Jaargang 3 – nummer 2
VOORWOORD Dit is alweer de zomeruitgave van ons technisch vakblad. Ditmaal wordt de staalvezel gewapende vloer naast de gewapende betonvloer gezet en worden beide vloertypen vergeleken. Tijd om deze te ontleden en te beoordelen. Daarnaast wordt aandacht gegeven aan het ongemak van voegen in logistieke magazijnen. Tenslotte wordt een belangrijk werk gepresenteerd dat Van Berlo onlangs heeft gerealiseerd. Ditmaal het gedeeltelijk automatische magazijn, namelijk het distributiecentrum van wehkamp.nl in Zwolle. Indien u overigens opmerkingen, vragen of kritiek heeft op de door ons ingenomen standpunten dan zouden wij uw reactie graag vernemen. Wij wensen u veel leesplezier en een hele mooie zomer toe.
Ir. Pieter Maas
BSA Vloeren B.V. maakt inmiddels sinds een jaar deel uit van de Van Berlo Groep. Gedurende dit jaar zijn zij onder de naam BSA Vloeren blijven opereren. In het licht van onze strategie van internationale groei is een eenduidige naam en uitstraling van onze vestigingen van groot belang. Daarom hebben wij besloten per 1 juni 2014 de naam BSA Vloeren B.V. te wijzigen in: Van Berlo Bedrijfsvloeren Noord B.V. Wij zijn ervan overtuigd dat deze stap ons helpt een nog sterkere positie te verwerven in Nederland en omringende landen. In het directe contact verandert er voor u, als opdrachtgever en/of leverancier, niets. De contactpersonen en contactgegevens blijven ongewijzigd. Heeft u naar aanleiding van onze naamswijziging vragen, neemt u dan contact op via
[email protected] of raadpleeg onze website www.vanberlo.com.
Inhoud Technisch Vakblad juli 2014 • Voegen in distributiemagazijnen Pagina 2
• Column Pieter Maas Pagina 3 • Staalvezel- versus traditioneel gewapend beton Pagina 4 - 9 • wehkamp.nl Pagina 10
VOEGEN IN DISTRIBUTIEMAGAZIJNEN Bijna alle gebruikers van distributiemagazijnen zijn allergisch voor scheurtjes in de vloer. Toch zijn die, mits ze binnen de geldende scheurwijdte norm blijven, constructief en functioneel volkomen onschuldig. Anders is dat met de bewust aangebrachte voegen in de vloer. Dat zijn soms wel hinderlijke ongelijkheden in de vloer en daarom een ongemak voor trucks en truckmachinisten. Deze voegen, of dat nu gezaagde voegen of stalen dilatatievoegen zijn, blijven hinderlijke obstakels in de vloer. Die hinder wordt voornamelijk veroorzaakt door een schoteling van de vloer ter plaatse van de voeg. Waar komt die schoteling dan vandaan?
Na de verharding van het beton, die bestaat uit de reactie van cement met water, blijft nog zo’n 10-12 liter water per vierkante meter in de vloer achter. Dat extra water was nodig om de betonspecie voldoende verwerkbaar te maken, samen met een superplastificeerder. Het overtollige water zal op den duur uit het beton verdwijnen door uitdroging. De vloer droogt daardoor uit en zijn volume wordt kleiner. Dat noemen we krimp. Nu droogt het meeste water uit via de bovenzijde van de vloer, aan de onderzijde blijft het vocht langer achter. Daardoor zal de bovenzijde sneller en meer krimpen dan de onderzijde. Dat veroorzaakt een holle buiging van de vloer. Door zijn eigen gewicht zal die buiging weer worden teniet gedaan, het grootste gedeelte van de vloer zal daarom vlak blijven. Bij vloerranden, en ook bij de voegen, zal de vloer echter een beetje omhoog komen. Dat wordt schotelen genoemd. Op de plaatsen waar de vloer flink belast wordt komt geen schoteling voor.
In de rijpaden en in de vrije zones zal de vloer wel kunnen opkrullen bij vloerranden en voegen. Dat veroorzaakt onvlakheden van de vloer. Erger wordt dat wanneer de voegen gezaagd zijn. Door over de naden te rijden bestaat de kans dat de verbinding van de twee vloerdelen onder de voegen wordt beschadigd en er geen dwarskrachtoverdracht meer kan plaatsvinden. De plaatdelen zijn dan niet meer verbonden. Wanneer de losse randen daarna worden bereden kunnen de opkrullende plaatdelen afscheuren. Gezaagde voegen zijn daarom in een distributiemagazijn uit den boze. Maar ook goed gedeuvelde dilatatieprofielen zullen een beetje gaan schotelen. Dat levert ongemak op voor de trucks en kan op den duur schade aan de trucks veroorzaken.
Voegen moeten daarom zoveel mogelijk worden vermeden, of het nu eenvoudige zaagvoegen zijn of dure dilatatieprofielen: de beste voeg is daarom geen voeg. Van Berlo Bedrijfsvloeren zal daarom altijd voorstellen om vloeren in distributiemagazijnen zonder dilataties uit te voeren. Soms wordt, uit veelal kortzichtige kostenoverwegingen, toch gekozen voor gedilateerde vloeren. Wanneer de onderhoudskosten tijdens de levensduur van het gebouw echter worden meegenomen, komt men al gauw tot de conclusie dat de voegloze vloer veruit de beste keuze is. Vloeren van vrijwel onbeperkte grootte zonder voegen, zijn niet alleen het paradepaardje van Van Berlo Bedrijfsvloeren, maar ook de beste investering voor de eigenaar van het gebouw.
Technisch Vakblad Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. – Jaargang 3 – nummer 2
2
Enige jaren geleden werd aan een vloerenbedrijf de opdracht gegeven voor het leveren van een grote bedrijfsvloer op een groot logistiek park. Een investeerder had daar een mooie kavel kunnen bemachtigen waarmee hij goede zaken wilde maken. Hij liet daar een groot magazijn bouwen voor een relatief lage prijs.
Niet veel later werd het in gebruik genomen. Nog geen half jaar later werd het vloerenbedrijf gebeld met de klacht dat er in de vloer veel hinderlijke naden aanwezig waren waar trucks overheen hobbelden en truckmachinisten ook last van hadden.
Bij een bezoek aan oude gebouwen constateerde men dat daar indertijd voegloze vloeren waren aangelegd. In die vloeren zaten weliswaar enige scheurtjes, maar geen voegen. De vloeren hadden daarom voor de gebruiker een hogere functionaliteit dan de vloeren in het gloednieuwe gebouw.
De investeerder had zijn gebouw inmiddels verkocht aan een nieuwe eigenaar, die met de brokken zat en zijn huurder moest tegemoetkomen.
De moraal van dit verhaal moge duidelijk zijn: lage investeringskosten kunnen op de lange termijn hoge exploitatiekosten veroorzaken.
Na controle bleek dat de zaagsneden in de hoofdgang tussen het stellingen gedeelte en de expeditiezone, enige schoteling vertoonden, maar zeker niet excessief.
Technisch Vakblad Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. – Jaargang 3 – nummer 2
Ir. Pieter Maas
Eén van de bezuinigingen die werden doorgevoerd was het leggen van een gezaagde staalvezel vloer, die nog net aan de belastingeisen kon voldoen. Hij vond een huurder die in de buurt al een aantal magazijnen in gebruik had, maar uitbreiding nodig had. De huur werd gesloten en het magazijn werd ingericht.
Toch werd de zaak door de gebruiker hoog opgenomen, zeker omdat ze in de overige magazijnen in de buurt daar helemaal geen last van hadden. Bovendien waren de vloeren in die magazijnen al minstens tien jaar oud.
COLUMN
Beste Lezers,
3
STAALVEZEL- VERSUS TRADITIONEEL GEWAPEND BETON bij vloeren op staal (volle grond) Bedrijfsvloeren op staal, op volle grond, zoals onze Belgische vrienden dat noemen, worden op vele manieren vervaardigd, in diverse kwaliteiten afgewerkt en in diverse vlakheden aangebracht. In de jaren ‘70 van de vorige eeuw werden de eerste monolietvloeren vervaardigd met zeer licht gewapend beton en in vakjes van 5x5m gezaagd. In de vroege jaren ’80 kwam het staalvezelbeton zeer sterk in de belangstelling. Dit bood de mogelijkheid om op een eenvoudiger manier grote hoeveelheden “gewapend“ beton te storten. Dagproducties van 1.000m², later tot 2.500m² waren geen uitzonderingen meer. Door de introductie van de laserscreed, een apparaat dat het beton lasergestuurd kan afreien, kon het zeer zware werk van de stortploegen verlicht worden, terwijl ook de vlakheid van de vloeren flink kon worden verbeterd. Door de ontwikkeling van het staalvezelbeton voor bedrijfsvloeren heeft de gehele bedrijfsvloerensector een grote ontwikkeling doorgemaakt. In de landen om ons heen is het percentage bedrijfsvloeren dat in staalvezelbeton wordt uitgevoerd tot ver boven 70% uitgegroeid. In ons land, waar naast de vloeren op staal ook veel vloeren op palen worden gemaakt, bleef het aandeel van gewapend beton met netwapening ook in de op staal gefundeerde vloeren nog aanzienlijk. Na vele jaren ervaring wordt het daarom eens tijd om de balans op te maken tussen deze beide vloertypen. De voor- en nadelen van beiden kunnen, met enige mitsen en maren, worden vergeleken en er kunnen ook conclusies worden getrokken. Van Berlo heeft in de afgelopen jaren vele miljoenen vierkante meters vloeren aangelegd in de beide uitvoeringsvarianten en we kunnen achteraf dus zien hoe die zich gedragen hebben. Om de vergelijkingen wat gemakkelijker te maken zijn vloeren vergeleken met hetzelfde gebruik, namelijk vloeren in distributiemagazijnen. Vloeren met een ouderdom van minstens vijf jaar werden bezocht.
Bij het onderzoek hebben we ons beperkt tot twee vloertypen: a.
Een 170 mm dikke en voegarme staalvezel betonvloer op staal, met 35-40 kg/m³ staalvezels in een kwaliteit gekarakteriseerd door een R1,5-waarde = 0,6/0,7. (voegarme vloeren zijn ongezaagde staalvezel gewapende betonvloeren die gedilateerd worden in stalen dilatatievoegen in vakken van circa 1.500m²2.000m²).
b. De gewapend betonnen vloer met een dikte van 150mm en alleen een bovennet Ø8-100# betonstaal FeB500 (huidige benaming B500A).
Alle vloeren zijn in gebruik met nagenoeg dezelfde belastingen. Ze zijn gefundeerd op een goede, zettingsvrije ondergrond, waarop een puingranulaat is aangebracht, verdicht tot een beddinggetal K=0,06 N/mm³. De staalvezel betonvloeren zijn gedilateerd met gedeuvelde stalen dilatatieprofielen in dilatatievakken van circa 1.500m². De vloeren met het wapeningsnet zijn uitgevoerd zonder enige dilatatie in zeer grote oppervlakken van 100x100m of zelfs groter. Het allereerste dat opvalt bij beschouwing van deze vloeren is het ontbreken van enige vorm van schade die direct aan belastingen is toe te schrijven. Vaak komt dat omdat in de praktijk een lagere belasting aanwezig was dan de ontwerpbelasting. Maar dat is zeker niet overal het geval. In de magazijnen waar bijvoorbeeld blikgroenten of flessen met drank worden opgeslagen is de ontwerpbelasting nagenoeg gelijk aan de praktijkbelasting. Ook bij een aanzienlijk hogere belasting dan de ontwerpbelasting, wordt geen of nauwelijks schade aangetroffen ten gevolge van de belasting. Dat geldt voor de beide vloertypen. De scheur- en breukveiligheid ten opzichte van statische belasting blijkt bij vloeren op staal dus zeer groot te zijn.
Technisch Vakblad Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. – Jaargang 3 – nummer 2
4
xxx
Een andere vorm van opgelegde vervorming is de krimp van het beton. Beton krimpt voornamelijk door uittreding van overtollig water nadat het beton is verhard. Wanneer deze vormverandering vrij kan optreden zou dit geen schade kunnen veroorzaken. Dat is echter slechts zelden het geval. Door de wrijving van de vloer op haar fundering wordt de vloer tegengehouden in haar krimpvervorming en zullen er trekspanningen optreden in de vloer. Een licht belaste vloer kan wellicht nog gemakkelijk verkorten ten gevolge van krimp. Een zware belasting op de vloer veroorzaakt een grote wrijving met de ondergrond. Ten gevolge van die wrijving kan de vloer dan niet of nauwelijks meer verplaatsen. Dat veroorzaakt trekspanningen in de vloer. Wanneer deze trekspanningen groter worden dan de treksterkte van het beton, zullen er scheuren optreden in de vloer. Technisch Vakblad Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. – Jaargang 3 – nummer 2
5
De gecontroleerde vloeren zijn magazijnvloeren in distributiecentra van circa 10.000m² groot. In sommige gevallen was dat ook één ruimte van 10.000m². De meeste vloeren zijn ontworpen op een vlakbelasting van 30-50 kN/m² en stellingen met een staanderbelasting van 70-90 kN. De aanwezige vlakbelasting is in het algemeen beduidend minder dan de ontwerpbelasting. De stellingbelasting daarentegen komt vaker overeen met de ontwerpbelasting. Een aantal distributiecentra is in gebruik als smalle gangen magazijn met inductiebestuurde trucks. Vrijwel alle vloeren die gecontroleerd zijn vertonen scheurtjes door krimp. Andere schade die na circa vijf jaar aan de vloeren wordt waargenomen betreft veelal kleine schade aan de dilatatievoegen en doorgangen. Verder valt op dat in de zones met zeer frequent vorkheftruckverkeer de altijd aanwezige craquelé aan het oppervlak wat geprononceerder aanwezig is dan in de minder bereden vloerdelen. Zettingscheuren zijn zeer zeldzaam. Wat is dan het verschil tussen de staalvezel betonvloeren en de vloeren met een wapeningsnet? Welnu, het enige verschil is het scheurenbeeld. De staalvezel vloeren vertonen na vijf jaar allemaal wijdere scheuren dan de traditioneel gewapende vloeren. Omdat de scheuren wijder zijn, vallen ze ook meer op en lijkt het alsof hun scheurlengte en het aantal scheuren ook groter is. Dat laatste is echter niet het geval. In traditioneel gewapend beton komen vaak meer scheurtjes voor maar, omdat ze een kleine tot zeer kleine scheurwijdte hebben, zijn ze moeilijk waar te nemen en vaak niet van craqueléscheurtjes te onderscheiden.
Scheurwijdten in de traditioneel gewapende vloeren zijn in de orde van grootte van 0,1-0,3mm met uitzonderingen tot 0,4mm. In staalvezel gewapende vloeren van circa vijf jaar oud zijn deze scheuren 0,2-0,8mm wijd maar komen ook wel eens scheuren van meer dan 1mm voor.
Gebruikers denken vaak dat ze een scheurloze vloer krijgen geleverd, die bovendien tot in lengte van jaren scheurloos blijft. Dat is nu eenmaal niet het geval. Beton kan zeer goed drukkrachten opnemen maar is een bros materiaal dat een lage treksterkte heeft. Daarom wordt het beton gewapend: als de treksterkte van het beton wordt overschreden moet de wapening de trekkrachten opnemen. Het hangt dan van de hoeveelheid en kwaliteit van de wapening af hoe groot de scheuren worden. De vraag moet worden gesteld wanneer scheurtjes de functionaliteit van de vloer aantasten.
De functionaliteit van de vloer is een breed begrip, en zal voor verschillende gebruiksdoelen anders worden gedefinieerd. In een showroom van een duur automerk zal aan de vloer vooral een esthetische eis worden gesteld en kunnen zelfs kleurverschillen als functionaliteitverlies worden aangemerkt.
De functionaliteit kan ook in constructieve zin worden beschouwd. In de Europese norm NEN-EN 1992, die geldt voor gewapend beton in allerlei constructies, wordt aanbevolen om in een droge omgeving de scheurwijdte te beperken tot 0,4mm waarbij nadrukkelijk wordt vermeld dat scheuren in een droge omgeving “geen invloed hebben op de duurzaamheid” (van de constructie) en dat “deze grens is gesteld om een acceptabel uiterlijk te verzekeren”.
Technisch Vakblad Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. – Jaargang 3 – nummer 2
6
De Nederlandse vloerennorm NEN 2743 stelt om dezelfde constructieve reden dat er geen eisen worden gesteld aan de scheurwijdte. In een distributiemagazijn met een zeer druk vorkheftruckverkeer zal de functionaliteit voornamelijk worden bepaald door het comfort waarmee de truck rijdt. De vlakheid van de vloer en obstakels in de vloer zijn daar de factoren die de functionaliteit beïnvloeden. Zo zullen dilatatieprofielen een obstakel kunnen vormen wanneer ze niet zuiver vlak in de vloer zijn gesteld. Scheurtjes in een vloer doen slechts zelden afbreuk aan de functionaliteit. Pas wanneer de scheurranden afbrokkelen en de truck daardoor over een oneffenheid in de vloer rijdt, zal er sprake zijn van functionaliteitverlies. Dit laatste moet voorkomen worden. Daarom moeten scheuren worden gerepareerd wanneer de scheurranden af gaan brokkelen of dreigen af te gaan brokkelen. Daarmee blijft de vloer functioneel en wordt degradatie van het vloeroppervlak voorkomen. Hoewel scheuren in vloeren op staal op geen enkele wijze de constructieve veiligheid in gevaar brengen wordt dit functionaliteitcriterium algemeen erkend.
In ons onderzoek voldoen de traditioneel gewapende vloeren allemaal, en zelfs ruimschoots, aan het functionaliteitcriterium. De staalvezel gewapende vloeren voldoen daar niet allemaal aan. Nogmaals moet hierbij worden gesteld dat de uitwendige belasting hier geen enkele rol heeft gespeeld. Scheuren zijn alleen ten gevolge van verhinderde krimpvervorming ontstaan.
Tenslotte moeten nog een opmerking worden gemaakt bij het onderzoek. Die betreft de omstandigheden waaronder de vloeren worden uitgevoerd. Het monolithische proces, dus de afwerking van de vloeren tijdens de verharding van het beton, is zeer gevoelig voor snelle uitdroging van het betonoppervlak of voor een vroegtijdige afkoeling van het betonoppervlak tijdens of direct na het afwerken van het beton.
Niet voor niets wordt in alle offerten en contracten voor monolietvloeren de voorwaarde gesteld dat de vloeren moeten worden uitgevoerd in een afgesloten ruimte en niet onderhevig mogen zijn aan weersinvloeden.
Technisch Vakblad Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. – Jaargang 3 – nummer 2
7
Toch weten we dat daar veel tegen wordt gezondigd, met name in de grote distributiemagazijnen die we hebben onderzocht. Wanneer daarvan sprake is dan zullen gemakkelijk vroege scheuren in de vloer kunnen ontstaan. Een gedeelte van deze scheuren wordt mogelijk aan het oppervlak dicht geschuurd tijdens het afwerken van de vloer maar ze blijven daaronder wel aanwezig. Het zijn scheuren die meestal niet bij een scheurinleider ontstaan, maar ergens midden in de vloer. In het geval van scheuren door afkoeling van het oppervlak hebben ze meestal ook geen duidelijke scheurrichting.
De, soms zeer kleine, vroege scheuren zullen na verloop van tijd groter worden ten gevolge van de uitdrogingskrimp. Wanneer alleen de uitdrogingskrimp oorzaak van scheuren is dan manifesteren die scheuren zich vanaf circa een half - tot een jaar na uitvoering van de vloer. Het proces kan daarna drie tot meer dan vijf jaar voortschrijden, afhankelijk van de dikte van de vloer en de relatieve vochtigheid binnen het gebouw. Wanneer vroege scheuren zijn ontstaan dan manifesteren die zich vaak al binnen een maand.
Het tijdstip van verschijnen correleert dus meestal met de oorzaak ervan.
In vrijwel alle onderzochte vloeren zijn, soms alleen plaatselijk, vroege scheuren geconstateerd. Dat duidt op scheuren ten gevolge van vroege uitdroging van het oppervlak of door vroege afkoeling van het oppervlak. De oorzaak daarvan is weer hoofdzakelijk, doch niet altijd, het blootstaan van de vloer aan ongunstige weersinvloeden tijdens de uitvoering .
Bij de inspectie van de distributiemagazijnen viel op dat vroege scheuren in traditioneel gewapende vloeren na vijf jaar niet buitensporig wijd open zijn gaan staan. In staalvezel gewapende vloeren bedroeg de verwijding van vroege scheuren door uitdrogingskrimp beduidend meer. Blijkbaar is de aanhechting van wapening in het verharde beton over een reeds bestaande scheur effectiever met traditionele wapening dan met staalvezels. Staalvezels hebben hoogst waarschijnlijk een gedeelte van hun aanhechting verloren tijdens het ontstaan van de vroege scheur. Uit het onderzoek zijn een aantal zaken duidelijk geworden. Als eerste kunnen we stellen dat vloeren op staal bijna nooit schade oplopen ten gevolge van de belasting, zelfs niet bij een overbelasting. Op de tweede plaats zien we dat alle vloeren op den duur scheurtjes vertonen door verhinderde krimpvervorming. Wanneer de scheurwijdte binnen de gestelde perken blijft kunnen we niet van functionaliteitvermindering spreken. Bij de meeste staalvezel gewapende betonvloeren werd na vijf jaar het functionaliteitcriterium echter op diverse plaatsen overschreden. Door uitvoering van vloeren in half open hallen worden de gevolgen voor beide vloertypen groter, de gevolgen zijn voor het staalvezelbeton echter groter dan voor het traditioneel gewapend beton. Van Berlo Bedrijfsvloeren adviseert daarom distributiecentra uit te voeren in gewapend beton. Voor de hierboven genoemde belastingen kan dat in de meeste gevallen met een enkel wapeningsnet aan de bovenzijde van de vloer. De aanvangskosten van een dergelijke oplossing zijn vergelijkbaar met die van een staalvezel gewapende bedrijfsvloer maar de onderhoudskosten zullen lager zijn dan van de staalvezel gewapende vloer.
Technisch Vakblad Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. – Jaargang 3 – nummer 2
8
Dit laatste wordt meteen duidelijk wanneer we in aanmerking nemen dat vloerreparaties in dergelijke gebouwen eigenlijk alleen kunnen worden uitgevoerd buiten de werktijden, dat wil zeggen in de nacht of in het (vaak zeer korte) weekend. Dat wil overigens niet zeggen dat het staalvezelbeton zal worden afgezworen. Integendeel, het blijkt dat de toepassing van staalvezels in combinatie met een traditioneel wapeningsnet aan de bovenzijde, een zeer goede en duurzame oplossing biedt. We hebben hiermee de laatste jaren met succes geëxperimenteerd. Het is overigens nog iets te vroeg om harde en definitieve conclusies te trekken over deze hybride gewapende vloeren. Daarover zullen we in een later stadium berichten. Ook zijn er de laatste jaren nieuwe vezels op de markt gekomen die betere staalvezelbeton eigenschappen voorspellen. Ook die vezels worden door Van Berlo getest en beoordeeld. Het lijkt waarschijnlijk dat ook hier een nieuwe ontwikkelingsfase is aangebroken. Het onderzoek is specifiek uitgevoerd in distributiecentra omdat de bedrijfsvloeren in deze gebouwen van een eminent belang zijn. Een lekkend dak kan op een droge dag gerepareerd worden zonder storing van de werkzaamheden in het gebouw. Een klein gebrek aan de vloer kan het logistieke proces al flink verstoren en reparatie van de vloer legt het proces plaatselijk stil. Een langdurig onderhoudsvrije vloer is daarom wenselijk en kan het beste in gewapend beton worden gegarandeerd. Pieter Maas
De in dit artikel genoemde argumenten en conclusies zijn wellicht in mindere mate, of zelfs geheel niet, van toepassing bij een ander gebruik van vloeren. Voor specifieke productiehallen, parkeergarages of winkelruimten kunnen heel andere functionaliteiteisen en gebruikerswensen gelden zoals bijvoorbeeld vloeistofdichtheid, vorstdooizout weerstand of slijtvastheid. Een algemeen advies kan daarom nooit worden gegeven, dat moet per geval worden gegeven. Van Berlo Bedrijfsvloeren en Van Berlo Engineering hebben de knowhow en de ervaring om dit advies gericht te geven.
Technisch Vakblad Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. – Jaargang 3 – nummer 2
9
WEHKAMP.NL TE ZWOLLE Eind 2013 werd Van Berlo door de Belgische investeerder WDP benaderd om een ontwerp en een offerte te maken voor de begane grondvloeren van het nieuwe distributiemagazijn van wehkamp.nl in Zwolle. WDP, een grote Belgische investeerder in logistieke bedrijfsgebouwen, moest een plan realiseren waarin een belangrijke plaats was ingeruimd voor een zeer groot automatisch stellingenmagazijn voor kleine onderdelen. Men moet zich daarbij voorstellen dat het een magazijn is waarin stellingen dicht op elkaar staan, dus met zeer smalle gangen. In die gangen gaat op elk stellingniveau een shuttle door de gangen, die op een rails rijdt, welke aan de stelling is bevestigd. Alle stellingen zijn zo vast aan elkaar verbonden. Het zal duidelijk zijn dat er daarom hoge eisen worden gesteld aan de maatvastheid van dit stellingenmassief. Die maatvastheid moet enerzijds komen uit de juiste maatvoering tijdens het installeren van de stellingen, anderzijds uit de maatvastheid van de fundering waarop die stellingen worden geplaatst. Die fundering, de bedrijfsvloer dus, moet niet alleen maatvast worden geconstrueerd maar moet ook maatvast blijven gedurende de levensduur van het gebouw. Dat laatste bleek de moeilijkste opgave. De ondergrond bleek niet erg homogeen te zijn waardoor zettingverschillen zouden kunnen ontstaan. Om dit op te lossen is ervoor gekozen om de vloer op een zeer dicht palenraster te funderen waardoor zettingen konden worden geminimaliseerd. Uit dit magazijn worden uw bestellingen automatisch naar de expeditieruimte gebracht vanwaar ze naar het juiste adres worden verzonden. Naar verluid zou het zo in de nabije toekomst theoretisch mogelijk moeten zijn dat bestellingen bij wehkamp.nl, die ‘s morgens voor een bepaalde tijd worden besteld, nog diezelfde dag zouden kunnen worden bezorgd. Naast dit automatisch stellingenmagazijn van 12.000m² bestaat het gebouw uit een hoogbouwmagazijn van bijna 6.000m², een expeditiezone van 11.000m² en een vloergedeelte waarin een stalen mezzanine wordt gebouwd. Het grootste gedeelte van de vloer staat op Mini Vibro palen van Vibrocom. De niet kritische vloerdelen zijn op staal gefundeerd. Dit laatste is mogelijk omdat de er nauwelijks verkeer plaatsvindt tussen de op staal gefundeerde vloerdelen en de vloeren op palen. Direct na de kerstvakantie is begonnen met het heiwerk voor de vloeren. Op dit moment worden de magazijnen ingericht en getest.
COLOFON Dit is een uitgave van Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. Het Technisch Vakblad verschijnt drie à vier keer per jaar en wordt toegestuurd aan zakenpartners.
Redactie Petra Truren
WWW.VANBERLO.COM Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. Doornhoek 3715, 5465 TA Postbus 183, 5460 AD Veghel Telefoon: +31(0) 413 389090 Telefax: +31(0) 413 389099 10
[email protected]