Verslag opbrengsten technisch lezen SWV Waterland (Groepen 3, 4 en 5 – 2008 – 2009) Chruf van Kempen
Inhoudsopgave: INHOUDSOPGAVE: ............................................................................................................................................... 2 INLEIDING: ............................................................................................................................................................ 3 WAAROM D.M.T. EN AVI? .................................................................................................................................. 3 DE BETROUWBAARHEID VAN CIJFERS: ...................................................................................................... 3 WAAROM DE RELATIEVE BEREKENING?...................................................................................................... 4 WELKE CIJFERS? .................................................................................................................................................. 4 WIE DEDEN ER MEE? .......................................................................................................................................... 4 RESULTATEN GROEP 3 ........................................................................................................................................ 4 RESULTATEN GROEP 4 ........................................................................................................................................ 5 RESULTATEN GROEP 5: ...................................................................................................................................... 6 OORZAKEN EN GEVOLGEN ................................................................................................................................ 7 WAAR „STAAT‟ UW SCHOOL? ........................................................................................................................... 8 HOE NU VERDER?.................................................................................................................................................. 8
2
Inleiding: Met genoegen wil ik de cijfers presenteren die gekomen zijn uit de vraag naar de resultaten van het leesonderwijs (D.M.T. en AVI) van het Samenwerkingsverband Waterland voor de groepen 3, 4 en 5 over het schooljaar 2008 - 2009 . De inspanningen die de vrouw en man voor de klas hebben gepleegd lijken effect te hebben. Ook is het Protocol leesproblemen en dyslexie geïmplementeerd op alle scholen van het Samenwerkingsverband in de groepen 3 en 4 en zijn andere acties ingezet. Te denken valt bijvoorbeeld aan de voorlichtingbijeenkomsten O.N.L. en “Komen tot een goed leesdossier”. We zijn er trots op dat de resultaten van ons Samenwerkingsverband ruim boven het landelijk gemiddelde uitkomen. Dit laatste was en is immers ons doel. Doelen die in onderwijsland gehaald worden moeten we koesteren!
Waarom D.M.T. en AVI? Zoals bekend toetst de D.M.T. de leesvaardigheid van losse woorden die geen uiterlijk - , betekenis – of syntactisch verband hebben. De D.M.T. 1 toetst de KM, MK en MKM woorden, terwijl de D.M.T. 2 gericht is op langere woorden op MKMM en MMKM niveau. De D.M.T. 3 tot slot toetst meerlettergrepige woorden en samengestelde woorden. Het AVI leesniveau toetst alleen maar de leesvaardigheid op tekstniveau.
Hoewel we in ons latere leven nooit meer woordrijen hoeven te lezen zoals de D.M.T. vraagt en alleen maar teksten lezen, is het belang van de resultaten op de D.M.T. toch groter. De leesvaardigheid van de losse woorden geeft ons een duidelijker inzicht in de leesvaardigheid, maar ook in de onderdelen die nog oefening behoeven, dan de AVI toetsen. Bovendien geeft de AVI toets gemakkelijker aanleiding om een „compenserende‟ leesstrategie te volgen dan de D.M.T. dat doet. Daarom zal het ook geen verbazing wekken dat een grote groep leerlingen relatief hoger scoort op de AVI dan op de D.M.T. Veel leerlingen zoeken immers steun bij de context en lezen zo op een hoger niveau waar het een tekst aangaat, dan op losse woorden.
De betrouwbaarheid van cijfers: Doorgaans zijn „harde‟ cijfers betrouwbaar, maar er spelen een paar „ variabelen‟ een rol bij deze meting. Scholen bevinden zich namelijk in de overgangsfase van oude en nieuwe toetsen en dus oude en nieuwe normen. Deze normeringen zijn met en door elkaar gebruikt. Hierdoor kan er een kleine verschuiving ten koste / ten gunste van de opbrengsten plaats vinden.
In de statistiek zijn er twee belangrijke berekeningswijzen: de relatieve en de absolute. De absolute berekening geeft de resultaten van elke leerling, maar niet in samenhang met de school die de leerling bezoekt. In de relatieve berekening worden de percentages per school gerekend en
3
de scholen met elkaar vergeleken. Een nadeel van deze laatste methode is dat een grote school even zwaar weegt als een kleine school.
Waarom de relatieve berekening? We hebben een aantal jaren geleden ingezet op bijeenkomsten, voorlichtingen, implementatie van de verschillende Protocollen, de toetskalenders en scholing van dyslexiecoaches op de individuele scholen. Daarom is het nu ook gerechtvaardigd om in de berekeningen te zien wat de opbrengsten van de individuele school zijn, in samenhang met andere scholen van het Samenwerkingsverband Waterland en de rest van Nederland.
Welke cijfers? In oktober 2009 vroegen wij u de cijfers van de resultaten die geboekt zijn op de D.M.T. en de AVI toetsen. Deze cijfers hebben we vergeleken en in kaart gebracht. Uit de D.M.T. cijfers blijkt het aantal uitvallers op het terrein van technisch lezen verder op te lopen naarmate de kinderen verder komen in het basisonderwijs. In groep 3 zien we dus minder uitvallers dan in groep 4 en in groep 5 loopt het aantal leerlingen met achterstanden verder op (zie pagina 7 en 8)
Wie deden er mee? In totaal leverden alle 52 reguliere basisscholen van ons Samenwerkingsverband de resultaten aan van de groepen 3, 4 en 5. Dat zijn de opbrengsten van 4524 leerlingen.
Resultaten groep 3: In groep drie telde ons Samenwerkingsverband 1516 leerlingen in het schooljaar 2008 – 2009. Van deze groep vroegen we naar de resultaten op de D.M.T. 1 en 2 en de AVI. Onderstaande diagrammen geven de resultaten van groep 3 weer:
D-E in % D.M.T.1; 12,40% C in % D.M.T.1; 22,90%
D-E in % D.M.T.2; 13,30%
A-B in % D.M.T. 1; 64,70%
C in % D.M.T.2; 23,20%
A-B in % D.M.T. 2; 63,50%
4
In totaliteit zien we in de groepen 3 een A, B of C – score van 87,60% op de D.M.T. 1 en 86,70% op de D.M.T. 2. Het landelijk gemiddelde is consistent 75% een A, B of C – score, 15% een D en tot slot 10% een E – score. Een mooi resultaat voor ‘onze’ groepen 3. We laten immers bijna de helft minder uitvallers zien dan het landelijk gemiddelde. Ook op tekstniveau mogen we tevreden zijn, zo laat onderstaand diagram zien. Maar liefst 78,80% van de leerlingen in groep 3 leest AVI 2 beheersing of hoger! < 2B AVI in %; 21,20% >2B AVI in %; 57,30%
2B AVI in %; 21,50%
Resultaten groep 4: De 52 scholen van ons Samenwerkingsverband telden in het schooljaar 2008 – 2009 1543 leerlingen in groep 4. De scholen leverden de opbrengsten aan van de D.M.T. 1, 2 en 3 op woordniveau en de AVI resultaten op tekstsniveau. Onderstaande diagrammen geven de resultaten weer. D-E in % D.M.T.1; 19,70%
C in % D.M.T.1; 24,20%
D-E in % D.M.T.2; 17,90%
A-B in % D.M.T. 1; 56,10%
C in % D.M.T.2; 23,90%
A-B in % D.M.T. 2; 58,20%
D-E in % D.M.T.3; 22% A-B in % D.M.T. 3; 51,20% C in % D.M.T.3; 26,80%
Op de D.M.T. 1 en 2 zien we dat ruim 80% van de leerlingen een A, B, C – score laat zien. Op de D.M.T. 3 78%. Een fraaie score die nog steeds boven het landelijk gemiddelde
5
uitkomt. We zien hier wel een kleine „terugloop‟ . Het aantal D / E scores neemt immers toe ten opzichte van groep 3: van een kleine 13% loopt dit op naar een kleine 20%. Ook binnen de goede A, B, C scores zien we een verschuiving van veel A / B scores in groep 3 ten gunste van C scores in groep 4. Van echt „afglijden‟ is geen sprake, toch is het een teken aan de wand dat de kinderen in groep 4 ten opzichte van de rest van Nederland minder „bovengemiddeld‟ scoren dan de groepen 3 dat doen. De oorzaak laat zich raden: er wordt minder tijd besteed aan effectieve leesinstructie op basale leesonderdelen (klank – tekenkoppeling, directe woordherkenning) en meer tijd aan teksten lezen en het maken van „leeskilometers‟. Deze veronderstelling wordt bevestigd als we kijken naar de resultaten op tekstniveau. De AVI resultaten leveren het volgende beeld op:
< 5B AVI in %; 19,80%
>5B AVI in %; 66,10%
5B AVI in %; 14,10%
Maar liefst 80,20% van de leerlingen leest AVI 5 beheersing of hoger. Een kleine 20% leest onder AVI 5 beheersing. Ten opzichte van groep 3 zien we op tekstniveau een kleine stijging van de leerlingen die op niveau lezen, maar een relatief grote progressie bij degenen die „boven AVI 5 beheersing‟ uitkomen. Het lijkt dus aan te bevelen om in groep 4 meer aandacht te gaan geven op de eerder genoemde basale vaardigheden, dan te focussen op tekstniveau.
Resultaten groep 5: De resultaten van 1465 leerlingen zijn meegeteld. De meeste scholen nemen alleen de D.M.T. 3 af op woordniveau. Een klein aantal scholen neemt alle D.M.T.‟s af. Tot slot zijn er ook scholen die er voor kiezen om alleen bij de zwakker lezers de 3 D.M.T. toetsen af te nemen. Om een zo eerlijk mogelijk beeld te schetsen heb ik alleen de D.M.T. 3 voor ons Samenwerkingsverband in de berekeningen meegenomen samen met de AVI toetsen. Ze laten het volgende beeld zien:
6
D-E in % D.M.T.3; 27,40% A-B in % D.M.T. 3; 53,40% C in % D.M.T.3; 19,20% < 8B AVI in %; 25,50% >8B AVI in %; 54,60%
8B AVI in %; 19,90%
Op de D.M.T. toetsen zien we een behoorlijke terugval. Liepen we in groep 3 ver voor op het landelijk gemiddelde, nu zien we een landelijke trend op woordniveau. Het aantal sterke lezers met een A of B – score loopt wel terug, maar niet onrustbarend. Wel nemen de D – E scores flink toe. Het landelijke gemiddelde ligt, zoals gezegd, op 25%. In ons Samenwerkingsverband zien we op woordniveau een onvoldoende score van 27,40%. Ook op tekstniveau zien we de leerlingen minder progressie maken. Immers een kwart van de kinderen leest nog geen AVI 8 beheersing.
Oorzaken en gevolgen: Landelijk zien we dat de 14% uitvallers in groep 5 komt van de helft van de scholen. Kort en goed betekent dat de school het verschil maakt en niet de sociaal – economische of etnische achtergrond. 1 Door de relatieve berekeningswijze is niet precies te zeggen hoeveel procent van de uitvallers van hoeveel van de scholen komen. Leggen we echter de scholen naast elkaar dan wordt helder dat er „zwakke‟ en ‟sterke‟ scholen zijn op het terrein van lezen in de middenbouw. Opvallend is dat de sterke scholen lang niet altijd in de gegoede wijk staan en de zwakke scholen in een „mindere‟ buurt staan. In dit laatste opzicht volgen we dus ook de landelijke trend.
1
A.J.C. Struiksma c.s. Diagnostiek van technisch lezen en aanvankelijk spellen.
7
De belangrijkste oorzaak van de terugvallende resultaten in groep 5 heeft te maken met de gerichte leesinstructie die niet meer aan de orde is. Immers we gaan er vaak vanuit dat als kinderen een zeker AVI niveau hebben dat ze zelfstandig verder kunnen. We vergeten daarbij twee zaken: AVI 9 is niet de bovengrens; het voortgezet onderwijs vraagt immers meer. Bovendien kan een score ook terug vallen. Een op een zeker moment behaald resultaat geeft geen verzekering dat dat niveau ook in stand blijft of automatisch groeit!
Waar „staat‟ uw school? Zoals opgemerkt omvat de peiling van de leesopbrengsten 52 scholen. Het is niet correct om de resultaten van de individuele scholen publiekelijk te maken. Toch kan ik me voorstellen dat u wel belangstelling hebt, waar uw school staat in het totaal van de resultaten van het Samenwerkingsverband. Daarom heb ik per school een extra blad toegevoegd, waarop de resultaten van uw school staan die meegenomen zijn in het onderzoek.
Hoe nu verder? De initiatieven die vanuit het Samenwerkingsverband in het verleden genomen zijn willen we continueren. Niet alleen om „borging‟ van het ingezette beleid te bewerkstelligen, maar ook om de scholen die benedengemiddeld scoren extra aandacht te geven. De invoering van de Protocollen is verzorgd door de S.B.Z.W.; borging, opfrisbijeenkomsten en „onderhoud‟ zullen georganiseerd gaan worden door het Samenwerkingsverband Waterland.
Voor de meeste scholen geldt dat ze de ingeslagen weg moeten blijven volgen. Wel willen we een zo „vraaggericht‟ mogelijk aanbod creëren. Vanuit het „veld‟ bereikten ons een aantal verzoeken die we graag willen honoreren: -
Scholing van leerkrachten en nieuwe I.B.‟ers die weinig of geen ervaring hebben met de groepen 3 en 4 om meer en beter zicht te krijgen op het aanvankelijk lees – en spellingonderwijs.
-
Een nadere analyse van de resultaten van scholen, gevolgd door een plan van aanpak, toegesneden op de individuele school.
-
Voorlichting m.b.t. de nieuwe CITO normeringen AVI / D.M.T.
-
Schoolspecifieke wensen m.b.t. lezen en spellen die we kunnen vervullen door middel van schoolbezoeken en teambijeenkomsten.
-
Indien u de behoefte heeft om eens van gedachten te wisselen over verdere optimalisering van het leesonderwijs of over schoolspecifieke wensen, dan ben ik hiertoe graag bereid. Op donderdag en vrijdag ben ik telefonisch of per mail bereikbaar op het Zorgplatform.
Het huidige schooljaar is voor veel scholen een overgangsjaar waar het de nieuwe CITO toetsen aangaat. Daarom wil ik de resultaten van dit schooljaar niet inventariseren, maar die van het
8
schooljaar daarop (2010 – 2011) wel opnieuw in kaart brengen. We willen dan ook groep 6 en 7 hierin meenemen. Zo monitoren we tweejaarlijks de resultaten om te kunnen bezien of het ingezette beleid ook daadwerkelijk geborgd wordt. Tot slot wil ik u nogmaals danken voor uw inzet en voor het vertrouwen om de resultaten van uw inspanningen met ons te willen delen.
Vriendelijke groet, namens het Samenwerkingsverband Waterland, Chruf van Kempen (coördinator Leescentrum Samenwerkingsverband Waterland / trajectbegeleider O.N.L.) Bereikbaar: 0299 – 783483 e – mail:
[email protected]
9