Jaarverslag 2014
Inhoudsopgave Voorwoord .............................................................................................................................................. 3 Bestuursverslag ....................................................................................................................................... 4 Organisatiemodel .................................................................................................................................... 5 Overleg en beleidsontwikkeling .............................................................................................................. 9 GMR ....................................................................................................................................................... 11 Portefeuille onderwijs ........................................................................................................................... 12 Samenwerkingsverbanden .................................................................................................................... 16 Portefeuille Personeel en formatie ....................................................................................................... 19 Portefeuille Materieel en Onderhoud ................................................................................................... 21 Portefeuille Financiën............................................................................................................................ 23
2 Jaarverslag 2014
Voorwoord Doorslaggevend Wat doorslaggevend is – niet wat opzien baart niet de macht van het getal. Niet wat gewichtig doet, niet waar men zwaar aan tilt. Wat doorslaggevend is: dat je geloof in het licht, droomt van vrede, dat je liefhebt. O liefde, liefde verheft je tot de hoogste macht.
Zo blijven dan: geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde. (1.Kor. 13)
Bij deze bieden we het jaarverslag aan van de Vereniging CNS te Gouda. In dit jaarverslag kijken we terug op de activiteiten van het afgelopen jaar. De CNS-scholen maken nog steeds een lichte groei door qua leerlingenaantal en het onderwijs is van goede kwaliteit. We danken alle leerkrachten, onderwijsassistenten en directies die zich hebben ingezet voor het welzijn én de toekomst van kinderen. In onze dank betrekken we ook degenen die een ondersteunende rol vervulden. Er is veel gebeurd, er is hard gewerkt en met resultaat. En dan kijken we niet alleen naar meetbare opbrengsten. Hans Bouma, van wiens hand bovenstaand gedicht is, laat zien wat doorslaggevend is: dromen van vrede, geloven in het licht en liefhebben. We zijn dankbaar voor alles wat kinderen meekregen in het afgelopen jaar. Jaap Broekman DB CNS Gouda
3 Jaarverslag 2014
Bestuursverslag Wie zijn we en wat willen we? De Vereniging CNS is opgericht op 1 maart 1864 en heeft zich ten doel gesteld ‘werkzaam te zijn tot oprichting en instandhouding van één of meer christelijke scholen voor basisonderwijs te Gouda.’ Al150 jaar wordt aan deze doelstelling vorm gegeven. Anno 2014 behoren er 3 scholen tot de vereniging met in totaal ruim 1000 leerlingen en een kleine 100 personeelsleden. Alle scholen hebben naast hun onderwijskundige uitgangspunten een duidelijk levensbeschouwelijk profiel. De Bijbel als het woord van God zien we daarbij als de gemeenschappelijke gids en vormt de bron waaruit we putten. Met alle verschillen in beleving en uitingsvormen weten we ons verbonden in de relatie met de Eeuwige. Op herkenbare en eigentijdse wijze wordt op de scholen invulling gegeven aan de protestants-christelijke levensovertuiging. In het onderwijs dat gegeven wordt is de totaalontwikkeling van kinderen het uitgangspunt. Leraren begeleiden kinderen bij het ontwikkelen van kennis, het leren dragen van verantwoordelijkheid, het groeien in zelfstandigheid en het leren samenwerken. Het ontwikkelen en in stand houden van een nieuwsgierige en ontvankelijke houding zien we als een belangrijke opdracht. We mogen de harten van kinderen raken en hen fijngevoelig maken voor de wereld om hen heen, de mensen die ze ontmoeten en alles wat groeit en bloeit in Gods schone schepping. Daarnaast mogen leerkrachten kinderen laten ervaren wat het Evangelie in het leven van alledag voor henzelf betekent en wat het voor kinderen kan betekenen. Hiervoor zijn leerkrachten en schoolleiders nodig die gedreven en vanuit het hart het onderwijs vorm willen geven. In de schoolplannen en schoolontwikkelingsplannen van de afzonderlijke scholen is bovenstaande nader uitgewerkt. CNS 150 jaar Uit de oprichtingsdatum die hierboven is genoemd valt af te leiden dat Vereniging CNS is 2014 iets te vieren had: CNS bestond 150 jaar! Een hele mijlpaal die we op verschillende manieren hebben herdacht en gevierd. Dat is gebeurd tijdens weekopeningen in de klassen, in schoolkerkdiensten en tijdens sing-in’s waar uit volle borst werd gezongen. Met plezier hebben de kinderen deelgenomen aan diverse workshops. Er werd gezongen, gedanst, geschilderd en gesport. We aten en dronken samen, we gingen met z’n allen naar Blijdorp en er was alle gelegenheid om elkaar te ontmoeten, ook als collega’s. We zien terug op een fantastisch jubileum!
4 Jaarverslag 2014
Organisatiemodel De Wet Goed Onderwijs – Goed bestuur verplicht tot een scheiding tussen bestuur en intern toezicht voor alle schoolbesturen. Het algemeen bestuur van de vereniging CNS heeft een keuze gemaakt voor het zgn. Raad van Beheermodel. In dit model is er sprake van een functionele scheiding binnen één bestuurlijk orgaan. Het verenigingsbestuur bestaat uit het algemeen bestuur (AB) dat toezicht houdt en uit het dagelijks bestuur (DB) dat de bestuurlijke taken uitvoert. Het dagelijks bestuur wordt binnen de vereniging CNS gevormd door de directeur-bestuurder.
5 Jaarverslag 2014
Toelichting Algemene ledenvergadering De leden van de vereniging vormen het hoogste bestuursorgaan. Tijdens de jaarlijkse ledenvergadering verlenen zij het bestuur decharge voor het gevoerde beleid. Bestuur Het bestuur in de zin van de wet - het bevoegd gezag - wordt gevormd door het algemeen bestuur en dagelijks bestuur samen. Algemeen bestuur Het deel van het bestuur dat belast is met de toezichthoudende taken. Dagelijks bestuur/ directeur-bestuurder Het dagelijks bestuur wordt gevormd door de directeur-bestuurder die is belast met de bestuurlijke taken. Hij heeft een adviserende, initiërende, stimulerende en uitvoerende functie naar de diverse (overleg) -partners. Hij begeleidt beleidsmatige processen en ziet toe op de ontwikkeling en implementatie van beleid. Hij bereidt vergaderingen voor en voert besluiten uit. Daarnaast geeft hij leiding aan de directies van de scholen en voert hij overleg met de GMR of een geleding daarvan. Een volledige opsomming van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de directeur-bestuurder is opgenomen in het managementstatuut. In dit managementstatuut is ook de verdeling van verantwoordelijkheden tussen dagelijks bestuur/directeur-bestuurder en directies vastgelegd. Directies Scholen worden geleid door een directeur die de eindverantwoordelijkheid draagt. Hij/zij legt verantwoording af aan ouders, de directeur-bestuurder en de MR. Kwaliteit van leiderschap blijkt doorslaggevend te zijn bij het succesvol maken van scholen. Binnen CNS gaan we er vanuit dat effectief leiderschap gedeeld leiderschap is. Directeuren worden bijgestaan door een middenkader. Dit middenkader heeft een volwaardige plaats binnen de scholen, met afgebakende eigen verantwoordelijkheden. De bouwcoördinatoren vervullen een belangrijke rol bij de brede onderwijskundige ontwikkeling van de school, terwijl de Intern Begeleiders een specialistische rol hebben op het terrein van de leerlingenzorg. Voor de Prinses Julianaschool is de situatie in 2014 nog enigszins afwijkend. Ook op deze school heeft het middenkader een volwaardige plaats. Het takenpakket van de directeur is echter opgesplitst in de portefeuilles onderwijs, personeel en organisatie, zorg en financiën en beheer. Deze portefeuilles waren in 2014 verdeeld over een MT van twee personen. Eind 2014 is het besluit genomen om voor de Prinses Julianaschool terug te keren naar integraal leiderschap. Directieoverleg Het overlegorgaan waarin directies van de scholen werken aan o.a. beleidsontwikkeling- en evaluatie.
6 Jaarverslag 2014
MR en GMR De MR (medezeggenschapsraad) en GMR (gemeenschappelijke medezeggenschapsraad) zijn op school- of verenigingsniveau belast met de advisering of instemming omtrent beleid. Intern toezicht Bestuursvorm: Raad van Beheer model Zoals eerder vermeld heeft de Vereniging CNS, als gevolg van de wet ‘Goed onderwijs, goed bestuur’ gekozen voor het zgn. Raad van Beheer model. In 2012 zijn de aangepaste statuten goedgekeurd, waarmee de functionele scheiding tussen toezicht houden en besturen officieel werd vastgelegd. In deze statuten zijn de toezichthoudende taken van het algemeen bestuur en de bestuurlijke taken van de directeur bestuurder omschreven. Ten behoeve van de werving van leden voor het algemeen bestuur maakt de Vereniging CNS gebruik van competentieprofielen. Tenslotte stelt de wet Goed onderwijs, goed bestuur’ dat sectorcodes voor goed bestuur ontwikkeld dienen te worden. Het algemeen bestuur van de vereniging CNS heeft ervoor gekozen de sectorcode van de PO-raad te volgen. Hierin zijn geen wijzigingen aangebracht. Toezichthoudende bestuursleden Op 31 december 2014 waren de volgende toezichthoudende bestuursleden in functie: Dhr. L.J. Rustenhoven Mw. J.N. van Dam - Kraal Dhr. W.H. Kolkman Dhr. P.J. Scheurwater Dhr. H. C. Beekman Dhr. G. Houtman Mw. E.J. Karman
(Voorzitter) (Secretaris) (Portefeuille Financiën) (Portefeuille Personeel) (Portefeuille Onderwijs) (Portefeuille Materieel) (Portefeuille Juridische Zaken)
Werkwijze De uitvoering van taken van het algemeen bestuur vindt plaats conform de uitgangspunten van de statuten van de vereniging. De directeur-bestuurder heeft een belangrijke taak in de informatieverstrekking aan het algemeen bestuur. Er is sprake van een open relatie tussen de directeur-bestuurder en de leden van het algemeen bestuur enerzijds en de directies anderzijds. Directies voorzien op hun beurt de directeur-bestuurder van de meest relevante informatie vanuit het werkveld. In constructieve samenwerking vindt de vormgeving van het beleid plaats. In 2014 heeft het algemeen bestuur, naar aanleiding van een evaluatie, uitvoering gegeven aan de actiepunten m.b.t. borging en ontwikkeling van het bestuurlijk functioneren. Een belangrijk punt betrof de wijziging van bevoegdheden van algemeen en dagelijks bestuur. In 2012 had het algemeen bestuur de bevoegdheid tot het vaststellen van de de begroting en het jaarverslag, het strategisch beleidsplan en het jaarplan, organisatieaanpassingen, identiteitsbepaalde besluiten en besluiten met een grote materiële en/of financiële impact nog niet belegd bij het dagelijks 7 Jaarverslag 2014
bestuur. In 2014 is besloten om dat in het kader van een zuivere vormgeving van het Raad van Beheer model – in lijn met de Code Goed Bestuur - wel te doen. Eind 2014 liggen de aangepaste statuten gereed om te passeren bij de notaris. Uitoefening van de taken van de interne toezichthouder Bij de uitoefening van het integraal toezicht op de organisatie wordt gebruik gemaakt van een intern toezichtkader en een toetsingskader. Het toezichtkader bestaat uit een set uitspraken die betrekking hebben op het professioneel handelen in de organisatie en gaat vooral over het proces. Aan deze uitspraken kan het algemeen bestuur het beleid, de besluiten en het functioneren van de directeur-bestuurder vervolgens toetsen. Een bestuurlijk toetsingskader is nauw verbonden met het strategisch beleid en bevat richtinggevende uitspraken over verschillende beleidsterreinen. Een toetsingskader is dus inhoudelijk van aard. De toezichthoudende rol van het algemeen bestuur werd in 2014 o.a. vervuld tijdens de bestuursvergaderingen bij de bespreking van de rapportages. De rapportages geven een beeld van de voortgang van de uitvoering van de plannen en de resultaten zoals deze zijn geformuleerd in de schoolplannen en de schoolontwikkelingsplannen (jaarschijven bij de schoolplannen). Naast een financieel gezonde bedrijfsvoering wordt met nadruk aandacht besteed aan de opbrengsten op het gebied van taal, rekenen, technisch lezen en begrijpend lezen. De toezichthouders nemen in afwezigheid van de directeur-bestuurder (vergadering ‘met knip’) de managementrapportages door en bepalen op welke onderdelen zij nader geïnformeerd willen worden. Tijdens die momenten zijn de toezichthouders ook in de gelegenheid eventuele interventies te bespreken. Naast de informering via de rapportages stellen de leden van het algemeen bestuur zich ook in directe zin op de hoogte door het eenmaal per jaar afleggen van een schoolbezoek. Voor de resultaten verwijzen we naar hetgeen is beschreven onder de portefeuille onderwijs. De klankbordrol van de toezichthouders krijgt structureel vorm in de bestuursvergaderingen tijdens het gedeelte met de directeur-bestuurder. De toezichthouder doet suggesties en brengt de visie met betrekking tot belangrijke zaken voor het voetlicht. Daarnaast wordt de klankbordrol ingevuld door een periodiek overleg tussen de voorzitter van het bestuur en de directeur-bestuurder (eenmaal per 6 weken) én tijdens de voorbereidingen van de bestuursvergaderingen. Deze vinden plaats 2 weken voorafgaand aan de bestuursvergadering en worden bijgewoond door de voorzitter, de portefeuillehouder financiën, de secretaris en de directeur-bestuurder. Tenslotte wordt de klankbordrol incidenteel ingevuld op initiatief van de directeurbestuurder of leden van het algemeen bestuur.
8 Jaarverslag 2014
Overleg en beleidsontwikkeling Het algemeen bestuur heeft in 2014 6 keer vergaderd. Onderwerpen die o.a. aan de orde kwamen zijn: Onderwijskundig beleid voortgang onderwijskundige ontwikkelingen via de rapportages van de scholen (schoolplannen/schoolontwikkelingsplannen); opbrengsten basisvaardigheden taal, lezen en rekenen; Hoofdpunten schoolontwikkeling n.a.v. de schoolontwikkelingsplannen 2014 – 2015. Financieel beleid Vaststelling begroting 2014 en jaarrekening 2013, bespreking begroting 2015 en (periodiek) de exploitatie van de scholen. Personeelsbeleid Vaststelling bestuursformatieplan; In 2014 is er geen personeelsbeleid herijkt. Over de uitvoering van het beleid is verantwoording afgelegd in de managementrapportages die periodiek in het AB besproken worden. Hierbij is er specifieke aandacht voor de gesprekscyclus en professionalisering van leerkrachten. Materieel Zettingen terrein Calvijnschool: o Bespreking van de voorbereiding voor de rechtszaak tegen de aansprakelijk gestelde partijen; o Bespreking van de contra-expertise m.b.t. herstel van het plein; o Besluit herstel met een betonconstructie; o Bespreking van de voortgang overleg Gemeente Gouda, waaronder de aanvraag in het kader van de voorziening huisvesting, specifiek herstel constructiefout; Binnenklimaat Calvijnschool: o Bespreking uitvoering aanpassing installatie i.c.m. herstel plein; o Bespreking onderzoek naar alternatieven voor een WKO-systeem. Bespreking doordecentralisatie onderhoud per 01.01.2015. Grondoverdracht Livingstoneschool van Gemeente Gouda naar Vereniging CNS.
9 Jaarverslag 2014
o o
Governance Evaluatie Raad van Beheermodel: Voorgenomen besluit wijziging bevoegdheden AB – DB; Voorgenomen besluit aanpassing statuten, managementstatuut en bestuursprofielen; o Bespreking checklists intern toezicht. Overig Bespreking stichten van een school in Westergouwe; 150-jarig jubileum Vereniging CNS. GMR Advies of instemming met bestuursformatieplan, evaluatie Raad van Beheer model en begroting 2015. De vergaderingen werden voorbereid door de directeur-bestuurder in samenspraak met de voorzitter, secretaris en de portefeuillehouder financiën.
10 Jaarverslag 2014
GMR De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) vervult een rol in de beleidsontwikkeling en -evaluatie doordat het beleid ter advisering of instemming wordt voorgelegd. Op verzoek van de GMR bezocht de directeur-bestuurder een deel van de GMR-bijeenkomsten om een toelichting te geven op het ontwikkelde beleid. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad bestond eind 2014 uit de volgende leden: Prinses Julianaschool : Bert Boerrigter (O) en Jeanette van Nieuwkoop (P) Calvijnschool : Daniëlle Heek (O) en Coby v/d Beek (P) Livingstoneschool : Sybren Schotanus (O) en Nicolette Lukassen (P) O = oudergeleding P = personeelsgeleding
Bert Boerrigter vervult de rol van voorzitter van de GMR. Onderwerpen die aan de orde zijn geweest: Bestuursformatieplan Raad van Beheermodel: evaluatie + aanpassingen statuten Managementstatuut Bestuursprofielen Begroting 2015 CAO-PO Het meedenken van de GMR op de verschillende terreinen is ook het afgelopen jaar als waardevol ervaren. Na advisering of instemming van de GMR heeft definitieve besluitvorming plaatsgevonden. Naast de contacten tijdens de vergaderingen is er in 2014 vanwege de wisselingen in het algemeen bestuur en in de GMR een kennismakingsavond belegd. Na een ronde speed-daten zijn we in groepen uiteen gegaan en hebben we nader kennis gemaakt aan de hand van coachings-ontwikkelingskaarten. De avond is afgesloten met associatiekaarten die we met een korte toelichting aan elkaar meegaven.
11 Jaarverslag 2014
Portefeuille onderwijs Onderwijs en identiteit Het christelijk geloof op de scholen van de vereniging CNS is niet iets wat we ‘erbij doen’, ’s morgens aan het begin van de dag tijdens de bijbelverhalen. Ook tijdens andere lessen werken we vanuit onze levensbeschouwing. De manier waarop daaraan vorm gegeven wordt is uiteraard niet op iedere school hetzelfde. Elke leerkracht zal met de eigen gaven op een unieke wijze vorm geven aan het leer- en leefklimaat in de groep. De manier waarop scholen vormgeven aan de levensbeschouwing staat beschreven in de schoolgidsen. Terreinen waarop de levensbeschouwelijke identiteit expliciet aan de orde komt zijn:
Dag- en weekopeningen Elke dag wordt gezamenlijk begonnen. Er wordt gezongen, gebeden en er worden Bijbelverhalen verteld. Teams beginnen en eindigen de week gezamenlijk met een moment van bezinning. Elke leerkracht levert hieraan op eigen wijze een bijdrage. Vieringen rond Kerst en Pasen Rond Kerst en Pasen worden vieringen georganiseerd, op school of in één van de Goudse kerken. Iedere school geeft hier op eigen wijze vorm aan. Schoolkerkdiensten Periodiek worden rond een thema schoolkerkdiensten georganiseerd. Samen met de predikant wordt de dienst voorbereid. Kinderen zijn in de week voorafgaand aan de viering intensief bezig met het instuderen van liederen en/of sketches. Kinderen vervullen in deze diensten dan ook een belangrijke rol. Werving en selectie Om op een authentieke manier vorm te kunnen geven aan de geloofsopvoeding wordt van leerkrachten, onderwijsondersteunend personeel en directies verwacht dat ze een persoonlijke keuze hebben gemaakt voor het christelijk geloof. Geloven moet meer zijn dan een of andere liefhebberij. Kinderen voelen haarfijn aan of we spreken vanuit het hart of dat we een ingestudeerd verhaal doorgeven. We zijn blij dat we ook in 2014 collega’s konden benoemen die een bewuste keuze hebben gemaakt voor het christelijk geloof en meelevend lid zijn van een protestants christelijke kerk of gemeente. Inschrijving van leerlingen Belangrijk uitgangspunt van het aannamebeleid is dat iedereen die de identiteit van de school respecteert welkom is. We zorgen ervoor dat ouders van potentiële leerlingen ook worden geïnformeerd over de levensbeschouwelijke identiteit van de school. Als kinderen 8 jaar lang Bijbelverhalen horen en in de klassen samen bidden en zingen, dan gaat daar invloed vanuit. Zeker omdat we van iedereen een participerende houding verwachten.
12 Jaarverslag 2014
Schoolontwikkeling Alle scholen hebben hun ontwikkelpunten beschreven in de zgn. schoolontwikkelingsplannen. Dat zijn de jaarschijven bij de schoolplannen. De plannen van 2013/2014 zijn geëvalueerd en de ontwikkelpunten voor 2014/2015 zijn beschreven in het nieuwe plan. De doelen zijn duidelijk en concreet beschreven en betreffen de onderwerpen onderwijs, personeel, huisvesting en financiën. Ieder jaar wordt bij het opstellen van de plannen rekening gehouden met de financiële consequenties, waarbij de begroting als kader geldt. Onderwijsprestaties Het administratie- en leerlingvolgsysteem Parnassys is een belangrijk hulpmiddel bij het in kaart brengen van de opbrengsten op het terrein van de basisvaardigheden (Taal, rekenen en begrijpend lezen). De gemiddelde eindopbrengst (groep 8) lag in 2014 op de Calvijnschool 0,3 punt onder de landelijke norm. De school heeft de resultaten geanalyseerd en een aantal maatregelen genomen met name op het gebied van rekenen. School Julianaschool Calvijnschoool Livingstoneschool Norm
2012 536,8 537,6 538,5 535,3
2013 534,1 536,9 536,5 534,8
2014 537,1 534,3 535,1 534,6
Opbrengstgericht werken Bij het realiseren van goede resultaten speelt opbrengstgericht werken een belangrijke rol. Periodiek bekijken we of het bereikte niveau van opbrengsten het maximaal haalbare is. Bij de verbetering van resultaten kijken we steeds naar de beschikbare leertijd, de kwaliteit van de instructies en het doelgericht handelen van leerkrachten. In 2014 is gebleken dat, om de resultaten verder te laten stijgen, een grotere nadruk gelegd moet worden op kennis omtrent effectieve interventies. Met betrekking tot de groepsplannen is gelet op concretisering van de doelen om zodoende de planmatigheid van de hulp te optimaliseren. Ook is bij evaluaties van de groepsplannen meer gelet op de vraag in welke mate de voorgenomen interventies zijn toegepast en van welke kwaliteit die waren. Op dat terrein zien we mogelijkheden tot verdere ontwikkeling. Handelingsgericht werken In het kader van een optimale ontwikkeling van kinderen werken de scholen volgens de uitgangspunten van handelingsgericht werken (HGW). Bij HGW worden kinderen aangesproken op hun mogelijkheden en talenten en richt de leerkracht zich op betrokkenheid, welbevinden en een optimale ontwikkeling. Ouders zijn als ervaringsdeskundigen hierbij nadrukkelijk betrokken. De doelen worden gecommuniceerd met ouders. In toenemende mate worden ook kinderen zelf betrokken bij het in kaart brengen van de situatie en het formuleren van doelen door middel van zgn. kind-gesprekken. Kwaliteitsbewaking en – verbetering. Op alle scholen wordt gewerkt met de kwaliteitskaarten van Cees Bos (WMK). De kwaliteitskaarten zijn aangepast aan de schoolsituatie en door teamleden gescoord. 13 Jaarverslag 2014
Verbeterpunten zijn opgenomen in de schoolontwikkelingsplannen en hebben geleid tot aanpassingen in beleid of aanvullende afspraken. De kwaliteitszorg van de scholen is op orde en voldoet aan de norm. Elke school maakt eigen keuzes m.b.t. de onderdelen die aan de orde komen, uitgaande van de eigen behoeften en ontwikkeling. Kwaliteitskaarten die aan de orde kwamen waren o.a.: pedagogisch handelen, handelingsgericht werken, opbrengsten en kwaliteitszorg en ouderbetrokkenheid. ICT ICT is een onderwerp dat structureel aandacht krijgt. Alle scholen hebben een eigen ICT-coördinator die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het beleid. De ICT-ers en een rol bij het op peil houden van de vaardigheden van collegae. In 2014 hebben de scholen zich, na een instructie door Emjee – onze ICT-partner, bezig gehouden met de optimalisering van ICT-gebruik. Er is meer focus aangebracht door voor rekenen en/of taal te kiezen voor het programma Ambrasoft en de organisatie van het computergebruik is doorgelicht. Uiteindelijk doel is dat scholen de voordelen in tijd en rendement meer gaan ervaren. Ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO) Bij ontwikkelingsgericht onderwijs staat de balans tussen de belangstelling en initiatieven van kinderen en de bedoelingen van de leerkracht centraal. De link met de levensechte buitenwereld wordt gelegd o.a. door aansprekende startactiviteiten en excursies. Bij de kleuters ligt de nadruk op spelactiviteiten en in de hogere groepen op onderzoeksvaardigheden. Voor alle leeftijdsgroepen geldt dat gespreksen samenwerkingsvaardigheden van groot belang zijn. De eigen leervragen van kinderen spelen een belangrijke rol bij activiteiten en projecten die verbonden worden aan een thema. De rol van de leerkracht is meer begeleidend en stimulerend van aard. Bij de kleuters is het gebruik van de ontwikkelingslijnen van het observatiesysteem KIJK uitgebreid. Ook is gewerkt aan de borging van het stellen van duidelijke doelen en een gerichte begeleiding van spelactiviteiten. Op de Julianaschool en de Livingstoneschool wordt OGO ook toegepast in de midden- en bovenbouwgroepen. In 2014 is het OGO-concept geëvalueerd, waarbij duidelijk is geworden dat borging van werkwijzen essentieel is voor een stevige verankering van het concept binnen de scholen. Zorg op maat De zorgstructuur en het totale zorgaanbod van de scholen is beschreven in de schoolgidsen. Onderdelen van deze beschrijving zijn de inzet van (preventief) ambulante begeleiders, remedial teachers, onderwijsassistenten en intern begeleiders, de organisatie van de zorg op groepsniveau en het zorgaanbod voor plusleerlingen. Hieronder verstaan we alle leerlingen die om welke reden dan ook extra aandacht en begeleiding nodig hebben. Vermeldenswaard is dat er op alle scholen gewerkt wordt met plusgroepen voor meerbegaafde leerlingen. Collega’s zijn op het terrein van begaafdheid geschoold. In 2014 heeft op alle scholen het onderwerp ‘Passend Onderwijs’ een rol gespeeld, mede in verband met het van kracht worden van de wet die dit regelt per 1 augustus 2014. Scholen hebben een schoolondersteuningsprofiel geschreven waarin zij hun mogelijkheden en ambities m.b.t. de ondersteuning op het gebied van leer- en ontwikkelingskenmerken weergeven. De plannen worden periodiek geëvalueerd en bijgesteld. 14 Jaarverslag 2014
Bij zorg op maat gaat het niet alleen om cognitieve ontwikkeling, maar ook om welbevinden. Op sociaal-emotioneel terrein is ook in 2014 gewerkt aan de versterking van sociale vaardigheden. Naast de reguliere werkwijze via de gehanteerde methoden wordt op de Calvijnschool en de Livingstoneschool gewerkt met het programma SIJS (Sterker In Je Schoenen). De Prinses Julianaschool heeft in 2014 besloten te gaan werken met het programma De Vreedzame school, waarin o.a. sociale competenties aan de orde komen.
15 Jaarverslag 2014
Samenwerkingsverbanden Hoewel er geen sprake is van verbonden partijen (zie onder portefeuille Financiën), wordt er wel samengewerkt. We beschrijven hieronder de samenwerking binnen de Federatie Brede School, de samenwerkingsverbanden Weer Samen naar School (WSNS – tot 01.08.2014) en Passend Onderwijs (vanaf 01.08.2014)
Brede School Organisatie De Vereniging CNS te Gouda maakt deel uit van de Stichting Federatie Brede School Gouda. Het bestuur van de Brede School wordt gevormd door de (algemeen) directeuren c.q. directeur-bestuurders van de deelnemende partijen. Het stichtingsbestuur bestaat uit een algemeen bestuur dat toezicht houdt en een dagelijks bestuur (bestaande uit de directeur-bestuurder) dat de uitvoerende werkzaamheden voor zijn rekening neemt. Taken en bevoegdheden zijn vastgelegd in de statuten en het managementstatuut. Financiën De Brede school Gouda wordt hoofdzakelijk gefinancierd door (product)subsidie van de gemeente Gouda. Vanwege bezuinigingen is de laatste jaren het aantal activiteiten verminderd. Vanwege aanvullende financiering buiten het gemeentebudget om is de omvang van de terugloop beperkt gebleven. Personeel De Brede School Gouda heeft geen eigen personeel in dienst. Al het personeel dat werkt voor de Brede School is gedetacheerd door de deelnemende partijen. Via de vereniging CNS is een administratief medewerkster gedetacheerd.
16 Jaarverslag 2014
WSNS Organisatie De Prinses Julianaschool en de Livingstoneschool maakten tot 01.08.2014 deel uit van het SWV WSNS 3304. Dit samenwerkingsverband was regionaal georganiseerd en telde 35 basisscholen en één school voor sbo. Het bestuur werd gevormd door de algemeen directeuren c.q. directeur-bestuurders van de deelnemende stichtingen en verenigingen. Het bestuur van SWV WSNS 3304 bestuurde op hoofdlijnen. De Johannes Calvijnschool maakte deel uit van het SWV WSNS 3301. Dit is een regionaal georganiseerd Reformatorisch samenwerkingsverband. Het telde 22 scholen en een school voor sbo. Passend Onderwijs De verantwoordelijkheid voor de vormgeving van Passend Onderwijs is gedecentraliseerd naar de besturen en de scholen. Vanaf 1 augustus 2014 zijn de nieuwe samenwerkingsverbanden formeel van start gegaan. Scholen hebben zorgplicht en werken samen in regionale samenwerkingsverbanden. De samenwerkingsverbanden hebben afspraken gemaakt over de wijze waarop een passend onderwijsaanbod voor iedere leerling kan worden gerealiseerd, over de verdeling van middelen en de toewijzing van ondersteuning en over de procedure voor plaatsing in het speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs (cluster 3 en cluster 4). Eén en ander is beschreven in de ondersteuningsplannen van de samenwerkingsverbanden. De Prinses Julianaschool en de Livingstoneschool maken deel uit van het samenwerkingsverband PO Midden Holland. De Calvijnschool maakt deel uit van het landelijke Reformatorische samenwerkingsverband Passend Onderwijs Berséba.
17 Jaarverslag 2014
Personeel en financiën. De voormalige samenwerkingsverbanden WSNS hadden geen eigen personeel in dienst. Alle betrokkenen hadden een dienstverband bij hun eigen werkgever. Eerder is gemeld dat de binnen het voormalige SWV WSNS 3304 participerende besturen besloten hebben tot 2016 het personeel in dienst te houden. Hiervoor wordt een bedrag per leerling overgemaakt aan de besturen die het personeel in dienst hebben. Het Reformatorisch SWV Passend Onderwijs (Berséba) heeft geen personeel in dienst. De scholen zijn zelf verantwoordelijk voor de organisatie van de expertise die in het kader van de ondersteuningsbehoefte noodzakelijk is. Zorgplan en ondersteuningsplan Zorgplan en jaarplan zijn vervangen door een ondersteuningsplan op het niveau van het samenwerkingsverband en schoolondersteuningsprofielen. In het schoolondersteuningsprofiel wordt aangegeven welke ondersteuning de school kan bieden en welke ambities de school heeft voor de toekomst. Op basis van het profiel inventariseert de school welke expertise eventueel moet worden ontwikkeld en wat dat betekent voor de (scholing van) leraren. .
18 Jaarverslag 2014
Portefeuille Personeel en formatie Onderwijs is mensenwerk. De man of vrouw voor de klas is uiteindelijke degene die het verschil maakt. Zij zijn degenen die vorm geven aan de ambities die door de scholen in de schoolontwikkelingsplannen zijn geformuleerd. Gesprekscyclus en deskundigheidsbevordering Het onderwijs is voortdurend in beweging. Gezien de veranderende eisen (bijvoorbeeld op het terrein van opbrengstgericht- en handelingsgericht werken) en de complexiteit van problematiek is het van belang de volle nadruk te leggen op de bekwaamheid van leraren. CNS-scholen kennen een cyclus van functionerings-, POP-, en voortgangsgesprekken, waarin deskundigheidsbevordering aan de orde komt. Functiemix De invoering van de Functiemix schept de mogelijkheid voor leraren om promotie te maken van de LA- naar de LB-schaal. Het aantal leraren dat voldoet aan de vereisten om in aanmerking te komen voor de LB-schaal blijft nog achter bij de normen die in het verleden zijn gesteld. In het kader van de functiemix bestaat de mogelijkheid om in een bepaald vak- of interessegebied te specialiseren. Binnen dat vak- of interessegebied draagt de LB-leerkracht o.a. medeverantwoordelijkheid voor het ontwikkelen, uitdragen en verdedigen van het onderwijskundig beleid. In 2014 is een aantal collega’s gestart met het volgen van een opleiding, waardoor ze medio 2015 in de LB-schaal geplaatst kunnen worden. Verzuimbeleid Het ziekteverzuimbeleid maakt onderdeel uit van het personeelsbeleid en is gericht op het voorkomen en verminderen van verzuim van personeel. Voorkomen is beter dan genezen en in het verzuimbeleid gaat het dan ook in de eerste plaats om preventie. Mogelijke oorzaken van verzuim worden gesignaleerd en er worden maatregelen genomen om verzuim tegen te gaan. Dat gebeurt o.a. aan de hand van individuele gesprekken met collegae en het aanbieden van een preventief consult bij de bedrijfsarts. De balans tussen belastbaarheid en belasting komt aan de orde en in voorkomende gevallen worden bedrijfsmaatschappelijk werk of vormen van coaching ingezet. Om langdurig verzuim te voorkomen voeren directeuren met iedereen die voor de derde maal in een jaar heeft verzuimd een verzuimgesprek. Dit gesprek staat los van actueel verzuim en heeft als onderwerp de oorzaak van het individuele verzuimgedrag. Ook de gevolgen van het verzuim voor de school en eventuele wijzigingen in het werk tijdens de verzuimperiode komen tijdens het gesprek aan de orde. Uit het gesprek blijkt of verzuimd werd als gevolg van medische klachten, arbeidsomstandigheden of privéomstandigheden. Indien de oorzaak van het verzuim bekend is, proberen werkgever en werknemer tot een oplossing van de problemen te komen. Naar aanleiding van het verzuimgesprek kan worden overwogen om in voorkomende situaties de werkzaamheden tijdelijk aan te passen, dan wel een afspraak te regelen bij de arbodienstverlener. In geval van ziekmelding worden afspraken gemaakt met de bedrijfsarts over de verzuimbegeleiding. Deze verzuimbegeleiding bestaat o.a. uit consulten waarin advies wordt uitgebracht m.b.t. werkhervatting en re-integratie. Vanuit de schoolleiding wordt betrokkenheid getoond en bij langdurige ziekte wordt geprobeerd 19 Jaarverslag 2014
vervreemding van het werk tegen te gaan. Ziekteverzuim Het totale ziekteverzuim op verenigingsniveau lag in 2014 op 6% (Vergelijk 2013: 4,38%). Dat is onder het landelijk gemiddelde van 6,5%1 en boven het streefniveau van 5%. Op schoolniveau zijn duidelijke verschillen waarneembaar. De Calvijnschool zat eind 2014 met een verzuimpercentage van 4,37% onder het landelijk gemiddelde en het eigen streefniveau. De Livingstoneschool had in 2014 een verzuimpercentage van 6,68%%, terwijl de Julianaschool een verzuimpercentage had van 7,37%. Beide scholen zitten qua ziekteverzuim dus boven het landelijk gemiddelde en de eigen streefnorm. Opvallend is dat op alle scholen de verzuimfrequentie onder het landelijk gemiddelde ligt. De gemiddelde verzuimfrequentie bij CNS was in 2014 0,68. Landelijk is dit 1,1. Het hogere verzuim wordt veroorzaakt door langdurige ziektegevallen. Dit is onderwerp van gesprek met de arbodienst. 2014 Julianaschool Calvijnschool Livingstoneschool
Ziekmeldingsfrequentie 0,75 (1,22/1,18) 0,68 (0,64/0,68) 0,63 (1,11/ 1,04)
Ziekteverzuim 7,37% (6,5% / 2,4%) 4,37% (4,6% / 6,4%) 6,68% (3,6% / 4,0%)
Tussen haakjes de cijfers van 2012 resp. 2013 Landelijke gemiddelde primair onderwijs 2013: frequentie 1,w verzuim 6,5 %. Voor 2014 zijn door DUO en het vervangingsfonds nog geen cijfers bekend gemaakt.
Werving en selectie Ook in 2014 is het werven en selecteren van personeel naar wens verlopen. Er komen veel open sollicitaties binnen en het melden van vacatures op de sites levert ruim voldoende reacties op. Bij alle vacatures waren er ruim voldoende reacties waaruit een selectie gemaakt kon worden. We zijn dankbaar dat we collegae konden benoemen die zich uit overtuiging wilden verbinden aan de levensbeschouwelijke en onderwijskundige uitgangspunten van de scholen. Voor de Julianaschool kon eind 2014 een nieuwe directeur worden benoemd in de persoon van dhr. Sylvio Noël.
1
Percentage 2013. De cijfers van 2014 zijn nog niet bekend. 20
Jaarverslag 2014
Portefeuille Materieel en Onderhoud Het reguliere onderhoud aan de scholen wordt uitgevoerd in samenwerking met projectbureau Rijnland te Bodegraven. Er wordt gewerkt met meerjarenonderhoudsplanningen die periodiek herijkt worden. Jaarlijks wordt kritisch gekeken naar de betreffende jaarschijf en wordt een plan gemaakt voor de uitvoering van het onderhoud. Hieronder een overzicht. Julianaschool Volgens de meerjarenonderhoudsplanning werd in 2014 onderhoud uitgevoerd aan de kozijnen aan de voorzijde van het gebouw. Er werd dubbel glas geplaatst en de kozijnen werden geschilderd. Twee lokalen werden gerenoveerd, de elektrische installatie werd (deels) aangepast en er werd onderhoud gepleegd aan het dak. Tenslotte werd het hekwerk bij het schoolplein vernieuwd en werd het schoolplein opgehoogd en opnieuw ingericht. Calvijnschool Op de Calvijnschool is alleen regulier onderhoud uitgevoerd. Verzakkingen plein In het jaarverslag van 2013 is gemeld dat een procedure gevoerd zal worden tegen de adviserende en uitvoerende partijen die betrokken zijn geweest bij de aanleg van het plein. In 2014 is de onderaannemer failliet gegaan. Dat betekent dat de procedure alleen tegen de adviseur/directievoerder gevoerd zal worden. Na het besluit van het bestuur in 2013 het herstel van het plein voor te financieren zijn in 2014 de voorbereidingen begonnen. Na een second-opinion op een eerder uitgebracht rapport waarin werd geadviseerd het plein met een EPS-constructie te herstellen, is besloten tot een onderheide constructie. Het herstel van het plein zal plaats vinden in 2015. Klimaatbeheersing De temperatuur in de Calvijnschool is in de zomer regelmatig te hoog omdat er in warme periodes een zgn. ‘trapeffect’ optreedt. ’s Nachts koelt het gebouw door de mechanische ventilatie te weinig af, waardoor de temperatuur aan het begin van de dag steeds hoger komt te liggen. In 2013 werd nog gemeld dat het aanleggen van een zgn. WKO-installatie (Warmte-koude opslag) een oplossing zou zijn. Na een second-opinion wordt daar vanaf gezien. De kosten blijken erg hoog (zowel qua investering als onderhoud) en het rendement is te klein. Eind 2014 is nog geen keuze gemaakt voor een alternatief systeem.
21 Jaarverslag 2014
Livingstoneschool De boeiboorden van de daken werden in 2014 vervangen. De school heeft nu in het geheel een fris wit-blauwe uitstraling. De hekwerken bij het kleuterplein werden vernieuwd. Verder werd alleen regulier onderhoud uitgevoerd. Westergouwe De oorspronkelijke plannen voor de wijk Westergouwe zijn sterk gewijzigd. De wijk is in zijn geheel opnieuw opgezet en wordt kleiner. Er komen minder woningen en het bouwtempo wordt aangepast. Voor de volledige doorontwikkeling van de wijk wordt uitgegaan van 16/17 jaar. Door de vertraagde bouw ontstaat een lagere piek in het aantal leerlingen. Leerlingen zitten 8 jaar op de basisschool, dus bij een bouwperiode van 16 jaar halveert de piek. De in 2007 ontwikkelde visie om te bouwen ‘voor de top’ is los gelaten. Over definitieve huisvesting worden geen uitspraken gedaan. In 2016 zal er zorg worden gedragen voor een tijdelijke vorm van huisvesting. Voor scholen in de nieuwe wijk betekent de afname van het aantal woningen en het lagere bouwtempo dat het moeilijk, zo niet onmogelijk wordt de stichtingsnormen te halen. Dat zal financiële gevolgen hebben. Bovendien zal in de eerste jaren intensief samengewerkt moeten worden met besturen die behoren tot een andere denominatie. Deze ontwikkelingen zullen in 2015 leiden tot een heroriëntatie op het voornemen in Westergouwe onderwijs te verzorgen, zowel vanuit principieel als vanuit financieel oogpunt. Toekomstige ontwikkelingen Vorig jaar is al gemeld dat per 1 januari 2015 het gemeentelijk onderhoud gedecentraliseerd wordt naar de schoolbesturen. Schoolbesturen worden dan verantwoordelijk voor het volledige onderhoud aan het gebouw. In de lumpsum wordt een bedrag opgenomen waardoor het mogelijk moet zijn aan de onderhoudsverplichting te voldoen. De meerjarenonderhoudsplanningen zijn aangepast aan de nieuwe situatie. De PO-raad heeft de zorgen uit het veld m.b.t. het ontbreken van regelgeving met betrekking tot renovatie en nieuwbouw bij de overheid aan de orde gesteld. Tot op heden zonder resultaat m.b.t. concrete wijzigingen in de geldende verordening.
22 Jaarverslag 2014
Portefeuille Financiën Planning en control Besturen en scholen stellen hun eigen prioriteiten. Over de realisatie van doelen leggen ze verantwoording af. Daarbij is planning & control cyclus van groot belang. Beginpunt voor de P&C cyclus vormen de op het strategisch beleid gebaseerde beleidsvoornemens van de scholen zoals deze zijn vastgelegd in de schoolplannen en de daarop gebaseerde jaarplannen (schoolontwikkelingsplannen). Er is gestreefd naar beleidsrijke begrotingen waarbij direct een financiële vertaalslag is gemaakt. Directies en teams hebben de opdracht het juiste evenwicht te vinden tussen hun ambities en de financiële haalbaarheid. De voortgang van de plannen wordt beschreven in de managementrapportages. Begrotingen Het grootste deel van de exploitatie van de scholen (ruim 80%) zit in de personele kosten. Jaarlijks worden tijdens het begrotingsproces de loonkosten over het komende kalenderjaar in kaart gebracht. De gegevens worden ingevoerd in de P&C applicatie van het administratiekantoor, waarna de loonkosten worden opgenomen in de begroting. Ten behoeve van de materiële exploitatie wordt gewerkt met meerjareninvesteringsplannen. De bedragen uit de jaarschijf worden opgenomen in de begroting. Tijdens het begrotingsproces wordt ook een meerjarenbegroting opgesteld, waarin wordt uitgegaan van voortzetting van het bestaande beleid. Als uitgangspunt voor de baten geldt een prognose van het aantal leerlingen die t/m 2018 een lichte groei/stabilisering van het leerlingenaantal laat zien. Managementrapportages De CNS scholen zijn relatief autonoom in hun uitgavenpatroon. Na de aftrek van de kosten van het bestuursbureau worden alle middelen afgedragen aan de scholen. Deze werkwijze biedt directeuren een optimale ruimte om de keuzes te maken die voor de eigen school het meest effectief zijn. Directeuren zijn dus integraal verantwoordelijk voor alle baten en lasten en dragen zorg voor een sluitende exploitatie. Alle kosten die samenhangen met inzet van personeel en materieel worden opgenomen in de begrotingen. De directies stellen aan het eind van elk kwartaal een managementrapportage op, waar ook de financiën een onderdeel van zijn. De door het administratiekantoor geleverde budgetvergelijkingsoverzichten zijn hierbij een belangrijk hulpmiddel. Deze overzichten worden geanalyseerd en voorzien van een toelichting. In de werkoverleggen worden ze besproken. De directeur-bestuurder draagt zorg voor rapportage op verenigingsniveau. Door middel van de rapportages wordt de uitvoering van de plannen binnen de financiële kaders bewaakt. Er wordt gebruik gemaakt van een vast format dat voldoet in het kader van de toezichthoudende rol van het algemeen bestuur. Financiële administratie De financiële administratie is ondergebracht bij Dyade te Rotterdam. Financiële managementinformatie kan door degenen die geautoriseerd zijn via het internet worden opgevraagd. Deze informatie vormt een handvat voor de directies bij het opstellen van de rapportages. Periodiek worden kwartaalgesprekken gevoerd met de afdeling Financiën van Dyade.
23 Jaarverslag 2014
Bekostigingsgrondslag Het aantal leerlingen op 1 oktober vormt de grondslag voor de bekostiging. Eventueel kan door middel van een groeitelling door het ministerie aanvullende bekostiging worden toegekend als het aantal leerlingen van een school volgens daartoe vastgestelde normen is toegenomen. In onderstaand overzicht wordt het aantal leerlingen op 1 oktober 2014 vergeleken met de jaren 2013, 2012 en 2011.
Julianaschool Calvijnschool Livingstoneschool Totaal
1/10/14 1/10/13 407 408 389 379 291 274 1087 1061
1/10/12 407 360 274 1041
1/10/11 389 357 269 1015
Financiële positie op balansdatum Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans. Activa
31-122014
31-122013
Passiva
31-122014
31-122013
1.926.361
1.856.112
323.895
256.265
17.787
19.664
Kortlopende schulden
631.607
856.046
Totaal passiva
2.899.650
2.988.087
Materiële vaste activa
585.227
558.606
Eigen vermogen
Vorderingen
316.134
295.794
Voorzieningen
Liquide middelen
Totaal activa
1.998.289
2.899.650
2.133.687 Langlopende schulden
2.988.087
Activa In 2014 is geïnvesteerd in kantoormeubilair en inventaris (€ 2.880), schoolmeubilair en inventaris (€ 25.797), in ICT (€ 86.882) en in leermiddelen ( € 30.442). Omdat het bedrag van de investeringen hoger is dan het bedrag van de afschrijvingen is de waarde van de vaste activa gestegen ten opzichte van 2013. Ook de vorderingen zijn gestegen ten opzichte van 2013. Dit betreft onder meer vorderingen in verband met het betaalritme van de rijksbijdrage personeel. Het saldo van de liquide middelen is gedaald ten opzichte van 2013 door het negatieve exploitatieresultaat, toegenomen vorderingen en door investeringsactiviteiten. Passiva Het eigen vermogen is ten opzichte van 2013 gestegen door toevoeging van het negatieve resultaat over 2014 en correctie van de rekeningen courant. De voorzieningen zijn per saldo toegenomen, omdat de dotatie voor onderhoud aanzienlijk hoger is geweest dan de onttrekkingen. De voorziening jubileum is licht gedaald.
24 Jaarverslag 2014
De langlopende schulden zijn door toerekening van gemeentelijke investeringssubsidies afgenomen. De kortlopende schulden zijn allen regulier en afgenomen. Deze afname betreft onder meer vooruit ontvangen subsidies en investeringsaanvragen. Analyse resultaat 2014 De begroting van 2014 liet een positief resultaat zien van € 1.629. Uiteindelijk resulteert een negatief resultaat over het boekjaar 2014 van € 70.528: een verschil van € 72.157 met de begroting. Het positief resultaat over het boekjaar 2013 bedroeg € 232.718 hoofdzakelijk als gevolg van eenmalig ontvangen middelen uit bestuursakkoorden die in december 2013 ter beschikking werden gesteld. In de navolgende paragraaf treft u een vergelijking aan en een specificatie van de belangrijkste verschillen. Analyse realisatie 2014 vs. realisatie 2013 en realisatie 2014 vs. begroting 2014 Onderstaand een vergelijking van de staat van baten en lasten op basis van gerealiseerde en begrote baten en lasten voor het kalenderjaar 2014 en gerealiseerde baten en lasten voor het kalenderjaar 2013:
Baten Rijksbijdragen OCenW Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Nettoresultaat
Realisatie 2014
Begroting Verschil 2014
Realisatie 2013
Verschil
4.514.055 20.639
4.366.692 23.262
147.363 -2.623
4.514.065 23.132
-10 -2.493
365.809 4.900.503
84.946 4.474.900
280.863 425.603
458.466 4.995.663
-92.657 -95.160
3.826.445 119.379 405.282 632.223 4.983.329
3.578.212 129.941 411.010 368.358 4.487.521
248.233 -10.562 -5.728 263.865 495.808
3.540.957 104.148 412.571 721.133 4.778.809
285.488 15.231 -7.289 -88.910 204.520
-82.826
-12.621
-70.205
216.854
-299.680
12.298
14.250
-1.952
15.864
-3.566
-70.528
1.629
-72.157
232.718
-303.246
Toelichting bij de staat van baten en lasten Het resultaat is ten opzichte van 2013 afgenomen met € 303.246. De belangrijkste oorzaken van deze afname zijn: A. Baten De rijksbaten bleven per saldo vrijwel onveranderd: In tegenstelling tot 2013 werden er geen eenmalige middelen ontvangen uit bestuurlijke akkoorden. Wel werd een hogere lumpsum ontvangen ter compensatie van gestegen 25 Jaarverslag 2014
loonkosten als gevolg van de nieuwe CAO. Van de samenwerkingsverbanden voor Passend Onderwijs werden ondersteuningsgelden ontvangen. Deze middelen worden in de jaarrekening voortaan verantwoord onder de rijksbaten en niet meer onder de overige baten. De overige overheidsbaten zijn licht afgenomen en betreffen voornamelijk lagere vergoedingen van de gemeente voor het gebruik van een eigen gymzaal. De overige baten zijn per saldo gedaald: Enerzijds namen de saldi van de schoolbankrekeningen af, anderzijds namen de baten uit detacheringen en de ontvangsten van de samenwerkingsverbanden voor Passend Onderwijs en van het vervangingsvergoedingen slechts in geringe mate toe.
B. Lasten De personele lasten zijn ten opzichte van 2013 toegenomen door hogere lonen en sociale lasten als gevolg van meer personeel, zowel in loondienst als tijdelijk personeel en door verhoging van de salarissen vanaf september 2014. Door hogere investeringen in 2014 zijn de afschrijvingslasten toegenomen. Lagere kosten voor energie en water hebben tot lagere lasten voor huisvesting geleid. De overige instellingslasten vielen lager uit: door lagere uitgaven op schoolbankrekeningen. door hogere kosten voor buitenschoolse activiteiten en het 150-jarig jubileum van de Vereniging CNS door hogere kosten voor de juridische procedure m.b.t. het verzakte plein van de Calvijnschool door lagere kosten voor uitbesteding administratie C. Overig De financiële baten en lasten, bestaande uit rentebaten en -lasten zijn in 2014 en 2013 vrijwel gelijk. Het gerealiseerde resultaat 2014 wijkt af van het begrote resultaat 2014. De belangrijkste oorzaken van deze afwijking ontstaan door kosten van een juridische procedure voor het verzakte schoolplein van de Calvijnschool en door de kosten voor het 150 jarige jubileum van de Vereniging CNS. Het totaalbedrag van deze twee posten bedraagt € 89.196.- Dit bedrag is ten laste gekomen van de algemene reserve. Het resultaat van het bestuurskantoor op P+M bedraagt (na aftrek van de onder de tweede bullet genoemde kosten) € 15.305.- Dat bedrag is opgenomen in het resultaat van de scholen. Het totaalresultaat is als volgt School Pr. Julianaschool Joh. Calvijnschool Livingstoneschool Totaal scholen
Resultaat - € 16.552.€ 12.669.€ 10.254.€ 6.371.-
Jubileum + juridische procedure
Financiële exploitatie (rente) Totaal 2014
-
-
89.196.-
-
82.825.€ 12.298.€ 70.527.-
26 Jaarverslag 2014
Investeringen en financieringsbeleid Vanwege de gunstige liquiditeit zijn in 2014 de investeringen op het terrein van onderwijsleermiddelen, ICT en inventaris en apparatuur volledig gefinancierd uit eigen middelen. Indien in enig jaar of maand een te groot beslag op de liquiditeit plaatsvindt zal een spreiding in de aanschaf van nieuwe investeringen worden aangebracht. De investeringen worden bewaakt op basis van een meerjareninvesteringsplan en een daaraan gekoppelde meerjarenbegroting. Toekomstparagraaf In de gemeente Gouda wordt in de komende jaren een afname van het aantal leerlingen in de leeftijd van het basisonderwijs verwacht. Omdat de achterban van onze vereniging bewust kiest voor de levensbeschouwelijke identiteit van onze scholen, in combinatie met een duidelijk onderwijsconcept, is onze verwachting dat het leerlingaantal in de komende jaren stabiel blijft en in 2017 weer licht zal stijgen. Jaarlijks bij het voorbereiden van de nieuwe meerjarenbegroting bekijken we de inschrijvingen per 1 oktober en maken we de leerling prognoses opnieuw om tot een nauwkeurige schatting van het leerlingaantal per toekomstig jaar te komen. Mede op basis van onze prognoses is in de meerjarenbegroting rekening gehouden met stabilisatie van het aantal fte van onderwijzend personeel en overige medewerkers. In 2015-2016 is formatie opgenomen voor een directeur en vacatures voor een extra groep 8 op de Livingtoneschool en groeigroepen voor de kleuters. In onderstaande tabel zijn de eigen prognoses aangegeven t/m 2018
Voornaamste risico’s en onzekerheden In 2013 zijn in het kader van het NOA-akkoord financiële middelen toegezegd. Een gedeelte van de NOA middelen is inmiddels via beschikkingen ontvangen. Indien de baten waarover nog besloten moet worden niet beschikbaar komen, dan zal dat kunnen leiden tot bezuinigingen om tot een sluitende begroting in volgende jaren te komen. Maar voor deze situatie geldt tevens dat de algemene reserve voldoende is om het nu nog begrote negatieve resultaat te dekken. De continuïteit van de organisatie is daarom gewaarborgd. Onze verwachting is nadrukkelijk dat de in de meerjarenbegroting getoonde tekorten niet gerealiseerd worden. Behalve de onzekerheid over de uiteindelijke hoogte van de rijksbaten is er nog een belangwekkende financiële onzekerheid die voortkomt uit het juridisch geschil omtrent het plein van de Calvijnschool. De uitkomst van deze procedure kan zijn dat de Vereniging een deel van de kosten van het herstel van het verzakte schoolplein van de Calvijnschool zelf moet betalen. Indien het zover komt, dan is de financiële buffer van de vereniging voldoende om dit te kunnen dragen. De kosten van herstel, tijdelijk onderhoud, onderzoek en juridische bijstand worden eind 2014 geraamd op € 820.000. De juridische procedure kan leiden tot een vergoeding van maximaal € 27 Jaarverslag 2014
341.000, waarbij rekening moet worden gehouden met het feit dat twee van de drie aansprakelijk gestelde partijen failliet zijn. De Vereniging beraadt zich over de wijze waarop dit financiële risico verminderd kan worden. Treasuryverslag De vereniging hanteert het uniforme treasurystatuut van de Besturenraad. In dit statuut is bepaald binnen welke kaders instellingen voor onderwijs hun financieringsen beleggingsbeleid dienen in te richten. Het uitgangspunt is dat de toegekende publieke middelen overeenkomstig hun bestemming worden besteed. De Vereniging heeft een zeer terughoudend financieel beleid gevoerd. Er is geen sprake geweest van beleggen of belenen. Er is gebruik gemaakt van een rekening courant met een daaraan gekoppelde spaarrekening. De tegoeden op deze rekeningen zijn direct opeisbaar. De rekening-courant met de daaraan gekoppelde spaarrekening van het bestuur van de vereniging CNS is ondergebracht bij de Rabobank. Kengetallen Met betrekking tot de solvabiliteit, liquiditeit, rentabiliteit kapitalisatiefactor en het weerstandsvermogen vermelden wij onderstaand de kengetallen:
2014 Solvabiliteit (definitie 1) 66,4% Liquiditeit 3,7 Rentabiliteit -1,4%
Kapitalisatiefactor Weerstandsvermogen
58,9% 29,6%
Indicatoren risicoanalyse Aanbeveling commissie Don: onderwijs inspectie
2013 62,1% ondergrens van 30% 2,8 tussen 0,5 en 1,5 4,6% bovengrens van 5%
kleiner dan 30% kleiner dan 1 laatste 3 jaar negatief
35% als bovengrens voor grotere organisaties en 60% 59,4% voor kleinere organisaties 28,7% tussen 10 en 40%
Solvabiliteit De solvabiliteit geeft de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen aan en verschaft dus inzicht in de financieringsopbouw. De solvabiliteit geeft ook aan in hoeverre de instelling op langere termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Definitie 1: Eigen vermogen gedeeld door het totale vermogen. Kengetal 2014: Kengetal 2013:
66.4% 62.1%
Definitie 2: Eigen vermogen en voorzieningen gedeeld door het totale vermogen. Kengetal 2014: Kengetal 2013:
77.6% 70.7%
28 Jaarverslag 2014
Definitie 2 van de solvabiliteit geeft aan dat 77.6% van het totale vermogen uit eigen vermogen ofwel reserves en voorzieningen bestaat, hetgeen inhoudt dat slechts 22.4% van het totale vermogen gefinancierd wordt met vreemd vermogen. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de vermogenspositie van de Vereniging goed is. De Vereniging is duidelijk in staat om aan haar verplichtingen op langere termijn te kunnen voldoen. Liquiditeit De liquiditeit geeft aan in hoeverre de instelling op korte termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Definitie: De verhouding tussen de vlottende activa (som van liquide middelen vorderingen en voorraden) en de kortlopende schulden. Kengetal 2014: Kengetal 2013:
3.7 2.8
Deze bedragen zijn binnen één jaar opeisbaar, waardoor kan worden voldaan aan de openstaande schulden die binnen één jaar voldaan moeten zijn, te weten € 631.607.De liquiditeitspositie van de vereniging is hierdoor goed te noemen. In bovenstaande berekening is geen rekening gehouden met de in de voorzieningen opgenomen verplichtingen. Rentabiliteit De rentabiliteit geeft aan of er sprake is van een positief dan wel negatief bedrijfsresultaat in relatie tot de totale baten. Definitie: Resultaat gedeeld door de totale baten (inclusief financiële baten). Kengetal 2014: Kengetal 2013:
-1,4% 4,6%
De rentabiliteit geeft aan hoeveel procent van de totale opbrengsten omgezet wordt in het uiteindelijke resultaat. De vereniging heeft van de totale opbrengsten, te weten € 4.913.595, een resultaat behaald van € -70.528. In vergelijking met vorig jaar is de ratio afgenomen, hetgeen aangeeft dat in het jaar 2014 procentueel meer kosten zijn verantwoord dan in het voorafgaande jaar 2013. Invloed door het Onderwijs- en herfstakkoord op het kengetal rentabiliteit. Eind december 2013 zijn er subsidiegelden uitbetaald door het Ministerie van OCW inzake het Onderwijs- en herfstakkoord, deze gelden zijn opgenomen als baten in 2013, wat invloed heeft op het kengetal rentabiliteit: Kengetal 2014: Kengetal 2013:
-1,4% 8,1%
Kapitalisatiefactor De kapitalisatiefactor geeft een indicatie hoe rijk een schoolbestuur is, dit om te signaleren of onderwijsinstellingen misschien een deel van hun kapitaal niet of
29 Jaarverslag 2014
inefficiënt benutten voor de vervulling van hun taken. Het is van belang te vermelden dat in de genoemde percentages het private vermogen is meegeteld. Definitie: De activazijde van de balans minus de materiële vaste activa betreffende gebouwen en terreinen gedeeld door de totale baten (inclusief financiële baten). Kengetal 2014: Kengetal 2013:
58.9% 59.4%
Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft aan het vermogen om niet-voorziene tot de reguliere bedrijfsvoering behorende risico's op te vangen. Definitie : Het eigen vermogen minus de materiële vaste activa uitgedrukt in een percentage van de rijksbijdrage OCW. Kengetal 2014: Kengetal 2013:
29.6% 28.7%
30 Jaarverslag 2014