Van mythen en muziek
Inhoud Voorwoord .....................................................................................................................................2 Inleiding ......................................................................................................................................... 3 Geluidsfragmenten .........................................................................................................................4 Filmpjes .......................................................................................................................................... 5 Zingen met kinderen ......................................................................................................................6 Les 1: Mythen .................................................................................................................................9 Les 2: Wijn .................................................................................................................................... 12 Les 3: Op reis ................................................................................................................................ 14 Les 4: Nestor ................................................................................................................................ 17 Les 5: Helena ................................................................................................................................ 19 Les 6: Cyclopen ............................................................................................................................ 22 Les 7: Feest ................................................................................................................................... 25 Generale repetitie ......................................................................................................................... 27 Verwerkingsles .............................................................................................................................29 Bijlagen ........................................................................................................................................ 30 Bijlage 1: Script Bijlage 2: Het Griekse alfabet Bijlage 3: Tijdbalk Bijlage 4: Personages Bijlage 5: Scenes uit het verhaal Bijlage 6: Het paard van Troje Bijlage 7: De cyclopen Bijlage 8: Informatie over Het Concertgebouw Bijlage 9: Informatie over Het Nederlands Philharmonisch Orkest Bijlage 10: Instrumenten Bijlage 11: Kaart omzwervingen Odysseus Bijlage 12: Trireem Liedteksten .................................................................................................................................. 50 Bladmuziek .................................................................................................................................. 57
1
Voorwoord Van mythen en muziek is een project voor leerlingen uit groep 6 en 7 van het primair onderwijs. Het verhaal van Odysseus wordt verteld door zijn zoon, Telemachos. In dit lesmateriaal staan zeven voorbereidende lessen en een generale repetitie waarin de leerlingen spreekteksten, bodypercussies, bewegingen en liedjes leren die ze tijdens het concert uitvoeren. De voorbereiding is noodzakelijk omdat de leerlingen een onmisbare rol hebben tijdens het concert. Alle kinderen samen vervullen de rol van het koor dat de ene keer zelfstandig zingt en spreekt, de andere keer samen met de solisten zingt. Net als de Grieken dat vroeger in het theater deden. Dit alles wordt steeds begeleid door het orkest. Het verhaal en de liedteksten zijn geschreven door Imme Dros, de muziek is gearrangeerd door Max Knigge. Geert Lageveen maakte hiervan een ontroerend concert. Het concert wordt verzorgd door het Nederlands Philharmonisch Orkest onder leiding van Jasper de Waal, Ad Knippels als Odysseus en Freek den Hartogh als Telemachos. De voorstelling wordt geregisseerd door Bart Oomen. Het lesmateriaal is geschreven door Hester Groenleer en Claudia Lotti. Wij wensen u en de kinderen veel plezier tijdens de voorbereidende lessen en het concert.
2
Van mythen en muziek
Inleiding Binnenkort bezoekt u met uw klas de voorstelling Van mythen en muziek in Het Concertgebouw. In deze voorstelling maken de leerlingen kennis met Odysseus en zijn zoon Telemachos en beleven ze samen met de musici van het Nederlands Philharmonisch Orkest avonturen tijdens de reis naar Ithaka. Over het lesmateriaal Om het concert straks een nog mooiere belevenis te laten zijn, is dit lesmateriaal ontwikkeld. Tijdens de lessen worden de leerlingen inhoudelijk voorbereid op het project en leren ze de liedjes, spreekteksten en bewegingen die ze tijdens het concert uitvoeren. De voorbereiding is essentieel omdat de leerlingen de rol van het koor vervullen dat reageert op de hoofdrolspelers. De oude Grieken gebruikten deze methode ook in het theater. De verwerkingsles is bedoeld voor na afloop aan het bezoek aan Het Koninklijk Concertgebouw. In deze les worden een aantal suggesties gedaan voor opdrachten die u na afloop met uw klas kunt uitvoeren. Website Op de website educatie.concertgebouw.nl/van-mythen-en-muziek staan alle muziekfragmenten en filmpjes die u nodig heeft bij het geven van de lessen. Per les is er een aparte pagina. Van de liedjes zijn er twee versies. In de eerste versie wordt het lied voorgezongen. De tweede versie is een instrumentale versie, met deze versie kunnen de kinderen meezingen. Ook staan er een aantal filmpjes op de site waarin de bewegingen bij de muziek worden voorgedaan. U kunt de filmpjes gebruiken om de bewegingen in te studeren. U leert de bewegingen vervolgens bij voorkeur zelf aan de leerlingen aan. Script In bijlage 1 is het script van de voorstelling opgenomen. Hierin vindt u de volgorde van het verhaal met de activiteiten die de leerlingen gaan uitvoeren. Tijdens het concert voeren de kinderen de activiteiten uit het hoofd uit. Zingen met kinderen Op de volgende pagina’s worden tips gegeven voor het zingen met kinderen. Wij raden u aan deze tips door te lezen en te gebruiken tijdens de voorbereidende lessen. Op educatie.concertgebouw.nl/van-mythen-en-muziek kunt u van een aantal van de beschreven oefeningen een filmpje bekijken. Wij wensen u en de kinderen veel plezier tijdens de voorbereidende lessen en het concert.
3
Geluidsfragmenten U vindt alle geluidsfragmenten en filmpjes op educatie.concertgebouw.nl/van-mythen-en-muziek Geluidsfragmenten 1. Is er nieuws van onze schepen 2. Is er nieuws van onze schepen 3. Spreektekst 1 4. Spreektekst 1 5. Spreektekst 2 6. Spreektekst 2 7. Ha fijn, er staat wijn 8. Ha fijn, er staat wijn 9. Ha fijn, er staat wijn 10. Spreektekst 3 11. Spreektekst 3 12. Spreektekst 4 13. Spreektekst 4 14. ’t Is donker, er zijn wolken 15. ’t Is donker, er zijn wolken 16. Spreektekst 5 17. Spreektekst 5 18. De paarden blijven maar gewillig draven 19. De paarden blijven maar gewillig draven 20. Spreektekst 6 21. Spreektekst 6 22. Spreektekst 7a 23. Spreektekst 7a 24. Spreektekst 7b 25. Spreektekst 7b 26. Spreektekst 7c 27. Spreektekst 7c 28. Het zanderige Pylos is bijna bereikt 29. Het zanderige Pylos is bijna bereikt 30. Cyclopenballade 31. Cyclopenballade 32. Spreektekst 8 33. Spreektekst 8 34. Wat een feest hier 35. Wat een feest hier 36. 37. 38. 39.
Is er nieuws van onze schepen ’t is donker & Het zanderige Pylos De paarden blijven maar gewillig draven Wat een feest hier
vocaal piano vocaal instrumentaal vocaal instrumentaal vocaal - gewoon vocaal – lallend instrumentaal vocaal instrumentaal vocaal instrumentaal vocaal instrumentaal vocaal instrumentaal vocaal instrumentaal vocaal instrumentaal vocaal instrumentaal vocaal instrumentaal vocaal instrumentaal vocaal instrumentaal vocaal instrumentaal vocaal instrumentaal vocaal instrumentaal orkest orkest orkest orkest
Extra luistermuziek die tijdens voorstelling gespeeld wordt 40. Saint Saens : Havanaise vioolsolo (soliste is Helena) 41. Adnan Saygun: uit Suite op. 14 deel I Meseli orkest 42. Grieg: Storm: uit Peer Gynt orkest
4
Van mythen en muziek
Filmpjes U vindt alle filmpjes op educatie.concertgebouw.nl/van-mythen-en-muziek 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Wow… Het Concertgebouw! Telemachos stelt zich voor Odysseus stelt zich voor Bodypercussie bij spreektekst 2 Bodypercussie bij spreektekst 3 Bodypercussie bij spreektekst 4 Bodypercussie bij spreektekst 5 Paardenhoeven-oefenversie Paardenhoeven Bewegingen bij cyclopen Bodypercussie bij spreektekst 8
5
Zingen met kinderen Zingen met kinderen zorgt voor plezier en een prettige sfeer in de klas. Onderstaande simpele tips kunnen u helpen om elke muziekles, hoe kort ook, weer voort te bouwen op de vorige en zo een positief resultaat bereiken. Waarom is het goed om met een groep kinderen te zingen? – Zingen zorgt voor het ontwikkelen van goede gewoontes. – Met zingen werk je naar een eindresultaat toe en worden de kinderen uitgedaagd om steeds een stapje verder te zetten. – Zingen zorgt voor plezier! Welke goede gewoontes kun je hanteren in de les? – Begin elke les met een warming-up (kijk voor tips bij het kopje warming-up). – Maak van zingen een regelmatig terugkerende activiteit en ga niet alleen zingen als extraatje als al het andere werk is gedaan. – Stimuleer de leerlingen om goed naar elkaar en naar het zingen te luisteren. Was het zuiver en zong iedereen tegelijk? – Stimuleer stilte van de leerlingen voor en na het zingen van elk lied. – Probeer eens verschillende vormen van stemgebruik uit, denk hierbij bijvoorbeeld aan typetjes: een boze heks, een verdrietige jongen, etc. Hiermee kan het komende verhaal ook mooi geïntroduceerd worden. – Zing (delen van) het lied op verschillende manieren: harder, zachter, met een ander ritme, fluisterend, het ritme klappend, enzovoort. – Zet sterke zangers bij elkaar, vanuit dit sterke groepje zangers krijgt de rest van de groep meer zelfvertrouwen. – Voeg bewegingen toe, bijvoorbeeld een klap of stap. – Articuleer duidelijk, streef naar goed verstaanbare klinkers en medeklinkers. – Werk met de leerlingen aan een houding waarbij ze steeds beter willen worden en beter willen leren zingen. – Werk toe naar een uitvoering, laat de groep meedenken over de uitvoering en de presentatie. Warming-up Een goede warming-up is erg belangrijk. Een warming-up is de start van de les en niet alleen om het lichaam en de stem op te warmen, maar ook om de aandacht en concentratie van de leerlingen te krijgen. Plezier is één van de belangrijkste dingen van een warming-up! Tijdens een warming-up komen de volgende aspecten voorbij: – Losmaken van stem en lichaam – Focus en concentratie – Versterken van het groepsgevoel – Ademhaling – Verhogen van de energie Enkele aandachtpunten tijdens een warming-up: – Variatie: zorg voor variatie in de warming-up zodat iedereen bij de les blijft. – Staan en zitten: wanneer leerlingen zingen moeten ze vrij kunnen bewegen om rustig en ontspannen te kunnen ademhalen. Staan tijdens het zingen heeft daarom de voorkeur boven zitten. – Oude bekende en nieuwe dingen: door terug te grijpen naar opdrachten en spelletjes die leerlingen al kennen versterkt u het groepsgevoel en kunnen de leerlingen ontspannen. Wissel deze oude bekende opdrachten en spelletjes af met nieuwe opdrachten en spelletjes zodat de leerlingen geïnteresseerd en enthousiast blijven.
6
Van mythen en muziek
Oefeningen voor de warming-up Op educatie.concertgebouw.nl/van-mythen-en-muziek kunt u van een aantal van onderstaande oefeningen een filmpje bekijken. Houding en losmaken van het lichaam – Schud eerst alle lichaamsdelen met de leerlingen los, denk aan armen en benen maar ook aan handen, vingers, tenen, neus, ogen, etc. Hoe kun je deze lichaamsdelen afzonderlijk van de rest bewegen? Bedenk hier met de leerlingen oplossingen voor. – Laat de leerlingen in de juiste zanghouding staan; rechtop met de voeten op heupbreedte en het gewicht over beide voeten verdeeld, zodat je goed in evenwicht staat. Vraag de leerlingen in te ademen terwijl ze op hun tenen gaan staan en proberen het plafond aan te raken. Bij de uitademing laten zij hun hele lichaam naar beneden vallen en hun hoofd naar voren. – De leerlingen gaan nu weer rechtop staan en zorgen ervoor dat hun schouders los zijn, hun armen losjes langs hun lichaam hangen, hun knieën niet op slot staan en hun handen en kaak ontspannen zijn. – Wanneer de leerlingen zittend zingen, stimuleer dan dat zij rechtop zitten en alle lichaamsdelen ontspannen zijn. Ademhaling – De leerlingen ademen diep in en uit terwijl hun schouders ontspannen zijn. – Laat de leerlingen dan acht tellen inademen, hun adem twee tellen vasthouden en dan weer vier tellen uitademen. Herhaal dit een aantal keer. – Probeer eens om de leerlingen zonder geluid te laten inademen en veel geluid te laten maken bij het uitademen. Probeer het dan eens andersom, met veel geluid inademen en zonder geluid uitademen. – Herhaal de oefening nog eens, maar ‘sis’ nu op de uitademing. Door deze oefening worden leerlingen zich bewust van hoe je controle kunt hebben op de uitademing als je aan het zingen bent. – Als laatste oefening, in plaats van ‘sissen’, neuriën de leerlingen op de uitademing. Dan maken de leerlingen langzaam een ‘o’ van hun mond en zingen ‘o’. Hoe klinkt het met iedereen samen? Stemoefeningen – Iedereen schudt zijn armen, benen, voeten en alle andere lichaamsdelen en maakt bij elke beweging een geluid. Probeer eens lage en hoge geluiden, heeft dat effecten op de bewegingen? – De leerlingen gapen heel luidruchtig en rekken zich helemaal uit. Voelen ze zich nu ontspannen? – Zing met de kinderen een lange noot op bijvoorbeeld de klinker ‘oe’. Vraag hen te zingen als een operazanger. Laat de leerlingen dit uitproberen door de ruimte op te zoeken in de klas en met hun houding en gezichtsuitdrukking net te doen alsof ze operazangers zijn. Verander de klinker, naar ‘aa’ en ‘oo’. Welke klinker zingt het makkelijkst? – De leerlingen beelden in dat ze een heks zijn of een zoemende mug en maken daarbij een hoog nasaal geluid. Het geluid wordt langzaam een ‘a’. Houd deze ‘a’ even vast. Focus en versterken van het groepsgevoel – Geef een klap in de handen in de richting van de leerling aan de rechterkant. Deze leerling geeft de klap door aan de volgende, net zo lang tot de klap de hele kring is rond geweest. Samen moeten de leerlingen ervoor zorgen dat de klap in hetzelfde ritme blijft, of versnelt, of juist vertraagt. Je kunt de oefening moeilijker maken door een klap beide richtingen uit te geven. – Tel tot drie en laat alle kinderen hun naam zeggen met een zelf bedachte beweging erbij. Ga daarna de kring rond, ieder kind mag zijn naam met
7
beweging voordoen, waarna de rest van de klas het zo goed mogelijk na probeert te doen. Algemene tips In de lessen wordt het aanleren van de liedjes aangeboden door middel van voor- en nazingen. U zingt dan een regel voor en de leerlingen herhalen deze. Probeer de leerlingen steeds te laten luisteren naar de melodie en de tekst. Dit stimuleert u door middel van voor- en nazingen en door de leerlingen vooraf een luisteropdracht mee te geven, bijvoorbeeld; ‘wat heeft het kind in het lied allemaal al gedaan?’. Leerlingen leren veel door herhaling. Daarom raden wij u aan om de liedjes regelmatig in de klas te laten horen en de geleerde liedjes veel te herhalen. Dit is wenselijk voor het goed kennen van de liedjes. Jonge kinderen Ook met jonge leerlingen is het belangrijk om goed in te zingen. Om de stemmen van de leerlingen op te warmen kunt u bijvoorbeeld korte melodieën voorzingen, de leerlingen herhalen deze. Een andere oefening is dat de leerlingen uw vinger volgen. Vertel de leerlingen dat het een vlieg is en dat ze met de beweging mee mogen zingen. Omhoog betekent hoger zingen, omlaag betekent lager zingen. Bodypercussie Voor het aanleren van de bodypercussie kunnen dezelfde stappen gehanteerd worden als bij het aanleren van een lied. Over het algemeen wordt de papegaaitechniek het meest gebruikt voor het aanleren van bodypercussie. Hierbij speelt de leerkracht een gedeelte voor, waarna de leerlingen dit herhalen. Deel de bodypercussie in kleinere stukken op. Speel eerst de aangeleerde delen achter elkaar door, alvorens een volgend deel aan te leren. Let altijd op de kwaliteit en speelwijze van de verschillende klanken: Borst: diepe klank Bovenbeen: feller, hoger geluid Klap: stevige aanslag Stamp: diepe klank en ‘in de grond’ gespeeld Verder is het, net als bij zingen, van belang dat de leerlingen gelijk en energiek spelen. Hoe strakker u het ritme met uw klas instudeert, hoe mooier het straks in Het Concertgebouw klinkt.
Wij wensen u en de leerlingen veel plezier tijdens de voorbereidende lessen en het concert.
8
Van mythen en muziek
Les 1: Mythen Nodig: – – – – – – – – – –
educatie.concertgebouw.nl/van-mythen-en-muziek Film 1 t/m 3 Bijlage 1: Script Bijlage 3: Tijdbalk Bijlage 4: Personages Bijlage 8: Informatie over Het Concertgebouw Bijlage 9: Informatie over Het Nederlands Philharmonisch Orkest Bijlage 11: Kaart omzwervingen Odysseus Geluidsfragment 1 t/m 4 en 36 Liedtekst 1
Tijd: –
Ongeveer 45 minuten
Voorbereiding – Lees de informatie uit de bijlagen. – Bekijk Film 1 t/m 3 – Zorg dat u het lied Is er nieuws van onze schepen kent. – Zorg dat u spreektekst 1 kent. In deze les: – Horen de leerlingen dat ze naar een concert gaan, leren ze een lied en een spreektekst. Inleiding Vertel de leerlingen dat ze naar een concert in Het Concertgebouw gaan. Vertel over dit bijzondere gebouw en gebruik bij het vertellen de informatie uit bijlage 8. Bekijk daarna film 1. Vertel de leerlingen dat zijzelf een belangrijke rol spelen tijdens het concert. Ze gaan liedjes, spreekkoren en bodypercussies leren die ze samen met het orkest en de zangers in de Grote Zaal van Het Concertgebouw zullen uitvoeren. De leerlingen reageren als koor op de belevenissen van de hoofdrolspelers. Hoe beter de leerlingen alles kennen, hoe leuker het is om dit concert, samen met een zaal vol kinderen, de solisten én het orkest, uit te voeren. Tijdens het concert zal het Nederlands Philharmonisch orkest spelen. Vertel de leerlingen over het orkest (zie bijlage 9).
Het concert waar de leerlingen naar toe gaan heet Van mythen en muziek. Weten de leerlingen wat mythen zijn? Een mythe is een heel oud verhaal van een volk dat over de geschiedenis of de godsdienst van het volk gaat. Een mythe gaat over gebeurtenissen die echt gebeurd zijn, maar vaak zijn de verhalen mooier gemaakt door heldendaden en magie. Een volk dat veel van deze mythen of verhalen heeft, zijn de Grieken. Bespreek met de leerlingen wat ze weten over de oude Grieken. Bespreek met behulp van een tijdbalk in de klas wanneer de oude Grieken leefden. In bijlage 3 is een tijdbalk opgenomen. De Griekse beschaving heeft bestaan van 800 voor Christus tot 146 na Christus, daarna viel het Griekse gebied geheel onder Romeins bestuur. Laat op het digibord zien waar Griekenland ligt.
9
Kern Het verhaal van Odysseus Het concert waar de leerlingen naar toe gaan gaat over het verhaal van Odysseus geschreven door Homerus. Vertel de leerlingen het volgende: e Homerus was een Griekse dichter die leefde in de 8 eeuw voor Christus. e Vierhonderd jaar voordat Homerus leefde, in de 12 of 13 voor Christus vond de Trojaanse Oorlog plaats. Over een held uit deze oorlog schreef Homerus het gedicht de Odyssee. Het gedicht gaat over Odysseus, de koning van het eiland Ithaka die is getrouwd met Pénélopé. Als hun zoon Telemachos net is geboren vraagt Menelaos, de koning van Sparta aan Odysseus mee te gaan vechten in de Trojaanse Oorlog. Odysseus wil niet mee gaan vechten en doet net alsof hij gek geworden is. Maar de andere mannen laten zich niet voor de gek houden en uiteindelijk gaat Odysseus toch mee. Hij blijft alleen erg lang weg… In bijlage 4 is meer informatie te vinden over de personages uit het verhaal. In bijlage 11 is een kaart opgenomen waar de omzwervingen van Odysseus op zijn aangegeven.
De uitspraak van de namen: Pénélopé – Pénélopé Telemachos – Telémachos Helena – Hélena Odysseus – Odyssuis Ithaka – Ithaka Nestor – Nestor Menelaos – Menelaos Tijdens het concert gaat zoon Telemachos op zoek naar zijn vader. Vertel de leerlingen dat zij de functie van het koor zullen vervullen. In Griekse tragedies speelt het koor een belangrijke rol, zij reageerden op wat er tijdens voorstellingen en concerten op het toneel gebeurde en gaven advies. Spreek met de leerlingen de namen uit van de personages die in het concert voorkomen. Doe dit op verschillende manieren bijvoorbeeld, snel, langzaam, hard, stotterend. Zorg ervoor dat de namen goed worden uitgesproken en dat de klemtonen op de juiste plaats komen. Laat vervolgens film 2 en 3 zien waarin de hoofdrolspelers van Van mythen en muziek zich voorstellen en vertellen over hun personage.
Lied aanleren Beluister geluidsfragment 1 drie keer en stel de leerlingen vooraf steeds één luistervraag: – Waar gaat het lied over? (In het lied vraagt het koor zich af of er nog nieuws is over de schepen en mannen die jaren geleden vertrokken zijn om te vechten in de Trojaanse Oorlog). – Wat gebeurt er met de melodie op de tekst ‘Is er nieuws’? (de melodie gaat steeds een toon omlaag) – Hoe vaak wordt de melodie in het lied herhaald? (4x) Leer het lied Is er nieuws van onze schepen aan door middel van voor- en nazingen. Het lied klinkt dramatisch en opwindend, het mag zo ook gezongen worden. Laat de kinderen goed luisteren naar het intro, zodat ze goed weten wanneer ze in moeten zetten. Zing het lied vervolgens met de instrumentale versie (geluidsfragment 2). Beluister de orkestversie van het lied (geluidsfragment 36). De melodie die de kinderen net geleerd hebben begint op 0:43.
10
Van mythen en muziek
Spreektekst 1 aanleren Na het lied zal Telemachos tijdens het concert beginnen te vertellen (zie script in bijlage 1). De menigte (vertolkt door het koor, de leerlingen dus) is nieuwsgierig en begint onderling te fluisteren. Dit is spreektest 1. Leer de zinnen van de spreektekst één voor één aan. Gebruik geluidsfragment 3 om de spreektekst op het juiste ritme uit te spreken. De dikgedrukte lettergrepen krijgen de klemtoon. Als dit goed gaat oefen dan met de instrumentale versie (geluidsfragment 4). Spreektekst 1 (fluisterend) Sssttt. Sssttt. Sssttt. Sssttt. Ssssttt. Het isss de zoon van onze ko-ning. Luissster! Het isss dat zoon-tje van O-dys-seusss. Luissster! Het isss, Te-le-machosss, weesss stil en luissster! Sssssstttttt.
In bijlage 1 staan de teksten of de laatste regels van de teksten opgenomen die Telemachos of één van de andere personages zegt voordat het koor antwoordt of reageert. Oefen met de leerlingen wanneer zij mogen inzetten door de laatste regels voor te lezen en de leerlingen te laten antwoorden met spreektekst 1.
Afsluiting Bekijk met de leerlingen bijlage 4 en bespreek de personages uit het verhaal. Herhaal dan het lied en de spreekteksten nog eens, gebruik hiervoor zoveel mogelijk de instrumentale versies. U leest zelf de tekst van Telemachos en de andere personages voor. Extra
Laat de leerlingen informatie opzoeken over de Grieken op internet of schoolbibliotheek. Tips voor boeken: – E. Pelgrom en T. Tjong-Khing, Helden & donder en bliksem 2011 – T. Deary, Die gave Grieken, Waanzinnig om te weten 2005 – S. Kramer, Griekse tragedies, (Amsterdam 2009). – S. Kramer, De omzwervingen van Odysseus, (Amsterdam 2006). – B. Weber, Mijn eerste boek over de oude Grieken, (Haarlem 2005). – W. Vandersteen, Suske en Wiske Jeromba de Griek, (Antwerpen, 1993.) – I. Dros, Held van de twaalf taken: de mythe van Herakles, (Amsterdam 2000). – I. Dros, Ilios : het verhaal van de Trojaanse oorlog, (Amsterdam 1999). – I.Dros, Ilios & Odysseus, (Amsterdam 2001). – I. Dros, Held van het labyrint : de mythen van Theseus en Ariadne, Daidalos en Ikaros, en Faidra, (Amsterdam 2002). – I. Dros, Griekse mythen, (Amsterdam2004). Op www.schooltv.nl/beeldbank zijn filmpjes te vinden over de Griekse goden, Olympische Spelen en nog meer.
11
Les 2: Wijn Nodig: – – – – –
educatie.concertgebouw.nl/van-mythen-en-muziek Geluidsfragment 5 t/m 9 Liedtekst 2 Film 4 Bijlage 1: Script
Tijd: –
Ongeveer 45 minuten
Voorbereiding: – Zorg dat u het lied Ha fijn, er staat wijn kent. – Zorg dat u spreektekst 2 kent, inclusief bodypercussie. In deze les: – Horen de leerlingen over de vrijers in het huis van Pénélopé, leren ze een spreektekst en een lied. Inleiding Vraag de leerlingen of ze kort het verhaal van het concert tot nu toe kunnen herhalen. Wie zijn de hoofdpersonen? Weten ze nog door wie ze worden gespeeld? Vertel de leerlingen hoe het verhaal verder gaat: De moeder van Telemachos, Pénélopé, is al heel lang alleen omdat haar man Odysseus aan het vechten is in de Trojaanse Oorlog. Jongemannen van het eiland willen graag met de rijke Pénélopé trouwen. Elke dag komen er mannen, de vrijers, naar het paleis en vragen Pénélopé om met één van hen te trouwen, zodat zij koning worden. Telemachos vindt dat zijn moeder Pénélopé niet zomaar met iemand anders kan trouwen, want niemand weet zeker of Odysseus wel echt dood is. De vrijers zijn vervelend, ze eten en drinken alles op wat er in het paleis te vinden is. Telemachos vraagt het volk om te helpen een eind te maken aan de overlast van de vrijers. Eén van de vrijers neemt daarop het woord en haalt de andere mensen over om niet naar Telemachos te luisteren. Dat ze elke dag in het paleis staan te wachten is niet hun schuld maar de schuld van Pénélopé zelf. Zij begon een kleed te weven en als dat klaar was zou ze één van de vrijers uitkiezen om mee te trouwen. Maar iedere nacht haalt ze weer uit wat ze overdag geweven heeft, zodat het kleed niet afkomt en de vrijers elke dag opnieuw voor niets naar het paleis komen. De vrijer waarschuwt de mensen en Telemachos dat ze moeten oppassen omdat het anders wel eens slecht voor hen zou kunnen aflopen. Kern Spreektekst 2 met bodypercussie aanleren Telemachos wil dus graag dat de vrijers zijn huis uit gaan. De mensen (het koor, dus de leerlingen) reageren hierop met spreektekst 2.
12
Van mythen en muziek
Spreektekst 2 Maar prins Te-le-machos, er is een re-den. De strijd om Tro-je is tien jaar ge-le-den.
Bodypercussie
4 stappen op de plaats 4 stappen op de plaats En al-le Grieken zijn al-lang weer thuis. Alleen O-dys-seus komt maar niet naar huis. 4 stappen op de plaats 4 stappen op de plaats
Schrijf de regels van de spreektekst op het bord. Spreek met de leerlingen de tekst een aantal keer uit. De dikgedrukte delen krijgen de klemtoon. Gebruik geluidsfragment 5 om de spreektekst op het juiste ritme uit te spreken. Vraag dan welke regel de leerlingen al kennen en veeg deze regel weg. Spreek daarna de tekst nog eens uit. Welke regel kan er nu weggeveegd worden? Ga zo door tot de leerlingen de hele tekst kennen. Als de leerlingen de tekst goed uit het hoofd kennen kan de bodypercussie aangeleerd worden: stappen in de maat (zie film 4). In het schema hierboven staat aangegeven wanneer de leerlingen de bodypercussie uitvoeren.
Lied aanleren De vrijers zingen terwijl ze in het paleis aan het eten en het drinken zijn. Ze zingen het lied Ha fijn, er staat wijn. Dit lied gaan de leerlingen ook zingen tijdens de voorstelling. (Dit lied is gebaseerd op het drinklied Libiamo uit de opera La Traviata van Verdi.) Laat het lied een keer horen (geluidsfragment 7 en liedtekst 2). En stel de volgende luistervragen: – Welke stukjes hebben dezelfde melodie? (de stukjes die beginnen met ‘Ha fijn’) – Waar begint het tussenstuk van het lied? (bij ‘We drinken maar’) Bespreek de antwoorden op de vragen en leer het lied aan door middel van voor- en nazingen. Begin met het deel dat begint met ‘Ha fijn’, leer daarna het tussenstuk aan. De vrijers hebben al veel wijn gedronken en gaan daardoor een beetje raar praten. Dan klinkt het zingen ineens anders. Laat geluidsfragment 8 horen en zing het lied daarna lallend met de klas. Tijdens het concert wordt het lied in totaal twee keer gezongen. De eerste keer ‘normaal’, de tweede keer ‘lallend’. Afsluiting Herhaal de liedjes en de spreekteksten nog eens vanaf het begin in de juiste volgorde, gebruik hiervoor de instrumentale versies. U leest zelf de tekst van Telemachos en de andere personages voor (zie script in bijlage 1).
13
Les 3: Op reis Nodig: – – – – – – –
educatie.concertgebouw.nl/van-mythen-en-muziek Geluidsfragment 10 t/m 15 en 37 Liedtekst 3 Film 5 en 6 Bijlage 1: Script Bijlage 10: Instrumenten Bijlage 12: Trireem (extra)
Tijd: –
Ongeveer 45 minuten
Voorbereiding: – Zorg dat u het lied ’t Is donker er zijn wolken kent. – Zorg dat u spreektekst 3 en 4 kent, inclusief bodypercussie. In deze les: – Gaat Telemachos op reis, leren de leerlingen twee spreekteksten en een lied. Inleiding Vraag de leerlingen of ze kort het verhaal van het concert tot nu toe kunnen herhalen. Wie zijn de hoofdpersonen? Weten ze nog door wie ze worden gespeeld? Wat is er gebeurd in het verhaal?
Telemachos staat machteloos en wil dat hij een schip heeft, dan kan hij op zoek gaan naar zijn vader. Lees de tekst voor die Telemachos zegt na het lied Ha fijn, er staat wijn: Daar gaan ze weer en ik ben machteloos. Had ik maar twintig roeiers en een schip. Dan reisde ik naar Pylos en naar Sparta, Naar koningen die met mijn vader vochten bij Troje, om te vragen naar Odysseus.
Kern Spreektekst 3 aanleren Het koor spoort Telemachos aan om zijn vader te gaan zoeken met de volgende spreektekst: Spreektekst 3 Bodypercussie (zie film 5) Ja, ga op reis. Vraag of hij is ge-zien, op zee of ergens in een stad misschien. 4 stappen op de plaats, klap tegelijkertijd in je handen op tel 1 en 2 Herhaal Vraag wat er met zijn mak-kers is gebeurd om wie hier el-ke dag nog wordt ge-treurd. 4 stappen op de plaats, klap tegelijkertijd in je handen op tel 1 en 2 Herhaal
14
Leer de spreektekst aan de leerlingen aan. U kunt hiervoor de wegveegmethode uit les twee gebruiken. Een andere manier om teksten te leren in plaats van de wegveegmethode is de invulmethode. Spreek de tekst
Van mythen en muziek
een keer uit en vraag de leerlingen goed te luisteren. Spreek de tekst nog een keer uit en laat het laatste woord invullen door de leerlingen. Herhaal dit en laat steeds meer woorden invullen door de leerlingen. Spreek vervolgens de tekst in zijn geheel uit met de leerlingen. Gebruik geluidsfragment 10 om de spreektekst op het juiste ritme uit te spreken. Als de leerlingen de tekst en het ritme kennen, oefen dan met de instrumentale versie (geluidsfragment 11). Leer vervolgens de body-percussie aan (zie film 5). In het schema hierboven staat aangegeven wanneer de leerlingen de bodypercussie uitvoeren.
Spreektekst 4 aanleren Telemachos is nog niet helemaal overtuigd van het idee dat hij op reis moet gaan, hij zal toch geen schip en roeiers krijgen (zie script in bijlage 1). Het koor antwoordt met de volgende spreektekst: Spreektekst 4 Dan geven wíj een schip en roei-ers mee en brengen wat je no-dig hebt aan boord.
Bodypercussie (zie film 6)
4 stappen op de plaats met daarbij: Tel 1: klap in je handen Tel 2: klap in je handen Tel 3: klap met je armen gekruist op je bovenarmen, daarna met de bovenkant van je handen tegen elkaar recht omhoog Tel 4: klap met je armen gekruist op je bovenarmen Herhaal Maar mondje dicht, Te-le-machos, geen woord! Kom naar de ha-ven, kies van-nacht nog zee.
Leer de tekst aan door middel van de wegveegmethode of de invulmethode. Luister naar geluidsfragment 12 voor het juiste ritme. Als de leerlingen de tekst en het ritme kennen, oefen dan met de instrumentale versie (geluidsfragment 13). Leer vervolgens de body-percussie aan (zie film 6). In het schema hierboven staat aangegeven wanneer de leerlingen de bodypercussie uitvoeren.
Luisteropdracht Telemachos gaat op reis met het schip en de roeiers. Het is geen gemakkelijke reis, het is donker, het wordt vloed en ze mogen niet gezien worden, kortom het is gevaarlijk. Luister met de leerlingen naar geluidsfragment 37 t/m minuut 3:00 (dit is het stuk Die Moldau van componist Smetana) en stel hen vooraf de volgende vragen: – Waaraan kunnen ze horen dat er water of een rivier wordt uitgebeeld in de muziek? (door de continu doorgaande noten hoor je het kabbelen van de rivier.) – Welke instrumenten spelen de melodie? (Eerst de fluiten en dan de violen, zie afbeeldingen in bijlage 10) Bespreek de antwoorden op de vragen en luister nogmaals naar het fragment.
15
Lied aanleren De leerlingen zingen het lied ’t Is donker, er zijn wolken over de reis naar Pylos. De melodie van het lied hebben de leerlingen tijdens de luisteropdracht gehoord. Laat de kinderen luisteren naar geluidsfragment 14 en stel hen vooraf de volgende vraag: – Wat zijn de verschillen tussen het eerste en het tweede couplet? (het eerste couplet is in mineur geschreven en klinkt daardoor iets droeviger, het tweede couplet is in majeur geschreven en klinkt daardoor vrolijker. Dit is ook in de tekst terug te horen.) Leer vervolgens het lied aan door middel van voor- en nazingen. Zing het lied daarna met de instrumentale versie (geluidsfragment 15) Afsluiting Herhaal de liedjes en de spreekteksten nog eens vanaf het begin in de juiste volgorde, gebruik hiervoor de instrumentale versies. U leest zelf de tekst van Telemachos en de andere personages voor (zie script in bijlage 1). Extra Grieks schip knutselen De Grieken hadden een schip, een trireem genoemd waarmee oorlog gevoerd werd. Het had een zeil, maar er werd ook geroeid. Er zaten drie (tri) rijen roeiers boven elkaar. Aan de voorkant van het schip zat een ram, waarmee ze de tegenstander probeerden te raken. Nodig: – Lijm – Halve knijpers – IJsstokjes – Eventueel ander knutselmateriaal als saté prikkers of kurken. De leerlingen maken in groepjes van twee een schip van de halve knijpers of ijsstokjes. Laat een aantal voorbeelden op plaatjes zien van de Griekse schepen (zie bijlage 12). Als de bootjes klaar zijn kan er nog gekeken worden welke er blijven drijven.
16
Van mythen en muziek
Les 4: Nestor Nodig: – – – – – –
educatie.concertgebouw.nl/van-mythen-en-muziek Geluidsfragment 16 t/m 19 en 38 Film 7, 8 en 9 Liedtekst 4 Bijlage 1: Script Bijlage 2: Het Griekse alfabet (extra)
Tijd: –
Ongeveer 45 minuten
Voorbereiding – Zorg dat u spreektekst 5 kent, inclusief bodypercussie. – Zorg dat u het lied De paarden blijven maar gewillig draven kent, inclusief beweging. In deze les: – Is Telemachos op bezoek bij Nestor en leren de leerlingen een spreektekst en een lied. Inleiding Vraag de leerlingen of ze kort het verhaal van het concert tot nu toe kunnen herhalen. Wie zijn de hoofdpersonen? Weten ze nog door wie ze worden gespeeld? Wat is er gebeurd in het verhaal? (Telemachos is vertrokken met zijn boot en roeiers, op weg om zijn vader te zoeken.) Kern Spreektekst 5 aanleren Het verhaal gaat verder: Het schip van Telemachos komt aan bij de witte kust waar Nestor woont. Nestor heeft met Odysseus gevochten in de oorlog tegen Troje. Telemachos vraagt aan Nestor of hij weet waar zijn vader is. Het koor spreekt voor Nestor: Spreektekst 5 Hij lijkt wat op O-dys-seus, dat is waar Hij heeft de-zelf-de neus, het-zelf-de haar.
Bodypercussie (film 7)
Tel 1+2: Veeg 5x in je handen en knip 1x in je vingers Tel 3: klap twee keer in je handen Tel 4: 1x vingerknip Herhaal En als hij praat dan heeft hij ook zo’n stem. ‘t Is net O-dys-seus. Ja, hij lijkt op hem!
Leer de tekst aan door middel van de wegveegmethode of de invulmethode. Luister naar geluidsfragment 16 voor het juiste ritme. Als de leerlingen de tekst en het ritme kennen, oefen dan met de instrumentale versie (geluidsfragment 17). Leer vervolgens de body-percussie aan (zie film 7). In het schema hierboven staat aangegeven wanneer de leerlingen de bodypercussie uitvoeren. Deze spreektekst wordt tijdens het concert op 2 momenten uitgevoerd. Dit staat aangegeven in het script in bijlage 1. 17
Lied aanleren Vertel de leerlingen hoe het verhaal verder gaat: Nestor vertelt over Odysseus en wat ze samen hebben meegemaakt. Hij heeft helaas geen nieuws over Odysseus maar hij wil Telemachos wel helpen. Hij leent hem en zijn paarden, zo kan Telemachos veel sneller reizen naar Menelaos, die misschien meer weet. De leerlingen maken tijdens het concert het geluid van de wegdravende paarden. Weet iemand hoe je het draven van de paarden na kan doen? Oefen dit met film 8 en 9 en leer de beweging vervolgens zelf aan de kinderen aan. Laat de paarden snel en langzaam draven. Leer het lied De paarden blijven maar gewillig draven aan de leerlingen aan door middel van voor- en nazingen. Gebruik hierbij geluidsfragment 18. Zing het lied vervolgens met de instrumentale versie (geluidsfragment 19). Tijdens het intro van het lied doen de leerlingen de net geleerde bodypercussie van de dravende paarden. Beluister geluidsfragment 38, dit is de orkestversie van het lied dat ze net geleerd hebben. Afsluiting Herhaal de liedjes en de spreekteksten nog eens vanaf het begin in de juiste volgorde, gebruik hiervoor de instrumentale versies. U leest zelf de tekst van Telemachos en de andere personages voor (zie script in bijlage 1). Extra Het Griekse alfabet De Grieken hebben een eigen schrift. In bijlage 2 staat een tabel met de letters en hoe je deze letters uitspreekt. Geef de leerlingen de volgende opdrachten.
1. Welke letters zien er precies zo uit als de onze? ……………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………… 2. Mis je ook letters die wij wel hebben en de Grieken niet? ......................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................... 3. Schrijf in Griekse letters je lievelingsdier ……………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………… 4. Wat staat hier? Γ ριεκςλεζενγα ατγo εδ ......................................................................................................................................................... .........................................................................................................................................................
18
Van mythen en muziek
Les 5: Helena Nodig: – – – – –
educatie.concertgebouw.nl/van-mythen-en-muziek Geluidsfragment 20 t/m 29 Bijlage 1: Script Bijlage 6: Het paard van Troje (extra) Liedtekst 5
Tijd: –
Ongeveer 45 minuten
Voorbereiding – Zorg dat u spreektekst 6 en 7abc kent. – Zorg dat u het lied Het zanderige Pylos is bijna bereikt kent. In deze les: – Komt Telemachos aan bij een paleis en ziet een mooi meisje, leren de kinderen spreekteksten en een lied. Inleiding Vraag de leerlingen of ze kort het verhaal van het concert tot nu toe kunnen herhalen. Wie zijn de hoofdpersonen? Weten ze nog door wie ze worden gespeeld? Wat is er gebeurd in het verhaal? (Telemachos is vertrokken bij Nestor met de paarden op weg naar Menelaos die met Odysseus heeft gevochten in de Trojaanse Oorlog) Kern Spreektekst 6 aanleren Vertel de leerlingen het volgende: Na een tijd komt Telemachos aan bij een marmeren paleis. Daar staat een heel mooi meisje, Telemachos vraagt zich af wie dat meisje is. Het koor weet wie het is en antwoordt Telemachos: Spreektekst 6 (romantisch) Dat is geen meis-je, dat is He-lena. Het is geen won-der dat je staat te sta-ren. Om haar zijn dui-zend schepen uitge-va-ren. Om haar, om He-lena, om He-lena....
Leer de tekst aan door middel van de wegveegmethode of de invulmethode. Luister naar geluidsfragment 20 voor het juiste ritme. Als de leerlingen de tekst en het ritme kennen, oefen dan met de instrumentale versie (geluidsfragment 21). Laat de kinderen de tekst romantisch uitspreken. Helena is getrouwd met Menelaos. Telemachos vraagt hem of hij iets weet van zijn vader Odysseus. Het koor spreekt namens Menelaos de herhaling van spreektekst 5. Deze hebben de leerlingen in de vorige les geleerd.
19
Spreektekst 7abc aanleren Vertel de kinderen het volgende: Menelaos vertelt Telemachos dat Odysseus zijn beste vriend is. Hij vertelt over de Trojaanse oorlog en de list die Odysseus had bedacht met het houten paard zodat ze de stad Troje konden overvallen. En het belangrijkste, Menelaos heeft gehoord dat Odysseus nog leeft en dat hij naar Ithaka zou gaan als er twintig jaren waren verstreken. Menelaos wil een groot feest geven voor Telemachos ter ere van zijn vader. Het koor zegt tegen Telemachos: Spreektekst 7a Je moet naar huis, het is de hoog-ste tijd. Je moet naar huis, straks ben je al-les kwijt. Kijk niet naar He-lena, maar ga, ga, ga naar I-thaka! Je moet naar I-thaka!
Leer de tekst aan door middel van de wegveegmethode of de invulmethode. Luister naar geluidsfragment 22 voor het juiste ritme. Als de leerlingen de tekst en het ritme kennen, oefen dan met de instrumentale versie (geluidsfragment 23). Laat de kinderen de tekst krachtig uitspreken (zonder te gaan schreeuwen).
Het lukt Telemachos bijna niet om weg te gaan, hij denkt maar steeds aan Helena… (zie script in bijlage 1)
Het koor zegt Telemachos nogmaals naar huis te gaan Spreektekst 7b Je moet naar huis, het is de hoog-ste tijd. Je moet naar huis, straks ben je al-les kwijt. Blijf niet bij He-lena, maar ga, ga, ga naar I-thaka! Je moet naar I-thaka!
Leer ook deze spreektekst aan de leerlingen aan (geluidsfragment 24). Welke zin is er anders vergeleken met spreektekst 7a? (Blijf niet bij Helena) Oefen daarna met de instrumentale versie (geluidsfragment 25)
Telemachos weet wel dat hij eigenlijk op weg zou moeten gaan, maar het lukt hem toch niet om Helena uit zijn hoofd te zetten… (zie script in bijlage 1) Het koor zegt hem voor de laatste keer om weg te gaan: Spreektekst 7c Je moet naar huis, het is de hoog-ste tijd. Je moet naar huis, straks ben je al-les kwijt. Denk aan die val-se vrijers, ga, ga, ga! Naar I-thaka! Je moet naar I-thaka!
20
Leer ook deze spreektekst aan de leerlingen aan (geluidsfragment 26). Welke zin is er anders vergeleken met spreektekst 7a en 7b? (Denk aan die valse vrijers) Oefen daarna met de instrumentale versie (geluidsfragment 27) Oefen deze drie spreekteksten altijd bij elkaar en laat de leerlingen deze drie teksten krachtig uitspreken (zonder te gaan schreeuwen).
Van mythen en muziek
Lied aanleren Vertel de leerlingen hoe het verhaal verder gaat: Telemachos twijfelt nog even over Helena maar kiest er dan toch voor om naar Ithaka te gaan. Menelaos geeft Telemachos nog een tip: als hij bij het eiland Ithaka is, moet hij van boord gaan en stiekem naar de varkenshoeder gaan. Telemachos en zijn mannen gaan weer op weg.
Het koor zingt over het vertrek en het varen naar Ithaka. Beluister het lied (geluidsfragment 28). Wat valt hen op aan de melodie? (Het lied Het zanderige Pylos is bijna bereikt is op dezelfde melodie als het lied ’t Is donker er zijn wolken uit les 2.) Leer het lied aan door middel van voor- en nazingen. Gebruik hierbij geluidsfragment 28. Zing het lied vervolgens met de instrumentale versie (geluidsfragment 29).
Afsluiting Herhaal de liedjes en de spreekteksten nog eens vanaf het begin in de juiste volgorde, gebruik hiervoor de instrumentale versies. U leest zelf de tekst van Telemachos en de andere personages voor (zie script in bijlage 1). Bedenk met de leerlingen een manier hoe ze de volgorde van de liedjes en spreektekst kunnen onthouden. Bijvoorbeeld door het verhaal te tekenen en de spreekteksten en liedjes aan bepaalde tekeningen te koppelen. Extra
In bijlage 6 is een versie van het verhaal van het houten paard van Troje opgenomen om voor te lezen of te vertellen. De leerlingen kunnen het paard van Troje knutselen van papier-maché, wcrolletjes of ze kunnen er een schilderij van maken.
21
Les 6: Cyclopen Nodig: – – – – – – –
educatie.concertgebouw.nl/van-mythen-en-muziek Geluidsfragment 30 t/m 33 Bijlage 1: Script Bijlage 5: Scenes uit het verhaal Bijlage 7: Cyclopen Film 10 en 11 Liedtekst 6
Tijd: –
Ongeveer 45 minuten
Voorbereiding – Lees de informatie uit bijlagen. – Zorg dat u het lied Cyclopenballade kent, inclusief bewegingen. – Zorg dat u spreektekst 8 kent, inclusief bewegingen. In deze les: – Vertelt Odysseus over zijn avonturen en leren de leerlingen een lied en een spreektekst. Inleiding Vraag de leerlingen of ze kort het verhaal van het concert tot nu toe kunnen herhalen. Wie zijn de hoofdpersonen? Weten ze nog door wie ze worden gespeeld? Wat is er gebeurd in het verhaal? (Telemachos is vertrokken bij Menelaos op weg naar Ithaka, omdat zijn vader Odysseus daar na 20 jaar terug zou moeten komen) Gebruik bij de herhaling eventueel de tekeningen uit de vorige les. Vertel de kinderen hoe het verhaal verder gaat: Telemachos is met zijn schip weer op reis naar gegaan. Hij heeft van Menelaos het advies gekregen om naar een varkenshoeder te gaan vlak voordat hij bij Ithaka is. Telemachos vindt het maar een raar advies, een varkenshoeder kan hem toch niet helpen? Als hij aan wal is gegaan ziet hij een bedelaar aankomen. De bedelaar vraagt naar de varkenshoeder en Telemachos en de bedelaar raken met elkaar in gesprek. De bedelaar zegt dat hij Odysseus is. Telemachos gelooft het niet, maar zijn vader laat hem een schitterende mantel zien en hij vertel over het geheim van het bed van Telemachos vader en moeder. Een geheim dat niemand anders kan weten. Dit bed heeft Odysseus namelijk zelf gemaakt van een grote boomstronk. De slaapkamer heeft hij om de grote boom heen gebouwd en toen de boom omgehakt. Van de stronk heeft hij een prachtig bed gemaakt, dat niet te verplaatsen is. Na dit verhaal gelooft Telemachos Odysseus en hij wil samen met zijn vader direct terug naar zijn moeder Pénélopé. Want nu hoeft Pénélopé niet meer met één van de vrijers te trouwen! Maar zijn vader houdt hem tegen, de vrijers zouden Telemachos en Odysseus natuurlijk niet zomaar doorlaten. Ze moeten iets verzinnen tegen de vrijers. Maar eerst vertelt Odysseus over zijn avonturen tijdens zijn reis. Kern Lied Cyclopen aanleren Eerst vertelt Odysseus over de cyclopen. Cyclopen zijn grote reuzen met maar één oog. Odysseus wist aan ze te ontsnappen met één van zijn listen. In bijlage 7 is het verhaal opgenomen over deze cyclopen. Vertel of lees dit voor aan de leerlingen.
22
Van mythen en muziek
Het koor beantwoordt het verhaal van Odysseus met het lied Cyclopenballade (geluidsfragment 30, liedtekst 6). Dit lied wordt samen met Odysseus gezongen, hij zingt de coupletten. De leerlingen zingen het refrein. In totaal wordt het refrein vier keer gezongen. Leer het lied aan door middel van voor- en nazingen gebruik hierbij geluidsfragment 30. Zing het lied vervolgens met de instrumentale versie (geluidsfragment 31). Bij dit lied horen ook bewegingen. Studeer de bewegingen in met behulp van film 10 en leer de bewegingen vervolgens zelf aan de leerlingen aan.
Spreektekst 8 aanleren Vertel de leerlingen hoe het verhaal verder gaat: Via schimmen in de onderwereld kwam Odysseus bij de sirenen terecht. De sirenen waren halfgoden: half mens en half vogel. Ze zaten op de rotsen langs de kust en vlogen boven het water. De sirenen zongen zo mooi dat de bemanning van de schepen die voorbij voeren betoverd werd. Hierdoor voeren ze tegen de klippen op en zonken. Odysseus moest ook langs de sirenen varen. Maar hij verzint een list en laat zich vastbinden aan de mast van het schip. De mannen moeten was in hun oren stoppen zodat ze het gezang van de sirenen niet kunnen horen en ze veilig verder kunnen varen, zonder tegen de klippen op te varen.
Odysseus wil blijven en naar de sirenen luisteren. Hij schreeuwt naar zijn mannen dat ze hem los moeten maken. Maar zijn mannen horen hem niet, omdat ze was in hun oren hebben. Het koor zingt: Spreektekst 8
Roeibeweging tijdens hele spreektekst (zie film 11)
We roeien door, we kunnen je niet ho-ren We hebben prop-pen was in onze o-ren, We roei-en, roei-en, zijn we er bij-na? Zijn we bij I-thaka? Bij I-thaka?
Leer de tekst aan door middel van de wegveegmethode of de invulmethode. Luister naar geluidsfragment 32 voor het juiste ritme. Als de leerlingen de tekst en het ritme kennen, oefen dan met de instrumentale versie (geluidsfragment 33). Bij deze spreektekst maken de leerlingen bewegingen alsof ze aan het roeien zijn (zie film 11).
En verder Vertel de leerlingen hoe het verhaal verder gaat: Als Odysseus en zijn mannen de sirenen achter zich laten komen ze bij een eiland aan. Omdat ze niets te eten hebben, eten de mannen een aantal koeien. Hier is de zonnegod Helios niet blij mee en hij neemt wraak door een oorkaan te veroorzaken. Als Odysseus weer op zee is, raakt hij hierdoor zijn schip en zijn mannen kwijt en spoelt aan op een eiland. Daar is een nimf Kalypso. Kalyspo is verliefd op Odysseus maar ondanks dat ze hem onsterfelijkheid en de eeuwige jeugd belooft kan Odysseus Pénélopé en Ithaka niet vergeten. Odysseus heeft heel veel heimwee en wil erg graag naar huis. Odysseus en Telemachos gaan op weg naar huis. Zal het ze lukken om thuis te komen?
23
Afsluiting Bespreek met de leerlingen bijlage 5 en beantwoord de vragen. De antwoorden: – De eerste afbeelding gaat over de list van Odysseus om uit de grot van de cycloop te ontsnappen door onder een schaap te hangen en zo met de schaap naar buiten te lopen. – De tweede afbeelding is het schip met Odysseus als hij vastgebonden is aan de mast zodat hij niet naar de sirenen kan gaan. De andere mannen roeien gewoon door, zij hebben was in hun oren. Herhaal de liedjes en de spreekteksten nog eens vanaf het begin in de juiste volgorde, gebruik hiervoor de instrumentale versies. U leest zelf de tekst van Telemachos en de andere personages voor (zie script in bijlage 1). Extra
24
In de Griekse mythologie komen veel vreemde wezens voor, bijvoorbeeld cyclopen, monsters, halfgoden en goden. De leerlingen kunnen de sirenen, cyclopen of de nimf Kalypso tekenen. Op www.megamythen.nl kunnen leerlingen een online spel spelen over de Griekse goden. Een site van het Rijksmuseum van Oudheden. Op de site http://www.outoftheblue.nl/goden/index.html kunnen leerlingen de Griekse goden aanklikken en er over lezen.
Van mythen en muziek
Les 7: Feest Nodig: – – – –
educatie.concertgebouw.nl/van-mythen-en-muziek Geluidsfragment 34, 35 en 39 Liedtekst 7 Bijlage 1: Script
Voorbereiding – Zorg dat u het lied Wat een feest hier kent. Tijd: –
Ongeveer 30 minuten
In deze les: – Leren de leerlingen over de bouzouki en leren ze het lied Wat een feest hier. Inleiding In de vorige lessen is al veel verteld over de Griekse mythen. De muziek die in het concert gespeeld wordt is voor een gedeelte ook Grieks. Een traditioneel Grieks instrument is de bouzouki. Het is een luitachtig instrument en de moderne versie heeft vier snaren. In Turkije en het Midden-Oosten worden ook dit soort instrumenten bespeeld.
De Griekse bouzouki.
Laat de bouzouki horen in de originele versies van het lied Wat een feest hier op de geluidsfragment 39. – Horen de leerlingen de bouzouki? Hoe klinkt het? – Laat als er een gitaar op school aanwezig is de gitaar horen of anders eventueel via youtube. Horen de leerlingen verschil tussen de gitaar en de bouzouki en wat is het verschil? (De gitaar klinkt warmer dan de bouzouki, de bouzouki klinkt wat metaalachtig).
Kern Lied Wat een feest hier aanleren Weten de leerlingen nog wat er in de vorige lessen geleerd is? Herhaal dit kort. Het concert eindigt met een feestlied. Er is feest en dat wordt gevierd met een lied. (geluidsfragment 34, liedtekst 7). Laat de leerlingen naar het lied luisteren en stel de volgende luistervraag: – Na de hoeveelste regel verandert de melodie? (de eerste vier regels is de melodie hetzelfde, de vijfde en de zesde keer is het melodie iets anders). Leer het lied aan door middel van voor- en nazingen. Zing het lied als het goed gaat met de instrumentale versie (geluidsfragment 35).
25
Afsluiting Herhaal de liedjes en de spreekteksten nog eens vanaf het begin in de juiste volgorde, gebruik hiervoor de instrumentale versies. U leest zelf de tekst van Telemachos en de andere personages voor (zie script in bijlage 1). Extra Sirtaki De leerlingen leren de Sirtaki dansen. De Sirtaki is geen traditionele Griekse dans, het komt uit de film Zorba de Griek uit 1964. Mikis Theodorakis schreef de muziek en de dans voor de film. De dans werd erg populair en bijna iedereen kent de muziek of de dans. Het lied Wat een feest hier is in de oorspronkelijke versie langer. Het stuk begint langzaam maar gaat steeds sneller en eindigt met het stuk wat de leerlingen meezingen. Hieronder staat een beschrijving van de Sirtaki. Op internet zijn verschillende filmpjes te vinden met de dans en ook de oorspronkelijke versie van de Zorba dans. Dans samen met de leerlingen de Sirtaki. De leerlingen staan in een kring en iedereen legt zijn armen op de schouders van de leerlingen naast zich. – Kruis je rechtervoet over je linkervoet en zet je rechtervoet neer. – Stap met je linkervoet naar links zodat je voeten weer naast elkaar staan. – Kruis nu je rechtervoet achter je linkervoet en zet je rechtervoet neer. – Stap met je linkervoet weer naar links zodat je voeten weer naast elkaar staan.
26
Zo schuift de kring telkens iets op. De richting kan ook veranderen, dan begin je met je linkervoet en kruis je deze over de rechtervoet. De muziek gaat steeds sneller, probeer het bij te houden en niet te vallen!
Van mythen en muziek
Generale repetitie Nodig: – educatie.concertgebouw.nl/van-mythen-en-muziek – Instrumentale versies van de geluidsfragmenten – Bijlage 1: Script Tijd: –
Ongeveer 45 minuten
In deze les: – Herhalen de leerlingen alles wat ze in de vorige lessen geleerd hebben en houden ze net als echte artiesten een generale repetitie. Inleiding De leerlingen hebben alle spreekteksten en liedjes van het concert geleerd en kennis gemaakt met Telemachos, Odysseus en nog veel meer personen. Doe een korte warming-up: Ga met de leerlingen in een kring staan en vraag de leerlingen een woord te bedenken dat past bij het concert, het mag over het verhaal gaan maar ook over de muziek. De leerlingen mogen om de beurt hun woord zeggen en maken daar een kleine beweging bij (een stamp of een buiging bijvoorbeeld). De volgende ronde doet een leerling één van de bewegingen van een andere leerling na. Degene die zijn eigen beweging herkent is dan aan de beurt. Herhaal dit tot iedereen aan de beurt is geweest. Lukt het om alle bewegingen te onthouden? Kern
Om alle activiteiten van het concert goed voor te bereiden, is een generale repetitie van groot belang. Vertel de leerlingen dat vlak voor een concert elk orkest een generale repetitie heeft. Alle geleerde spreekkoren, liedjes, bewegingen en overige activiteiten, worden als een echt concert in de juiste volgorde uitgevoerd. Probeer alles uit het hoofd uit te voeren. Zorg dat alle onderdelen doorgaan en onderbreek de generale repetitie niet. Gebruik het script in bijlage 1. U leest zelf de teksten van Telemachos en de andere personages voor, de leerlingen zingen het lied of spreken de tekst die als antwoord wordt gezongen of gesproken en doen hierbij indien van toepassing de bijbehorende bewegingen. Gebruik hiervoor steeds de instrumentale versies. Bespreek na afloop van de generale repetitie de verschillende onderdelen (wat ging goed, wat niet, etc). Misschien zijn er nog activiteiten waarvan u denkt dat het fijn is om deze nog even apart te oefenen. Dan kunt u die voor het concert nog even oefenen.
Afsluiting Speel als afsluiting een kleine quiz. Een leerling kan het ritme van een lied klappen en de andere leerlingen moeten raden om welk lied het gaat. Of een leerling doet een bodypercussie voor en de andere leerlingen steken hun vinger op als ze weten welke tekst er bij hoort. Blijf in de dagen voor het concert de liedjes, teksten en bodypercussies in de juiste volgorde herhalen. Hoe strakker alles wordt gezongen en uitgevoerd, hoe mooier het straks tijdens het concert klinkt!
27
Extra
28
De leerlingen kunnen meer informatie opzoeken over de Griekse goden, mythen, de Olympische Spelen of over de Griekse tempels. Op internet is er veel informatie over te vinden. Wat de leerlingen gevonden hebben kunnen ze eventueel presenteren. Laat de leerlingen het verhaal met bijbehorend teksten en liedjes uitvoeren voor een andere klas en de ouders.
Van mythen en muziek
Verwerkingsles Nodig: – educatie.concertgebouw.nl/van-mythen-en-muziek – Bijlage 1: Script Tijd: –
Ongeveer 45 minuten (afhankelijk van het aantal activiteiten)
In deze les: – Praten de leerlingen over hun ervaringen in Het Concertgebouw. Inleiding Deze les is bedoeld voor na afloop van het concert. Bespreek met de leerlingen hoe ze het concert hebben ervaren. Wat vonden ze mooi? Wat vonden ze minder leuk? Wat vonden ze van het symfonieorkest? Welke instrumenten vonden ze mooi? Voldeed het concert aan hun verwachtingen? Hoe vonden ze het dat ze zelf meezongen en met zijn allen de spreekteksten uitvoerden? Kern
Hieronder staan drie verwerkingsopdrachten. U kunt ervoor kiezen om één van de opdrachten uit te voeren of meerdere opdrachten te doen. Opdracht 1: Hoe gaat het verhaal verder? Telemachos en zijn vader Odysseus zijn weer thuis. Maar hoe gaat het nu verder in Ithaka? Laat de leerlingen dit verhaal opschrijven en laat ze hierbij een tekening of een schilderij maken. U kunt er ook voor kiezen dit in de vorm van een stripverhaal te doen. Opdracht 2: Laat de leerlingen een onderdeel van het concert uitlichten en laat ze daarover een tekening of schilderij maken. Ze kunnen bijvoorbeeld kiezen voor het verhaal van de cyclopen, maar ze kunnen ook het orkest centraal stellen. Opdracht 3: Bouw een Griekse tempel. De leerlingen zijn in Het Concertgebouw geweest. Het Concertgebouw wordt wel eens een tempel genoemd. Laat de leerlingen op internet informatie en afbeeldingen opzoeken over Griekse tempels. Wat zijn de overeenkomsten met Het Concertgebouw? Wat zijn de verschillen? Laat de leerlingen alleen of in een groepje een Griekse tempel bouwen.
Afsluiting Herhaal een aantal van de liedjes en de spreekteksten.
29