Voorouderlijke familie van: Johanna Janssen uit Keyenborg Reigersvoort (‘Op ’t Goye’) (Gld) tr.(1899) Bernardus Gerardus Wolters uit Ulft (Gld)
© februari 2009 Ben J.M. Wolters Beek Ubbergen Overname van paragrafen – geheel of gedeeltelijk – alleen met schriftelijke toestemming van de auteur. Overige gegevens overnemen is alleen toegestaan met bronvermelding.
1
Inhoudsopgave De inhoudsopgave is vrij uitvoerig omdat veel met kopjes boven tekstgedeelten is gewerkt. Dat is gedaan om U als lezer snel een indruk te geven welke de informatie voor U van belang lijkt. Uit deze inhoudsopgave zal blijken dat niet uitsluitend een ordening van namen wordt gegeven, in de vorm van een ‘kwartierstaat Johanna Janssen’, maar dat ook wordt ingegaan op een aantal thema’s. (Op ’t Goy op de titelpagina, heeft betrekking op de regio waarin de huidige dorpen Hengelo, Zelhem en Keyenborg liggen. Wanneer in bijschrijvingen, maar ook elders in de tekst, ‘Hengelo’ voorkomt, wordt steeds bedoeld: Hengelo (Gld)). Inleiding Toelichting Inhoudsopgave Ordeningsmodel:kwartierstaat Bronvermelding Genealogische notatie Samenvatting Kwartierstaat Johanna Janssen Subkwartierstaat Frederika Janssen Subkwartierstaat Gradus Waenink Dwarsverbinding: Weenk Goldsmits hofstede Meyersplaats Het Spittaal Dwarsverbinding: Eulink Dwarsverbinding: Oldenboom Dwarsverbinding: H.M.Jansen Warninckhorst Dwarsverbinding: B. Jansen Dwarsverbinding: Rasing Dwarsverbinding: Thuijs Groot Schoolwijk Dwarsverbinding: genealogie Bernardus Wolters Dwarsverbinding: Fred Besselink Dwarsverbinding: Klein Kranenbarg Het familienetwerk Berendsen-Besselink Inleiding Vraagstelling Het blok Veldercamp Het blok Wolterink Het blok Eulink Het blok Camperman Conclusie Drie thema’s Inleiding Relaties met de subkwartierstaatjes De vier gezichten van Grada Boekeler Berendsen: geen pijl op te trekken
2
Mentink: één familie? Samenvatting Inleiding Vraagstelling Lucas en Hermanus: bloedverwant? Antwoord Berent en Hendrik: bloedverwant? Antwoord Berent, Lucas en Hermanus: bloedverwant? Antwoord Conclusie APPENDIX
Het tweede huwelijk Samenvatting Inleiding Vraagstelling Werkwijze Overzicht van tweede huwelijken Conclusie Discussie Geraadpleegde literatuur Bijlage: Mentink: overzicht van trouw- en doopbijschrijvingen
Inleiding Deze Inleiding heeft een formeel karakter. Er zijn namelijk verschillende mogelijkheden om geboorte, trouw- en begrafenisgegevens te ordenen (ordeningsmodellen). Hier wordt gekozen voor het model kwartierstaat. Wat een kwartierstaat is, wordt in deze Inleiding beschreven.Vervolgens is het van belang om aan te geven waar je je gegevens, onder andere de hiervoor genoemde doop-, trouw- en begrafenisgegevens vandaan haalt (bronvermelding). Welke bronnen dat zijn; en op welke manier die vermelding plaatsvindt, wordt eveneens in deze Inleiding beschreven. Daarmee doe je tevens recht aan het werk van anderen, waarop je voortbouwt. Tenslotte is het gemakkelijk wanneer je op de hoogte bent van de manier waarop veel voorkomende gegevens worden afgekort (genealogische notatie). Wanneer een huwelijk wordt aangegeven, is het wel zo gemakkelijk en overzichtelijk om niet steeds uitgebreid ‘is getrouwd met’ aan te geven, maar afgekort: tr.. toelichting Inhoudsopgave Over de voorouders van Johanna Janssen is veel genealogische informatie gemakkelijk toegankelijk, als gevolg van transcripties door J. Renema van DTB-boeken uit de regio Hengelo-Zelhem die via het Oostgelders Tijdschrift voor Genealogie en Boerderij-onderzoek (O.T.G.B.) te koop worden aangeboden. Ook het gedegen gezinnenboek van de gemeente Steenderen 1678-1811: Woar kom ie vandan? door P.A.M. van den Berg, bevat een schat aan informatie. Daarvan is uitvoerig gebruik gemaakt bij de volgende onderdelen:
3
De ‘kwartierstaat Johanna Janssen’ Deze kwartierstaat wordt op diverse plaatsen onderbroken door zogenoemde dwarsverbindingen. In die dwarsverbindingen wordt aangegeven dat een naam die voorkomt in de kwartierstaat Johanna Janssen, ook voorkomt in kwartierstaten e.d. van anderen. Dit betekent niet slechts een verrijking van de familie-verbanden, maar het betekent ook dat de kwartierstaat Johanna Janssen interessant wordt voor een grotere groep mensen dan de direkt betrokkenen. In de kwartierstaat worden niet alleen de namen genoemd met hun biografische gegevens, maar wordt ook aandacht besteed aan de door J. Koekkoek in zijn boek genoemde boerderijen voorzover bewoond door (familieleden van de) voorouders van Johanna Janssen. Familienetwerk rond het voorouderlijke echtpaar Berendsen-Besselink. Het echtpaar Berendsen-Besselink is overgrootouders van Johanna Janssen van vaderszijde. Bij de samenstelling van het familienetwerk speelt mee dat Besselink een bekende en vooraanstaande familie is in Op ‘t Goy, waardoor daarover veel informatie beschikbaar is in de hiervoor genoemde literatuur. Het familienetwerk bestaat uit het echtpaar Berendsen-Besselink en de families Veldercamp, Wolterink, Eulink en Camperman, op grond van verwantschappen van de familie met BerendsenBesselink. Van Willem Besselink, voorouder van Johanna Janssen, is het een probleem dat er twee Willem Besselink bestaan die in hetzelfde jaar getrouwd zijn. Van welke Willem stamt Johanna af? De zogenoemde peter- en metermethode (zie aldaar) kan hier uitkomst bieden. Mentink: één familie? De naam Mentink komt meer dan eens voor in het familienetwerk Berendsen-Besselink. De vraag ligt nu voor de hand: maken deze Mentinks deel uit van één familie? Zo ja, dan wordt het familienetwerk Berendsen-Besselink uitgebreid; en daarmee de voorouderlijke familie van Johanna Janssen. Het tweede huwelijk In het familienetwerk Berendsen-Besselink komen vrij veel tweede huwelijken voor. Zo’n tweede huwelijk wordt waarschijnlijk niet ‘vrijblijvend’ gesloten, gelet op de maatschappelijke verhoudingen in die tijd. Wanneer de partner komt te overlijden, bestond destijds de noodzaak om vlug te hertrouwen in verband met het binnenbrengen van een inkomen of het opvoeden van de kinderen. Vindt de achterblijvende partner zijn/haar nieuwe huwelijkspartner in de familie van de eerste partner? Ordeningsmodel: kwartierstaat De geslachtslijst van Johanna Janssen is opgebouwd volgens het kwartierstaatmodel. Een kwartierstaat ziet er als volgt uit: Johanna Janssen, vrouw van Michiel Wolters, krijgt nummer 1. Haar ouders krijgen resp. de nummers 2 en 3. De ouders van 2 en 3 krijgen achtereenvolgens de nummers 4, 5 en 6,7. Enz. Elke volgende generatie omvat dus het dubbele aantal personen van de vorige generatie. Deze verdubbeling bij elke generatie houdt voor de voorvaders van Johanna in: vader van Johanna positie 2 (generatie 1) 2 grootvader van Johanna positie 4 (generatie 2) 2x2 overgrootvader van Johanna positie 8 (generatie 3) 2x2x2 betovergrootvader van Johanna positie 16 (generatie 4) 2x2x2x2 Enz. Deze posities geven tevens aan waar de volgende generatie begint: bij positie 8 begint generatie 3; bij positie 16, generatie 4, en bij postie 32, generatie 5. Voor de vader van de moeder van Johanna geldt ook de verdubbelingsregel: moeder van Johanna positie 3 (generatie 1) 3 grootvader van Johanna positie 6 (generatie 2) 2x3 overgrootvader van Johanna positie 12 (generatie 3) 2x2x3 betovergrootvader van Johanna positie 24 (generatie 4) 2x2x2x3
4
In de tweede generatie verschijnt grootvader van moederszijde op postie 6. Diens vader komt in generatie 3 op positie 12 terecht, enz.. De posities van de voorvaders hebben dus altijd een even nummer. De posities van de voormoeders, van zowel vaders- als moederszijde, hebben echter altijd een oneven nummer: Johanna’s moeder staat op positie 3; grootmoeder van vaderszijde op 5; en grootmoeder van moederszijde op 7. Samenvattend: voor elke positie x, waarbij x even en oneven kan zijn, geldt dat diens vader zich op positie 2x bevindt; de echtgenote van de betreffende vader bevindt zich op positie 2x + 1. Bronvermelding In de tekst wordt soms tussen haakjes verwezen naar de bron waaruit de informatie afkomstig is. Deze literatuurverwijzing is soms niet vanzelf duidelijk. Vandaar dat aan de betekenis van de notatie aandacht moet worden besteed. In de tekst komt bij een trouwbijschrijving tussen haakjes de notatie voor: h-296. Deze notatie wordt gebruikt in van den Berg’s gezinnenboek van Steenderen. De letter (h) heeft betrekking op de eerste letter van de achternaam van de man/vader. Het getal (296) betreft de plaats in de alfabetisch gerangschikte volgorde. Deze bronvermelding maakt het gemakkelijk om deze trouwbijschrijving op te zoeken als daar behoefte aan is. Vanzelfsprekend komen andere letters en cijfers voor, zoals w- …, s- …., enz., die gelden voor andere trouwbijschrijvingen, doop- en begraafregistraties Een ander type notatie is ontleend aan Doop-, Trouw-, Begraafregisters (voorloper van de Burgerlijke Stand die in 1811 is ingevoerd), in het vervolg: DTB-boeken – bijv. 755.1/23.4. Het getal (755.1), heeft betrekking op het nummer van het DTB-boek. Het getal na de / heeft betrekking op de bladzijde van het betreffende DTB-boek: (23); het volgende cijfer (4) heeft betrekking op het volgnummer (nummer 4 op bladzijde 23). Vervolgens komt de notatie voor van het type: R90a/34.3. (vooral in het onderdeel ‘de familie Berendsen-Besselink’). Het is namelijk erg omslachtig en onoverzichtelijk om bij elke trouwbijschrijving, e.d. steeds opnieuw de volledige bibliografische informatie te vermelden. Er is daarom gekozen voor een verkorte notatie. De letter R heeft betrekking op de naam J. Renema, waarmee wordt aangegeven dat gebruik is gemaakt van één van zijn transcripties van DTB-boeken. Het getal 90 staat voor het jaar van publikatie; de letter a heeft betrekking op de tweede publikatie die in 1990 is verschenen. De notatie R90a/34.3 betekent dus: de doop-, trouw- of begraafbijschrijving die is vermeld in de transcriptie van Renema uit 1990a, op bladzijde 34, volgnr. 3, kortom: R90a/34.3. Soms wordt een (trouw-)bijschrijving aan het einde van bijv. bladzijde 20 afgebroken, en aan het begin van bladzijde 21 voortgezet. In dat geval krijgt de bijschrijving de notatie 21.1 De eerste volledige trouwbijschrijving op bladzijde 21 krijgt dan dus volgnummer 2. Tenslotte, JT04 heeft betrekking op de doop- of trouwbijschrijvingen in de publikatie van Jos Teunissen – zie ‘geraadpleegde literatuur’. Verwijzingen naar doop-, trouw-, begraafbijschrijvingen, en van transcripties (van Renema) van DTB-boeken, zullen worden aangegeven in lettertype 8 – bijv.: 915/136.7; R90a/25.11. Verwijzingen naar literatuur, zullen in lettergroote 11 worden aangegeven – bijv.: Okkema, 1986; Renema, 1996, p.106. Lettertype 8 wordt dus strikt gereserveerd voor doop-, trouw- en begraafgegevens ontleend aan DTB-boeken of transcripties ervan. Genealogische notatie In de doop-, trouw- en begraafregistraties wordt gebruik gemaakt van notaties: otr ondertrouw /1700 voor 1700 tr huwelijk 1700/ na 1700 ged. gedoopt overl. overleden zn. zoon van begr. begraven dr. dochter van RK Roomsch-Katholiek NDG NederDuits Gereformeerd (na 1795: Ned. Hervormd)
5
Documentatie Alle gegevens zijn gedocumenteerd via (copieën van) geboorte-, trouw- en overlijdensakten en -registraties, bidprentjes, familieboekjes, geboorte-, huwelijks- en overlijdensaankondigingen; en door het raadplegen van bronnen die in ‘geraadpleegde literatuur’ worden genoemd. Aanvullingen en wijzigingen Vanzelfsprekend is een stamboom nooit af. Er worden kinderen geboren; maar ook kunnen hiaten worden opgevuld die in deze publicatie rijkelijk aanwezig zijn. Aanvullingen, invullingen en wijzigingen worden erg op prijs gesteld door: Ben Wolters (125.445.1), Elzenkamp 7, 6573 XT Beek Ubbergen Tel. 024 684 22 46, e-mail:
[email protected] Zo mogelijk graag vergezeld van de volgende gegevens: 1. naam en voornamen 2. geboren (datum) te (plaats) 3. van beroep …. 4. overleden (datum) te (plaats) 5. gehuwd te (plaats) op (datum) met (volg 1 t.e.m.4) en zo mogelijk van documentatie via (copieën van): 1. geboorteaankondiging 2. overlijdensbericht: aankondiging; bidprentje 3. huwelijksaankomdiging 4. pas-, portretfoto, evt. ook van partner; familiefoto Samenvatting De voorouders van Johanna Janssen, echtgenote van Bernardus Gerardus Wolters, komen van vaderszijde uit de regio Hengelo en Zelhem (‘Op ’t Goy’); van moederszijde uit Steenderen. Johanna Janssen heeft een zus: Frederika Geertruida, gehuwd te Hengelo 3.11.1890 met Hermanus Winkelman; en een halfbroer Gradus Waenink (geb. Steenderen 1855) – uit een eerder huwelijk van Johanna’s moeder, Wilhelmina Zusters, met Evert Waenink. Eén van de overgrootouders van Johanna Janssen zijn: Bernardus Berendsen (tr. 11.5.1784) Maria Besselink. Maria Besselink maakt deel uit van de familie Besselink die van oudsher heeft gewoond op de erve Besselink. Van de familie Besselink is vrij veel bekend omdat zij grond en onroerend goed bezaten. Dat houdt in dat brieven, akten e.d. bewaard zijn gebleven. De erve Besselinck wordt al in 1382 vermeld als horig goed behorende in de Hof van Hengelo. In 1438 kochten Albert, de toenmalige ‘horige naar den Goede Besselinck’ en zijn vrouw Wendele het erve vrij van Hertog Arnolt van Gelre. In 1457 moet Rijckwijn Besselinck, boer op ‘Groot Besselink’ aantonen dat zijn boerderij een vrij goed is. Hij overlegt de betreffende brief uit 1438, waarin staat dat het ‘Besselinck’ van een hofhorig goed van de Hof te Hengelo tot tijnsgoed is geworden, waarvan de bewoners aan de graaf van Zutphen, tevens hertog van Gelre, jaarlijks tijns moeten betalen. Het erve Besselink lag destijds in ‘Op ’t Goey (Goye)’ – aanduiding van de gehele landstreek waarin zich later de dorpen Hengelo, Zelhem en Keyenborg hebben ontwikkeld. Op de plek waar vermoedelijk de boerderij ‘Groot Besselinck’ heeft gestaan, is tegenwoordig een varkensbedrijf gevestigd aan de Remmelinkdijk 10. Willem Besselink, vader van Johanna’s overgrootmoeder Maria Besselink, heeft als vader Hendrik Schooltink, en als moeder Hendersken Besselink (otr. 12.4.1710). Hun zoon Willem is op ’t erve Besselink geboren, en is verder als (Willem) Besselink door het leven gegaan. Deze naamgeving van moeder-op-zoon is een gevolg van het feit dat vader Hendrik is ingetrouwd in de familie Besselink op het erve Besselink, en daar boerenwerk deed. Deze naamgeving van moeder-op-zoon geldt ook voor de vorige generaties: Hendrik Swavink Huge Rerinck Garrit Hoegen Hendrik Schooltink Lyse Besselinck---------Albert Besselink---------Grietien Besselinck------Hendersken Besselink
6
Na de Reformatie was de Nederduits Gereformeerde Kerk (later: Ned. Hervormde Kerk) staatsgodsdienst. Dat hield in dat je als Reformatorisch christen meer rechten had dan als RoomsKatholiek. Ingeschreven staan in een Nederduits Gereformeerd doopregister had zo zijn voordelen, als je later moest bewijzen dat je bestáát; of bij een erfeniskwestie, e.d.. Het is daarom niet verwonderlijk dat Hendersken Besselink, vrouw van Hendrik Schooltink en Willems moeder, in het gereformeerde doopregister van Hengelo is ingeschreven. Maria Besselink, dochter van Willem Besselink en Fenneken Lansink, trouwt met Bernardus Berendsen. Hun kinderen heten geen Besselink, maar Berendsen, omdat Bernardus niet op ’t erve Besselink gaat wonen en werken (Het komt ook voor dat iemand die al een achternaam heeft, ontleend aan een boerderij, die achternaam verandert, omdat hij op een andere boerderij is gaan wonen en werken). Bernardus Berendsen is zoon van Berent te Winkel uyt Zelhem. Er bestaat/bestond een boerderij Winckel in het buurtschap Winckelshoeck. Misschien heeft Bernardus’ vader gewerkt op de boerderij Winckel, en is hij daarom zo genoemd. Winkel betekent echter ook: hoek. Mogelijk wordt bedoeld: Berend die op de hoek woont. Zoon Bernardus van Berend te Winkel krijgt niet de achternaam van zijn vader, maar krijgt de naam: zoon-van-Berend, d.w.z. Berendsen. In een kwartierstaat ligt de nadruk op de direkte voorouders van Johanna Janssen. Er worden echter verbindingen gelegd met andere kwartierstaten, parentelen, e.d., via zogenaamde dwarsverbindingen. Een aparte paragraaf wordt besteed aan het samenstellen van een familienetwerk waarbij de overgrootouders van Johanna Janssen: Bernardus Berendsen en Maria Besseling, als het ‘centrale echtpaar’ funktioneren. Daaromheen worden gegroepeerd: - de drie (half)broers en twee (half)zussen van Maria Besselink en hun partners; - de broer en drie zussen van Teune Veldercamp, schoonzus van Bernardus Berendsen, en hun partners); - de zwager van Maria’s broer Albert Besselink: Jan Wolterink, zijn broer en drie zussen en hun partners; - tenslotte de families Eulink en Camperman. Deze drie families – Wolterink, Eulink en Camperman zijn langs verschillende wegen zowel onderling als met Besselink en Veldercamp verbonden. In dit familienetwerk komt de naam Mentink vier maal voor. Dat leidt tot de vraag: kan het familienetwerk worden uitgebreid met de familie Mentink? Dat blijkt niet het geval te zijn. In vroeger tijden kwam een tweede huwelijk vaak voor, als gevolg van het feit dat de huwelijkspartner vaak op jonge leeftijd stierf. Een tweede huwelijk was noodzakelijk, terwille van de verzorging van de kinderen of het inbrengen van een loon. Hoe komt de overblijvende partner aan een nieuwe partner? Vanuit de familie van de overleden partner? Vanuit de eigen familie? Of vanuit de kennissen-, of vriendenkring? Wellicht dat tweede huwelijken in het genoemde familienetwerk Berendsen-Besselink een tipje van de sluier kan doen oplichten. Je kunt veronderstellen dat de nieuwe partner niet wordt gevonden in de eigen familie, vanwege incest. Blijft dus over dat de nieuwe partner wordt gevonden in de familie van de overleden partner, of in de kring van familie en bekenden. Uit onderzoek in het familienetwerk van Bernardus Berendsen en Maria Besselink komt naar voren dat van de in totaal 11 tweede huwelijken: - in 5 gevallen de tweede partner niet in het familienetwerk voorkomt; Dat betekent dat de tweede partner wordt gevonden in de vrienden- of kennissenkring, maar het kan ook betekenen dat de tweede partner een niet in het netwerk voorkomend familielid betreft - in 4 gevallen de tweede partner wordt gevonden in de familiekring van de eerste huwelijkspartner; - in 2 gevallen de tweede huwelijkspartner wordt gevonden in de eigen familiekring.
7
Kwartierstaat Johanna Janssen Inleiding Johanna Janssen is de echtgenote van Bernardus Gerardus Wolters, zoon van Antonius Wolters en Josepha Geertruida Albers. De voorouders van Johanna Janssen komen uit de Achterhoek, met name uit Zelhem, Hengelo, Steenderen en Drempt (gem. Hummelo en Keppel). Bij sommige kwartierstaatnummers worden opmerkingen gemaakt, o.m. over de mogelijke herkomst van een bepaalde achternaam; en de ‘evolutie’ die een achternaam kan doormaken – bijv. bij kw.nr.13. Er is daarbij dikwijls niet slechts sprake van een verschil in spelling; achternamen van (groot)ouders en (klein)kinderen kunnen radicaal van elkaar verschillen! Vanzelfsprekend zal daarop in voorkomend geval worden ingegaan in de tekst. Verschillende achternamen lijken te zijn ontleend aan namen van boerderijen, waarvan de betrokkene eigenaar was, bewoner of landarbeider op de betreffende boerderij. Dit is het geval bij de achternamen Priestering (kw.nr. 8); Bieshorst (9); Agelink (9, vóór 20,37) de Winkel (20); Mockinck (vóór 26); Sessinck (36); Besselink (45); Freterink (47). Er blijken relaties (in de tekst dwarsverbindingen genoemd) te bestaan tussen deze kwartierstaat Johanna Janssen, en: - de kwartierstaat Thuijs – via Liesbeth Bieshorst (9); - de kwartierstaat Oldenboom – via Liesbeth Bieshorst (9); - de kwartierstaat Weenk – via Maria Besselink (11); - de genealogie Janssen/Eulink – via 15 - de kwartierstaat Hendrikus M. Jansen – via Willem Besselink (22) - de kwartierstaat Bertha Janssen – via Gerardus Willemsen Olink (28) en Geradina Teunissen (29); - de kwartierstaat Wilhelmus Rasing – eveneens via 28 en 29; - de kwartierstaat Besselink – via Grietien Besselink (91) - de kwartierstaat Janna Klein Kranenbarg – via 730 (een zeer verwijderde verwantschap dus) In een kwartierstaat krijgt de naamgever, Johanna Janssen, het kwartierstaatnummer (kw.nr.) 1. Haar vader krijgt kw.nr. 2; en haar moeder kw.nr. 3. De vader van kw.nr. 2, krijgt kw.nr.4; zijn vrouw krijgt kw.nr. 5. De vader van kw.nr. 3 (Johanna’s grootmoeder), krijgt kw.nr. 6; diens vrouw, kw.nr. 7. In het algemeen: de vader van kwartierstaatnummer x, kroijgt kw.nr. 2x; diens vrouw krijgt kw.nr. 2x+1. Dat houdt in dat mannelijke voorouders een even kwartierstaatnummer hebben en vrouwelijke voorouders een oneven kwartierstaatnummer (De vaders van vrouwelijke voorouders krijgen een even nummer omdat een oneven nummer x 2, altijd een even nummer is) (Okkema, 1986). 1
2 3
Johanna Janssen, geb. Steenderen (Reigersvoort, par. Keyenborg) 25.9.1873, overl. Lichtenvoorde 6.2.1959 (tr. Silvolde 14.7.1899 Bernardus Gerardus Wolters, geb. Silvolde 20.1.1866, smid, overl. Silvolde 17.3.1944 – zie par. I.1) Harmanus Janssen, geb. Zelhem 29.4.1825, dagloner, tr.(2) Steenderen 11.11.1864 Willemina Zusters, geb. Steenderen 17.7.1834 (GL 3040/24) tr.(1) Steenderen 18.5.1853 Evert Waenink, geb. Vorden 11.9.1822, zn. Garrit Waenink en Stiene Nijenhuis (GL 3041/13) Intermezzo Johanna heeft een zus: Frederika Geertruida Janssen, geb. Steenderen 1870, tr. Hengelo (Gld) 3.11.1899 Hermanus Winkelman, geb. Zelhem 1865, zn. Gradus Winkelman en Catharina
8
Weetink; en een halfbroer: Gradus Johannes Waenink, geb. Steenderen 1855, tr. Hengelo (Gld) 7.10.1892 Hendrika Wilhelmina Klein Bleumink, (wed. Carel Hermannus Weenink), geb. Hengelo (Gld) 1860, dr. Reinerus Klein Bleumink en Johanna Heitink. Van een niet met name genoemd kind van Frederika Janssen en Hermanus Winkelman zal een subkwartierstaat worden samengesteld. Dat zal ook gebeuren bij een niet met name genoemd kind van Gradus Johannes Waenink en Hendrika Wilhelmina Klein Bleumink Subkwartierstaat Frederika Janssen i ii iii iv v vi vii viii ix x xi
kind van Hermanus Winkelman, geb. Zelhem 1865, tr. Hengelo 3.11.1899 Frederika Geertruida Janssen, geb. Steenderen 1870 Gradus Winkelman, geb. Zelhem 16.10.1821, tr. Zelhem 20.5.1858 Catharina Weetink, geb. Zelhem 9.2.1832 Harmanus Janssen, geb. Zelhem 29.4.1825, dagloner, tr. Steenderen 11.11.1864 Willemina Susters, geb. Steenderen 17.7.1834 (GL 3040/24) Jan Willem Winkelman Hendrika Arendsen Hendrik Weetink Christina Hummelink
Subkwartierstaat Gradus Waenink i ii iii iv v vi vii viii ix x xi xii xiii xiv xv . xxviii xxviv xxx xxxi .. Lx Lxi Lxii
kind van Gradus Johannes Waenink, geb. Steenderen 1855, tr. Hengelo 7.10.1892 Hendrika Willemina Klein Bleumink (wed. v. Carel Harmanus Weenink, zn. v Gart Jan Weenink en Berendina Booltink), geb. Hengelo 1860 Evert Waenink, geb. Vorden 11.9.1822, tr. Steenderen 18.5.1853 Willemina Zusters, geb. Steenderen 17.7.1834 (GL 3041/13) Reinerus Klein Bleumink uit Vorden, tr. Hengelo 4.6.1859 Johanna Heitink, Garrit Waenink Stiene Nijenhuis Gerardus (Gradus) Arnoldus Zusters (Susters), geb. Steenderen 25.2.1794, landbouwer, tr. Steenderen 13.2.1829 Gertruda (Geertruida) Oeling (O ling), geb. Hummelo en Keppel 25.11.1800, Hendrik Jan Klein Bleumink, tr. Antonia Gotink Reint (Reijnd) Heitink (Hietink), tr. Willemken Eulink, geb. Hengelo 1783 Hendrik Hietink Grietjen Wintveer Garrit Eulink, otr/tr.Hengelo 12.2/7.3.1773 Liesabet (Elisabeth; Liebe) Hummelink Lubbert Eulink uit Hengelo ? Wa(a)nder Hummelink uit Zelhem Opmerkelijk in beide subkwartierstaten is het voorkomen van de naam Hummelink. Er bestaan echter geen aanwijzingen dat Christina Hummelink, in de subkwartierstaat Frederika Janssen, verwant is met Elisabeth Hummelink in de subkwartierstaat Gradus Waenink. Evenmin bestaan er aanwijzingen dat Gertruda Oeling (xi) familie is van
9
Willemken Eulink (xv) en Garrit Eulink (xxx) 4
5
Gerrit (Gart) Jan Janssen ‘ … zich ook genoemd hebbende Gerret Jan Harmsen’, ged. Hengelo-Zelhem 8.8.1776 (915.1/186.1), klompenmakers-knegt, tr. Zelhem 13.10.1817 Fennanna (vulgo Fenneke) Berendsen, geb. Hengelo-Zelhem 22.6.1797, zonder beroep. Gart Jan en Fenneke hebben, naast Harmanus, minstens nog twee kinderen gekregen: Bernardus, geb. Zelhem, tr. Zelhem 20.2.1862 Johanna Tersteeg, geb. Hengelo, dr. v. Harmanus Tersteeg en Theodora Bleumink Elizabeth, 5.2.1841, tr. Zelhem op 19-jarige leeftijd Frederikus Arendsen, oud 21 jaar, wonende te Zelhem, zn. v. Antony Arendsen, tr. 20.5.1807 Mientjen Goossens en een kleinkind: Grada Johanna Maria Arendsen, geb. Zelhem 1862, tr. Zelhem 23.11.1882 Hendrikus Hermsen, zn. v. Gerverdus Hermsen en Gerverda Wavelders
6 7 8
Gerardus (Gradus) Arnoldus Zusters (Susters), geb. Steenderen (Baak) 25.2.1794, landbouwer, tr. Steenderen 13.2.1829 Gertruda (Geertruida) Oeling (O ling), geb. Hummelo en Keppel 25.11.1800, dienstmeid. Harmen Janssen (Priestering), dakdekker, tr.(RK) Hengelo/Zelhem 10.11.1764 Betekent de toevoeging Priestering bij Harmen Janssen dat hij ook Priestering (Priesterinck) heet; of dat hij op Priestering woont, of dat hij als dakdekker werkt bij degene die op Priestering woont? In het Oostgelders Tijdschrift voor Genealogie en Boerderijonderzoek (Osnabrugge, O.T.G.B., 1985, pp.21-24) staat per buurtschap in (onder meer) Zelhem aangegeven welke boerderijen met name worden genoemd in de veertiger jaren van de 17de eeuw, in verband met belastingheffing op onroerend goed. Daarbij is gebruik gemaakt van originele archieven door medewerkers van het genoemde tijdschrift. De boerderij Priesterinck is gelegen in Zelhem, in het buurtschap Heydenhoeck. Er is nog een lijst van boederijnamen in Zelhem opgesteld (O.T.G.B., 1984, p.33) Dat is gebeurd in 1942 door een ambtenaar, Bannink, ter secretarie in de gemeente Zelhem, naar de stand van zaken in 1942. In de lijst van Bannink (1942) komt de boederijnaam Priesterink ook voor. Priesterink wordt dus zowel rond 1650 als in 1942 als boerderij genoemd.
9
Liesbet (Lizabeth; Lijsbert) Bieshorst (Biesthorst) ‘… zich ook wel Agelink genoemd hebbende’, ged.(RK) Hengelo/Zelhem 11.2.1735, begr. Zelhem 23.6.1799 Het achtervoegsel ‘-horst’ betekent: dicht bosje (struikgewas) en/of hoogte (struikgewas aan een helling (Ouweneel, 1998, p.44) In de lijst van Bannink (1942) komen voor de boerderijnamen de Grote Bieshorst en Kleine Bieshorst in het buurtschap Wassinkbrink te Zelhem. Osnabrugge (1985) noemt een boerderij Biessinckhorst in het buurtschap Winckelshoek. Wellicht heeft Liesbet haar naam Bieshorst verkregen doordat een van haar voorouders op de boerderij de Grote Bieshorst, Kleine Bieshorst of op de Biessinckhorst heeft gewoond, en de kinderen van die voorouder onder de naam Bieshorst zijn geregistreerd. Een aanwijzing voor de gang van zaken dat eigennamen soms worden ontleend aan de boerderij waar iemand woont, vormt de toevoeging: ‘..zich ook wel Agelink genoemd hebbende’. Zij of haar vader heeft mogelijk gewoond of gewerkt op de boerderij Agelink, en heeft daarom de naam van die boerderij aangenomen. Uit een e-mail van Math Agelink (12 mei 2007), waarin hij citeert uit een huwelijksakte, blijkt
10
inderdaad dat de naamgeving vaak wordt gekoppeld aan de boerderij waar de naamdrager werkt. Agelink schrijft: de broer van Liesbet, Gerardus (geboren als Bieshorst, later Agelink), heeft een zoon genaamd Theodorus Johannes. In de huwelijksakte (dd. 22.06.1821) van deze Theodorus Johannes staat de verklaring voor de naamswisseling van Biesthorst naar Agelink vemeld: “….verklarende de bruidegom bij eede naar aanleiding van het advies van den Staatsraad van den dertigsten maart van het jaar achttienhonderd en acht, dat hij denzelfden persoon is die in de doopacte de naam van Theodorus Johannes BIESTHORST abusievelijk is gegeven, hetgeen daardoor veroorzaakt is, doordien zijne ouders op de plaats de Biesthorst genaamd gewoond hebben en in ouden tijd veelal de menschen naar de plaatsen waarop zij woonden genaamd werden. Zijne regten naam is echter AGELINK ….”. Agelinck is echter ook een boerderijnaam: een boerderij Agelinck komt voor in de lijst van Osnabrugge (boerderijnamen rond 1650), maar niet meer in de recenter lijst van Bannink. Dat sluit niet uit dat rond 1760, datum van huwelijkssluiting van Harmen Janssen en Liesbet Bieshorst, de boerderij er nog stond. In de kwartierstaat Loor-Aalbers (1999, p.134) komt voor: J(oh)anna Janssen (Bieshorst), geb. Zelhem, overl. Stad Doetinchem 5.10.1828, tr. 18.7.1779 Gerrit Jan Loor (Kerkamp). Deze J(oh)anna Janssen leefde ruim een eeuw eerder dan Johanna Janssen (1), gehuwd met Bernardus Gerardus Wolters. Inhoeverre sprake is van een familierelatie is niettemin vooralsnog onduidelijk, ondanks de suggestie die uitgaat van de tussen haakjes geplaatste naam Bieshorst Harmen en Liesbet (8/9) hebben, naast Gart Jan, (4) minstens nog 3 kinderen gekregen: Jan, ged.(RK) Hengelo-Zelhem 9.9.1765 ( 915.1/136.7)
Gerarda, ged.(RK) Hengelo-Zelhem 7.11.1768 (915.1/154.5)
Harmen, ged.(RK) Hengelo-Zelhem 22.3.1772 (915.1/170.8)
10.
Bernardus Berentsen, landbouwer, otr/tr.(NDG) Hengelo 16.4/9.5/tr.(RK) Hengelo-Zelhem 11.5.1784 Bernardus Berendsen heeft een broer: Albert.
11.
Maria Besselink, ged.(RK) 9.7.1755 (915/81.8; 912.2/60.5; 915/418.3; R90a/25.11; R93/148.7)
Maria Besselink heeft een halfzus, Henrica, een halfbroer, Reint, een zus en twee broers. Bernardus en Maria hebben, naast Fenneke, nog 5 kinderen gekregen: Berdin, ged. 18.8.1785 Wilhelmus, ged. 12.1.1788 Engelina, ged. 7.6.1790 Wilhelmus, ged. 12.8.1793 Gerardus, ged. 6.2.1800 Er blijken relaties te bestaan - in de tekst dwarsverbindingen genoemd – tussen namen die in deze kwartierstaat voorkomen en dezelfde namen in kwartierstaten van andere auteurs. Als eerste: Dwarsverbinding: Weenk Maria’s halfzus Henrica Besselink heeft een zwager Lambert Weenink, gehuwd met Grada Hijtink (Heetink). Deze Grada Hijtink komt ook voor in de kwartierstaat Weenk (Weenk,
11
1997). Zus van Maria: Hen(d)rica Besselink, ged.(RK) Hengelo 7.7.1744, dr. w. Willem Besselink en Geertruijt Weenink, tr.(NDG) Hengelo/tr.(RK) Hengelo-Zelhem 17/19.12.1775 Waander Weenink, soon van Harmen Weenink, beijde uit Hengelo (912.2/23.3) (JT04; R90a/10.8; R93/144.25)
zwager van Maria: Lambert Weenink, geb. Hengelo 1756, soon van wijlen Harmen Weenink, wonende te Hengelo, tr.(NDG) Hengelo/(RK) Hengelo-Zelhem 22/23.12.1793 Grada Hijtink (Heetink), wed. w. Jan Besselink, beijde onder Hengelo (R90a/46.4; R93/152.21)
Kwartierstaat Weenk, nrs. 96 en 97: Jan (Joannes) Besseling, ged.(RK) Hengelo-Zelhem 24.7.1731, overl. Hengelo 26.1.1793, tr(1) Hengelo 23.9.1759 Trijntjen Swavink, overl. Hengelo 7.10.1773 tr(2) Hengelo/(RK)Hengelo-Zelhem 7/9.5.1780 Grada (Gerarda) Hijtink (Heetink), tr(2) Hengelo/(RK) 22/23.12.1793 Lambert Weenink Grada Hijtink als verwante van Maria Besselink en Grada Hijtink uit de kwartierstaat Weenink is dezelfde persoon, omdat uit de ‘subkwartierstaat Frederika Janssen’ (zie eerder) en uit de ‘kwartierstaat Weenk’, blijkt dat de vader van Grada is: Hendrik Hijtink. Uit de kwartierstaat Weenk, noch uit deze kwartierstaat Johanna Janssen, valt enige verwantschap te ontdekken tussen Jan Besselink, wed. Grada Hijtink, en Willem Besselink (en zijn kinderen). 12 13
Frans (Franciscus) Susters, overl. Steenderen 23.5.1817, otr/tr. 12/27.3.1780/tr(RK) 28.3.1780 Willemina Egberts Janssen (Engbers; Eijmbers; Einbers;), ged. Steenderen 10.5.1749 (1430/31.5; s-251)
Frans en Willemina hebben, naast hun jongste zoon Gradus Arnoldus, nog 7 kinderen gekregen: Gerardus Joannes, ged.(RK) Steenderen (Covik) 14.4.1781, overl./begr. Baak 30.6/4.7.1807 Engelina, ged.(RK) 7.7.1782, overl/begr. Steenderen op deCovik 11.12/14.12.1789 (1434/255.9)
Gerardus Martinus, ged.(RK) Steenderen 20.1.1784, overl./begr. Steenderen 31.12.1790/4.1.1791 (1434/266.5)
Henricus, ged.(RK) Baak 26.1.1786, overl. 26.6.1843, tr(1) Steenderen 3.5.1814 Anna Aleida Meijer, geb. Baak 20.3.1787, dr. v. Harmanus Meijer en Aleida Maria Wigmans (GL 3045/9). tr(2) Steenderen ? Anna Geertruida Meijer, geb. Steenderen 11.10.1792 Anna Geertruida Meijer is een zus van Anna Aleida Meijer. Anna Maria, ged.(RK) 27.4.1787, overl./begr. Steenderen, Covik 27.12/30.12.1789 Joanna Bernardina, ged.(RK) 23.9.1788. Joanna(Johanna) , ged.(RK) Steenderen 29.9.1789, tr. Steenderen 18.9.1812 Gerardus Hendriks, ged. Steenderen 17.4.1779, zn v. Carolie Hendriks en Bernardina Bluemink, beide afkomstig uit Hengelo(Gld), maar wonende in Steenderen (s-251; GL 3045/13)
Het begin van de 19de eeuw was een slechte tijd. De bezettingslegers van de Fransen moesten worden onderhouden en de Republiek moest ook meebetalen aan de oorlogen van de Fransen. Wegens het vrijwel ontbreken van ondersteuning van de Roomsche armen kwamen enkele katholieken uit de parochie Baak op de gedachte om een nieuwe instelling tot stand te brengen om arme en behoeftige katholieken te helpen. Op 6 januari 1801 kwamen 4 mensen, waaronder Gradus Hendriks (ged. Steenderen 17.4.1779, tr. 18.9.1812 Johanna Susters) bij elkaar ten huize van Gradus Hendriks in Steenderen om te praten over de oprichting van een fonds ten behoeve van de armen. Om aan de benodigde gelden te komen werd er 12
gecollecteerd. Een van de collectanten was Carel Hendriks Johanna Susters is de jongste dochter van Frans Susters, overgrootvader van Johanna Janssen. De man en schoonvader van Johanna Susters heten resp. Gradus en Carel Hendriks. Familieleden van Johanna Janssen zijn bewoners geweest van met name genoemde boerderijen in het boek van J.J. Koekkoek ‘De heerlijkheid Baak’. In het boek ‘De Heerlijkheid Baak’ komen 5 boerderijen voor waarin leden van de voorouderlijke familie van Johanna Janssen van moederszijde hebben gewoond, vooral als eigenaar: Goldsmits hofstede (De getallen tussen haakjes achter een naam, hebben betrekking op het kwartierstaatnummer). Frans Susters (12) en zijn vrouw Wilhelmina Engberts (13) kopen op 16 februari 1792 ‘Goldsmits hofstede’ van Mr. Wilhelm en Anna Margaretha Welmers. Nadat de familie ruim 40 jaren op deze hofstede heeft gewoond, vindt op 5 en 19 augustus 1835 de publieke verkoop plaats van “Goldsmits hofstede” (Helmichplaats) door Wilhelmina Engberts (13), haar dochter Johanna (ged. Steenderen 29.9.1789), en haar zoon Hendrik (ged. Baak 26.1.1786, overl. 26.6.1843) - zus en broer van Gerardus Arnoldus Susters (6), grootvader van moederszijde van Johanna Janssen (1). Hendrik Susters is niet alleen (mede) de verkopende, maar ook de kopende partij. Hij koopt namelijk zelf de boerderij met 6,4470 ha land - van de in totaal 22 ha.- terug. Dat kan hij waarschijnlijk doen, omdat hij financieel bemiddeld is geraakt via zijn schoonouders, Hermanus Meijer en Aleida Maria Wigmans (tr. 1773), eigenaars van Meijersplaats – zie hierna. Na Hendriks dood, hertrouwt zijn tweede vrouw, Anna Geertruida Meijer (zus van Hendriks eerste vrouw Anna Aleida Meijer) met Johannes Henricus Manders (ged. Steenderen 13.4.1809), die als gevolg van zijn huwelijk op Goldsmits hofstede kwam wonen (Koekkoek, z.j., p.319-320). In 1909 brandde de boerderij af. Adres: De Veersweg 2, Steenderen/Baak Meijersplaats De hiervoor genoemde Hermanus Meijer en Aleijda Maria Wigmans (Wichmans) (tr. Doesburg, 1773) bezitten een boerderij Meijersplaats. Zij zijn de schoonouders van, onder Goldsmits Hofstede genoemde, Hendrik Susters, broer van Gradus Arnoldus Susters (6), grootvader van Johanna Janssen (1). Interessant detail is dat zij in 1806 de boerderij vernieuwen of vergroten, en bij gelegenheid daarvan een sluitsteen boven de achterdeur laten plaatsen mat daarop het jaartal 1806 en de letters H.M.M. en A.M.W.M., wat betekent HerManus Meijer en Aleida Maria WichMans. De boederij wordt overgenomen door hun zoon: Antonius Johannes Meijer, geb. Steenderen 21.6.1783, tr. Steenderen 18.11.1814 Johanna Geertruida Maria Elizabeth Holtslag, geb. Steenderen 30.8.1794, dr. v. Antonij Holtslag en Jenneken Berendsen (Koekkoek, z.j., p.343; GenLias). Dit echtpaar verkoopt Hiddink (een andere naam voor Meijersplaats). Adres: Toverstraat 2, Steenderen Het Spittaal De hiervoor genoemde eigenaars van Meijersplaats, schoonouders van Hendrik Zusters, broer van Gradus Arnoldus Susters (6), grootvader van Johanna Janssen (1), hebben nóg een vinger in de pap, nu via dochter Gerardina Adolphina Meijer. De oudste bewoner van Het Spittaal is Harmen Schutte: ‘Harmen Schutte had het niet gemakkelijk op het Spittaal. 21.09.1732 wordt hij aangemaand om binnen 14 dagen de 13
achterstallige pacht van 907 gl. te betalen, onder bedreiging met actie. Die achterstallige pacht liep van St. Martinus (11 nov.) 1719 tot St. Martinus 1731. ….. 30.12.1732 wordt beslaglegging gevraagd op zijn gerede goederen wegens achterstallige pacht en wegens achterstallige rente over een lening. De dag van de gerechtelijke verkoop wordt bepaald op 19.01.1733. Hoe het verder ging vond ik (Koekkoek) niet. Harmen is toch blijkbaar op de duur wel uit de schulden gekomen’. (einde citaat). Na vader Harmen Schutte komt zoon Reinirus op Het Spittaal te wonen. Hij trouwt (R.K. Baak 01.08.1784) met Fenneken Lankhorst. Hun zoon Harmanus trouwt (R.K. Baak 04.03.1806) met Gerardina Adolphina Meijer, dochter van de eigenaars van bovengenoemde Meijersplaats: Hermanus Meijer en Aleida Maria Wigmans, schoonouders van Hendrik Zusters, broer van Johanna Janssen’s (1) grootvader Gradus Arnopldus Susters (6). Harmanus sterft in 1821 op 36-jarige leeftijd. (Weduwe Gerardina Adolphina Meijer hertrouwt (10.10.1837) met Christianus Jansen. Dit huwelijk is echter niet gelukkig; men besluit tot scheiding van tafel en bed). Reeds vóór het tweede huwelijk van Gerardina Adolphina Meijer met Christianus Jansen, is Het Spittaal verkocht. In 1832 behoort, blijkens het kadaster, Het Spittaal toe aan Jan Jac. Van te Voort, predikant te Amsterdam’ (Koekkoek, z.j., p. 376). Terwille van de overzichtelijkheid zullen de onderlinge relaties van de genoemde personen kort worden aangegeven via het kwartierstaatmodel: i. ii iii iv v vi vii viii ix
kind van Harmen Schutte junior, geb. 1785, overl. 1821, otr/tr. Baak 7.2/(RK)4.3.1806 Geharda Adolphina Meijer, ged. 19.4.1785 (s-069) Reinirus (Reinder) Schutte, ged.(RK) 16.4.1757, otr/tr. Baak 11.7/(RK)1.8.1784 Fenneken Lankhorst (s-079) Hermanus Meijer, geb.1734, overl./begr. 12.3/19.3.1811, tr. Doesburg 1773 Aleida Maria Wigmans Harmen Schutte, overl./beg. Op het Spittal in Baak, (Spittaals Boer) Bouman op Spittaal 20.12/28.12.1771, tr.(3) Baak 2.2/22.2.1743 (RK) 20.2.1743 Garritjes (Gerardina) Roerinks, overl./begr. Baak 7.4/12.4.1786 (s-068)
. . xvi
Derck Schutte uit Steenree
.
xviii.
Arend Roerink onder Wichmond
Tot zover de geschiedenis van de eigenaren van drie boerderijen In de huwelijksacte van de dochter van het echtpaar Johanna Zusters (dochter van Frans Susters, kw.nr.12; zus van Gradus Susters, kw.nr.6) x Gerardus Hendriks (GenLias, inv.nr.3042, gem. Steenderen, nr.14) wordt de vader, Gerardus Hendriks, aangeduid als Gradus Hendriks Kwaderwijk. De bruid, zijn dochter, heet geen Hendriks meer, maar Engelina Carolina Kwaderwijk. (van den Berg, 2000, p.132; h-269). Dit is wel een frappant geval van een zodanige naamsverandering. Zoals hierna herhaaldelijk zal blijken staat deze naamsvernadering niet op zichzelf. Johanna Zusters (dochter van Frans Susters, kw.nr.12) en Gradus Hendriks Kwaderwijk hebben twee kinderen gekregen: Anna Maria Catharina Kwaderwijk, geb. Steenderen 12.10.1813, tr. Steenderen 20.6.1834 Jacobus Jansen, geb. Steenderen 20.2.1792 Engelina Carolina Kwaderwijk, geb. Steenderen 26.12.1814, tr. Steenderen 15.11.1844 Petrus Kniest, geb. Wehl 1811, zn. v. Nicolai Kniest en Gesinae Kemperman (Sloot, 2004) De inwoners van Baak meenden dat “den Schoolmeester van Steenderen niet in staat is om behoorlijk in het Dorp en in de Ommestreken ten opzigte van het onderwijs te voorzien”. Zij
14
verzoeken daarom dat J.C.Boon geexamineerd zal worden. Het verzoek is ondertekend door A.F. Holtslag, Gerrit Kraaijvanger, J.W.Haagen en Frans Susters (kw.nr.12). A.F. Holtslag is vermoedelijk Antony Holtslag, vader van Johanna Geertruida Maria Elizabeth Holtslag, gehuwd met Antonius Johannes Meijer, zoon van Hermanus Meijer en Aleida Maria Wichmans, schoonouders van Hendrik Zusters (broer van Gradus Susters, kw.nr.6). 14
15
Hendrik Jan Eulink (Henricus Joannes Oelink Willemssen; Henrici Joannes Oeling), ged.(RK) Baak 20.4.1761 (1766 vlgs. Eulink, 2000), dagloner, overl. Drempt, gem. Hummelo en Keppel, 28.2.1838, otr/tr. Steenderen 8/22.5.1791/tr.(RK) Drempt (Baak, vlgs Eulink,2006) 23.5.1791 Hendrika Mentink Hoogkamp (Hendrika Hoogkamp; Henrica Hoogkamp; Henricae Maintings), geb/ged.(RK) 4/24.3.1767, overl. Drempt 25.6.1836 (e-066)
Het achtervoegsel ‘-kamp’ betekent: (hoger gelegen) stuk ontgonnen veld buiten de esindeling (Ouweneel, 1998, p.44) Dwarsverbinding: Eulink Johanna Janssen uit Steenderen en C.G. Eulink uit Oegstgeest (auteur van de ‘Aanzet tot genealogie Eulink’, 2000, pp.139-142) blijken als voorouders gemeenschappelijk te hebben: Henrici Oeling (14) en Hendrika Hoogkamp (15), en vanzelfsprekend hun (voor)ouders. Het echtpaar, Henrici Oeling en Hendrika Hoogkamp (14/15) heeft 11 kinderen gekregen, waaronder Gertruda Oeling (7), voormoeder van Johanna Janssen; en Gerhardus (Gradus) Oelink/Eulink, voorvader van C.G. Eulink te Oegstgeest (Eulink,2000). 18 19
Hermen Willemsen Eugelink, ged.(NDG) Zelhem 16.3.1710, tr(RK) Hengelo-Zelhem 29.4.1734 Gerarda Luckinck (Lueckinck), ged. ca 1710 (R93/129.6; Oldenboom, 2003, p.22, nr.496) De naam Luckinck is mogelijk afgeleid van Loikink, Lodekin, Lodewijk = roemvolle strijder (Ouweneel, 1998, p.6) Dwarsverbinding: Oldenboom De ouders van Liesbert Bieshorst (9): Hermen Willemsen Eugelink (18) en Gerarda Luckinck (19) komen ook voor in de kwartierstaat van Uichen Oldenboom. Zijn kwartierstaat vervolgt met een broer van Liesbet Bieshorst: Gerrardus (Gerrit) Eugeling of Bieshorst (Agelink), geb. Zelhem, ged.(RK) Hengelo 21.9.1738, overl. Slangenburg, gem. Hummelo 29.10.1814, tr.(2) Wijnbergen 6.7.1802, tr.(1) Doetinchem 25.3.1770, tr.(RK) Wijnbergen 17.4.1770 Freeksken ten Haaf (Frederika ten Have), geb. Silvolde, ged.(RK) Terborg 15.8.1739, overl. Slangenburg 9.10.1797 Kind en kleinkind van Gerrardus Eugeling of Bieshorst (Agelink), broer van Liesbet Bieshorst, heten resp.: Theodorus Johannes Agelink, geb. Slangenburg, ged.(RK) Wijnbergen 16.11.1775, boerenknecht/dagloner, overl. IJzervoorde 26.4.1847. Willem Agelink, geb. Ambt Doetinchem, IJzevoorde 20.1.1836, overl Wisch 19.12.1905, dagloner/landbouwer (Oldenboom, 2002, pp.146,147; 2003, pp.20,22) In het DTB-boek staat over Liesbet Bieshorst (kw.nr.9): ‘…zich ook wel Agelink genoemd hebbende’. Bij haar broer komen zelfs 3 namen voor: Eugeling, Bieshorst en Agelink. Uiteindelijk valt de keuze op Agelink, althans bij de nakomelingen van Liesbets broer.
15
De naam Agelink (Eugeling) blijkt dus te zijn afgeleid van het landgoed Aegelinck, onder Zelhem in het buurtschap Winckelshoeck. Dit landgoed wordt wel genoemd door Osnabrugge, maar niet meer door Bannink in 1942. Het is goed mogelijk dat landgoed/boerderij rond 1770 nog wel bestaat (zie eerder). 20
Berent de Winkel uit Zelhem ‘Winkel’ betekent: hoek (Ouweneel, 1998, p.98). Mogelijk wordt bedoeld: Berent die op de hoek woont. Ook is mogelijk dat de achternaam de Winkel, afgeleid is van de boerderijnaam Winckel De boerderij Winckel komt wel voor in de lijst Osnabrugge in het buurtschap Winckelshoeck te Zelhem, maar niet meer in de lijst Bannink uit 1942. Berent heeft zijn zoon Bernardus (10) blijkbaar niet genoemd naar de naam van de boerderij, maar hem de achternaam gegeven van: ‘zoon van’ Berent(d), d.w.z. Berendsen.
22 Willem Besselink, zn. w. Hendrik Schooltink onder Hengeloo [tr(1)(NDG) Hengelo 25.5.1743 Geertruijt Weenink, dr. Herman Weenink te Doetinchem] tr(2) (NDG) Hengelo 6.4.1748 23 Fenneken Lanssink uit Hengelo (915/81.8;R96/121.18; R96/126.15)
Dwarsverbinding:H.M. Jansen In de kwartierstaat Hendikus Jansen (OTGB, 2006, pp.140, 142; 2007,p.16) komt voor: Margaretha Besselink (kw.nr.137). Hij vermeldt niet meer gegevens dan haar naam. Margaretha blijkt zus te zijn van Willem Besselink (zie hiervoor kw.nr.22). De ouders van Margaretha en Willem komen namelijk overeen, Hendrik Schooltink en Hendersken Besselink (kw.nrs. 44 en 45). Johanna Janssen en Hendrikus Jansen hebben dus als gemeenschappelijke voorouders: Hendrik Schooltink en Hendersken Besselink; enz. Buiten de vader en moeder van Maria Besselink, blijkt er nog een tweede Willem te bestaan: Willem Besselink, tr.(RK) Hengelo-Zelhem 10.6.1743 Gertrudis Hermsen (R93/132.10)
Bij de Willem Besselink, gehuwd met Geertruijt Weenink/Fenneken Lanssink, de vader van Maria, wordt door Renema in een artikel in het Oostgelders Tijdschrift voor Genealogie en Boerderijonderzoek (1996a) een geschiedenis verteld. Willem Besselink, getrouwd met Geertruijt Weenink, heeft als vader Hendrik Schooltink (Hendrik Schooltink is namelijk ingetrouwd en Willem is op het erve Besselink geboren. Hij is verder door het leven gegaan als Willem Besselink. (Zoiets heeft wel eens een politiek doel: het onderstreept je aanspraken op het erfdeel). De vrouw van Hendrik Schooltink en Willems moeder, heet (Hendersken) Besselink. Hendersken Besselink staat in het gereformeerde doopregister van Hengelo, terwijl zoon Willem Besselink, vader Hendrik Schooltink en diens voorvaderen vóór hem Rooms-Katholiek zijn. . Het is mogelijk dat de katholieke familie Besselink haar kinderen in de Gereformeerde Kerk laat dopen, getuige de veronderstelling van Renema: (1996, pp. 105-107): ‘Zij zullen tot die verborgen katholieken behoord hebben die het verkeerde doopwater altijd nog beter vonden dan geen doop, maar die meteen weer naar de RK-ritus terugkeerden als er een pastoor beschikbaar was. … . Ingeschreven staan in een doopregister had zo zijn voordelen, als je later moest bewijzen dat je bestond. Bij een erfenis of zo’. In deze doopregisters komen echter geen dopen voor van kinderen van het echtpaar BesselinkWeenink / Besselink-Lanssink (tweede huwelijk van Willem).
16
Maria is dochter is uit het tweede huwelijk van Willem Besselink met Fenneken Lanssink. 24 Gijsbert Susters, wonende in Baak. (s-251)
26 Egbert Janssen van de Covik; Engbert Janszen van Til (van de Til Covik), zn. Jan (Zel) van Til onder Hengel otr/tr. Hengelo 7.4.1741, otr./tr. Steenderen 8.4/6.5.1741 27 Arnolda Sloot, (t-093)
28 Garrit Eulink; Garrit Oelink Willems (Gerardus Oelink; Gerardus Willemsen Oelinck [Wullink]), geb./1717, overl/begr. Baak 16/22.4.1779, otr/tr. Steenderen 7.2/3.3 1743; tr(RK) Baak 24.2.1743 29 Garritjen (Gerardina) Teunissen, ged. Baak 12.7.1722, dr. Teunis Hendriks in Baak (w-200; Eulink, 2006)
Gerardina heeft een broer Teunis. Bij de doop van het eerste kind van Teunis, dus neefje van Gerardina, zijn Fransiscus Susters en Gerardina Teunissen peter en meter. Het kindje komt na drie maanden te overlijden. Bij de doop van het volgende kindje zijn opnieuw Fransiscus Susters en Gerarda Teunissen, peter en meter (Teunissen, 2004). Warninckhorst In de geschiedenis van de boerderij/het landgoed Warninckhof (Warninckhorst; Warninckshofstede; Wamminckhorst), die een aanvang neemt in 1405, is van belang: 23.11.1748: Susanna Helena de Nore, wed. van de heer van Honstede en Ryssum, en zoon Barthold Georg Carel van Honstede, nemen een hypotheek op Warninckhorst. 9.9.1779: Barthold van Honstede verkoopt Warninckhorst aan Maria Theunissen (ged. Baak 12.7.1722) - weduwe van Teunis Teunissen, zijnde broer van Gerardina Teunissen (29) - en Maria’s tweede man, Johannes Schepers. Gerardina is echtgenote van Gerardus Oelink (28). 18.12.1786: in het Markeboek wordt Teunis Teunissen, zoon van het hiervoor genoemde echtpaar Teunis Teunissen en Maria Theunissen, opgegeven als eigenaar van Wanninkhorst Vanaf 1788 tot 1817 wordt Hendrik Teunissen (overl. 20.10.1818), broer van zoon Teunis, als eigenaar genoemd. Daarna gaat het goed in andere handen over (Koekkoek, z.j., 358-359). Adres: Dollemansstraat 3, Steenderen Dwarsverbinding: B. Jansen Johanna Janssen uit Steenderen en Bertha Jansen uit Lochem (Reuzel, 2002, pp.97-102), hebben als ‘jongste’ gemeenschappelijke voorouders Gerardus Oelink (Gerardus Willemsen Olink) (28) en Gerardina T(h)eunissen (29). Het echtpaar Oelink-Teunissen heeft naast zoon Hendrik Jan Eulink (14) een dochter gekregen: Wilhelmina Oelink (Willemina Oelink) op Covik, ged.(RK) Baak 11.12.1750, overl. Drempt, gem. Hummelo en Keppel 29.6.1835 tr. Baak 18.4.1773 Hendrik Jan Smits (Smidt), geb. Covik, ged.(RK) Baak 23.3.1744, overl. Steenderen 24.4.1806 begr. Baak 30.4.1806 (s-150) Wilhelmina Oelink is dus zus van Hendrik Jan Eulink (14) – voorvader van Johanna Janssen. Er bestaat dus verwantschap tussen Johanna Janssen en Bertha Jansen. Dwarsverbinding: Rasing Johanna Janssen uit Steenderen en Wilhelmus Rasing (Rasing, 1986, pp.75-78), hebben als ‘jongste’ gemeenschappelijke voorouders eveneens het echtpaar Olink-Theunissen (28/29). Ook in deze kwartierstaat komt niet zoon Hendrik Jan Eulink (14), maar dochter en zus Willemina Oelink (Eulink), gehuwd met Hendrik Jan Smidt in de kwartierstaat voor (s-150) Het onderscheid tussen de kwartierstaten Jansen uit Lochem en Rasing, bestaat hierin dat in het geval Jansen dochter Hendrika Smits (van Hendrik Jan Smits); en in het geval Rasing,
17
zoon Gradus, in de kwartierstaat voorkomt. 30 Gert Hoogkamp; Gert Hoogkamp Mentink; Gerrit H(o)ogenkamp, dagloner, geb. Hengelo, overl. Drempt 27.1.1818 tr.(1)(RK) Baak (Wichmond, vlgs. Eulink, 2006,p.72) 1.5.1753 Henrica Adams Beekmans, overl. 25.7.1765, tr.(2)(RK) Baak 11.11.1765 31 Jenneke Jansen Mockens (Mokkings); Joanna Mockinck (h-366; Eulink, 2006,p.72)
Renema (1990, p.40) toont aan dat het echtpaar eerst is gehuwd in de Gereformeerde Kerk, alvorens in de Rooms-Katholieke Kerk te trouwen. Ook de schrijfwijze van de namen is anders: Garrit Mentink, weduwenaar uit Warnsvelt, otr./tr.(NDG) 19.10/10.11.1765 Jenneken Mockinck, jd uit Hengelo In de lijst van Osnabrugge (1985,p.22), die betrekking heeft op de situatie rond 1650, komt onder Hengelo voor een boerderijnaam Mockinck in het buurtschap Noortdijck. (Bannink heeft alleen een lijst van Zelhem samengesteld. Een vergelijking is daardoor niet mogelijk). Het ‘stamhuis’ van de familie Mockinck is vermoedelijk ‘Het Goed Mockinck’, dat van ongeveer 1640 – 1694 als ‘erfgoed’ in het bezit van deze familie was. Familieleden zouden in de kastelen Schuylenburg en Swanenburg, resp. Bernt Mockinck van 1593-1596, en Adelheid Mockinck van ongeveer 1665-1695, hebben gewoond (Goes, 1986, p.64). 36 Willem Aegelink; Willem Hendriks (Sessinck), bouwman op Agelink (Willem Hendriks Sessink op Agelink), geb. /1688, [tr.(2) Hengelo 2.3.1720, Grietjen Jansen, dr. Jan Zel uijt Hengelo, wed. Jan Goossens], tr.(1) /1708 37 Liesken Agelinckx (Agelink) uijt Zelhem, geb. /1688, overl. /1720 (h-306; g-210; R96/97.9; Oldenboom, 2003, p.65, nr.992/993) Willem Aegelink heet ook Willem Hendriks Sessinck op Agelink. Deze verschillende naamgeving geeft voedsel aan de veronderstelling dat (soms) de oorspronkelijke eigennaam wordt ingeruild voor de naam van de boerderij waarin wordt gewoond en/of gewerkt - als eigenaar, pachter of landarbeider(?). Voor deze veronderstelling is alle aanleiding, want het eerste huwelijk van Willem Hendriks (Sessinck) is met Liesken Agelink uit Zelhem. Daar staat ook rond 1650 de boerderij Agelinck (in het buurtschap Winckelshoeck). Door zijn huwelijk is hij blijkbaar gaan werken op de boerderij Agelinck in Zelhem. Overigens, rond 1650 staat in Zelhem, in het buurtschap Winckelshoeck, een boerderij met de naam Sessinck. Deze boerderij wordt ook aangegeven door Bannink in 1942. (In 1942 staat ook een boerderij Sessink in het buurtschap Heidenhoek).
Dwarsverbinding: Thuijs In de kwartierstaat, samengesteld door A. Thuijs (1990, pp.32,55), komen voor: Barent (Willemsen) Eugeling, ged.(NH) Zelhem 24.10.1717, tr.Hengelo 23.2.1744 Janna (Harmsen) Konninck, zn. v. Harmen Konninck Vader van Barent (Willemsen) Eugeling: Willem Sessing, bouwman op Aegelinck onder Zelhem, tr. Lijsken (erfdochter) Aegelink Barent (Willemsen) Eugeling is dus de zoon vanWillem (Hendriks) Sessink (op Agelink) (36), bouwman op Aegelinck onder Zelhem, en broer van Hermen (Willemsen) Eugeling (18), vader van Liesbet Bieshorst (9) en haar broer Gerrardus Eugeling of Bieshorst. (Thuijs, 1990, p.55)
18
44 Hendrik Schooltink, otr. 12.4.1710 45 Hendersken Besselink, ged.(NDG) Hengelo 18.9.1681, overl/begr. Hengelo 21/25.3.1763 (R96/87.21; R92/72.7; JT04)
Hendersken Besselink heeft een zus Maria: Maria Besselink, dr. Garrit Hougen (zie 90), tr.(NDG) Hengelo 23.3.1709 Garrit Goikers, zn. Harft Mentink, beijde uijt Hengelo (R96/87.10)
Osnabrugge geeft aan dat rond 1650 een boerderijnaam Besselinck voorkomt in het buurtschap Op ‘t Goey te Hengelo. Dat is ook het geval bij de boerderijnaam Mentinck Met “opten Goye” wordt tegenwoordig bedoeld het buurtschap Gooi aan de westelijke grens tussen de gemeenten Hengelo en Zelhem. Renema (1996b) wijst erop dat “Goye” in vroeger tijden de aanduiding was van de gehele landstreeek waarin zich onder andere de dorpen Hengelo en Zelhem hebben ontwikkeld. Vandaar dat men oude aanduidingen ontmoet als “Henguloe opten Goye” of “Selhem opden Goye”. Men zou kunnen zeggen dat het gebied dat de naam “het Goy” draagt in de loop der eeuwen is gekrompen tot het huidige buurtschap met deze naam. De laatste inkrimping van het buurtschap heeft plaats gevonden in de 19de eeuw toen het dorpje de Keyenborg ontstond. 46 Berent Lansink, ged. Hengelo 2.1.1670, [otr.(1) Hengelo 26.2.1707 Fenneken Zel, dr. Jan op ‘t Zel in Hengelo] (Blijkbaar is Fenneken Zel zus van Grietjen Jansen, 2e echtgenote van Willem Aegelink (36)) otr.(2) Hengelo 30.12.1717 47 Berentjen Freterink Volgens Osnabrugge komen rond 1650 de boerderijnamen Groot Celle en Cleyne Celle voor in het buurtschap Varsele te Hengelo. De schrijfwijze van Celle is anders dan van Zel, maar dat is niet doorslaggevend, omdat men in vroeger tijden niet zo nauwkeurig met namen omging. Blijft de vraag welke boerderij precies is bedoeld. Volgens Osnabrugge bestaan er in 1650 twee boerderijen: Groote Vreterdinck en Kleyne Vreterdinck in het buurtschap Oosterwijck te Zelhem. In 1942 noemt Bannink de boerderij Vreterink, eveneens in Zelhem/Oosterwijk. 52 Jan Engberts, [otr.(2) Hengelo 28.10.1717 Janna Berentsen, d.v. Berent op Meijerink in Hengelo]; otr.(1) Hengelo 1.6.1709 53 Fenneken Jansen
In Hengelo, buurtschap Beckvelt, komt rond 1650 voor de boerderij Meyerinck (havezathe) 54 Derk Sloot, overl.(RK) op de Covick 3.12.1739, otr. Hengelo 8.8.1704 55 Wilhelmina Wentinck, overl./begr.5/12.2.1766 op de Covick/ overl(RK) 12.3.1766, alias de oude vrouw Sloots (s-112)
56 Wilhelmus Janssen Olinck (Wilhelmus Olinck; Willem Wullink), geb. Baak /1717, overl.Baak (RK) 29.3.1737 op Olinck, tr. 57 Joanna (Jantjen) Driessen, overl.(RK) Baak 29.7.1741 (o-012; Eulink, 2006,p.72)
Olinck is opgenomen in het register van huis- en boerderijnamen, in van den Berg (2000) Het echtpaar Olinck-Driessen heeft volgens Eulink (2000) een kind Gerardus (28) gekregen, geboren voor 1717. Van den Berg (2000, p.244, o-012) daarentegen geeft aan dat er alleen maar 4
19
kinderen zijn geboren in en na 1717, die bovendien geen van allen Gerardus, of een variant daarop, heten. Eulink, (2006, p.72) daarentegen noemt 7 kinderen waarvan de eerste Gerardus heet, geb. /1717 -kwart.nr.28. 58
Antonius Henrix (alias Theunis aan (in) t’Veld) Teunis Hendriks; Teunis Hendriks aan ‘t Veld, overl/begr. Baak 14/18.12.1761, overl(RK) Baak 15.12.1761, boer, tr. 59 Catharina (Margareta) Toenissen (Catharina [Margareta] Toenissen, overl. 8.12.1752, overl.(RK) Baak 6.12.1752 (h-296)
Opmerkelijk is de naamsverandering van kwart.nr. 58 naar kwart.nr. 29. De voornaam van de vader wordt de achternaam van de dochter. Groot Schoolwijk Teunis Hendrik ten Velde (58) en Trijntje Teunissen (59) waren pachters van de boerderij Groot Schoolwijk. Deze pachters zijn dus de ouders van Gerardina Teunissen (29). Teunis Hendriks ten Velde en Trijntje Teunissen staan 26.11.1733 hun gerede goederen af aan Susanna Helena de Nore (ook al genoemd onder 28/29), wegens pachtschuld’. (Koekkoek, z.j., p.353). Zij moeten blijkbaar vertrekken omdat zij de pachtschuld niet kunnen betalen aan Susanne Helena de Nore. adres: Z.E. weg 54 te Baak 62 Jan Mokkink van Hengelo, dog laetst van Zelhem In het buurtschap Noortdijck te Hengelo komt een boerderijnaam Mockinck voor (zie 31), 74 Lammert Eugelink, bouwman (landbouwer) op het goed Agelink op ‘t Gooi onder Zelhem, overl.
voor 7.1.1708 (Oldenboom, 2003, p.66, nr.1986) Osnabrugge vermeldt dat er rond 1650 een boerderij Agelinck voorkomt in het buurtschap Winckelshoeck te Zelhem. Hier klopt dus iets niet, tenzij je ervan uitgaat dat het buurtsachap nog (gedeeltelijk) zowel Hengelo als Zelhem omvat (zie tekst bij kwart. nr. 45). Dat is echter lang niet zeker. Renema (1996b) stelt namelijk dat reeds in het begin van de 17de eeuw de inkrimping van het gebied ‘op ‘t Gooi’ is ingezet. 88 Jan Schooltink uijt Zelhem Willem Besselink (22), zoon van Hendrik Schooltink (44) en Hendersken Besselink (45), heeft de achternaam gekregen van zijn moeder. Dat is het gevolg van het feit dat vader Hendrik Schooltink is ingetrouwd in de familie Besselink. Dat zegt overigens niets over de woonsituatie van Hendrik’s vader, Jan Schooltink (88). Osnabrugge vermeldt namelijk een boerderij genaamd Scholtink in het buurtschap Velswijck te Zelhem. Deze in 1650 genoemde boerderij, bestaat nog in 1942, waar Bannink deze boederij in 1942 onder de naam Schooltink, vermeldt. 90 Garrit Hoegen uijt Hengelo, tr.(1) voor 1671 91 Grietien Besselijncks, bouwlieden op Besselinck [tr.(2) Hengelo 21.2.1692 Reijnt Boeijnck, zn. Arent Boeijnck] (R96/74.3; Renema, 1996a, p.106) Grietien Besselink (91) is moeder van Hendersken Besselink (45). De naamgeving vindt plaats volgens de vrouwelijke lijn, omdat zij de eigenaren zijn van de erve Besselinck. Renema (1996a,p.106) merkt op dat Grietjen wel tot de eigenaarsfamilie behoort, maar haar vader Albert Besselink (182) was bouwman op Hemmekink onder Zelhem, omdat het erve Besselink
20
een tijdlang aan anderen is verpacht. Zelf is ze vermoedelijk bij haar huwelijk met Garrit Hoegen weer op het familiebezit getrokken. De afstamming van de Besselincks gaat terug tot voor 1500. Renema (1996a, p.106-108) geeft een kwartierstaat van Grietjen Besselink, met commentaar. Dwarsverbinding: genealogie Bernardus Gerardus Wolters Grietien is zus van Jan Besselink. Deze Jan Besselink is voorvader van Gradus Besselink (kwartierstaat Besselink, z.j.). Gradus Besselink is gehuwd met Theodora Johanna Hafkenscheidt: Gradus Besselink, geb. Ambt Doetinchem (Gaanderen) 29.04.1843, dagloner, overl. Wisch (Binnenheurne) 27.1.1906, tr.(1) Wisch 1875 Johanna Buyl, overl. Wisch 1878, tr.(2) Wisch 17.4.1879 Theodora Johanna Hafkenscheidt, geb. Gendringen1.3.1848, wed. Grades Siemes, overl. Silvolde20.9.1928 (kwartierstaat Besselink, z.j.). Blijkens deze kwartierstaat stamt Johanna Theodora Hafkenscheidt in rechte lijn af van Johannes Fredericus Hafkenscheidt, burggraaf van het Huys Ulft (in kwart.staat Besselink, nr. 544). In de genealogie Wolters komt uit de daar opgenomen kwartierstaat Hafkenscheidt naar voren dat leden van deze ‘burggraaf’-familie, via huwelijken met Westerveld en Knippenborg, verwant zijn aan Wolters. Het merkwaardige feit doet zich nu voor dat Wolters en Janssen niet alleen zijn verwant via het huwelijk tussen Bernardus Gerardus Wolters en Johanna Janssen, maar dat er ook een relatie bestaat tussen genealogie Wolters en kwartierstaat Johanna Janssen - via Hafkenscheidt 92 Gerrit Lansink, otr. Hengelo 4.4.1669 93 Hendersken Sessincks De boerderij Sessinck is eerder genoemd onder (36). Een kind en kleinkind van dit echtpaar 92/93 zijn echter resp. 46 (Berent Lanssink) en 23 (Fenneken Lanssink, tweede echtgenote van Willem Besselink). Van een vererving van de boerderij Sessinck langs deze lijn is dus geen sprake. 94 Harmen Freterinks 104 Engbert Harmsen op Kleijne Zel, [otr.(1) Hengelo Jenneken op Sluijterie, dr. Jan op Sluiterie van Vorden]; otr.(2) Hengelo 1681 105 Henderken Jansen 106 Jan op ‘t Velde uit Almen 108 Willem Sloot, boer 109 Arnolda Martens (JT04)
Willem Sloot en Arnolda Martens kopen Bieskes guet van Peter Tonissen en Jenneken Berentsen 110 Rijkelt Wentinck, otr. Hengelo 26.10.1679 111 Aeltien te Bosch, [otr.(2) Hengelo 17.7.1697 Jan Sloot, z.v. Kers Sloot uit Baak] 116 Hendrijck (Hendrik) ten Velde, geb. Vierakker, overl(RK) Vierakker 10.1.1727, van beroep bouwman, otr. Steenderen, 24.10.1769 117 Wilmken Rorincks, dr. Hendrijck Rorinck uijt Baeck, overl(RK) Baak 1.4.1736 (v-015)
Hendrik ten Velde werd tussen 1708 en 1711 bouwman op Hunnekink in Vierakker. – Sign(SAZ) [0216-105] 4.6.1711: Ers. Dr. R. Creuel volmr. van de Welgeb. Heer Joan Everard van der Heijden Heer tot Baack, Kervel ende Meijnerswijck ende dede omni meliori modo via de forma Landt Reghtens peindinge op en aan die goederen, peerden, beesten etc. van Hendrick ten Velde bouwman op ‘t Erve Honnekinck in desen Scholambte boerschap Vieracker gelegen, ten eijnde om t’erlangen die sa. van hondert en vijf carll. en sijnde drie jaeren paght van huis, hof en weijdens van het Goedt Eckenborgh* tot Baeck den Compts. 21
Heer Principael toestendigh, en door Gerrit Alberts en desselfs huisvrouw Grietjen Henricks als pachteren verschuldet, verschenen respectievelijk op Martini 1700, 1701 en 1702 ende bij den gepeindete als eijgene ende propre schult in solidum aengenomen, gelijck te vernemen uit die copie der Paghtcedule alhier ten fine van insinuatie, ingevolge het N. Regelement, overleght sub A. (Teunissen, 2004) 182 183
Albert Besselink, bouwman op Hemmekinck te Zelhem, overl. vóór 1667, tr. Huge Rerinck, koopt als weduwe op 14.11.1667 een stuk land te Zelhem, het Ickingslag. (kwartierstaat Besselink; Renema, 1996a, p.106) Albert wordt doodgeschoten tijdens krijgshandelingen in de Tactigjarige Oorlog. ‘Hij zou op het goed “Ikink”, dat zijn vrouw Mechtelt Bettinck (??) in het huwelijk meebracht, doodgeschoten zijn bij het inhalen van een voer rogge op de akker. De naam “Ikink” bestaat nog en is verbonden aan een wijkje in de kom van Hengelo’ (Harmsen, 1996, p.3-4)
184 186 210 218 219
Berent Lansink Winolt Sessinck, weduwnaar, otr.(2) Hengelo 14.3.1648 Hilleken op de Berkerie, d.v. Gosselinck op de Berkerie Jan Westerholt op de Sluimerplaetse, tot Ruerlo Marten Roelofs, tr.Steenderen 23.12.1682 Grietien Peters (JT04)
220 222 234 364 365 366 367 372 730 731 1460 1461
Derck Wentinck van Hengelo Jan ten Bosch uijt Baak Hendrijck Rorinck Hendrik Swavink alias Besselink, bouwman op Besselinck, overl. 1625 of 1630, tr. ca. 1590 Lijse (Elisabeth) Jansen Besselinck, overl. in/voor 1658 (Renema, 1996a, p.106) Johan Rerinck, overl. in/voor 1633, tr. Grietjen “Rerincks” (Renema, 1996a, p.106) Hendrik Weninck Jan Besselinck, ‘den Olden’, bouwman op Besselinck, geb. ca. 1520 +/- 10, tr. NN Hammink (dochter van Frerick [Derrick?]Hammink) (Renema, 1996a, p.106) Rijck (Rijckman, Rijckwijn, Rijckelt) Besselinck, bouwman op Besselinckgeb. ca. 1475, leeft in ieder geval tot 155?, tr.(1) ca . 1504 Tege?, tr.(2) ca. 1510 Wisse Addincks Uit het huwelijk van Rijckman en Wisse zijn zeven kinderen bekend: Jan, Henrick, Aelbert, Derck, Lisken, Willemken en Aeltien. De volgorde zegt niet alles over de ancienniteit, omdat in de getuigenverklaringen waaruit de namen blijken de zonen altijd voor de dochters worden genoemd.(Renema, 1996a, p.105) In 1457 moet Rijckwijn Besselinck, boer op ‘Groot Besselink’ aantonen dat zijn boerderij een vrij goed is. ‘Hij overlegt een brief uit 1438, waarin staat dat het “Besselinck” van een hofhorig goed van de Hof te Hengelo tot tijnsgoed is geworden, waarvan de bewoners aan de graaf van Zutphen, tevens hertog van Gelre, jaarlijks tijns moeten betalen’ (Harmsen, 1996, p.3-4) Dwarsverbinding: Fred Besselink In zowel de kwartierstaat Besselink (Fred Besselink, z.j.) als deze kwartierstaat Johanna
22
Janssen komen de volgende namen voor: Rijckman Besselinck (1460); Jan Besselinck (730); Lyse Besselinck (365); en Albert Besselinck (182) (De nummers hebben betrekking op kwartierstaatnummers Johanna Janssen). In de kwartierstaat Besselink wordt vervolgens Albert’s zoon Jan Besselink aangegeven; In de kwartierstaat Johanna Janssen is dat Albert’s dochter Grietien (Grietjen) (91). Grietien is zus van Jan, Fred Besselink vermeldt bij Albert dat hij 3 kinderen heeft gekregen: Jan, Henrick en Grietien (Beselink, z.j.). Ook Renema (1996a,p.106) wijst erop dat Albert de drie genoemde kinderen heeft gekregen. ‘het erve Besselinck is gelegen op Het Gooij onder Hengelo nabij de grens van de kerspelen Hengelo en Zelhem. Harmsen (1996, p.4) noemt in dit verband de boerderij ‘(Groot) Besselink’ in Keijenburg (gem. Hengelo), het tegenwoordige varkensbedrijf van de familie Menting aan de Remmelinkdijk 10. Het huis dateert in de huidige vorm, volgens een opschrift uit 1908. Dit erve Besselink op ‘t Gooi wordt in 1382 al vermeld. Renema (1996a, p.106): ‘Het was aanvankelijk een horig goed, behorende in de Hof van Hengelo. In 1438 kochten Albert, de toenmalige “horige naar den Goede Besselinck” en zijn vrouw Wendele het erve vrij van Hertog Arnolt van Gelre’. 1462 Frerik (Derrick?) Hammink 2920 Herbert Besselinck, geb. ca. 1440? (erg speculatief) ‘NN, als Rijck (zie nr.1460) in 1557 voor een commissie verschijnt om te bewijzen dat Besselink een vrij tijnsgoed is, toont hij een brief van St. Gregoriusdag 1382, waaruit we te weten kunnen komen, hoe de gezinssamenstellling toen was: ”Wij, Arnold van der Genaden Geest, Hertoge van Gelre en Greve van Zutphen, doen kond alle lueden, hoe Aelbert Besselinck und Wendele sijn huesfr., Johan, Aelbert Geerte, Lambrich, Geertruydt, Lysbeth und Alijt hoer kinderen onse hoefhoeriche luyde sijn ….” ‘ (Besselink, z.j.). Dwarsverbinding: Klein Kranenbarg In de kwartierstaat Janna Klein Kranenbarg (Bakker-ten Have, 2004, pp.8-10) komen ook voor: Rijckman/Rijckwijn Besselinck, geb. ca. 1475, overl. ca. 1550, bouwman op het tijnsgoed Besselinck op ’t Goy te Hengelo, tr.(1) ca. 1505 Tege N., tr(2) Wisse Addinck Dochter van Rijckman Besselinck is: Aeltien Besselinck, geb. ca. 1528 Aeltien Besselincks, dr. Rijck Besselinck, tr.(NDG) Hengelo 24.8.1666 Willem Gotinck, zn. w. Berent Gotinck van Hengeloh, tegenwoordig burger van Zutphen (R96/5.2) Deze Aeltien Besselinck is dus zus van de in deze kwartierstaat Johanna Janssen genoemde Jan Besselink (730) Hiermee is dus een, zij het verwijderde, verwantschap vastgesteld tussen Johanna Janssen en Janna Klein Kranenbarg Slotopmerkingen Het is een open deur op te merken dat in deze kwartierstaat verschillende namen voorkomen ter aanduiding van dezelfde persoon; en dat bovendien de schrijfwijze van een bepaalde naam ook kan verschillen. Eulink (2000,p.141) vraagt zich, blijkbaar in een poging om inzicht te verwerven in die verschillende naamgevingen, af of Wullink (56) een samenvoegsel is van Willem en Oelink. In een reactie op deze vraag denkt Renema (2001,p.33) dat sterk rekening moet worden gehouden met een ordinaire vergissing. ‘Heeft de predikant de naam niet goed verstaan? Heeft hij bij het overschrijven in het register zijn eigen krabbels op het trouwbriefje niet goed meer kunnen lezen? Pas als we de
23
veronderstelde “vergissing” vaker tegenkomen is het geen vergissing meer’. Vervolgens, Eulink is bij het samenstellen van zijn genealogie gestoten op de boerderijen Eulinkhof en Oelink. Hij vraagt zich af waar die te vinden zijn. Renema (2001,p.33-34) antwoordt onder meer als volgt: ‘Het is zeker dat er een erve Eulink (Oelink, Uinlink, Oeulink) was onder Hengelo. Het tegenwoordige erve vinden we op de grens van de buurtschappen Bekveld en Gooi ongeveer midden tussen de dorpen Hengelo en het huidige dorp Keyenborg, aan de Steenderseweg, niet ver bewesten de Kruisbergseweg (…)’. Osnabrugge (1985,p.22) bevestigt dat rond 1640 een boerderij Oelinck heeft bestaan in Op ’t Goey. Renema vervolgt: ‘Was er in Baak onder Steenderen een boerderij Eulink, en waar dan? …. Voorlopig geen uitsluitsel .., doch de RK registers van Baak en Hengelo/Zelhem bieden in dit opzicht misschien soelaas’. II De familie Besselink Inleiding In een kwartierstaat ligt de nadruk op de direkte voorouders van Johanna Janssen. Er zijn wel verbindingen gelegd met enkele verwanten van de voorouders, en met andere kwartierstaten, parentelen, e.d., maar dat blijft bij incidentele ‘lijntjes’. Nu wil het geval dat een voorouder van Johanna Janssen, Maria Besselink, deel uitmaakt van een familie Besselink waarover veel bekend is; niet in het minst doordat J. Renema veel transcripties van DTB-boeken heeft uitgegeven (zie literatuurlijst) die betrekking hebben op ‘t Goye, d.w.z. de regio met de woonkernen Hengelo en Zelhem - en later Keyenborg -, waar de familie Besselink heeft gewoond en gewerkt.Dat opent een mogelijkheid om Johanna Janssen te plaatsen in een groot familiaal verband – de familie Besselink. Maar probleemloos gaat dat niet. Uit de kwartierstaat blijkt dat Maria Besselink (kw.nr.11) als vader heeft: Willem Beselink (kw.nr.22). Nu blijken er twee Willem Besselink te bestaan die ook nog in hetzelfde jaar zijn gehuwd (1743). Welke Willem is vader van Maria en haar broers en zussen? Of zijn die broers en zussen (voor een deel) kinderen van de andere Willem? Om maar meteen met de deur in huis te vallen: De Besselink-kinderen – waaronder Maria (kw.nr.11), gehuwd met Bernardus Berendsen (kw.nr.10) zijn allemaal kinderen van Willem Besselink (kw.nr.22), tr.(1) Geeretruijt Weenink; tr.(2) Fenneken Lanssink Deze mededeling is in feite en conclusie als gevolg van een procedure, namelijk de toepassing van de peter- en metermethode. De peter- en metermethode is gebaseerd op de opvatting dat ouders een peter en meter kiezen uit de nauwe familiekring, omdat bij overlijden van (één van de) ouders, een beroep kan worden gedaan op (nauwe) verwanten van de ouder(s) die dan voor het achtergebleven kind kunnen zorgen. Als nu (één van) de peters en meters bij de doop van Besselink-kinderen nauwe verwanten zijn van één van beide Willem, dan zijn, vanuit de genoemde opvatting, de dopeling en één van de ouders, verwant aan de betreffende Willem. In par II.1 zullen alle familieleden van Maria Besselink worden vermeld om te kunnen vaststellen of de peters en meters nauw verwant (eerste of tweede graads-) zijn aan één bepaalde Willem. Wie zijn de twee Willem Besselink? -
Willem Besselink, overl/begr. 27/30.2.1759, zn. w. Hendrik Schooltink onder Hengelo, tr.(NDG) Hengelo 25.5.1743 Geertruijt Weenink, dr. Harmen Weenink te Doetinchem (R96/121.18; R92/70.9) Willem Besselink, wed. Geertruijt Weenink, tr.(2)(NDG) Hengelo 6.4.1748 Fenneken Lanssink, dr. w. Berend Lanssink, beijde onder Hengeloo (R96/126.15) Fenneken Lanssink, overl. 31.10.1787(?), wed. w. Willem Besselink van hier,
24
tr.(2)(NDG) Hengelo 10.4.1761 Kaarle Jaaltink, zn. w. Berent Jaaltink van Zelhem (R96/142.10; R92/38.8; R92/80.32)
-
Wilhelmus Besselinck, tr.(RK) Hengelo-Zelhem 10.6.1743 Gertrudis Hermsen
II.1 Wie zijn de nauwe verwanten van resp. Willem tr. Geertruijt Weenink en Willem tr. Gertruds Hermsen Overzicht van Besselink-kinderen In de trouwbijschrijvingen van huwelijken van de kinderen Besselink, wordt geen moeder, maar alleen vader Willem aangegeven. Aangezien er minstens twee Willem Besselink bestaan in de regio Hengelo en Zelhem, is het de vraag welke Willem de vader is van Maria; en inhoeverre deze Willem ook de vader is van de andere Besselink-kinderen die Willem als vader hebben. Deze vraag kan toch worden beantwoord, omdat van een aantal kinderen van Willem Besselink in het DTB-boek van de RK Statie Hengelo-Zelhem doopbijschrijvingen aanwezig zijn van hún kinderen, dus kleinkinderen van Willem, waarbij ook peters en meters aanwezig waren. Dat maakt het mogelijk om via de eerder genoemde peter- en metermethode vast te stellen welke Besselink-kinderen broers en zussen van elkaar zijn, en dientengevolge kinderen van één Willem. Via de peter en metermethode zal nu eerst alleen worden nagegaan welke kinderen van Willem Besselink broers en zussen zijn, inclusief Maria. Dan zal ook naar voren komen wélke van de twee Willem Besselink, vader is van de eventuele broers en zussen. Het criterium op grond waarvan tot een broer-zus verwantschap wordt besloten is een eerste of tweede graads verwantschap tussen (één van) de ouder(s) van de dopeling en de peter en/of meter bij de doop. Van een dergelijke verwantschap is sprake wanneer tussen peter/meter en ouder van de dopeling, een relatie bestaat in de zin van: broer(zwager), (schoon)zus, (schoon/stief)vader of (schoon/ stief)moeder, (schoon)zoon of (schoon)dochter, grootouder/kleinkind. Om de peter- en metermethode goed te kunnen toepassen, is het dus van belang om een overzicht te hebben van de Besselink-kinderen en hun huwelijkspartners met Willem als vader, en hun eerste graads verwanten. Is dat overzicht gemaakt, dan kan daaruit worden geput om te bepalen inhoeverre peters en meters nauwe verwantschap vertonen met de Besselink-ouder van de dopeling. De eventuele broers en zussen van Maria Besselink (eventueel, omdat de peter- en metermethode uitsluitsel moet geven) en hun partners: Berendina (Berndina) Besselink (Besseling), overl/begr. Hengelo 3/8.9.1791, dr. w. Willem Besselink onder Hengelo, tr.(NDG) Hengelo/tr.(RK) Hengelo-Zelhem 25/26.5.1775 Willem (Wilm) Kuijper(s) (Oldenkuiper), overl. 18.2.1806, zn. Jan Kuijpers, onlangs gewoont hebbende te Steenderen tr(2) 1.4.1796 Garritjen Jansen (912.2/21.1; R90a/9.9; R93/144.22; R92/85.28; R92/46.52)
Willem en Berndina hebben een (schoon)zus: Willemina Kuijpers, dr. Jan Kuijpers, tr.(NDG) Hengelo/tr.(RK) Hengelo- Zelhem 16.6.1776 Garrit Jan Garritsen, zn. Antonij Garritsen, beijde onder Hengelo (R90a/11.9; R93/145.7)
En een (schoon)zoon: Willem Kuijpers, zn. w. Willem Oldenkuijper en Berendina Besselink,geb. en wonende te Hengelo, otr.9.1.1807 Berendina Janssen, zn. v. Peter Janssen en M.Holts, geb. en wonende onder Steenderen. (R92/22.8)
25
Hen(d)rica Besselink, ged.(RK) Hengelo 7.7.1744, dr. w. Willem Besselink en Geertruijt Weenink, tr.(NDG) Hengelo/tr.(RK) Hengelo-Zelhem 17/19.12.1775 Waander Weenink, soon van Harmen Weenink, beijde uit Hengelo (JT04; R90a/10.8; R93/144.25)
Hendrica en Waander hebben een dochter: Willemiene Weenink, geb. Zelhem, 1779, dr. Waander Weenink wonende te Hengelo otr.(NDG) Hengelo 23.5.1799/tr.(RK) Hengelo-Zelhem14.6.1799 Aalbert Booltink, geb. Zelhem 1773, zn. v. Jan Booltink, wonende te Zelhem (R92/9.13; R93/157.4)
En een (schoon)zus en broer/zwager: Harmina Weenink, dr. w. Harmen Weenink onder Hengelo, otr.(NDG) Hengelo/tr.(RK) Hengelo-Zelhem 21.6/14.7.1793 Francis Kroets, zn. Derk Jan Kroets, wonende onder Zelhem. (R90a/45.4; R93/152.19)
Lambert Weenink, geb. Hengelo 1756, soon van wijlen Harmen Weenink, wonende te Hengelo, tr. (NDG) Hengelo/(RK) Hengelo-Zelhem 22/23.12.1793 Grada Hijtink(Heetink), wed. w. Jan Besselink, beijde onder Hengelo, (R90a/46.4; R93/152.21)
otr.(2)(NDG) Hengelo/tr.(2)(RK) Hengelo-Zelhem 25.4/12.5.1801, Berendiena Ensink, geb. Hengelo 1762, dr. Jan Ensink, wonende te Hengelo (R92/13.3; R93/158.8)
Reint (Reijnt) Besselink (Besselink op Coops), ged.(RK) Hengelo 1.3.1746, overl. 17.2.1806, zn. Willem Besselink onder Hengelo, otr.(NDG) Vorden 12.4.1776 Berendina (Berdien) Harmsen (Harmensen), dr. Harmen van de Hove onder Vorden. (912.2/24.2; JT04; R90a/10.11-11.1; R92/46.49)
Reint en Berendina hebben 10 kinderen gekregen (JT04). Garrit Besselink (Gerardus Besseling), zn. w. Willem Besselink onder Hengelo otr.(NDG) Hengelo/tr.(RK) Hengelo-Zelhem 25.4/20.5.1783 Grada (Gerarda) Boekeler (Boekelder), dr. w. Teunis Boekeler onder Zelhem. (912.2/55.5; R90a/24.2; R93/127.22)
Blijkbaar is Garrit voor 1792 overleden, want: Gerarda Boeckelaar (Grada Boekelder) otr.(2)(NDG) Hengelo/tr.(2)(RK)Hengelo-Zelhem 27.1/19.2.1792 Derck Hummelink, zn. w. Waander Hummelink, wonende onder Hengelo (R90a/41.6; R93/151.22)
Albert Besselink, zn. w. Willem Besselink, tr.(NDG) Hengelo/(RK) Hengelo-Zelhem 11.5/13.5.1794 Hen(d)rica Roessink, dogter van Harmen Roessink, beijde onder Hengelo (912.2/108.2; R90a/46.11; R93/153.8)
Albert en Henrica hebben twee (schoon)zussen: Grietjen Roesink, dr. Harmen Roesink, onlangs gewoont hebbende onder Hengelo. otr.(NDG) Hengelo/tr.Hengelo-Zelhem 1/24.5.1789 Garrit Koops, zn. w. Zweer Koops en Janna Eulink, wonende onder Zelhem. (R90a/35.11; R93/150.15)
Grade Roesink, dr. Harmen Roesink, onlangs gewoont hebbende onder Vorden, tr.(NDG) Hengelo/(RK) Hengelo-Zelhem 15/18.9.1793 Jan Wolterink, zn. Berent Gotink, nu beijde onder Zelhem (R90a/45.9; R93/152.21)
[Het tweede huwelijk van Jan Wolterink is als volgt (van Aalst, 2003, p.130): Garrit Jan Gotink of Wolterink, geb. Zelhem 1794, wednr. Grada Roesink, overl. 8.8.1818, zn. Berend Gotink en Ite Wolterink, tr(2) Zelhem 30.10.1818 Henrica Gootink, ged.(RK) Hengelo-Zelhem 10.9.1799, dr. v. Jan Gootink, geb. Ruerlo, won. onlangs
26
Zelhem, nu Hengelo.] Eerste graads verwanten van Willem Besselink: Willem Besselink, dr. w. Henric Schooltink en Hendersken Besselink, gehuwd met Weenink/Lanssink heeft twee zussen: Cornelia Besselink, dr. w. Henric Schooltink en Hendersken Besselink, tr.(NDG) Hengelo 16.2.1743 Berend Janssen op Huijsink, wed. Enneken Kolkmans, beijde onder Hengeloo (R96/121.13; JT04)
Margareta Besselink, dr. Henric Besselink op ‘t Goy, tr.(NDG) Hengelo 6.5.1741 Jan Saerberink, zn. Swier Saerberink (R96/119.14; JT04)
Mogelijk is Henrik Besselink dezelfde als Hendrik Schooltink, maar nu genoemd naar zijn vrouw, Hendersken Besselink Vervolgens, Kaarle Jaaltink, zn. w. Berent Jaaltink van Zelhem, tr. Hengelo 10.4.1761 Fenneken Besselink, wed. Willem Besselink van Zelhem. (R96/142.10)
Vanzelfsprekend is het peter-/meterschap van Bernardus Berendsen, echtgenoot van Maria Besselink, of van diens broer en zijn vrouw, eveneens een aanwijzing dat de Besselink-ouder een kind is van Willem Besselink,tr.(1 Geertruijt Weenink, tr.(2) Fenneken Lanssink. Het ‘centrale’ echtpaar Maria Besselink-Bernardus Berendsen: Bernardus Berentsen, zn. w. Berent de Winkel uit Zelhem, tr.(NDG)Hengelo/tr.(RK) Hengelo-Zelhem 9/11.05.1784 Maria Besselink, dr. w. Willem Besselink, beijde onder Hengelo (R90a/25.11; R93/148.7)
Van de echtgenoot van Maria Besselink, Bernardus Berendsen, is enkel bekend dat hij een broer heeft: Albert Berentsen (Berendzen), overl. Hengelo 15.7.1806, zn. Berent te Winkel, otr./tr.(NDG) Hengelo 7.4/7.5/tr.(RK) Hengelo-Zelhem 7.5.1769 Teune (Teuntje) Velderk(c)amp, dr. w. Wessel Velderkamp uit Hengelo (R90/44.2; R93/142.17; R92/47.18) Van Wilhelmus Besselink, tr. Gertrudis Hermsen, is verder niets bekend. Dat houdt in dat van dit echtpaar niet kan worden vastgesteld of hij de vader is van (enkele) kinderen Besselink. Mocht blijken dat enkele kinderen Besselink níet Willem Besselink, tr.(1) Geertruijt Weenink, tr.(2) Fenneken Lanssink als vader hebben, dan kan daaruit niet automatisch de conclusie worden getrokken dat dan Willem Besselink, tr. Gertrudis Hermsen, wel de vader zal zijn. Er kan immers nog een derde Willem Besselink, vader zijn?! Intermezzo Maria Besselink en haar eventuele broers en zussen zijn, zoals hiervoor is gebleken, minstens óók volgens de RK ritus gedoopt. Dat betekent dat ook bij de doop van hun kinderen een peter en meter aanwezig waren, waardoor de peter- en metermethode kan worden gebruikt bij de bepaling van een eventuele familieverwantschap in de zin van broer en zus.
27
Bij Reint Besselink en Berendina Harmsen is geen RK-trouwdatum vermeld, omdat die huwelijksregistratie niet voorkomt in het trouwregister van de RK Statie Hengelo-Zelhem. Maar Reint is wel RK gedoopt. Bovendien zijn al hun 10 kinderen RK gedoopt (Teunissen, 2004). Het is opvallend dat Maria Besselink en haar eventuele broers en zussen, behalve Reint, zowel voor de Nederduits Gereformeerde kerk als voor de Rooms-Katholieke kerk zijn getrouwd. Dat hangt waarschijnlijk samen met het feit dat de NederduitsGereformeerde godsdienst tot de Napoleontische tijd staatsgodsdienst was. Dat hield in dat alleen aan doop- en trouwregistraties in de Gereformeerde Kerk, maatschappelijke rechten konden worden ontleend. Nu volgt een overzicht van de dopelingen van de Besslink-kinderen (kleinkinderen van Willem) en de peters en meters bij de doop, teneinde vast te stellen of Willem Besselink tr.(1) Geertruijt Weenink, tr.(2) Fenneken Lanssink, vader is van de Besselinkouder van de dopeling. Mocht zowel peter als meter geen verwantschap vertonen met de Besselink-ouder, dan kan dat ook betekenen dat de Besselink-ouder, geen verwant vraagt om meter of meter te zijn! II.2 De peter- en metermethode: broers en zussen Besselink? In deze paragraaf zal een overzicht worden gegeven van doopbijschrijvingen van de eventuele kinderen van Willem Besselink, inclusief de peters en meters bij de doop van hun kinderen. Dat biedt de mogelijkheid vast te stellen of er al dan niet sprake is van een nauwe verwantschap tussen peter en meter enerzijds, en Besselink-ouder van de dopeling anderzijds. Deze doopbijschrijving wordt vervolgens voorzien van een toelichting over de aard van de eventuele familieverwantschap van de peter en/of meter met de ouder(s) van de dopeling. De peters en meters die een eerste graads verwantschap vertonen met de ouders van de dopeling, of die grootouder van de dopeling zijn, zullen worden gecursiveerd. Deze doopbijschrijvingen zijn bedoeld om een antwoord te vinden op de hiervoor gestelde vraag of de mogelijke broers en zussen van Maria Besselink, ook inderdaad haar broers en zussen zijn. En, welke Willem is dan de vader van de broers en zussen van Maria Besselink? Zijn ze kinderen van dezelfde Willem, of hebben sommige kinderen een andere Willem als vader, aangezien er minstens twee Willem Besselink zijn die ook nog in hetzelfde jaar (1743) zijn gehuwd (zie hiervoor: ‘Overzicht Besselink’). 16 maart 1777
Willemine
(JT04)
Reint Besselink Gerrit Besseling
x
Berendina Harmsen Finneken Hermsen
Peter Gerrit Besseling is (half)broer van Reint Besselink (één van de twee Willem Besselink is immers hertrouwd na het overlijden van zijn eerste vrouw – zie ‘Overzicht Besselink’. Immers, indien de kinderen Besselink allemaal als vader Willem hebben, getrouwd met Gertruijt Weenink/Fenneken Lanssink, dan is het nog mogelijk dat zij verschillende moeders hebben. Dat betekent dan dat zij halfbroers en –zussen van elkaar zijn. Vandaar dat steeds ‘half’ tussen haakjes is geplaatst). Meter Finneken Hermsen draagt dezelfde achternaam als Gertrudis Hermsen, vrouw van een van beide Willem Besselink. Er is (mij) niets bekend over de relatie tussen Finneken en Getrudis. 7 nov. 1778
Hermanus
(JT04)
Reint Besselink Harmen Berendtsen
x
Berendina Harmsen Henrica Besselink
x
Berendina Harmsen Fenne Besseling
Meter Henrica Besselink is (half)zus is van Reint Besselink. Van Harmen Berendtsen is vooralsnog niets bekend. 16 april 1781 (JT04)
Gerarda
Reint Besselink Herman vandeHeuve
Meter Fenneken Bisselink-Lanssink is weduwe van Willem Besselink: Fenne Besseling is (stief)moeder van Reint Besselink.
28
Van Herman vandeHeuve zijn vooralsnog geen persoonlijke gegevens bekend. 1 juni 1783
Bernardus
(JT04)
Reint Besselink Wilm Old Kuijpers
x
Berendina Harmsen Maria Besseling
Peter Wilm Old Kuijpers is echtgenoot van Berendina Besselink, (half)broer van Reint Besselink. Meter Marie Besselink is (half)zus van Reint Besselink. 8 sept. 1784
Willem
Gart Besselink Teunis Velderman
x
Gerarda Boekelar Fenneken Bisselink
Teunis Velderman is de tweede echtgenoot van de moeder van Gerarda Boekelder (Boekelar), echtgenote van Garrit Besselink: Antonius (Teunis) Boekelder, tr.(1)(RK) Hengelo-Zelhem Bernardina Campermans, ged.(RK) Hengelo-Zelhem 22.6.1724. tr(2)(RK) Hengelo-Zelhem Teunis Velderman (Van Aalst, 2003, p.103). Hij is niet gecursiveerd, omdat hij geen bijdrage levert aan de relatie van Gart met een andere Besselink. Meter Fenneken Bisselink is (stief)moeder van Gart Besselink. Fenneken Bisseling heeft betrekking op Fenneken Besselink-Lanssink, tweede vrouw van Willem Besselink. gehuwd met Geertruijt Weenink/Fenneken Lanssink, (stief)grootmoeder van de dopeling. 8 mrt. 1785
Bernardus
(R93/83.4)
Reint Besselink Albert Besseling
x
Berdien Harmensen Catharina Harmensen
Peter Albert Besselink is (half)broer van Reint. Meter Catharina Harmensen is vermoedelijk zus van de vrouw van Reint: Berendina Harmensen. Zij is niet gecursiveerd, omdat zij geen bijdrage levert aan de relatie van Reint met een andere Besselink. Dat zou wel het geval zijn indien Catharina Harmensen als zus van Berdien Harmsen, meter zou zijn bij de doop van een kind van een ander Besselink-huwelijk, bijv. van Maria Besselink en Bernardus Berendsen. Er zou dan wél sprake zijn van een familieverwantschap tussen meter Catharina Harmensen en Maria Besselink/Bernardus Berendsen, maar niet van een eerste graadsverwantschap, omdat Catharina Harmensen zus van een schoonzus van Maria Besselink is. 18 aug. 1785
Berdin
(R93/83.22)
Bernardus Berendsen Jan Huisink
x
Maria Besselink Teune Wessels
Berend Janssen op Huijsink is echtgenoot van Cornelia Besselink, zus van Willem Besselink, gehuwd met Geertruijt Weenink/Fenneken Lanssink. Mogelijk, maar niet daadwerkelijk aangetoond, is Jan Huijsink zoon van het echtpaar Janssen op Huijsink-Besselink. In dat geval zou Jan Huijsink neef zijn van Maria Besselink. Meter Teune Wessels zou dochter kunnen zijn van Wessel Velderkamp (alias Hendriksen). Er is geen sprake van een eerste graads-verwantschap 11 mei 1787
Maria
(R93/87.8)
Reijnt Besselink x Bernardus Berendsen
Berdin Harmsen Joanna Völkering
Peter Bernardus Berendsen is zwager van Reijnt Besselink. Meter Joanna Volkering is (stief)tante is van Reijnt Besselink. Het is een tweede graads verwantschap: Joanna Volkering, dr. w. Cornelis Volkering onder Vorden, tr.(NDG) Hengelo 30.4.1745 Herman Lanssink, zn. w. Berend Lanssink onder Hengelo. (R96/124.10)
Herman is broer van Fenneken Lanssink, tweede echtge van Willem Besselink. 12 jan. 1788
Wilhelmus
Bernardus Berendsen
x
Maria Besselink
29
Henrick Berendsen
(R93/88.2)
Berdin Cuipers
Over de relatie van Berendsen/Besselink met peter Henrick Berendsen is vooralsnog niets bekend. Meter Berdin Cuipers is dezelfde als Berendina Besselink (gehuwd met Willem (Old)Kuijpers). Berendina Cuipers-Besselink is half(zus) van Maria Besselink 14 nov. 1788
Antonius
(R93/89.14)
Gart Besselink Reijnt Besselink
x
Gerarda Boeckelaar Berdin Camperman
Peter Reijnt Besselink is (half)broer van Gart. Meter Berdin Camperman is moeder van Gerarda Boeckelaar: 14 juni 1753 Beerne Camperman x Antonius Boekelder. (R93/137.8)
Antonius (Teunis) Boekelder is de vader van Grade Boekeler, vrouw van Garrit Besselink Deze familierelatie doet niet terzake, omdat die geen informatie biedt over de familierelatie met een andere (dan Gart) Besselink. 29 nov. 1789
Fredericus
(R93/91.10)
Reijnt Besselink op Coops x Reijnt Weeverink
Berdin Harmsen Berdin Oltkuijpers
Meter Berendina Oltkuijpers-Besselink is (half)zus is van Reint Besselink Over de relatie tussen Reijnt Weeverink en Besselink/Berendsen, bestaat vooralsnog geen enkele informatie. 7 jun. 1790
Engelina
(R93/92.6)
Bernardus Berendsen x Reijnt Besselink op coops
Maria Besselink Joanna Berendsen
Peter Reijnt Besselink op coops (Reijnt Besselink) is (half)broer van Maria Besselink De verwantschap van Joanna Berendsen kan mogelijk worden bepaald via de volgende doop- en trouwbijschrijvingen: 3 jan. 1796 Henrica Gerardus Windels x Joanna Berendsen (R93/100.16) Derck Jan Croetz Gertruit Windels Harmina Weenink, dogter van wijlen Harmen Weenink onder Hengelo, otr.(NDG) Hengelo 21.6.1793/ tr.Zelhem Francis Kroets, soon van Derk Jan Kroets, wonende onder Zelhem. Harmina Weenink is zus v. Waander Weenink, geh. met Hendrica Besselink.(zie eerder) Uit deze informatie kan worden afgeleid dat Derck Jan Croetz schoonvader is van Harmina Weenink, zus van Waander Weenink, gehuwd met Hendrica Besselink. Maar wat hebben Derck Jan Croetz en zijn zoon Francis te maken met Joanna Berendsen? In feite is niets duidelijker geworden over de relatie tussen Joanna Berendsen en Bernardus Berendsen/Maria Besselink. 10 nov. 1791
Gartien
(R93/94.10)
Gart Besselink Albert Besselink
x
Gerarda Boekkelaer Maria Besselink
Peter Albert en meter Maria Besselink zijn resp. (half)broer en (half)zus zijn van Gart Besselink 19 mei 1792
Berdin
(R93/95.8)
Reijnt Besselink op Coops x Jan Husinck
Berdin Harmsen Maria Besselink
Peter Jan Husinck is dezelfde als de eerder genoemde peter Jan Huisink Meter Maria Besselink is (half)zus is van Reijnt Besselink op Coops 12 aug. 1793 (R93/97.5)
Wilhelmus
Bernardus Berendsen Albert Besselink
x
Maria Besselink Antonia Veldercamp
30
Peter Albert Besselink is (half)broer is van Maria Besselink Meter Antonia Veldercamp is vrouw van Albert Berendsen, broer van Bernardus, d.w.z. schoonzus van Bernardus Berendsen. Toch is Antonia Veldercamp niet gecursiveerd, omdat de aangetoonde relatie tussen hen geen betrekking heeft op een andere Besselink . 14 okt. 1795
Wilhelmus
(R93/100.5)
Albert Besselink x Reijnt Besselink op Coops
Henrica Roesink Joanna Boerkamp
Peter Reijnt Besselink op Coops is (half)broer is van Albert Besselink Meter Joanna Boerkamp kan vooralsnog niet worden geplaatst in de familie Berendsen/Besselink 8 apr. 1796
Henricus
(R93/101.7)
Reijnt Besselink op Coops x Willem Oltkuijpers
Berdin Harmsen Henrica Roessink
Peter Willem Oltkuijpers, man van Berendina Besselink, is (half)broer van Reijnt Besselink Henrica Besselink-Roessink is zwager van Reijnt Besselink op Coops. 22 jan. 1797
Fenenna
(R93/102.20)
Bernardus Berendsen Albertus Berendsen
x
Maria Besselink Berdin Coops
Peter Albertus Berendsen is broer van Bernardus. Er is dus geen verband te leggen met een andere Besselink dan Maria. Meter Berdin Coops heeft, gezien haar voornaam, mogelijk betrekking op Berendina Besselink op Coops-Harmsen, vrouw van Reint Besselink op Coops, afgekort als Coops. Helemaal zeker is dat niet, omdat Coops ook voorkomt als afzonderlijke eigennaam. 6 febr. 1800 (R93/108.8)
Gerardus
Bernardus Berendsen Albert Booltink
x
Maria Besselink Henrica Roesink
Meter Henrica Besselink-Roessink is schoon(half)zus van Maria Besselink Peter Albert Booltink is echtgenoot van Willemin Wänink, dr. v. Waander Wänink, gehuwd met Maria’s zus Henrica Besselink. Albert Booltink is daardoor neef van de ouders van de dopeling. Hij voldoet dus niet aan het criterium van eerste-graads verwantschap. Intermezzo Het echtpaar Booltink-Weenink krijgt minstens een zoon en een dochter: 21 okt. 1800 Engelberta Albertus Booltink op Weenink x Wilhelma Weenink (R93/109.22) Waender Weenink Joanna Berendsen 1 febr. 1802 Hermannus Albertus Booltink op Weenink x Wilhelma Weenink (R93/111.17) Waender Weenink Joanna Berendsen Allereerst valt op dat Joanna Berendsen meter is bij de doop van de twee kinderen. Zij was eerder meter bij de doop van Engelina, dochter van Maria Besselink en Bernard Berendsen. Van haar is verder weinig bekend, zodat over haar relatie met Berendsen-Besselink vooralsnog niets kan worden gezegd. Vervolgens is opmerkelijk dat Albertus nu is getooid met een uitgebreide achternaam. ‘op Weenink’. Dat wekt de suggestie als zou Albertus Booltink wonen op de boerderij Weenink. Althans rond 1650 blijkt een boerderij Weeninck te bestaan in het buurtschap Op ‘t Goey in Hengelo. Is Albertus ingetrouwd in de boerderij Weenink? Krijgen de kinderen nu de achternaam Weenink? Overigens, in 1942 blijkt een boerderij Booltink te bestaan (Bannink, 1942); niet rond 1650 (Osnabrugge 1985).
31
14 febr. 1805
Joanna
Reint Besselink Frerick Goosens
(JT04)
x
Berendina Harmsen Joanna Oltkuipers
Peter Frerick Goosens is echtgenoot van Willemina Besselink, dochter van Reint Besselink en Berendina Harmsen: Willemina Besselink, geb. Hengelo 1777, dr. Reijnd Besselink (op Coops), wonende te Hengelo, otr(NDG) Hengelo/tr(RK) Hengelo-Zelhem 27.4./15.5.1804 Frederik Gosens, zn. w. Jan Gosens en Altien Hoebink geb. Hengelo 1774, wonende te Hengelo (R92/17.9; R93/161.1). Ofschoon er een eerste graads verwantschap bestaat tussen Reint en schoonzoon Frerick, werpt deze relatie geen licht op de verwantschap met een andere Besselink. Over de relatie van Joanna Oltkuipers met Willem Old Kuipers en zijn vrouw Berendina Besselink, is vooralsnog niets bekend. Resultaat peter- en metermethode De peter en metermethode is gebruikt om een antwoord te vinden op twee vragen: - welke Willem is vader van welke Besselink-kinderen? - welke Besselink-kinderen zijn broers en zussen van elkaar? ouders Henrica Henrica
Reint 0
Gart
2
Maria B.dina Albert 1
peter Reint
0
1
Gart
1
0
Maria
3
1
Berendina
3
Albert
1
1
1
en meter 0 1 1
1
0 0
In de tabel zijn verticaal de peters en meters aangegeven; en horizontaal de ouders. Het cijfer 2 op de eerste regel (Henrica-Reint) houdt in dat Henrica twee keer meter is geweest bij de doop van een kind van Reint. Als de echtgenoot/echtgenote van een Besselink-kind peter of meter is geweest, wordt het Besselink-kind ‘gescoord’. In totaal zijn er 18 doopbijschrijvingen (2 doopbijschrijvingen waarbij Fenneke BesselinkLanssink, echtgenote van één van de twee Willem Besselink, meter is, zijn niet in de tabel opgenomen). Uit de tweede kolom (Reint) van deze tabel komt allereerst naar voren dat alle Besselink-kinderen eens of meermalen peter of meter zijn geweest bij de doop van een kind van Reint. Als je de tabel ‘horizontaal’ leest, dan blijkt dat Reint, tweede rij van de tabel, peter is geweest bij de doop van kinderen van Gart, Maria en Albert. Op Gart na, is elk Besselink-kind minstens 3x peter/meter geweest bij de doop van een ander Besselink-kind. Bij Berendina is geen enkel Besselink-kind peter of meter geweest, maar zij is wel meter geweest bij de kinderen van Reint en Maria.
32
Conclusie Dit voert tot de conclusie dat de Besselink-kinderen inderdaad kinderen zijn van één van de twee Willem Besselink. Het feit dat Fenneke Besselink-Lanssink, twee maal meter is geweest bij de doop van Besselink-kind, namelijk bij Reint en Gart, is een sterke aanwijzing voor het vaderschap van de echtgenoot van Fenneke Besselink-Lanssink: Willem Besselink, eerder gehuwd geweest met Geertruijt Weenink. Deze conclusie wordt ondersteund door de volgende tweede graads-verwantschappen tussen peter of meter en de Besselinkouder (van de dopeling): - Joanna Volkerink, (stief)tante van Reint, is meter bij de doop van Reint’s dochter Maria; - Bernardus Husink, echtg. van Cornelia Besselink, zus van Willem Besselink, gehuwd met Geertruijt Weenink/Fenneken Lanssink, en - Margarita Besselink, zus van Willem Besselink, gehuwd met Geertruijt Weenink/Fenneken Lanssink, zijn peter en meter zijn bij de doop van Reint: 1 maart 1746 Reint Willem Besselink x Geertruijt Weenink (JT04) Bernardus Husink Margarita Besselink
Intermezzo Wed. Enneken Kolkmans, voor de tweede maal gehuwd met de hiervoor genoemde peter bij de doop van Reint, Bernardus Husink (Berend Janssen op Huijsink), was eerder gehuwd met Reind Huijsink. Deze Reind Huijsink heeft een dochter: Henrica Huijsink, tr.(NDG) Hengelo 5.2.1750 Jan Mockinck, zn. w. Jacob Mockinck De naam Jan Mokkink is eerder voorgekomen, namelijk in de kwartierstaat ‘Johanna Janssen’, onder nr.62. Jan Mockinck en Jan Mokkink zijn niet dezelfde persoon. Jan Mockinck, zoon van Jacob Mockinck, huwt 5.2.1750; de dochter van Jan Mokkink in de kwartierstaat, Joanna Mokkink, nr. 31, trouwt in 1765 met Gert Hoogkamp. Jan Mockinck, tr.1750, heeft, hoogstwaarschijnlijk geen dochter die in 1765 trouwt. De geldigheid van de peter- en metermethode Vervolgens, het resultaat van de peter- en metermethode, waaruit naar voren is gekomen dat Albert, Berendina, Gart, Maria en Reint, (half)broers en -zussen van elkaar zijn, wordt gedeeltelijk bevestigd via andere bronnen dan de doopbijschrijvingen, zoals gebruikt in de peter- en metermethode. In de kwartierstaat Teunissen (Teunissen, 2004), worden in kwartierstaatnummer 208/209 twee kinderen vermeld, geboren uit het huwelijk tussen Willem Besselink en Geertruijt Weenink: 1. Hendrica Besselink, ged(RK) 7 juli 1744 te Hengelo 2. Reinerus (Reint) Besselink Hendrica Besselink, blijkt dus halfzus te zijn van Albert, Berendina, Gart, en Maria; en zus van Reint. Deze informatie uit een geheel andere bron dan de peter en meter-methode, namelijk een direkte geboorte-of doopbijschrijving van de kinderen van het echtpaar Besselink-Weenink, vormt dus (gedeeltelijk) een rechtstreekse bevestiging van de geldigheid van de indirekte peter- en metermethode voor het bepalen van familieverwantschappen. Deze onafhankelijke toets op de geldigheid van de peter- en metermethode, wat Hendrica en Reint betreft, maakt het aannemelijker dat ook uit eventueel bewaard gebleven DTB-registraties daadwerkelijk naar voren zal komen dat Albert, Berendina, Gart en Maria, halfbroers en -zussen zijn van Hendrica en Reint, uit het weede huwelijk van Willem Besselink met Fenneken Lanssink. Er blijkt, naast de twee Willem Besselink, nog een derde Besselink voor te komen in de regio Hengelo en Zelhem, met eveneens een kind dat Maria heet en die in ongeveer dezelfde tijd leefde als Maria 33
Besselink, gehuwd met Berent Berendsen: Maria Besselink, dr. Jan Besselink en Catharina Swavink, otr/tr.(NDG) Hengelo 29.8/21.9.1788 Harmen Hoebink, soon van Arent Hoebink, beijde onder Hengelo (R90a/34.2)
otr(2)(NDG) Hengelo 10.11.1809 Jan Winters, wedn. w. Janna Hast, zn. Gradus Winters en w. Jacoba Schalk, geb. onder Zeddam, thans wonende te Zelhem (R92/28.4)
Jan Besselink komt echter niet in aanmerking als vader van de Besselink-kinderen. Gezien de namen in deze trouwbijschrijving is het nauwelijks aannemelijk dat er een (nauwe) verwantschap bestaat tussen Jan Besselink en de kinderen van Willem Besselink, tr.(1) Geertruijt Weenink, tr.(2) Fenneken Lanssink. Het is duidelijk geworden dat Maria Besselink deel uitmaakt van een familie Besselink. Het familieverband kan echter worden uitgebreid door de familie Besselink in een ruimer kader te plaatsen. Dat is mogelijk via de huwelijkspartners van de (half-)broers en -zussen van Maria Besselink; en via de zwager en schoonzussen van de enige broer van Bernardus Berendsen. Dat leidt tot de samenstelling van het familienetwerk Berendsen - Besselink III. Het familienetwerk Berendsen - Besselink De samenstelling van een familienetwerk wordt mogelijk door de familie Besselink - voornamelijk bestaande uit de drie (half)broers en twee (half)zussen van Maria Besselink en hun partners – uit te breiden met: - de broer en drie zussen van Teune Veldercamp, schoonzus van Bernardus Berendsen, en hun partners; - de zwager van Maria’s broer Albert Besselink: Jan Wolterink, zijn broer en drie zussen, en hun partners; - de families Eulink en Camperman. Deze laatste drie families zijn langs verschillende wegen zowel onderling als met Besselink en Veldercamp verbonden. Dat leidt uiteindelijk tot 5 families: - de familie Besselink, bestaande uit broers en zussen van Maria en hun echtgenoten; - de fgamilie Veldercamp, bestaande uit de broers en zussen van Teune Veldercamp, echtgenote van Albert, enige broer van Bernardus Berendsen; - de familie Wolterink, bestaande uit de broers en zussen en hun echtgenoten van de zwager (Jan Wolterink) van Albert Besselink, broer van Maria. Daarnaast worden ook nog onderscheiden: - de familie Eulink en - de familie Camperman Tenslotte zullen kort drie thema’s worden besproken die gelateerd zijn aan de inhoud van dit onderdeel. Hiervoor is vastgesteld dat Maria Besselink 2 broers heeft: Albert en Garrit, en één halfbroer: Reint, een zus: Berendina, en een halfzus: Hendrica. Deze broers en zussen en hun echtgenoten, vormen tesamen het blok Besselink. In deze paragraaf III zal de familie Besselink, waaronder Maria, gehuwd met Bernardus Berendsen, worden uitgebreid met in totaal 4 families: Veldercamp, Wolterink, Eulink en Camperman (een familie Berendsen is niet haalbaar, omdat de enige broer van Bernardus slechts via zijn vrouw Henrica Veldercamp, tot het blok Veldercamp kan leiden). De familie Veldercamp
34
Antonia Veldercamp, vrouw van Bernardus’ enige broer Albert Berendsen, heeft een gehuwde broer en drie gehuwde zussen: Engele Velderkamp, geb. Hengelo, dr. Wessel Velderkamp (alias Hendriks) onder Hengelo, otr.(NDG) Hengelo/tr.(RK) Hengelo-Zelhem 16.4/5.5.1773 Antonius (Teunis) C(K)amperman, zn. w. Frerik Kamperman uit Zelhem (R90a/6.6; R93/144.5; van Aalst, 2003, p.104). Hendrica Velderkamp, overl. Hengelo 7.1.1811, dr. Wessel Velderkamp onder Hengelo, otr.(NDG) Hengelo 26.5.1763 Berent Mentink, wedn. w. Stijne Wetink onder Zelhem (R90/36.2; R92/66.11)
Intermezzo Tussen 24.05.1763 en 08.08.1763 (de preciese datum is niet bekend en wordt aangegeven als ??) wordt in het DTB-register van de RK Statie Hengelo-Zelhem het huwelijk bijgeschreven van Berent Mentink en Hendrica Wessels. Dat wekt de suggestie dat Hendrica Veldercamp ook wordt aangeduid als dochter van Wessel (Veldercamp), dat wil zeggen, Wessels. (R93/141.11)
Berendina Velderkamp, dr. w. Wessel Hendriksen uit Hengelo, otr(1)(NDG) Hengelo/tr.(RK) Hengelo-Zelhem 9.7.1770/26.6.1770 (?) Hendrik Bloemen, zn. Cornelis Bloemen onder Zelhem (R90/45.8; R93/143.4)
tr(2) (RK) Hengelo-Zelhem 7.5.1771 Henricus Mentink (R93/143.11)
Sweer Velderkamp, overl. Hengelo 29.5.1810, zn. w. Wessel Velderkamp, thans onder Zelhem otr.(NDG) Hengelo/tr.(RK) Hengelo-Zelhem 4/21.2.1780 Maria Wetink, overl. Hengelo 7.6.1805, dr. Garrit Wetink onder Hengelo (R90a/18.5; R93/146.21; R92/51.49/65.11; R92/46.37)
Naast de familie Besselink, is nu een tweede amilie ‘Veldercamp’ ontstaan. Naast de twee families ‘Besselink’ en ‘Veldercamp’, kan nog een derde familie ‘Wolterink’ worden gevormd: Grade Roessink, zus van Henrica Roessink, gehuwd met Albert Besselink, is vrouw van Jan Wolterink. Deze Jan Wolterink heeft een gehuwde broer en drie gehuwde zussen. De familie Wolterink Vooraf, Osnabrugge (1985,p.23) vermeldt dat rond 1640 een boerderij Wolterinck heeft bestaan in het buurtschap Oosterwijck in Zelhem. Ook Bannink (1942) treft in 1942 een boerderij Wolterink aan in hetzelfde buurtschap. Jan Wolterink, zn. Berent Gotink tr.(NDG) Hengelo 15.9.1793 Grade Roesink, dr. Harmen Roesink, onlangs gewoont hebbende onder Vorden, nu beijde onder Zelhem (R90a/45.9)
Maria Wolterink, dr. Berent Gotink onder Zelhem otr/tr.(NDG) Hengelo 22.8/15.9.1793 Hermanus Mentink, zn. Hendrik Mentink van hier (=Hengelo) (R90a/45.8)
Reintjen Wolterink, dr. Berent Gotink onder Zelhem, geb. te Zelhem, otr/tr.(NDG) 6/29.5.1791 Hendrik Bluimink, wedn. w. Reintjen Mentink van hier (=Hengelo) (R90a/40.6)
35
otr.(2)(NDG) Hengelo/tr.(RK) Hengelo Zelhem 10/28.2.1804 Aalbert Eulink, 27 jr., zn. w. Hendrik Eulink, geb. en wonende te Hengelo. (R92/17.5) Hendrica Wolterink, 26 jr., dr. w. Berend Gotink en Ida Wolterink, geb. en wonende onder Zelhem, otr.(NDG) Hengelo 22.4.1803 Lucas Mentink, 33 jr., zn. w. Hendrik Mentink en Christina Lansink, geb. en wonende alhier (= Hengelo) (R92/16.4)
Toon Wolterinck, tr.(RK) Hengelo-Zelhem 9.10.1787 Wesseltie Waensink (R93/149.14)
In totaal zijn er nu dus drie families gevormd, uitgaande van het centrale echtpaar Maria BesselinkBernardus Berendsen. De relatie van de familie ‘Besselink’ met het echtpaar Besselink-Berendsen is eerste graads, omdat deze familie betrekking heeft op de (half) broers en -zussen van Maria Besselink en hun echtgenoten. De familie ‘Veldercamp’ is tweede graads verwant met Besselink-Berendsen, omdat het hier niet de broers en zussen/zwagers en schoonzussen van Bernardus en Maria Berendsen-Besselink betreft, maar de broers en zussen/zwagers en schoonzussen van Bernardus’ broer Albert Berendsen. De familie ‘Wolterink’is derde graads verwant met Berendsen-Besselink, omdat het niet de broers en zussen/zwagers en schoonzussen van Bernardus en Maria Berendsen-Besselink betreft, maar de broers en zussen/zwagers en schoonzussen van de zwager van de vrouw van Albert Besselink. Deze drie, onderling verbonden, families vormen de kern van het familienetwerk Berendsen-Besselink (zie schema familienetwerk aan het einde van dit onderdeel). Vervolgens is er nog een vierde familie ‘Eulink’ dat een bijzondere positie inneemt, omdat het onder meer een verbinding heeft met Gart en Albert Besselink in de familie ‘Besselink’; en met de familie ‘Wolterink’. De familie Eulink De uitwerking van de familie ‘Eulink‘ zal plaatsvinden aan de hand van een korte beschrijving van de familie Eulink door Renema (2001, p. 33-34): ‘In mijn verzameling bewoningsgeschiedenissen van boerderijen onder Hengelo en omstreken vind ik dat er op Eulink eerst een Lambert Eulink woonde (al genoemd in het verpondngscahier van ca. 1649), die op z’n laatst in 1677 overleed. … . Lambert’s zoon en opvolger Gerrit trouwde in 1704 en werd later opgevolgd door schoonzoon Lubbert Wolterink die naderhand Lubbert Eulink is gaan heten. Lubbert werd omstreeks 1773 opgevolgd door zijn zoon Gerrit Eulink’ (Tot zover het citaat). (De naamsverandering van Lubbert Wolterink in Lubbert Eulink, is mogelijk een gevolg van zijn huwelijk met een dochter van Garrit Eulink, en daardoor gaat wonen op de boerderij Eulink) Er zijn dus 4 generaties Eulink die achtereenvolgens worden gekenmerkt door de volgende namen: Lambert; Gerrit; Lubbert Wolterink/Eulink; en Gerrit. Lambert komt alleen voor als vader in de volgende twee trouwbijschrijvingen: Berent Gosensen, nagelaten sone van Gosen Everts van Hummeloh tr.(NDG) Hengelo 2.9.1677 Geertien Lamberts, Lambert Oelincks nagelatene dochter alhier tot Hengeloh (R96/65.6). Het huwelijk van Lambert’s zoon Gerrit in 1704: Garrit Uinlinck, nagelaten sone van [wijlen] Lammert Uinlinck tr.(NDG) Hengelo 15.3.1704 Trientjen [Geeltinks], nagelatene dochter van [wijlen] Hendrik Geeltink, beide uijt Hengelo (R96/82.11)
Van Gerrit’s schoonzoon Lubbert Wolterink/Eulink (zie citaat Renema hiervoor), is geen trouwbijschrijving te vinden (Renema, 1996). Maar er is wel een trouwbijschrijving van Lubbert’s
36
zoon Gerrit, jr. waarin zijn vader wordt genoemd als Lubbert Eulink. Lubbert Eulink (schoonzoon van Gerrit Eulink, sr.) en zijn vrouw - ? Eulink (dochter van Gerrit Eulink sr.) hebben echter, naast Gerrit jr., nog 3 kinderen gekregen: Jan, Janna en Hendrik. De 4 kinderen van Lubbert blijken (aan)verwant te zijn aan Albert en Garrit Besselink (van de familie ‘Besselink’); en aan Jan en Reijndjen Wolterink (van de familie ‘Wolterink’): (Het relatiepatroon van de familie ‘Eulink’ met de families ‘Besselink’ en ‘Wolterink’ wordt aanmerkelijk leesbaarder bij enige visuele ondersteuning door het ‘schema Berendsen-Besselink’ aan het einde van dit onderdeel) De trouwbijschrijvingen van de broers en zus van Gerrit jr.: Jan Eulink is gehuwd met de weduwe van Waander Hummelink. Waander Hummelinck heeft onder andere een zoon Derck Hummelinck, die is getrouwd met de weduwe van Garrit Besselink: Grada Boekeler: Jan Eulink, zn. Lubbert Eulink van hier (= Hengelo) otr.(NDG) Hengelo 18.5.1764 Johanna Holst, wed. w. Waander Hummelink onder Zelhem (R90/38.5)
Garrit Besselink (Gerardus Besseling), zn. w. Willem Besselink onder Hengelo otr.(NDG) Hengelo/tr.(RK) Hengelo-Zelhem 25.4/20.5.1783 Grada (Gerarda) Boekeler (Boekelder), dr. w. Teunis Boekeler onder Zelhem. (R90a/24.2; R93/127.22)
Blijkbaar is Garrit Besselink vóór 1792 overleden, want: Gerarda Boeckelaar (Grada Boekelder) otr.(2)(NDG) Hengelo/tr.(2)(RK)Hengelo-Zelhem 27.1/19.2.1792 Derck Hummelink, zn. w. Waander Hummelink, wonende onder Hengelo (R90a/41.6; R93/151.22)
Na het overlijden van zijn vrouw, is Jan Eulink hertrouwd met Janna Koops, zus van Garrit Koops. Garrit Koops is gehuwd met Grietjen Roessink, (schoon)zus van Albert Besselink, gehuwd met Henrica Roessink: Jan Olink, wedn. w. Janna Hols onder Zelhem otr.(NDG) Hengelo 26.1.1772 Janna Koops, dr. Zweer Koops onder Hengelo, (R90a/3.1) Garrit Koops, zn. w. Zweer Koops, wonende onder Zelhem, otr.(NDG) Hengelo 1.5.1789 Grietjen Roesink, dr. Harmen Roesink, onlangs gewoont hebbende onder Hengelo. (R90a/35.11) Janna Eulink is zowel moeder van Garrit Koops, gehuwd met Grietjen Roessink, schoonzus van Albert Besselink; alswel moeder van Janna Koops, schoonzus van Grade Roessink, gehuwd met Jan Wolterink Janna Eulink, overl. Hengelo 18.2.1807, dr. Lubbert Eulink, overl. Hengelo 24.2.1795 otr/tr.(NDG) Hengelo 21.12.1764/20.1.1765 Sweer Koops, overl/begr. Hengelo 29.8/3.9.1788, wedn. Willemken Teerink, overl. 7.12.1763, beide van Hengelo (R90/39.3; R92/47.54; R92/42.6; R92/38.35/81.29; R92/72.43) Het merkwaardige feit doet zich nu voor dat Janna Eulink zowel zus als schoonmoeder is van Jan Eulink! Janna Eulink is namelijk gehuwd met Sweer Koops, vader van Janna Koops, gehuwd met Jan Eulink Gerrit Eulink. Zijn vrouw Liebe (Elisabeth) Hummelink is zus van Derck Hummelink, gehuwd met Grada Boekeler, weduwe van Garrit Besselink: Garrit Eulink, overl. Hengelo 12.4.1788, zn. Lubbert Eulink uit Hengelo, otr/tr.(NDG) Hengelo 12.2/7.3.1773
37
Elisabeth Hummelink, dr. w. Waander Hummelink uit Zelhem (R90a/5.10; R92/38.21) Hendrik Eulink is vader van Aalbert Eulink, gehuwd met Reijndjen Wolterink, zus van Jan Wolterink, gehuwd met Grade Roessink, schoonzus van Albert Besselink: Hendrik Olink, zn. Lubbert Olink, otr/tr.(NDG) Hengelo 15.5/18.6.1772 Reintjen Groote Mentink, dr. Garrit Groote Mentink, beijde uit Hengelo (R90a/4.4) Reijndjen Wolterink, geb. te Zelhem, 34 jr., wed. w. Hendrik Bleumink, dr. w. Berend Gotink, wonende in Hengelo, otr.(2)(NDG) Hengelo/tr.(RK) Hengelo Zelhem 10/28.2.1804 Aalbert Eulink, 27 jr., zn. w. Hendrik Eulink, geb. en wonende te Hengelo. (R92/17.5) Kortom, de kinderen van Lubbert Eulink (Wolterink), Gerrit, Jan, Janna en Hendrik, zorgen voor de relatie van Eulink met het de familie Besselink, via Albert en Garrit, broers van Maria; en met de familie Wolterink, via Jan en zijn zus Reijndjen De familie Camperman Van Aalst onderscheidt 4 afzonderlijke families Camperman, waartussen (nog) geen samenhang is gevonden. Er bestaan relaties tussen Camperman enerzijds en Besselink, Veldercamp en Wolterink anderzijds. Deze relaties hebben allemaal uitsluitend betrekking op familie IV (van Aalst, 2003, pp.102-106; 130-131) De familie(IV)Camperman wordt ter wille van de overzichtelijkheid in een parenteel weergegeven. Namen die voorkomen in één van de vier families ‘Besselink’, ‘Veldercamp’, ‘Wolterink’ en ‘Eulink’, zullen worden gecursiveerd. De notatie 1.7 betekent het 7de kind van ouderpaar 1; 17.1 betekent het 1ste kind van het ouderpaar 1.7. 1.7
Frederici (Frerik) Camperman, overl. /1760 tr.(1) Maria Scholtinck, dr. Jan Schooltink uit Zelhem tr.(2) (niet van belang)
17.1
Bernardina (Beerne) Camperman, ged.(RK) Hengelo-Zelhem 22.6.1724 tr.(1)(RK) Hengelo-Zelhem, Antonius (Teunis) Boekelder, tr.(2) (niet van belang)
17.2
Joannes Camperman op Sletterink, ged.(RK) Hengelo-Zelhem 26.9.1727, overl. /30.11.1773 tr.(RK) Hengelo-Zelhem 23.7.1754 Margaretha (Grietje) Waninck, ged.(RK) Hengelo-Zelhem 1.6.1732, overl. Zelhem 17.3.1811, dr.Bernardi Waninck en Bernardina Terinck
17.6
Joanna Camperman, Ged.(RK) Hengelo-Zelhem 12.12.1736 tr.(1)(RK) Hengelo-Zelhem 1.6.1764 Joes (Jan) Weetink
17.7Antonius Camperman, ged.(RK) Hengelo-Zelhem 17.7.1739 tr.(1)(NDG) Zelhem/(RK) Hengelo-Zelhem 7.4/5.5.1773 Engele Velderkamp, geb. Hengelo, dr. Wessel Velderkamp (alias Hendriks) tr.(2) niet van belang tr.(3) niet van belang 17.1.3 Gerarda (Garretje) Boekelder, ged.(RK) Hengelo-Zelhem 20.9.1762 tr.(1)(RK) Hengelo-Zelhem 20.5.1783
38
Gerardus Besseling tr.(2) (NDG) Zelhem/(RK) Hengelo-Zelhem Derck Humelink, zn. Waander Hummelink onder Hengelo 17.2.6 Maria Camperman (alias Sletterink), ged.(RK) Hengelo-Zelhem 6.5.1771, overl. 1809 tr. Zelhem/Hengelo Huw.comm. 7.5/21.4.1797/(RK) Keijenborg 9.5.1797 Jan Gootink, geb. Ruerlo, won. Onlangs Zelhem, nu Hengelo, zn. Jannes Gotink 17.6.3 Christina Weetink, ged.(RK) Hengelo-Zelhem 30.6.1769 tr.(1) Hengelo Huw.comm./(RK) Hengelo-Zelhem 10.9.1798 Harmen Berentsen, wednr. Engel Hummelink 172.6.2 Henrica Gootink, ged.(RK) Hengelo-Zelhem 10.9.1799 tr. Zelhem 30.10.1818 Gerrit Jan Gotink of Wolterink, geb. 1794 te Zelhem, wedn. Grada Roesink (overl. 8.8.1818), (zus van Henrica Roessink, gehuwd met Albert Besselink) zn. Berend Gotink en Ite Wolterink Antonius Camperman (17.7) is gehuwd met Engele Veldercamp, schoonzus van Albert Berendsen en Maria Besselink (blok ‘Veldercamp’) Berendina Camperman (17.1), oudste zus van Antonius Camperman, is gehuwd met Antonius Boekelder. Zij zijn ouders van Gerarda Boekelder (17.1.3), die achtereenvolgens is gehuwd met Garrit Besselink en Derck Hummelink ( familie ‘Besselink’) Dochter van Maria Camperman en Jan Gootink (17.2.6), Henrica Gootink (172.6.2), is gehuwd met Jan Wolterink (familie ‘Wolterink’) Dochter van Joanna Camperman en Jan Weetink (17.6), Christina Weetink, (17.6.3) trouwt met de weduwnaar van Engel Hummelink, zus van Liebe Hummelink, gehuwd met Garrit Eulink (familie ‘Eulink’). De familie Camperman blijkt dus met elk van de vier andere families relaties te hebben. Dat houdt dan in dat Camperman ook gerelateerd is aan het centrale echtpaar Maria Besselink – Bernardus Berendsen. De mate waarin verschilt echter. Antonius Camperman (17.7) is zwager van Bernardus Berendsen en Maria Besselink Berendina Camperman (17.1) is schoonmoeder van Garrit Besselink, broer van Maria Maria Camperman (17.2.6) is schoonmoeder van Jan Wolterink, gehuwd met een schoonzus van Albert Besselink, broer van Maria Joanna Camperman is ‘oud’ schoonmoeder van Engel Hummelink, zus van Derck Hummelink, gehuwd met Gerarda Boekelder, na de dood van Garrit Besselink, broer van Maria. Tot slot zullen drie kwartierstaatjes Camperman worden gepresenteerd om enkele onderlinge relaties op een andere manier te presenteren i. Gerarda (Gerritje) Boekelder (vrouw van Garrit Besselink) ii Antonius Boekelder iii Bernardina (Beerne) Campermans iv ? v ? vi Frederici (Frerik) Camperman vii Maria Scholtinck i ii iii iv v
kind van Antonius Camperman Engele Veldercamp Frederici (Frerik) Camperman Maria Scholtink
39
vi Wessel Veldercamp (alias Hendriks) vii ? i. Henrica Gotink (vrouw van Jan Wolterink) ii Jan Gotink iii Maria Camperman iv ? v ? vi Joannes Camperman vii Margaretha Waninck . . xii Frederici (Frerik) Camperman xiii Maria Scholtinck Conclusie Er bestaan relaties tussen de familie Besselink; de familie Veldercamp; de familie Wolterink; de familie Eulink; en de de familie (IV) Camperman De tweede fase van het onderzoek naar familierelaties met Besselink is hiermee afgesloten. De derde fase bestaat uit: Drie thema’s Inleiding In deze sectie komen een drietal thema’s aan de orde die te maken hebben met de inhoud van dit onderdeel Berendsen-Besselink. Deze thema’s betreffen: i. In de bijdrage ‘kwartierstaat Johanna Janssen’ werden twee subkwartierstaatjes gepresenteerd m.b.t. de zus van Johanna Janssen, Frederika, en haar halfbroer, Gradus Waenink. Komen in deze subkwartierstaatjes namen voor die ook voorkomen in het familienetwerk BerendsenBesselink? ii. Het familienetwerk Berendsen Besselink is vrij uitgebreid. Het bestaat uit vijf blokken en veel namen per blok. Sommige namen komen meer dan eens voor in meer dan één blok. Dat betekent dan dat er een traject van verwantschap kan worden gevormd van het ene naar het andere blok, soms nog via een derde blok. iii Er kan een probleem ontstaan bij het zoeken van verwanten van Bernardus Berendsen, gehuwd met Maria Besselink. Als je namelijk niet wéét dat de vader van Bernardus Berendsen, Berent te Winkel heet, dan zal Berent te Winkel als peter bij de doop van een kind van Bernardus of Albert Berendsen, niet worden herkend als eerste graads familielid. Dat heeft consequenties voor het gebruik van de peter- en metermethode. De voornaam blijkt nu belangrijk te zijn. i. Relaties met subkwartierstaatjes Komen in de subkwartierstaatjes Frederika Janssen en Gradus Waenink, namen voor die ook voorkomen in het familienetwerk Berendsen-Besselink? In de subkwartierstaat ‘Gradus Waenink’, halfbroer van Johanna Janssen, komt voor Willemken Eulink (xv): Willemken Eulink, geb. en wonende in Hengelo, 24 jr., dr. w. Garrit Eulink (xxx) en Liesabet
40
Hummelink (xxxi), tr.(NDG) Hengelo 15.5.1807/tr.(RK) Hengelo-Zelhem 3.6.1807 Reijnd Hietink (xiv), geb. en wonende in Hengelo, 26 jr., zn. Hendrik Hietink (xxviii) en Grietjen Wintveer (xxviv) (R92/23.11; R93/163.9)
Tot haar voorouders behoren dus ook Lubbert Eulink (Lx) en Waander Hummelink (Lxii) Liebe Hummelink (xxxi) heeft een broer Derck Hummelink. Hij is gehuwd met de weduwe van Garrit Besselink. ii De vier gezichten van Grada Boekeler Hoe ziet een verwantschapstraject eruit, indien één naam meer dan eens in het familientwerk voorkomt? Gerarda Boekelder is dochter van het echtpaar Antonius Boekelder x Bernardina Campermans; Bernardina Campermans heeft een broer Antonius Camperman x Engele Veldercamp, zus van Teune Veldercamp x Albert Berendsen, broer van Bernardus Berendsen, wiens vrouw Maria Besselink een broer heeft, Garrit Besselink x Grada Boekeler. Kortom, Gerarda Boekelder is geboren in de familie Campermans, en via verwantschap met achteeenvolgens (Engele en Teune) Veldercamp, (Albert, Bernardus) Berendsen, gehuwd in de familie Besselink. (Het woord ‘gezichten’ in de titel heeft betrekking op de vier families waarmee Gerarda Boekelder verwant is). In schema: Antonius Boekelder Engele Veldercamp-----Teune Veldercamp Maria Besselink--------Albert Besselink x x x x x Beerne Campermans-------- Anton Camperman Albert Berendsen---------Bernard Berendsen | | | | | Gerarda Boekelder Grada Boekeler
iii. Berendsen: geen pijl op te trekken Er bestaan veel Berendsen in Hengelo-Zelhem, waarvan sommige dezelfde voor- en achternaam hebben. Het is niet aannemelijk dat al die Berendsen familie van elkaar zijn; maar wie zijn wél familie van elkaar? Die vraag is hier moeilijk te beantwoorden vanwege de manier waarop achternamen worden toegewezen. Zo geeft Berent te Winkel zijn zonen (Bernarus en Albert) de achternaam Berendsen – zoon van Berent. Jan Berendsen geeft zijn dochter de achternaam Jansen – ‘zoon’ van Jan. Het blijkt hier niet om incidenten te gaan, maar om een regelmatig voorkomend fenomeen. In een systematisch uitgevoerd onderzoek is voor alle Berendsen uit een bepaalde periode nagegaan of de naam Berendsen zowel bij vader als bij zoon of dochter dezelfde is. Dit onderzoek is gedaan aan de hand van een trouwboek van de Nederduits Gereformeerde Gemeente van Hengelo uit de periode 1772-1811 (Renema, 1990a).
In de nu volgende tabel heeft de eerste kolom betrekking op de ondertrouwdatum van kind Berendsen; de tweede kolom de naam van de vader; de derde kolom de naam van zoon of dochter 9.10.1772 9.8.1776
Berent Jansen Berent Berentsen
Hendrica Berentsen Hendrik Berentsen
41
13.4.1778 20.4.1781 7.5.1783 16.4.1784 28.10.1785 7.9.1787 29.3.1787 20.2.1789 29.1.1790 21.5.1790 4.5.1792 17.8.1792 5.10.1792 31.1.1794 25.4.1794 28.8.1795 8.11.1807
Berent Berentsen Jan Berentsen Berent Berentsen Berent de Winkel Jan Berentsen Garrit Berentsen Berent Berentsen Berent Willemsen Berent Willemsen Jan Berentsen Garrit Berentsen Berent Harmsen Berent Gosligs Jan Berentsen Hendrik Berents Berent Harmsen Waander Berentsen
Stijntjen Berentsen Hendrica Jansen Garritjen Berentsen Bernardus Berentsen Lena Jansen Elisabet Garritsen Berent Berentsen Willem Berentsen Harmen Berentzen Stijntjen Jansen Jan Garritsen Antonij Berentsen Garrit Berentsen Steven Jansen Berent van Til(?) Hendrika Berentsen Gerrit Jan Waanders
Er zijn in totaal 19 Berent(sen) gevonden (hetzij voornaam, hetzij achternaam). In vier gevallen komt de naam Berent Berentsen voor (ondertrouwdata 1776, 1778, 1783, 1787). Dan maakt het niet uit of de voornaam dan wel de achternaam wordt gebruikt, voor de toekenning van de achternaam van het kind. In beide gevallen is de uitkomst immers Berendsen. Blijven 15 Berentsen over om na te gaan of de voor- of achternaam wordt gebruikt voor de achternaam van het kind. De conclusie luidt dat op één uitzondering na (ondertrouwdatum 25.4.1794), in alle gevallen de voornaam wordt gebruikt voor het geven van de achternaam aan het kind! Dat is ook het geval als het kind een dochter betreft, ook al betekent het achtervoegsel –sen eigenlijk zoon (van). Er kan worden aangevoerd dat sommige vaders meermalen voorkomen. Bijvoorbeeld, Jan Berentsen komt 4 keer voor.Maar ook als Jan steeds betrekking heeft op dezelfde Jan, dan nog blijft staan dat in alle gevallen geen enkel kind naar de vader wordt genoemd. De conclusie uit dit onderzoek kan niet anders zijn dan dat het vooral bij achternamen die eindigen op –s(en), de voornaam van belang is bij het toepassen van de hiervoor meermalen gebruikte peter- en metermethode! Tot zover het familienetwerk Berendsen-Besselink. Gezien het feit dat de naam Mentink in totaal 4x voorkomt in het familienetwerk BerendsenBesselink, rijst de vraag of het netwerk kan worden uitgebreid met de familie Mentink. Mentink: één familie? Samenvatting Uitvoerig onderzoek, waarbij vooral gebruik is gemaakt van de peter- en metermethode omdat DTBgegevens (mij) niet beschikbaar zijn, heeft geleid tot de conclusie dat er niet vanuit mag worden gegaan dat er één familie Mentink bestaat. Daarom komt Mentink als familie niet in het familienetwerk Berendsen-Besselink voor.
Inleiding Vooraf, Osnabrugge (1985,p.22) noemt het bestaan van een boerderij Mentinck in Op ‘t Goey rond 1640; en bovendien van een boerderij Mentinckcamp in het buurtschap Beckvelt te Hengelo. In dat buurtschap bevinden zich ook de boerderijen Cleyne Mentinck en Groote Mentinck.
42
In het familienetwerk Berendsen-Besselink komt de naam Mentink voor: tweemaal in verband met Wolterink, en tweemaal in verband met Veldercamp. Lucas en Hermanus Mentink zijn huwelijkspartner van resp. Hendrica en Maria Wolterink. Hendrica Veldercamp, schoonzus van Johanna’s voorouders, Bernardus Berendsen en Maria Besselink, is gehuwd met Berent Mentink, wednr. v. Stijntje Wetink onder Zelhem. Een zus van Hendrica Veldercamp, Berendina Veldercamp, is gehuwd met Hendrik Mentink. Het is duidelijk dat Lucas en Hermanus Mentink zwagers van elkaar zijn, aangezien ze gehuwd zijn met zussen Wolterink; hetzelfde geldt voor Berent en Hendrik Mentink, aangezien zij getrouwd zijn met zussen Veldercamp (zie familienetwerk Berendsen-Besselink: blok ‘Wolterink’; blok ‘Veldercamp’). Het is dus duidelijk dat de vier Mentinks een aanverwantschap met elkaar vertonen, omdat zij deel uitmaken van het familienetwerk Berendsen-Besselink, als gevolg van hun huwelijken met Wolterink en Veldercamp. Van een familie Mentink zal echter pas sprake zijn ingeval van een bloedverwantschap tussen Lucas, Hermanus, Berent en Hendrik. Vraagstelling Zijn Lucas, Hermanus, Berent en Hendrik Mentink met elkaar bloedverwant, zodanig dat van één familie Mentink kan worden gesproken? Indien dit het geval is, kan het familienetwerk Berendsen-Besselink worden uitgebreid met een vijfde blok: ‘Mentink’; en loont het bovendien de moeite na te gaan of er nog meer Mentinks tot de familie Mentink behoren. Intermezzo De mate van aanverwantschap tussen Lucas, Hermanus, Berent en Hendrik zal worden bepaald via de lijnen in het schema familienetwerk Berendsen-Besselink. Henrica Veldercamp ----- Teune Veld. Maria Besselink ----- Albert Bess. Jan Wolterink -----Maria Wolterink x x x x x x Berent Mentink Albert Berendsen ------ Bernard Ber.. Henrica Roessink ----- Grade Roess. Hermanus Mentink
Toelichting: de stippellijn geeft een broer-zus relatie aan. De aanverwante relatie tussen Hendrik Mentink en Lucas Mentink verloopt volgens hetzelfde stroomdiagram, waarbij de namen Hendrca Veldercamp en Hermanus Mentink moeten worden vervangen door resp. de namen Berendina Veldercamp en Lucas Mentink. Voorwaar geen nauwe aanverwantschap! Vraag is nu of een gemeenschappelijke voorvader is te vinden, waardoor gesproken kan worden van één familie Mentink, die minstens bestaat uit Lucas, Hermanus, Berent en Hendrik. Lucas en Hermanus: bloedverwant? Hiervoor werd gesteld dat Lucas en Hermanus Mentink zwagers van elkaar zijn; maar zijn zij ook bloedverwant? Dat zal nu eerst worden onderzocht, alvorens eventueel volgende stappen te zetten. De meest voor de hand liggende weg om de relatie van bloedverwantschap te achterhalen tussen Lucas en Hermanus, is het raadplegen van huwelijksbijschrijvingen: Lucas Mentink, geb. en wonende in Hengelo, 33 jr., zn. w. Hendrik Mentink en Christina Lansink. otr. (NDG) Hengelo 22.4.1803 Hendrica Wolterink, geb. en wonende in Zelhem, 26 jr., dr. w. Berend Gotink en Ida Wolterink (R92/16.4)
Harmanus Mentink, zn. Hendrik Mentink van hier (=Hengelo), otr/tr.(NDG) Hengelo 22.8/15.9.1793 Maria Wolterink, dr.Berent Gotink onder Zelhem (R90a/45.8)
Uit deze trouwbijschrijvingen komt naar voren dat Henrica en Maria Wolterink waarschijnlijk zussen
43
van elkaar zijn; en Lucas en Hermanus waarschijnlijk broers. Waarschijnlijk, omdat in de trouwbijschrijving van Hermanus Mentink en Maria Wolterink alleen hun vaders zijn genoemd. In principe beataat dan de mogleijkheid dat Hendrik Mentink, vader van Hermanus, slechts naamgenoot is van Hendrik Mentink, vader van Lucas. Uit het hieronder geplaatste overzicht van doopbijschrijvingen van de kinderen van Lucas en Hermanus komt naar voren dat deze mogelijkheid zo goed als uitgesloten is, omdat: Christina Lanssink, moeder van Lucas Mentink, meter is bij de doop van een kind van Hermanus; Ida Wolterink, moeder van Lucas’ vrouw Hendrica Wolterink, meter is bij de doop van twee kinderen van Hermanus; Hermanus peter is bij de doop van twee kinderen van Lucas; Lucas peter is bij de doop van twee kinderen van Hermanus Maria Wolterink, vrouw van Hermanus peter is bij de doop van een kind van Lucas. Overzicht van de peters en meters bij de doopbijschrijvingen van de kinderen van Lucas en Hermanus ??
Lucas Mentink
x
Henrica Wolterink
26.5.1806
Bernardina
Hermannus Mentink
Ida Wolterink
26.12.1810
Joanna C
Hermanus Mentink
Reintje Woltering
29.8.1808
Cristina A.B.
Franciscus Bott
Marica Woltering
1.4.1804
Henricus J.
Jan Wolterink
Christina Lansink
16.9.1793
Hermanus Mentink
x
Maria Wolterink
6.6.1805
Joannes
Lucas Mentink
Ida Wolterink
13.4.1810
Gerardus J.
Lucas Mentink
Reintje Woltering
9.10.1801
Christina A.
Jan Wolterink
Reinera Mentinck
14.6.1798
Bernardus
Berend Gootink op Wolterink Christina Lansink
26.12.1794
Henricus S.
Henricus Menting
Ida Wolterink
Overzicht huwelijksbijschrijvingen van peters en meters Hendrik Mentink, zn. Herman Mentink, tr.(NDG) Hengelo 10.7.1750 Christina Lansink, overl. 4.10.1802, dr. Jan Lansink, beijde onder Hengelo (R96/128.19; R92/45.26)
Berent Gotink, overl/begr. Hengelo 21/27.12.1785, zn. w. Dries Gotink, thans onder Hengelo, tr.(NDG) Hengelo 12.5.1758 Ida Wolterink, dr. Garrit Wolterink onder Zelhem (R96/138.3; R92/37.12/78.37)
Reijndjen Wolterink, geb. Zelhem, 34jr., won. Hengelo, wed. w. Hendrik Bleumink, dr. w. Berend Gotink en Ida Wolterink, tr.(NDG)Hengelo 10.2./(RK)Zelhem 28.2.1804 Aalbert Eulink, geb. en wonende in Hengelo,27jr., zn. w. Hendrik Eulink (R92/17.5)
Jan Wolterink, zn. Berent Gotink, tr.(NDG) Hengelo(Gld) 15.9.1793 Grade Roesink, dr.Harmen Roesink, onlangs gewoont hebbende onder Vorden, nu beijde onder Zelhem (R90a/45.9)
44
Uit het overzicht van peters en meters komt verder naar voren dat Reindjen en Jan Wolterink, broer en zus zijn van Maria en Henrica. Zij zijn peter en meter bij de doop van een kind van zowel Lucas en Hermanus (zie eerder over het gebruik van peters en meters voor de bepaling van bloedverwantschappen). Antwoord: Het is aannemelijk dat Lucas en Hermanus broers zijn. Intermezzo Het is merkwaardig dat de kinderen van Ida Wolterink haar achternaam, d.w.z. de naam van de moeder, krijgen. Een mogelijke verklaring biedt de volgende doopbijschrijving van een kind van Maria Wolterink en Hermanus Mentink: 14 juni 1798 Bernardus Hermannus Mentink x Maria Wolterink (R93/105.12) Berend Gootink op Wolterink Christina Lansink ‘op Wolterink’ kan ook gelezen worden als: ‘wonende op de boerderij Wolterink’. Mogelijk is Berent Gotink ingetrouwd op de boerderij Wolterink en worden hun kinderen genoemd naar de naam van de boerderij. De naam Wolterin(c)k komt zowel rond 1650 (Osnabrugge, 1985) als in 1942 (Bannink, 1942) voor als boerderij in Zelhem, in het buurtschap Oosterwijk. Berent en Hendrik: bloedverwanten? Nu de bloedverwantschap tussen de beroers Lucas en Hermanus is vastgesteld, komt de vraag aan de orde of Berent en Hendrik Mentink, gehuwd met de zussen Veldercamp, bloedverwanten zijn. Blijkt dat het geval te zijn, dan zal vervolgens worden bepaald of Lucas en Hermanus enerzijds, en Berent en Hendrik anderzijds, bloedverwant zijn. Is ook dat hert geval, dan kan het familienetwerk BerendsenBesselink worden uitgebreid et de familie Mentink, bestaande uit de broers Lucas en Hermanus en de bloedverwanten (broers?) Berent en Hendrik Wat Hendrik Mentink betreft zijn er onoverkomelijke problemen: in het doopboek RK HengeloZelhem komen geen kinderen voor uit het huwelijk van Hendrik Mentink en Berendina Veldercamp. Ook een ‘omweg’, die erin bestaat een overzicht te maken van de peters en meters bij de doop van de kleinkinderen van Hendrik Mentink en Berendina Veldercamp, blijkt niet mogelijk te zijn.Die kleinkinderen zijn namelijk niet gevonden in de (mij) beschikbare gegevens! Antwoord: Er kan niet via de peter- en metermethode worden vastgesteld of Hendrik Mentink bloedverwant is met Berent Mentink; en evenmin met Lucas en Hermanus Mentink Blijft over de vraag of Berent Mentink bloedverwant is met Lucas en Hermanus. Wat Berent Mentink betreft, ook hier geldt dat in het doopboek RK Hengelo-Zelhem geen kinderen worden vermeld uit het huwelijk van Berent Mentink en Hendrica Veldercamp. Maar hier lijkt een omweg mogelijk via de peters en meters bij de doop van de kleinkinderen, omdat er doopbijschrijvingen worden vermeld in het R.K. doopboek Hengelo-Zelhem, waarbij als vader van de Mentink-ouder wordt vermeld, zn of dr van Bernardus Mentink. Aangezien er meer Bernardus Mentink bestaan, zal worden nagegaan of de peters en meters bij de doop van een kleinkind van Berent Mentink, verwant zijn met Hendrica Veldercamp. Kinderen van Berent en Henrica?
45
In het doop- en trouwboek van de R.K. Statie Hengelo-Zelhem komen 5 kinderen voor van Berent Mentink: Christina, Willemine, Willemken, Albert en Jan. Dochter Christina: Christina Mentink dr.v.Berent Mentink
x
Jan Willem Hogeloght
4.9.1788 Gerarda
Derck Bleumink
Engel Hoogeloght
30.1.1792 Engelberta
Sweer Veldercamp
Ceune Mentink
30.1.1792 Bernardus
Jan Berend Hogeloght
Henrica Veldercamp
Zijn de peters en meters (eerste graads) verwant met Berent Mentink, gehuwd met Hendrica Veldercamp? Meter Henrica Veldercamp is echtgenote van Berent Mentink Peter Sweer Veldercamp is zwager van Berent Mentink. Derck Bleumink is de tweede echtgenoot van Henrica Veldercamp: Derk Bleumink, tr(RK) Hengelo-Zelhem 10.10.1775 Henrica Veldercamp (R93/144.24)
Van Ceune Mentink zijn (mij) geen gegevens bekend. Meter Engel Hogeloght en peter Jan Berend Hogeloght zijn afkomstig van de partner van Christina. Deze peter en meters zijn niet van belang om de te bepalen of Christina Mentink dochter is van Berent Mentink, gehuwd met Henrica Veldercamp. De vraag of Christina Mentink dochter is van Berent Mentink, gehuwd met Henrica Veldercamp, wordt dus gebaseerd op 4 van de 6 peters en meters. Resultaat: op grond van het feit dat 3 van de 4 overgebleven peters en meters (eerste graads) verwant zijn met Berent Mentink, gehuwd met Henrica Veldercamp, is het heel aannemelijk dat Christina inderdaad een kind is vanBerent Mentink, gehuwd met Hendrica Veldercamp Terzijde, de naam Hogeloght is waarschijnlijk afgeleid van Hoogelocht. Dat betekent ‘hoge heuvel’ (Ouweneel, 1998, p.8) Dochter Willemin: 29.5.1792
Willemin Mentink dr.v.Berent Mentink
x
Jan Gartzen
7.3.1793 Gerarda
Albert Berendsen
Henrica Meijerink
17.1.1796 Bernardus
Albert Mentink
Henrica Wessels
3.11.1798 Gerardus
Henrick Tolkamp
Gaertien Booltink
6.12.1802 Christina
Jan Willem Hogeloght
Antonia Veldercamp
Zijn de peters en meters eerste graads verwant met Berent Mentink, gehuwd met Hendrica Veldercamp? Peter Albert Berendsen (broer van Bernardus Berendsen, gehuwd met Maria Besselink), gehuwd met Antonia Veldercamp, is zwager van Berent Mentink, gehuwd met Hendrica Veldercamp Meter Antonia Veldercamp is schoonzus van Berent Mentink, gehuwd met Hendrica Veldercamp Jan Willem Hogeloght is schoonzoon van Berent Mentink, gehuwd met Hendrica Veldercamp – zie ‘dochter Christina’. Albert Mentink is een veel voorkomende naam. Welke Albert is peter? Eén Albert is zoon van Berent Mentink van Hendrica Veldercamp, en dus broer van Willemin (zie hierna). Aangezien het in Rooms-
46
Katholieke kring (niet dwingend) gebruik is om peters en meters uit de (nauwe) familiekring te betrekken, is de kans groot dat deze broer Albert, de beteffende peter is. Maar zekerheid heb je daarover niet. Albert Mentink als peter is daarom een vraag. Daarmee wordt bereikt dat het al dan niet dochterschap van Willemin op feiten is gebaseerd en niet (voor een deel) op onzekere mogelijkheden. Opmerkelijk is het meterschap van Henrica Wessels. Zij kan dezelfde zijn als Henrica Veldercamp, omdat haar vader Wessel Veldercamp heet. Het meterschap van Henrica Veldercamp (Wessels) wordt van een vraagteken voorzien Van de overige 3 peters en meters is (mij) niet bekend of zij zijn ingebracht door de partner van Willemin, Jan Gartzen, of dat het ‘vreemde’ peters en meters zijn, d.w.z. niet gekozen op grond van familieverwantschap. Resultaat: uitgaande van de meest voorzichtige optie: op grond van het feit dat 5 van de 8 peters en meters, al dan niet voorzien van een vraagteken, (eerste graads) verwant zijn met Berent Mentink, gehuwd met Henrica Veldercamp, is het aannemelijk dat Willemin inderdaad een kind is van Berent Mentink, gehuwd met Hendrica Veldercamp. Bij de kinderen Willemken, Albert en Jan, is de toepassing van de peter- en metermethode, bedoeld om vast te stellen hoe aannemelijk het is dat zij kinderen zijn van Berent Mentink, gehuwd met Hendrica Veldercamp, niet opgenomen in deze lopende tekst, maar in een appendix aan het einde van deze paragraaf. Dat is gebeurd omdat het onderzoek naar de kinderen Mentink ‘meer van hetzelfde is’ en de vaart in het betoog maar zou belemmeren, hetgeen niet ten goede komt aan de leesbaarheid. Uit de onderzoeken in de appendix komt naar voren: van de drie kinderen Willemken, Albert en Jan, is niet zonder meer aannemelijk dat zij kinderen zijn van Berent Mentink, gehuwd met Henrica Veldercamp. De huiver voor een stellige uitspraak wordt voor een belangrijk deel ingegeven door het feit dat een strikt toepassen van het eerste graads verwantschapscriterium weinig oplevert. Toch geldt in alle drie gevallen dat er wel min of meer aanwijzingen zijn voor een zoon/dochterschap van Berent Mentink, gehuwd met Henrica Veldercamp Uit dit onderzoek komt vervolgens naar voren dat er niet de geringste aanwijzing bestaat voor een zoon/dochterschap van enige andere Berent Mentink, dan van Berent Mentink, gehuwd met Henrica Veldercamp. Kortom, van de 5 mogelijke kinderen van Berent Mentink: Christina, Willemine, Willemken, Albert en Jan, is m.b.t de dochters Christina en Willemine gesteld dat het aannemelijk is dat zij dochters zijn van Berent Mentink, gehuwd met Henrica Veldercamp. M.b.t. Willemken en Jan is sprake van een aanwijzing ; en m.b.t. Albert van een voorzichtige aanwijzing dat zij kinderen zijn van Berent Mentink gehuwd met Herica Veldercamp. Het onderzoek naar de vraag of de kinderen van Berent Mentink ook wel de kinderen zijn van Berent Mentink, gehuwd met Henrica Veldercamp, heeft niet plaatsgevonden omwille van die kinderen, maar omwille van het identificeren van de juiste Berent, namelijk de Berent Mentink, gehuwd met Henrica Veldercamp. De peter- en metermethode is een geschikt instrument gebleken om hierop een antwoord te krijgen. Nu hierdoor duidelijk is geworden dat er min of meer aanwijzingen bestaan dat de vijf kinderen als ouders hebben Berent Mentink, gehuwd met Hendrica Veldercamp, kan worden overgegaan tot de eigenlijke vraag waar het in feite om gaat, de ‘hamvraag’: Maakt Berent Mentink, gehuwd met Hendrica Veldercamp, deel uit van de familie Lucas en Hermanus Mentink? Voor het antwoord op die vraag is opnieuw de peter- en metermethode de aangewezen weg, bij gebrek aan DTB-registraties die daarover uitsluitsel kunnen geven. Berent, Lucas en Hermanus: bloedverwanten? Deze vraag kan worden beantwoord door na te gaan of: - Lucas en Hermanus Mentink, en hun partners, eerste graads verwant zijn met peters en meters die optreden bij de doop van de kleinkinderen van Berent Mentink; en:
47
-
Berent Mentink, en zijn partner, alsmede hun 5 kinderen, en hun partners, eerste graads verwant zijn met peters en meters die optreden bij de doop van kinderen van Lucas en Hermanus Mentink.
Inspectie van de namen van de peters en meters bij de doop van de twee ‘duidelijkste’ kleinkinderen van Berent Mentink - Christina en Willemine - laat zien dat de namen: Lucas Mentink, Hermanus Mentink, en de echtgenoten Henrica Wolterink en Maria Wolterink, niet voorkomen; evenmin namen die sterk verwant zijn aan de vier genoemde namen. Inspectie van de namen van de peters en meters bij de doop van de kinderen van Lucas en Hermanus Mentink, laat zien dat daar geen namen voorkomen die een verwantschap doen vermoeden met Berent Mentink, gehuwd met Hendrica Veldercamp, of met hun naaste familie. Antwoord Vanwege ontbrekende (eerste graads) verwantschappen van Lucas en Hermanus Mentink en hun echtgenoten met de peters en meters bij de doop van de twee duidelijkste kleinkinderen van Berent Mentink, en: vanwege ontbrekende (eerste graads) verwantschappen van Berent Mentink en zijn vrouw met de peters en meters bij de doop van de kinderen van Lucas en Hermanus Mentink, mag niet worden uitgegaan van een nauwe verwantschap tussen Lucas en Hermanus Mentink en hun echtgenoten enerzijds, en Berent Mentink gehuwd met Hendrica Veldercamp, anderzijds. Conclusie Eerder in deze paragraaf werd la de conclusie geformuleerd dat niet kan worden vastgesteld of Hendrik Mentink bloedverwant is met Berent, Lucas en Hermanus Mentink. Dat houdt in dat nu kan worden geconcludeerd dat: het familienetwerk Berendsen-Besselink niet worden uitgebreid met een familie Mentink – die uit meer bloedverwante Mentinks bestaat dan de twee gebroeders Lucas en Hermanus. In bijlage 2 (na de ‘geraadpleegde literatuur’) is een overzicht gegeven van trouw- en doopbijschrijvingen, en de namen van de bij de doop aanwezige peters en meters. Dit overzicht is vrijwel uitsluitend ontleend aan de transcripties van de doopboeken RBS inv. No. 915 en 916, door Renema (1993).
48
APPENDIX In deze appendix zal allereerst de vraag worden beantwoord of Willemken, Albert en Jan, kinderen zijn van Berent Mentink, gehuwd met Hendrica Veldercamp. Vervolgens zal in deze appendix worden nagegaan of sommige kinderen van Berent Mentink, niet evenzeer of zelfs meer als kind van een andere Berent Mentink kunnen worden beschouwd. Dochter Willemken Berend Timmerman, wed. Elizabeth Gerritzen, tr.(RK) Hengelo-Zelhem 5.7.1797 Willemken Mentink, dr. Bernardus Mentink. (R93/156.1)
Er zijn (mij) geen dopelingen bekend uit dit huwelijk. Er is hier duidelijk sprake van een Willemin en een Willemken Mentink, en niet van een tweede huwelijk van dezelfde Willemin. Dat valt af te leiden uit het feit dat eerstgenoemde Willemin, gehuwd met Jan Gartzen, kinderen heeft gekregen na 1797, het huwelijksjaar van de als tweede genoemde Willemken, met Berend Timmerman Aanwijzingen dat Willemken Mentink, dochter is van Berent Mentink, gehuwd met Henrica Veldercamp, vormt het meterschap van Willemken Mentink: bij de doop van Bernardus, kind van zoon Albert (?); bij de doop van Bernardus, kind van zoon Jan (?). -zie hierna. De vraagtekens hebben betrekking op het feit dat er slechts aanwijzingen, geen aannamen, bestaan voor het zoonschap van Jan en Albert. Berend Timmerman komt voor als peter bij de doop van een kind van zoon Jan Mentink (?) Conclusie: op grond van een strikte toepassing van het (eerste graads) verwantschapscriterium, is slechts sprake van enige aanwijzing dat Willemken dochter is van Berent Mentink, gehuwd met Henrica Veldercamp. Zoon Albert: 2.10.1798
Albert Mentink zn.v.Bernardus M.
x
Reijntien Elderink
29.10.1799 Henricus
Jan Mentink
Willemken Hoegen
15.4.1803 Bernardus
Henrick Jan Cessink
Willemken Mentinks
Peter Jan Mentink kan betrekking hebben op zoon (van Berent) Jan – zie hierna; en op Jan Mentink, gehuwd met Anna Eulink. Op grond van het Rooms-Kathloieke gebruik is de kans groot dat zoon Jan peter is bij de doop van Henricus, maar zeker is dat niet. De marge van onzekerheid zal niet worden ingevuld, en daardoor worden weggepoetst. Peter Jan Mentink wordt daarom buiten beschouwing gelaten. Willemken Mentinks is dochter(?) van Berent Mentink, gehuwd met Henrica Veldercamp. Het vraagteken heeft betrekking op het feit dat er niet meer dan een aanwijzing bestaat voor het dochterschap van Willemken. Van meter Willemken Hoegen en peter Hendrick Jan Cessink, zijn (mij) geen gegevens bekend. Mogelijk zijn zij afkomstig van Alberts huwelijkspartner. Conclusie: Toepassing van het (eerste graads) verwantschapscriterium leidt tot een voorzichtige aanwijzing dat Albert Mentink, zoon is van Berent Mentink, gehuwd met Henrica Veldercamp.
49
Zoon Jan: 17.4.1791
Jan Mentink x zn.v. Bernard Mentink
Joanna Mentink dr.v. Derk Mentink uit Warnsveld
3.11.1799
Albertus
Berend Timmerman
Joanna Groote Mentink
8.11.1797
Gerarda
Derck Groote Breundink
Mine Mentink
20.8.1795
Berdin
Jan Fokkink
Henrick Mentink
23.7.1793
Theodora
Albert Mentink
Gartien Klein Breunderink
2.4.1792
Bernardus
Reijnt Mentink
Willemken Mentink
Peter Berend Timmerman is schoonzoon(?) van Berent Mentink; Meter Willemken Mentink, is dochter(?) van Berent Mentink; De vraagtekens betreffen de kwalificatie van een aanwijzing Meter Willemine (Mine) Mentink is dochter van Berent Mentink; Van meter Joanna Groot Mentink is de volgende trouwbijschrijving bekend: Janna Groot Mentink, dr. w. Garrit Groot Mentink, otr/tr.(NDG) Hengelo 10.5/2.6.1782 Garrit Takkenkamp, zn. Derk Takkenkamp, beijde van Hengelo (R90a/22.2)
Garrit Groote Mentink is schoonvader van Hendrik Bluimink, gehuwd met Reijndjen Wolterink, schoonzus van Lucas en Hermanus Mentink. Er bestaat dus een eerste graads verwantschap van meter Joanna Groot Mentink met Hermanus en Lucas Mentink. (Deze relatie met Lucas en Hermanus speelt geen rol bij de bepaling van het zoonschap van Jan, maar zou een rol kunnen spelen bij de toepassing van de peter- en metermethode om de relatie tussen Lucas, Hermanus en Berent vast te stellen – zie volgende sectie). De naam Henrick Menting komt 3 x voor in de transcripties van DTB-boeken Hengelo-(Zelhem): 7.10.1787 Henrick Mentink x Joanna Niesinck Hendrik Mentink, wedn. Geertje Mossel onder Spankeren otr/tr(NDG) Hengelo 14.9/7.10.1787 Janna Nijsink, dr. Arent Nijsink uit Hengelo 7.5.1771 Henricus Mentink x Berndina Veldercamp (R93/149.13; R90a/31.6; R93/143.11)
En als vader van Hermanus en Lucas Mentink – zie hiervoor Vanuit het Rooms-Katholieke gebruik om peter en meter bij voorkeur uit de familiekring te betrekken, is het meest waarschijnlijk dat peter Henrick Mentinck, betrekking heeft op Henrick Mentink, gehuwd met Berndina Veldercamp, zwager van Berent Mentink. Dit Rooms-Katholieke gebruik is echter niet dwingend. Het is goed mogelijk dat een van beide andere Henrick als peter is genomen. Daarom wordt het peterschap van Henrick Mentink buiten beschouwing gelaten. Er is nog een reden om Henrick niet mee te laten tellen in de conclusie of Jan zoon is van Berent Mentink, gehuwd met Henrica Veldercamp. Stel dat peter Henrick Mentink betrekking heeft op de vader van Lucas en Hermanus Mentink (de als derde genoemde Henrick). De relatie tussen Lucas, Hermanus en Berent is nu juist onderwerp van onderzoek. Over het al dan niet betaan ervan kan hier niet op vooruit worden gelopen. De derde mogelijkheid is dat peter Henrick Mentink betrekking heeft op Henrick Mentink van Joanna Niesinck. Voorzover valt na te gaan is deze Henrick geen familie van Berent Mentink. Er zijn nog twee peters bij de dopen van de kinderen van Jan Mentink en Joanna Mentink, namelijk Albert Mentink en Rijnt Mentink De naam Albert Mentink komt 6 x voor in de transcripties van Hengelo-Zelhem: 25.10.1809 Albert Mentink x Hendrica Wissink 15.4.1737 Albert Mentink x Willemine Brunderinck 26.12.1728 Albertus Mentinck x Cunera Bisscop (R93/171.20; R93/130.7; R93/126.15)
50
De eerstgenoemde Albert is, voorzover (mij) bekend, niet eerste graads verwant met Berent. De tweede en derde Albert zijn van een eerdere generatie. Zij zijn reeds overleden bij de doop van de kleinkinderen van Berent. Bovendien hebben hun echtgenoten ‘vreemde’ namen. 28.2.1805 Albert Mentink x Reijntien Eulink zn.Henrick Mentinck dr. Gart Eulink 2.10.1798 Albert Mentink x Reijntien Elderink zn. Bernardus Mentink dr. H. Elderink (R93/161.5; R93/156.14)
Deze als vierde genoemde Albert Mentink is waarschijnlijk broer van Lucas en Hermanus. Aangezien niet vooruitgelopen kan worden op hetgeen nog aangetoond moet worden – eenzelfde situaitie als bij Henrick, zal peter Albert Mentink buiten beschouwing blijven. De vijfde Albert Mentink is zoon (?) van Berent Mentink, gehuwd met Hendrica Veldercamp. Indien deze Albert peter is bij de doop van Theodora, zoon van van Jan Mentink, is duidelijk sprake van een eerste graads verwantschap, d.w.z. vader-zoon relatie, tussen Albert Mentink en Berent Mentink. Vanuit het Rooms-Katholieke gebruik is er een vergrote kans dat deze Albert peter is. Echter, door hiervan uit te gaan veronachtzaam je de mogelijkheid dat een andere Albert peter is, waardoor je conclusie over het als dan niet zoonschap van Jan, enigszins op drijfzand is gebouwd. Nog een reden om Albert als peter buiten beschouwing te laten. De zesde Albert Mentink die eventueel als peter kan optreden bij de doop van Theodora, heet ook Albert Eulink! 28.2.1804 Aalbert Eulink x Reijndjen Wolterink zn.v. Hendrik Eulink 30.3.1805
Henrica
Albert Eulink op Groot Mentink x
Reintien Wolterink
25.10.1808 Gerarda Albert Mentink x Reinera Wolterink Uit de trouwbijschrijving en de twee achtereenvolgende doopbijschrijvingen komt naar voren dat Albert Mentink aanvankelijk, of misschien wel tegelijkertijd, onder twee namen voorkomt: Albert Eulink en Albert Mentink. Indien peter Albert Mentink betrekking heeft op deze Albert is opnieuw geen sprake van een eerste graads verwantschap met Berent Mentink, omdat hij zwager is van Lucas en Hermanus. Het is best mogelijk dat in de volgende sectie zal blijken dat er een relatie bestaat tussen Lucas, Hermanus en Berent, maar daar kan hier niet op vooruit worden gelopen! Een derde argument om peter Albert buiten beschouwing te laten. Reijnt Mentink is peter bij de doop van Bernardus, zoon van Jan en Joanna Mentink. Is hij eerste graads verwant met Berent Mentink? Dat blijkt moeilijk te bepalen te zijn. Reijnt Mentink komt alleen voor als peter bij de doop van zoon Jan, en verder niet. Zijn vrouw Gertruit Windels komt nergens voor in verband met Berent Mentink. Het is daarom niet mogelijk vast te stellen of er een eerste graads verwantschap met Berent Mentink bestaat. Wel zijn uit het huwelijk van Reijnt en Gertruit kinderen geboreen en gedoopt, waarbij peters en meters aanwezig waren. Daaruit komt naar voren dat sommige peters en meters (eerste graads) verwant zijn met Berent Mentink. Maar aangezien Reijnt geen zoon is van Berent Mentink, maar peter bij een zoon (Jan) van Berent, valt alleen maar in algemen zin te zeggen dat Reijnt tot de familie Berent Mentink behoort. Nog niet besproken zijn de peters en meter Derck Groote Breundink, Jan Fokkink, en Gartien Kleine Breunderink. Van deze peters en meter zijn (mij) geen gegevens bekend. Samenvattend, van de in totaal 10 peters en meters bij de doop van vijf kinderen van Jan en Joanna Mentink, zijn van 3 peters en meter geen gegevens beschikbaar. De peters Henrick en Albert zijn om meer dan één reden buiten beschouwing gelaten. Van Reijnt Mentink kan niet worden bepaald of hij eerste graads verwant is met Berent Mentink, gehuwd met Henrica Veldercamp. Van de resterende 4 peter en meters, is meter Joanna Mentink niet eerste graads verwant met Berent Mentink. Daarentegen is meter Willemin eerste graads verwant met Berent Mentink. Meter Willemken (?) en peter Berend Timmerman (?) zijn eerste graads verwant met Berent, gehuwd met Henrica Veldercamp. Met de vraagtekens wordt tot uitdrukking gebracht dat er sprake is van een aanwijzing en niet van een
51
aanname dat Willemin en Berent, dochter en schoonzoon zijn van Berent Mentink, gehuwd met Henrica Veldercamp. Conclusie: Aangezien 6 peters en meters om verschillende redenen buiten beschouwing moeten blijven, kan op grond van de 4 overblijvende peters en meters worden geconcludeerd dat er een aanwijzing bestaat dat Jan Mentink, gehuwd met Joanna Mentink, zoon is van Berent Mentink, gehuwd met Henrica Veldercamp. Er zal nu worden nagegaan of een andere Berent Mentink niet evenzeer of zelfs meer in aanmerking komt als vader van een of meer kinderen, dan Berent Mentink gehuwd met Henrica Veldrcamp. Er bestaan namelijk nog 3 Berend Mentink: ?? Bernardus Mentink x Elske Derksen 29.12.1804 Joanna Willem Mentink Joanna Dercksen 20.10.1808 Gertrudis Reinerus Peters Aleida Derksen Echtgenote Elske Derksen komt niet als meter voor bij de doop van de kleinkinderen van Berent Mentink, gehuwd met Henrica Veldercamp. Ook de namen van de peters en meters bij de doop van de kinderen Joanna en Gertrudis, komen niet voor. De conclusie mag dus zijn dat Bernardus Mentink, gehuwd met Elske Derksen, geen kind (!) is van Berent Mentink, gehuwd met Henrica Veldercamp. Via de toevoeging (!) wordt beklemtoond dat deze Bernardus van dezelfde generatie is dan de kinderen van Berent Mentink, gehuwd met Henrivca Veldercamp – en dus zoon zou hebben kunnen zijn van laatstgenoemde Berent. ?? Berent Mentink x Hendrica Wessels Hendrica Wessels is mogelijk identiek aan Hendrica Veldercamp – dochter van Wessel Veldercamp) 7.2.1750
Bernardus Mentinck
x
Aleida Jansen
(R93/136.2)
Aleida Jansen komt niet als meter voor bij de doop van de kleinkinderen van Bernardus Mentink. Er is dus weinig aanleiding om te veronderstellen dat deze Berent Mentink grootvader is van de voornoemde kleinkinderen, hoewel deze Bernardus Mentink van dezelfde generatie is als Bernardus Mentink, gehuwd met Henrica Veldercamp. Conclusie Er is geen aanleiding om te vermoeden of te veronderstellen dat een of meer van de 5 kinderen, anders dan Bernardus Mentink en Henrica Veldercamp als ouders hebben.
52
Het tweede huwelijk Samenvatting In vroeger tijden kwam een tweede huwelijk vaak voor, niet als gevolg van een scheiding, maar als gevolg van het feit dat de huwelijkspartner vaak op jonge leeftijd stierf. Een tweede huwelijk was noodzakelijk, terwille van de verzorging van de kinderen of het inbrengen van een loon. Hoe komt de overblijvende partner aan een nieuwe partner? Vanuit de familie van de overleden partner? Vanuit de eigen familie? Of vanuit de kennissen-, of vriendenkring? Wellicht dat tweede huwelijken in het genoemde familienetwerk Berendsen-Besselink een tipje van de sluier kan doen oplichten. Uit onderzoek in het familienetwerk van Bernardus Berendsen en Maria Besselink komt naar voren dat van de in totaal 11 tweede huwelijken: - in 5 gevallen de tweede partner niet in het familienetwerk voorkomt; Dat betekent dat de tweede partner wordt gevonden in de vrienden- of kennissenkring, maar het kan ook betekenen dat de tweede partner een niet in het netwerk voorkomend familielid betreft - in 4 gevallen de tweede partner wordt gevonden in de familiekring van de eerste huwelijkspartner; - in 2 gevallen de tweede huwelijkspartner wordt gevonden in de eigen familiekring. Inleiding Het huwelijk had vroeger een andere status dan nu in die zin dat de man onmisbaar was voor het inkomen, en de vrouw voor de opvoeding van de kinderen. Viel een van beide weg door overlijden, dan was het in het algemeen noodzakelijk dat de achterblijver hetrouwt. Je had gewoon niet de tijd om in een zekere vrijblijvendheid op je gemak een nieuwe partner te zoeken. Het ligt dan tamelijk voor de hand de tweede partner ‘dicht bij huis’ te zoeken, bijv in de familiekring van de overleden partner, omdat dan een huwelijk tussen bloedverwanten wordt vermeden. Vraagstelling Vindt een weduwe of weduwnaar zijn/haar tweede partner in de kring van de familie van de vorige partner? Het is moeilijk om deze vraag te beantwoorden als je niet beschikt over gegevens van een uitgebreide familie met een aantal tweede huwelijken. Dat is hier echter het geval. In par.3 is een netwerk van familierelaties samengesteld rond het echtpaar Berendsen-Besselink, waarvan hier gebruik kan worden gemaakt – zie schema Berendsen-Besselink. Het is natuurlijk ook mogelijk dat de tweede partner wordt gevonden in de vrienden- en kennissenkring van degene die voor de tweede maal huwt; of in de vrienden- en kennissenkring van de vorige partner. Maar dit valt erg moeilijk aan te tonen omdat vrienden niet in de DTB-boeken staan geregistreerd. Wanneer niet kan worden aangetoond dat de tweede huwelijkspartner hetzij uit de eigen familie afkomstig is, hetzij uit de familie van de eerste partner, dan moet in het midden blijven hoe de tweede partner is gevonden. Als gevolg van de betekkelijke onvolledigheid van het schema BerendsenBesselink, kan niet worden uitgemaakt of het dan een familielid of een bevriende relatie betreft.
53
Werkwijze In de paragraaf hierna ‘Overzicht van tweede huwelijken’, is per tweede huwelijk aangegeven: - de drie personen die bij een tweede huwelijk betrokken zijn. De middelste persoon is degene die voor de tweede maal trouwt; links ervan staat de eerste huwelijkspartner; rechts ervan de tweede huwelijkspartner; - de huwelijksbijschrijvingen van het eerste huwelijk; en van het tweede huwelijk, ontleend aan de DTB-registraties - het antwoord op de vraag of de weduwe of weduwnaar zijn/haar tweede partner heeft gevonden: in de kring van familieleden van de eerste huwelijkspartner (1); in de kring van familieleden van hem-/haarzelf (2); het is niet bekend vanwaar de tweede huwelijkspartner afkomstig is (0) Zijn alle tweede huwelijken in het familienetwerk Berendsen-Besselink volgens de hiervoor geschetste werkwijze van een antwoord voorzien, dan kan een conclusie worden getrokken op basis van een tabel waarin wordt aangegeven hoeveel huwelijken in één van de drie antwoordcategorieën: (0); (1) of (2) vallen. Tenslotte zal een in een discussie nader worden ingegaan op de waarde en geldigheid van dit onderzoek. Overzicht van tweede huwelijken Berndina Besselink
x
Willem Oldenkuiper
x
Garritjen Jansen
Willem (Wilm) Kuijper(s) (Oldenkuiper), overl. 18.2.1806, zn. Jan Kuijpers, onlangs gewoont hebbende te Steenderen tr.(1)(NDG) Hengelo/tr.(RK) Hengelo-Zelhem 25/26.5.1775 Berendina (Berndina) Besselink (Besseling), overl/begr. Hengelo 3/8.9.1791, dr. w. Willem Besselink onder Hengelo, tr(2)(NDG) Hengelo 15.4.1796 Garritjen Jansen, dr. Derk Jansen, beijde geb. en won. alhier (=Hengelo) (R90a/9.9; R93/144.22; R92/4.10;85.28; R92/46.52)
Garritjen Jansen komt niet voor in het familienetwerk Berendsen-Besselink. Het is (mij) niet bekend vanwaar de tweede huwelijkspartner afkomstig is (0). Garrit Besselink
x
Grada Boekeler
x
Derck Hummelink
Grada (Gerarda; Garretje) Boekeler (Boeckelaer; Boekelder), ged.(RK) Hengelo-Zelhem 20.9.1762 dr. w. Teunis Boekeler onder Zelhem. otr.(1)(NDG) Hengelo/tr.(1)(RK) Hengelo-Zelhem 25.4/20.5.1783 Garrit Besselink (Gerardus Besseling), zn. w. Willem Besselink onder Hengelo otr.(2)(NDG) Hengelo/tr.(2)(RK)Hengelo-Zelhem 27.1/19.2.1792 Derck Hummelink, zn. w. Waander Hummelink, wonende onder Hengelo (R90a/24.2; R93/127.22; R90a/41.6; R93/151.22)
Derck Hummelink is zoon van Waander Hummelink en Johanna Hols. Na de dood van vader Waander Hummelink, is zijn weduwe, Johanna Hols, hertrouwd met Jan Eulink, zus van Janna Eulink, Janna Eulink is (schoon)moeder van Garrit Koops en Grietjen Roessink, schoonzus van Albert Besselink. Albert is broer van Garrit Besselink Uit dit verwantschapstraject kan worden afgeleid dat Grada Boekeler haar tweede echtgenoot, Derck Hummelink, heeft gevonden in de familie van Garrit Besselink. Weliswaar is de familierelatie
54
niet sterk, omdat er verschillende ‘schakels’ zijn tussen Garrit Besselink en Derck Hummelink: Hummelink – Eulink – Koops – Roessink – Besselink. Toch wordt dit traject versterkt doordat er twee bijkomende mogelijkheden zijn voor Gerarda Boekeler om binnen dit traject kennis te maken met Derck Hummelink. Dat is aangegeven via de twee onderstreepte namen in het verwantschapstraject: Grada Boekeler kan ook via een broer van Janna Eulink, Garrit Eulink, gehuwd met Liebe Hummelink, kennis hebben gemaakt met Derck Hummelink Grada Boekeler kan ook via een zus van Garrit Koops, Janna Koops, gehuwd met Jan Eulink, kennis hebben gemaakt met Derck Hummelink, omdat Jan Eulink in zijn eerste huwelijk met Johanna Holst, stiefvader is van Derck Hummelink (zie ook schema Berendsen-Besselink) Kortom, Grada Boekeler heeft haar tweede huwelijkspartner gevonden in de kring van de familie van haar eerste man, Garrit Besselink (1) Engele Hummelink
x
Harmen Berentsen
x
Christina Weetink
Harmen Berentsen (Berentzen), zn. w. Berent Willemsen otr/tr(1) (NDG) Hengelo 29.1/21.2.1790 Engele Hummelink, zn. w. Wander Hummelink, beijde onder Hengelo tr.(2) Hengelo Huw. Comm./(RK) Hengelo-Zelhem 10.9.1798 Christina Weetink, ged.(RK) Hengelo-Zelhem 30.6.1769, dr. Joanna Camperman en Joes (Jan) Weetink (R1990a/37.2; van Aalst, 2003, pp.104-III.6, 131-IV.5) Christina Weetink is dochter van Joanna Camperman. Joanna Camperman, zus van Bernardina Camperman, is gehuwd met Antonius Boekelder, ouders van Gerarda Boekeler, getrouwd met Garrit Besselink en hertrouwd met Derck Hummelink, broer van Engele Hummelink. (zie ook schema Berendsen-Besselink) Kortom, Harmen Berentsen heeft zijn tweede vrouw, Christina Weetink, gevonden in de familie van zijn eerste vrouw, Engele Hummelink (1). Opmerking: Uit het verwantschapstraject komt naar voren dat Gerarda Boekelder, tweede huwelijkspartner van Derck Hummelinck, en Christina Weetink nichten van elkaar zijn. Hendrik Olink
x
Reintjen (Groote) Mentink
x
Hendrik Bluimink
Reintjen (Groote) Mentink, dr. Garrit Groote Mentink, beijde uit Hengelo otr/tr.(1)(NDG) Hengelo 15.5/18.6.1772 Hendrik Olink, zn. Lubbert Olink, otr/tr(2)(NDG) Hengelo 19/22.5.1788 Hendrik Bluimink, zn. w. Reint Bluijmink (R90a/4.4;33.6) Van Hendrik Bluimink is (mij) niet meer bekend dan dat hij de zoon is van Reijnt Bluimink (0) Hendrik Bluimink
x
Reintjen Wolterink
x
Aalbert Eulink
Reintjen Wolterink, geb. Zelhem, 34 jr. dr. w. Berent Gotink onder Zelhem, otr/tr.(1)(NDG) 6/29.5.1791 Hendrik Bluimink, wedn. w. Reintjen Mentink van hier (=Hengelo) otr.(2)(NDG) Hengelo/tr.(RK) Hengelo Zelhem 10/28.2.1804 Aalbert Eulink, 27 jr., zn. w. Hendrik Eulink, geb. en wonende te Hengelo. (R90a/40.6; R92/17.5)
55
Aalbert Eulink is zoon van Hendrik Eulink en Reintjen (Groote) Mentink. Na de dood van Aalbert’s vader, Hendrik Eulink, trouwt Aalbert’s moeder, Reintjen (Groote) Mentink, met Hendrik Bluimink die nu stiefvader wordt van Aalbert Eulink. Na de dood van Aalbert’s moeder, Reintjen (Groote) Mentink, trouwt Reintjen Wolterink met Aalbert’s stiefvader, Hendrik Bluimink, die nu stiefmoeder wordt van Aalbert Eulink. Na de dood van Aalbert’s stiefvader, Hendrik Bluimink, trouwt weduwe en stiefmoeder Reijntjen Wolterink met stiefzoon Aalbert Eulink. (zie ook schema Berendsen-Besselink). Kortom, Reintjen Wolterink vindt haar tweede partner in de (enge) familiekring van haar eerste echtgenoot (1). Opmerking Er bestaat een eerste graads aanverwantschap tussen stiefvader Hendrik Bluimink en stiefzoon Aalbert Eulink. Grade Roessink
x
Jan Wolterink
x
Henrica Gootink
Jan Wolterink (Garrit Jan Gotink of Wolterink), geb. Zelhem 1794, zn. Berent Gotink en Ite Wolterink tr(1)(NDG) Hengelo/(RK) Hengelo-Zelhem 15/18.9.1793 Grade Roesink, overl. 8.8.1818, dr. Harmen Roesink, onlangs gewoont hebbende onder Vorden, nu beijde onder Zelhem tr(2) Zelhem 30.10.1818 Henrica Gootink, ged.(RK) Hengelo-Zelhem 10.9.1799, dr. v. Jan Gootink, geb. Ruerlo, won. onlangs Zelhem, nu Hengelo. (R90a/45.9; R93/152.21;
van Aalst,2003,p.130)
Henrica Gootink is dochter uit het huwelijk van Jan Gootink en Maria Camperman. Deze Maria Camperman is dochter van Joannes Camperman op Sletterink. Henrica’s grootvader Joannes Camperman is broer van Bernardina Camperman, gehuwd met Antonius (Teunis) Boekelder, vader van Gerarda Boekelder, eerste vrouw van Garrit Besselink. Garrit Besselink heeft een broer Albert Besselink, gehuwd met Henrica Roessink, zus van Grade Roessink (zie ook schema BerendsenBesselink) Dit verwantschapstraject wordt nog versterkt doordat er een bijkomende mogelijkheid is voor Jan Wolterink om binnen dit traject kennis te maken met Henrica Gootink. Deze mogelijkheid is aangegeven door in dit traject de betreffende naam, Joannea Camperman, te onderstrepen, en het verwantschapstraject tussen Joannes Camperman en Grade Roessink aan te geven. Joannes Camperman is ook broer van Antonius Camperman, getrouwd met Engele Veldercamp, zus van Teune Veldercamp. Zij is schoonzus van Maria Besselink, zus van Albert Besselink, gehuwd met Henrica Roessink, zus van Grade Roessink Kortom, Jan Wolterink vindt zijn tweede vrouw, Henrica Gootink, in de familie van zijn eerste vrouw, Grade Roessink (1). Engele Veldercamp
x
Teunis Camperman
x
Alberdina Booltink
Antonius (Teunis) C(K)amperman, zn. w. Frerik Kamperman uit Zelhem otr.(NDG) Hengelo/tr.(RK) Hengelo-Zelhem 16.4/5.5.1773 Engele Velderkamp, geb. Hengelo, dr. Wessel Velderkamp (alias Hendriks) onder Hengelo, tr.(2) (NH) Zelhem/(RK)Hengelo-Zelhem 29.1/14.2.1779 Alberdina Booltink (alias Voortman), dr. Hendrik Booltink (R90a/6.6; R93/144.5; van Aalst, 2003, p.104). Van Alberdina Booltink zijn (mij) geen nadere gegevens bekend, waardoor het niet mogelijk is om de vraag te beantwoorden of Teunis Camperman zijn tweede vrouw heeft leren kennen door zijn omgamg met de familie van Engele Veldercamp (0).
56
Berent Mentink
x
Hendrica Veldercamp
x
Derk Bleumink
Hendrica Velderkamp, overl. Hengelo 7.1.1811, dr. Wessel Velderkamp onder Hengelo, otr.(1)(NDG) Hengelo 26.5.1763 Berent Mentink, wedn. w. Stijne Wetink onder Zelhem tr.(2)(RK) Hengelo-Zelhem 10.10.1775 Derk Bleumink (R90/36.2; R92/66.11; R93/144.24)
Ook van Derk Bleumink zijn (mij) geen nadere gevens bekend, waardoor opnieuw de vraag niet kan worden beantwoord (0). (In het schema Berendsen-Besselink wordt ten onrechte aangegeven dat hij broer zou zijn van Hendrik Bleumink. Dat is niet bekend) Hendrik Bloemen x Berendina Veldercamp x Henricus Mentik Berendina Velderkamp, dr. w. Wessel Veldercamp (alias Hendriksen) uit Hengelo, otr(1)(NDG) Hengelo/tr.(RK) Hengelo-Zelhem 9.7.1770/26.6.1770 Hendrik Bloemen, zn. Cornelis Bloemen onder Zelhem tr(2) (RK) Hengelo-Zelhem 7.5.1771 Henricus Mentink (R90/45.8; R93/143.4; R93/143.11)
Van Hendrik Bloemen zijn (mij) geen nadere gegevens bekend, met als gevolg dat de vraag niet kan worden beantwoord (0). Waander Hummelink
x
Johanna Hols
x
Jan Eulink
Jan Eulink, zn. Lubbert Eulink van hier (= Hengelo) otr.(1)(NDG) Hengelo 18.5.1764 Johanna Holst, wed. w. Waander Hummelink onder Zelhem Jan Eulink heeft een broer Garrit Eulink, die getrouwd is met Liebe (Elisabeth) Hummelink, dochter van Waander Hummelink. Johanna Hols is dus gehuwd met de broer van haar schoonzoon Kortom, Johanna Hols heeft haar tweede echtgenoot gevonden binnen haar eigen familie (2). Er is weliswaar geen sprake van een bloedverwantschap, maar van een aanverwantschap Johanna Hols
x
Jan Eulink
x
Janna Koops
Jan Eulink, zn. Lubbert Eulink van hier (= Hengelo) otr.(1)(NDG) Hengelo 18.5.1764 Johanna Holst, wed. w. Waander Hummelink onder Zelhem otr.(2)(NDG) Hengelo 26.1.1772 Janna Koops, dr. Zweer Koops en Janna Eulink onder Hengelo (R90/38.5; R90a/3.1) Janna Koops heeft als moeder Janna Eulink, zus van Jan Eulink en schoonzus van Johanna Hols. Kortom, Jan Eulink hertrouwt dus zijn nichtje – geen aanverwant, maar bloedverwant nichtje (2). Opmerking: Johanna Hols was aanvankelijk gehuwd met Waander Hummelink. Er liggen ruim 20 jaren tussen het eerste huwelijk van Johanna Hols met Waander Hummelink en het tweede huwelijk van Johanna Hols met Jan Eulink. De familie Eulink had blijkbaar goede banden met het echtpaar Hummelink-Hols. De relatie van Hummelink en Eulink blijkt uit het huwelijk van Liebe Hummelink met Garrit Eulink; Daarin past ook het huwelijk van Jan Eulink met Johanna Hols, weduwe van Waander Hummelink; en
57
het huwelijk van Jan Eulink, na de dood van zijn eerste vrouw Johanna Hols, met Janna Koops, stiefdochter van Jan’s zus Janna Eulink. Willemken Teerink
x
Sweer Koops
x
Janna Eulink
Willemken Teerink, overl. 7.12.1763, beide van Hengelo Sweer Koops, overl/begr. Hengelo 29.8/3.9.1788 otr/tr.(2)(NDG) Hengelo 21.12.1764/20.1.1765 Janna Eulink, overl. Hengelo 18.2.1807, dr. Lubbert Eulink, overl. Hengelo 24.2.1795 (R90/39.3; R92/47.54; R92/42.6; R92/38.35/81.29; R92/72.43)
Er is (mij) niets bekend over de achtergrond van Willemken Teerink, als gevolg waarvan de vraag niet kan worden beantwoord (0) Conclusie In totaal zijn 12 huwelijken de revu gepasseerd. Er zal nu een tabel worden samengesteld van de aantallen 1, 2 en 0. 1 2 0
4 2 6
1 = 2de huwelijkspartner gevonden in familiekring 1ste partner 2 = 2de huwelijkspartner gevonden in eigen familiekring 3 = onbekend
Van bijna de helft (6) van het aantal huwelijken is onbekend of er al dan niet sprake van is of de tweede huwelijkspartner uit de familie van de eerste huwelijkspartner afkomstig is; uit de eigen familiekring; of uit de vrienden- en kenissenkring (code 0) In de twee tweede huwelijken, waarbij zowel Jan Eulink als Johanna Hols zijn betrokken, is in één geval sprake van een bloedverwantschap; in het andere geval van een aanverwantschap (code 2). De families Eulink en Hummelink zijn blijkbaar erg ‘close’. In 4 tweede huwelijken wordt de tweede huwelijkspartner gevonden in de familiekring van de eerste huwelijkspartner (code 1) Wat is de zin van deze onderneming als je in de helft van het aantal gevallen geen conclusie kunt trekken, omdat gegevens ontbreken. Immers, als het onbekend is vanwaar de tweede huwelijkspartner afkomstig is (code 0), kun je niet besluiten dat deze niet uit de familiekring afkomstig is. Wat weet je dan? In ieder geval dat minstens de helft van alle tweede huwelijken uit de familiekring afkomstig is. - hetzij uit de eigen familiekring; - hetzij uit de familiekring van de overleden partner Discussie De conclusie is in feite gebaseerd op 6 waarnemingen; over de andere 6 waarnemingen kan geen uitspraak worden gedaan- ook niet dat dat in die gevallen de nieuwe huwelijkspartner afkomstig is uit de kring van vrienden en bekenden. Aangezien het aantal waarnemingen zo klein is, kun je slechts concluderen tot een tendens dat de nieuwe huwelijkspartner eerder gevonden zal worden in de familie van de vorige huwelijkspartner dan in de eigen familiekring. Voorwaar geen opzienbarend resultaat. Tegenover de onzekerheid als gevolg van het gering aantal waarnemingen, staat wel dat het familienetwerk Berendsen-Besselink geen familienetwerk met bijzondere eigenschappen is. Vanuit dat gezichtspunt is er daarom geen reden om aan te nemen dat bij een ander familienetwerk, in ongeveer dezelfde tijdsperiode, beduidend andere resultaten naar voren zullen komen. Vervolgens, op deze wijze het familienetwerk ‘uitspitten’, geeft enig inzicht in wie met wie omgaat. De namen in het schema familienetwerk Berendsen-Besselink , geven namelijk alleen formele familierelaties weer, maar de tweede huwelijkspartner licht een tipje van de sluier op wie bij wie ‘over de vloer’ komt.
58
Tenslotte, dan is er Jan Eulink, die met zijn bloedverwante nichtje trouwt. Wat zit daar achter? Voorkomen dat de boerderij wordt verkocht? De boedel bij elkaar houden? Het (zieke) nichtje een onderkomen geven? Ter illustratie een stroomdiagram hoe een tweede huwelijk tot stand komt, als je géén rekening houdt met de feitelijke omgang tussen familieleden: Gerarda Boekelder is dochter van het echtpaar Antonius Boekelder x Bernardina Campermans; Bernardina Campermans heeft een broer Antonius Camperman x Engele Veldercamp, zus van Teune Veldercamp x Albert Berendsen, broer van Bernardus Berendsen, wiens vrouw Maria Besselink een broer heeft, Garrit Besselink x Grada Boekeler. Kortom, Gerarda Boekelder is geboren in de familie Campermans, en via verwantschap met achteeenvolgens (Engele en Teune) Veldercamp, (Albert, Bernardus) Berendsen, gehuwd in de familie Besselink. In schema: Antonius Boekelder Engele Veldercamp-----Teune Veldercamp Maria Besselink--------Albert Besselink x x x x x Beerne Campermans-------- Anton Camperman Albert Berendsen---------Bernard Berendsen | | | | | Gerarda Boekelder Grada Boekeler
De kennismaking hoeft niet volgens deze lijnen te zijn verlopen. Maar als deze gang van zaken zich vaker voordoet, wordt het minder waarschijnlijk dat het louter een constructie is die niet met de werkelijkheid correspondeert. Dit onderzoek is nog niet gedaan.
59
Geraadpleegde literatuur Aalst, H. van (2003). Diverse takken Kamperman. Oostgelders Tijdschrift voor Genealogie en Boerderijonderzoek – in het vervolg: O.T.G.B., 31; 102-106; 130-131 Bakker-ten Have, J. (2004). Kwartiestaat Janna Klein Kranenbarg. Oostgelders Tijdschrift voor Genealogie en Boerderijonderzoek – in het vervolg: O.T.G.B., 8-10. Bannink, H. (1942). Boerderijnamen in Zelhem. O.T.G.B., 1984, 33-34 Beekman, G. brieven 8 en 17 oktober 2001. Berg, P.A.M. van den (2000) (ed). Woar kom ie vandan? Gezinnenboek van de gemeente Steenderen van 1678 – 1811. Uitgave O.T.G.B Besselink, F. (z.j.) Kwartierstaat Besselink. Doetinchem, afdelingsbibliotheek Streekarchivariaat Regio Achterhoek, L. de Colignystraat 11a. Eulink, C.G. (2000). Aanzet tot genealogie Eulink. O.T.G.B., 139-142 Eulink, C.G. (2006). Kwartierstaat van Karel Eulink. O.T.G.B., 70-73 Goes, J.M. (1986). Nagekomen vragen: Familie en het goed Mocking (Mockinck). O.T.G.B., 64 Harmsen, H. (1996). Van boerenschuur tot klompenhok. O.T.G.B., 3-4 Hoebink, A.A.J.H. (1987). Het geslacht “Coobs” (Hengelo-Steenderen). O.T.G.B., 73-74 Jansen, H.M. (2006) Kwartierstaat van Hendrikus Marinus Jansen. O.T.G.B., 91-95; 139-145 Jansen, H.M. (2007) Kwartierstaat van Hendrikus Marinus Jansen. O.T.G.B., 15-19; 42-47 Kelholt, J.B. (1984). Familiegeschiedenis met achtergrond O.T.G.B., 84.26. Koekkoek, J.J. (z.j.). De Heerlijkheid Baak. Geschiedenis van een Achterhoeks dorp. Stichting Baak i.s.m. Staring Instituut Doetinchem Loor, H.I. (1999). Kwartierstaat Loor-Aalbers. O.T.G.B., 134-135. Oldenboom, U. (2002/03). Kwartierstaat van Uichen Oldenboom. O.T.G.B., 02.145-149; 03.20-23; 03.65-66 Olminkhof, J.J.M. (1998). Aanvullingen en verbeteringen Kwartierstaat Olminkhof. O.T.G.B., p.30 Okkema, J.C. (1986). Handleiding voor genealogisch onderzoek in Nederland. Weesp: Fibula-Van Dishoeck. Osnabrugge (1985). Boerderijnamen in de Achterhoek. O.T.G.B., 21-24. Ouweneel, W.J. (1998). Oost-Geldere familie- en boerderijnamen. O.T.G.B., 5-8; 43-44 Rasing, W.J.G. (1986). Kwartierstaat “Rasing” O.T.G.B., 75-78 Renema, J. (1990). Transcriptie en tekstverwerking: Hengelo Gelderland Nederduits Gereformeerde Gemeente Register Dopen 1756-1771 Trouwen 1762-1771 Lidmaten 1756-1771. Uitgave O.T.G.B. Renema, J. (1990a). Transcriptie en tekstverwerking: Hengelo Gelderland Nederduits Gereformeerde Gemeente Trouwboek 1772 –1811. Uitgave O.T.G.B. Renema, J. (1990b). Transcriptie en tekstverwerking: Hengelo Gelderland Nederduits Gereformeerde Gemeente Doopregister 1645-1756. Uitgave O.T.G.B. Renema, J. (1992). Transcriptie en tekstverwerking: Hengelo Gelderland Nederduits Gereformeerde Gemeente en Burgelijke Gemeente Trouwen 1795 – 1811 en Overlijden 1759 – 1812. Uitgave O.T.G.B. Renema, J. (1993). Transcriptie en verwerking: RBS inv.no. 915 (1724-1808) en 916 (1808-1811): RK Statie Hengelo – Zelhem. Deel B: Dopen 1783 – 1808 Trouwen 1724 – 1808 Dopen en Trouwen 1808 – 1811, uitgave O.T.G.B. Renema, J. (1996). Transcriptie: Hengelo Gelderland Nederduits Gereformeerde Gemeente Lidmatenregister 1645-1756 Trouwregister 1645-1761 met index. Uitgave O.T.G.B. Renema, J. (1996a). Besselink in Hengelo O.T.G.B., 105-108 Renema, J. (1996b). Op den Goye: Hengel en Zellem. O.T.G.B., 117. Renema, J. (2001). Aanvullingen en verbeteringen: Aanzet tot genealogie Eulink, O.T.G.B., 33-34 Reuzel, G. (2002). Kwartierstaat Bertha Janssen. O.T.G.B., 97-102 Rijksarchiefdienst Arnhem, GenLias Sloot, Jan (2004) Parenteel van Johanna Zusters. attachment bij e-mail:
[email protected] Teunissen, J. (2004). Kwartierstaat Teunissen. Attachment bij e-mail:
[email protected] Thuijs, A.H.M. (Tonny) (1990) (Aanvulling/verbetering) Liemerse Geslachten (5a, 5b en 5c). O.T.G.B. 90.4-5; 90.24; 90.32; 90.48; 90.55; 90.54
60
Thuijs, T(onny) (1990). Liemerse Geslachten (6). O.T.G.B., 85-86 (a) Weenk, G.J. (1997) Kwartierstaat Weenk. O.T.G.B., pp.97-103 Wolters, A. parenteel Liebrand. Doetinchem, afdelingsbibliotheek, Streekarchivariaat Regio Achterhoek, L. de Colignystraat 11a. Wolters, B.J. (2004). Kwartierstaat met uitbreidingen van Johanna Janssen uit Zelhem en Steenderen, O.T.G.B., 27-31.
61
Bijlage 1 Mentink: overzicht van trouw- en doopbijschrijvingen 9.6.1810
Willem Mentink
x
Maria Camperman
1.4.1811
Wessel
Gradus Mentink
Anna Camperman
idem
Antonius
Engelbartus Camperman
Joanna Wolsing
Albert Mentink
Hendrica Wissink
25.10.1809 13.12.1810
Reint
Beernt Timmerman Wesseltje Mentink
28.2.1805
Anna Diena
x
Liesabeth Könink x
Toon Wolterink
Wesselina [Mentink] of Oltwaensink ? x Toon Wolterink Albert Eulink op Groot Mentink Aleijdis Wissink Wenceslaa Waensink
15.1.1797
Bernardus
x
Dries Wolterink Wenseslaa Mentink
Toon Wolterink Ida Waensink
x
Antonius Wolterink
18.2.1801
Henrica
Willem Mentink
Reijnera Wolterink
27.12.1810
Grada
Reint Hoegen
Henrica Waansink
Lucas Mentink
x
26.5.1806
Bernardina
26.12.1810
Joanna Cristina Hermanus Mentink
Reintje Woltering
29.8.1808
Cristina A.B.
Franciscus Bott
Marica Woltering
1.4.1804
Henricus J.
Jan Wolterink
Christina Lansink
16.9.1793
Hermannus Mentink
Henrica Wolterink
Hermanus Mentink
Ida Wolterink
x
Maria Wolterink
6.6.1805
Joannes
Lucas Mentink
Ida Wolterink
13.4.1810
Gerardus J.
Lucas Mentink
Reintje Woltering
9.10.1801
Christina A.
Jan Wolterink
Reinera Mentinck
14.6.1798
Bernardus
Berend Gootink op Wolterink Christina Lansink
62
26.12.1794
Henricus S.
Henricus Menting Gart Klein Mentink
6.3.1810
Joanna
2.8.1791
Ida Wolterink x
Albert Hummelink Jan Mentink
Teune Hemmers Joanna Hemmers
x
Anna Eulink
27.2.1808
Joanna
Harmen Mentink
Gertrudis Mentink
28.12.1809
Maria
Bernardus Mentink
Henrica Coobs
10.8.1792
Gerardus
Lubbert Eulink
Feneken Mentink
Jan Mentink op Eulink x
Anna Eulink
23.5.1804
Fredericus
Henrick Mentink
Henrica Eulink
4.4.1806
Joanna
Gart Mentink
Dersse Hummelink
11.7.1802
Henrica
Reijnt Mentinck
Wilhelma Eulink
4.12.1799
Elisabeth
Antonius Mentink
Reijnera Eulink
15.7.1797
Henricus
Henrick Mentink
Willemin Eulink
8.2.1796
Joannes
Berend Mentink
Reijntien Eulink
Fenenna Klein Mentink x
Hermanus Hermsen(Harmen Harmsen
12.5.1807 3.11.1808
Gerardus
Gart Jan Hermsen
Henrica Klein Mentink
5.3.1794
Gerarda
Jan Eulink
Joanna Mentink
Albert Mentink 25.10.1808
Gerarda A.
x
Lucas Mentink
Reinera Wolterink Ida Wolterink
Albert Eulink op Groot Mentink x Reijntien wolterink 30.3.1805
Henrica
Toon Wolterink Bernardus Mentink
Willemken Eulink x
Elske Derksen
29.12.1804
Joanna
Willem Mentink
Joanna Dercksen
20.10.1808
Gertrudis
Reinerus Peters
Aleida Derksen
Maria Mentink
x
Cornelus Bonnecoos
63
27.4.1808
Henricus (illegitimus)
Elske Derksen
Albert Mentink, zn. v. Henrick Mentink, tr.(RK) Hengelo 28.2.1805 Reijntien Eulink, dr.v. w. Gart Eulink Garrit Kleijn Mentink, wedn. v. w. Alberdin Doekelborg, tr.(RK) Hengelo 15.1.1804 Joanna Hummelink dr.v. w. Jan Eulink en Joanna Coops Garrit Kleijn Mentink x Joanna Hummelink 25.2.1806
Jan Willem
Berend Kleijn Mentink
Joanna Coops
17.11.1804
Alberdin
Jan Bleumink
Fenneken Kleijne Mentink
Albert Mentink, zn. v. w. Bernardus Mentink, tr.(RK) Hengelo 2.10.1798 Reijntien Elderink, dr. v. w. H. Elderink Albert Mentink op Elderink x Reijntien Elderink 15.4.1803
Bernardus
Henrick Jan Cessink
Willemken Mentinks
29.10.1799
Henricus J.
Jan Mentink
Willemken Hoegen
Willemken Mentink, dr. v. Bernardus Mentink, tr.(RK) Hengelo 5.7.1797 Berend Timmerman, w3d. v. w. Elizabeth Gerritzen 26.2.1793
Gart Kleijn Mentinck
x
Alberdin Doekelenborg
x
Gerarda Kleijn Mentink
24.7.1803
Gart Jan
Albert Doekelborg
13.9.1797
Joannes
Gart Doekelenborg
Henrica Kleijn Mentink
8.2.1795
Joanna
Gart Kleijn Mentink
Joanna Doekelenborg
29.5.1792
Willemin Mentink
x
Jan Gartzen
6.12.1802
Christina
Jan Willem Hoogelogt
Antonia Veldercamp
3.11.1798
Gerardus
Henrick Tolkamp
Gaertien Booltink
17.1.1796
Bernardus
Albert Mentink
Henrica Wessels
7.3.1793
Gerarda
Albert Berendsen
Henrica Meijerink
17.4.1791
Jan Mentink
x
Joanna Mentink
3.11.1799
Albertus
Berend Timmerman
Joanna Groote Mentink
8.11.1797
Gerarda
Derck Groote Breundink
Mine Mentink
20.8.1795
Berdin
Jan Fokkink
Henrick Mentink
64
23.7.1793
Theodora
Albert Mentink
Gartien Klein Breunderink
2.4.1792
Bernardus
Reijnt Mentink
Willemken Mentink
25.5.1789
Reijnt Mentink
x
Gertruit Windels
5.7.1804
Hermanna
Reijnt Schutte
Joanna Groot Mentink
12.12.1799
Bernardus
Jan Mentink
Christina Lansink
27.2.1797
Adelberta B.
Gart Jan Gartzen
Harmina Mentink
12.9.1793
Joannes B.
Berend Mentink
Joanna Windels
25.1.1792
Antonius
Gerardus Windels
Hermanna Windels
15?.4.1790
Theodorus
Harmen Windels
Joanna Mentink
27.5.1788
Henrick Bluimink
x
Reijntien Groot Mentink
8.4.1788
Berdien Mentink
x
Henrick Hoegen
9.10.1787
Toon Wolterinck
x
Wesseltie Waensink
9.10.1787
Henrick Mentink
x
Joanna Niesinck
13.7.1784
Anna Maria Mentink
x
Henricus Neisink
28.5.1795
Henrica
Kaal Niesink
Berdin Niesink
6.8.1792
Gerardus
Joannes Niesink
Henrick Niesink
19.12.1790
Gerardus
Henrick Mentink
Gerarda Niesink
19.12.1790
Henrica
Joannes Niesink
Dina Niesink
10.10.1788
Gerardus
Arend Niesink
Joanna Niesink
3.4.1786
Joanna
Jan Mentink
Henders Jansen
Joanna (Groot) Mentink x
Gerrit Takkencamp
4.6.1782 10.3.1803
Bernardina
Gart Kleijn Mentink
Berdin Meckevelt
26.12.1800
Joanna
Gart Hoegen
Fenneken Kleijn Mentink
7.4.1798
Hermannus
Albertus Eulink
Gertruit Jansen
1.12.1795
Henricus
Jan Tackencamp
Joanna Mentink
27.4.1791
Fenneken
Henrick Tackencamp
Henrica Kleijn Mentink
65
26.6.1793
Reijnera
Berend Kleijn Mentink
Joanna Branderhorst
17.3.1788
Jan Willem
Toon Tackencamp
Anna Henricks
14.1.1786
Ders
Carel Tackencamp
Reijntien Mentink
15.5.1781 27.3.1787
Jan Mentink Catharina
x
Henrica Berendtzen
Arend Hendriksen Jan Mentink
Stiene Berendsen x
Henrica Jansen
10.1.1797
Joanna
Jan Berendsen
Henrica Jansen
5.5.1793
Albertus
Jan Jansen
Henrica Schoelenborg
17.9.1791
Bernardus
Jan Berendsen
Grietien Evers
7.7.1790
Helena
Steven Jansen
Willemken Mentink
Gerarda Klein Mentink x
Jan Wessels
1.12.1778 24.3.1796
Gerarda
Jan Sweers
Henrica Kleijn Mentink
6.8.1790
Gerarda
Cornelius Kleijn Cessink
Berdin Nijland
4.10.1787
Joanna
Gart Kleijn Mentink
Henrica Wessels
2.3.1786
Gart Jan
Berend Kleijn Mentinck
Henrick Wessels
26.3.1783
Bernardus
Wessel Klein Cessing
Henrica Venderbos
8.9.1778
Henders Kleine Mentink x
Beernt Takkencamp
1.5.1774
Gerrit Mentink
x
Stientje Tankink
10.6.1772
Reinera Groote Mentink x
Henricus Eulink
7.5.1771
Henricus Mentink
Berndina Veldercamp
24.10.1765
Berndina Kleijn Mentink x
Assuerus Ceube
??
Berent Mentink
x
Hendrica Wessels
18.8.1757
Joes. Mentink
x
Anna Michels
11.12.1754
Gerardus Mentink
x
Wilhelmina Waansink
29.7.1750
Henricus Mentink
x
x
Christina Lansing
66
7.2.1750
Bernardus Mentinck
x
Aleida Jansen
1.10.1743
Gerrardus Mentinck
x
Venneke Jansen
15.4.1737
Albertus Mentinck
x
Willemine Brunderinck
18.2.1736
Henrica Mentinck
x
Henricus Wolsing
26.12.1728
Albertus Mentinck
x
Cunera Bisscop
Reint Mentink
x
Gertruijt Wijhols
23.2.1803
Gerardus H.
Petrus Antonius Gertzen
(niet ingevuld)
Berend Kleijn Mentink x
Henrica Kleijn Mentink
8.6.1794
Gerarda
Gart Tackencamp
Alberdin Doekelenborg
22.1.1789
Gerardus
Gart Kleijn Mentink
Joanna Groot Mentink
1.2.1786
Jan
Jan Wessels
Teune Verldercamp
18.3.1784
Ders
Jan Takkenkamp
Berdien Jansen
Gerarda Kleijn Mentink x
Jan Klein Cessink
1.10.1790
Joannes
Gart Kleijn Mentink
Jenneken Nijcamps
26.9.1793
Gerarda
Cornelius Kleijn Cessink
Alberdin Doekelenborg
Christina Mentink
Jan Willem Hoogeloght
x
30.1.1792
Bernardus
Jan Berend Hoogeloght
Henrica Veldercamp
30.1.1792
Engelberta
Sweer Veldercamp
Ceune Mentink
4.9.1788
Gerarda
Derck Bleumink
Engel Hoogelogt
Henrick Bleumink op Groot Mentink x Reijntien Groot Mentink 17.7.1789
Reijnera D.
Jan Bleumink Reijntien Mentink
27.10.1785
Gart
Gart Tackencamp
Henrica Waensink op Regenwinkel x
Henrick Eulink vel Groot Mentink Liesebeth Hummelinck
67