WIJZING SUBSIDIEVERLENINGSBESCHIKKING1 Green Deal Materialen voor Energietoepassingen Verplichtingen nummer 1300010022 1 3 NOVEMBER 2012 I. INLEIDING Bij brief van 20 mei 2009 (kenmerk ET/ED/9075041) heb ik op grond van artikel 2 van de Kaderwet EZ-subsidies een subsidie van maximaal €30.000.000, verleend aan een samenwerkingsverband van het Energieonderzoek Centrum Nederland, de Technische Universiteit Delft, de Technische Universiteit Eindhoven en Universiteit Twente (hierna: samenwerkingsverband) voor de uitvoering van het programma Advanced Dutch Energy Materials Innovation Lab (hierna: ADEM-programma). Deze beschikking heb ik bij brief van 10 december 2009 (kenmerk ET/ED/9209037) gedeeltelijk gewijzigd. Het ADEM-programma is volop in ontwikkeling en ter versterking van het samengaan van groen en groei ben ik met het samenwerkingsverband en een aantal ondernemingen een Green Deal overeengekomen over Materialen voor Energietoepassingen (hierna: Green Deal MvE). Deze deal bevat vooral afspraken die zijn gericht op het versterken van de samenwerking binnen het ADEMprogramma met ondernemingen op het gebied van energie technologieën. Die ondernemingen zullen ook een bijdrage leveren aan het ADEM-programma en de onderzoek infrastructuur. Daarbij is als uitgangspunt genoemd dat aan het ADEM- programma ten minste 10% private bijdragen (cash of in kind) zullen worden gedaan. Naar aanleiding van de afspraken in de Green Deal MvE acht ik het van belang de daarin opgenomen afspraken gedeeltelijk op te nemen bij de subsidieverstrekking aan het ADEM-programma. Door de versterkte samenwerking met het bedrijfsleven in het kader van de Green Deal MvE acht ik het verder van belang dat bij de subsidieverstrekking geen sprake is van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Daartoe heb ik een staatssteunanalyse uitgevoerd die met zich brengt dat ik een aantal waarborgen wil opnemen ter zekerstelling van de uit de Europese staatssteunregels voortvloeiende voorwaarden voor subsidie voor het ADEM-programma. Voorts is er gelet op het tijdsverloop aanleiding om onder meer de bevoorschotting bij te stellen. Voorts acht ik het nodig om enkele onderdelen te schrappen omdat die niet meer actueel zijn zoals de verwijzing naar de Energie Advies Commissie (EAC) die inmiddels is opgeheven. De taak van EAC is op grand van de afspraken in de Green Deal MvE thans overgenomen door de Programmaraad van het ADEMprogramma. Deze tekst is door PMO samengesteld op basis van de drie brondocumenten, kenmerk ET/ED/9075041, ET/ED/9209037 en DGETM-ED I 12301801, aan deze tekst kunnen geen rechten worden ontleend, raadpleeg bij twijfel of onduidelijkheid de onderliggende documenten. 1
1
Ik heb u gelegenheid geboden om te reageren op het voorgaande en de wijze waarop ik dat wil vastleggen in het onderhavige besluit. II. BESLUIT Gelet op het vorenstaande besluit ik mijn beschikking tot subsidieverlening van 20 mei 2009 (kenmerk ET/ED/9075041) zoals gewijzigd bij beschikking van 10 december 2009 (kenmerk ET/ED/9209037) opnieuw te wijzigen. De subsidieverleningsbeschikking voor het ADEM-programma van 20 mei 2009 wordt als volgt gewijzigd Bij brief van 21 mei 2007, kenmerk 07.125, zond u mij, mede ondertekend namens de drie Technische Universiteiten, de subsidieaanvraag voor het onderzoeksprogramma Advanced Dutch Energy Materials Innovation Lab (ADEM). Hierbij waren als bijlage gevoegd de documenten "Aanpak en Hoofdlijnen" en "Nieuwe Adem voor het energieonderzoek". In het kader van de daaropvolgende afwegingsprocedure zond u desgevraagd nog het document "ADEM: Samenvatting, Vraagsturing en Open Karakter" van juni 2008, met daarbij gevoegd een tabel waarin in resp. blauw en groen die projecten werden aangegeven die direct ter hand kunnen worden genomen door het ADEMconsortium van ECN en de drie TU's, resp. de projecten die een langere aanloop vergen en zullen worden opengesteld voor derden-participatie. Positieve adviezen inzake het ADEM-programmavoorstel zijn verkregen van de Commissie Onderzoek Duurzame Energie (Cie. De Wit, januari 2008) en de Energie Advies Commissie (dd. 30 juli 2008). In de zomer van 2008 werd besloten het oorspronkelijke voorstel in twee qua omvang ongeveer gelijke delen te splitsen: een deel! in te dienen in de FESprocedure Maatschappelijke Innovatieprogramma's en een deel via de Innovatie Agenda Energie (overigens ook gevoed uit FES-middelen). Het onderstaande betreft het laatstgenoemde traject, waarvoor € 30 mln. subsidie werd gevraagd. Conform het Kabinetsbesluit van 6 februari 2009 en de Toezeggingsbrief dd. 8 april 2009 van de minister van Economische Zaken in haar capaciteit van medeFES-beheerder is binnen mijn begroting een bedrag van max. € 30 mln. gereserveerd ten behoeve van het ADEM-programma. Het ADEM-programma is geactualiseerd in 2011 en in de Green Deal MvE is een aantal hoofdlijnen en afspraken voor de uitwerking van het programma vastgelegd, waaronder de instelling van een Programmaraad. Gelet op de Green Deal MvE zal het ADEM-programma richting geven aan het onderzoek met betrekking tot energiematerialen en een actieve verkenning mogelijk maken van innovatie- en toepassingsgerichte mogelijkheden. In het kader van mijn beleid gericht op de ontwikkeling van duurzame energietechnologie verleen ik u hierbij, op grond van artikel2 van de Kaderwet EZ-subsidies, subsidie voor de uitvoering van het afgesplitste deel van het
2
ADEM-programma, zoals hierboven aangeduid ingediend voor de Innovatie Agenda Energie, waarvoor u subsidie hebt aangevraagd. Het ADEM- programma wordt uitgewerkt conform de hoofdlijnen en afspraken die in de Green Deal MvE zijn vastgelegd en dient te worden uitgevoerd in de periode van 1 februari 2009 tot en met 31 december 2017. Uw verzoek tot vaststelling van de subsidie dient uiterlijk aan het eind van het eerste kwartaal van 2018 bij ons binnen te zijn. Het subsidiebedrag wordt berekend als een percentage van de hieronder genoemde in aanmerking komende subsidiabele kosten. Uitgaande van het totaal van de geraamde kosten ad € 33.000.000,- voor het ADEM-programma zal de subsidie 91% bedragen van de subsidiabele kosten als en voor zover deze kosten het totaal aan de door ECN/participerende universiteiten ontvangen marktconforme vergoedingen voor het verkrijgen van kennis of het recht op octrooi voortvloeiend uit het ADEM-programma te boven gaan (zie hieronder bij de aanvullende subsidieverplichtingen, punt 4, onderdelen g en h). De subsidie voor het ADEM-programma zal ten hoogste worden vastgesteld op €30.000.000,- met dien verstande dat indien ter zake van de subsidiabele kosten of een deel daarvan reeds uit anderen hoofde vanwege een bestuursorgaan of de Europese Commissie van de Europese Unie subsidie is verstrekt, slechts een zodanig bedrag aan subsidie wordt verstrekt, dat het totale bedrag aan subsidies niet meer bedraagt dan het maximum subsidiebedrag. De overige €3.000.000,van het totaal van de geraamde kosten ad €33.000.000,- zal worden gefinancierd uit bijdragen van de private sector. De bijdragen van de private sector aan het ADEM-programma kunnen cash zijn of in kind zijn. U heeft mij opgegeven dat u Btw-plichtig bent. Derhalve kunt u de door u aan derden te betalen BTW met de fiscus verrekenen. Aangezien de BTW voor u dus geen kostenpost vormt is mijn subsidie gebaseerd op de door u begrote kosten, uitgezonderd de BTW. De volgende, rechtstreeks aan het ADEM-programma toe te rekenen kosten, gemaakt in de voornoemde periode en die betaald zijn binnen 3 maanden na voornoemde periode, worden door mij subsidiabel geacht: • loonkosten, met dien verstande dat uren van medewerkers, direct ten behoeve van het project gerealiseerd, op basis van integrale kostprijstarieven worden verrekend. Dit zijn tarieven zoals goedgekeurd door de accountant voor EZS en/of SenterNovem projecten. Ten aanzien van de uren geldt dat er een deugdelijke, auditabele urenverantwoordingsadministratie gehouden moet worden. De totale kosten van Aio’s bedragen €350.000,- per AIO voor de gehele periode van vier jaar. Dit tarief geldt ter dekking van de loonkosten, verschuldigde opslagen voor sociale lasten, de kosten van ondersteuning, de kosten voor gebruik van kantoor en labruimte, de kosten van consumables en de reiskosten. De kosten verbonden aan de begeleiding komen (deels) voor rekening van de onderhavige instelling. • kosten van machines en apparatuur, op basis van aanschafprijs. Deze machines en apparatuur worden specifiek voor dit project aangeschaft. De restwaarde is
3
aan het eind van het project nihil. Derhalve worden deze kosten, na aanschaf, geheel ten laste van het project gebracht. Indien tijdens of na afloop van het project de onderhavige machines en apparatuur toch ten behoeve van de overheid voor onderzoeksprojecten kunnen worden ingezet, dan zal dat geschieden zonder dat daarvoor (afschrijvings-)kosten in rekening zullen worden gebracht. • kosten van verbruikte materialen en hulpmiddelen, gebaseerd op historische aanschafprijzen; • kosten verschuldigd aan derden voor ingehuurde diensten; • reis- en verblijfskosten tot een maximum van 5% van de projectkosten; Voor de toepassing van de hierboven genoemde punten geldt, dat winstopslagen bij transacties binnen een groep alleen in aanmerking worden genomen voor zover het gebruikelijk is die winstopslagen ook bij soortgelijke transacties buiten de groep in rekening te brengen. Op deze subsidieverlening zijn van toepassing de "Verplichtingen van de subsidieontvanger, versie 1 a 2008", die zijn opgenomen in de bij deze brief behorende bijlage, behoudens verplichting 2, aangezien het hieronder opgenomen punt 5 van de nadere voorwaarden hierop ziet. Aan mijn toestemming als bedoeld in verplichting 1 kan ik nadere voorschriften verbinden. De volgende aanvullende subsidieverplichtingen worden aan de deelnemers in het samenwerkingsverband verder opgelegd: 1. Het onderhavige voor subsidie in aanmerking komende ADEM-programma, zoals afgesplitst van het oorspronkelijke programma van 21 mei 2007, betreft de zogenaamde "blauwe velden" in de Tabel, die eerder toegezonden werd bij het document "ADEM, Samenvatting, Vraagsturing en Open Karakter'' van juni 2008 en werd bijgesteld tot een versie 3 van 18 juli 2008. Uitsluitend hiervoor wordt de subsidie van € 30 mln. toegekend. 2. De ADEM-partners hebben zich gecommitteerd om, aanvullend op de € 30 min publieke financiering, minimaal 10% van dit bedrag, dus minimaal € 3 min, aan private financiering te realiseren. De helft hiervan als concrete bijdrage aan ADEM-projecten en de helft aan ADEM-gerelateerde projecten die bedrijven zelf financieren. Het totaal- budget van het onderhavige ADEM-programma bedraagt daarmee € 33 mln. 3. Het ADEM-programma zal herkenbaar zijn als organisatorische identiteit met een eigen programmadirecteur en waarbij ECN als coördinator zorgt voor het efficiënt en effectief opereren van een ADEM-programmabureau. Gelet op de afspraken in de Green Deal MvE is een Programmaraad ingesteld die alle verdere voortgang en initiatieven onder het ADEM-programma monitort, bespreekt en
4
beoordeelt. De Programmaraad vervult daarmee de taken die voorheen door de EAC werden verricht. 4. Op grand van artikel 7 van de Kaderwet EZ-subsidies verleen ik geen subsidie als dit naar mijn oordeel leidt tot het verlenen van ongeoorloofde staatssteun in de zin van artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Op basis van het projectplan, nader overgelegde gegevens en door het opnemen van de hierna volgende aanvullende verplichting(en) zie ik geen aanleiding om tot het oordeel te komen dat de verlening van subsidie aan het ADEMprogramma leidt tot staatssteun. Ik leg de deelnemers in het samenwerkingsverband de volgende aanvullende verplichtingen op: a) De deelnemers voeren in het kader van het ADEM-programma onafhankelijk onderzoek uit op het gebied van fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling als bedoeld in punt 2.2 van de Communautaire kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (2006/C/323) (hierna: OOI-kader). Zij dienen de resultaten daarvan te verspreiden door onderwijs, publicaties of technologieoverdracht. Dit onafhankelijk onderzoek moet nieuwe, breder toepasbare kennis opleveren. Daarbij is het toegestaan dat dit onafhankelijk onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met ondernemingen als bedoeld in punt 3.2.2. van het OOI-kader. Is dit het geval dan sluiten de deelnemers in het samenwerkingsverband vooraf een overeenkomst over de wijze waarop wordt omgegaan met de overdracht van kennis of andere resultaten uit de activiteiten, met inachtneming van de hieronder genoemde voorwaarden. Inspraak van geïnteresseerde ondernemingen mag niet dusdanig worden vormgegeven dat sprake is van werkzaamheden in opdracht. Een samenwerking tussen de deelnemers in het samenwerkingsverband en ondernemingen in het kader van het ADEM programma dient open te staan voor eenieder en toegankelijk te zijn onder niet-discriminerende voorwaarden. Geïnteresseerde ondernemingen die willen participeren in een samenwerking in het ADEM-programma dienen een bijdrage van minimaal 10% van de kosten van een fundamenteel onderzoek, minimaal 25% van de kosten van industrieel onderzoek en minimaal 50% van de kosten van experimentele ontwikkeling in te brengen. b) De deelnemers in het samenwerkingsverband dienen te zorgen dat zij blijven voldoen aan de definitie van onderzoeksinstelling als bedoeld in punt 2.2, onder d, van het OOI-kader. Voorts dienen zij, ingevolge het OOI-kader, in hun administratie een onderscheid te maken naar economische en niet-economische activiteiten, evenals naar de kosten en naar de financiering van deze activiteiten. In de projectadministraties van de deelnemers in het samenwerkingsverband moet duidelijk zijn aan welke niet economische activiteiten de deelnemers in het samenwerkingsverband de subsidie ten behoeve van het ADEM-programma besteden. Het is de deelnemers in het samenwerkingsverband niet toegestaan om de aan de penvoerder van het samenwerkingsverband, ECN, verstrekte
5
subsidie voor het ADEM-programma door te geven aan de ondernemingen die samenwerken met de deelnemers in het samenwerkingsverband in het kader van het ADEM-programma. c) De kosten gemaakt in het kader van (projecten van) het ADEM-programma komen alleen vanaf de datum van ondertekening van een door (een of meerdere) deelnemers in het samenwerkingsverband en ondernemingen ondertekende participatieovereenkomst in aanmerking voor financiering vanuit het ADEMprogramma. d) De deelnemers in het samenwerkingsverband hanteren voor hun werkzaamheden in ADEM verband de integrale kostprijs. e) Financiële samenloop van de ADEM-subsidie met andere EL&I subsidies voor de werkzaamheden in ADEM verband is niet toegestaan. f) ECN en de participerende universiteiten dienen de resultaten uit het ADEMprogramma waar geen intellectuele eigendomsrechten op kunnen worden gevestigd ruim te verspreiden. g) Het is een deelnemende onderneming in een samenwerking met ECN/participerende universiteiten in ADEM verband toegestaan om de bij de uitvoering van het ADEM-programma verkregen en als zodanig in het ADEMprogrammavoorstel per onderzoek categorie benoemde kennis vrij te gebruiken voor de van te voren in een overeenkomst vastgelegde door de onderneming beoogde toepassing. Dit recht van de onderneming is niet exclusief en niet overdraagbaar. Uitsluitend bij de categorie experimentele ontwikkeling heeft de onderneming het recht om deze kennis op exclusieve basis te verkrijgen onder betaling van een marktconforme vergoeding aan ECN/participerende universiteiten. ECN/participerende universiteiten laten deze vergoeding, mede gelet op punt 2.2, onder d, van het OOI-kader ten goede komen aan het ADEMprogramma. De vergoeding vormt geen onderdeel van bijdrage van de private sector zoals bedoeld in de tweede alinea op pagina 2. h) Alle intellectuele eigendomsrechten in relatie tot de in ADEM verband uitgevoerde projecten komen toe aan ECN en/of de participerende universiteiten. Voor zover de uitvoering door ECN en/of participerende universiteiten van een ADEM project leidt tot octrooibare materie, heeft ECN en/of hebben participerende universiteiten het recht om op zijn of hun naam en voor zijn of hun rekening octrooi aan te vragen. Indien ECN en/of participerende universiteiten een octrooi verkrijgt of verkrijgen, kan/kunnen ECN/participerende universiteiten aan de onderneming een licentie geven ter uitoefening van het onder punt G verkregen recht. Indien ECN/participerende universiteiten geen gebruik wenst/wensen te maken van het recht om octrooi aan te vragen, dan komt dit recht toe aan de onderneming onder betaling van een marktconforme vergoeding aan ECN en/of participerende universiteiten. ECN/participerende universiteiten laten deze vergoeding, mede gelet op punt 2.2, onder d, van het OOI-kader ten goede komen aan het ADEM-programma.
6
De vergoeding vormt geen onderdeel van de bijdrage van de private sector zoals bedoeld in de tweede alinea op pagina 2. i) In het geval dat er ten behoeve van de uitvoering van een ADEM project bestaande kennis wordt ingebracht door een onderneming die eigendom is van de onderneming (achtergrondkennis) dan blijft deze kennis, alsmede de door de toepassing van deze kennis tijdens de uitvoering van het ADEM programma verkregen resultaten die een directe relatie hebben met het gebied van de ingebrachte kennis, eigendom van de onderneming. j) ECN dient en/of participerende universiteiten dienen ongerechtvaardigde bevoordeling van ondernemingen met de ADEM-subsidie uit te sluiten. In totaal kan maximaal 80% van het maximum subsidiebedrag als voorschot worden verstrekt. Voorschotten zullen worden uitbetaald op uw rekening met nummer 6510.62.322, zonder dat u een daartoe strekkend verzoek behoeft in te dienen. Op basis van de door u aangeleverde financiële planning (gedateerd 17 september 2012) is het schema voor de voorschotverlening als volgt bepaald: • t.b.v. het vierde kwartaal 2012 €2.000.000,-; • t.b.v. het eerste t/m het vierde kwartaal 2013 €2.000.000,- per keer; • t.b.v. het eerste t/m het derde kwartaal 2014 €1.500.000,- per keer. Majeure (>20%) verschuivingen in de door u aangeleverde planning tussen de jaren zult u mij dienen te melden. In het derde kwartaal van 2013 dient u documenten te overleggen, waaruit blijkt dat er op dat moment voor het ADEMprogramma sprake is van ten minste €1.500.000,- private bijdragen (cash of inkind). De inhoud van bedoelde documenten en majeure verschuivingen kunnen de aanleiding vormen om het schema voor de voorschotverlening aan te passen. III. CORRESPONDENTIE Alle correspondentie, met uitzondering van financiële aangelegenheden of bezwaar, met betrekking tot deze subsidie dient u te zenden naar het Ministerie van Economische Zaken, directoraat-generaal Energie, Telecom en Mededinging (DG ETM), t.a.v. mr. E.J. de Vries, plv. directeur-generaal ETM. Correspondentie over financiële aangelegenheden en/of vaststelling van de subsidie dient u te richten aan mevr. A.A. Raghoebarsing, directie Energie en Duurzaamheid, met vermelding van bovenvermeld verplichtingnummer. Een kopie van dit besluit wordt gezonden aan de overige drie deelnemende partners in het ADEM-programma, de Technische Universiteit Delft, de Technische Universiteit Eindhoven en de Universiteit Twente. Tegen een besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dat besluit betrokken is, binnen 6 weken na de dag, waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit bes/uit is verzonden op de in de aanhef van deze brief vermelde datum. DGETM-ED I 12301801
7