Een erf
voor kunstenaars In Beers heeft NEXIT architecten een inspirerende omgeving ontworpen waar kunstenaars voor kortere of middellange termijn kunnen verblijven om in afzondering werk te kunnen maken. Het creëren van een duurzame omgeving is nooit een doel op zich geweest: dat was vanzelfsprekend.
De omgeving van Beers kenmerkt zich door uitgestrekte velden, bossen en water. Verspreid in dit Noord-Brabantse landschap liggen vele boerenerven. Recent werd daar een nieuw erf aan toegevoegd. Geen terrein voor een boerenbedrijf, maar een erf voor kunstenaars. Met het project genaamd MIET AIR realiseerde opdrachtgever, ondernemer en kunstenaar Bart Stok zijn droom: een ideale retraite voor met name beeldhouwers. Architect Addy de Boer, medeoprichter van NEXIT architecten, kreeg de opdracht deze droom vorm te geven.
Boerenerf Addy de Boer liet zich bij zijn ontwerp inspireren door de typologie van het boerenerf: een terrein waarop wonen en werken in verschillende gebouwen zijn ondergebracht en waar een soort beheerste rommeligheid huist in de ruimtelijke organisatie van het geheel. Boeren gaan in zijn optiek altijd inventief en pragmatisch om met de beschikbare ruimte. 14 — architectenweb
Op het terrein van MIET AIR verrezen zes gebouwen die losjes op het perceel geplaatst lijken te zijn, maar die bij nader inzien zowel technisch als ruimtelijk een coherent geheel vormen. De gebouwen bevatten verscheidene functies. Gericht op de ingang van het terrein staat de beheerderswoning. Deze wordt permanent bewoont door kunstenaar Loek Hambreukers en is voorzien van een eigen werkplaats. Iets geknikt ten opzichte van Hambeukers’ woning staat de grote algemene werkplaats, het schuuratelier, voor de kunstenaars die op het terrein verblijven. Centraal op het terrein staat het zogenoemde kasatelier: een opgetilde kas waarin zowel kunst gemaakt kan worden als tijdelijke evenementen zoals tentoonstellingen georganiseerd kunnen worden. In het basement van de kas bevinden zich twee short stay-appartementen met eigen werkplaats. Voor de langer verblijvende kunstenaars zijn er aan de noordoostzijde van het perceel, te midden van een boomgaard en beeldentuin, drie woon-werkpaviljoens gesitueerd. >
Foto’s: Thea van den Heuvel/DAPh
Tekst Robert-Jan de Kort
architectenweb — 15
16 — architectenweb
Zo onafhankelijk mogelijk
Bij een eigenzinnige plek hoort een grote mate van onafhankelijkheid
WM WD+
WM+ WD
WD
WM + WD
WM
Bij een afgezonderde en eigenzinnige plek hoort een grote mate van onafhankelijkheid van externe subsidie- en energiesystemen. Stok wenste dan ook een terrein dat qua energiehuishouding zelfvoorzienend was. Het één hectare grote terrein, een voormalige minicamping, bood daardoor veel mogelijkheden. Een grote zwemvijver zorgt voor de waterberging van het hemelwater. Een helofytenfilter zuivert het opgevangen hemelwater zodat er op den duur ook in de vijver gezwommen kan worden. Een diversiteit aan waterplanten en streekeigen beplantingen bevorderen de biodiversiteit op het terrein. Fecaliën zuivert de vijver niet. De riolering is nog wel op de buitenwereld aangesloten. Alle gebouwen worden verwarmd door vloerverwarming en krijgen warm water via in totaal drie warmtepompen en een luchtwarmtewisselaar in de kas. Onder het maaiveld, op 1,40 meter diepte, liggen twee horizontale warmtewisselaars in de vorm van gesloten leidingencircuits. Daarmee is het terrein gevrijwaard van een gasaansluiting. De Boer: “Het enige aanwezige gas, in een separate propaangastank, wordt gebruikt voor het smelten van brons.” Elektriciteit, onder andere voor de warmtepompen, wordt opgewekt door 105 zonnepanelen op het dak van het schuuratelier. Overschotten worden geleverd aan het energienet. Door de lange duur van afgelopen winter viel de opbrengst in dit eerste jaar tegen. De Boer benadrukt dat het uitkienen van de systemen vooral voortkomt uit logisch en praktisch nadenken. Het grootste gebouw, het schuuratelier, kreeg een optimale oriëntatie voor de toepassing van zonnepanelen. Door het benodigde grondverzet werd er ook al gegraven.
Situatie
De Boer: “Waarom dan niet meteen een leidingennet onder het maaiveld neerleggen? Dan hoef je niet meer verticaal te boren. De tijd moet nu uitwijzen hoe goed dit hybride systeem werkt. Op basis van praktijkervaring kunnen we altijd nog extra luchtwarmtewisselaars en zonnepanelen toevoegen.”
Beperkt materiaalgebruik Wat betreft gebouwontwerp benadert De Boer duurzaamheid vanuit een low tech-perspectief. Het werk van het Franse architectenbureau Lacaton & Vassal is daarvoor een belangrijke bron van inspiratie. Dit bureau maakte begin jaren ‘90 van de vorige eeuw naam met een woonhuis in Bordeaux dat volledig is samengesteld uit industriële bouwmaterialen zoals golfplaten. Het huis meet 185 vierkante meter en kostte nog geen 60.000 euro. De Boer: “Lacaton & Vassal maakt royale architectuur met een zeer beperkt materiaalgebruik en afwerking. De constructie is direct ook de afwerking. Dit beperkte gebruik van grondstoffen is in zichzelf duurzaam. Het besef dat je materiaalgebruik moet beperken is ook in ons werk geslopen.” Tevens benadrukt De Boer dat budget een graadmeter voor duurzaamheid is: “Een laag budget betekent dat je als architect slechts weinig grondstoffen kunt gebruiken.” Met deze uitleg van duurzaamheid zijn de gebouwen van MIET AIR ontworpen. De Boer maakte vooral gebruik van industriële materialen en gebouwtypen. De glazen kas is gebouwd met een regulier kasbouwsysteem en gebruikt passieve zonnewarmte. Bij oververhit- > architectenweb — 17
18 — architectenweb
ting kan de ruimte door middel van dwarsventilatie en zonwering gekoeld worden. De kas staat op een basement dat uit vier zeecontainers lijkt te bestaan. In deze landelijke context doen ze wat vreemdsoortig aan. De Boer ontkent dat: “Containers worden veelvuldig door boeren gebruikt als opslagruimte. Vandaar dat wij ze wilden gebruiken in het palet van bouwwerken.” Toch won de ratio het van het beelddenken: zeecontainers zouden nooit de belasting van de uitkragende betonvloer waarop de kas staat kunnen opvangen. Een hulpconstructie toepassen werd te kostbaar. Omdat ten tijde van deze keuze de interieurelementen voor de appartementen al waren ontwikkeld, behielden deze wel exact de maat van vier 20-voets zeecontainers. De beheerderswoning en het schuuratelier zijn met golfplaten bekleed. De laatste bestaat uit een stalen skelet op een betonnen vloer. Constructie en brandwerende bekleding zijn geschroefd, waardoor het gebouw weer uit elkaar gehaald kan worden. De Boer: “In feite zijn de gebruikte bouwmaterialen hier tijdelijk opgeslagen.” Elk bouwmateriaal kan een nieuw leven krijgen in een ander bouwproject. In het domein van de kunstenaarsverblijven verliet De Boer het vocabulaire van de agrarische industriële bouw en ontwierp hij drie modernistische mini woon-werkpaviljoens met bijna volledig beglaasde gevels. Deze paviljoens zijn ontworpen in de stijl van de beroemde case study-woningen van de Amerikaanse architecten Pierre Koenig en Richard Neutra. Toch passen ze, door hun rudimentaire opbouw, houten constructie en vegetatiedaken goed in het geheel. De glazen puien bevatten onopvallende dichte delen met een hoge isolatiewaarde. Ook paste De Boer hier buitenspiegels toe die de omgeving reflecteren.
Centrale positie Bij MIET AIR beperkt duurzaamheid zich niet tot de techniek. Het project is het resultaat van een duurzame relatie tussen architect en opdrachtgever. De Boer ontwierp eerder naar tevredenheid uitbreidingen van de woning van Stok
1e verdieping beheerderswoning
1e verdieping kasatelier
Begane grond beheerderswoning
Begane grond kasatelier
Plattegrond kunstenaarsverblijven
Plattegrond schuuratelier
evenals zijn atelier en het hoofdkantoor van zijn toenmalige bedrijf. Toen Stok MIET AIR wilde realiseren was de keuze voor een architect snel gemaakt. Door de volledig private financiering van het project werd De Boer in staat gesteld om samen met Stok de kern van het projectteam te vormen en zonder complexe aanbestedingen de uitvoerende partijen aan te stellen. De Boer verdeelde de uitvoering in meerdere opdrachten die door de meest geschikte aannemers werden uitgevoerd. Dit leidde er bijvoorbeeld toe dat de ragfijne detaillering van de gebouwen voorbeeldig werd uitgevoerd. Ook kocht De Boer zelf een deel van de materialen in. De bedongen kortingen kwamen ten gunste van het project dat uiteindelijk ongeveer, gerekend over het gehele terrein,
In het ontwerpproces nam de architect de voornaamste positie in 250 euro per vierkante meter kostte. Dat is een prijs die lager is dan kale bouwgrond. Van MIET AIR gaat een sterke voorbeeldfunctie uit. In dit proces nam de architect de voornaamste positie in. Een positie die in Nederland niet meer vanzelfsprekend is, maar die ontegenzeggelijk ten goede is gekomen aan de integraliteit van het project, duurzaamheid inbegrepen. — architectenweb — 19