VOORWOORD Beste ouder(s), verzorger(s), Voor u ligt de schoolgids van de katholieke basisschool Johannes. Een school die komend jaar al 45 jaar een belangrijke plek heeft in de wijk Overvecht-Noord. Een school die al jaren bekend staat voor goed onderwijs in een plezierige sfeer. Een goede basis(school) voor een goede toekomst! Met deze schoolgids geven we u een kijkje achter de schermen van de school. Vanuit welke denkbeelden geven we op school les en waarom maken we sommige keuzes? Wat zijn de speerpunten voor de komende tijd en hoe is de aanpak van het lees-, taal en rekenonderwijs? De schoolgids bestaat uit twee onderdelen. Eerst vindt u een algemeen deel met algemene informatie, dit deel wordt aangepast indien nodig. Het tweede onderdeel heeft betrekking op het huidige schooljaar en wordt elk jaar aangepast. Bij het samenstellen van deze gids hebben we ook hulp gevraagd van ouders van de school. Ouders geven aan dat ze graag informatie willen over: - de manier waarop alle leerlingen in de school begeleid worden bij het leren; - de verschillende soorten van speciale hulp die de school kan bieden; - de activiteiten die het schoolteam onderneemt om het onderwijs te verbeteren; - de wijze waarop u als ouder betrokken kunt zijn bij het onderwijs van uw kind(eren). Door middel van deze schoolgids hopen wij u een volledig beeld te geven van onze school. We kunnen ons voorstellen dat u toch nog vragen of opmerkingen heeft. In dat geval bent u van harte welkom bij de schoolleiding. We wensen u veel plezier bij het lezen! Met vriendelijke groet, namens het hele schoolteam Annelies van der Tang Schoolleider
INHOUDSOPGAVE
1
DE SCHOOL ................................................................................................................. 5 1.1 Richting en historie ................................................................................................ 5 1.2 School in de wijk en Brede school Overvecht………………………………………….5 1.3 De kinderen op school ........................................................................................... 5 1.4 Schoolgrootte ......................................................................................................... 5 1.5 Voorzieningen en veiligheid in het schoolgebouw .................................................. 5
2
WAAR STAAT de school voor? ..................................................................................... 6 2.1 Visie en missie ....................................................................................................... 6 2.2 SISo-onderwijs ....................................................................................................... 6 2.3 De Vreedzame School ........................................................................................... 8
3
DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL ................................... 9 3.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school ..................................... 9 3.2 Zorg voor de relatie school en omgeving................................................................ 9 3.2.1 Buurtscholen ...................................................................................................... 9 3.2.2 Scholen voor speciaal onderwijs ........................................................................ 9 3.2.3 Schoolbegeleidingsdienst CED-groep ................................................................ 9 3.2.4 Jeugdarts (schoolarts) .......................................................................................10 3.2.5 Logopedie .........................................................................................................10 3.2.6 Buurtteam Jeugd en Gezin ................................................................................10 3.2.7 Jeugdtandverzorging…………………………………………………………………10 3.2.8 Brede School College…………………………………………………………………10 3.2.9 Brede School Academie………………………………………………………………11
4
DE KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS ......................................................................12 4.1 Terugblik op de aandachts- en verbeterpunten van het schooljaar 2012-2013 ......12 4.2 Aandachts- en verbeterpunten voor het schooljaar 2013-2014 .............................13 4.3 Uitstroomgegevens en inspectie……………………………….………………………14
5
DE ORGANISATIE .......................................................................................................17 5.1 De organisatie van de school ................................................................................17 5.1.1 Groepering ........................................................................................................17 5.1.2 Groepsgrootte ...................................................................................................17 5.1.3 Organisatie van de aangeboden leerstof ...........................................................17 5.1.4 De voorschool ...................................................................................................18 5.2 De samenstelling van het team. ............................................................................18
Schoolgids Johannesschool juli 2014
1
5.3 (Les)activiteiten .....................................................................................................19 5.3.1 Activiteiten in de onderbouw..............................................................................19 5.3.2 Basisvaardigheden (lezen, taal en rekenen)......................................................19 5.3.3 Wereldoriënterende vakken ..............................................................................20 5.3.4 Catechese .........................................................................................................21 5.3.5 Sociaal-emotionele ontwikkeling .......................................................................21 5.3.6 Burgerschap......................................................................................................21 5.3.7 Expressieactiviteiten .........................................................................................22 5.3.8 Bewegingsonderwijs..........................................................................................22 5.3.9 Verkeerseducatie ..............................................................................................22 5.3.10 Huiswerk en thuis oefenen ...............................................................................23 5.4 Vieringen en andere activiteiten ............................................................................24
6
DE AANNAME EN ONDERSTEUNING VAN KINDEREN.............................................27 6.1 De opvang van nieuwe leerlingen…. .....................................................................27 6.1.1 Aanmelding .......................................................................................................27 6.1.2 Plaatsing van een vierjarig kind .........................................................................27 6.1.3 De plaatsing van een ouder kind .......................................................................28 6.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school ...............................28 6.2.1 Leerlingvolgsysteem .........................................................................................28 6.2.2 Oudercontact over de ontwikkeling van uw kind ................................................30 6.3 De ondersteuning van kinderen met specifieke behoeften ....................................31 6.3.1 De procedure ....................................................................................................31 6.3.2 Onderwijs aan bovenpresteerders (Johannes Academie). ................................32 6.3.3 Doublure en verwijzing van leerlingen met specifieke behoeften .......................32 6.3.4 Pestpreventie ....................................................................................................34 6.3.5 Protocol schorsing en verwijdering………………..…………...…………………..34 6.4 Begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs ...........34
7
DE LEERKRACHTEN...................................................................................................36 7.1 Het schoolteam .....................................................................................................36 7.2 Vervanging bij ziekte, verlof en scholing ...............................................................36 7.3 Scholing van leerkrachten .....................................................................................36 7.4 Begeleiding en inzet van stagiaires .....................................................................36
8
DE OUDERS/VERZORGERS ......................................................................................37 8.1 Het belang van betrokkenheid van ouders/verzorgers...........................................37 8.2 Activiteitencommissie ............................................................................................37
Schoolgids Johannesschool juli 2014
2
8.3 Groepsouders .......................................................................................................38 8.4 Informatie over het onderwijs en de school ...........................................................38 8.4.1 De schoolgids ...................................................................................................38 8.4.2 Informatiemoment .............................................................................................38
8.4.3 Algemene ouderavonden ..................................................................................38 8.4.4 Nieuwsbrief Ge-Johannes .................................................................................38 8.5 Inspraak ................................................................................................................38 8.5.1 Medezeggenschapsraad ...................................................................................38 8.5.2 Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad .................................................39 8.6 Ouderhulp .............................................................................................................39 8.7 Klachtenprocedure ................................................................................................39 8.8 Vrijwillige ouderbijdrage ........................................................................................39 8.9 Schoolverzekering voor leerlingen ........................................................................39
9
REGELS EN REGELINGEN VAN DE SCHOOL ...........................................................40 9.1 Schooltijden ..........................................................................................................40 9.2 Aanvang en einde schooltijd .................................................................................40 9.3 Leerplicht ..............................................................................................................40 9.4 Verzuim/ ziekmelding ............................................................................................40 9.5 Buitengewoon verlof .............................................................................................41 9.6 Vakanties en vrije dagen .......................................................................................41 9.7 Rooster bewegingsonderwijs groep 3 t/m 8...........................................................41 9.8 Foto- en Video-opnames (SVIB) ...........................................................................41 9.9 Schoolregels en afspraken ....................................................................................41 9.10 Eten en drinken (fruitbeleid) ..................................................................................42 9.14 Op de fiets naar school .........................................................................................42 9.12 Met de auto uw kind naar school brengen .............................................................43 9.12 Oud papier ............................................................................................................43 9.13 Gevonden voorwerpen ..........................................................................................43
10 Contactgegevens ..........................................................................................................44 10.1 De school ..............................................................................................................44 10.2 Directie .................................................................................................................44 10.3 Middenkader .........................................................................................................44 10.4 Groepsleerkrachten ..............................................................................................44 10.5 Overig personeel...................................................................................................45 10.6 College van Bestuur ..............................................................................................45 10.7 Medezeggenschapsraad .......................................................................................45 10.8 Activiteitencommissie ............................................................................................45 10.9 Externe personen..................................................................................................45
Schoolgids Johannesschool juli 2014
3
11 A B C 1 2 3 4 5 6 7
BIJLAGEN ....................................................................................................................47 Gezond trakteren ..................................................................................................47 Organogram KSU .................................................................................................48 Formulier instemming schoolgids ..........................................................................49 Formulier vaststelling schoolgids...........................................................................50 Preventie schoolveiligheidsbeleid..........................................................................51 Verlofregeling leerlingen .......................................................................................53 Passend Onderwijs ...............................................................................................54 Schorsing en verwijdering .....................................................................................58 Informatieplicht aan gescheiden ouders ................................................................62 Medezeggenschapsraad .......................................................................................64 De klachtenregeling ..............................................................................................65
8
Voorgenomen aanmeldings- toelatings- en plaatsingsbeleid………………………..67
Schoolgids Johannesschool juli 2014
4
Nieuwsgierigheid is het begin van wijsheid
DE SCHOOL 1.1
Richting en historie
De wijk Overvecht-Noord is gebouwd in de jaren ‘60. In die tijd is ook de Johannesschool opgericht. De school kreeg een plek in een prachtig stukje groen. Die groene omgeving is na al die jaren nog steeds aanwezig. De school heeft een rustige ligging aan een autoluwe straat met ruime buitenspeelmogelijkheden. Sinds de zomer van 2005 beschikt de school over een voorschool. Deze peuterspeelzaal met extra taalbegeleiding heeft een mooi, eigen gebouw aan de achterkant van de school. De Johannesschool kan steeds meer leerlingen verwelkomen op school. Daarom is er dan ook behoefte aan meer ruimte en een ander gebouw dat voldoet aan de huidige manier van onderwijs geven. Het is de bedoeling dat de Johannesschool binnenkort geheel nieuwbouw krijgt. Dat zal op de huidige locatie of vlak daarbij zijn. “Johannes” staat er op het logo bij de ingang van het hoofdgebouw. De naam Johannes is afgeleid van één van de vier evangelisten. Johannes was de schrijver van het vierde evangelie in het Nieuwe Testament en de geliefde leerling van Jezus. In zijn evangelie staat het woord centraal. Het groeit uit tot meer dan taal, tot een manier van leven en geloven. De Johannesschool, een Bijbelse naam voor een katholieke school, die zich ook kenmerkt door een open houding ten opzichte van andere religies en niet-gelovigen. De Johannesschool maakt deel uit van de Katholieke Scholenstichting Utrecht (KSU). De KSU heeft 22 scholen in Utrecht met 30 locaties. De scholen zijn allemaal herkenbaar aan het logo met de “groene vlek”.
Schoolleider :
Annelies van der Tang
Clusterdirecteur :
Jon van Zoelen
Adres :
Katholieke Basisschool Johannes Pagodedreef 4 en 49 3564 XS Utrecht Telefoon hoofdgebouw : 030 2610616 Telefoon ‘de Overkant’ : 030 2656922 Telefoon Voorschool : 030 2610738 E-mail :
[email protected] Website : www.ksu-johannes.nl
Schoolgids Johannesschool juli 2014
5
1.2
School in de wijk en Brede School Overvecht
De Johannesschool werkt op verschillende gebieden samen met wijkorganisaties. Een voorbeeld is de Brede School Overvecht. Door dit samenwerkingsverband met alle scholen in Overvecht werkt de Johannesschool aan het verbeteren van de positie van elk kind in de wijk. Aandachtspunten van De Brede School Overvecht zijn ouderbetrokkenheid, onderwijstijdverlenging, talentontwikkeling en De Vreedzame Wijk. 1.3
De kinderen op school
Op de Johannesschool zitten kinderen van diverse nationaliteiten; 35% komt uit gezinnen met Nederlandse ouders. De allochtone kinderen hebben voornamelijk een Marokkaanse, Turkse, Afghaanse of Irakese achtergrond. De Johannesschool is er trots op een school te zijn met een gemengde populatie! 1.4
Schoolgrootte
Op 1 mei 2013 bezochten 234 kinderen de Johannesschool. Volgens de prognose zal dit aantal in de toekomst licht stijgen. De kinderen zijn verdeeld over 10 groepen. Het schoolteam bestaat uit ongeveer 24 personen. 1.5
Voorzieningen en veiligheid in de schoolgebouwen
De school beschikt over twee gebouwen; het hoofdgebouw en de dependance “de Overkant”. In het hoofdgebouw zijn acht groepslokalen. Tevens zijn er ruimtes voor de intern begeleider, de schoolleider en een teamkamer. In de dependance zijn drie groepslokalen en een speelzaal. Ook het documentatiecentrum van de school is daar gevestigd in een aparte ‘verdiepingsruimte’, die tevens rt-ruimte is. Door regelmatige controles en onderhoud door onder meer de brandweer en de technische dienst van de KSU voldoen beide gebouwen alsmede de bijbehorende pleinen en speeltoestellen aan de gestelde veiligheidsnormen. De gymlessen voor de groepen 3 t/m 8 worden gegeven in de gymzaal aan de Beiroetdreef. De voorschool heeft in het bijgebouw een eigen lokaal met alle voorzieningen. Ook hebben zij een afgeschermde, veilige buitenspeelruimte. Zie ook bijlage 1 “Preventie Schoolveiligheidsbeleid”.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
6
2
WAAR STAAT DE SCHOOL VOOR? 1.6
Visie en missie
De Johannesschool wil een school zijn die wordt gekenmerkt door samenwerken, openheid en een warm en betrokken pedagogisch klimaat. De school mag zich een SISo-school (Structureel Individueel Samenwerkend Onderwijs) noemen. Dat is een vorm van vernieuwingsonderwijs, waarmee wij de kinderen een goede basis kunnen geven voor hun vervolgstudie op de middelbare school alsmede voor hun totale verdere ontwikkeling. Het SISo-concept geeft duidelijke richtlijnen voor een heldere, structurele onderwijsorganisatie voor leerkracht en kind. De Johannesschool is ook een Vreedzame School. Een Vreedzame school leert kinderen dat zij deel uit maken een gemeenschap en zich daarvoor verantwoordelijk te voelen. In de volgende paragrafen krijgt u informatie over het SISo-conceot en De Vreedzame School. 1.7
SISo-onderwijs
Niemand is overal goed in, iedereen is wel ergens goed in.
Met de keuze voor het SISo-onderwijs geven wij aan dat A. we werken met duidelijke structuren, waarin heldere afspraken zijn en waar ruimte is voor (en grenzen zijn aan) de eigenheid van elke leerkracht en ieder kind. Een structuur ook die ervoor zorgt dat de leerkracht vooral begeleider is in plaats van leider. Een structuur die kinderen (en leerkrachten) houvast en veiligheid biedt: veel vrijheid binnen duidelijke grenzen. B. we het van groot belang vinden dat er aandacht is voor het individuele kind en dat die aandacht ook daadwerkelijk gegeven wordt. Dat een kind de kans moet hebben eigen keuzes te maken. Dat we bewust en gericht werken aan het gedrag van elk kind. Gedrag, dat bijdraagt tot de ontwikkeling van een zelfstandig, verantwoordelijk, bewust en zelfreflecterend mens met een positief zelfbeeld. We accepteren dat elk kind uniek is en als zodanig met respect dient te worden behandeld. We zijn bewust bezig met het leerproces van een kind en het “leren leren”. We zijn ervan overtuigd dat als kinderen ‘leren leren’ ook het resultaat uiteindelijk verbeterd. Daarnaast hebben we aandacht voor de sociaal-emotionele beleving van een kind en doen daar daadwerkelijk, praktisch zichtbaar, iets mee. C. we het belangrijk vinden dat een kind, stap voor stap, leert samen te werken met anderen. We accepteren daarbij dat samenwerken voor het ene kind gemakkelijker is dan voor het andere. We vinden het belangrijk om kinderen te leren sociaal en respectvol om te gaan met anderen. Dus normen en waarden aanleren. We leren kinderen en maken ze ervan bewust, dat het ene kind andere capaciteiten heeft dan het andere en geven ze handreikingen hoe daar mee om te gaan. We vinden het van belang dat kinderen naar elkaar leren luisteren en feedback op elkaar leren geven en accepteren.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
7
De volgende basisprincipes liggen ten grondslag aan ons SISo-onderwijs: 1. ieder mens heeft zijn ‘eigen aardigheden’ en is daarmee uniek; 2. ieder mens heeft zijn eigen waarheid, waarmee met respect dient te worden omgegaan; 3. ieder mens mag worden aangesproken op zijn gedrag; 4. de persoon wordt ‘heel’ gelaten en nooit persoonlijk aangevallen met woorden of daden; 5. opvallend gedrag bestaat slechts doordat anderen het als zodanig typeren; 6. ook ongewenst gedrag heeft een motief: ontdek het motief en verander het gedrag; 7. gedrag is een keuze die een mens zelf maakt: ontdek het motief en reik nieuwe keuzes aan; 8. regels, afspraken en gedragscorrecties richten zich duidelijk op gewenst gedrag; 9. hoe beter een mens zichzelf leert kennen, hoe beter hij in staat is zichzelf te sturen; 10. een mens leert door te horen, te zien, te doen en te voelen; 11. het onderwijs is afgestemd op de eigenheid van elk kind, zonder daarbij de groep en de organisatie te kort te doen; 12. pedagogische en didactische structuren zijn binnen de hele school duidelijk herkenbaar; 13. structuur geeft mensen houvast: het geeft de grenzen en de ruimte van vrijheden aan; 14. leren doe je samen; een “open deur” heeft de voorkeur; 15. wanneer een mens kan verwoorden wat hij weet en/of kan is het leerrendement optimaal; 16. de school is een samenleving waar met respect wordt omgegaan met mens en materiaal, met cultuur en natuur; 17. de school kent een duidelijke doorgaande lijn van groep 1 t/m 8, zowel pedagogisch als didactisch; 18. in de school wordt onderwijs gegeven in zowel homogene als heterogene settings; 19. de school is er voor de kinderen: er is volop aandacht en ruimte voor hun eigen initiatief en belevingswereld, met inachtneming van de leerdoelen; 20. het onderwijs is gericht op de ontwikkeling van een zelfstandige, zelfverantwoordelijke, zelfreflecterende, zelfontdekkende en sociale houding; 21. de leerkracht is begeleider van het ontwikkelingsproces en zal daartoe, afwisselend, de leiding in handen nemen en uit handen geven; 22. gedrags- en prestatiebeoordeling vinden alleen plaats op basis van hetgeen zintuiglijk en feitelijk is waargenomen; 23. een school die stilstaat gaat achteruit. We stemmen bij dit alles ons onderwijs, zoveel als mogelijk, af op de individuele behoeftes en mogelijkheden van het kind en geven hieraan praktisch invulling op zowel sociaal, emotioneel als cognitief gebied: 1. sociaal: door structurele aandacht voor de individuele sociale ontwikkeling in constante relatie tot de groepsleden waarvan het kind deel uit maakt en de participatie aan het leven binnen de gehele (school)gemeenschap; 2. emotioneel: door aandacht voor de individuele emotionele ontwikkeling en de omstandigheden die deze ontwikkeling beïnvloeden; 3. cognitief: door rekening te houden met de diversiteit in cognitieve ontwikkeling en aanleg; 4. door bij het kind bewust te maken dat behoefte en mogelijkheden bij ieder individu kunnen en mogen verschillen en te leren hoe daar respectvol mee om te gaan.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
8
1.8
De Vreedzame School
De Johannesschool vindt het belangrijk dat de school een leefklimaat kent waar kinderen zich geborgen en veilig voelen in een vertrouwelijke sfeer. Dat uw kind zich “thuis” voelt op school, is een voorwaarde om optimaal te kunnen groeien in alle opzichten. Het team van de Johannesschool biedt uw kind deze gelegenheid. Als Vreedzame School willen we een bijdrage leveren aan de opvoeding van de kinderen tot verantwoordelijke en actieve leden van de gemeenschap. De Vreedzame School is een programma voor basisscholen dat streeft naar een democratische gemeenschap waarin leerlingen een stem krijgen, zich verantwoordelijk voelen, zich positief sociaal gedragen, en conflicten zonder geweld oplossen. De kern van De Vreedzame School bestaat uit een wekelijkse les voor alle groepen in de basisschool in conflictoplossing en de sociale competenties die daar voor nodig zijn. Maar De Vreedzame School is meer dan een lesmethode. Het is een visie, een aanpak, waarin de eigen kracht van kinderen centraal staat. Kinderen krijgen taken en verantwoordelijkheden in de klas, in de school, en ook in de omgeving van de school. Er worden aparte leerlingmediatoren opgeleid die helpen bij het oplossen van conflicten. Leerlingen nemen deel aan klas- of schoolcommissies. Zo leren de leerlingen al doende allerlei vaardigheden die ze nodig hebben als (toekomstig) burger in onze democratische samenleving. De school fungeert daarmee als een oefenplaats voor democratisch, actief burgerschap, en voldoet met dit aanbod aan de eisen van de Inspectie op het terrein van sociale competentie, actief burgerschap en sociale integratie.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
9
3
DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN SCHOOL
3.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school Volgens afspraak tussen de gemeente en de drie grote schoolbesturen hanteren alle scholen van de KSU, PCOU en SPO Utrecht vanaf het schooljaar 2013-2014 een gelijke opzet voor het beschrijven en weergeven van de onderwijsresultaten, zodat tussen scholen onderling een vergelijking kan worden gemaakt. De opzet van dit hoofdstuk is dan ook voor alle scholen van deze besturen dezelfde. Het onderwijs is steeds onderhevig aan nieuwe ontwikkelingen en veranderingen. We willen hier als team goed mee om te gaan en kritisch kijken welke punten extra aandacht verdienen om het onderwijs in onze school zo goed te houden en - indien nodig - te verbeteren. Wij denken hierbij onder andere aan het leerlingvolgsysteem, toetsing, sociaal-emotionele ontwikkeling, het gebruik van computers en I-pads in de groepen, het werken met handelingsplannen en het zelfstandig werken. Voor aandachtspunten voor het lopende schooljaar verwijzen wij u naar hoofdstuk 4 van deze gids. 3.2
Zorg voor de relatie school en omgeving
3.2.1 Buurtscholen Onze school werkt regelmatig samen met andere scholen en instellingen. In de wijk Overvecht werken wij nauw samen met de KSU-scholen Marcus en de Mattheus. Regelmatig is er overleg waaraan de schoolleiders deelnemen. Ook met de andere basisscholen in Overvecht en van de KSU vindt regelmatig overleg plaats, zoals in het kernteam van de Brede School Overvecht (zie 1.2) en stichting brede zaken. 3.2.2 Scholen voor speciaal basisonderwijs In de wijk Overvecht is één school voor Speciaal Basisonderwijs: KSU-school Sint Maarten. Als een kind van onze school naar het speciaal basisonderwijs gaat, gaat het meestal naar deze school. De intern begeleider onderhoudt contact met de intern begeleider van die school. Ook is er regelmatig contact tussen de scholen die in het samenwerkingsverband zitten (zie ook par. 4.3.2.). 3.2.3 Schoolbegeleidingsdienst CED-groep Schoolbegeleidingsdienst CED-groep staat ons terzijde door het geven van adviezen en informatie op opvoedkundig en onderwijskundig gebied. Deze begeleiding valt niet meer weg te denken voor een school, die zo optimaal mogelijk wil functioneren. In gezamenlijk overleg met de schoolcontactpersoon van de CED-groep wordt er elk jaar een begeleidingscontract opgesteld. Daarnaast kunnen wij een beroep doen op de vele bij CED-groep werkzame deskundigen. Op deze manier bieden zij medewerking en ondersteuning op het gebied van: • begeleiding in specifieke vakgebieden; • specifiek informatiecentrum met vakbibliotheek; • scholingsbijeenkomsten; • overleg basisonderwijs- voortgezet onderwijs; • testen leerlingen met speciale behoeften; • begeleiding invoering nieuwe methodieken.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
10
3.2.4 Jeugdarts (schoolarts) In hun schoolloopbaan worden de kinderen twee keer opgeroepen voor een medisch onderzoek door de jeugdarts of jeugdverpleegkundige. Dit is landelijk beleid. Dit vindt plaats in de groepen 2 en 6. U ontvangt deze oproep van de GG en GD. U kunt als ouder/verzorger daarnaast zelf om een onderzoek of gesprek met de jeugdarts vragen. De intern begeleider onderhoudt contact met de jeugdarts. 3.2.5 Logopedie Logopedie is het opsporen, onderzoeken en behandelen van afwijkingen op het gebied van spraak, taal, stem en gehoor. Vanuit de GG en GD komt een logopediste een aantal dagen per jaar op school en onderzoekt alle leerlingen van groep 2. De bevindingen worden met de leerkracht doorgesproken. Alle ouders worden ook hiervan op de hoogte gesteld. 3.2.6 Buurtteam Jeugd en Gezin Via wijkwelzijnsorganisatie, is er het Buurtteam voor Jeugd en Gezin. Voor een aantal uren per week zijn zij voor de kinderen en hun ouders beschikbaar op school. Het buurtteam kan ingeschakeld worden bij de zorg voor het kind of voor bijvoorbeeld hulp in het gezin. Dit kan op verzoek van de ouders, het kind en op verzoek van de school. De intern begeleider onderhoudt namens de school de contacten. Het buurtteam kan ook buiten school om benaderd worden voor grote of kleine vragen of andersoortige (maatschappelijke) hulp binnen het gezin. Zie hoofdstuk 10 voor de contactgegevens. 3.2.7 Jeugdtandverzorging Tandwiel, de regionale jeugdtandverzorging, bezoekt tweemaal per schooljaar de school. Ouders kunnen zich via de schoolleider aanmelden voor deelname van zijn/haar kind(eren). De aangemelde kinderen krijgen een volledige gebitsverzorging: controle, preventie en eventuele behandeling. Er zijn geen kosten aan deze service verbonden, aangezien de kinderen vallen onder de basisverzekering. 3.2.8 Het Brede School College (BSC) Het BSC is een initiatief van vijf scholen in Overvecht. Deze vijf scholen, de Marcus, de Johannes, de Mattheus, de Cleophas en de Joannes XXIII, hebben de handen ineengeslagen om de subsidie voor leertijduitbreiding in te zetten voor een uniek initiatief: het Brede School College. Op dit College krijgen kinderen uit de groepen 4 en 5 na schooltijd een programma aangeboden gericht op taalontwikkeling (woordenschat, begrijpend lezen, leesmotivatie). Twee keer in de week krijgen de kinderen 2 uur extra ondersteuning onder leiding van een excellente leerkracht. Deze leertijduitbreiding is voor kinderen die voldoen aan de toelatingscriteria.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
11
3.2.9 De Brede School Academie (BSA) De BSA is bedoeld voor talentvolle kinderen uit groep 6,7 en 8 en de brugklas van de deelnemende scholen. Het gaat om kinderen die het denkniveau en de werkhouding hebben om naar het HAVO of VWO kunnen, maar die door een taalachterstand hier toch moeite mee zullen hebben. Op de BSA krijgen zij de gelegenheid om te werken aan hun taalvaardigheid, zodat ze hun talenten volop kunnen ontwikkelen. De BSA geeft les in woordenschat, begrijpend lezen en kennis van de wereld. Allemaal belangrijke vaardigheden, nodig voor een succesvolle schoolloopbaan. De lessen vinden plaats na schooltijd, op twee middagen van de week. Deze leertijduitbreiding is voor kinderen die voldoen aan de toelatingscriteria.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
12
4
DE KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS
Onze school werkt systematisch aan kwaliteitszorg. Onder kwaliteitszorg verstaan we: activiteiten die erop gericht zijn om de kwaliteit van het onderwijs te bepalen, te bewaken, te borgen en te verbeteren. Met andere woorden: wat vinden wij goed onderwijs, wat zijn de eisen van de overheid, welke doelen stellen we, hoe zorgen we ervoor dat we kwaliteit leveren en hoe houden we de bereikte kwaliteit vast? Onze school werkt aan de ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijs en zorgt dat zaken die goed gaan, goed vastgelegd worden.’ 4.1
Terugblik op de aandachts- en verbeterpunten van het schooljaar 2013-2014
Het afgelopen schooljaar heeft het gehele team, naast het lesprogramma, teamvergaderingen, bouwvergaderingen en leerlingbesprekingen, extra aandacht besteed aan onderstaande aandachts- en verbeterpunten middels inhoudelijke teamvergaderingen, studiedagen en (na)scholing: Rekenonderwijs Het afgelopen schooljaar is de nieuwe rekenmethode ‘Wereld in getallen’ ingevoerd in de groepen 3 t/m 6. Dit is naar tevredenheid gebeurd en zal komend jaar een vervolg krijgen, met name op gebied van de doorgaande lijn. Natuur &Techniek Door de invoering van het continurooster zien wij kansen voor een juiste invulling van dit vak. Een commissie heeft zich gebogen over de mogelijkheden en een gedegen traject verzorgd om te komen tot de keuze van een werkwijze rondom dit onderdeel. De keuze is gevallen op de methode ‘Binnenstebuiten’: Binnenstebuiten is de eerste digitale lesmethode natuur & techniek voor het basisonderwijs waarin het bereiken van de leerling het uitgangspunt is. In de methode zijn de laatste inzichten uit hersenonderzoek verwerkt over hoe kinderen leren en zich optimaal ontwikkelen. Ouderbetrokkenheid Afgelopen schooljaar hebben we de samenwerking en het vertrouwen tussen de school en ouders verder verstevigd door het samen met ouders onderzoeken van de interesses van ouders voor bijvoorbeeld ouderavonden en koffieochtenden. De opkomst bij de koffieochtenden is echter nog steeds erg laag. Voor komend jaar hebben we het plan opgevat de koffieochtend om te zetten in onderwijs inhoudelijke ouderavonden. Verder hebben we groepsouders ingevoerd en heeft de AC een andere vorm gekregen. Beiden worden (evenals de MR) als succesvol ervaren. Leerlingenzorg en ondersteuning Het afgelopen jaar hebben we ons verder verdiept in resultaat- en trendanalyses. De leerkrachten zijn verder getraind in het maken van toetsanalyses en het inzetten van de juiste acties om de kinderen optimaal te ondersteunen in hun ontwikkeling. Daarnaast is er op IB- en directieniveau een schoolondersteuningsprofiel opgesteld. Er is daarnaast een vervolg gegeven aan de pilot voor handelingsgericht werken en de inzet van het buurtteam en de onderwijsadviseur.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
13
SISo Afgelopen schooljaar heeft de focus gelegen op gebruik van het planbord/ de weektaak. Hierin zijn de leerkrachten getraind en is er gezorgd voor een nog betere doorgaande lijn en met name opbouw in de mate van zelfstandigheid die de leerlingen leren. Johannes Academie Er is het afgelopen schooljaar een vervolg gegeven aan het onderwijs aan bovenpresteerders in de Johannes Academie. Bijzonder om te vermelden is dat de kinderen van de Johannes Academie mee hebben gedaan met een project en daarbij zijn opgevallen waardoor zij zijn uitgenodigd om in het stadhuis van Den Haag met de wethouder en prinses Laurentien te spreken over hun ideeën! De scholing van het team is vooruitgeschoven. De Vreedzame school Het afgelopen jaar zijn we gestart met de borging van De Vreedzame School. Dit is gebeurd door het doen van klasbezoeken onder begeleiding van Annemieke Vernooij (onze trainster vanuit de CED-groep) en door het onderwerp als vast onderdeel op de agenda van zowel bouw- als teamvergaderingen te zetten. Daarnaast is er een borgingsdocument vastgesteld om de kwaliteit en voortgang te waarborgen. ICT Het gebruik van ICT is verder verankerd in de school. De I-coach heeft haar opleiding afgerond. De focus heeft met name op de volgende onderdelen gelegen: ICT- en internetgebruik, vergroten van de didactische en technische vaardigheden van leerkrachten, mediawijsheid in de bovenbouw.
Naast bovenstaande onderdelen is er afgelopen jaar o.a. gewerkt aan: de invoering van het continurooster, het volgen van de katholieke kalender, teambuilding, verlengde leertijd, veiligheid. Schoolplan Er is dit jaar een schoolplan voor één jaar opgesteld. Hiervoor is op stichtingsniveau gekozen om zodoende gelijk te gaan lopen met strategisch beleidsplan. Komend jaar zal het schoolplan 2015-2019 (‘de leerling blinkt uit’) opgesteld worden.
4.2 Aandachts- en verbeterpunten voor het schooljaar 2014-2015 Het komende schooljaar zal het team zich onder andere richten op onderstaande aandachtsen verbeterpunten: Rekenonderwijs Dit schooljaar gaan we verder met een juiste invoering van de nieuwe rekenmethode. Groep 7 zal dit jaar starten met het gebruik van de methode ‘Wereld in Getallen’. De focus zal met name liggen op het waarborgen van een doorgaande lijn (gelijke werkprocessen). Natuur & Techniek We starten dit jaar met techniekonderwijs als apart vak (eerder werd er ‘versnipperd’ aandacht aan techniek gegeven, nu is het ondergebracht in een werkwijze). De methode
Schoolgids Johannesschool juli 2014
14
‘Binnenstebuiten’ zal worden ingevoerd. Ook in de groepen 1/2 zal er structureel aandacht besteed worden aan techniek.
Begrijpend lezen en Woordenschat Goed kunnen begrijpend lezen en het hebben van een uitgebreide woordenschat zijn van onschatbare waarde voor een goede onderwijsloopbaan. Wij gaan hier komend schooljaar nog meer op inzetten. Het team zal extra geschoold worden door het volgen van masterclasses bij het CED en de inzet van een aanvullende module bij de taalmethode ‘Taalactief’ biedt de leerkrachten handvatten voor het juist aanbieden van een groot aantal woorden en begrippen. Ouderbetrokkenheid We willen dit jaar de ouderbetrokkenheid vergroten/ verbeteren door het voortzetten van de inzet van groepsouders, AC en MR. Daarnaast gaan we in plaats van koffieochtenden, drie onderwijs inhoudelijke ouderavonden organiseren. We hebben gemerkt dat ouders vooral geïnteresseerd zijn in hoe zij hun kind(eren) kunnen ondersteunen in hun (onderwijs-) ontwikkeling. Door hierop in te spelen op de ouderavonden, willen we meer ouders bereiken. Leerlingondersteuning Komend schooljaar gaan we aan de slag met Zien!: Zien! is een webbased expertsysteem dat meer doet dan het volgen van de leerling, het helpt bij het bevorderen van de sociaalemotionele ontwikkeling van de leerlingen. Zien! geeft op basis van een analyse van observaties concrete doelen en handelingssuggesties om op die manier de leerkracht te helpen bij het ondersteunen van leerlingen en groepen. Zien! ondersteunt het gehele proces van signaleren tot handelen. Naast de in gebruik neming van Zien!, gaan we verder op de al ingezette weg rondom Passend Onderwijs. Hierover leest u later meer. SISO Ook dit jaar gaan we verder met de borging van SISo. Een aantal zaken staat op het programma waaronder het ontwikkelen van een promotiefilmpje i.s.m. de andere SISoscholen en de bedenker van het onderwijsconcept Leo Pagels. De Vreedzame School Na een succesvolle invoering starten we dit jaar met de borging van de Vreedzame School. Aan de hand van een borgingsdocument en klasbezoeken zorgen we ervoor dat de kwaliteit en doorgaande lijn bewaakt worden. Er worden in september 5 nieuwe mediatoren opgeleid en we zijn voornemens ons komend jaar meer te gaan richten op de Vreedzame Wijk onder andere door actieve deelname aan de Vreedzame Kinderwijkraad. Johannes Academie De afgelopen schooljaar uitgestelde scholing van het team zal komend jaar plaatsvinden. Op 16 oktober is de eerste scholing waarin het team zich zal richten op wat het betekent om bovenpresteerders/ cognitief getalenteerde leerlingen in je groep te hebben en hoe je deze het beste kunt ‘bedienen’. Ook onderwerpen als signalering van begaafdheid en onderpresteren zal aan de orde komen. ICT Ook komend jaar zal ICT-ontwikkeling onze aandacht hebben. Het vergroten van leerkrachten leerlingvaardigheden staan voorop. Daarnaast richten wij ons op het aanleren van ‘gepast’ ICT-gedrag bij de leerlingen, met name in de sociale media.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
15
4.3
Uitstroomgegevens en inspectie
De uitstroomgegevens van de afgelopen jaren: Uitstroom VO schooltype Speciaal VO Praktijkonderwijs Kopklas VMBO B/K VMBO T / HAVO HAVO / VWO
20102011 0 0 0 14 (64%) 2 (9%) 6 (27%)
20112012 0 1 (4%) 0 9 (43%) 8 (38%) 2 (11%)
20122013 2 (8%) 1 (4%) 0 8 (33%) 9 (38%) 4 (17%)
20132014 0 1 (6%) 1 (6%) 9 (49%) 5 (26%) 2 (13%)
De resultaten nader bekeken Hieronder ziet u een overzicht van de resultaten van de Cito-eindtoets van de laatste drie jaar. In de beoordeling is rekening gehouden met specifieke schoolkenmerken (de leerlingpopulatie). Vanaf het schooljaar 2011-2012 geldt een nieuwe manier om de resultaten van de eindtoets te beoordelen. De scores van het schooljaar 2010-2011 zijn daarom niet zonder meer te vergelijken met de scores van de daaropvolgende schooljaren. schooljaar
schoolscore
2013-2014 2012-2013 2011-2012
529.6 535.3 530.4
beoordeling volgens de norm van de Inspectie van het Onderwijs Voldoende Voldoende Voldoende
landelijk gemiddelde 530.1 530.5 530.5
Inspectie Op 19 juni 2014 heeft de onderwijsinspectie een (regulier) onderzoek ingesteld naar de kwaliteit van het onderwijs op de Johannesschool. De school heeft een ruim voldoende beoordeling gekregen. Het verslag is terug te vinden op onze website: www.ksu-utrecht.nl Tevredenheidsonderzoek Wij werken systematisch aan kwaliteit om ervoor te zorgen dat de kwaliteit binnen onze school van voldoende niveau is en blijft.. Wij stellen ons hierbij steeds de vragen: - Doen wij de goede dingen goed? - Vinden anderen dat ook? - En zien we dat terug in de resultaten? Omdat de kinderen en ouders hierin een zeer belangrijke rol vervullen, zullen wij u periodiek om uw mening vragen. Wiji doen dit aan de hand van een digitale vragenlijst die u per e-mail ontvangen dan wel op school in kunt vullen. Ook de leerkrachten krijgen een vragenlijst. Uitkomst tevrendenheidsenquete mei 2014: Ouders en leerkrachten geven aan graag meer rust en orde te willen bereiken om zo de resultaten van de leerlingen positief te beïnvloeden. Ook is er de gezamenlijke wens om de omgang tussen de kinderen nog verder te verbeteren. De ouders geven aan meer informatie te willen ontvangen over de vorderingen van hun kind(eren). Hier geven wij gehoor aan door komend schooljaar een extra ronde oudergesprekken in te plannen (in november). De leerkrachten geven aan graag meer van en met elkaar te willen leren. Hieraan zal tegemoet worden gekomen tijdens de ingeplande studiedagen (de leerlingen zijn dan vrij).
Schoolgids Johannesschool juli 2014
16
De leerlingen van de bovenbouw geven aan tevreden te zijn over hun leerkrachten. Zij vinden dat de leerkrachten goed kunnen uitleggen en ook goed luisteren naar de kinderen. De leerlingen geven aan graag beter te willen weten wat ze al wel en nog niet goed kunnen. Daarnaast geven ze aan dat ze beter naar hun leerkracht zouden kunnen luisteren. Met beide punten gaan wij aan de slag. Als laatste valt positief op dat de kinderen veel lessen leuk vinden en graag naar school komen!
Schoolgids Johannesschool juli 2014
17
5 5.1
DE ORGANISATIE
De organisatie van de school
5.1.1 Groepering De Johannesschool kent acht jaargroepen. De school heeft bewust voor gekozen om alleen de groepen 1-2 te combineren. In deze groepen wordt namelijk de sociaal-emotionele basis gelegd, die van belang is voor het verdere leerproces. Kinderen leren veel van elkaar. Door goed overweg te kunnen met medeleerlingen die wat jonger of ouder zijn, krijgen zij ook meer vertrouwen in zichzelf. In groep 2 wordt gestart met voorbereidende lees-, schrijf- en rekenoefeningen. Via observaties wordt de ontwikkeling van de leerlingen goed in de gaten gehouden. De school kent vier groepen 1-2. Vanaf groep 3 maakt de school gebruik van jaargroepen. Indien het vanwege het leerlingenaantal noodzakelijk is om meerdere jaargroepen te combineren, zal er gezocht worden naar een aangepaste manier van werken om, net als bij de kleuters, de kinderen veel van elkaar te laten leren. 5.1.2 Groepsgrootte De maximale groepsgrootte is niet alleen afhankelijk van het aantal leerlingen maar ook van het aantal leerlingen met speciale onderwijsbehoeften in een groep. Het aantal reeds aanwezige leerlingen met specifieke behoeften speelt hierin een rol. Bij tussentijdse aanname van nieuwe leerlingen bekijken de intern begeleider, de desbetreffende groepsleerkracht en de schoolleiding of er ruimte is in de bestaande groep voor deze leerling. De school wil de onderwijskwaliteit blijven waarborgen en dat betekent dat er in sommige groepen geen nieuwe kinderen worden aangenomen. De grootte van de groepen varieerde in het schooljaar 2013-2014 tussen de 20 en 28 leerlingen. 5.1.3 Organisatie van de aangeboden leerstof Het Effectief Instructie Circuit (EI-Circuit) en het gebruik van het planbord zijn belangrijke werkvormen op de Johannesschool. De leerlingen worden tijdens dit zelfstandig werken gestimuleerd zelf initiatieven te nemen. Zij kunnen tijdens het zelfstandig werken met andere kinderen samenwerken en krijgen de mogelijkheid om het gemaakte werk zelf te controleren. Door het gebruik van het planbord en het EI-Circuit willen we realiseren dat de leerkracht tijd krijgt om extra aandacht te besteden aan kinderen die dat nodig hebben of om te observeren en kinderen individueel te toetsen. Door deze werkvormen is het ook mogelijk het onderwijs aan te passen aan het individuele kind. Kinderen worden op deze manier tevens gestimuleerd taakgericht en geconcentreerd bezig te zijn. In de groep groeit zo een werkstructuur, waarin de kinderen zelfstandig bezig zijn om zelf of met anderen problemen op te lossen. Met zelfstandig werken stimuleren we de taal/denkontwikkeling van kinderen en leveren we een bijdrage aan de sociale vorming. Het EI-circuit en het planbord dragen bij aan ons doel om leerlingen te stimuleren zich te ontwikkelen tot zelfredzame burgers! De organisatie van de zorg voor kinderen met een individuele behoefte wordt beschreven in hoofdstuk 6 paragraaf 3.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
18
5.1.4 De voorschool Aan de Johannesschool is een voorschool verbonden. De voorschool is met name bedoeld voor peuters die extra aandacht voor de Nederlandse taal nodig hebben, zodat het kind, als het vier wordt, een goede start kan maken op de basisschool. Kinderen vanaf tweeënhalf jaar zijn twee dagdelen in de week welkom op de voorschool. De peuter leert spelen en plezier hebben met andere kinderen en de leerkracht. Speelgoed samen delen en wachten op je beurt, opruimen wat je hebt gepakt en andere kleine taken maken ook onderdeel uit van de voorschool. Daarnaast leren ze zingen, luisteren, knippen, plakken, verven en nog heel veel andere leerzame en leuke dingen. De voorscholen worden geleid door gediplomeerd personeel. Er zijn altijd twee leidsters aanwezig. De leidsters werken met een speciaal programma voor de peuters, Puk & Ko. Dit (taal)programma sluit naadloos aan op het programma van de groepen 1 en 2, Ik & Ko van de Johannesschool. Er is dus een doorgaande lijn van voorschool naar basisschool. Ook is er veel overleg tussen de leidsters en de leerkrachten. De organisatie en uitvoering van de voorschool is in handen van de Wijkwelzijnsorganisatie Wijk&Co (www.wijkenco.nl) 5.2
De samenstelling van het team
Wie werken er in de school? De schoolleider van de Johannesschool is direct verantwoordelijk voor de Johannesschool en het eerste aanspreekpunt voor ouders en teamleden. De schoolleider legt verantwoording af aan de clusterdirecteur. Deze heeft de algemene leiding over meerdere scholen van de Katholieke Scholenstichting Utrecht. We onderscheiden binnen de school twee “bouwen”. • De onderbouw: de groepen 1 t/m 4 • De bovenbouw: de groepen 5 t/m 8 Per bouw is er een coördinator: de bouwcoördinator. Hij/zij bereidt en zit de bouwvergaderingen voor en is aanspreekpunt voor de leerkrachten uit de betreffende bouw. De bouwcoördinatoren hebben regelmatig overleg met de intern begeleider en de schoolleider en zijn betrokken bij beleidsvoorbereidende en uitvoerende taken. Indien de schoolleider afwezig is, zijn zij het eerste aanspreekpunt op school. De taak van de intern begeleider bestaat uit het coördineren van alle zaken rond de leerlingbegeleiding in de school en het begeleiden van het personeel in hun uitvoerende taak naar de leerlingen. De intern begeleider heeft daarnaast ook een richtinggevende taak binnen de onderwijsverbetering. De remedial teacher gaat individueel of in kleine groepjes met leerlingen aan de slag met specifieke leerstofonderdelen. (Zie paragraaf 4.3 De zorg voor kinderen met specifieke behoeften.) De Onderwijsassistent biedt ondersteuning in verschillende groepen.
Een overzicht van de personen die deze functies vervullen vindt u in Hoofdstuk 10 Namenoverzicht. Alleen met liefde kan iets groeien
Schoolgids Johannesschool juli 2014
19
5.3
(Les-)activiteiten
5.3.1 Activiteiten in de onderbouw Spelen is de natuurlijke manier van leren van een kind en van groot belang voor de sociaalemotionele ontwikkeling. Daarom zijn de activiteiten in groep 1-2 op het spelend leren gericht. Uitgaande van het spel van de kinderen begeleiden en leiden we de kleuters. Dit spelen is ook gebonden aan regels, afspraken en opdrachten. We zetten ook de compunters, Ipads en het digibord in om de kinderen uit te dagen en zich te laten ontwikkelen. De dagen verlopen volgens een vast ritme. De ochtend en de middag wordt begonnen in de kring. In de kring worden allerlei activiteiten gedaan zoals vrij vertellen, voorlezen, aanleren van versjes en liedjes, voorbereidende reken- en taalspelletjes en nieuwe technieken voor werklessen. Na de kring gaan de kinderen naar de speelzaal, buitenspelen of werken in groepen. Tijdens het werken kunnen de kinderen: - ontwikkelingsmateriaal uit de kasten kiezen of - werken in de verschillende hoeken (huishoek, bouwhoek, lees- en schrijfhoek enz.) of - meedoen met opdrachten die door de leerkracht worden aangeboden. Niet altijd mogen de kinderen vrij kiezen; de leerkracht kan ook een beperking in de keuzemogelijkheden aangeven of een gerichte opdracht geven. De kinderen van groep 2 krijgen ook opdrachten ter voorbereiding op groep 3. Het werken in de groepen 1 en 2 is gekoppeld aan verschillende thema’s. Er zijn de jaarlijks terugkerende thema’s zoals Sinterklaas, Kerst, Pasen en de jaargetijden. Verder wordt er gewerkt met thema’s die aansluiten bij de belevingswereld van het kind zoals dieren, voeding en feesten. Als hulpmiddel bij deze thema’s gebruiken wij speciale taalprogramma’s als Ik & Ko en Met Woorden In De Weer en ander beeldend materiaal. Bewegingsonderwijs Elke ochtend en middag krijgen de kinderen van de groepen 1 en 2 bewegingsonderwijs. Dit kan buiten zijn of in de speelzaal. Voor de lessen in de speelzaal hebben de kinderen gymkleding nodig, zoals een T-shirt met een sportbroekje of een gympakje en gymschoenen met klittenband. De spullen moeten worden voorzien van de naam van het kind. 5.3.2 Basisvaardigheden (lezen, taal en rekenen) Voor het “aanvankelijk” (beginnend) technisch lezen gebruiken we de methode “Leeslijn”. Met deze methode proberen we de verschillende groepen kinderen naar behoefte aanwijzingen, hulp en steun te geven, zodat ze op eigen wijze en in hun eigen tempo een voor hen optimale leesvaardigheid kunnen realiseren. Het onderwijsleerpakket valt uiteen in twee leerlijnen: • het Leespad voor kinderen die merendeels (uit zich)zelf leren lezen. De leerkracht ondersteunt dit proces; • de Leesweg, een gestructureerde leergang voor kinderen die leesinstructie behoeven. De methode biedt mogelijkheden om te werken met kinderen van heel verschillende niveaus en geeft veel mogelijkheden om de zelfstandigheid van kinderen te bevorderen bij het leren. (Zelfstandig werken, zie 3.1.) In de groepen 4 tot en met 8 gebruiken we ook de methode “Leeslijn”. De kinderen lezen een aantal keer per week in niveaugroepen. Voor de overige taalactiviteiten wordt in deze groepen ook de methode “Taal Actief” gebruikt. In deze methode wordt aandacht geschonken aan spreken, luisteren, creatief en zakelijk stellen en taalbeschouwing.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
20
Voor begrijpend lezen krijgen de kinderen les vanuit de methode ‘Goed Gelezen’. Daarnaast wordt er in de bovenbouw gewerkt met ‘Nieuwsbegrip’. Deze methode wordt ook ingezet op de Brede School Academie in Overvecht. Deze academie is bestemd voor kinderen uit de bovenbouw die met extra onderwijstijd (buiten schooltijd) meer kans hebben om in een hoger type voortgezet onderwijs te komen. ‘Met Woorden in de Weer’ is de methode voor de groepen 1 t/m 8 die zich richt op woordenschatuitbreiding. In groepen 7 en 8 krijgen de kinderen Engels. De methode ‘Hello World’ wordt daarbij gevolgd. In de groepen 3 tot en met 8 werken we met de schrijfmethode Novoscript. Het schrijfonderwijs wordt in de groepen 1-2 voorbereid met de methode Schrijfatelier. Om de woorden goed te spellen maken we gebruik van de methode “Taal Actief Spelling” in de groepen 4 t/m 8. Elke twee weken worden nieuwe spellingsafspraken geoefend. Door middel van een dictee worden die getoetst. Twee keer per jaar wordt gekeken of de kinderen alle aangeboden spellingsafspraken hebben onthouden door middel controledictees. De rekenmethode heet ‘Wereld in Getallen’ (nieuwste versie). Deze methode hebben we afgelopen jaar zorgvuldig ingevoerd. Deze methode werkt volgens de dakpanconstructie: oriëntatie, begripsvorming, oefenen en automatiseren. Er is een weektaak voor zelfstandig werken en differentiatie op drie niveaus. De Wereld in Getallen sluit goed aan bij de SISowerkwijze. 5.3.3 Wereldoriënterende vakken In de groepen 3 tot en met 8 werken we met de volgende methodes voor wereldoriëntatie: ‘Hier en daar’ : aardrijkskunde groep 3 t/m 8 ‘Bij de tijd’ : geschiedenis groep 3 t/m 8 ‘In vogelvlucht’ : natuuronderwijs groep 3 t/m 8 ‘Binnenste Buiten’ : techniekonderwijs groep 3 t/m 8
De kinderen leren hun woonomgeving, Nederland, Europa en de werelddelen kennen en zij leren over hun eigen geschiedenis en over de geschiedenis van ons land en de wereld. In tegenstelling tot vroeger gaat het nu niet om feitenkennis en het leren van bijvoorbeeld jaartallen, maar meer om het leren opzoeken van informatie: het gebruiken van een atlas en boeken uit de bibliotheek, het documentatiecentrum of internet. Ze leren deze informatie te ordenen, samen te vatten en in de juiste tijd te plaatsen. We proberen de kinderen inzicht te laten krijgen in het hoe en waarom van geschiedenis, aardrijkskunde en natuurkennis. In de groepen 1/2 gebeurt dit aan de hand van thema’s en bezoeken aan bijvoorbeeld de kinderboerderij. Naast deze methodes maken wij ook gebruik van de methode Topondernemers, programma’s van de Nederlandse Onderwijs Televisie en de lessen en leskisten van de dienst Natuur en Milieu Educatie van de gemeente Utrecht. Naast bovengenoemde vakken en vormingsgebieden geven we ook verkeersles. Hierover later meer. Maatschappelijke onderwerpen komen ook voor in onze methodes. Daarnaast volgen de kinderen van de groepen 7 en 8 iedere week het school-tv weekjournaal, een actualiteitenprogramma met achtergronden over het nieuws van die week. Kennis van de verschillende geestelijke stromingen draagt bij aan het ontwikkelen van normen en waarden bij kinderen en het besef dat onze maatschappij een multicultureel karakter heeft. De kinderen maken daarom kennis met het christendom, islam, hindoeïsme, boeddhisme, Jodendom en humanisme. Er is niets mis met je eigen weg kiezen, zolang je maar niet verdwaalt. Schoolgids Johannesschool juli 2014
21
5.3.4 Catechese De missie en uitgangspunten vermeld in hoofdstuk 2 zijn de basis van ons catechese onderwijs. Catechese is opgenomen in het activiteitenplan. Hiervoor gebruiken wij de methode Trefwoord. Hierin komen Bijbelse thema’s en sociale thema’s naast elkaar voor die aansluiten bij de sociaal-emotionele opvoeding. 5.3.5 Sociaal-emotionele ontwikkeling De Johannesschool vindt het belangrijk dat de school een leefklimaat kent waar kinderen zich geborgen en veilig voelen in een plezierige en vertrouwelijke sfeer. Dat uw kind zich “thuis” voelt op school, is een voorwaarde om optimaal te kunnen groeien in alle opzichten. Het team van de Johannesschool biedt uw kind deze gelegenheid. Wij maken gebruik van de methode ‘De Vreedzame School’. In de klas als leefgemeenschap voelen de kinderen zich gezien en gehoord. Ze hebben een stem en leren wat het betekent om een ‘democratisch burger’ te zijn: openstaan voor en kunnen overbruggen van verschillen tussen mensen, conflicten vreedzaam oplossen, een bijdrage leveren aan het algemeen belang en actief verantwoordelijk willen zijn voor de gemeenschap. Kinderen ervaren dat het uitmaakt dat ze er zijn en dat ze er toe doen. Het SISo-concept waar de Johannesschool mee werkt, sluit goed aan op de vaardigheden die kinderen leren bij De Vreedzame School. Dankzij het SISo-onderwijs kunnen kinderen sociale vaardigheden verder ontwikkelen en in de praktijk toepassen. Ook tijdens andere lessen wordt er aandacht besteed aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind. Zo neemt in principe groep 7 deel aan het project “Kom op voor jezelf”. Dit project leert kinderen om te gaan met allerlei situaties, waarin ze weerbaar moeten zijn. Het is een samenwerkingsproject van de GG en GD Utrecht, Dienst voor Sport en Recreatie en Dienst Onderwijs van de gemeente Utrecht. Daarnaast kan besloten worden om een zogenaamde Kanjertraining in een groep aan te bieden. Dit gebeurt vaak in groepen waar bovenstaande beschreven sociaal-emotionele methodes een aanvulling verdienen. Verschillende teamleden zijn opgeleid om deze training te verzorgen. Tijdens deze training leert een kind zijn/haar eigen rol in de groep te herkennen en weet hij/zij wat voor invloed dit kan hebben op zichzelf en op de groep. 5.3.6 Burgerschap Openheid naar en betrokken zijn bij de multiculturele samenleving zijn vaardigheden die we uw kind graag willen leren. De Johannesschool staat midden in de samenleving en zorgt actief voor contact met die samenleving. Dit doen we op een manier waardoor de kinderen leren omgaan met verscheidenheid op het gebied van godsdienst, etniciteit en cultuur, opvattingen, leefwijzen- en gewoonten. De Johannes heeft als Vreedzame School een structureel aanbod in de lessen wereldverkenning en sociaal-emotionele vorming, dat zich richt op het aanleren van competenties die bijdragen aan betrokkenheid bij anderen en aan betrokkenheid bij en deelname aan de samenleving. De school bevordert tevens de actieve deelname van leerlingen aan de samenleving. De school verzorgt daarnaast lessen over de democratische rechtsstaat. Hoe is het om als burger in een democratie te wonen? Ook wordt aandacht besteed aan de hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting. De Johannesschool biedt een leer- werkomgeving waarin burgerschap en integratie zichtbaar en herkenbaar zijn en in de praktijk worden gebracht.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
22
5.3.7 Expressieactiviteiten Onder expressieactiviteiten verstaan we handvaardigheid, tekenen, muziek en drama. Met handvaardigheid werken de groepen aan onderwerpen die aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen bijvoorbeeld seizoenen, Kerst, Pasen en andere projecten. We werken met verschillende materialen om de creativiteit te ontwikkelen. De kinderen werken in hun eigen groep of in gemengde groepen. Bij muziek gaat het om de wijze waarop kinderen muziek ervaren en beleven en waarop ze er mee bezig zijn. Dit kan zijn het beluisteren van muziek, zelf zingen en het bewegen op muziek. Hierbij gebruiken wij liedjes uit allerlei liedboeken. Leerkrachten gebruiken als hulpmiddel bij deze lessen de methode ‘Moet je doen’. Ook drama komt regelmatig aan de orde; in de kring, tijdens de taallessen, voorbereiding op vieringen en ook als aparte les. De school maakt gebruik van projecten van het Utrechts Centrum voor de Kunsten (zie p.21). Deze projecten ondersteunen allerlei expressieactiviteiten in de school. Alle groepen doen minimaal één keer per jaar mee met een dergelijk project. De kinderen zijn hier altijd erg enthousiast over! Activiteiten van De Verlengde Schooldag (zie p.21) worden ook regelmatig onder schooltijd aan de gehele groep aangeboden. Bijvoorbeeld judo onder de gymles of zangles tijdens de muziekles. Deze lessen worden verzorgd door docenten uit de wijk. Enthousiaste kinderen kunnen ook na schooltijd tegen een kleine vergoeding aan lessen meedoen. 5.3.8 Bewegingsonderwijs Lessen bewegingsonderwijs, ook wel gymlessen genoemd, zijn heel belangrijk voor uw kind. Niet alleen is bewegen gezond, het bevordert ook nog eens de cognitieve ontwikkeling van een kind. De groepen 3 t/m 8 hebben twee keer per week bewegingsonderwijs. Hiervoor maken ze gebruik van de gymzaal aan de Beiroetdreef. Tijdens de gymlessen is het dragen van sportkleding en sportschoenen verplicht. ’s Zomers, indien het weer het toelaat, wordt er gesport op de speelplaats of de velden achter de school. De gymlessen bestaan afwisselend uit spellessen en toestellessen. De meeste lessen worden gegeven door onze vakleerkracht. De gymlessen zijn voor onze school samen met de Stichting Leerplan Ontwikkeling ontwikkeld. Hiervoor hebben wij gebruik gemaakt van het “Bronnenboek” van de Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO). 5.3.9 Verkeerseducatie De Johannesschool heeft in 2011 het Utrechts Verkeersveiligheidslabel (UVL) behaald. Afgelopen schooljaar is heeft er een herkeuring plaatsgevonden en weer bleek de Johannesschool aan alle eisen te voldoen en is het label opnieuw voor drie jaar toegekend! Het label is een kwaliteitskeurmerk voor scholen. Scholen die in het bezit zijn van het UVL laten zien dat zij verkeersveiligheid een vaste plaats geven in hun schoolbeleid. En dat is natuurlijk een geruststellende gedachte.
Onze kinderen bewegen zich elke schooldag in het verkeer; te voet, op de fiets, soms met de auto of het openbaar vervoer. Helaas niet zonder gevaar. Kinderen vormen een kwetsbare groep in het verkeer. Riskant verkeersgedrag in combinatie met een gebrek aan kennis en ervaring bij de kinderen zijn de belangrijkste oorzaken van vele verkeersongelukken. Kinderen kunnen zich niet vroeg genoeg bewust zijn van de gevaren in het verkeer. De Johannesschool vindt het daarom van belang dat niet alleen thuis, maar ook op school aandacht aan verkeer wordt gegeven. Dit doen wij met behulp van de verkeerskrant ‘Op voeten en fietsen’. Tijdens deze lessen behandelen we niet alleen de theorie, maar wordt er ook in de praktijk geoefend.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
23
Zoals op de meeste basisscholen doen de leerlingen van groep 8 mee aan het verkeersexamen. Dit examen bestaat uit twee testen, namelijk een praktijk- en een theorietest. Deze testen vinden meestal plaats in de maand april. Bij de praktijktest fietsen de leerlingen een route van ongeveer 5 kilometer. Deze route bevindt zich in de wijk Kanaleneiland, bij de verkeerstuinen. Daarna volgt een theorietest Deze test vindt plaats in de klas en op aan andere dag dan de praktijktest. Als de leerlingen voor beide testen slagen, krijgen zij via school het 3VO verkeersdiploma uitgereikt! 5.3.10 Huiswerk en thuis oefenen De kinderen van groep 6, 7 en 8 krijgen huiswerk. In groep 6 zien wij het geven van huiswerk vooral als kennismaking. De kinderen leren zodoende het plannen van huiswerk, ze leren omgaan met een agenda en wennen aan het thuis maken en leren van schoolwerk. Het huiswerk wordt niet wekelijks opgegeven, maar wel geregeld. In groep 7 en 8 krijgen de kinderen elke week huiswerk mee. De kinderen moeten vanaf groep 8 beschikken over een agenda waar ze het huiswerk in noteren en plannen wanneer ze wat gaan maken. Er wordt in principe geen extra werk mee naar huis gegeven aan individuele leerlingen. Thuis oefenen kan altijd, ongeacht in welke groep uw kind zit. Veel lezen met plezier en allerlei (gezellige) activiteiten zoals bijvoorbeeld puzzels of knutselen zijn een goede ondersteuning in de ontwikkeling. Andere oefeningen voor thuis vindt u op onze website (www.ksu-johannes.nl, inlogcode op aanvraag).
Hoe wij naar onze kinderen luisteren is bepalend voor de vraag hoe zij naar anderen zullen luisteren!
Schoolgids Johannesschool juli 2014
24
5.4
Vieringen en andere activiteiten
Kinderboekenweek Lezen is niet alleen heel goed voor een kind, maar het moet vooral heel leuk zijn. Door middel van de Kinderboekenweek wordt het lezen tien dagen lang extra onder de aandacht gebracht bij de kinderen. Tijdens deze dagen worden allerlei activiteiten in de school georganiseerd rondom een bepaald thema. Het thema sluit aan bij het landelijke thema. Voor sommige activiteiten worden de ouders ook uitgenodigd. Sinterklaas Op of vlak voor 5 december komt Sinterklaas op bezoek bij de voorschool en de Johannesschool. Vanaf het moment dat Sinterklaas in het land is, wordt er, zeker in de onder- en middenbouw, veel aandacht besteed aan het feest. Het daadwerkelijke bezoek begint met een gezamenlijke ontvangst van de Sint en zijn pieten. Ouders en kleine broertjes of zusjes zijn daarbij ook welkom. Daarna brengt de Sint een bezoek aan de groepen 1 t/m 4. De kinderen zingen voor hem, vertellen een verhaal of laten een dansje zien. Alle kinderen ontvangen een cadeautje van de Sint. De kinderen van de groepen 5 t/m 8 vieren het Sinterklaasfeest op een andere manier. Zij trekken lootjes in de groep en krijgen van school een klein bedrag waarvan zij een cadeautje kopen. Daarnaast wordt er thuis een surprise en gedicht gemaakt. Meestal is hulp van een ouder daarbij wel gewenst. Tijdens het feest worden de surprises bewonderd, de gedichten voorgelezen en cadeautjes uitgepakt. Aan het eind van de ochtend zal Sinterklaas nog wel een kort bezoekje brengen en de kinderen kort toespreken. Kerstfeest Het Kerstfeest, het geboortefeest van Jezus, viert de Johannesschool op de donderdagavond in de week voor de Kerstvakantie. De kinderen komen ’s avonds in het donker en in feestkleding op school en genieten van een maaltijd in de eigen groep. Het Kerstfeest is ook een gezellig feest: de kerstboom is opgetuigd en de kaarsjes branden. Na de maaltijd wordt het Kerstverhaal verteld. Ook ouders zijn harte welkom. Er wordt altijd iets gezelligs georganiseerd. De verdere invulling van de Kerstviering kan per jaar uiteenlopen. In de nieuwsbrief vindt u hierover meer informatie. In de weken voor het Kerstfeest wordt in alle groepen stilgestaan bij het komende feest. De Adventsweken worden gevolgd. Carnaval Ook het Katholieke feest Carnaval wordt in onze school gevierd. Alle kinderen mogen die dag verkleed op school komen. Ook de leerkrachten zien er die dag helemaal anders uit. Het verkleden is al een feest op zich. Daarnaast worden er ook de hele dag spelletjes met elkaar gedaan en vinden er andere leuke activiteiten plaats. Een voorbeeld van deze activiteiten is de talentenjacht. Pasen Het Paasfeest, het feest waarmee we de opstanding van Jezus herdenken, vieren we op Johannesschool op Witte Donderdag. Dat is de donderdag voor Pasen. De invulling van dit feest verschilt per jaar. Jubileumweek De Johannesschool bestaat dit schooljaar 45 jaar en dat gaan we vieren met een speciale Jubileumweek. Eén van de festiviteiten zal een onvergetelijke schoolreis zijn met alle kinderen!
Schoolgids Johannesschool juli 2014
25
Schoolkamp groep 8 We vinden het heel belangrijk om op een gezellige manier afscheid te nemen van de leerlingen die onze school (vaak na acht jaar!) gaan verlaten. Ook voor de leerlingen zelf vinden wij het belangrijk dat zij hun basisschooljaren op een leuke manier af kunnen sluiten. Wij gaan drie dagen naar een accommodatie in een bosrijke omgeving, op de fiets. De nadruk ligt op sportieve activiteiten. Afscheid groep 8 Aan het einde van het schooljaar is er een groots afscheidsfeest op school. De kinderen treden op voor ouders en genodigden in een spetterende musical. Na afloop kunnen de ouders en de kinderen van groep 8 afscheid nemen van elkaar en alle leerkrachten. Sportdag groep 3 t/m 8 De sportdag vindt plaats op de atletiekbaan Vechtse Banen. Tijdens deze dag komen de kinderen in aanraking met allerlei atletiekonderdelen: verspringen, hoogspringen, kogelstoten, sprint, balwerpen en lange afstandlopen. De kinderen krijgen een diploma waarop hun prestaties vermeld staan. Johannes voetbaltoernooi Elk jaar organiseren we rondom de school een voetbaltoernooi voor de kinderen van de groepen 3 tot en met 8. Uit de groepen 3-4, 5-6 en 7-8 worden gemengde teams samengesteld, die onderling een aantal wedstrijden spelen. We hebben ervoor gekozen om niet met het stedelijk voetbaltoernooi mee te doen, maar een eigen toernooi te houden. De reden hiervoor is dat er veel meer kinderen mee kunnen doen. Daarnaast is de sfeer sportiever en gezelliger. Ieder jaar besteden wij zo mogelijk ook aandacht aan het suiker- en het offerfeest. BOVENSTAANDE VIERINGEN WORDEN MOGELIJK GEMAAKT DOOR DE (VRIJWILLIGE) OUDERBIJDRAGE!
Verjaardagen van kinderen Kinderen kijken er al lang naar uit: de eigen verjaardag! Het is altijd een feest om jarig te zijn en daarom besteden we op school er ook veel aandacht aan. De verjaardag van een kind wordt in de eigen groep gevierd. De jarige wordt door de groep toegezongen en hij/zij mag trakteren. In de onderbouw ontvangen de kinderen een verjaardagsmuts en in alle groepen wordt op het bord aandacht besteed aan de jarige. De Johannesschool vindt dat zij samen met de ouders verantwoordelijk is voor een gezond eetpatroon. Daarom verwachten we dat kinderen een gezonde traktatie uitdelen. Ervaring leert ons dat kinderen ook bij gezonde traktaties de vingers aflikken. In samenspraak met ouders is er een lijst opgesteld met traktaties waaruit gekozen mag worden. Traktaties die niet op de lijst staan, worden mee teruggegeven. U vindt de lijst met gezonde traktaties in de bijlagen.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
26
Bibliotheek De openbare bibliotheek bij winkelcentrum “Overvecht” verzorgt activiteiten rondom bepaalde thema’s, boeken of schrijvers. Het team maakt uit dit aanbod voor iedere groep een keuze en schrijft hierop in. Het is mogelijk dat er voorafgaande aan of aansluitend op het bezoek aan deze bibliotheek nog activiteiten in de groep gedaan worden. Ook ontvangen de groepen geregeld themakisten van de bibliotheek. Deze kisten zitten boordevol prachtige, uitdagende boeken en lessuggesties voor de leerkracht. Op deze manier brengen we niet alleen een thema tot leven maar wordt ook het lezen gestimuleerd. Sponsorloop Ieder jaar wordt er door de school een sponsorloop georganiseerd waar alle groepen aan mee doen. De helft van de opbrengst is voor de school en wordt gebruikt voor kamp en schoolreis en de andere helft gaat naar een goed doel. Utrechts Centrum voor de Kunsten Deze gemeentelijke organisatie bevordert de Kunstzinnig Vorming bij kinderen door aan de Utrechts basisscholen kunstprojecten aan te bieden. De Johannesschool maakt graag gebruik van deze projecten. Aan het begin van elk schooljaar maakt het team een keuze uit diverse projecten als stimulans voor het creatieve onderwijs. Naast deze projecten neemt de gehele school deel aan het “Utrechts Museumproject” waarbij iedere groep een Utrechts Museum beter leert kennen. Ook zullen een aantal groepen zich in kunnen schrijven voor het bezoeken van (beeldende) kunsttentoonstellingen, theater-, muziek en dansvoorstellingen. Natuur en Milieu Centrum (NMC) Het Natuur en Milieu Centrum van de Dienst Stadsbeheer Utrecht heeft elk jaar een aantrekkelijk aanbod van lessen om kinderen meer te leren over de natuur. Het schoolteam maakt een keuze uit het uitgebreide aanbod. Er kan gekozen worden uit diverse leskisten en thema’s. Ook is het mogelijk om in schooltuintjes je eigen groenten te verbouwen of een boerderij te bezoeken. Verlengde Schooldag (VSD) De Johannesschool is er trots op dat ze de kinderen een prachtig programma kunnen aanbieden na en soms ook onder schooltijd bijvoorbeeld tijdens gym. Dat heet de Verlengde Schooldag (VSD). In samenwerking met de Brede School Overvecht kunnen kinderen deelnemen aan verschillende cursussen, zoals blokfluitles, circusles, judoles of kooklessen. Ook voor ouders zijn we afgelopen schooljaar gestart met een aantal cursussen zoals naailes. De lessen worden gegeven door externe deskundigen. Het aanbod varieert per schooljaar. U wordt op de hoogte gebracht via de nieuwsbrief Ge-Johannes.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
27
6
DE AANNAME EN ONDERSTEUNING VAN KINDEREN 6.1
De opvang van nieuwe leerlingen in de school
6.1.1 Aanmelding Wij begrijpen dat het kiezen van een goed passende school voor uw kind moeilijk is. U wilt goed geïnformeerd zijn, maar waar haalt u de informatie vandaan? Hiervoor zijn diverse mogelijkheden: • informatie inwinnen bij de voorschool, peuterspeelzaal en/of het kinderdagverblijf van uw kind; • de schoolgids van de Johannesschool opvragen; • op de website van de school kijken (www.ksu-johannes.nl); • op de website kijken van de Inspectie van het Onderwijs (www.onderwijsinspectie.nl); • informeren bij ouders die al kinderen op de Johannesschool hebben; • een afspraak maken voor een persoonlijk gesprek met de schoolleider/ bouwcoördinator. U bent van harte welkom om (samen met uw kind) op school langs te komen voor een gesprek. In dit gesprek krijgt u de mogelijkheid om vragen te stellen en zal de schoolleider/ bouwcoördinator vertellen over de mogelijkheden van de Johannesschool. Ook krijgt u een rondleiding door de school. Als u onder schooltijd langs komt, krijgt u het beste beeld van het onderwijs op de Johannesschool. Als u voor de Johannesschool kiest, kan het aanmeldformulier worden ingevuld. Dit wordt samen met u gedaan. Plaatsing op school is afhankelijk van het aantal beschikbare plaatsen en de ondersteuning die uw kind nodig heeft. De schoolleider is verantwoordelijk voor de plaatsing van uw kind in een groep. Zij doet dit in overleg met de leerkrachten en intern begeleider. U wordt hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte gebracht. Wij verwachten van ouders die voor onze school kiezen dat ze onze uitgangspunten waarderen, de doelstellingen onderschrijven en zich inzetten voor de kinderen en de school. Het aanmeldformulier moet door beide ouder(s)/ verzorger(s) ondertekend worden, ook een kopie van de zorgpas/ paspoort/indentiteitskaart moet worden ingeleverd. De aanmelding wordt pas omgezet in een inschrijving wanneer aan bovenstaande voorwaarden is voldaan en de aanmelding is goedgekeurd door de schoolleider. (Zie bijlage 8 ‘Voorgenomen aanmeldings- toelatings- en plaatsingsbeleid’.) 6.1.2 Plaatsing van een vierjarig kind Zes weken voordat uw kind vier jaar wordt, krijgt het een uitnodiging om te komen wennen. De wenperiode begint 4 weken voor de 4e verjaardag van het kind. De leerkracht neemt contact met u op en maakt afspraken voor maximaal 10 dagdelen om te wennen. Bij de eerste keer wennen wordt de kennismakingsenvelop gegeven met daarin: - het welkomstboekje; - de jaarkalender; - de telefoonlijst van de groep; - een ouderbijdrageformulier; - het ouderinformatieformulier; - het ouderhulpformulier;
Schoolgids Johannesschool juli 2014
28
-
het intakeformulier
Tijdens de wenperiode heeft de leerkracht een gesprek met de ouders/verzorgers over de voorschoolse periode van het kind. Als uw kind ongeveer zes weken op school is, komt de leerkracht bij u thuis voor een huisbezoek. Tijdens dit huisbezoek is het de bedoeling dat de leerkracht een goed beeld krijgt van de thuissituatie van het kind. Onze ervaring is dat de band tussen leerkracht en leerling verstevigd wordt door een dergelijk huisbezoek. Het huisbezoek duurt ongeveer één uur. Een aantal keer per jaar zijn er gespreksavonden met ouders om over de vorderingen van uw kind te praten. Zeker twee keer per jaar wordt u daarvoor uitgenodigd door de leerkracht. Deze avonden zijn niet vrijblijvend. Tenminste één ouder wordt verwacht. Niet alle kinderen zijn gelijk. Voor sommige kinderen is de start op de basisschool een hele grote stap. Als uw kind hier moeite mee heeft, is het mogelijk om een langere wenperiode aan te houden. Dit zal in overleg met de groepsleerkracht worden besloten. 6.1.3 De plaatsing van een ouder kind Het is ook mogelijk dat uw kind moet wisselen van school bijvoorbeeld na een verhuizing. Kinderen die van een andere school komen, zijn ook van harte welkom op de Johannesschool. In dat geval nemen wij, na toestemming van de ouders, contact op met de vorige school om de noodzakelijke informatie te verkrijgen. Het kan ook voorkomen dat de intern begeleider van de Johannesschool tijdens deze oriënterende fase gaat kijken in de klas van de kinderen op de huidige school. Daarnaast proberen wij in een klein onderzoek zo goed mogelijk vast te stellen op welk niveau van bijvoorbeeld rekenen, taal en lezen uw kind werkt, zodat een goede opvang op onze school kan plaatsvinden. Of uw kind daadwerkelijk geplaatst kan worden, is afhankelijk van het aantal beschikbare plaatsen en de ondersteuning die uw kind nodig heeft. Met de andere scholen in Overvecht en de afdeling Leerplicht van de gemeente Utrecht zijn duidelijke afspraken gemaakt als kinderen willen wisselen van school binnen Overvecht. Staat niets een wisseling van scholen in de weg, dan kan uw kind aangemeld worden via het aanmeldformulier (zie paragraaf 6.1.1). 6.2
Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school
6.2.1 Leerlingvolgsysteem Wij leggen een verband tussen onze resultaten en ons handelen met als doel te verbeteren. Dit doen wij door de gegevens uit ons leerlingvolgsysteem (Parnassys) te analyseren en te bespreken in zowel groeps- als leerlingbesprekingen. Op basis daarvan maken wij groepsplannen op meerdere niveaus waardoor de leerlingen zoveel mogelijk op maat bediend worden. Het is belangrijk dat er geregeld gekeken wordt hoe uw kind zich ontwikkelt. De Johannesschool gebruikt verschillende middelen om zicht te krijgen in de vorderingen van uw kind op alle ontwikkelingsgebieden. Een van deze middelen in de onderbouw is de methode Kijk!
Schoolgids Johannesschool juli 2014
29
Bij de kleuters wordt uw kind vooral in zijn ontwikkeling gevolgd door middel van observaties. Observaties zijn er vooral op gericht eventuele problemen op een vroeg moment te ontdekken om zo de juiste maatregelen te kunnen nemen en het probleem zo klein mogelijk te houden. Een aantal keer per jaar worden de kinderen door de leerkracht besproken met de intern begeleider en worden afspraken gemaakt over het eventueel inzetten van hulp. In een aparte leerlingbespreking worden de kleuters die naar groep 3 gaan besproken met de leerkracht van groep 3, de intern begeleider en de schoolleider. Indien nodig vinden er uiteraard ook extra gesprekken met de ouder(s)/verzorger(s) plaats. In de groepen 3 t/m 8 kan het dagelijks werk van de kinderen op verschillende manieren bekeken en beoordeeld worden. Hoe ouder uw kind, hoe vaker het kind zelf zijn werk nakijkt. De leerkracht controleert dit steekproefsgewijs. Deze manier van nakijken heeft onze voorkeur. Het bevordert de zelfstandigheid van een kind, het kind kan zelf ontdekken wat er fout en wat er goed is gegaan en het zorgt ervoor dat een kind zich meer verantwoordelijk voelt voor zijn/haar eigen werk. Ook gebeurt het nog geregeld dat de leerkracht het werk van de kinderen nakijkt en vervolgens de resultaten bespreekt met de groep of met het kind persoonlijk. Een derde mogelijkheid is dat de leerkracht het werk met de hele groep nakijkt, vervolgens bespreekt met de hele groep en daarna eventueel afspraken maakt voor extra individuele of groepshulp. Bij toetsen is het altijd de leerkracht die het werk nakijkt. Dat doen kinderen nooit zelf. Daarnaast worden er op de Johannesschool methodeoverstijgende toetsen gebruikt. Deze toetsen worden enkele keren per jaar afgenomen. De bekendste toets is de CITO-toets. Door deze toetsen krijgen we een objectief beeld van uw kind, van de groep en van de school. Zo weten we hoe ze scoren op een bepaald ontwikkelingsgebied zoals spelling, begrijpend lezen of getallen en bewerkingen. De resultaten van toetsen die bij onze methodes horen en de scores van de CITO-toetsen tellen samen met het andere gemaakte werk mee voor de rapportage van uw kind. In een speciaal computerprogramma (Parnassys) houdt de leerkracht de resultaten en de vorderingen van alle kinderen bij. Om objectieve maatstaven aan te kunnen leggen, maken we gebruik van landelijk genormeerde toetsen. Daardoor volgen wij de ontwikkelingen per kind, maar ook per groep en van de school als geheel. We toetsen de kinderen diverse keren per jaar op verschillende ontwikkelings- en vakgebieden. Wij willen de individuele ontplooiing van het kind optimaal begeleiden en volgen aan de hand van ons leerlingvolgsysteem. De resultaten van het onderwijs zijn bij ons niet alleen cijfers van toetsen en verwijzingen, maar ook kinderen die het naar hun zin hebben op school, zich veilig voelen en voldoende worden uitgedaagd. Kwaliteit van onderwijs uit zich in het welbevinden van het kind enerzijds (het kind gaat met plezier naar school) en het eruit halen wat erin zit anderzijds: Het kind moet presteren naar vermogen. De resultaten van alle kinderen worden besproken met de intern begeleider. Samen met de leerkracht worden tijdens dat gesprek afspraken gemaakt over hulp aan kinderen die de gestelde doelen niet hebben gehaald. Als uw kind extra hulp nodig heeft, dan zal u daarvan op de hoogte gebracht worden. In het begin van het schooljaar en halverwege het jaar bespreekt de intern begeleider de groep uitgebreid met de leerkracht door en worden eventuele leer- en/of gedragsproblemen in kaart gebracht. Tussendoor vinden er wanneer nodig besprekingen over individuele leerlingen plaats. Aan het eind van het schooljaar worden de kinderen door de huidige groepsleerkracht besproken met de nieuwe groepsleerkracht en worden de gegevens overgedragen. In het leerlingvolgsysteem is het volgende te vinden over uw kind: - belangrijke achtergrondinformatie met betrekking tot de schoolloopbaan van het kind;
Schoolgids Johannesschool juli 2014
30
-
medische gegevens; observatieformulieren; resultaten van verschillende toetsen; verslagen van oudergesprekken; eventueel verslagen van gesprekken met derden zoals de schoolbegeleidingsdienst Eduniek, de logopediste en het buurtteam voor jeugd en gezin. - eventuele interne en/of externe onderzoeksverslagen; - overzicht van eventueel extra geboden hulp en resultaten daarvan. Het leerlingvolgsysteem wordt gedurende de gehele schoolperiode van het kind bijgehouden en gebruikt.
Kijk hoever je al bent gekomen, niet hoever je nog te gaan hebt!
6.2.2 Oudercontact over de ontwikkeling van uw kind De Johannesschool vindt het heel belangrijk om een goed contact te hebben met ouders. Goede communicatie tussen school en ouders bevordert zeker de prestaties van uw kind. Daarom gebruikt de Johannesschool diverse middelen voor oudercontact over de ontwikkeling van uw kind. Twee keer per jaar krijgt uw kind een rapport mee naar huis. De eerste keer in januari en de tweede keer aan het eind van het schooljaar. Vanaf groep 1 ontvangt uw kind een rapportage over de ontwikkeling en vorderingen van het kind op sociaal, emotioneel, cognitief, motorisch en creatief gebied. In de groepen 3 t/m 8 wordt het rapport van tevoren met de kinderen besproken. Alle ouders krijgen de gelegenheid het rapport te komen bespreken met de leerkracht. Aan het begin van het schooljaar is er een informatiemoment. De aanwezige ouders worden geïnformeerd over de gang van zaken op school en de groep van hun kind(eren). In groep 3 zal er bijvoorbeeld veel verteld worden over het traject van beginnend leesonderwijs en in groep 8 zal er veel aandacht worden besteed aan het advies en het vervolgproces naar het voortgezet onderwijs. Dit informatiemoment is niet vrijblijvend. Tenminste één ouder wordt verwacht. Ook vinden er aan het begin van het schooljaar zogenaamde afstemmingsgesprekken plaats. Deze gesprekken zijn gericht op kennismaking tussen de ouder(s) en de leerkracht(en). Een aantal keer per jaar worden er gespreksavonden georganiseerd. U wordt dan geïnformeerd over de vorderingen en het gedrag van uw kind. Dit gesprek met de leerkracht duurt meestal tien minuten. Alle ouders worden minimaal twee keer per jaar uitgenodigd door de leerkracht voor een gesprek. Het is ook mogelijk voor u als ouder om een gesprek aan te vragen. De leerkracht maakt altijd een verslag van het gesprek voor het leerlingdossier. Het eerste gesprek vindt vrij vroeg in het schooljaar plaats. Dit gesprek dient als kennismaking tussen de ouders en de leerkracht en biedt de mogelijkheid om afspraken te maken over de samenwerking tussen beiden. Benodigde informatie kan op deze manier vroegtijdig worden uitgewisseld waardoor ieder in staat is optimaal bij te dragen aan de ontwikkeling van het kind. Deze gesprekken zijn niet vrijblijvend. Tenminste één ouder wordt verwacht. Naast deze vaste oudercontactmomenten is er ook de mogelijkheid om tussendoor iets belangrijks te bespreken met de leerkracht als het niet kan wachten tot de volgende gespreksavond. De schoolleider en de intern begeleider zijn ook op afspraak te spreken.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
31
De Johannesschool vindt ook leerlingcontact erg belangrijk. Daarom neemt elke leerkracht elke dag de tijd om de kinderen de hand te schudden. Dit vinden wij een belangrijk moment. Het is op dat moment dan ook niet mogelijk voor ouders om een gesprek met de leerkracht aan te gaan. Een korte, belangrijke mededeling van ouders kan natuurlijk wel. Om 8.30 uur beginnen de lessen. De leerkracht is er dan helemaal voor de kinderen en kan dan geen gesprekken met ouders aangaan. Volgens de wet is de school verplicht te rapporteren over de vorderingen van de leerlingen aan hun ouders, voogden of verzorgers. Deze verplichting blijft na (echt)scheiding bestaan, met name ook voor de informatieverstrekking aan de ouder zonder ouderlijk gezag. Die verplichting geldt ook wanneer de ouders nooit gehuwd zijn geweest of als er geen omgangsregeling is. Hoe de school hier invulling aan geeft, is beschreven in bijlage 5 “Informatieplicht aan gescheiden ouders”. Bron: KSU Meldcode en Meldplicht Sinds 1999 geldt voor het onderwijs de ‘Wet bestrijding seksueel misbruik en seksuele intimidatie in het onderwijs’, de zogenaamde ‘Meld- en aangifteplicht’. Met ingang van 1 juli 2013 is de wet ‘Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ in werking. Het nakomen van beide wetten, meldplicht en meldcode, is een plicht van elke medewerker van een onderwijsinstelling! Wat staat in de wet? • De ‘Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ verplicht beroepskrachten, ook onderwijspersoneel, om een vijfstappenplan te gebruiken als ze het vermoeden hebben van kindermishandeling en/of huiselijk geweld. • De ‘Wet bestrijding seksueel misbruik en seksuele intimidatie in het onderwijs’ (1999), ook wel de ‘Meld- en aangifteplicht’ genoemd, verplicht personeelsleden om het bevoegd gezag onmiddellijk te informeren als zij het vermoeden hebben van of informatie krijgen over, op welke manier dan ook, een mogelijk zedendelict, gepleegd door een medewerker van de school jegens een minderjarige leerling. Bron: KSU
6.3
De ondersteuning van kinderen met specifieke behoeften
6.3.1 De procedure De leerlingenzorg op onze school is gericht op: het zich welbevinden van alle leerlingen; het voor elke leerling behalen van een voor hem/haar zo hoog mogelijk onderwijsrendement. Een zo hoog mogelijk onderwijsrendement van uw kind behalen we door te werken volgens het SISo-concept. Door het werken met niveaugroepen bij bijvoorbeeld lezen, spellen en rekenen wordt al gedeeltelijk tegemoet gekomen aan de verschillende behoeften van leerlingen. Daarnaast wordt een gedeelte van de lessen klassikaal aangeboden. Door het werken volgens het SISo-concept ontwikkelen de kinderen een grote mate van zelfstandigheid en heeft de leerkracht de mogelijkheid om kinderen individueel of in kleine groepjes extra te helpen. Ondanks deze werkwijze blijven er leerlingen, waarbij de leerkracht hulp van collega’s, intern begeleider, remedial teacher of externe deskundigen (psycholoog/orthopedagoog/ onderwijsadviseur) nodig heeft. De leerkracht bespreekt deze leerlingen in eerste instantie in een leerlingenbespreking met de intern begeleider. Het kan hierbij gaan om leerlingen met leerproblemen en/of
Schoolgids Johannesschool juli 2014
32
gedragsproblemen. In een dergelijk leerlingbespreking wordt besloten op welke manier hulp verleend wordt aan de leerling en/of de leerkracht. Soms wordt besloten tot extra hulp in de vorm van remedial teaching gedurende een bepaalde periode. Meestal vindt deze hulp plaats buiten de groep. Deze hulp wordt vertaald, onderbouwd en beschreven in een individueel handelingsplan. Als ouder wordt u altijd geïnformeerd als er extra hulp wordt gegeven aan uw kind. Aan het einde van de periode van dit handelingsplan worden ouders uitgenodigd om de geboden hulp en de resultaten hiervan te bespreken met de leerkracht of de remedial teacher. Ouders ondertekenen deze plannen. De intern begeleider evalueert de hulp geregeld samen met de leerkracht en eventueel de remedial teacher. Treedt er verbetering op? Moet er meer of andere hulp komen? Als er na regelmatige evaluatie geen verbetering optreedt, dan kan hulp ingeroepen worden van externe deskundigen. De intern begeleider neemt dan contact op met een onderwijsadviseur/psycholoog/orthopedagoog van schoolbegeleidingsdienst CED-groep. Uiteraard worden de ouders hierover tijdig geïnformeerd. De intern begeleider kan er ook voor kiezen om het kind te bespreken. Het zorgadviesteam (ZAT) komt om de 6 à 8 weken bij elkaar en bespreekt leerlingen die mogelijk ondersteuning nodig hebben. Het zorgadviesteam bestaat uit de intern begeleider van school, de schoolarts en de maatschappelijk werker van het buurtteam jeugd en gezin. Ook de schoolleider wordt op de hoogte gebracht van kinderen die extra hulp nodig hebben. Vanuit zijn/haar eigen kennis zal de schoolleider ook meedenken met het oplossen van de hulpvraag van een kind. Wanneer blijkt dat een kind een onderwijsachterstand heeft (vanaf midden groep 5), wordt er voor dit kind een ontwikkelingsperspectief (OPP) gemaakt. In het perspectief gaat men uit van de mogelijkheden van het kind en wordt gekeken naar de onderwijsbehoeftes. Voor ieder half jaar worden er realistische (maar wel uitdagende) doelen gesteld. Steeds wordt met ouders besproken wat de ontwikkelingen van het kind zijn. 6.3.2 Onderwijs aan bovenpresteerders (Johannes Academie) De Johannes Academie is een vorm van onderwijs aan bovenpresteerders/ cognitief getalenteerde leerlingen. Dit onderwijs geven wij aan leerlingen uit de groepen 3 tot en met 8 die voldoen aan de toelatingscriteria. De Johannesschool wil door middel van de Johannes Academie bovenpresteerders leren leren en leren denken. Door de leerlingen te begeleiden in hun leerproces en de juiste vaardigheden te laten ontwikkelen zoals plannen, structureren en doorzettingsvermogen willen wij hen de kans bieden zich optimaal te ontwikkelen en te groeien, zowel in cognitieve als in sociale zin. 6.3.3 Doublure en verwijzing In de vorige hoofdstukken is duidelijk geworden dat groepsleerkrachten nauw samenwerken met de intern begeleider en de remedial teacher. In intensieve leerlingbesprekingen worden steeds de resultaten en uit te voeren werkzaamheden besproken van de kinderen die extra aandacht nodig hebben. Wij streven er in onze werkwijze naar om uitval zoveel mogelijk te voorkomen.Onze intern begeleider wordt ingeschakeld wanneer een kind onvoldoende vorderingen maakt of op sociaal emotioneel gebied hulp nodig heeft. Zij adviseert de leerkracht dan mogelijk een andere aanpak. De groepsleerkracht vertaalt deze adviezen in een individueel handelingsplan. De intern begeleider legt wanneer nodig contact met een onderwijsadviseur/orthopedagoog van schoolbegeleidingsdienst CED-groep of overlegt met collegae van het speciaal onderwijs of andere instellingen. Uiteraard wordt u als ouder hierbij betrokken.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
33
Soms neemt de school in overleg met de ouders het besluit om een kind een jaar langer in een groep te houden. Dit wordt doubleren genoemd. Voor dit besluit wordt niet alleen gekeken naar leervorderingen maar wordt ook de lichamelijke en sociaal emotionele ontwikkeling meegenomen. Bij een doublure ligt het definitieve besluit bij de schoolleiding. Het besluit wordt uiterlijk begin juli (na de laatste CITO-toetsen) genomen. Om verrassingen te voorkomen wordt u als ouder in januari/februari al op de hoogte gebracht van de mogelijkheid dat uw kind een jaar langer in de huidige groep blijft, uw kind komt dan in de doublure-procedure. Bij doublure geniet het kind tien maanden extra onderwijs, dit heeft invloed op de uitstroom mogelijkheden van het kind naar het voortgezet onderwijs. Bij de keuze tot doubleren dient hier rekening mee gehouden te worden. Passend onderwijs Passend onderwijs is niets anders dan góed onderwijs. Ook als een leerling een specifieke onderwijsbehoefte heeft, bijvoorbeeld omdat het leren van een bepaald vak moeilijker gaat of omdat een kind juist extra uitdaging aankan. Door zo goed mogelijk bij de behoefte van de leerling aan te sluiten, geeft de school passend onderwijs. Alleen als een leerling echt niet op zijn of haar plek is in het reguliere onderwijs, kan er verwezen worden naar het speciaal basisonderwijs. Om ervoor te zorgen dat iedere leerling inderdaad passend onderwijs krijgt, is dit landelijk en wettelijk geregeld in de wet ‘passend onderwijs’. Voor de meeste leerlingen geldt dat er voldoende deskundigheid en mogelijkheden in de school aanwezig zijn. Voor de leerlingen die ondersteuning ‘van buiten’ nodig hebben, heeft de Johannesschool een ZorgAdviesTeam (ZAT). Dit ZAT adviseert ouders en scholen over een passend onderwijsarrangement, uiteraard met toestemming van de ouders. (Zie ook: www.passend onderwijs.nl) Schoolondersteuningsprofiel Het schoolondersteuningsprofiel (SOP) is, in het kader van Passend Onderwijs, een belangrijk instrument. Het beschrijft de wijze waarop de school de basisondersteuning vormgeeft en welke extra ondersteuning de school biedt of wil gaan bieden. In de stad Utrecht is door het nieuwe samenwerkingsverband PO Utrecht Stad een ‘Standaard voor de Basisondersteuning’ uitgewerkt en vastgesteld. Alle scholen van het samenwerkingsverband hebben, aan de hand van een zelfevaluatieinstrument (format Q3 profiel), in beeld gebracht in hoeverre zij voldoen aan deze standaard, waar nog verbeteringen mogelijk zijn en waarin de school zich wil onderscheiden. Het schoolondersteuningsprofiel bestaat uit twee delen: 1. de rapportage van het zelfevaluatie-instrument; 2. een analysedocument. In het analysedocument geeft de school aan - in welke mate zij voldoet aan de standaard voor de basisondersteuning; - hoe en op welke termijn zij acties gaat ondernemen om eventuele hiaten aan te vullen; - welke extra ondersteuning de school kan bieden. Het schoolbestuur stelt het schoolondersteuningsprofiel van alle scholen in haar stichting vast; de MR heeft adviesrecht. Ook onze school heeft een schoolondersteuningsprofiel. Hiermee voldoen wij aan de Utrechtse Standaard voor de Basisondersteuning. (Bron: KSU) Onze verbeterpunten zijn o.a. in samenwerking met de onderwijsadviseur en het buurtteam verder bouwen aan de pilot HGW en het verder inzetten op ambitieuze doelen (verscherpen).
Schoolgids Johannesschool juli 2014
34
De extra ondersteuning die wij bieden is op het gebied van leesplroblemen/dyslexie, dyscalculie, spraak-/taalontwikkeling en bovenpresteerders/ cognitief getalenteerde leerlingen. Zie voor meer informatie bijlage 3: Passend Onderwijs. 6.3.4 Pestpreventie De Johannesschool vindt het belangrijk dat alle kinderen zich veilig voelen op school. Door een veilig pedagogisch klimaat te bieden door middel van De Vreedzame School kunnen kinderen zich op een prettige en positieve manier ontwikkelen. De leerkrachten bevorderen deze ontwikkeling door een prettige werk- en speelsfeer in de klas en op het schoolplein te bieden. De werkwijze van De Vreedzame School helpt de leerkrachten hierbij. Deze methode is gericht op een positieve ontwikkeling van kinderen te stimuleren en gewenst gedrag te stimuleren door het leren van sociaal-emotionele vaardigheden. Alle leerkrachten hebben een speciale training gevolgd om te kunnen werken met deze methode. Ondanks de regels en de extra lessen kan het voorkomen dat kinderen niet goed met elkaar omgaan. Als het kleine voorvallen zijn, bijvoorbeeld het niet samen kunnen delen, wordt er in de klas door de leerkracht extra aandacht besteed aan het delen met elkaar. Dit kan door er met elkaar over te praten of door een rollenspel te spelen. Tevens beschikt de school over een leerkracht met een specialisatie op het gebied van gedrag. 6.3.5 Protocol schorsing en verwijdering Het schorsen of verwijderen van een leerling is een zwaar middel waartoe de school alleen overgaat als dat echt noodzakelijk is en niet eerder dan nadat een zorgvuldige procedure is gevolgd. De procedure hieromtrent is opgenomen in bijlage 4 “Schorsing en verwijdering”.
6.4
Begeleiding van de overgang naar het voortgezet onderwijs
In groep 8 bereiden de kinderen zich voor op het Voortgezet Onderwijs (VO). Dit is een spannend en soms ingewikkeld proces. Vandaar dat de Johannesschool ervoor heeft gekozen om dit proces in een vroeg stadium te starten. Eind groep 7 wordt met dit proces gestart. De leerkracht heeft dan samen met de intern begeleider, schoolleider, bouwcoordinatoren en bovenbouw-leerkrachten alle resultaten bekeken en geeft een eerste voorlopig advies voor het voortgezet onderwijs. Ook wordt dan voor leerlingen met behoefte aan leerwegondersteuning alvast een onderwijskundig rapport ingevuld en ondersteuning in het VO aangevraagd. In het voorlopig advies zal ook blijken of er de verwachting is dat uw kind een hoger advies zou kunnen krijgen en wat het kind daar voor moet doen of juist laten. Op deze manier weet het kind heel goed waar het aan moet werken en kunnen ook de ouders het kind beter begeleiden. In groep 8 worden de leerlingen en ouders op verschillende manieren voorbereid op het voortgezet onderwijs. Het schooljaar kan in drie periodes worden verdeeld. De eerste periode tot en met december moet worden gezien als een oriënterende fase (keuzebegeleiding) waarin de volgende activiteiten plaatsvinden: • een informatieavond voor de ouders/verzorgers waarin het stappenplan voor het komende jaar wordt besproken; • gespreksavonden voor ouders en leerlingen waarbij een voorlopig advies wordt besproken en gegeven; • Utrechtse keuzelessen voor leerlingen: een lessenserie over het voortgezet onderwijs om de kennis over het vervolgonderwijs te vergroten.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
35
De tweede periode tot en met maart is een beslissende fase waarin een keuze moet worden gemaakt naar welke school voor voortgezet onderwijs de leerling zal gaan. In deze periode vinden de volgende activiteiten plaats: • de laatste Utrechtse keuzelessen worden aangeboden; • openles-middag: de leerlingen van groep 8 mogen op een bepaalde middag (na schooltijd) één school voor voortgezet onderwijs bezoeken; • gespreksmomenten in verband met het definitieve schooladvies voor ouders en leerlingen.Tijdens deze gespreksmomenten wordt in onderling overleg met de ouders en de leerling de definitieve schoolkeuze voor het voortgezet onderwijs besproken. Ook wordt in dit gesprek het onderwijskundig rapport besproken en definitief gemaakt. De leerlingen worden gelijk aangemeld bij de school naar keuze. In de derde periode van april tot en met mei vindt overleg plaats tussen de leerkrachten van groep 8 en de gekozen school voor voortgezet onderwijs over de toelating van de leerling. In deze periode vinden de volgende activiteiten plaats: • wanneer wenselijk is er overleg tussen de leerkracht van groep 8 en de gekozen school voor voortgezet onderwijs; • afname van de CITO-eindtoets: in groep 8 wordt de landelijke eindtoets van de CITO afgenomen. Een paar weken later ontvangen de ouders, via de kinderen, de uitslag van de CITO-toets. Deze toets wordt komend jaar voor het eerst in deze maand afgenomen. • in mei wordt bekend of de leerling op de gekozen school toegelaten wordt. Het kan gebeuren dat er geloot moet worden als er teveel leerlingen zich hebben aangemeld bij een school. Bij afwijzing worden de ouders geïnformeerd en zal de school voor voortgezet onderwijs aangeven waarom het kind is afgewezen. Bij afwijzing wordt het kind aangemeld bij de school van tweede keuze. Wanneer het advies van de basisschool positief is voor de school waar het kind wordt aangemeld, zal het kind worden aangenomen als de school voor voortgezet onderwijs voldoende plaats heeft. De schoolscores op het gebied van begrijpend lezen wegen zeer zwaar mee, zwaarder dan bijvoorbeeld technisch lezen of spelling. Indien het advies van de school niet positief is, ligt de verantwoordelijkheid voor aanname bij de school voor voortgezet onderwijs. Bij een verschil van mening tussen de ouders van de leerling en de Johannesschool vindt overleg plaats tussen de ouders en de betrokken scholen. Eventueel kan een derde partij worden ingeschakeld om te bemiddelen. De verantwoordelijkheid van de schoolkeuze en aanmelding ligt bij de ouders. Sommige vernieuwingen rondom de POVO-procedure zijn op moment van schrijven nog niet bekend. Voor actuele informatie zie: www.sterkvo.nl.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
36
7
DE LEERKRACHTEN
7.1 Het schoolteam De Johannesschool heeft een enthousiast jong team met ervaren steunpilaren. Een aantal groepen wordt door twee leerkrachten geleid. Dat kan zijn omdat beide leerkrachten parttime werken. Het kan ook zijn dat een leerkracht andere taken op school heeft en op een bepaalde dag geen les geeft. Een andere reden kan zijn dat de groep extra zorg nodig heeft en met een extra leerkracht of onderwijsassistent meer resultaten uit de groep kan halen. Leerkrachten werken op vaste dagen en slechts bij uitzondering wordt daarvan afgeweken. In hoofdstuk 10: Namen- overzicht, staat een overzicht van het huidige schoolteam. 7.2 Vervanging bij ziekte, verlof en scholing Bij ziekte of verlof van de groepsleerkracht wordt de leerkracht in zijn/haar groep, indien dit mogelijk is, vervangen. Indien geen vervanger beschikbaar is, zal er intern een oplossing worden gezocht. Als ook intern geen oplossing wordt gevonden, kan de groep verdeeld worden over de andere groepen om daar een speciaal lesprogramma af te werken. Dat kan voor maximaal twee dagen achter elkaar. Als onze mogelijkheden uitgeput zijn, wordt u gevraagd uw kind thuis te houden. Opvang op school is dan wel mogelijk na overleg. 7.3 Scholing van leerkrachten Wij zijn een lerend team. Dat wil zeggen dat wij een onderzoekende houding hebben die gericht is op het continu willen verbeteren. Om die reden plannen wij ook studiemomenten in. Een aantal dagen en/of dagdelen in het schooljaar zijn de leerlingen vrij in verband met deze studieactiviteiten. De dagen staan vermeld op de jaarkalender. Daarnaast worden door individuele teamleden, gedurende het schooljaar, uiteenlopende cursussen gevolgd, om op de hoogte te blijven van de onderwijsontwikkelingen of om zich verder te specialiseren en te professionaliseren. 7.4 Begeleiding en inzet van stagiaires Als basisschool geven wij stagiaires van de PABO graag de gelegenheid het vak in de praktijk te leren. De Johannesschool werkt op dit gebied samen met de Hogeschool Domstad. De groepsleerkracht, waarbij een stagiaire wordt geplaatst, is de mentor van deze student. Dit betekent dat deze leerkracht de taak heeft de stagiaire te begeleiden en voor- en nagesprekken te voeren over de gegeven lessen. Het kan dus gebeuren dat de groep op bepaalde tijden wordt overgenomen door een stagiaire. De leerkracht blijft echter altijd verantwoordelijk voor de gang van zaken in de groep.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
37
8
DE OUDERS/VERZORGERS
8.1 Het belang van betrokkenheid van ouders/verzorgers Een goed contact tussen ouders en school en de betrokkenheid van ouders bij onze school vinden wij van groot belang. Daardoor zijn de leerkrachten beter in staat de kinderen te leren kennen en te begrijpen. Door dit contact weet u ook waar de leerkrachten en de kinderen mee bezig zijn. Uit onderzoek blijkt ook dat kinderen meer zelfvertrouwen krijgen en beter presteren als ouders betrokken zijn bij de school. Voor de organisatie van de activiteiten genoemd in hoofdstuk 4, wordt voor iedere activiteit een werkgroep geformeerd die bestaat uit een aantal leerkrachten en een aantal hulpouders. Door te helpen bij de activiteiten tonen de ouders hun betrokkenheid bij de school van hun kind. Daarnaast wordt ouderhulp op prijs gesteld bij allerlei hand- en spandiensten, bijvoorbeeld bij begeleiding naar een museum of het versieren voor het kerstfeest. In het begin van het schooljaar kunt u aan de leerkracht aangeven waarmee u de school wilt helpen. Tijdens de informatieavond zal er een intekenlijst hangen in iedere groep. Door het jaar heen worden er inloopmomenten georganiseerd in de groepen. U bent dan welkom in de groep van uw kind om samen een spelletje te doen, een opdracht uit te voeren, een kringgesprek mee te maken of gewoon om sfeer proeven. In de nieuwsbrief worden de verschillende inloopmomenten aangegeven.
Na jarenlang koffieochtenden te hebben georganiseerd, willen we dit jaar gaan werken met onderwijsinhoudelijke ouderavonden. Gedurende het schooljaar worden de ouders drie keer uitgenodigd om op een avond naar school te komen en met elkaar te spreken over onderwijs. We hopen door het invoeren van deze vorm veel ouders de gelegenheid te geven te komen en kunnen op deze manier ook de leerkrachten beter betrekken. Zij zijn de experts en de ervaring leert dat ouders graag met hen bespreken hoe zij hun kinderen het beste kunnen begeleiden. Per avond zullen één of twee thema’s centraal staan zoals het leesonderwijs (technisch en begrijpend), woordenschatontwikkeling en sociaal emotionele ontwikkeling. 8.2
Activiteiten Commissie (AC)
Schoolgids Johannesschool juli 2014
38
Een groep van ongeveer 10 enthousiaste ouders vormt de Activiteiten Commissie (AC) van de Johannesschool. Deze ouders komen een aantal keer per jaar samen om te praten over de activiteiten die plaatsvinden. Per activiteit nemen 2 tot 3 ouders deel aan de commissie die de activiteit organiseert. De commissies bestaan naast ouders uit gemiddeld 3 leerkrachten. Samen bepalen zij de inhoud en uitvoering van de activiteit en verdelen zij de taken. De leerkrachten gaan vooral over de onderwijsinhoud en de ouders over de meer praktische zaken zoals het werven van hulpouders of het doen van boodschappen. De voorzitter van de AC coördineert de bijeenkomsten en houdt het overzicht. De penningmeester coordineert in nauw overleg met de schoolleider de financiën, die bestaan uit de (vrijwillige) ouderbijdrage en de opbrengst van de sponsorloop. Zie hoofdstuk 10 voor een overzicht van de namen.
8.3 Groepsouders In iedere groep zijn 1 of 2 groepsouders. Deze ouders zijn het eerste aanspreekpunt voor ouderhulp en ouderbetrokkenheid. Aan het begin van schooljaar vraagt de leerkracht 1 of 2 ouders deze taak op zich te nemen. De groepsouders zijn ook degene die de leerkracht helpt bij het organiseren van activiteiten voor de groep of voor de school. Hiervoor hebben de leerkracht en de groepsouders regelmatig overleg. Ook kunnen de groepsouders organisatorisch werk uit handen van de leerkracht nemen. De leerkracht blijft echter te allen tijde verantwoordelijk voor oudercontact op onderwijs- en ontwikkelingsgebied. Aan het begin van het schooljaar wordt er een informatiebijeenkomst georganiseerd voor alle groepsouders.
8.4
Informatie over het onderwijs en de school
8.4.1 De schoolgids Ouders kunnen deze losbladige schoolgids krijgen als hun kind vier jaar is geworden. De gids staat ook op de site van de school. Hierin staat alle benodigde informatie over onze school. De actuele schoolgids is te vinden op de schoolwebsite (www.ksu-johannes.nl). 8.4.2 Informatiemoment Aan het begin van het schooljaar organiseren wij voor iedere groep een informatiemoment. Tijdens dit moment wordt een beknopt overzicht gegeven van de aangeboden leerstof en activiteiten gedurende het schooljaar. Ouders krijgen dan ook de gelegenheid de gebruikte methoden en materialen in te kijken. Naast informatie over de groep(en) van uw kind(eren) kunt u zich ook laten informeren over schoolbrede zaken zoals de MR, AC of bijvoorbeeld een praatje maken met niet-onderwijzend personeel zoals de intern begeleider of de schoolleider.
8.4.3 Nieuwsbrief Ge-Johannes Twee wekelijks krijgen de kinderen de nieuwsbrief mee naar huis. Daarin staan belangrijke mededelingen, afspraken, de agenda en oproepjes die anders op losse briefjes mee naar huis worden gegeven. Wij vragen alle ouders deze nieuwsbrief nauwkeurig door te nemen. Bij onduidelijkheid over informatie in de nieuwsbrief kan contact opgenomen worden met de schoolleiding.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
39
8.5
Inspraak
8.5.1 Medezeggenschapsraad (MR) Aan elke school is wettelijk een Medezeggenschapsraad (MR) verbonden. Alle ouders kunnen via de medezeggenschapsraad meedenken, meepraten en meebeslissen. In een officieel reglement is vastgelegd over welke zaken men adviesrecht en over welke instemmingsrecht heeft. Zaken waarmee de medezeggenschapsraad zich bezighoudt, zijn o.a.: financiën, personeelsbeleid, beheer van het schoolgebouw en haar omgeving en uitvoering van advies- en instemmingsrecht over voorgenomen bestuursbesluiten. Deze raad bestaat uit maximaal drie ouders (oudergeleding) en maximaal drie leerkrachten (personeelsgeleding). De schoolleider is adviseur. De raad komt tot stand via verkiezingen. Iedere ouder/verzorger die een kind op school heeft, kan tot lid gekozen worden na eerst de doelstellingen van de school te hebben onderschreven. De kandidaatstelling geschiedt per brief. Als er meer kandidaten zijn dan de te vervullen vacatures wordt er een verkiezing uitgeschreven. Alle ouders kunnen stemmen. Het stemmen gebeurt anoniem. In bijlage 6 kunt u meer lezen over de rol en positie van de MR. De samenstelling van de medezeggenschapsraad wordt vermeld in Hoofdstuk 10: Namen- overzicht. 8.5.2 Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Voor alle scholen van de Katholieke Scholenstichting Utrecht (KSU) bestaat de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). Deze raad stemt in met of geeft advies over plannen van het bevoegd gezag die stichtingsbreed zijn (niet de afzonderlijke scholen betreffende). 8.6 Ouderhulp Zonder de daadwerkelijke hulp van ouders kan een school niet optimaal functioneren. We weten dat wij een beroep doen op de vrije tijd van ouders, maar ook dat de kinderen het vaak erg leuk vinden als hun vader of moeder helpt. Daarnaast leren ouders de sfeer in de school kennen en lopen ze wellicht nog gemakkelijker naar binnen. Uiteraard is en blijft de onderwijskundige kant de verantwoordelijkheid van het schoolteam. Een greep uit de vele mogelijkheden waarmee ouders ons kunnen helpen: • het verzorgen van de schoolkrant; • het begeleiden van kinderen naar de bibliotheek; • hulp bij handvaardigheid ; • hulp bij de sportdagen; • hulp bij de schoolreisjes; Veel zaken zouden niet of niet goed genoeg gedaan kunnen worden zonder uw inzet. Uw hulp is onmisbaar! Aan het begin van het schooljaar of op de informatieavond kunt u uw medewerking kenbaar maken. 8.7 KlachtenprocedurSoms vinden op school gebeurtenissen plaats waar ouders, leerlingen of personeelsleden problemen mee hebben. Bij voorkeur en in eerste instantie gaat u als betrokkenen hierover met elkaar in gesprek. De praktijk wijst gelukkig uit dat in de meeste gevallen door een gesprek tot een oplossing gekomen wordt. Het kan echter voorkomen dat dat niet lukt en dan bestaat er de mogelijkheid om een klacht in te dienen. Hoe een klacht kan worden ingediend, staat beschreven in bijlage 7 “De Klachtenregeling”. 8.8 Vrijwillige ouderbijdrage De ouderbijdrage is de financiële bijdrage door de ouders van kinderen op onze school op basis van vrijwilligheid. Deze bijdrage wordt gebruikt voor schoolse zaken die niet gesubsidieerd worden. De ouderbijdrage maakt het mogelijk activiteiten zoals bijvoorbeeld Sinterklaas, Kerst, Carnaval, schoolreis en kamp te organiseren. De hoogte van de
Schoolgids Johannesschool juli 2014
40
ouderbijdrage wordt elk schooljaar opnieuw vastgesteld, afgelopen schooljaar was dit € 55 voor de groepen 1/2, € 65 voor de groepen 3 t/m 7 en € 85 voor de kinderen uit groep 8.. Voor kinderen die in de loop van het schooljaar binnenkomen, gelden aangepaste bedragen. U ontvangt van de penningmeester van de ActiviteitenCommissie (AC) een brief waarin de hoogte van de bijdrage voor dat schooljaar vermeld staat en de wijze van betaling. Voor mensen met een U- pas heeft de gemeente Utrecht een gunstige regeling getroffen. De school kan een groot gedeelte van de ouderbijdrage via de het U- pas bureau terugkrijgen. Het kan echter zo zijn dat de school een kleine extra (vrijwillige) bijdrage vraagt aan mensen met een U-pas. Als u de bijdrage voor schoolreis en kamp niet kunt betalen vragen wij u een gesprek hierover aan te gaan met de schoolleider. 8.9 Schoolverzekering voor leerlingen De school heeft een aansprakelijkheidsverzekering voor onderwijsinstellingen afgesloten. Hierdoor zijn alle personen die behulpzaam zijn bij het onderwijs en toezicht houden bij het overblijven van de kinderen op school verzekerd. Het schoolbestuur, de KSU, heeft een collectieve scholierenongevallenverzekering afgesloten. Deze verzekering dekt (deels) de financiële schade die gevolg is van letsel, voortvloeiend uit een ongeval. Het gaat hier om een zgn. schooldekking: de verzekering is van kracht tijdens schoolactiviteiten en geldt ook als de leerlingen onderweg zijn van en naar school (maximaal één uur heen en één uur terug). De uitkeringen van de verzekering zijn beperkt. Het hebben van een eigen WA verzekering voor kinderen dan wel ouders is in Nederland niet verplicht maar wanneer er sprake is van een ongeval of incident en je als ouder aansprakelijk gesteld wordt voor eventuele schade dan bestaat de kans dat deze kosten zelf betaald moeten worden. Bron: KSU 9
REGELS EN REGELINGEN VAN DE SCHOOL 9.1
Schooltijden
Groepen 1 t/m 8: Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag 8.30 tot 14.30 uur Woensdag 08.30 tot 12.30 uur. De Johannesschool heeft een continurooster. Dit betekent dat kinderen tussen de middag op school eten. 9.2 Aanvang en einde schooltijd Het is belangrijk dat de kinderen rustig naar binnen komen en dat alle groepen op tijd kunnen beginnen. De schooldeur gaat tien tot vijf minuten voor aanvangstijd open. Helaas komen er nog regelmatig kinderen te laat op school. Dit verstoort de lessen. Wij verzoeken u met klem de kinderen op tijd naar school te brengen/ te sturen. Wilt u in noodzakelijke gevallen tijdig de reden van te laat komen schriftelijk of telefonisch doorgeven? Bij herhaaldelijk te laat komen volgen brieven naar ouders, gesprekken met ouders en eventueel de leerplichtambtenaar om gedragsverandering te bewerkstelligen. 9.3 Leerplicht Wanneer uw kind 4 jaar wordt, mag het naar de basisschool (zie ook 4.1.1.). Sinds augustus 1985 zijn de kinderen leerplichtig als ze 5 jaar zijn. Gelukkig gaan alle kinderen van de Johannesschool al naar school vanaf het moment dat zij 4 jaar zijn. De leerkrachten moeten bijhouden welke kinderen afwezig zijn. Ook als kinderen te laat komen, registeren de leerkrachten dat. 9.4
Verzuim/ ziekmelding
Schoolgids Johannesschool juli 2014
41
Wanneer de kinderen later op school komen of de school verzuimen, vergeet dan niet tijdig bericht te sturen. Dit kan door naar school te bellen, graag vóór schooltijd. Wanneer wij geen bericht ontvangen bellen wij u. Wilt u proberen de dokters- en tandartsafspraken zoveel mogelijk buiten schooltijd te maken? Afwezigheid zonder geldige reden en/of zonder toestemming van de schoolleider is ongeoorloofd verzuim en moet gemeld worden aan de leerplichtambtenaar. Wij zijn verplicht de absentie nauwkeurig bij te houden. Veelvuldig verzuim is zeer nadelig voor uw kind; een achterstand is snel opgelopen. Inlopen van die achterstand gaat minder snel; bovendien kost dit de leraar én het kind zeer veel tijd en moeite. Als uw kind medicijnen nodig heeft of bepaalde dingen niet mag doen in verband met gezondheidsrisico’s, handelen wij via het ‘protocol medische handelingen’. Zie bijlage 1: ‘Preventie schoolveiligheidsbeleid.
9.5 Buitengewoon verlof Het kan zijn dat uw kind door omstandigheden lessen op school niet kan volgen (verzuim). De overheid heeft regels vastgesteld omtrent leerlingverzuim. Elk ongeoorloofd verzuim moet en zal door ons gemeld worden bij de ambtenaar leerplichtzaken van de gemeente. Overtreding van de leerplichtwet kan bestraft worden, dit geldt zowel voor de ouders/verzorgers die hun kind ongeoorloofd thuis houden als voor de schoolleider die daarvan geen melding maakt. Bij ieder verzoek om verlof dient u een aanvraagformulier in te vullen bij de schoolleider (zie bijlage 2 Verlofregeling leerlingen). 9.6 Vakanties en vrije dagen In de jaarplanning vindt u alle vakanties en vrije dagen. De jaarplanning is op te vragen bij de schoolleiding. 9.7 Rooster bewegingsonderwijs groep 3 t/m 8 Op maandag, woensdag en vrijdag zijn gymlessen voor de groepen 3 t/m 8. Voor het actuele rooster raadpleegt u de leerkracht. 9.8 Foto- en video-opnames (SVIB) School Video Interactie Begeleiding (SVIB) is één van de begeleidingsmethodieken die de school hanteert om het onderwijs zo goed mogelijk af te stemmen op de leerlingen. Op onze school wordt het middel voornamelijk ingezet om de leerkrachten te ondersteunen bij hun onderwijstaak. De methodiek wordt zowel ingezet bij vragen rondom leerlingenzorg, als bij vragen rondom onderwijsvernieuwing. Aan de school is een gecertificeerde School Video Interactie Begeleider (SVIB’er) verbonden, die korte video-opnamen maakt in de klas en deze vervolgens met de leerkracht naspreekt. Net zoals bij andere begeleidingsfunctionarissen het geval is, hanteert de SVIB’er een beroepscode, waarin onder andere staat dat de gemaakte opnamen niet voor andere doeleinden gebruikt worden. Zo blijven de videobeelden die in de klas gemaakt worden, onder het beheer van de SVIB’er en worden niet zonder zijn/haar uitdrukkelijke toestemming en die van de betrokken leerkracht aan anderen vertoond. Indien de methodiek wordt ingezet bij specifieke begeleidingsvragen van één of meer leerlingen, dan worden ouders hiervan in kennis gesteld en om toestemming gevraagd. Met het ondertekenen van het inschrijfformulier verklaart u geen bezwaar te hebben tegen het gebruik door school van foto’s of films van uw kinderen in nieuwsbrieven, de websites of andere publicaties van de school of de stichting (KSU). 9.9
Schoolregels en afspraken
Schoolgids Johannesschool juli 2014
42
Binnen de school hanteren wij een aantal regels en afspraken. Deze regels en afspraken worden regelmatig in het zonnetje gezet, dat wil zeggen dat zij extra de aandacht krijgen in de groep. De belangrijkste regels en afspraken zijn: Met betrekking tot binnenkomst en het verlaten van de school: • De deuren gaan ‘s morgens 10 minuten voor aanvang van de lessen open. • 10 tot 5 minuten voor aanvang van de lessen gaat de eerste bel:een teken om, indien van toepassing, afscheid van uw kind te nemen. Dit is ook het teken voor de leerlingen om rustig de klas in te gaan en op hun plaats te gaan zitten. • 1 minuut voor aanvang van de lessen gaat een tweede bel: een teken voor de ouders/ verzorgers om de school te verlaten, zodat aanvang kan worden gemaakt met het lesprogramma. • De leerlingen van de Overkant verzamelen zich voor aanvangstijd op het plein van het hoofdgebouw en lopen samen met hun leerkrachten naar de Overkant. • Om half negen gaan de voordeuren dicht en kan de les beginnen. Ouders die te laat zijn, kunnen de klas niet meer in. • De leerlingen van de groepen 5 t/m 8, die te laat zijn, schrijven hun naam op in een daarvoor bestemd schrift bij binnenkomst in de klas. • Bij regelmatig te laat komen zal het kind én de ouder daarop worden aangesproken door de groepsleerkracht of de schoolleiding. • In de gangen en op de trappen ben je rustig. • Jassen en tassen horen op de daarvoor bestemde plekken.
Met betrekking tot taalgebruik en omgang met elkaar: • We zijn beleefd naar elkaar en volwassenen. • We spreken in school en op het schoolplein Nederlands tegen elkaar. • We groeten elkaar. • We lachen mét iemand, niet om iemand. • We schelden en vloeken niet. • Kom je (leerling) er bij een ruzie niet uit, schakel dan een mediator in. • We geven de leerkracht elke ochtend bij het binnenkomen en elke middag bij het weggaan een hand. Met betrekking tot eten en drinken: • Eten wordt op een vaste plaats gelegd. • Er is een gezamenlijk moment voor je begint met eten en drinken. • Tijdens het eten zit iedereen. • Is iedereen klaar met eten, dan gaan we samen opruimen. • Alleen in de klassen wordt gegeten; dit geldt ook voor (gezonde) traktaties. Met betrekking tot verzorging lokaal: • Met materiaal van jezelf en anderen gaan wij zorgvuldig om. • We houden het lokaal en de gangen verzorgd/ netjes. 9.10 Eten en drinken (fruitbeleid) Alle kinderen leren over het belang van gezonde voeding en bewegen. Bij gezonde voeding hoort een vast eet patroon zoals: ’s ochtends thuis ontbijten, om 10:00 uur een gezond tussendoortje en tussen de middag lunchen. We hebben gemerkt dat dit eetpatroon het leren
Schoolgids Johannesschool juli 2014
43
op school stimuleert. Als een kind niet voldoende energie heeft kunnen halen uit zijn/haar voeding, is het ook niet mogelijk om optimaal te leren op school. We willen als school graag het goede voorbeeld geven. We zijn ervan overtuigd dat ‘jong geleerd, oud gedaan’ is. Daarom hebben wij de volgende regel: alle kinderen en alle leerkrachten eten alleen fruit/groente om tien uur. Tussenmiddag eten de kinderen (bruin) brood en fruit. 9.11 Op de fiets naar school De beschikbare stallingruimte is helaas beperkt. De school kan niet voor schade aan of diefstal van fietsen aansprakelijk worden gesteld. De fietsen worden in de stalling naast het hoofdgebouw gezet of bij de Overkant. Toezicht is helaas niet mogelijk. Gestalde fietsen moeten uiteraard op slot worden gezet.
9.12 Met de auto uw kind naar school brengen Indien u uw kind met de auto brengt en haalt, wilt u er dan voor zorgen dat er geen onoverzichtelijke en gevaarlijke situaties ontstaan voor de school? Daarom verzoeken wij u voor de school stapvoets te rijden en uw auto iets verder van de opritten van de school te parkeren. Zet uw auto niet op de verkeersdrempel, omdat de kinderen daar moeten oversteken. Als u gebruikt maakt van de rijroute via de Lahorededreef en Yokohamadreef en de wijk weer verlaat via de Shanghaidreef en Pekingdreef zorgt u mede voor een veilige en vlotte doorstroming. Breng uw kind op de fiets, dan vervuilt u niets! 9.13 Oud papier Kranten, (tijd)schriften, boeken, folders, los papier etc., u kunt dit alles graag gebundeld of in tassen of dozen op school afleveren in de blauwe kist bij de hoofdingang van de Pagodedreef 4. Van de opbrengst ondersteunen we de extra activiteiten die de school organiseert (schoolkamp, musical) of schaffen we grote en kleine zaken (extra leesboeken, spelletjes) aan. Groep 8 zorgt er dagelijks voor dat het oud papier in de grote containers komt. 9.14 Gevonden voorwerpen Soms blijven kledingstukken, tassen en gymspullen achter op school. Indien u iets kwijt bent, kunt u kijken in de kist in de gang of er naar vragen bij de leerkracht. Na verloop van tijd worden de spullen weggebracht naar een goed doel.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
44
10
Contactgegevens 10.1 De school
Katholieke Basisschool Johannes Hoofdgebouw: Pagodedreef 4 3564 XS Utrecht Telefoon: Fax: E-mail: Website
030 2610616 030 2616925
[email protected] www.ksu-johannes.nl
Dependance: ‘de Overkant’ Pagodedreef 49 Telefoon:
030 2656922
10.2
Directie
Clusterdirecteur: Schoolleider:
Jon van Zoelen Annelies van der Tang
Bij afwezigheid van de schoolleider wordt de dagelijkse leiding waargenomen door de bouwcoördinatoren. 10.3
Bouwcoordinatoren (middenmanagement)
Onderbouwcoordinator: Bovenbouwcoördinator:
Schoolgids Johannesschool juli 2014
Floor Vleming Danique Zelissen 45
10.4
Groepsleerkrachten
Groep Leerkracht 1a/2a Jacqueline de Groot en Lisa Pietersma 1b/2b Wendy van Hattem en Sonjs Schoenmakers 1c/2c
Floor Vleming en Fleur Buitink
3a
Marije Zeeman
3b
Jolanda van Ee
4
Katinka Nohlmans
5
Dietha Boer en Basje Versteeg
6
Winnie Smit
7
Jasmijn Claessen en Richard Jongerius
8
Danique Zelissen en Anneke Bemer 10.5 Overig personeel
Intern begeleider Remedial teacher Rekencoördinator Vakleerkracht expressie Taalcoördinator Johannes Academie Onderwijsassistent Klassenassistent Coördinator Verlengde Schooldag Voor- en Vroegschoolcoördinator Voorschoolleidsters Interne contactperonen
Caroline Lensink Richard Jongerius Richard Jongerius Basje Versteeg Jolanda van Ee Basje Versteeg Abdel Maatalla Rita van Dockum Basje Versteeg Floor Vleming Xandera van Eijk en Saida Aziz Danique Zelissen en Caroline Lensink
10.6 College van Bestuur Voorzitter:
De heer J. van der Klis
Bestuursbureau:
Katholieke Scholenstichting Utrecht Postbus 9001 3506 GA Utrecht tel: 030 2642080
10.7 Medezeggenschapsraad Oudergeleding:
Schoolgids Johannesschool juli 2014
Joop van der Zee (voorzitter) Caroline Alay Jolanda Wilmering
46
Personeelsgeleding: Adviseur:
Anneke Bemer Winnie Smit Annelies van der Tang
10.8 Activiteitencommissie Voorzitter (alg. informatie) Penningmeester Leden:
Tara Nath van Tricht Melanie Steentjes Giedre al Dabbash Andreea Varza Frank Schonewille Rabie El Ouardi Patient Gumiliza Basje Versteeg (leerkracht)
10.9 Externe personen Onderwijsinspectie
Rijksinspectie kantoor De Meern Park Voorn 4 3454 JR De Meern tel.: 030 6663737
Schoolbegeleidingsdienst
CED-groep Tolakkerweg 153 3738 JL Maartensdijk Tel. 0346 219777 Leerlingbegeleidster: Ellen van Vught
Buurtteam Jeugd en gezin
Diana van Heumen 06-83258170
Jeugdgezondheidszorg
GG en GD Amazonedreef 45 3563 CA Utrecht tel. 030 2863010 jeugdarts: Piet van Lieshout
Klachtencommissie:
Bureau van de Klachtencommissie Postbus 82324 2508 EH Den Haag
Interne contactpersonen:
Danique Zelissen Caroline Lensink 030-2610616
Externe contactpersonen:
Dhr. E. Olijkan (Ed) Mw. M. Pruis (Miriam) Mw. H. Hoorneman (Hanneke)
Schoolgids Johannesschool juli 2014
47
Allen zijn werkzaam de onderwijsbegeleidingsdienst Eduniek in Maartensdijk en bereikbaar via telefoonnummer 0346-219777. Vertrouwensinspecteur:
0900-1113111
Bureau van de Klachtencommissie, Postbus 82324, 2508 EH Den Haag tel: 070-3925508 (van 9.00 tot 12.00 uur),
[email protected] Meer informatie treft u aan op www.geschillencommissiesbijzonderonderwijs.nl De volledige klachtenregeling vindt u op in bijlage 7 en op www.ksu-utrecht.nl Informatie voor ouders: www.nko-50tien.nl of telefoon: 0800-5010 Onderwijsgids Primair Onderwijs: www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/publicaties-pb51 Samenwerkingsverband: http://www.swvutrechtpo.nl De school maakt deel uit van het nieuwe samenwerkingsverband Passend Onderwijs, SWV Utrecht PO. Passend onderwijs betekent goed onderwijs: ieder kind in Utrecht heeft recht op onderwijs en ondersteuning, zodanig dat hij/zij zich zo goed mogelijk kan ontwikkelen. Centraal staat de vraag: wat heeft deze leerling nodig, hoe kan dat worden georganiseerd en wie zijn daarvoor nodig?
Geschikte traktaties Kinderen vinden het leuk om te trakteren als ze jarig zijn. Dat vinden ouders en leerkrachten ook leuk. Zij vinden het echter ook belangrijk dat de kinderen gezond eten. In samenspraak met ouders is onderstaande lijst opgesteld. Alle ouders moeten uit deze lijst kiezen wat hun kind mag trakteren. Traktaties die niet op onderstaande lijst staan, worden mee terug naar huis gegeven.
•
Alle soorten groenten en fruit (behalve kiwi i.v.m. mogelijke allergieën) •
Rozijntjes of ander gedroogd fruit (abrikozen, pruimen) • •
Rijstwafel •
Schoolgids Johannesschool juli 2014
Eierkoek
Popcorn
48
•
Liga of evergreen •
Ontbijtkoek
•
Soepstengel
•
Mini-krentenbol •
Raket-ijsje*
* Vooraf met de leerkracht afspreken wanneer de raket-ijsjes gebracht worden. NB: alle soorten snoep, chocolade, chips of cadeautjes zijn niet toegestaan. Uitzonderingen: 1. Voor ouders en kinderen geldt uitzondering op bovenstaande lijst bij geboortes en kamp/ schoolreisje. 2. Voor leerkrachten en leerlingen geldt uitzondering bij schoolvieringen zoals Sinterklaas, Kerst, Pasen, musical groep 8, verjaardagen van de leerkrachten en bij kookactiviteiten (educatieve doelstelling). Bij vragen en/of opmerkingen bent u welkom bij de schoolleiding. Bovenstaand beleid zal aan het einde van het schooljaar 2014 – 2015 geëvalueerd worden. Wijzigingen gedurende het schooljaar zijn niet mogelijk daar we een eerlijk beleid willen voeren voor alle kinderen, wanneer ieder kind ook jarig is.
Bijlage A
Schoolgids Johannesschool juli 2014
49
Schoolgids Johannesschool juli 2014
50
Bijlage B
Formulier instemming schoolgids
Formulier instemming schoolgids
School: Adres: Postcode / Plaats: Brinnummer:
Handtekening clusterdirecteur:
De Medezeggenschapsraad van de ……………school verklaart bij deze in te stemmen met de voorliggende schoolgids van de ………………school voor de periode 2014 – 2015.
Plaats:
Utrecht, … … 2014
Naam: Functie:
Voorzitter MR
Handtekening:
Schoolgids Johannesschool juli 2014
51
Bijlage C
Formulier vaststelling schoolgids Formulier vaststelling schoolgids
School: Adres: Postcode / Plaats: Brinnummer:
Handtekening clusterdirecteur/schoolleider:
Het bevoegd gezag van de KSU heeft de schoolgids van de ……………school voor de periode 2014 – 2015 vastgesteld.
Plaats:
Utrecht, … … 2014
Naam:
J. van der Klis
Functie:
Voorzitter College van Bestuur
Handtekening:
Schoolgids Johannesschool juli 2014
52
Bijlage 1
Preventie schoolveiligheidsbeleid
Iedere KSU school heeft een concrete visie op veiligheid en heeft deze vertaald in een schoolveiligheidsbeleid en schoolregels. De visie is ontwikkeld in samenspraak met alle teamleden en wordt door hen uitgedragen. De schoolregels zijn niet alleen op school terug te vinden maar zijn ook opgenomen in de schoolgids en op de schoolwebsite. Leerlingen en ouders worden actief betrokken bij: - het maken van plannen om de veiligheid te verbeteren, - het vergroten en onderhouden van de fysieke veiligheid. Leerlingen worden aangesproken op het verantwoordelijk gebruik en beheer van materialen en ruimten. Aan de hand van het schoolveiligheidsbeleid worden doelen vastgelegd om te komen tot een veilig pedagogisch klimaat. In het schooljaarplan wordt uitgewerkt hoe deze doelen bereikt gaan worden (Plan van Aanpak) en wie daarbij betrokken wordt en wie er verantwoordelijk voor is. De doelen worden mede bepaald op basis van de risico-inventarisatie, de incidentenregistratie en de veiligheidsbeleving en klachten van leerlingen, ouders en personeel. Protocol medische handelingen Het kan voorkomen dat een kind ’s morgens gezond op school komt en tijdens de lesuren last krijgt van hoofd-, buik- of oorpijn. Ook kan het kind bijvoorbeeld door een insect gestoken worden of van een speeltoestel vallen. Een leerkracht moet dan direct bepalen hoe hij/zij moet handelen
In zijn algemeenheid is een leerkracht niet de aangewezen deskundige om een juiste diagnose te stellen. De grootst mogelijke terughoudendheid is hier dan ook geboden. Uitgangspunt is dat een kind dat ziek is, dan wel zich ziek voelt, naar huis moet. De leerkracht moet in geval van een incident altijd contact opnemen met de ouders om te overleggen wat er dient te gebeuren ook als de leerkracht inschat dat het kind met een eenvoudig middel (‘paracetamolletje’) geholpen is. Wij adviseren het kind met de ouders te laten bellen als dat mogelijk is. Vraag daarna om toestemming aan de ouders om een bepaald middel te verstrekken. Ouders is gevraagd bij inschrijving van het kind op school en in de jaarlijkse overdracht, het toestemmingsformulier ‘handelwijze bij incidenten op school’ te ondertekenen. Wanneer dit formulier niet ondertekend is maar ouders telefonisch toestemming geven dan moet dit door een collega bevestigd kunnen worden. Ouders worden in dat geval gevraagd alsnog het toestemmingsformulier te ondertekenen. Ook krijgt de schoolleiding steeds vaker het verzoek van ouder(s)/verzorger(s)[1] om hun kinderen de door een arts voorgeschreven medicijnen toe te dienen die zij een aantal malen per dag moeten gebruiken, dus ook tijdens lesuren. Te denken valt bijvoorbeeld aan ‘pufjes’ voor astma, antibiotica, of zetpillen bij toevallen (een aanval van epilepsie). Ouders kunnen aan de schoolleiding en/of leerkracht vragen deze middelen te verstrekken. Schriftelijke toestemming van de ouders is hierbij noodzakelijk. Het gaat vaak niet alleen om eenvoudige middelen, maar ook om middelen die bij onjuist gebruik tot schade van de gezondheid van het kind kunnen leiden. Laat daarom het formulier volledig invullen en ondertekenen. Ouders geven hiermee duidelijk aan wat zij van
[1]
Om de leesbaarheid te vergroten spreken wij hierna van ouders daar waar ouder(s)/verzorger(s) bedoeld worden.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
53
de schoolleiding en de leerkrachten verwachten zodat zij op hun beurt weer precies weten wat ze moeten doen en waar ze verantwoordelijk voor zijn. In uitzonderlijke gevallen, vooral als er sprake is van een situatie die langer bestaat, wordt er door ouders een beroep gedaan op de schoolleiding of leerkrachten om medische handelingen te verrichten die vallen onder de wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG). Hierbij kan gedacht worden aan het geven van sondevoeding. Wij vinden het van groot belang dat een langdurig ziek kind of een kind met een bepaalde handicap of ziekte zoveel mogelijk gewoon naar school gaat. Het kind heeft contact met leeftijdsgenootjes, neemt deel aan het normale leven van alledag op school en wordt daardoor niet de hele dag herinnerd aan zijn handicap of ziek zijn. Het is belangrijk voor het psychosociaal welbevinden van het langdurig zieke kind om, indien dat maar enigszins mogelijk is, naar school te gaan. Maar met het verrichten van medische handelingen (voorbehouden handelingen) die vallen onder de wet BIG worden verantwoordelijkheden aanvaard en begeven leerkrachten zich op een terrein waarvoor zij niet gekwalificeerd zijn. Zodoende heeft het College van Bestuur van de Katholieke Scholenstichting Utrecht het volgende besloten: Medewerkers in dienst van de stichting en/of vallend onder de verantwoordelijkheid van de stichting mogen geen medische handelingen verrichten die vallen onder de wet BIG. Een bekwaamheidsverklaring van een arts, c.q. in opdracht van een arts, en/of een toestemmingsverklaring van de ouders schriftelijk vastgelegd, is voor het bestuur geen reden van zijn hierboven genoemd standpunt af te wijken. Voor meer informatie omtrent het beleid rondom medische handelingen en het protocol hygiënisch handelen verwijzen wij naar het ‘protocol medische handelingen’ te vinden via www.ksu-utrecht.nl
Schoolgids Johannesschool juli 2014
54
Bijlage 2
Verlofregeling leerlingen
Het is niet mogelijk extra verlof te krijgen voor korte vakanties tussendoor of voor vakantieverlenging voor een bezoek aan het moederland. De enige uitzondering is gemaakt voor die ouders die door de aard van hun beroep geen gebruik kunnen maken van de vastgestelde vakanties (bv. horeca of landbouw). In die gevallen kan de schoolleiding maximaal twee weken extra verlof verlenen. Dit mogen echter nooit de eerste twee weken van een schooljaar zijn. De schoolvakanties staan vermeld in onze schoolkalender. Er is een aantal, ook door de leerplicht erkende, uitzonderingen. Hierbij valt te danken aan bruiloften, jubilea en begrafenissen. Om hiervoor in aanmerking te komen, dient u een officieel verlofaanvraagformulier in te vullen. Dit is te verkrijgen bij de leerkracht en dient bij de schoolleiding ingeleverd te worden. Zij geven u in dit soort gevallen toestemming voor het extra verlof. Ongeoorloofd verzuim moet aan het bureau Leerplicht van de gemeente Utrecht gemeld worden. Wij geven in principe geen toestemming voor extra verlof. Wij rekenen erop dat alle ouders hun vakanties regelen binnen de vastgestelde perioden. Bron: KSU
Schoolgids Johannesschool juli 2014
55
Bijlage 3
Passend onderwijs
Passend Onderwijs is een complex verandertraject dat niet van de ene op de andere dag gerealiseerd kan worden. Vandaar dat het nieuwe samenwerkingsverband, SWV Utrecht PO, de tijd neemt om de nieuwe procedures in te voeren. Sommige daarvan worden al snel zichtbaar (de toelaatbaarheidscommissie), andere regelingen lopen nog twee jaar door (de overgangsregeling Rugzakleerlingen). Voor meer informatie kunt u terecht op de website van het
samenwerkingsverband: http://www.swvutrechtpo.nl Passend onderwijs betekent goed onderwijs: iedere leerling krijgt het onderwijs en de ondersteuning waarop hij of zij recht heeft. Centraal staat de vraag: wat heeft een leerling nodig, hoe kan dat worden georganiseerd en wie zijn daarvoor nodig? Ambities & Uitgangspunten Ieder kind in Utrecht heeft recht op het onderwijs en de ondersteuning, zodanig dat hij/zij zich zo goed mogelijk kan ontwikkelen. De Utrechtse bestuurders van (passend) onderwijs werken samen met de gemeente aan een zorgvuldige voorbereiding op de invoering van passend onderwijs en de transitie zorg voor de jeugd. Daarbij is de gedachte om zo veel mogelijk aan te sluiten bij de omgeving van kind en gezin, door niet te problematiseren, maar juist te versterken waar nodig. Op kleine schaal wordt er geëxperimenteerd met het sneller en dichterbij inzetten van generalistische ondersteuning, door een inschatting te maken van de context van kind, gezin en school, en vervolgens aan te sluiten bij wat nodig is. Leidend principe is één kind, één gezin, één plan.
Figuur 1 – Ondersteuning van kind, gezin en onderwijs verbonden
De omslag die met beide verandertrajecten wordt beoogd, komt inhoudelijk sterk overeen: 1. Sterke basis: goed onderwijs en positief opvoeden. 2. Steun waar nodig: a. Bij specifieke ondersteuningsvragen in het onderwijs en bij de groei en ontwikkeling van het kind: - Handelingsgerichte begeleiding door de leerkracht(en) en intern begeleider(s). - Adequate hulp in het gezin, gericht op het versterken van de eigen kracht. b. Door intensieve ondersteuning en/of hulp bij meervoudige problematiek, zoveel mogelijk door één (generalistische) ondersteuner.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
56
3. Speciaal als het moet: inzetten van specialistische onderwijsbegeleiding en/of specialistische zorg vanuit een afgestemd onderwijszorgarrangement. De overgangen tussen de drie niveaus zijn geen statische overgangen. Het is de bedoeling dat er soepele overgangen zijn, snel en goed communicerende generalisten, die de regie nemen met het gezin, maar als dat nodig is, ook meer gespecialiseerde werkers kunnen raadplegen en betrekken. SWV Utrecht PO wil voor ieder kind een passende onderwijsplek, bij voorkeur in de buurt. Om dit te realiseren is het allereerst nodig dat de scholen goede kwaliteit leveren. Als het dan niet lukt met een leerling is een snelle toegang tot onderwijsondersteunende middelen en weinig bureaucratie van belang. Anders gezegd: wanneer een leerling dreigt vast te lopen, moet deze zo snel mogelijk worden geholpen. Hierbij ligt de nadruk op wat het kind nodig heeft. Sterke basis Om dit te realiseren is samen met het voortgezet onderwijs en de gemeente Utrecht een model ontwikkeld om de visie op Passend Onderwijs en zorg voor de jeugd weer te geven. Dit model gaat uit van een sterke basis op school. Besturen, scholen, leerkrachten en IB’ers realiseren met elkaar, samen met ouders en waar nodig met kernpartners (schoolmaatschappelijk werk/buurtteam jeugd en gezin, jeugdgezondheidszorg en leerplicht), deze basisondersteuning. Het niveau van deze basisondersteuning is vastgelegd in de Utrechtse Standaard. Steun waar nodig Wanneer extra ondersteuning nodig is dan kan die met behulp van (keten)partners worden geboden. Het SWV speelt hierbij een centrale rol. Enerzijds door de samenwerking binnen de keten doelmatig in te richten en er naar te streven dat de kwaliteit van deze ondersteuning hoogwaardig is. Anderzijds doordat zij de ondersteuning toekent in de vorm van een arrangement. Hierbij wordt van scholen een inhoudelijke onderbouwing (aanvraag) gevraagd. ‘Wat heeft het kind nodig?’ staat daarbij centraal. Speciaal als het moet Binnen het SWV is uitgesproken dat er scholen dienen te zijn voor speciale onderwijsvoorzieningen (SBO en SO). De toelaatbaarheid van kinderen naar het SBO en SO vindt plaats bij het SWV. Passend Onderwijs en zorg voor de jeugd doen we samen Om de visie in de praktijk vorm te geven, worden de volgende gemeenschappelijke uitgangspunten gehanteerd: De opgroei-, ontwikkelings- en onderwijsbehoeften van het kind staan centraal. We stellen ons de vraag: wat heeft een positief effect op het kind? • We richten ons op de wisselwerking en afstemming tussen kind, gezin en school. Vanuit zowel hulpverlening als onderwijs kijken we naar het kind en zijn/haar context en de onderlinge interacties. Maatwerk is standaard. • We sluiten aan bij het primaire proces van opvoeding en onderwijs: ouder(s) en leerkracht(en) doen ertoe. Wat hebben zij nodig om het kind te kunnen bieden wat het nodig heeft om zich optimaal te ontwikkelen? • Er wordt integraal samengewerkt tussen jeugdhulpverlening en onderwijs. Outreachend, preventief en curatief. Voor zover mogelijk dichtbij en generalistisch.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
57
• •
Er wordt systematisch, doelgericht en transparant gewerkt. Opbrengsten worden systematisch geëvalueerd. We praten niet óver maar mét kind en ouders. We maken samen met de ouders afspraken over de ondersteuning die aansluit bij vragen en mogelijkheden van kinderen, gezinnen en hun omgeving.
Veranderingen Het aantal kinderen met ondersteuningsvragen in het SWV Utrecht PO is al een flink aantal jaren stabiel. In vergelijking met landelijke cijfers, worden in Utrecht relatief weinig kinderen verwezen naar het speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Daaruit kun je afleiden dat veel problemen van leerlingen op de eigen school worden opgelost, ondanks dat de problemen van kinderen in Utrecht niet anders zijn dan in andere grote steden. Het nieuwe SWV streeft er naar deze goede resultaten te behouden. Feitelijk betekent dit dat er voor kinderen, ouders, leerkrachten en scholen na 1 augustus 2014 niet zo veel verandert. Alleen de besturen van de scholen krijgen te maken met een grote (financiële) verandering. De middelen die zij voorheen kregen voor ondersteuning van leerlingen gaan vanaf 2014 naar het SWV. Passend Onderwijs Elk kind heeft recht op goed onderwijs. Ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Passend Onderwijs beoogt dat zo veel mogelijk leerlingen regulier onderwijs kunnen volgen. Want zo worden ze het best voorbereid op een vervolgopleiding en doen ze zo goed mogelijk mee in de samenleving. Het speciaal onderwijs verdwijnt niet. Kinderen die het echt nodig hebben, kunnen nog steeds naar het speciaal onderwijs verwezen worden. De Wet Passend Onderwijs is op 9 oktober 2012 aangenomen door de Eerste Kamer. Als de wet op 1 augustus 2014 ingaat, krijgen scholen een zorgplicht voor leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte. Dat betekent dat scholen verantwoordelijk zijn voor een goede onderwijsplek voor elk kind: op de eigen school ( eventueel met extra ondersteuning in de klas), op een andere reguliere school in de regio of in het (voortgezet) speciaal onderwijs. Ouders worden hierbij nauw betrokken. Om aan alle kinderen daadwerkelijk een goede onderwijsplek te kunnen bieden, vormen reguliere en speciale scholen samen regionale samenwerkingsverbanden. De scholen in het samenwerkingsverband maken afspraken over de ondersteuning aan leerlingen en de bekostiging daarvan. Het doel van Passend Onderwijs is: het huidige systeem optimaliseren, de kosten in de hand houden en het aantal thuiszitters terugdringen. Samenwerkingsverbanden (SWV) Een Samenwerkingsverband Passend Onderwijs (SWV) is de nieuwe vorm waarin scholen gaan samenwerken op het gebied van Passend Onderwijs. Er zijn nu ook al samenwerkingsverbanden van scholen (Weer Samen Naar School); deze worden in het nieuwe systeem per regio samengevoegd. Deze nieuwe samenwerkingsverbanden krijgen er andere taken bij. Situatie vóór Passend Onderwijs WSNS Begin jaren negentig zijn de samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School (WSNS) ontstaan. Basisscholen moesten meer dan voorheen kinderen met speciale zorgbehoeften binnen het reguliere onderwijs opvangen. Basisscholen gingen investeren in de ontwikkeling van leerkrachtvaardigheden om zo betere instructie en begeleiding te kunnen bieden. Ook Schoolgids Johannesschool juli 2014
58
deden de interne begeleiders hun intrede. Deze IB’ers ondersteunen leerkrachten in het bieden van goede begeleiding aan kinderen met speciale zorgbehoeften. SWV RK/AB, PC en SPO In de stad Utrecht zijn in de jaren ‘90 drie WSNS verbanden (SWV RK/AB, PC en SPO) opgericht. Ieder WSNS maakte zijn eigen beleid om de zorg voor de kinderen op hun scholen zo goed mogelijk te organiseren, maar er werd ook samengewerkt. Voorbeelden van die samenwerking zijn het gezamenlijk zorgplan en de ontwikkeling van de Utrechtse Standaard in 2012. In de Utrechtse Standaard is vastgelegd wat het niveau van basisondersteuning moet zijn op iedere Utrechtse basisschool. Het feit dat de besturen in Utrecht het hier over eens zijn, is een belangrijke mijlpaal waarop het samenwerkingsverband voort kan bouwen. Deze mijlpaal kon ook worden bereikt omdat in Utrecht het handelingsgericht werken al jaren een speerpunt is. Bron: KSU
Schoolgids Johannesschool juli 2014
59
Bijlage 4
Schorsing en verwijdering
Inleiding De procedure rond het verwijderen van een leerling is voor het basisonderwijs geregeld in artikel 40 van de Wet op het Primair Onderwijs (WPO). Dit artikel zegt: ‘De beslissing over toelating en verwijdering van leerlingen berust bij het bevoegd gezag’. In dit geval: (de voorzitter van) het College van Bestuur van de KSU, die de betreffende clusterdirecteur gemandateerd heeft. De schorsing of verwijdering van een leerling kan nodig zijn indien sprake is van zodanig wangedrag dat daardoor de rust, de orde, veiligheid of het onderwijsleerproces op school ernstig wordt verstoord. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan: - een houding van grove onverschilligheid (hetgeen zich kan uiten in wangedrag en/of overmatig veel verzuim); - een bedreigende houding van een leerling ten opzichte van een leerkracht, een medeleerling, een (hulp)ouder of de school. Ook wanneer een leerling zoveel aandacht van de leerkracht vraagt dat hierdoor het onderwijs aan andere leerlingen in het gedrang komt, kan schorsing en/of verwijdering volgen. Procedure voorafgaand aan schorsing of verwijdering 1. Probleemsignalering; contacten met betreffende leerling en ouders hebben nog niet het gewenste resultaat gehad; de leerkracht brengt het probleem in tijdens de leerlingbespreking c.q. bij de schoolleiding. 2. Collega's (schoolleiding, interne leerlingbegeleider) denken mee en geven suggesties; er wordt een handelingsplan opgesteld, uitgevoerd en geëvalueerd. 3. Een deskundige (van bijvoorbeeld het Zorgplatform) kan worden ingeschakeld voor overleg en een nader onderzoek. 4. De ouders zijn en worden door de school diverse malen uitgenodigd voor een gesprek met als doel de ontstane problemen te bespreken en de situatie te verbeteren. Vanuit de school zijn hierbij in ieder geval de leerkracht van de leerling en de IB’er aanwezig. 5. De school benadert andere personen/instanties voor overleg en advies; dit kunnen, afhankelijk van het probleem, o.a. zijn: de schoolarts, Leerplicht, de Raad voor de Kinderbescherming, bureau Jeugdzorg. 6. De school houdt verslag/dossier bij van de gebeurtenissen en gevoerde gesprekken met ouders en benaderde instanties. 7. De schoolleider informeert de clusterdirecteur en de clusterdirecteur houdt - waar nodig het College van Bestuur op de hoogte van de voortgang. 8. Bij onvoldoende aanpassing van het wangedrag worden de ouders/verzorgers opnieuw uitgenodigd op school voor een gesprek met de leerkracht en de schoolleider en/of clusterdirecteur.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
60
Procedure schorsen en verwijderen Schorsing krijgt een juridische basis: Per 1 augustus 2014 vermeldt de Wet op het Primair Onderwijs dat een leerling met opgave van redenen voor een periode van ten hoogste één week geschorst kan worden. Natuurlijk moet het schorsingsbesluit schriftelijk aan de ouders bekend worden gemaakt. Wanneer de schorsing langer dan één dag duurt, dient ook de Onderwijsinspectie schriftelijk en met opgave van redenen geïnformeerd te worden. De brief wordt door de clusterdirecteur, namens het College van Bestuur, ondertekend. In de brief wordt genoemd: - de reden voor schorsing/verwijdering; - de voorgeschiedenis (reeds genomen stappen/afspraken); - de duur van de schorsing; - afspraken; - de wijze waarop bezwaar kan worden aangetekend: binnen vier weken bij de clusterdirecteur; - huiswerktaak. 1. Verschillende - al eerder betrokken - instanties worden hierover ingelicht: - het College van Bestuur van de KSU; - de inspectie van het onderwijs; - de afdeling leerplicht van de gemeente. 2. Met de ouders, en zo mogelijk ook met de leerling, wordt besproken welke stappen ondernomen worden om herhaling van het gedrag in de toekomst te voorkomen. Dit wordt schriftelijk vastgelegd en in het leerlingendossier bewaard. 3. Definitieve verwijdering van een leerling is niet mogelijk dan nadat het schoolbestuur ervoor heeft zorg gedragen dat een andere school bereid is de leerling toe te laten: Tot nu toe gold de verplichting om een andere school te zoeken ook, maar dit was een inspanningsverplichting om aantoonbaar gedurende 8 weken te zoeken naar een andere school. Per 1 augustus geldt dus een resultaatsverplichting voor de verwijderende school; er moet een nieuwe school voor de leerling gevonden zijn. Die andere school kan overigens ook een school of instelling voor speciaal (voortgezet) onderwijs zijn. Daarvoor is dan wel een toelaatbaarheidsverklaring van het samenwerkingsverband vereist. Deze resultaatsverplichting tot het vinden van een andere school komt ook weer overeen met de al geldende wetgeving in het voortgezet onderwijs. De ouders worden schriftelijk, per aangetekende brief, op de hoogte gebracht van het besluit. Daarbij worden zij erop gewezen dat tegen dit besluit schriftelijk bezwaar mogelijk is bij de onafhankelijke geschillencommissie Passend Onderwijs. 4. Toetsing van de verwijdering leerling door een onafhankelijke Geschillencommissie Passend Onderwijs: Er is een onafhankelijke commissie ingericht waarbij iedere school op grond van de wet is aangesloten. Deze commissie heet de Geschillencommissie Passend Onderwijs en ressorteert onder de Stichting Onderwijsgeschillen (www.onderwijsgeschillen.nl). Deze commissie brengt op verzoek van ouders binnen 10 weken een oordeel uit over de beslissing tot verwijdering. Aan deze commissie kunnen, naast geschillen over verwijdering, ook geschillen over (de weigering van) toelating van leerlingen die extra ondersteuning behoeven en de vaststelling en bijstelling het ontwikkelingsperspectief van een leerling worden voorgelegd. Wanneer de ouders ook bij het schoolbestuur bezwaar hebben gemaakt tegen de verwijdering, dient het schoolbestuur het oordeel van de commissie af te wachten voordat er op het bezwaar besloten wordt. Het oordeel van de commissie is niet bindend. Het schoolbestuur moet zowel aan de ouders als aan de commissie aangeven wat het met het oordeel van de commissie doet. Als het schoolbestuur van het oordeel afwijkt, moet de reden van die
Schoolgids Johannesschool juli 2014
61
afwijking in de beslissing vermeld worden. Vervolgens kunnen ouders zich tot de rechter wenden. Voor het openbaar onderwijs is dat de bestuursrechter, en voor het bijzondere onderwijs de civiele rechter. Bij beide rechters kan ook een spoedprocedure worden gestart om verwijdering (voorlopig) te voorkomen. Het moge duidelijk zijn dat een beslissing tot verwijdering die afwijkt van het oordeel van de commissie, door de rechter bijzonder kritisch zal worden beoordeeld. 5. Wanneer schorsing of zelfs verwijdering in overweging genomen wordt, dan is er wel een lange weg afgelegd. Een dergelijke maatregel wordt pas getroffen wanneer het onderwijs binnen een groep zeer ernstig verstoord is en de schoolleiding geen enkele andere mogelijkheid meer ziet hierin een kentering aan te brengen of wanneer de relatie tussen school en ouders zo verstoord is dat de school zich niet meer in staat acht de leerling op verantwoorde wijze verder te onderwijzen en te begeleiden. Samengevat:
-
-
-
Schorsen en verwijderen is altijd in overleg met de clusterdirecteur. Het is niet verplicht om een schorsing van een dag bij de Inspectie te melden; dit wordt echter wel op prijs gesteld door de Inspectie om een beeld te krijgen van wat er speelt. Wanneer een schorsing langer duurt dan een dag dient dit zowel aan Inspectie als aan Leerplicht gemeld te worden. De clusterdirecteur wordt van de schorsing op de hoogte gebracht door de schoolleider. De school levert input aan het College van Bestuur voor de brief die verstuurd wordt naar ouders en in cc aan Leerplicht en aan de inspecteur (onderbouwing van schorsing, begin- en eindtijd, afspraken over huiswerk meegeven, nakijken en beoordelen, hoe contact onderhouden wordt met ouders). Het secretariaat van de KSU maakt en verstuurt de brief die voldoet aan de wettelijke beroepsprocedures. De maximale schorsingsperiode is vijf lesdagen conform wetgeving WPO. Als er de noodzaak is om een leerling langer dan een week te schorsen, kan de leerling vrijstelling gegeven worden voor het bezoeken van de basisschool, dit in overleg met de leerplichtambtenaar. Hierbij geldt natuurlijk dat hierover zorgvuldig gecommuniceerd wordt met alle betrokkenen en dat alle procedurele verplichtingen rond een schorsing nagekomen worden. In het format voor de schoolgids is een standaardtekst opgenomen over de procedure van schorsen en verwijderen.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
62
Bijlage 5
Informatieplicht aan gescheiden ouders
Inleiding Volgens de wet is de school verplicht te rapporteren over de vorderingen van de leerlingen aan hun ouders, voogden of verzorgers. Deze verplichting blijft na (echt)scheiding bestaan, met name ook voor de informatieverstrekking aan de ouder zonder ouderlijk gezag. Die verplichting geldt ook wanneer de ouders nooit gehuwd zijn geweest of als er geen omgangsregeling is. In bijna elke klas zitten wel een of meer kinderen van gescheiden ouders. Elke leerkracht wordt daardoor geconfronteerd met de vraag of en in hoeverre men aan deze informatieverstrekking kan, mag of moet meewerken. Bij het wettelijk kader mogen wij niet vergeten dat er ook een menselijk kader is. Het belang van het kind wordt gediend met een goede informatievoorziening. Ook een niet-verzorgende ouder voelt vaak een grote behoefte om op de hoogte te worden gehouden van de ontwikkelingen van het kind. Uitgangspunt van de school met betrekking tot informatievoorziening aan ouders is, dat beide ouders zoveel mogelijk samen naar de informatieavonden / oudergesprekken komen. Indien dit niet mogelijk of wenselijk is, verwacht de school dat de ene ouder (verzorger), de andere ouder informeert omtrent de ontwikkeling en de vordering van het kind. Helaas is dit niet altijd mogelijk. Om er als school voor te zorgen dat beide ouders voorzien worden van informatie over hun kind bestaat de mogelijkheid voor extra informatievoorziening. Daarover gaat onderstaande procedure. Procedure Bij inschrijving van de leerling wordt melding gedaan van de gezinssituatie waarin het kind opgroeit; van de gezagsrelatie van de (afzonderlijke) ouders met het kind. Indien van toepassing zijn de adressen van beide ouders en de relevante passages uit het ouderschapsplan en de beschikking van de (kinder-)rechter bij de school bekend. Bij wijzigingen dienen de ouders de schoolleider daarvan direct in kennis te stellen onder overlegging van de passages uit de gerechtelijke stukken. Wanneer beide ouders gezamenlijk het ouderlijk gezag hebben (of na echtscheiding hebben behouden), dan blijven zij in gelijke mate recht op informatie en consultatie door de school houden. Ook in dit geval zijn de adresgegevens van beide ouders bij de school bekend. 1. In geval van echtscheiding of verbreking van de relatie tussen ouders, neemt de school jegens hen beiden een neutrale positie in. De school onthoudt zich dus van betrokkenheid bij conflicten tussen de ex-partners en doet geen uitspraken. Zij richt zich primair op haar pedagogisch-didactische verantwoordelijkheid jegens de leerling. 2. Er is een verplichting van ouder tot ouder om informatie te verstrekken. Op grond van artikel 1:377b BW is de ouder die belast is met het gezag over het kind verplicht om de andere ouder, die niet met het gezag belast is, op de hoogte te stellen van gewichtige aangelegenheden en te raadplegen over te nemen beslissingen met betrekking tot het kind. Mocht die informatievoorziening niet goed lopen, dan neemt de school haar wettelijke verantwoordelijkheid. 3. Alle ouders met gezag hebben het hetzelfde recht op informatie en consultatie door de school. De wet maakt daarbij geen onderscheid tussen verzorgers en nietverzorgers.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
63
4. Wanneer welke informatie verstrekken? Welke informatie verstrekt de school aan de ouder bij wie de leerling niet woont, op zijn/haar verzoek? Dat is afhankelijk van de wettelijke positie ten opzichte van de leerling. A. Indien de niet-verzorgende ouder wel (mede) het gezag heeft over het kind In geval van (mede-)gezag omvat de informatieverstrekking ten minste: - het verstrekken van de schoolgids, de periodebrieven, de rapporten/toetsresultaten van de leerling in kwestie, overige relevante informatie over de leerling; - uitnodiging voor ouderavond en op ouders gerichte schoolactiviteiten, dan wel activiteiten waarbij ouderparticipatie vanuit de school gewenst is; - verzoeken om toestemming voor begeleiding en onderzoek van de leerling in het kader van diens schoolloopbaan; - inzage in de door de school vastgelegde persoonsgegevens, waaronder het leerlingendossier wanneer de leerling jonger is dan zestien jaar. Uitgangspunt hierbij blijft dat beide ouders op gelijke wijze geïnformeerd en geconsulteerd worden. Met andere woorden er is geen sprake van onderscheid tussen verzorger en niet-verzorger. Dit nog los van het feit dat in geval van co-ouderschap dit onderscheid niet te maken is. B. Indien de ouder niet het gezag over het kind heeft De niet met het gezag belaste ouder ontvangt op zijn/haar verzoek informatie over belangrijke feiten en omstandigheden. Op basis van jurisprudentie blijkt dat te gaan om de volgende zaken: rapporten, - informatie rond schoolkeuze, - informatie met betrekking tot de schoolloopbaan, - specifieke problemen tenzij: - de informatie ook niet aan de met het gezag of verzorging belaste ouder zou worden verstrekt ( zie artikel 377c BW) of - het belang van de leerling zich daartegen verzet. Indien de school een verzoek om informatie afwijst, zal zij dit met redenen omkleed kenbaar maken aan verzoeker/verzoekster. Zie ook punt 6. Uitnodiging voor een ouderavond De uitnodiging voor een ouderavond betreft een gezamenlijk gesprek voor beide ouders. In bijzondere situaties kan van de gezamenlijkheid worden afgeweken. Er moet dan binnen een week na de uitnodiging voor de tafeltjesavond een verzoek worden ingediend bij de schoolleider voor een afzonderlijk gesprek op de ouderavond (zodat dit ook tijdig georganiseerd kan worden). 5. Indien informatieverstrekking niet in het belang van de leerling lijkt te zijn In situaties waarin de school vermoedt dat informatieverstrekking niet in het belang van de leerling is, zal zij de kwestie voorleggen aan een onafhankelijke deskundige zoals de huisarts, psycholoog. Met het oog op artikel 377c en vanwege het risico dat ouders naar de rechter gaan, is een onafhankelijk advies een vereiste. 6. Geen informatieplicht jegens een nieuwe partner van een ouder Uiteraard respecteert de school de gezinssituatie waarin de leerling feitelijk leeft. De school heeft echter geen informatieplicht jegens een nieuwe partner van een ouder, ook niet als deze deel uitmaakt van het gezin waarin de leerling opgroeit.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
64
Bijlage 6
Medezeggenschapsraad
Alle basisscholen behoren een medezeggenschapsraad (MR) te hebben. De MR bestaat uit de oudergeleding en personeelsgeleding en vergadert ongeveer zes keer per jaar. De schoolleiding woont, indien nodig en gewenst, de vergaderingen bij. De vergaderingen zijn openbaar en kunnen dus door u bijgewoond worden. (Dit graag van tevoren even aan de secretaris melden). De zittingsduur van MR-leden is drie jaar. Daarna volgen verkiezingen. Om de continuïteit te bevorderen is het streven om deze zittingsduur niet voor alle leden in hetzelfde schooljaar te beëindigen. De MR werkt binnen de schoolorganisatie als een zelfstandig orgaan en heeft vooral de taak de openheid, de openbaarheid en het onderlinge overleg te bevorderen binnen de school. Ook moet zij ageren tegen elke vorm van discriminatie op school. De MR heeft de bevoegdheid alle zaken betreffende het schoolbeleid te bespreken en daarover voorstellen te doen aan het schoolbestuur en de schoolleiding. Sommige voorgenomen besluiten van het schoolbestuur behoeven de instemming van de MR, over andere voorgenomen besluiten wordt zo nodig advies gevraagd of ongevraagd door de raad gegeven. De MR fungeert tevens als overlegplatform tussen leerkrachten en ouders. Waardoor vanuit verschillende posities en belangen meegedacht wordt over belangrijke ontwikkelingen, maatregelen of onderwijskundige vernieuwingen op school. De MR is er ook voor en namens uw kind en uzelf. De leden van de raad horen daarom graag uw mening, uw vragen of opmerkingen. Iedere MR heeft zijn eigen manier van werken en zal elk jaar zijn eigen prioriteiten stellen. Informatie daarover vindt u in de nieuwsbrief, in de notulen en op de website. Daarnaast kunt u uiteraard altijd de leden persoonlijk benaderen. De stichting heeft ook een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR), bestaande uit afgevaardigden van MR-leden van verschillende KSU-basisscholen. Zij stemmen of geven advies over plannen van het bevoegd gezag die stichtingsbreed zijn. Bron: KSU
Schoolgids Johannesschool juli 2014
65
Bijlage 7
De klachtenregeling
Klachten op school, hoe los je ze op? Soms vinden op school gebeurtenissen plaats waar ouders, leerlingen of personeelsleden problemen mee hebben. Ze zijn dan niet machteloos, ze kunnen hierover in gesprek gaan met de betrokkenen of een klacht indienen. Een onafhankelijke klachtencommissie doet er dan een uitspraak over. Een klacht indienen kan op elk moment. Wel weegt de klachtencommissie bij haar uitspraak mee of er genoeg moeite is gedaan om het probleem op school op te lossen. Een onafhankelijk oordeel van de klachtencommissie kan voor alle partijen een oplossing betekenen. Maar een procedure bij de klachtencommissie duurt lang en vraagt veel van alle betrokkenen. Vaak zijn de verhoudingen daarna verstoord. In veel gevallen is het beter te proberen het niet zo ver te laten komen. Dat kan door met elkaar in gesprek te gaan en samen naar een oplossing te zoeken. Iedere klacht is immers ook een advies voor de school. Zo’n oplossing vinden is niet altijd makkelijk. Het vraagt inspanningen van ouders én van de school, die bereid moet zijn het gesprek aan te gaan. 1. Grijp snel in Hoe sneller u handelt, hoe beter. Daarmee voorkomt u dat de situatie onnodig uit de hand loopt. Bedenk ook dat ouders vaak eerder dan de school in de gaten hebben dat er iets aan de hand is. Leraren hebben veel leerlingen in de klas en kunnen niet altijd alles overzien. 2. Spreek de juiste persoon aan Bespreek uw probleem eerst met de leraar om wie het gaat of met de mentor van uw kind. Als dat niets oplost, kunt u naar de schoolleider stappen en vervolgens naar de clusterdirecteur. 3. Neem de tijd Voer een gesprek over een probleem niet even tussendoor of telefonisch, maar maak een afspraak en zorg dat u voldoende tijd heeft uw standpunt toe te lichten. Realiseert u zich wel dat de leraar ook andere dingen moet doen en dat het gesprek misschien pas over een paar dagen kan plaatsvinden. 4. Wees duidelijk Beperk u tot de belangrijkste punten. Probeer niet te emotioneel te worden maar leg rustig uit wat uw probleem is. Als u dat lastig vindt, kunt u al voor het gesprek uw standpunten op papier zetten. U kunt ook een familielid of vriend meenemen. Meldt dat wel van tevoren. 5. Bedenk een oplossing Het is handig als u al voor het gesprek manieren bedenkt hoe het probleem kan worden opgelost. Dat betekent niet dat u de suggesties van de ander moet afwijzen. U moet een oplossing vinden waar u beiden achterstaat. 6. Leg afspraken vast Als na afloop van het gesprek de gemaakte afspraken worden vastgelegd, kan er geen twijfel over ontstaan. Het ligt voor de hand dat de school dit verslag maakt en dat beide partijen het ondertekenen. U kunt ook voor uzelf van elk gesprek een kort verslag maken. Zo’n verslag kan handig zijn als u een klacht bij de klachtencommissie wilt indienen.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
66
Ga naar de contact- of vertrouwenspersoon Als u er niet in slaagt het probleem alleen op te lossen, kunt u altijd terecht bij de contactpersoon die iedere KSU school heeft. Hij of zij is verbonden aan school en kan u adviseren met wie u het beste in gesprek kunt gaan. De contactpersoon kan u ook doorverwijzen naar de externe vertrouwenspersoon van de school. Bij beiden kunt u vertrouwelijk uw verhaal kwijt. Als u wilt, kan de vertrouwenspersoon ook bemiddelen bij een conflict. Mocht u besluiten een klacht in te dienen bij de klachtencommissie, dan kan de vertrouwenspersoon u daarbij ondersteunen.
De contactpersonen voor onze school ziijn Danique Zelissen en Caroline Lensink. Zij zijn te bereiken via telefoonnummer 0302610616. De externe vertrouwenspersonen voor onze school zijn: Hanneke Hoorneman, Ed Olijkan en Miriam Pruis 0346 219 777, werkzaam bij de CED-groep Vertrouwensinspecteur Voor klachten over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, discriminatie, radicalisering, ernstig fysiek geweld of geestelijk geweld (pesten) kunt u ook contact opnemen met een vertrouwensinspecteur van de Inspectie. De vertrouwensinspecteur adviseert en ondersteunt u bij deze klachten. Leerlingen, leraren, ouders en andere betrokkenen kunnen een beroep doen op de vertrouwensinspecteur. Bij een vermoeden van seksueel misbruik is een school wettelijk verplicht contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur. De vertrouwensinspecteurs zijn telefonische bereikbaar via telefoonnummer 0900-1113111. De klachtenregeling Naast deze uitleg en het klachtenschema, heeft u ook de mogelijkheid om de klachtenregeling van de KSU in te zien, ook te vinden via www.ksu-utrecht.nl Contact- en vertrouwenspersoon De contactpersoon kan u meer informatie over de klachtenregeling geven. Hij of zij bespreekt de klacht niet inhoudelijk met u. Dat laatste doet de vertrouwenspersoon wel. Hij of zij zal, als u dat wilt proberen, een probleem eerst binnen de school op te lossen. De vertrouwenspersoon kan u ook ondersteunen bij het indienen van een klacht, bijvoorbeeld bij het schrijven van de klacht of tijdens de zitting. U kunt zich tijdens de zitting laten bijstaan door een familielid of bekende, maar ook door een jurist of een andere deskundige. Klacht opstellen Een klacht moet schriftelijk worden ingediend. Daarbij moet u zo duidelijk mogelijk omschrijven wat uw klacht is en om wie het gaat. Vaak zal het gaan om klachten tegen meerdere personen. Stel dat u met de leraar van uw kind hebt gepraat omdat uw kind wordt gepest terwijl hij niet ingrijpt. U verwijt de docent dan dat hij geen actie wil ondernemen. Daarnaast verwijt u de schoolleiding en het bestuur dat ze onvoldoende aandacht geven aan het tegengaan van pesten. Als het mogelijk is moet u uw klacht onderbouwen met verslagen van gesprekken of getuigenverklaringen. Klachtencommissie
Schoolgids Johannesschool juli 2014
67
Elke KSU school is aangesloten bij het bureau geschillen-, bezwaren- en klachtencommissies Katholiek Onderwijs. De klachtencommissie beslist eerst of uw klacht in behandeling wordt genomen. Als u bijvoorbeeld een andere procedure had moeten volgen, gebeurt dat niet. Uitspraak Als de commissie de klacht in behandeling neemt, zal eerst een schriftelijk antwoord worden gevraagd aan degene over wie de klacht gaat. Dat zogeheten verweer krijgt u als klager ook te lezen. Als de commissie voldoende informatie heeft, volgt een hoorzitting. De klager en de verweerder mogen dan hun verhaal toelichten. Na afloop beslist de commissie of de klacht wel of niet gegrond is. De commissie kan ook een advies geven aan het schoolbestuur, waarin bijvoorbeeld staat welke maatregelen het bestuur kan nemen. Het bestuur mag dat naast zich neerleggen, al gebeurt dat meestal niet. De school moet de MR en de inspectie laten weten wat er met de uitspraak en advies wordt gedaan. De klager krijgt de uitspraak en het advies ook te lezen. Een uitspraak van de commissie is niet bindend. Het is aan te raden met alle betrokkenen nog een afsluitend gesprek op school te voeren nadat de commissie een uitspraak heeft gedaan. Dat maakt het makkelijker om weer samen verder te gaan. U bent het er niet mee eens Er is geen mogelijkheid voor beroep bij de klachtencommissie. U kunt ook geen bezwaar maken tegen de manier waarop het schoolbestuur omgaat met het advies van de commissie. Als u vindt dat de school te weinig doet met de uitspraak en eventuele aanbevelingen, kunt u opnieuw een klacht indienen. Mocht u het niet eens zijn met de uitspraak van de commissie, dan kunt u een rechtszaak beginnen tegen het schoolbestuur. Algemene tips voor ouders Hoe verleidelijk het ook is, betrek andere ouders niet onnodig bij uw probleem. Dat leidt snel tot roddelen. - Praat er ook niet over met uw kind erbij. Uw kind mag geen doorgeefluik worden. - Praat liever een keer uitgebreid en goed met uw kind dan hem of haar er dagelijks mee lastig te vallen. - Als meer ouders dezelfde klacht hebben, kunnen ze gezamenlijk een klacht indienen. Contact leggen met de klachtencommissie kan als volgt: Bureau van de Klachtencommissie Postbus 82324 2508 EH Den Haag telefoonnummer 070-3925508 (van 9.00 tot 12.00 uur) telefaxnummer 070-3020836 e-mail
[email protected] Meer informatie treft u aan op www.geschillencommissiesbijzonderonderwijs.nl
Schoolgids Johannesschool juli 2014
68
Bijlage 8
Voorgenomen Aanmeldings- Toelatings- en Plaatsingsbeleid
1. Wettelijk kader Met de aanmelding van een kind geven ouders aan gebruik te willen maken van het onderwijsaanbod van de betreffende KSU school, waarmee ze zich tevens conformeren aan het programma van de school zoals dat in het schoolplan en de schoolgids is opgenomen. Op 1 augustus is de Wet passend onderwijs in werking getreden. Dit heeft ook gevolgen voor artikel 40 van de Wet op het primair onderwijs (WPO) dat onder andere het toelatingsbeleid regelt. In artikel 40 lid 1 van de WPO is bepaald dat de beslissing over toelating en verwijdering berust bij het bevoegd gezag.. Met het in werking treden van het passend onderwijs heeft de eerste school van aanmelding zorgplicht als blijkt dat de leerling extra ondersteuning nodig heeft. Deze school is dan verantwoordelijk voor het realiseren van passend onderwijs, al dan niet op een reguliere school. Er kunnen situaties voorkomen waarin het voor de school onmogelijk is om alle aangemelde - en in principe toelaatbare - leerlingen ook te plaatsen. Zo’n situatie doet zich voor als de school over onvoldoende ruimte beschikt. Of als, in verband met een evenwichtige opbouw van jaargroepen in de school, er lokaalruimte beschikbaar moet blijven voor volgende schooljaren. In dat geval komen leerlingen die toelaatbaar zijn maar niet geplaatst kunnen worden op een wachtlijst. De bovengenoemde situaties geven aanleiding om toelatings- en plaatsingsbeleid te (her)formuleren. In deze notitie is aangegeven wat het toelatings- en plaatsingsbeleid inhoudt, wanneer het toegepast wordt en welke procedures gehanteerd worden.
2. Begrippenkader Vooraanmelding: De vooraanmelding van een kind van nog geen drie jaar wordt gedaan door het invullen van het KSU vooraanmeldingsformulier. Ouders moeten wel op de hoogte zijn van het feit dat het vooraanmelden een informele handeling is. De school 'peilt' slechts de behoefte aan onderwijs op haar school (zie artikel 40 lid 2 WPO in de bijlage) Lijst van vooraanmeldingen: een lijst van kinderen waarvan een vooraanmelding is ontvangen. In deze lijst kan een onderscheid worden gemaakt tussen kinderen waarvoor naar verwachting plaatsruimte is op de school, en kinderen waarvoor naar verwachting, wegens plaatsgebrek, geen plaats is. Als een leerling op deze lijst staat, heeft de school nog geen zorgplicht. NB het plaatsen op een lijst van vooraanmeldingen heeft geen rechtsgevolgen. Dit houdt in dat ouders hun kinderen moeten aanmelden vanaf de dag waarop het kind de leeftijd van drie jaar bereikt. Samenvattend: • Voordat een kind drie jaar is kunnen ouders een vooraanmelding doen bij de school. • Aanmelden van een kind kan vanaf drie jaar en gebeurt schriftelijk. Aanmelding: een bij de school ingediende aanvraag ter verkrijging van een besluit omtrent de toelating van het kind als leerling van de school nadat het kind drie jaar is geworden, op grond van artikel 40 lid 2 van de WPO. Deze aanvraag moet worden gedaan door het
Schoolgids Johannesschool juli 2014
69
invullen van het KSU aanmeldingsformulier. Als een leerling formeel is aangemeld, heeft de school zorgplicht als blijkt dat de leerling extra ondersteuning behoeft. Toelatingsbeslissing: de door de schoolleider van de school te nemen beslissing op grond waarvan het kind het recht verkrijgt om als leerling van de school te worden toegelaten als leerling en ingeschreven op de leerlingenlijst van de school. Tijdelijke plaatsing: een inschrijving van een kind op de leerlingenlijst van de school en een tijdelijke plaatsing op school, waartoe wordt overgegaan in afwachting van een definitieve beslissing inzake toelating, op grond van artikel 40 lid 7 van de WPO (zie bijlage 2). Wachtlijst: een lijst van namen van kinderen ten aanzien van wie - wegens plaatsgebrek een negatief besluit is genomen op een aanvraag inzake de toelating tot de school; echter met de toezegging dat bij het beschikbaar komen van plaatsruimte op de school het kind zal worden toegelaten. Inschrijving: het opnemen van de naam van de aangemelde leerling in de leerlingenlijst van de school zodra aan de toelatingsvoorwaarden is voldaan. Plaatsing: de handeling waarbij de leerling feitelijk in de gelegenheid wordt gesteld in de groep het onderwijs te volgen. School: elke als “school” aangemerkte administratieve eenheid (brinnummer), daaronder begrepen eventuele afzonderlijke huisvestingslocaties.
3. Het KSU toelatings- en plaatsingsbeleid Het KSU toelatings- en plaatsingsbeleid geldt voor alle reguliere KSU-scholen, en is niet van toepassing voor de SBO scholen van de KSU. Het toelatings- en plaatsingsbeleid wordt door alle scholen als bijlage in de schoolgids opgenomen zodat ouders van dit beleid op de hoogte zijn. 4. Procedure toelatingsbeleid 4.1 Vooraanmelding In de schoolgids van elke KSU school staat bij wie ouders een kind kunnen voor aanmelden. Vooraanmelding gebeurt door middel van het volledig invullen en ondertekenen van het KSU vooraanmeldingsformulier. 4.2 Aanmelding In de schoolgids van elke KSU school staat op welke wijze en bij wie ouders een kind vanaf de leeftijd van drie jaar kunnen aanmelden. Aanmelding gebeurt door middel van het volledig invullen en ondertekenen van het KSU aanmeldingsformulier. Bij de aanmelding wordt door de ouder aangegeven of dit de eerste school van aanmelding is. Bij de aanmelding overleggen ouders, indien hier sprake van is, gegevens betreffende stoornissen of handicaps van het kind of mogelijke andere beperkingen in de onderwijsparticipatie van het kind. 4.3 Aanmelding van een kind dat op een andere school onderwijs volgt Ouders die een kind willen aanmelden dat op een andere school onderwijs volgt, worden gevraagd een gesprek te voeren met de directeur van de vorige school, waarin ze kenbaar
Schoolgids Johannesschool juli 2014
70
maken dat ze voornemens zijn hun kind op een nieuwe school aan te melden. Daarnaast vindt overleg plaats tussen de schooldirecties van beide scholen. De toeleverende school schrijft een onderwijskundig rapport ter overdracht van de gegevens van de leerling. De toetsing van dit onderwijskundig rapport en het schoolondersteuningsprofiel van de ontvangende school is medebepalend voor het besluit over de toelating van de leerling. Het proefdraaien van de leerling in de beoogde klas gedurende een dag kan onderdeel uitmaken van het onderzoek naar toelaatbaarheid. 4.4 Onderzoek naar toelating De schoolleider gaat, na aanmelding van een leerling, na of de leerling toegelaten kan worden. Indien er sprake is van aanmelding van een kind waarvan vermoed wordt dat het extra ondersteuning behoeft, wordt een nader onderzoek uitgevoerd conform een procedure. In bijlage 1 is een beschrijving van deze procedure opgenomen. Op grond van de bevindingen van het onderzoek besluit de schoolleider of de leerling de ondersteuning kan ontvangen op de school van aanmelding. Is dit niet het geval, dan heeft de school waar de leerling als eerste aangemeld is, zorgplicht. Dit betekent dat deze school binnen 6 tot 10 weken een zo passend mogelijk aanbod op een andere reguliere of speciale school in de regio moet regelen. Indien op een school geen plaatsruimte beschikbaar is, blijft een onderzoek naar de extra ondersteuning achterwege. 4.5. Het bericht van toelating of afwijzing. 4.5.1 Toelating Indien het kind wordt toegelaten, worden de ouders hierover uiterlijk binnen 6 weken na ontvangst van de aanmelding schriftelijk geïnformeerd. Indien de beslissing niet binnen 6 weken kan worden genomen, kan deze termijn met ten hoogste 4 weken worden verlengd. Ouders worden hierover schriftelijk geïnformeerd. 4.5.2 Het voornemen tot afwijzing Indien er geen toelating mogelijk is, ontvangen de ouders uiterlijk binnen 4 weken na de aanmelding een brief van de schoolleider dat deze voornemens is hun kind niet toe te laten. In de brief wordt de reden hiervan duidelijk en onderbouwd aangegeven. De ouders worden uitgenodigd voor een gesprek of voor een schriftelijke reactie waarin zij hun zienswijze hierop naar voren kunnen brengen. De schoolleider licht de objectieve criteria1 toe op grond waarvan de school de leerling niet kan toelaten. Van het gesprek wordt een verslag gemaakt en de ouders ontvangen hiervan een afschrift. 4.5.3 De afwijzing Binnen 6 weken na aanmelding wordt de definitieve beslissing genomen waarbij de gevolgde stappen worden vermeld. De ouders ontvangen een schriftelijk bericht dat hun kind niet wordt toegelaten waarbij de redenen2 worden vermeld. Indien de beslissing niet binnen 6 weken kan worden genomen, kan deze termijn met ten hoogste 4 weken worden verdaagd. Ouders worden hierover schriftelijk geïnformeerd.
1
Door het SWV Utrecht PO is de Utrechtse standaard basisondersteuning vastgesteld. Elke KSU school heeft een eigen schoolondersteuningsprofiel wat getoetst is aan de Utrechtse standaard basisondersteuning. Het schoolondersteuningsprofiel vormt voor elke KSU school het objectieve criterium waarop afwijzing kan plaatsvinden. Dit schoolondersteuningsprofiel is vastgesteld door de MR en een samenvatting is beschikbaar in de schoolgids. Ouders kunnen bezwaar indienen tegen de afwijzing bij het bestuur, maar zij kunnen ook de geschillencommissie passend onderwijs om een uitspraak vragen. 2 Zie voetnoot 1
Schoolgids Johannesschool juli 2014
71
5. Procedure plaatsingsbeleid 5.1. Algemeen Elke KSU-school spant zich in om zoveel mogelijk leerlingen die toelaatbaar zijn ook daadwerkelijk te kunnen plaatsen. Dat betekent dat de school - jaarlijks prognoses maakt, - tijdig bij de gemeente Utrecht aanvragen doet voor uitbreiding van de huisvesting en - de school zo efficiënt mogelijk inricht, passend bij de onderwijskundige doelstellingen van de school. In verband met een evenwichtige opbouw van jaargroepen in de school kan dit betekenen dat er lokaalruimte beschikbaar moet blijven voor volgende schooljaren. 5.2. Wachtlijst Indien een leerling wel toelaatbaar is, maar wegens ruimtegebrek niet geplaatst kan worden, kunnen de ouders verzoeken hun kind tot het bereiken van de leerplichtige leeftijd op de wachtlijst te plaatsen. De schoolleider meldt de ouders dat het kind wegens ruimtegebrek niet toegelaten kan worden en verzoekt hen aan te geven of het kind wel of niet op de wachtlijst geplaatst moet worden. 5.3. Berichtgeving aan ouders met kinderen op de lijst van vooraanmelding Aan het einde van het kwartaal, waarin de leerling op de lijst van vooraanmelding drie jaar is geworden, worden de ouders schriftelijk geïnformeerd dat zij het aanmeldingsformulier kunnen indienen om te bezien of toelating en plaatsing van hun kind, bij het bereiken van de vierjarige leeftijd, tot de mogelijkheden behoren. 5.4. Berichtgeving aan ouders met kinderen op de wachtlijst Er worden afspraken met de ouders gemaakt over hoe en wanneer er met hen gecommuniceerd wordt. 5.5. Aanmeldingsdatum Als aanmeldingsdatum wordt genomen de datum waarop het aanmeldingsformulier volledig ingevuld en ondertekend is ingeleverd bij de administratie van de school. 5.6. Het bedieningsgebied van de school Als de school leerlingen niet kan plaatsen vanwege ruimtegebrek stelt de school een bedieningsgebied vast. Dit is het gebied rond de school vanwaar de kinderen op redelijke loopafstand de school kunnen bereiken. Meestal is dit de wijk waarin de school staat. De grenzen van het bedieningsgebied moeten eenduidig zijn (bijvoorbeeld het postcodegebied). 5.7. Regelgeving t.a.v. de wachtlijst 5.7.1. Kinderen worden op school geplaatst in volgorde van de wachtlijst. Kinderen die al een broertje of zusje op de betreffende school hebben, komen bij aanmelding bovenaan de lijst, waarbij de aanmeldingsdatum bepalend is voor de plaats op de lijst. In de schoolgids van de school wordt opgenomen wanneer ouders broertjes of zusjes moeten aanmelden. 5.7.2. Kinderen die binnen het bedieningsgebied van de school wonen Worden na reeds geplaatste broers en zussen op de lijst geplaatst. De kinderen die binnen het bedieningsgebied wonen, zullen in volgorde van aanmelding op de lijst worden geplaatst.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
72
5.7.3. Kinderen die buiten het bedieningsgebied wonen worden daarna op de lijst geplaatst. Ook zij worden in volgorde van aanmelding geplaatst.
6. Vaststelling beleid Het KSU toelatings- en plaatsingsbeleid zal als voorgenomen beleid van het bestuur van de KSU ter advisering voorgelegd aan de GMR. Na het schooljaar 2014-2015; uiterlijk vóór 1 januari 2016, zal het beleid geëvalueerd en zo nodig bijgesteld worden.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
73
Bijlage 1 Toelichting op de procedure Hoewel er voor leerlingen met specifieke behoeften geen plaatsingsplicht is, onderschrijft de KSU de missie van het samenwerkingsverband Utrecht PO: ‘Dichtbij de basis, speciaal als het moet”. In deze bijlage wordt omschreven op welke wijze het besluit tot toelating van een leerling met specifieke ondersteuning is geregeld. Aangezien er allerlei factoren meespelen, zal de school voor ieder verzoek tot plaatsing een afweging maken. Kern van deze afweging is de vraag of de combinatie van de stoornis of handicap en de behoefte aan extra onderwijsondersteuning, strookt met de mogelijkheden van de school, in combinatie met mogelijke ondersteuning vanuit het Samenwerkingsverband. Aan de hand van de onderwerpen die in onderstaand schema zijn opgenomen, worden de onderwijskundige vragen ten aanzien van het kind doorgenomen en wordt bekeken of de school in staat is de goede onderwijskundige ondersteuning te geven. Uitgangspunten hierbij zijn: - het belang van het kind; - de mogelijkheden van de school (in combinatie met het SWV en ketenpartners) om het ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen. De schoolleider besluit tot toelating of weigering, waarbij het team een adviserende rol heeft. Er wordt immers vanuit gegaan dat bij toelating de leerling in beginsel de hele basisschoolperiode op de school welkom zal zijn. De procedure fase 1: Aanmelding; de ouders melden het kind aan bij de directie van de school, waarbij ze kenbaar maken of de school ook de eerste school van aanmelding is. In het gesprek met de ouders wordt een toelichting gegeven op de visie van de school en de procedure en de ouders wordt schriftelijk toestemming gevraagd om informatie bij derden op te vragen. Tevens is er een ontmoeting met het kind. fase 2: Het verzamelen van informatie. Er worden gegevens opgevraagd bij bijvoorbeeld de huidige school of de voorschool, de onderwijsbegeleidingsdienst, medisch kleuterdagverblijven, zorginstellingen, het zorgcircuit en het medisch circuit. fase 3: Het bestuderen van de informatie. De binnenkomende gegevens worden bestudeerd en besproken door de directie en de intern begeleider. Eventueel kan besloten worden om het kind te observeren binnen zijn huidige school. fase 4: Inventarisatie; met betrekking tot het kind wordt het volgende in kaart gebracht: Wat vraagt het kind? Stimulerende en belemmerende factoren
Mogelijkheden van de school (op basis het van SOP)
Onmogelijkheden Wat kan extern van de school worden (op basis van het gehaald? SOP)
Pedagogisch Didactisch
Schoolgids Johannesschool juli 2014
74
Kennis en vaardigheden v.d. leerkracht Organisatie school en klas Gebouw en materieel Medeleerlingen ouders
fase 5: Overwegingen; de school onderzoekt op basis van het schema in fase 4 welke mogelijkheden zij zelf heeft en welke ondersteuningsmogelijkheden geboden kunnen worden en door wie. De basis hiervoor vormt het schoolondersteuningsprofiel, waarvan een samenvatting is opgenomen in de schoolgids. Hierbij wordt gekeken naar het schoolgebouw, het leerpakket, de formatie, het vervoer en de ondersteuning qua expertise. Het team brengt ter zake advies uit. fase 6: Besluitvorming; de inventarisatie van de hulpvragen van het kind wordt afgezet tegen de visie van de school en de mogelijkheden om een goed onderwijsaanbod te kunnen realiseren. Hierbij wordt tevens rekening gehouden met de ondersteuningsmogelijkheden (zowel materieel als immaterieel) die geboden kunnen worden (zie ook het SOP). In het besluit wordt ook het advies van het schoolteam meegenomen. Fasen 1 t/m 6 moeten uiterlijk binnen 4 weken zijn afgerond.
Toelating De schoolleider kan beslissen het kind toe te laten of niet toe te laten. Dit besluit wordt uiterlijk 2 weken na afronding van fase 6 schriftelijk aan de ouders bevestigd. Bij toelating van het kind wordt een plan van aanpak opgesteld. Indien het kind niet wordt toegelaten, worden daarbij de redenen benoemd. In de brief staat vermeld dat bezwaar tegen de beslissing mogelijk is bij een toelatingscommissie. Weigering is alleen mogelijk als de school er zorg voor heeft gedragen dat een andere school bereid is de leerling aan te nemen.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
75
Bijlage 2: Relevante artikelen uit de wet WPO Artikel 40 lid 2
De aanmelding van kinderen voor toelating geschiedt schriftelijk en kan worden gedaan vanaf de dag waarop het kind de leeftijd van 3 jaar bereikt. De ouders doen de aanmelding zo mogelijk ten minste 10 weken voor de datum waarop toelating wordt gevraagd en geven bij de aanmelding aan bij welke school of scholen eveneens om toelating is verzocht. Artikel 40 lid 3 Het bevoegd gezag beoordeelt of de aanmelding een kind betreft dat extra ondersteuning behoeft. Hiertoe kan het bevoegd gezag de ouders verzoeken gegevens te overleggen betreffende stoornissen of handicaps van het kind of beperkingen in de onderwijsparticipatie. Onder extra ondersteuning wordt niet verstaan ondersteuning ter bevordering van de beheersing van de Nederlandse taal met het oog op het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden. Artikel 40 lid 4 Indien de toelating van een leerling die extra ondersteuning behoeft, wordt geweigerd, vindt de weigering niet plaats dan nadat het bevoegd gezag er, na overleg met de ouders en met inachtneming van de ondersteuningsbehoefte van de leerling en de schoolondersteuningsprofielen van de betrokken scholen, voor heeft zorg gedragen dat een andere school bereid is de leerling toe te laten. Onder andere school kan ook worden verstaan een school voor speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs. Artikel 40 lid 5 Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing: a. indien op de school waar de leerling is aangemeld geen plaatsruimte beschikbaar is, of b. indien het bevoegd gezag de ouders bij de aanmelding verzoekt te verklaren dat zij de grondslag van het onderwijs op de school zullen respecteren dan wel te verklaren dat zij de grondslag van het onderwijs op de school zullen onderschrijven, en de ouders dit weigeren te verklaren. Artikel 40 lid 7
Indien de aanmelding een kind betreft dat niet is ingeschreven op een andere school, een school voor speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, en de beslissing over de toelating is 10 weken na de dag waarop het verzoek om toelating is gedaan nog niet genomen, wordt het kind met ingang van de dag volgend op bedoelde 10 weken, doch niet eerder dan de datum waarop het kind de leeftijd heeft bereikt om te kunnen worden toegelaten tot de school, tijdelijk geplaatst op de school en als leerling ingeschreven. Indien de leerling wordt toegelaten, wordt de tijdelijke plaatsing omgezet in een definitieve plaatsing. Indien de toelating van de leerling wordt geweigerd of een beslissing wordt genomen de aanmelding niet te behandelen, wordt de tijdelijke plaatsing beëindigd en wordt de leerling uitgeschreven met ingang van de dag die volgt op de dag waarop de toelating wordt geweigerd of de beslissing wordt genomen de aanmelding niet te behandelen.
Schoolgids Johannesschool juli 2014
76