Voortgangsrapportage HEA 2014 – 2015 ‘Kwaliteit als kompas’
2
Voorwoord In maart 2014 ondertekenden schoolbesturen, de kinderopvang, de gemeente en andere educatieve partners de Haagse Educatieve Agenda ‘Kwaliteit als Kompas, werken aan uitstekend onderwijs in Den Haag’ voor de periode 2014-2018 (HEA). Het schooljaar 2014-2015 benutten de ondertekenaars om de in de HEA genoemde ambities en doelstellingen uit te voeren. Daarbij hebben de ondertekenaars niet bepaald op hun handen gezeten. We zijn goed op koers en daarbij is kwaliteit het kompas waarop we varen. Kan het beter dan moet het beter, want voor de toekomst van de jeugd is alleen het beste goed genoeg. Samenwerkend hebben we een aantal flinke stappen gezet. Het aantal zwakke basisscholen is teruggebracht van 21 in 2011 naar twee in 2015. En in het voortgezet onderwijs is de afname niet minder spectaculair: van 42 in 2011 naar 6 zwakke en 2 zeer zwakke opleidingen dit jaar. De vlag kan pas uit als er nul zwakke scholen zijn, maar we zijn op de goede weg. Kwaliteit in de klas vraagt om kwaliteit voor de klas. We stelden dit jaar een actie-agenda op, maar waren tegelijkertijd aan de slag om de professionaliteit van leerkrachten te versterken. Tot en met 2015 ontvingen 159 Haagse leerkrachten een Lerarenbeurs. En meer dan 40 leerkrachten startten met een module op masterniveau. De brede buurtschool is een ander aspect van onze gemeenschappelijke inspanningen. Samenhang in het onderwijs en de ontwikkeling van kinderen van 0-12 jaar krijgt alle aandacht. Soms leidt het tot het samengaan van voorzieningen onder één dak en het liefst vanuit één pedagogische visie. Acht scholen hebben die handschoen inmiddels opgepakt en ook in het middelbaar onderwijs doet de brede buurtschool zijn intrede. De decentralisatie van de jeugdhulp bracht nieuwe kansen met zich mee. Onderwijs en jeugdhulp sluiten beter op elkaar aan. De schoolmaatschappelijk werker PLUS is daarvoor illustratief. We kunnen daardoor problemen rond het opgroeiende kind eerder signaleren en er sneller een plan op trekken. Natuurlijk valt er nog een wereld te winnen. Schooluitval neemt af maar ieder kind dat buiten boord valt, is er één te veel. Daarom zie ik deze voortgangsrapportage vooral als stimulans om verder te gaan op de ingeslagen weg. Met vereende kracht en doelgericht: de best denkbare toekomst voor kinderen, jongeren en volwassenen uit Den Haag. Dat is waar we aan werken en waar we voor staan. Met vriendelijke groet, Ingrid van Engelshoven Wethouder Kenniseconomie, Internationaal, Jeugd en Onderwijs
Voortgangsrapportage HEA 2014-2015
3
Inhoudsopgave Voorwoord…………………………………………………………………………………..3 1. We maken meer ruimte voor de professionele ontwikkeling in het Haagse Onderwijs………………………………………………………………………………..4 2. In 2018 zijn alle Haagse po-scholen en 20 Haagse vo-scholen een brede buurtschool…..6 3. We zetten het offensief voor taalvaardigheid op alle leeftijden voort en verbreden dat offensief met rekenvaardigheid. ............................................................................................. 9 4. We houden de dalende lijn in de schooluitval vast ................................................. …….13 5. We leggen in de relatie onderwijs – arbeidsmarkt het zwaartepunt op baankansen van Hagenaars en een sterke Haagse economie. ......................................................................... 16 6. We zorgen dat voor iedere leerling tot 18 jaar die zorg of ondersteuning nodig heeft, een plek beschikbaar is op een school die daarin kundig is. ....................................................... 18 7. We geven met de uitbouw van het universitaire onderwijs nieuwe impulsen aan de Internationale Stad van Vrede en Recht. .............................................................................. 20 8. We brengen ouders in positie als partners in de schoolloopbaan van hun kinderen. ....... 22 9. We zorgen dat schoolgebouwen een stimulerende en veilige leefomgeving bieden en multifunctioneel gebruik mogelijk maken. .......................................................................... 23 10. We verminderen de administratieve lasten van het lokale onderwijs. ........................... 24
Voortgangsrapportage HEA 2014-2015
4
1. We maken meer ruimte voor de professionele ontwikkeling in het Haagse onderwijs Voortgang HEA-ambities: - In de HEA staat dat er in 2018 volop professionele netwerken zijn van leraren, schoolleiders en andere educatieve beroepsgroepen. De Lucas Academie, Leerkracht en Samen10Plus bestonden al. In het schooljaar 2014-2015 kwamen er twee nieuwe kennisnetwerken bij, één rondom de ontwikkeling van brede buurtscholen en het kennisnetwerk de Haagse Lucifer; - Het aantal zwakke scholen daalde verder. Er zijn nu twee zwakke scholen voor po. In 2011 telde Den Haag nog 11 zwakke scholen. Den Haag heeft vier zwakke afdelingen in het vo en twee zeer zwakke ten opzichte 42 zwakke en drie zeer zwakke afdelingen in 2011. De doelstelling om in 2018 geen zwakke scholen of afdelingen te hebben, de doelstelling komt hiermee in zicht; - De doelstelling is zes excellente po-scholen. Den Haag heeft er nu één. Daar moet tempo in komen; - Het wordt vanzelfsprekend dat leraren zich (bij)scholen op universitair niveau. Tenminste 40 leerkrachten volgden dit kalenderjaar een module op masterniveau. 1.1 Inleiding Kwaliteit van onderwijs is een rode draad die in alle ambities van de HEA terugkomt. Iedere ouder wil namelijk goed onderwijs voor zijn of haar kind. De toekomst van ieder kind en daarmee de toekomst van de stad is afhankelijk van goed onderwijs. Om dat te bereiken is het van belang dat scholen werken aan een lerende cultuur, waarbij leerkrachten en schoolleiders elkaar stimuleren om hun professionaliteit en bekwaamheid te verbeteren. Dat betekent bijvoorbeeld dat docenten zich niet terugtrekken in hun klaslokaal, maar bij elkaar gaan kijken hoe hun collega’s een les uitvoeren en daar op een constructieve manier feedback op geven. Andere manieren van professionalisering zijn het verminderen van het aantal onbevoegde, onderbevoegde en scheefbevoegde leraren, kennisdeling tussen docenten of door experts, scholing en certificering. In dit kader maken scholen en de gemeente zich ook sterk voor registratie van docenten in het Lerarenregister. Het Lerarenregister wil de positie van docenten versterken en de kwaliteit van docenten hoog houden. Het register, waarin alleen bevoegde leraren worden opgenomen, is van leraren zelf. Een positieve vermelding verdient ROC Mondriaan. Deze mbo-instelling heeft al bijna 200 leraren in het systeem geregistreerd staan. Op dit moment ligt er een wetsvoorstel klaar om met ingang van 2017 registratie van leraren in het lerarenregister verplicht te stellen. Aangezien het lerarenberoep continu voor nieuwe uitdagingen door maatschappelijke veranderingen staat, is er het afgelopen jaar gewerkt aan de Actieagenda Professionalisering. Hierin zijn de ambities uit de HEA 2014-2018 nader uitgewerkt in samenspraak met de schoolbesturen en overige educatieve partners. Vooruitlopend op de actieagenda pakten scholen en de gemeente al verschillende acties op. 1.2 Professionele ontwikkeling van leerkrachten Succes in de klas wordt bereikt met succes vóór de klas. Om die reden is het essentieel dat leerkrachten zich ontwikkelen en daardoor bekwaam blijven. Op dit vlak gaat de Actieagenda uit van de volgende doelstellingen:
Terugdringen van het aantal onbevoegde, onderbevoegde en scheefbevoegde leraren; Uitbreiden van het aantal leraren met een masterdiploma; Uitbreiden van het aantal leraren die zich via het lerarenregister profileren;
Voortgangsrapportage HEA 2014-2015
5
Uitbreiden van het opleidingsaanbod voor (aankomende) tweedegraads leraren in Den Haag.
Tot en met 2015 ontvingen 159 Haagse leerkrachten een Lerarenbeurs, zie ook hieronder. Van de 143 leraren die in voorgaande jaren een Lerarenbeurs ontvingen, hebben er 53 inmiddels hun eerste- of tweedegraadsbevoegdheid gehaald. Van 24 leraren wordt verwacht dat zij dat volgend jaar doen. Met de lerarenbeurs zetten docenten en schoolbesturen stappen om de doelstelling uit de HEA te realiseren dat alle docenten in 2018 over de juiste bevoegdheid beschikken of daarvoor in opleiding zijn. Daarnaast professionaliseren tenminste 40 leerkrachten zich dit kalenderjaar door een module op masterniveau te volgen via Tweedegraads PLUS. Dat is een laagdrempelig modulair scholingstraject, opgezet door de 41 vo-scholen die samenwerken onder de vlag van de Rode Loper en de Hogeschool Utrecht. Hiermee is het in het Haagse onderwijs al in feite vanzelfsprekend dat docenten zich (bij)scholen tot universitair niveau. Den Haag heeft zich de afgelopen jaren sterk gemaakt voor een lerarenopleiding binnen de gemeentegrenzen. Want in vergelijking tot Rotterdam en Amsterdam gaan relatief minder Haagse jongeren naar een lerarenopleiding. Er komt geen klassieke lerarenopleiding, maar een deels virtuele. Een opleiding die studenten binnen handbereik hebben en waarmee ze ook contact kunnen leggen met hun docenten. De digitale leergang biedt de studenten de mogelijkheid om in eigen tempo een opleiding te volgen. Na de achterstand door het ontbreken van een lerarenopleiding loopt Den Haag nu met deze innovatie op dit gebied voorop. 1.3 Stedelijke Kennisnetwerken Het afgelopen jaar zijn er twee nieuwe netwerken voor docenten en schoolleiders in het leven geroepen en werd het programma ‘Leerkracht’ uitgebreid:
Het afgelopen schooljaar begon een kennisnetwerk rondom de ontwikkeling van brede buurtscholen 0-12; Enkele door de Rode Loper geïnitieerde kennisnetwerken, waaronder de Haagse Lucifer: een netwerk dat zich richt zich op de leraar als rolmodel voor de leerling ; In 2015 zijn zeven Haagse scholen gestart met het programma LeerKRACHT, waarbij aan de hand van lesobservaties, feedback, gezamenlijke voorbereiding van lessen en coaching wordt gewerkt aan de verbetering van de onderwijskwaliteit. Hiermee is het aantal deelnemende Haagse scholen sinds 2012 opgelopen tot 24. Het merendeel van de deelnemende scholen (17) zijn vo-scholen.
1.4 Schoolontwikkeling De ontwikkelingen rondom het Aloysius College maakten duidelijk dat elke school waar de financiële situatie en daarmee de kwaliteit niet van op orde is, één te veel is. Om het aantal (zeer) zwakke scholen te verminderen stelde de gemeente het afgelopen jaar een financiële bijdrage aan (zeer) zwakke scholen beschikbaar om de onderwijskwaliteit op die scholen te verbeteren. Sluiting van een school, zoals bij het Aloysius, heeft grote gevolgen voor leerlingen, ouders, docenten en onderwijsondersteunend personeel. Het is daarom van belang dat de gemeente meer wordt betrokken door de Onderwijsinspectie bij het financiële toezicht van schoolbesturen, zodat de
Voortgangsrapportage HEA 2014-2015
6
gemeente in een eerder stadium kan handelen. Met de Onderwijsinspectie heeft de gemeente Den Haag de eerste stappen gezet door samenwerkingsafspraken te maken. De daling van het aantal (zeer) zwakke scholen zette zich stedelijk het afgelopen schooljaar door. Per juli 2015 zijn er in Den Haag in het po nog twee scholen zwak. In vergelijking tot 2011 is dat een forse daling, want toen concludeerde de Onderwijsinspectie dat er 21 scholen voor basisonderwijs en speciaal basisonderwijs als zwak of zeer zwak. Op het vo zet de daling zich ook door. Daar daalde het aantal zwakke afdelingen (speciaal onderwijs, vmbo, havo en vwo) van 42 naar zes zwakke afdelingen en twee zeer zwakke afdelingen. Dit is inclusief het Aloysius College. Naast het verminderen van het aantal (zeer) zwakke scholen en opleidingen, heeft de HEA als doel om meer scholen het predicaat goed of excellent te laten halen. We hebben in Den Haag hier een paar goede voorbeelden van, zoals de Van Ostadeschool, College St Paul en de Populier. Andere scholen die ook deze handschoen willen oppakken, kunnen rekenen op steun van de gemeente.
2. In 2018 zijn alle Haagse po-scholen en 20 Haagse vo-scholen een brede buurtschool. Voortgang HEA-ambities: - De HEA-doelstelling is dat er minimaal 10 brede buurtscholen 0-12 zijn. Op dit moment telt Den Haag acht koploperlocaties; - De HEA stelt als doel dat in 2018 alle deelnemende scholen LKP voor alle klassen aanbieden. Op dit moment biedt ruim 70% van de deelnemende scholen LKP voor alle klassen; - De HEA gaat uit van 20 brede buurtscholen in het voortgezet onderwijs in 2018. Op dit moment zijn er 16. En één vo-school is van start gegaan om zich te ontwikkelen tot brede buurtschool. 2.1 Inleiding Brede buurtscholen zijn niet meer weg te denken uit Den Haag. Deze scholen zetten extra in op de talentontwikkeling van leerlingen. De nadruk ligt van oudsher op achterstandswijken, maar ook scholen in andere wijken krijgen de mogelijkheid een programma (zij het lichter) te ontwikkelen. In de HEA 2014-2018 is ingezet op drie lijnen waarlangs de brede buurtschool zich kan ontwikkelen: school en opvang, school en brede vorming en school en buurt. 2.2 School en opvang: integrale kindcentra Er is sprake van een ‘brede buurtschool 0 tot 12 jaar’ als onderwijs, opvang en buitenschoolse activiteiten in samenhang worden aangeboden en er gewerkt wordt vanuit één gezamenlijke pedagogische en educatieve visie. In een brede buurtschool 0 tot 12 zitten de verschillende voorzieningen onder één dak of in elkaars nabijheid, waar mogelijk onder één leiding. Er zijn verschillende manieren mogelijk om tot een brede buurtschool 0-12 te komen. Om in 2018 de HEA-doelstelling van minimaal 10 brede buurtscholen 0-12 te bereiken, ondersteunt de gemeente op dit moment acht koploper-locaties in deze ontwikkeling, zodat ze tijdelijk specifieke begeleiding of projectleiding kunnen bekostigen. Kennisdeling tijdens het proces is belangrijk, zowel onderling als stedelijk. De partijen moeten namelijk vaak dezelfde hindernissen overwinnen. Om ervoor te zorgen dat niet iedereen het wiel hoeft uit te vinden, wordt kennisdeling tussen de partijen gestimuleerd.
Voortgangsrapportage HEA 2014-2015
7
2.3 School en brede vorming Leerkansenprofiel (LKP) Een brede school binnen de stroom school en brede vorming biedt arrangementen voor verlengde onderwijstijd of verlengde leertijd (LKP). Kinderen op een school met brede vorming krijgen extra onderwijstijd om naast taal en rekenen vakken als muziek, beeldende vorming, sport, techniek en ICT te volgen. Het leerkansenprofiel heeft succes. Kinderen ontwikkelen zich sneller en het is voor hen leuker als zij hun talenten kunnen laten zien en ontwikkelen. Vanaf dit schooljaar zijn er in Den Haag 25 LKP-scholen. In augustus 2015 startte de 25e school, de P.H. Schreuderschool, met LKP. Daarmee is er in Den Haag ook één speciaal basisonderwijs (SBO) school die de onderwijstijd met 6 uur per week uitbreidt. Hierdoor nemen ruim 5.400 kinderen aan LKP deel. Dit is ongeveer 11% van de Haagse basisschoolpopulatie. Ook het aantal scholen dat LKP voor de hele school aanbiedt, vanaf de kleuters tot en met groep 8, is de laatste jaren gestegen. Twee jaar geleden koos de helft van de LKP-scholen voor deelname van de hele school; vanaf schooljaar 2015-2016 geldt dit voor 18 van de 25 LKP-scholen (ruim 70%). Met uitzondering van twee scholen, die LKP vanaf groep 5 aanbieden, hebben de overige vijf scholen in ieder geval LKP vanaf groep 3. Weekend- en zomerscholen po Kinderen kunnen door deelname aan weekend- of zomerscholen hun taal- en rekenvaardigheden verbeteren, hun talenten ontdekken en hun kennis van de wereld verbreden. Vanwege extra budget door bestuursafspraken met het Rijk kunnen basisscholen weekend- en zomerscholen opzetten. Vooral leerlingen met een achterstand profiteren van de extra leertijd die de zomer- en zaterdagscholen bieden. In 2014 is het aantal weekend- en vakantiescholen in het primair onderwijs wederom gestegen. De aantallen staan hiernaast. In 2011 had Den Haag veel minder zomer- en weekendscholen, namelijk vier zomer- en zes weekendscholen. Leerlingen en leerkrachten zijn enthousiast over deze voorzieningen en de positieve werksfeer. De zomerschool krijgt gemiddeld een 8,5 van de scholen. Brede Buurtschool vo De gemeente stimuleert de uitbreiding van het aantal brede buurtscholen. Scholen vullen de brede buurtschool naar behoefte in. De scholengroep Johan de Witt legt bijvoorbeeld de nadruk op een goede basis en gebruikt extra leertijd in de vorm van weekend- , vakantie- en zomerschool om achterstanden op de kernvakken (Nederlands, Engels, rekenen/wiskunde) in te lopen. Anderzijds richten Praktijkscholen als het Esloo College en De Einder zich binnen de extra leertijd op het aanleren en ontwikkelen van sociale vaardigheden bij de leerlingen. Naast de 16 huidige schoollocaties die activiteiten ontwikkelen in het kader van de brede buurtschool, heeft het afgelopen jaar ook het Hofstad Lyceum subsidie ontvangen om zich als brede buurtschool te ontwikkelen. 2.4 School en buurt
Voortgangsrapportage HEA 2014-2015
8
Zoals in de HEA omschreven staat, richt de stroom school en buurt zich op schooloverstijgende vraagstukken. Het gaat om de ontwikkeling van leerlingen (met hun ouders en wijkbewoners) in de wijk. De brede buurtschool is partner in het wijknetwerk. Een goede samenwerking tussen scholen onderling en andere partijen in de wijk die zich met kinderen, jongeren en hun ouders bezighouden is daarbij het uitgangspunt. Op verschillende plekken in de stad zijn scholen actief voor en met de buurt. Vier voorbeelden:
In 2015 ging na afronding van de nieuwbouw een nauwe samenwerking tussen de Petrus Donders en de Erasmusschool (BBS Kleurrijk) van start. Hier werken Dak Kindercentra, Stichting Mooi, Wijkberaad Vrederust en de Bibliotheek samen met de voorgenoemde twee scholen; In juni tekenden de Jeroenschool, Stichting Mooi en Stek Den Haag een convenant om gezamenlijk een wijkcentrum te vormen. De activiteiten van de verschillende instellingen worden nauw afgestemd; In Duindorp en in de Schilderswijk zijn er Haagse sporttuinen, die geëxploiteerd worden door scholen en die in samenwerking met sociaal-maatschappelijke instellingen binnen de wijk uitsluitend sportactiviteiten verzorgen. Ze bieden kinderen de kans om in een veilige, afgeschermde en pedagogische omgeving buiten te sporten. In O3 bundelen Dak kindercentra, basisschool Jan van Nassau en welzijnsorganisatie Zebra hun krachten. De drie instellingen nemen de afgelopen 1,5 jaar gezamenlijk deel aan een pilot IKC. Voorafgaande aan de nieuwbouw is veel tijd geïnvesteerd in de programmainhoud, samenhang en afstemming, teamvorming, beheer en één pedagogische visie. Door de nieuwbouw wordt de samenwerking tussen de drie partners extra versterkt. Zo is het gemakkelijker naar de wijkbewoners en ouders met een integraal aanbod en één gezicht (O3) te werken. De Jan van Nassauschool is op deze manier een ‘brede’ school voor de hele wijk.
2.5 Cultuureducatie De HEA stelt als doel dat iedere jonge Hagenaar tijdens zijn schoolcarrière in aanraking komt met cultuur, want cultuureducatie draagt op positieve wijze bij aan de leerprestaties en de algemene ontwikkeling. Het afgelopen jaar is er veel op het vlak van cultuureducatie gerealiseerd. CultuurSchakel, het expertisecentrum op het gebied van cultuuronderwijs, is inmiddels een begrip in de stad. De cultuurcoaches stimuleren dat er planmatig en in samenhang wordt gewerkt aan het bereiken van de (kern)doelen. Hiertoe voeren zij de Cultuurscan uit. Dit is het instrument voor monitoring van de voortgang en ontwikkeling op het gebied van cultuuronderwijs. 135 van de 156 basisscholen hebben inmiddels contact met CultuurSchakel. De Cultuuronderwijsprijs gaf een extra impuls aan cultuureducatie. Basisscholen ontvingen een bedrag voor een extra activiteit en verplichtten zich daarmee tot deelname aan de wedstrijd om de Haagse Cultuuronderwijs Prijs 2015. Hier maakten 30 scholen gebruik van. 2.6 De Stichting Brede Buurtschool In 2013 begon de Stichting brede buurtschool Den Haag (Sbb). Deze stichting heeft als doel het verbinden en delen van kennis over de brede buurtschool. De Sbb kan personeel werkzaam op een brede buurtschool in dienst nemen. Dit in overleg met de betrokken brede buurtschool en het bestuur. Het werkgeverschap en daarmee de risico’s liggen dan bij de Sbb. De Sbb heeft inmiddels veel kennis opgebouwd over brede buurtscholen en gebruikt deze kennis om scholen en andere instellingen in de stad te adviseren en te ondersteunen. 36 scholen/instellingen maakten gebruik van ondersteuning bij vraagstukken op het gebied van samenwerken of beheer / exploitatie.
Voortgangsrapportage HEA 2014-2015
9
2.7 Conciërges Conciërges zorgen ervoor dat leerlingen zich kunnen ontwikkelen in een gezonde omgeving en dragen bij aan het toezicht en de zorg voor sociale veiligheid. Voor het aanstellen van een conciërge konden basisscholen van het rijk een bijdrage krijgen in de loonkosten. De gemeente Den Haag heeft scholen, die gebruik maken van deze rijksregeling een aanvullende bijdrage verleend. In 2015 ontvingen 38 Haagse basisscholen subsidie voor een conciërge. Het Rijk beëindigde loonkostensubsidie voor ondersteunend personeel op basisscholen met ingang van 1 augustus 2015. De brede functie van scholen vraagt echter om een blijvende inzet van conciërges. In het kader van het coalitieakkoord 2014-2018 Vertrouwen op Haagse Kracht is er daarom € 400.000 structureel beschikbaar gesteld om een financiële bijdrage aan Haagse scholen te verlenen voor de loonkosten van conciërges. De middelen zijn in 2015 gebruikt voor een overgangsregeling voor de periode augustus tot en met december 2015. Vanaf 2016 kunnen alle schoolbesturen van basisscholen in Den Haag (inclusief speciaal onderwijs) een financiële bijdrage ontvangen voor de kosten van een conciërge.
3. We zetten het offensief voor taalvaardigheid op alle leeftijden voort en verbreden dat offensief met rekenvaardigheid.
Voortgang HEA-ambitie - Den Haag ligt op koers om te voldoen aan alle afspraken die met het Rijk in het kader van de bestuursafspraken over de vve zijn gemaakt. De Onderwijsinspectie maakt in 2016 bekend of alle doelen gerealiseerd zijn. Er zijn stappen gezet in het verbeteren van de kwaliteit van de vve door betere effectmeting en hbo-coaches (kwaliteitsmedewerkers). Ook voldoen bijna alle vve-leidsters aan het gestelde taalniveau 3F. Van dat laatste doel is al duidelijk dat het is gerealiseerd; - Dit schooljaar namen 1085 leerlingen deel aan één van de 83 schakelklassen. Komend schooljaar wordt, zoals aangekondigd in de HEA, bekeken hoe de aanpak van de schakelklassen en de kopklassen verbeterd kan worden. - De doelstelling uit de HEA om binnen alle onderwijssoorten mogelijkheden voor tweetalig onderwijs te hebben, is behaald. - In de HEA staat de doelstelling verwoord om het aantal deelnemers bij de volwasseneneducatie op peil te houden. Die doelstelling is ruimschoots gerealiseerd. Het aantal steeg zelfs van 2217 in 2013 tot 3448 deelnemers in 2014. Gezien de huidige toestroom van nieuwkomers wordt het echter een zeer grote opgave om asielzoekers in procedure van een taalaanbod te kunnen voorzien. 3.1 Inleiding Taal verbindt ons allemaal. Taal is een belangrijk instrument om te kunnen participeren in de Haagse samenleving. Datzelfde geldt voor rekenen. Beide vaardigheden zijn essentieel voor het volgen van onderwijs en in de sociale omgang tussen Hagenaars. Verder is er een verband tussen beheersing van de taal en de mate van studiesucces. Het offensief om taalachterstanden te voorkomen wordt gecontinueerd en verbreed met rekenen, want veel jonge en volwassen Hagenaars beheersen het rekenen nog niet of in onvoldoende mate. Maar het taaloffensief besteedt niet alleen aandacht aan achterstanden. Jonge Hagenaars worden ook uitgedaagd zich te ontwikkelen tot ‘wereldburgers’. Dat gebeurt door tweetalig onderwijs te bevorderen. 3.2 Investeren in het jonge kind
Voortgangsrapportage HEA 2014-2015
10
Iedere peuter heeft baat bij voorschoolse educatie voordat het naar de basisschool gaat, maar in het bijzonder voor peuters met een taalachterstand of een achterstand op het gebied van sociale vaardigheden of motoriek is de voor- en vroegschoolse educatie voor peuters vanaf 2,5 jaar van belang. Sinds 2012 indiceert het consultatiebureau of kinderen tot de doelgroep van de vve behoren en worden de ouders van doelgroepkinderen in gesprekken gemotiveerd om het kind aan te melden bij een vve-instelling. Vanaf vorig jaar werken vve-voorzieningen en het consultatiebureau met het stedelijk digitaal uitwisselingsplatform VVE-UP. Met dit systeem ontstaat beter zicht op het bereik van kinderen met een taalachterstand en deelname aan de vve. De verwachting is dat het aantal doelgroepkinderen dat deelneemt daardoor de komende jaren toeneemt. Den Haag heeft voldoende vve-aanbod gerealiseerd om ieder kind met een taalachterstand een plek voor een vve-voorziening te kunnen bieden. Den Haag heeft ruim 4.300 vve-plekken op 249 voorschoolpeutergroepen op 84 voorscholen (samenwerking tussen peuterspeelzaal en een basisschool) en op nog eens 55 groepen op 30 kinderdagverblijven waar een voorschools educatief programma wordt uitgevoerd. Omdat ieder kind profiteert van deelname aan een voorschoolse voorziening heeft Den Haag met de drie andere grote steden zich sterk gemaakt voor een ontwikkelrecht, waarbij ieder kind gratis of tegen minimale kosten minimaal twee dagdelen kan deelnemen aan een voorschoolse voorziening. Het Rijk heeft in de Rijksbegroting een bedrag van € 60 miljoen voor gemeenten beschikbaar gesteld om peuters die nu geen gebruik maken van een voorschoolse voorziening de kans te geven om dat wel te doen. Tegelijkertijd bezuinigt het Rijk op een ander budget voor voorschoolse voorzieningen, zie 3.3. Op dit moment wordt onderzocht hoe het ontwikkelrecht in Den Haag (zoveel mogelijk) binnen de beschikbare budgetten vorm kan krijgen. 3.3 Vve op een hoger niveau De afgelopen jaren is er in Den Haag hard gewerkt aan het verbeteren van de kwaliteit. Er zijn sinds 2012 coaches op hbo-niveau in dienst bij de vve-instellingen om de kwaliteit van de vve in het algemeen en van de leidsters in het bijzonder te versterken. Zij trainen onder andere de pedagogisch medewerkers op de werkvloer en stemmen in het geval van de peuterspeelzalen het vve-programma inhoudelijk af met de basisschool. Om te zorgen dat kinderen op een goede manier het Nederlands onder de knie krijgen, is het essentieel dat de pedagogisch medewerkers de taal goed beheersen. Zij werken immers dagelijks met de kinderen aan hun taalniveau. De afgelopen jaren zijn de pedagogisch medewerkers, naar aanleiding van de afspraken met het Rijk, op hun taalniveau getoetst en zo nodig hebben zij scholing gevolgd om aan het vereiste niveau te voldoen (niveau 3F voor lezen en spreken, 2F voor schrijven). Inmiddels hebben 521 leidsters het vereiste taalniveau behaald. Echter, de ambitie is dat alle medewerkers vve in Den Haag voor 1 januari 2016 voldoen aan alle taaleisen. Alle inspanningen zijn dan ook gericht op de in totaal nog 48 medewerkers die de taalscholing deze maanden nog volgen. Ook is met ROC Mondriaan afgesproken dat bij de opleidingen gericht op de vve extra aandacht aan taal tot en met niveau 3F wordt besteed, zodat nieuwe leidsters in de toekomst het Nederlands beter beheersen.
Voortgangsrapportage HEA 2014-2015
11
De gemeente blijft investeren in medewerkers op hbo-niveau, het verbeteren van de kwaliteit en het volgen van scholing gericht op het werken met jonge kinderen. Het Rijk heeft tijdens Prinsjesdag aangekondigd met ingang van 2017 te willen bezuinigen op de budgetten waaruit deze investeringen worden gefinancierd. Hoe groot de vermindering van budget voor Den Haag uitvalt, is nog onbekend. Als het Rijk de bezuiniging doorzet, zal dit invloed hebben op de eerdergenoemde investeringen. 3.4 Kop- en schakelklassen Voor kinderen die moeite hebben met de Nederlandse taal is er de schakelklas. In dergelijke klassen leren kinderen in een kleine groep beter Nederlands. Na één jaar gaan ze weer terug naar een gewone groep van de school. Hoewel verschillende varianten mogelijk zijn, kiest de meerderheid van de scholen voor een voltijd schakelklas. Dit schooljaar namen 1085 leerlingen deel aan één van de 83 schakelklassen. Voor leerlingen die meer in hun mars hebben, maar door een taalachterstand in groep 8 niet het schooladvies krijgen dat recht doet aan hun leervermogen, bestaat de mogelijkheid om één jaar naar de kopklas te gaan. In 2014-2015 waren er twee kopklassen. Bijna alle leerlingen in dit schooljaar hebben de doelstelling van de kopklas gehaald. Ruim 80% van de deelnemers aan de kopklassen is op een hoger niveau uitgestroomd. Vanaf schooljaar 2015-2016 kunnen ook leerlingen in groep 7 meedoen aan de kopklas, zodat zij een hoger advies bereiken zonder dat het een extra schooljaar kost. 3.5 Onderwijs voor nieuwkomers Den Haag kent het centrale opvangmodel voor nieuwkomers. Dat betekent dat leerlingen die minder dan één jaar in Nederland zijn en geen Nederlands spreken, gebruik maken van één van de 20 opvanglocaties in het po. Deze zijn bedoeld voor leerlingen tussen de zes en twaalf jaar (leerlingen jonger dan zes jaar kunnen gebruikmaken van vve). Na 10 maanden in de opvangschool worden de leerlingen getoetst door het HCO. De leerling stroomt hierna uit naar een reguliere groep (al dan niet op de opvangschool) of krijgt een verlenging van zes maanden. In 2015 vingen Haagse basisscholen 276 nieuwkomers op. Leerlingen tussen de 12 en 18 jaar die minder dan twee jaar in Nederland zijn, kunnen naar een internationale schakelklas (ISK). In een ISK leren zij de Nederlandse taal. Wanneer ze de taal goed genoeg beheersen, stromen de leerlingen door naar regulier voortgezet onderwijs. Den Haag kent drie zogenaamde ISK-scholen: Het Diamant College, het Johan de Witt College en het Edith Stein College. Gezien de huidige toestroom van vluchtelingen neemt het aantal nieuwkomerskinderen op basisscholen en in het voortgezet onderwijs op korte termijn aanzienlijk toe. De ISK-scholen hebben al aangegeven dat zij reeds vol zitten. In overleg met schoolbesturen zullen er de komende tijd meer plaatsen voor nieuwkomers in het primair en het voortgezet onderwijs gecreëerd worden. In het voortgezet onderwijs is vanwege de recente komst van een groep van 40 minderjarige alleenstaande asielzoekers reeds een uitbreiding van de ISK- voorziening gerealiseerd. Er wordt momenteel gewerkt aan een vernieuwing van de onderlinge afspraken op het gebied van de opvang van nieuwkomers. 3.6 Meer talen onder de knie We leven in een steeds internationaler wordende samenleving. Zeker in een stad als Den Haag, Internationale Stad van Vrede en Recht, is dit een realiteit. Beheersing van meerdere talen is dan ook van groot belang, evenals kennis van Europa en ervaring met landen om ons heen. Tweetalig onderwijs heeft twee belangrijke doelen: het bevorderen van een goede taalvaardigheid en het meegeven van een Europees en internationaal perspectief. De taal wordt zo ingebed in een brede, internationaal georiënteerde context. Om die reden wordt hier vroeg vreemde talen en tweetalig onderwijs gestimuleerd.
Voortgangsrapportage HEA 2014-2015
12
Een mooi voorbeeld van tweetalig onderwijs is de pilot op de Haagsche Schoolvereeniging (HSV). Het is een pilot waarbij 30% van de lessen in het Engels en de overige lessen in het Nederlands worden aangeboden. De pilot van de HSV start in groep 1 en jaarlijks wordt een groep toegevoegd. Als de kinderen na groep 8 de school verlaten, hebben zij 50% van de lessen in het Engels gevolgd. Gezien het internationale karakter past deze pilot Den Haag als een jas. Naast deze pilot zijn er inmiddels 22 basisscholen in Den Haag die vroeg vreemdetalenonderwijs aanbieden. Deze scholen bieden hun leerlingen extra uren vreemdetalenonderwijs aan vanaf groep 1. In het vo zijn er vier scholen die tweetalig onderwijs aanbieden, namelijk: Dalton Den Haag (vwo), Hofstad Lyceum (vwo), Wateringse Veld College (havo en vwo) en het Maris College (vmbo-t). Bij het Hofstad Lyceum gaan bovenbouw leerlingen op voor het International Baccalaureate (IB) certificaat voor English A Language and Literature. Dit is een hoogwaardig examen dat leerlingen goed traint in academische vaardigheden, zoals het schrijven van papers en het vergelijken van teksten. 3.7 Investeren in volwasseneneducatie Kennis van Nederlandse taal is essentieel voor deelname aan de samenleving, voor kansen op (behoud van) werk en voor ouders om hun kinderen te begeleiden in hun schoolcarrière. Daarom investeert de gemeente in de volwasseneneducatie. Dit ondanks de jarenlange bezuinigingen van het Rijk op taalonderwijs voor volwassenen. De brief van 7 juli 2015 ‘Investeren in volwasseneneducatie’ (RIS 383715) informeert de raadscommissie Onderwijs over de aanpak van taalachterstanden bij Haagse volwassenen. De brief gaat in op de besteding van coalitiemiddelen 2015–2017 van jaarlijks € 1 miljoen. In de brief kunt u de aanpak lezen. Deze voortgangsrapportage gaat nader in op de bereikte doelgroepen, de uitbreiding van aanbod in de stad, in wijken en op scholen en de samenwerking tussen taalaanbieders. In 2014 hebben 3448 volwassenen taal en/of rekenles met behulp van ICT voor dagelijks gebruik gevolgd bij ROC Mondriaan. Dat is een grote stijging ten opzichte van 2013 (2217 cursisten). De infographic (rechts) geeft het aantal deelnemers weer bij ROC Mondriaan (educatie en beroepsonderwijs), het aantal asielzoekers, vluchtelingen en aantal geïsoleerde vrouwen met taalles bij Taal aan Zee en het aantal vrijwillige taalmaatjes bij het Gilde. Vanwege de opening van drie nieuwe locaties voor vluchtelingen, zal er een beroep op deze organisaties worden gedaan om voor deze doelgroep taallessen te verzorgen. 3.8 Aanpak laaggeletterdheid bij werknemers Naar schatting 12% van de beroepsbevolking is laaggeletterd. Zij hebben zoveel moeite met lezen en schrijven dat ze niet goed kunnen functioneren in de maatschappij en op de werkvloer. Ze kunnen bijvoorbeeld geen werk- of veiligheidsinstructies lezen. Ter vermindering van laaggeletterdheid is het aanbod voor werknemers bij ROC Mondriaan in het kalenderjaar 2014 fors uitgebreid. 1498 laaggeletterde werknemers of werknemers met een taalachterstand gingen bij ROC Mondriaan of op hun werkplaats aan de slag om het Nederlands beter te leren lezen, spreken, luisteren en/of schrijven én de rekenvaardigheden te verbeteren. Werkgevers dragen bij door de betreffende werknemers tijdens werktijd de ruimte te geven om taalonderwijs te volgen en lesruimte beschikbaar te stellen.
Voortgangsrapportage HEA 2014-2015
13
3.9 Taal voor EU arbeidsmigranten In 2013 en 2014 stelde de raad extra middelen beschikbaar voor taal aan EU-arbeidsmigranten uit Midden-, Oost- en Zuid-Europa. De door de raad geformuleerde doelstelling van 500 deelnemers per jaar is ruimschoots behaald. In 2014 zijn maar liefst 1291 deelnemers bereikt. Tot juli 2015 waren er al 1521 deelnemers actief. Vanwege het succes en de grote behoefte aan taalles, wordt deze aanpak nog één jaar gecontinueerd. 3.10 Taal en rekenen in de wijken Eén van de speerpunten uit de HEA is om het beschikbare aanbod voor educatie laagdrempelig te maken door meer aanbod verspreid over de stad. Inmiddels is het aanbod van extra taal- en/of rekenlessen in de wijk uitgebreid met in totaal 53 groepen en ‘stamtafels’. Tot juli 2015 is dit verder uitgebreid naar 61 groepen, waarvan 27 groepen voor ouders bij scholen. Bij de stamtafelgroepen oriënteren deelnemers zich op de cursusmogelijkheden en leerwensen op het gebied van de volwasseneneducatie om vervolgens door te stromen naar regulier aanbod op de centrale locatie, op school of in de wijk. Consultatiebureaus werken actief mee door ouders te wijzen op het aanbod voor jonge ouders om hun kind te leren voorlezen. 3.11 Online leren Vanaf 2014 stimuleert en ondersteunt ROC Mondriaan het gebruik van het professioneel account Oefenen.nl van het Expertisecentrum ETV.nl voor online leren. Dit heeft dit geleid tot een sterke verbetering van het gebruik en het aantal accounts. Eind 2014 zijn er 74 licentiehouders in de stad die met 4903 accounts (een grote stijging vergeleken met 1662 in 2013) actief gebruik maken van de programma’s op Oefenen.nl. De licentie is afgekocht voor taalaanbieders, basisscholen, voortgezet onderwijs, praktijkscholen, het mbo, welzijnsorganisaties in de wijk, bibliotheken en maatschappelijke organisaties. Cursisten kunnen, na de taalles op locatie, thuis verder aan de slag via hun eigen account op de website Oefenen.nl. 3.12 Samenwerking taalaanbieders De HEA heeft mede als doel om stedelijke samenwerking te realiseren op het gebied van de volwasseneneducatie vanuit één locatie. Die doelstelling werd dit schooljaar gerealiseerd door de fusie van twee stichtingen tot de Stichting Taal aan Zee en de huisvesting van deze stichting aan de Brouwersgracht op de locatie van ROC Mondriaan Educatie. Dit heeft geleid tot verbetering van de samenwerking, intake, doorstroom en training van vrijwilligers. Naast Taal aan Zee maken meerdere gesubsidieerde aanbieders (Taal in de Buurt, ETV) gebruik van het Open Leercentrum aan de Brouwersgracht. De Brouwersgracht heeft daarmee een volwaardige functie gekregen als stedelijk taalcentrum voor volwassen Hagenaars.
4. We houden de dalende lijn in de schooluitval vast Voortgang HEA-ambitie - Er wordt nog steviger gestuurd op verzuim en uitval, want het aantal vsv’ers daalde in het schooljaar 2013-2014 verder; - Ouders zijn betrokken bij de aanpak van verzuim en uitval. De aanpak in de krachtwijken wordt verder ontwikkeld en uitgebreid naar andere wijken; - Jongeren die niet naar school kunnen, maken gebruik van scholings- en dagbestedingstrajecten. De eerste stappen naar verbinding van deze trajecten naar onderwijs en arbeidsmarkt zijn gemaakt; - Er is een aanpak ontwikkeld om jongeren die recht hebben op studiefinanciering en nog naar school kunnen, geen gebruik te laten maken van de bijstand.
Voortgangsrapportage HEA 2014-2015
14
4.1 Inleiding Jongeren met een startkwalificatie (mbo niveau 2 of hoger, havo- of vwo-diploma) hebben een beter perspectief op de arbeidsmarkt en een eigen plek in de samenleving. Jongeren met een afgeronde opleiding kunnen hun talenten beter ontplooien, doen relatief minder vaak een beroep op sociale voorzieningen en dragen meer bij aan de economie. De HEA is daarom gericht om nog meer inzet vanuit scholen en gemeenten te plegen om schooluitval te voorkomen. Landelijk, en ook in Den Haag, daalt het aantal voortijdige schoolverlaters nog steeds, langzaam maar zeker. Door samenwerking tussen de gemeente, scholen, samenwerkingsverbanden en jeugdhulp-instellingen wordt maatwerk geboden, waardoor jongeren niet meer uit hoeven te vallen. En als ze toch uitvallen, kunnen ze in veel gevallen weer instromen, al dan niet via bijzondere onderwijstrajecten en/of leerwerktrajecten. 4.2 Voorkomen voortijdig schoolverlaten en aanpak schoolverzuim In 2013-2014 is het aantal voortijdige schoolverlaters (vsv’ers) in Den Haag nog iets verder gedaald van 1188 (3,6%) naar 1149 (3,4%). De definitieve cijfers over 2014-2015 ontvangen scholen en gemeenten pas in februari 2016 van het Rijk. Frequent schoolverzuim leidt vaak tot voortijdig schoolverlaten. Daarom is het belangrijk om tijdig in te grijpen. Het jaarverslag Leerplicht gaat nader in op de acties die genomen zijn om het aantal unieke leerlingen dat verzuimde te verlagen. Verder zet het eerdergenoemde jaarverslag de aantallen en de aanpak van absoluut verzuim en thuiszitters uiteen. 4.3 Overgang vmbo naar mbo: De Overstap De overgang van vmbo naar mbo is een overgang in het onderwijs waar al langer veel aandacht aan wordt besteed. Jongeren die tijdens deze overstap uitvallen, beschikken immers nog niet over een startkwalificatie en tellen mee als voortijdige schoolverlater. Het project De Overstap voorkomt dat leerlingen uitvallen bij het maken van de overgang van het voortgezet onderwijs naar vervolgonderwijs. Het aantal leerlingen dat ondersteuning nodig heeft bij het maken van de overstap varieert per jaar. Het afgelopen jaar benaderde de gemeente 500 risicooverstappers voor hulp bij het maken van de juiste keuze voor een beroepsopleiding. Van deze 500 jongeren waren er uiteindelijk 55 die geen vervolgopleiding hadden; zij zijn verder begeleid via de afdeling Leerplicht (24 jongeren) en Voortijdig schoolverlaten (31 jongeren). De jongeren stroomden alsnog uit naar onderwijs, naar werk of een zorgtraject. 4.4 Terug naar school Onlangs heeft het college ingestemd met de Beleidsregels Scholing als voorliggende voorziening voor bijstand Den Haag 2015. Deze beleidsregels hebben gevolgen voor jongeren tot 27 jaar die een aanvraag voor bijstand indienen, maar nog rijksgefinancierd onderwijs kunnen volgen. Zij krijgen namelijk geen WWB-uitkering als: a. aanspraak gemaakt kan worden op studiefinanciering of een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en schoolkosten (WSF en WTOS)
Voortgangsrapportage HEA 2014-2015
15
én: b. de jongere in één van de volgende categorieën valt: jongere zonder startkwalificatie jongere met een startkwalificatie, maar geen diploma mbo 3, hbo of universitaire opleiding én: c. voor zover de jongere geen startkwalificatie heeft, wordt bekeken of een jongere cognitief in staat is om een startkwalificatie te halen. Ook gaat de gemeente na of een jongere niet zodanig zware (gedrags) problemen heeft dat hij of zij niet in staat is om onderwijs te volgen. Via de trajecten voor vsv’ers van D’Roem, Entree Steward, H’eerlijk, Sleutelen-met-jongeren en Werkmaat hebben al een aantal jongeren een Entree-diploma (voorheen mbo niveau 1) behaald. Eenzelfde opzet wordt bij andere trajecten voor vsv’ers geïntroduceerd. Onderstaand een tabel met het aantal jongeren dat in kalenderjaar 2014 op een VSV-traject is geplaatst. Vsv-trajecten (2014) Aantal geplaatste jongeren D’roem 17 Entree Steward 30 H’eerlijk 30 Het Ambacht 21 Leren Doen 21 Mytikas 5 Sleutelen met Jongeren 28 Trix 18 Werkmaat 90 Totaal 260 Dergelijke vsv-dagbestedingstrajecten duren drie tot zes maanden en mogen eenmaal worden verlengd tot in totaal maximaal 12 maanden. Het belangrijkste doel van deze projecten is plaatsing op een (vervolg)opleiding, of bij een werkgever, met als ultieme doel duurzame arbeid. De praktijk wijst echter uit dat dit niet voor alle jongeren te realiseren is. In die gevallen wordt bezien of een meer beschermde werkplek kan worden geboden of dat participatie een optie is. Op dit moment worden de maatregelen ter vermindering van vsv, waaronder de vsv-trajecten, geëvalueerd. De raadscommissie zal in december over de bevindingen geïnformeerd worden. 4.5 Ouders in aandachtswijken Om het relatief hoge schoolverzuim en -uitval in de aandachtswijken terug te dringen, hebben leerplichtambtenaren en vsv-casemanagers (voor jongeren vanaf 18 jaar) zich gericht op het bereiken van ouders. Met de ouders gingen de leerplichtambtenaren en vsv-casemanagers in gesprek over schoolverzuim en -uitval van hun kinderen. De gesprekken met jongeren van 13-23 jaar en hun ouders vinden bij hen thuis plaats. Hierbij werd rekening gehouden met de context van de gezinssituatie. In sommige gevallen bleek het effectiever te zijn om op een coachende manier dan op een bestraffende manier het verzuim te stoppen of jongeren terug naar school te krijgen. Tussen oktober 2013 en december 2014 zijn in totaal 537 aankondigingen voor huisbezoeken verstuurd, waarvan 142 huisbezoeken vanuit Leerplicht en 395 huisbezoeken vanuit VSV. Dat is meer dan was gepland. Het aantal bereikte ouders door leerplichtambtenaren is daarmee 100%. Na twee huisbezoeken en brieven is contact geweest met 51% (202 van de 395) van de aangeschreven uitgevallen jongeren, face-to-face of telefonisch. Hiervan zijn 151 jongeren door casemanagers begeleid, waarvan 55 samen met een familielid of een begeleider (ouder(s), broer, zus, tante, oom, jeugdreclassering of hulpverlener). De grote non respons-groep (49%) bestaat uit ‘onterechte meldingen’. Deze jongeren bleken reeds op school te zitten, waren verhuisd of onbereikbaar.
Voortgangsrapportage HEA 2014-2015
16
5. We leggen in de relatie onderwijs – arbeidsmarkt het zwaartepunt op
baankansen van Hagenaars en een sterke Haagse economie. Voortgang HEA-ambitie - Met projecten als Pimp your portiek (stages bouw) en stageplekken in de wijken, waarvan 460 jongeren gebruik maakten, nemen het onderwijs en de gemeente gerichte maatregelen om knelpunten in het aanbod van stageplaatsen op te lossen. - Met de Startersbeurs heeft Den Haag een tijdelijk werkarrangement voor hoogopgeleide jongeren. Vanwege het succes van de Startersbeurs wordt dit arrangement de komende jaren voortgezet; - Het veiligheidsonderwijs in Den Haag krijgt versterking door de start van een tweede opleiding bij de Cyber Security Academy; 5.1 Inleiding Het doel van het college is om Den Haag zich verder te laten ontwikkelen tot internationaal concurrerende, innovatieve kenniseconomie. Dat vraagt om versterking van de stedelijke economie met meer banen voor Hagenaars die nu aan de kant staan. Ter verbetering van de aansluiting tussen onderwijs en de arbeidsmarkt, ondertekenden 44 partners uit het bedrijfsleven, overheden en scholen in 2014 de regionale Actieagenda ‘Geslaagd in het vak 2.0’. Daarbij gaat de aandacht naar:
Het ontwikkelen van activiteiten in en na het onderwijs die bijdragen aan het terugdringen van de jeugdwerkloosheid, en dan vooral de acties zoals die zijn opgenomen in het Aanvalsplan Jeugdwerkloosheid en Geslaagd in het vak speerpunt 6 over loopbaanoriëntatie en stages. Het ontwikkelen van netwerken en samenbrengen van partners om de aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt permanent op de agenda te houden, meestal per sector in de arbeidsmarkt. Het hoger onderwijs intensiever betrekken bij de samenwerking tussen bedrijfsleven, onderwijs en overheid, ter bevordering van innovatie en ondernemerschap in de sterke Haagse sectoren.
5.2 Jongeren helpen met een loopbaanstart Veel jongeren vinden het moeilijk om een realistisch beeld te vormen van hun toekomstige beroep. Dat maakt het lastig voor hen om de juiste opleiding te kiezen. Een goede loopbaanoriëntatie moet gebaseerd zijn op reële informatie over beroepen en kansen op werk. Om die reden subsidieert de gemeente verschillende initiatieven om jongeren bij een goede studie- en loopbaankeuze te helpen. Het betreft Spirit4you, Champs on Stage en JINC: -
Spirit4you zet zich in om voortijdig schooluitval terug te dringen en de doorstroom van vmbo naar mbo en arbeidsmarkt te bevorderen. Dat doet Spirit4you door middel van verschillende projecten op het gebied van loopbaanoriëntatie, zoals Spots on Jobs. Ongeveer 3000 scholieren en hun ouders bezoeken dit tweedaagse evenement, waarbij zij kennismaken met uiteenlopende beroepen, branches, bedrijven en opleidingen. 79% van de bezoekers geeft na
Voortgangsrapportage HEA 2014-2015
17
-
-
het bezoek aan een beter beeld van beroepen en opleidingen te hebben gekregen en 61% vindt dat de beurs hen heeft geholpen bij het kiezen van een beroep of opleiding. In 2014 namen 49 Haagse scholen deel aan een of meer activiteiten van Spirit4You (voor een totaal van 267 schooldeelnames verdeeld over de 15 verschillende projecten). Champs on Stage brengt leerlingen tijdens de stages in het derde en vierde leerjaar van het vmbo in aanraking met het daadwerkelijke werk waarvoor zij worden opgeleid. Ook begeleidt Champs on Stage jongeren bij het sollicitatieproces. Champs voert het programma uit in de vier grote steden en bereikt daarmee 2500 jongeren. JINC helpt jongeren van 8 tot en met 16 jaar op weg naar een goede start op de arbeidsmarkt door beroepsoriëntatie op de werkvloer, het aanleren van (sociale) vaardigheden en het aanbieden van workshops over ondernemerschap. Binnen een pilot van JINC in Den Haag verricht JINC op 5 vmbo-scholen sollicitatietrainingen en biedt deze organisatie bliksemstages.
Stages Door de grote dynamiek op de arbeidsmarkt is er regelmatig een (tijdelijk) tekort aan stages of bestaat er behoefte om nieuwe vormen van stages te ontwikkelen. Ook dit jaar droeg de gemeente bij aan verschillende projecten die knelpunten bij het vinden van stages verminderen. Met projecten als Pimp your portiek (stages bouw) en stageplekken in de wijken op het gebied van zorg en welzijn is dit op een geslaagde manier opgepakt: 460 jongeren van het ROC Mondriaan liepen namelijk in hun eigen wijk stage. De Startersbeurs Om hoogopgeleide jongeren werkervaring te laten opdoen en daarmee hun kansen op werk te vergroten, kunnen zij, op initiatief van de Raad, sinds 2014 voor een periode van zes maanden een Startersbeurs aanvragen. In de periode 2014-2015 waren er 179 Startersbeurzen beschikbaar voor jongeren met een diploma op mbo 4 niveau, hbo of wo. Vanaf 1 oktober waren alle beurzen vergeven. Van de jongeren die gebruik heeft gemaakt van de Startersbeurs, vindt meer dan 60% een baan bij de werkgever die meedoet aan de Startersbeurs of elders. De Startersbeurs gaat de komende jaren door met 60 beurzen per jaar. Hiervoor zijn middelen beschikbaar tot 2018. 5.3 Betere aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt De technische sector De afgelopen jaren nam de interesse in het techniekonderwijs, met name in het technisch mbo, af. Dit terwijl in de technische sector bedrijven staan te springen om arbeidskrachten met een technisch diploma. Gelukkig kwam de daling in het schooljaar 2014-2015 tot stilstand. Om meer jongeren te enthousiasmeren voor techniek werden de volgende acties ondernomen:
70 leerlingen van vier Haagse technische vmbo-scholen afgelopen schooljaar volgden op woensdagmiddag lessen bij ROC Mondriaan. Dankzij deze lessen kregen zij toegang tot technische werkplaatsen die hun eigen scholen niet kunnen bieden, maakten zij kennis met het mbo en konden zij een betere studiekeuze maken. Dit jaar zijn er in Haaglanden drie technische mbo 4 opleidingen gestart: Greentec en Mechatronica in Delft en Commerciële Techniek in Den Haag. Deze opleidingen werken nauw samen met vervolgopleidingen op de Haagse Hogeschool en de TU Delft. Het afgelopen schooljaar is in nauwe samenwerking met Brainport Eindhoven de website techfinder.nl opgericht. Deze website biedt inzicht in het regionale aanbod aan activiteiten en materialen voor techniekonderwijs. Sinds de lancering van de website in het najaar 2014 verschenen ruim 782 educatieve activiteiten van 18 aanbieders verdeeld over 20 technische thema’s op deze website. Scholen kunnen hiervan gebruik maken.
Voortgangsrapportage HEA 2014-2015
18
Om Haagse jongeren goed op de toekomst voor te bereiden, is het belangrijk dat zij al in het basisonderwijs in aanraking komen met techniek. Landelijk beleid is er op gericht dat in 2020 alle basisscholen het domein Wetenschap en Techniek opgenomen hebben in hun curriculum. Het aanbod op techfinder.nl is daarom het afgelopen jaar al uitgebreid met een aanzienlijk aanbod voor het po en zal nog verder groeien. Op het moment staan er specifiek voor Haaglanden al 120 activiteiten voor het primair onderwijs op techfinder.nl. De ICT-sector De technologische ontwikkelingen gaan razendsnel en ICT speelt een fundamentele rol in vrijwel alle sectoren van de arbeidsmarkt en onderdelen van de samenleving. Daarmee is de aanwezigheid en toestroom van ICT talent van belang. In de Haagse regio zijn is met name in de telecom en cyber security sector behoefte aan ICT talent. In de zomer van 2015 ondersteunde de gemeente daarom de ontwikkeling van een online talentgame door het Haagse bedrijf IamProgrez. ICT bedrijven in de regio geven aan welke competenties ze zoeken bij nieuwe werknemers, en deze worden verwerkt in de game, om vervolgens weer te worden gelinkt aan concrete vacatures bij de desbetreffende bedrijven. De online talentgame zal door ROC Mondriaan worden ingezet voor de innovatieve begeleiding en ondersteuning bij het geven van de keuzedelen Cyber en Telecom. In het schooljaar 2015-2016 zullen 250 eerstejaars studenten mbo ICT de game spelen. De Veiligheidssector, The Hague Security Delta The Hague Security Delta ontwikkelde zich de afgelopen jaren tot een landelijk veiligheidscluster en is het grootste veiligheidscluster in Europa. Binnen dit cluster wordt een groei van de werkgelegenheid verwacht, vooral op het terrein van de cyber security. Het aanwezige onderwijsaanbod is echter niet toereikend. Initiatieven die bijdragen aan de aansluiting van het onderwijs op dit cluster zijn:
De Cyber Security Academy start dit jaar met het ontwikkelen van een tweede masteropleiding. Campus Den Haag van de Universiteit Leiden is met de voorbereidingen gestart om in 2016 het Instituut Security & Global Affairs te ontwikkelen. De Haagse Hogeschool richt zich op de vorming van een Centre for Excellence rondom cybersecurity.
De Zorgsector De vraag hoe het onderwijs aan te sluiten op (nieuwe) beroepen in de zorg blijft aan de orde. Reden voor het regionale netwerk onderwijs en zorgorganisaties STRONG om de gezamenlijke activiteiten voort te zetten op nieuwe ontwikkelingen in te spelen. Zo is er op 8 juni 2015 een strategische alliantie getekend door de ziekenhuizen Haga, Bronovo en MCH, de Haagse Hogeschool, de Hogeschool Leiden en ROC Mondriaan. Er zal gezamenlijk worden gewerkt aan het curriculum verpleegkundige op mbo en hbo niveau. Daarnaast volgden 430 studenten de afgelopen drie jaar hun opleiding in Lerende Wijkcentra of Wijkscholen.
6. We zorgen dat voor iedere leerling tot 18 jaar die zorg of ondersteuning nodig heeft, een plek beschikbaar is op een school die daarin kundig is.
Voortgangsrapportage HEA 2014-2015
19
Voortgang HEA-ambitie - Zoals geformuleerd in de HEA is de Wet passend onderwijs nader uitgewerkt in de ondersteuningsplannen, zodat er een passende plek met onderwijs- en zorgaanbod voor ieder kind op maat beschikbaar is. - Met de schoolmaatschappelijk werker PLUS heeft Den Haag een schakelfunctionaris die de inzet van school, het centrum voor Jeugd en gezin en de organisaties voor jeugdhulp met elkaar verbindt. Deze schoolmaatschappelijk werker biedt leerlingen die hulp nodig hebben vroegtijdig ondersteuning. 6.1 Inleiding Sinds 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs van kracht en vanaf 1 januari 2015 heeft de gemeente de verantwoordelijkheid over de Jeugdzorg. Beide ontwikkelingen grepen de gemeente en het onderwijs aan om een structurele verbinding te realiseren tussen het onderwijs en de jeugdzorg. Doelstelling is om eerder aan kinderen en gezinnen de juiste hulp op maat te bieden, zodat er minder tijd aan overleg en bureaucratie verloren gaat en zaken minder snel escaleren. Ook aan schoolgaande kinderen van niet-geregistreerde arbeidsmigranten kan op deze wijze de juiste hulp worden geboden. 6.2 Ondersteuningsplannen/Passend Onderwijs De wet Passend Onderwijs bepaalt dat het onderwijs ieder kind tot 18 jaar een passend onderwijsarrangement moet bieden. De nieuw gevormde samenwerkingsverbanden van schoolbesturen: samenwerkingsverband Stichting Passend Primair Onderwijs Haaglanden (swv SPPOH) en samenwerkingsverband Zuid-Holland West (sww ZHW) werken aan het realiseren van deze verplichting. Deze samenwerkingsverbanden hebben in 2014 in ondersteuningsplannen uiteengezet hoe het aanbod van (extra) zorg en ondersteuning in het onderwijs er in de regio uit ziet en gefinancierd wordt. De verwachtingen dat de wachtlijsten voor speciaal onderwijs zouden verdwijnen of juist zouden groeien, en dat het aantal thuiszitters daardoor zou toenemen of juist zou afnemen, kwamen (nog) niet uit. Toch blijft aandacht nodig om te zorgen dat er een dekkend aanbod blijft, zodat er geen kinderen tussen wal en schip vallen. 6.3 Schoolmaatschappelijk werk PLUS Leerlingen die hulp nodig hebben worden niet meer eerst doorgestuurd naar het Centrum Jeugd en Gezin. De eerste ondersteuning vindt op school plaats. Daardoor krijgen leerlingen die problemen hebben, eerder hulp. Op alle scholen is vanaf 1 augustus van dit jaar een schoolmaatschappelijk werker PLUS aanwezig, die de schakel is tussen de school en de jeugdhulpverlening. Deze SMWplusers zijn niet meer in dienst van het onderwijs zelf, maar werken vanuit de jeugdzorg op locatie van de scholen. Na overleg met de ouders en het zorgteam in de school, kunnen er collega’s uit het CJG Jeugdteam bij betrokken worden of kan er opgeschaald worden. De jeugdteams bestaan uit gezinscoaches en vertegenwoordigers van de geestelijke gezondheidszorg, jeugdreclassering, schuldhulpverlening en jeugdhulp. 6.4 Samenwerking onderwijs jeugdzorg Bij jongeren van 16 jaar en ouder, zoals in het mbo, speelt er vaak een andere problematiek dan bij jonge kinderen. Om hulp en steun te kunnen bieden bij de vaak complexe problematiek van komt er dit najaar een Bovenstedelijk Jongeren Platform; een platform waar hulpverleners elkaar kunnen vinden als de problematiek van een jongere hun eigen deskundigheid overstijgt. Hierdoor zullen
Voortgangsrapportage HEA 2014-2015
20
jongeren niet meer van het kastje naar de muur gestuurd worden, maar kan de hulpverlening doorpakken, ook als er andere instanties nodig zijn om het probleem aan te pakken. 6.5 Veiligheid op school Een veilige omgeving voor leerlingen en onderwijspersoneel betekent een prettige sfeer op school is, zonder last van incidenten zoals pestgedrag, discriminatie, intimidatie, diefstal, agressie of geweld. Een veilige sfeer is een voorwaarde voor het leren. Dat betekent dat er voor iedere leerling een passende en veilige plek is, waar hij/zij zich optimaal kan ontplooien. Met het wetsvoorstel Veiligheid op school, dat op 26 maart 2015 door de Tweede Kamer is aangenomen, zijn scholen verplicht zorg te dragen voor de veiligheid van hun leerlingen. Verder moeten de scholen ook goed op eventuele incidenten kunnen inspelen. De komende jaren zullen alle scholen voor de opdracht staan om hun veiligheidsbeleid verder te ontwikkelen, uit te voeren en te verantwoorden. Belangrijke resultaten tot nu toe zijn:
Alle vo- en mbo scholen in Den Haag hebben een schoolveiligheidsplan; 43 van de 51 scholen voor voorgezet onderwijs en de campussen van het ROC Mondriaan hebben inmiddels het certificaat Veilige School behaald. Er zitten inmiddels tien scholen in het traject van hercertificering (na 3 jaar); In alle acht stadsdelen ligt een convenant schoolveiligheid, ondertekend door scholen voor voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs, politie, openbaar ministerie en de gemeente Den Haag; De Haagse Veiligheidskaart is vernieuwd en geschikt gemaakt voor gebruik in het primair onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. De Haagse veiligheidskaart helpt scholen op weg om het begrip veiligheid handen en voeten te geven en biedt een leidraad voor het opstellen van het schoolveiligheidsplan; Scholen hebben veelvuldig gebruik gemaakt van de expertise van Halt en de veiligheidsadviseur. Deze veiligheidsadviseur helpt scholen met vraagstukken op het gebied van de veiligheid. Dit kan met een korte interventie, maar ook via langere ondersteuningstrajecten;
7. We geven met de uitbouw van het universitaire onderwijs nieuwe impulsen aan de Internationale Stad van Vrede en Recht. Voortgang HEA-ambitie - Met het Institute of Security and Global Affairs en de nieuwe bachelor opleiding Safety & Security Studies maakt Den Haag een stap in de uitbreiding van nieuwe bachelorstudies in kansrijke economische clusters, in dit geval van vrede en veiligheid; - Den Haag kreeg als studentenstad versterking door initiatieven als het Studenthotel, The Lighthouse, Grand Bazaar en De Klok City Lab; - Dit najaar verschijnt een actieplan van vo, mbo, hbo en gemeente om het studiesucces in het hbo te vergroten. 7.1 Inleiding Hoger onderwijs kan een belangrijke impuls geven aan de positie van Den Haag als internationale stad van vrede en recht. Kennis- en onderwijsinstellingen werken steeds vaker en beter met elkaar samen met internationale werkgevers in de stad. Dat is in in alle sectoren. Werkgevers zijn op zoek
Voortgangsrapportage HEA 2014-2015
21
naar talent en de onderwijsinstellingen willen meer voor de stad betekenen. Daar worden studenten beter van en de werkgevers in de stad kunnen profiteren van talent uit de eigen regio. 7.2 Hoger onderwijs In de afgelopen jaren groeide het aantal studierichtingen en daarmee het aantal studenten die nauw aansluiten bij het profiel van Den Haag, zoals de opleidingen bestuurskunde, internationaal recht, global challenges en safety & security. De groei van het aantal opleidingen zet door:
In 2016 opent campus Den Haag haar deuren in het Wijnhavencomplex en breidt dan uit met een nieuw instituut, het Institute of Security and Global Affairs. Dit instituut biedt een , nieuwe bachelor opleiding Safety & Security Studies. Campus Den Haag biedt met het oog op de fysieke uitbreiding in het Wijnhavenkwartier ruimte aan activiteiten van de andere Leidse faculteiten. Met de Rechtenfaculteit worden mogelijkheden verkend voor uitbreiding van onderwijsactiviteiten op het vlak van internationaal recht, staats- en bestuursrecht, conflicten veiligheidsrecht, dispute settlement en arbitrage. Het LUMC heeft concrete plannen om onderwijs- en onderzoeksactiviteiten op het terrein van de sociale geneeskunde en grootstedelijke problematiek in Den Haag te ontwikkelen. Een stevige aanwinst voor de Haagse zorgsector. Big Data for Peace and Humanity is een ander initiatief van de Campus Den Haag. Het Peace Informatics Lab richt zich op het opbouwen van een internationaal kenniscentrum: een ‘global knowledge hub’ op het snijvlak van ICT, Data Science en Vrede en Recht. In de verkenningsfase wordt bezien welke organisaties bij dit initiatief betrokken kunnen worden.
7.3 Overgang vo-hbo en mbo-hbo Het percentage studenten dat in het eerste jaar van een hbo-opleiding in Den Haag uitvalt, verschilt weliswaar weinig van het gemiddelde van de vijf hogescholen in de vier grote steden (G5), maar is zorgwekkend hoog en het ligt hoger dan het landelijk gemiddelde. Ruim 40% van de studenten aan de Haagse Hogeschool en InHolland valt in het eerste jaar uit of wisselt van studie. De Haagse Hogeschool en InHolland investeren al een aantal jaren in de verbetering van het studiesucces. Voor een succesvolle aanpak van deze problematiek blijkt het echter noodzakelijk om intensief samen te werken met voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Voor vermindering van de uitval op het hbo, kunnen vo en mbo bijvoorbeeld werken aan verbetering van studiekeuzebegeleiding, maar ook meer aandacht voor zogenaamde hbo-competenties als samenwerken, zelfstandig werken en plannen. Ook liggen er nog kansen voor verbetering in de inhoudelijke aansluiting van vakken/opleidingen tussen het vo met het hbo en het mbo met het hbo. Ter versterking van de samenwerking tussen mbo en hbo vonden er het afgelopen jaar netwerkbijeenkomsten plaats tussen docenten van de HHS en ROC Mondriaan. Docenten konden met elkaar kennismaken en hun opleidingen beter op elkaar afstemmen. Verder werkten de gemeente, het vo, de Haagse Hogeschool, InHolland en ROC Mondriaan aan een actieplan ter vergroting van het studiesucces op het hbo. Dit najaar wordt dit plan opgeleverd, met daarin concrete acties van de verschillende partijen om het studiesucces van Haagse jongeren in het hboonderwijs te verbeteren. 7.4 Den Haag internationale onderwijsstad
Voortgangsrapportage HEA 2014-2015
22
Internationalisering staat hoog op de agenda's van de onderwijsinstellingen. Daarbij gaat het niet alleen om dat zoveel mogelijk internationale studenten in Den Haag studeren, maar ook om het voorbereiden van studenten op een internationaal georiënteerde loopbaan. Voor Den Haag is het aantrekken van internationaal talent een belangrijke opgave. Om die reden koost Den Haag voor deelname aan de pilot van het programma Make it in The Netherlands van het Nuffic en het ministerie van Onderwijs dat zich richt op het verwijderen van barrières voor studenten die na hun studie in Nederland willen blijven om te werken. 7.5. Op naar innovatie en ondernemerschap In de Agenda kenniseconomie staan vijf economische clusters centraal: Vrede en Recht, The Hague Security Delta, Finance and Legal, IT/TECH, en Energie. Elk cluster moet de komende drie jaar een schaalsprong in haar ontwikkeling maken, waardoor de economie en werkgelegenheid zullen groeien. Dit vraagt samenwerking van bedrijfsleven, kennisinstellingen en de lokale overheid (triple helix). Het onderwijs zet zich daarbij in voor goed aansluitende opleidingen, innovaties en bevordering van ondernemerschap. Een veelbelovend initiatief dat mede met gemeentesubsidie tot stand kwam is is het Big Data for Peace and Humanity initiatief van Campus Den Haag / Universiteit Leiden. Tot op heden zijn de mogelijkheden om met behulp van Big Data bij te dragen aan maatschappelijke uitdagingen en oplossingsrichtingen voor een (meer) vreedzame samenleving nog onvoldoende benut. Den Haag en de in de stad aanwezige organisaties op het terrein van vrede en recht kunnen hier, samen met aanwezige kennisinstellingen, ICT bedrijven en de creatieve industrie in Den Haag, een pioniersfunctie vervullen. Het komende half jaar wordt concreet hoe een innovatie- en kennishub rondom dit thema zich in Den Haag kan ontwikkelen. 7.6 Den Haag Studentenstad Den Haag ontwikkelt zich steeds meer als een actieve studentenstad. Vier voorbeelden die illustreren dat de voedingsbodem voor nieuwe initiatieven vruchtbaar is:
Het afgelopen jaar is het Student Hotel geopend en met succes; De Haagse Hogeschool heeft onlangs The Lighthouse geopend: een plek waar debat en ontmoeting centraal staan; The Student Hotel, Staedion en gemeente Den Haag investeren samen in een nieuwe hotspot, gericht op talentontwikkeling, ondernemerschap en innovatie, genaamd The Grand Bazaar; De Klok Citylab is een door studenten, het bedrijfsleven en Campus Den Haag ingericht lab van waaruit aan innovatie, ondernemerschap en co-creatie wordt gewerkt.
8. We brengen ouders in positie als partners in de schoolloopbaan van hun kinderen. Voortgang HEA-ambitie - Het aantal scholen met ouderbeleid steeg in het kalenderjaar 2013-2014 ten opzichte van het voorgaande schooljaar, een toename met 7 scholen. Ook nam het aantal scholen dat oudereducatie verzorgt toe. 1217 ouders maakten hiervan in 2014 gebruik; - Zoals in de HEA in het kader van passend onderwijs staat aangekondigd, worden ouders vanaf de eerste fase betrokken bij (zorg)besprekingen rondom hun kind. Voortgangsrapportage HEA 2014-2015
23
8.1 Inleiding Verschillende onderzoeken laten zien dat betrokkenheid van ouders bij school, zowel direct als indirect, een positieve invloed heeft op de ontwikkeling van kinderen. Ook oudere kinderen hebben belang bij ouderbetrokkenheid. Zo blijven kinderen van betrokken ouders relatief minder vaak zitten, leidt het tot minder schooluitval en meer deelname aan vervolgonderwijs. 8.2 Ouderbetrokkenheid De afgelopen jaren zetten scholen zich in om ouderbetrokkenheid structureel onderdeel uit te laten maken van de school. De ingezette koers van de afgelopen jaren heeft tot de volgende resultaten geleid: •
•
•
Scholen, van voorschool tot middelbaar onderwijs, informeren ouders over relevante onderwerpen. Ook organiseren scholen met subsidie van de gemeente activiteiten waaraan ouders kunnen deelnemen. Verder bieden een groot aantal scholen oudereducatie, een traject waar het leren van de Nederlandse taal wordt gecombineerd met opvoedondersteunende kennis; De Europese samenwerking Urbact/Prevent, waarbij diverse steden samen optrekken om ouders actiever in te zetten om schoolverzuim en –uitval te voorkomen, heeft geresulteerd in een Local Action Plan. Hofstad Heldring vmbo, ROC Mondriaan, Spirit4You en de gemeente stelden dit plan gezamenlijk op; Het project Oudercoach moet ertoe leiden dat ouders elkaar actiever ondersteunen op school en bij de opvoeding van hun kind.
Met het nieuwe beleidskader Ouderbetrokkenheid op School en het bijbehorende subsidiekader krijgen scholen de mogelijkheid om de koers die zij afgelopen jaren hebben ingezet te continueren. Verder kunnen scholen subsidie aanvragen voor de inzet van bijvoorbeeld huisbezoeken en professionalisering op het gebied van ouderbetrokkenheid. 8.3 We betrekken de rol en positie van ouders expliciet bij de uitwerking van passend onderwijs. Bij de uitvoering van de jeugdhulp staat het kind centraal. Er wordt daarom niet óver het kind en zijn of haar ouders gesproken, maar mét hen. Dit principe is ook voor het passend onderwijs van belang. Vanaf de eerste fase worden ouders op school betrokken bij (zorg)besprekingen rondom hun kind. Uitgangspunt daarbij is dat hulp en ondersteuning aan het kind niet werkt zonder nauwe betrokkenheid van de ouders.
9. We zorgen dat schoolgebouwen een stimulerende en veilige leefomgeving bieden en multifunctioneel gebruik mogelijk maken. Voortgang HEA-ambitie Door de daling van de gemiddelde leeftijd van schoolgebouwen, vermindering van het aantal noodgebouwen en verwijdering van asbest verbeterde de kwaliteit van schoolgebouwen. 9.1 Inleiding Kwalitatief goed onderwijs begint met een kwalitatief goed, permanent schoolgebouw met frisse lucht en een gezond leefklimaat. Het programma Onderwijshuisvesting stelt jaarlijks aan de schoolbesturen middelen beschikbaar voor verbetering van de huisvesting. Dat betreft niet alleen (vervangende) nieuwbouw, maar ook uitbreiding, ingebruikneming, huur en eerste inrichting. Sinds 1
Voortgangsrapportage HEA 2014-2015
24
januari 2015 krijgen de schoolbesturen rechtstreeks van het rijk middelen in de lumpsum voor onderhoud en aanpassing. Aanvragen bij de gemeente voor onderhoud en aanpassing zijn niet meer mogelijk. Een mooi voorbeeld van nieuwbouw is het Edith Stein College. De gemeente stelde circa € 10,7 miljoen voor sloop en nieuwbouw beschikbaar. Bij de nieuwbouw is aandacht besteed aan energiezuinigheid en is er een verbeterd binnenklimaat. Dit geldt ook van de nieuwbouw van het Zandvliet College die in de hoogste klasse A scoort op het gebied van energiezuinigheid en beschikt over een goed binnenmilieu. Bij Brede Buurtschool Moerwijk zijn zonnepanelen op het dak gerealiseerd. 9.2 Onderwijshuisvesting Een kenmerk van de kwaliteit van schoolgebouwen is in het algemeen het bouwjaar. Uitgangspunt hierbij is: hoe nieuwer een schoolgebouw, hoe hoger de kwaliteit. Uitzonderingen daarop zijn de monumentale gebouwen, die niet vervangen maar aangepast worden. Een andere kwalitatieve aanduiding is het aantal noodscholen, immers hoe meer er daarvan zijn, hoe lager de kwaliteit. Het aantal ‘jonge’ scholen nam toe en blijft stijgen door nieuwbouwplannen, die in uitvoering dan wel in voorbereiding zijn. Begin 2015 waren tien nieuwe scholen in aanbouw. Naar verwachting zullen nog eens acht scholen dit jaar met nieuwbouw starten. De gemiddelde leeftijd van de circa 225 permanente schoolgebouwen in Den Haag nam af, zie hieronder. Monumentale scholen tellen in deze telling met hun oorspronkelijke bouwjaar mee en houden het gemiddelde hoog. Ook het aantal noodlokalen daalde flink de afgelopen jaren. Bij nieuwbouw van de scholen worden er zoveel mogelijk ruimtes voor kinderopvang, voorschool, peuterspeelzalen of ruimtes voor multifunctioneel gebruik meegebouwd. Het aantal multifunctionele ruimtes groeit de komende jaren. Multifunctionele ruimtes zijn na vaststelling van het Beleidskader multifunctioneel gebruik schoolgebouwen van december 2011 bij veel basisscholen gepland. Van de 42 scholen die een beschikking ontvingen om deze ruimtes te realiseren, zijn er 25 inmiddels gerealiseerd in nieuwbouw of door aanpassing van een bestaand gebouw. Dankzij de toepassing van dit beleidskader worden alle nieuwe scholen in Den Haag brede scholen. 9.3 Een gezond leefklimaat Naast de leeftijd van gebouwen, is ook het binnenklimaat belangrijk voor goed onderwijs. Met de dit jaar vastgestelde nieuwe Verordening voorzieningen onderwijshuisvesting Den Haag 2015 zijn de normbedragen voor nieuwbouw zodanig verhoogd, dat nieuwe schoolgebouwen kunnen voldoen aan de strengere eisen uit het Bouwbesluit ten aanzien van energiebesparing en binnenklimaat. Door de Regeling Asbestverwijdering die de raad in 2013 vaststelde, is het mogelijk om in vijf jaar een flink aantal schoolgebouwen te ontdoen van het aanwezige asbest. Tot nu toe kregen 53 scholen groen licht van de gemeente voor de verwijdering van asbest.
10. We verminderen de administratieve lasten van het lokale onderwijs. Voortgang HEA-ambitie - De vve en po-schoolbesturen gingen als eerste van start met integrale plannen. Losstaande subsidieaanvragen zijn niet meer nodig, maar één plan dat heldere doelen met aansluitende activiteiten bevat. - Ouders kunnen hun kind vanaf één jaar aanmelden op de school van hun keuze. 95% van de kinderen werd toegelatenVoortgangsrapportage op de school van de eerste keuze van hun ouders. In het laatste HEA 2014-2015 kwartaal van 2015 evalueren scholen en gemeente de werking van één aanmeldleeftijd
25
10.1 Inleiding Om het voor scholen en andere educatieve partners gemakkelijker te maken om subsidie aan te vragen vereenvoudigde de gemeente de formulering van toekenningscriteria en subsidievoorwaarden. Daarnaast kunnen instellingen subsidies digitaal aanvragen. Dit jaar stapte de gemeente over op integrale plannen. Een integraal plan bevat heldere doelen en activiteiten die aansluiten op de subsidieaanvraag. Het voordeel is dat scholen geen afzonderlijke plannen voor verschillende subsidies hoeven te maken en dat verlaagt de administratieve last van de scholen. 10.2 Integrale plannen Het primair onderwijs en de voorscholen gingen als eerste met de integrale plannen aan de slag. Scholen en voorscholen vragen met een meerjarig integraal plan subsidies per (voorschool)locatie aan. De door het College vastgestelde Subsidieregeling integrale plannen primair onderwijs en voorscholen Den Haag 2015 (RIS 285424) zet uiteen welke subsidies voor de uitvoering van de plannen kunnen worden aangevraagd en welke criteria daarvoor gelden. Met de nieuwe werkwijze veranderden een aantal zaken ten opzichte van de ‘oude situatie’. Er ontstaat onder andere meer ruimte voor maatwerk per (voor)schoollocatie, omdat zij meer eigen keuzes kunnen maken t.a.v. de wijze waarop zij de HEA-ambities willen bereiken: wat ze daarvoor gaan doen, welke prioriteiten ze stellen en waarvoor de (voor)school de subsidie inzet. De beschikbare subsidie richt zich op het behalen van doelen in plaats van vastomlijnde activiteiten. Ook de subsidie-aanvragende (voor) school, ligt niet op voorhand vast. Op de ene locatie zal de voorschoolse instelling de uitvoering van een bepaalde activiteit op zich nemen, op een andere locatie kan de school de aanvrager zijn. Als bijvoorbeeld een oudercoördinator die in dienst is van de school ook activiteiten voor de voorschool uitvoert, is het in de praktijk eenvoudiger dat de school ook gelijk subsidie voor de voorschool aanvraagt. Voorheen vroegen voorschool en school apart subsidie aan. Wel is een gezamenlijk plan van voorschool en school een vereiste, zodat scholen en voorscholen hun activiteiten op elkaar afstemmen en de overgang van peuters naar de kleuterklas op school zo klein mogelijk is. Na goedkeuring van het integrale plannen hoeven (voor)scholen ook niet ieder jaar een nieuw plan in te dienen. Mogelijke wijzigingen ten opzichte van het voorgaande plan is voldoende. Indiening van een begroting en een subsidieaanvraag blijft jaarlijks wel verplicht. 10.3 Eén aanmeldleeftijd In Den Haag gelden afspraken voor aanmelding op basisscholen. Deze afspraken maken het aanmelden voor ouders en scholen transparant en eerlijk. Vanaf 2013 kunnen ouders hun kinderen aanmelden op de basisschool van hun keuze vanaf het moment dat zij één jaar oud zijn. Hierbij is het niet meer mogelijk om hetzelfde kind bij meer scholen tegelijk aan te melden. Per 1 oktober 2014 is de eerste aanmeldingsperiode op grond van de regeling Eén aanmeldleeftijd geëindigd. Bijna 95% van de kinderen die in deze aanmeldperiode zijn aangemeld, zijn direct toegelaten op de school van de eerste keuze van hun ouders; 5% kon terecht op de school van tweede keuze. Per dezelfde datum, 1 oktober 2014, is weer voor een nieuw cohort éénjarige kinderen de mogelijkheid tot aanmelden opengesteld. In het convenant over Eén aanmeldleeftijd is afgesproken dat het convenant wordt geëvalueerd. De eerste evaluatie start in het laatste kwartaal van 2015, wanneer ook twee volledige cycli van aanmelden en toelaten zijn afgerond. Deze evaluatie richt zich vooral op de ervaringen van ouders en scholen. De resultaten van deze evaluatie verschijnen naar verwachting in het eerste kwartaal van 2016.
Voortgangsrapportage HEA 2014-2015