INHOUD
Voorwoord ………………………………………………………………... 3 1. Inleiding ………………………………………………………………. 5 2. Historiek ………………………………………………………….……. 7 3. De ouder wordende mens ………………………………………….. 7 4. Visie en uitgangspunten ………………………………………….… 4.1. Het geriatrisch zorgprogramma, visie vanuit ergotherapie …. 4.2. Ergotherapeutische interventie …………………………………. 4.3. Concepten en benaderingswijzen ……………………………….
8 9 12 13
5. Beschrijving van de beroepsactiviteiten ………………………… 13 5. 1. Behandelen ………………………………………………………… 13 5.1.1. Exploratie, inventariseren van problemen en mogelijkheden 5.1.2. Bepalen van doelen, plannen van de interventie 5.1.3. Uitvoeren van de behandeling 5.1.4. Evalueren 5.2. Preventieve zorg …………………………………………………. 16 5. 3. Geven van advies, voorlichting, informatie …………………... 16 5.3.1 t.a.v. de patiënt 5.3.2. t.a.v. medewerkers/personeel 5.3.3. t.a.v. collega’s
5. 4. 5.4.1. 5.4.2. 5.5.
Toegepast wetenschappelijk onderzoek ……………………… 17
5.6.
Evalueren van het beroepsmatig handelen …………………… 18
Signaleren Uitvoeren
Bijdragen tot het ontwikkelen van het beroep ………………… 17
5.7. Intradisciplinaire en interdisciplinaire samenwerking ……….. 18 5.7.1. Teamoverleg 5.7.2. Individuele contacten met andere zorgverleners 5. 8 Permanente vorming, ontwikkelen van individuele kennis en ……………………………………………………………… 5.8.1. Documentatiesysteem 5.8.2. Ontwikkeling 5. 9. 5.9.1. 5.9.2. 5.9.3. 5.9.4.
kunde 19
Management, beheer op het niveau van de ergotherapie …… 19 Leidinggevende opdrachten Beheer Externe contacten Kwaliteitszorg
5.10. Geven van onderwijs en begeleiding …………………………... 20 6.
Beschrijving van het ergotherapieproces ………………… 21
7.
Bijlagen Bijlage 1 Begrippenlijst ………………………………………….. 25 Bijlage 2 Leden werkgroep …………………………………….. 28
8.
Bronnen/Referentielijst ……………………………………….
29
Voorwoord door J. Peeters Heel wat signalen uit het werkveld, zowel naar aanleiding van inspectie als na contacten en besprekingen met beleidsinstanties, andere zorgberoepen en collega’s, lieten scherp de noodzaak voelen om werk te maken van het uitschrijven van een duidelijk en coherent profiel van de ergotherapeut die tewerkgesteld is binnen een G-dienst. Dit functieprofiel past in de opzet om op een uniforme manier de taak van de ergotherapeut binnen de verschillende settings van ouderenzorg te omschrijven. Het functieprofiel van de ergotherapeut in de residentiële zorg ouderen werd reeds voltooid; settings als gerontopsychiatrie, psychogeriatrie en de oudere met een verstandelijke beperking komen nog aan bod. Het lijkt ons inderdaad heel belangrijk dat de ergotherapeut zich in het huidige zorgenlandschap duidelijk profileert binnen het begeleidingsteam. Op deze manier zullen de samenwerkingsmodaliteiten met andere disciplines transparanter worden en maximaal betrokken zijn op de oudere patiënt. Het spreekt dan ook vanzelf dat de beroepsvereniging deze uitdaging aangegrepen heeft, temeer omdat deze volledig kadert binnen haar opdrachtverklaring. Ze wil immers de vertolker zijn van de manier waarop de moderne ergotherapeut invulling wil geven aan zijn taak, onder meer naar de beleidsinstanties toe die de uitoefening van de ergotherapie binnen deze sector onder hun bevoegdheid hebben. Bij het uitschrijven van deze visietekst werd zowel aandacht besteed aan het duiden van moderne zorgvisies, modellen en referentiekaders binnen dit interventiedomein, als aan het definiëren van werkingsessenties waar betrokken ergotherapeuten zich kunnen in vinden en van waaruit ze hun eigen tussenkomst op de werkvloer kunnen vormgeven. Organisatorisch hebben we gekozen voor een goed werkbare focusgroep en een klankbordgroep met vertegenwoordigers uit gans Vlaanderen. Deze bestaan uit zowel ergotherapeuten uit het werkveld als collega’s uit opleidingen die deskundig zijn binnen dit interventiedomein. De tekst is bespreekbaar gesteld op de website, op diverse werkgroepbijeenkomsten en is ook voorgelegd aan een aantal directies en andere beroepsgroepen. Alle feedback werd verwerkt. We zijn bijzonder blij met deze tekst die tot stand kwam onder leiding van Dirk Watthy, diensthoofd ergotherapie in het AZ Damiaan, Oostende. Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 3
Tijdens het ganse proces hebben Els Cokelaere en Dirk Caulier, ergotherapeuten te AZ St-Jan Brugge, de tekst nauwgezet opgevolgd en aangepast. Voor het VE is dit de basisprofieltekst voor dit interventiedomein. Wij hopen dat hij in diverse werkgroepen het onderwerp kan blijven uitmaken van verdere discussie en toetsing. In deze zin blijft de inhoud van deze tekst dan ook een dynamisch gegeven, zoals ook de zorgvisie voor de oudere in onze maatschappij een dynamisch gegeven is. In het academiejaar 2003-2004 werd door collega Evie De Moes onderzoek verricht naar “Ontslagvoorbereiding op een G-dienst: exploratief ergotherapeutisch onderzoek.” Hiervoor werden alle ergotherapeuten werkzaam op een G-dienst in Vlaanderen aangeschreven. De respons op haar enquête bedroeg 99%, de cijfergegevens van dit relevant onderzoek zijn te raadplegen op www.ergotherapie.be.
Jonny Peeters Voorzitter VE Juni 2007
Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 4
4
1. Inleiding Dit beroepsprofiel uitwerken kan niet los gezien worden van het beschrijven van een bepaald mensbeeld en van een welbepaalde zorgvisie. Vanuit deze basis, na een algemene oriëntatie, worden theoretische achtergronden over het ouder worden uitgediept. Daarna wordt de specifieke visie waarbinnen dit profiel zich kadert, uitgewerkt. Tegen deze achtergrond volgt dan een zeer concrete beschrijving van de beroepsactiviteiten met mogelijke taken. Hiervoor baseren wij ons op het algemeen beroepsprofiel van de ergotherapeut zoals dat in 1997 uitgeschreven werd, op het beroepsstatuut in het Belgisch Staatsblad van 1996, op de uniforme terminologie( 1 ) (Willard en Spackman, 1999) en op de International Classification of Functioning, disability and health (ICF, 2001). Tot slot leek het ons ook belangrijk aandacht te besteden aan de plaats van de ergotherapie binnen het Algemeen Ziekenhuis op de G-dienst. Hierbij aansluitend duiden we de mogelijke raakvlakken aan met andere disciplines.
Ergotherapie en levenskwaliteit Autonoom functioneren en het ontwikkelen of het toepassen van vaardigheden zijn twee elementen die heel sterk onze levenskwaliteit bepalen. Door het handelen manifesteert de mens zich, geeft hij betekenis aan zijn leven. Een verstoring of beperking in het handelen kan leiden tot een vermindering van het welbevinden. Door adaptatie, in de zin van: zich aanpassen aan -aanpassing van de omgeving- aanpassing van de activiteit, kan het welbevinden (terug) geoptimaliseerd worden. Het behouden, het herstellen en het bevorderen van het handelen in het dagelijkse functioneren is het specifieke werkdomein van de ergotherapie. Dagelijks functioneren heeft betrekking op de drie handelingsgebieden namelijk zelfzorg, productiviteit en ontspanning. Ergotherapeuten wenden “het handelen” van de persoon aan als therapeutisch middel. Hierbij worden het verleden, heden en toekomst doelbewust en specifiek betrokken. De basis hiervoor is de gedachte dat een beperking door het handelen te beïnvloeden is, en dat mensen leren/zich ontwikkelen door het uitvoeren van activiteiten.
Ergotherapie bij de geriatrische patiënt De geriatrische patiënt is een patiënt die gemiddeld ouder dan 75 jaar is en die nood heeft aan een specifieke aanpak om verschillende van de volgende redenen:
(1)
VE‐leden kunnen de ʺuniforme terminologieʺ downloaden van www.ergotherapie.be. Niet leden kunnen de ʺuniforme terminologieʺ bestellen via
[email protected]. Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 5
5
-
fragiliteit en beperkte homeostase, actieve polypathologie, atypische klinische beelden, verstoorde farmacokinetica, gevaar voor functionele achteruitgang, gevaar voor deficiënte voeding, tendens tot inactiviteit en bedlegerigheid, met toegenomen risico tot opname in een instelling en afhankelijkheid bij alledageljikse activiteiten, - psychosociale problemen.
(KB zorgprogramma geriatrische patiënt 29/01/2007, Belgisch Staatsblad 7/03/2007).
Bij de geriatrische patiënt legt de ergotherapie de klemtoon op het assessment, activeren, valideren en onderhouden van de beschikbare energie en de aanwezige capaciteiten tot handelen. Rekening houdend met de beperkingen worden oude handelingen hersteld en nieuwe handelingen aangeleerd. Wanneer patiënten zeer sterk zorgbehoevend zijn, gaat de aandacht van de ergotherapie naar het levenscomfort en de mogelijkheden tot zelfbeschikking van de oudere. Het zorgprogramma voor de geriatrische patiënt richt zich op de multidisciplinaire diagnose, behandeling en revalidatie van de geriatrische patiënt rekening houdend met de continuïteit van de zorg in samenspraak met de huisarts en andere zorgverleners.
Ergotherapie en autonomie Ergotherapie werkt vanuit de waarde en uniciteit van ieder individu, m.a.w. vanuit een fundamenteel holistische visie. Door elk aspect van de relatie ‘persoon – omgeving – activiteit’ te analyseren schept de ergotherapeut kansen om de identiteit van de geriatrische patiënt te ondersteunen en te bevestigen. De ergotherapeutische screening plaatst via intake het handelen van de patiënt in een patiëntgecentreerde context. Via observatie worden sterke kanten, problemen en potentiële problemen in het handelen vastgesteld. De ergotherapeut brengt de vaardigheden die de patiënt wel en niet effectief beheerst in kaart. Hij interpreteert en verklaart de oorzaken. Therapeutische activiteiten om effectief handelen te herstellen of te ontwikkelen worden geïmplementeerd. Tijdens het therapeutische proces evalueert hij voortdurend of het handelen verbeterd is (indien er leerbaarheid is van de patiënt om tot functieherstel te komen = functie‐training).
Wanneer functieherstel uitblijft, wordt overgegaan tot adaptatiestrategieën om de kwaliteit van het handelen binnen de handelingsgebieden van de
Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 6
6
patiënt gunstig te beïnvloeden. Zo worden alternatieve of compensatietechnieken aangeleerd, hulpmiddelen geadviseerd, de taak en/of de fysieke en/of de materiële omgeving aangepast. Hiervoor is het noodzakelijk een analyse van de materiële omgeving te maken. Informatie, voorlichting en begeleiding in overleg met de betrokken partijen kunnen deel uitmaken van het ergotherapeutisch proces = adviserende functie (Fisher, 1995). Inschatten van draaglast en draagkracht om de harmonie tussen patiënt en zijn mantelzorgers te behouden/herstellen is een essentieel onderdeel van het ergotherapeutische advies met als doel de patiënt de keuze te geven zolang mogelijk thuis te blijven wonen. Ergotherapeuten hebben de expertise om de dynamiek van de (sociale) omgeving en het handelen van de patiënt op elkaar af te stemmen.
2. Historiek De dienst Geriatrie werd opgericht bij KB 12.04.1984. Zijn voorloper was de R-dienst voor Geriatrie en Revalidatie (1974). Hoewel deze R-dienst bestemd was voor geriatrische patiënten, werd dit in de praktijk weinig toegepast. In veel Algemene Ziekenhuizen zag men deze dienst als een verlenging van de revalidatie voor patiënten van andere ziekenhuisdiensten. Door hoger genoemd KB werd deze misvatting gecorrigeerd. Tevens gebeurde er ook een reconversie van V-bedden en Rbedden voor Geriatrie en Revalidatie naar G-bedden of RVT-bedden. Hier ligt bovendien de oorsprong van een aantal G-bedden die niet in een Algemeen Ziekenhuis ingebed zijn. Indien dit het geval is, moeten deze een contract afsluiten met een Algemeen Ziekenhuis dat over een G-dienst beschikt. Op 29/01/2007 werd het "zorgprogramma geriatrie" ondertekend door de koning. Het verscheen in het Belgisch Staatsblad op 07/03/2007.
3. De ouder wordende mens De langere levensduur van de mens en het toenemende aantal ouderen resulteert in een grotere interesse en aandacht voor het verouderingsproces. Dit heeft tot gevolg dat er zich, naast de reeds bestaande biologische modellen, sociale theorieën van verouderen ontwikkelen. Ergotherapie maakt vooral van deze laatste theorieën gebruik als basis
Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 7
7
voor de eigen visie. De focus ligt hierbij vooral op de ontwikkelingsfasen van de mens en meer specifiek op het ouder worden. Als basisvisie geldt: de mens is voortdurend in een proces van groei, crisis en evenwicht. Ouder worden houdt veranderingen in en dus is het nodig steeds een nieuw evenwicht te zoeken tussen persoon en omgeving. Ouder worden en ontwikkelen horen bijgevolg samen. Levenslang komen groei en verlies aan adaptatievermogen voor. Mensen investeren dan ook levenslang in groei, behoud of herstel van adaptieve kennis, vaardigheden en verliesregulatie (Marcoen, 2005). De onderstaande tabel geeft een -niet exhaustieve- opsomming van deze theorieën:
Lifespan of Life Course Theory / Levenslooptheorie (Atchley e.a., 1991)
Erikson's Theory of Human Development / Eriksons levensloop theorie (Erikson, 1985)
Peck's Stages of Psychological Development / Fasen van psychologische ontwikkeling volgens Peck (Peck, 1968)
Exchange Theory (Homans, 1961; Dowd 1975, 1980)
A Holistic Lifespan Theory / Holistische levenslooptheorie (Haight, Barba, Tesh & Courts, 2002)
4. Visie en uitgangspunten De mate waarin de ergotherapeutische visie en uitgangspunten gerealiseerd worden, hangt sterk af van de algemene visie van het zorgprogramma geriatrie. Hoe ergotherapie dit ziet, is het eerste punt van dit vierde deel. Vervolgens komt de eigenlijke ergotherapeutische interventie aan bod. Tot slot is er een verwijzing naar enkele ergotherapeutische modellen.
Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 8
8
4.1. Het geriatrische zorgprogramma Medewerkers, waaronder de ergotherapeut, vormen een team en hebben oog voor datgene wat patiënten nog kunnen. De aandacht voor de woon- en leefsituatie van de oudere is een essentieel onderdeel van de ergotherapeutische behandeling. Ook bij toenemende zorgbehoevendheid is dit het geval. Het zorgprogramma voor de geriatrische patiënt bestaat uit: - een consultatie voor geriatrie, - een dienst geriatrie, - een dagziekenhuis voor geriatrie, - een opdracht interne liaison, - een opdracht externe liaison.
De consultatie voor geriatrie: hier kunnen patiënten met een geriatrisch profiel door de huisarts naar de consultatie van de geriater gestuurd worden wanneer de zelfredzaamheid plots afneemt. Dit laat toe een plaatsing in een instelling of een latere spoedopname te voorkomen of uit te stellen. De dienst geriatrie voorziet in de medische geriatrische diagnosestelling, behandeling en/of revalidatie van geriatrische patiënten o.l.v. de geriater. Het dagziekenhuis geriatrie kan zinvol zijn voor ambulante, multidisciplinaire observatie en behandeling. Dit kan op verzoek van een huisarts of collegaarts of na een geriatrische raadpleging. Het dagziekenhuis bewijst zijn nut bij het verderzetten van de revalidatie. Tevens kan het een aantal opnames voorkomen. Door de opdracht interne liaison wordt de geriatrische multidisciplinaire deskundigheid ter beschikking gesteld van de specialist die geriatrische patiënten behandelt die op andere diensten dan de G-dienst opgenomen zijn.
Door de opdracht externe liaison wordt de geriatrische multidisciplinaire deskundigheid ter beschikking gesteld van de huisarts voor de geriatrische patiënten die thuis of in een thuis-vervangend milieu ambulant verzorgd worden (geïntegreerde diensten voor thuisverzorging, huisartsenkringen, RVT’s en centra voor dagverzorging). Het zorgprogramma dient over een multidisciplinair team te beschikken dat, naast de geriater en de verpleegkundigen, een gegradueerde in de
Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 9
9
ergotherapie omvat. Dit multidisciplinair team is zo georganiseerd dat voor geriatrische patiënten binnen andere diensten dan de G-dienst van het ziekenhuis (interne liaison functie) een beroep op de ergotherapeut kan worden gedaan. De ergotherapeut richt zich niet op de ziekte maar op de gevolgen ervan in het dagelijkse functioneren en begeleidt de patiënt bij het vinden van oplossingen.
Kwaliteit van leven Binnen het geriatrische team streeft de ergotherapeut ernaar om, samen met het interdisciplinaire team, de "kwaliteit van leven" te bevorderen. “Kwaliteit van leven” is een subjectief gegeven. Het is het individu, samen met zijn naaste omgeving, dat uitmaakt of het leven kwaliteitsvol is en welke de factoren zijn die dit bepalen. De ergotherapeut neemt deze perceptie als uitgangspunt en zal deze vanuit zijn professionaliteit aanvullen met relevante informatie.
Betekenisvol handelen Dit proces speelt zich af in de relatie: ‘persoon – omgeving – activiteit’ en tegen de achtergrond van de levensloop van de oudere. De context is het hier en nu, gebaseerd op een lange en bepalende bestaansgeschiedenis. De mogelijkheden om zelf keuzes te maken en die handelingen te kunnen stellen, die bijdragen tot een gevoel van welbevinden, maken het leven zinvol. Deze aspecten weerhouden de aandacht van de ergotherapeut, concreet met betrekking tot:
de zelfzorg
het productief bezig zijn
de ontspanning
het zingevende/ het spirituele
Ergotherapie richt zich voornamelijk op de mens als handelend en autonoom wezen. De ergotherapeut wil de oudere de kans geven de zaken, die voor hem zinvol zijn, uit te voeren.
Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 10
10
Dit handelen wordt in de verschillende ergotherapiemodellen als volgt omschreven: Handelingsgebieden Handelingsrollen MOHO ADL Werk/Productiviteit Spel of ontspanning
Handelingsvoorwaarden
Handelingscontext
Sensorimotorisch Fysieke/ecologische Cognitief omgevingsfactoren Psychisch – psychosociaal Ecologische objecten Materiële omgeving: Kielhoffner spreekt van - Kielhoffner vertaalt materiële objecten bovenvermelde in Wil‐, “handelingssituaties”: Sociale omgevingsWoonomgeving, buurt, Gewennings‐, en Geest‐ factoren en groepen school of werkplek en brein‐lichaamssysteem recreatieplaatsen ‐ Open systeem: onderlinge beïnvloeding: één handeling heeft effect op sensomotorisch,cognitief gebied; anderzijds is de omgeving ook bepalend voor de wijze waarop acti‐ viteit wordt uitgevoerd
‐ Bondig: gedrag is het ge‐ volg van menselijk sys‐ teem, omgeving en taak CMOP Zelfverzorging Productiviteit Ontspanning
Spiritueel* Fysiek Sociocultureel Mentaal
Politiek/wetten Economisch (voorzienin‐ gen, financiële aspecten werkgeversorganisatie)
*Spiritualiteit: bevat essentie Fysiek van menselijk zijn; het uniek Cultureel zijn als menselijk wezen; Sociaal (institutioneel, expressie van wil, drijfveren procedures, toegankelijk‐ en motivatie; bron van per‐ heid, bureaucratie) soonlijke controle; gids voor eigen keuzes (cfr. Wilsub‐ systeem MOHO)
Zelfredzaamheid ATO (R&S) Productiviteit Ontspanning
Sensorisch Motorisch Cognitief Intrapersoonlijk Interpersoonlijk
Biopsychologische, Fysieke, Socioculturele omgeving
Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 11
11
Wanneer de mogelijkheden tot “zelf handelen” bijna volledig verdwenen zijn, komt het aanbieden van comfortzorg in een veilige omgeving op het voorplan. De oudere heeft dan nood aan een aangepaste woon- en leefomgeving, thuis of in een thuisvervangend milieu.
4.2. Ergotherapeutische interventie De oudere bepaalt zelf wat goed of minder goed is voor hem, hij behoudt zijn autonomie. “Goede zorg” is de zorg die, rekening houdend met het meest haalbare, zolang mogelijk de individuele autonomie vrijwaart, het zelfbeschikkingsrecht eerbiedigt en de onafhankelijkheid stimuleert. De ergotherapeut, werkzaam binnen de G-dienst, richt zich tot de zorgvrager die tijdelijk of blijvend beperkt is in zijn functioneren. De beperkingen kunnen zich voordoen bij fysieke, mentaalcognitieve of psychologische/psychosociale functies. Het gaat om belemmeringen in het uitvoeren van activiteiten van het dagelijkse leven, werk en ontspanning of om participatieproblemen. Aan de hand van doelgerichte oefeningen en activiteiten worden de handelingen waarin de patiënt beperkt is, bijgestuurd, rekening houdend met de pathologie/het ziekteproces/tegenindicaties van de patiënt. Indien herstel niet meer mogelijk is, richt de ergotherapeut zich op: - het aanbieden en het geven van ondersteuning en begeleiding, - het adviseren en aanleren van methodeverandering, - het adviseren en instrueren bij het verstrekken van hulpmiddelen of aanpassingen aan de woon- en leefomgeving, - het ontwikkelen van nieuwe vaardigheden. Het bereiken of het behouden van een zo groot mogelijke zelfredzaamheid binnen de drie handelingsgebieden staat steeds centraal. De ergotherapeut interveneert ook bij die patiënten die omwille van hun zware zorgbehoevendheid volledig en blijvend beperkt zijn in hun functionele autonomie. Hij accepteert de passiviteit en biedt comfortzorg op maat aan. Door het analyseren, uitwerken, adviseren en instrueren van de gepaste technieken, hulpmiddelen en/of aanpassingen, komt hij tegemoet aan de hulpvragen die gesteld worden door de patiënt, de mantelzorgers alsook door andere professionele hulpverleners. Tijdens de volledige ergotherapeutische interventie wordt aandacht besteed aan en rekening gehouden met de inbreng van de patiënt, mantelzorgers en professionele hulpverleners. Dit resulteert in een gepersonaliseerd ergotherapeutisch behandelplan. Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 12
12
4.3. Concepten en benaderingswijzen De ergotherapeut maakt gebruik van één of meerdere concepten om de gegevens over het functioneren van de oudere te ordenen en om een keuze te maken qua behandelings- en begeleidingsstrategie. De volgende modellen zijn voor de ergotherapeut binnen een geriatrisch team bruikbaar: - het Model of Human Occupation (Kielhofner, 1995), - het Canadian Model of Occupational Performance (DNHW & CAOT, 1983), - het Occupational Performance Model – Australia (Chapparo & Ranka, 1998), - Model Adaptation through Occupation (Reed and Sanderson, 1984), - Adaptive Skills (Mosey, 1981, 1986), - Cognitive Model of Disability (Allen, 1992), - Activity Health (Cynkin en Robinson, 1990). Deze lijst mag niet als exhaustief beschouwd worden. Concepten en benaderingswijzen zijn evolutief en dynamisch van karakter, met als gevolg dat de ergotherapeutische interventie ook evolutief en dynamisch is.
5. Beschrijving van de beroepsactiviteiten De lijst van de beroepsactiviteiten is gebaseerd op het algemeen beroepsprofiel van de ergotherapeut (1997).
5.1. Behandelen 5.1.1. Exploratie, inventarisatie van problemen en mogelijkheden
De ergotherapeut: - neemt contact en maakt kennis met de patiënt; - pleegt overleg met de verwijzer; - observeert, analyseert en inventariseert de mogelijkheden en beperkingen van de patiënt (functies en vaardigheden) en zijn milieu (bevorderend of beper‐ kend); - evalueert de mogelijkheden en beperkingen van de patiënt en zijn milieu met behulp van geriatrische assessmentinstrumenten; - formuleert de totaalvraag; - selecteert de gegevens met ergotherapeutische relevantie; - kadert de ergotherapeutische gegevens multidisciplinair. 5.1.2. Bepalen van de doelen, plannen van de interventie
De ergotherapeut: - bepaalt en ordent de doelen vanuit een fenomenologische, medische, paramedische, agogische logica, rekening houdend met de inbreng van de patiënt en zijn milieu;
Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 13
13
- bepaalt de interventiestrategie, met inbegrip van de te volgen methodiek, benaderingswijze, timing en evaluatiemethode(s); - operationaliseert de subdoelen en de einddoelen; - duidt de prioriteit aan van functies en vaardigheden die moeten getraind worden; - brengt gradatie aan in de ergotherapeutische activiteiten d.m.v. materiaal en omgeving; - formuleert eisen waaraan aanpassingen, hulpmiddelen, orthesen moeten voldoen. 5.1.3. Uitvoeren van de behandeling
De ergotherapeut: - leert de patiënt functies en vaardigheden aan, hij oefent ze in en leert ze integreren in het dagelijkse functioneren; - ondersteunt, adviseert de patiënt in het exploreren van zijn mogelijkheden en/of beperkingen; - leert de patiënt met zijn beperkingen omgaan en biedt alternatieven aan; - stimuleert de patiënt tot het daadwerkelijk handelend omgaan met zijn mogelijkheden en/of beperkingen; - corrigeert afwijkende houdingen, handelingen en gedrag en stuurt ze bij, zoekt desnoods compensatiemogelijkheden; - past het materiaal, het materieel en de therapie-omgeving aan in functie van het accentueren van hun therapeutische waarde en/of het uitbreiden van de mogelijkheden van de patiënt; - maakt hulpmiddelen en aanpassingen, controleert ze en past ze aan; - maakt tijdelijke revalidatiehulpmiddelen uit thermovervormbaar materiaal en past ze aan; - conformeert en instrueert de leden van het behandelende team over de beperkingen en de mogelijkheden van de patiënt; - biedt de teamleden oefening en training aan in het omgaan met orthesen, prothesen, hulpmiddelen en aanpassingen; - formuleert eisen waaraan de mantelzorg, de eerstelijnshulpverlening en/of de permanente begeleiding moeten beantwoorden en maakt afspraken in verband met de nazorg; - bespreekt in een eindgesprek met de hulpvrager de resultaten van de behandeling; - neemt deel aan besprekingen die betrekking hebben op de patiënt en zijn milieu; - staat open voor contacten met externe deskundigen in functie van de behandeling en nabehandeling van de patiënt; - rapporteert de resultaten ervan aan het behandelende team (mondeling of schriftelijk) op de wekelijkse teamvergadering;
Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 14
14
- legt het verloop van de behandeling vast, formuleert zijn bevindingen en adviezen in interne verslagen naar de teamleden toe, en in externe verslagen naar controlerende, subsidiërende en financiële instanties; - stelt een eind-, overdrachts- of doorverwijsverslag op. 5.1.4. Evalueren
5.1.4.1. Permanente evaluatie in functie van het bijstellen van het therapeutisch proces De ergotherapeut: - evalueert permanent de kwaliteit van het eigen therapeutische handelen gedurende elke behandelingsfase, hij beoordeelt het bereikte handelingsniveau bij elk behandelingscontact; - evalueert of de patiënt het geleerde in de praktijk brengt, toepast in de woon- en leefsituaties en deze naar zoveel mogelijk verschillende situaties transfereert door het uitvoeren van thuisinterventies en andere extramurale interventies; - past op basis van de permanente evaluatie (o.a. van de bereikte resultaten) zijn interventies aan; - bespreekt regelmatig samen met de patiënt de evolutie van de behandeling; - evalueert gedurende de hele behandeling of de huidige woon- en leefomgeving van de patiënt positief of negatief interfereert met de behandeling en houdt daar rekening mee binnen het kader van de behandeling; - evalueert de kwaliteit van de therapeutische relatie; - evalueert de samenwerking binnen het team en de impact ervan op de kwaliteit van het therapeutische handelen. 5.1.4.2. Evaluatie in functie van het toekomstig therapeutische handelen De ergotherapeut: - analyseert en evalueert de aanpak, de efficiëntie, de doelen en het verloop van de behandeling; - evalueert het effect van de behandeling en beoordeelt of de gestelde ergotherapeutische lange-termijndoelen gerealiseerd zijn; - overlegt met het team of de algemene behandeldoelen zijn bereikt; - generaliseert de ervaringen en inzichten naar toekomstig handelen. 5.1.4.3. Nazorg De ergotherapeut: - maakt afspraken met betrekking tot de nazorg (evaluatie, controle); - rapporteert relevante gegevens met betrekking tot nazorg aan de
Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 15
15
betrokken personen; - evalueert binnen de nazorg het functioneren van de patiënt i.v.m. wonen, zelfzorg, werken en vrije tijd; - geeft advies i.v.m. het behoud van de harmonie tussen draagkracht en draaglast van de patiënt en zijn omgeving; - begeleidt of adviseert onderhoudende oefeningen; - past hulpmiddelen aan; - geeft advies met betrekking tot de handelingsgebieden: ‘zelfredzaamheid, productiviteit en ontspanning’; - informeert de patiënt en/of betrokken persoon over andere hulpverleningsmogelijkheden.
5.2. Preventief handelen De ergotherapeut: - ontwikkelt en voert preventieve ergotherapeutische programma’s uit m.b.t. vaardigheden in woon- en leefsituaties, bijvoorbeeld valpreventie, gewrichtsbeschermende technieken, verplaatsingstechnieken, cognitieve training, life-style, etc.; - houdt bij het opstellen van het programma zowel rekening met sensorimotorische, cognitieve, psychologische en psychosociale factoren als met de woonomstandigheden van de patiënt; - analyseert de verhouding draagkracht versus draaglast van de patiënt en zijn omgeving; - adviseert aanpassingen en hulpmiddelen; - geeft ergonomisch advies.
5.3. Geven van advies, voorlichting, informatie 5.3.1.t.a.v. de patiënt, familie en/of mantelzorger(s)
De ergotherapeut: - participeert in het informeren van de patiënt m.b.t. zijn problemen binnen de handelingsgebieden: zelfzorg, productiviteit en ontspanning; - geeft informatie over de gevolgen van het ziektebeeld op de handelingsgebieden van de patiënt; - participeert in het geven van informatie en advies over de manier waarop de patiënt zo adequaat mogelijk met zijn beperkingen kan leren omgaan; - geeft advies aan de patiënt en zijn omgeving met betrekking tot zijn functioneren op het vlak van zelfzorg, productiviteit en vrije tijd; - geeft advies met betrekking tot het voorkomen, wegnemen, verminderen en/of aanpassen van handelingsverstorende factoren in woon- en ontspanningsmilieu; geeft advies rond woningaanpassing, rond hulpmiddelen voor het ver Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 16
16
- hogen van zelfredzaamheid, rond communicatie en verplaatsing; - geeft ergonomische adviezen; - ontwikkelt aangepast materiaal en methodieken om voorlichting en informatie te geven; - participeert in het adviseren van betalende instanties; - participeert in het doorverwijzen van de patiënt voor verdere behandeling of begeleiding. 5.3.2. t.a.v. medewerkers/personeel/collega’s
De ergotherapeut: - geeft ergonomische adviezen (werkpostaanpassingen); - geeft informatie over de gevolgen van het ziektebeeld voor het functioneren van de patiënt en technieken ter bevordering van de revalidatie (o.a.v. verplaatsingstechnieken, positionering, gebruik van hulpmiddelen, cognitieve training, …).
5.4. Toegepast wetenschappelijk onderzoek De ergotherapeut kan medewerker zijn in wetenschappelijk onderzoek. Tevens dienen er mogelijkheden geschapen te worden om in de beroepsgroep binnen de geriatrie aan wetenschappelijk onderzoek te doen. 5.4.1.Signaleren
De ergotherapeut: - signaleert theoretische en praktische onderwerpen die binnen het ergotherapeutisch vakgebied voor onderzoek in aanmerking komen; - verzamelt gegevens en argumenten om het belang en de noodzaak van het onderzoek te onderbouwen onder toezicht van academisch geschoold personeel. 5.4.2. Uitvoeren
De ergotherapeut: - participeert in onderzoek waar ergotherapeutische aspecten deel van uit maken, o.a. participeren in effectiviteitsonderzoek (in functie van kwaliteitsbewaking); - participeert in onderzoek gericht op wetenschappelijke kennisontwikkeling met betrekking tot gezondheidszorg, welzijnszorg en onderwijs.
5.5. Bijdragen tot de ontwikkeling van het beroep De ergotherapeut: - profileert zich duidelijk als ergotherapeut; - publiceert in vaktijdschriften en geeft lezingen; Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 17
17
- engageert zich en neemt deel aan activiteiten en werkgroepen van de beroepsvereniging; - past zijn ergotherapeutisch handelen voortdurend aan, aan nieuwe maatschappelijke en wetenschappelijke ontwikkelingen; - geeft informatie door; - geeft kennis door.
5.6. Evalueren van het beroepsmatig handelen De ergotherapeut: - baseert zich waar mogelijk op Evidence Based Practice (EBP); - evalueert op basis van kwaliteitsmodellen; - neemt deel aan teamvergaderingen en patiëntenbesprekingen; - beoordeelt de effectiviteit van ergotherapieprogramma’s, eventueel aanpassingen en stuurt bij (follow‐up en remediëring).
doet
5.7. Intra- en interdisciplinaire samenwerking 5.7.1. Teamoverleg
De ergotherapeut: - neemt deel aan de intradisciplinaire werk- en teamvergaderingen; - neemt deel aan de (wekelijkse) interdisciplinaire teamvergaderingen; - neemt deel aan de vergaderingen van de interne liaison, het geriatrische dagziekenhuis en de externe liaison; - geeft informatie door omtrent de mogelijkheden, de noden en de behoeften van de patiënt; - maakt afspraken omtrent het behandelingstraject met daarin het aandeel van de ergotherapie; - signaleert en registreert de handelingsmogelijkheden en de beperkingen; - rapporteert eventuele wijzigingen in de actuele toestand aan het team.
5.7.2. Individuele contacten met andere zorgverleners
De ergotherapeut: - wint relevante informatie in bij en pleegt overleg met andere zorgverleners, verwijzers, externe instanties (voorschrijvende, controlerende, subsidiërende, ...); - geeft relevante informatie, instructies en adviezen door aan andere zorgverleners, verwijzers, externe instanties; - stelt een verslag op voor externe instanties; - ontvangt instructies en adviezen van andere zorgverleners, verwijzers, externe instanties; onderhoudt mondelinge en schriftelijke contacten met andere zorgFunctieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 18
18
verleners en externe instanties over ontwikkelingen binnen de gezondheidszorg, welzijnszorg en onderwijs.
5.8. Permanente vorming, ontwikkelen van individuele kennis en kunde 5.8.1. Documentatiesysteem
De ergotherapeut informeert zich en documenteert zich in functie van zijn beroepsmatig handelen. 5.8.2. Ontwikkeling
De ergotherapeut: - neemt deel aan studiegroepen; - volgt opleidingen en bijscholingen.
5.9. Management, beheer op het niveau van de ergotherapie 5.9.1. Leidinggevende opdrachten
De ergotherapeut: - stelt een jaarverslag op; - is vertegenwoordiger en coördinator van het ergoteam; - stuurt en begeleidt vrijwilligers die meehelpen tijdens ergotherapeutische sessies; - leidt projectgroepen; - overlegt met het beheer; - stuurt interne vergaderingen van de instelling (op verschillend niveau).
5.9.2. Beheer
De ergotherapeut: - beheert het ergobudget en stelt een begroting op; - beheert het materieel en materiaal voor de eigen dienst; - beheert de hulpmiddelen. 5.9.3. Externe contacten
De ergotherapeut heeft contacten met: - wie de patiënten omringen (het milieu); - onderwijs; - zorgverstrekkers en verstrekkers van hulpmiddelen; - de overheid en officiële instanties.
Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 19
19
5.9.4. Kwaliteitszorg
Ergotherapeuten gebruiken o.a. het Kwaliteitsmodel van P.J. Van Delden om tot een kwaliteitsvol handelen te komen en dit te onderhouden. Dit model steunt op vier peilers: 1. Missie en Visie: de ergotherapeut is betrokken bij de algemene visie en strategie van zowel het ziekenhuis als het zorgprogramma G. Hij profileert de ergotherapie duidelijk in deze gehelen. 2. Patiëntgericht Werken: het ergotherapeutische handelen is op maat van de patiënt; de ergotherapeut hanteert een systematische briefing zowel intra- als extramuraal. 3. Kwaliteit van de Ergotherapeut zelf: de ergotherapeut huldigt het principe van "life long learning" en schoolt zich dus bij. Om dit geheel op peil te houden gebruikt hij het systeem van "intervisie"; hij/ zij neemt deel aan interne en externe werkgroepen. 4. Methodisch Werken: het is noodzakelijk werkmodellen en instrumenten te ontwikkelen en te uniformiseren. Daartoe worden uitwisselingssystemen opgezet. Door het maken van afspraken en procedures wordt een samenwerkingscultuur bevorderd.
5.10. Geven van onderwijs en begeleiding De ergotherapeut: - begeleidt studenten, het leerproces en scripties; - verzorgt opleidingen en verstrekt informatie ergotherapie.
Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 20
met
betrekking
tot
20
6. Beschrijving van het ergotherapieproces (eigen bewerking OTIP, A. Fisher) Plaats handelen in een cliënt gecentreerde context
Via interview wordt de voorgeschiedenis van de patiënt, het functioneel niveau in zelfzorg, productiviteit en ontspanning van voor de opname geevalueerd. Dit leert ons wat de functionele performance van de patiënt was.
Stel sterke kanten, problemen en potentiële problemen in het handelen vast.
Observeer het handelen
Omschrijf de vaardigheden die de persoon wel en niet effectief uitvoert
Occupationele taken en activiteiten die de patiënt wel of niet meer uitvoert, worden in kaart ge- bracht. De nood aan interventie en evaluatie wordt mede bepaald door de noden, plannen en doelen van de patiënt, de familie en/of de verzorger.
Om het handelen te observeren, gebruikt de ergotherapeut specifieke middelen, instrumenten en evaluatiemethoden. Hierbij selecteert de ergotherapeut assessments die zich richten op: - zelfzorg (persoonlijke verzorging, functionele mobiliteit,…); - productiviteit (het huishouden, spel, school, betaald of onbetaald werk,…); - ontspanning (passieve en actieve recreatie, sociale contacten, ....).
Identificatie van vaardigheden die het handelen gunstig of ongunstig beïnvloeden. Dit is bepalend voor het opstellen van het behandelplan.
Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 21
21
Verklaar of interpreteer oorzaak of mogelijke oorzaak
De ergotherapeut omschrijft de onderliggende performancecomponenten (functiestoornissen) die de functionele performancelimieten veroorzaken. Welke verstoorde functies zijn de oorzaak of moge lijke oorzaak van het disfunctioneren op aak-, activiteit- of participatieniveau? Leerbaarheid, motivatie en spiritualiteit zijn bepalende factoren om: - gericht naar functie en vaardigheden ( selectie voor herstel‐/ontwikkelingsmodel)
- compensatoir of structureel ondersteunend (selectie compensatoir model) ergotherapeutische interventies te ondernemen.
Aangetaste functies oefenen en trainen om een gunstig occupationeelperformanceresultaat te realiseren. Mate van aantasting van functies verminderen resulteert in vaardiger handelen. Hier wordt met andere woorden gepoogd het handelen te herstellen. De te verwachten verandering verloopt over een korte periode. De korte termijndoelen staan in directe relatie met de lange-termijn functionele doelen. Door taak- en activiteitgerichte interventies oefent de ergotherapeut functies op het fysieke, het mentaalcognitieve, en/of het psychologisch/psychosociale vlak. Om therapie op het niveau van de patiënt aan te bieden, kan de ergotherapeut taak- en activiteitgerichte interventies doen. Hij past de moeilijkheidsgraad van deze aan en maakt gebruik van materiaaleigenschappen om te graderen. Op die manier wordt variatie ingebouwd. Indien er geen progressie meer is, wordt het compensatoire model geselecteerd. Selecteer herstel / ontwikkelingsmodel
Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 22
22
Wanneer herstel uitblijft, leert de ergotherapeut alternatieve of compensatietechnieken aan en kunnen eventueel hulpmiddelen geadviseerd worden ter compensatie van de verloren gegane functies. Om functioneren op participatieniveau in eigen milieu (ook met aangetaste functies) mogelijk te maken, kan de taak, de fysieke of de sociale omgeving aangepast worden. In samenwerking met patiënt, gezin, familie en verzorger selecteert de ergotherapeut interventiemethodes om een kwalitatief bestaan in eigen milieu te garanderen. Dit kan resulteren in een thuisinterventie, gevolgd door een zorgenplan. Wanneer kwaliteitsvol leven binnen het eigen leefmilieu niet meer gegarandeerd is, wordt er uitgekeken naar een thuisvervangend milieu (voorzieningen). Selecteer compensatoir model
Evalueer opnieuw of het handelen verbeterd is.
Tijdens al deze processen wordt voortdurend geëvalueerd of het handelen verbeterd is. Dit is een proces van voortdurend bewaken van korteen lange-termijndoelstellingen. Bijsturing is soms noodzakelijk. Als ergotherapeutische evaluatiemiddelen worden beschouwd: - interviews, - zelf-assessment bevragingslijsten, - checklijsten en ranglijsten, - occupationele historiek, - occupationele narratieven (levensverhaal), - observaties van vaardigheden, - vaardigheidsquoteringen, - takensimulaties, - gestandaardiseerde testen en nietgestandaardiseerde testen (Moyers P.A.).
Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 23
23
Directe of indirecte interventie
Varieer moeilijkheidsgraad, verander en pas activiteit aan
Leer aan en oefen/train
Indien de patiënt ertoe in staat is, worden verloren gegane vaardigheden opnieuw aangeleerd. Vaardigheden worden immers door oefening en ervaring verworven. Activiteiten kunnen gegradeerd worden in functie van de beschikbare sensori-motorische, cognitieve en psychologische/psychosociale vaardigheden. Adviseer hulpmiddelen en/of voorzieningen
Leer alternatieven of compensatietechnieken aan
Pas taak, fysieke of sociale omgeving aan
Wanneer onderliggende functies niet herstellen, kunnen hulpmiddelen voorzien worden om het handelen vaardiger te maken. Aanleren van alternatieven en/of aanpassen van de omgeving kunnen resulteren in een vaardiger performeren van activiteiten. Maak gebruik van ieders deskundigheid
Informatie, voorlichting, begeleiding
Advisering
Participatie van gezin, familie en andere zorgdragers is bepalend voor de wijze waarop de patiënt ondersteund wordt in zijn thuissituatie. Met steun vanwege het gezin/de familie/de zorgdrager om te participeren in de maatschappij, worden geïnstitutionaliseerde vormen van zorg vermeden. Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 24
24
Bijlage 1 Begrippenlijst A.D.L.
Activiteiten van het dagelijkse leven. In dit functieprofiel wordt de uniforme terminologie( 2 ) toegepast. In andere publicaties wordt ADL onderverdeeld in Basale of Persoonlijke ADL (BADL of PADL) en Instrumentele ADL (IADL).
Anamnese (hetero-)
Informatie afkomstig van anderen dan de cliënt zelf, bijvoorbeeld partner of familie.
Assessment
Het proces van het verzamelen van de informatie die relevant is voor het opstellen van een behandelplan.
Beperking
Moeilijkheden die iemand bij het uitvoeren van activiteiten ondervindt (ICF).
Comfortzorg
Het complex van handelingen, maatregelen en voorzieningen dat bijdraagt tot optimale begeleiding, verzorging en verpleging van mensen bij wie zelfzorgtekorten niet zijn terug te dringen.
Competentie
Een observeerbare eigenschap onder de vorm van kennis, kunde en/of gedragsvaardigheid die bijdraagt tot een succesvol functioneren in een specifieke rol of functie, nl. deze van ergotherapeut. (http://www2.vlaanderen.be/personeelsopleiding/com petenties.htm)
Evidence Based Practice (EBP)
Dit is een besluitvormingsproces, waarbij klinische beslissingen genomen worden op basis van het best beschikbare bewijs, de kennis en ervaring van de paramedicus en de waarde en voorkeur van de individuele patiënt. Het is met andere woorden praktijk die gebaseerd is op bewijsvoering en effectiviteit.
Farmacokinetiek
De kennis van de wijze en de snelheid van resorptie, distributie, chemisme en excretie van geneesmiddelen m.b.t. hun farmacologische, therapeutische en toxische werking. (A.A.F. Jochems en F.W.M.G. Joosten, 2003: Zakwoordenboek der Geneeskunde)
(2)
VE‐leden kunnen de ʺuniforme terminologieʺ downloaden van www.ergotherapie.be Niet‐ leden kunnen de ʺuniforme terminologieʺ bestellen via
[email protected] Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 25
25
Handelen en de relatie met taak activiteit
Handelen is niet gelijk aan taak of activiteit. Handelen omvat diverse taken en is gerelateerd aan de diverse rollen van een persoon. Een activiteit zien is de basiseenheid van een taak. Een taak bestaat uit een reeks doelgerichte activiteiten. Het handelen is breder dan een taak of activiteit. Waar taken en activiteiten direct gericht zijn op vervullen van bepaalde doelen, geeft het handelen betekenis (occupation) aan het leven. Het handelen is een complex proces waarin een persoon behoeftes en doelen vervult in interactie met zijn omgeving. De complexiteit is niet zichtbaar omdat de betekenis, doelen, waarden en overtuigingen achter het menselijk handelen niet direct waarneembaar zijn. (Volgens Law et al.,1996: In Townsend et al.,1997, 2002: auteurs van CMOP)
Homeostase
Het vermogen van een organisme om milieuinvloeden die de levensfuncties belemmeren, binnen bepaalde grenzen te compenseren. (A.A.F. Jochems en F.W.M.G. Joosten, 2003: Zakwoordenboek der Geneeskunde)
Interventie
Iedere tussenkomst van de ergotherapeut in het totaalbehandelplan van de patiënt.
Intervisie
Intervisie is een vorm van deskundigheidsbevordering, een methodiek waarbij de eigen deskundigheid binnen de organisatie wordt benut en verder wordt ontwikkeld met als doel het bevorderen van de kwaliteit van het werk. Dit meedenken gebeurt niet door het aandragen van oplossingen maar door het stellen van vragen om zo met behulp van eigen analytisch en probleemoplossend vermogen zicht te krijgen op het ingebrachte probleem en hoe hierin te handelen.
ICF
De International Classification of Functioning, Disability and Health, afgekort ICF, bestaat uit een raamwerk van classificaties die samen een gestandaardiseerd begrippenapparaat vormen voor het beschrijven van het menselijke functioneren en de problemen die daarin kunnen optreden.
Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 26
26
Patiënt (omdat we in een ziekenhuis spreken van patiënten is doelbewust cliënt vervangen door patiënt)
De patiënt is elk individu of elke groep of (zorg)systeem die een professionele, in het kader van de beroepsuitoefening geformeerde, patiënt-ergotherapeutrelatie aangaat met een ergotherapeut. Het betreft mensen met handelingsproblemen, maar ook organisaties en zorgsystemen die het handelen van individuen of specifieke groepen beïnvloeden en derhalve hun sociale en persoonlijke welbevinden (bewerking definitie CAOT 1996). In ieder geval is het element "patiënt" een mens of een systeem dat gericht is op mensen. (Kinébanian, 1998)
Thuisinterventie
Effecten van behandeling op kwaliteitsvol handelen in eigen omgeving worden geobserveerd tijdens een thuisinterventie. Naargelang de mogelijkheden/beperkingen van de patiënt kunnen aanpassingen, hulpmiddelen en methodeveranderingen geadviseerd worden. Inschakelen van mantelzorgers en/of professionele hulpverleners behoren tot de mogelijkheid om kwaliteit van bestaan te garanderen/ondersteunen. In samenspraak met het team wordt een individueel zorgenplan opgesteld. Tot deze interventie wordt beslist op de teamvergadering.
VE
Vlaams Ergotherapeutenverbond VZW www.ergotherapie.be
Zelfredzaamheid
Het zelfstandig uitvoeren van de activiteiten van het dagelijkse leven, wat ook het desnoods hulp vragen als men bepaalde items niet zelfstandig kan uitvoeren, omvat.
Zorgenplan
Dit plan brengt alle afspraken in verband met de zorg voor de patiënt door mantelzorgers en professionelen in kaart. Dit wordt opgesteld tijdens een teamvergadering of een afzonderlijke zorgenplanvergadering bij nakend ontslag van de patiënt. De ergotherapeut rapporteert zijn observaties en adviezen. Hij bespreekt deze met alle actoren, houdt rekening met hun bemerkingen en stelt op basis van dit overleg adviezen/oplossingen voor. Het deskundige advies vanuit het team wordt in het zorgenplan geïmplementeerd.
Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 27
27
Bijlage 2 De leden van de werkgroep Dirk Watthy
Dirk Caulier
Els Cokelaere Brecht Botteldoorn Annemie Colenbier Trui De Cuyper Rudi De Henau
Ergotherapeut, diensthoofd AZ Damiaan, Oostende, lesgever KHBO, Brugge Ergotherapeut, AZ Sint-Jan, Brugge, lesgever KHBO, Brugge Ergotherapeute, AZ Sint-Jan, Brugge
Ergotherapeut
Ergotherapeute, AZ Sint-Augustinus, Wilrijk
Ergotherapeute, Elisabeth Ziekenhuis, Sijsele
Nele Gekiere
Walter Habils Katrien Neven
Ergotherapeut, lesgever EHSAL, Brussel Ergotherapeute, AZ Zusters van Barmhartigheid, Ronse Ergotherapeut, Reg. Zh. H. Hart, Leuven
Patricia De Vriendt
Jonny Peeters Els Roos Karolien Seys Kaat Simons Melanie Van Daele Els Van Malderen Jan Valy
Ergotherapeute, Reg. Zh. Sint-Trudo, Sint-Truiden Ergotherapeute, Gerontologe, Arteveldehogeschool, Gent, Vrije universiteit Brussel, UZ-Brussel Ergotherapeut, Voorzitter VE
Ergotherapeute, AZ Sint-Lucas, Brugge
Ergotherapeute,
Ergotherapeute, Gerontologe, Hogeschool Antwerpen
Ergotherapeute, AZ Damiaan, Oostende
Ergotherapeute, lesgeefster Vesalius, Gent
Petra Van Oevelen
Ergotherapeut, lesgever PH Limburg, Hasselt Ergotherapeute, ZNA St.-Elisabeth Antwerpen, Voorzitter EdiTh
Ida Van Weyenbergh Melissa Verhulst Anne-Marie Verstraeten Leslie Vincke
Ergotherapeute, AZ Maria Middelares, Gent
Ergotherapeute, VZW Sint-Andriesziekenhuis, Tielt
Ergotherapeute
Ergotherapeute, lesgeefster KHBO, Brugge
Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 28
28
Bronnen - Alistair Burns/ Brian Lawler/ Sarah Craig, Assessments Scales in Old Age Psychiatry, Scribe Disig, Gillingham, Kent, UK Pfizer. - Atchley,R.C., Social forces in later life: an introduction to social gerontology. Belmont (Calif): Wadworth, 1991. - De Moes E., Ontslagvoorbereiding op een G-dienst: exploratief ergotherapeutisch onderzoek, KHBO 2003- 2004 Prom;: Blomme A, Watthy D.; statistiek: Declerck J. - Fisher, A., Assessment of Motor and process skills. Colorado State University, New York 1995 - International Classification of Functioning - K.B. normen zorgprogramma geriatrische patiënt, 29/01/20018-420077 - Kinebanian, A.,Thomas, C. Grondslagen van de ergotherapie. Maarsen Elsevier/De Tijdstroom, 1999 - Marcoen, A., 'Reminiscentie bij ouderen: vóórkomen en functie.' In: J.P.Bayens gerontologie en geriatrie 1989. Leuven, ACCO, 1990, pp. 247-257. - Marcoen, A., Van de Ven, L., Bejaarde-Familie-Hulpverlener, partners in de zorg. - Leuven/Amersfoort, Acco, 1996. - Moyers, P.A. The guide to Occupational Practice. American Journal of Occupational Therapy, 53, 247-322. NL-vert.: Bing A. Bossaert, 2000. - Reed, K. & S. Sanderson, Concepts of occupational Therapy. Williams & Wilkins, Baltimore 1980. - Townsend, E. Enabling occupation, an occupational therapy perspective. CAOT Publications ACE, Ottawa, 1997. - Willard & Spackmans, Uniforme terminologie voor ergotherapeuten, Occupational Therapy, Lippincot, William & Wilkins, 2003. ( 3 )
(3)
VE‐leden kunnen de ʺuniforme terminologieʺ downloaden van www.ergotherapie.be Niet‐leden kunnen de ʺuniforme terminologieʺ bestellen via
[email protected] Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 29
29
Plaats handelen in een cliënt gecentreerde context
Breid overleg met betrokkenen uit
Ontwikkel hulpverleners relatie Stel sterke kanten, problemen en potentiële problemen in het handelen vast
Maak gebruik van ieders deskundigheid Selecteer compensatoir model
Informatie, voorlichting, begeleiding
Advisering
Observeer het handelen
Adviseer hulpmiddelen en/of voorzieningen
Omschrijf de vaardigheden die de persoon wel en niet effectief uitvoert
Leer alternatieven of compensatietechnieken aan
Verklaar of interpreteer oorzaak of mogelijke oorzaak
Pas taak, fysieke of sociale omgeving aan
Evalueer opnieuw of het handelen verbeterd is Plan en implementeer therapeutische activiteiten om effectief handelen te herstellen of te ontwikkelen Directe of indirecte interventie
Selecteer herstel/ ontwikkelingsmodel
Varieer moeilijkheidsgraad, pas activiteit aan
Functieomschrijving Ergotherapeut in G-dienst
pagina 30
Leer aan en oefen/train
30