Beleidsvisie
voor het Wormer- en Jisperveld Definitief Vastgesteld door de gemeenteraad op 8 december 2015
1
Inhoudsopgave Context
2 Inleiding.......................................................................................................5 Dilemma’s....................................................................................................6 Streefbeeld..................................................................................................7 Strategische uitgangspunten……………………………………………………………………..10 Specifieke Uitgangspunten…………………………………………………………………………10 Het agrarisch en natuurbeheer...................................................... Het waterbeheer............................................................................ Het landschap en cultuurhistorie................................................... Recreatie........................................................................................ Milieu.............................................................................................. Bijlage: het uitvoeringsprogramma voor de periode 2016-2020
2
Context Het Wormer- en Jisperveld is een beschermd cultuurlandschap van internationale allure. Dit blijkt onder meer uit de aanwijzing van het gebied als Natura 2000 gebied in het kader van de Vogel –en Habitatrichtlijn. De Europese Unie (EU) wil hiermee de biologische diversiteit waarborgen door natuurlijke Habitats en de wilde flora en fauna in stand te houden. Het gaat hierbij om de instandhouding van specifieke planten en dieren, zoals veenmoerasrietlandjes, Kemphaan, Smient en Grutto.
Foto: Afbakening gebied Wormer en Jisperveld Maar ook door het rijk, de provincie Noord-Holland en de gemeente Wormerland wordt de unieke waarde van het Veld onderkend. Het gebied is aangewezen als Rijksbufferzone, Stiltegebied, Bodembeschermingsgebied, Ecologische hoofdstructuur en als Nationaal Landschap. In deze beleidsdocumenten wordt echter niet alleen ingezet op het beschermen van het gebied maar ook op het (beperkt) ruimte maken voor nieuwe ontwikkelingen. Achterliggend doel en ambitie is dat het gebied alleen kan worden behouden als overheid, bedrijven, instellingen en inwoners bereid zijn te blijven investeren in het gebied. Deze ambitie is ook terug te vinden in de nieuwe gemeentelijke Structuurvisie Wormerland 2025. In deze visie wordt onderscheid gemaakt tussen de kernen en linten, de droogmakerijen en het veenweidegebied. Het veenweidegebied is het unieke open landschap met hoge natuurwaarden, maar vormt eveneens een onderdeel van het regionale recreatieve routenetwerk. Met oog voor de natuur en landschapswaarden is het veenweidegebied toegankelijk voor verschillende kleinschalige vormen van extensieve recreatie, passend bij het karakter van het landschap.
3
In de Structuurvisie wordt ten aanzien van het veenweidegebied gesproken over een zonering in drie delen: In zone 1 van het veenweidegebied ligt het accent op het behoud van het natuurlijke karakter van het open veenweidegebied. Zone 2 betreft een onderhouden natuurgebied, waar extensieve vormen van recreatie mogelijk zijn, zonder afbreuk te doen aan de huidige natuur, landschaps- en cultuurhistorische waarden. Zone 3 heeft een overwegend agrarisch karakter, waar agrarisch natuurbeheer in combinatie met licht recreatieve functies, zoals kamperen bij de boer, wordt toegestaan. De gemeenteraad van Wormerland vindt het belangrijk om (naast de structuurvisie) voor de langere termijn een ontwikkelingsrichting/streefbeeld te ontwikkelen voor het beheer van het gebied en om hieraan een aantal uitvoeringsmaatregelen te koppelen. In dit document wordt hieraan invulling gegeven.
4
1. Inleiding Het huidige Wormer en Jisperveld vormt evenals het omliggende veenweide gebied het restant van het oorspronkelijke veenpakket dat door de eeuwen heen is gevormd en meters boven het zeeniveau stak. Dit veenpakket is sinds ongeveer het jaar duizend door mensenhand ontgonnen, door ontwatering en door menselijk ingrijpen, in de nu nog bestaande verkavelingstructuur en waterlopen is dit aan te herkennen.
Verkavelingspatroon Wormer en Jisperveld
Deze vorm van agrarisch beheer, maar ook andere activiteiten die in het veld hebben plaatsgevonden, heeft indertijd welvaart gebracht en heeft het landschap opgeleverd zoals we dat nu kennen met zijn culturele en natuurwaarden, maar ook met een bodemniveau dat is gedaald tot 1 meter onder N.A.P. Deze daling zet als gevolg van dit beheer nog steeds door, waarbij aanzienlijke uitstoot van CO2 plaatsvindt. Veen bevat immers grote hoeveelheden koolstof die onder invloed van zuurstof en nutriënten vrijkomt als CO2 gas. In de loop van de tijd heeft het gebied vele ingrijpende veranderingen doorgemaakt. Eerst is het gebied veranderd van een moeraslandschap naar een agrarisch industriegebied, waarin vele molens en traankokerijen stonden. Ook vanuit economisch oogpunt leverde deze verandering voor onder andere de bedijking- en waterhuishouding winst op. En later, zo omstreeks 1900, toen het gebied zijn traditionele economische draagkracht nagenoeg kwijtraakte, wordt het nog zeer gewaardeerd wordt om zijn natuurwaarden en het cultuurlandschap dat we graag in deze vorm willen behouden met de mogelijkheid tot recreatie. Aan dynamiek ontbreekt het dus niet in het gebied, vroeger niet en nu ook niet. Wel begint met het wijzigen van het traditionele agrarische beheer ook het landschap onmiskenbaar te veranderen.
5
Er zijn inspanningen nodig om deze veranderingen zodanig in banen te leiden zodat: de verdere bodemdaling en daarmee CO2 uitstoot wordt tegengegaan, de natuurwaarden in het gebied behouden blijven en het kenmerkende veenweide landschap, met de weidevogelpopulatie voor de toekomst zichtbaar blijft.
1.1. Dilemma’s Het Wormer- en Jisperveld kan in de toekomst alleen in zijn huidige vorm en karakter behouden blijven als overheid, bedrijven, instellingen en inwoners bereid zijn voldoende energie en geld te steken om het gebied te blijven onderhouden en te beheren. Het behoud van bedrijvigheid is daarbij essentieel. Nu het (traditionele) agrarisch beheer steeds meer dreigt weg te vallen, moeten andere passende duurzame werkfuncties worden gezocht. Een actueel voorbeeld daarvan is de opkomst van het particulier natuurbeheer. De realisatie van het streefbeeld vraagt om het maken van duidelijke keuzen en in oplossingen voor de volgende (schijnbare) tegenstrijdige vraagstukken en belangen: 1. 2. 3.
4.
5.
Onder meer door de (onder)bemaling die voor het agrarisch (veenweide)beheer nodig is, vindt verdere bodemdaling en CO2 uitstoot plaats. De veehouderij geeft de dreiging van verdere vermesting van het oppervlakte water. De natuurlijke ontwikkeling zonder of met minder intensief beheer als veenweide zal aanvankelijk verbossing en later moerasvorming geven en de bodemdaling tegengaan. Echter, als hieraan grenzen worden gesteld, dan zal het cultuurlandschap van de veenweide behouden blijven. Publieke toegankelijkheid van het gebied over water en land is essentieel om mensen kennis te laten maken met de culturele en natuurwaarden en hiervan ook gebruik te maken, maar zij mag deze waarden niet in gevaar brengen. Bovenal moet een oplossing gevonden worden voor het ontbreken van economisch draagvlak voor de instandhouding van het gebied nu de oorspronkelijke economische activiteit deze niet meer of onvoldoende kan bieden.
2. Streefbeeld Wij hebben de ambitie om gezamenlijk oplossingen te vinden voor de kernvraagstukken. Uitgangspunt is dat het gebied een open, waterrijk en
6
recreatief aantrekkelijk landschap moet blijven, met belangrijke natuurwaarden (voor vooral de moeras –en weidevogels), duidelijk zichtbare cultuurwaarden en met economisch rendabele boerenbedrijven, die voor een goed beheer van landschap en natuur en voor aanvullende recreatieve voorzieningen kunnen zorgen. Hoe het gebied er over 20 jaar uitziet is afhankelijk van de inspanningen die door de overheid en het bedrijfsleven worden geleverd. Er is landelijke en provinciale wet- en regelgeving die bescherming geven aan soorten en habitats in het gebied in het kader van Natura 2000. Voorts is in het kader van het nationaal landschap de opdracht om de veenweidegebieden met de daaraan verbonden flora en fauna in stand te houden. Tenslotte is er het regime van de ecologische hoofdstructuur en ligt er een opgave om de rust en stilte in het gebied te bewaren. Wij verwachten dat niet alle functies op termijn meer volledig kunnen worden nagestreefd, zowel beheers/bedrijfstechnisch en financieel niet. Om toch in bepaalde mate de huidige kernkwaliteiten van het gebied te behouden, zetten wij in op een ander ontwikkelingsbeeld (beheerscenario) voor het gebied. Hierbij wordt het gebied in drie beheerszones verdeeld die ieder een hoofdaccent krijgen. De begrenzing/aanduiding van deze zones komt overeen met het kaartbeeld, zoals dat is vastgelegd in de structuurvisie. Zone 3 - het rijland De randen van het gebied zijn ontwikkeld als het cultuurlandschap veenweide gebied met de voor dit gebied kenmerkende flora en fauna. Dit landschapstype wordt op een cultuurhistorisch verantwoorde wijze beheerd, maar met extensieve beweiding en beperking van de mest(fosfaat)belasting van het gebied en zonder verdere peilverlaging om bodemdaling tegen te gaan. In dit gebied worden ook percelen opgenomen als een voorbeeld van vaar- en hooilanden. Voorop staat instandhouding van cultuur- en natuurwaarden.
Instandhouding hiervan heeft een functie bij de bescherming van het cultureel erfgoed, de toeristische aantrekkelijkheid, het Nationaal Landschap Laag-Holland en recreatie. Belangrijk is dat er voldoende middelen zijn of verdiend kunnen
7
worden om dit in de praktijk vorm te geven. Passende vormen zoals dagrecreatie, verblijven bij de boer, educatieve voorzieningen, kunnen hieraan bij dragen. Zone 2 – overgangszone Tussen zone 1 en zone 2 wordt een ‘buffer’ gemaakt (geleidelijke overgang) tussen het rijland en het vaarland. In deze zone zijn extensieve vormen van recreatie mogelijk, mits deze geen afbreuk te doen aan de huidige natuur, landschaps- en cultuurhistorische waarden.
Dit vraagt om samenwerking tussen terreinbeheerder Natuurmonumenten en andere betrokken landeigenaren. Voorkomen moet worden dat er een conflict komt tussen de weidevogel en de moerasdoelstelling. Zone 1 - het vaarland In dit deel wordt ruimte gegeven om de natuur grotendeels zijn gang te laten gaan. Dit gebied wordt beheerd als natuurgebied, waarbij de oorspronkelijke situatie van veenvorming opnieuw zijn kans krijgt en daardoor CO2 accumuleert. Hier zal peilverhoging zijn kans krijgen aan dit verveningsproces bij te dragen. Door toepassing van nieuwe beweidingsvormen wordt verruiging en opslag tegengegaan. In bepaalde mate is dichtslibbing en verlanding van kleine slootjes toegelaten vooral waar tot veenvorming is besloten.
8
Hier kan een aantrekkelijk landschap ontstaan met volop kansen voor diversiteit in de flora en fauna dat aantrekkelijk is voor mensen om te bezoeken. Het gebied is bereikbaar door middel van kleinschalige watersport en door middel van laarzenpaden via bruggen.
9
3. Strategische uitgangspunten Om te komen waar we naartoe willen hebben we op basis van de visie een aantal fundamenten opgesteld, een serie uitgangspunten die we gezamenlijk delen, waaraan we de verschillende ontwikkelingen en initiatieven die op ons afkomen kunnen toetsen, en waaraan we houvast hebben: • •
• •
We gaan zo veel mogelijk voor het behoud van het authentieke en open groenblauwe karakter van het agrarische cultuurlandschap; Het gebied dient in een natuurlijk evenwicht te zijn zodat alleen kleine menselijke ingrepen nodig zijn voor het behoud. Veel vee en andere dieren die zorgen voor begrazing, zodat er zo min mogelijk menselijk handelen (maaien) vereist is; We koesteren de eigenheid, maar staan open voor vernieuwing binnen de bestaande beleidskaders; We maken ons hard voor de blijvende (economische) vitaliteit van de landbouwsector; We streven steeds naar duurzame en klimaatbestendige oplossingen voor de verschillende initiatieven en ontwikkelingen.
4. Specifieke uitgangspunten a. Het agrarisch en natuurbeheer 1. De huidige natuurwaarden moeten in stand blijven. Het accent in het gebied ligt op het behoud van de weidevogels en het behoud en herstel van de openheid. Beheersmatige activiteiten die bijdragen aan een kwaliteitsslag, zoals het voorkomen en verwijderen van bebossing, worden gestimuleerd. 2. Terreinbeheerder Natuurmonumenten, de vrijwilligers van de Poelboerderij en de agrariërs zijn de ‘dragers’ van het cultuurlandschap. De gemeente zorgt voor aansturing van het beheer door: a. In het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied de bestaande en niet agrariërs te stimuleren en te faciliteren het gebied te blijven beheren (nieuwvestiging, bedrijfsuitbreiding etc.). b. Onderzoek te faciliteren naar passende nieuwe beheervormen, zoals toepassing van beheerarme vormen van natuur. De gemeente heeft hierbij verder geen wettelijke rol of taak, maar nodigt de betrokken partijen wel uit hierover met elkaar in gesprek te gaan en te blijven. 3. Het huidige fijnmazige slotenpatroon in het centrale deel van het gebied mag wijzigen, mits de structuur in tact blijft. Wij hanteren voor de bouw van dammen en bruggen een zoneringsbeleid. a. In zone 3 (rijland) is de bouw van dammen en bruggen toegestaan,mits aan de eisen van de wet- en regelgeving wordt voldaan en er geen sprake is van een belemmering van de recreatievaart. b. In zone 2 en zone 1 wordt meer terughoudend omgegaan met de bouw van dammen en bruggen. In deze zone moet aangetoond
10
worden dat er geen beheeralternatieven zijn en mag geen sprake zijn van grove aantasting van het slotenpatroon.Bij voorkeur worden kleine eilanden bij elkaar gevoegd zodat een beter exploiteerbaar gebied ontstaat. b. Het waterbeheer 1. Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is wettelijk verantwoordelijk voor het waterbeheer in dit gebied. De gemeente heeft hierin een beperkte rol. 2. Water, uitdrukkelijk van goede kwaliteit, is in het gehele gebied een essentiële factor, als voorwaarde voor het behoud van de natuurwaarden en de landbouw, als onderdeel van het landschap, als vaarweg, visserij, watersport, zwemmen en andere recreatie. 3. Belangrijke verbindende waterlopen worden conform het beheerplan gebaggerd en nieuwe slibvorming wordt zoveel mogelijk tegengegaan. Tussen het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en de gemeente worden nadere werkafspraken gemaakt over de uit te voeren werkzaamheden (wat en hoe) 4. Nieuwe onderbemalingen worden alleen in zone 3 toegestaan om bodemdaling tegen te gaan. In alle zones wordt gestreefd naar een zo optimaal mogelijk peilbeheer, waarbij ruimte is voor maatwerk. c. Het landschap en cultuurhistorie 1. De rust, ruimte en openheid wordt behouden en waar mogelijk worden hersteld. Activiteiten die de stilte en de rust verstoren worden geweerd. 2. Waar mogelijk wordt de openheid hersteld door maatregelen voor eventuele ontbossing. Bestaande verruiging en opslag van het gebied als gevolg van achterstallig onderhoud en beheer van de graslanden wordt aangepakt en nieuwe opslag en verruiging wordt voorkomen. 3. Buiten de bestaande erven in het gebied wordt geen (niet agrarische) bebouwing of nieuwe infrastructuur toegestaan. Om de vitaliteit in het gebied te versterken, zijn op de bestaande erven zowel verbreding van functies als vervolgfuncties toegestaan. Verder moeten voorkomende ruimtelijke ingrepen op erven landschappelijk goed worden ingepast. Landschapontsierende voorzieningen buiten de bebouwde erven, zoals paardenlinten, worden geweerd/verboden.
d. Recreatie 1. Bestaande of nieuwe kleinschalige activiteiten ten behoeve van recreatie en toerisme inclusief de aanleg van bijbehorende voorzieningen worden gestimuleerd, mits deze duurzaam en/of milieuvriendelijk zijn. Recreatieve activiteiten mogen verder niet ten koste gaan of overlast geven voor de natuur, de stilte of rust in het gebied en de landbouw.
11
2. Evenementen worden in het nieuwe bestemmingsplan voor het Buitengebied aan specifieke regels gekoppeld.
e. Het Milieu De gemeente zet in op een duurzaam beheer en duurzaam gebruik van het Wormer en Jisperveld door: a. Mee te werken aan “Het handvest voor duurzaam toerisme”, zoals uitgedragen door de Europese Unie; b. het elektrisch varen verder te stimuleren door het opstellen en uitvoeren van een stimuleringsprogramma.
Bijlage 1: 12
Uitvoeringsplan Beleidsvisie Wormer- en Jisperveld Bij de beleidvisie behoort een uitvoeringsplan, waarin grofmazig wordt aangegeven op welke wijze de gemeente investeert binnen haar financiele mogelijkheden om de kernwaarden van het gebied te behouden of te versterken. Het gaat om stimuleringsmaatregelen. Waar mogelijk wordt samenwerking gezocht met andere gebiedspartners. In de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de gemeentelijke investeringen in het Wormer- en Jisperveld. De maatregelen behoeven nog nadere uitwerking voordat uitvoering kan plaatsvinden. Jaarlijks wordt het overzicht bijgesteld. Doel
Voorgenomen maatregel
Behoud open landschap
Verwijdering bosopslag en verruiging Opruimactie afval
Tegengaan verrommeling Verbetering recreatie
Reguleren toerisme en recreatie Communicatie Educatie Millieu
Maken nieuwe vaarroute via Bartelsluis Opstellen evenementbeleid bestemmingsplan buitengebied nieuwsbrief diversen opstellen van een stimuleringsprogram ma electrisch varen
Planni ng uitvoe ring 2016
stakeholders
2016
Wildbeheereenheid
2018
Kano-en watersportvereniging, roeibotenclub
2017 2016 2018
intern Poelboerderij Milieudienst Waterland, recreatieschap Twiske -Waterland
Natuurmonumenten Boeren
13