Inspectierapport KDV Kierewam (KDV) Kerkenveld 10 8162 JV EPE Registratienummer 162124971
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Noord en Oost Gelderland Epe 01-06-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 20-07-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 11 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 12
2 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 01-06-2015 KDV Kierewam te EPE
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Op 1 juni 2015 is Kinderdagverblijf (KDV) Kierewam van Stichting Koppel in opdracht van de gemeente bezocht voor een jaarlijks onderzoek op basis van risico-gestuurd toezicht. Het onderzoek heeft zich met name gericht op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. Daarnaast zijn, op basis van de inspectiegeschiedenis binnen het domein "Veiligheid en gezondheid", de voorwaarden met betrekking tot de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid meegenomen in het onderzoek.
Beschouwing Het kinderdagverblijf is samen met een BSO van dezelfde organisatie gevestigd in een pand, naast een basisschool. Er zijn twee groepen dagopvang van 0-4 jaar ondergebracht. Er is een buitenruimte waar alleen de dagopvang gebruik van maakt. Inspectiegeschiedenis Bij de inspectie van 14 november 2013 is er een overtreding geconstateerd op het domein "Veiligheid en gezondheid". Aan de overige voorwaarden werd voldaan. Bij de inspectie van 28 oktober 2014 zijn er een tweetal overtredingen geconstateerd op het onderdeel "Veiligheid en gezondheid". Aan de overige voorwaarden werd voldaan. Belangrijkste bevindingen Bij deze inspectie zijn geen tekortkomingen aangetroffen, wel zijn er een aantal aandachtspunten. De overtredingen bij de inspectie van 28 oktober 2014 zijn bij deze inspectie beoordeeld en niet aangetroffen.
Advies aan College van B&W Geen handhaving. Deze locatie staat geregistreerd met 44 kindplaatsen. Het aantal daadwerkelijk opgevangen kinderen wijkt significant af van het aantal geregistreerde kindplaatsen. Houder dient het aantal meer in overeenstemming met de praktijk te brengen.
3 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 01-06-2015 KDV Kierewam te EPE
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein "Pedagogisch klimaat". Het pedagogisch beleidsplan is van belang voor het beoordelen of het pedagogisch beleid van de houder wordt uitgevoerd in de praktijk. Binnen het domein "pedagogische praktijk" zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld:
waarborging emotionele veiligheid; ontwikkeling van persoonlijke competentie; ontwikkeling van sociale competentie; overdracht van normen en waarden.
Hieronder volgen de bevindingen over de competenties behorende bij het pedagogisch klimaat. Pedagogische praktijk Tijdens de inspectie is met name de Kidz-groep geobserveerd. Er is vrij spel binnen geobserveerd, het kringmoment met eten en drinken en het vieren van een verjaardag, en buitenspelen. Uit de observaties wordt geconcludeerd dat er wordt zorggedragen voor de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan: In het pedagogisch beleidsplan staat beschreven dat onder andere "zelfstandigheid bevorderen" een uitgangspunt is bij de opvoedingstaak van de pedagogisch medewerkers. Dit is meerdere keren gezien, aan een baby (ongeveer 1 jaar) wordt het vorkje gegeven met een plakje banaan eraan. De baby doet de vork met banaan zelf in de mond. Even later doet een kindje van ongeveer drie jaar haar schoenen zelf aan. Dit wordt begeleidt en gestimuleerd door de beroepskracht: "nog een stukje duwen, zo klaar om naar buiten te gaan". Bij het tafel dekken, zet een kind een pak melk op tafel. In het pedagogisch beleidsplan staat beschreven welke aspecten in de groepsruimte belangrijk zijn om de emotionele veiligheid te waarborgen, zoals een verzorgde groepsruimte met verschillende speelhoeken met diverse spelmateriaal op een vaste plek op kindhoogte. Dit is terug te zien in de groepsruimte. Het volgende is onder andere geobserveerd ten aanzien van de pedagogische basisdoelen (waarbij de schuingedrukte tekst uit het veldinstrument is overgenomen en de tekst daarna een uitwerking daarvan is in zoals deze is geobserveerd in de praktijk): Emotionele veiligheid De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief naar de kinderen. Zij laten actief merken dat zij het kind begrijpen en reageren daar adequaat op. Het jarige kindje krijgt als cadeautje een zaklamp. De beroepskracht legt uit wat het is: “In het donker zet je het aan, dan krijg je licht". De beroepskracht vraagt aan het kindje of ze het cadeautje wel leuk vind. Het kindje reageert bevestigend. Er moeten batterijen in de zaklamp, de beroepskracht zegt tegen het kindje dat ze zo gaat zoeken naar de batterijen. Even later gaat ze met het kindje samen batterijen zoeken. De beroepskracht zegt tegen kindje dat de batterijen te groot of te klein waren. Persoonlijke competentie Het programma bestaat uit vrij spel en gestructureerde activiteiten. De activiteiten zijn gevarieerd en stimuleren diverse ontwikkelingsgebieden. Kinderen hebben er plezier in; zij voelen zich uitgedaagd (exploratie). Ieder kind krijgt leer-/ervaringskansen. De oudere kinderen zitten aan tafel en maken een ketting van kralen, dit stimuleert de fijne motoriek. Er zit ook een baby aan tafel, dit kind heeft de mogelijkheid om met waskrijt op papier te krassen. Een andere baby kruipt/speelt op de grond. 4 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 01-06-2015 KDV Kierewam te EPE
Bij het buiten spelen, stelt de beroepskracht voor om een bal te pakken. Ze gaan samen een bal halen. De beroepskracht stelt voor om te voetballen. Een ander kindje zegt "Ik ook" en doet mee. Na een paar keer met de voet te hebben geschopt, gaat een kindje met de bal gooien. De beroepskracht doet mee: “Ga je naar mij gooien, ga je heel hoog gooien?" Het kindje gooit. "Wow, superhoog, goed zo", zegt de beroepskracht. De grove motoriek wordt gestimuleerd. Sociale competentie De beroepskrachten zetten gerichte activiteiten en materialen in om kinderen te laten samenspelen. Op passende wijze (zonder verstoren) wijzen zij kinderen op elkaars mogelijkheden. De groep als geheel wordt benut voor gezamenlijke ervaringen (rituelen, groepsgesprek, imitatie). Met het vieren van de verjaardag van een kind wordt de groep als geheel benut voor een gezamenlijke ervaring. Alle kinderen en beroepskrachten zitten aan tafel. "Zo, zitten jullie er allemaal klaar voor?", vraagt de beroepskracht aan de kinderen. "Wat gaan we doen?", vraagt de beroepskracht. "Een feestje vieren", zegt een kindje. "Wil je de muts op?", vraagt de beroepskracht aan het jarige kind. Het kind doet zelf de muts op. "Hoeveel jaar ben je geworden?", vraagt de beroepskracht. "3 jaar", zegt het kindje. "Wat zullen we gaan zingen", wordt aan de kinderen gevraagd. De kinderen en de beroepskrachten zingen een aantal verjaardag liedjes. Vervolgens vraagt de beroepskracht wat er nog meer bij hoort? "Een cadeautje", zegt een kindje. "Wie wil hem geven", vraagt de beroepskracht. Ze vraagt het eerst aan het ene kindje, het kindje reageert verlegen. Ze stelt aan het kindje voor om het aan een ander kindje te vragen. Het kindje reageert bevestigend. Het andere kindje geeft het cadeautje. Na het cadeautje deelt het jarige kindje het verjaardagseten uit (koekje en fruit). Normen en waarden Kinderen worden aangesproken op hun omgang met elkaar en de beroepskrachten bij het aangaan en uitvoeren van activiteiten. Kinderen worden aangezet tot sociaal gedrag (bijvoorbeeld elkaar helpen, op je beurt wachten, anderen laten uitpraten). Een beroepskracht vraagt aan een kindje: "X, mag ik van jou de bak?" Het kindje geeft de bak. "Dank je wel", zegt de beroepskracht tegen het kind. "Gaan we even opruimen, he". Ook bij het buiten spelen is dit gezien. Een beroepskracht en een kindje zijn buiten het zand naar de zandbak aan het vegen. "Maken we het allemaal weer netjes", zegt de beroepskracht. Het kindje houdt op met vegen. De beroepskracht reageert: “Was je alweer klaar met vegen." Een ander kindje zegt: “Ik ook". "O, X gaat mij helpen", reageert de beroepskracht. De beroepskracht geeft de kinderen die vegen complimentjes. Conclusie De houder draagt zorg voor het waarborgen van de vier pedagogische basisdoelen. Voorschoolse educatie Voor de voorschoolse educatie wordt gebruik gemaakt van de methode Piramide. Dit is een erkende interventiemethode voor vroeg- en voorschoolse educatie. De houder heeft een opleidingsplan (scholingsplan Koppel 2014-2015) overlegd, onder andere themabijeenkomsten (interactief voorlezen) en coaching op de werkvloer komen aan bod. De beroepskrachten in dienst van stichting Koppel zijn in het bezit van een diploma conform cao welzijn. Tevens zijn beide beroepskrachten in het bezit van een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma's. Aandachtspunt Op locatie kan niet getoond worden welke activiteiten in het kader van het thema worden aangeboden (per week) en welk ontwikkelingsdomein de activiteiten bestrijken. Conclusie Aan de voorwaarden behorende bij het domein Voorschoolse educatie wordt voldaan. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten op locatie) Observaties Pedagogisch beleidsplan (versie november 2014) VVE-certificaten 5 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 01-06-2015 KDV Kierewam te EPE
Personeel en groepen Dit domein belicht de inspectiebevindingen over het domein "Personeel en groepen". Er worden eisen gesteld aan het personeel, in dit domein wordt toegelicht of aan de eisen daaromtrent wordt voldaan. Tevens worden er eisen gesteld aan hoe de houder met de opvang in groepen dient om te gaan. De bevindingen over deze voorwaarden worden beschreven en beoordeeld. Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de inspectie zijn drie beroepskrachten, een stagiaire en een vrijwilligster aanwezig. Op locatie zijn de verklaringen omtrent gedrag ingezien van de betreffende beroepskrachten en stagiaire. De verklaringen omtrent gedrag voldoen aan de wettelijke eisen. Passende beroepskwalificatie Tijdens de inspectie zijn drie beroepskrachten aanwezig. Deze beroepskrachten zijn in het bezit van een passende beroepskwalificatie conform cao kinderopvang. Opvang in groepen Er is sprake van twee stamgroepen, de Kidz-groep en de Kwick-groep. In beide groepen worden maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar opgevangen. Momenteel zitten de groepen niet geheel vol. Conclusie Er wordt voldaan aan de voorwaarden omtrent de opvang in groepen. Beroepskracht-kindratio Tijdens de inspectie is op de groepen de hieronder genoemde samenstelling en aantal beroepskrachten aangetroffen: Groep Kidz-groep Kwick-groep
Aantal kinderen 2 van 0 jaar, 2 van 1 jaar, 2 van 2 jaar en 1 van 3 jaar 2 van 0 jaar, 1 van 2 jaar en 3 van 3 jaar
Aantal beroepskrachten 2 beroepskracht 1 beroepskracht
Het aantal aanwezige beroepskrachten komt overeen met de uitkomst verkregen op de website 1ratio.nl. Conclusie Er worden voldoende beroepskrachten ingezet in verhouding tot het aantal aanwezige kinderen. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten op locatie) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten
6 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 01-06-2015 KDV Kierewam te EPE
Veiligheid en gezondheid In de Wet Kinderopvang is beschreven dat de houder een verantwoord veiligheidsbeleid en gezondheidsbeleid moet voeren. De voorwaarden die hierover gaan zijn bij dit onderzoek meegenomen. Hieronder volgen de beschrijvingen en de beoordelingen van deze voorwaarden. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisatie is uitgevoerd op 24 maart 2015. Dit betreft zowel de risicoinventarisatie veiligheid als gezondheid. Uit de risico-inventarisatie blijkt dat ook niet standaard risico's aan bod zijn gekomen, zoals de risico's met betrekking tot de rups en de glijbaan. Ook de dieren zijn meegenomen in de risicoinventarisatie, zoals de konijnen en kippen. In de risico-inventarisatie zelf wordt verwezen naar bijvoorbeeld groepsregels of afspraken. De beroepskracht op locatie heeft kennis van het registratie-ongevallenformulier. In september 2014 is dit bijvoorbeeld ingevuld wegens een ongeval. Het handelen van de beroepskrachten komt overeen hetgeen is verwoord in de risicoinventarisatie. Tijdens de inspectie was een schep kapot. De beroepskracht heeft aangegeven aan het kind wat de schep vast had, dat de schep weggegooid moet worden. De beroepskracht heeft de schep weggehaald bij het kind. Aandachtspunt Voor het maken van flesvoeding pakt de beroepskracht water uit de kraan van de verschoontafel. Deze kraan is het meest dichtbij. Dit geeft risico op kruisbesmetting. De kraan/watervoorziening voor voedselbereiding en verschoning dient gescheiden te zijn. In de risico-inventarisatie wordt verwezen naar de groepsregel. Hier staat vermeld dat de beroepskracht de handen wast voor het bereiden van flesvoeding, er staat niets over waar. Conclusie Aan de voorwaarden betreffende de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid wordt voldaan. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten op locatie) Risico-inventarisatie veiligheid Risico-inventarisatie gezondheid Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid Ongevallenregistratie Huisregels/groepsregels
7 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 01-06-2015 KDV Kierewam te EPE
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
8 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 01-06-2015 KDV Kierewam te EPE
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt dat op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 01-06-2015 KDV Kierewam te EPE
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 01-06-2015 KDV Kierewam te EPE
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
KDV Kierewam http://www.koppelepe.nl 44 Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting Koppel Stationsstraat 25 8161 CP EPE www.koppelepe.nl 08086965
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Noord en Oost Gelderland Postbus 51 7300 AB APELDOORN 088-4433000 Mw. T. Dudok van Heel
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Epe : Postbus 600 : 8160 AP EPE
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
01-06-2015 08-07-2015 13-07-2015 20-07-2015 20-07-2015 20-07-2015
: 23-07-2015
11 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 01-06-2015 KDV Kierewam te EPE
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze KDV Kierewam: Kindercentrum Kierewam kent twee verticale groepen kinderdagopvang van 0-4 jaar. Ook is er een buitenschoolse opvang (bso) voor 4-12 jarigen in Kierewam gevestigd. De kinderdagverblijfgroepen van Kierewam zijn op werkdagen geopend van 7.00 – 18.00 uur. Verlenging van de opvang behoort tot de mogelijkheden. Kierewam is gelegen in de wijk Burgerenk en bevindt zich naast de K. Norelschool. De groepen zijn huiselijk en sfeervol ingericht met diverse speelhoeken, zoals een huishoek en een bouwhoek. Ook is er een ruime hal waarin gespeeld kan worden. Iedere groep beschikt over een eigen buitenruimte. Tevens is er een gezamenlijke moestuin, waar ook kippen en konijnen lopen. Kinderen dragen met elkaar en met de pedagogisch medewerkers de zorg voor de dieren en de tuin. KDV Kierewam voldoet aan de eisen van de Wet Kinderopvang, zoals in dit rapport ook te lezen is.
12 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 01-06-2015 KDV Kierewam te EPE