Intergenerationele solidariteit
Voorstellen van de NGO-Coalitie voor een Europees Jaar 2012 voor Actief Ouder Worden en Intergenerationele Solidariteit
Intergenerationele solidariteit is belangrijk op verschillende beleidsdomeinen, als middel om sociale samenhang te bekomen en om de demografische uitdaging aan te gaan die wij thans in Europa meemaken. Het Slovenisch Voorzitterschap van de EU in 2008 stelde voor 29 april als Dag van Solidariteit en Samenwerking tussen de Generaties uit te roepen. Om het Europees Jaar van Armoede en Sociale Uitsluiting af te sluiten werd besloten tot aanbevelingen en bewustmaking dat grotere solidariteit tussen de generaties in verschillende domeinen een sfeer kan scheppen waar de bijdrage van iedereen wordt gewaardeerd en waar iedereen deel van kan uitmaken. De regeringen krijgen te maken met nooit gekende financiële uitdagingen. Op alle niveaus tracht men besparingen door te voeren. Representatieve NGO’s wijzen op de noodzaak dat welke besparingen en hervormingen men ook tracht door te voeren, men rekening moet houden met de bijzondere noden van de meer kwetsbaren en dat sociaal beleid moet worden beschouwd als een investering op lange termijn eerder dan kosten voor de officiële financies.
Armoede, sociale uitsluiting en toegang tot minimum levenskwaliteitstandaarden Armoede is in de EU onaanvaardbaar hoog (17%). Kinderen, jongeren en ouderen – vooral oudere vrouwen – zijn de meest kwetsbaren. Sociale uitsluiting en hardnekkige ongelijkheden vormen een bedreiging. Armoede is meer dan een gebrek aan financiële inkomsten. Kwetsbaarheid door gebrek aan mogelijkheden en ontkennen van rechten, zoals het recht op onderwijs, gezondheidszorg, cultuur, woonst, verwarming, goederen, diensten, faciliteiten en infrastructuur; toegang tot informatie; sociale, culturele, economische en politieke participatie en leven in waardigheid. Betaalbare toegang tot kwaliteitsvolle diensten, zowel voor ouderen, als voor kinderen en volwassenen is cruciaal om armoede en sociale uitsluiting te voorkomen. Geschikte en gezonde woningen en betaalbare gezondheidzorg en tewerkstelling vormen een opdracht om armoede uit te sluiten. Solidariteit tussen generaties, tussen verschillende groepen van de maatschappij is fundamenteel. Gelijke behandeling is een recht.
Aanbevelingen Op lokaal vlak : Betaalbare en toegankelijke gemeentelijke diensten kunnen armoede en sociale uitsluiting verminderen. Bijvoorbeeld : educatie van jongs af en zorgdiensten kunnen de intergenerationele overdracht van armoede verhinderen en een gezond milieu scheppen voor de ontwikkeling van jonge kinderen en het versterken van de ouderlijke bekwaamheden door sociaal netwerk. Op nationaal vlak : Al de landen zouden voor een voldoende minimum inkomen moeten zorgen om een fatsoenlijk leven aan iedereen te bezorgen gedurende gans het leven. Duidelijke doelstellingen moeten worden aangenomen om armoede te bestrijden en sociale vooruitgang te boeken. Publieke investeringen zijn nodig voor de creatie van blijvende jobs in domeinen van belangrijke nieuwe sociale noden, zoals milieujobs, steun aan sociaal economische initiatieven en maatregelen om de overdracht van know-how, kennis en bekwaamheden (inbegrepen taalkennis – lezen en schrijven, digitale technieken, geschiedenis, enz.) te vergemakkelijken van de ene generatie naar de andere. Maatregelen moeten worden genomen om het beroepsleven meer op familiale verplichtingen af te stemmen, teneinde meer vrouwelijke tewerkstelling te bekomen en om armoede te verminderen in eenoudergezinnen, zowel als armoede bij ouderen en de verhoogde vervrouwelijking van armoede. Dit moet ook de meest kwetsbaren en diegenen die het verst verwijderd zijn van de arbeidsmarkt bevatten.
Kwalitatieve lange termijn betrekkingen in de dienstensector kunnen als dusdanig gecreëerd worden zowel voor kinderoppas, als hulp aan hulpbehoevende ouderen en gehandicapten. Op Europees vlak : Belangrijke toekomstige initiatieven van de Europese Unie moeten zijn : -
-
-
-
Een kaderdirectieve inzake voldoende minimum inkomen, gebaseerd op de aanbeveling 92 van de Europese Raad en de Aanbeveling van Actieve Inclusie van 3/10/2008. Een structuurdirectieve betreffende Diensten van Algemeen Belang, en sectoriele directieven betreffende Sociale en Gezondheidsdiensten om de toepassing van officiële dienstverplichtingen te verzekeren inzake toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteitsvolle belangrijke officiële diensten. Een doelstelling opnemen in de Europese Strategie 2020 voor het uitroeien van armoede. Toepassing van het Gender Pact teneinde de genderkloof inzake lonen te dichten; verbetering van familievriendelijke maatregelen en voorziening van betaalbare, toegankelijke en kwaliteitsvolle zorg. Een nieuw integratie migratiebeleid, overeenstemmend met het EU sociaal model en de vrijwaring van grondrechten, dat toegang verzekert tot rechten, middelen en diensten en tot doel heeft een transparante weg tot burgerschap te voorzien. Een structurele betrokkenheid door aangepaste dialoogmechanismen zodat mensen levend in armoede (inbegrepen kinderen, jeugd en ouderen), alsook hun representatieve vertegenwoordigers van de burgermaatschappij, hun stem kunnen laten horen wat de belangen betreft die hen rechtstreeks aangaan.
Wist U dat volgens Eurostat-cijfers kinderen van arme families een groter risico voor armoede hebben dan de rest van de bevolking, gaande van 10 % in Denemarken tot 25 % in Italië en Roemenië, met een EU-gemiddelde van 19 % ? Het percentage voor een ouder gezinnen is zelfs hoger. Hetzelfde percentage geldt voor ouderen waar het armoederisico vanaf 65 jaar stijgt van 5 % in Tsjechië tot 51 % in Cyprus. Migranten en ethnische minderheden zoals de zigeuners lopen zelfs een groter risico.
Intergenerationele solidariteit in de context van familiaal beleid Het terugvallen op familieleden – de natuurlijke intergenerationele solidariteit – wordt bedreigd door de hedendaagse verandering van familiestructuren, samenstelling en verscheidenheid van familievormen. Samen met verhoogde mobiliteit wordt het moeilijker voor de verschillende generaties om voor mekaar te zorgen zoals in het verleden. Families hebben lang de verantwoordelijkheid gedragen om te zorgen voor kinderen, kleinkinderen, gehandicapte of afhankelijke oudere familieleden. Dit was echter zeer dikwijls ten nadele van gendergelijkheid, daar men van vrouwen verwachtte dat zij alleen de verantwoordelijkheid dragen van zorg voor de familieleden, een bijdrage die nog steeds ondergewaardeerd en niet erkend wordt.
De doelstelling van gelijkheid tussen mannen en vrouwen en verhoogde tewerkstelling van vrouwen op de arbeidsmarkt, samen met de veranderingen in de familiestructuren en demografische uitdagingen, betekent dat de vroegere visie moet worden herzien en dat wat de verantwoordelijkheid voor afhankelijke personen betreft, een betere verdeling moet komen met de rest van de gemeenschap door officiële subsidies. Speciale aandacht moet gaan naar eenoudergezinnen en grote gezinnen, die een groter armoederisico hebben. De meeste gezinnen kunnen hun verantwoordelijkheid zelf niet volledig dragen. Zij hebben officiële solidariteit nodig door geïntegreerd en duurzaam familiebeleid, gebaseerd op 3 hoofdelementen, die alle gezinnen nodig hebben: middelen, tijd en diensten. Het familiebeleid moet alle generaties steunen : kinderen, jeugd, ouders en ouderen, rekening houdend met het genderaspect en de specifieke rol van vrouwen in het gezin. Alle zorg aan hen overlatend voor afhankelijke ouderen ondermijnt hun sociale inclusie (armoederisico), gezondheid (fysisch en/of mentale uitputting) en gendergelijkheid. De trend om zorg over te laten aan migranten – hoofdzakelijk vrouwen – veroorzaakt ongelijkheid tussen vrouwen en gezinnen met lager socioeconomisch inkomen. Autoriteiten van alle niveaus zouden een gezinsvriendelijk beleid moeten voeren dat de veranderende natuur en diversiteit van gezinsstructuren en –vormen erkent en geografische afstanden die familieleden verhinderen zorg en steun te verlenen aan hun zorg behoevende gezinsleden. Afstemming van werk op familiaal leven is cruciaal in een geïntegreerde benadering van toegankelijke, betaalbare, hoge kwaliteit van kinder- en ouderenzorgdiensten en volledig betaald en onoverdraagbaar verlof voor gezinszorg.
Aanbevelingen Op lokaal vlak : Lokale autoriteiten moeten diensten organiseren die gezinnen steunen, zoals betaalbare en toegankelijke kwaliteitsdiensten voor kinder- en ouderenzorg, aangepast aan de verschillende noden van vermeerderende, multi-gezinsvormen. Zij moeten ook lokale programma’s promoten die intergenerationele solidariteit in een uitgebreid concept van families steunen Bijvoorbeeld : senior-vrijwilligers doen dienst als vervanging van grootouders om voor zieke kinderen te zorgen wanneer de ouders geen verlof kunnen bekomen bij hun werkgever. Het helpt ouders door de zorg voor zieke kinderen en bevordert actief ouder worden en intergenerationele solidariteit. Op nationaal vlak : De nationale autoriteiten zouden meer moeten trachten de problemen op te lossen van familiale zorgdragers - ouderen inbegrepen, die nog steeds worden aanzien als een deel van de lange-termijnzorg-kost – wat gendergelijkstelling ondermijnt, geen rekening houdt met het risico van armoede, sociale uitsluiting en gezondheidsproblemen die vrijwillige zorgdragers kunnen krijgen. Zij zouden deze zorgdragers moeten helpen en steunen , o.a. met adviesdiensten, gelijkschakeling van de perioden van zorg met deze van een betrekking wat de pensioenen betreft voor de zorgdragers
onder de 65 jaar, steun voor de aanpassing van de woonst en technische hulp. (voorbeeld Luxemburg) Op Europees vlak : Alhoewel familiale aangelegenheden niet tot de bevoegdheid van de Europese Unie behoren, hebben zij rechtstreeks verband met veel Europees beleid, zoals gendergelijkheid, sociale inclusie, enz. Familiaal beleid zou moeten worden bevorderd door de Europese Unie, door uitwisseling van goede praktijken, beleidscoördinatie en subsidies. Het versterken van de Barcelona-Doelstellingen inzake zorg voor kinderen door de resultaten van de evaluatie ervan in aanmerking te nemen voor de nieuwe Europese 2020 Strategie is zeer belangrijk. Voorbeeld : EU-instrumentenpakket “Partnerschap voor meer familievriendelijke leef- en werkvoorwaarden”. In 2007 richtte de Europese Unie de Europese Alliantie voor Families op, een platform voor uitwisseling van kennis inzake familievriendelijk beleid en goede praktijken in de Lidstaten, in het vooruitzicht de uitdaging te kunnen aangaan van de demografische verandering. Door de Alliantie wenste de Europese Unie ook uitgebreide samenwerking en partnerschap aan te moedigen tussen alle belanghebbenden om tot een beter evenwicht te komen tussen beroeps-, familie- en privé leven, inbegrepen de ontwikkeling van partnerschappen die gebruik maken van nieuwe middelen die ter beschikking worden gesteld door de Structurele Fondsen. De Europese Commissie heeft een instrumentenpakket gepubliceerd om steun aan te vragen bij de Europese Structurele Fondsen voor lokale projecten die familievriendelijke levensomstandigheden en dito werkmilieu promoten. Wist U dat, overeenstemmend met bijna 2/3 van de EU-burgers, mensen met een thuiszorgverantwoordelijkheid voor oudere familieleden onvoldoende steun krijgen van de sociale diensten ? (Eurobarometer inzake Intergenerationele Solidariteit, April 2009)
Educatiebeleid In de hedendaagse op kennis gebaseerde maatschappij speelt educatie meer dan ooit een rol. Educatie begint bij de geboorte en eindigt met de dood. Het concept van levenslang leren bekwam een brede consensus. Thans is men ervan overtuigd dat hoogstaande kwalitatieve en inclusieve educatie de basis vormt van sociale integratie en mobiliteit. Het zou gelijkheid voor mogelijkheden en respect voor verscheidenheid en ouderdom moeten bevorderen. Educatie kan worden beschouwd als een uitdrukking van intergenerationele solidariteit. Kinderen en jongeren kunnen van volwassenen leren; ouderen kunnen van kinderen en jongeren leren. Waarde hechten aan hetgeen kinderen zeggen kan kennis van ouderen vermeerderen. Van de andere kant is het belangrijk dat kinderen respect betonen voor de kennis en ervaring van volwassenen.
Investering in educatie tijdens de ganse levenscyclus zal voordelen opbrengen voor de maatschappij. Educatie moet een middel zijn om meer contact te verzekeren, uitwisseling van ideeën brengen en respect tussen de generaties.
Aanbevelingen Op lokaal vlak : Gemeentelijke diensten kunnen een nuttige rol vervullen door intergenerationele samenwerking en solidariteit te steunen. Bijvoorbeeld door cursussen en adviezen i.v.m. ouderschap – in ’t bijzonder de steun voor ontwikkeling van het kind; tewerkstelling en job training; vrije tijdactiviteiten. Lokale initiatieven kunnen steun verlenen op 3 niveaus : a) Informeel, door de creatie en versterking van bestaande sociale verenigingen en het aanmoedigen van nieuwe bindingen tussen familieleden en hun families, buren en vrienden; b) half formeel door het verstevigen van ouders- en kinderverenigingen; het activeren van zelfhulp- en andere maatschappelijke groepen en diensten; c) formeel door het vergemakkelijken van de toegang tot officiële diensten. In alle gevallen is een benaderingsmethode gebaseerd op raadpleging en intergenerationele dialoog noodzakelijk. Voorbeeld België : kinderkribbe naast ouderlingenhome. Kinderkribbe mag tuin van home gebruiken. Ouderen helpen vrijwillig verzorgsters. Informeel contact is nuttig voor jonge kinderen en ouderen. Voorbeeld Tjechië : experiment universiteit voor grootouders en kleinkinderen. Het intergenerationele project werd gelanceerd in samenwerking met Faculteit Mathematiek en Fysische Wetenschappen voor kleinkinderen (6-12 jaar) en grootouders. Nadien ook met de Faculteit voor Landbouw en Bosbeheer en de Faculteit voor Natuurwetenschappen. Grootouders en kleinkinderen werken in team, mekaar helpend en adviserend. Op nationaal vlak : Educatiesystemen moeten worden afgestemd op de veranderende sociale en demografische realiteit, aangepast aan individuele studiepatronen en verscheidene leerstadia. Educatiemogelijkheden – zowel formele als informele – moeten beschikbaar zijn tijdens alle leeftijdsperioden. Vooral belangrijk voor vrouwen die jaren thuiszorg verrichtten. Nochtans kunnen deze vrouwen nuttige informele educatie doorgeven aan jongere generaties door hun opgedane ervaring. Voorbeeld : gemeentescholen in Nederland passen een lokaal sociaal beleid toe door de buurtbewoners te activeren en hen aan te moedigen tot organisatie van voor-schoolse en naschoolse kinderopvang, vrijetijdsactiviteiten en cursussen voor ouders en grootouders. Op Europees vlak : Educatie moet worden verstaan in de breedste zin en niet eng bepaald om enkel de arbeidsmarktnoodwendigheden tegemoet te komen. Even belangrijk zijn maatregelen die de ontwikkeling van talen (lezen en schrijven) steunen evenals technologische deskundigheid, empowerment en talentontwikkeling, investering in kwaliteitsvol, toegankelijk en betaalbaar lager en middelbaar onderwijs en zorgdiensten. Dit zouden prioriteiten moeten zijn. De Barcelona-
doelstellingen inzake kinderzorg zouden moeten worden herbevestigd. De doeltreffendheid van de Europese onderwijssystemen zou niet enkel moeten worden gecontroleerd op kennisvermogen en paraatheid voor tewerkstelling, maar ook wat sociale vaardigheid en communicatievermogen en welzijn betreft. Voorbeeld : Vrijwilligersprogramma’s. Ingevolge het succes van de Europese Vrijwilligersdienst voor Jongeren is er thans een vergelijkbare uitwisselingsgelegenheid voor senioren. Na pensionering willen de meeste ouderen nog leren en bijdragen aan de maatschappij. Velen verrichten actief vrijwilligerswerk in de officiële organisaties van hun gemeenten. De Europese uitwisselingsprogramma’s bieden aan ouderen de gelegenheid te reizen en hun sociaal netwerk uit te breiden terwijl ze bijdragen aan een waardevolle zaak. Veel projecten betrekken vrijwilligers zowel van oude als van jonge generaties de intergenerationele solidariteit versterkend. Wist U dat in de EU 25 % van de kinderen hun secondair onderwijs niet voleindigen ? 15 % van de jongeren volgden alleen lager secondair onderwijs. Familiale armoede houdt verband met lage resultaten. Vergeleken met mannen voleindigen een belangrijk aantal vrouwen hun universitaire studies. Vrouwen verdienen nog steeds gemiddeld 18 % minder dan mannen.
Intergenerationele solidariteit in de context van het milieu en duurzame ontwikkeling Duurzame ontwikkeling moet tegemoet komen aan de huidige noden zonder de mogelijkheden van toekomstige generaties in gevaar te brengen. Te weinig is geweten over het effect van chemicaliën, van CO2 concentratie, nucleaire afval, het gebruik van pesticiden, onzuiver water, enz. op de huidige en toekomstige generaties en hun reproductieve gezondheid. Alle generaties moeten worden betrokken in de besluitvorming i.v.m. milieu-onderwerpen. Educatie voor milieubescherming en duurzame ontwikkeling is noodzakelijk voor een verandering van denkrichting en zou alle leeftijdsgroepen moeten betrekken op een interactieve manier. Jonge generaties zouden moeten worden betrokken in een lange-termijn-actie, niet alleen omdat zij zullen moeten leven met de gevolgen van de klimaatsverandering , maar omdat zij ook de beleidsmakers van de toekomst zijn en dat zij heden kunnen meewerken aan het vinden van oplossingen voor de bevordering en bescherming van een gezond en duurzaam milieu voor de generaties van morgen. Productie en consumptie zouden moeten worden aangepast aan een lage bron voor de economie. Men zou meer kwaliteitsvolle groene jobs moeten promoten.
Aanbevelingen Op lokaal vlak : Lokale en regionale autoriteiten spelen een belangrijke rol door het nemen van milieu-, sociale en economische beslissingen en de wijze waarop zij het nationaal en internationaal beleid toepassen op lokaal vlak. Zij zouden ook een belangrijke rol moeten spelen in de educatie van alle generaties en
de verschillende sociale groepen waaruit de lokale bevolking bestaat. Zij moeten het bewustzijn aanwakkeren van de nood tot bevordering van duurzame ontwikkeling. Voorbeeld : Vermindering van CO2 uitstoot. Moeten wagen niet nutteloos laten draaien wanneer men wacht voor open brug of op medereiziger die winkelt. Op nationaal vlak : Lidstaten moeten hun duurzame ontwikkelingsstrategie versterken in alle relevante sectoren. Waar zij nog niet zouden bestaan zouden nationale raden voor duurzame ontwikkeling moeten worden opgericht, rekening houdend met het genderevenwicht zowel als met de representatieve standpunten van de verschillende sociale, ethnische als godsdienstige minderheden. Kinderen, jeugd, ouderen en andere leeftijdsgroepen moeten worden betrokken. Duurzame ontwikkeling moet worden gepromoot in scholen. Voorbeeld Frankrijk : Nationale Raden voor duurzame ontwikkeling bestaan uit afgevaardigden van lokale autoriteiten, sociale partners, niet-gouvernementele organisaties voor het milieu, sociale en consumentenverenigingen en academici. Op Europees vlak : De Europese Unie moet de toepassing van de in 2006 hernieuwde strategie voor duurzame ontwikkeling verder zetten en de controle en evaluatie van de vooruitgang. Doeltreffende toepassing van de EU duurzame en ontwikkelingsobjectieven moeten worden verzekerd door de 2020 Strategie voor Duurzame Groei. De Europese Unie moet vooral zijn rol versterken in het bestrijden van de klimaatsverandering en dit door meer faire en aangepaste doelstellingen, fondsbronnen en mechanismen en door een leidende rol te spelen op internationaal niveau. Door haar activiteiten moet ze de bijdrage inzake beleidsvoorstellen van betrokkenen versterken evenals het controleren van hun toepassing en inclusie van een genderperspectief als deel van gendermainstreamingsverdrag verplichtingen. Voorbeeld : Een van de hoofddomeinen voor duurzame ontwikkeling is duurzame consumptie en productie. In dit domein verspreidde de Europese Unie berichten en ontwikkelde zij het Europees eco-label project. Het begon in 1992 als een vrijwillig plan, maar is thans een snel groeiend merk. Het omvat verscheidene belangrijke criteria en wordt toegepast op een uitgebreide serie van producten, wat de producenten aanmoedigt meer duurzaam te produceren om het label te bekomen en wat de consumenten toelaat de producten met hoge milieu- en kwaliteitstandaarden te identificeren. Om het bewustzijn op te wekken voor duurzame productie en consumptie keurde het Europees Parlement en de Europese Raad in 2010 het reglement 66/2010 betreffende het EU eco label goed, dat als doel heeft het label verder te ontwikkelen in ’t bijzonder voor vermeerdering van kwaliteitsvolle en duurzame producten op de markt. Duurzame ontwikkeling beoogt een groei die tegemoet komt aan de huidige behoeften zonder de noden van de toekomstige generaties in gevaar te brengen. (Brundlandt verslag 1983)
Intergenerationele solidariteit in de context van immigratie en integratie Het is bekend dat migratie in de toekomst een rol zal hebben in relatie tot demografische en economische uitdagingen, i.v.m. bekwaamheden, tekort aan arbeidskrachten en een verouderende bevolking. Nochtans wordt migratie in sommige landen nog steeds beschouwd als een bedreiging en ligt de focus hoofdzakelijk op grenscontrole en controle op illegale immigratie. Dit is tegenstrijdig met een benadering die wederzijdse winst beoogt voor de migranten en de gastlanden en migranten aanziet als individuelen met gelijke rechten, die gewaardeerd en beschermd moeten worden. Ethnische en godsdienstige minderheden en migranten behoren tot de meest kwetsbare groepen voor armoede en uitsluiting. Sociale en economische inclusie moeten worden verwezenlijkt. De voortdurende discriminatie moet worden bestreden. Vrouwelijke migranten worden meer gediscrimineerd dan mannelijke. Velen leven geïsoleerd en vervreemd van de maatschappij waarin zij wonen; hebben als dusdanig geen toegang tot de arbeidsmarkt of kunnen niet deelnemen aan het maatschappelijk leven.
Aanbevelingen Op lokaal vlak : Autoriteiten moeten publieke gelegenheden organiseren voor intergenerationele en multiculturele uitwisseling. Zij kunnen migranten en minderheidgroepen steunen om intergenerationele projecten en initiatieven te ontwikkelen Wat de culturele dimensie betreft zou men intergenerationele huisvesting in stedelijke planning kunnen bevorderen. Voorbeeld : multiculturele kinderkribbe in Nicosia voor kinderen van buitenhuiswerkende moeders van verschillende rassen. Op nationaal vlak : Nationale autoriteiten kunnen een belangrijke rol vervullen in het bevorderen van de diversiteit in de gemeenten en op de arbeidsmarkt. Van jongs af moet er respect worden aangeleerd voor diversiteit. Verscheidenheid moet positief worden gewaardeerd. Autoriteiten zouden moeten zorgen dat migranten en vrouwenorganisaties worden geraadpleegd en dat zij een integraal deel uitmaken van het sociaal inclusiebeleid. Verhogende diversiteit in de staf van de officiële autoriteiten en sociale diensten. Dit is vitaal om ghettovorming van migranten en minderheden te bestrijden. Finaal kan bewustzijn worden aangewakkerd van creatieve initiatieven van sociale solidariteit ontwikkeld door migranten en minderheidsgemeenschappen Voorbeeld Duitsland : 3 generaties project. Gezondheid met migranten en voor migranten. Training van geïnteresseerde mannen en vrouwen van migrantenafkomst om interculturele-gezondheidszorg-
bemiddelaar te worden. Na hun opleiding moeten zij hun kennis overbrengen naar hun gemeenschappen door cursussen te geven over gezondheidszorg. Het 3 generaties project is een betekenisvolle mijlpaal in het verbeteren van de gezondheidszorg bij de migranten en het bewust maken van het belang van gezonde gewoonten en het bijbrengen van elementaire kennis ervan bij de grootouders en de ouders. Op Europees vlak : De Europese Unie zou een nieuwe strategie moeten goedkeuren voor EU 2020, gebaseerd op grondrechten, met sterke sociale steun, die de humane dimensie, gelijkheid, antidiscriminatie, sociale cohesie en intergenerationele solidariteit ter harte neemt. Integratie van ethnische minderheden en de bevordering van diversiteit zouden moeten worden gemainstreamed in alle relevante EU-programma’s. Voorbeeld : “Het interculturele dialoogproject voor een multiculturele maatschappij in Europa” tracht de interculturele bekwaamheid van de pedagogische staf en onderwijzers in verscheidene institutionele middens in Europa te verbeteren, zo-ook van hun doelgroepen. Zijn “train de trainer” cursus biedt een aantal vernieuwende benaderingen, methoden en middelen voor interculturele educatie aan, zoals de analyse van ernstige incidenten, rollenspel gebaseerd op interculturele ervaringen en korte online video’s betreffend “interculturele micro berichtgeving” Trainingsmateriaal werd ontwikkeld in samenwerking met migranten en is nu gedeeltelijk beschikbaar op het e-learning platform van het project. Het idee achter het project is dat interculturele activiteiten mogelijke eenzaamheid kunnen lenigen en migranten helpen om in contact te komen met mensen zowel van hun gastland als van andere origine. Voor meer info : http://www.integration-eu.org Regelmatige wisselwerking tussen immigranten en burgers van de Lidstaten houdt een fundamenteel mechanisme in voor integratie. (Gemeenschappelijk Basisprincipe nr 7 voor immigrantintegratiebeleid in de Europese Unie)
Woonstvoorziening en stedelijke ontwikkeling Een fatsoenlijke woning is een noodzaak. Mogelijkheid tot het bekomen van een betaalbare en kwaliteitsvolle woning is een van de hoofdfactoren voor het welzijn van mensen en hun sociale participatie. Dit houdt in een leefbare stedelijke ruimte en woonstaanbieding die tegemoet komt aan de noden van alle generaties. Al te vaak zijn publieke ruimten (pleinen, straten en transportsystemen), privé en collectieve ruimten voor recreatie, niet aangepast aan de noden van de jongeren, gezinnen met jonge kinderen, volwassenen en ouderen. Dit is een risico voor ghettovorming van sommige achteruitgestelde groepen. Samenhangende gemeenschappen zijn deze die tegemoet komen aan de noden van allen en die samenwerking bevorderen tussen de verschillende groepen waaruit ze bestaan. Publieke en collectieve ruimten moeten samenwerking en solidariteit tussen generaties bevorderen en tussen sociale, ethnische en godsdienstige minderheden.
Verscheidene initiatieven van gemeenschapsorganisaties en/of woonstvoorzieners willen een grotere samenhang in hun gemeenten. Bijvoorbeeld het intergenerationeel huismodel tracht de wederzijdse belangen te bevorderen van alle betrokken generaties en hen in staat te stellen iedereen te voorzien van onderlinge steun en diensten. 2 typen : 1/ gedeelde woning, die verschillende generaties samenbrengt in een huis om kosten te besparen. Bijvoorbeeld een lagere huur voor jongeren voor diensten bewezen aan oudere huurders. 2/ aangepaste woning die toelaat dat er verschillende generaties in wonen. De autoriteiten en woonstvoorzieners moeten onderzoeken hoe men best de steden en gemeenschappen beter organiseert om tegemoet te komen aan de noden en verwachtingen van alle inwoners.
Aanbevelingen Op lokaal vlak : Creatie van een specifiek milieu voor ouderen wordt bekritiseerd als een “afzonderingsval”. Het risico voor ghetto-vorming van ouderen of ze nu rijk of arm zijn is niet het stereotype, maar een reële tendens in sommige steden. Andere lokaliteiten hebben de belangrijkheid ingezien van een leeftijdsmix in de gemeenschap en trachten verschillende leeftijdsgroepen aan te trekken door de creatie van aangepaste intergenerationele woonsten in steden waar betaalbare huur, betere transportverbindingen en beschikbaarheid van nieuwe technologieën stimulansen kunnen betekenen voor jonge werkenden om een huis te delen met oudere generaties. Voorbeelden : - Integratie van een intergenerationeel aspect in huizen en stedelijke planning. Meer en meer houden regionale en lokale huisvesting en stedelijke planning rekening met de dimensie van veroudering. - Strategie van het Verenigd Koninkrijk : levenslang wonen, levenslang zelfde buurt. Aanbevelingen aan lokale autoriteiten worden voorzien van voorbeeldprojecten van oudere huishoudens met hun proportie op wijkniveau.. - Frankrijk : Longevy onderzocht de huidige wegen en diensten die door ouderen worden gebruikt en maakte een plan voor een betere toegankelijkheid. - de Wereld-Gezondheids-Organisatie ontwikkelde een methode genoemd ouderdoms-vriendelijke steden om de gemeenten te helpen met het aanpassen aan de noden van hun verouderende bevolking en een intergenerationeel milieu te bevorderen. Op nationaal vlak : Nationale en regionale autoriteiten kunnen programma’s en initiatieven lanceren die een betere leeftijdsmix en meer samenwerking en solidariteit tussen generaties steunen. Zulke maatregelen
bevatten belastingsverminderingen, leningen en steun voor job-creatie i.v.m. dienstvoorzieningen voor ouderen. Voorbeeld : financiële steun voor intergenerationele woonst. In Wallonië voorziet het Fonds du Logement Wallon leningen aan gezinnen die hun huis willen aanpassen om een ouder familielid toe te laten bij hen te wonen. Zulke leningen kunnen ook gebruikt worden voor een afzonderlijke woonst voor ouderen naast de woonst of het appartement van jongere familieleden. De interest voor de leningen varieert volgens de samenstelling van het gezin (aantal hulpbehoevende personen en het beschikbare inkomen). Op Europees vlak : Zich baserend op de opgedane ervaring in het domein van huisvesting zou de bevordering van intergenerationele solidariteit moeten worden geïntegreerd als een doelstelling van het EU stedelijk ontwikkelingprogramma (zoals URBACT), interregionale samenwerkingsprogramma’s, maar ook in het EU plattelandsontwikkelingsbeleid toegepast in de nationale landelijke ontwikkelingsprogramma’s (LEADER) voor de bestrijding van de harde marginalisatie van ouderen in plattelandsgebieden. Voorbeeld : Promotie van intergenerationele solidariteit als deel van geïntegreerde stedelijke ontwikkeling. Het URBACT II programma financierde een netwerk van 9 Europese steden die werk verrichten inzake ouderenproblemen. Het netwerk draagt de naam “Active A.G.E. Dit project beoogt de ontwikkeling van een uitwisseling van ervaringen tussen deze steden om hen te helpen een actieplan te ontwikkelen voor een geïntegreerde benadering van arbeidsmarkt en sociaal beleid voor ouderen. Tezelfdertijd tracht een ander thematisch netwerk – samengesteld uit Europese steden – “My Generation”, zich te richten op de identificatie van 3 vormen van goede praktijken in verband met het bereiken van achtergestelde categorieën van jeugd, hun educatie, tewerkstelling en coördinatie tussen deelnemers voor het promoten van de belangen van de jeugd in de stedelijke context. Wist U dat voor 25 % van de EU-burgers het feit dat een waardige woonst te duur is dit de sociale factor is waarom zij arm zijn ? Meer dan 27 % van de lage inkomens bevolking wonen in een overbevolkte accommodatie. (Gezamenlijk verslag i.v.m. Sociale Inclusie en Sociale Bescherming 2010)
Transport en mobiliteit Miljoenen burgers verliezen dagelijks verscheidene uren in verkeersopstroppingen. Dit is ook ten nadele van de economie, het milieu in het algemeen, het welzijn en de kwaliteit van de intergenerationele relaties. Veilige wegen vormen een groot probleem waaraan iedereen aandacht moet besteden om de meest kwetsbare weggebruikers te beschermen. Ieder jaar sterven meer dan 11.000 kinderen onder de 15 jaar op Europese wegen en 100.000 worden gekwetst. In de Europese Unie zijn 17 % van de verkeersongevallen voetgangers en +65jarigen zijn daar het grootste deel van.
De luchtkwaliteit is pover en bezoedelt steden en dit heeft een invloed op de gezondheid van miljoenen kinderen en ouderen die ademhalingsproblemen krijgen door luchtvervuiling. Daarenboven hinderen het gebrek aan aangepaste transportmogelijkheden en de hoge reiskosten de sociale deelname door zekere groepen, zo-ook hun toegang tot de arbeidsmarkt. Teneinde het hoofd te bieden aan deze uitdagingen zouden de autoriteiten de burgers moeten aanmoedigen meer duurzame en veiligere transportmiddelen te gebruiken, zoals publiek transport, stappen en fietsen, teneinde de stedelijke verstopping te beperken, veiligheid in het verkeer te verbeteren en de pollutie te verminderen. In de huidige context van klimaatsverandering en verhoogde mobiliteitsnoodwendigheden zijn aangepast, toegankelijk en betaalbaar transport van groot belang voor alle leeftijden : schoolgaande kinderen, gezinnen met kleine kinderen, pendelaars tussen woonst en werk, ouderen, mensen met beperkte mobiliteit, enz. Wanneer dergelijke initiatieven worden toegepast dragen zij bij tot grotere solidariteit tussen burgers en generaties en helpen zij veilige mobiliteitsdeelname en inclusie voor allen verbeteren, in ’t bijzonder van de meest kwetsbaren.
Aanbevelingen Op lokaal vlak : Lokale en regionale autoriteiten zouden van duurzaam en toegankelijk transport een van hun prioriteiten moeten maken en concrete doelstellingen bepalen voor de komende jaren. Lokale en regionale autoriteiten kunnen gebruik maken van fondsen van de Europese Unie voor verbetering van de transportinfrastructuur. Voorbeeld : Mechelen heeft evenals Odense in Denemarken een Transport en Mobiliteitsplan dat een enige gelegenheid biedt om een nieuwe en leefbare stad te creëren. Dit plan streeft ernaar betere mogelijkheden aan de burgers te bieden om te wandelen, te fietsen en het publiek vervoer te gebruiken als een alternatief van de auto. Het stedelijk beleid wil wagentrafiek verminderen door doorgaand verkeer te verhinderen de wegen van het stadscentrum te gebruiken In Odense zullen kleine parkings getransformeerd worden in pleintjes die stedelingen de gelegenheid zullen bieden te pauzeren, uit te rusten of te genieten van verscheidene activiteiten zoals muziek, theater, enz. Op nationaal vlak : Autoriteiten moeten zich inspannen voor het bekomen van betrouwbaar en betaalbaar vervoer voor iedereen. Desbetreffende investeringen moeten worden gesteund door de nationale autoriteiten gezien hun essentiële rol in de promotie van duurzame economische ontwikkeling. Deze investeringen moeten ook een genderperspectief bevatten, daar de meeste vrouwen andere vervoernoodwendigheden hebben dan mannen. Voorbeeld : Duitsland heeft als project de bestaande wetenschappelijke expertise, praktische ideeën en creativiteit samen te brengen in het domein van hindernisvrije mobiliteit. D.w.z. dat de milieustructuur en het transportsysteem kunnen worden gebruikt door zoveel mogelijk mensen. Dit project wordt bekostigd door het Duits Federaal Ministerie van Transport, Opbouw en Stedelijke Ontwikkeling in zijn innovatieprogramma “Economie ontmoet wetenschap”.
Op Europees vlak : In het plan van de aanstaande European Disability Strategy 2020 (strategie inzake gehandicaptenbeleid) moeten de Lidstaten akkoord zijn om gemeenschappelijke toegankelijke standaarden te ontwikkelen voor alle publieke vervoermiddelen gebaseerd op het concept van “Design voor allen”. In de context van het geplande Europese Verkeersveiligheid Actieprogramma 2011-2020 moeten de Lidstaten zich verplichten tot uitwisseling van goede praktijken en de verkeersveiligheid verbeteren voor allen, inbegrepen de meest kwetsbare gebruikers : kinderen, ouderen, gehandicapten, voetgangers, fietsers. Het aanvaarden van nationale doelstellingen voor de vermindering van verkeersongevallen en uitwisseling van informatie inzake maatregelen die doeltreffend bewezen te zijn zou zeer nuttig wezen. Voorbeeld : MEDIATE (Methodology for describing the accessibility of transport in Europe – Methodes voor het signaleren van de verkeerstoegankelijkheid in Europa) heeft als doel het instellen van een gemeenschappelijke Europese methode om de toegankelijkheid van het publiek vervoer te beoordelen. Het doel van dit door de Europese Unie gesubsidieerde project is bij te dragen tot de creatie van inclusieve transportsystemen die betere en gemakkelijkere toegang bieden voor alle burgers. Voor meer info : http://www.mediate-project.eu Stedelijke mobiliteit baart een groeiende bezorgdheid voor de burgers. 9 op 10 EU burgers zijn ervan overtuigd dat de verkeerssituatie in hun regio moet worden verbeterd. De keuzen die de mensen maken i.v.m. hun verplaatsingen zullen niet alleen de stedelijke ontwikkeling beïnvloeden, maar ook het economisch welzijn van burgers en ondernemingen. Het bestrijden van de klimaatsverandering, het bereiken van de 20-20-20 doelstelling en de bevordering van onderlinge samenhang zullen ook essentieel zijn voor het succes van de globale EU-strategie. (EC Aktieplan voor stedelijke mobiliteit 2009)
Intergenerationele solidariteit in de context van kwaliteitsvol beroepsleven De hedendaagse sociale, economische en demografische context vereist dat snelle actie wordt ondernomen om 1/ de intrede van de jongeren in een kwaliteitsvolle betrekking te vergemakkelijken en dit zo snel mogelijk na het beëindigen van hun studies; 2/ oudere werknemers toe te laten op de arbeidsmarkt, zelfs na hun pensionering indien ze dit wensen. Dit is nodig om de impact van de demografische veroudering en de inkrimping van onze werknemerspopulatie te verminderen. Alle vormen van discriminatie in tewerkstelling moeten verdwijnen en een meer inclusieve benadering van werknemers van alle leeftijden moet worden gepromoot, indien we iedereen gelijke kansen wensen te geven in tewerkstelling. Zo-ook moeten wij effectief de uitdagingen i.v.m. het
sociale zekerheidsstelsel tegemoet gaan. Beleid en initiatieven die waardige jobs voor iedereen, jong en oud, ondersteunen en het teniet doen van het gender loonverschil moeten worden bestudeerd. Bijvoorbeeld : Studenten zouden meer de mogelijkheid moeten krijgen in de praktijk met ervaren werknemers zelf meer ervaring op te doen. Studie en arbeid zouden in evenwicht moeten blijven. Stages zouden aan de jongeren de gelegenheid moeten bieden voor beroepsontwikkeling waardoor ze zelf meer overtuigd zouden worden van de capaciteiten waarover zij beschikken, eerder dan te worden uitgebuit als goedkope arbeidskrachten. I.v.m. de mogelijkheid van een succesvolle integratie op de arbeidsmarkt en het bekomen van een betrekking zou het vroegtijdig verlaten van de school moeten worden bestreden. Actief ouder worden zou aan ouderen moeten toelaten aan het werk te blijven en om deeltijds werk met pensioen te combineren voor diegenen die langer in dienst wensen te blijven. Intergenerationele solidariteit kan een waardevol middel zijn voor efficiënte overdracht van kennis in het voordeel van jonge werknemers en van meer ervaren ouderen. Dit zou meer bekend moeten worden en gesteund door de verwerving van wederzijdse kennis en ervaring. Hinderpalen tussen leeftijdsgroepen van werknemers moeten worden verwijderd en werkgevers zowel als syndicaten moeten een meer positief beeld van jonge en oudere werknemers steunen.
Aanbevelingen Op lokaal vlak : Lokale autoriteiten zouden nieuwe vormen van intergenerationele solidariteit op de werkplaats moeten bestuderen en hinderpalen verwijderen die jonge en oudere werknemers verhinderen tot de toegang en het blijven op de arbeidsmarkt Zij zouden moeten zorgen dat training en herscholing beschikbaar zijn voor werknemers van alle leeftijden en dat mentorprogramma’s worden toegepast die oudere werknemers en de onlangs gepensioneerden toelaten hun kennis, bekwaamheden en ervaring over te maken aan jongere werknemers. Voorbeelden : Mentoring : verscheidene jaren reeds een nieuw model om know how i.v.m. arbeid over te brengen. Door mentoring introduceert een oudere werknemer een jongere in haar/zijn sociaal en beroepsmilieu. Dit is een waardevolle hulp voor vele jobs waar contacten en netwerk essentieel zijn. Mentoring wordt hoog gewaardeerd door oudere werknemers en onlangs gepensioneerde werknemers, omdat dit hen toelaat hun kennis, bekwaamheden en beroepservaring te gebruiken en in contact te blijven met het werkmilieu. Kameraadschap : gepensioneerde vaklieden onderwijzen de jongeren de wetenschap van hun ambacht en streven ernaar hun bekwaamheden, kennis en passie voor hun werk over te brengen aan toekomstige generaties. Schrijnwerkers, meubelmakers, metsers, elektriciens, enz., die hun vak vaak leerden op de werkvloer, kunnen tijdens hun werk trachten de jongeren – vaak deze die problemen kenden op school – te helpen hun aanleg te ontdekken en hun beroep te vinden.
Op nationaal vlak : In de context van verhoogde onzekerheid i.v.m. het tewerkstellingsbeleid, de sociale zekerheid en financiële systemen van de lidstaten van de Europese Unie, moeten stappen worden ondernomen om de vrees en verwachtingen van de Europese jongeren en oudere werknemers aan te pakken. Dit kan gedeeltelijk door het aannemen van een meer positieve benadering door leeftijdsvriendelijke werkplaatsen en de ontwikkeling van een tewerkstellingsbeleid voor alle leeftijden te promoten, door het verwijderen van leeftijdsdiscriminatie in het arbeidsmarktbeleid. Officiële tewerkstellingsdiensten en assistentie bij het zoeken naar een job zouden zich meer moeten richten naar de behoeften van de individuele sollicitant ongeacht haar/zijn leeftijd. Deze diensten moeten even toegankelijk zijn voor gehandicapten en in landelijke gebieden. Steun moet ook worden gegeven aan zelfstandigen en ondernemerschap door het eenvoudig maken van procedures en de voorziening van financiële en andere op-start-steun voor jonge en oudere ondernemers. Educatie voor ondernemerschap moet verder worden ontwikkeld in nauwe samenwerking met maatschappelijke en beroepsorganisaties. Voorbeeld : Centrica - Verenigd Koninkrijk, een grote gasleverancier, moedigt leeftijdsverscheidenheid van zijn personeel aan door verscheidene maatregelen, zoals zijn Age-Action-Group, die de directeurs van verschillende sectoren samenbrengt om na te gaan hoe zij, als groep, het best kunnen tegemoet komen aan de noden van hun verouderd personeel. Zij ontwikkelden een programma van personeelsbeheer met flexibele arbeidsvoorwaarden, teams van verschillende leeftijden met gevarieerde familiale verantwoordelijkheden, en potentieel voor mentoring. Zij ervaren dat de leeftijdsmenging de werknemers van deze groepen wederzijds verrijkt. Op Europees vlak : De nieuwe Europese tewerkstellingsinitiatieven zouden moeten trachten de banden te versterken tussen generaties en de deelnamecijfers te verhogen door duurzame kwaliteitstewerkstelling van alle gender en ouderdomsgroepen, teneinde de lange termijn duurzaamheid van de Europese Sociale Beschermingssystemen te verzekeren. De Europese Unie zou een Europese structuur inzake kwaliteitsvolle stages moeten ontwikkelen en begeleiden die basis-kwaliteitsnormen vooropstelt om de aanleerkwaliteit te verzekeren, alsook een passende verloning en sociale bescherming. Intergenerationele begeleidingsprogramma’s en initiatieven om langere werkleeftijden te bevorderen, zoals gedeelde arbeid en geleidelijke pensionering, zouden moeten worden bevorderd door relevante EU programma’s. Voorbeeld : PATRON project Dit Grundtvig project identificeert en test methoden voor overdracht van bekwaamheden en vaardigheden die Senior Managers en ondernemers ontwikkelden tijdens hun arbeidsleven en die hen hielpen creativiteit, ambitie, concurrentievermogen, management en ondernemerscapaciteiten te ontwikkelen. Jonge ondernemers en managers hebben voordeel van deze transfer van bekwaamheden in de deelnemende landen en regio’s. De methoden en resultaten worden verspreid door de website van het project, dusdanig dat ze kunnen worden gebruikt in andere deelnemende landen . Voor meer details : http://www.patronproject.org
Wist U dat de jeugdwerkloosheid 21,4 % bedraagt en dat het tewerkstellingspercentage van ouderen slechts 46,2 % bedraagt ? (EC-data 2009) Het gemiddeld tewerkstellingspercentage van vrouwen tussen 55 en 64 jaar oud bedraagt in de Europese Unie 36,8 %. 18% lager dan dit van mannen van dezelfde ouderdomscategorie.
Intergenerationele solidariteit in de context van gecoördineerde pensioensystemen en met beroepsloopbaan verbonden pensioenen In de hedendaags context van verouderende bevolking, grote werkloosheid en laag geboortecijfer is het verzekeren van duurzame en voldoende producten in de toekomst een onvoorgaande uitdaging voor de officiële autoriteiten in de Europese Unie Pensioenen, ook deze verworven door arbeid, staan onder druk als resultaat van de verminderende werkkrachten, het stijgend aantal gepensioneerden en de financiële crisis. Met de aankomende golf van babyboomers die de pensioenleeftijd bereiken is de druk dusdanig dat dringend nieuwe wegen moeten worden gezocht om de duurzaamheid van de pensioenen te verzekeren door een grotere solidariteit tussen en in de generaties te bevorderen. Veel lidstaten hebben stimulansen om langer te werken. Maatregelen houden in : verhoogde leeftijd voor pensionering, flexibel pensioen, verhoogde bijdrageperioden noodzakelijk voor een volledig pensioen en het voorstellen van werkstimulansen in pensioensystemen. Als deel van hun hervorming promoten de lidstaten onophoudelijk private pensioenfondsen om de autoriteiten te verlichten van de financiële last van de staatspensioenen. Maar de schadelijke impact van zulke hervormingen op vrouwen en andere kwetsbare groepen (werklozen, deze met familiale verzorgingsplichten, enz.) is verontrustend en moet worden bestreden. Hervormingen moeten zijn gebaseerd op het principe van solidariteit tussen en in de generaties en op gendergelijkheid. Iedere pensioenhervorming moet de verschillende gevallen van gendergelijkheid inhouden. Voorbeeld : -
Loopbaanonderbreking door zorgtaken of segmentatie in de arbeidsmarkt. De verzekering dat alle werknemers toegang hebben tot voldoende pensioen. Solidariteit breng een toegevoegde waarde aan de maatschappij door faire welvaartverdeling, verstevigde sociale samenhang en een bredere overdracht van kennis.
Aanbevelingen Op lokaal vlak : Alhoewel de meeste pensioensystemen georganiseerd worden op nationaal vlak kunnen regionale of lokale autoriteiten bijdragen tot de opbouw van een hoger pensioeninkomen voor hun bevolking door het oprichten van lokale beroepspensioenfondsen, gevormd volgens de noden van hun bevolking. Zij kunnen tevens de solidariteitselementen in deze fondsen mede financieren, zoals de gelijkschakeling met bijdrageperioden ingeval van ziekte of ouderschapsverlof.
Voorbeeld : Het pensioenplan gepromoot door het Italiaanse Zuid-Tirol is een goed voorbeeld van regionale betrokkenheid in het bevorderen van duurzame pensioensystemen. Het lokaal bestuur schenkt verscheidene diensten en solidariteitsvoordelen aan zijn burgers en steunt hun aanhechting aan een bijkomend pensioenfonds. Het pensioenplan betaalt de administratieve kosten en betaalt de bijdragen van werknemers die tijdelijk werkonbekwaam zijn. Op nationaal vlak : De lidstaten van de Europese Unie zouden een minimum pensioen moeten waarborgen teneinde de armoede te bestrijden van de meest kwetsbare ouderen : oudere vrouwen, oudere alleenstaanden, oudere migranten of oudere gehandicapten. Zij hebben nood aan een gepast opvangnet van de staat om onafhankelijk en fatsoenlijk te kunnen leven. In de hervormde pensioensystemen moet er rechtvaardigheid, gelijkheid en solidariteit worden verzekerd, ook bij de 2de en 3de pijlers. Pensioenhervormingen moeten intergenerationele solidariteit bevorderen, teneinde op lange termijn de sociale samenhang te versterken. Solidariteit tussen en in generaties moet een belangrijke plaats innemen bij de wettelijke pensioenen, waarvan het systeem transparant moet zijn en iedereen er kan van genieten. Waar nationale wetgeving voorziet in op solidariteit gebaseerde pensioenen voor gepensioneerde werknemers, zou deze solidariteit ook verplicht moeten worden voor de zwakkeren in de maatschappij. Voorbeeld : In Nederland worden pensioenen bepaald door collectieve arbeidsovereenkomsten, afgesloten door sociale partners op industriewijd gebied. Zij zijn gebaseerd op solidariteit : werknemers hebben dezelfde pensioenrechten aan dezelfde voorwaarden ongeacht hun geslacht, ouderdom of gezondheidstoestand. Deze afgedwongen systemen bieden bescherming tegen risico’s zoals werkonbekwaamheid. De kosten voor dit systeem zijn lager door de omvang en de returns van de investeringen zijn gewoonlijk hoger omdat men kan investeren op lange termijn. Op Europees vlak : De Europese Unie heeft een hoofdrol te spelen in de versterking van een globale sociale onderlinge samenhang in het belang van alle burgers, in ’t bijzonder van de meest kwetsbare volksgroepen. Deze rol is meer dan ooit gewettigd in de huidige tijd van financiële en economische crisis, waar de burgers moeten worden verzekerd van hun toekomst, ongeacht van het pensioenopbouwmodel in hun respectieve landen. In het kader van de Europa 2020 Inclusieve Groeidoelstelling plant de Europese Unie een raming van geschiktheid en duurzaamheid van sociale zekerheid en pensioensystemen. Dit moet worden verwezenlijkt door een versterkte Open Methode van Coördinatie (OMC) om te zoeken naar gemeenschappelijke referentiepunten voor mogelijkheden, doelstellingen, overeen te komen om de armoede bij gepensioneerden te bestrijden en voordeel te vinden door wederzijdse kennis. Voor beeld : Teneinde solidariteitselementen in dit programma te verzekeren moeten aangesloten beroepspensioenfondsen over een mandaat beschikken. Het Europees Hof van Justitie erkent dit principe door de solidariteitsvoorziening te beschouwen als een missie van algemeen belang. Het Hof verklaarde vooral dat de verplichte bijdrage aan een beroepspensioenfonds, overeengekomen in een collectieve overeenkomst, verantwoord is in zo verre dat haar verplichting nodig is om
solidariteit te verzekeren tussen de deelgenoten. Daarom verrechtvaardigde het Hof de vrijstelling aan deze particuliere fondsen van de concurrentieregels van de Europese Unie. Wist U dat pensioensystemen de armoede bij ouderen opmerkelijk hebben verminderd, alhoewel het armoederisico bij ouderen groter is dan bij de algemene bevolking ? Alleenstaande oude vrouwen hebben een groter armoederisico dan alleenstaande oude mannen (Gezamenlijk verslag inzake Sociale Bescherming en Sociale Inclusie 2010).
Intergenerationele solidariteit in de context van gezondheid en lange-termijn-zorg Gezondheid- en lange-termijn-zorgsystemen moeten gebaseerd zijn op solidariteit in en tussen generaties en een hoofdrol spelen in sociale samenhang. Het is van vitaal belang een hoog peil van sociale bescherming te behouden. Socioeconomische systemen leiden in deze crisistijd tot ongelijkheden wat gezondheid betreft. Het milieu en levensstijlfactoren spelen een belangrijke rol in de intergenerationele overdracht van gezondheidsrisico’s. Er is een onmiskenbare noodzakelijkheid alle generaties te mobiliseren om intergenerationele overdracht van ziekten te voorkomen. Vaststellend de onvermijdelijk verhogende uitgaven in ’t bijzonder wat langetermijn-zorg betreft moeten nieuwe financieringsbronnen worden gevonden. Gezondheid en langetermijn-zorg, inbegrepen het voorkomen en vroege interventie, moeten worden beschouwd in een levenscyclus- benadering ten voordele van alle leeftijdsgroepen en dit als een investering en niet als een kost. De betreffende sectoren hebben ook een hoog potentieel voor job-creatie. Meer financiële middelen zouden in het budget moeten worden voorzien i.v.m. preventie en gezonde levensstijl om chronische ziekten en afhankelijkheid te voorkomen of uit te stellen. Gezondheidskwaliteit en verzorgingsdiensten zijn essentieel voor een fatsoenlijk leven voor allen; zij moeten toegankelijk en betaalbaar zijn voor allen en in ’t bijzonder voor de meest kwetsbare groepen in de maatschappij. Teneinde de kwaliteit van de gezondheidsdiensten te verbeteren zouden de autoriteiten moeten streven naar de coördinatie en integratie van gezondheid- en lange-termijn-zorg diensten, gemeenschappelijke en thuiszorg. Betere werkvoorwaarden zouden moeten worden voorzien om afgestudeerde en gekwalificeerde zorgverleners aan te trekken en te behouden. In de hoog gefeminiseerde zorgsector is er zeer veel deeltijds werk en zijn er veel tijdelijke contracten en migranten werkzaam. Verontrustende weddenschalen verlaagden nog en zijn thans onder het Europees economisch gemiddelde. De levenskwaliteit en de fatsoenlijke behandeling van zorgontvangers en de noodzaak om misbruik te voorkomen zijn essentiële beleidsopties.
Het groeiend aantal ouderen die lijden aan Alzheimer en dementie brengen met zich mee dat naast gepaste verzorging voor patiënten, de steun van informele/familiale zorgdragers effectief moet zijn, inbegrepen bekwamen van mannen om hun deel van de zorgverantwoordelijkheden gedurende een levenscyclus te kunnen opnemen. De zorgsector is een job-creatie-sector waar het potentieel voor hoge kwaliteitstewerkstelling kan worden ontwikkeld.
Aanbevelingen Op lokaal vlak : Betere coördinatie van gezondheids- en lange-termijn-zorg : zorg voor multidiscipline, aanstellen van case managers en verplegend personeel betrekken in de follow-up van chronische ziekten. Men moet informele/familiale verzorgers en vrijwilligers meer integreren in het ganse zorgproces en hen steun verlenen en begeleiding. Voorbeeld : vrijwilligerswerk in hospitalen, verzorgingsinstellingen en rusthuizen in België. In Wallonië worden vrijwilligers gesteund om residentiële ouderen en/of kinderen te bezoeken die gehospitaliseerd werden, om te helpen bij het eten, met hen te gaan wandelen, boeken en kranten voor hen voor te lezen en met hen te spreken of te spelen. Dergelijke initiatieven die vrijwilligers van alle leeftijden aantrekken worden toegepast in verscheidene regio’s van de Europese Unie en de meesten benodigen steun van de lokale autoriteiten om dit type van cruciale steun aan te houden. Op nationaal vlak : Intergenerationele solidariteit moet worden versterkt in alle vormen van sociale en gezondheidsbeschermingsystemen. Preventieve maatregelen moeten worden genomen om de levenskwaliteit te verbeteren en chronische ziekten, zwakheid en handicaps te verminderen. Nationale regeringen hebben een belangrijke rol in het oplossen van het tekort aan zorgstaf en kunnen innovatieve maatregelen toepassen om een beter werkmilieu te scheppen teneinde de lokale autoriteiten te helpen in het recruteren en behoud van professionele verzorgers. Zij kunnen ook een beleid voeren om informele/familiale zorgdragers te steunen. Voorbeeld : Lange-termijn-zorg in Duitland. Personen die zorg behoeven en hun familieleden kunnen nu steun krijgen van een case manager, die als centraal contactpunt raad geeft en het ganse spectrum van zorg coördineert voor de personen die zorg behoeven. Verder voorziet de wet de vestiging van dichtbij huis centra. Op Europees vlak : In het plan van de Europa 2020 Strategie stelt de Europese Commissie voor “mogelijkheden te identificeren om de toegang tot gezondheidszorgsystemen te verzekeren”. Deze doelstelling zou moeten worden bereikt op basis van solidariteit tussen en binnen generaties, tussen de rijken en de armen, de gezonde en de zieke mensen en tussen de regio’s. De Open Coördinatie Methode inzake sociale bescherming en sociale inclusie heeft bewezen een nuttig instrument te zijn voor de uitwisseling van goede praktijken en wederzijds leren, maar ze moet worden versterkt om de ontwikkeling van de doelstellingen, het volgen van de referentiepunten , het toezicht en de
toepassing voort te zetten. Bij het uitbrengen van hun rapport voor het Gezamenlijk Verslag inzake Sociale Bescherming en Sociale Inclusie moeten de Lidstaten uitleggen hoe zij grotere solidariteit bevorderen tussen en binnen generaties om lange termijn duurzaamheid te verzekeren van hun gezondheids- en lange termijn zorgsystemen, welke maatregelen zij treffen om de overdracht van gezondheidsongelijkheden van de ene generatie naar de andere te voorkomen, welke steun zij verlenen voor informele zorgdragers, enz. Voorbeeld : “Herziening van referentiepunten en richtlijnen in actief en gezond ouder worden activiteiten.” In de besluiten van November 2009 van de Tewerkstelling, Sociaal Beleid, Gezondheid en Consumentenzaken Raad (EPSCO) kwamen de Lidstaten overeen hun samenwerking en coördinatie op het domein van lange termijn zorg te versterken, teneinde een gezond en waardig ouder worden te bevorderen. De Europese Commissie nodigde hen uit aan de gang zijnde activiteiten inzake gezond en waardig ouder worden te herzien, inbegrepen het bestaande werk inzake referentiepunten en richtlijnen, en indien toepasselijk, een actieplan voor te stellen voor verdere activiteiten in 2011, die de waardigheid, gezondheid en een kwaliteitsvol leven voor oudere personen zouden bevorderen. Het blijft nu te zien hoe dit geïntegreerd kan worden in de Europa 2020 Strategie. Grote verschillen in gezondheid bestaan er tussen regio’s, landelijke streken, steden en buurten. Bij de geboorte bereiken verschillen in levensverwachting tussen de laagste en hoogste sociaaleconomische groepen 10 jaar voor mannen en 5 jaar voor vrouwen.
Intergenerationele solidariteit in de context van initiatieven van de buurtbewoners Vele initiatieven van individuele buurtbewoners beogen contacten tussen generaties en vergemakkelijken de wederzijdse kennismaking. Zij dragen bij tot sociale inclusie en integratie van de buurtbewoners en tot meer solidariteit onder hen. In het verleden waren sociale contacten en solidariteit in de buurten een gewoonte, daar er minder mobiliteit was en er meer voorzieningen waren. In de hedendaagse moderne tijd dreigen deze echter te verdwijnen door de ontwikkeling van een meer onafhankelijke en individuele levenswijze. Hedendaagse veranderingen, zoals transformatie en verscheidenheid in familiestructuren, de veroudering van de bevolking en ontvolking van het landelijk gebied hebben als gevolg een groeiend aantal alleenstaande vrouwen en mannen. De financiële crisis is een andere factor die de vereenzaming van kwetsbare mensen kan verhogen. Lokale buurtinitiatieven moeten daarom worden aangemoedigd en gesteund, vooral in grote steden waar buurtschap zich niet natuurlijk ontwikkelt. Effectieve steun moet voorzien worden op alle niveaus : lokaal en regionaal, die direct belanghebbend zijn, maar ook op nationaal en EU-gebied die gemotiveerde burgers kunnen voorzien van aangepaste en financiële middelen en steun kunnen verlenen door informatie, coördinatie en uitwisseling van goede praktijken.
Aanbevelingen
Op lokaal vlak : Door hun kennis van de gemeenschap zijn lokale autoriteiten, gemeentelijke organisaties, vrijwilligers, enz. goed geplaatst om burgerinitiatieven die een grotere solidariteit creëren te ondersteunen. Lokale autoriteiten en hun actieplannen zouden burgers- en vrijwilligersinitiatieven die solidariteit tussen generaties en tussen diverse sociale, culturele en ethnische groepen ondersteunen, moeten aanmoedigen. Actieplannen samengesteld door lokale autoriteiten zouden verder moeten worden ontwikkeld door de directe inbreng van de lokale gemeenschappen zelf, met vooral aandacht voor de respectieve deelname van mannen en vrouwen, alsook door de inbreng van diverse sociale, ethnische en godsdienstige minderheden die in de buurt wonen. Lokale overheden kunnen bijvoorbeeld meetings organiseren tussen de verschillende lokale bewoners, teneinde uitwisseling en samenwerking te bevorderen tussen hen of informatiesessies organiseren die praktische zaken op basis van gemeenschappelijke kennis mededelen. Zij kunnen ook coördinatie, advertentie, financiële of materiële en logistieke steun voorzien. Bijvoorbeeld : “Carrefours des generations”. Dit project wordt georganiseerd door gemeenten en organisaties op lokaal vlak, om publieke bewustwording op te wekken en te tonen wat reeds gerealiseerd werd als steun voor solidariteit tussen de generaties, om nieuwe initiatieven aan te moedigen en de politiekers meer bewust te maken van de uitdagingen van intergenerationaliteit. Hun website biedt een data base van activiteiten en diensten voorzien om uitwisseling en wederzijdse steun tussen generaties in België te bevorderen. Activiteiten kunnen worden uitgekozen volgens lokaliteit en interesse : vrije tijd en cultuur, mobiliteit en transport, samenwonen, tewerkstelling, sociaal leven, onafhankelijk leven, enz. www.carrefoursdesgenerations.be Op nationaal vlak Nationale autoriteiten kunnen maatregelen nemen om initiatieven van burgers aan te moedigen en te steunen, inbegrepen deze met een intergenerationeel aspect, door het wegnemen van wettige, administratieve en/of financiële hindernissen, die veel mannen en in ’t bijzonder vrouwen verhinderen om erbij betrokken te worden. Zij kunnen ook de samenwerking tussen gemeenten bevorderen en de uitwisseling van beste praktijken en ervaringen, bijvoorbeeld door de organisatie van evenementen en meetings, de creatie van een website, de productie van informatiefolders of nieuwsbrieven, enz. In het Europees Jaar “2011 Vrijwilligerswerk” zouden ook vrijwilligersinitiatieven kunnen worden genomen met intergenerationele dimensie. Voorbeeld : UK-programma om intergenerationele solidariteit te bevorderen. De UK-regering lanceerde een 5,5 miljoen pond programma om de generatiekloof in de gemeenten te sluiten. Jonge en oudere mensen verbinden zich aan gelijke voorwaarden en verbreken de hindernissen en bestrijden negatieve stereotypen. De regering moedigde alle Engelse lokale autoriteiten , verantwoordelijk voor sociale diensten/voorzieningen voor kinderen, aan een aanvraag voor partnerschap met derde sector organisaties in te dienen voor fondsen om demonstraties te ontwikkelen van intergenerationele praktijken (bv. Vrijwilligerswerk, programma’s voor actief ouder worden, gezondheid en
welzijnsbevordering; en programma’s voor jongeren en families te steunen). Het programma is bedoeld om meer interesse op te wekken voor intergenerationeel werk en krachtige getuigenis af te leggen van de doeltreffendheid van intergenerationele initiatieven. Op Europees vlak : Maatregelen zouden moeten worden genomen op Europees niveau teneinde te waarborgen dat de intergenerationele solidariteit een doel wordt van relevante EU programma’s (burgerpanels, stedenverbroedering, toepasselijke onderzoeksprogramma’s, PROGRESS, Youth in Action, enz.), informatiemateriaal publicerend, gelegenheden verschaffend voor uitwisseling van de beste praktijken tussen belanghebbenden van verscheidene EU-landen en EU-wijde activiteiten of evenementen organiserend die meer interactie en solidariteit tussen de generaties bevorderen. 22 De benaming van 2011 als het Europees Jaar van de Vrijwilliger en van 2012 als het Europees Jaar voor Actief Ouder Worden en Intergenerationele Solidariteit zijn voorbeelden van wat kan worden gedaan op Europees niveau om het publieke, media- en politieke bewustzijn op te wekken voor de belangrijkheid van vrijwilligersinitiatieven, actief ouder worden en intergenerationele solidariteit. Voorbeeld : MATES – Mainstreaming Intergeneral Solidarity Project. Dit project heeft als doel het teweegbrengen van wijde verspreiding van resultaten van Intergenerationele Projecten en is gesubsidieerd door het Grundtvig Programma om de exploitatie en de uitwisseling van goede praktijken in het domein van intergenerationeel leren aan te moedigen en om de kwaliteit van educatie en training van verschillende EU-instituten te verbeteren. In dit project werd een “Gids van Ideeën voor Planning en Toepassing van Intergenerationele Projecten” gepubliceerd, bestemd voor alle professionelen die ingeschreven zijn voor of wensen opgenomen te worden in de ontwikkeling van intergenerationele activiteiten. Het stelt 37 voorbeelden voor, een korte wegwijzer om intergenerationele praktijken toe te passen en een uitgebreide lijst van aanbevelingen en ideeën. Voor meer info : www.matesproject.eu Wist U dat 85 % van de Europeanen het er over eens zijn dat lokale autoriteiten steun moeten verlenen aan verenigingen en initiatieven die sterkere relaties beogen tussen jongeren en ouderen. Art. 3.3 van het nieuw Lissabon Verdrag verklaart dat de Europese Unie sociale uitsluiting en discriminatie moet bestrijden en sociale gerechtigheid en bescherming, gelijkheid tussen vrouwen en mannen, solidariteit tussen generaties en bescherming van de rechten van het kind zal promoten.
Deze campagne inzake Intergenerationele Solidariteit wordt gevoerd door de volgende coalitie van Europese NGO’s : AGE PLATFORM EUROPE, AEIP, INTERNATIONAL ASSOCIATION OF MUTUAL BENEFIT SOCIETIES, CECODHAS-HOUSING EUROPE, COFACE, EUROPEAN ANTI-POVERTY NETWORK, EUROPEAN NETWORK AGAINST RACISM, EUROCHILD, EUROPEAN WOMEN’S LOBBY, FEFAF, EUROPEAN FEDERATION OF RETIRED AND OLDER PEOPLE, RODE KRUIS, EUROPEAN YOUTH FORUM.
Vertaling : G. De Wit