of items
Line of maintenance, maintenance echelon Locatie
x
2. Gerelateerde termen
x
1. Begrippen
Maincontracting
x
9. Beheer, contractvormen en middelen
Maintability
x
3. Eigenschappen
x
Logistic delay Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)
x
x
Maintenance level
Maintenance level
6. Maintenance types
Maintenance objective
Maintenance objective
1. Fundamental terms
Maintenance outsourcing
Maintenance outsourcing
6. Maintenance types
Maintenance plan
Maintenance plan
1. Fundamental terms
Maintenance record
Maintenance record
9. Maintenance support and tools
Maintenance schedule
Maintenance schedule
7. Maintenance activities
Maintenance strategy
Maintenance strategy
1. Fundamental terms
Maintenance support
Maintenance support
9. Maintenance support and tools
Maintenance task preparation
7. Maintenance activities
Mantinenance supportability
1. Fundamental terms
Mean failure rate
3. Properties of items
Modification
7. Maintenance activities
Maintenance task preparation Manageability (beheersbaarheid)
x
Mantinenance supportability Markthuurwaarde
x
Mean failure rate Mean time between system incidents
x
Meerjaren-investeringsplanning
x
x
Meerjaren-onderhoudsplanning
x
x
Meerwerk
x
Meetmethode Melding
x x
4. Storingen en gebeurtenissen
Milieu Effect Rapport (MER)
x
Minderwerk
x
Modificatie
x
7. Onderhoudsactiviteiten
Molest
x
1. Begrippen
Monitoring
x
7. Onderhoudsactiviteiten
Montagetijden MUP
x
x
x
x
x
x x
9. Beheer, contractvormen en middelen
Nakoming (van het onderhoudscontract)
x
7. Onderhoudsactiviteiten
Nalevingstest (Compliance test)
x
7. Onderhoudsactiviteiten
Mutatiegraad
x
Netto-aanvangsrendement (NAR)
x
x x
x
Netto-investeringen
x
x
Nettovloeroppervlakte
x
x
Niet gepland onderhoud (Immediate Maintenance)
x
6. Types onderhoud
x
NL-SfB code
x
Normmaatregel
x
Normtijd
x
Nulbeurt
x
x
Nulmeting
x
x
ISSO-publicatie 101
x
85
Onderhoud en onderhoudscontracten
Term
ISSO- Rubriek 101
ISSO- NEN 2776 NVDO- NVDONEN-EN NEN-EN 13306 DBO (O) lijst boek 13269:2006
Nuttige vloeroppervlakte Object
x
2. Gerelateerde termen
Objectgegevens
x
x
x
x
Category NEN-EN 13306
x
Obsolescence
Obsolescence
3. Properties of items
6. Types onderhoud
On line maintenance
6. Maintenance types
x
6. Types onderhoud
On site maintenance
6. Maintenance types
x
2. Gerelateerde termen
Maintenance
1. Fundamental terms
Remote maintenance
6. Maintenance types
Maintenance time
8. Time related terms
Operating time between failures
Operating time between failures
8. Time related terms
Operation
Operation
1. Fundamental terms
Operator maintenance
Operator maintenance
6. Maintenance types
Partial fault
5. Faults and states
Omgeving
x
3. Eigenschappen
On Line onderhoud
x
On Site Maintenance Ontwerpdossier
Omvang
x
Onderaannemer
x
9. Beheer, contractvormen en middelen
Onderhoud
x
1. Begrippen
x x
x
x
Onderhoud beheersysteem (OBS) Onderhoud op afstand
x x
6. Types onderhoud
x
Onderhoud ter plaatse Onderhoudbaarheid (Maintainability)
x
x x
3. Eigenschappen
Onderhoudsactiviteit
x
x
x
x
Onderhoudsbeheersing
x
Onderhoudsbehoefte
x
2. Gerelateerde termen
Onderhoudsbeurt
x
7. Onderhoudsactiviteiten
Onderhoudsconcept
x
2. Gerelateerde termen
Onderhoudscontract
x
9. Beheer, contractvormen en middelen
Onderhoudscontractant, onderhoudspartij, opdrachtnemer
x
9. Beheer, contractvormen en middelen
x
Onderhoudsbon
x x x
x
x x
Onderhoudscyclus
x
x
Onderhoudsdiscipline
x
x
Onderhoudsdocumentatie
x
2. Gerelateerde termen
Onderhoudsdoelstellingen
x
2. Gerelateerde termen
Onderhoudskosten Onderhoudslocatie
x
x
2. Gerelateerde termen
Onderhoudspartij
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Onderhoudsperiode x
2. Gerelateerde termen
x
Onderhoudsplanning Onderhoudsprognose Onderhoudsrapport
x x x
Onderhoudsniveau
Onderhoudsplan
x x
2. Gerelateerde termen
Onderhoudsmaatregel Onderhoudsmanagement
x x
2. Gerelateerde termen
x
Onderhoudsrichtlijnen
x
Onderhoudsscenario
x
x
Onderhoudssoort
x
x
Onderhoudsstrategie
x
2. Gerelateerde termen
x
Onderhoudstaak Onderhoudstijd
x x
x
8. Tijdgerelateerde termen
Online-onderhoud Onoordeelkundig gebruik
x
4. Storingen en gebeurtenissen
Ontwerpdossier
x
2. Gerelateerde termen
Opdrachtgever
x
9. Beheer, contractvormen en middelen
Opdrachtnemersvergoeding
x
9. Beheer, contractvormen en middelen
x
x
x
x
x
Opleverings- of kwaliteitscontrole
x x
9. Beheer, contractvormen en middelen
x
x x
x
1. Begrippen
x
Partial fault
ISSO-publicatie 101
x
x
Overall Equipment Effectiveness (OEE) Overdracht
x
x
Oplevering
Organisatie
x x
86
Onderhoud en onderhoudscontracten
Term Perceptie (pijler)
ISSO- Rubriek 101
ISSO- NEN 2776 NVDO- NVDONEN-EN NEN-EN 13306 DBO (O) lijst boek 13269:2006
x
1. Begrippen
x
x
10. Economische en technische aspecten
x
Performance-analyse PI (Performance Indicator, prestatie-indicator)
x
Category NEN-EN 13306
x
x
x
Pijler
x
1. Begrippen
x
Plan van Aanpak
x
1. Begrippen
x
Planbaar onderhoud
x
6. Types onderhoud
x
Planmatig onderhoud
x
6. Types onderhoud
x
Scheduled maintenance
6. Maintenance types
Predetermined maintenance
Predetermined maintenance
6. Maintenance types
Predictive maintenance
Predictive maintenance
6. Maintenance types
Preventive maintenance
6. Maintenance types
Primary failure
4. Failures and events
Rebuilding
7. Maintenance activities
Redundancy
3. Properties of items
Reliability
3. Properties of items
Repairable item
2. Item related terms
Portfoliomanagement
x
Prestatie
x
10. Economische en technische aspecten
x
Prestatieborging
x
9. Beheer, contractvormen en middelen
x
Prestatiecontract
x
9. Beheer, contractvormen en middelen
x
Prestatiecriteria
x
10. Economische en technische aspecten
x
x
6. Types onderhoud
x
Prestatie-eis Prestatiegericht onderhoud Prestatiekeuring
x
x x x
x
x
x
x
x
x
x
Prestatiemeting
x
x
Prestatiemetingsplan
x
x
x
x
x
x
Preventief onderhoud
x
6. Types onderhoud
Primaire processen Primaire uitval
x
4. Storingen en gebeurtenissen
x
6. Types onderhoud
x
10. Economische en technische aspecten
x
Primary failure Proactief Preventief Onderhoud (Handhaven en Verbeteren) Procedure Productiviteit
x x
Project
x
x
Projectplanning
x
x
Quick Scan
x
1. Begrippen
x x
Quick Wins
x
1. Begrippen
RAMS (HE)
x
3. Eigenschappen
RCM (Reliability Centered Maintenance)
x
1. Begrippen
Re-commissioning
x
1. Begrippen
Reconstructie/renovatie (Rebuilding)
x
7. Onderhoudsactiviteiten
Redundantie
x
3. Eigenschappen
Reliability
x
3. Eigenschappen
x
x x
Reactietijd (responstijd)
x x
x
Rendement
x
x
Renovatie
x
x
x
x
Repairable item Reparatie
x
7. Onderhoudsactiviteiten
Reparatietijd
x
8. Tijdgerelateerde termen
x
x
Required function Restauratie
x
x
Restlevensduur
x
x
Restoration Resultaatcontract
x
9. Beheer, contractvormen en middelen
x
1. Begrippen
Revisie
x
7. Onderhoudsactiviteiten
Revisie (Overhaul)
x
7. Onderhoudsactiviteiten
Revisiebescheiden
x
2. Gerelateerde termen
Required function
1. Fundamental terms
Restoration
7. Maintenance activities
x
x
x
x Overhaul
7. Maintenance activities
Routine maintenance
7. Maintenance activities
Secondary failure
4. Failures and events
x
Routine maintenance
x
Routine-onderhoud
x
6. Types onderhoud
Safety
x
3. Eigenschappen
Screenende meting
x
7. Onderhoudsactiviteiten
x
4. Storingen en gebeurtenissen
x
x
Secondary failure
ISSO-publicatie 101
8. Time related terms
x
Risk Based Maintenance (RBM)
Secundaire uitval
7. Maintenance activities
Repair time
x
Resultaatgericht onderhoud Retro-commissioning
Rapair
87
Onderhoud en onderhoudscontracten
Term
ISSO- Rubriek 101
ISSO- NEN 2776 NVDO- NVDONEN-EN NEN-EN 13306 DBO (O) lijst boek 13269:2006
Serviceability
Category NEN-EN 13306
x
Servicecontract
x
x
Servicekosten
x
x
Severity
Severity
4. Failures and events
Shutdown
5. Faults and states
Software fault
Software fault
5. Faults and states
Spare part
Spare part
2. Item related terms
Standby redundancy
Standby redundancy
3. Properties of items
Standby time
Standby time
8. Time related terms
Failure analysis
9. Maintenance support and tools
Sudden failure
4. Failures and events
Technical delay
8. Time related terms
Shutdown
x
8. Tijdgerelateerde termen
SLA (Service Level Agreement, dienstverleningsovereenkomst)
x
9. Beheer, contractvormen en middelen
Split incentive
x
1. Begrippen
x x
x
x
1. Begrippen
x
Stooklijn
x
2. Gerelateerde termen
x
Storing
x
4. Storingen en gebeurtenissen
x
Storinggestuurd onderhoud
x
6. Types onderhoud
Stilstandtijd
x
x
x
Storingsafhankelijk onderhoud
x
6. Types onderhoud
Storingsanalyse
x
9. Beheer, contractvormen en middelen
Storingshistorie
x
x
x
x
x
x
Storingsmelding Storingstoestand
x
x
Standaardwerkzaamheid
Stappenplan
x
x x
5. Gebreken en condities
x
Strategielabel
x
x
Sudden failure Supply chain management
x
Technical delay Techniek (pijler)
x
1. Begrippen
x
x
5. Gebreken en condities
x
x
5. Gebreken en condities
Tijd buiten functie (Down Time)
x
8. Tijdgerelateerde termen
Tijd in bedrijf (Operating Time)
x
8. Tijdgerelateerde termen
Technisch beheer Technische conditie Technische levensduur Teruggezette toestand Theoretische levensduur
x
x
x
x
x x
Down time
8. Time related terms
Operating time
8. Time related terms
Tijd in bedrijf tussen uitval
x
8. Tijdgerelateerde termen
Operating time to failure
8. Time related terms
Tijd in functie (Up Time)
x
8. Tijdgerelateerde termen
Up time
8. Time related terms
Time between failures
8. Time related terms
Tijd tot uitval
x
8. Tijdgerelateerde termen
Tijd tussen uitval
x
8. Tijdgerelateerde termen
Tijd van stilstand
x
8. Tijdgerelateerde termen
Tijd voor correctief onderhoud
x
8. Tijdgerelateerde termen
Corrective maintenance time
8. Time related terms
Tijd voor preventief onderhoud
x
8. Tijdgerelateerde termen
Preventive maintenance time
8. Time related terms
Tijdelijke reparatie
x
7. Onderhoudsactiviteiten
Temporary repair
7. Maintenance activities
Tijdsafhankelijk onderhoud
x
x
Time to restoration
Time to restoration
8. Time related terms
Toestand buiten functie
x
5. Gebreken en condities
Down state
5. Faults and states
Toestand in bedrijf
x
5. Gebreken en condities
Operating state
5. Faults and states
Toestand in functie
x
5. Gebreken en condities
Up state
5. Faults and states
Toestand van standby
x
5. Gebreken en condities
Standby state
5. Faults and states
Toestand van stilstand
x
5. Gebreken en condities
Idle state
5. Faults and states
Toestandgestuurd onderhoud
x
6. Types onderhoud
Toestandsafhankelijk onderhoud
x
6. Types onderhoud
Total Cost of Ownership (TCO)
x
10. Economische en technische aspecten
Failure
4. Failures and events
Useful lefe
3. Properties of items
x
x x
Total Productive Maintenance (TPM)
x
Transitiefase
x
9. Beheer, contractvormen en middelen
Uitgesteld onderhoud
x
6. Types onderhoud
Uitval (Failure)
x
4. Storingen en gebeurtenissen
Uitval door ouderdom
x
4. Storingen en gebeurtenissen
Uitval door slijtage
x
4. Storingen en gebeurtenissen
x
x
Useful lefe
ISSO-publicatie 101
88
Onderhoud en onderhoudscontracten
Term
ISSO- Rubriek 101
ISSO- NEN 2776 NVDO- NVDONEN-EN NEN-EN 13306 DBO (O) lijst boek 13269:2006
Variabel onderhoud
x
Vast onderhoud
x
Vastgoed
x
Vastgoedbeheer
x
Vastgoedmanagement
x
Vastgoedportefeuille
x
x
Vastgoedsturing
x
x
Veiligheid
Category NEN-EN 13306
x
x
x
3. Eigenschappen
Veiligheids Checklist Aannemers (VCA)
x
Verbetering
x
1. Begrippen
Verbeterslag
x
1. Begrippen
x x
Verborgen gebrek
x
Verbruiksmaterialen
x
Verduurzamen Vereiste functie
x
2. Gerelateerde termen
Vereiste tijd in functie
x
8. Tijdgerelateerde termen
Verkeerd gebruik van een gebouw of installatie
x
4. Storingen en gebeurtenissen
x
x
x
x
x
x Required time
8. Time related terms
Wear-out failure
Wear-out failure
4. Failures and events
Wear-out failure period
Wear-out failure period
8. Time related terms
Verouderingskromme
x
Vervangingsplanning Visuele inspectie
x x
7. Onderhoudsactiviteiten
x
x
Voldoende onderricht persoon (VOP)
x
Voorraadbeleid
x
Waarderingsgrondslagen
x
Weibull-analyse
x
9. Beheer, contractvormen en middelen
Wettelijk onderhoud
x
Wettelijke inspecties
x
Zelf aangebrachte voorziening (ZAV)
x
Zelfdiagnose
ISSO-publicatie 101
x
x
7. Onderhoudsactiviteiten
x
x
89
Onderhoud en onderhoudscontracten