Voortgangsrapportage 2013 – Nota Oud is in! 2011 – 2014
I
Maximale participatie
Wij willen bereiken dat in de wijken en buurten een klimaat bestaat waarbij maximale participatie wordt gestimuleerd, waardoor ouderen zo lang mogelijk deelnemen aan de samenleving. Project 1 – Welzijn en ouderen Doelstelling: Het verbeteren van de toegankelijkheid van het brede welzijnsaanbod voor en door ouderen en het actief en vroegtijdig signaleren van verborgen vragen. Acties 1. Toegankelijk maken van informatiekanalen (website, sociale kaart, Radio West, lokale media, speciale ouderenpagina in lokale kranten ) met informatie over alle ontmoetings- en participatiemogelijkheden voor ouderen per stadsdeel.
Voortgang De informatie is toegankelijk voor de ouderen. Zo verschijnt in de Stadskrant ieder kwartaal een speciale ouderenpagina met stadsdeelgerichte informatie over participatie, sport, educatie, cultuur en vrijwilligerswerk. De website Haagseouderen.nl met stadsdeelgerichte informatie is interactief gemaakt, wordt veelvuldig bezocht en voortdurend geactualiseerd door PEP. De nieuwe gratis Haagse Seniorengids biedt met ruim 100 pagina’s alle relevante informatie voor ouderen op het gebied van wonen, geld, vervoer, vrije tijd, advies, zorg en ondersteuning. Daarnaast worden in alle Haagse Taxibussen via beeldschermen ouderen geïnformeerd over activiteiten, voorzieningen en regelingen. Door middel van gebruikersenquêtes wordt deze info zoveel mogelijk bij de behoefte aangesloten. Zo zijn er clips ontwikkeld om het aanbod nog aantrekkelijker te maken. Op 9 november 2013 heeft het festival ‘Den Haag Voor Elkaar’ voor ouderen plaatsgevonden in het Atrium, als nieuwe invulling voor de 55+beurs en jaarlijkse Dag van de Mantelzorg. Ruim 3.500 mensen hebben het festival bezocht en aan de workshops meegedaan. Diverse projecten van Oud is in! hebben aandacht gekregen van de (lokale) media en RTV West.
2. Uitbreiden ouderensociëteitenregeling “Van ouderen- voor ouderen”; ophogen budget.
Deze speciale subsidieregeling voor ouderensociëteiten is vernieuwd om meer ouderengroepen te stimuleren regelmatig bij elkaar te komen voor ontspanning, sport of educatie (bv biljartclub, wandelgroep, zangkoor). Met deze regeling spreken wij onze waardering uit. Voorafgaand is een beknopt onderzoek gedaan naar de besteding van het subsidiegeld door de ouderensociëteiten en de knelpunten die zij ervaren. Daarnaast is ook bekeken waarom bepaalde groepen geen gebruik maken van de regeling. Door extra aandacht te geven aan de vernieuwde regeling in de vorm van een folder, website, via de Stadskrant, Taxibusschermen, werkbezoeken en via de (lokale) media zijn meer aanvragen binnengekomen en is het aantal actieve ouderensociëteiten, dat gebruik maakt van deze regeling, inmiddels gegroeid van 160 naar 308 in 2013.
3. Per stadsdeel wordt jaarlijks een Gouden Jaren Talentenbeurs georganiseerd.
Omdat de beschikbaarheid van vrijwilligers van essentieel belang is voor maatschappelijke organisaties, is besloten in 2013 de vrijwilligersparade (voorheen Gouden Jaren Talentenbeurs) op dezelfde avond te organiseren als de stadsdeelavond in het kader van het Buurthuis van de Toekomst. Er hebben 5 stadsdeelavonden plaatsgevonden. Alle Hagenaars vanaf 18 jaar woonachtig in het betreffende stadsdeel hebben een persoonlijke uitnodiging ontvangen. De parades zijn gemiddeld door circa 350 stadsdeelgenoten bezocht. Deze avonden hebben gemiddeld circa 100 nieuwe vrijwilligers per stadsdeel opgeleverd. PEP bood ondersteuning bij het zoeken naar passend vrijwilligerswerk via een Talentenscan, cursussen en de (vernieuwde) Vacaturebank.
4. Ouderensociëteiten en ouderenwerk in het Buurthuis van de Toekomst, zoals verzorgingstehuizen, sportkantines en bibliotheken.
De ouderensociëteiten vinden huisvesting op tal van locaties, waaronder verzorgingshuizen, sportkantines en bibliotheken. Ook welzijnsorganisaties worden gevraagd zoveel mogelijk activiteiten aan te bieden vanuit locaties waar veel ouderen komen, zoals zorginstellingen. Inzet is om het maatschappelijke vastgoed daarvoor zo optimaal mogelijk in te zetten. Dit sluit aan bij het project Buurthuis van de Toekomst om door slim accommodatiegebruik te komen tot het realiseren van centrale ontmoetingsplekken in de wijk. Uit een inventarisatie naar het geheel van activiteiten en het accommodatiegebruik bij zorginstellingen in de verschillende stadsdelen, is in 2012 gebleken dat veel zorginstellingen al geruime tijd ook activiteiten organiseren voor de wijkbewoners en hun accommodatie laten medegebruiken door andere (maatschappelijke) organisaties en daarmee in feite Buurthuis van de Toekomst zijn. In 2013 hebben 2 zorginstellingen de titel Buurthuis van de toekomst gekregen om zo duidelijk aan de wijk te laten weten dat de deuren voor alle wijkbewoners openstaan.
5. Aanpassing en kwaliteitsverbetering aanbod cultuur-, en scholingsactiviteiten, belangenbehartiging en vrijwilligersorganisaties op behoefte en bereik van kwetsbare ouderen (b.v. gerichte cursussen, theater/museumbezoek en wijkbussen).
Ook in 2013 is voor een grotere groep kwetsbare ouderen de mogelijkheid geboden begeleid theaters en concerten te bezoeken (Stichting Vier het leven, Briza, Dakota en Ameezing kerst). In bibliotheken vinden cursussen plaats om kwetsbare ouderen digivaardiger te maken. Met Digisterker leren ouderen om hun zaken via de computer te regelen en Digitales zijn verhalentafels per stadsdeel waaraan groepen ouderen deelnemen. De deelnemers leren om digitale middelen te gebruiken bij het opzoeken, rangschikken en presenteren van hun eigen verhaal. Het Haags gemeentearchief en het Haags Historisch Museum nemen deel aan dit project.
Project 2 – Sport en ouderen Doelstelling: Meer Haagse ouderen hebben een sportieve en gezonde leefstijl ontwikkeld door deelname aan sportactiviteiten waarvoor sportorganisaties een specifiek aanbod ontwikkelen. Zij maken daarbij gebruik van voorzieningen die lichamelijke beweging stimuleren, zoals fitplaatsen. Hierdoor blijven zij langer vitaal. Acties 6. Het realiseren van minimaal 4 openbare sportieve voorzieningen voor ouderen, zoals fitplaatsen.
Voortgang Tussen eind 2011 en eind 2013 zijn er 5 openbare sportieve voorzieningen gerealiseerd, te weten drie fitplaatsen bij Escampcarré (Readyveld) Escamplaan ter hoogte van Tienhovenselaan, aan de boulevard bij Heartbeach en in de Vlielandsestraat in Scheveningen, en 2 Olga Commandeurpleinen bij zorginstellingen Houthaghe en de Schildershoek. Ouderen zijn geïnformeerd door middel van een instructieboekje en zijn uitgenodigd voor een kennismakingscursus. Personeel van Houthaghe heeft een training gekregen om senioren te begeleiden bij activiteiten. Begin 2014 worden er nog 2 Olga Commandeurpleinen gerealiseerd bij Verpleeghuis Mariahoeve en bij verzorgingshuis Moerwijk. In 2014 zal verder een onderzoek plaatsvinden naar het verder optimaliseren van het gebruik van de fitplaatsen in samenwerking met de lector ‘Gezonde Leefstijl in een Stimulerende omgeving’ van De Haagse Hogeschool.
7. Sport- en beweeggedrag van 75-plussers wordt in de Tijdens de huisbezoeken worden mensen voor wie dat van toepassing is, gewezen op de signalerende en preventieve huisbezoeken van de mogelijkheden voor bewegen in hun buurt. De vrijwilligers maken daarbij gebruik van de welzijnsorganisaties meegenomen. De bezochte ‘Sport- en beweegwijzer 55-+’. senioren die te weinig actief zijn, kunnen een sport- en
beweegadvies krijgen, waarbij o.a. gebruik wordt gemaakt van de Sport- en Beweegwijzer 55+. Alle vrijwilligers die de huisbezoeken afleggen, krijgen voorlichting om hun kennis en informatie te vergroten.
Deze gids is in een oplage van 10.000 exemplaren verschenen en gratis verkrijgbaar bij stadsdeelkantoren, bibliotheken, huisartsen – en fysiopraktijken, I-shops en wijk- en dienstencentra. De gids is een uitgave van de gemeente.
8. 10 sportverenigingen werken een plan uit om aantrekkelijke activiteiten aan te bieden. Zo komt ‘sport voor ouderen’ in bestaande sportverenigingen of sportscholen tot stand.
In totaal hebben 7 sportverenigingen in 2012 en 2013 een plan uitgewerkt en zijn hiermee aan de slag gegaan. In 2013 zijn vijf verenigingen gestart met een programma voor senioren, te weten korfbalverenigingen Achilles en Ready, tennisvereniging Breekpunt en voetbalvereniging SVV Scheveningen en CGV Die Haghe. Bij korfbalverenigingen Eibernest en Die Haghe waren in 2012 al activiteiten gestart. De gemeente ondersteunt de verenigingen via de buurtsportcoachregeling. De activiteiten bij de verenigingen staan onder deskundige leiding van 8 buurtsportcoaches. Daarnaast zijn 14 jeugdsportcoördinatoren/buurtsportcoaches geschoold om les te kunnen geven aan 55 plussers. De verenigingen KV Die Haghe, KV Eibernest, KV Achilles en KV Ready zijn zo enthousiast over de resultaten van hun activiteiten dat zij in 2014 hun activiteiten verder willen uitbreiden en de instroom van senioren in hun vereniging nog verder willen vergroten.
9. De succesvolle programma’s Senior Actief en Coach/Bewegingsmaatje worden voortgezet. Daardoor worden in de periode 2011-2014 minimaal 4000 tot 5000 meer ouderen sportief actief.
Met diverse programma’s via sportverenigingen, welzijnsorganisaties, ouderenbonden en zorginstellingen worden senioren gestimuleerd sportief in beweging te komen. Zo zijn o.a. de programma’s ‘Senior Actief’ (voor jonge senioren), ‘In Balans/Blijf in Balans’ (aandacht voor valpreventie) en ‘Stappen is Gezond’ (laagdrempelig bewegen) in 2013 ingezet. Tot en met 2013 hebben bijna 2.000 senioren deelgenomen aan een fittest (onderdeel van genoemde programma’s), waarna 800 senioren zijn ingestroomd in specifieke sportactiviteiten via deze programma’s. Daarnaast zijn senioren ingestroomd in reguliere sportactiviteiten van sport- en buurtorganisaties. Ook kunnen senioren via www.denhaag.beweegmaatje.nl een sport-/beweegmaatje vinden. De verwachting is dat eind 2014 het beoogde resultaat van 4.000 meer senioren sportief actief, bereikt is.
10. Uitbrengen van een nieuwe editie van de Sport- en Bewegingswijzer 55+.
Begin oktober is de nieuwe editie 2013/2014 van de sport en beweegwijzer in een oplage van 10.000 exemplaren uitgebracht. De vraag naar de gids is groot. Om deze reden is de frequentie verhoogd naar een jaarlijkse uitgave in plaats van één keer per twee jaar.
11. Voortzetten van het Steunpunt Meer Bewegen voor Ouderen
Het Steunpunt Meer Bewegen voor Ouderen (MBvO) heeft in 2013 de kwaliteit en deskundigheid van de vakkrachten gehandhaafd. De vakkrachten MBvO in dienst bij de welzijnsorganisaties hebben de jaarlijkse bijscholingen gevolgd. In 2014 wordt onderzocht of de uitvoering van het MBvO in Den Haag na meer dan 25 jaar nog steeds optimaal is en of een verdere kwaliteitsimpuls in de toekomst nodig en mogelijk is. In het onderzoek wordt de samenwerking tussen diverse partijen zoals welzijns- en zorginstellingen betrokken.
12. Voortzetten van de sport- en bewegingsactiviteiten voor ouderen van welzijnsorganisaties onder leiding van gekwalificeerde vakkrachten.
De sport- en bewegingsactiviteiten voor ouderen van welzijnsorganisaties onder leiding van gekwalificeerde vakkrachten zijn in 2013 gecontinueerd.
Project 3 – Vervoer en ouderen Doelstelling: • zorgen dat ouderen zoveel mogelijk gebruik (kunnen) blijven maken van het reguliere OV-aanbod; • eigen mogelijkheden en oplossingen beter benutten en stimuleren. De eigen verantwoordelijkheid staat voorop; • het vervoersbeleid meer richten op ontmoeting door groepsvervoer; • ouderen in de Taxibus attenderen op interessante bestemmingen of activiteiten; • de Taxibus gebruiken voor vervoer in het kader van de over te hevelen AWBZ-functie Begeleiding. Acties 13. Het verzorgen van het vervoer van burgers naar o.a. dagbesteding met de taxibus, op het moment dat de begeleiding is overgeheveld naar gemeenten (januari 2013).
Voortgang Aanvankelijk werd ervan uitgegaan dat de decentralisatie van de AWBZ-begeleiding met ingang van 1 januari 2013 (voor nieuwe indicaties) resp. 1 januari 2014 (voor herindicaties en bestaande klanten) zou ingaan. Op dit moment is de verwachting dat deze per 1 januari 2015 zal zijn. De resultaten van het onderzoek naar de aard en omvang van het huidige AWBZ-vervoer en naar mogelijke relaties met overig doelgroepenvervoer waaronder de Taxibus worden momenteel bezien om tot een samenhangend aanbod voor vervoersvoorzieningen te komen.
14. We zorgen ervoor dat kwetsbare ouderen kunnen blijven rekenen op goed vervoer, afgestemd op hun behoefte.
In de tweede helft van dit jaar is onderzoek gedaan naar de prestaties van de Taxibus. Aan de hand van een mystery guest onderzoek zijn zowel het kunnen reserveren van een rit als het daadwerkelijk uitvoeren daarvan onderzocht. De resultaten van dit onderzoek zijn begin 2014 bekend. Sinds 1 augustus wordt bij het online reserveren een koppeling gemaakt met de ritgegevens van de vervoerders. Zo kunnen gebruikers nog beter en meer gericht hun rit boeken. Ook is het nu mogelijk online reserveringen in te zien, te wijzigen en te annuleren. Dat gebruikers dit waarderen, blijkt uit de stijging van het aantal reserveringen via internet, die gemiddeld 55 % bedraagt ten opzichte van juli 2013.
15. In kaart brengen van het huidige aanbod van vrijwilligersdiensten voor het vervoer van ouderen en vervolgens plan van aanpak opstellen en uitvoeren via Burenhulpcentrale.
Het huidige aanbod van vrijwilligersdiensten voor het vervoer van ouderen is in kaart gebracht. Naar aanleiding van het succes van de Particuliere Vervoersdienst Scheveningen wordt ook via 23 operationele Burenhulpcentrales de mogelijkheid geboden mensen te vervoeren.
16. Het stimuleren van vervoer van groepen door de taxibus en het promoten / het invoeren van beeldschermen met digitale informatie in de taxibus over relevante activiteiten voor ouderen.
Sinds mei 2013 worden onder andere hoogtepunten uit het RTV-West nieuws in korte clips getoond in de Taxibus. Vanaf november zijn negen nieuwe filmpjes te zien op de beeldschermen in de Taxibus. Ze gaan over activiteiten, voorzieningen en regelingen voor de doelgroep. Het is een extra informatiekanaal om ouderen, mensen met een beperking en hun mantelzorgers te informeren.
17. Ouderen worden benaderd om na te gaan of een verstrekte vervoersvoorziening nog de juiste is. Op die manier wordt het niet-gebruik van voorzieningen tegengegaan.
Het afgelopen jaar is er tijdens (herindicatie-)gesprekken met de burger aandacht besteed aan het nog geschikt zijn van de verstrekte voorziening. In 2014 zal samen met de leverancier van hulpmiddelen extra aandacht aan dit aspect worden gegeven. Te denken is dan aan bijvoorbeeld het creëren van hulpmiddelen-pools voor incidenteel gebruik, extra (wijkgerichte) signalering etc. Dit alles om ervoor te zorgen dat hulpmiddelen zo efficiënt mogelijk worden ingezet.
II
Adequate ondersteuning
Wij willen bereiken dat in de stadsdelen een adequaat aanbod van ondersteuning bestaat waardoor ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen functioneren. Project 4 – Centra voor Ouderen Doelstelling: De partijen die in dit project samenwerken, hebben als gemeenschappelijk doel binnen het stadsdeel een aanbod te leveren dat minder versnipperd is, dus een kleiner aantal organisaties met verschillende hulpverleners per cliënt maar wel beter; zich verantwoordelijk voelt en actief op zoek gaat naar de verborgen vraag onder ouderen in het stadsdeel. Met andere woorden: waar de oudere centraal staat. Acties 18. In de voorfase wordt een analyse gemaakt waarbij de verschillende modellen worden beoordeeld op financiële, juridische en organisatorische aspecten. Daarnaast worden de doelstellingen SMART geformuleerd. In 2012 en 2013 wordt in drie verschillende Haagse pilotgebieden (Haagse Hout, Laak en Escamp) met bijpassende regiemodellen geëxperimenteerd om te komen tot een sluitend werkend Centrum voor Ouderen in alle stadsdelen. Op basis van de bevindingen uit de analyse en de proeven wordt besloten welk regiemodel haalbaar is en waarvoor wordt gekozen.
Voortgang Voor de zomer zijn de drie pilots Centrum voor Ouderen (CvO) door onafhankelijke partijen geëvalueerd. Algemene conclusie van de eindevaluatie is dat het gekozen model van het Centrum voor Ouderen werkt. Wanneer zorg- en welzijnspartijen en de gemeente goed samenwerken ontstaat er een veel scherpere focus op de kwetsbare oudere. Uit de onderzoeken komt naar voren dat met het CvO een manier van werken is ingezet waarmee meer kwetsbare ouderen eerder worden gesignaleerd en bereikt en zij een meer vraaggericht aanbod krijgen. Daarbij is er aandacht voor het versterken van de eigen kracht (zelfredzaamheid) en het eigen netwerk en worden waar mogelijk vrijwilligers ingezet. De uitkomst van de evaluatie en de adviezen van de betrokken partijen geven aanleiding om het CvO in te voeren in alle stadsdelen onder gemeentelijke regie. De ervaringen uit de drie pilots worden bij de invoering hiervan meegenomen. Het CvO wordt lokaal georganiseerd samen met de professionals en andere betrokken partijen in de stad. Hiermee sluit het CvO aan bij de overkoepelende aanpak 3D van de gemeente en speelt het een voorlopersrol in de ontwikkeling van sociale wijkteams. Het centrum wordt daarnaast herkenbaar voor de ouderen, hun familie, hun mantelzorgers en overige netwerk door in ieder stadsdeel een fysiek CvO inlooppunt te vestigen. Dit inlooppunt wordt ondergebracht in een bestaand gebouw waar tal van voorzieningen en activiteiten reeds
beschikbaar zijn en dat gesitueerd is in een omgeving waar ook andere aanbieders op het terrein van zorg en welzijn beschikbaar zijn. Het is een plek waar (kwetsbare) ouderen, hun mantelzorger en hun netwerk problemen of zorgen rond afnemende vitaliteit aan de orde kunnen stellen. Maar ook vragen op het gebied van zorg, werk, welzijn en gemeentelijke dienstverlening (voorzieningen gehandicapten, hulp bij het huishouden en juridische dienstverlening). Vanuit het inlooppunt kunnen zij in contact worden gebracht met zorg- en welzijnsaanbieders in de stad en bij zeer complexe problemen met het kernteam van het CvO, voorloper van de sociale wijkteams. Anderzijds is het inlooppunt een toegangsdeur voor ouderen om te kunnen aansluiten bij de initiatieven in de wijk. Hiermee wordt in december begonnen in de drie pilotgebieden. 19. In elk stadsdeel wordt op basis van de bevindingen een Centrum voor Ouderen gerealiseerd.
De realisatie verloopt volgens planning. In het eerste kwartaal van 2014 is in elk stadsdeel een inlooppunt Centrum voor Ouderen gerealiseerd.
Project 5 – Voeding en Ouderen Doelstelling: Haagse ouderen maken gebruik van een hoogwaardig aanbod van maaltijden, waarbij meer mogelijkheden zijn voor ontmoeting met andere ouderen in de buurt en in familieverband. Acties 20. Jaarlijks wordt het kwaliteitskeurmerk ‘Het gouden bordje’ uitgereikt aan de instellingen die deelnemen aan de Haagse regeling ‘Maaltijden en ontmoeting’ en goede maaltijden aanbieden in een aantrekkelijke omgeving en met goede service.
Voortgang Op 13 juni 2013 is voor de 3e keer het jaarlijkse keurmerk de ‘Gouden Bordjes’ uitgereikt (2 Goud, 16 Zilver, 15 Brons en 1 Lood). Het keurmerk wordt goed ontvangen, zowel door de zorginstellingen als door de Haagse (intra/extramurale) ouderen. Er waren dit jaar daarom 57 maaltijdaanbieders aangesloten (15 meer dan in 2012). Er zijn afspraken gemaakt om het keurmerk ‘Gouden Bordjes’ op langere termijn te borgen en landelijke bekendheid te geven. De nieuwe gids ‘Den Haag aan Tafel’ met de actuele ranking is in augustus verschenen en breed verspreid. De nieuwe mystery guests zijn inmiddels weer getraind en kunnen aan de slag voor de uitreiking in 2014 om de kwaliteit van de gerechten, de ambiance en de gastvrijheid te beoordelen.
21. De aangesloten aanbieders van de regeling Maaltijden en Ontmoeting organiseren ieder kwartaal een maaltijd waarbij ook gezinsleden (kinderen/kleinkinderen) worden uitgenodigd aan tafel.
In vervolg op de zogenaamde ‘wij-dagen’ in 2012, besteden zorgaanbieders zelf meer aandacht aan de maaltijdbeleving van hun bewoners met familieleden.
22. Aansluitend op het programma Gezonde Voeding en Beweging van het Haags gezondheidsbeleid worden thuiswonende ouderen gestimuleerd gezond te eten. Hiertoe zullen bijvoorbeeld specialisten ingezet worden op themadagen over voeding.
Met de grootschalige campagne ‘Slim Oud’ worden ouderen gewezen op het belang van vitaal zijn en blijven en dus gezonde voeding, genoeg bewegen en goed op gewicht blijven. Er zijn daartoe 50.000 folders per post aan ouderen verstrekt en er is veel media-aandacht gegenereerd. Op het nieuwe digitale platform slimoud.nl staan handige tips om de leefstijl, voeding en bewegingspatroon een nieuwe impuls te geven. Dit platform is nu al 650.000 keer bezocht. Bij de uitvoering hiervan zijn vele partijen betrokken, zoals: de Haagse topkok Pierre Wind, zorgaanbieders, Haagse winkeliers en horecaondernemers, Koninklijke Horeca Nederland, welzijnsorganisaties, de Burenhulpcentrale, ROC Mondriaan, Sport Support Den Haag, Resto van Harte en City Mondial. Ruim duizend ouderen hebben afgelopen zomer meegedaan aan de verschillende onderdelen van het project, zoals: - Workshops ‘KookGym’ en ‘Bewegen in je Eendje’ ; - ‘Eetmaatjes’ (samen inkopen-koken-eten) een nieuw stageproject met individuele en groepen ouderen voor studenten van ROC Mondriaan, ‘Eetmaatjes Plus’ voor vrijwilligers uit de buurt en Eetmaatjes Clubs voor ouderen in groepsverband; - Slim Oud VerWenweekend, dat begin oktober in combinatie met de Nationale Ouderendag werd georganiseerd, waar ouderen met een gratis Slim Oudpas aan 21 verschillende activiteiten en kortingsacties konden meedoen in de stad.
Project 6 – Versterking Mantelzorg Doelstelling: Meer erkenning en waardering voor de positie van de Haagse mantelzorgers. Ondersteuning die toegankelijker is en beter aansluit op de behoeften van de Haagse mantelzorgers. Acties 23. Het ondersteuningsaanbod voor mantelzorgers wordt vormgegeven.
Voortgang Den Haag telt ongeveer 80.000 mantelzorgers, 12.000 daarvan voelt zich overbelast. Mantelzorgondersteuning werkt preventief en voorkomt overbelasting van de mantelzorger. Om mantelzorgers meer ondersteuning te bieden bij hun zorgtaken, is op initiatief van de gemeente in juni 2012 de Taskforce Mantelzorg gestart met inzet van verpleegkundigen en ouderenconsulenten van HWW Zorg, Florence, WZH, Xtra (MOOI, Voor Welzijn en Zebra) en Welzijn Scheveningen. PEP Den Haag verzorgt de trainingen van de Taskforcemedewerkers. De verpleegkundigen en ouderenconsulenten van de taskforce gaan actief op zoek naar mantelzorgers binnen hun werkgebied. Zij kunnen op kosten van de gemeente gesprekken voeren en direct verwijzen naar respijtzorg. Respijtzorg is vervangende zorg door een vrijwilliger of professional, zodat de mantelzorger even vrij is. Vaak is een gesprek waar de mantelzorger inzicht krijgt in zijn of haar situatie en in de mogelijkheden die er zijn om de situatie te verlichten al genoeg. De begeleiding door de Taskforcemedewerker krijgt een hoge waardering van de mantelzorgers. Het blijkt dat de ondersteuningsbehoefte met name gericht is op het bieden van emotionele ondersteuning (luisterend oor) en het geven van advies en informatie op het gebied van WMO en AWBZ voorzieningen en doorverwijzing naar eerstelijns professionals zoals de huisarts, casemanager of maatschappelijk werk.
24. Aanstelling lector Mantelzorg ten behoeve van a) kennisdeling tussen de partners van het Haags Mantelzorgakkoord over de actuele ondersteuningsbehoefte van mantelzorgers en b) ontwikkelen van studieprogramma’s, zodat de hele nieuwe generatie verpleegkundigen, verzorgenden en maatschappelijk werkenden geschoold is in het omgaan met mantelzorgers.
Dr. Deirdre Beneken genaamd Kolmer is als lector Mantelzorg op De Haagse Hogeschool vooral betrokken bij de studierichtingen van de Academie voor Gezondheid en Academie voor Sociale Professies. Docenten en studenten verbonden aan deze academies houden zich bezig met dilemma's in de mantelzorg, bijvoorbeeld hoe kan een thuiszorgmedewerker zowel de zorgvrager als de mantelzorger goed begeleiden? In de praktijk (van o.a. de Taskforce mantelzorg) zorgt de specifieke kennisontwikkeling over mantelzorg op niveau van SPH, HBO-V en MBO ervoor dat deze beroepsgroep geschoold is in het signaleren en mogelijk voorkomen van overbelasting bij de mantelzorgers.
Ook doet ze onderzoek naar opvattingen over mantelzorg. Hoe verhoudt zich bijvoorbeeld het recht van een jongere om zich in vrijheid te ontwikkelen met 'de morele plicht' om te zorgen voor een hulpbehoevende ouder? De jonge naar schoolgaande mantelzorgers die participeerden in het onderzoek vinden dat professionals die betrokken zijn bij de zorg de situatie bespreekbaar moeten maken met alle gezinsleden. ‘Waar een mantelzorger is, is een zorgvrager’, aldus de lector Mantelzorg. Lang niet altijd wordt er door beroepskrachten relationeel gedacht en gewerkt. In Den Haag wordt de visie van de lector gelukkig steeds meer onderschreven. Het lectoraat wil niet alleen onderzoek doen, kennis delen en onderwijs vernieuwen vanuit het perspectief van ‘de mantelzorg’, maar vanuit de context waar mantelzorg deel van uitmaakt. Eind dit jaar publiceert het lectoraat diverse artikelen en een onderzoeksrapport over jonge mantelzorgers. 25. Het professionele ondersteuningsaanbod voor mantelzorgers wordt uitgebreid en aangesloten bij de Centra voor Ouderen per stadsdeel.
Zie project 4, dit wordt meegenomen in de uitrol van de CvO’s.
26. Ondersteuning Haagse doelgroepen zoals jonge mantelzorgers, werkende mantelzorgers en mantelzorgers met andere etnisch culturele afkomst onder andere door pas en magazine voor mantelzorgers.
Vanaf 1 januari 2013 wordt de mantelzorgpas en magazine IEDEREEN uitgegeven door PEP. Ongeveer 5.500 mantelzorgers hebben een pas en ontvangen drie keer per jaar het magazine met informatie over b.v. het ondersteuningsaanbod voor mantelzorgers. Met de pas worden de mantelzorgers in Den Haag gewaardeerd en kunnen zij gebruik maken van allerlei kortingen en acties, zoals theaterbezoek en kortingen bij diverse winkels. Ook wordt er per keer aandacht besteed aan een specifieke groep mantelzorgers. In de Stadskrant wordt iedere maand een artikel opgenomen over mantelzorg en/of respijtzorg en wordt gewezen op de ondersteuningsmogelijkheden voor de mantelzorger in Den Haag. Deze pagina wordt goed gewaardeerd.
Project 7 – Burenhulpcentrales en huisbezoeken Doelstelling: • Aan actieve Haagse ouderen betere mogelijkheden bieden om vrijwillige ondersteuning te geven aan kwetsbare ouderen, waardoor zij langer thuis kunnen wonen en functioneren in hun leefomgeving. • De behoefte aan zorg en ondersteuning bij 75-plussers in een vroegtijdig stadium te signaleren en waar nodig de noodzakelijke -vrijwilligehulpverlening te starten. Acties 27. In 2014 zijn 21 Burenhulpcentrales gerealiseerd.
Voortgang Na de uitrol van de 23 burenhulpcentrales staat dit jaar in het teken van het vergroten van de bekendheid van de Burenhulpcentrale. In 2013 is het aantal deelnemers gestegen van 3.520 (meting eind 2012) naar 4.100 in november 2013. Vanaf de start 2007 tot nu toe zijn er meer dan 10.000 matches gemaakt. Het komt steeds vaker voor dat men na een geslaagde match, afspraken maakt met elkaar buiten het systeem om. Vooral vrijwilligers die ondersteuning geven aan mantelzorgers en in eerste instantie voor een eenmalige hulpvraag gaan, blijven 'kleven' bij de hulpvrager. De BHC heeft steeds meer samenwerking met (wijk)netwerken als de thuiszorg, corporaties, wijkagenten, Zonnebloem, Parnassia, wijkberaden en Slim Oud, maar ook met het MKB (middenstanders) in de buurt. Medio juli gaf de Haagse topkok Pierre Wind nog een extra impuls aan de bekendheid van de Burenhulpcentrale door vrijwilligers, de zogenaamde ‘kookcoaches’ van de Burenhulpcentrale een spoedcursus Kookgym gegeven. Deze kookcoaches zijn vervolgens in de maanden augustus en september ingezet om op alle locaties van de BHC is een kookgymworkshop te geven aan ouderen om de zomereenzaamheid onder ouderen tegen te gaan. Tijdens het Verwenweekend van Slim Oud organiseerde de BHC nogmaals 16 kookgymworkshops waaraan 122 ouderen deelnamen. Deze activiteiten hebben tot nu toe 62 extra deelnemers voor de BHC opgeleverd. Aan het eetmaatjes plus project wordt door de Burenhulpcentrale de komende maanden verder vorm gegeven. Er hebben zich reeds 54 personen opgegeven en/of interesse getoond om eetmaatje te worden. Het aantal ‘ambassadeurs’ van de BHC groeit gestaag. Dit zijn middenstanders die op vertoon van het BHC-pasje korting geven aan deelnemers van de BHC.
28. Van alle zelfstandig thuiswonende 75-plussers zijn de specifieke behoeften aan zorg en ondersteuning in kaart gebracht.
Tot 1 oktober 2013 zijn door de welzijnsorganisaties ruim 3.000 huisbezoeken afgelegd bij zelfstandig thuiswonende 75-plussers om op basis van hun specifieke behoefte te wijzen op de bestaande mogelijkheden van participatie, ondersteuning en zorg. Om meer zicht te krijgen op kwetsbaarheid zijn de uitkomsten van 1 jaar huisbezoeken begin 2013 geanalyseerd. Op basis van de uitkomsten, hebben we een aantal determinanten kunnen benoemen, die van invloed zijn op kwetsbaarheid. Bij ouderen die aan één of meerdere determinanten ‘negatief voldoen’ is de kans groter dat zij kwetsbaar zijn. Dit wordt gebruikt bij het vroegtijdig signaleren van kwetsbare ouderen. De bevindingen zijn verschenen in het gemeentelijke rapport ‘Kwetsbare ouderen in Den Haag’ en zijn meegenomen in het project (4) Centrum voor Ouderen.
III Goede en Verantwoorde Zorg Wij willen bereiken dat in de stad de ouderenzorg van goede kwaliteit is, aansluit bij de behoefte van ouderen, aansluit bij de zorg van familie, laagdrempelig is en in de samenleving staat. Project 8 – Tafel van Kwaliteit Doelstelling: Met de Tafel van Kwaliteit, structureel overleg tussen bestuurders van zorginstellingen en de gemeente, wordt gezamenlijk de agenda van kwaliteit en ouderenzorg bepaald opdat zorg voor ouderen verantwoord blijft. Het gaat hier vooral om de aspecten in de zorgverlening (opleiding en arbeidsmarkt, vastgoed, imago, vermaatschappelijking zorg) die op het gezamenlijke terrein liggen van AWBZ en gemeente. Acties 29. De functie begeleiding aan kwetsbare ouderen na overgang van AWBZ naar Wmo in samenhang opnemen in de keten van zorg en ondersteuning.
Voortgang Begin november heeft de staatssecretaris VWS de langverwachte brief inzake de langdurige zorg doen uitgaan. De over te hevelen AWBZ functies worden beperkt tot de begeleiding . Het schrappen van de ZZP 1-3 voor nieuwe cliënten blijft gehandhaafd. Voor de Persoonlijke verzorging heeft de staatssecretaris het voornemen deze naar de zorgverzekering over te hevelen. Dit vraagt van de gemeenten nadrukkelijk de afstemming en samenwerking met de zorgverzekeraars.
Ondanks de wijzigingen in het landelijk beleid is de voorbereiding op de decentralisatie AWBZ per 1-1-2015 voortgezet. In juni is de laatste werkbijeenkomst voor zorg-welzijn- en cliëntenorganisaties gehouden en zijn de adviezen van de expertgroepen gepresenteerd. In juli 2013 heeft het college de aanpak van de drie decentralisaties, de zogenaamde overkoepelende aanpak sociaal domein, voorgelegd aan de raad naar aanleiding van een motie. Sinds augustus 2013 wordt er gewerkt aan een kadernota decentralisatie AWBZ die gebaseerd is op: de adviezen van de expertgroepen, de ervaringen met het Centrum voor Ouderen, de voorstellen in het kader van het sociaal domein en de uitkomsten uit het burgerparticipatietraject. De kadernota wordt naar verwachting in januari 2014 aan de raad aangeboden. Voor de kadernota als het burgerparticipatietraject worden betrokken organisaties geïnformeerd en geconsulteerd via het Strategisch Ketenoverleg voor het brede veld van zorg en Welzijn en via de Tafel van Kwaliteit voor wat betreft de V&V sector. 30. In aansluiting op de landelijk vastgestelde Normen Verantwoorde Zorg maakt de gemeente afspraken over 5 thema’s:
De Tafel van Kwaliteit (TvK) fungeert als bestuurlijk platform voor afstemming en samenwerking rond actuele en majeure thema’s uit de nota ‘Oud is in’ zoals de scheiding van wonen en zorg, de overgang van de functie begeleiding vanuit de AWBZ en Buurthuis van de Toekomst. Daarnaast zijn aan de Tafel van Kwaliteit door zorginstellingen en gemeente belangrijke instellingoverstijgende punten geagendeerd waaraan gezamenlijk wordt gewerkt:
Stadsdeelgerichte zorg/ketenzorg: een op stadsdeel-niveau verbindend aanbod tussen de aanbieders van zorg/ondersteuning en welzijn en een sluitend aanbod bij de vraag/behoefte van de ouderen (in CvO).
Het fundament voor de start van het CvO is binnen de TvK gelegd. Voor informatie hierover zie project 4. De vormgeving en uitvoering van de Centra voor Ouderen worden gezamenlijk besproken en gevolgd. De verpleeg- en verzorgingshuizen maken deel uit van deze CVO’s; informeren en bevorderen van optimale betrokkenheid van deze zorginstellingen is dan ook van groot belang.
- Meer deskundig personeel in de zorg: meer scholieren zijn geworven en er is een aantrekkelijker scholingsaanbod voor verzorgenden-niveau 3, 4 en 5 waardoor meer professionals in de zorg werkzaam zijn.
Werkgeversorganisatie ZorgZijn Werkt en de 14 Haagse zorginstellingen (in totaal zo’n 55 verzorgings- en verpleeghuizen) hebben op kosten van de gemeente begin 2013 een Arbeidsmarkt Prestatie Kaart (APK) laten maken. Het is een doorlichting van de organisatie die laat zien bij welke functies, afdelingen en locaties nu en in de toekomst tekorten of overschotten dreigen. Op basis hiervan en de eerder tot stand gekomen regioscan is duidelijk geworden waar de behoefte ontstaat.
Waar eerder gesproken werd over een tekort aan personeel in de zorg zal nu ook aandacht zijn voor boventalligheid van laaggeschoold personeel en het omscholen van zorgverleners naar het benodigde niveau 3 en 4 in de zorg. Daarom is het belangrijk scholieren te motiveren voor de sector. Dat gebeurt onder meer met Gastlessen op vmbo-scholen door medewerkers uit de zorg. Om het grote aantal aanvragen te verwerken, is de pool van gastdocenten uitgebreid. Het regionale samenwerkingsverband Strong – Studie Route Net Gezondheid – telt inmiddels 26 partners uit de zorg, het onderwijs en de overheid. Doel is jongeren te interesseren voor een carrière in de zorg. Nu de behoefte aan werkers op mbo-niveau 2 daalt, werkt Strong aan een leergang naar mbo-niveau 3. Ook wordt bij werkgevers geïnventariseerd wat de scholingswensen zijn op het gebied van e-health en e-learning. Op de regionale werkconferentie Geslaagd in het Vak 2.0 op 3 oktober in het WorldForum gaf Strong met Werkgeversvereniging ZorgZijn Werkt een workshop met de titel Innoveren in zorg- en welzijnsonderwijs; dat doe je samen met werkgevers! Werkgevers in de zorg werken aan een Zorgpact Zorg & Welzijn Haaglanden met afspraken over een regionale aanpak van werk-naar-werk vraagstukken. Overtollig personeel moet een omscholing krijgen om elders inzetbaar te blijven in de zorg. Werkgelegenheidsprojecten Zorg & Welzijn en de projecten van werk-naar werk leveren nieuw deskundig personeel op. Best Practices werden besproken in het Arbeidsmarktplatform. Op de websites zorgwelzijnplein.nl en zorgzijnwerkt.nl staan veel actuele publicaties over werving, kennisdeling en imago. - Meer vrijwilligers in de zorg: er worden meer vrijwilligers en familie bereikt voor zorgtaken.
In februari startten de Haagse verpleeg- en verzorgingshuizen met hulp van de gemeente de vrijwilligersacademie met het doel gezamenlijk nieuwe methodieken te ontwikkelen voor het werven, inzetten en begeleiden van vrijwilligers. Ze willen aan de criteria voldoen van het keurmerk ‘Vrijwillige inzet GOED GEREGELD’ van de Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV). PEP begeleidt organisaties bij het verwerven van dit keurmerk. Inmiddels voldoen al veertien zorgorganisaties in de stad aan de criteria. Den Haag is hiermee koploper. Daarnaast zijn PEP en stichting Den Haag & Midden-Europa samen met het Taalplein een project gestart om migranten te werven en op te leiden als vrijwilliger in de zorg. De gemeente is samen met PEP en het platform zorgvrijwilligers Den Haag eind 2013 een campagne ‘Hart voor Zorg’ aan het voorbereiden om de diversiteit van de zorgvrijwilligersklussen te laten zien en meer vrijwilligers bij zorg en welzijnsorganisaties te werven.
- Beeldvorming: afname van het aantal incidenten en verbetering van de communicatie daarover: ‘be good and tell it’.
Versterking van de samenwerking en verbetering van de beeldvorming van de sector door het delen van kennis en uitwisselen van best practices op dit gebied door de Haagse zorginstellingen door middel van het organiseren van stedelijke bijeenkomsten voor communicatiemanagers.
- Vastgoedzaken/wonen en zorg: afstemming tussen de gemeente en de verzorgings/verpleeghuizen bij de realisatie van hun huisvestingsplannen voor verzorging en verpleging.
De bestuurders van zorgorganisaties staan voor een grote opgave hun vastgoed op orde te hebben voor de zorgbehoevende oudere in de regio. De gemeente heeft aangegeven een faciliterende rol te willen spelen bij het in kaart brengen van de problematiek en oplossingsrichtingen. De problematiek heeft met name te maken met beperkte financieringsmogelijkheden bij nieuw- en verbouw, langlopende huurcontracten met woningcorporaties en wijzigende regelgeving, marktwerking en teruglopende behoefte. De gemeente heeft samen met een aantal zorgbestuurders een probleemanalyse gemaakt van het vastgoed van Haagse verzorgingshuizen. In opdracht van de gemeente nam een adviesbureau met behulp van een business case-analyse de vastgoed- en financieringsproblematiek van drie verzorgingshuizen onder de loep. De belangen en speelruimte van de drie hoofdactoren – gemeente, corporatie en instelling – werden in kaart gebracht. Duidelijk is dat de problematiek in een breder verband moeten worden bekeken dan alleen als de opgave van een enkele instelling. Gemeente, woningcorporaties, zorgverzekeraars en zorgpartijen moeten met elkaar in gesprek om de opgave en oplossingen te inventariseren. Op basis van de gemaakte probleemanalyse wordt gewerkt aan een gezamenlijke vervolgaanpak op wijkniveau. Mogelijkheden voor nieuwe collectieve woonvormen voor ouderen als alternatief voor het verzorgingshuis worden hierin meegenomen.
Project 9 – Cultuursensitieve zorg Doelstelling: Ouderen met verschillende culturele achtergronden, leefstijlen en levensbeschouwingen worden op de terreinen zorg, ondersteuning en belangenbehartiging beter bereikt en op cultuursensitieve wijze geholpen door instellingen die door de AWBZ zijn gefinancierd en door de gemeente gesubsidieerd. Acties 31. Opstellen en uitvoeren van Plan van Aanpak Cultuursensitiviteit Stedelijke Alliantie, waaronder in 2011 uitvoering cultuursensitiviteitsscans per organisatie aangesloten bij de Stedelijke Alliantie
Voortgang De Stedelijke Alliantie cultuursensitiviteit voor ouderen zet zich in voor meer kennis en inzicht over cultuursensitieve zorg en participatiemogelijkheden in Den Haag. Dit houdt in dat zorg- en welzijnsinstellingen en andere organisaties meer inspelen op de variatie in achtergrond en wensen van de ouderen.
(Dienst OCW, zorg- en welzijnsorganisaties, belangenorganisaties, CIPO/Participatiemaatschappij en vrijwilligersorganisaties)
Eerder hebben de organisaties scans uitgevoerd, waaruit duidelijk werd hoever men hiermee is op basis van de gestelde doelen en wat de wensen en mogelijkheden zijn. Integraal beeld was dat de organisaties vooral behoefte hebben aan kennisdeling en een jaarlijks festival waar ouderen en organisaties met elkaar in contact komen.
32. Jaarlijkse prijsuitreiking cultuursensitieve medewerker, cultuursensitieve informatiebron en cultuursensitieve faciliteit.
De organisatie van de Stedelijke Alliantie cultuursensitiviteit voor ouderen ligt sinds 2013 bij PEP. De alliantie organiseerde samen met de Stedelijke Alliantie cultuursensitiviteit voor Hagenaars met een beperking kennisuitwisseling op 9 november het festival Den Haag voor Elkaar in het Atrium van het stadhuis. Rode draad van het programma was kwaliteit van samenleven in een zorgzame stad. De dag is bezocht door 3.500 mensen. Omdat cultuursensitiviteit niet aan te wijzen is op één inspirerend voorbeeld, maar alle instellingen gemotiveerd worden, is er in 2013 voor gekozen geen specifieke prijs uit te reiken maar de middelen in te zetten voor kennisdeling tijdens dit festival.
33. Subsidievoorwaarden cultuursensitiviteit aanpassen.
Aangezien cultuursensitiviteit al een belangrijk onderdeel inneemt in het beleid van de instellingen en gebleken is dat cultuursensitiviteit een onderwerp is dat via kennisdeling en stimulering veel beter tot ontwikkeling komt is besloten om geen standaard subsidievoorwaarden cultuursensitiviteit te ontwikkelen voor de Haagse instellingen.
Project 10 – Toegankelijke Respijtzorg Doelstelling: Zorgvragers en hun mantelzorgers maken meer gebruik van het bredere aanbod van respijtzorg zodat meer mantelzorgers worden ontlast in hun zorgtaak. Acties 34. Respijtzorg is snel (per direct) beschikbaar voor die mantelzorgers die dat nodig hebben, óók als er nog geen crisissituatie is, zonder dat er een uitgebreid indicatieproces aan voorafgaat. Start pilot respijtzorg op recept.
Voortgang De website www.respijtwijzerdenhaag.nl is nu ruim een jaar beschikbaar voor mantelzorgers en professionals. Deze site trekt elke maand zo’n 1000 unieke bezoekers. Doel is het brede aanbod van respijtzorg inzichtelijk, toegankelijk en laagdrempelig te presenteren.
De website is een jaar in gebruik en na een evaluatie die geïnitieerd is door PEP Den Haag met diverse betrokkenen blijkt een actualisatie en ordening van het aanbod nodig. Deze zomer is een vragenlijst uitgezet bij alle aanbieders van professionele en vrijwillige respijtzorg die op de site vermeld staan met het verzoek hun actuele gegevens door te geven. PEP Den Haag actualiseert de respijtwijzer. Eind 2013 is de website volledig voorzien van actuele gegevens. Ook nieuwe aanbieders van respijtzorg zijn benaderd zodat het aanbod uitgebreid kan worden. De folder met informatie over de website is eveneens aangepast. Professionals kunnen nu op de folder hun gegevens achterlaten, zodat een cliënt of mantelzorger later rechtstreeks contact kan opnemen. De folder is in een oplage van 10.000 stuks breed verspreid in de stad. 35. De toegankelijkheid van het vrijwillige- en professionele respijtzorgaanbod is vergroot.
Mede door de inzet van de Taskforce mantelzorg is de toegankelijkheid van het aanbod aan respijtzorg vergroot. Mantelzorgers worden meer gewezen op het bestaande aanbod. Daarnaast zijn veel respijtzorgvoorzieningen ontwikkeld in de stad, zoals het opzetten van ontmoetingscentra dementie (zie actie 38), het opzetten van de burenhulpcentrales (actie 27), de inzet van zorgvrijwilligers door zorg- en welzijnsorganisaties. Ook VTV en MEE hebben extra subsidie gekregen om de ondersteuning van mantelzorgers en de respijtzorgvoorzieningen voor deze doelgroep te vergroten.
36. Organisaties die mantelzorgers ondersteunen met behulp van vrijwilligers worden versterkt.
Onder andere de Haagse welzijnsorganisaties, VTV en Buddy Netwerk zetten meer vrijwilligers in 2013 in om mantelzorgers te ondersteunen. Zo biedt Buddy Netwerk in alle wijken van Den Haag ondersteuning aan mensen met verschijnselen van dementie en hun mantelzorgers. De buddy komt wekelijks aan huis waardoor de mantelzorger een paar uur ‘respijt’ krijgt. Dat verlicht de zorg en biedt de kans dingen te doen waar anders geen tijd of mogelijkheid voor is.
Project 11 – Dement zijn in Den Haag
Doelstelling: Een sluitend aanbod van signalering, ondersteuning en begeleiding van thuiswonende (beginnend) dementerenden en hun mantelzorgers in alle stadsdelen, dat aansluit bij de zorgketen dementie van het netwerk Transmurale zorg. Acties 37. Uitvoeren van een quickscan van het dementiebeleid in Den Haag.
Voortgang Eind 2011 is onderzoek gedaan naar het Haags gemeentelijke beleid op het terrein van dementie door Alzheimer Nederland. In dit onderzoek, Quick scan Dementiebeleid, is een aantal aanbevelingen opgenomen ter verbetering van dit beleid.
Eén daarvan is het inrichten van een herinneringsmuseum voor mensen met dementie. Een herinneringsmuseum heeft als doel een positieve bijdrage te leveren aan het welzijn van mensen met dementie. Dit gebeurt door het zien van meubels, foto’s en gebruiksvoorwerpen van vroeger die hen helpen om verhalen aan elkaar te vertellen, ook wel reminiscentie genoemd. Het zien van voorwerpen van vroeger prikkelt de zintuigen waardoor eigen herinneringen naar boven worden gehaald. Op deze manier worden mensen met dementie zich weer bewust van wie ze zijn en wat hun ervaringen waren. Het is tevens de bedoeling dat bezoekers de spullen mogen vastpakken en gebruiken. Hierdoor worden niet alleen herinneringen opgehaald, maar ook opnieuw beleefd. Door middel van reminiscentie wordt benadrukt wat mensen met dementie nog wél kunnen in plaats van wat ze niet meer kunnen. Verpleeghuis De Lozerhof heeft een ruimte beschikbaar gesteld voor het creëren van geheugenmuseum. In deze ruimte worden verschillende ruimten ingericht; denk aan een keuken, een kinderslaapkamer en een kruidenier. Dit museum is openbaar en daardoor toegankelijk voor alle geïnteresseerden: mensen met dementie en hun (klein-)kinderen, mantelzorgers, vrijwilligers, zorgverleners, maar ook leerlingen die het museum bezoeken voor een studieopdracht. De planning is dat het eerste gedeelte van het museum in januari 2014 wordt geopend. 38. Afhankelijk van de behoefte en financieringsmogelijkheden na overheveling AWBZ functie begeleiding naar Wmo wordt in alle stadsdelen een ontmoetingscentrum met voldoende ondersteunende en begeleidende functies voor (beginnende) dementerenden en hun mantelzorgers gerealiseerd.
In elk stadsdeel komen er een of meer Ontmoetingscentra Dementie voor ouderen met beginnende dementie of geheugenproblemen en hun mantelzorgers. In Den Haag zijn nu in totaal veertien ontmoetingscentra operationeel. Mensen met geheugenproblemen kunnen er één of meerdere dagdelen per week terecht voor recreatieve- en sportieve activiteiten. In alle centra is een Silverfit, een interactief fitnessapparaat met oefeningen speciaal voor mensen met (beginnende) dementie beschikbaar. Voor de mantelzorgers zijn er bijeenkomsten en ontmoetingen met lotgenoten. Ook kunnen ze informatie inwinnen en hun persoonlijke situatie bespreken met een hulpverlener. Op de website geheugensteunpunt.nl staan alle adressen en activiteiten. Eind 2013 wordt er onderzoek gedaan naar de huidige stand van zaken van de ontmoetingscentra. In het onderzoek wordt ook aandacht besteed aan wat deelname aan een ontmoetingscentrum voor de deelnemer betekent, zowel voor de persoon met dementie als voor de mantelzorger. De uitkomsten zullen naar verwachting begin 2014 gereed zijn.
39. Extra functies naar aanleiding van quick scan bijvoorbeeld voorlichting over het omgaan met dementie, informatieaanbod en ondersteuningsmogelijkheden in vroegtijdig stadium in bv Alzheimercafé’s en –theehuizen.
Dit jaar zijn in Scheveningen, Loosduinen en Haagse Hout Alzheimer Café’s opgericht. Het Alzheimer Café is een maandelijkse informele bijeenkomst voor mensen met dementie, hun naasten, hulpverleners en belangstellenden. De maandelijkse bijeenkomsten starten meestal met een interview met betrokkenen (mensen met dementie, familie of een professional) of een lezing. Daarna kunnen de bezoekers ideeën, informatie en ervaringen uitwisselen. De gemeente steunt dit lokale initiatief van Alzheimer Nederland. Over de ontwikkeling van een Alzheimer Theehuis worden met partijen gesprekken gevoerd om de mogelijkheden voor dit concept te beoordelen.
40. Nog te realiseren projecten in 2011 in het kader van beleid voor dementerenden en hun mantelzorgers.
Afgerond in 2011.
41. Introductie van een vrijwillig mentorschap (aangesloten bij het Centrum voor Ouderen) dat vrijwilligers koppelt aan dementerenden ter behartiging van hun belangen (bijvoorbeeld voeren van administratie).
In 2013 wordt het aantal mentoren uitgebreid van 42 in 2012 naar 50 mentoren in 2013 die wilsonbekwame meerderjarigen en ouderen die afhankelijk zijn van ondersteuning, begeleiding of zorg. De familie (mantelzorgers) kan om welke reden dan ook niet altijd de persoonlijke belangen behartigen. Momenteel zijn er 47 mentoren. Er lopen nog 6 aanvragen, het aantal van 50 wordt dit jaar dan ook ruimschoots behaald.
Project 12 – Doodgaan in Den Haag Doelstelling: Versterking van het aanbod van vrijwillige ondersteuning rondom het levenseinde van Haagse ouderen en hun naasten. Omdat juist dan cultuur en leefstijl van groot belang zijn, zal het aanbod cultuursensitief moeten zijn. Verbeteren van de nazorg van de oudere nabestaanden. De afmelding in de Haagse Basisadministratie wordt benut als signaleringsinstrument voor ondersteuningsvragen van nabestaanden. Acties 42. Afstemmen van dienstverlening en ondersteuning door zorgprofessionals en vrijwilligers aan de Haagse ouderen in de terminale levensfase en hun naasten. Hiervoor
Voortgang Dit voorjaar is het platform Doodgewoon in Den Haag opgericht met vertegenwoordigers van instellingen en bedrijven die betrokken zijn bij de laatste levensfase. Het platform vindt dat Hagenaars zoveel mogelijk zelf de regie dienen te houden over hun stervensproces. Zij moeten daarbij kunnen terugvallen op steun van professionals en vrijwilligers.
onderzoek uitvoeren naar het aanbod en het bereik. 43. Afspraken over nazorg met de betrokken instellingen (waaronder informatiepakket voor achterblijvende partners).
Dit jaar zijn alle professionals van de taskforce Mantelzorg geschoold in het gesprek aangaan over sterven en nabestaan. Het platform streeft ook naar ondersteuning van de achterblijvers. Verder wordt aandacht gevraagd voor Hagenaars die in hun laatste levensfase geen netwerk meer hebben (vergeten buren). Niemand hoeft in deze stad eenzaam te sterven. Iedere Hagenaar moet de kans krijgen om samen met een ander de balans van het leven op te maken en zich voor te bereiden op het sterven. Hiertoe heeft het platform zes wijkavonden georganiseerd bij Resto VanHarte om in gesprek te gaan over de voorbereiding van het sterven en het afronden van het leven. Het platform neemt niet zelf de begeleiding van stervenden op zich. Dat gebeurt door reguliere instellingen en vrijwilligersorganisaties, die beter aan elkaar worden gekoppeld via het contactcentrum dat belegd is bij de Stichting Terminale Zorg door Vrijwilligers. Ook geeft het platform meer bekendheid aan het veelzijdige aanbod aan diensten op dit terrein. Daarvoor komt er een website en een folder. De Stichting Terminale Zorg door Vrijwilligers in Den Haag beantwoordt via het Informatiepunt Doodgewoon in Den Haag telefonische vragen en zorgt voor het bundelen van informatie voor de website.
44. Het aanbod van vrijwilligers in de terminale thuiszorg vergroten.
De Stichting Terminale Zorg door Vrijwilligers bereidt haar aanbod uit via de organisatie van het informatie- en contactpunt van doodgewoon in Den Haag en via een uitbreiding in taken voor vrijwilligers voor mensen met levensvragen die verkeren in of voor de stervensfase. Het telefonisch informatiepunt is overgenomen van het Netwerk Palliatieve Zorg Haaglanden, die hier per 2013 geen landelijke subsidie meer voor ontving van het ministerie van VWS, omdat dit geen onderdeel meer uitmaakt van de subsidieregeling.