Voorstel
Aan
: Burgemeester en Wethouders
Zaaknummer
: 2013-9207
Status
: Openbaar / Ter besluitvorming
Datum
: 4 juni 2013
Afdeling
: Ruimte en Veiligheid
kennisgeving.
Medewerk(st)er
: B. Voormolen
Paraaf medewerk(st)er:
Telefoonnummer
: 071 406 5170
Or
: Nee
Portefeuillehouder
: Wienen, J.
Communicatie:
: Ja
Bijlage(n)
:1
Evaluatie
: Nee
: Ja, ter
Raad:
Onderwerp:
Actualisatie Archeologiebeleid in regionaal verband.
Samenvatting:
Sinds de vaststelling van het archeologiebeleid van de gemeente Katwijk, in 2007, is veel archeologisch onderzoek uitgevoerd. Als gevolg daarvan is de vigerende Archeologische Verwachtings- en Beleidsadvieskaart nodig aan een herziening toe. Veel archeologische verwachtingsgebieden kunnen inmiddels worden bijgesteld en lasten voor derden kunnen worden verlicht. Tijdens de uitvoering van het archeologiebeleid in Katwijk en de bij ons aangesloten gemeenten is de afgelopen jaren bovendien gebleken dat het beleidsinstrumentarium op meerdere punten actualisatie behoeft. Door deze actualisatie gezamenlijk met de Duin- en Bollenstreek gemeenten op te pakken kan deze tegen lagere kosten worden uitgevoerd en ontstaat een efficiënt beleidsinstrumentarium voor regionale advisering en kennisvermeerdering. Gevraagde beslissing:
1.
In te stemmen met een actualisatie van het archeologiebeleid en deze in regionaal verband, conform het bijgevoegde ‘Plan van Aanpak actualisatie archeologiebeleid Duin- en Bollenstreek’, uit te voeren.
Intern advies Circuleren B&W Akkoord:
Communicatie, Financiën Secr.
Burg.
Weth. I
Extern advies Weth. II
Weth. III
Weth. IV
Hazenberg Archeologie, RAAP Archeologisch Adviesbureau
Datum besluit B&W/Burgemeester
03-06-2013
Bespreken B&Wvergadering Besluit:
Conform advies 4 juni 2013
Nr.
07
Zaaknummer Onderwerp
: 2013-9207 : Actualisatie Archeologiebeleid
Inleiding De herziening van de Monumentenwet in 2007 heeft onder andere tot gevolg gehad dat gemeenten verantwoordelijk zijn geworden voor het beheer van hun eigen archeologische erfgoed. In navolging hiervan heeft de gemeente Katwijk eigen archeologiebeleid ontwikkeld. De beleidsnota archeologie ‘Nieuwe Aandacht voor Oude Zaken’ en de Archeologische Verwachtings- en Beleidsadvieskaart zijn in 2007 vastgesteld. Sinds de vaststelling van het archeologiebeleid is veel archeologisch onderzoek uitgevoerd. Als gevolg daarvan is de vigerende verwachtingskaart nodig aan een herziening toe. Veel archeologische verwachtingsgebieden kunnen inmiddels worden bijgesteld waardoor lasten voor derden kunnen worden verlicht. Daarnaast zijn aanpassingen in het beleid nodig om goed aan te sluiten bij de Wabo en de provinciale Verordening Ruimte. Nu, bijna zes jaar na vaststelling, is het daarom wenselijk om tot een actualisatie van het archeologiebeleid te komen. Sinds enige jaren verzorgt de gemeente Katwijk archeologisch adviezen aan de gemeenten Noordwijk, Teylingen, Noordwijkerhout en Lisse in het kader van een samenwerkingsverband. Uit de ervaringen die met het archeologiebeleid en onderzoeken in de Bollenstreekgemeenten zijn opgedaan, is een aantal aandachtspunten naar voren gekomen die een aanscherping en actualisatie van het archeologiebeleid van genoemde gemeenten wenselijk maken. Tijdens de uitvoering van het archeologiebeleid in Katwijk en de bij ons aangesloten gemeenten is de afgelopen jaren gebleken dat het beleidsinstrumentarium op meerder punten actualisatie en aanscherping behoeft. Vanuit deze kennis en ervaring heeft Katwijk het voorstel gedaan een actualisatie van het archeologiebeleid gezamenlijk met de Duin- en Bollenstreek gemeenten op te pakken. Door de bundeling van middelen kan deze tegen lagere kosten worden uitgevoerd en ontstaat er tevens een efficiënt beleidsinstrumentarium voor regionale advisering en kennisvermeerdering. Dit initiatief is door de andere gemeenten omarmt. Hoewel de gemeente Hillegom wordt geadviseerd door de Omgevingsdienst West Holland, heeft deze zich ook aangesloten bij het initiatief om tot een Duin- en Bollenstreek brede beleidsactualisatie te komen.
Beoogd resultaat Doel van de actualisatie is te komen tot een breed gedragen, eenduidig regionaal beleid, waarin de belangen van archeologie zijn afgewogen tegen economische, maatschappelijke en overige belangen, en dat gericht is op een proportionele, doelmatige en efficiënte uitvoering van archeologische onderzoeken. De actualisatie zal daartoe bestaan uit de volgende hoofdcomponenten: a.
Verwerking van uitgevoerd archeologisch onderzoek in de kaartbeelden:
Het sinds 2007, in het kader van bestemmingsplannen, ontwikkelingen en vergunningaanvragen, uitgevoerde archeologisch onderzoek moet worden verwerkt op de archeologische verwachtingskaarten. Dit om te voorkomen dat onnodige onderzoeksverplichtingen en/of nutteloos onderzoek wordt voorgeschreven. De actualisatie van de kaartbeelden zal per gemeente worden opgepakt, maar ook worden samengevoegd tot een enkele Duin- en Bollenstreek kaart. b.
Aanpassing vrijstellingsgrenzen:
Zowel bij de gemeenten als bij (grote) belanghebbende partijen in de Duin- en Bollenstreek (zoals LTONoord) bestaat de wens tot een aanpassing (verruiming) van de vrijstellingsgrenzen, waarbij – meer dan nu het geval is - rekening gehouden wordt met reeds bestaande verstoringen, en waarbij tevens kritisch is gekeken naar de resultaten van archeologische onderzoeken die met inachtneming van de huidige vrijstellingsnormen zijn uitgevoerd. Dit zowel ten aanzien van vrijgestelde verstoringsdiepten als verstoringsomvang. Ten behoeve van dit onderdeel zal ook een beperkte veldtoets worden uitgevoerd met behulp van boringen. c.
Uniformering van beleid:
4 juni 2013
De gemeenten in de Duin- en Bollenstreek kennen voor een groot deel een gemeenschappelijke landschappelijke ontwikkeling en bewoningsgeschiedenis. Aangezien het archeologische erfgoed van deze gemeenten daardoor in grote lijnen dezelfde kenmerken vertoont, is het wenselijk om te onderzoeken of een eenduidig regionaal beleid gevoerd kan worden voor de omgang met dit erfgoed. d.
Richtlijnen voor archeologisch onderzoek:
Zowel vanuit de gemeenten als vanuit archeologische bedrijven bestaat behoefte aan richtlijnen voor archeologisch onderzoek die zijn toegespitst op de specifieke omstandigheden van het bodemarchief in de Duin- en Bollenstreek. De bestaande provinciale en landelijke richtlijnen zijn hiertoe te globaal en niet alle landelijk voorgeschreven onderzoeksmethoden zijn geschikt gebleken voor het onderzoek in de gemeenten in de Duin- en Bollenstreek.
Argumenten 1.1. Uitgevoerd archeologisch onderzoek kan worden verwerkt. Het sinds 2007, in het kader van bestemmingsplannen, ontwikkelingen en vergunningaanvragen, uitgevoerde archeologisch onderzoek moet worden verwerkt op de Archeologische Verwachtings- en Beleidsadvieskaart. Dit om te voorkomen dat onnodige onderzoeksverplichtingen en/of nutteloos onderzoek wordt voorgeschreven en om in pas te blijven met wat er aan archeologie is opgenomen in bestemmingsplannen. 1.2. Vrijstellingsgrenzen kunnen worden geëvalueerd en herzien. Aan de hand van uitgevoerd archeologisch onderzoek en een evaluatie van de mate van proportionaliteit van de huidige vrijstellingsnormen zullen deze kritisch worden beschouwd en waar mogelijk onderbouwd worden aangepast. Er is maatschappelijk veel aandacht voor, en bestaat veel behoefte aan, verruiming van archeologische vrijstellingsgrenzen. Zo is in opdracht van LTO-Noord in de Duin- en Bollenstreek een onderzoek gestart naar de feitelijk verstoringsdiepten op percelen gebruikt voor bloembollenteelt. Dit onderzoek heeft als doel de vigerende archeologische vrijstellingsgrenzen voor toegestane verstoringsdiepten aan te vechten, om zo verplicht onderzoek bij agrarische activiteiten te kunnen voorkomen. In het kader van de voorgestelde actualisatie van het archeologiebeleid vindt afstemming plaats met het onderzoek van LTO-Noord. Zodoende kunnen de gegevens en belangen van deze stakeholder zorgvuldig mee worden gewogen in de actualisatie van het archeologisch beleid en de vrijstellingsgrenzen.
1.3. Het beleid en instrumentarium kan worden geüniformeerd. De gemeenten in de Duin- en Bollenstreek kennen voor een groot deel een gemeenschappelijke landschappelijke ontwikkeling en bewoningsgeschiedenis en het archeologische erfgoed van deze gemeenten vertoont daardoor in grote lijnen dezelfde kenmerken. De afgelopen jaren is tijdens de adviespraktijk binnen de archeologische samenwerking met de gemeenten Noordwijk, Teylingen, Noordwijkerhout en Lisse gebleken dat er desondanks verschillen in beleidsregels en vrijstellingsgrenzen bestaan. Uniformering van deze regels op basis van eenduidige argumentatie is wenselijk om tot efficiëntere advisering en samenwerking te komen. Dit kan ook grote voordelen opleveren ten aanzien van de advisering binnen grote regionale projecten, zoals bijvoorbeeld Greenport Duin- en Bollenstreek. 1.4. Er kunnen richtlijnen voor archeologisch onderzoek worden opgesteld.
3
Zowel vanuit de gemeenten als vanuit archeologische bedrijven bestaat behoefte aan richtlijnen voor archeologisch onderzoek die zijn toegespitst op de specifieke omstandigheden van het bodemarchief in de Duin- en Bollenstreek. Daarnaast worden er de afgelopen jaren soms tekortkomingen geconstateerd in archeologische rapportages van onderzoeksbureaus. Middels richtlijnen kan worden voorgeschreven waaraan producten van adviesbureaus minimaal moeten voldoen en welke onderzoeksvragen ten behoeve van besluitvorming moeten worden beantwoord. 1.5. Er kan worden voldaan aan nieuwe verordeningen en beleid van het rijk en de provincie. Recentelijk zijn vanuit het rijk en de provincie nieuwe verordeningen vastgesteld met implicaties voor het lokale archeologiebeleid. De Verordening Ruimte van de Provincie Zuid-Holland schrijft bijvoorbeeld beleidskaders voor ten aanzien van de Romeinse Limes in Zuid-Holland en ten aanzien van de zogenaamde archeologische AMK-terreinen. Daarnaast is op rijks- en provinciaal niveau veel beleidsaandacht voor de Limes en voor erfgoed uit WO2, zoals de Atlantikwall. Deze nieuwe beleidskaders kunnen met behulp van de beleidsactualisatie worden verwerkt in het regionale archeologiebeleid. 1.6. Een regionale aanpak past in de toenemende behoefte aan regionalisatie en is kostenefficiënt. Het gezamenlijk oppakken van de actualisatie archeologiebeleid past bij de toename van regionale initiatieven en wens naar regionale samenwerking. Door de kennis, kracht en kosten te delen kan de beleidsactualisatie bovendien tegen lagere kosten worden uitgevoerd. Kanttekeningen Geen Middelen De totale externe kosten voor de regionale actualisatie archeologiebeleid bedragen € 20.940,-. Deze kosten worden gedeeld door aangesloten gemeenten Noordwijk, Teylingen, Noordwijkerhout, Lisse en Hillegom. Voor elk van deze gemeenten bedragen de kosten derhalve € 6.188,- (inclusief € 2.000,- voor de veldtoets). De gemeenten ontvangen hiervoor van de adviesbureaus aparte facturen. Katwijk stelt ten behoeve van de algehele coördinatie van de beleidsactualisatie, en de productie van enkele beleidscomponenten, 150 uur van haar 0,8 fte Beleidsmedewerker Archeologie beschikbaar. Deze uren zijn in het Individueel Werkplan 2013 gereserveerd en afgestemd. Daarnaast bedragen de kosten voor Katwijk € 2.000,-, ten behoeve van de veldtoets. Dit bedrag is direct beschikbaar uit het budget ‘Archeologie - Externe Advisering’ voor 2013.
Uitvoering Bij een akkoord op dit voorstel wordt op 11 juni vanuit Katwijk een persbericht verzonden namens alle zes aan de beleidsactualisatie deelnemende gemeenten. Ten behoeve van de gemeentelijk afstemming zullen tijdens de beleidsactualisatie een tweetal evaluatiebijeenkomsten worden georganiseerd. Een eerste rond de uitvoering van de veldtoets, in juli/augustus. Een tweede rond de afbakening van het nieuwe vrijstellingsbeleid en de nieuwe Archeologische Waarden- en Verwachtingskaart, in oktober. 4
Na afronding van de actualisatie zal het geactualiseerde beleid met kaart(en), conform nieuw beleid, ter inspraak en inzage worden gelegd. Daarna zal het ter besluitvorming aan de gemeenteraad worden aangeboden met als doel het begin 2014 vast te stellen.
Bijlage(n) 1.
Plan van Aanpak actualisatie archeologiebeleid Duin- en Bollenstreek.
5
Plan van Aanpak actualisatie archeologiebeleid Duin- en Bollenstreek.
4 juni 2013
1
Organisatie
Opsteller:
Dr. B. Voormolen (gemeente Katwijk) & Drs. Lauren Bruning (Hazenberg Archeologie).
Opdrachtgever;
De gemeenten Katwijk, Noordwijk, Teylingen, Noordwijkerhout, Lisse en Hillegom.
Betrokken stakeholders;
Besturen van de betrokken gemeenten; Ambtelijke adviseurs van de betrokken gemeenten; Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Provincie Zuid-Holland; Archeologische adviesbureaus werkzaam binnen de regio; LTO-Noord (beroepssector bollenteelt); Greenport Duin- en Bollenstreek; Regio Holland Rijnland; Belangenverenigingen archeologie en cultuurhistorie binnen de regio; Burgers en ondernemers binnen de regio in het kader van de ter inzage legging en actieve communicatie over het geactualiseerde beleid.
Uitvoerders;
Dr. B. Voormolen (coördinatie uitvoering, adviseur archeologie namens bevoegd gezag Katwijk); Drs. H. Siemons (via Hazenberg Archeologie, adviseur archeologie namens bevoegd gezag aangesloten gemeenten); Hazenberg Archeologie; RAAP Archeologisch Adviesbureau; Buro De Brug & A=M Advies (in opdracht van LTONoord- LLTB-ZLTO).
2
Inhoud
1. Introductie 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5.
4
Aanleiding Doel Producten Draagvlak Planning
4 4 5 5 5
2. Werkwijze
6
3. Planning
11
4. Kostenraming
12
4.1. Benodigde middelen per gemeente.
13
5. Toelichting veldtoets. 5.1. 5.2. 5.3. 5.4.
14
Inleiding Doel veldtoets. Methode veldtoets. Relatie met het onderzoek van LTO-Noord.
3
14 14 14 14
1. Introductie 1.1 Aanleiding De herziening van de Monumentenwet in 2007 heeft onder andere tot gevolg gehad dat gemeenten verantwoordelijk zijn geworden voor het beheer van hun eigen archeologische erfgoed. In navolging hiervan hebben de gemeenten Katwijk, Noordwijk, Teylingen, Noordwijkerhout, Lisse en Hillegom (de Duin- en Bollenstreek gemeenten) in de periode 2007 tot 2011 de benodigde archeologische beleidsdocumenten en –instrumenten ontwikkeld en geïmplementeerd. Bij de gemeente Katwijk is vanaf 2006 een beleidsmedewerker archeologie werkzaam. Sinds enige jaren geeft de gemeente Katwijk tevens archeologisch advies aan de gemeenten Noordwijk, Teylingen, Noordwijkerhout en Lisse in het kader van een samenwerkingsverband. De gemeente Hillegom wordt geadviseerd door de Omgevingsdienst West Holland. Uit de ervaringen die inmiddels met het archeologiebeleid in de Bollenstreekgemeenten zijn opgedaan en de archeologische onderzoeken die in de periode 2007-2013 zijn uitgevoerd, is een aantal aandachtspunten naar voren gekomen, die een aanscherping en actualisatie van het archeologiebeleid van genoemde gemeenten wenselijk maken. Het betreft de volgende hoofdp0unten: • Verwerking van uitgevoerd archeologisch onderzoek in de kaartbeelden: het sinds 2007, in het kader van bestemmingsplannen, ontwikkelingen en vergunningaanvragen, uitgevoerde archeologisch onderzoek moet worden verwerkt op de archeologische verwachtingskaarten. Dit om te voorkomen dat onnodige onderzoeksverplichtingen en/of nutteloos onderzoek wordt voorgeschreven. • Aanpassing vrijstellingsgrenzen: zowel bij de gemeenten als bij (grote) belanghebbende partijen in de Bollenstreek (zoals LTO-Noord) bestaat de wens tot een aanpassing (verruiming) van de vrijstellingsgrenzen, waarbij – meer dan nu het geval is - rekening gehouden wordt met reeds bestaande verstoringen, en waarbij tevens kritisch is gekeken naar de resultaten van archeologische onderzoeken die met inachtneming van de huidige vrijstellingsnormen zijn uitgevoerd. Dit zowel ten aanzien van vrijgestelde verstoringsdiepten als verstoringsomvang. • Uniformering van beleid: de gemeenten in de Duin- en Bollenstreek kennen voor een groot deel een gemeenschappelijke landschappelijke ontwikkeling en bewoningsgeschiedenis. Aangezien het archeologische erfgoed van deze gemeenten daardoor in grote lijnen dezelfde kenmerken vertoont, is het wenselijk om te onderzoeken of een eenduidig regionaal beleid gevoerd kan worden voor de omgang met dit erfgoed. • Richtlijnen voor archeologisch onderzoek: zowel vanuit de gemeenten als vanuit archeologische bedrijven bestaat behoefte aan richtlijnen voor archeologisch onderzoek die zijn toegespitst op de specifieke omstandigheden van het bodemarchief in de Duin- en Bollenstreek. De bestaande provinciale en landelijke richtlijnen1 zijn hiertoe te globaal en niet alle landelijk voorgeschreven onderzoeksmethoden zijn geschikt gebleken voor het onderzoek in de gemeenten in de Duin- en Bollenstreek. 1.2 Doel Doel van de actualisatie is te komen tot een breed gedragen, eenduidig regionaal beleid, waarin de belangen van archeologie zijn afgewogen tegen economische, maatschappelijke en overige belangen, en dat gericht is op een proportionele, doelmatige en efficiënte uitvoering van archeologische onderzoeken.
1
Provinciale richtlijnen voor karterend booronderzoek, landelijke Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
4
1.3 Producten Ten behoeve van de actualisatie van het regionale archeologiebeleid worden de volgende producten gerealiseerd: -
Regionale archeologische waarden- en verwachtingskaart (actualisatie en samenvoeging van huidige verwachtingskaarten). Toelichting op de archeologische waarden- en verwachtingskaart met een onderbouwing van de aangepaste vrijstellingsgrenzen. Richtlijnen voor archeologisch onderzoek. Excessieve kostenregeling voor archeologie. Adviesinstrumentarium Handhavingsinstrumentarium (Model)Verordening ten behoeve van de juridische verankering van het geactualiseerde archeologiebeleid in aanvulling op de vigerende bestemmingsplannen of vigerende erfgoedverordening.
1.4 Draagvlak Voor een goede uitvoerbaarheid van het geactualiseerde archeologiebeleid is het van belang dat het draagvlak hiervoor zo groot mogelijk is. De actualisatie van het beleid zal daarom plaatsvinden in nauwe samenspraak met alle belanghebbende partijen, stakeholders. Dit zijn in ieder geval; de besturen van de betrokken gemeenten, de ambtelijke adviseurs van de betrokken gemeenten (adviseurs archeologie, medewerkers bestemmingsplannen, vergunningverlening en handhaving), de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), de Provincie Zuid-Holland, archeologische bedrijven en adviesbureaus werkzaam binnen de regio, belangengroepen zoals LTO-Noord (beroepssector bollenteelt), archeologische en historische verenigingen, en bewoners van de regio. 1.5 Planning De actualisatie van het beleid start direct na een positief besluit (streefdatum is 4 juni 2013) en dient eind 4e kwartaal van 2013 voor vaststelling gereed zijn. Zie voor de planning verder Paragraaf 3. Ten behoeve van de gemeentelijke afstemming worden een tweetal evaluatiebijeenkomsten georganiseerd. Een eerste rond het Plan van Aanpak en de uitvoering van de veldtoets, in augustus. Een tweede rond de afbakening van het nieuwe vrijstellingsbeleid en de geactualiseerde Archeologische Waarden- en Verwachtingskaart, in oktober. Tussentijds zal rond de verschillende componenten van de actualisatie regelmatig afstemming plaats vinden tussen de gemeentelijke contactpersonen. In overleg met LTO-Noord zal een bijeenkomst worden georganiseerd voor landeigenaren in verband met de uit te voeren veldtoets in relatie tot betredingstoestemmingen.
5
2. Werkwijze De actualisatie van het archeologiebeleid van de Duin- en Bollenstreek gemeenten vindt plaats in een aantal stappen en bestaat uit meerdere componenten, die hieronder worden toegelicht:
Stap 1
Inventarisatie archeologische onderzoeken 2007- 2013.
Toelichting
Raadpleging van de landelijke database Archis op onderzoeksmeldingen na 2007 tot heden, voor alle deelnemende gemeenten. Raadpleging van beschikbare onderzoeksrapporten van na 2007 tot heden op relevante parameters voor nieuw beleid, voor alle deelnemende gemeenten. De resultaten zullen voor de onderbouwing van het nieuwe vrijstellingsbeleid, de nieuwe kaarten en de richtlijnen gebruikt worden. De parameters zullen goed afgebakend moeten worden.
Uitvoering
Peter Jongste (Hazenberg Archeologie).
Tijdspad
Start per direct na besluitvorming over doorgang. Richtlijn: juni – juli 2013.
Middelen
Zie 4, kostenoverzicht.
Stap 2
Inventarisatie archeologie in vigerende bestemmingsplannen.
Toelichting
In de periode 2007 – 2013 zijn in het kader van de nieuwe Wro en de actualisatieplicht voor bestemmingsplannen als het goed is alle, of nagenoeg alle, bestemmingsplannen binnen de aangesloten gemeenten geactualiseerd. In het kader van de actualisaties is de meest actuele stand van kennis over de archeologie opgenomen als dubbelbestemmingen, in de planregels en op de verbeeldingen. Deze informatie wordt geïnventariseerd ten behoeve van de nieuwe Archeologische Waarden- en Verwachtingskaart en het nieuwe vrijstellingsbeleid.
Uitvoering
Peter Jongste (Hazenberg Archeologie).
Tijdspad
Start per direct na besluitvorming over doorgang. Richtlijn: juni – juli 2013.
Middelen
Zie 4, kostenoverzicht.
Stap 3
Analyse en evaluatie bestaand archeologisch vrijstellingsbeleid.
Toelichting
De bestaande archeologische vrijstellingsnormen van de aangesloten gemeenten worden geëvalueerd op basis van de resultaten van stappen 1 en 2. Dit dient te leiden tot uitspraken over: -
Lacunes en knelpunten binnen het huidige vrijstellingsbeleid. Adviezen over de mogelijkheden van een veldtoets(en) ter afbakening van een nieuw vrijstellingsbeleid. Afbakening van de kwaliteitsvoorwaarden ten aanzien van de uit te voeren veldtoets(en). Adviezen ten aanzien van richtlijnen voor toekomstig archeologisch veldwerk binnen de regio. Afbakening van bekende verstoringen ten behoeve van het nieuwe kaartbeeld.
6
Uitvoering
Boudewijn Voormolen (Katwijk), Hans Siemons en Peter Jongste (Hazenberg Archeologie).
Tijdspad
Deze werkzaamheden zijn deels al gestart en worden voltooid parallel aan de werkzaamheden in het kader van stappen 1 en 2. Na twee maanden moet dit leiden tot een integraal beeld dat de basis moet vormen voor de uitvoering van de veldtoets(en) en het nieuw te formuleren vrijstellingsbeleid. Richtlijn: juli 2013.
Middelen
Zie 4, kostenoverzicht.
Stap 4
Veldtoets en afbakening nieuw archeologisch vrijstellingsbeleid.
Toelichting
Daar waar mogelijk zullen op basis van stappen 1 t/m 3 voor de verschillende landschapszones binnen de regio aanpassingen worden geformuleerd ten aanzien van onder andere: -
Vrijstellingsnormen voor de verstoringsdiepten. Vrijstellingsnormen voor de verstoringsomvang. Noodzakelijkheidstoets, methode voor het meten van daadwerkelijke verstoringen binnen plangebieden bij planvorming.
Daar waar stappen 1 t/m 3 niet voldoende informatie hebben opgeleverd voor aanpassing van de vrijstellingsgrenzen, wordt een veldtoets uitgevoerd in de vorm van een verkennend booronderzoek. De veldtoets wordt verricht conform de richtlijnen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA). Voor een toelichting en nadere afbakening van de kwaliteitsnormen zie Paragraaf 5. Bij de veldtoets wordt samengewerkt met Bureau De Brug/A=M, deze doen in opdracht van LTO-Noord het pilotonderzoek ‘Mag het een onsje minder zijn?’. Dit onderzoek , inclusief een veldonderzoek, richt zich op het bepalen van de gemiddelde verstoringsdiepte op bollenpercelen2. Het onderzoek vindt plaats op initiatief en in opdracht van LTO-Noord-LLTB-ZLTO en is niet vergunningplichtig. Dit betekent dat de betrokken gemeenten geen eisen kunnen stellen aan het onderzoek. Voor de aanpak van de veldtoets zal wel een gezamenlijk PvA worden opgesteld, om de belangen en vraagstellingen van beiden partijen methodisch te kunnen borgen. Adviezen die voortkomen uit het LTO-onderzoek, over aanpassing van de vrijstellingsgrenzen, kunnen alleen worden verwerkt in het nieuwe geactualiseerde regionale archeologiebeleid als het onderzoek voldoet aan de richtlijnen van de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA versie 3.2), in het geval van een verkennend booronderzoek een voorgeschreven boordichtheid van (minimaal) 6 boringen / proefputten per hectare. Primair doel van de veldtoets is het vaststellen van de verstoringsdiepte en het in kaart brengen van de bodemopbouw. Bij het vaststellen van de nieuwe vrijstellingsgrenzen moet tevens bekeken worden of het noodzakelijk en gewenst is om een hardheidsclausule in te bouwen, zodat de gemeenten in geval van zwaarwegende archeologische belangen van de vrijstellingsgrenzen kunnen afwijken zonder dat hiervoor een aanpassing van beleidsdocumenten en/of –instrumenten noodzakelijk is.
2
Op 20 geselecteerde percelen in de gemeente Teylingen worden per perceel 4 proefputten gegraven met afmetingen 1 x 1 x 1 m om de verstoringsdiepte in kaart te brengen.
7
Uitvoering
RAAP Archeologisch Adviesbureau & LTO-Noord/Buro De Brug-A=M (in eigen opdracht).
Tijdspad
Deels afhankelijk van het beoogde tijdspad van het pilotproject van LTO-Noord/Buro De Brug-A=M en betredingstoestemmingen. Richtlijn: augustus – september 2013
Middelen
De pilot/steekproef voor Bollenpercelen binnen de gemeente Teylingen zal worden gefinancierd door LTO-Noord. De gegevens die hier uit beschikbaar komen zullen worden geïntegreerd in de actualisatie van het archeologiebeleid aangevuld met de gemeentelijke veldtoets. De gemeentelijke veldtoets zal worden opgenomen als reserveerde post zie hiervoor Paragraaf 4, kostenoverzicht.
Stap 5
Toelichting archeologiebeleid ‘Duin en Bollenstreek’.
Toelichting
De teksten van de huidige toelichtingen bij de gemeentelijke Archeologische Verwachtings- en Beleidsadvieskaarten zullen waar nodig worden geactualiseerd en samengevoegd tot een enkele toelichting. De beschrijvingen voor de verschillende gemeenten en dorpskernen blijven apart bestaan, maar worden opgenomen als aparte hoofdstukken in eenzelfde document. De huidige hoofdstukken over het beleid en vrijstellingsnormen zullen worden geactualiseerd conform de algehele beleidsactualisatie.
Uitvoering
RAAP Archeologisch Adviesbureau (actualisatie en samenvoeging), Hazenberg Archeologie (redactie).
Tijdspad
Na afloop van stappen 1 t/m 4. Richtlijn: juli - september 2013.
Middelen
Zie 4, kostenoverzicht.
Stap 6
Archeologische Waarden- en Verwachtingskaart ‘Duin- en Bollenstreek’.
Toelichting
De huidige gemeentelijke verwachtingskaarten zullen worden geactualiseerd op basis van de inventarisatie van archeologisch onderzoek over de periode 2007 – 2013 en de veldtoets. De geactualiseerde kaarten worden vervolgens samengevoegd tot een enkele ‘Archeologische Waarden en Verwachtingskaart Duin- en Bollenstreek’.
Uitvoering
RAAP Archeologisch Adviesbureau (samenstelling, redactie en productie)
Tijdspad
Na afloop van stappen 1 t/m 4, richtlijn: augustus - oktober 2013.
Middelen
Zie 4, kostenoverzicht.
Stap 7
Richtlijnen voor uitvoering archeologisch onderzoek.
Toelichting
Vanuit de praktijk van de uitvoering en handhaving van het archeologiebeleid in de regio zijn de afgelopen jaren tekortkomingen en vraagstukken gesignaleerd ten aanzien van externe archeologische adviezen en de bruikbaarheid daarvan. Veel van deze tekortkomingen en vraagstukken kunnen ondervangen worden door heldere richtlijnen die vanuit het bevoegd gezag aan externe onderzoeksbureaus en
8
opdrachtgevers worden verstrekt. Deze richtlijnen zullen leiden tot adequatere adviezen en vermindering van het risico op onnodige archeologisch onderzoeken. Het gaat hierbij om richtlijnen voor archeologische bureau- en booronderzoeken. Voor gravende onderzoeken zijn geen aanvullende richtlijnen nodig, omdat dit reeds is afgedekt door de bestaande wettelijke verplichting tot het voorleggen aan het bevoegd gezag van een Programma van Eisen. Uitvoering
Boudewijn Voormolen (Katwijk) en Hans Siemons (Hazenberg Archeologie).
Tijdspad
Richtlijn: juni – augustus 2013.
Middelen
Uitvoering binnen de reguliere advisering en urentegoeden van Hans Siemons voor de aangesloten gemeenten en binnen het gereserveerde urenspectrum van Boudewijn Voormolen.
Stap 8
Excessieve kostenregeling archeologie
Toelichting
In het geval een bevoegde overheid een archeologisch onderzoek verplicht stelt en dit onderzoek financieel buitenproportioneel is in verhouding tot de opbrengsten van een uitvoeringsplan, dan is de overheid sinds kort verplicht een tegemoetkoming in deze ‘excessieve onderzoekskosten’ te overwegen en eventueel uit te keren3. Een dergelijk regeling is door een aantal gemeenten reeds opgezet en deze kunnen als voorbeelden dienen. Onderzocht zal worden welk voorbeeld voor het regioverband archeologie de meest gewenste is om op te nemen in het kader van de erfgoedverordeningen en beleidsactualisatie.
Uitvoering
Boudewijn Voormolen (Katwijk).
Tijdspad
Richtlijn: juni – augustus 2013.
Middelen
Uitvoering binnen het gereserveerde urenspectrum van Boudewijn Voormolen (Katwijk).
Stap 9
Adviesinstrumentarium voor het bevoegd gezag archeologie.
Toelichting
Ten behoeve van de advisering naar de ambtelijke contactpersonen en besturen van de aangesloten gemeenten bestaat een behoefte aan gestandaardiseerde formats/adviesformulieren. Deze zullen in het kader van de beleidsactualisatie worden ontworpen en vastgesteld. Het gaat om de volgende documenten: -
Advies in het kader van een vergunningsaanvraag (wel of geen onderzoek, overige maatregelen) Advies naar aanleiding van de beoordeling van een archeologisch (evaluatie)rapport (wel of geen vervolgonderzoek, overige maatregelen) Advies in het kader van het opstellen van een bestemmingsplan / bestemmingsplanwijziging / Ruimtelijke Onderbouwing / MER, enz.
Uitvoering
Boudewijn Voormolen (Katwijk) en Hans Siemons (Hazenberg Archeologie).
Tijdspad
Richtlijn: juni – augustus 2013.
3
Art. 4.2 van de WABO.
9
Middelen
Uitvoering binnen de reguliere advisering en urentegoeden van Hans Siemons voor de aangesloten gemeenten en binnen het gereserveerde urenspectrum van Boudewijn Voormolen.
Stap 10
Handhavingsinstrumentarium
Toelichting
Handhaving van de bescherming van het archeologische erfgoed en de opgelegde archeologische onderzoeksverplichtingen blijkt in veel gemeenten een heikel punt. Bekeken zal worden of een verbetering hierin haalbaar is bijv. door het opnemen van bepalingen in APV’s (contra schatgraverij) en het verbinden van sancties aan het nietvoldoen aan archeologische onderzoeksverplichtingen.
Uitvoering
Boudewijn Voormolen (Katwijk) en Hans Siemons (Hazenberg Archeologie).
Tijdspad
Richtlijn: juni – augustus 2013.
Middelen
Uitvoering binnen de reguliere advisering en urentegoeden van Hans Siemons voor de aangesloten gemeenten en binnen het gereserveerde urenspectrum van Boudewijn Voormolen.
Stap 11
Modelverordening, component archeologie voor Erfgoedverordening.
Toelichting
Met de VNG-modelverordening als uitgangspunt zal bekeken worden op welke punten de Erfgoedverordening aanpassingen nodig heeft in relatie tot het geactualiseerde archeologiebeleid voor de regio. De verordening zal vervolgens vaststelling klaar worden gemaakt om daarmee de Richtlijnen Archeologie, de Regeling Excessieve Onderzoekskosten, en de nieuwe Archeologische Waarden- en Verwachtingskaart juridisch bruikbaar te maken voor de aangesloten gemeenten.
Uitvoering
Boudewijn Voormolen (Katwijk).
Tijdspad
Richtlijn: juli – september 2013.
Middelen
Uitvoering binnen het gereserveerde urenspectrum van Boudewijn Voormolen.
10
3. Planning
Hoofdplanning op componenten van de actualisatie archeologiebeleid Duin en Bollenstreek 2013.
Component
Uitvoerder
Periode
1. Inventarisatie archeologische onderzoeken 2007-2013
Hazenberg Archeologie
juni-juli 2013
2. Inventarisatie archeologie in bestemmingsplannen
Hazenberg Archeologie
juni-juli 2013
3. Analyse en evaluatie bestaande vrijstellingsnormen
Gemeente Katwijk/Hazenberg Archeologie
juli 2013
4. Veldtoets en afbakening nieuw vrijstellingsbeleid
Gemeente Katwijk/Hazenberg Archeologie/PM
augustus-september 2013
5. Toelichting archeologiebeleid 'Duin- en Bollenstreek'
RAAP/Hazenberg Archeologie
juli-september 2013
6. Archeologische Waarden en Verwachtingskaart 'Duin- en Bollenstreek'
RAAP
September-oktober 2013
7. Richtlijnen voor uitvoering archeologisch onderzoek
Gemeente Katwijk
juni-augustus 2013
8. Excessieve kostenregeling
Gemeente Katwijk
juni-augustus 2013
9. Adviesinstrumentarium voor bevoegd gezag archeologie
Gemeente Katwijk
juni-augustus 2013
10. Handhavingsinstrumentarium
Gemeente Katwijk
juni-augustus 2013
11. (Model)Verordening
Gemeente Katwijk
juli-september 2013
11
4. Kostenraming
Kostenraming actualisatie archeologiebeleid Duin en Bollenstreek 2013.
Component
Uitvoerder
Kostenraming (ex Btw)
1. Inventarisatie archeologische onderzoeken 2007-2013
Hazenberg Archeologie
€ 5.880,-
2. Inventarisatie archeologie in bestemmingsplannen
Hazenberg Archeologie
€ 3.080,-
3. Analyse en evaluatie bestaande vrijstellingsnormen
Gemeente Katwijk Hazenberg Archeologie
Inzet uren € 2.520,-
4. Veldtoets en afbakening nieuw vrijstellingsbeleid
Gemeente Katwijk Hazenberg Archeologie RAAP
Inzet uren € 1.400,PM, reservering a € 12.000,-
5. Toelichting archeologiebeleid 'Duin en Bollenstreek'
RAAP Hazenberg Archeologie
€ 3.500,€ 560,-
6. Archeologische Waarden en Verwachtingskaart 'Duin en Bollenstreek'
RAAP
€ 4.000,Voor het omzetten kaart Noordwijk in RAAP format; € 4.500,-
7. Richtlijnen voor uitvoering archeologisch onderzoek
Gemeente Katwijk
Inzet uren
8. Excessieve kostenregeling
Gemeente Katwijk
Inzet uren
9. Adviesinstrumentarium voor bevoegd gezag archeologie
Gemeente Katwijk
Inzet uren
10. Handhavingsinstrumentarium
Gemeente Katwijk
Inzet uren
11. (Model)Verordening
Gemeente Katwijk
Inzet uren
Totaal
Hazenberg Archeologie RAAP
€ 13.440,€ 7.500,- (ex. kaart Noordwijk) € 20.940,-
Veldtoets RAAP
€ 1.800,- per dag, reservering opgenomen van € 12.000,-
12
4.1. Benodigde middelen per aangesloten gemeente.
Raming kostenverdeling actualisatie archeologiebeleid Duin en Bollenstreek 2013. Gemeente
Inzet middelen (ex Btw)
Gemeente Katwijk
Inzet Beleidsmedewerker Archeologie a 150 uur. € 2.000,- reservering veldtoets. --------------- + € 2.000,-
Gemeente Noordwijk
€ 4.188,- beleidsactualisatie € 2.000,- reservering veldtoets. € 4.500,- vernieuwen kaartbeeld in RAAP format. --------------- + € 10.688,-
Gemeente Teylingen
€ 4.188,- beleidsactualisatie € 2.000,- reservering veldtoets. --------------- + € 6.188,-
Gemeente Noordwijkerhout
€ 4.188,- beleidsactualisatie € 2.000,- reservering veldtoets. --------------- + € 6.188,-
Gemeente Lisse
€ 4.188,- beleidsactualisatie € 2.000,- reservering veldtoets. --------------- + € 6.188,-
Gemeente Hillegom
€ 4.188,- beleidsactualisatie € 2.000,- reservering veldtoets. --------------- + € 6.188,-
Toelichting bij de reservering veldtoets
Voor de “reservering veldtoets” is uitgegaan van een volle week met 2 dagen uitloop aan veldwerk, inclusief uitwerking, a € 12.000,-
13
5. Toelichting gemeentelijke veldtoets behorende bij het Plan van Aanpak actualisatie archeologiebeleid Duin- en Bollenstreek.
5.1. Inleiding In het kader van de beleidsactualisatie archeologie van de gemeenten Katwijk, Noordwijk, Teylingen, Noordwijkerhout en Lisse zal één nieuwe regionale archeologische waarden- en verwachtingskaart worden opgesteld, met een bijborend nieuw regionaal vrijstellingsregime. Op basis van een analyse van de archeologische onderzoeken in de Duin- en Bollenstreek in de periode 20072013 en een inventarisatie van de archeologische informatie in vigerende bestemmingsplannen zullen de bestaande archeologische kaarten van de deelnemende gemeenten worden geactualiseerd en vervolgens samengevoegd. De bestaande vrijstellingsnormen zullen worden geëvalueerd en waar nodig worden aangepast. Naar verwachting zal de beschikbare informatie niet overal in de Duin- en Bollenstreek toereikend zijn om tot goed onderbouwde vrijstellingsgrenzen te komen. Daar waar nodig zal daarom een veldtoets worden uitgevoerd om de ontbrekende gegevens aan te vullen. De veldtoets bestaat uit een verkennend booronderzoek en zal worden verricht conform de richtlijnen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) versie 3.2. 5.2. Doel veldtoets Het doel van de veldtoets is om de bodemopbouw in het onderzochte gebied in kaart te brengen, vast te stellen in hoeverre de bodem intact is, en of zich in de bodem archeologisch kansrijke lagen bevinden. 5.3. Methode veldtoets Op basis van, en in aanvulling op, de KNA 3.2 gelden voor de veldtoets de volgende bepalingen: - De te onderzoeken percelen/deelgebieden worden in overleg met het bevoegd gezag (de betreffende gemeente) vastgesteld. - Het booronderzoek wordt uitgevoerd door een bedrijf met de daartoe benodigde opgravingsvergunning. - Voorafgaand aan het veldwerk stelt de uitvoerende partij een Plan van Aanpak op, dat aan het bevoegd gezag ter goedkeuring wordt voorgelegd. Dit Plan van Aanpak bevat een boorpuntenkaart. - De boordichtheid bedraagt 6 boringen per hectare. De boringen worden gelijkmatig over het te onderzoeken perceel/deelgebied geplaatst. Indien tijdens het veldwerk blijkt dat niet alle geplande boringen kunnen worden uitgevoerd, moeten op alternatieve locaties boringen worden geplaatst, zodat aan de norm van 6 boringen per hectare wordt voldaan. - De boordiepte bedraagt circa 4 meter beneden maaiveld. - De toegestane boortypen zijn: Edelmanboor met een diameter van (tenminste) 7 centimeter, gutsboor met een diameter van 3 centimeter, en zuigerboor met een diameter van 6 centimeter. - De boringen worden uitgevoerd door een prospector of veldarcheoloog, onder eindverantwoordelijkheid van een senior prospector of senior KNA archeoloog. - De boorbeschrijvingen voldoen aan NEN 1504. - De boorpunten worden in het veld ingemeten met een RTS of GPS (x, y, z-waarden). - Het opgeboorde sediment wordt verbrokkeld of versneden en doorzocht op archeologische indicatoren. Er wordt niet gezeefd, er worden geen monsters genomen. - De rapportage van het booronderzoek voldoet aan de KNA versie 3.2. Kaarten en boorstaten worden zowel digitaal (in dwg, dxf of mapinfo) als analoog aan de gemeenten geleverd. 5.4. Relatie met het onderzoek LTO-Noord In opdracht van LTO-Noord wordt in de gemeente Teylingen het pilotonderzoek ‘Mag het een onsje minder zijn?’ uitgevoerd. Dit onderzoek richt zich op het bepalen van de gemiddelde verstoringsdiepte op bollenpercelen. Hiertoe worden op 20 geselecteerde percelen per perceel 4
14
proefputten met afmetingen van 1x1x1 meter gegraven om de verstoringsdiepte vast te stellen. Aangezien het LTO-onderzoek niet vergunningplichting is, kan de gemeente Teylingen geen eisen aan het onderzoek stellen en bestaat voor het onderzoek geen verplichting tot conformering aan de richtlijnen van de KNA. De resultaten van het LTO-onderzoek kunnen derhalve niet zonder meer worden meegenomen in de actualisatie van het archeologiebeleid van de Duin- en Bollenstreekgemeenten. Voor het draagvlak van het nieuwe vrijstellingsregime is het echter wel van belang het LTOonderzoek mee te nemen in de beleidsactualisatie. In overleg is daarom besloten om voor het veldwerk gezamenlijk een Plan van Aanpak op te stellen. In dit Plan van Aanpak krijgen zowel de proefputten van het LTO-onderzoek als de verkennende boringen vanuit de gemeenten een plaats. Het doel is om te komen tot een integrale onderzoeksstrategie conform de KNA en dus bruikbaar in het kader van de beleidsactualisatie.
15