Voorlichtingsblad van ForFarmers
OKTOBER 2012
jaargang 36
VoerTAAL
innovatiefonds farmers for farmers Stuur innovaties in vóór 1 november 2012 ForFarmers stimuleert innovaties in de landbouw. Daarom heeft zij het Innovatiefonds Farmers for Farmers in het leven geroepen. Agrarisch ondernemers die een innovatie aanmelden, maken kans op een geldbedrag, die kan oplopen tot €5.000,-. Het hoeven geen ingewikkelde innovaties te zijn, het mogen eenvoudige zaken zijn, zolang het idee maar innovatief en praktisch uitvoerbaar is. Nu volgen willekeurig een aantal beloonde innovaties: • Infraroodverwarming bij de melkrobot; • Een biggenbox voor pasgeboren biggen; Een op hoogte scharnierbare biggenbehandelwagen voor het werken met rechte rug; • Een graanstrooier met servicehulp bij vleeskuikenouderdieren.
Scan de QR-code voor een link naar het aanmeldformulier.
inzenden voor 1 november 2012 De inzendingstermijn voor de komende innovatieronde loopt af op 1 november 2012. Stuur uw innovatie in via www.farmersforfarmers.eu Op de website staat een aanmeldformulier en kunt u de voorwaarden voor deelname lezen. Bovendien kunt u er eerder bekroonde innovaties terugvinden.
iNhoUd Innovatiefonds Farmers for Farmers Beursbezoek ForFarmers en Hendrix Nieuwe melkveevoeders Reportage: Tevreden over ProtiBoost Gouden certificaat en themaochtend Goatcare Lammerscan Interview sectormanagers varkens
2 3 4 6 8 10 11
Mineralen en vitamines in varkensvoer Diergezondheid meten via PigMAP Reportage: Nieuw merk varkensvlees Voeropname voor spenen Fermentatie in varkensvoeding CCM verhoogt opbrengst Nieuw assortiment opfokvoeders
12 14 16 18 19 20 22
Reportage: Voetzoolmonitoring Training bij Lohmann Tierzucht Korte berichten Plantaardig Productierechten Eendenkroosteelt wint innovatieprijs
CoLofoN 2
Redactieadres: ForFarmers, Postbus 91, 7240 AB Lochem, T: +31(0)573 28 88 00, F: +31 (0)573 28 88 99 Eindredactie: Afdeling communicatie.
24 26 28 30 31
samen op beurzen Binnenkort staan ForFarmers en Hendrix UTD gezamenlijk op een drietal beurzen. Als thema hanteren we: ‘Samen klaar voor de toekomst’. Daarmee blikken we vooruit op de nieuwe organisatie en de voordelen die u daarvan kunt verwachten. Van 23 tot en met 25 oktober worden de Landbouwdagen Intensieve Veehouderij en van 30 oktober tot en met 1 november de Rundvee Vakdagen in Hardenberg gehouden.
Van dinsdag 20 tot en met donderdag 22 november vinden de Rundvee- en Akkerbouwdagen in Gorinchem plaats. Wij ontmoeten u graag op onze stand!
Nieuwe stand op euroTier Van 13 tot en met 16 november vindt de internationale beurs EuroTier in Hannover plaats. Hier presenteren ForFarmers, Hendrix en BOCM PAULS zich voor het eerst in de nieuwe huisstijlkleuren en een nieuwe stand! Tijdens de beurs presenteren we een aantal innovaties, waaronder de ‘FF Bestellen’-app. Hiermee kunt u snel en eenvoudig voer bestellen. De app is onder de naam ForFarmers te downloaden via de App Store / Google Play. Ook is er aandacht voor ProtiBoost, een voerproduct voor melkkoeien, dat zorgt voor verhoging van het vet- en eiwitgehalte van de melk. In de reportage op bladzijde 6-7 leest u een gebruikerservaring over dit product.
3
Uitdagende graskuilen in 2012 Natter, veel meer zuur en lagere suikergehaltes dan in 2011. Dat zijn in vogelvlucht de drie kenmerken van de graskuilen
van
afgelopen
groeiseizoen. “Met de juiste gebruiksaanwijzing en een correcte toepassing ervan, kom je een heel eind, maar het is niet het makkelijkste jaar”, zegt Rob Rutgers, nutritionist bij ForFarmers. De eerste snede kwam dit jaar veel later van het land dan normaal. Grofweg hanteren we drie typeringen: de vroege kuilen van 5 tot 10 mei, de kuilen uit de periode 15 tot en met 20 mei en vervolgens de zomerkuilen. Rob: “De eerste snede was vrij vochtig en ook het suikergehalte was aan de lage kant. Veel suikers zijn omgezet tijdens het conserveringsproces. Hierdoor is er met name meer melkzuur
gevormd. Veel van deze kenmerken zijn onder andere afhankelijk van het weer, we hebben immers minder zon gehad. Daarnaast geldt: hoe droger de kuil, hoe meer suikers bewaard zijn gebleven.” Aandacht voor zuur De vroege kuilen zullen over het algemeen wel goed worden opgenomen, maar hebben aanvullend krachtvoer nodig voor
de nodige energie. Deze vochtige kuilen kenmerken zich door een relatief lage pH doordat er veel conserveringszuren zijn gevormd. Zo is vooral melkzuur een sterk zuur dat zorgt voor een goede conservering. Melkzuur is voor de koe een goede energiebron, alleen een hoge concentratie verhoogt de zuurbelasting in de pens. Dit geeft dus een verhoogde kans op pensverzuring.
Toepasbaarheid nieuwe assortiment op basis van kuilkwaliteit 2012 Kuiltypering
Vroeg/Nat
Laat/droog
Laat/nat
Maximbrok Gluco
+++
+
++
Maximabrok Super
+
+++
++
Optimabrok Injectie
+++
+
++
Optimabrok Primeur
+
+++
++
Supplement Magnifiek
+
+++
++
Supplement Ultra
+++
+
++
Maximareeks
Optimareeks
Correctiereeks
4
Om koeien gezond te houden dient de pens voldoende gebufferd te worden. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is dat het rantsoen voldoende structuur bevat. Structuur zet aan tot herkauwen en het gevormde bicarbonaat, dat via speeksel in de pens komt, heeft een neutraliserende werking op de pH. Rob: “Een toevoeging van graszaadhooi of koolzaadstro geeft dit effect. Ook pensbuffers als Univit Buffer en natriumbicarbonaat zorgen hiervoor. Toch is een investering in bufferende voeders om de zuurgraad van de pens op peil te houden geen onverstandige beslissing. Met gezonde koeien bereik je immers veel meer.” Veel verschil Bij de wat latere kuilen uit de periode van 15 tot 20 mei zijn er veel verschillen waar te nemen: te nat of juist droog. Wat ze wel gemeen hebben is dat bij beide typen de voederwaarde is teruggelopen. “Het was een zwaar gewas waardoor deze kuilen een hoge NDF-fractie hebben, van boven de 500. En dat gaat ten koste van energie en eiwit. Dat vraagt dus om de juiste aanvulling vanuit krachtvoer. Om het lage eiwitniveau te corrigeren dient er meer eiwit bijgevoerd te worden. Zo zal bij natte kuilen de nadruk meer liggen op het aanvullen van bestendig eiwit terwijl er bij droge kuilen meer behoefte is aan eiwit op pensniveau, oftewel onbestendig eiwit.” Late kuilen Ook op de (late) zomerkuilen is een correctie nodig van energie en eiwit. Deze zijn bovendien broeigevoelig. Zeker bij de late kuilen die droger zijn ingekuild, moet je hierop letten. Het voeren van deze kuilen heeft de voorkeur in de periode met lage buitentemperatuur en een hoge voersnelheid. Al met al ligt er een grote variatie kuilen in de praktijk, die op verschillende manieren gecorrigeerd dienen te worden. De nieuwe voeders voor het winterrantsoen (zie kader) kunnen hierbij ingezet worden.
Nieuwe voeders voor het winterrantsoen
ForFarmers en Hendrix introduceren voor het komende winterseizoen zes nieuwe unieke voeders die helemaal zijn afgestemd op de kuilen van 2012. Het eerste resultaat van het beste van beide organisaties. Maximabrok Gluco (1080 MELK 120 WDE 10 EKB) Voordelen/toepasbaarheid • Maximaal eiwitpercentage door hoog aandeel glucogene energie • Langzaam verbeerbaar • Minimaal conditieverlies en snel conditieherstel • Breed inzetbaar • Zeer geschikt voor de natte eerste snede met veel melkzuur Maximabrok Super (1150 MELK 125WDE 10 EKB) Voordelen/toepasbaarheid • Sterk melkdrijvend • Super geconcentreerd, dus scherp voerverbruik • Gunstig voor bedrijven in de BEX • Geschikt voor droge kuilen met lage VEM en ruw eiwit Optimabrok Primeur (1020 MELK 120WDE 10 EKB) Voordelen/toepasbaarheid • Geconcentreerde brok • Stimuleert melk- en eiwitproductie • Corrigeert deels basisrantsoen • Geschikt voor de droge, latere eerste snede Optimabrok Injectie (1000 MELK 110 WDE -5 EKB) Voordelen/toepasbaarheid • Stimuleert pensfermentatie = stimulering eiwitpercentage • Breed toepasbaar • Gunstig voor bedrijven in de BEX • Passend op zowel vroege als late eerste snede Supplement Magnifiek (720 MELK 180 WDE 150 EKB) Voordelen/toepasbaarheid • Geconcentreerd eiwit: penseiwit en bestendig eiwit • Breed toepasbaar daar waar eiwit gecorrigeerd moet worden • Past goed bij de kuilen van 2012 die minder eiwit bevatten Supplement Ultra (907 MELK 180WDE 20 EKB) Voordelen/toepasbaarheid • Melk en melkeiwit stimulerend • Sturen op lager ureum • Gemak: energie en eiwit in één product • Sluit zeer goed aan bij de vroege eerste snede van dit jaar
5
Reportage
“De vet- en eiwitgehaltes van de tankmelk stijgen sterk” Het ruikt naar cacao en de koeien geven een hoger percentage vet en eiwit. Dat zijn de eerste ervaringen van melkveehouder Arjan Schrijver uit Dalfsen met het product ProtiBoost.
6
“Ik heb over ProtiBoost gelezen en sprak een tevreden gebruiker, een melkveehouder die klant is bij Hendrix UTD. Ik heb een maand terug twee ton van het product in meelvorm besteld. Dit verstrek ik door het basisrantsoen, bestaande uit onder andere gras, mais, luzerne, perspulp en aardappelpersvezel. En sindsdien blijven de tankmelkgehaltes maar stijgen. Een maand terug zat er 3,76% eiwit in de tankmelk. Nu ligt deze al op 4,16%. En de hoeveelheid melk is nauwelijks gezakt. Ook het vetpercentage is bijna tien procent gestegen. In zijn geheel geeft het een mooiere vet- eiwitverhouding in de melk”, Arjan Schrijver is een tevreden gebruiker van het
nieuwe voerproduct. Het product past prima bij zijn bedrijfsmanagement en de doelstellingen die hij met zijn melkveehouderij wil realiseren. Intensieve bedrijfsvoering Schrijver runt met 1,2 miljoen kg melk op 38 hectare grond een zeer intensief bedrijf. Hij moet voer aankopen en mest afvoeren. Dit geeft een risico, maar aan de andere kant maakt het hem ook flexibel. Arjan: “Ik moet toch voer aankopen. Prijstechnisch rekenen bijproducten meestal gunstiger dan mais of krachtvoer. Bovendien kan ik het rantsoen via bijproducten gemakkelijker bijsturen en loopt de melkproductie soepel. ProtiBoost
voer ik in meelvorm, samen met de andere bijproducten (onder andere aardappelpersvezels en perspulp) via een blokkendoseerwagen voor het voerhek.” ProtiBoost is ook in brokvorm verkrijgbaar. Rust op pensniveau Wat is nu het geheim van het product? ForFarmers-bedrijfsadviseur Bas Haarhuis vertelt: “Het ruikt lekker (naar cacao), bevat veel ruwe celstof en een mooi ruw eiwitgehalte van 174 gram. Dit geeft rust op pensniveau. Het is bovendien een veilig product richting klauwgezondheid. De investering bedraagt €27,20 per 100 kg.” Arjan: “Dit is naar verhouding niet duur, temeer omdat ik daar aankoop van mais voor kan laten en omdat het een duidelijke verbetering van de vet- en eiwitgehalten geeft. Het enige wat een nadeel kan zijn is dat het lactosegehalte daalt. Het is nog niet bekend wat de gevolgen zijn van een lactosegehalte die over een langere tijd la-
Bedrijfsgegevens ger dan 4,5 uitkomt, maar ik verwacht er geen grote nadeel van.” Bedrijfsvoering optimaliseren Arjan zit op dit moment in een drukke periode. Hij is bezig met optimaliseren van het bedrijf. In tien jaar tijd is de melkveehouderij gegroeid van veertig koeien en 280.000 kg melk naar een bedrijf met 156 koeien en 1,2 miljoen kg melk. Vier jaar geleden is een eerste melkrobot geïnstalleerd, in een stal met een capaciteit voor maximaal 190 koeien. “We hebben toen gekozen voor één robot, om geen te zware financiering te krijgen. En deze keuze was achteraf maar goed ook, want dat jaar was de melkprijs extreem laag. We hebben nu vier jaar met één robot gemolken, ons bedrijf verder uitgebreid in aantal koeien en een deel van de veestapel in de bestaande melkveestal gemolken. Maar nu is het tijd voor de tweede robot. We starten hier binnenkort mee.”
Tevreden gebruiker Alles bij elkaar hoopt Arjan dat zijn melkvee een keer de voor hem gestelde magische grens van een rollend jaargemiddelde van 8.500 kg melk met een eiwitpercentage van vier of hoger behalen. “Zoals het nu loopt, gaat dit vast lukken. Ik ben in ieder geval tevreden met de mogelijkheid die ProtiBoost biedt en zolang het product geen negatieve effecten op de veestapel geeft, blijf ik het inzetten.”
Herman, Arjan en voorlichter Bas Haarhuis bij het voer voor het melkvee.
Herman en zoon Arjan Schrijver hebben in maatschap een melkveebedrijf met 156 melkkoeien en 38 hectare grond. Van deze 38 hectare is tien hectare voor mais en drie hectare wordt na 15 juni gemaaid (beheersgras). Ze melken een quotum van 1,2 miljoen kg melk. Vier jaar geleden heeft Schrijver een Lely melkrobot aangeschaft en sindsdien wordt een deel van de veestapel met de robot gemolken. De overige koeien tot op heden nog in de melkstal, maar de tweede melkrobot is onlangs ook in de stal geplaatst, dus daar wordt binnenkort op overgeschakeld. Het rollend jaargemiddelde bedraagt 8.012 kg melk met 4,76% vet en 3,84% eiwit. Het rantsoen van de melkkoeien bestaat voor ongeveer 9 kg drogestof uit ruwvoer, het overige drogestofaandeel komt uit bijproducten. Schrijver koopt producten als geplette tarwe, bierbostel, perspulp, Corngold en aardappelpersvezels. Medio september bestond het rantsoen uit tweede snede kuilgras 2012, beheersgras, mais, luzerne, perspulp, aardappelpersvezel, Univit Mobiel, Supplement Populair (nu Magnifiek). Naast dit basisrantsoen wordt er Super Topbalansbrok verstrekt.
De ambitie van Schrijver: Het bedrijf toekomstbestendig maken en een jaarproductie van 8.500 kg melk met 4% eiwit realiseren.
7
forfarmers eerste mengvoerbedrijf met gouden Certificaat
“een mooie
Recentelijk ontving ForFarmers als eerste mengvoerleverancier het Gouden Certificaat Dynamisch Voeren. Agrovision introduceert per 1 oktober 2012 de Gouden Certificering Dynamisch Voeren voor mengvoerleveranciers die de kennis en het ambitieniveau hebben om Dynamisch Voeren succesvol in de markt te zetten. ForFarmers ontvangt het certificaat omdat zij achter het concept Dynamisch Voeren staat en dit actief promoot. De bedrijfsadviseurs worden opgeleid in Dynamisch Voeren. Hierdoor beschikken de adviseurs over voldoende kennis om de melkveehouder met Dynamisch Voeren te ondersteunen en van goede adviezen te voorzien. Daardoor kan het hoogst mogelijke saldo worden behaald. Dynamisch Voeren is een voersysteem waarbij de individuele krachtvoergift per koe dagelijks wordt vastgesteld aan de hand van de melkproductie, melkopbrengst en krachtvoerkosten. De kracht van het systeem is dat de krachtvoergift wordt geoptimaliseerd, waardoor een hoger saldo wordt behaald. In 2008 stond ForFarmers als partner aan de wieg bij de introductie van Dynamisch Voeren in de melkveehouderij. Inmiddels voeren meer dan zeshonderd melkveebedrijven in Nederland dynamisch waarvan ruim tweehonderd klant zijn bij ForFarmers. Het programma is de afgelopen jaren flink doorontwikkeld en heeft bewezen succesvol te werken op bedrijven die kiezen voor het hoogst haalbare saldo. Productmanager Richard Dijkstra en Gerrit Braakman (r.) van Agrovision.
“Een mooie dag om te ventileren” was het onderwerp van de vrijdag 14 september georganiseerde themaochtend bij rosékalverhouder Hag in Haaksbergen. De rode draad van deze ochtend was dat er vier invloedsfactoren zijn om het rendement op een rosékalverhouderij te verbeteren: huisvesting/klimaat, voeding, kwaliteit van het kalf en het ma-
8
nagement van de veehouder.
dag om te ventileren” van Hag. Volgens Van de Brink kan met mechanische ventilatie al snel €30,- per kalf worden verdiend. Juist toegepaste mechanische ventilatie geeft een hoger geslacht gewicht en een halvering van het medicijngebruik, ervan uitgaande dat de voeding en het management gelijk blijven, want deze zijn namelijk ook van invloed op de gezondheid van het dier en de bedrijfsresultaten. De rosésector loopt volgens Van de Brink met betrekking tot mechanische ventilatie twintig jaar achter op de varkenssector. Zijn oproep is dan ook om het wiel niet opnieuw uit te vinden maar gebruik te maken van de ervaringen uit de varkenssector. Enkele adviezen van Jan: • Houd bij het ventileren rekening met dierspecifieke factoren zoals optimale temperatuur. • Breng de mechanische ventilatie op de juiste manier in de stal. • Zorg voor een goede afstelling van de klimaatcomputer. Laat een klimaat specialist het systeem instellen. • Maak bij nieuwbouw of verbouw een klimaatplan. De dieren vertellen hoe het klimaat is. Ventileren gaat natuurlijk over het klimaat in de stal, maar ventileren is ook synoniem voor kennis delen. 175 vleesveehouders en geïnteresseerden uit de sector namen deel. Onno Hidding, verkoopleider ForFarmers Hendrix opende de dag en stelde meteen het nieuwe vleesveeteam voor. Aansluitend lichtte Erik Hag de ontwikkelingen van zijn bedrijf toe. Het bedrijf van de familie Hag bestaat uit opfok en afmest van jonge rosé’s (1.300 dieren). Voor de familie Hag zijn goede resultaten en arbeidsplezier van groot belang. Zij realiseren dit door goed uitgangsmateriaal, goede voeding en een samenwerking met de juiste mensen. Sinds kort worden de kalveren afgeleverd onder het ‘Beter Leven’-keurmerk. De opfokstal die een aantal jaren geleden is gebouwd, beschikt over mechanische ventilatie. Dit beviel zo goed dat op de afmeststal sinds kort ook een mechanisch ventilatiesysteem is aangebracht. Klimaatspecialist Jan van de Brink sloot met zijn presentatie aan bij het verhaal
De laatste spreker van de morgen was Kees van Reenen, Senior onderzoeker bij Wageningen UR Livestock Research. Van Reenen heeft het onderdeel diergezondheid toegelicht, waarbij de welzijnsmonitor
een belangrijk instrument is. De monitor beoordeelt het welzijn van het kalf door dit af te lezen aan de dieren! Er wordt gekeken naar het gedrag, de gezondheid en pathologische veranderingen op het slachthuis. Doel van het WUR-onderzoek is om welzijn eenduidig en betrouwbaar vast te stellen. Welzijn beïnvloed uiteindelijk het resultaat. Na de sprekers was er tijd voor discussie. De belangrijkste stelling was: “kan een optimale ventilatie het antibioticagebruik reduceren?” De zaal was het er unaniem over eens dat dit zo is. Alleen hoeveel, dat hangt van de bedrijfssituatie af. De ochtend werd afgesloten met een zeer goede lunch, kalf van de BBQ, verzorgd door de Pali Group. ’s Middags was het bedrijf van de familie Hag toegangelijk voor belangstellenden. Er zijn 600 bezoekers geweest.
Rosékalverhouder Erik Hag ligt de ontwikkelingen van zijn bedrijf toe.
9
ontwikkel de jeugd, verbeter de toekomst
VAN der PAAUw: “de oPfoKsCAN VoorKoMT BedrijfsBLiNdheid”
De nieuwste tool in de geitenhouderij is een feit: Goatcare Lammerscan. Geitenhouders die hun opfok willen verbeteren, kunnen beter dan ooit bepalen hoe ze dat precies moeten doen om tot de beste technische en financiële resultaten te Simon van der Paauw (r.) en zoon Jeroen.
komen. Een verbetering van de opfok geeft een gezondere opfok, met meer werkplezier. Daarnaast resulteert dit in een gezonde melkgeit die gemakkelijker méér melk produceert en dus een hoger rendement behaalt. Bij een productie van 1.000 kg melk per geit per jaar en een vervanging van 25%, kost de opfok €0,0625 per kilogram melk (Bron: Bestra). Wanneer u betere technische resultaten bereikt in de opfok, zal de levensproductie van de toekomstige geitenstapel stijgen. De opfokkosten worden dan uitgesmeerd over meer kilo’s melk. De Goatcare Lammercan wordt uitgevoerd door een voorlichter. Hij of zij loopt samen met u de gehele opfokperiode door. De opfok bestaat uit verschillende fasen met per fase specifieke kritische controlepunten. In het figuur hiernaast staan ze vermeld. De voorlichter controleert de opfokstal vóór aflammeren, de hoogdrachtige geiten, het aflammer- en biestmanagement, voeding en gezondheid gedurende de melkperiode en huisvestings- en klimaat-factoren. Deze checkpunten worden beoordeeld met goed, aandacht of risico.
10
Uiteindelijk krijgt uw opfok per onderdeel een eindcijfer, zie figuur. Zo ziet u in één oogopslag waar de sterke punten en verbeterpunten in de lammeropfok op uw bedrijf liggen. U krijgt een rapport met de uitslag. Het rapport is een leidraad voor u en uw voorlichter om samen een plan van aanpak op te stellen.
In onderstaand figuur is te zien dat het onderdeel huisvesting en klimaat en het aflammer- en biestmanagement aandacht verdienen. Opfokstal vóór aflammeren
Huisvesting en klimaat
Melkperiode: voeding en gezondheid
Hoogdrachtige geiten
Aflammer- en biestmanagement
Voorlichter Armanda Boersma heeft bij geitenhouder Simon van der Paauw uit Vreeland een Goatcare Lammerscan uitgevoerd. Simon vertelt hierover: “Ik heb de scan laten uitvoeren om bedrijfsblindheid te voorkomen. Het is goed wanneer iemand anders bekijkt of er op het bedrijf geen zaken blijven liggen.” Doel van de Lammerscan is optimalisatie van het bedrijfsmanagement. Zodat uiteindelijk de beste technische en financiële resultaten op het bedrijf worden gerealiseerd. Bij Van der Paauw duurde de bedrijfsscan ongeveer drie kwartier. Simon: “Armanda heeft het management beoordeeld aan de hand van een checklist. Er is vooral aandacht geschonken aan het onderdeel stalventilatie, vanwege twijfels over het functioneren hiervan. Met een rookapparaat is de ventilatie beoordeeld. Hieruit blijkt dat de opfokstal meer ventilatieopeningen nodig heeft. Deze hebben we gemaakt en voorzien van een luchtgeleider in de vorm van een schuine plank, waardoor de lucht naar binnen en boven wordt geleid en minder snel/hard op de lammeren valt. Deze oplossing heeft ons weinig geld gekost.” Een ander voordeel van de Lammerscan vindt Simon dat bij hem alle kennis rondom geboorte en opfok weer is opgefrist. “De Lammerscan is een goede aanvulling van de kennisuitwisseling tussen voorlichter en veehouder. Voor mij als veehouder heb ik nu overzichtelijk in beeld hoe het met de diverse managementfactoren gesteld is. Het is aan mij in hoeverre ik actie onderneem om de verbeterpunten aan te pakken. Met als doel een optimaler bedrijfsresultaat. Komend jaar zal ik de resultaten van de aanpassingen ervaren.”
“De beste waarde/prijsverhouding van Nederland” Achter de schermen zijn de voorbereidingen voor de integratie van ForFarmers en Hendrix UTD in volle gang. De ambities van de nieuwe organisatie zijn groot. En klanten moeten daar straks als eerste van gaan profiteren. Harrie Kouwenberg en Jan Baan, sectormanager Varkens bij respectievelijk Hendrix UTD en ForFarmers, geven alvast een voorproefje. Wat zijn de sterke punten van ForFarmers en Hendrix UTD? Jan: “Het sterkste punt van ForFarmers is toch wel onze scherpe waarde/prijsverhouding. Verder werken we doelgericht en zijn de lijnen kort, waardoor we snel kunnen schakelen.” Harrie: “Hendrix UTD is – zéker de laatste jaren – als totale organisatie sterk klantgericht en voergericht. We onderscheiden ons door de verkoop via dealers. Hun kennis van de regionale markt en verbondenheid met de regio heeft echt meerwaarde voor onze klanten. En niet te vergeten de passie en de kennis van onze medewerkers; daarmee maken we het verschil.” Waar zit de synergie? Harrie: “Dat zit op heel veel vlakken. Juist omdat we verschillend zijn, vullen we elkaar goed aan. We zitten nu middenin het integratieproces en proberen daarin continu het beste van beide bedrijven te combineren. Dit doen we met voersamenstellingen, maar ook op het gebied van hulpmiddelen. Zo gaan we bijvoorbeeld Agroscoop® van ForFarmers gebruiken, een data-analysesysteem voor technische en financiële kengetallen dat de klant en zijn adviseur van waardevolle informatie voorziet.” Jan: “Hendrix UTD heeft een heel goede aanpak voor rantsoenoptimalisatie voor brijvoerbedrijven waar straks ook de ForFarmers-klanten van kunnen profiteren. Ook qua logistiek zijn er veel voordelen te behalen. ForFarmers had vergevorderde plannen voor een nieuwe fabriek in Oss.
Harrie Kouwenberg en Jan Baan.
Die zijn geschrapt, want met de productielocaties van Hendrix UTD in Zuid-Nederland hebben we nu een goede landelijke dekking.” En wat merkt de klant van dit alles? “De beste waarde/prijs-verhouding van Nederland, daar gaan wij voor.” Wat gaat er met de assortimenten gebeuren? Jan: “We bouwen momenteel samen aan één nieuw assortiment. De centrale vraag daarbij is ‘wat wil de markt?’ De specialisten en adviseurs van beide bedrijven zijn daarvoor een belangrijke bron van informatie. Zij kennen de wensen en behoeftes van onze klanten. Samen met de onderzoekers van het Nutrition Innovation Centre vertalen we die kennis in een assortiment dat tegemoet komt aan de diversiteit van ons klantenbestand. Zowel de ondernemer die streeft naar maximaal resultaat als de varkenshouder die vooral let op de kostprijs vindt hiervoor een passend voer. De voeders worden nu getest op praktijkbedrijven, want voorspelbaar resultaat is een belangrijke voorwaarde.” Harrie: “Voor de hulpmiddelen en de adviesaanpak volgen we een vergelijkbare route. Het is een zeer intensief proces, maar vooral ook een grote uitdaging waar we met respect voor elkaars inbreng aan werken.” Wanneer ziet de markt resultaat? Harrie: “We streven ernaar om het nieuwe assortiment en het bijbehorende prijsbe-
leid in de loop van 2013 te introduceren. Het exacte moment is afhankelijk van een aantal factoren, waaronder de invoering van een nieuwe automatisering. Klanten worden daarover tijdig geïnformeerd en uiteraard kunnen zij met vragen altijd bij de voorlichter terecht.” Wat zijn de grootste kansen en uitdagingen voor de nieuwe organisatie? “De grootste uitdaging nu is de integratie van twee bedrijven tot één sterke partij die nog beter dan de oorspronkelijke organisaties kan voldoen aan de behoeftes van de klant. Dan kunnen we ook onze ambitie waarmaken om ons marktaandeel in Nederland uit te breiden. Kansen zien we bijvoorbeeld in de combinatie van de beide onderzoeksafdelingen. Daar verwachten we veel van, mede omdat we op onderzoeksgebied met Nutreco blijven samenwerken en daardoor toegang houden tot kennis en onderzoek op wereldniveau. Dat maakt ons ook een aantrekkelijke partner voor bijvoorbeeld Wageningen UR, slachterijen en andere partijen in de markt. En dat biedt weer tal van perspectieven.” En welke kansen biedt dit de klant? “ForFarmers Hendrix biedt een voorspelbaar resultaat en de beste waarde-prijsverhouding van Nederland. Dat moet een varkenshouder die zaken met ons doet, direct terugzien in zijn technische én in zijn financiële resultaat.” 11
Mineralen in varkensvoer zorgen voor een goede botontwikkeling en maximale melkproductie.
Mineralen en vitamines maken varkensvoer compleet Elk biggen-, zeugen- en vleesvarkensvoer is aangevuld met een uitgebalanceerde combinatie van mineralen en vitamines. Vitamines zijn stoffen die het lichaam niet zelf aanmaakt maar die wel noodzakelijk zijn voor een goed functioneren van het lichaam. Zeer kleine toevoegingen aan de voeding zijn al voldoende voor een gezonde en goede groei, goede vruchtbaarheid en hoge bigproductie.
12
Een varken heeft meer dan twintig vitamines nodig. Elke vitamine heeft een andere werking. De meeste zijn onmisbaar voor een goed functioneren van de stofwisseling en vrijwel alle vitamines hebben meerdere functies in het lichaam. Soms zijn de effecten van een vitamine duidelijk waarneembaar. Enkele voorbeelden:
• Biotine is noodzakelijk voor een goede huid- en klauwconditie. Een overmaat geeft te harde klauwen. Bij een tekort kunnen huidschilfers ontstaan en slijten de klauwen te snel doordat het hoorn weefsel te zacht is. • Choline is een belangrijke vitamine voor de vruchtbaarheid. Toevoeging
van choline in zeugenvoeders heeft een positief effect op aantal en kwaliteit van de biggen. • Vitamine E beschermt lichaamscellen en is noodzakelijke voor de stofwisse ling. Extra vitamine E in combinatie met het mineraal selenium wordt in gezet in situaties met veel moerbei hartziekte. • Vitamine D zorgt voor een goede opname van calcium vanuit de darmen. Voor een goede groei en melk productie is een goede calciumopname essentieel. • Vitamine K is nodig voor een goede bloedstolling. Jonge biggen hebben een gebrek aan deze vitamine. Zonder extra vitamine K is er risico op over matig bloedverlies bij onder andere het couperen van staarten.
Wettelijke normen Vitamines B en C zijn in water oplosbaar. Een varken kan er niet teveel van opnemen, omdat een overmaat met de urine wordt uitgescheiden. Dat is anders voor de in vet oplosbare vitamines A, D, E en K. Een teveel hiervan wordt in het lichaamsvet opgeslagen. Een te hoge consumptie van vitamine A en D kan bij de mens ziekteverschijnselen veroorzaken. Om te voorkomen dat varkensvlees te veel van deze vitamines bevat, zijn er wettelijke normen voor de maximum hoeveelheid vitamine A en D in varkensvoeders. Uitgebalanceerde combinatie Alle biggen-, zeugen- en varkensvoeders bevatten een uitgebalanceerde combinatie van vitamines en mineralen. Aan specifieke doelvoeders voegen we een extra hoeveelheid van bepaalde vitamines of mineralen toe. De fabrieken zijn ingericht op flexibiliteit, zodat veel vitamines en mineralen als enkelvoudige grondstof op verzoek van de klant aan het voer kunnen worden toegevoegd. Naast voer zijn de darmbacteriën een belangrijke bron van vitamines uit het B-complex. Een gezonde darmflora produceert voldoende van deze vitamines. In perioden van stress of na een antibioticumbehandeling loopt de productie echter terug en dan is een extra vitamineverstrekking zinvol. Vitamine C In tegenstelling tot de mens kan een varken zelf vitamine C aanmaken. Een toevoeging van extra vitamine C aan varkensvoer is daardoor in theorie overbodig. In de praktijk wordt echter wel een positief effect gezien van een aanvulling met vitamine C. Zo heeft het een positief effect op de stofwisseling en vermindert het bijvoorbeeld celschade. Goede verhouding mineralen Voor een goede botontwikkeling en maximale melkproductie is niet alleen het aanbod aan calcium, fosfor en magnesium van belang, maar moeten ook microcomponenten als zink en mangaan in de goede verhouding aanwezig zijn. Regelmatig verschijnen in de media berichten over de positieve effecten van organisch gebonden mineralen. Vaak betreft het een mineraal dat is ingebouwd in een eiwit. Het zijn dure producten, waarvan het effect vaak wordt overschat. Als de voeding een
Tabel. Vitamines en hun werking Vitamine
Naam
Belangrijkste werking
A
retinol
Huidkwaliteit en vruchtbaarheid
B1
thiamine
Celstofwisseling
B2
riboflavine
Celstofwisseling
B3
niacine
Energiebenutting
B5
pantotheenzuur
Benutting van vetten en suikers
B6
pyridoxine
Celstofwisseling
B7
biotine
Kwaliteit huid en hoorn (klauwen)
B11
foliumzuur
Embryo-ontwikkeling en bloedvorming
B12
cobalamine
Bloedvorming
C
ascorbinezuur
Stofwisseling
D
calciferol
Calciumstofwisseling
E
tocopherol
Bescherming celweefsel en energiebenutting
K
farnochinon
Bloedstolling
goed uitgebalanceerde combinatie van mineralen bevat, zijn dergelijke producten in principe overbodig. Een overmaat aan
één mineraal heeft bovendien meestal een negatief effect op de opname van een ander mineraal.
Weetjes over mineralen en vitamines • Het woord vitamine komt van het Latijnse ‘vita amine’ en betekent ‘gezond leven’. • Vitamines zijn in de eerste helft van de twintigste eeuw ontdekt. • In de periode tot 1970 zijn methoden ontwikkeld om vitamines na te maken. • Vitamines komen uit de levende natuur en worden door sommige planten of dieren zelf aangemaakt. Mineralen komen uit de dode natuur; ze moeten door planten worden opgenomen uit de aarde en door dieren uit voeding of water. • Het verschil tussen mineralen en sporenelementen zit in de hoeveelheid waarin het lichaam ze nodig heeft. Van mineralen is meer nodig dan van sporenelementen. •
Nog niet van alle mineralen en sporenelementen is aangetoond dat ze essentieel zijn. Dit is wel het geval voor de mineralen calcium, magnesium, kalium, natrium, chloride en fosfor. Evenals voor de sporenelementen jodium, ijzer, chroom, koper, zink, mangaan, seleen en molybdeen.
13
Bij biggen in een leeftijd van acht á negen weken zijn bloedmonsters genomen om het aandeel acute fase-eiwitten in het bloed te bepalen.
PigMAP maakt diergezondheid meetbaar PigMAP is bij varkens het best aantoonbare acute fase-eiwit om de basisgezondheid van varkens te meten. ForFarmers heeft een onderzoek gedaan naar het praktische nut van het meten van de PigMAP-waarde. Met als belangrijkste uitkomst dat een goede interne biosecurity werkelijk bijdraagt aan gezondere varkens.
14
ForFarmers dierenarts Rutger Jansen legt uit: “Hoe lager de PigMAP-waarde (MAP = Major Acute phase Protein), des te gezonder de dieren. PigMAP maakt diergezondheid meetbaar. We willen varkenshouders, die afvragen of het wel mogelijk is dat hygiënemaatregelen en overige biosecurityverbeteringen leiden tot weerstandsverho-
ging bij varkens, via de uitkomsten van het onderzoek motiveren om te komen tot een gezondere bedrijfssituatie.” Meer PigMAP bij ziekte Wetenschappelijk is bewezen dat een ziek varken een hogere concentratie PigMAP (acute fase-eiwit) in zijn bloed heeft.
ForFarmers heeft vervolgens een praktijkonderzoek gedaan. Op twaalf bedrijven zijn bij tien gespeende biggen, met een leeftijd van acht á negen weken, bloedmonsters genomen en onderzocht op de aanwezigheid van acute fase-eiwitten. “We hebben bekeken of er een verschil te zien is in de aanwezigheid van acute fase-eiwitten op SPF-bedrijven ten opzichte van gangbare bedrijven met een lage biosecurity. De conclusie is dat hygiëne in alle gevallen belangrijk blijft. De resultaten uit het onderzoek geven inzicht in de actuele ziektedruk. Met de uitkomsten kunnen we ieder bedrijf gericht adviseren. Het voordeel van PigMAP onderzoek is dat we nu niet wachten tot de dieren ziek zijn en ons focussen op een ziekteverwekker, maar dat we in een vroeg stadium al bezig zijn met de vraag waarom een varken ziek wordt. Door managementaspecten als voeding, huisvesting, klimaat en de aanwezigheid van stress
te analyseren en dit naast de uitkomsten van de PigMAP-screening te leggen, kunnen we in de toekomst gerichte adviezen geven om te komen tot een hogere diergezondheid. Verder kan ForFarmers met de uitkomsten een bedrijfsspecifieke voerstrategie formuleren. Momenteel brengen we de relatie tussen voeding en het effect op acute fase-eiwitten en groei/ voederconversie verder in kaart.” Rol van voeding De voeding van varkens speelt een grote rol bij diergezondheid. Een gezond varken heeft gezonde darmen. Rutger: “De darm is een fabriek die aan het werk moet blijven. Dit lukt, door het dier voldoende voeding aan te bieden. Diergezondheid begint al voor de geboorte. Dan is het zaak om te zorgen dat er biggen worden geboren met een biggewicht van minimaal een kilo. Verder moet een pasgeboren big zo gauw mogelijk biest opnemen voor een goede opname van de antistoffen. Dit is de eerste start van de immuniteitsopbouw. Deze rugzak met antistoffen geeft immuniteit die tot na het spenen duurt. Het moment van spenen is een cruciaal punt, waar het vaak misgaat. Tot aan spenen neemt een big gemiddeld 200 tot 250 gram drogestof uit melk én uit préstarter op. Na spenen worden de meeste biggen maar twee keer daags gecontroleerd (dus geactiveerd om te gaan eten). De voeropname zakt hierdoor in de eerste week na spenen terug naar 100 tot 150 gram drogestof. Dit betekent, dat er minder voeding op darmniveau wordt aangeboden dan dat er nodig is: de big valt af. Ruim een week na spenen stijgt de voeropname behoorlijk. De darm wordt aan het werk gezet, maar is net gewend geraakt aan de lagere voeropname. De verteringscapaciteit van de darm blijft vervolgens achter met het aanbod aan voer, met als gevolg dat bacteriën toe kunnen slaan. Dit geeft stress in zowel de darm als in het lichaam. Als gevolg van de immuunreactie maakt de lever acute fase-eiwitten in het bloed aan, die je kunt meten. De gevolgen voor het varken uiten zich in een verminderde voeropname en een verhoogde voederconversie. Naast de speendip geven ook andere ziekteverwekkers een verhoging van de acute fase-eiwitten. Het in kaart brengen van acute fase-eiwitten kun je zien als een soort koortsthermometer op bloedniveau.” Zie ook het groene kader ‘wat zijn acute fase-eiwitten?’
Trainen van de darmen Blijkt nu dat bij varkens op een bedrijf een hoge concentratie acute fase-eiwitten voorkomen, dan is het dus noodzaak om ervoor te zorgen dat de cyclus wordt doorbroken en de dieren weer gaan vreten. Gezonde varkens hebben gezonde darmen, daardoor een betere voeropname en een betere voederconversie. Wat kunt u als varkenshouder doen? De darmen van de biggen zijn te trainen door voor het spenen te zorgen voor voldoende voeropname. Dit lukt met producten als préstarters (Bambig). In de eerst week na spenen is het ook belangrijk dat een big vaker dan tweemaal daags voer opneemt. Rutger adviseert: “Loop in die week vijf keer per dag door de afdelingen, zodat de dieren in beweging komen en naar de voerbak gaan.”
Management belangrijk Een goede voeropname staat in relatie tot een fijne huisvesting en een optimaal stalklimaat. Daarom zijn deze managementmaatregelen belangrijk. ForFarmers biedt varkenshouders de mogelijkheid om deel te nemen aan de Pigcare®-Scan. Deze bedrijfsscan geeft inzicht in het bedrijfsmanagement en bekijkt waar er binnen het bedrijf de meeste risico op ziekte-overdracht is. Uit de scan volgen tips, die – wanneer u ze opvolgt – het risico op ziekte verkleinen en de dierprestaties verbeteren. Dit resulteert uiteindelijk in betere technische en economische resultaten, maar vooral ook meer werkplezier. “Ik adviseer om minimaal twee keer per jaar een Pigcare®-Scan uit te voeren. Dan krijgt u enigszins een beeld van de gezondheid van uw varkens”, besluit Rutger.
Wat zijn acute fase-eiwitten? Acute fase-eiwitten zijn speciale eiwitten die door de lever geproduceerd worden tijdens een ontstekingsreactie of stress. Je kunt ze het beste vergelijken met een soort thermometer. Door de ontstekingsreactie krijg je namelijk koorts. De acute fase-eiwitten zijn echter gevoeliger dan de lichaamstemperatuur, waardoor ze nauwkeuriger aangeven, hoe de status van het immuunsysteem is. Door het meten van acute fase-eiwitten kun je een inschatting krijgen van de gezondheid van de biggen. In de humane gezondheidszorg worden ook acute fase-eiwitten bepaald om in te schatten hoe ziek een patiënt is en of er behandeld moet worden.
Cursussen in de varkenshouderij Goed personeel in de varkenshouderij is schaars. Een goede opleiding is daarom erg belangrijk. De Stichting Kwalitatief Personeel Varkenshouderij (KPV) heeft een aanbod aan cursussen beschikbaar voor varkenshouders, die met personeel werken en voor personeel in de varkenshouderij. Zie hiervoor de website www.stichtingkpv.nl. De cursussen zijn opgezet, omdat er nauwelijks opleidingsmogelijkheden zijn
om personeel op varkensbedrijven bij te scholen. De insteek is dan ook zeer praktisch. Vorig jaar startte de stichting voor het eerst met het aanbieden van cursussen en deze zijn zeer positief beoordeeld door de deelnemers. De training kraamstalmanagement, welke wordt gehouden op 19 december 2012 tussen 16.00 uur en 21.00 uur, wordt onder andere ingevuld door zeugenspecialist Edy Bouman van ForFarmers.
15
Reportage
Fries merk varkensvlees Friberne Gaasterlands kruidenvarken: een eigen merk, op authentieke wijze geproduceerd waarbij alles van zaadje tot karbonaadje onder één paraplu wordt geregeld. Hier investeerde zeugenhouder Mark van Sambeek de afgelopen jaren in. Geen kleinschalig vleesconcept. Nee, zijn nieuwe stal voor 1.200 zeugen past er uitstekend bij. Visie heeft Mark van Sambeek. De leus “van zaadje tot karbonaadje” prijkt al jaren op de gevel van de eerste varkensstal. Een teken dat het ketendenken op dit bedrijf volledig geïntegreerd is. Nu, 27 jaar na zijn vertrek naar Friesland, is een wens uitgekomen. Van Sambeek levert een eigen merk varkensvlees: Friberne. Het betekent ‘in Friesland geboren’. Het vlees wordt verkocht bij slagers en in de horeca. Deze afzet heeft Van Sambeek met het, mede door hem opgerichte, samenwerkingsverband Frievar weten te bewerkstelligen. “En mijn zoon, vrouw en ons fantastische team van medewerkers niet te vergeten”, zegt Van Sambeek trots. “Zonder hen, was dit niet gelukt.” Grootschalig past in tussensegment Bij het uitrijden van het pittoreske Friese plaatsje Echtenerbrug springt de nieuwe stal van de familie van Sambeek direct in het oog. Midden in het gebied, waar bij praktisch elke boerderij aan huis bloemen, melk, eieren of jam wordt verkocht, is de stal een opvallend fenomeen: een flinke kap, 54 meter breed en 85 meter lang. Plek voor
16
1.200 zeugen. Niet direct een formaat waarbij de afzet van een speciaal soort varkensvlees wordt verwacht. “Een groot deel van de consumenten wil wel wat meer uitgeven voor een ‘beter’ varken”, vertelt Van Sambeek. “Wij richten ons niet op een niche. De afzet van biologisch vlees is bijvoorbeeld een niche en slechts beperkt tot een selecte groep van circa vijf tot tien procent van de consumenten. Naar een beter betaalbaar tussensegment is veel meer vraag, daarom past een grootschalige aanpak hier prima bij.” Samenwerken is kennis De opzet van een eigen keten kost veel tijd en energie vertelt Van Sambeek, die al in 2006 samen met varkenshouder John Lorist het samenwerkingsverband Frievar oprichtte. Door samenwerking met meerdere varkenshouders slaagden ze erin, inkoopvoordelen te behalen. “Inkoopvoordeel was in het begin ons belangrijkste doel, maar uiteindelijk heeft me dat niet het meeste opgeleverd”, vindt Mark. “Het is ongelooflijk hoeveel je bij samenwerking
Tijdens de lancering van het merk Friberne, droeg voormalig sterkste man van Nederland, Wout Zijlstra, twee halve varkenskarkassen de zaal in. Een indrukwekkend tafereel.
van elkaar leert. De kennis die je opdoet is enorm waardevol. Het voordeel van gezamenlijke in- en verkoop is daarnaast mooi meegenomen.” Inmiddels produceren er vijftien varkensbedrijven onder de vlag van Frievar. Deels gesloten bedrijven, deels zeugen- of vleesvarkensbedrijven. Gezamenlijk leveren zij 60.000 varkens op jaarbasis. Om op al deze bedrijven de waardevolle kennis tot zijn recht te laten komen, zijn er op gezette tijden bijeenkomsten voor de deelnemende varkenshouders. Daarbij spelen ook de centrale partners: de specialist van ForFarmers, de dierenarts, bemiddelaar en fokkerijadviseur een belangrijke rol. De varkens hebben een hoge gezondheidsstatus, door een strak hygiëneregiem en doordat ze in een vrij varkensarm gebied gehouden worden. Inspelen op consument De basis stond inmiddels. Het duurde vijf jaar voordat er een vaste groep van Frievar-bedrijven was. De omvang was daarmee voldoende groot om aan de slag te gaan met de afzet voor een tussensegment. Mark: “Vinden van een structurele afzet van ons Friberne Gaasterlands kruidenvarken was een andere kunst.” Inmiddels is het gelukt, bij Westfort wordt geslacht en met vleesbedrijf Lunenburg en de grossier wordt gezamenlijk de marketing ingevuld. “Voor het eenmaal zover was, ging er een wereld voor ons open. Mij is vooral opgevallen dat we zo weinig weten van de consument en andersom”, vertelt Van Sambeek verbaasd. “Ik heb geleerd dat we veel beter naar consumenten moeten luisteren. Alleen dan kunnen we de markt goed bedienen. Daarom staat bij ons ook de terugkoppeling van de klant centraal.” De wens van de consument is de basis voor het Friberne Gaasterlands kruidenvarken. Consumenten vinden de smaak van het vlees immers erg belangrijk. Ook gezond eten is een duidelijke wens.
BedrijfsgegeVeNs Dit is de reden dat de vleesvarkens die gehouden worden voor Friberne een variatie aan kruiden in het rantsoen krijgen. “Duurzaam geteeld ruwvoer wordt aangevuld met een mengsel met kruiden en vruchten die varkens in de natuur graag vreten, waaronder eikenbast, knoflook, jeneverbes, wilde tijm, oregano, vlierbessen, fenegriek en kastanje.” Door de hoge gezondheidsstatus van de bedrijven is het gebruik van medicijnen bovendien nauwelijks aan de orde. Vijf cent meeropbrengst Voor een doorsneevarkenshouder klinkt dit alles wellicht wat zweverig. Toch is het een feit dat dit vlees al in dertig winkels te koop is en de afzet inmiddels opgeschaald wordt naar 4.000 varkens in de week. “We hebben op korte termijn al een tekort aan vleesvarkens binnen dit concept. We zoeken daarom nog nieuwe deelnemers voor Frievar.
De uitbreiding van ons eigen bedrijf komt nu bovendien goed van pas.” Deelname aan Frievar levert circa vijf cent extra opbrengst per kilo op. “De vierkantsverwaarding is en blijft lastig, maar doordat alle partijen nauw samenwerken, komen we hier uit.” Marketing op orde De publiciteit rondom het Friberne vlees is enorm. Op radio 3 FM kwam de dag na lancering een interview. Ook haalde het het nieuws en verschillende vooraanstaande kranten, zoals Trouw. Op social media, zoals twitter is volop aandacht voor Friberne. Op de beurs in Hardenberg van 23 tot 25 oktober aanstaande kan de bezoeker dit vlees proeven. Met de marketing zit het vooralsnog dus wel snor. Friberne maakt een vliegende start. Wie weet, verkoopt ook de slager bij u op de hoek binnenkort dit vlees. Voor meer informatie, kijk op www.friberne.nl.
oPeNiNg sTAL 1.200 zeUgeN oP 14 deCeMBer Mark van Sambeek.
De nieuwe zeugenstal van de familie van Sambeek wordt geopend op vrijdag 14 december. De open dag begint om 13.00 uur. U bent van harte welkom aan de Koopmanweg 30 in Echtenerbrug. De nieuwe zeugenstal huisvest alle 1.200 zeugen op dit bedrijf. Opvallend aan deze stal is de lichtstraat aan de gehele zijgevel, gemaakt van matkunststof, om te voorkomen dat de zon de stal te veel opwarmt in de zomer. Er is voldoende ruimte voor de biggen bij de zeug om deze op 28 dagen te kunnen spenen. In het midden van de centrale gang komt een weegplateau, zodat de conditie van alle zeugen goed in de gaten gehouden wordt. Deze gegevens zijn belangrijk, om de voerinstallatie goed te benutten. Deze is dusdanig flexibel dat de kraamzeugen twee voersoorten kunnen krijgen en de dragende zeugen drie. Ook de dekstal heeft een aparte voerlijn. De dragende zeugen liggen in groepen van vijftig per voerstation. Zieke of kreupele zeugen kunnen tijdelijk afgezonderd worden. Elke weekgroep heeft daarvoor zes boxen beschikbaar. Boven deze boxen hangt een voerlijn, zodat de dieren automatisch gevoerd worden. De luchtinlaat komt onder de put de stal binnen en gaat via de centrale gang terug de afdeling in waar deze onder de neus bij de zeugen binnen komt. Op de stal staat een chemische luchtwasser.
Plattegrond van de nieuwe zeugenstal voor 1.200 zeugen. ForFarmers Bomap heeft geadviseerd bij de ontwikkeling van de stal en de Maatlat Duurzame Veehouderij.
Mark en Ellie van Sambeek, van oorsprong afkomstig uit de plaatsen Sint Anthonis en Boxmeer in Brabant, startten 27 jaar geleden hun bedrijf in het Friese Echtenerbrug. Zoon Wim is beoogd bedrijfsopvolger. Het bedrijf groeide uit van de 40 zeugen 27 jaar geleden tot de 1.200 zeugen en 3.600 vleesvarkens die het bedrijf binnenkort telt. Naast dit varkensbedrijf runt Van Sambeek, samen met collega varkenshouder John Lorist, het samenwerkingsverband Frievar. Het huidige bedrijf met 450 zeugen, Topigs 20 x Piétrain, speent 30,4 biggen per zeug per jaar. De bedrijfsworpindex is 2,42. Het aantal herinseminaties is 5% en het afbigpercentage ligt op 93%. De groei bij de vleesvarkens is 825 gram met een vleespercentage van 57,2% met 63,3 spier en 16,2 spek.
de ambitie van Van sambeek: Op termijn een groep bedrijven managen die een rechtstreekse lijn hebben naar de consument.
17
Extra aandacht voeropname voor spenen loont De biggenopfok is de basis voor het vleesvarkensbedrijf. Op het vermeerderingsbedrijf is de biggenopfok echter vaak het sluitstuk. Kansen voor een optimale opfok blijven vaak onbenut, constateert Paulien Hogenkamp, biggenspecialist bij ForFarmers. De opfok van biggen na het spenen was natuurlijk altijd al belangrijk, maar de laatste jaren wordt een steeds zwaarder beroep gedaan op de capaciteiten van de zeugenhouder. De biggenproductie stijgt, terwijl de opfokruimte op veel bedrijven niet evenredig meegroeit. Daardoor neemt de bezettingsgraad en indirect ook de infectiedruk toe en past het aantal drink- en vreetplaatsen in de praktijk vaak niet bij het aantal opgelegde biggen. Fouten in de opfokperiode kunnen leiden tot een lagere groei per dag, minder uniforme biggen, hogere uitval en medicijngebruik. Ronde trog In de praktijk stuiten de adviseurs van ForFarmers nog te vaak op situaties waarin de eerste dagen na spenen onvoldoende aandacht is voor een goede voeropname. “Om de voeropname te stimuleren, dienen zeugenhouders dagelijks meerdere malen kleine hoeveelheden vers voer te verstrekken”, legt Hogenkamp uit. Eventueel kan daarnaast een paar keer per dag extra water
18
in een ronde trog worden gegeven. Want ook voldoende vers en schoon drinkwater draagt bij aan een hogere voeropname. “Maak de gerealiseerde voeropname inzichtelijk. Als de voeropname achterblijft, is het belangrijk om kritisch te kijken naar de voertoepassing en het gekozen assortiment. Meten is weten.” Biestmanagement Een gezonde biggenopfok begint al in de kraamstal, benadrukt Hogenkamp. “Met het hoge aantal levend geboren biggen van tegenwoordig, kun je niet zonder een goed biestmanagement.” Datzelfde geldt voor het overlegbeleid. Dit moet goed op orde zijn om alle biggen maximale kansen te geven zonder de kans op ziekteverspreiding te vergroten. “Geef daarnaast ook voldoende aandacht aan het bijvoeren van de biggen bij de zeug. Hoe hoger de voeropname vóór spenen, des te hoger zal deze na spenen zijn. Ook hier geldt: jong geleerd is oud gedaan.”
Tips voor een gezonde biggenopfok • Werk aan een hoge melkgift bij de zeugen en gezonde groei in de kraamstal. Bespreek de moge lijkheden met uw specialist van ForFarmers. • Streef naar een hoge voeropname van de biggen bij de zeug. • Vang de biggen op in een goed gereinigde en ontsmette afdeling. • Hanteer indien mogelijk een week sanitaire leegstand. Verwarm de afdeling goed en tijdig voor. Dat geeft minder stress bij pas ge speende biggen en daardoor min der indirect risico op darmschade. • De variatie in speenleeftijd kan behoorlijk groot zijn. Goed inzicht hierin is noodzakelijk om het voer assortiment en de voertoepassing juist in te zetten. • Geef de eerste dagen na spenen extra aandacht aan de biggen. Verstrek vaker kleine voerhoeveel heden om de speendip en daar mee darmschade te voorkomen. Dit gebeurt op veel bedrijven onvoldoende en het belang wordt vaak onderschat. • Let goed op de drinkwatervoor ziening (juiste plek, diameter, druk, systeem) en waterkwaliteit. Naast voer zijn lucht (klimaat) en water de belangrijkste factoren die het resultaat van de biggenopfok beïn vloeden. • Meng tomen na het spenen zo min mogelijk. Maak al in de kraamstal een duidelijk onderscheid tussen tomen die niet zijn overgelegd, tomen waaraan één big is toege voegd en tomen waaraan meerdere biggen van meerdere zeugen zijn toegevoegd. Hou na het spenen tomen van deze drie categorieën zoveel mogelijk bij elkaar.
Nieuwe kansen voor fermentatie in varkensvoeding ForFarmers en Hendrix UTD doen al geruime tijd onderzoek naar de mogelijkheden om fermentatie toe te passen in varkensvoeding. Recente proeven bij vleesvarkens en biggen tonen onweerlegbaar aan dat het voeren van gefermenteerd voer leidt tot een hogere darmgezondheid. Daardoor verbetert de voederconversie en dalen de voerkosten. Fermentatie is de omzetting van koolhydraten in andere stoffen zoals melkzuur of alcohol. Yoghurt, kaas, bier, wijn; het zijn voorbeelden van gefermenteerde voedingsmiddelen. Stuk voor stuk smakelijke producten die een specifieke eigenschap bevatten dankzij een micro-organisme. Al vele honderden, zo niet duizenden jaren wordt dit principe toegepast in de humane voeding. Vanwege de positieve werking op de darmgezondheid wil ForFarmers fermentatie bruikbaar maken voor varkensvoeding. “Onze proeven laten consequent zien dat het medicijnverbruik en de uitval duidelijk verminderen bij dieren die gefermenteerd voer eten”, vertelt bijproductenspecialist Achim Tijkorte. In de huidige en toekomstige markt is dit een groot voordeel. Het principe Fermenteren werkt globaal als volgt: eerst worden droge, stapelbare producten (bijvoorbeeld granen) vermengd met warm water. Aan dit mengsel worden geactiveerde melkzuurbacteriën toegevoegd. Deze groeien en vermenigvuldigen zich op de koolhydraten uit de genoemde granen. Hierbij wordt veel melkzuurgeproduceerd. En dat is ook de technische uitdaging van een fermentatieproces op een brijbedrijf: zo snel mogelijk zo veel mogelijk melkzuur produceren. Dit heeft twee redenen: enerzijds stabiliseert dit het fermentmengsel, anderzijds is melkzuur energierijk en bovendien bijzonder smakelijk voor varkens. Het gefermenteerde mengsel wordt uiteindelijk met andere bijproducten en het aanvullend voer gemengd. Op deze wijze ontstaat een zeer smakelijk brijrantsoen dat de dieren met graagte opnemen en dat bovendien zeer gezond is. Niet alleen door de grote
hoeveelheid melkzuur, ook door de grote aantallen melkzuurbacteriën die zich nog in het fermentmengsel bevinden. Praktijkkennis In de markt zijn al diverse pogingen gedaan om fermentatie op varkensbedrijven effectief toe te passen. Tot nu toe met weinig succes. Achim: “Dat komt onder andere doordat de benodigde kennis bij varkenshouders ontbreekt. Daarom investeert ForFarmers actief in het genereren van praktijkkennis die varkenshouders daadwerkelijk in staat stelt om fermentatie op bedrijfsniveau toe te passen.” Vooralsnog is fermenteren van voer alleen weggelegd voor brijbedrijven, omdat dit fermentatieproces uitsluitend plaats kan vinden in vloeibare mengsels met een drogestofgehalte tot circa 35%.
De fermentatietanks zijn geïsoleerd, zodat ze voldoende warm blijven.
Het opwekken van warmte is een andere belangrijke voorwaarde. Net als bij het maken van yoghurt gelden er strenge eisen voor bedrijven die willen beginnen met fermenteren. “Zoals werken volgens een vast protocol. Daarmee staat of valt het hele proces”, aldus Tijkorte. ”De varkenshouders moeten hygiënisch werken, een aparte installatie - fermentor gebruiken en op het bedrijf de beschikking hebben over voldoende warm water.” Het fermentatieprincipe van ForFarmers en Hendrix UTD is zo goed als klaar voor de praktijk. Wij hopen daar binnen enkele maanden meer over te kunnen vertellen. Bent u geïnteresseerd in fermentatie en heeft u nu al vragen, neem dan contact op met uw brijspecialist.
Voor fermentatie is warmte nodig. Om de vloeistof op te warmen is het mogelijk zonne-energie via een warmtewisselaar te benutten.
19
CCM verhoogt opbrengst Het gebruik van CCM bij varkens is goed voor uw portemonnee. Het levert ongeveer €2,15 op per afgeleverd vleesvarken per jaar. Maar hoe behaalt u dat voordeel? Randvoorwaarden voor een waardevol CCM-rantsoen zijn een goede teelt en oogst, zodat er een maximale hoeveelheid CCM van een goede kwaliteit van het land komt. Vervolgens moet het op de juiste manier geconserveerd worden om een optimale voedingswaarde te creëren. Als dit proces vlekkeloos verloopt (zie tips), levert CCM €2,15 per afgeleverd vleesvarken per jaar op. Betere prestaties Het extra financiële resultaat ontstaat door betere prestaties van de varkens. Zo stijgt de groei van vleesvarkens met 28 gram per dag en daalt de voederconversie. De varkens vreten 0,07 kg voer minder per kg groei. Dit levert ongeveer €2,15 voordeel per afgeleverd vleesvarken. Hier tegenover staan wel een aantal meerkosten. Zo is er een sleufsilo, een voormenger en een shovel met voorlader nodig. Daarnaast kost het aanmaken van een CCMmengsel extra tijd en vergt de aanleg van een voorraad CCM extra kapitaal. De kosten voor 3.000 vleesvarkens worden hiermee geraamd op €1,80 per afgeleverd vleesvarken. Netto blijft er in dit geval dus circa 35 cent over.
Om CCM te voeren heeft u een voormenger en een shovel met voorlader nodig.
Niet alle voordelen van CCM zijn in geld uit te drukken. De gezondere varkens, geven meer werkplezier in de stal. Dat is ook van waarde. Meestal zijn er bovendien inkoopvoordelen te behalen bij het gebruik van CCM. Daarnaast kunnen ook afspraken over de afzet van mest gemaakt worden. Waardevol product CCM is een waardevol product in het rantsoen voor varkens vanwege de voeder-
Tabel 1: Varkens groeien harder met fijn gemalen dan met grof gemalen CCM. Ook de voederconversie is beter bij fijn gemalen CCM.
20
Deeltjesgrootte
Fijn
Grof
> 1,6 mm
16,9
67,7
1,0 - 1,6 mm
28,0
13,2
0,5 - 1,0 mm
28,6
10,6
< 0,5 mm
25,5
8,5
groei
825
797
voederconversie
2,66
2,74
waarde, maar ook omdat het de gezondheid van de varkens bevordert. Bovendien is het erg smakelijk. Zodoende stimuleert CCM de voeropname. CCM is energierijk. Zonder spil is de EW 1,47 in de drogestof. Het is echter een eiwitarm product. De gezondheid van de varkens wordt bevorderd door melkzuur. Dit wordt gevormd door melkzuurbacteriën die in de CCM zorgen voor fermentatie. Een goede fermentatie is afhankelijk van het vochtgehalte (een lagere drogestof is beter) en de temperatuur: oogsten bij een temperatuur van vier graden is veel minder effectief dan oogsten bij tien graden. Een ander voordeel is dat daar waar melkzuurbacteriën in de darmen zitten, geen plaats is voor minder gewenste bacteriën, het zogenaamde ‘Yakult- effect’. Zo werken melkzuurbacteriën positief voor de darmgezondheid. Monitoren belangrijk Toch zijn er ook risico’s. Door goede monitoring blijven deze beperkt. Zo is het belangrijk de kuil te onderzoeken op mycotoxines DON en ZEA. Mycotoxines zijn schadelijke stoffen die gevormd worden door schimmels. Deze zijn op het oog niet zichtbaar, maar veroorzaken in sommige gevallen wel veel schade. Zo veroorzaakt een te hoog gehalte aan ZEA vruchtbaarheidspro-
Tips voor het oogsten en bewaren van CCM • • • • • • •
Kies een ras dat past bij uw grondsoort in combinatie met de oogstomstandigheden: ‘natte’ grond verdient een ras dat vroeg geoogst moet worden. Oogst uw CCM het liefst zo vroeg mogelijk, maar wel pas wanneer de maïskolf voldoende rijp is. Oogsttijdstip is afhankelijk van ras, tijdstip van inzaaien en conditie van het land. Dit verschilt dus per perceel. Controleer daarom regelmatig de kolf op drogestof. Dit is een goede graadmeter voor het bepalen van het oogsttijdstip. Een goede droogstoof levert hier snel geld op doordat het inzicht geeft in het drogestofpercentage. Dit is ook belangrijk bij het maken van het rantsoen. Zorg ervoor dat de drogestof ongeveer 65% is. Droger is makkelijker te malen, voor een goede conservering is het vocht echter nodig. Hoe droger de maïs hoe slechter er melk zuur gevormd wordt. Stimuleer de vorming van melkzuur in CCM met een hoog drogestofgehalte door de kuil te besproei en met water. Het water is een voedingsbron voor melkzuur bacteriën (zie tabel 2). Schat de opbrengst van een perceel door een tiental kolven te wegen. Ook het aantal planten op het perceel is bepalend. Maal de maïs niet te grof. Grove CCM is slechter te verteren door het varken dan fijngemalen CCM (zie tabel 1). Advies is 80% van de CCM kleiner dan twee millimeter te malen. Controleer direct bij de start van het malen of de molen voldoende fijn is afgesteld. Neem hiervoor een monster en gebruik een graanzeef. Fijner malen duurt langer, daarom is het vaak
Tabel 2. De juiste toevoeging is afhankelijk van de drogestof (DS) van de CCM en de voersnelheid. Eventueel kan een bacteriecultuur of zuur toegevoegd worden aan de toplaag of de gehele kuil. De bovenlaag nat sproeien is ook een optie om de bovenlaag beter luchtafsluitend te krijgen.
blemen bij zeugen. Door DON vermindert de voeropname en ontstaan er ontstekingsreacties in het maagdarmkanaal. DON onderdrukt bovendien het immuunsysteem. Tevens is het een maat voor de aanwezigheid van andere mycotoxines. CCM die later geoogst is, bevat meestal meer mycotoxines. Waarschijnlijk doordat het later in het seizoen natter wordt. Bij een nat groeiseizoen en natte oogstomstandigheden wordt meer DON en ZEA gevonden. Vroeger oogsten kan dit mogelijk voorkomen. Overleg hiervoor met uw akkerbouwvoorlichter.
verleidelijk de molen te grof af te stellen. • Melkzuurbacteriën kunnen alleen groeien in een zuurstofarme omgeving, rij de kuil daarom voldoende vast. • Gebruik hiervoor een sleufsilo met een dichte betonnen vloer. • Kuil de maïs liever hoog in dan breed. Problemen ontstaan altijd in de bovenste laag. • Rijd de CCM goed vast, en dek de kuil af met zand zodat er geen lucht tussen plastic en CCM komt. Tevens wordt de bovenste laag zo beter aangedrukt. • Gebruik eventueel spanbanden wanneer de voersnelheid hoog is en de kuil rond. • Zorg voor een voersnelheid van meer dan een meter per week. • Gebruik eventueel een bacteriecultuur om de vorming van melk zuur te stimuleren. Melkzuur ontstaat doordat er fermentatie in de kuil plaatsvindt en gaat bederf van de kuil tegen. Voor de vorming van melkzuur is voldoende vocht nodig. Gebruik dus alleen een cultuur bij CCM die niet droger is dan 65%. • Voeg bij een drogestof van meer dan 65% eventueel zuur toe, bijvoorbeeld met het bij ForFarmers verkrijgbare Propionzuur 99%. Dit zorgt ervoor dat de pH voldoende snel daalt. Gebruik echter geen zuur in combinatie met een bacteriecultuur. Dit remt namelijk de vorming van melkzuurbacteriën. • Zuur alleen de toplaag aan als de voersnelheid hoog is, • Zuur de gehele kuil aan bij een lage voersnelheid. Ga naar www.brijportaal.nl voor meer informatie over het voeren van CCM.
Ds < 63%
Ds 63 - 65%
Ds 65 - 70%
Ds > 70%
Voersnelheid < 1,0 m per week
Cultuur
Cultuur of toplaag aanzuren
Kuil aanzuren en bovenlaag nat sproeien
Kuil aanzuren en bovenlaag nat sproeien
Voersnelheid > 1,0 m per week
Niets of cultuur
Cultuur
Toplaag aanzuren en bovenlaag nat sproeien
Kuil aanzuren en bovenlaag nat sproeien
Voorjaar bepaalt succes Om het rendement uit CCM nog verder te verhogen, moet de aandacht in het voorjaar al op de teelt gevestigd zijn. Dit begint met rassenkeuze en het bemestingsplan. Stem het zaaimoment, het type maïs en de bemesting af op de toestand van de bodem en vergroot hiermee de potentiële opbrengst. Bij veel varkenshouders verdient dit extra aandacht.
21
ForFarmers en Hendrix introduceren een nieuw assortiment opfokvoeders ter bevordering van een goed ontwikkelde opfokhen.
Nieuw assortiment opfokvoeders voor legpluimvee ForFarmers en Hendrix introduceren gezamenlijk een nieuw assortiment opfokvoeders voor legpluimvee. Nieuw is dat in de opfokvoeders specifieke vezels zijn opgenomen die een maag- en darmgezondheidsbevorderend effect hebben.
22
Het belangrijkste doel van een opfokprogramma voor leghenkuikens is dat een koppel opfokhennen op zeventien weken leeftijd de best mogelijk kwaliteit heeft. We streven in de meest optimale omstandigheden naar jonge hennen die goed en uniform ontwikkeld zijn, een goede voer-
opname realiseren, een uitstekende darmgezondheid hebben en ook nog eens perfect in de veren zitten. Dit alles willen we bereiken met de laagst mogelijke voerkosten per opgefokte hen.
Behoefte van het kuiken Om op zeventien weken leeftijd een goed ontwikkelde opfokhen te krijgen is het belangrijk dat de hen in alle fasen van de opfokperiode de gewenste groei doormaakt. Dit is te bereiken door de samenstelling van het voer nauwkeurig af te stemmen op de
behoefte van het kuiken. De ontwikkeling van de kuikens in de eerste weken van de opfok is daarbij in het bijzonder van belang. Als in de eerste weken een achterstand wordt opgelopen, is dat later erg moeilijk in te halen. Het voer in de eerste drie weken van de opfok is daarom van groot belang. Dit voer dient garant te staan voor een goede voeropname en alle noodzakelijke ingrediënten te bevatten om de kuikens een optimale start te geven. optimale darmgezondheid Het nieuwe assortiment opfokvoeders gaat uit van het principe dat een goede ontwikkeling van de spiermaag van de kuikens de sleutel is tot een optimale darmgezondheid. De functie van de spiermaag is het verkleinen van grove voerdelen en het mengen van de voedselbrij met maagzuur en enzymen. De grofheid van het voer bepaalt in grote mate de verblijfsduur van het voer in de spiermaag. Als het voer grover is blijft het langer in de maag en neemt de zuur- en enzymproductie toe. Daardoor wordt de maaginhoud zuurder en kunnen bacteriën moeilijker overleven. Dit zorgt voor een betere vertering, een goede darmgezondheid en droge mest. De inzet van specifieke vezels versterken dit effect in hoge mate. In een proef met vleeskuikens is dit duidelijk aangetoond. De foto rechtsboven laat het effect zien van de spiermaagontwikkeling bij vleeskuikens bij toenemende gehaltes specifieke vezels in het voer. De linker maag is van een kuiken die fijngemalen voer heeft gehad zonder vezels, terwijl de rechter maag van een kuikens is dat een hoog gehalte vezels in het voer had. Deze maag toont een
Spiermaagontwikkeling in beeld.
©Nutreco R&D PRRC, 2011
duidelijk beter ontwikkelde spierlaag dan de linkermaag. De aanwezigheid van extra vezels zorgt er verder voor dat de dieren een verzadigder gevoel hebben. Dit werkt preventief op het voorkomen van verenpikken en veren eten van de vloer en resulteert in beter bevederde koppels jonge hennen op 17 weken leeftijd. Nieuw: Vier-fasen voerschema Nieuw in het opfok voerprogramma bij ForFarmers en Hendrix is dat we een extra voerfase hebben ingebouwd. We zijn dus overgeschakeld van een drie- naar een vierfasen voerschema. Omdat de voedingsbehoefte van een groeiend kuiken continu veranderd kun je met een extra fase nauwkeuriger voeren met minder grote voerovergangen.
het nieuwe voerschema ziet er als volgt uit. opfok opfok opfok opfok
start 1 2 3
0-3 weken leeftijd 3-6 weken leeftijd 6-12 weken leeftijd 12-17 weken leeftijd
De leeftijden zijn een richtlijn. Het is belangrijk om de dieren regelmatig te wegen en het gewicht van de hennen bepalend te laten zijn voor het voer dat ze krijgen. Een koppel hennen dat op 12 weken leeftijd lichter is dan de norm moet bijvoorbeeld langer met opfok 2 worden doorgevoerd. Positief resultaat uit praktijkproef Het nieuwe opfokprogramma is in de praktijk getest en de koppels zijn gevolgd in hun vervolgtraject (de legperiode). We zien in de opfokperiode goed ontwikkelde spiermagen, droge mest, goede voeropnames en de gewenste groei. In de legperiode een vlotte stijging van de voeropname en een makkelijke start gecombineerd met een hoge piekproductie, waarbij de hennen goed in de veren zitten en blijven.
23
Reportage
Voetzoolscore door voorlichter Frans Duteweert en bedrijfsleider Peter Gunnink.
Drinknippelcontrole door bedrijfsleider Matthijs Smit en Frans Duteweert.
Voetzoolkwaliteit monitoren Vleeskuikenhouder Paul Grefte uit Hengevelde wilde meer inzicht in de voetzoolkwaliteit van zijn vleeskuikens. Daarom neemt hij deel aan het project voetzoolmonitoring, waar ForFarmers zich de afgelopen maanden volop voor inzet. Vanaf 1 oktober beoordelen alle slachterijen de voetzoolkwaliteit van binnengekomen vleeskuikens. Eerst nog als proef, maar vanaf 1 januari 2013 gaan de resultaten meetellen. Scoort een bedrijf over een jaar onvoldoende, dan moet de maximale stalbezetting terug van 42 naar 39 per m². Om dit te voorkomen is inzicht in het ontstaan en de behandeling van voetzoolontstekingen (voetzoollaesies) nodig. Dankzij het monitoringsproject van ForFarmers is er meer kennis over de mogelijke valkuilen, die de kwaliteit van de voetzolen beïnvloeden.
24
Voeding en waterlijnmanagement Bedrijfsadviseur Frans Duteweert beoordeelt wekelijks – via de mestconsistentie – hoe het met de vertering is gesteld. Ook kijkt hij of het strooisel droog genoeg is en hoe de voetzolen van een groep kuikens (veertig per stal) eruit zien. Dit geeft inzicht in de juiste managementmaatregelen om de
voetzoolkwaliteit van de kuikens optimaal te houden. Frans: “Het begint al bij de opstart van een nieuwe ronde vleeskuikens. De stal moet voor die tijd warm genoeg zijn en de relatieve luchtvochtigheid in de eerste week is belangrijk. Condensvorming dient voorkomen te worden. Verder speelt de voeding een grote rol. Wanneer de kuikens bijvoorbeeld selectief gaan vreten of de voerpannen niet leegvreten, dan raakt de darmvertering uit balans. De kuikens produceren dan mest met meer agressieve stoffen, waardoor de voetzolen worden aangetast. Ook voerovergangen moeten zo geleidelijk mogelijk verlopen. Tenslotte speelt ook het waterlijnmanagement een grote rol. De waterlijn moet op de juiste hoogte hangen, zodat de kuikens zonder te morsen, water kunnen drinken. Ook de druk op de leiding moet continu bijgesteld worden, om lekkende waternippels in de stal te voorkomen.”
Vooral in de achtste tot achttiende dag van een nieuwe ronde hebben de kuikens nog tere voetzolen. Wanneer het in die anderhalve week mis gaat in de stal, kan de schade groot zijn. Kennis delen = kennisvermenigvuldiging Doel van het project voetzoolmonitoring is inzicht krijgen in welke managementmaatregelen bijdragen aan een betere score. De resultaten worden gedeeld met de pluimveehouder en bedrijfsleiders. Dit geeft interactie bij het verbeteren van de voetzoolkwaliteit. Paul Grefte: “Ik ben ervan overtuigd dat kennis delen, kennis vermenigvuldigen is. Zo komen we gezamenlijk tot een optimalere vleeskuikenhouderij.”
Bedrijfsgegevens
Ervaring met voorkomen van voetzoolontstekingen volgens Deense pluimveehouder In Denemarken wordt al meer dan tien jaar gewerkt met voetzoolbeoordeling. De systematiek van het scoren is gelijk aan Nederland: de zolen van honderd kuikens, worden in de slachterij, handmatig gescoord. De gewenste norm lag in Denemarken tien jaar geleden op 120 punten, maar bedraagt nu al zes jaar onder de 40 punten. De norm in Nederland komt te liggen op maximaal 80 punten. Pluimveehouder Willem Dekker is tien jaar geleden met vrouw en kinderen naar Denemarken verhuisd. Hij heeft daar een bedrijf met 160.000 vleeskuikens en akkerbouw (graan, tarwe, gerst en haver). De tarwe wordt voor circa 22 tot 23% bij het aanvullend voer ingezet. In Nederland leeft bij veel pluimveehouders het idee dat de voetzoolkwaliteit voor honderd procent van de voerkwaliteit afhangt en niet van het management. Volgens Dekker is de voetzoolkwaliteit een balans tussen beiden. “Met goed voer en slecht management krijg je geen goede voetzolen en met slecht voer en goed management ook niet. Het grijpt allemaal op elkaar in. Goed voer is wel erg belangrijk.” Hierop aansluitend vertelt Dekker over de effecten die hij ziet van het verwarmingssysteem. “Centrale verwarming geeft geen CO2 en drogere lucht in de stal. “We maken gebruik van verwarmingsbuizen onder de ventielen. Vaak wordt er nog verwarmd tot aan het uitladen, behalve in de zomer.” In de stal maakt Dekker gebruik van een dunne laag strooisel, dit voorkomt condens op de vloer en de kuikens houden het rul en los. Let erop dat het strooisel op dag 1 niet te droog is, in verband met het uitdrogen van de huidzolen.” Dekker gebruikt een dunne laag turf als strooisel. Dit voorkomt beschadiging van de tere huid onder de voetzolen door te scherpe delen in het strooisel. De waterdruk houdt Dekker tot 25 dagen zo laag mogelijk, aan het einde van de leiding is het net droog. Na 25 dagen
wordt de druk opgevoerd. De waterleiding hangt op circa 25 tot 30 centimeter hoogte en hij maakt gebruik van nippels met lekcups. Het systeem wordt om de acht á negen jaar vervangen. Als lichtsysteem hanteert Dekker acht uur donker in twee blokken van vier uur, vanaf dag 1. Vanaf dag 10 wordt de intensiteit verlaagd, met het laagste punt rond 28 dagen. Daarna gaat de lichtintensiteit langzaam omhoog. De laatste twee dagen wordt het lichtschema weer afgebouwd. Voor wat betreft het seizoenseffect merkt Dekker op dat het realiseren van een goede voetzoolkwaliteit in de zomer en winter gemakkelijker gaat dan in de herfst en het voorjaar. “Dit komt omdat de relatieve luchtvochtigheid en de temperaturen in herfst en voorjaar buiten nog hoog zijn. Stoken lost dit op.” Dekker besluit zijn verhaal: “Een optimale voetzoolkwaliteit realiseren we door een goede lichtverdeling in de stal. Want een verdeling van de kuikens door de stal is het voornaamste. Verder moet de vertering perfect zijn, hierbij geldt een gewenste water-/voerverhouding van rond de 1,7. Dit sturen we indien nodig bij met extra tarwe.”
Paul Gunnink (bedrijfsleider Markelo), Matthijs Smit (bedrijfsleider Ruurlo) en Paul Grefte (v.l.n.r).
Paul Grefte is eigenaar van Grefte Vleeskuikens, een bedrijf met 350.000 vleeskuikens, verspreid over drie locaties. Zelf woont hij met zijn gezin in Hengevelde. Ook in Markelo en Ruurlo heeft Grefte een bedrijf, elk gerund door een bedrijfsleider. De vleeskuikens worden geleverd door handelsonderneming Haanstra en gaan via pluimveeverwerker Heijs naar verschillende slachterijen in Nederland. In december 2009 is op de locatie in Ruurlo een duurzame stal in gebruik genomen. Komend jaar wordt op de locatie in Markelo een vergelijkbare stal gebouwd. Hiermee komt het aandeel duurzame huisvesting op circa veertig procent. De duurzame stal is gebouwd volgens het Terra Sea concept, beschikt over een luchtwasser en voldoet aan de Maatlat Duurzame Veehouderij. Om ook andere pluimveehouders de mogelijkheid te geven zo’n stal te bouwen, heeft Grefte het projectbureau Sunbro opgericht. Hij coördineert het totale bouwproject, de pluimveehouder heeft er zelf geen werk mee. In een Terra Sea stal wordt de buitenlucht, voordat hij de stal ingaat, geconditioneerd. Afhankelijk van de buitentemperatuur en de gewenste staltemperatuur, wordt de lucht voorgekoeld of voorverwarmd. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een warmtepomp in combinatie met aardwarmte. Deze combinatie staat garant voor een laag energieverbruik. Ook is het mogelijk om de restwarmte uit de ventilatielucht terug te winnen, om hier vervolgens de binnenkomende lucht weer mee op te warmen.
Willem Dekker
De ambitie van Grefte: Op een duurzame wijze kwalitatief hoogwaardige vleeskuikens produceren.
25
Buitendienst bezoekt fokkerijorganisatie Lohmann 11 en 12 september 2012 heeft de legpluimveegroep van ForFarmers en Hendrix een training gevolgd bij pluimveefokkerijorganisatie Lohmann Tierzucht in Cuxhaven. Belangrijke zaken zoals fokkerij, voeding, management en gezondheid zijn gedurende het bezoek aan bod gekomen. Lohmann Tierzucht gevestigd in Cuxhaven heeft zich in de 80 jaar dat het bedrijf bestaat wereldwijd ontwikkeld tot één van de grootste fokkerijorganisaties in de leghennen. Naast het fokken van legkippen houdt Lohmann zich ook bezig met de productie van en onderzoek naar vaccineieren. Geschiedenis Lohmann Tierzucht In 1932 werd het bedrijf door Heinz Lohmann opgericht als een Duitse GmbH voor de productie van vismeel uit visafval. In 1957 is het bedrijf uitgebreid en zijn er activiteiten gestart in de vleeskuiken-
fokkerij, daarna kocht Lohmann in 1959 de licenties van Heisdorf & Nelson (leghennen fokkerijorganisatie in Amerika). Met als doel een leghen te fokken voor de Europese leghennenmarkt. Na afloop van de twintig jaar geldige licentie heeft Lohmann zijn eigen ras ontwikkeld. In 1987 neemt Paul Wesjohan het bedrijf Lohmann over. Vanaf 1999 vallen alle ondernemingen onder de EW-Group, die voor honderd procent in bezit is van de familie Wesjohan. De EW-Group telt inmiddels 55 dochterondernemingen, is verdeeld over 22 landen en er werken 3.500 medewerkers.
Activiteiten wereldwijd Lohmann levert wereldwijd 29% van de legouderdieren, aan zowel broederijen als grote integraties. Vooral in West-Europa en het Midden-Oosten is het bedrijf marktleider in de verkoop van legouderdieren. Al deze legouderdieren komen van Lohmann’s eigen grootouderdieren, die rond een straal van 40 kilometer om Cuxhaven gehuisvest zijn. Om risico’s te vermijden zijn er over vijf landen wereldwijd verschillende backup bedrijven.
Alle Nederlandse, Duitse en Belgische legpluimveemedewerkers van ForFarmers en Hendrix hebben in het kader van de integratie een bezoek gebracht aan Lohmann Tierzucht voor training en bijscholing.
26
Genetische Selectie Lohmann is dagelijks bezig met genetische vooruitgang bij de kippen die zij verkopen. Dit vraagt tijd, na drie jaar kan de eindgebruiker van de leghennen effect zien op fokkerijgebied. Lohmann heeft per ras 5.000 fokdieren, die dagelijks individueel voer verstrekt krijgen en waarbij de technische resultaten per hen nauwkeurig bijgehouden worden. Lohmann selecteert en indexeert op legpercentage, eigewicht, eikwaliteit, alternatieve huisvesting (gedrag), mortaliteit en voerverbruik. Lohmann doet op dit moment onderzoek naar het aantonen van vrouwelijk hormonen in negendaagse broedeieren. Hierdoor kan de problematiek met eendagshaantjes verminderd worden.
Managementtips Lohmann De wereldwijde kennis die Lohmann verzamelt geeft een schat aan informatie, waar de buitendienst van ForFarmers en Hendrix gebruik van kan maken op het boerenerf. • In de opfok zijn de drie r’s rust, reinheid en regelmaat uitermate belangrijk; Voer tien dagen voor omstallen geen entingen meer uit; • Wees secuur op een goede verdeling van de leghennen in de stal; • Zet bruine leghennen op met maxi maal licht om activiteit te stimuleren. Aanbevolen aantallen lux per systeem bij de voerbak: Verrijkte kooi 5 Volière 20 Scharrel 10
27
Duist komt met name op kleigronden voor.
Grassenbestrijding in wintergranen Windhalm, straatgras (tuintjesgras) en duist zijn éénjarige grassen die in wintergranen grote problemen kunnen geven. Bestrijding kan in voor- of najaar, maar vooral op onkruidrijke percelen is een grassenbestrijding in het najaar zinvol. Windhalm is een onkruid dat goed gedijt op zandgronden en lichte kleigronden. Straatgras komt op alle grondsoorten voor. Duist komt met name op de kleigronden voor. Bestrijding in het najaar Een grassenbestrijding in het najaar is met name zinvol op onkruidrijke percelen. Meerjarig onderzoek gaf een jaarlijkse meeropbrengst van ruim 500 kg wintertarwe bij een onkruidbestrijding in het najaar in vergelijking met een bestrijding in het vroege voorjaar. Na een onkruidbestrijding in het najaar is de toediening van organische mest met de sleepslang in het voorjaar ook gemakkelijker uit te voeren. Een bestrijding in het voorjaar is ook goed mogelijk. Het risico bij voorjaarsbestrijding is echter dat de grassen op het moment van de onkruidbestrijding in het voorjaar al te groot zijn voor een goed bestrijdingseffect. Bodemherbicide Javelin Een grassenbestrijding in het najaar met Javelin kan een goed resultaat geven. Javelin is een bodemherbicide. Het heeft een snelle aanvangswerking met enige contactwerking. Het advies is twee tot drie liter Javelin per hectare. De dosering is afhankelijk van het humusgehalte en het percentage slib. Op zware rivierklei is de hoogste dosering nodig.
28
Als toepassingstijdstip kunt u vanaf zaai tot opkomst of vanaf het tweebladstadium na opkomst van het graangewas hanteren. Javelin is alleen toegelaten in wintertarwe en wintergerst. Voor
een goede werking van Javelin is het belangrijk dat er geen grove kluiten in het zaaibed voorkomen. Dergelijke kluiten breken in de loop van het groeiseizoen uit elkaar. Op dit breekvlak ligt geen middel, waardoor er een grotere kans op kieming van de genoemde grassen is. Javelin heeft naast een goede grassenwerking (tegen duist, windhalm en straatgras) ook een goede werking tegen onder andere ereprijs, akkerviooltje, paarse dovenetel, kamille en muur. Tegen kleefkruid geeft Javelin een goede onderdrukking. Straatgras die voor het zaaien al zichtbaar is wordt niet bestreden. Javelin heeft een aantal beperkingen voor wat betreft een spuitvrije zone en driftreducerende spuitdoppen langs watervoerende sloten. Zie voor uitgebreidere informatie het etiket. Windhalm gedijt goed op zandgronden en lichte kleigronden.
Goede slakkenbestrijding Slakken kunnen met name op kleigronden grote schade in percelen koolzaad en wintergranen aanrichten. Meteen na de zaai kunnen slakken al zorgen voor een grote uitdunning van het gewas. Na opkomst is slakkenschade te herkennen aan een rafelig blad van het gewas.
Een goede slakkenbestrijding verloopt via het strooien van slakkenkorrels. Dit kan gelijk met het zaaien of vanaf het moment dat het zaad begint te kiemen. Toepassing na opkomst van het gewas is ook mogelijk. Caragoal Slakkenkorrel is toegestaan van 1 maart tot en met 31 augustus. Daarnaast heeft Caragoal een vrijstelling voor toepassing op gronden met > 25% slib in koolzaad, granen en graszaad van 1 september tot en met 31 december 2012. Met uitzondering van grondwaterbeschermingsgebieden. Dosering: 6,5 kg per hectare (maximaal twee keer per teelt).
Grondonderzoek: meten is weten Een goede bemestingstoestand van uw grond is het belangrijkste uitgangspunt voor het komende teeltjaar. Een te lage pH is tijdens het groeiseizoen vaak de oorzaak van groeistoornissen. Naast een lage pH, zien wij ook steeds vaker een laag K-getal (maat voor de kaliumtoestand van de bodem). Door een totaal grondonderzoek uit te voeren kan de bemestingstoestand van het perceel in beeld worden gebracht. Het is nu een goed moment om na te gaan of de percelen in goede conditie zijn voor het volgende teeltseizoen. Door in het najaar te bemonsteren, heeft u nog voldoende tijd om verbeteringen in de bemestingstoestand uit te voeren.
Bekalken loont Ook afgelopen jaar zagen wij gewassen met (pleksgewijs) een slechte opkomst / stand.
Een goede pH is de basis voor een goede gewasopbrengst. Om van de grond voldoende rendement te behalen moet niet op kalk worden bezuinigd. Het najaar is een ideaal tijdstip voor het uitvoeren van een bekalking. Dat kan bijvoorbeeld door een bekalking met Dolokal, Ankal of Limkal.
In veel gevallen werd dit veroorzaakt door een zeer lage pH. Vanwege de gewasopname en de verzurende werking van (sommige) meststoffen vraagt de kalkvoorziening van de bodem de nodige aandacht.
29
Productierechten zen van circa €63,00 per varkenseenheid (kooprechten in regio Oost) voor middelgrote partijen. In regio Overige liggen de prijzen van koop nagenoeg op hetzelfde niveau, in Zuid op een wat hoger niveau. De leaserechten in de regio Oost worden voor prijzen van circa €11,00 per varkenseenheid verleased. De prijzen voor lease/ verlease in de regio Overige zijn gelijk aan Oost en in de regio Zuid zijn ze duidelijk lager van €6,00 tot €7,00 per varkenseenheid, dit afhankelijk van de partijgrootte. Specialisten productierechten v.l.n.r.: Clemens Goselink, Roel Visscher en Ria Zieverink. In dit artikel staan cijfers van 4 oktober 2012 vermeld en prijzen zijn excl. BTW
Koopmelk De prijzen van koopmelk blijven op niveau. De huidige marktprijs van €11,60 per kg vet is redelijk stabiel. Vraag en aanbod van melkquotum houden elkaar goed in evenwicht. Het melkquotum moet tot 2015 afgeschreven worden. De bovengenoemde koopprijs is in verhouding tot de prijzen van leasemelk. We zien dit jaar dat een deel van onze vaste quotum-leasers een hoeveelheid quotum gaan aankopen, om daarmee een stuk zekerheid tot 2015 in te dekken. De huidige melkaanvoer is redelijk op peil. In het algemeen is de opbrengst van kuilvoer beter in vergelijking met vorig jaar. Wanneer we geen calamiteiten krijgen, zoals het afgelopen jaar met het Smallenbergvirus, zal de melkaanvoer redelijk op peil kunnen blijven. Leasemelk Er is een gezonde belangstelling voor leasemelk. Ook hierin is een redelijk evenwicht in vraag en aanbod. Tot half augustus
was het aanbod aan de krappe kant. De laatste maand kwam er wat meer aanbod, zodat wij de leasers goed konden voorzien. De prijzen variëren de laatste maanden van €0,039 tot €0,041 per kg vet. De huidige prijs in termijnbetaling is bijgesteld naar circa €0,0385 per kg vet. Er is een voorkeur voor de betaling in termijnen. Varkensrechten koop/lease De laatste maand is de belangstelling in varkensrechten betreffende koop wat toegenomen. Dit komt door de hogere varkensprijzen en door het bericht dat het stelsel van verantwoorde mestafzet waarschijnlijk niet gaat werken zoals men verwacht in het wetsvoorstel ‘Afschaffen stelsel productierechten’. In dit wetsvoorstel is opgenomen dat het stelsel van varkens- en pluimveerechten niet uiterlijk op 1 januari 2015 vervalt, maar op een nader bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Op dit moment wordt er bemiddeld voor prij-
Prijsverloop koopmelk 2010-2011-2012 prijs per % vet, excl btw
30
Prijs in centen per % vet (excl. BTW)
Bron: Gerealiseerde omzet ForFarmers BOMAP
2010 2011 2012
Week
Pluimveerechten koop/lease In de bemiddeling van pluimveerechten is het rustig. Af en toe vindt er een transactie plaats in zowel koop als lease. De kooprechten wordt bemiddeld voor prijzen van circa €6,00 per pluimvee-eenheid in de regio Oost (afhankelijk van de partijgrootte). De koopprijzen in regio Zuid liggen nagenoeg op hetzelfde niveau en in de regio Overig zijn ze een fractie lager op circa €5,75 per pluimvee-eenheid. De prijs van leaserechten is in de regio Oost €1,20 tot €1,25 per pluimvee-eenheid, in de regio Overig liggen de prijzen op circa €1,10 en de regio Zuid rond de €0,75. Geïnteresseerden voor zowel koop als lease zijn afwachtend. Toeslagrechten De bemiddeling van toeslagrechten loopt rustig door. Er is een redelijke belangstelling voor toeslagrechten met waarden boven de €600,-. Heeft u nog rechten, welke u niet kunt benutten of komen er nog rechten vrij dit jaar? Laat het ons weten. Ook voor rechten met een lagere waarde is er nog regelmatig vraag. Overdrachten met betrekking tot het jaar 2013 moeten voor 31 maart 2013 bij Dienst Regelingen gemeld zijn. Let er wel op dat rechten vervallen als u onder een totaal uitbetalingsbedrag van € 500,- op jaarbasis komt! heeft u vraag naar of aanbod van melkquota, varkens-, pluimveerechten of toeslagrechten, bel met BoMAP, tel. +31 (0)573 28 89 89, of kijk op: www.forfarmers.eu
eendenkroosteelt wint innovatieprijs EDV Consortium, een samenwerkingsverband van het Beltrumse bedrijf Groot Zevert Vergisting BV samen met CC Advies uit Ulft en Thecogas en ForFarmers uit Lochem, heeft vrijdag 21 september de Achterhoek Innovatieprijs gewonnen. De prijs, een bedrag van 10.000 euro, werd door VNO-NCW-voorzitter Bernard Wientjes uitgereikt in de Dru Cultuurfabriek in Ulft. Eendenkroos heeft een eiwitgehalte van ongeveer 38 procent. De eiwitsamenstelling ligt tussen die van raap en soja. Eendenkroos groeit op water en mest. Bij Groot Zevert Vergisting in Beltrum wordt een productievijver van een hectare groot gerealiseerd voor de productie van eendenkroos. Ook is er een speciale mestdoseerinstallatie en oogstmachine ontwikkeld. Op vrijdag 7 september 2012 heeft Gelderse gedeputeerde mevrouw Annemieke Traag de officiële start van de aanleg van een bijna één hectare grote eendenkroosvijver. Deze vijver wordt volgend jaar in productie genomen. Het is de laatste stap in de opschaling en dient om het concept van eendenkroos voor veevoer met mest als voedingsbron op praktijkschaal te bewijzen.
Gelderse gedeputeerde Annemieke Traag verricht de openingshandeling voor de aanleg van een één hectare grote eendenkroosvijver.
De Achterhoek Innovatieprijs is uitgereikt om de vele innovatieve bedrijven in de Achterhoekse industrie een steuntje in de rug te geven en om de Achterhoek steviger als innovatieve regio op de kaart te zetten. Begin dit jaar is het project bovendien door TEDxBinnenhof uitgeroepen tot het meest innovatieve project in de Nederlandse Agrofood sector.
31
ForFarmers Klantenservice
T: +31 (0)573 28 88 11
BOMAP
T: +31 (0)573 28 89 89
Subli paardenvoeders
T: +31 (0)900 20 25 321
FarmFeed Rundveehouderij
T: +31 (0)573 40 84 50
Varkenshouderij
T: +31 (0)573 40 84 61
ForFarmers verkoopleiders Rundveehouderij Noord
Wilfred Jonkman
T: +31 (0)6 22 24 67 99
Rundveehouderij Midden en Vleesvee
Henk van der Vegt
T: +31 (0)6 51 34 43 25
Rundveehouderij Zuid en Geiten en Schapen
Gertie Klein Hegeman
T: +31 (0)6 53 31 35 88
Varkenshouderij Noord
Richard Orriëns
T: +31 (0)6 53 40 08 55
Varkenshouderij Midden
Rinze Exterkate
T: +31 (0)6 22 37 33 09
Varkenshouderij Brabant, Limburg, België
Marleen van Sleuwen
T: +31 (0)6 10 41 27 63
Pluimveehouderij
Jan Tjassens
T: +31 (0)6 53 40 40 46
Plantaardig
Erik Schieven
T: +31 (0)6 51 64 04 73
ForFarmers, Postbus 91, 7240 AB Lochem,T: +31 (0)573 28 88 00, F: +31 (0)573 28 88 99,
[email protected], www.forfarmers.eu