Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteitskaart zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl. De rubriek ‘implementatiekoffer’ bevat alle informatie en handreikingen die in het kader van de Kwaliteitsagenda Primair Onderwijs worden ontwikkeld om het onderwijs in de basisvaardigheden te verbeteren.
KENMERKEN – Goed Gelezen versie 2 Malmberg, 2004 Uitgaande van de criteria voor een goede methode voor voortgezet technisch lezen, geeft Goed Gelezen 2 het volgende beeld:
Belang
Criteria voor goede methoden voor voortgezet technisch lezen
+++++ +++++ +++++ ++++ ++++ +++ +++ +++ +++ +++ +++ ++ ++ ++ ++ + +
per week minimaal 2 uur leesonderwijs in groep 4 t/m 6 differentiatie mogelijk eenvoudige organisatie mogelijk doelen en tussendoelen (eind groep 4 AVI-5, eind groep 5 AVI-9) instapniveau van teksten op AVI-2 directe instructiemodel niet te veel lesdoelen/leesmoeilijkheden per les geleidelijke opbouw in moeilijkheidsgraad van de teksten aandacht voor onderhouden van de leesvaardigheid in groep 7 en 8 aandacht voor leestempo aandacht voor lezen met de juiste intonatie volgt de leesontwikkeling van nauwkeurig aandacht voor leesmotivatie luister CD’s om teksten mee te lezen ondersteunende software compleet leverbaar niet ouder dan 10 jaar
Goed Gelezen versie 2
– Kwaliteitskaart VTL - Joop Stoeldraijer, Ed Koekebacker en Mariët Förrer
Zwak punt in Lees maar door
KWALITEITSKAART
VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Goed Gelezen versie 2
KW kaart
AANBEVELINGEN – voor het werken met
Goed Gelezen versie 2 Aan de hand van de onderstaande aanbevelingen en adviezen kunnen minder sterke punten in de methode gecompenseerd worden. Minimaal 2 uur - leesonderwijs per week in groep 4 tot en met 6 Het is voor risicolezers heel zinvol teksten en woordrijen uit de methode herhaald te lezen. Risicolezers kunnen een tekst zeker drie tot vier keer lezen. Dit betekent dat de leerkracht met een tekst meerdere instructie en oefenmomenten bezig kan zijn. De gemiddelde en goede lezers besteden, als ze de leesmoeilijkheid onder de knie hebben, de tijd in de leeslessen vooral aan zelfstandig stillezen. Wanneer de methode onvoldoende leesteksten biedt is het mogelijk teksten uit de taalmethode of zaakvakkenmethoden te gebruiken. Daarnaast kan ook Nieuwsbegrip gebruikt worden. Nieuwsbegrip is ontwikkeld voor begrijpend lezen, maar de teksten kunnen ook gebruikt worden voor technisch lezen. Deze teksten kunnen gelezen worden volgens de didactische uitgangspunten van voortgezet technisch leesonderwijs. Omdat de teksten samen met de leerkracht gelezen worden, mogen de teksten een behoorlijk niveau hebben. In teksten die niet bij de methode voor voortgezet lezen behoren, hebben de auteurs geen rekening gehouden met het aanbieden van woorden met een specifieke leesmoeilijkheid. De leerkracht kiest uit de teksten zelf maximaal twee leesmoeilijkheden. Met deze leesmoeilijkheden maakt de leerkracht woordrijtjes om te oefenen op woordniveau. Organisatie Het is een sterk punt wanneer een methode veel differentiatiemogelijkheden biedt. Keerzijde daarvan is dat de organisatie ingewikkeld kan worden omdat verschillende groepen leerlingen een verschillende aanpak volgen. Het aantal groepjes dat een leerkracht tijdens een leesles kan begeleiden is beperkt. Vaak is het nodig groepsoverstijgend te denken bij het organiseren van het voortgezet technisch lezen. Standaardoplossingen hiervoor zijn niet te geven, omdat de situatie per school, per schooljaar of zelfs per gedeelte van het jaar weer verschillend kan zijn. Een aantal mogelijkheden:
Parallel inroosteren van het lezen. Als in alle groepen op dezelfde tijd lezen op het rooster staat, biedt dit mogelijkheden te differentiëren. Dit is bijvoorbeeld een oplossing bij het voortgezet technisch lezen in groep 4, 5 en 6. Leerlingen kunnen per leesniveau worden ingedeeld. Zelfstandige lezers hebben minder intensieve begeleiding nodig.
Extra handen in de groep Extra hulp in de groep van een stagiaire, onderwijsassistent of klassenassistent biedt mogelijkheden tot differentiëren. De leerkracht neemt de risicoleerlingen onder haar hoede en geeft extra instructie en begeleiding in een kleine groep. De rest van de groep werkt onder begeleiding van de extra persoon.
Inzet van de remedial teacher bij het leesonderwijs Bezien kan worden hoe de tijd die op school beschikbaar is voor remedial teaching zo efficiënt en effectief mogelijk gebruikt kan worden. Het is niet altijd nodig te werken met individuele leerlingen. Werken in een groepje is vaak net zo effectief. Ook is het van belang de remedial teaching naadloos te laten aansluiten bij de leeslessen in de groep. De remedial teacher kan tijdens de leeslessen een groepje onder haar hoede nemen in of in de buurt van het lokaal.
2
KW kaart
Leerlingen die 1 of meer AVI-niveau beheersen dan het streefdoel op een moment in het schooljaar zelfstandig laten lezen Deze leerlingen hebben geen instructie van en begeleide oefening met de leerkracht nodig. Ze ontwikkelen hun leesvaardigheid verder door vooral veel zelfstandig te lezen. Wel is er bij deze leerlingen aandacht voor het onderhouden van het lezen van woorden met specifieke leesmoeilijkheden te onderhouden. Dit kan door hen regelmatig woordrijen hardop op tempo te laten lezen.
Leerlingen die AVI-9 beheersen ’loslaten’ Leerlingen die AVI-9 hebben gehaald en het technisch lezen voldoende onder de knie hebben, ontwikkelen het lezen vooral verder door veel te lezen naar eigen keuze. Deze leerlingen kunnen we wat meer loslaten door hen vrij te laten lezen. Dit zou ook buiten de klas kunnen. Wel is het belangrijk dat er door hen daadwerkelijk gelezen wordt. Het bewaken van een rustige leesomgeving is nodig. Voor deze leerlingen is het onderhouden van het vloeiend lezen (hardop, vlot, nauwkeurig en met de goede intonatie) wel belangrijk. Leerlingen kunnen dit oefenen in betekenisvolle situaties, bijvoorbeeld door voor te lezen aan jongere kinderen
Inzetten van bovenbouw leerlingen als tutor in groep 4 en 5 Ook oudere leerlingen uit de bovenbouw kunnen jongere leerlingen begeleiden bij het lezen. Dit is voor beide partijen vaak motiverend en blijkt goed te werken. Aandachtspunten om het werken met leerlingen als tutor succesvol te organiseren en te laten verlopen zijn beschreven in ‘Samen beter Lezen’.
Inzet van ouders bij het leesonderwijs Niveaulezen in groepjes met leesmoeders is op de meeste scholen niet meer aan de orde. Toch kunnen ouders, wanneer beschikbaar, een bijdrage leveren aan het leesonderwijs door met een groepje of een individuele leerling te lezen. Lang niet op alle scholen zijn ouders bereid en/of in staat dit te doen. Soms zijn er alternatieven, zoals op een school waar senioren van Het Gilde wekelijks op school komen om te lezen met kinderen. Belangrijk hierbij is dat de volwassenen die bij het leesonderwijs komen helpen weten hoe ze het lezen kunnen begeleiden en hoe ze om moeten gaan met leesfouten. Een eenvoudige methodiek hiervoor is “Samen beter lezen” (Klaassen, H. & Stienstra-Sondij, A. (1999). Samen beter lezen. Een oefenmethode voor op school en thuis. Amersfoort: CPS Onderwijsontwikkeling en advies) Onderhouden van het technisch lezen na AVI-9 Besteed in groep 7 en 8 een 30 tot 60 minuten per week aan het onderhouden van technische leesvaardigheden. Het accent ligt op het hardop vloeiend lezen, dat is een combinatie van correct, vlot en met een goede intonatie lezen. Praat met leerlingen over aspecten van vloeiend lezen, zoals het gebruik van leestekens en lezen op een natuurlijke manier. Demonstreer, laat de leerlingen oefenen en geef feedback. Verschillende vormen van voordrachtslezen, zoals radiolezen en theaterlezen, zijn voor het oefenen van het vloeiend lezen te gebruiken (zie Braams en Smit, 2006). Deze leesvormen kunnen het beste toegepast worden met teksten die leerlingen zelf uitzoeken. Ook door voor te lezen aan jongere kinderen kan het voordrachtslezen geoefend worden. Leessnelheid Het verhogen van de leessnelheid is een zeer belangrijk aspect van het voortgezet technisch lezen. Veel problemen met voortgezet technisch lezen zijn tempoproblemen. Daarom is leessnelheid in alle lessen voortgezet technisch lezen een aandachtspunt. Als de methode hier geen nadruk op legt moet de leerkracht hier zelf aandacht aan besteden. Aandachtspunten hierbij: • Geef leerlingen ondersteuning bij het lezen aan de hand van het principe voor –koor – zelf
3
KW kaart
• • •
Zeg lastige woorden aanvankelijk voor, om stagnatie te voorkomen en het lezen vlotter te laten verlopen. Laat teksten herhaald lezen, leerlingen merken dat het lezen dan steeds vlotter gaat. Stimuleer dat leerlingen zich ervan bewust worden dat door oefening hun leessnelheid toeneemt, bijvoorbeeld door een zandloper of stopwatch te gebruiken.
Lezen met de juiste intonatie Vloeiend hardop lezen is een belangrijk aspect van het voortgezet technisch lezen. Als correct en vlot lezen goed gaan, is het ook nodig aandacht te besteden aan lezen met de juiste intonatie, onder andere door te letten op leestekens, accenten, verbindingswoorden en groepen woorden in de zin die bij elkaar horen. Vloeiend lezen heeft een positieve invloed op het begrijpen van de tekst. Aandacht voor vloeiend lezen is belangrijk. Praat met leerlingen over aspecten van vloeiend lezen en lezen op een natuurlijke manier. Demonstreer, laat de leerlingen oefenen en geef feedback. Verschillende vormen van voordrachtslezen, zoals radiolezen en theaterlezen, oefenen het lezen met een goede intonatie (zie Braams en Smit, 2006). Ook door voor te lezen aan jongere kinderen kan het lezen met een goede intonatie geoefend worden. Deze leesvormen kunnen het beste toegepast worden met teksten die leerlingen zelf uitzoeken. Het vloeiend lezen kan ook geoefend worden tijdens het lezen van teksten uit Nieuwsbegrip, Kidsweek of de zaakvakkenmethoden. Volgen van de leesontwikkeling Als de methode geen methodeonafhankelijke toetsen bevat, kunnen in ieder geval de methodeonafhankelijke toetsen gebruikt worden om de leesontwikkeling van leerlingen te volgen. Leesmotivatie Plezier beleven aan lezen motiveert leerlingen meer te gaan lezen, ook voor zichzelf buiten de groep. In de groep kan de leerkracht aandacht schenken aan leesmotivatie en leesplezier door het inrichten van een stimulerende leesomgeving, waarin aandacht is voor plezierige activiteiten rond boeken. Aandachtspunten: • De leerkracht leest zelf en laat zien dat zij plezier heeft in lezen. • De leerkracht leest dagelijks voor. • In de groep zijn verschillende soorten boeken aanwezig: dunne en dikke AVI-boeken, boeken voor moeilijk lezenden, boeken voor beter lezenden, verhalenbundels, gedichtenbundels, informatieve boeken, tijdschriften, strips, prentenboeken en andere leesmaterialen. • Naast boeken zijn er in de groep ook luisterboeken en cd-roms aanwezig. • Aanvullingen van leesmaterialen vinden plaats in overleg met de leerlingen. • In het lokaal is een gezellige leeshoek ingericht. • Boeken en leesmaterialen zijn op een aantrekkelijke manier in het lokaal uitgestald. • Er zijn leesmandjes met verschillende genres boeken. • Kinderen kunnen teksten van hun eigen keuze lezen. • De leerkracht ondersteunt het kiezen van boeken. • De leerkracht praat met de leerlingen over verhalen die ze heeft voorgelezen. • De leerkracht introduceert boeken en geeft leerlingen leestips. • Kinderen beoordelen boeken (bijvoorbeeld in een leeslogboekje) en geven leestips aan elkaar. • Kinderen vertellen over boeken die ze met plezier hebben gelezen. • De leerkracht geeft de gelegenheid tot vrije schrijfactiviteiten en koppelt het lezen aan functionele schrijfopdrachten. • Regelmatig is er aandacht voor boekpromotie, door de leerlingen, leerkracht of een gast van buiten. Bron: Groepsplan voor voortgezet technisch lezen van Anneke Smits in Handreikingen voor het opstellen van een leesverbeterplan, Enschede maart 2007
4
KW kaart
CD’s met meeleesteksten Het is geen besliste noodzaak dat een methode ook CD’s met meeleesteksten heeft. Ondersteunende software Het is geen besliste noodzaak dat een methode ook ondersteunende software heeft. Computerprogramma’s die onafhankelijk van de methode ingezet kunne worden, zijn bijvoorbeeld Leesladder en Leeshulp.
Colofon De Kwaliteitskaart VTL Goed Gelezen versie 2 is een uitgave van Projectbureau Kwaliteit. Het Projectbureau Kwaliteit draagt zorg voor de uitvoering van spoor 3 en 4 van de Kwaliteitsagenda PO Scholen voor morgen. Dit gebeurt onder verantwoordelijkheid van de PO Raad en samen met het Ministerie van OCW.
Varrolaan 60 3584 BW Utrecht e-mail
[email protected] www.schoolaanzet.nl 5