Voorbeeldtraining train de trainer augustus 2006 2006 Training
Praatje vooraf • Doelstelling trainingen: Niveau van de jeugdopleiding van vv Dongen verbeteren. • Namenlijst contoleren plus trainingsindeling tot 1 oktober. • Informatie omtrent trainingen komt op website vv Dongen. Controleer deze site regelmatig voor informatie. Voorbereiding training • E jeugd traint 1 uur en 15 minuten • F jeugd traint 1 uur • Trainer tijdig aanwezig • Controle materiaal: Hesjes, pilonnen en ballen controleren en bij kleedkamer eigen team leggen • Lijst maken met materiaalmannen (2 per week) die meehelpen met het materiaal naar en van het veld te dragen • Vijf minuten voor aanvang van training gezamenlijk naar het veld gaan Opbouw training • Warming up • Aanleren van passeertechnieken Werken op basis van Wiel Coerver methode. Balvaardigheid is basis voor elke speler. Elke speler moet leren om te passeren. • Aanleren van basistechnieken Werken op basis van Wiel Coerver methode. Balvaardigheid is basis voor elke speler. • Afwerkvormen Wisselen van keeper Succes is belangrijk Kinderen zo min mogelijk stil laten staan, zo min mogelijk met rijtjes werken Afwerkvorm moet herkenbaar zijn voor kinderen Leren om gebruik te maken van zowel het linkse als het rechterbeen Afwerkvormen: • Dribbelen en schieten • Dribbelen, inspelen en schieten • Dribbelen, passeren en schieten • Partijvorm Op de eerste trainingen een iets groter veld (20 * 30 meter) gebruiken zodat spelers weer wennen aan de bal en tijd krijgen om de bal aan te nemen. Coaching: naar voren laten voetballen, druk op de bal geven Kleine partijtjes spelen Pingelen is belangrijk, stimuleer het maken van een individuele actie Uitbal is altijd ingooien Partijvorm 4:4 op kleine goals zonder keepers Partijvorm 4:4 op twee kleine goals zonder keepers
Dag Datum
Partijvorm 3:3 met keepers • Coachen tijdens een wedstrijd Vertellen wat wel moet gebeuren en niet met ‘niet’; Positief coachen; Acties die getraind zijn en in de wedstrijd terugkomen, positief coachen Zaterdag 12 augustus 2006
Trainers
Organisatie Materiaal
• Danny • Joost • Rik • Rob Werken in groepen. 16 ballen 30 pilonnen Hesjes (2 kleuren)
Trainingsopbouw
13.55 14.00 14.10 14.20 14.30 14.45 15.00 15.15
Praatje vooraf
• Welkom alle trainers en leiders; • Uitleg opbouw training. • Iedereen veel plezier bij de eerste trainingen.
Nabespreking
Gezamenlijk materiaal naar veld meenemen. Warming-up Passeertechnieken Afwerkvormen Balvaardigheid Basistechnieken Partijvorm Einde training plus opruimen. Na afloop van training gezamenlijk materiaal verzamelen. Materiaalmannen dragen materiaal naar binnen.
1.1
Warming-up Tijdsduur : 10 minuten Organisatievorm : 1 trainer algehele leiding plus per groep een trainer. Doel : Spieren losmaken en klaarzetten voor de training. Onderwerpen : Warmlopen, 2 * op en neer in een rustig tempo over breedte van het veld. Balcontacten molentje draaien. De warming-up wordt geoefend met vier of vijftallen. Twee of drie spelers starten bij A, waarvan altijd 1 speler in balbezit en 2 spelers starten bij B. De afstand tussen de spelers is afhankelijk van de oefenvorm en de vaardigheid van de spelers. Soms is dichtbij elkaar moeilijk en soms een langere afstand. Speler loopt altijd achter de bal aan. Aandachtspunten bij alle oefeningen zijn: • Over de bal kijken; • Zuiver inspelen, dus op been waarmee aanname gedaan wordt.
1.2
Passeertechnieken Organisatiemogelijkheden: • Werken tussen 2 pionnen die 10 meter van elkaar af staan. Alle spelers starten aan zelfde kant; • Werken tussen 2 pionnen die 10 meter van elkaar af staan. Spelers starten om en om tegenover elkaar; • Werken in een vierkant; • Werken in vierkant waarbij spelers rechte lijn en diagonaal lopen. Op elke hoek start een speler. Volorde is 1, 2, 3, 4, 1 1 2 3 4 • Werken in een rechthoek Afstand tussen speler 1 en speler 2 is vijf meter Afstand tussen speler 2 en speler 3 is vijftien meter Speler 1 speelt bal naar speler 2, speler 2 kaatst op speler 1 en loopt door naar positie speler 1, speler 1 lange bal over de grond op speler 3 en loopt door naar positie speler 2, speler 3 wordt aanvaller en passeert speler 1 (die inmiddels op positie speler 2 staat), speler 1 loopt door na verdedigende actie naar positie speler 3 en speler 3 neemt positie in van 2. 1 2 3 Tijdsduur : 10 minuten Organisatievorm : Elke trainer eigen groep, groepen indelen op individuele vaardigheden, werken in rechthoekvorm. Groepsindeling : Groep 1 Remco, Jochem, Patrick Groep 2 Nick, Valentijn, Janno, Jasper Groep 3 Job, Robin, Chiel Groep 4 Jordi, Jeffrey, Mitchel, Akif Doel : Elke speler in de E jeugd moet leren om individuele acties te maken. Oefeningen uitvoeren in rustig looptempo, zowel met linker als met rechterbeen. Elke oefening afsluiten met 1 maal uitvoering op snelheid heen en terug. Oefening • Vrije keuze; • Voorbeelden nadoen; • Gedifferentieerd corrigeren.
Oefening 1 Je zet je rechtervoet naast de bal. Op het moment dat de hak naast de bal staat, neem je de bal onder je voet mee naar de binnenkant van de linkervoet. Oefening 2 Je zet je linkervoet naast de bal. Op het moment dat de hak naast de bal staat, neem je de bal onder je voet mee naar de binnenkant van de rechtervoet. Oefening 3 Je doet alsof je de bal trapt met je rechterbeen, maar op het laatste moment neem je de bal met de buitenkant van de rechtervoet mee. Oefening 4 Je doet alsof je de bal trapt met je linkerbeen, maar op het laatste moment neem je de bal met de buitenkant van de linkervoet mee. Oefening 5 Je doet alsof je de bal trapt met je rechterbeen, maar op het laatste moment kap je de bal onder je lichaam op de binnenkant van je linkervoet. Oefening 6 Je doet alsof je de bal trapt met je linkerbeen, maar op het laatste moment kap je de bal onder je lichaam op de binnenkant van je rechtervoet. Oefening 7 Je doet alsof je de bal trapt met je rechterbeen, maar je tikt de bal achter je standbeen langs en neemt de bal mee met de buitenkant van je linkervoet. Oefening 8 Je doet alsof je de bal trapt met je linkerbeen, maar je tikt de bal achter je standbeen langs en neemt de bal mee met de buitenkant van je rechtervoet. Oefening 9 Je stapt met je rechterbeen over de bal heen. Vervolgens neem je de bal met de binnenkant van je linkervoet mee in de tegenoverliggende looprichting. Oefening 10 Je stapt met je linkerbeen over de bal heen. Vervolgens neem je de bal met de binnenkant van je rechtervoet mee in de tegenoverliggende looprichting. Oefening 11 Je doet alsof je de bal hakt met je rechtervoet, maar je versnelt in voorwaartse richting. Oefening 12 Je doet alsof je de bal hakt met je linkervoet, maar je versnelt in voorwaartse richting. Oefening 13 Je haalt de bal onder je rechtervoet terug en met de buitenkant van de wreef van de rechtervoet neem je de bal in een zijwaartse beweging mee.
1.3
Afwerkvormen Tijdsduur : 10 minuten Organisatievorm : Elke trainer eigen groep, groepen indelen op individuele vaardigheden, werken in drie groepen en 1 speler individueel (afwisselen); Groepsindeling : Groep 1 Remco, Jochem, Patrick, Jasper Groep 2 Job, Robin, Chiel, Nick, Valentijn Groep 3 Jordi, Jeffrey, Mitchel, Akif, Janno Individueel : Job, Jeffrey Doel : Elke speler in de E jeugd moet leren om individuele acties te maken. Oefening 1
10 m A Sprint zonder bal
10m B
10m C
Dribbel met bal
Doel Afwerken met schot
• Sprint zonder bal naar B, bal meenemen die hier ligt en dribbel met bal naar C en daarna afwerken middels een schot op het doel; • Starten vanaf links, midden en rechts en schieten vanaf links, rechts en midden; Aandachtspunten: • Actie op snelheid uitvoeren; • Positie na schot op goal weer innemen; • Links en rechts trappen; • Schot moet snelheid hebben. Oefening 2 10 m A Dribbel met bal
10m B
10m C
Sprint zonder bal
Doel Afwerken met schot
• Dribbel met bal naar B, pass op speler die bij C staat, sprint naar C, speler bij C speelt bal kort terug op inkomende speler en daarna afwerken middels een schot op het doel en teruglopen naar positie C om kaats te geven op inkomende speler; • Starten vanaf links, midden en rechts en schieten vanaf links, rechts en midden; Aandachtspunten: • Actie op snelheid uitvoeren; • Positie na schot op goal weer innemen; • Links en rechts trappen; • Terug leggen op goede been; • Schot moet snelheid hebben. Job Aandachtspunten: • Oefenen bewegen op voorvoet • Voorbeweging • Vragen van de bal Jeffrey Aandachtspunten: • Bal met wreef raken • Wegzetten van het standbeen
1.4
Balvaardigheid Werken tussen 2 pionnen die 15 meter van elkaar af staan. Oefeningen uitvoeren in rustig looptempo. De balvaardigheid wordt geoefend in drietallen. Twee spelers starten bij A, waarvan altijd 1 speler in balbezit en 1 speler start bij B. Speler loopt altijd achter de bal aan. Aandachtspunten bij alle oefeningen zijn: • Over de bal kijken; • Aanname van de bal, bal kort bij het lichaam houden; • Zuiver inspelen, dus op been waarmee aanname gedaan wordt. Tijdsduur : 10 minuten Organisatievorm : Werken in twee groepen, twee trainers per groep. Groepsindeling : Groep 1 Remco, Jochem, Patrick, Jasper; Jordi, Jeffrey, Janno Groep 2 Job, Robin, Chiel, Nick, Valentijn, Mitchel, Akif Doel : Inspelen en kaatsen naar verschillende posities.
A Speler 1 en 2
B Speler 3
F Speler 7
C Speler 4 E Speler 6
D Speler 5
Stroomvorm inspelen, kaatsen en bewegen zonderbal (alle ballen over de grond) A speelt naar C C kaatst naar B B speelt naar D D kaatst naar C C speelt naar E E kaatst op D D speelt naar F F kaatst op E E speelt op A A begint opnieuw Loopactie: na elk balcontact volgend pion opzoeken in rechte lijn Aandachtspunten: • Zuiver inspelen • Op tempo inspelen • Bewegen op voorvoeten • Kaatsen in 1 keer als het kan anders corrigeren door balaanname en daarna inspelen
Aannemen en inspelen 1 • Vanuit stilstaand aannemen met links en rechts inspelen. • Aandachtspunten: • Bal in een beweging van linkervoet naar rechtervoet brengen. Aannemen en inspelen 2 • Vanuit stilstaand aannemen met rechts en links inspelen. • Aandachtspunten: • Bal in een beweging van rechtervoet naar linkervoet brengen. Aannemen en inspelen 3 • Vanuit stilstaand aannemen met links, bal op rechtervoet tikken en weer terug op linkervoet en links inspelen. • Aandachtspunten: • Bal in een beweging van linkervoet naar rechtervoet brengen; • Bij terugtikken op voorwaartse beweging letten zodat bal in een vloeiende beweging gespeeld wordt; • Bal blijft onder controle, komt dus nooit los. Aannemen en inspelen 4 • Vanuit stilstaand aannemen met rechts, bal op linkervoet tikken en weer terug op rechtervoet en rechts inspelen. • Aandachtspunten: • Bal in een beweging van rechtervoet naar linkervoet brengen; • Bij terugtikken op voorwaartse beweging letten zodat bal in een vloeiende beweging gespeeld wordt; • Bal blijft onder controle, komt dus nooit los. Aannemen en inspelen 5 • Dribbel met bal halverwege, inspelen met links en aannemen vanuit stilstand met rechts. • Aandachtspunten: • Dribbel, bal kort aan de voet. Aannemen en inspelen 6 • Dribbel met bal halverwege, inspelen met rechts en aannemen vanuit stilstand met links. • Aandachtspunten: • Dribbel, bal kort aan de voet.
1.5
Basistechnieken Organisatiemogelijkheden: • Werken tussen 2 pionnen die 10 meter van elkaar af staan. Alle spelers starten aan dezelfde kant; • Werken tussen 2 pionnen die 10 meter van elkaar af staan. Spelers starten om en om tegenover elkaar; • Werken in een vierkant. Oefeningen uitvoeren in rustig looptempo, zowel met linker als met rechterbeen. Elke oefening afsluiten met 1 maal uitvoering op snelheid heen en terug. Tijdsduur : 10 minuten Organisatievorm : Drie groepen, 1 trainer doet oefeningen voor. Groepsindeling : Groep 1 Remco, Jochem, Patrick, Janno, Jasper Groep 2 Nick, Valentijn, Job, Robin, Chiel Groep 4 Jordi, Jeffrey, Mitchel, Akif Doel : Controle over de bal verbeteren. Oefening 1 De bal met de binnenkant van de rechtervoet voor het lichaam langs kappen en met de buitenkant van de linkervoet meenemen. De bal met de binnenkant van de linkervoet voor het lichaam langs kappen en met de buitenkant van de rechtervoet meenemen. Oefening 2 De bal met de binnenkant van de rechterwreef onder het lichaam kappen, met de binnenkant van de linkervoet meenemen. De bal met de binnenkant van de linkerwreef onder het lichaam kappen, met de binnenkant van de rechtervoet meenemen. Oefening 3 De bal met de binnenkant van de rechterwreef kappen en met de buitenkant van dezelfde voet meenemen, vervolgens de bal met de buitenkant van de rechtervoet kappen en met de binnenkant van dezelfde voet meenemen. De bal met de binnenkant van de linkerwreef kappen en met de buitenkant van dezelfde voet meenemen, vervolgens de bal met de buitenkant van de linkervoet kappen en met de binnenkant van dezelfde voet meenemen. Oefening 4 De bal met de buitenkant van de rechtervoet kappen, met de binnenkant van de linkervoet meenemen. De bal met de buitenkant van de linkervoet kappen, met de binnenkant van de rechtervoet meenemen. Oefening 5 De buitenkant van de rechtervoet achter de bal zetten, om je eigen as draaien en de bal met de buitenkant van de rechtervoet meenemen. De buitenkant van de linkervoet achter de bal zetten, om je eigen as draaien en de bal met de buitenkant van de linkervoet meenemen. Oefening 6 De binnenkant van de rechtervoet achter de bal zetten, om je eigen as draaien en de bal met de binnenkant van de rechtervoet meenemen. De binnenkant van de linkervoet achter de bal zetten, om je eigen as draaien en de bal met de binnenkant van de linkervoet meenemen. Oefening 7 Met de punt van de linkervoet de bal voorlangs het lichaam spelen, de bal met de buitenkant van de rechtervoet meenemen. Met de punt van de rechtervoet de bal voorlangs het lichaam spelen, de bal met de buitenkant van de linkervoet meenemen.
1.6
Partijspel Doel van de partijspellen is het oefenen van de individuele vaardigheden en het samenspelen met 1 of meer ploeggenoten. Aandachtspunten zijn: • Zorg voor verschillende hesjes per team zodat zo min mogelijk met hesjes gewisseld moet worden; • Zorg voor voldoende ballen langs het veld zodat het spel zo min mogelijk stil ligt; • Spelers moeten individuele acties maken. Tijdsduur : 15 minuten Organisatievorm : Vier groepen, 1 trainer per team. Groepsindeling : Groep 1 Janno, Chiel, Akif, Jordi Groep 2 Jochem, Jasper, Robin, Job Groep 3 Patrick, Mitchell, Nick Groep 4 Valentijn, Jeffrey, Remco Doel : Acties maken en daardoor overtal creëren. Partijvorm: 4 tegen 4 zonder keeper en 3 tegen 3 zonder keeper Veldopstellingen: • Goaltjes tegenover elkaar, voorkanten naar voren; • Goaltjes tegenover elkaar, voorkanten naar achteren; • Goaltjes naast elkaar op midden van veld, voorkanten allebei zelfde kant uit; • Goaltjes naast elkaar op midden van veld, voorkanten allebei andere kant uit; • Goaltjes schuin tegenover elkaar evenwijdig aan de achterlijn, voorkanten naar voren; • Goaltjes schuin tegenover elkaar evenwijdig aan de achterlijn, voorkanten naar voren; • Met pionnen twee driehoek maken, tegenover elkaar. Speeltijd tussen 3 en 5 minuten, voorkeur gaat uit naar korte partijtjes. Vooraf aangeven dat bij een gelijkspel de jongste, de oudste, de langste of de kleinste wint. Hierdoor creëer je vanaf de start een situatie waarbij een van de twee spelers moet scoren. 1:1 oefening 1 Doel van 1:1 is de aanvallende en verdedigende kwaliteiten van het 1 tegen 1 duel zonder rugdekking te trainen. Veld 10*5 meter waardoor dicht op elkaar gespeeld moet worden. Goaltjes op diverse manieren plaatsen waardoor passeervormen steeds vanuit verschillende posities geoefend kunnen worden. 1:1 oefening 2 Doel van deze 1:1 vorm is een speler snel te leren reageren op veranderende situaties. Veld 10*5 meter waardoor dicht op elkaar gespeeld moet worden. Goaltjes op diverse manieren plaatsen waardoor passeervormen steeds vanuit verschillende posities geoefend kunnen worden. De speler die scoort wordt beloond en blijft in balbezit. De goal waarin deze speler gescoord heeft wordt het goal dat hij vervolgens gaat verdedigen. 1:1 oefening 3 Doel van deze 1:1 vorm is op balbezit spelen en van daaruit scoren. Veld 10*10 meter, alleen met doeltjes tegenover elkaar werken. De speler in balbezit speelt minimaal 20 seconden op balbezit en mag daarna pas scoren. 2:2 oefening 1 Doel van 2:2 is aanvallend: keuze leren maken tussen overspelen en de individuele actie en verdedigend: rugdekking geven aan medespeler. Veld is 10*10 meter, goaltjes in diverse situaties. 2:2 oefening 2 Doel van 2:2 is aanvallend: keuze leren maken tussen overspelen en de individuele actie en verdedigend: rugdekking geven aan medespeler.
Veld is 10*10 meter, goaltjes tegenover elkaar werken. De ploeg die scoort wordt beloond en blijft in balbezit. De goal waarin deze ploeg gescoord heeft wordt het goal dat het team vervolgens gaat verdedigen. 2:2 oefening 3 Doel van 2:2 is aanvallend: op balbezit spelen en scoren vanuit dit balbezit en verdedigend: de tegenstander zo snel mogelijk de bal afjagen. Veld is 10*10 meter, goaltjes tegenover elkaar werken. De ploeg in balbezit moet de bal eerst drie keer overspelen en mag daarna pas scoren. 3:3 oefening 1 Doel van 3:3 is aanvallend: op balbezit spelen en scoren vanuit dit balbezit en verdedigend: de tegenstander zo snel mogelijk de bal afjagen. Veld is 15*10 meter, goaltjes tegenover elkaar werken. De ploeg in balbezit moet de bal eerst vijf keer overspelen en mag daarna pas scoren. 3:3 oefening 2 Doel van 3:3 is aanvallend: keuze maken voor juiste medespeler en verdedigend: de tegenstander de bal weghouden van de goal. Veld is 15*10 meter, goaltjes tegenover elkaar werken. Elke ploeg heeft een speler die scoort in goal A, een speler die scoort in goal B en een speler die niet scoort. 3:3 oefening 3 Doel van 3:3 is aanvallend: keuze maken voor juiste medespeler en verdedigend: rugdekking geven aan medespelers. Veld is 15*10 meter, goaltjes tegenover elkaar werken. Elke ploeg heeft een speler die scoort in goal A, een speler die scoort in goal B en een speler die in beide goals scoort. 3:3 oefening 4 Doel van 3:3 met 2 keepers is aanvallend: snel speler in scoringspositie brengen en verdedigend: kort dekken en geen schietkans geven. Veld is strafschop gebied waarbij op de rand van de zestien meter een tweede goal wordt geplaatst. 3:3 oefening 5 Doel van 3:3 met 2 keepers is aanvallend: snel speler in scoringspositie brengen en verdedigend: kort dekken, meer druk op speler in balbezit en geen schietkans geven. Veld is gedeelte van strafschop gebied. De breedte wordt begrensd door de doorgetrokken lijn van het keepersgebied. Op de rand van de zestien meter wordt een tweede goal geplaatst.