Commissie Financiën en Bestuurlijke Zaken 23 februari 2016
VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN Aandachtsveldhouder B.J. Bussink
Vergadering Agendapunt Onderwerp
: 1 maart 2016 : : Bestuursrapportage 2015-3
Bijlagen
: Bestuursrapportage 2015-3
Informatie bij
: H.W.C. Hoefsloot manager Financiën : (0314) 369 420 :
[email protected]
Telefoon E-mail
Advies 1. Kennis te nemen van de bestuursrapportage 2015-3. 2. Voor 11 investeringsprojecten de gevoteerde bruto-kredieten met – per saldo - afgerond € 0,87 mln. te verlagen. 3. Kennis te nemen van de aanpassing van de uurtarieven en de opvatting van de accountant hierop af te wachten, alvorens hierover te besluiten. Advies van de bestuurlijke commissie Financiën en Bestuurlijke Zaken aan het college van dijkgraaf en heemraden: Hier wordt na de bijeenkomst op 23 februari 2016 het advies van de commissie ingevuld.
Inleiding In het kader van de planning en control cyclus vindt naast kaderstelling (begroting en jaarplannen) ook verantwoording en beheersing plaats in tussentijdse rapportages. Hierin gaan we naast actuele beleidsontwikkelingen en ontwikkelingen in de bedrijfsvoering ook in op het verwachte financiële resultaat van 2015. Dit is over het derde triaal van 2015 vertaald in de bestuursrapportage 2015-3, die u hierbij als bijlage aantreft. De macro-economie ontwikkelt zich inmiddels licht positief, maar het herstel is nog broos. Eerder meldden we tegenvallers in de prognoses voor de belastingopbrengsten en de kosten van kwijtschelding. Ten aanzien van de belastingopbrengsten zien we nu - in vergelijking met de vorige bestuursrapportage - een positieve ontwikkeling; de kosten van kwijtschelding en oninbaar nemen echter verder toe. We blijven scherp op de kostenontwikkeling en stellen ons kostenbewust op. Het management stuurt hier actief op. Eerder genomen besluiten Het algemeen bestuur heeft in de vergadering van 4 november 2014 de begroting 2015 vastgesteld. Onderbouwing 1.1. Hierin wordt over de uitvoering van het beleid over 2015 gerapporteerd. De uitvoering van beleid verloopt conform de planning in de begroting.
Voor twee doelstellingen binnen de programma’s Watersystemen en Afvalwaterketen, is dit niet het geval. Programma:
doelstelling:
Watersystemen
Aantal waterlichamen dat voldoet aan de doelen voor biologische groepen, als onderdeel van het GEP
Afvalwaterketen
Aantal afvalwaterakkoorden met gemeenten
Toelichting: -
Aantal waterlichamen dat voldoet aan de doelen voor biologische groepen, als onderdeel van het GEP In de begroting 2015 is de ambitie opgenomen om voor vijf waterlichamen voor alle relevante biologische groepen het Goed Ecologisch Potentieel (GEP) te halen. In de praktijk is dit voor 2015 voor drie waterlichamen gerealiseerd en niet voor vijf, zoals voorzien in de begroting. Dit heeft vooral te maken met de systematiek van de toetsing. De waterkwaliteit is gemiddeld voor de waterlichamen op orde maar als gevolg van nieuwe monitoringsgegevens zien we op onderdelen kleine afwijkingen en schommelingen. In de systematiek geldt dan dat een waterlichaam dan in zijn geheel ‘niet voldoet’ als op een van de onderdelen geen goede score wordt gehaald. Deze geringe afwijkingen zijn hier dan ook de reden dat realisatie achter blijft.
-
Aantal afvalwaterakkoorden met gemeenten Op dit moment wordt het afvalwaterakkoord Olburgen opgesteld. De verwachting is dat dit begin 2016 wordt voorgelegd aan de gemeentebesturen van Bronckhorst, Doesburg, Rheden en Zevenaar. Met de gemeenten Winterswijk en Oost Gelre wordt gewerkt aan één afvalwaterakkoord. De akkoorden worden in nauwe samenwerking opgesteld en laten zich daarmee niet exact plannen. De realisatie loopt om die reden iets achter op de prognose.
Voor een toelichting op de ontwikkelingen met betrekking tot overige doelstellingen binnen de programma’s, verwijzen we naar hoofdstuk 4. 1.2. Het geprognosticeerde resultaat bedraagt ultimo 2015 afgerond € 2,500 mln. negatief. De initiële begroting 2015 gaat uit van een negatief resultaat van afgerond € 2,152 mln. De uitvoering van de bedrijfsvoering verloopt binnen de kaders van de begroting. Tegenvallers worden veroorzaakt door: • hogere kosten voor arbeidsgerelateerde voorzieningen; dit wordt veroorzaakt door de gewijzigde regelgeving voor het berekenen van pensioenverplichtingen voor bestuurders (dekkingsgraad); • hogere kosten van kwijtschelding en oninbaar. Hiertegenover staan enkele meevallers, te weten: • lagere kapitaalslasten (rentevoordeel); • lagere personeelskosten (vacatureruimte en lagere sociale lasten); • lagere overige kosten (o.a. door lagere kosten van maaionderhoud); • hogere belastingopbrengsten.
Pagina: 2 van 5
Met betrekking tot de belastingopbrengsten constateren wij ‘schommelingen’ gedurende het jaar. Voor deze informatie zijn wij afhankelijk van de rapportages van het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococencus-Tricijn (GBLT). Deze schommeling in de door GBLT verstrekte informatie is een punt van zorg. Hieraan besteden wij het komende jaar extra aandacht. (bedragen x € 1.000)
Burap 2015-3
Ontwikkelingen per kostenrubriek t.o.v. de vorige Burap
nadelig
voordelig
Kosten: a. Kapitaallasten
37
b. Personeelskosten
158
c. Overige kosten, per saldo
323
d. Arbeidsgerelateerde voorzieningen
-470 Subtotaal kosten
-470
518
Dekkingsmiddelen: e. Belastingopbrengsten f.
Kwijtschelding
g.
Oninbaar
1.365 -85 -350 Subtotaal dekkingsmiddelen
-435
1.365
-905 978
1.883
per saldo voordelig t.o.v. de vorige Burap Scenario aanpassen uurtarieven
-523
Voordelig na aanpassen scenario uurtarieven
455
totaal
Voor een toelichting op deze ontwikkelingen per kostensoort wordt verwezen naar hoofdstuk 5 van de bijlage. Bovenstaande ontwikkelingen leidden - per saldo – tot een nadeel van € 0,348 mln. ten opzichte van de initiële begroting. Ten opzichte van vorige bestuursrapportage een plus van € 0,455 mln.
Pagina: 3 van 5
Het verwachte resultaat naar taken geeft over 2015 dan het volgende beeld: Verwacht resultaat (b edragen x € 1.000) per waterschapstaak: WaterWaterzuiveringsysteembeheer beheer
Totaal
Netto kosten Dekkingsmiddelen
82.803 80.652
42.099 40.931
40.705 39.721
Begroting 2015
-2.152
-1.168
-984
Verwacht resultaat BURAP 2015-1
-2.152
-1.168
-984
808
743
65
0
0
0
219
-375
594
Arbeidsgerelateerde voorzieningen
-830
-329
-501
Kwijtschelding
-200
-150
-50
Belastingopbrengsten
-800
-250
-550
-2.955
-1.529
-1.426
Kapitaallasten Personeelskosten Overige kosten
Verwacht resultaat BURAP 2015-2 Kapitaallasten
37
81
-44
Personeelskosten
158
181
-23
Overige kosten
323
263
60
-470
-260
-210
Arbeidsgerelateerde voorzieningen Kwijtschelding Oninbaar Belastingopbrengsten Verwacht resultaat BURAP 2015-3 Scenario aanpassen uurtarieven Verwacht resultaat na aanpassen scenario uurtarieven
-85
-63
-22
-350
-262
-88
1.365
364
1.001
-1.977
-1.225
-752
-523
-187
-336
-2.500
-1.412
-1.088
Bovenstaande ontwikkelingen hebben ook gevolgen voor het resultaat per waterschapstaak. In de begroting 2015 is voor de berekening van de vrij inzetbare reserves, uitgegaan van een negatief jaarresultaat 2015 van de taak Waterzuiveringsbeheer van afgerond € 1,168 mln. en voor de taak Watersysteembeheer van € 0,984 mln. Dit blijkt nu, mede als gevolg van de in paragraaf 5.1.1 genoemde prognoses, met respectievelijk afgerond € 0,244 mln. en € 0,104 mln. te zijn toegenomen. Hierdoor moet voor de taak Waterzuiveringsbeheer het weerstandsvermogen tijdelijk worden aangesproken. De komende jaren wordt de reserve voor deze taak weer op het gewenste niveau gebracht. 2.1. Door o.a. aanbestedingsvoordelen en het uitvoeren van (extra)werkzaamheden in eigen beheer, kan het gevoteerde bruto-krediet van negen investeringsprojecten binnen de programma’s Watersystemen en Afvalwaterketen worden verlaagd en - als gevolg van o.a. meerwerk en onderzoekskosten a.g.v. archeologische vondsten - is voor twee investeringsprojecten binnen het programma Watersystemen het bruto-krediet niet toereikend. Per saldo kunnen de bruto-kredieten met afgerond € 0,87 mln. worden verlaagd. Voor een nadere toelichting op dit onderdeel wordt verwezen naar de paragrafen 4.2.8 en 4.3.4 van de bijlage.
Pagina: 4 van 5
3.1. De accountant is van mening dat onze - tot nu toe gehanteerde - uurtarieven te hoog zijn. Naar aanleiding van de interim controle 2015 heeft de accountant ons geadviseerd de uurtarieven naar beneden bij te stellen en meer in lijn te brengen met de hoogte van de landelijke tarieven. Dit houdt in dat hierdoor de personeelskosten met ca. € 523.000 hoger uitvallen. We zijn hierover nog met de accountant in gesprek. Deze mogelijke tegenvaller is al in het resultaat van deze bestuursrapportage verwerkt. Afhankelijk van de uitkomst van het overleg met de accountant zal de bestuursrapportage worden aangepast. Kosten N.v.t. Kanttekeningen Afhankelijk van de uitkomst van het overleg van de accountant kan een eventuele afwijzing van het scenario om onze uurtarieven naar beneden bij te stellen, gevolgen hebben voor de controleverklaring die de accountant afgeeft bij de jaarverslaggeving 2015. Juridische consequentie N.v.t. Communicatie Het besluit van het algemeen bestuur wordt in de besluitenlijst, bij de vergaderstukken voor de AB-vergadering van 15 maart 2016, op de website van ons waterschap geplaatst. Planning/routing voorstel College van dijkgraaf en heemraden (besluit) Algemeen bestuur (besluit)
1 maart 2016 15 maart 2016
Pagina: 5 van 5
