Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Inspectie-items................................................................................................................7 Gegevens voorziening.......................................................................................................9 Gegevens toezicht............................................................................................................9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 10
2 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 25-11-2014 KDV Baloe Wormer te WORMER
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van zogehetenrisicogestuurd toezicht (RGT). Dat wil zeggen dat de inspectie is gedaan op kernzaken zoalsde beroepskracht-kind-ratio, groepsgrootte, diploma's, verklaringen omtrent het gedrag en depedagogische praktijk. Ook zijn aandachtspunten naar aanleiding van de vorige inspectiebeoordeeld. Omdat uit de inspectiegeschiedenis bleek dat in het verleden niet altijd is voldaan aan de eisenomtrent de groepsgrootte en het aantal beroepskrachten in verhouding tot het aantal opte vangen kinderen, is er tijdens deze inspectie extra aandacht uitgegaan naar dit domein. Uit het onderzoek is gebleken dat het kinderdagverblijf aan de getoetste eisen voldoet. Kinderdagverblijf Baloe is gevestigd in het kindercentrum aan de Dorpsstraat in Wormer, dat gedeeldwordt met het kantoor van de organisatie en een buitenschoolse opvang. Het kinderdagverblijf is de laatste jaren iets gekrompen. Het vangt minder kinderen op, waardoor groepen vaker samenvoegen. Sommige groepen voegen structureel samen.De houder draagt er zorg voor dat tijdens het samenvoegen van de groepen aan de regelsvoortkomen uit de Wet Kinderopvang wordt voldaan. Ondanks dat de locatie officieel geen VVE-locatie is (voor- en vroegschoolse educatie), wordt er alstoegevoegde waarde wel op de peutergroepen gewerkt met het voor- en vroegschoolseeducatieprogramma Sporen. De toezichthouder heeft een positieve indruk van de pedagogische kwaliteit die op deze locatie wordt geboden. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 25-11-2014 KDV Baloe Wormer te WORMER
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Het oordeel van de toezichthouder ten aanzien van de pedagogische praktijk is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen tijdens de observatie. Voor deze observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (opgesteld door GGD GHOR Nederland, versie januari 2014). De schuingedrukte beschrijvingen zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de beschrijving volgt een toelichting op de waargenomen situatie. Citaat uit het De beroepskrachten hebben gesprekjes met de kinderen waarbij zij 'beurt-wisselen': beroepskrachten en kinderen dragen beiden bij aan de inhoud en voortgang van het gesprek. Beroepskrachten stemmen de timing en de inhoud van de interacties op passende wijze af op de situatie en/of het begripsniveau van het kind. Observatie: Tijdens de inspectie hebben er veelvuldig gesprekjes plaatsgevonden tussen de aanwezige beroepskrachten en de op te vangen kinderen. Op creatieve wijze speelden de beroepskrachten in op de belevingswereld van de kinderen en grepen hierbij elke mogelijkheid aan om de ontwikkeling te stimuleren. Zo mochten er enkele kinderen mee naar boven om in de BSO-ruimte pepernoten te gaan bakken. De kinderen waren onder de indruk van het aquarium met vissen die zij in die ruimte aantroffen. Zij bespraken de verschillende vissen. De beroepskracht haakt hier op in door bijvoorbeeld te vragen welke vis de grootste is. Een ander voorbeeld komt nadat een kind verteld dat hij thuis "ook zo'n beker met lettertjes en dingetjes heeft". De beroepskracht reageert hierop: "O ja? Hoe heet zo'n beker?" Tijdens het gesprek dat volgt komen ze tot de conclusie dat het een maatbeker betreft. Citaat uit het : De activiteiten sluiten aan op het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Er wordt op groepsniveau gewerkt aan het verkennen en verleggen van grenzen. Observatie: De beroepskrachten waren tijdens de inspectie bezig met het maken van een schoorsteen, zodat de hulppieten (de kinderen) daar cadeautjes in konden doen. De peuters waren zeer betrokken bij deze activiteit. De beroepskracht besloot dat alle kinderen mochten helpen. Zo mocht ieder kind die dat wilde stukjes plakband plakken op de schoorsteen. Kinderen die dat nog niet konden, werden geholpen door een tweede beroepskracht. Zij liet hen voelen hoe beide zijden van het plakband voelde en met welke kant je dus kon plakken. Citaat uit het : De oriëntatie op een nieuwe groep of een nieuwe beroepskracht gebeurt stapsgewijs en in aanwezigheid van bekende volwassenen. Observatie: Tijdens de inspectie wordt er een kind binnen gebracht die voor de tweede maal komt wennen in de groep. De aanwezige beroepskracht die het kind de dag er voor al heeft ontmoet, ontvangt het kind en stelt zich voor aan de ouder. Vervolgens stelt ze het kind én de ouder beiden voor aan de andere beroepskracht. Ook aan de overige aanwezige kinderen wordt verteld wie het zojuist binnengekomen kind is. Conclusie: Op kinderdagverblijf Baloe Wormer worden de vier pedagogische basisdoelen ruim voldoende gewaarborgd. 4 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 25-11-2014 KDV Baloe Wormer te WORMER
Elke handeling en gebeurtenis wordt door de beroepskrachten aangegrepen om de ontwikkeling bij de kinderen te stimuleren. Er wordt veel aandacht besteedt aan het stimuleren van de taalvaardigheden van het kind. De locatie staat niet geregistreerd als VVE-locatie, desondanks wordt er in de praktijk wel zichtbaar en duidelijk voor- en vroegschoolse educatie aangeboden. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevr. Bentvelzen.) Interview anderen (Adjunct directeur.) Observaties (Pedagogische praktijk.) Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan Pedagogische werkwijze.
5 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 25-11-2014 KDV Baloe Wormer te WORMER
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toetsing van de verklaringen omtrent het gedrag is gebaseerd op een steekproef. Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De toetsing van de beroepskwalificaties is eveneens gebaseerd op een steekproef. Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen De opvang in groepen voldoet aan de eisen die hier aan worden gesteld. Beroepskracht-kindratio Uit een steekproef van de aanwezigheidslijsten blijkt dat er voldoende beroepskrachten ingezet worden in verhouding tot het aantal op te vangen kinderen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevr. Bentvelzen.) Interview anderen (Adjunct directeur.) Observaties (Pedagogische praktijk.) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster
6 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 25-11-2014 KDV Baloe Wormer te WORMER
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
7 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 25-11-2014 KDV Baloe Wormer te WORMER
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 25-11-2014 KDV Baloe Wormer te WORMER
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Vestigingsnummer KvK Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Zaanstreek-Waterland Vurehout 2 1507EC ZAANDAM 0900-2545454 Mevr. van Lith
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: WORMERLAND : Postbus 20 : 1530AA WORMER
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
25-11-2014 11-12-2014 Niet van toepassing 19-12-2014 19-12-2014
: 19-12-2014 : 09-01-2015
9 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 25-11-2014 KDV Baloe Wormer te WORMER
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
10 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 25-11-2014 KDV Baloe Wormer te WORMER