INHOUDSOPGAVE
Voorwoord …………………………………………………………………………….. blz. 3 Hoofdstuk 1: De School …………………………………………………………….. blz. 4 1.1. 1.2. 1.3. 1.3.1. 1.4. 1.5. 1.6.
De naam van de school …………………………………….. blz. 4 Het gebouw …………………………………………………... blz. 4 Het bestuur …………………………………………….……... blz. 4 Samenwerkingsverband Openbare Scholen ……………... blz. 4 De directie ……………………………………………………. blz. 5 Samenwerking met andere instanties ……………………... blz. 5 Het leerlingenaantal …………………………………………. blz. 6
Hoofdstuk 2: De identiteit van de school ………………………………………... blz. 7 2.1. 2.2. 2.3.
Openbaar onderwijs …………………………………………. blz. 7 „Ons‟ basisonderwijs ………………………………………… blz. 7 Onze visie op onderwijs …………………………………….. blz. 8
Hoofdstuk 3: De organisatie van het onderwijs ………………………………... blz. 9 3.1. 3.1.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.4.1. 3.4.2. 3.5. 3.5.1. 3.6. 3.7. 3.7.1. 3.7.2.
Activiteiten in de kleuterbouw ……………………………… blz. 9 Basisvaardigheden vanaf groep 3 ………………………… blz. 10 Extra hulp …………………………………………………….. blz. 10 Taken en functies van teamleden …………………………. blz. 11 De schooltijden ………………………………………………. blz. 11 Leerplicht en extra verlof ……………………………………. blz. 12 Voor-, tussen- en naschoolse opvang …………………….. blz. 12 Het lesrooster ………………………………………………... blz. 12 Bewegingsonderwijs en zwemmen ………………………... blz. 12 De vak- en vormingsgebieden ……………………………... blz. 13 Voorzieningen ………………………………………………... blz. 14 Het maken en gebruiken van video-opnamen ……………. blz. 14 Sponsoring …………………………………………………… blz. 14
Hoofdstuk 4: De zorg voor de leerlingen …………………………………….….. blz. 16 4.1. 4.1.1. 4.2. 4.3. 4.3.1. 4.4. 4.4.1. 4.4.2. 4.5. 4.6. 4.6.1. 4.7. 4.8. 4.8.1.
De aanmelding van nieuwe leerlingen …………………….. blz. 16 Als speciale zorg nodig is …………………………………… blz. 16 Omgaan met elkaar …………………………………………. blz. 17 Leerlingvolgsysteem en toetsen …………………………… blz. 18 Video-observatie …………………………………………….. blz. 19 De Drempeltoets …………………………………………….. blz. 19 Rapportage …………………………………………………… blz. 19 Rapportage in geval van gescheiden ouders …………….. blz. 20 Speciale zorg, hulp in de klas ………………………………. blz. 20 Verlengen en versnellen…………………………….………. blz. 21 De overgang van groep 2 naar groep 3 …………………… blz. 21 Speciaal onderwijs …………………………………………... blz. 21 Schoolse- en buitenschoolse activiteiten …………………. blz. 21 De vrijwillige ouderbijdrage …………………………….…... blz. 22
1
Hoofdstuk 5: Mensen in school ……………………………………………….…... blz. 23 5.1. 5.2. 5.3.
De leerkrachten ………………………………………….…... blz. 23 Onderwijsondersteunend personeel ………………………. blz. 23 Vakleerkrachten ……………………………………………… blz. 23
Hoofdstuk 6: Ouders en school ……………………………………………….…... blz. 24 6.1. 6.1.1. 6.1.2. 6.1.3. 6.1.4. 6.2. 6.3. 6.4. 6.4.1.
Contact tussen ouders en school ………………………….. blz. 24 Voorlichtingsavond en kijkochtenden ……………………… blz. 24 Oudercontactavonden ………………………………………. blz. 24 Algemene ouderavond ………………………………….…... blz. 24 Ouderhulp …………………………………………………….. blz. 24 De oudervereniging …………………………………………. blz. 25 De medezeggenschapsraad ……………………………….. blz. 25 Klachtenregeling ……………………………………………... blz. 25 Vertrouwenspersoon …………………………………….….. blz. 25 Tenslotte ……………………………………………………… blz. 26
2
Voorwoord
Voor u ligt de schoolgids van OBS de Opstap. Deze schoolgids heeft tot doel u zo goed mogelijk te informeren over het onderwijs zoals wij dat op “De Opstap” vorm en inhoud geven. De schoolgids is een vierjarig document, dat een goed hulpmiddel kan zijn wanneer u bezig bent met het bepalen van een schoolkeuze voor uw kind. Echter ook voor de mensen waarvan de kinderen al bij ons op school zitten, kan de schoolgids antwoord geven op de meest uiteenlopende vragen. Naast deze schoolgids ligt de informatiegids: een jaarlijks aangepast document, gecombineerd met de schoolkalender. In de informatiegids vindt u vooral praktische informatie, zoals schooltijden, vakanties, namen en adressen e.d. Naast het verschaffen van informatie over onze school heeft deze gids ook tot doel om u als betrokkene zoveel mogelijk inzicht in de schoolpraktijk te verschaffen, zodat u hierover kunt meepraten. Wij streven ernaar om een voor iedereen toegankelijke school te zijn en daarbij past natuurlijk een open klimaat waarbinnen mensen gemakkelijk kunnen praten en met elkaar van gedachten kunnen wisselen over zaken die de school aangaan. De onderwerpen die in deze gids aan de orde komen zijn vanuit die gedachte dus ook geen wetmatigheden, zij kunnen bij ons op school altijd onderwerp van gesprek worden. Als u deze gids heeft aangevraagd omdat u bezig bent met de schoolkeuze voor uw kind, danken wij u hartelijk voor uw belangstelling. Wij hopen van harte dat deze gids voor zowel u als belangstellende als voor diegenen die al ervaring hebben met “De Opstap” een bruikbare wegwijzer zal zijn. Uiteraard heten wij u allen (wederom) van harte welkom bij ons op school! Namens het team, de oudervereniging en de medezeggenschapsraad, Jantsje Ploeg, Directeur
OBS de Opstap Oosteinde 49 9079 LA St. Jacobiparochie Tel 0518-491839 E-mail:
[email protected] Website: www.obsdeopstap.nl
3
HOOFDSTUK 1:
DE SCHOOL
1.1. De naam van de school De naam van onze school is sinds de invoering van de basisschool in de tachtiger jaren “De Opstap”. Deze naam sluit goed aan bij wat naar ons idee een basisschool moet zijn, namelijk een opstap naar een eigen plek in de maatschappij. Wij vinden het belangrijk om het kind te ontplooien tot een zelfstandig individu, dat respectvol omgaat met anderen. Vanuit een veilige leeromgeving kan het kind zich door middel van een gedegen zorgstructuur naar eigen mogelijkheden ontwikkelen, zodat het zijn/haar kwaliteiten optimaal kan benutten. De leer- en doe-activiteiten binnen de verschillende jaargroepen van onze school ondersteunen de ontwikkeling van het kind met specifiek bij de leeftijdsgroep passende activiteiten. Deze activiteiten laten het kind kennismaken met zijn wereld, om het uiteindelijk via een onderbouwde keus voor voortgezet onderwijs te brengen op een plek in de maatschappij waar het zich prettig voelt.
1.2. Het gebouw De school is gevestigd in een karakteristiek en herkenbaar gebouw aan het Oosteinde te St. Jacobiparochie. Het gebouw straalt door zijn opzet en kleuren vooral ruimte en gezelligheid uit, een plaats waar een ieder zich snel thuis zal voelen en die uitnodigt tot activiteit. De school beschikt over lokalen die zijn uitgerust met een werkhoek waarin de kinderen zelfstandig taken kunnen uitwerken. Zij kunnen daarbij gebruik maken van multimediale leermiddelen. Naast de lokalen is de school ook voorzien van de nodige nevenruimtes. Geheel in de geest van de hedendaagse schoolorganisatie beschikt het gebouw naast voldoende ruimte voor de onderwijsleeractiviteiten, ook over efficiënte ruimtes voor het beheren van en het invulling geven aan het leerlingvolgsysteem (interne begeleiding), het management van de school en een personeelskamer. Tenslotte beschikt de school over een flinke, uitnodigende gemeenschapsruimte, zodat er ook voldoende mogelijkheid bestaat om resultaten en uitwerkingen aan elkaar te presenteren. Voor de kleuters is er een eigen gymnastieklokaal, met daarin speciaal voor deze doelgroep geschikte materialen. Voor de gymnastieklessen voor de kinderen van groep 3 t/m 8 wordt gebruik gemaakt van de sporthal behorende bij het sportcomplex aan de rand van het dorp. Aan de buitenkant van het gebouw bevindt zich een ruim schoolplein, dat afsluitbaar is met twee hekken. Het plein is voorzien van verschillende kleurige en gevarieerde speeltoestellen. 1.3. Het bestuur De Opstap valt met nog negentien andere basisscholen onder de verantwoordelijkheid van de stichting Onderwijsgroep Fier. De Stichting wordt geleid door een bestuur op afstand en in de praktijk door twee algemeen directeuren. De algemene directie heeft samen met een aantal andere stafleden op het gebied van personeel, administratie en financiën zitting in het Onderwijsbureau, gevestigd in Stiens. Voor adressen verwijzen we u naar de informatiegids/kalender. 1.3.1. Onderwijsgroep Fier De directeuren van de scholen van Onderwijsgroep Fier vergaderen onder leiding van de algemene directie maandelijks over beleidszaken op school- en bestuursniveau. U kunt daarbij denken aan beleid op gebied van kwaliteit, zorg en financiën. Verder werken de 4
scholen samen op het gebied van leerlingenzorg (overleg intern begeleiders o.l.v. een coördinator) en I.C.T.-zaken (I.C.T.-werkgroep o.l.v. de I.C.T.-coördinator). Op voornoemde gebieden worden gezamenlijke beleidsdocumenten opgesteld. De samenwerking tussen de scholen manifesteert zich heel concreet tijdens de conferentiedag die jaarlijks rond een aan het onderwijs gerelateerd thema wordt georganiseerd.
1.4. De directie De dagelijkse leiding van De Opstap is in handen van de locatiedirecteur. Deze is verantwoordelijk voor het beleid en de dagelijkse gang van zaken zoals dat op De Opstap wordt verzorgd. Voor de taken die uit deze verantwoordelijkheid voortvloeien is de locatiedirecteur een deel van de week vrij geroosterd van lesgebonden taken.
1.5. Samenwerking met andere instanties De school werkt in voorkomende gevallen samen met een aantal instanties. Hiervan geven wij u een kort overzicht. Inspectie voor het basisonderwijs. Het onderwijs in Nederland valt onder de verantwoordelijkheid van de overheid. Als zodanig zijn er in de wet afspraken en regels vastgelegd waar scholen aan moeten voldoen. Op de naleving van deze regels en afspraken wordt toegezien door de Inspectie van het Onderwijs. De onderwijsinspectie beschikt over een eigen website met daarop o.a. beschikbare inspectierapporten. Ook voor vragen over het onderwijs in het algemeen kunt u terecht bij de onderwijsinspectie. De adresgegevens kunt u vinden in de informatiegids. De inspectie houdt ook toezicht op de kwaliteit van de scholen. Normaal gesproken vindt er eenmaal per vier jaar een kwaliteitsonderzoek op school plaats. Verder wordt jaarlijks naar de leerlingresultaten gekeken, de zgn. opbrengsten. Met deze jaarlijkse controle wordt de onderwijskwaliteit van de school in de gaten gehouden en krijgt de school een oordeel. Bij geen bijzonderheden wordt dat „basisarrangement‟ genoemd. Wanneer de opbrengsten drie keer achtereen onvoldoende zijn, kan de school als „zwak‟ of „zeer zwak‟ worden bestempeld. De rapporten die door de inspectie zijn opgemaakt, vindt u op de genoemde internetsite. Zij liggen tevens ter inzage op school.
GGD/ Jeugdgezondheidszorg. De afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD hanteert elk jaar voor de basisschoolleerlingen het onderstaande onderzoekschema: onderzoek schoolarts: onderzoek jeugdverpleegkundige
groep 2 groep 7
Tijdens de bezoeken van de arts, dan wel de verpleegkundige worden ook kinderen opgeroepen voor wie een vervolgafspraak is gemaakt. Zit u tussentijds met vragen over zaken die met (de gezondheid, opvoeding van) uw kind te maken hebben, dan kunt u telefonisch contact opnemen met de GGD. Adressen en telefoonnummers zijn te vinden in de informatiegids.
5
Onderwijsbegeleiding Voor ondersteuning van ons werk, bijvoorbeeld bij studieactiviteiten of in het geval van leerproblemen bij één of meerdere leerlingen etc. werken wij samen met een onderwijsbegeleidingsdienst. Wie de begeleider van de school is, is afhankelijk van de onderwerpen waaraan we werken. Nadere informatie hierover vindt u in de informatiegids.
Onderwijsopleidingen Regelmatig treft u bij ons op school mensen aan die studeren voor groepsleerkracht in het basisonderwijs. Deze stagiaires zijn afkomstig van de pabo van de NHL Hogeschool te Leeuwarden. De studenten worden door onze leerkrachten en door docenten van deze opleiding begeleid tijdens hun stage. Naast de stagiaires van de pabo, komen ook andere studenten in voorkomende gevallen bij ons op school stagelopen. Zo kennen wij bijvoorbeeld stagiaires van de opleiding Helpende Welzijn of Sociaal Pedagogisch Werker (SPW) en van de opleiding voor Onderwijsassistenten. Ook kan het zijn dat leerlingen van de het voortgezet onderwijs af en toe stagelopen bij ons op school, bv. in het kader van maatschappelijke stage. Als er stageplaatsen bij ons op school worden ingevuld, houden wij u daarvan op de hoogte middels de InfOpstap.
Vereniging voor Openbaar Onderwijs (V.O.O.) Onze school ondersteunt van harte de uitgangspunten en doelstellingen van de Vereniging voor Openbaar Onderwijs. De vereniging geeft een buitengewoon informatief magazine uit (hetgeen leden van de vereniging maandelijks ontvangen) en staat ouders die lid zijn bij met raad en daad.
1.6. Het leerlingenaantal Onze school wordt bezocht door ca. 90 leerlingen. Ieder jaar begroeten wij naast een nieuwe groep jongste kleuters ook leerlingen die via een verhuizing bij ons op school komen. Hierdoor zal het leerlingenaantal de komende jaren nagenoeg constant blijven.
6
HOOFDSTUK 2:
DE IDENTITEIT VAN DE SCHOOL
2.1. Openbaar onderwijs De Opstap is een openbare basisschool. Dat wil zeggen dat wij niet vanuit één godsdienstige, dan wel levensbeschouwelijke zienswijze werken. De Opstap staat open voor kinderen (en volwassenen) van alle gezindten en respecteert alle levensovertuigingen. Er wordt geen onderscheid gemaakt naar aanleiding van iemands afkomst. Ieders opvattingen worden gerespecteerd en dit wordt ook uitgedragen in het onderwijs. Wij willen een afspiegeling zijn van de maatschappij waarin het kind opgroeit. Eén en ander houdt automatisch in dat wij openstaan voor een ieders inbreng in de school. Iedere school in Nederland is vrij in het leggen van accenten en de keuze van onderwerpen die zij van belang acht voor de leerlingen. Uiteraard spelen de ouders hierbij een rol. Wij zijn van mening dat er slechts in een klimaat van openheid en respect echt openbaar onderwijs mogelijk is. Bovenstaande wordt nog steeds prima verwoord in de slagzin van de Vereniging voor Openbaar Onderwijs (V.O.O): “Niet apart, maar samen.” 2.2 “Ons” basisonderwijs Als team werken wij eraan dat onze school een prettige en vriendelijke uitstraling heeft. Plein en gebouw moeten de kinderen uitnodigen om daar met plezier te spelen en te leren. Dit geldt natuurlijk ook voor de vormgeving van het onderwijs; het onderwijs en de methoden die daarvoor worden gebruikt, dienen uitnodigend en motiverend te zijn voor onze leerlingen. Al met al willen we een kindvriendelijk en veilig klimaat creëren, waarbinnen een prettige sfeer heerst. Hiervoor is beleid ontwikkeld en vastgelegd in het „Veiligheidsplan‟. Dit plan ligt ter inzage in school. Uiteraard neemt het overdragen van kennis een belangrijke plaats in in het dagelijks onderwijs. Daarnaast vinden wij het leren samenwerken, het ontwikkelen en stimuleren van creativiteit en het aanleren van normen en waarden ook van groot belang. Wij willen de kinderen zoveel mogelijk ondersteunen en prikkelen in hun ontwikkelingsproces, hierbij rekening houdend met hun eigen specifieke kwaliteiten. De betrokkenheid van ouders, in welke vorm dan ook, is voor ons een belangrijk onderdeel van de school. De hulp van ouders bij schoolse en buitenschoolse activiteiten wordt dan ook zeer op prijs gesteld. Om bovenstaande uitgangspunten te realiseren is een goede, heldere organisatie een belangrijke voorwaarde.
7
2.3. Onze visie op onderwijs Voorgaande vatten wij als volgt samen in onze visie: Wij vinden het belangrijk dat het kind zich kan ontplooien tot een zelfstandig individu, dat respectvol omgaat met anderen. Vanuit een veilige leeromgeving kan het kind zich door middel van een gedegen zorgstructuur naar eigen mogelijkheden ontwikkelen, zodat het zijn/haar kwaliteiten optimaal kan benutten en tonen.
Daarom zijn onze speerpunten:
Om deze speerpunten te bewerkstelligen besteden we stelselmatig aandacht aan sociale vaardigheden. Ook werken we structureel met kwaliteitsdocumenten en een grondige zorgstructuur. Daarbij hebben we speciale aandacht voor een leerrijke omgeving en een ordelijk schoolklimaat. Samenwerking/overleg met ouders/verzorgers en externe instanties achten we daarbij van wezenlijk belang.
Onze missie: Naar een sterk resultaat in een veilig schoolklimaat.
8
HOOFDSTUK 3:
DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
3.1. Activiteiten in groep 1 en 2 Kleuters leren al doende tijdens hun spel. Wij spelen daar op in door er voor te zorgen dat er veel materiaal is waarvan kleuters kunnen leren. We praten veel met de kinderen over allerlei onderwerpen, zodat ze veel woorden leren en goed leren spreken. Op een speelse wijze worden ze al voorbereid op het methodisch leren dat in groep 3 begint. In de klas zijn allerlei materialen aanwezig om de ontwikkeling van het kind te stimuleren. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan het aanleren van begrippen ter voorbereiding op het rekenen (ruimtelijke begrippen, tellen, enz.) en de voorbereidingen op het leren lezen, zoals het leren van een aantal letters, uitbreiding woordenschat, voorlezen, enz. Jonge kinderen moeten in de gelegenheid komen om vaak en veelzijdig te bewegen. Vrij spel binnen en buiten, evenals kleutergymnastiek zijn enkele van de activiteiten. De kleutergroepen 1 en 2 hebben een vast dagritmeprogramma. ‟s Ochtends wordt begonnen met kringactiviteiten waarbij de verkenning van de wereld om het kind heen en de eigen ervaringen een belangrijke rol spelen. In diezelfde kring vinden vanaf ongeveer 8.45 ook taal- of rekenactiviteiten plaats. Vanaf 9.00 begint de zogenaamde werkles. De kinderen werken in groepjes met ontwikkelingsmaterialen, maken werkbladen of werken aan werkstukjes, die overigens ook in het lokaal en de gang te zien zijn. Om ongeveer 10.00 komen de kinderen weer terug in de kring en eten zij het van thuis meegebrachte fruit. Na het fruit eten is er tijd voor muzikale, dan wel dramatische expressie (toneelstukjes, versjes, muziekinstrumenten, experimenteren) gevolgd door bewegingsonderwijs. Het bewegingsonderwijs kan bestaan uit kleutergymnastiek in het speellokaal of het buiten spelen met elkaar en de beschikbare speelattributen. Het ochtendprogramma wordt afgesloten met een korte kringactiviteit. Het middagprogramma begint weer gezamenlijk waarna er weer wordt gewerkt met ontwikkelingsmaterialen. Net als in het ochtendprogramma is er ook ‟s middags tijd voor muzikale en/of dramatische expressie. De dag wordt afgesloten met bewegingsonderwijs en/of spel. Onze manier van werken in de kleutergroepen kenmerkt zich door het werken met thema‟s. Bij thema‟s moet u denken aan onderwerpen die te maken hebben met een seizoen, maar ook onderwerpen die in de belevingswereld van het kind een rol spelen, bijvoorbeeld „ziek zijn‟, komen aan bod. Door alle activiteiten rond een thema te verwerken, zal een kleuter een beter inzicht krijgen in het behandelde onderwerp. Onze kleuters werken regelmatig in werkhoeken en aan vaste „doel‟-tafels. We kennen de huishoek, de computerhoek, het poppenhuis, de veranderhoek (bijvoorbeeld: „winkel‟, „ziekenhuis‟, etc.), de kleihoek, de bouwhoek, de bouwtafel, de plaktafel, de puzzeltafel, de tekentafel, de lees, - schrijfhoek, het verfbord, het krijtbord, de timmertafel, de zand- en watertafel enz. enz. Net als in de hogere groepen gaan ook de kleutergroepen steeds vaker werken met zogenaamde leermethoden. Zo gebruiken we voor de taalontwikkeling en voor het vakgebied rekenen- en wiskunde de methode Schatkist en de voorloper van onze rekenmethode, De Wereld in Getallen. Tenslotte vermelden we hier dat de vorderingen van de kleuters worden bijgehouden in de klassenmap. Net als bij de andere leerlingen worden ook de kleuters getoetst en worden de resultaten verwerkt in het leerlingvolgsysteem.
9
3.1.1. Basisvaardigheden vanaf groep 3 Op onze school beginnen de kinderen met het technisch leren lezen in groep 3. Met behulp van allerlei materialen, zoals leesboekjes, werkboekjes, stempels, computerprogramma‟s en speel-leessets kunnen de meeste kinderen in december/ januari al zelfstandig eenvoudige boekjes lezen. In de verdere leerjaren wordt voortgeborduurd op datgene wat de kinderen in de eerste leerjaren hebben geleerd. We noemen dat voortgezet technisch lezen. Naast het technisch lezen (een tekst vlot kunnen lezen) neemt daarbij het begrijpend en studerend lezen een steeds belangrijkere plaats in. Het leren schrijven loopt parallel aan het lezen. Als het kind een woordje leert lezen, leert hij/zij het ook schrijven. Lezen en schrijven gaan gelijk op, zodat zij elkaar ondersteunen. Als we wat verder zijn, komen de hoofdletters aan de beurt en moeten de kinderen zich een vlot handschrift eigen maken. Het creatieve schrijven, onder andere het maken van sierletters, komt in de latere leerjaren aan de orde. De taallessen bestaan uit verschillende oefeningen met betrekking tot het vergroten van de woordenschat, taalbeschouwing en creatief schrijven. Daarnaast loopt een spellingslijn, die erop gericht is om de woorden foutloos te leren schrijven. Naast het onderwijs in het Nederlands, komen de kinderen in de omgang met elkaar en tijdens de lessen in aanraking met het Engels, Fries en het Bildts. Bij deze drie talen wordt vooral uitgegaan van het gesproken woord. Het elkaar kunnen begrijpen en het voeren van gesprekken zijn het belangrijkst. Het rekenonderwijs begint al bij de kleuters met het leren tellen en dergelijke. In groep drie gaan de kinderen leren groepen te maken met getallen en vervolgens bewerkingen met die getallen uit te voeren. Uiteraard kunt u hierbij denken aan optellen en aftrekken, maar ook splitsen, klokkijken e.d. worden geoefend. Als logisch vervolg op de basisvaardigheden leren de kinderen praktisch te rekenen door te werken in een context. Er wordt steeds meer gewerkt met praktische opdrachten die als het ware uit het leven gegrepen zijn. Hierbij spelen hoofdrekenen en het zogenaamde „handig rekenen‟ een belangrijke rol. De kinderen zullen steeds beter bepaalde eigenschappen en wetmatigheden in de bewerkingen leren inzien en toepassen. Daarnaast wordt de kinderen geleerd om te werken met tabellen en grafieken. De zakrekenmachine vormt in de hoogste groepen een hulpmiddel waarmee de kinderen vertrouwd worden gemaakt.
In de groepen 1 t/m 4 worden vakken als aardrijkskunde, geschiedenis en biologie niet afzonderlijk gegeven. Er worden in die groepen onderwerpen / thema‟s behandeld die passen in de belevingswereld van het jonge kind, en aan de hand waarvan kennis en inzicht kunnen worden aangebracht op het gebied van wereldoriëntatie. In de midden- en bovenbouw wordt methodisch gewerkt met de genoemde vakken. Op de verschillende vakgebieden en gebruikte methodes en leermiddelen komen we verderop in de gids nog terug.
3.2. Extra hulp/extra uitdaging Zoals gezegd houden we zoveel mogelijk rekening met verschillen die er tussen kinderen nu eenmaal zijn. Middels bijvoorbeeld toetsing en observatie houden de leerkrachten de vorderingen die de kinderen maken in de gaten. Ook beschikt onze school over een zogenaamd leerlingvolgsysteem. Kort gezegd komt dat erop neer dat tweemaal per jaar aan de hand van methode onafhankelijke toetsen wordt gekeken op welk niveau de kinderen
10
presteren, vergeleken met het landelijk gemiddelde. Op het leerlingvolgsysteem komen we in hoofdstuk 4.3 uitgebreid terug. Onder dit kopje willen we stilstaan bij de mogelijkheden die er zijn als wordt geconstateerd dat een leerling achterop raakt en/of problemen heeft met de leerstof én bij leerlingen die juist heel gemakkelijk door de leerstof gaan en extra uitdaging kunnen gebruiken. Bij ons op school hechten we er veel waarde aan dat deze leerlingen in eerste instantie in de eigen groep door de eigen leerkracht worden geholpen. We willen daarmee voorkomen dat een kind in een bijzondere positie komt te staan als het ondersteuning nodig heeft. De intern begeleider coacht de groepsleerkrachten hierbij en voorziet hen van tips en eventueel materialen. De leerlingen worden regelmatig besproken tijdens de zogenaamde groepsbesprekingen, vier maal per jaar. Tijdens deze reguliere vergaderingen worden de problemen in kaart gebracht en worden afspraken gemaakt over de te volgen strategie. Dit alles wordt vastgelegd in een groepsplan, met daarin de onderwijsbehoeften van alle leerlingen. Het spreekt vanzelf dat u als ouders op de hoogte wordt gebracht en gehouden van de vorderingen van uw kind(eren). Zie ook hoofdstuk 4.4.1.
3.3. Taken en functies van teamleden Wettelijk gezien kent de school de volgende functies: directeur, groepsleerkracht en onderwijsondersteunend personeel. Echter, de praktijk leert dat er naast deze functies nog een heleboel taken zijn die binnen een school verdeeld moeten worden. Enkele belangrijke taken zijn die van intern begeleider, taalcoördinator en ict-coördinator. De intern begeleider coördineert de leerlingenzorg. Hij/zij is dan ook aanspreekbaar voor alles wat de zorg omtrent onze leerlingen betreft. De taalcoördinator is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het taalbeleid binnen de school. De ict-coördinator regelt alles op het gebied van ict binnen de school. De personeelsleden die deze taken vervullen zijn daarvoor dan ook deels vrij geroosterd van hun lesgevende taken. Alle andere taken zijn verdeeld over de verschillende teamleden en staan omschreven in het taakbeleid bij ons op school.
3.4. De schooltijden Leerplichtige kinderen dienen een wettelijk vastgesteld aantal uren onderwijs te volgen, nl. 7520 uur in de totale schoolloopbaan. De exacte urenverdeling per groep vindt u in de informatiegids. Vanwege de schoolvakanties telt het schooljaar ongeveer 40 lesweken. Incidenteel komt het voor dat er nog een extra vrije (mid)dag wordt gegeven, bijvoorbeeld in de vorm van ijsvrij. Daarnaast worden voor ons team vier studiemiddagen per jaar georganiseerd t.b.v. deskundigheidsbevordering. Dit extra verlof wordt gecompenseerd met marge-uren. Deze marge-uren worden berekend naar aanleiding van de urenverdeling per groep t.o.v. het totaal van de benodigde 7520 uur. Op die manier kunnen de kinderen af en toe extra vrij krijgen en volgen ze toch het wettelijk aantal uren onderwijs. U wordt van roosterwijzigingen altijd zo spoedig mogelijk op de hoogte gebracht. Voor informatie over speciale data en verlof verwijzen wij graag naar onze jaarkalender en naar onze nieuwsbrief De InfOpstap. Helaas moeten wij vaststellen dat in geval van ziekte van één van de leerkrachten het niet altijd mogelijk is deze leerkracht (onmiddellijk) te vervangen. De school zal altijd al het mogelijke doen om de leerlingen zo goed mogelijk op te vangen. In zeer uitzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat een groep leerlingen tijdelijk naar huis moet worden gestuurd. U wordt altijd zo snel mogelijk op de hoogte gebracht. Over de gang van zaken bij vervangingsproblemen zijn op school duidelijke afspraken gemaakt. Meer specifieke informatie is op school verkrijgbaar. 11
3.4.1. Leerplicht en extra verlof Vanaf hun vijfde jaar zijn kinderen leerplichtig. De praktijk leert echter dat 98% van de vierjarigen in Nederland naar school gaat. U kunt uw kind al aanmelden als het 3 jaar en 10 maanden oud is. In samenspraak met de leerkracht van de jongste groepen kunnen dan een aantal (4) dagdelen worden afgesproken waarop uw kind al vast kan komen wennen. In verband met het drukke programma en de volle groepen aan het einde van schooljaar, spreken we vanaf mei in principe geen wen-dagdelen af ! Wilt u uw kind toch eerst aan de gang naar school laten wennen, voordat het dagelijks naar school gaat, dan kunt u met de juffen afspreken wanneer dit het beste kan aan het begin van het volgende schooljaar. Als uw kind de leeftijd van 5 jaar heeft bereikt, is het leerplichtig en mag het alleen nog verzuimen als het ziek is, als er verplichtingen zijn die vervuld dienen te worden voortvloeiende uit godsdienst of levensovertuiging en in het geval dat de vakantie van de ouders, vanwege de specifieke aard van hun beroep het onmogelijk maakt om binnen de schoolvakanties op vakantie te gaan. In dit laatste geval is altijd een werkgeversverklaring noodzakelijk. In alle gevallen dat een leerling onrechtmatig verzuimt, moet de schoolleiding dit melden bij de leerplichtambtenaar. Wij vragen u vriendelijk ziekte van uw kind(eren) altijd voor schooltijd even te melden. Wij gaan ons anders onnodig zorgen maken! In hoofdstuk 8 komen we nog wat specifieker op het verlenen van verlof terug. 3.4.2. Voor-, tussen- en naschoolse opvang De voor-, tussen- en naschoolse opvang is uitbesteed aan de stichting Kinderopvang Friesland. Op school zijn folders voorhanden, waarin staat aangegeven hoe u deze opvang voor uw kind(eren) kunt regelen. De praktische uitvoering van de tussenschoolse opvang vindt in onze eigen school plaats.
3.5. Het lesrooster Elke groep heeft een rooster waarop staat aangegeven welke activiteiten op welke dagen worden ondernomen. De activiteiten zijn ingedeeld naar vakgebied. De daadwerkelijke invulling van de activiteiten staan vermeld op het weekplan voor de leerkracht en de weektaak voor de leerlingen. Op deze manier kunnen de kinderen per week overzicht krijgen van de te maken taken en hier ook deels zelfstandig mee werken en plannen. 3.5.1. Bewegingsonderwijs en zwemmen De gymlessen voor de kinderen vanaf groep 3 worden bij ons op school verzorgd door de groepsleerkrachten. De lessen worden gegeven in het gymnastieklokaal bij het sportcomplex aan de oostkant van het dorp. De kinderen beschikken allemaal over een gymtas van school waarin hun gymspullen kunnen worden bewaard. De gymtassen worden aangeschaft door de ouderraad van de school en worden betaald uit de vrijwillige ouderbijdrage. Als een gymtas op één of andere manier verloren gaat, dient een nieuwe te worden aangeschaft. In dit geval wordt de ouders € 1,- in rekening gebracht. Als sporttenue voldoet een kort broekje met daarbij een t-shirt of voor meisjes een gympakje. Wij adviseren u ervoor te zorgen dat de kinderen gymschoenen dragen met een rubberen 12
zool (geen zwarte, i.v.m. strepen op de vloer). Eén en ander in het belang van de veiligheid en hygiëne. De zorg voor gymkleding en andere zaken die worden meegenomen naar school en de gymzaal blijft de verantwoordelijkheid van de ouders. De school stelt zich niet aansprakelijk voor diefstal en/of verlies van eigendommen van de leerlingen. Gevonden voorwerpen worden voor een bepaalde tijd bewaard in de berging bij het speellokaal. De school behoudt zich het recht voor de zaken die niet worden afgehaald aan het einde van het schooljaar een andere bestemming te geven of weg te gooien. Om nodeloze zoekacties te helpen voorkomen, adviseren wij u de gym- en/of zwemspullen te voorzien van een naamplaatje of iets dergelijks. De leerlingen van de groepen 7 en 8 gaan eens per twee weken (de even weken) op de dinsdagmiddag met de bus naar het zwembad te St. Annaparochie. Zij krijgen daar zogenaamde natte gymnastiek. Dit houdt in dat de zwemlessen niet opleiden tot een zwemdiploma en dat van de deelnemende kinderen wordt verwacht dat zij kunnen zwemmen, aantoonbaar middels één of meerdere zwemdiploma„s (let wel: dit is een verplichting!). Kinderen die niet deel kunnen nemen aan de zwemlessen, bijvoorbeeld omdat zij geen zwemdiploma hebben, worden op school opgevangen of gaan mee naar het zwembad. Helaas kan het schoolzwemmen niet geheel kosteloos worden geregeld. Van de ouders wordt een bijdrage van 20% gevraagd ter vergoeding van de zwemlessen en het bijbehorende busvervoer. Het exacte bedrag wordt jaarlijks bekend gemaakt in de informatiegids. Wat betreft verlies en diefstal van de zwemkleding en andere eigendommen die de kinderen meenemen, geldt dezelfde bepaling als hierboven werd gesteld t.a.v. de gymlessen. De zwemlessen worden georganiseerd door de gemeente het Bildt. Mocht deze ertoe besluiten te stoppen met het schoolzwemmen, dan wordt dat via onze nieuwsbrief en op de website van school bekend gemaakt. De kinderen gaan dan gymnastieken in plaats van zwemmen. 3.6. De vak- en vormingsgebieden Voor de wettelijk voorgeschreven vakgebieden worden door ons de volgende methodes gebruikt: Vakgebied:
Methode:
Nederlandse Taal Aanvankelijk lezen Begrijpend lezen Engels Fries/Bildts Rekenen en Wiskunde Schrijven Sociaal-emotionele ontwikkeling Aardrijkskunde Geschiedenis Natuuronderwijs: Maatschappelijke verhoudingen Staatsinrichting Geestelijke stromingen Verkeer Bevordering gezond gedrag Expressie Bewegingsonderwijs
Taal op Maat / Spelling op Maat Veilig Leren Lezen Tekstverwerken Hello World Diverse materialen De Wereld in Getallen Schrijftaal Kinderen en hun sociale talenten Hier en daar Bij de tijd Leefwereld. Schooltelevisie. Onderdeel van aardrijkskunde en geschiedenis en HVO Onderdeel van geschiedenis Onderdeel van aardrijkskunde en HVO Op voeten en fietsen, Jeugdverkeerskrant Diverse materialen Diverse materialen Basislessen bewegingsonderwijs. 13
Eventuele veranderingen in de methoden kunt u nalezen op onze website. In de groepen 1 en 2 wordt gebruik gemaakt van Schatkist, een methodische leidraad voor de algehele ontwikkeling van kleuters. Muzikale vorming wordt in groep 1 en 2 verzorgd door de groepsleerkrachten, in de overige groepen worden deze lessen gegeven door een vakleerkracht. 3.7. Voorzieningen Naast de al eerder genoemde leermiddelen, maakt onze school in toenemende mate gebruik van moderne leermiddelen die onder andere meer interactief onderwijs mogelijk maken. De computer heeft natuurlijk zijn intrede gedaan in de school en wordt ook regelmatig gebruikt. Onze computers zijn ondergebracht in een netwerk, zodat in alle lokalen toegang tot alle leerlingenprogramma‟s en het internet kan worden verkregen. Tevens hangen er in vier van de vijf lokalen digitale schoolborden, met alle mogelijkheden van dien. Aangezien wij het in het kader van onder meer taalontwikkeling, het stimuleren van creativiteit, maar ook bijvoorbeeld het bevorderen van de sociale redzaamheid belangrijk vinden dat kinderen leren zich te presenteren, is de gemeenschapsruimte van de school voorzien van een geluidsinstallatie met microfoons. Met behulp van een verplaatsbaar podium is deze ruimte vrij eenvoudig om te vormen tot een “theater”. Onze leerlingen bezoeken onder schooltijd en onder begeleiding van de leerkracht de bibliotheek, de zgn. lytse bieb. Tenslotte vermelden wij hier nog dat het speellokaal bij onze school is uitgerust met een ruime hoeveelheid klim- en klautermateriaal, hetgeen gevarieerde bewegingslessen mogelijk maakt. 3.7.1. Het maken en gebruiken van foto- en video-opnamen Bij ons op school worden bij gelegenheid opnames gemaakt met een videocamera en/of een fotocamera. Deze opnamen zullen nooit zonder de toestemming van de ouder(s)/verzorger(s) van onze leerlingen in het openbaar worden vertoond, in de media verschijnen dan wel op het internet worden gepubliceerd. Opnamen van kinderen die bij ons op school worden gemaakt zijn slechts bedoeld om in de eigen kring te bekijken. Voor plaatsing van foto‟s op onze website vragen wij op het moment van inschrijving schriftelijk toestemming van de ouders. 3.7.2. Sponsoring Scholen kunnen zich laten sponsoren. Door sponsoring kunnen scholen financiële speelruimte creëren die zowel ten goede komt aan het onderwijs als allerlei nevenactiviteiten. Met dat sponsorgeld kunnen allerlei extraatjes worden gedaan. Onze school staat dan ook positief tegenover sponsoring. Omdat wij op een verantwoorde en zorgvuldige manier met sponsoring willen omgaan moet de sponsoring aan een aantal voorwaarden voldoen: Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de school en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen.
14
Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die onze school aan het onderwijs stelt. Speciale aandacht richten wij op sponsoruitingen in gesponsord lesmateriaal. Boven genoemde punten vinden hun basis in het convenant sponsoring, dat de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en alle landelijke onderwijsorganisaties van besturen, personeel, ouders en leerlingen en een aantal andere organisaties hebben ondertekend. Dit convenant ligt op school ter inzage. Alle sponsoractiviteiten die de school onderneemt behoeven de goedkeuring van het schoolbestuur en de instemming van onze medezeggenschapsraad en worden vastgesteld in overleg met het leerkrachtenteam en onze oudervereniging. Ouders die klachten hebben over sponsoring, uitingsvormen van sponsoring en niet akkoord gaan met de wederprestatie die aan de sponsoring verbonden is, kunnen een klacht indienen bij de klachtencommissie van de school. Op het moment dat wij een sponsoractiviteit opzetten, zullen wij u uitgebreid informeren middels onze nieuwsbrief.
15
HOOFDSTUK 4:
DE ZORG VOOR DE LEERLINGEN
4.1. De aanmelding van nieuwe leerlingen Voor de aanmelding van nieuwe leerlingen bij ons op school is samen met de andere openbare basisscholen van Onderwijsgroep Fier een toelatingstraject ontwikkeld. Dit traject is ervoor bedoeld om al meteen vanaf het eerste contact helder te krijgen wat de school te bieden heeft en wat u als ouder/ verzorger van de school mag verwachten. Uiteraard is een ieder erbij gebaat dat er achteraf geen misverstanden en teleurstellingen ontstaan. Het toelatingstraject tot onze school start altijd met het verzoek van de ouder(s)/verzorger(s) van de leerling aan de directie van de school tot plaatsing van hun kind op de school. De ouders worden dan uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek en er vindt een rondleiding plaats. De ouders ontvangen deze schoolgids, de informatiegids en andere relevante informatie over de school. Als de ouder een verzoek tot plaatsing doet, is het kind voorlopig aangemeld. Naast de instroom van nieuwe kleuters, komt het ook regelmatig voor dat kinderen instromen in de latere leerjaren, bijvoorbeeld als gevolg van een verhuizing. Bij de aanmelding van deze leerlingen vragen wij altijd toestemming van de ouders en/ of verzorgers van de leerling voor het opvragen van gegevens bij de vorige school en eventueel bij andere organisaties (hierbij moet u denken aan bijvoorbeeld een onderwijsbegeleidingsdienst, een MOD of Jeugdzorg). Ook bij de aanmelding van een vierjarige kleuter kan de school op basis van het intakegesprek besluiten tot een nader onderzoek. Ook in een dergelijk geval wordt de ouders om toestemming gevraagd voor het opvragen van gegevens bij de peuterspeelzaal, een medisch kinderdagverblijf en/of andere instanties. Doel van het aanvullend onderzoek is het in beeld brengen van een eventuele behoefte aan speciale zorg voor de betreffende leerling. Als de school de gevraagde gegevens en documenten heeft ontvangen, stelt zij de ouder(s)/verzorger(s) daarvan in kennis en wordt een termijn afgesproken waarbinnen de school de gegevens zal bestuderen. Na bestudering van de informatie wordt door het onderwijsteam vastgesteld of de leerling speciale zorg nodig heeft of niet. Als wordt geconcludeerd dat de leerling geen specifieke zorg behoeft, wordt zij/ hij toegelaten en ingeschreven bij ons op school. De ouder(s)/verzorger(s) van de leerling ontvangen een bevestiging van de inschrijving. 4.1.1. Als speciale zorg nodig is Het kan zijn dat door het team van De Opstap na bestudering van alle relevante gegevens wordt vastgesteld dat de leerling een specifieke hulpvraag heeft waarvoor speciale voorzieningen nodig zijn. In dergelijk gevallen wordt het volgende stappenplan afgewerkt, teneinde een realistisch en haalbaar onderwijsaanbod aan deze leerling te kunnen doen: 1. Er vindt een kennismakingsgesprek plaats met de ouder(s)/ verzorger(s) van de leerling. Tijdens dit gesprek ontvangen de ouders informatie over de visie op onderwijs, de werkwijze van de school en de organisatie van het onderwijs. De schoolgids wordt overhandigd, de aanmeldingsprocedure wordt door de directeur van de school toegelicht en er wordt aan de ouders toestemming gevraagd om informatie op te vragen bij betrokken organisaties en/of instellingen.
16
2. Tijdens de tweede fase vraagt de school gegevens over de leerling op bij de vorige school (als de leerling al eerder onderwijs heeft gevolgd). Te denken valt aan het wettelijk verplichte onderwijskundig rapport en het eventueel aanwezige zorgdossier. Tevens kan de school, met toestemming van de ouders, bij de onderwijsbegeleidingsdienst die het kind wellicht in een eerder stadium heeft onderzocht, informatie opvragen. Tenslotte kan het medisch kinderdagverblijf, eventueel een ambulant begeleider en/of een medische instelling relevante informatie verschaffen. 3. De informatie die de school heeft ontvangen, wordt bestudeerd en binnen het team besproken. Tijdens deze fase kan de directeur de ouders verzoeken om het kind te mogen observeren op bijvoorbeeld de school of bij de instelling waar het kind op dat moment het onderwijs en/ of de activiteiten volgt. De volgende aandachtspunten, feiten en criteria worden tijdens deze fase zo volledig mogelijk in kaart gebracht: o o o o
Wat vraagt het kind? Wat zijn de mogelijkheden van de school? Welke beperkingen openbaren zich? Welke ondersteuning/ aanpassingen is/zijn op gebied van huisvesting, organisatie, materieel en personeel naar onze inschatting noodzakelijk?
Deze vragen worden gesteld vanuit pedagogisch en didactisch oogpunt, vanuit de huidige situatie op school (kennis en vaardigheden leerkrachten, organisatie, formatie, aanwezige materialen, gebouw, samenstelling en omvang van de groepen etc.) en vanuit het besef dat de school zowel het belang van de individuele leerling als het algemeen belang dient mee te wegen. 4. De bevindingen die het hiervoor beschreven onderzoek heeft opgeleverd, worden geïnventariseerd en gewogen en op basis hiervan wordt besloten of de school een passend onderwijsaanbod voor deze leerling kan realiseren. De school kan besluiten het kind toe te laten, voorlopig toe te laten of niet toe te laten. Het besluit van de school, omkleed met argumenten op basis van de bij punt 3 omschreven aandachtspunten, wordt zowel mondeling als schriftelijk aan belanghebbende(n) ter beschikking gesteld. Ook het bestuur van de school en de inspectie ontvangen een afschrift van het besluit. 5. Wanneer het besluit kenbaar gemaakt en eventueel verduidelijkt is, worden in het geval van toelating, dan wel voorlopige toelating, aanvullende afspraken gemaakt. Bij toelating van de leerling wordt een plan van aanpak opgesteld waarbij afspraken worden gemaakt over het onderwijs dat de leerling zal ontvangen. Eén en ander wordt beschreven in een handelingsplan dat zowel door de school als door de ouder(s)/ verzorger(s) wordt ondertekend. Als de leerling voorlopig wordt toegelaten wordt een afspraak met de ouder(s)/verzorger(s) gemaakt over de termijn. Tevens worden vervolgafspraken gemaakt voor gesprekken tussen de leerkracht en de ouder(s)/verzorger(s).
4.2. Omgaan met elkaar Het lijkt zo vanzelfsprekend, normaal en met respect omgaan met elkaar. Toch staat die vanzelfsprekendheid, getuige diverse publicaties in de media, de laatste jaren stevig onder druk. Wij hebben bij De Opstap dan ook veel aandacht voor dit onderwerp. Vanuit onze visie leren wij de kinderen sociale vaardigheden, waarmee zij op een goede en plezierige manier kunnen functioneren in en rond de school. Verder hebben wij op school een methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling: Kinderen en hun sociale talenten. In deze methode staat 17
gedurende een aantal weken een bepaald thema centraal, waarmee in alle groepen wordt gewerkt. Met behulp van ons leerlingvolgsysteem voor sociaal-emotionele ontwikkeling, dat minimaal eenmaal per jaar voor elk kind wordt ingevuld, kunnen wij een goed beeld krijgen van het functioneren van het kind. Verder werken wij, net als de andere andere openbare basisscholen van Onderwijsgroep Fier volgens de notitie “Omgaan met elkaar”. Deze notitie geeft duidelijk en beknopt aan hop welke manier wij met de kinderen en hun ouders om willen gaan. De notitie ligt ter inzage op school. 4.3. Leerlingvolgsysteem en toetsen De vorderingen van onze leerlingen houden wij op verschillende manieren bij. Uiteraard wordt leerlingenwerk dagelijks nagekeken en bovendien worden de vorderingen in de nieuwe lesmethoden regelmatig getoetst met behulp van methodegebonden toetsen. Regelmatig staat een les in het teken van toetsing, meestal echter zonder dat daar de nadruk op wordt gelegd. Van de uitslagen van de toetsen houdt de leerkracht een administratie bij. Naast deze manier van toetsing en registratie heeft de school ook de beschikking over het leerlingvolgsysteem van Cito. Dit leerlingvolgsysteem houdt in dat de leerlingen in een tweetal toetsperiodes (omstreeks januari en juni) op o.m. de vakgebieden rekenen, spelling, technisch en begrijpend lezen worden getoetst. De toetsen hebben een meer algemeen karakter dan de methodegebonden toetsen. De uitslagen van de toetsen worden geïnterpreteerd door de leerkrachten aan de hand van landelijk genormeerde scores. Dit houdt in dat de score van uw kind naast de scores van kinderen van dezelfde leeftijd en met dezelfde hoeveelheid onderwijservaring wordt gelegd. De scores van uw kind ten opzichte van de referentiegroep, worden schematisch zichtbaar gemaakt in ons digitale administratiesysteem. Aan de hand hiervan krijgen wij een indicatie van de vorderingen die uw kind maakt. De methodegebonden toetsen, het dagelijks bekijken van het leerlingenwerk, observatie van bijvoorbeeld de leerhouding en het gedrag, alsmede de toetsing met behulp van het leerlingvolgsysteem, vormen samen een goed „bewakingssysteem‟. Binnen dit systeem kunnen op een gegeven moment signalen zichtbaar zijn die reden geven voor extra aandacht voor een leerling, en dat is ook precies de bedoeling van het leerlingvolgsysteem: signalering. Een aantal keren per schooljaar staan de teamvergaderingen bij ons op school in het teken van een groepsbespreking. Tijdens deze besprekingen, die worden georganiseerd en geleid door de intern begeleider, kunnen de leerkrachten onder meer leerlingen inbrengen die naar hun mening extra aandacht vragen. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn omdat de scores op de toetsen daar aanleiding voor geven. Ten aanzien van deze signaalleerlingen wordt besproken wat de vervolgacties zijn. Gaat de leerkracht de leerling extra hulp geven in de klas, zijn er werkvormen die beter aansluiten bij de betreffende leerling, heeft de leerling juist extra uitdaging nodig, etc. Als tijdens de groepsbespreking wordt besloten om een leerling anders te begeleiden dan de leerlingen in de basisgroep, dan wordt dit door de leerkracht (in samenspraak met de intern begeleider) aangegeven in het groepsplan, door een leerling in de zorggroep of plusgroep te plaatsen. Alle leerlingen worden tijdens iedere groepsbespreking besproken en geëvalueerd. Wanneer de extra hulp en aandacht binnen de school niet voldoende oplevert, kan worden besloten de leerling aan te melden bij het bovenschoolse zorgteam, waar bijvoorbeeld kan worden afgesproken dat er andere deskundigen naar de leerling gaan kijken. Het spreekt voor zich dat u als ouders altijd op de hoogte zult worden gehouden van de hierboven genoemde zaken. Zie ook „Rapportage‟ (4.4.1.)
18
4.3.1. Video-observatie Een hulpmiddel bij het in kaart brengen van de behoefte aan speciale zorg en/of aandacht voor een leerling, kan de videocamera zijn. De intern begeleider bij ons op school kan tijdens een gesprek met een leerkracht over de leerhouding van een leerling of het gedrag van een leerling in de klas, voorstellen om tijdens een leeractiviteit een video-observatie van de leerling te maken. Bij een dergelijke observatie kan het gedrag van de leerling worden vastgelegd en ook de reactie van de leerkracht daarop. Hierop kan tijdens een volgend gesprek worden ingegaan als de leerkracht en de internbegeleider de opname gezamenlijk bekijken en analyseren. Een dergelijke manier van werken wordt omschreven met de term video-interactie. Het spreekt voor zich dat beelden die op school worden gemaakt in het kader van een videoobservatie uitsluitend zijn bedoeld voor intern gebruik met als doel het (leer-)gedrag van een leerling in kaart te brengen en hierop doeltreffender te anticiperen . Deze beelden zullen in geen geval aan derden ter beschikking worden gesteld, tenzij hiertoe in samenwerking met en met instemming van de ouder(s)/ verzorger(s) van de betreffende leerling toe wordt besloten. Tenslotte vermelden wij hier dat opnamen die worden gemaakt in het kader van een video-observatie geen onderdeel uitmaken van het leerling-dossier. De analyse van de beelden kan hierin wel worden opgenomen. 4.4. De Drempeltoets Aan het einde van de basisschoolcarrière maken de leerlingen van groep 8 in de maand november de Drempeltoets. Bij deze toetsing vooral gekeken naar de mogelijkheden van de leerlingen op taal- en rekenkundig gebied. Tevens is er een onderdeel met persoonlijke kenmerken van de leerlingen. De uitslag van de drempeltoets kan een stuk gereedschap voor de leerkracht vormen om te komen tot een advies voor vervolgonderwijs. Het belangrijkste aspect voor het advies volgt echter het leerlingvolgsysteem, zoals hierboven genoemd. De uitslag van de Drempeltoets, het leerlingendossier dat gedurende de schoolloopbaan is gevormd en de indrukken van de verschillende leerkrachten en met name de leerkracht van groep 8, kunnen als bevestiging dienen voor het uiteindelijke advies. Dit advies wordt tijdig met u besproken, zodat u gericht op zoek kunt gaan naar een passende school voor voortgezet onderwijs voor uw kind. 4.4.1. Rapportage De vorderingen van onze leerlingen worden door de leerkrachten bijgehouden in hun klassenmap en in het centraal bewaarde leerlingenarchief, waarin de leerlingendossiers zich bevinden. De vorderingen worden regelmatig besproken tijdens groepsbesprekingen e.d. Natuurlijk wordt ook u als ouder/ verzorger regelmatig op de hoogte gebracht van de vorderingen van uw kind. Twee maal per jaar, krijgt uw kind een rapport mee naar huis waarin u kunt bekijken wat de vorderingen zijn. Naar aanleiding van het rapport wordt u uitgenodigd om tijdens de contactavonden in een individueel gesprek met de leerkracht van uw kind over de vorderingen van gedachten te wisselen. Verder is er in de maanden november en april een extra gelegenheid om een tien minutengesprek met de leerkracht(en) van uw kind te voeren. Ook tussentijds kunt u voor een gesprek worden uitgenodigd en omgekeerd staat het te allen tijde vrij om een afspraak met de leerkracht, de intern begeleider en/of de directeur te maken om zaken te bespreken die voor ons van belang zijn of over vragen die u graag wilt stellen. Wij geven sterk de voorkeur aan een persoonlijk gesprek op afspraak boven een telefonisch gesprek. Een goede voorbereiding op een gesprek levert naar onze overtuiging veel meer op dan een telefoongesprek „tussen de bedrijven door‟. 19
Uiteraard is het leerlingendossier voor u als ouder/ verzorger altijd in te zien. Maakt u hierover van tevoren wel even een afspraak met de leerkracht van uw kind en/of de intern begeleider. 4.4.2 Rapportage in geval van gescheiden ouders De school dient volgens de wet (indien dit wordt gewenst) een niet met het ouderlijk gezag belaste ouder in beginsel op dezelfde manier van informatie te voorzien als de ouder die wel het ouderlijk gezag heeft. Op deze regel bestaan twee uitzonderingen: De school hoeft de informatie niet te verstrekken als ze die ook niet (op dezelfde wijze) aan de ouder met het ouderlijk gezag zou geven. De school hoeft de ouder die niet is belast met het ouderlijk gezag niet te informeren als dit het belang van het kind schaadt. Op De Opstap hebben wij ervoor gekozen om informatie omtrent de vorderingen van een kind in principe te verstrekken aan de met het ouderlijk gezag belaste ouder. Hierbij wordt de afspraak met die ouder gemaakt dat de informatie wordt doorgegeven aan de andere ouder. Gebeurt dit niet of in onvoldoende mate, dan kan de ouder de school verzoeken de informatie rechtstreeks toe te zenden. Hierbij heeft de school dus de taak de afweging te maken of het verstrekken van de informatie aan de ouder die niet is belast met het ouderlijk gezag, het belang van het kind wel of niet schaadt.
4.5. Speciale zorg, hulp in de klas Op een gegeven moment kan het zijn dat een leerling extra zorg behoeft. Het kan nodig zijn de stof nog eens extra uit te leggen of misschien moeten er bepaalde werkafspraken met de leerlingen worden gemaakt. Tevens kan het mogelijk zijn dat de leerling op een of andere manier aanvullende of herhalingsstof moet doorwerken omdat de signalering aangeeft dat bepaalde stof nog niet voldoende wordt beheerst. Ook kan het zo zijn dat een leerling de leerstof juist sneller beheerst en wat extra‟s aankan. In al dit soort situaties is extra/andere aandacht noodzakelijk. Op dit moment kiezen wij ervoor om speciale hulp aan te bieden binnen het eigen lokaal en door de eigen leerkracht. Hulp in de klas voorkomt naar onze mening dat de leerling een bijzondere status binnen de groep krijgt. Het is vertrouwd en veilig en bovendien houdt de leerling gewoon de aansluiting bij zijn/haar groep. Als dat echt niet mogelijk is, is er een mogelijkheid dat de leerling buiten de klas door de onderwijsassistente wordt geholpen. Hulp in de klas vergt uiteraard wel een aantal basisvoorwaarden. Zo dient er binnen de school voldoende materiaal aanwezig te zijn waarmee kinderen kunnen worden geholpen en dient de organisatie binnen de groepen zodanig te zijn dat de leerkracht van tijd tot tijd de handen vrij heeft om een leerling of een groepje leerlingen extra aandacht te geven. Soms is het zo, dat een leerling extra zorg nodig heeft i.v.m. een handicap. Voor deze leerlingen kan een speciale manier van hulp worden aangevraagd: de leerlinggebonden financiering (LGF), ook wel rugzakje genoemd. De ouders kunnen hiertoe een aanvraag indienen met medewerking en onder begeleiding van school. Indien de rugzak wordt toegekend, kunnen de ouders de keuze maken om deze bij ons op school in te zetten of het kind naar een passende school te laten gaan. Meer informatie hierover is verkrijgbaar bij de intern begeleider. Het ministerie is voornemens om de leerlinggebonden financiering binnen een paar jaar aan te passen. Mocht dit van toepassing zijn, dan wordt u hierover geïnformeerd middels onze website. 20
4.6. Verlengen en versnellen De basisschool staat in principe borg voor een ononderbroken ontwikkelingsproces van de leerlingen. Dit is ook wettelijk vastgelegd. In voorkomende gevallen kan een school echter besluiten een leerling een leerjaar over te laten doen (verlengen) of juist een groep over te laten slaan (versnellen). De Opstap heeft hiervoor criteria vastgelegd in de notitie „In-, uit- en doorstroom‟. Deze ligt ter inzage op school. Vanzelfsprekend zullen wij in een voorkomend geval de ouder(s)/verzorger(s) van de leerling nauw betrekken bij een dergelijke ingrijpende beslissing. Bij verlengen zal er altijd naar worden gestreefd de leerling een aangepast programma te bieden met speciale aandacht voor die gebieden waarbij achterstand is opgelopen en met verrijking op die gebieden waar de leerling wel voldoende presteert.
4.6.1. De overgang van groep 2 naar groep 3 Een bijzonder ijkpunt in de onderwijscarrière van uw kind is de overgang van groep 2 (de oudste kleuters) naar groep 3. Zoals u eerder in deze gids al heeft kunnen vaststellen, staan de activiteiten in groep 3 voor een belangrijk deel in het teken van het leren lezen en schrijven en is de manier van werken op een andere wijze georganiseerd. Van iedere oudste kleuter zal individueel worden bekeken door de desbetreffende leerkrachten of hij/zij toe is aan de overstap naar de manier van leren in groep 3. Bij de beslissing of een leerling naar groep 3 gaat vormen de observaties van de leerkracht van groep 2, evenals de resultaten van de Citotoetsen en het leerlingvolgsysteem dat wij voor de kleuters hanteren, een belangrijk uitgangspunt. Naast vorderingen op pedagogisch en didactisch gebied wordt ook de sociaal emotionele ontwikkeling van het kind in de beslissing meegenomen. Ook deze criteria staan exact omschreven in de notitie „In-, uit- en doorstroom‟.
4.7. Speciaal onderwijs We beschreven in dit hoofdstuk hoe wij omgaan met kinderen die op één of andere manier extra aandacht behoeven, hoe vorderingen worden bijgehouden en gerapporteerd en worden vertaald naar de begeleiding door de leerkracht. Het kan echter voorkomen dat de hulp die een leerling nodig heeft de mogelijkheden bij ons op school overstijgt. Een leerling die binnen onze mogelijkheden niet kan worden geholpen, zal uiteindelijk worden doorverwezen naar een speciale school voor primair onderwijs. Echter, voordat deze beslissing wordt genomen is de leerling besproken in het team en het zorgteam en dient te kunnen worden aangetoond (middels een volledig leerlingendossier) dat al het mogelijke is gedaan om de leerling binnen de school te helpen. Ook is toetsing en rapportage door een externe deskundige, bijvoorbeeld een psycholoog, noodzakelijk. Vanzelfsprekend worden ouders/ verzorgers van iedere stap die ten aanzien van hun kind wordt genomen, uitvoerig op de hoogte gebracht. Voor bovenstaande is een document ontwikkeld waarin de zorgstructuur van ons samenwerkingsverband beschreven staat. Dit document ligt ter inzage op school. 4.8. Schoolse- en buitenschoolse activiteiten Het vieren van bijzondere dagen en het samen ondernemen van activiteiten dragen in hoge mate bij aan een goede sfeer op school en het leren omgaan met elkaar in wisselende situaties. Verspreid door het schooljaar organiseert de school daarom verschillende activiteiten. Gelukkig wordt het team hierbij geholpen door de oudervereniging en ouders die 21
zich hiervoor opgeven. Bij de buitengewone activiteiten kunt u denken aan de vieringen van verjaardagen van het personeel, theatervoorstellingen, feestdagen als Sinterklaas en kerst maar ook de traditie om eens in de twee schooljaren een musical in te studeren. Ook noemen we hier de verschillende schoolreizen die worden georganiseerd in het laatste deel van het schooljaar. De jongste kinderen gaan in de regel met auto‟s naar een attractie in de buurt, de kinderen van groep 3 t/m 6 gaan met een bus naar een attractiepark en de oudste kinderen tenslotte maken een driedaagse schoolreis, waar excursies plaatsvinden, spellen worden gedaan etc. Ook op school worden activiteiten ontplooid die weliswaar binnen het lesrooster vallen, maar die toch een bijzonder karakter alsmede bijzondere doelstellingen hebben. Als voorbeelden noemen we onze knutselmiddagen (atteljee) en activiteiten m.b.t. de Kinderboekenweek. De school organiseert, al of niet in samenwerking met anderen, ook regelmatig activiteiten die buiten het lesrooster vallen. Als de omstandigheden ernaar zijn, organiseert de school schaatswedstrijden op de ijsbaan, tijdens de kermisdagen worden kinderspelen georganiseerd en de laatste schooldag wordt altijd met een bijzondere activiteit gevierd.
4.8.1. De vrijwillige ouderbijdrage In het voorgaande heeft u kunnen zien dat er bij ons op school nogal wat wordt georganiseerd en u begrijpt dat dit kosten met zich meebrengt. Om alles te kunnen blijven organiseren vraagt de oudervereniging u eenmaal per jaar om een vrijwillige ouderbijdrage. De hoogte van de bijdrage wordt ieder jaar vastgesteld tijdens de openbare jaarvergadering van de ouderraad. U hoeft pas te betalen als u daartoe middels een oproep van de oudervereniging wordt gevraagd. Ook voor de schoolreizen geldt dat van de ouders een bedrag wordt gevraagd. Ook hier geldt dat de bijdrage in principe vrijwillig is. De hoogte van deze bedragen worden bekend gemaakt in de InfOpstap. De toelating van uw kind is tot onze school is niet afhankelijk van het wel of niet betalen van deze bijdrage.
22
HOOFDSTUK 5:
MENSEN IN SCHOOL.
5.1. De leerkrachten Aan onze school zijn ongeveer tien personen (leerkrachten en ondersteunend personeel) verbonden. De meeste leerkrachten werken in deeltijd. Op dit moment is het beleid erop gericht om per groep zo veel mogelijk te werken met duo‟s, bestaande uit een leerkracht die verantwoordelijk is voor de groep (in principe degene met de grootste taakomvang) en een leerkracht die de klas overneemt op die moment waarop de verantwoordelijke leerkracht afwezig is. Zo krijgen de kinderen in alle groepen te maken met ten hoogste twee leerkrachten. De leerkrachten die gezamenlijk het onderwijs aan een groep verzorgen, overleggen zeer regelmatig met elkaar over bijvoorbeeld de behandelde en te behandelen stof en over de vorderingen die de groep maakt.
5.2. Onderwijsondersteunend personeel Onze school maakt op dit moment gebruik van de diensten van een onderwijsassistente. Zij werkt voor een deel met kleine groepjes of individuele leerlingen en verder assisteert zij waar nodig. Daarnaast wordt de school wordt iedere dag schoongehouden door onze facilitair medewerkster. Naast het verzorgen van primair onderwijs aan leerlingen van 4 tot en met 12 jaar behoort ook het opleiden van nieuwe leerkrachten en onderwijsassistenten tot de taken van de basisschool. Om die reden zult u bij ons op school regelmatig stagiaires tegenkomen die hun opleiding volgen aan de PABO of aan een van de MBO-opleidingen die opleiden voor het beroep van onderwijsassistent. Wij zullen onze stagiaires aan u voorstellen in onze nieuwsbrief.
5.3. Vakleerkrachten Eens in de twee weken krijgen de groepen 3 t/m 8 muziekles van onze vakleerkracht. Tijdens deze lessen leren de kinderen naast het zingen van liedjes ook het bespelen van verschillende instrumenten en wordt er ook regelmatig gedanst. Op vrijdagmiddag volgen de kinderen van groep 5 t/m 8 lessen in het kader van Humanistisch Vormingsonderwijs, verzorgd door een vakleerkracht. Tijdens deze lessen maken de kinderen kennis met verschillende geloven en levensovertuigingen, meningen en gevoelens. De lessen H.V.O. zijn facultatief. Naast de hier genoemde vakleerkrachten maken wij ook zo nu en dan gebruik van gastdocenten die bijvoorbeeld iets komen vertellen over hun beroep of een organisatie waar zij voor werken.
23
HOOFDSTUK 6:
OUDERS EN SCHOOL.
6.1. Contact tussen ouders en school Opvoeden en onderwijzen doen we samen. Dat is voor ons een belangrijk uitgangspunt. Dit houdt automatisch in dat er regelmatig contact moet zijn tussen de ouders verzorgers van onze leerlingen en de school. Wij zijn dan ook een school waar iedereen gemakkelijk naar binnen kan lopen. Voor schooltijd staan de leerkrachten op het plein en zijn op die manier gemakkelijk aanspreekbaar voor de ouders, die hun kind komen brengen en halen. Om de leertijd zo effectief mogelijk te houden, wordt de ouders verzocht de school bij het aanvangen van de lessen te verlaten. Heeft u specifieke vragen of wilt u de leerkracht van uw kind spreken, dan kunt u vooraf een afspraak maken.
6.1.1. Voorlichtingsavond en kijkochtenden Aan het begin van het schooljaar wordt er op school een informatieavond georganiseerd. U wordt hiervoor middels de nieuwsbrief uitgenodigd. Tijdens deze bijeenkomst, wordt u bijgepraat over de lesstof waarmee uw kind te maken krijgt en over eventuele bijzondere zaken die zich in een leerjaar voordoen. Zo krijgen de ouders van kinderen die in groep 8 zitten uitleg over de Drempeltoets en de doorstroming naar het voortgezet onderwijs. In de kleutergroepen en in groep 3 worden kijkochtenden georganiseerd. U kunt zo zelf kijken wat uw kind op een schooldag zoal meemaakt en krijgt zo een beter beeld van de ervaringen waarmee het kind thuiskomt. Voor de kijkochtenden wordt u door de betreffende leerkrachten uitgenodigd. 6.1.2. Oudercontactavonden Onder het kopje rapportage (4.4.1.) vermeldden wij al de contactavonden. Naar aanleiding van het rapport (en het leerlingvolgsysteem) wordt u door de leerkracht(en) van uw kind(eren) uitgenodigd voor een gesprek omtrent de vorderingen van uw kind. Deze gesprekken duren tien minuten. 6.1.3. Algemene ouderavond Eén keer per jaar organiseert de oudervereniging een algemene ouderavond. Tijdens deze avond doet het bestuur verslag van zijn activiteiten en worden de uitgaven die zij hebben gedaan verantwoord. Ook wordt tijdens deze ouderavond een thema dat met de school en/of onderwijs en opvoeding te maken heeft, nader belicht. 6.1.4. Ouderhulp Voor de vele activiteiten die bij ons op school worden georganiseerd, vallen wij vaak terug op de hulp van ouders. U wordt via school of via de klassenouder gevraagd voor o.a. de volgende activiteiten:
zitting in het bestuur van de oudervereniging zitting in de medezeggenschapsraad helpen bij de atteljees helpen bij klusjes in en rond de school helpen bij het maken van de schoolkrant 24
helpen bij de hoofdluiscontroles vervoer naar diverse activiteiten etc. etc. 6.2. De oudervereniging Het onderwijsteam wordt bij ons op school ondersteund door de oudervereniging. De oudervereniging helpt mee bij het organiseren van activiteiten en beheert de vrijwillige ouderbijdragen. Van tijd tot tijd ontstaan er vacatures binnen het bestuur van de oudervereniging. Hiervan houden wij u middels de InfOpstap op de hoogte.
6.3. De medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad heeft een belangrijke taak bij het vaststellen van het beleid zoals dat ten aanzien van het onderwijs bij ons op school wordt vormgegeven. Binnen de MR zijn de ouders vertegenwoordigd middels een gekozen vertegenwoordiging. Eens in de twee jaar worden er verkiezingen gehouden voor de medezeggenschapsraad. Ook het personeel van onze school heeft een aantal vertegenwoordigers in de MR. De directeur van de school is adviserend lid, hij/zij vertegenwoordigt het bestuur en heeft als zodanig binnen de raad geen stemrecht. De bevoegdheden van de MR zijn vastgelegd in de Wet Medezeggenschap Onderwijs. De vergaderingen van de MR zijn in principe openbaar. Naast de MR is er ook een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Onderwijsgroep Fier. In deze raad worden schooloverstijgende beleidszaken behandeld, waarover terugkoppeling plaatsvindt naar de MR. 6.4. Klachtenregeling Hoewel wij altijd proberen u middels openheid en duidelijke informatie zoveel mogelijk zicht te geven op en te betrekken bij datgene wat zich binnen de schoolmuren afspeelt, kan het natuurlijk voorkomen dat u het ergens niet mee eens bent of dat u een klacht heeft. Bent u van mening dat uw klacht niet meer middels een gesprek met de leerkracht en/of de directeur kan worden opgelost, dan treedt de klachtenregeling in werking. Deze regeling is voor alle scholen van Onderwijsgroep Fier hetzelfde en is vastgelegd in ons bestuursbeleidsplan. De klachtenregeling ligt ter inzage op school. 6.4.1. Vertrouwenspersoon Onze school heeft een vertrouwenspersoon, die in eerste instantie de opvang verzorgt van degene (leerlingen, ouders, medewerkers) die zich geconfronteerd voelt met pesten, geweld, discriminatie, machtsmisbruik of seksuele intimidatie. Dit is een leerkracht met een extra taak. Situaties waarbij iemand een vervelend gevoel krijgt, kunnen gemeld worden bij de groepsleerkracht of een andere leerkracht. Wil of kan iemand dat niet, dan kunnen ze gemeld worden bij de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon is de eerste persoon die met de klachten aan het werk gaat en de betrokkene zal begeleiden bij de verdere gang van zaken. Bijvoorbeeld als er een officiële aanklacht ingediend moet worden bij de politie. De naam en contactgegevens van de vertrouwenspersoon staan vermeld in de informatiegids.
25
Tenslotte …. De bedoeling van deze schoolgids is het zo goed mogelijk weergeven van de gang van zaken op De Opstap. Na het lezen van de gids heeft u een beeld gekregen van het onderwijs zoals dat bij ons op school wordt vormgegeven. Volledigheid is bij de samenstelling ervan een streven geweest, maar kan natuurlijk niet worden gegarandeerd. Heeft u na het lezen van deze gids vragen of opmerkingen? Laat het ons dan gerust weten! U kunt altijd even langskomen, mailen of bellen. Voor de „nieuwe‟ ouders hopen wij dat onze schoolgids een prettige eerste kennismaking was die hen helpt bij het bepalen van een belangrijke keuze, de keuze voor de beste school voor hun kind(eren)! Wat betreft de „zittende‟ ouders zal de gids een hernieuwde kennismaking zijn. Voor alles moet deze gids een handige vraagbaak zijn met veel informatie over de school van uw kind. De gids is geldig van 2011-2015. BEWAART U HEM DUS GOED !! De genoemde informatiegids ontvangt u elk jaar opnieuw.
Medewerkers OBS de Opstap
26
Formulier vaststelling schoolgids
School
:
OBS de Opstap
Adres
:
Oosteinde 49
Postcode / plaats
:
9079 LA St. Jacobiparochie
De medezeggenschapsraad van bovengenoemde school heeft de van 01-08-2011 tot 01-08-2012 geldende schoolgids van deze school vastgesteld.
Namens de medezeggenschapsraad, St. Jacobiparochie 19-07-2011 E. Braaksma voorzitter
..........................................
27
Formulier vaststelling schoolgids
School
:
OBS de Opstap
Adres
:
Oosteinde 49
Postcode / plaats
:
9079 LA St. Jacobiparochie
Het bevoegd gezag van bovengenoemde school heeft de van 01-08-2011 tot 01-08-2012 geldende schoolgids van deze school vastgesteld.
Namens het bevoegd gezag, .........................................., plaats .........................................., datum .........................................., naam .........................................., functie
.........................................., handtekening
28